Een aantal vragen zijn vooraf door de VVD-fractie gesteld en een aantal vragen zijn gesteld tijdens de informatiemarkt d.d. 10 januari 2013.

Transcriptie

1 Technische vragen gesteld over de variantenstudie KJBrug Raadscommissie 17 januari 2013, agendapunt 4 Een aantal vragen zijn vooraf door de VVD-fractie gesteld en een aantal vragen zijn gesteld tijdens de informatiemarkt d.d. 10 januari In de variantenstudie staat op blz. 20 dat bij variant 1 een voetpad aan de noordzijde niet haalbaar is. Vraag: Is dit met een eenvoudige aanpassing alsnog te realiseren? Bij variant 1 is het mogelijk om het trottoir aan de noordzijde door te trekken, alleen niet tegen beperkte kosten en tijd. Kosten De aanbruggen voorzien op dit moment niet in ruimte voor een vrijliggend voetpad. Ook de aardebaan biedt op dit moment geen ruimte voor een voetpad aan de noordzijde van de Willem de Zwijgerlaan. Om een vrijliggend voetpad mogelijk te maken moet een zelfdragende constructie ontworpen worden. Het voetpad kan niet aan de aanbruggen worden bevestigd. Daarnaast moet het grondwerk verbreedt worden. Ter hoogte van de Voorstraat ontbreekt hiervoor de fysieke ruimte, dus moet de huidige grondkering aangepast / verhoogd worden. De kosten voor het aanleggen van een voetpad aan de noordzijde van de Willem de Zwijgerlaan ramen wij indicatie op ,- (ex btw). In deze kostencalculatie zijn we uitgegaan van een separate draagconstructie voor de voetpaden. Als gekozen wordt voor de voetpadverbinding, gaan wij de definitieve constructie nader bepalen waaronder het onderzoeken of de voetpadverbinding aan de bestaande aanbruggen gekoppeld kan worden. NB: deze investering is niet vertaald in jaarlasten Tijd Een toets aan het huidige bestemmingsplan leidt tot de conclusie dat voor de realisatie van een voetpad aan de noordzijde van de Willem de Zwijgerlaan aan de oostzijde van de Oude Rijn een bestemmingsplanprocedure moet worden doorlopen. In de huidige planning van variant 1 is daar geen rekening meegehouden. 2 Er worden drie voorbeelden van gerenoveerde bruggen mbt geluidsoverlast vermeld. Vraag: Wat zijn de ervaringen met deze bruggen na renovatie? Van de genoemde voorbeelden heeft Grontmij de directievoering gedaan tijdens de uitvoering, inclusief de garantie termijn. Naderhand zijn er geen problemen betreffende geluidsoverlast teruggekoppeld door de gemeente.

2 3 In de variantenstudie staat bij dat volgens de huidige normering de constructiehoogte groter moet zijn. Vraag: waardoor wordt dit veroorzaakt? En wat is aangepast? Sinds 2012 is de Eurocode, de nieuwe Europese norm van toepassing voor het berekenen van constructies. Hier bij zijn vooral aanpassingen op het gebied van vermoeiing doorgevoerd (t.o.v. de eerdere Nederlandse rekenvoorschriften). Deze aanpassingen en zwaardere belastingen hebben tot gevolg dat volgens de vigerende rekenvoorschriften het stalen brugdek dikker uitgevoerd moet worden. Dit dikkere dek is zwaarder dan het huidige dek en veel zwaarder dan het originele oude dek, waardoor de gehele draagconstructie (de stalen balken) zwaarder uitgevoerd moet worden. Hierdoor neemt de totale hoogte van de constructie -de val- zodanig toe dat deze niet meer past in de huidige oplegging van de brug (de bovenkant van de val steekt boven het rijdek van de aanbruggen uit). Het totale gewicht van de val met stalen dek neemt toe, deze toename van gewicht moet opgenomen worden door de bestaande fundering onder de basculekelder. Hier is de huidige constructie niet op berekend. Dit kan op diverse manieren ondervangen worden: 1. Met het verlagen van de oplegpunten kan de bovenkant van de val gelijk gesteld worden met de bovenkant van de aanbruggen. Hierbij neemt de vrije doorvaarthoogte af. Dit is niet acceptabel voor de vaarwegbeheerder, de Provincie Zuid Holland, waarmee dit alternatief niet haalbaar is. Daarbij is het nog de vraag of de bestaande (funderings)constructie de gewijzigde belasting kan dragen. 2. Met het aanpassen / verhogen van de aanbruggen, zodanig dat de bovenkant van de aanbruggen op gelijke hoogte komt als de bovenkant van de val. Het verhogen van de aanbruggen heeft tot gevolg dat de gehele draagconstructie van de brug (incl. aanbruggen) aangepast moet worden (kolommen moeten verlengd worden, funderingen worden zwaarder belast en moeten versterkt worden). 3. De constructie lichter uitvoeren (voorstel Variant 1) Met het uitvoeren van het dek in composiet wordt een aanzienlijke gewichtsreductie gehaald, waardoor de nieuwe val wel binnen de huidige configuratie/ constellatie van de brug past. Soortelijk gewicht staal: ca kg/m3 Soortelijk gewicht composiet: ca kg/m3 Grontmij heeft enkele indicatieve berekeningen uitgevoerd naar de constructiehoogte / - opbouw, bij een stalen brugdek. Hieruit komt een paalreactie op de fundatiepalen die 23 % hoger is dan in de bestaande situatie. 4 Tijdens de informatieavond zijn vragen gesteld de toepassing van composiet. Voor meer informatie over composiet en toepassingen van composiet verwijzen wij u gemakshalve naar de volgende websites; pdf - Onder het kopje in de media staan diverse toepassing benoemd en onderzoeksresultaten.

3 Voor variant 1 wordt voorgesteld om de draagconstructie van de val (het beweegbare deel) in staal uit te voeren en het dek in composiet. De val wordt dus niet in zijn geheel in composiet uitgevoerd. Enkel de rijvloer wordt in composiet gerealiseerd. Dit principe van een stalen draagconstructie en een rijvloer van composiet wordt wereldwijd al vaker toegepast. In Nederland is onder andere de Uyllanderbrug in Amsterdam volgens dit principe gebouwd. 5 Graag zien we van alle varianten in een overzicht terug hoe deze scoren op kosten. Dus alle soorten kosten en de bedragen daarbij. Inclusief en exclusief BTW. Tijdens de informatiemarkt is tevens de opmerking gemaakt dat de jaarlijkse lasten moeilijk vergelijkbaar zijn vanwege de uiteenlopende technische levensduur. Voor variant 1 zijn we uitgegaan van een technische levensduur van 50 jaar. Onderzoek toont aan dat dit met een gedegen renovatie nu, en gedurende 50 jaar een intensiever onderhoudsregime, haalbaar is. Theoretisch is de brug dus na 50 jaar op. Onderzoek dan moet uitwijzen of een ingrijpende renovatie (zoals nu voorgesteld met variant 1) dan tot levensverlenging kan leiden of dat daadwerkelijk overgegaan moet worden tot de bouw van een nieuwe oeververbinding. Voor de overige varianten is uitgegaan van levensduurkosten over 80 jaar. In deze 80 jaar is naast groot onderhoud ook sprake van renovatie (na jr.). De jaarlijkse reservering daarvoor is naast groot onderhoud afzonderlijk inzichtelijk gemaakt. Met deze reservering voor renovatie zijn ook bij deze varianten de oeververbindingen (in dit geval na 80 jaar) niet op. In navolgende tabel zijn de jaarlijkse lasten van de verschillende varianten weergegeven conform opgave in de besluitvormingsstukken. De bedragen zijn in miljoenen. Variant 1 (50 jr) ex btw incl btw Realisatiekosten 12,8 15,5 - rente en afschrijving 0,52 0,63 - groot onderhoud 0,30 0,36 - renovatie totaal 0,97 1,17 Variant 2a (80 jr) ex btw Incl btw Variant 2b (80 jr) ex btw incl btw Realisatiekosten 57,4 69,5 Realisatiekosten 55,9 67,6 - rente en afschrijving 1,88 2,27 - rente en afschrijving 1,83 2,21 - groot onderhoud 0,34 0,41 - groot onderhoud 0,33 0,40 - renovatie 0,07 0,08 - renovatie 0,07 0,08 - jaarlijks onderhoud 0,03 0,04 - jaarlijks onderhoud 0,03 0,04 - bediening 0,00 0,00 - bediening 0,00 0,00 totaal 2,32 2,80 2,26 2,73

4 Variant 3 (80 jr) ex btw incl btw Realisatiekosten 23,9 28,9 - rente en afschrijving 0,78 0,94 - groot onderhoud 0,28 0,34 - renovatie 0,28 0,34 totaal 1,49 1,80 Variant 4a (80 jr) ex btw incl btw Variant 4b (80 jr) ex btw incl btw Realisatiekosten 56,1 67,9 Realisatiekosten 55,0 66,6 - rente en afschrijving 1,84 2,23 - rente en afschrijving 1,80 2,18 - groot onderhoud 0,32 0,39 - groot onderhoud 0,32 0,39 - renovatie 0,07 0,08 - renovatie 0,07 0,08 - jaarlijks onderhoud 0,03 0,04 - jaarlijks onderhoud 0,03 0,04 - bediening 0,00 0,00 - bediening 0,00 0,00 totaal 2,26 2,74 2,22 2,68 Variant 5 (80 jr) ex btw incl btw Realisatiekosten 23,6 28,6 - rente en afschrijving 0,79 0,96 - groot onderhoud 0,26 0,31 - renovatie 0,23 0,28 totaal 1,43 1,73 Om voor variant 1 ook een vergelijking over 80 jaar te kunnen maken is in de tabel hieronder inzichtelijk gemaakt wat de jaarlijkse kosten zijn indien na 50 jaar (bij nu de keuze voor variant 1) een nieuwe brug gerealiseerd wordt. In deze doorrekening is er na 80 jaar sprake van een brug die slechts 30 jaar oud is. Variant 1 (80 jr) ex btw incl btw Realisatiekosten 12,8 15,5 Realisatiekosten na 50 jr nieuwe brug 23,9 28,9 - rente en afschrijving 0,73 0,88 - groot onderhoud 0,29 0,36 - renovatie 0,11 0,13 totaal 1,28 1,55 6 Het BTW-compensatiefonds loopt ten einde. Wat betekent dit voor het project? De genoemde bedragen in het raadsvoorstel zijn excl. BTW. In hoeverre kan de BTW gecompenseerd worden voor de stichtingskosten en meerjarenkosten? Graag ook een

5 overzicht van alle bedragen inclusief BTW. Wij verwachten dat pas met het verschijnen van de Meicirculaire gemeentefonds 2013 nadere duidelijkheid over de voorgenomen afschaffing van het BTW Compensatiefonds komt. Vooralsnog betekent het dat indien het BTW Compensatiefonds afgeschaft wordt per al het uitbesteed werk 21% duurder wordt. Via de Algemene Uitkering worden we hier voor een deel in gecompenseerd. We kunnen nu nog niets zeggen over de mogelijke compensatie hieruit specifiek voor Koningin Julianabrug. Voor het overzicht met de bedragen inclusief BTW zie het antwoord vraag 5 7 Varianten nieuwe brug en tunnel: Vraag: Zijn de sloopkosten meegenomen in de varianten nieuwe brug en tunnel? De sloopkosten zijn meegenomen in de kostenramingen. 8 Het besluit vraagt een krediet van ter beschikking te stellen t.l.v. de AMIreserve. Hoe hoog is dan nog het vrij besteedbare deel van de AMI-reserve (dus zonder kapitaallasten en overloop verplichtingen). En wat en hoeveel moet er van dit restant nog betaald worden? Hierna ziet u het meest actuele overzicht van de AMI-reserve (Alphense Meerjaren Investeringen): Saldo AMI reserve op 1 januari Bij: Storting Rente 2012 (1,25%) Subsidie OV-plaatsen Af: Boekwaarde kredieten Zijn in 2012 in één keer afgeschreven t.l.v. de reserve Rente boekwaarde 4% Betreft de rente over de boekwaarde per Verplichtingen per 31/ Uitgaven per 31/ Restant kredieten 31/ Restant projecten Saldo reserve 31/

6 Het vermoedelijk saldo van de reserve per is dus ruim voldoende om het bedrag van ,-- voor te financieren. Voorfinanciering dient ook slechts voor twee jaar plaats te vinden. Daarna wordt het bedrag weer toegevoegd aan de reserve. 9 Als het project zou worden uitgevoerd volgens een geïntegreerd contract, waarbij ontwerp, engineering en construct door de gemeente worden uitbesteed, wat betekent dit voor het gevraagde krediet van ,-? Er is nog geen keuze gemaakt tussen een traditionele of geïntegreerde contractvorm. Wel is vanwege de aard van het project binnen de mogelijk geïntegreerde contractvormen de keuze gemaakt om niet uit te gaan van een Design&Construct maar, als gekozen wordt voor een geïntegreerde contractvorm, uit te gaan van Engineering&Construct. De ontwerpvrijheden zijn te beperkt om de voordelen van een Design&Construct te benutten. De keuze voor een geïntegreerd contract ten opzichte van een traditionele aanbesteding leidt niet tot verlaging van de voorbereidingskosten. Mogelijk wel tot een verschuiving van de voorbereidingskosten in tijd. Vanwege de noodzakelijke precontractuele onderzoeken zal bij keuze voor een EC-contract het gevraagde krediet niet lager uitvallen. Het gevraagde krediet is ook nu lager dan in de kostenraming geraamde voorbereidingskosten. 10 Tijdens de informatiemarkt is de vraag gesteld hoe het besluitvormingsproces er uitziet. Met de besluitvorming over de variantenstudie wordt een keuze gemaakt welke variant voor realisatie wordt uitgewerkt. Met het gevraagde krediet wordt de variant uitgewerkt tot een aanbestedingsgereed werk. Voordat wordt overgegaan tot aanbesteding van het werk wordt de gemeenteraad geïnformeerd over de resultaten van de nadere voorbereiding en de raad gevraagd een besluit te nemen over de uitwerking en het voor de realisatie benodigde krediet. Als onderdeel van de nadere uitwerking wordt tevens een beheer en onderhoudsplan opgesteld en wordt het meerjarenonderhoudsplan bruggen geactualiseerd. Ook deze actualisatie wordt aan de raad ter besluitvorming aangeboden.