Depressie, angst en seksuele disfunctie bij borstkankerpatiënten.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Depressie, angst en seksuele disfunctie bij borstkankerpatiënten."

Transcriptie

1 FACULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN Academiejaar Depressie, angst en seksuele disfunctie bij borstkankerpatiënten. Evelyn MAES Steffi VAN WESSEL Promotor: Prof. Dr. G.Braems Scriptie voorgedragen in de 2 de Master in het kader van de opleiding tot MASTER IN DE GENEESKUNDE

2

3 FACULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN Academiejaar Depressie, angst en seksuele disfunctie bij borstkankerpatiënten. Evelyn MAES Steffi VAN WESSEL Promotor: Prof. Dr. G.Braems Scriptie voorgedragen in de 2 de Master in het kader van de opleiding tot MASTER IN DE GENEESKUNDE

4 De auteur en de promotor geven de toelating dit afstudeerwerk voor consultatie beschikbaar te stellen en delen ervan te kopiëren voor persoonlijk gebruik. Elk ander gebruik valt onder de beperkingen van het auteursrecht, in het bijzonder met betrekking tot de verplichting uitdrukkelijk de bron te vermelden bij het aanhalen van resultaten uit dit afstudeerwerk. Datum Prof.Dr.Braems Evelyn Maes Steffi van Wessel

5 Voorwoord Het schrijven van een thesis is een belangrijk onderdeel binnen onze opleiding dat heel wat tijd en energie vergt. Bij het tot stand komen van dit werk konden we rekenen op de hulp van een aantal personen waarvan we er een aantal in het bijzonder willen bedanken. Vooreerst zouden we graag Prof.Dr.Braems willen bedanken om dit project in goede banen te leiden. Ondanks het drukke tijdschema konden we altijd bij hem terecht met onze vragen. Vervolgens willen we het personeel van de borstkliniek bedanken om het voor ons mogelijk te maken om vragenlijsten uit te delen. In het bijzonder Mevr.Devalez en Mevr.Verschueren om de praktische zaken van deze rekrutering met ons te bespreken. Verder gaat onze dank uit naar psychologe Mevr.Jacobs voor haar deskundig advies met betrekking tot de gebruikte vragenlijsten. Ook willen we graag onze familie en vrienden bedanken om steeds een luisterend oor te bieden en geduld te hebben wanneer we druk bezig waren. We dragen een bijzonder warm hart toe aan de patiënten. Dankzij hun openhartigheid en bereidwilligheid was het mogelijk dit werk te realiseren. We hopen dan ook dat we via deze weg iets voor hen hebben kunnen terug doen.

6 Inhoudstafel Abstract... 1 Inleiding... 3 Methodologie Deelnemers Socio-demografische en klinische factoren HADS FSFI Statistische analyse Resultaten Populatiebeschrijving Socio-demografische gegevens Klinische gegevens HADS FSFI Fisher-exact Depressie Angststoornis Seksuele disfunctie Logistische regressie Depressie Angststoornis Seksuele disfunctie Discussie Depressie en angst Seksuele disfunctie Beperkingen Conclusie Referenties... 47

7 Abstract 1. Achtergrond Borstkanker is de meest voorkomende kanker wereldwijd. Door de toename in 5-jaars overleving worden de lange termijn gevolgen steeds belangrijker. De nadruk komt meer op de psychologische, de emotionele en de seksuele problemen die borstkanker met zich meebrengt. Screening naar deze problematiek maakt een vroege detectie en behandeling mogelijk waardoor de outcome van de patiënt zal verbeteren. Om dit te kunnen verwezenlijken is een beter inzicht in deze problematiek noodzakelijk. In deze studie worden de prevalenties van het risico op een majeure depressie, gegeneraliseerde angststoornis of seksuele disfunctie onderzocht. Vervolgens worden de mogelijke verbanden onderzocht tussen enerzijds het risico op depressie, angst en seksuele disfunctie en anderzijds de socio-demografische en klinische gegevens. Ook wil men een mogelijke relatie nagaan tussen het risico op het ontwikkelen van een depressie, angststoornis en seksuele disfunctie onderling. Tenslotte gaat men opzoek naar de determinanten die een voorspellende waarde hebben voor het risico op een majeure depressie, gegeneraliseerde angststoornis en seksuele disfunctie. Op basis van deze factoren kan een gerichte screening uitgevoerd worden. 2. Methodologie In deze cross-sectionele studie wordt een bestandsopname gemaakt van de borstkankerpatiënten die voor de behandeling en follow-up aangesloten zijn bij de borstkliniek van het UZ Gent. Er wordt gebruik gemaakt van een vragenlijst die door 58 vrouwen werd ingevuld. Aan de hand van socio-demografische en klinische factoren verkrijgt men een beschrijving van de populatie. Het identificeren van de patiënten die een risico hebben op een majeure depressie of angststoornis gebeurt aan de hand van Hospital Anxiety and Depression Scales, afgekort als HADS. Voor het bepalen van de patiënten die een risico hebben op een seksuele disfunctie wordt gebruik gemaakt van de Female Sexual Function Index, afgekort als FSFI. Voor het onderzoeken van significante verbanden wordt gebruik gemaakt van een Fisher-exact test. Vervolgens wordt een logistische regressie uitgevoerd waarbij wordt nagaan welke determinanten voorspellend zijn voor een majeure depressie, gegeneraliseerde angststoornis en seksuele disfunctie. 1

8 3. Resultaten In de bestudeerde populatie borstkankerpatiënten bedraagt de prevalentie van het risico om een depressie te ontwikkelen 15,8%. De prevalentie van het risico om een angststoornis te ontwikkelen is 27,5%. Het risico op een seksuele disfunctie bedraagt 62,9%. Door middel van een Fisher-exact test wordt een significant verband gevonden tussen enerzijds het risico om een depressie te ontwikkelen en anderzijds de seksuele activiteit en het risico op een angststoornis. Logistische regressie toont aan dat deze twee determinanten tevens voorspellende factoren zijn voor het ontwikkelen van een depressie. De Fisher-exact test geeft enkel een significant verband aan tussen het risico op een angststoornis en het risico op een depressie. Dit resultaat wordt bevestigd door de logistische regressie waarin wordt aangetoond dat het risico op een depressie een voorspellende factor is voor het risico op een angststoornis. Daarnaast toont de logistische regressie aan dat ook het niet krijgen van hormoontherapie en menstruatie gestopt sinds de behandeling voorspellende factoren zijn voor het risico om een angststoornis te ontwikkelen. De Fisher-exact test toont een significant verband aan tussen enerzijds het risico om een seksuele disfunctie te ontwikkelen en anderzijds de tijd sinds diagnose, burgerlijke staat, seksuele activiteit, invloed van borstkanker op het seksueel leven en het risico op een depressie. De logistische regressie toont aan dat geen enkele van deze determinanten voorspellende factoren zijn voor seksuele disfunctie. 4. Conclusie Om de diagnose van een majeure depressie, een gegeneraliseerd angststoornis of een seksuele disfunctie op een efficiëntere wijze te stellen, kan gebruik gemaakt worden van een screening bij een risicopopulatie. Voor de diagnose van een majeure depressie is het aangewezen te screenen bij vrouwen die niet seksueel actief zijn of reeds een risico hebben op een angststoornis. Voor het diagnosticeren van een gegeneraliseerde angststoornis moet vooral aandacht besteedt worden aan vrouwen die reeds een risico hebben op een depressie. Mogelijke voorspellende factoren zijn geen hormoontherapie en menstruatie gestopt sinds de behandeling. Dit is een resultaat dat verder dient uitgewerkt te worden in toekomstige studies. Aangezien een hoge prevalentie gevonden wordt voor het risico om een seksuele disfunctie te ontwikkelen, is het aanbevolen om bij elke vrouw die met borstkanker geconfronteerd wordt hierover navraag te doen. 2

9 Inleiding Borstkanker is de meest voorkomende kanker wereldwijd.(1, 2) Het is tevens de meest voorkomende oorzaak van sterfte ten gevolge van kanker.(3) Deze gegevens zijn weergegeven in figuur 1. Figuur 1: incidentie en mortaliteit van kanker bij vrouwen wereldwijd Door de vooruitgang in screening en therapie is de relatieve overleving 1 jaar na diagnose 90%. De 5 jaars overleving ligt tussen 82 en 88%.(1, 4-6) Hierdoor worden de lange termijn gevolgen belangrijker en komt de nadruk meer en meer op de psychologische en emotionele effecten van de diagnose en therapie te liggen.(5) Tevens wordt ook het seksueel welzijn belangrijker.(7) Vroege detectie en behandeling zullen de outcome van borstkanker verbeteren.(8) De problematiek van de diagnose en behandeling van borstkanker uit zich op twee belangrijke aspecten van het leven van de vrouw. Enerzijds kunnen er zich problemen voordoen op het vlak van de gemoedstoestand. Hierbij worden twee problemen frequent gezien namelijk majeure depressie en gegeneraliseerde angststoornis. Er kan gesteld worden dat het borstcarcinoom de kanker is met de hoogste prevalentie van depressie en angst.(2, 4, 9-13) Anderzijds worden er problemen gezien van het seksueel functioneren.(13) 3

10 Volgens de Diagnostic and statistical manual of mental disorders IV, afgekort als DSM-IV, bestaat een depressieve episode uit drie onderdelen. Allereerst dienen bijna elke dag, gedurende 2 weken, minstens 5 van volgende symptomen aanwezig te zijn: gewichtsveranderingen, slaapstoornissen, psychomotorische agitatie of remming, energieverlies, gevoelens van waardeloosheid of schuld, concentratiestoornissen, gedachte aan de dood, gecombineerd met depressieve stemming en/of interesse verlies. Vervolgens mogen deze symptomen niet toegeschreven worden aan een somatische aandoening, een stemmingstoornis door een middel of een rouwreactie. Als laatste mogen deze symptomen niet toegeschreven worden aan een psychotische stoornis.(14) De DSM-IV criteria voor een gegeneraliseerde angststoornis bestaat uit vijf onderdelen. Allereerst is er een buitensporige angst en bezorgdheid met betrekking tot een aantal verschillende levensdomeinen. Deze gevoelens zijn vaker wel dan niet aanwezig en staan niet in verhouding tot de kans op of de gevolgen van de gevreesde gebeurtenissen. Ten tweede is de bezorgdheid overheersend en kan moeilijk in de hand gehouden worden. Vervolgens gaat deze bezorgdheid samen met symptomen van motorische spanning, verhoogde autonome prikkelbaarheid of rusteloosheid. Ten vierde veroorzaken de angst, bezorgdheid of lichamelijke symptomen in belangrijke mate lijden of beperkingen in het functioneren. Als laatste dient deze aandoening ten minste 6 maanden te bestaan.(14) Kenmerkende symptomen van een seksuele disfunctie zijn aanhoudende of recidiverende stoornissen in het psychofysiologische proces van de seksuele respons of door pijn die optreedt bij de seksuele activiteit. Bij een seksuele disfunctie wordt het onderscheid gemaakt tussen seksuele stoornis met verminderd verlangen, seksuele-aversiestoornis, genitale-opwindingsstoornis bij de vrouw, erectiestoornis bij de man, orgasmenstoornis, voortijdig orgasme, dyspareunie en vaginisme.(14) Bij het diagnosticeren van een depressie bij borstkankerpatiënten stellen zich twee problemen. Enerzijds is het zeer moeilijk om een onderscheid te maken tussen een depressie en een normale emotionele reactie. Anderzijds moet men er rekening mee houden dat er een belangrijk overlap is tussen de depressieve symptomen en de bijwerkingen van de behandeling. Typische depressieve symptomen zijn moeheid, verminderde eetlust en verminderde energie die ook als bijwerking bij chemo- en radiotherapie gezien worden. Ook agitatie is een symptoom van zowel een depressieve stoornis als van een bijwerking van chemotherapie. Deze moeilijkheden zorgen ervoor dat de depressie vaak niet herkend en dus ook niet behandeld wordt.(12) 4

11 Depressie heeft een belangrijke impact op de kwaliteit van het leven van de vrouw. Deze invloed is afhankelijk van de intensiteit van de depressie. De kwaliteit van het leven is een multi-dimensioneel concept en omvat fysieke gezondheid, psychologisch welzijn, sociaal en cognitief functioneren. Het wordt tevens in belangrijke mate beïnvloed door ziekte en behandeling.(4) Angst komt frequent samen voor met depressie.(10) Deze worden veroorzaakt door de psychologische reactie op de diagnose, de lange duur en bijwerkingen van de behandeling, verstoring van het dagelijks leven, herhaalde hospitalisaties en een daling van de kwaliteit van het leven, het lijden dat de behandeling teweegbrengt, angst voor de dood, angst voor herval, veranderd lichaamsbeeld en veranderde seksualiteit en aantrekking.(2, 9, 10) Verstoring van het seksueel functioneren heeft tevens een invloed op de gemoedstoestand van de borstkankerpatiënt. De vrouw maakt zich zorgen over de oorzaak van de verandering, hoelang deze verandering gaat duren, in welke mate het haar intieme relatie beïnvloedt en vraagt zich af hoe ze hiermee moet omgaan.(1) Alle types van kanker kunnen een invloed hebben op de seksualiteit. Borstkanker is hierin echter uniek door de positie van de borst in de vrouw haar seksualiteit en de rol in de erotische stimulatie en plezier. Een borst staat symbool voor vrouwelijkheid en seksualiteit.(15) Na mastectomie voelen veel vrouwen zich nog maar half vrouw.(1) Deze patiënten zijn tevens minder tevreden van hun naakte lichaam, vermijden spiegels en voelen zich beschaamd, onaantrekkelijk en verlegen.(1) De diagnose en behandeling van borstkanker vormen een traumatische ervaring voor de patiënt. Het heeft een impact op het lichaamsbeeld en de seksuele relatie. Verder lokt het een psychologische reactie uit zoals ontkenning, kwaadheid en angst.(9) De vrouw haar relatie, beroep, financiële zekerheid en haar rol in het leven worden bedreigd.(8) Borstkankerpatiënten met een depressie, angst en/of een seksuele disfunctie hebben een slechtere outcome, ergere symptomen van hun ziekte, een groter gebruik van de gezondheidszorg en een verminderde therapietrouw.(8-10, 12, 13) Indien borstkankerpatiënten die te kampen hebben met depressie, angst en/of seksuele disfunctie vroegtijdig gediagnosticeerd worden, zal dit aanleiding geven tot een remming van de ziekteprogressie, een verhoging van de overlevingskansen, een daling van de kosten en een stijging van de kwaliteit van het leven.(2, 8, 10) Ondanks de hoge prevalentie van depressie, angst en/of seksuele disfunctie is men er nog steeds niet in geslaagd om een eenduidig verband aan te tonen tussen enerzijds de medische behandeling en anderzijds de fysiologische en psychologische karakteristieken van de patiënt.(7) 5

12 Ten einde een betere aanpak te bekomen van depressie, angststoornis en seksuele disfunctie bij borstkankerpatiënten is het noodzakelijk een beter inzicht te krijgen in de omvang van deze problematiek. Aangezien het onmogelijk is om bij elke borstkankerpatiënt dergelijke problematiek te diagnosticeren, is het noodzakelijk om in een subpopulatie die gekenmerkt wordt door vooraf bepaalde risicofactoren een gerichte screening uit te voeren. Eerst wordt door middel van een Fisher-exact test de verbanden onderzocht tussen de socio-demografische en klinische gegevens van de patiënt en het risico op het ontwikkelen van een depressie, angststoornis en seksuele disfunctie. Vervolgens wordt er gezocht naar voorspellende factoren door middel van een logistische regressie. Hierdoor is het mogelijk om een groep patiënten te selecteren die een verhoogd risico hebben om een depressie, angststoornis of seksuele disfunctie te ontwikkelen. 6

13 Methodologie Het doel van deze cross-sectionele studie is een bestandsopname maken van de borstkankerpatiënten die voor hun behandeling en follow-up aangesloten zijn bij de borstkliniek van het UZ Gent. Er wordt getracht de prevalentie van depressie, angst en seksuele disfunctie te bepalen aan de hand van een betrouwbaar en gevalideerd meetinstrument. Verder wordt gezocht naar verbanden tussen sociodemografische gegevens en klinische gegevens enerzijds en het risico op het ontwikkelen van een depressie, angststoornis en/of seksuele disfunctie anderzijds. Ook wil men een mogelijke relatie nagaan tussen het risico op het ontwikkelen van een depressie, angststoornis en seksuele disfunctie onderling. Daarnaast wil men de risicofactoren identificeren die voorspellend zijn voor dergelijke problematiek. Deze descriptieve informatie geeft de artsen, verpleegkundige en andere gezondheidsmedewerkers van de desbetreffende dienst meer inzicht in hun patiëntenbestand en kan bijdragen tot een betere tegemoetkoming aan diens noden. 1. Deelnemers Aan patiënten tussen 18 en 70 jaar, die voor de behandeling en follow-up van borstkanker op consultatie komen, wordt hun deelname gevraagd. De borstverpleegkundige vraagt telkens voor de consultatie of de patiënt hierin interesse heeft. Vervolgens wordt er uitleg gegeven omtrent het doel en de werkwijze van de studie. Hierbij wordt de nadruk gelegd op de rechten van de patiënt: ten allen tijden mag de deelname stopgezet worden, al dan niet deelnemen heeft geen gevolgen voor de verdere follow-up, deelname brengt geen onmiddellijk gezondheidsvoordeel met zich mee. Indien het invullen van de vragenlijst vragen of emoties teweegbrengt kan de borstverpleegkundige of een psychologe die verbonden is aan de dienst geraadpleegd worden. Om de privacy van de patiënt te garanderen verloopt het onderzoek anoniem. Er wordt gewerkt met een volgnummer waardoor enkel de begeleidende arts in staat is om naar het medisch dossiers terug te koppelen indien extra informatie met betrekking tot diagnose en therapie gewenst is. Er wordt aan de deelnemers gevraagd om het informed consent document te ondertekenen. Vervolgens wordt de vragenlijst door de onderzoekers ter beschikking gesteld. Er wordt de keuze gelaten om de vragenlijst ter plaatse, in een aparte ruimte naargelang beschikbaarheid, of thuis in te vullen. Bijna alle patiënten stemden in om het ter plaatsen in te vullen. Indien de patiënt besliste om de vragenlijst thuis in te vullen, werd een gepaste enveloppe meegegeven. 7

14 De patiënten rekrutering vond plaats tussen februari en juni Op een paar uitzonderingen na waren de meeste vrouwen bereid om deel te nemen. Reden tot weigering waren de lengte van de vragenlijst, geen tijd of behoefte om deze informatie prijs te geven en reeds deelname aan andere studies. 73 Vrouwen accepteerden een deelname. Er werden uiteindelijk 58 vragenlijsten verzameld. De 15 ontbrekende vragenlijsten zijn te verklaren onder andere doordat de patiënten die beslisten om de vragenlijst thuis in te vullen deze niet terug stuurden. Een andere reden is dat indien de patiënten de vragenlijst nog niet volledig hadden ingevuld op het moment dat het hun beurt was om bij de behandelende arts te gaan, zij niet bereid waren om het document na de consultatie te vervolledigen. Als inclusiecriteria hanteert men de grens van 18 jaar omdat men dan de volwassen leeftijd heeft bereikt. Dit is naar aanleiding van de intieme vragen. De bovengrens is 70 jaar omdat de comorbiditeit steeds belangrijker wordt waardoor een vertekend beeld zou kunnen ontstaan. Als exclusiecriteria geldt dat de patiënt niet mag lijden aan een psychiatrische aandoening. Enerzijds omdat het niet bedoeling is deze patiënt verder te bruuskeren, anderzijds omdat men dan niet zuiver kan peilen naar depressie, angst en seksuele disfunctie ten gevolge van diagnose en therapie van borstkanker. Verder mag de patiënt ook geen voorgeschiedenis van enige vorm van kanker hebben. Om dezelfde reden zoals eerder vermeld wenst deze studie weer te geven wat de situatie is van de patiënten op vlak van depressie, angst en seksualiteit ten gevolge van de diagnose en therapie van borstkanker. Deze studie werd goedgekeurd door een onafhankelijke Commissie voor Medische Ethiek verbonden aan het UZ Gent. Aan alle deelnemers wordt een vragenlijst ter beschikking gesteld die bestaat uit drie delen: sociodemografische en klinische gegevens, HADS en FSFI. 2. Socio-demografische en klinische factoren In het eerste deel wordt algemene informatie verzameld. Aan de hand van sociodemografische en klinische factoren zoals leeftijd, leeftijd bij diagnose, tijd sinds diagnose, kinderen, burgerlijke staat, opleiding, beroep, seksuele activiteit, impact van borstkanker op het seksueel leven, type chirurgie, bestraling, chemotherapie, hormoontherapie, immuuntherapie en menstruatie verkrijgt men een beschrijving van de populatie. 8

15 3. HADS Het tweede deel van de vragenlijst onderzoekt de gemoedstoestand van de patiënt gedurende de afgelopen 7 dagen. Men maakt hierbij gebruik van de Hospital Anxiety and Depression Scales, afgekort als HADS. Deze vragenlijst screent naar majeure depressie en gegeneraliseerde angststoornissen.(16) Het is het best gekende en een betrouwbaar en gevalideerd meetinstrument.(13, 17) Het is speciaal ontwikkeld voor gebruik in een klinische setting. Het voordeel van deze vragenlijst is dat er niet gepeild wordt naar somatische klachten. Hierdoor hebben symptomen die vaak geassocieerd worden aan de behandeling geen effect op het eindresultaat.(12) Het heeft een aanvaardbare sensitiviteit, specificiteit en cronbach alfa.(12, 17) De HADS is een korte vragenlijst die door patiënt zelf wordt ingevuld. Het bestaat in totaal uit 14 vragen en wordt onderverdeeld in 2 domeinen: angst (HADS-A) ) en depressie ( HADS-D). Tot HADS-A behoren vraag 1,3,5,7,9,11,13 en tot HADS-D behoren vraag 2,4,6,8,10,12,14. Elke vraag bevat 4 antwoordmogelijkheden die gescoord worden op een schaal van 0 tot en met 3 en waarbij geldt dat een hoge score overeenstemt met een ernstigere conditie.(18) De vragen van HADS-A en HADS-D worden afzonderlijk opgeteld en bestudeerd. Voor beide subdomeinen geldt dat een score van 0 tot en met 7 normaal is, van 8 tot en met 10 mogelijk is en van 11 of meer waarschijnlijk is. Er werd gekozen voor een cutoff score van 8 of meer. Hierdoor verhoogt de sensitiviteit en daalt het aantal vals negatieven.(16) De diagnose van depressie en angst gebeurt idealiter aan de hand van het gestructureerd interview. Het nadeel hierbij is dat het tijdrovend is en een zekere vaardigheid vereist. Om deze reden wordt gebruikt van vragenlijsten die naar deze problematiek screenen. Deze werkwijze is goedkoop, vergt niet veel tijd en is voor de patiënt minder stigmatiserend.(12, 13) 4. FSFI Het laatste deel van de vragenlijst peilt naar het seksueel functioneren gedurende de laatste 4 weken. Dit wordt onderzocht aan de hand van de Female Sexual Function Index, afgekort als FSFI. Het is een korte vragenlijst die door patiënt zelf wordt ingevuld. Het heeft een aanvaardbare sensitiviteit, specificiteit en cronbach alfa.(19, 20) Deze vragenlijst bestaat in totaal uit 19 vragen die onderverdeeld worden in 6 domeinen: verlangen (vraag 1 en 2), opwinding (vraag 3,4,5,6), lubrificatie (vraag 7,8,9,10), orgasme (vraag 11,12,13), tevredenheid (vraag 14,15,16) en pijn (vraag 17,18,19). 9

16 De vragen die betrekking hebben tot verlangen hebben telkens 5 antwoordmogelijkheden die gescoord worden van 1 tot en met 5. Vervolgens wordt deze score vermenigvuldigd met factor 0,6 zodat het minimum en maximum respectievelijk 1,2 en 6 is. De vragen die betrekking hebben tot de overige domeinen hebben telkens 6 antwoordmogelijkheden die gescoord worden van 0 tot en met 5. Een score van 0 stemt overeen met de conditie geen seksuele activiteit. Uitgezonderd zijn vragen 15 en 16 die slechts 5 antwoordmogelijkheden hebben. De scores van de domeinen opwinding en lubrificatie worden vermenigvuldigd met factor 0,3 zodat het minimum 0 en het maximum 6 bedraagt. De scores van de domeinen orgasme, tevredenheid en pijn worden met factor 0,4 vermenigvuldigd zodat ook hier het minimum 0 en het maximum 6 bedraagt. Voor elke vraag geldt dat een lagere score overeenkomt met een slechtere conditie.(7, 19-21) In eerste instantie wordt naar de totale score gekeken. Dit is de sommatie van de scores van de 6 domein en heeft als range 2 en 36. Een patiënt heeft een risico op het ontwikkelen van een seksuele dysfunctie bij een score van of lager. Cut-off waarden voor de subdomeinen zijn niet beschikbaar.(19) Er dient opgemerkt te worden dat het antwoord geen seksuele activiteit gedurende de afgelopen 4weken een score 0 krijgt. Hierdoor krijgt men een lagere totale score. Deze waarde is toepasselijk indien de patiënt geen seksuele activiteit had ten gevolge van de fysieke of emotionele conditie. Deze waarde is echter niet terecht indien er een andere oorzaak is.(7) 5. Statistische analyse Voor de verwerking van de gegevens wordt gebruik gemaakt van het statistisch computer programma Statistical Package for the Social Sciences (SPSS) versie 18. Op basis van de vragenlijst wordt een database aangemaakt waar alle gegevens in onder gebracht worden. Het gemiddelde en de standaarddeviatie worden berekend voor de socio-demografische en klinische factoren. Aan de hand hiervan is men in staat om de karakteristieken van de studiepopulatie weer te geven. Na verwerking van de scores van de HADS en FSFI vragenlijst worden hiervan de frequenties berekend zodat men een overzicht verkrijgt van het resultaat van de desbetreffende testen. Op basis van deze informatie kan men de studiepopulatie beschouwen in drie verschillende situaties: depressief versus niet depressief, angstig versus niet angstig en seksuele disfunctie versus geen seksuele disfunctie. 10

17 Men gaat voor iedere situatie na of er significante verbanden zijn tussen de sociodemografische en klinische factoren. Voor het onderzoeken van de significante verbanden tussen ongepaarde categorische variabelen wordt gebruik gemaakt van een Chi-kwadraat test. Vermits niet alle cellen een verwachte waarden hebben van 5 of meer moet gebruik gemaakt worden van een Fisher-exact test. Om de samenhang na te gaan tussen de score van HADS-D en HADS-A enerzijds en de score op de FSFI subdomeinen en totaal score anderzijds wordt gebruik gemaakt van een Pearson correlatie. Vervolgens wordt een logistische regressie uitgevoerd waarbij wordt nagegaan welke determinanten voorspellend zijn voor een majeure depressie, gegeneraliseerde angststoornis of seksuele disfunctie. Deze statistische test berekent de ODDS ratio. De ODDS ratio geeft de verhouding weer tussen enerzijds de kans op depressie, angst of seksuele disfunctie ten opzichte van de kans op geen depressie, angst en seksuele disfunctie in de aanwezigheid van de risicofactor en anderzijds de kans op depressie, angst of seksuele disfunctie ten opzichte van de kans op geen depressie, angst en seksuele disfunctie in de afwezigheid van de risicofactor. Er wordt telkens met een betrouwbaarheidsinterval van 95% gewerkt. Er wordt bij elke statistische test een significantie niveau van 0,05 of lager gehanteerd. 11

18 Resultaten 1. Populatiebeschrijving 1.1 Socio-demografische gegevens In totaal werd aan 73 vrouwen een vragenlijst uitgedeeld. Uiteindelijk werden er 58, al dan niet volledig ingevulde, exemplaren ingediend. Een verklaring voor de 15 missende vragenlijsten zijn onder andere geen tijd om na de consultatie nog even te blijven om het document te vervolledigen en indien men besliste de vragenlijst thuis in te vullen deze niet werd opgestuurd. De vraag omtrent de seksuele activiteit en de invloed van borstkanker op het seksueel leven werd door 56 vrouwen volledig ingevuld. De overige determinanten werden door alle 58 patiënten ingevuld. Tabel 1 toont de demografische gegevens. De gemiddelde leeftijd van de studiepopulatie is 53,8 jaar met een minimum leeftijd van 27 jaar en een maximum leeftijd van 69 jaar. De gemiddelde tijdsduur die verstreken is tussen de diagnose en het invullen van de vragenlijst bedraagt 3,7 jaar. De gemiddelde leeftijd op het moment van de diagnose is 50,1 jaar met als minimum en maximum leeftijd respectievelijk 27 en 68 jaar. Een grote meerderheid van de populatie heeft kinderen. Het is opvallend dat een groot deel van de ondervraagde vrouwen over een diploma hoger onderwijs beschikt. Van de 41,4% (24 patiënten) die geen beroep hebben, geven een aantal vrouwen aan dat dit omwille van ziekteverlof is. 70,6% (41 patiënten) van de ondervraagde vrouwen heeft een partner, terwijl 64.3% (36 patiënten) seksueel actief is. Iets meer dan de helft van de patiënten vindt dat borstkanker geen effect heeft op hun seksueel leven, terwijl 39,3% (22 patiënten) aangeeft een negatieve invloed te ondervinden. Tabel 1: demografische gegevens (n=58) Leeftijd (jaren, gemiddelde ± SD) 53,8 ± 7,8 Leeftijd bij diagnose (jaren, gemiddelde±sd) 50,1 ± 7,7 Tijd sedert diagnose (jaren, gemiddelde±sd) 3,7 ± 3,5 12

19 Kinderen (percentage, aantal) - ja - nee Burgerlijke staat (percentage, aantal) - samenwonend - gehuwd - in een relatie - alleenstaand - gescheiden - weduwe Hoogst behaalde diploma (percentage, aantal) - geen diploma - lager onderwijs - middelbaar onderwijs: * beroeps * technisch/kunst * algemeen - hoger onderwijs - universiteit Beroep (percentage, aantal) - ja - nee Seksueel actief (n= 56) (percentage, aantal) - ja - nee Invloed van borstkanker op seksueel leven (n= 56) (percentage, aantal) - negatief - geen - positief 81,0%, 47 19,0%, 11 6,9 %, 4 60,3%, 35 3,4 %, 2 13,8 %, 8 6,9 %, 4 8,6 %, 5 1,7 %, 1 12,1%, 7 10,3 %, 6 15,5 %, 9 19,0 %, 11 32,8 %, 19 8,6 %, 5 58,6 %, 34 41,4 %, 24 64,3 %, 36 35,7 %, %, 22 53,6 %, 30 7,1 %, 4 13

20 1.2 Klinische gegevens Alle patiënten ondergingen een operatie. Tabel 2 geeft de klinische gegevens weer. Bij de overgrote meerderheid was dit een borstsparende operatie. Een borstamputatie werd bij 29,3% van de patiënten (17 patiënten) uitgevoerd. 19 Vrouwen hebben de vraag omtrent borstreconstructie ingevuld. Hiervan opteert 78,9% (15 patiënten) voor een borstreconstructie. Bij de bijkomende behandelingen is het opmerkelijk dat chemotherapie bijna een 50:50 verdeling kent. Radiotherapie werd in 74,1% (43 patiënten) van de situaties toegepast. Alle vrouwen die een borstsparende operatie ondergingen krijgen ook radiotherapie. Er is dus een klein deel van de patiënten met een mastectomie die alsnog bestraling krijgen. In 31% (18 patiënten) van de gevallen beschikt de patiënt over een hormoongevoelige tumor en komt bijgevolg in aanmerking voor een 5 jaar durende hormoontherapie. Zoals eerder vermeld is de gemiddelde tijd tussen het moment van de diagnose en het invullen van de vragenlijst 3,7 jaar. Dit betekent dat er een grote kans is dat de patiënt op het moment dat de vragenlijst werd ingevuld nog steeds hormoontherapie neemt. Slechts 6,9% (4 patiënten) van de tumoren vertoont expressie van het HER-2/neu gen waarvoor immuuntherapie kan gestart worden. De vraag met betrekking tot de menstruatie werd door 57 vrouwen ingevuld. Hier geeft 36,8% (21 patiënten) van de vrouwen aan dat de menstruatie is gestopt sinds de behandeling. Tabel 2: klinische gegevens (n=58) Type operatie (percentage, aantal) - borstsparend - mastectomie Borstreconstructie (n=19) (percentage, aantal) - ja - nee Bestraling (percentage, aantal) - ja - nee 70,7%, 41 29,3%, 17 78,9%, 15 21,1%, 4 74,1%, 43 25,9%, 15 14

21 Chemotherapie (percentage, aantal) - ja - nee Hormoontherapie (percentage, aantal) - ja - nee Immuuntherapie (percentage, aantal) - ja - nee Menstruatie (n=57) (percentage, aantal) - nog steeds menstruatie + regelmatig - nog steeds menstruatie + onregelmatig - menstruatie gestopt sinds behandeling - menstruatie gestopt voor behandeling 48,3%, 28 51,7%, 30 31,0%, 18 69,0%, 40 6,9 %, 4 93,1%, 54 7,0 %, 4 12,3%, 7 36,8%, 21 43,9%, HADS De HADS bestaat uit 2 domeinen namelijk HADS-D en HADS-A. Deze screenen naar het risico dat de vrouw heeft op het ontwikkelen van een depressie en angststoornis. Er wordt gepeild naar de gemoedstoestand gedurende de afgelopen 7 dagen. Van de 58 ingediende vragenlijsten is er 1 waarbij HADS-D niet volledig is ingevuld en zijn er 2 waarbij HADS-A niet volledig zijn ingevuld. De resultaten van deze 3 vragenlijsten worden dan ook niet in rekening gebracht van het desbetreffend subdomein. Zoals eerder vermeld is de HADS geen diagnostisch middel, maar screent het naar de aanwezigheid van symptomen die passen bij een majeure depressie en een gegeneraliseerde angststoornis. Onafhankelijk van het tijdstip waarop de vragenlijst werd ingevuld, heeft 15,8% van de borstkankerpatiënten (9 patiënten) een risico voor het ontwikkelen van een majeure depressie, terwijl meer dan het dubbel een risico heeft om een gegeneraliseerde angststoornis te ontwikkelen. De prevalentie, van de bestudeerde populatie borstkankerpatiënten die waarschijnlijk een depressie heeft, bedraagt 5,3% (3 patiënten). De prevalentie van de populatie die mogelijk een depressie heeft, is dubbel zo groot en bedraagt 10,5% (6 patiënten). De prevalentie van de borstkankerpatiënten die waarschijnlijk te kampen heeft met een gegeneraliseerde angststoornis bedraagt 23,2% (13 patiënten). De prevalentie van de vrouwen die mogelijk angstig zijn, is opmerkelijk lager en bedraagt 14,3% (8 patiënten). Tabel 3 geeft de verhoudingen weer. 15

22 Tabel 3: resultaten subdomeinen HADS HADS-D (n=57) (percentage, aantal) - normaal (0-7) 84,2%, 48 - mogelijk (8-10) 10,5%, 6 - waarschijnlijk (>10) 5,3 %, 3 HADS-A (n= 56) (percentage, aantal) - normaal (0-7) 62,5%, 35 - mogelijk (8-10) 14,3%, 8 - waarschijnlijk (>10) 23,2%, FSFI Van de 58 verzamelde vragenlijsten waren er 35 waarvan de FSFI compleet ingevuld is. De FSFI bestudeert het seksueel functioneren gedurende de afgelopen 4weken. Deze vragenlijst bestaat uit 6 domeinen: verlangen, opwinding, lubrificatie, orgasme, tevredenheid en pijn. De sommatie van de resultaten van deze verschillende domeinen geeft aan in welke mate patiënten een risico hebben om een seksuele disfunctie te ontwikkelen. Tabel 4 geeft het eindresultaat weer. Van de bestudeerde populatie borstkankerpatiënten heeft 62,9% (22 patiënten) een risico om een seksuele disfunctie te ontwikkelen. Tabel 5 geeft de resultaten voor de subdomeinen weer. Het onderdeel verlangen heeft een maximum score van 5. De bestudeerde populatie heeft een gemiddelde score van 2,7. Op de overige domeinen kan een maximum score van 6 behaald worden. Opwinding heeft de laagste score, tevredenheid scoort het hoogst. Er dient nog eens benadrukt te worden dat voor de subdomeinen geen cut-off waarden beschikbaar zijn. Men weet bijgevolg niet vanaf welke score er zich een probleem stelt. Wel is het zo dat hoe lager de score is hoe hoger het risico is dat er zich een probleem stelt. 16

23 Tabel 4: resultaat FSFI FSFI (n=35) (percentage, aantal) At risk voor seksuele disfunctie - ja - nee 62,9%, 22 37,1%, 13 Tabel 5: resultaten subdomeinen FSFI Domeinen Gemiddelde ± SD Verlangen 2,7 ± 1,1 Opwinding 2,5 ± 2,0 Lubrificatie 2,7 ± 2,4 Orgasme 2,7 ± 2,3 Tevredenheid 4,2 ± 1,6 Pijn 3,3 ± 2,6 Totaal score 21,2 ± 9,2 2. Fisher-exact 2.1 Depressie Indien men enkel de patiënten selecteert die een resultaat hebben voor HADS-D beschikt men over 57 patiënten. Hiervan heeft 15,8% (9 patiënten) een risico om een majeure depressie te ontwikkelen. Zowel de leeftijd van de patiënt op het moment dat de test werd afgenomen als op het moment dat de diagnose gesteld werd, heeft geen significante verband met het risico om een depressie te ontwikkelen. Ook de tijd die verstreken is tussen de diagnose en de afname van de test heeft hier geen significante verband met. Algemeen kan gesteld worden dat van de socio-demografische gegevens, zoals voorgestel in tabel 1, enkel de seksuele activiteit een significante verband heeft met het risico op een depressie (p 0,02). Tabel 6 geeft de aantallen weer van de seksuele activiteit in functie van het al dan niet hebben van een risico op een depressie. Van de populatie die een risico heeft om een depressie te ontwikkelen, is 22,2% (2 patiënten) seksueel actief. In de populatie die geen risico heeft voor een depressie is 71,7% (33 patiënten) seksueel actief. 17

24 Tabel 6: de seksuele activiteit in functie van het al dan niet at risk voor een depressie At risk voor een depressie (n=55) ja nee Seksueel actief - ja (63,6%) - nee (36,4%) 9 (16,4%) 46 (83,6%) 55 (100%) (Fisher-exact test : p 0,02 ) Wanneer de klinische gegevens worden beschouwd, zoals voorgesteld in tabel 2, kan er geen enkel significant verband gevonden worden. In de bestudeerde populatie heeft het type operatie en de bijkomende behandelingen geen verband met het risico om een depressie te ontwikkelen. Indien men de invloed van angst onderzoekt op het risico om een depressie te ontwikkelen, wordt wel een significante verband gevonden (p 2). Tabel 7 geeft de aantallen weer voor het hebben van angstgevoelens in functie van het al dan niet hebben van een risico om een depressie te ontwikkelen. Van de patiënten die een risico hebben om een depressie te ontwikkelen, is 88,9% (8 patiënten) ook angstig. Indien de patiënten worden beschouwd die geen risico hebben om een depressie te ontwikkelen, heeft slechts 28,3% (13 patiënten) te kampen met angst. Tabel 7: Gevoelens van angst in functie van het al dan niet at risk zijn voor een depressie. At risk voor een depressie (n=55) ja nee At risk voor een angststoornis - ja (38,2%) - nee (61,8%) 9 (16,4%) 46 (83,6%) 55 (100%) (Fisher-exact test : p 2 ) Verder wordt onderzocht of het risico op een seksuele disfunctie een verband heeft op het risico om een depressie te ontwikkelen. Hierbij wordt geen significantie gevonden. 18

25 2.2 Angststoornis De populatie die HADS-A volledig heeft ingevuld bestaat uit 56 patiënten. In de populatie borstkankerpatiënten heeft 37,5% (21 patiënten) een risico om een gegeneraliseerde angststoornis te ontwikkelen. In deze populatie bedraagt de prevalentie van vrouwen die waarschijnlijk te kampen hebben met een gegeneraliseerde angststoornis 23,2% (13 patiënten). De prevalentie van de vrouwen die mogelijk angstig zijn, is opmerkelijk lager en bedraagt 14,3% (8 patiënten). Het risico om een angststoornis te ontwikkelen is dubbel zo groot als dat van een depressie. In tegenstelling tot wat men ziet bij depressie heeft geen enkele socio-demografische factor, zoals voorgesteld in tabel 1, een significant verband met angst. Het seksueel actief zijn heeft dus geen significant verband met het risico om een angststoornis te ontwikkelen. Er wordt geen verband gevonden met de klinische gegevens, voorgesteld in tabel 2. Net zoals bij depressie heeft het type operatie en de bijkomende behandeling geen significante verband met het risico op het ontwikkelen van een angststoornis. Er kan wel een significant verband gevonden worden tussen depressie en angst (p 1). Tabel 8 geeft de aantallen weer voor het al dan niet hebben van een risico voor het ontwikkelen van een depressie in functie van het risico op een angststoornis. Van de patiënten die een risico hebben om een angststoornis te ontwikkelen, heeft 38,1% (8 patiënten) tevens een risico om een depressie te ontwikkelen. Indien de patiënt geen risico heeft om een angststoornis te ontwikkelen, zal deze patiënt in 97,1% (33 patiënten) van de gevallen ook geen risico hebben om een depressie te ontwikkelen. Men stelt vast dat indien de patiënt geen risico heeft om een angststoornis te ontwikkelen, er met grote zekerheid kan gezegd worden dat deze patiënt ook geen risico zal hebben om een depressie te ontwikkelen. 19

26 Tabel 8: Het at risk zijn voor een depressie in functie van het angstig zijn. At risk voor een angststoornis (n=55) Ja nee At risk voor een depressie - ja (16,4%) - nee (83,6%) 21 (38,2%) 34 (61,8%) 55 (100%) (Fisher-exact test : p 1 ) Bij het bekijken van het risico om een seksuele disfunctie te ontwikkelen wordt geen significante verband gevonden met het risico om een angststoornis te ontwikkelen. 2.3 Seksuele disfunctie. Indien we de patiënten beschouwen die de FSFI volledig hebben ingevuld, beschikt men over 35 patiënten. In deze populatie heeft 62,9% (22 patiënten) een risico om een seksuele disfunctie te ontwikkelen. Noch de leeftijd op het moment van diagnose, noch de leeftijd bij het invullen van de vragenlijst heeft hier een significante verband met. Er wordt wel een significant verband gevonden tussen de tijd die verstreken is sinds de diagnose en het risico om een seksuele disfunctie te ontwikkelen (p 0,014). Tabel 9 geeft deze aantallen weer. Het kritieke omslagpunt blijkt op 5 jaar na de diagnose te liggen. Men kan vaststellen dat 86,4% (19 patiënten) van de patiënten, die een risico hebben om een seksuele disfunctie te ontwikkelen, de diagnose minder dan 5 jaar weten. Van de patiënten die geen risico hebben op een seksuele disfunctie weet 53,9% (7 patiënten) de diagnose 5 jaar of meer. Men stelt vast dat gedurende de eerste 5 jaar meer borstkankerpatiënten een risico op een seksuele disfunctie vertonen. Na 5 jaar nemen deze aantallen af. 20

27 Tabel 9: tijd die verstreken is sinds diagnose in functie van het at risk zijn voor seksuele disfunctie At risk voor een seksuele disfunctie (n=35) ja nee Tijd sinds diagnose (jaar) (8,6%) (17,1%) (5,7%) (31,4%) (8,6%) (11,4%) (2,9%) (5,7%) (2,9%) (2,9%) (2,9%) 22 (62,9%) 13 (37,1%) 35 (100%) (Fisher-exact test : p 0.014) Vervolgens wordt bij de socio-demografische gegevens een significant verband gevonden tussen de burgerlijke staat en het ontwikkelen van een seksuele disfunctie (p 0,035). Tabel 10 geeft de aantallen weer van de burgerlijke staat in functie van het al dan niet hebben van een risico om een seksuele disfunctie te ontwikkelen. Men kan hieruit besluiten dat indien de patiënt een risico heeft op een seksuele disfunctie er steeds een partner aanwezig is. De overgrote meerderheid hiervan is gehuwd. 21

28 Tabel 10: de burgerlijke staat in functie van het at risk zijn voor seksuele disfunctie At risk voor een seksuele disfunctie (n= 35) ja nee Burgerlijke staat - samenwonend (8,6%) - gehuwd (77,4%) - in een relatie (5,7%) - alleenstaand (5,7%) - gescheiden (2,9%) - weduwe (0,0%) 22 (62,9%) 13(37,1%) 35 (100%) (Fisher-exact test : p 0,035) In aansluiting met het vorige verband wordt er ook een significant verband gezien tussen de seksuele activiteit en het risico om een seksuele disfunctie te ontwikkelen (p 0,013). Van de patiënten die de FSFI volledig ingevuld hebben, heeft 1 patiënt de vraag omtrent seksuele activiteit niet beantwoord. Tabel 11 geeft de aantallen weer voor de seksuele activiteit in functie van het risico om een seksuele disfunctie te ontwikkelen. Hieruit kan men besluiten dat in de bestudeerde populatie alle patiënten, die geen risico hebben om een seksuele disfunctie te ontwikkelen, seksueel actief zijn. Terwijl van de patiënten die wel een risico hebben voor seksuele problemen 36,4% (8 patiënten) van hen niet seksueel actief zijn. Tabel11: de seksuele activiteit in functie van het at risk zijn voor seksuele disfunctie in functie At risk voor seksuele disfunctie (n=34) ja nee Seksueel actief - ja (76,5%) - nee (23,5%) 22 (64,7%) 12 (35,3%) 34 (100%) (Fisher-exact test : p 0,013) 22

29 De twee voorgaande verbanden kunnen als volgt samengevat worden. Indien een borstkankerpatiënt uit de bestudeerde populatie een risico heeft op een seksuele disfunctie dan weet men met zekerheid dat deze vrouw een partner heeft. Indien een borstkankerpatiënt geen risico heeft op een seksuele disfunctie zal deze patiënt in alle gevallen seksueel actief zijn. Tabel 12 bevat de gegevens van de populatie die al dan niet een risico heeft op het ontwikkelen van een seksuele disfunctie. Het illustreert de verdeling van de burgerlijke status in functie van de seksuele activiteit. Hierbij blijkt dat wanneer een patiënt niet seksueel actief is dit niet enkele het gevolg is van geen partner te hebben. Van de patiënten die aangeven niet seksueel actief te zijn geeft iedereen aan wel een partner te hebben. Tabel 12: burgerlijke staat in functie van de seksuele activiteit Seksueel actief (n= 34) ja nee Burgerlijke staat - samenwonend (8,8%) - gehuwd (79,4%) - in een relatie (5,9%) - alleenstaand (2,9%) - gescheiden (2,9%) - weduwe (0, 0%) 26 (76,5%) 8 (23,5%) 34 (100%) Een significant verband wordt gevonden tussen de invloed die de vrouw ondervindt van borstkanker op het seksuele leven en het risico op een seksuele disfunctie (p 2). Van de patiënten die de FSFI volledig hebben ingevuld heeft 1 patiënt de vraag omtrent de invloed van borstkanker op het seksueel leven niet ingevuld. Indien de patiënt een risico heeft op een seksuele disfunctie zal zij in de grote meerderheid van de gevallen een negatieve impact van borstkanker op haar seksueel leven rapporteren. De overige patiënten zullen aangeven dat er geen invloed is op het seksueel leven. Niemand van deze groep zal een positieve invloed melden. In de populatie borstkankerpatiënten die geen risico vormen voor het ontwikkelen van seksuele problemen, zal meer dan de helft melden dat er geen invloed is op het seksueel leven. Belangrijk is dat in deze groep toch 15,4% (2 patiënten) zal aangeven een negatieve invloed te ondervinden. Tabel 13 geeft deze de percentages weer. 23

30 Tabel 13: invloed van borstkanker op het seksueel leven in functie van het at risk zijn voor seksuele disfunctie At risk voor seksuele disfunctie (n=34) ja nee Invloed van borstkanker op seksueel leven - negatief (50%) - geen (41,2%) - positief (8,8%) 21 (61,8%) 13 (38,2%) 34 (100%) (Fisher-exact test : p 2) Geen enkel van de klinische gegevens, zoals voorgesteld in tabel 2, blijkt een verband te hebben met het risico om een seksuele disfunctie te ontwikkelen. Het risico voor het ontwikkelen van een depressie heeft wel een significant verband met het risico om een seksuele disfunctie te hebben (p 0,046). Indien er geen risico is op een seksuele disfunctie is er ook geen risico op het ontwikkelen van een depressie. Van de patiënten die wel een risico hebben op een seksuele disfunctie heeft ongeveer één op drie tevens een risico op een depressie. Tabel 14 geeft de verschillende situaties weer. Er kan dus besloten worden dat het risico op een depressie in alle gevallen geassocieerd is met het risico op een seksuele disfunctie. Tabel 14: het at risk zijn voor depressie in functie van het at risk zijn voor seksuele disfunctie At risk voor een seksuele disfunctie (n=35) ja nee At risk voor een depressie - ja (17,1%) - nee (82,9%) 22 (62,9%) 13 (37,1%) 35 (100%) (Fisher-exact test : p 0,046) 24

31 Dit verband wordt niet gevonden wanneer de populatie beschouwd wordt die de HADS-D volledig hebben ingevuld (p 0,082). Een mogelijk verklaring zit in het verschil in populatie grootte. Indien geselecteerd wordt op het volledig invullen van de FSFI beschikken we over 35 patiënten die tevens ook de HADS-D vervolledigd hebben. Indien geselecteerd wordt op het volledig invullen van de HADS-D beschikken we over 57 patiënten. Hiervan hebben echter 22 patiënten, waarvan 3 wel een risico en 19 geen risico hebben op een depressie, de FSFI niet volledig ingevuld. Dit beïnvloedt het resultaat van de Fisher exact test die deze missings mee in rekening brengt. Indien we selecteren op de volledigheid van de FSFI worden deze missings niet in kaart gebracht en geeft de test wel een significant verband. Door middel van een Pearson correlatie test wordt het verband nagekeken tussen de score op HADS-D en de verschillende subdomeinen van de FSFI. Er kan hierbij een significant verband worden aangetoond tussen enerzijds depressie en anderzijds seksueel verlangen (p 8), opwinding (p 0,029), lubrificatie (p 0,037) en orgasme (p 0,018). Er geldt telkens dat een hoge score op HADS-D, wat overeenstemt met een hoger risico op een depressie, gepaard gaat met een lagere score op het desbetreffend subdomein, wat overeenkomt met een slechtere conditie. In tegenstelling tot het risico op een depressie kan er geen significant verband gevonden worden tussen het risico op een angststoornis en het risico op het ontwikkelen van een seksuele disfunctie. 3. Logistische regressie Om te onderzoeken welke determinanten predisponerend zijn voor een depressie, angststoornis en seksuele disfunctie wordt er gebruik gemaakt van een logistische regressie. Men maakt hiervoor gebruik van de socio-demografische gegevens, zoals voorgesteld in tabel 1, en de klinische gegevens, zoals voorgesteld in tabel 2 en het risico op het ontwikkelen van een majeure depressie, gegeneraliseerde angststoornis en seksuele disfunctie, zoals voorgesteld in respectievelijk tabel 3, 4. 25

32 3.1 Depressie Het risico dat een vrouw uit de bestudeerde populatie een depressie ontwikkelt, wordt voorspeld door twee determinanten namelijk seksuele activiteit en het risico op een angststoornis. Wanneer een vrouw seksueel actief is, daalt de kans op het ontwikkelen van een depressie met 94% ten opzichte van de situatie waarin deze vrouw niet seksueel actief zou zijn. De desbetreffende gegevens zijn terug te vinden in tabel 15. De klinische gegevens zoals terug te vinden in tabel 16 hebben geen voorspellende waarde voor wat betreft het risico op een depressie. Indien een vrouw reeds een risico heeft op een angststoornis heeft zij 20 keer meer kans om ook een risico op een depressie te hebben. Het al dan niet hebben van een risico op een seksuele disfunctie heeft geen voorspellende waarde voor het risico om een depressie te ontwikkelen. Tabel 17 geeft de resultaten van de uitgevoerde logistische regressie weer. Tabel 15: Logistische regressie socio-demografische gegevens t.o.v. depressie Significant verklarende variabelen (p 0,05) B ODDS ratio 95% BI P lager hoger - seksueel actief -2,90 0,06 0,05 0,01 0,96 Niet significant verklarende variabelen - leeftijd - leeftijd bij diagnose - geen kinderen - geen beroep -0,16 0,17 0,47-1,10 0,86 1,19 1,60 0,33 0,60 0,56 0,77 0,45 0,48 0,67 0,07 0,02 1,53 2,11 38,55 5,75 - universiteit - lager onderwijs - middelbaar beroepsopleiding - middelbaar technisch- of kunst onderwijs - algemeen middelbaar onderwijs - hoger onderwijs -1,85 2,92-1,66-0,94-1,99 0,16 18,56 0,19 0, ,46 0,42 0,26 0,39 0,57 0,35 0,12 0,01 0,01 0,01 13, ,4 68,02 10,45 8,58 - weduwe - samenwonend - gehuwd - in een relatie - alleenstaand - gescheiden -19,95 1,46-16,74-0,91 0,01 4,29 0,40 1,01 0,93 1,00 0,45 1,00 0,66 1,00 0, ,01 / 183,63 / 22,15 124,21 26

Intimiteit en seksuele gezondheid, een zorgprogramma voor kankerpatiënten

Intimiteit en seksuele gezondheid, een zorgprogramma voor kankerpatiënten Intimiteit en seksuele gezondheid, een zorgprogramma voor kankerpatiënten Tiny Van Keymeulen - Klinisch Psycholoog Oncologisch Psychosociaal Support Team 26 november 2012 Ongekende noden Reactie van de

Nadere informatie

Project. Projectgroep. Intimiteit en seksuele gezondheid,een zorgprogramma voor kankerpatiënten

Project. Projectgroep. Intimiteit en seksuele gezondheid,een zorgprogramma voor kankerpatiënten Ongekende noden Intimiteit en seksuele gezondheid,een zorgprogramma voor kankerpatiënten Tiny Van Keymeulen - Klinisch Psycholoog Oncologisch Psychosociaal Support Team 25 november 2011 Dixit Woet Gianotten

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

4.3.1 Diagnostische Checklist voor cliënten zonder dementie: DSM-5 criteria

4.3.1 Diagnostische Checklist voor cliënten zonder dementie: DSM-5 criteria 4.3.1 Diagnostische Checklist voor cliënten zonder dementie: DSM-5 criteria Stappen 1 t/m 4 betreffen Depressie, stappen 5 en 6 betreffen Apathiesyndroom STAP 1. Bepaal of de volgende hoofdsymptomen voorkomen.

Nadere informatie

Samenvatting (summary in Dutch)

Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting (summary in Dutch) Één van de meest voorkomende en slopende ziektes is depressie. De impact op het dagelijks functioneren en op de samenleving is enorm,

Nadere informatie

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

Diagnose en classificatie in de psychiatrie

Diagnose en classificatie in de psychiatrie Diagnose en classificatie in de psychiatrie Klinische Validiteit Research Betrouwbaarheid Prof dr Bert van Hemert psychiater en epidemioloog Afdelingshoofd psychiatrie DBC Kosten-baten 2 Diagnosen in de

Nadere informatie

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH)

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH) Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting In hoofdstuk 1 wordt de algemene introductie van dit proefschrift beschreven. De nadruk in dit proefschrift lag op patiënten met hoofd-halskanker (HHK) en

Nadere informatie

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

Chapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary)

Chapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Chapter 9 Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Samenvatting Samenvatting Depressie en angst klachten bij Nederlandse patiënten met een chronische nierziekte Het onderwerp van dit proefschrift is depressieve

Nadere informatie

Project Kwaliteitsindicatoren Borstkanker 2007-2008

Project Kwaliteitsindicatoren Borstkanker 2007-2008 Project Kwaliteitsindicatoren 2007-2008 De borstkliniek: Iedere nieuwe diagnose van een borsttumor dient door de borstkliniek te worden geregistreerd bij het Nationaal Kankerregister. Het Project Kwaliteitsindicatoren

Nadere informatie

Kanker en Seksualiteit?

Kanker en Seksualiteit? Birgit Van hoorde Centrum voor Seksuologie en Gender UZ Gent Kanker en Seksualiteit? Intimiteit en seksualiteit bij kanker: wat is normaal? INHOUD Seksualiteit Kanker: gevolgen voor seksualiteit Taak seksuoloog

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/39582 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/39582 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/39582 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Hegeman, Annette Title: Appearance of depression in later life Issue Date: 2016-05-18

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

Registratierichtlijn. E003 Beroepsgebonden depressie

Registratierichtlijn. E003 Beroepsgebonden depressie Nederlands Centrum voor Beroepsziekten Coronel Instituut AMC/UvA Postbus 22660 1100 DD Amsterdam tel. 020 566 5387 e mail: ncvb@amc.nl 2 CAScode: P652 Van deze richtlijn is een achtergronddocument Omschrijving

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Psychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga

Psychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga Psychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga Nederlandse samenvatting INLEIDING Mensen met een mogelijk verhoogde kans op kanker kunnen zich

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Resultaten HBSC 14 Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van

Nadere informatie

212

212 212 Type 2 diabetes is een chronische aandoening, gekarakteriseerd door verhoogde glucosewaarden (hyperglycemie), die wereldwijd steeds vaker voorkomt (stijgende prevalentie) en geassocieerd is met vele

Nadere informatie

Stemmingsstoornissen bij de ziekte van Parkinson

Stemmingsstoornissen bij de ziekte van Parkinson Stemmingsstoornissen bij de ziekte van Parkinson Maastricht, 9 mei 2017 Dr. A.F.G. Leentjens, psychiater Afdeling Psychiatrie MUMC 1951-2014 1926-2002 Inhoud Depressieve klachten -wat is een depressie?

Nadere informatie

07-04-15. Herkennen van en omgaan met. Angst en Depressie. Na vanmiddag. bij ouderen met een verstandelijke beperking

07-04-15. Herkennen van en omgaan met. Angst en Depressie. Na vanmiddag. bij ouderen met een verstandelijke beperking Na vanmiddag Herkennen van en omgaan met Angst en Depressie bij ouderen met e Weet u hoe vaak angst en depressie voorkomen, Weet u wie er meer risico heeft om een angststoornis of depressie te ontwikkelen,

Nadere informatie

SAMENVATTING SAMENVATTING. Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender

SAMENVATTING SAMENVATTING. Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender SAMENVATTING Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender In de jaren negentig werd duidelijk dat steeds meer werknemers in Nederland, waaronder in

Nadere informatie

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant:

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant: TSCYC Ouderversie Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen ID 256-18 Datum 24.12.2014 Informant: Mieke de Groot-Aerts moeder TSCYC Inleiding 2 / 10 INLEIDING De TSCYC is een vragenlijst die

Nadere informatie

De indicatoren over borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn:

De indicatoren over borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn: Indicatoren VIP²-project Oncologie In België is, net als in Europa, borstkanker de meest voorkomende oorzaak van overlijden door kanker bij vrouwen (20,6 % van alle overlijdens ingevolge kanker). In 2009

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

VERANDERING VAN GEDRAG: EEN PROBLEEM OF NIET? Marieke Schuurmans Verpleegkundige & onderzoeker UMC Utrecht/Hogeschool Utrecht

VERANDERING VAN GEDRAG: EEN PROBLEEM OF NIET? Marieke Schuurmans Verpleegkundige & onderzoeker UMC Utrecht/Hogeschool Utrecht VERANDERING VAN GEDRAG: EEN PROBLEEM OF NIET? Marieke Schuurmans Verpleegkundige & onderzoeker UMC Utrecht/Hogeschool Utrecht GEDRAG: De wijze waarop iemand zich gedraagt, zijn wijze van doen, optreden

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nicotine en alcohol kunnen de placenta passeren en zo het risico op nadelige uitkomsten voor het ongeboren kind verhogen. Stoppen met roken en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap lijkt vanzelfsprekend,

Nadere informatie

Achtergrond borstkanker

Achtergrond borstkanker Casus Ilse (32 jaar): geen kanker in voorgeschiedenis Moeder overleden op 43-jarige leeftijd toen Ilse 12 jaar was Ook oma en tante aan borstkanker overleden Erfelijkheidsonderzoek Achtergrond borstkanker

Nadere informatie

Correcties DSM 5 : Beknopt overzicht van de criteria

Correcties DSM 5 : Beknopt overzicht van de criteria Correcties DSM 5 : Beknopt overzicht van de criteria Vierde oplage, juni 2016 In deze lijst zijn de belangrijkste wijzigingen opgenomen t.o.v. de derde oplage (juni 2015). Pagina Stoornis Derde oplage,

Nadere informatie

Ondersteunende zorg voor mensen met kanker

Ondersteunende zorg voor mensen met kanker Ondersteunende zorg voor mensen met kanker Máxima Oncologisch Centrum (MOC) Inleiding Als u van uw behandelend arts te horen krijgt dat u kanker heeft, krijgen u en uw naasten veel informatie en emoties

Nadere informatie

Onderzoek naar. levenskwaliteit. bij colorectale (ex-)kankerpatiënten. Basisrapport. Met financiële steun van

Onderzoek naar. levenskwaliteit. bij colorectale (ex-)kankerpatiënten. Basisrapport. Met financiële steun van Onderzoek naar levenskwaliteit bij colorectale (ex-)kankerpatiënten Basisrapport Met financiële steun van Onderzoek naar levenskwaliteit bij colorectale (ex-)kankerpatiënten Basisrapport Auteurs: De Gendt

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Het onderwerp van dit proefschrift is depressieve en angst symptomen in chronische dialyse patiënten en andere patiënten. Het proefschrift bestaat uit twee delen (deel A en deel

Nadere informatie

Samenvatting hoofdstuk 1

Samenvatting hoofdstuk 1 Samenvatting In de inleiding (hoofdstuk 1) wordt de voorgeschiedenis van de hoofdhalsoncologie beschreven. De eerste publicatie over de radicale halsklierdissectie werd beschreven door Crile in 1906. Crile

Nadere informatie

HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE

HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE 1 DOEL VAN REGRESSIE ANALYSE De relatie te bestuderen tussen een response variabele en een verzameling verklarende variabelen 1. LINEAIRE REGRESSIE Veronderstel dat gegevens

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie

Vitamine B12 deficiëntie Vitamine B12 deficiëntie Quality of life Retrospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin meer dan 200 personen met een lage vitamine B12 waarde zijn

Nadere informatie

De Kracht van Zingen

De Kracht van Zingen De Kracht van Zingen S Y M P O S I U M 8 N O V E M B E R N Y E N R O D E B U S I N E S S U N I V E R S I T E I T S J A A K B L O E M H O O G L E R A A R H E A L T H C A R E C O N S U M E R S & E X P E

Nadere informatie

INFORMATIE VOOR DE PATIENT

INFORMATIE VOOR DE PATIENT Registratienummer Commissie voor Medische Ethiek: XXXXXXXX INFORMATIE VOOR DE PATIENT Studie titel: REQUITE Validatie van predictieve modellen en biomerkers voor radiotherapiegerelateerde toxiciteit om

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

CVS : forensisch psychiatrische overwegingen

CVS : forensisch psychiatrische overwegingen CVS : forensisch psychiatrische overwegingen ZOL Genk 17 Februari 2011 Prof Dr Dillen Chris Forensisch Psychiater Vrije Universiteit Brussel, Faculteit Recht - Criminologie Porseleinwinkel Etiologie Chronisch

Nadere informatie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie TSCYC Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Ouderversie Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING TSCYC 2/8 Inleiding De TSCYC is een vragenlijst

Nadere informatie

Informatiebrief voor de deelnemers aan experimenten

Informatiebrief voor de deelnemers aan experimenten Dienst Orthopedie : Universitair Ziekenhuis Gent pagina 1 van 6 Informatiebrief voor de deelnemers aan experimenten 1 Titel van de studie: Unicompartimentele Knieprothesen > 10 jaar follow-up. 2 Doel van

Nadere informatie

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD Samenvatting 10 tot 40% van de kinderen en adolescenten met ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) ontwikkelen symptomen van

Nadere informatie

KWALITEITSINDICATOREN BORSTKANKER AZ KLINA

KWALITEITSINDICATOREN BORSTKANKER AZ KLINA KWALITEITSINDICATOREN BORSTKANKER AZ KLINA AZ Klina legt hierbij de resultaten voor van de tweede kwaliteitsmeting van onze borstkankerzorg. Deze resultaten werden in januari 2015 meegedeeld door het Kankerregister

Nadere informatie

Recent onderzoek in Vlaanderen en Nederland: wat zijn de noden van (ex-)kankerpatiënten en hun naasten na de behandeling?

Recent onderzoek in Vlaanderen en Nederland: wat zijn de noden van (ex-)kankerpatiënten en hun naasten na de behandeling? Recent onderzoek in Vlaanderen en Nederland: wat zijn de noden van (ex-)kankerpatiënten en hun naasten na de behandeling? Hans Neefs Kennis en beleid, Vlaamse Liga tegen Kanker Vragen 1.Welke noden en

Nadere informatie

Zimmerman, Sheeran, & Young. Beoordelen van de aanwezigheid van depressie

Zimmerman, Sheeran, & Young. Beoordelen van de aanwezigheid van depressie DIAGNOSTIC INVENTORY FOR DEPRESSION (DID) Zimmerman, M., Sheeran, T., & Young, D. (2004). The Diagnostic Inventory for Depression: A self-report scale to diagnose DSM-IV Major Depressive Disorder. Journal

Nadere informatie

Correcties DSM 5 : Beknopt overzicht van de criteria

Correcties DSM 5 : Beknopt overzicht van de criteria Correcties DSM 5 : Beknopt overzicht van de criteria Vierde oplage, juni 2016 In deze lijst zijn de belangrijkste wijzigingen opgenomen t.o.v. de derde oplage (juni 2015). Pagina Stoornis Derde oplage,

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING 143. Nederlandse samenvatting

NEDERLANDSE SAMENVATTING 143. Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING 143 Nederlandse samenvatting 144 NEDERLANDSE SAMENVATTING De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) stelt dat psychische gezondheid een staat van welzijn is waarin een individu zich

Nadere informatie

Aandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling

Aandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling Status bepaling: 99,4% Aandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling Vóór het starten van de behandeling

Nadere informatie

De indicatoren omtrent borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn :

De indicatoren omtrent borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn : Indicatoren VIP²-project Oncologie In België is, net als in Europa, borstkanker de meest voorkomende oorzaak van overlijden door kanker bij vrouwen (20,6 % van alle overlijdens ingevolge kanker). In 2009

Nadere informatie

Lange termijn effecten prehospitaal handelen: De kater komt later. Hennie Knoester Kinderarts-intensivist, Intensive Care Kinderen EKZ/AMC

Lange termijn effecten prehospitaal handelen: De kater komt later. Hennie Knoester Kinderarts-intensivist, Intensive Care Kinderen EKZ/AMC prehospitaal handelen: De kater komt later Hennie Knoester Kinderarts-intensivist, Intensive Care Kinderen EKZ/AMC RS infectie, 10 dagen oud Meningococcen infectie, 1 jaar Asystolie bij cardiomyopathie,

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/40073 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Schat, A. Title: Clinical epidemiology of commonly occurring anxiety disorders

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/38701 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Visschedijk, Johannes Hermanus Maria (Jan) Title: Fear of falling in older patients

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Titel: Cognitieve Kwetsbaarheid voor Depressie: Genetische en Omgevingsinvloeden Het onderwerp van dit proefschrift is cognitieve kwetsbaarheid voor depressie en de wisselwerking

Nadere informatie

6 Psychische problemen

6 Psychische problemen psychische problemen 6 Psychische problemen Gonneke Stevens In onderzoek naar de gezondheid en het welzijn van jongeren is het relevant aandacht te besteden aan psychische problematiek, waarbij vaak een

Nadere informatie

Depressies en angststoornissen - Net zo vaak samen als apart. Prof.dr. W.A. Nolen UMC Groningen

Depressies en angststoornissen - Net zo vaak samen als apart. Prof.dr. W.A. Nolen UMC Groningen Depressies en angststoornissen - Net zo vaak samen als apart Prof.dr. W.A. Nolen UMC Groningen NESDA - Verschillende cohorten Vanuit NEMESIS (303) Vanuit ARIADNE (261) 1 e lijn (1611) Met huidige depressie/angststoornis

Nadere informatie

Depressie en angst bij de ziekte van Parkinson Rianne van Gool Verpleegkundig specialist

Depressie en angst bij de ziekte van Parkinson Rianne van Gool Verpleegkundig specialist Depressie en angst bij de ziekte van Parkinson Rianne van Gool Verpleegkundig specialist Dopamine Ziekte van Parkinson: minder dopamine Dopamine is een signaalstof die de communicatie tussen hersencellen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Genderdysforie in kinderen: Oorzaken en Gevolgen Chapter ELEVEN De studies, beschreven in dit proefschrift, richten zich op vier thema s. De eerste hoofdstukken beschrijven twee

Nadere informatie

Chapter 8. Nederlandse samenvatting

Chapter 8. Nederlandse samenvatting Chapter 8 Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Angst is een menselijke emotie die iedereen van tijd tot tijd wel eens ervaart. Veel mensen voelen zich angstig of nerveus wanneer ze bijvoorbeeld

Nadere informatie

Signaleren, volgen en verdiepen. Werk in uitvoering

Signaleren, volgen en verdiepen. Werk in uitvoering Signaleren, volgen en verdiepen Werk in uitvoering Everlien de Graaf Verpleegkundige, Verplegingswetenschapper, Promovenda Hospicezorg & Symptomen en klachten van patiënten Expertise centrum Palliatieve

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het zevende

Nadere informatie

SUMMARY IN DUTCH. Summary in Dutch

SUMMARY IN DUTCH. Summary in Dutch SUMMARY IN DUTCH Summary in Dutch Summary in Dutch Introductie Dit proefschrift richt zich met name op het voorspellen van de behandeluitkomst bij kinderen met angststoornissen. Een selectie aan variabelen

Nadere informatie

AGED: Amsterdam Groningen Elderly Depression Study

AGED: Amsterdam Groningen Elderly Depression Study AGED: Amsterdam Groningen Elderly Depression Study Angst en depressie bij verpleeghuisbewoners; prevalentie en risico indicatoren Lineke Jongenelis Martin Smalbrugge EMGO, onderzoeksprogramma common mental

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit

Nadere informatie

CHAPTER. Samenvatting

CHAPTER. Samenvatting CHAPTER 9 Samenvatting CHAPTER 9 Klachten aan pols en hand komen veel voor; bij 9 tot 12.5% van de Nederlandse volwassenen. Niet alle mensen bezoeken de huisarts voor pols- of handklachten. De huisarts

Nadere informatie

CHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting

CHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting CHAPTER XII Nederlandse Samenvatting Dit proefschrift behelst een aantal klinische en translationele studies met betrekking tot de behandeling van het primair operabel mammacarcinoom. Zowel aspecten van

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 134 Nederlandse samenvatting De inleiding van dit proefschrift beschrijft de noodzaak onderzoek te verrichten naar interpersoonlijk trauma en de gevolgen daarvan bij jongeren in

Nadere informatie

Psychosociale aspecten bij longkankerpatiënten. Christine De Coninck Palliatief Support Team UZ Gent 1 december 2007

Psychosociale aspecten bij longkankerpatiënten. Christine De Coninck Palliatief Support Team UZ Gent 1 december 2007 Psychosociale aspecten bij longkankerpatiënten Christine De Coninck Palliatief Support Team UZ Gent 1 december 2007 Overzicht Inleiding Prevalentie psychosociale problemen Specifieke aspecten bij longkanker

Nadere informatie

KANKER EN SEKS: Onderzoek NFK, maart 2017

KANKER EN SEKS: Onderzoek NFK, maart 2017 KANKER EN SEKS: Onderzoek NFK, maart 2017 Toen ik in het ziekenhuis de vraag stelde of seks tijdens chemotherapie mocht, kreeg ik als antwoord dat ik dat waarschijnlijk toch niet zou willen. Meer konden

Nadere informatie

Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met

Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met Autismespectrumstoornissen: ADASS Achtergrond ADASS Veelvuldig voorkomen van

Nadere informatie

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104 Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,

Nadere informatie

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest.

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest. Samenvatting 152 Samenvatting Ieder jaar krijgen in Nederland 16.000 mensen een hartstilstand. Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrond van dit proefschrift. De kans om een hartstilstand te overleven is met

Nadere informatie

Validiteit van de delirium observatie screening schaal bij patiënten met niet-aangeboren hersenletsel in acute fase

Validiteit van de delirium observatie screening schaal bij patiënten met niet-aangeboren hersenletsel in acute fase Validiteit van de delirium observatie screening schaal bij patiënten met niet-aangeboren hersenletsel in acute fase G. Roodbol MScN MANP, Dr. I. Tendolkar, Dr. R. Donders, Dr. W. Dol, Dr. J. Peters. Met

Nadere informatie

Vlaams Indicatoren Project VIP²

Vlaams Indicatoren Project VIP² Vlaams Indicatoren Project VIP² Het initiatief voor het Vlaams Indicatoren Project VIP² gaat uit van de Vlaamse overheid, de Vlaamse vereniging van hoofdartsen en de ziekenhuiskoepels Zorgnet en Icuro.

Nadere informatie

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid 1 Samenvatting van de IMA-studie Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid Het aantal arbeidsongeschikten alsook de betaalde uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid

Nadere informatie

Stappenplan depressie

Stappenplan depressie Stappenplan depressie Vroegtijdige opsporing en behandeling van depressie bij zelfstandig wonende ouderen Stap 1: Screenen op depressie in de eerste lijn (kruis aan) GDS-2 1. Heeft u zich de afgelopen

Nadere informatie

Chapter 10 Samenvatting

Chapter 10 Samenvatting Chapter 10 Samenvatting Chapter 10 De laatste jaren is de mortaliteit bij patiënten met psychotische aandoeningen gestegen terwijl deze in de algemene populatie per leeftijdscategorie is gedaald. Een belangrijke

Nadere informatie

Diagnostiek volgens het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders

Diagnostiek volgens het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders Diagnostiek volgens het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders Inleiding Bij de diagnostiek van psychische klachten in de huisartsenpraktijk worden niet altijd dezelfde diagnostische criteria

Nadere informatie

Herkennen van en omgaan met. Angst en Depressie. Is er vaker sprake van angst en depressie in de palliatieve fase?

Herkennen van en omgaan met. Angst en Depressie. Is er vaker sprake van angst en depressie in de palliatieve fase? Herkennen van en omgaan met Angst en Depressie bij (oudere) mensen met een verstandelijke beperking Is er vaker sprake van angst en depressie in de palliatieve fase? Kennis over angst en depressie Risicofactoren

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH)

NEDERLANDSE SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) NEDERLANDSE SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) ACHTERGROND Depressie is een ernstige psychiatrische stoornis waar ongeveer één op de vijf à zes mensen gedurende de levensloop mee te maken krijgt. In Westerse

Nadere informatie

Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen?

Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Lonneke I.M. Lenferink Rijksuniversiteit Groningen, Universiteit Utrecht Paul A. Boelen Universiteit Utrecht,

Nadere informatie

Stemmingsstoornissen. Van DSM-IV-TR naar DSM-5. Johan van Dijk, klinisch psycholoog-psychotherapeut Max Güldner, klinisch psycholoog-psychotherapeut

Stemmingsstoornissen. Van DSM-IV-TR naar DSM-5. Johan van Dijk, klinisch psycholoog-psychotherapeut Max Güldner, klinisch psycholoog-psychotherapeut Stemmingsstoornissen Van DSM-IV-TR naar DSM-5 Johan van Dijk, klinisch psycholoog-psychotherapeut Max Güldner, klinisch psycholoog-psychotherapeut Inhoud Veranderingen in de DSM-5 Nieuwe classificaties

Nadere informatie

Triple P (Positive Parenting Program): effectief bij gedragsproblemen?

Triple P (Positive Parenting Program): effectief bij gedragsproblemen? 21/11/11 Triple P (Positive Parenting Program): effectief bij gedragsproblemen? Inge Glazemakers Dirk Deboutte Inhoud Het probleem Oplossingen: de theorie Triple P Het project De eerste evaluatie - - -

Nadere informatie

Psychosociale begeleiding

Psychosociale begeleiding Borstkliniek Voorkempen Psychosociale begeleiding Borstkliniek Voorkempen Sofie Eelen psychologe AZ St Jozef Malle 9-12-2008 1 Diagnose van kanker Schokkende gebeurtenis Roept verschillende gevoelens en

Nadere informatie

Borstkanker B1: Bepalen van ER/PR/Her2/Neu. Definitie: Aandeel van patiënten gediagnosticeerd met invasieve borstkanker bij wie

Borstkanker B1: Bepalen van ER/PR/Her2/Neu. Definitie: Aandeel van patiënten gediagnosticeerd met invasieve borstkanker bij wie Borstkanker B1: Bepalen van ER/PR/Her2/Neu Definitie: Aandeel van patiënten gediagnosticeerd met invasieve borstkanker bij wie systemische therapie (hormoon- en/of chemotherapie) voorafgegaan werd door

Nadere informatie

ANGST. Dr. Miriam Lommen. Zit het in een klein hoekje? Assistant professor Klinische Psychologie en Experimentele Psychopathologie m.j.j.lommen@rug.

ANGST. Dr. Miriam Lommen. Zit het in een klein hoekje? Assistant professor Klinische Psychologie en Experimentele Psychopathologie m.j.j.lommen@rug. ANGST Zit het in een klein hoekje? Dr. Miriam Lommen Assistant professor Klinische Psychologie en Experimentele Psychopathologie m.j.j.lommen@rug.nl Wie is er NOOIT bang? Heb ik een angststoornis? Volgens

Nadere informatie

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014 Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 214 Inleiding Gezondheid in de internationale HBSC (Health Behaviour in School-aged Children) studie en in de Wereldgezondheidsorganisatie

Nadere informatie

Depressie bij ouderen

Depressie bij ouderen Depressie bij ouderen 2 Depressie bij ouderen komt vaak voor, maar is soms moeilijk te herkennen. Deze folder geeft informatie over de kenmerken en de behandeling van een depressie bij ouderen. Wat is

Nadere informatie

Immuun Activatie in Relatie tot Manische Symptomen in Depressieve Patiënten. Karlijn Becking MD-PhD student, UMCG

Immuun Activatie in Relatie tot Manische Symptomen in Depressieve Patiënten. Karlijn Becking MD-PhD student, UMCG Immuun Activatie in Relatie tot Manische Symptomen in Depressieve Patiënten Karlijn Becking MD-PhD student, UMCG Introductie Disbalans Pro-inflammatoire staat Destabilisatie Gevoeligheid voor stress Monocyt

Nadere informatie

Handycard Zorgmonitor 1 SDQ en KIDSCREEN-27

Handycard Zorgmonitor 1 SDQ en KIDSCREEN-27 Handycard Zorgmonitor 1 SDQ en KIDSCREEN-27 SDQ (Strenghts and Difficulties Questionnaire) Meet de psychosociale aanpassing van de jeugdige. De SDQ wordt ingevuld door jeugdigen zelf (11-17 jaar) en ouders

Nadere informatie

PROs in de praktijk 1: Wat doen we ermee?

PROs in de praktijk 1: Wat doen we ermee? PROs in de praktijk 1: Wat doen we ermee? Prof. dr Jolanda de Vries Hoogleraar Kwaliteit van leven in de medische setting GZ-psycholoog en Medisch manager afdeling medische psychologie St Elisabeth ziekenhuis

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15

Nadere informatie

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling Evidence tabel bij ADHD in kinderen en adolescenten (studies naar adolescenten met ADHD en ) Auteurs, Gray et al., 2011 Thurstone et al., 2010 Mate van bewijs A2 A2 Studie type Populatie Patiënten kenmerken

Nadere informatie

APPENDIX I Nederlandse Samenvatting

APPENDIX I Nederlandse Samenvatting APPENDIX I Nederlandse Samenvatting DEPRESSIE Depressieve stoornissen zijn wereldwijd een groot probleem voor de volksgezondheid. Cijfers laten zien dat ongeveer 322 miljoen mensen (4.4% van de populatie)

Nadere informatie