I. BESLISSING DE AANVRAAG. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van de aanvraag

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "I. BESLISSING DE AANVRAAG. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van de aanvraag"

Transcriptie

1 Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel Datum 3 maart 2009 Team Milieubeheer Nummer 2009INT Referentie I. Ensink Uw brief van - Doorkiesnummer Uw nummer - Faxnummer Bijlage 3 Onderwerp Wet Milieubeheer beschikking I. BESLISSING I.A. Algemeen Gelet op het bepaalde in de Wet milieubeheer (hierna: Wm), Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (hierna: Activiteitenbesluit), de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), het Provinciaal Milieubeleidsplan en op hetgeen onder hoofdstuk II en volgende wordt overwogen, besluiten wij: de door aangevraagde Wm-vergunning als bedoeld in artikel 8.4 lid 1 juncto 8.1, lid 2, juncto 8.1, lid 1 onder b, juncto Bijlage 1 van het Activiteitenbesluit voor een termijn van 10 jaar te verlenen gerekend vanaf het in werking treden van de beschikking; dat de bij deze beschikking behorende gewaarmerkte aanvraag deel uitmaakt van deze beschikking voor zover de voorschriften en beperkingen niet anderszins bepalen; aan deze Wm-vergunning de voorschriften en beperkingen te verbinden, zoals die in deze beschikking zijn opgenomen; hoofdstuk 12 blijft gedurende vijf jaar nadat de Wm-vergunning haar geldigheid heeft verloren in werking blijft; deze beschikking bekend te maken op 11 maart II. DE AANVRAAG II.A. Beschrijving van de aanvraag Op 1 juli 2008 hebben wij een aanvraag van (hierna: de aanvrager) ontvangen voor een de gehele inrichting omvattende vergunning krachtens de Wet milieubeheer (Wm) in verband met een verandering (in de werking) van de inrichting waarvoor al eerder een Wm-vergunning werd verleend (art. 8.4 lid 1 juncto 8.1, lid 2, juncto 8.1, lid 1 onder b, juncto Bijlage 1 van het Activiteitenbesluit). Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer 1 Beschikking d.d. 3 maart 2009/ nr. 2009INT238108

2 De inrichting is gelegen aan Fornheselaan te Den Dolder, kadastraal bekend onder gemeente Zeist, sectie A nummers 3568 en 3569 (gedeeltelijk). De Wm-vergunning wordt gevraagd voor een periode van 10 jaar. De aanvraag voorziet in de op- en overslag en bewerking van: ferro en non-ferro metaalafvalstoffen (inclusief consumptieschroot en in diverse verschijningsvormen zoals ook vaartuigen en vliegtuigen); edelmetalen; fotografisch papier; afgedankte elektrisch- en elektronica apparatuur (inclusief kunststoffen); katalysatoren (metaalhoudend) batterijen/accu's; slakken/assen (metaalhoudend); verpakkingsafval (ook niet metaalhoudend verpakkingsafval dat gebruikt is voor het aangeleverde afval); kunststofafval met metalen (o.a. elektriciteitskabels); hard zink en staalafval. Bewerkingen die plaatsvinden zijn sorteren en verkleinen (knippen, beulen, prikken en snijden). Het sorteren vindt handmatig plaats. Voor het uitvoeren van de bewerkingen zijn diverse machines/apparaten en transportmiddelen aanwezig. Voor de activiteiten beschikt de inrichting over een opslagloods en een buitenterrein. Jaarlijks wordt ton geaccepteerd, bewerkt en afgevoerd. De maximale opslagcapaciteit bedraagt m 3. Op grond van categorie 28.4 onder a 5 0, a 6 0, b 1 0, b 2 0, c 1 0 en c 2 0 van bijlage I van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer (hierna: Ivb) zijn wij bevoegd gezag voor de inrichting. II.B. Aanleiding voor het indienen van de aanvraag De inrichting beschikt momenteel over een vergunning welke ruim 20 jaar oud is. Op deze vergunning hebben meerdere uitbreidingen/meldingen en wijzigingen plaatsgevonden. Nieuwe wijzigingen in de wetgeving maakt actualisatie van deze oude vergunning noodzakelijk. Gezien de onoverzichtelijke vergunningsituatie, wijzigingen die binnen de inrichting hebben plaatsgevonden en gewijzigde/nieuwe wetgeving, maakt dat een nieuwe vergunning moet worden aangevraagd. II.C. Locatie van de inrichting en het bestemmingsplan De inrichting ligt op een industrieterrein (Fornhese) ingesloten door een spoorweg en de vliegbasis Soesterberg. De meest nabijgelegen woning ligt op een afstand van circa 300 meter. De aanvraag voorziet in de op- en overslag en bewerking van diverse voornamelijk metaalhoudende afvalstoffen. In het ter plaatse geldende bestemmingsplan, inpassingsplan, beheersverordening of regels gesteld bij of krachtens een provinciale verordering of een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 4.1, derde lid, onderscheidelijk artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening, is het terrein van de inrichting bestemd voor bedrijven categorie 1 tot en met 4. De aangevraagde activiteiten zijn hiermee niet in strijd. Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer 2 Beschikking d.d. 3 maart 2009/ nr. 2009INT238108

3 II.D. Huidige vergunningsituatie De huidige vergunningsituatie omvat de volgende vergunning(en) en meldingen: Soort Datum Nummer Bevoegd gezag Oprichting e afdeling nr. Oos/ Gedeputeerde Staten Uitbreidingsvergunning e afdeling nr. Oos/ Gedeputeerde Staten Uitbreidingsvergunning e afdeling nr Gedeputeerde Staten Ambtshalve wijziging Gedeputeerde Staten Melding art Wm WEM004390i Gedeputeerde Staten Melding art Wm WEM000557i Gedeputeerde Staten Ambtshalve wijziging wem002037i Gedeputeerde Staten III. PROCEDURE VAN DE AANVRAAG OM MILIEUVERGUNNING III.A. De aanvraag Ontvangst van de aanvraag Met betrekking tot het verzoek is de procedure ingevolge afdeling 3.4 van de Awb van toepassing. De aanvraag is door ons op 1 juli 2008 ontvangen en is door ons ter informatie op 13 augustus 2008 toegezonden aan betrokken bestuursorganen te weten: a. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeist; b. de Regionale inspecteur VROM-inspectie Regio Noord-West te Haarlem; c. het dagelijks bestuur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden te Houten; d. de hoofdingenieur directeur van de Waterdienst te Lelystad. Aanvullende gegevens gevraagd In verband met het ontbreken van een aantal gegevens hebben wij de aanvrager op 6 oktober 2008 in de gelegenheid gesteld om binnen 6 weken de aanvraag aan te vullen. Deze gegevens hebben wij op 26 november 2008 ontvangen. De termijn voor het geven van de beschikking is opgeschort tot de dag waarop de door ons gestelde termijn voor aanvulling ongebruikt is verstreken (art. 4:15 van de Awb). In dit geval is de termijn voor het geven van de beschikking opgeschort met 6 weken (42 dagen). III.B. Coördinatie Wm-vergunning en bouwvergunning De gevraagde Wm-vergunning treedt in zijn geheel niet in werking zolang de bouwvergunning die vereist is voor de aanleg van het geluidscherm aan de zuid-zuidwestzijde van het terrein niet is verleend (art van de Wm). Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer 3 Beschikking d.d. 3 maart 2009/ nr. 2009INT238108

4 III.C. Coördinatie Wm-vergunning en Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvovergunning) Op 1 juli 2008 heeft de aanvrager bij ons een aanvraag om een Wm-vergunning ingediend. Op 8 augustus 2008 heeft de aanvrager een aanvraag om een Wvo-vergunning ingediend bij ons. Wij hebben de datum van ontvangst van de aanvragen vastgesteld op de datum waarop de laatste aanvraag is ingediend, namelijk op 8 augustus Deze datum is tevens de startdatum van beide procedures. Beide aanvragen zijn gecoördineerd behandeld. Wij hebben de aanvragen en de (ontwerp) beschikkingen gezamenlijk verzonden, ter inzage gelegd, gepubliceerd en bevorderd dat bij de beoordeling van de aanvragen inhoudelijke afstemming tussen de beschikkingen heeft plaatsgevonden. III.D. Terinzagelegging De kennisgeving over de ontwerpbeschikking en bijbehorende stukken is gepubliceerd in een ter plaatse verschijnend regionaal weekblad op 17 december Vervolgens heeft de aanvraag, ontwerpbeschikking en bijbehorende stukken gedurende zes weken terinzage gelegen, namelijk van 17 december 2008 tot en met 27 januari Naar aanleiding van de ontwerpbeschikking op de aanvraag zijn, binnen de door de wet gestelde termijn, zienswijzen naar voren gebracht. Deze zienswijzen worden in paragraaf XIX van deze beschikking behandeld. IV. GROENE WETTEN IV.A. Habitatrichtlijn (HR) De Habitatrichtlijn heeft tot doel bij te dragen aan het waarborgen van de biologische diversiteit door het in stand houden van de natuurlijke habitatten en de wilde flora en fauna op het Europese grondgebied van de lidstaten (artikel 2, lid 1 van de Habitatrichtlijn). De richtlijn kent een tweeledig beschermingsregiem: - gebiedsbescherming; - soortenbescherming. Voor soortenbescherming geldt dat deze primair aan de orde dient te komen in het kader van de beoordeling of een ontheffing krachtens de Flora- en faunawet is vereist en kan worden verleend. Met de Natuurbeschermingswet 1998 is beoogd de gebiedsbeschermingsbepalingen uit de Habitatrichtlijn te implementeren. Omdat deze implementatie nog niet volledig is, heeft tot op dat moment artikel 6 Habitatrichtlijn rechtstreekse werking. Voor gebieden die zijn aangewezen krachtens de Habitatrichtlijn en tevens bescherming genieten conform de Vogelrichtlijn dan wel als beschermd natuurmonument zijn aangewezen, dient deze toetsing volgens jurisprudentie enkel plaats te vinden in het kader van Natuurbeschermingswet 1998 en niet in het kader van de Wet milieubeheer. Binnen de provincie Utrecht zijn de volgende gebieden aangewezen als HR-gebied: Botshol, nabij Abcoude; Kolland en Overlangbroek, nabij Wijk bij Duurstede; Amerongse Bovenpolder, nabij Amerongen; Groot Zandbrink, nabij Leusden. De inrichting is niet gelegen in of nabij een habitatrichtlijn gebied. Het dichtstbijzijnde Habitatrichtlijngebied is gelegen op een afstand van meer dan 3 km. Op deze afstand zijn er geen effecten van de inrichting op het Habitatrichtlijngebied te verwachten. Een verdere beoordeling op grond van de Habitatrichtlijn is niet noodzakelijk. Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer 4 Beschikking d.d. 3 maart 2009/ nr. 2009INT238108

5 IV.B. Natuurbeschermingswet 1998 De Natuurbeschermingswet 1998 heeft betrekking op gebiedsbescherming, en de Vogelrichtlijn is volledig in deze wet geïmplementeerd. De activiteit vindt niet plaats in of in de nabijheid van een beschermd natuurmonument en/of een Natura 2000-gebied als bedoeld in de Natuurbeschermingswet Er is dan ook geen sprake van een vergunningplicht ingevolge de Natuurbeschermingswet. IV.C. Flora- en faunawet De Flora- en faunawet heeft betrekking op bescherming van individuele plant- en diersoorten. In de Flora- en faunawet is een verbod opgenomen tot het beschadigen, doden, vernielen, verontrusten en/of verstoren van beschermde plant- en diersoorten dan wel het beschadigen, vernielen en/of verstoren van de nesten, holen, voortplanting- en rustplaatsen van beschermende diersoorten. Dit houdt in dat als de oprichting of het in werking zijn van een vergunningplichtige inrichting leidt tot negatieve effecten op (voortplantings-, rust- en verblijfplaatsen van) beschermde soorten, ontheffing op grond van de Flora- en faunawet aangevraagd moet worden. Als het gaat om minder kwetsbare dier- of plantensoorten geldt op voorhand een vrijstelling van deze ontheffingsplicht. Hierbij geldt dan wel als eis dat gewerkt wordt volgens een door de Minister van Landbouw Natuur en Voedselveiligheid goedgekeurde gedragscode. Het is voorts mogelijk dat er een aanvullende beoordeling plaatsvindt in het kader van vergunningverlening op grond van de Wet milieubeheer. Bekeken dient te worden of er voor de in de wet beschreven soorten flora en fauna zich in zodanige mate nadelige gevolgen voordoen dat daarom nadere voorschriften zouden moeten worden verbonden aan de Wet milieubeheervergunning. Hoewel er bij de aanvraag geen inventarisatie van eventuele beschermde flora en fauna is ingediend, achten wij de kans te verwaarlozen dat er binnen het industrieterrein Fornhese en specifiek binnen de locatiegrenzen van het terrein van Hoffland beschermde soorten aanwezig zijn. Al geruime tijd (10 tallen jaren) is hier sprake van bedrijfsmatige activiteiten o.a. storten van afvalstoffen (stortplaats). Deze activiteiten hebben geleid tot een aanzienlijke verontreiniging van de bodem ter plaatse, waardoor de kans op beschermde flora of fauna verwaarloosbaar geacht dient te worden. Wij zien dan ook geen reden om vanwege het bovenstaande nadere voorschriften aan deze vergunning te verbinden. IV.D. Ecologische Hoofdstructuur Door nieuwe natuur te ontwikkelen, kunnen natuurgebieden met elkaar worden verbonden. Zo kunnen planten zich over verschillende natuurgebieden verspreiden en dieren van het ene naar het andere gebied gaan. Het totaal van al deze gebieden en de verbindingen ertussen vormt de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) van Nederland. De provincies bepalen om welke gebieden het precies gaat. Deze gebieden worden meestal in het streekplan of het provinciaal omgevingsplan opgenomen. De inrichting is niet gelegen in of nabij een gebied aangewezen als Ecologische Hoofdstructuur. V. ARTIKEL 8.8 TOT EN MET 8.11 WET MILIEUBEHEER V.A. Algemeen De artikelen 8.8 tot en met 8.11 van de Wm omvatten het toetsingskader voor de beslissing op de aanvraag. Hierna geven wij aan hoe de aanvraag zich tot het toetsingskader verhoudt. Hierbij beperken wij ons tot die onderdelen van het toetsingskader, die ook werkelijk op onze beslissing van invloed zijn. Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer 5 Beschikking d.d. 3 maart 2009/ nr. 2009INT238108

6 V.B. IPPC-richtlijn/Best beschikbare technieken Algemeen Richtlijn 96/61/EG van de Raad van de Europese Unie van 24 september 1996 inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging - hierna: de IPPC-richtlijn - verplicht het bevoegd gezag een milieuvergunning op te stellen, die voldoet aan de in deze richtlijn geformuleerde eisen voor nieuwe en bestaande installaties. De IPPC-Richtlijn is van toepassing op installaties/activiteiten die zijn opgenomen in Bijlage I van de Richtlijn. In de beoordeling van de milieugevolgen wordt de aanvraag getoetst aan de in de IPPC-richtlijn geformuleerde eisen. Dit betekent onder andere dat door de inrichting alle passende preventieve maatregelen (moeten) worden getroffen om verontreiniging van bodem, water en lucht te voorkomen dan wel te beperken door toepassing van de Beste beschikbare technieken (BBT), met inbegrip van maatregelen betreffende afvalpreventie en energiebesparing om aldus een hoog niveau van bescherming van het milieu in zijn geheel te waarborgen. Voor de beoordeling van de aanvraag worden zogenoemde BAT Reference Documents (= BREF's) opgesteld. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen zogenaamde verticale BREF's - deze zijn branche gebonden - en zogenaamde horizontale BREF's die branche overstijgend zijn. Voor een aantal activiteiten zijn deze BREF's in definitieve vorm en moeten dan ook worden toegepast bij de vergunningverlening. Blijkens jurisprudentie behoren wij ook de eindconcept-bref's en BREF's die nog niet zijn opgenomen in tabel 1 van de Regeling aanwijzing BBT-documenten, te betrekken bij de besluitvorming. Deze moeten immers worden beschouwd als documenten die een beschrijving bevatten van vergelijkbare processen, apparaten of wijzen van bedrijfsvoering die met succes in de praktijk zijn beproefd. De aangevraagde activiteiten worden niet genoemd in bijlage I van de IPPC-richtlijn. Toetsing van de aangevraagde activiteiten aan BREF's heeft dan ook niet plaatsgevonden. Een aanpassing van art van de Wm is op 1 december 2005 in werking getreden, waarmee de IPPCrichtlijn is geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving. Beste beschikbare technieken Ingevolge artikel 8.11, lid 3, van de Wm dienen in het belang van het bereiken van een hoog niveau van bescherming van het milieu aan de vergunning voorschriften te worden verbonden, die nodig zijn om de nadelige gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken, te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk - bij voorkeur bij de bron - te beperken en ongedaan te maken. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat in de inrichting ten minste de voor de inrichting in aanmerking komende BBT worden toegepast. Wij hebben echter aan de hand van bestaande literatuur, de in de Regeling aanwijzing BBT-documenten genoemde Nederlandse informatiedocumenten en kennis van de aangevraagde activiteiten bij het verlenen van de vergunning de beste beschikbare technieken voorgeschreven. Met betrekking tot de aspecten voor de bepaling van de beste beschikbare technieken als genoemd in artikel 5a.1, lid 1 onder a tot en met k, van het Ivb merken wij het volgende op: a. Toepassing van technieken die weinig afvalstoffen veroorzaken. Het gaat binnen de inrichting om de opslag, het sorteren en het uitsluitend fysisch bewerken van afvalstoffen. Bij de toegepaste technieken komen geen afvalstoffen vrij, maar er worden reeds bestaande afvalstoffen verder voor materiaalhergebruik dan wel nuttige toepassing in de afvalverwijderingsketen gebracht. b. Toepassing van minder gevaarlijke stoffen. Er worden in het proces geen gevaarlijke stoffen als grondstof toegepast; er worden wel van buiten de inrichting afkomstige gevaarlijke afvalstoffen van derden opgeslagen en eventueel fysisch bewerkt. Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer 6 Beschikking d.d. 3 maart 2009/ nr. 2009INT238108

7 c. Ontwikkeling van technieken voor de terugwinning en het opnieuw gebruiken van de bij de processen in de inrichting uitgestoten en gebruikte stoffen, en van afvalstoffen. Binnen de inrichting vinden fysische processen zoals het snijden, knippen en beulen plaats. Alle bij deze processen gebruikte en ontstane stoffen zijn bestemd voor hergebruik. Dit proces van hergebruik vindt niet in de inrichting plaats. Verder worden er uitsluitend afvalstoffen afkomstig van buiten de inrichting geaccepteerd. Deze afvalstoffen zijn volledig bestemd voor materiaalhergebruik, dan wel nuttige toepassing. Met betrekking tot de inzet voor hergebruik houdt aanvrager de ontwikkelingen in het oog en zal die in de toekomst - rekening houdend met de voorzienbare kosten en baten van de maatregelen - zo mogelijk toepassen. d. Vergelijkbare processen, apparaten of wijzen van bedrijfsvoering die met succes in de praktijk zijn beproefd en de ontwikkeling daarvan. Binnen de inrichting vinden geen processen plaats. Voor wat betreft de fysische bewerkingen worden de thans beste beschikbare technieken toegepast, die ook bij vergelijkbare inrichtingen worden toegepast. e. Vooruitgang van de techniek en de ontwikkeling van de wetenschappelijke kennis. Vooruitgang van de techniek en de ontwikkeling van de wetenschappelijke kennis wordt gewaarborgd door het lidmaatschap van de branchevereniging. Door de vereniging worden nieuwe ontwikkelingen en technieken aan de leden doorgegeven. De in de inrichting aanwezige KAM-coördinator volgt de nieuwe ontwikkelingen en zal, voorzover van toepassing, acties ondernemen, waardoor de nieuwe ontwikkelingen binnen de inrichting toegepast gaan worden. f. Aard, effecten en omvang van de betrokken emissies. De aard, effecten en omvang van de emissies alsmede overige gevolgen voor het milieu worden per afzonderlijk milieuthema in onderstaande paragrafen overwogen. g. Data waarop de installaties in de inrichting in gebruik zijn of worden genomen. Deze vergunning heeft betrekking op een bestaande inrichting. De installaties zijn al in gebruik. In de inrichting zijn geen installaties aanwezig die genoemd worden in Bijlage I van de IPPC-richtlijn. h. De tijd die nodig is om een betere techniek toe te gaan passen. Dit is thans niet aan de orde. In de inrichting worden geen nieuwe installaties toegepast. Het betreft een voortzetting van reeds bestaande activiteiten waarbij gebruikt wordt gemaakt van reeds aanwezige installaties. i. Het verbruik en de aard van de grondstoffen, met inbegrip van water, en de energie-efficiëntie. Er is geen verbruik van grondstoffen, anders dan de in de aanvraag aangegeven hulpstoffen (brandstoffen, oliën, gassen, schoonmaakmiddelen en adsorptiemiddelen). Er vindt geen watervragend proces plaats. Het energieverbruik van de inrichting zal beperkt worden door het treffen van energiebesparende maatregelen (zie paragraaf energie). j. Noodzaak om het algemene effect van de emissies op en de risico's voor het milieu te voorkomen of tot een minimum te beperken. De inrichting dient met het oog op vermindering van emissies en het beperken van de gevolgen voor het milieu, maatregelen te nemen teneinde de emissies en de risico's voor het milieu tot een minimum te beperken. In de overwegingen met betrekking tot de verschillende milieuthema's komen we hierop terug. k. Noodzaak ongevallen te voorkomen en de gevolgen daarvan voor het milieu te beperken. Voor de overwegingen met betrekking tot het voorkomen van ongevallen en beperking van de gevolgen daarvan wordt verwezen naar de overwegingen in de paragrafen 'Bodem' en 'Opslag gevaarlijke en/of brandgevaarlijke (afval)stoffen'. Bij ons besluit hebben wij de aanvraag en de door ons voorgeschreven maatregelen ter voorkoming, dan wel ter beperking van emissies door toepassing van de beste beschikbare technieken getoetst aan de hand van de volgende informatiedocumenten die zijn opgenomen in tabel 2 van de bijlage bij de Regeling aanwijzing BBT-documenten: - Circulaire energie in de milieuvergunning; - Handreiking wegen naar preventie bij bedrijven; - Nederlandse emissierichtlijn lucht (NeR); - Nederlandse richtlijn bodembescherming (NRB); Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer 7 Beschikking d.d. 3 maart 2009/ nr. 2009INT238108

8 - PGS 15: Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen; - PGS 28: Vloeibare aardolieproducten: afleverinstallaties en ondergrondse opslag; - PGS 30: Vloeibare aardolieproducten: buitenopslag in kleine installaties; - Oplegnotitie BREF Afvalbehandeling. De inrichting voldoet - met inachtneming van de aan dit besluit gehechte voorschriften - aan de beste beschikbare technieken (BBT) ter voorkoming van emissies naar de lucht, de bodem, het water, geluidemissies, afvalpreventie, externe veiligheid en energiebesparing. Voor de overwegingen per milieuthema wordt verwezen naar de desbetreffende paragraaf. V.C. Algemene maatregelen van bestuur Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) In artikel 8.1, lid 2, van de Wm is bepaald dat bij algemene maatregel van bestuur categorieën inrichtingen worden aangewezen waarvoor een vergunningplicht geldt. (In bijlage 1 bij het Activiteitenbesluit is een lijst met vergunningplichtige inrichtingen opgenomen, waarvoor de algemene regels gedeeltelijk van toepassing kunnen zijn.) Voor deze inrichtingen moet een Wm-vergunning worden verleend. In artikel 8.1, lid 1, van de Wm is bepaald dat op inrichtingen, waar een installatie aanwezig is als bedoeld in bijlage 1 van de EG-richtlijn geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (gpbv-installatie), de algemene regels niet van toepassing zijn. In artikel 1.4 van het Activiteitenbesluit wordt onderscheid gemaakt in een drietal typen inrichtingen te weten type A, B en C. Type A- en type B- inrichtingen vallen geheel onder de algemene regels en hebben geen vergunning (meer) nodig. Voor type C-inrichtingen blijft de vergunningplicht bestaan. Daarnaast is in artikel 1.4, lid 3, van het Activiteitenbesluit bepaald dat een beperkt aantal, in het Activiteitenbesluit genoemde activiteiten, ook van toepassing is op vergunningplichtige inrichtingen. Door vergunningplichtige inrichtingen moet voor deze activiteiten worden voldaan aan de regels zoals gesteld in het Activiteitenbesluit en de daarbij behorende ministeriële regeling. De voorschriften opgenomen in het Activiteitenbesluit zijn direct werkend en mogen dan ook niet in de Wm-vergunning worden opgenomen. Ingevolge artikel 1.10 van het Activiteitenbesluit dient voorafgaand aan het uitvoeren van deze activiteiten een melding bij het bevoegd gezag te worden ingediend. Onderhavige inrichting wordt genoemd in bijlage 1 van het Activiteitenbesluit en is dan ook vergunningplichtig. Door ons is voorts vastgesteld dat voor de volgende activiteiten die binnen de inrichting plaatsvinden algemene regels van het Activiteitenbesluit, van toepassing zijn: het lozen van hemelwater, dat niet afkomstig is van een bodembeschermende voorziening; het wassen van motorvoertuigen of onderdelen daarvan; opslaan van dieselolie in de ondergrondse tank. Voor deze activiteiten zijn in deze vergunning geen voorschriften opgenomen. Met betrekking tot de lozing van hemelwater, dat niet afkomstig is van een bodembeschermende voorziening, merken wij op dat voor deze activiteit het overgangsrecht genoemd in artikel 6.18 van toepassing is. De lozing vond al plaats voor de inwerkingtreding van art. 3.3, tweede lid van Activiteitenbesluit. De algemene regels zijn voor de aangevraagde lozing niet van toepassing. De aangevraagde lozing is in overeenstemming met de geldende wet-/en regelgeving. In deze vergunning zijn verder geen specifieke voorschriften voor deze lozing opgenomen. De bovengenoemde activiteiten zijn in de aanvraag beschreven. Ingevolge art van het Activiteitenbesluit dient voor deze activiteiten een melding ingediend te worden. De informatie uit de aanvraag hebben wij aangemerkt als de melding. In de aanvraag is vermeld dat de lozing van huishoudelijk afvalwater uit het kantoor onder de algemene regels van het Activiteitenbesluit zouden vallen. Echter de betreffende lozing vindt plaats op het openbaar riool. Voor deze situatie zijn geen algemene regels van toepassing. Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer 8 Beschikking d.d. 3 maart 2009/ nr. 2009INT238108

9 Overige algemene maatregelen van bestuur. In onderstaande amvb's op grond van artikel 8.40 van de Wm worden direct werkende eisen gesteld. Deze eisen mogen niet in de Wm-vergunning worden opgenomen. In de Wm-vergunning kan alleen van de betreffende amvb worden afgeweken voor zover dat in de amvb is aangegeven. Indien de aangevraagde activiteiten strijdig zijn met een van deze amvb's, kan de Wm-vergunning niet worden verleend. De aangevraagde activiteiten vallen binnen de werkingsfeer van: Besluit beheer elektrische en elektronische apparatuur en de daarbij behorende Regeling beheer elektrische en elektronische apparatuur; Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen en de daarbij behorende Regeling melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen. Dit betekent dat voor deze aspecten moet worden voldaan aan het gestelde in deze besluiten. In artikel 9 van de Regeling beheer elektrische en elektronische apparatuur wordt het volgende gesteld: "Het bevoegd gezag verbindt zodanige voorschriften aan vergunningen van inrichtingen die afgedankte elektrische en elektronische apparatuur verwerken, dat de technische voorschriften van bijlage III bij richtlijn nr. 2002/96 met ingang van 13 augustus 2005 worden gerealiseerd". De voorschriften welke betrekking hebben op de opslag van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur zijn in deze beschikking opgenomen. VI. LUCHT VI.A. Het wettelijke kader voor de bescherming van de lucht In de Wet milieubeheer zijn luchtkwaliteitseisen opgenomen en regels gesteld ten aanzien van de beoordeling en het beheer van de luchtkwaliteit. Tevens is een aantal besluiten en regelingen van kracht geworden. Op grond van artikel 5.16 van de Wm kunnen wij vergunning verlenen, indien de concentratie in de buitenlucht van de in bijlage 2 van de Wm genoemde luchtverontreinigende stoffen (inclusief eventuele locale bronnen in de omgeving van de inrichting) vermeerderd met de immissie ten gevolge van de activiteiten binnen de inrichting (inclusief voertuigbewegingen van en naar de inrichting) lager is dan de grenswaarden, zoals vermeld in Bijlage 2 van de Wm. In deze bijlage zijn grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide, zwevende deeltjes (fijn stof, PM10), lood, koolmonoxide en benzeen gesteld. Tevens zijn in deze bijlage richtwaarden voor ozon en voor arseen, cadmium, nikkel en benzo(a)pyreen, gedefinieerd als het totale gehalte in de PM10 fractie, gegeven. Indien één of meer grenswaarden (dreigen te) worden overschreden, dan dient te worden bepaald of de bijdrage van de inrichting aan de concentratie in de buitenlucht groter is dan 1% van de grenswaarden zoals genoemd in Bijlage 2 van de Wm. Uitgezonderd van deze toetsing zijn de gevallen waarin de bijdrage van de aangevraagde activiteiten leiden tot een per saldo verbetering van de luchtkwaliteit. De toets, of aan artikel 5.16 van de Wm wordt voldaan, wordt uitgevoerd nadat de emissies voor zover mogelijk zijn beperkt overeenkomstig de Nederlandse emissierichtlijn lucht (NeR) en BREF's met de beste beschikbare technieken. De emissies naar de lucht ten gevolge van de aangevraagde activiteiten beoordelen wij volgens de systematiek van de NeR. Deze richtlijn, die de beste beschikbare technieken (BBT) voor het beperken van emissies naar de buitenlucht beschrijft, passen wij toe als toetsingskader voor de beoordeling en regulering van luchtemissies. Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer 9 Beschikking d.d. 3 maart 2009/ nr. 2009INT238108

10 De NeR heeft tot doel om de milieuvergunningen in Nederland te harmoniseren waar het gaat om eisen aan de emissies naar de lucht. Hierbij is de stand der techniek het uitgangspunt voor het vaststellen van de emissie-eisen en de daarbijbehorende voorzieningen. De NeR is een belangrijke bron van informatie voor de praktische invulling van de BBT. De NeR is tot stand gekomen binnen een samenwerkingsverband van overheden en bedrijfsleven. De meest recente versie van de NeR dateert van september De NeR is in de Regeling aanwijzing BBT-documenten aangewezen als BBT-document. VI.B. De gevolgen van de aangevraagde activiteiten voor de lucht Uit de aanvraag blijkt dat er vanuit de inrichting een zeer beperkte emissie naar de lucht optreedt. Er worden binnen de inrichting geen stuifgevoelige stoffen opgeslagen. Eventuele emissies van fijn stof (PM 10 ) en/of stikstofoxiden worden veroorzaakt door: een c.v.-ketel in het kantoor; de uitstoot van de draaiende motoren van voertuigen op de inrichting; het rijden met voertuigen over stoffige wegen en terreindelen; incidenteel gebruik van lasapparatuur; gebruik thermische lans en snijbranders; verkeer van en naar de inrichting. VI.C. De te verwachten ontwikkelingen Binnen de inrichting zijn op korte termijn geen ontwikkelingen te verwachten die invloed hebben op emissies naar de lucht. Wel zijn planologische ontwikkelingen te verwachten. Zo worden thans plannen uitgewerkt voor de herinrichting van het nabij de inrichting gelegen terrein van de vliegbasis Soesterberg. Ook zullen op termijn aan de overzijde van de spoorlijn (Utrecht-Amersfoort) woningen gerealiseerd worden. VI.D. De in de aanvraag opgenomen maatregelen en voorzieningen ter bescherming van de lucht In perioden van droogte kan stof opwaaien bij het rijden van wagens over het terrein, of bij het oppakken van afvalstoffen voor verdere bewerking. Overigens zij opgemerkt, dat binnen de inrichting geen stuifgevoelige afvalstoffen worden op- en/of overgeslagen. Om opwaaien van stof te voorkomen wordt indien nodig gesproeid met water. VI.E. Grof- en fijn stof verspreiding Binnen de inrichting worden geen stuifgevoelige stoffen opgeslagen. In perioden van droogte kan enige stofverspreiding plaatsvinden door het rijden van wagens over het terrein. In de aanvraag is aangegeven dat er indien nodig maatregelen (sproeien) ter beperking van stofverspreiding worden getroffen. Ter voorkoming van negatieve beïnvloeding van het milieu door verspreiding van stof afkomstig van activiteiten binnen de inrichting, is aan deze vergunning een voorschrift verbonden met als doel de verspreiding van stof in voldoende mate te beperken. Als er ondanks de getroffen maatregelen uit de NeR toch stofverspreiding plaatsvindt, dan mag zich op twee meter of meer vanaf de bron geen visueel waarneembare stofvorming voordoen. Dit uitgangspunt is een concretisering van de NeR, waarin als stelregel wordt gehanteerd dat geen direct bij de bron visueel waarneembare stofverspreiding mag optreden. Wij hebben het begrip 'direct bij de bron' uitgedrukt in een afstand van twee meter om handhavend te kunnen optreden bij visueel waarneembare stofverspreiding. Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer 10 Beschikking d.d. 3 maart 2009/ nr. 2009INT238108

11 VI.F. Toetsing aan de luchtkwaliteitseisen (Bijlage 2 Wm) Wettelijk kader De grenswaarden voor de luchtkwaliteit als vastgelegd in Bijlage 2 bij de Wet milieubeheer worden door ons als toetsingscriterium gehanteerd. De grenswaarden geven een niveau van de kwaliteit van de buitenlucht aan dat, in het belang van de bescherming van de gezondheid van de mens en van het milieu in zijn geheel, niet mag worden overschreden. Indien de inrichting stoffen uitstoot die zijn genoemd in Bijlage 2 Wm, moet worden onderzocht of met de uitstoot de grenswaarden met betrekking tot de luchtkwaliteitseisen worden overschreden. Ten aanzien van de stoffen waarvan te verwachten is dat de grenswaarden nu, of in de toekomst, zullen worden overschreden en die door de inrichting in hoge concentraties worden uitgestoten moet onderzoek worden verricht naar de mogelijke gevolgen voor de luchtkwaliteit van het in werking zijn van de inrichting. Wij hebben uit publicaties van onder meer het Rijksinstituut van Volksgezondheid en Milieu (RIVM), de opgebouwde kennis over de luchtkwaliteit in de afgelopen jaren en de Memorie van Toelichting op de Wijziging van de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen) (TK , , nr.3) afgeleid dat van de in Bijlage 2 Wm genoemde luchtverontreinigende stoffen de grenswaarden van zwaveldioxide, lood, koolmonoxide, benzeen en de richtwaarden van ozon, arseen, cadmium, nikkel en benzo(a)pyreen in Nederland niet worden overschreden. Aangezien deze stoffen - gelet op de activiteiten binnen de inrichting niet worden geëmitteerd, gaat onze aandacht uit naar de luchtkwaliteitseisen ten aanzien van fijn stof (PM 10 ) en stikstofdioxide (NO 2 ). Achtergrondconcentratie In de nabije omgeving van de inrichting hebben wij (met behulp van het CAR-rekenmodel; CAR II versie 7.0.1) de achtergrondconcentratie voor fijn stof (PM 10 ) en stikstofdioxide bepaald. Grote bronnen en drukke wegen zijn niet in directe omgeving aanwezig. De vergunningaanvraag betreft een reeds bestaande activiteit welke voor een groot gedeelte al meegenomen is in de in onderstaande tabel genoemde achtergrondconcentraties. TABEL: Achtergrondconcentraties PM 10 en NO 2 Locatie: middelpunt terrein inrichting (X= en Y=461512) 1 Stof Norm Grenswaarde zoals genoemd in bijlage 2 van de Wm Achtergrondconcentratie en/of aantal dagen NO 2 Jaargemiddelde concentratie 40 µg/m 3 22,6 µg/m 3 (2008) 20,6 µg/m 3 (2010) 17,6 µg/m 3 (2015) PM 10 Aantal overschrijdingen per jaar van 50 µg/m 3 24-uursgemiddelde waarde 35 dagen 10 dagen (2008) 8 dagen (2010) 6 dagen (2015) PM 10 Jaargemiddelde concentratie 40 µg/m 3 21,3 µg/m 3 (2008) 20,3 µg/m 3 (2010) 19,4 µg/m 3 (2015) 1 Conform de Rijksdriehoekscoördinaten. Immissiebepaling Voor de bepaling van de emissie van fijn stof en stikstofdioxide heeft de aanvrager in de aanvraag gegevens verstrekt. Met deze gegevens is met behulp van de IPO luchtkwaliteitstoets (InfoMil, versie maart 2007) een schatting gemaakt van de immissie. Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer 11 Beschikking d.d. 3 maart 2009/ nr. 2009INT238108

12 Fijn stof De door ons berekende immissie door de mobiele werktuigen binnen de inrichting bedraagt op de grens van de inrichting 0.8 µg/m 3. De emissie afkomstig van de op- en overslag van metalen (niet stuifgevoelig materiaal) en het gebruik van overige binnen de inrichting aanwezige apparatuur, is zo gering dat deze bijdrage te verwaarlozen is ten op zichte van de bijdrage door de mobiele werktuigen. De bijdrage als gevolg van verkeersaantrekkende werking van de inrichting (ca. 70 vrachtwagens per dag) is op grens van de inrichting nihil. De totale immissie voor fijn stof veroorzaakt door activiteiten binnen de inrichting bedraagt op de grens van de inrichting ca. 0,8 µg/m 3. In werkelijkheid zal de immissie geringer zijn omdat uitgegaan is van overschatte emissies ( worst case ), zoals in de aanvraag is aangegeven. Mede gezien het feit dat een groot gedeelte van de fijnstofemissie al is meegenomen in de vermelde achtergrondconcentraties (bestaande activiteiten) zal deze bijdrage niet leiden tot een overschrijding van de in bijlage 2 van Wm genoemde grenswaarden. Dit betekent tevens dat de daggemiddelde concentratie, op basis van de door TNO vastgestelde statistische relatie tussen de berekende jaargemiddelde concentratie en het aantal dagen overschrijding van de daggemiddelde concentratie, ook onder de in bijlage 2 van de Wm genoemde dagennorm van 35 overschrijdingen per jaar van 50 µg/m 3 als 24- uursgemiddelde waarde blijft. Stikstofdioxide Door verkeersaantrekkende werking van de inrichting met ca. 70 vrachtwagens per dag kan op de grens van de inrichting nog een toename van maximaal 0,3 µg/m 3 stikstofdioxide in de buitenlucht worden verwacht door het transport naar en van de inrichting. Voor mobiele werktuigen (niet werkverkeer) wordt in de literatuur (TNO e.a.) voor stikstofdioxide een emissiefactor van 4 g/kg brandstof aangehouden; het CBS geeft een emissiefactor van 0,026 g/kg. Voor de verdere berekeningen is uitgegaan van de hoogste gevonden emissiefactor (4 g/kg brandstof). De emissie van stikstofdioxide bedraagt dan circa 150 kg/jaar of circa 15 gram/uur. Voor de berekening van de bijdrage op de grens van de inrichting is uitgegaan van een sterk overschatte emissie van 25 gram/uur ( worst case ). De door ons berekende immissie door de mobiele werktuigen binnen de inrichting bedraagt dan op de grens van de inrichting 0,8 µg/m 3. De emissie van de gasgestookte CV-ketel in het kantoor is verder buiten beschouwing gelaten. Deze emissie is zo gering dat deze bijdrage te verwaarlozen is ten op zichte van de bijdrage door de mobiele werktuigen. De totale immisie voor stikstofdioxide veroorzaakt door activiteiten binnen de inrichting bedraagt op de grens van de inrichting ca. 1,1 µg/m 3. In werkelijkheid zal de immissie geringer zijn omdat voor de berekeningen uitgegaan is van overschatte emisssies ( worst case ). Mede gezien het feit dat een groot gedeelte van de stikstofdioxide-emissie al is meegenomen in de vermelde achtergrondconcentraties (bestaande activiteiten) zal deze bijdrage niet leiden tot een overschrijding van de in bijlage 2 van Wm genoemde grenswaarden. Conclusie overwegingen aangaande de emissies naar de lucht Door het toepassen van beste beschikbare technieken, zoals in de NeR beschreven, worden emissies naar de lucht in voldoende mate beperkt. Als gevolg van de emissies ten gevolge van de activiteiten binnen de inrichting zullen de grenswaarden voor fijn stof en stikstofdioxide zoals opgenomen in bijlage 2 van de Wm (luchtkwaliteit) niet worden overschreden. Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer 12 Beschikking d.d. 3 maart 2009/ nr. 2009INT238108

13 VII. GEUR VII.A. Algemeen Het in de NeR omschreven algemene uitgangspunt van het geurbeleid is het zoveel mogelijk beperken van geurhinder en het voorkomen van nieuwe hinder. Dit uitgangspunt vormt samen met het toepassen van de BBT de kern van het nationale geurbeleid. In het landelijke geurbeleid is vastgelegd dat wij de uiteindelijke afweging maken waarbij wij rekening houden met alle relevante belangen om tot een duurzame kwaliteit van de leefomgeving te komen. Het geurbeleid bestaat uit de volgende uitgangspunten: a. als er geen hinder of kans op hinder is, zijn maatregelen niet nodig; b. als er wel hinder of kans op hinder is, worden maatregelen op basis van de BBT afgeleid; c. voor bepaalde branches is een toetsingskader voor geurhinder in een bijzondere regeling van de NeR opgenomen; d. de mate van hinder die nog acceptabel is, wordt vastgesteld door het bevoegd gezag. Voor het bepalen van het acceptabele hinderniveau geeft de NeR de hindersystematiek. Met behulp hiervan kan een situatie van geuroverlast worden beoordeeld. Toepassen van de hindersystematiek leidt tot een specifieke afweging voor een individuele situatie of tot het toepassen van een bijzondere regeling van de NeR. Beoordeling en conclusie Voor de inrichting zijn geen processen aangevraagd waarvan bekend is dat zij geurhinder veroorzaken. Er is geen bijzondere regeling van toepassing. Ter voorkoming van eventuele geuroverlast van activiteiten als gevolg van bijvoorbeeld gebrekkig onderhoud of verwaarlozing van een afvalstoffenopslag hebben wij een algemeen voorschrift aan deze vergunning verbonden dat optreden tegen overlast van geur mogelijk maakt. VIII. GELUID EN TRILLINGEN VIII.A. Algemeen De bedrijfsactiviteiten van de onderhavige inrichting hebben tot gevolg dat geluid wordt geproduceerd. Deze geluidsemissie wordt vooral bepaald door rupskranen met toebehoren, heftrucks, een schrootschaar en een shovel. De door deze inrichting veroorzaakte geluidsbelasting in de omgeving is in kaart gebracht in een akoestisch rapport van M+P raadgevende ingenieurs (rapportnummer M+P.Hoff ). Het geluid wordt beoordeeld op basis van de representatieve bedrijfssituatie. Dit is de toestand waarbij de inrichting volledig gebruik maakt van de volledige capaciteit in de betreffende beoordelingsperiode. Beoordeeld worden de geluidsbelasting, de maximale geluidsniveaus en de indirecte hinder als gevolg van het in werking zijn van de inrichting. Ook is rekening gehouden met de toekomstige ontwikkeling van (zorg)woningen ('Vierde Kwadrant') ten noorden van de spoorlijn. VIII.B. Langtijdgemiddelde beoordelingsniveau, niet gezoneerd In het kader van de beoordeling of de inrichting niet op ontoelaatbare wijze geluidshinder teweegbrengt is gebruikgemaakt van de "Handreiking industrielawaai en vergunningverlening, oktober 1998". In de aanvraag zijn activiteiten aangevraagd voor de dag-, avond- en nachtperiode. Het betreft hier een bestaande situatie. Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer 13 Beschikking d.d. 3 maart 2009/ nr. 2009INT238108

14 De Gemeente Zeist heeft het beleid voor industrielawaai vastgelegd in de nota Geluidsnota Gemeente Zeist d.d. november 2006, vastgesteld op 23 januari De geluidsbelasting is aan deze nota getoetst. Aan de richtwaarde uit de nota wordt niet voldaan. Uit het akoestisch rapport blijkt dat de richtwaarde uit de geluidsnota wordt overschreden bij de woningen gelegen aan de Schaapskooi, Hindelaan en de geprojecteerde woningen op het terrein van de Willem Arntszhoeve. Aan de grenswaarde van 50 db(a) etmaalwaarde wordt echter wel voldaan. Aangezien betreffende geluidemissie uit kostenoverwegingen (zie het bij de aanvraag gevoegde akoestisch onderzoek), niet door middel van BBT- maatregelen is te verlagen tot de richtwaarde van de betreffende woonomgeving, noch tot het referentieniveau van het omgevingsgeluid, achten wij de aangevraagde activiteiten vergunbaar. Hiervoor dienen wel de maatregelen uit het akoestisch rapport uitgevoerd te worden De in het akoestisch rapport genoemde geluidschermen van 7 meter hoogte aan de zuid- en de westzijde van inrichting voldoen aan de BBT-maatregelen. Ophogen van deze schermen en of extra schermen heeft geen relevante verlaging van de geluidbelasting bij de woningen tot gevolg. De nieuwe hal die naast de inrichting is geplaatst zal een deel van de afscherming overnemen zodat er in de vergunde situatie aan de westzijde van de grens inrichting een korter scherm geplaatst kan worden zonder dat de geluidbelasting bij de woningen nadelig beïnvloed wordt. Er zal wel aan dezelfde grenswaarde die in de geluidvoorschriften gesteld zijn voldaan moeten worden. Nieuwe ontwikkelingen Om de nieuwe nog te realiseren woningen ten noorden van de spoorlijn (Utrecht - Amersfoort/Soest) te beschermen zal er een geluidscherm evenwijdig aan dit spoor noodzakelijk zijn. Dit scherm dient een minimale hoogte te hebben van 4,5 meter en zal voor realisatie van de betreffende woningen door de gemeente dan wel projectontwikkelaar aangelegd moeten worden. Er zijn een tweetal extra controlepunten berekend en in de voorschiften opgenomen (controle punt 1 en 2). Deze zijn direct achter het nog te realiseren geluidscherm gelegen waarbij de waarneemhoogte 5 meter is. Als hier voldaan kan worden aan de gestelde grenswaarde dan kan ook voldaan worden aan een geluidsbelasting van de ten hoogste 50 db(a) bij de woningen in het plangebied op een waarneemhoogte van 1,5 meter. Wij hebben aan de vergunning een voorschrift verbonden, waarin grenswaarden zijn gesteld op beoordelingspunten. De geluidimmissie voor de dag-, avond- en nachtperiode ter plaatse van deze punten is overeenkomstig de voor de aangevraagde activiteiten gewenste geluidsruimte met inachtname van bovengenoemde maatregelen. VIII.C. Maximaal geluidsniveau (LAmax) Volgens de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening moet gestreefd worden naar het voorkomen van maximale geluidsniveaus die niet meer dan 10 db boven het aanwezige equivalente niveau uitkomen. De grenswaarden voor de maximale geluidsniveaus bedragen 70, 65 en 60 db(a) in respectievelijk de dag-, avond- en nachtperiode. Bij de beoordelingspunten worden de streefwaarden overschreden. Aan de grenswaarden wordt echter voldaan. Aanvrager heeft middels een akoestisch onderzoek aangetoond dat verdere maatregelen ter vermindering van de geluidbelasting op de beoordelingspunten redelijkerwijs niet mogelijk zijn. Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat een relevante en maatgevende bron (kraan met poliepgrijper) niet is opgenomen in de resultaten. Deze relevante bron is door gebruik te maken van een eigen rekenmodel voor de verschillende beoordelingspunten opnieuw berekend. (de resultaten zijn weergegeven in de bijlage 'Beoordelingspunten geluid') Wij achten de overschrijding van de streefwaarden aanvaardbaar omdat alle mogelijke technische en organisatorische maatregen zijn getroffen en het een bestaande situatie betreft. Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer 14 Beschikking d.d. 3 maart 2009/ nr. 2009INT238108

15 VIII.D. Indirecte hinder Het geluid van het verkeer van en naar de inrichting over de openbare weg is beoordeeld volgens de circulaire "Geluidhinder veroorzaakt door het wegverkeer van en naar de inrichting; beoordeling in het kader van de vergunningverlening op basis van de Wet milieubeheer" d.d. 29 februari Uit het akoestisch rapport blijkt dat het equivalente geluidsniveau veroorzaakt door het verkeer van en naar de inrichting bij de woningen langs dit traject niet meer bedraagt dan 50 db(a). Aan de voorkeursgrenswaarde wordt voldaan. VIII.E. Conclusies Wij hebben aan de vergunning voorschriften verbonden, waarin grenswaarden zijn gesteld op beoordelingspunten bij woningen van derden en een tweetal controlepunten. Rekening houdend met de nog te treffen maatregelen en voorzieningen kan de inrichting voldoen aan de gestelde grenswaarden. VIII.F. Trillingen Wij hanteren ter beoordeling van de toelaatbare trillinghinder de in 2002 verschenen Richtlijn van de Stichting bouwresearch: SBR-Richtlijn deel B: "Hinder voor personen in gebouwen door trillingen. Meeten beoordelingsrichtlijn" In deze Richtlijn wordt gesproken van streefwaarden. Deze streefwaarden zijn erop gericht om hinder door trillingen te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken. Aan deze vergunning is een voorschrift (vangnet) verbonden waarin waarden voor trillingsniveaus worden genoemd die niet mogen worden overschreden. Op deze wijze is geborgd dat aan de streefwaarden uit de bovengenoemde richtlijn wordt voldaan. Omdat in het verleden nooit klachten vanuit de omgeving over trillingen afkomstig van de inrichting zijn gemeld, mag verwacht worden dat de inrichting kan voldoen aan de in het voorschrift gestelde waarden. IX. BODEM IX.A. Het kader voor de bescherming van de bodem Het (nationale) preventieve bodembeschermingbeleid is vastgelegd in de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB) bedrijfsmatige activiteiten. Het ministerie van VROM heeft de NRB in overleg met vergunningverleners, onderzoeksinstellingen en bedrijfsleven opgesteld. Deze richtlijn is ontwikkeld om vergunningvoorschriften te uniformeren en harmoniseren. Met de NRB kunnen (voorgenomen) bodembeschermende maatregelen en voorzieningen binnen inrichtingen worden beoordeeld en kan de besluitvorming met betrekking tot een optimale bodembeschermingstrategie worden gestuurd. De NRB beperkt zich tot de normale bedrijfsvoering en voorzienbare incidenten. Bodembescherming t.b.v. calamiteiten wordt in NRB-kader niet behandeld. Een eventuele calamiteitenopvang echter wel. Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer 15 Beschikking d.d. 3 maart 2009/ nr. 2009INT238108

16 IX.B. De potentieel bodembedreigende activiteiten Binnen de inrichting vinden de volgende potentieel bodembedreigende activiteiten plaats: - Opslag van dieselolie in ondergrondse tank; - Opslag van rode dieselolie en afgewerkte olie in bovengrondse tanks; - Laad- en losactiviteiten ten behoeve van opslag en aflevering dieselolie/afgewerkte olie; - Ondergrondse leidingen ten behoeve van transport dieselolie naar afleverplaats; - Overslag/bewerking van bodembelastende materialen op buitenterrein; - Opslag en verlading gevaarlijke stoffen (verf) in emballage; - Opslag van oliën in de werkplaats; - Opslag accu's in de werkplaats; - Wassen van voertuigen; - Afvoer van afvalwater door ondergrondse riolering; - Activiteiten in de werkplaats. Bij de aanvraag is een bodemrisicodocument gevoegd. In dit document is voor alle bodembedreigende activiteiten de emissiescore en de eindemissiescore bepaald aan de hand van de NRB-systematiek. IX.C. De in de aanvraag opgenomen maatregelen en voorzieningen ter bescherming van de bodem In het bij de aanvraag gevoegde bodemrisicodocument zijn de maatregelen en voorzieningen ter voorkoming van bodemverontreiniging beschreven. Het bodemrisicodocument is beschreven voor de toekomstige situatie. Nog niet alle in het document genoemde voorzieningen zijn aanwezig (zie hieronder). IX.D. Beoordeling en conclusie Wij hebben het bij de aanvraag gevoegde bodemrisicodocument beoordeeld en stemmen in met de opzet, de uitgangspunten en de resultaten. Uit het document blijkt, dat in de huidige situatie nog niet voor alle bodembedreigende locaties het verwaarloosbaar bodemrisico wordt behaald. Aanvraagster zal daarom binnen een door ons gestelde termijn alsnog voor de betreffende locaties een verwaarloosbaar bodemrisico dienen te realiseren. Een voorziening die nog gerealiseerd moet worden is een vloeistofdichte vloer (met certificaat) op het buitenterrein daar waar opslag en/of bewerkingen van bodembelastende materialen plaatsvindt. In de aanvraag is aangegeven dat met de aanleg van deze voorziening gestart zal worden in mei Verwacht wordt dat de voorziening op 1 september 2010 volledig zal zijn aangelegd. Reden dat de voorziening niet per direct aangelegd wordt is dat als gevolg van de wereldwijde financiële crisis de schrootmarkt 'in elkaar is geklapt'. De vraag naar schroot is tot een minimum gedaald. Nieuwe investeringen staan derhalve onder druk. Bovendien dienen alle aanwezige en nog aan te leggen vloeistofdichte vloeren vergezeld te gaan van een certificaat 'verklaring vloeistofdichte voorziening' zoals opgenomen in de CUR/PBV-aanbeveling 44. Bij het stellen van de voorschriften hebben wij met het bovenstaande rekening gehouden. IX.E. Bodembelastingonderzoek Het preventieve bodembeschermingbeleid gaat er van uit dat (zelfs) een verwaarloosbaar bodemrisico nooit volledig uitsluit dat een belasting van de bodem optreedt. Om die reden is altijd bodembelastingonderzoek noodzakelijk. Het bodembelastingonderzoek richt zich op de afzonderlijke activiteiten en de aldaar gebruikte stoffen. Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer 16 Beschikking d.d. 3 maart 2009/ nr. 2009INT238108

17 Bodembelastingonderzoek bestaat uit het vastleggen van de nulsituatie bodemkwaliteit voorafgaand aan, of zo spoedig mogelijk na, de start van de betreffende activiteit(en) en een vergelijkbaar eindsituatie bodemonderzoek na het beëindigen van de betreffende activiteit. Het nulsituatie onderzoek moet ten minste duidelijkheid verstrekken over: - de locatie van bemonsteringspunten rekening houdend met de mobiliteit van de gebruikte stoffen en de locale grondwaterstroming; - de wijze waarop de betreffende stoffen moeten worden gedetecteerd, bemonsterd en geanalyseerd; - de bodemkwaliteit ter plaatse van bemonsteringslocaties. De door middel van nulsituatie onderzoek vastgelegde bodemkwaliteit geldt als uitgangspunt bij de beoordeling of ten gevolge van de betreffende activiteiten bodembelasting heeft plaatsgevonden en of bodemherstel nodig is. Voor het bodemonderzoek noodzakelijke werkzaamheden als vermeld in de Regeling bodemkwaliteit dienen te zijn uitgevoerd door een erkende instantie als bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit. Voor de inrichting zijn zoals in de aanvraag staat vermeld nog geen bodemonderzoeken uitgevoerd. Vóór aanleg van de nieuwe vloeistofdichte voorziening op het buitenterrein zal een nulsituatie bodemonderzoek voor het gehele terrein worden uitgevoerd. De inrichting is gelegen op een voormalige stortplaats. Dit is mogelijk van invloed op de wijze waarop het nulsituatie onderzoek uitgevoerd moet/kan worden. Bij het stellen van de voorschriften hebben wij hiermee rekening gehouden. X. AFVALWATER X.A. Het kader voor de bescherming tegen verontreiniging door de lozing van afvalwater Op de lozing van afvalwater op een openbaar riool is de "Instructieregeling lozingsvoorschriften milieubeheer" van toepassing. In het kader van deze regeling dienen voorschriften opgenomen te worden die gericht zijn op de kwaliteit en de kwantiteit van het te lozen bedrijfsafvalwater. Specifieke voorschriften gericht op de kwantiteit van het te lozen afvalwater zijn niet opgenomen. Getoetst is of de capaciteit van het rioolstelsel voldoende is om de te lozen hoeveelheid bedrijfsafvalwater af te voeren (zie onder 'Beoordeling en conclusie'). De aangevraagde activiteiten zijn tevens Wvo-vergunningplichtig. Op grond van de instructieregeling moet, indien een Wvo-vergunning is vereist of algemene voorschriften krachtens de Wvo gelden, voorschriften worden opgenomen die gericht zijn op de bescherming van het openbaar riool of de bij een zodanig openbaar riool behorende apparatuur. Verder moeten voorschriften opgenomen worden, die bepalen dat het afvalwater van dien aard moet zijn dat de kwaliteit van het rioolslib er niet door wordt aangetast zodat de verwerking van dit slib niet wordt belemmerd. De genoemde voorschriften zijn in deze beschikking opgenomen. X.B. De in de aanvraag opgenomen maatregelen en voorzieningen Het afvalwater van de wasplaats wordt in een slibvangput met olie-/benzineafscheider ontdaan van eventueel bezinkbare stoffen (zoals zand en slib) en drijvende componenten (zoals olie of brandstoffen). Na deze voorziening wordt het afvalwater via een monsterput via het bedrijfsvuilwaterriool op de gemeentelijke riolering geloosd. Voor het wassen van motorvoertuigen zijn in van het Activiteitenbesluit voorschriften opgenomen (Artikel 3.24 en 3.25). Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer 17 Beschikking d.d. 3 maart 2009/ nr. 2009INT238108

18 X.C. Beoordeling en conclusie De in de aanvraag vermelde maatregelen ter voorkoming en beperking van lozing van afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen, zullen leiden tot een acceptabel lozingsniveau, dat in overeenstemming is met genoemde doelstellingen. Wij achten deze situatie vergunbaar. Aan deze beschikking zijn uitsluitend de voorschriften voortvloeiend uit de "Instructieregeling lozingsvoorschriften milieubeheer" opgenomen. De voorschriften uit het Activiteitenbesluit hebben een directe werking. In de aanvraag is een lozing van afvalwater op het gemeentelijk rioolstelsel opgenomen. Aandachtspunt bij lozing van afvalwaterstromen op het gemeentelijk rioolstelsel is de hydraulische capaciteit van dit riool. Gelet op de omvang van de lozing in relatie tot deze hydraulische capaciteit bestaat er geen bezwaar tegen deze lozing. Dit blijkt uit contact dat wij hierover hebben opgenomen met de gemeente Zeist, zijnde de beheerder van dit rioolstelsel. XI. ENERGIE XI.A. Energieverbruik Het kader voor het beoordelen van energie in de milieuverguning Aanvrager wordt tot de minder grote energiegebruikende industrie gerekend. Daaronder vallen bedrijven met een jaarlijks energiegebruik van minder dan 0,5 PJ. Voor deze industrie zijn in het landelijk milieubeleid doelstellingen voor energiebesparing vastgelegd in het convenant Meerjarenafspraak Energie-efficiency (MJA-2), dat op 6 december 2001 is ondertekend door de ministers van EZ, LNV en VROM, het Interprovinciaal Overleg, de VNG, diverse betrokken Brancheorganisaties en Productschappen. De doelstellingen zijn gebaseerd op het idee dat de middelgrote energiegebruikende industrie, alle kosteneffectieve maatregelen treft waarbij het rendement tenminste 15% bedraagt (terugverdientijd tot en met 5 jaar). Beoordeling en conclusie Uit de aanvraag blijkt dat het jaarlijkse energieverbruik van aanvrager meer is dan kwh of m 3 aardgas (equivalenten) en de jaarlijkse energiekosten minder dan bedragen. Aanvrager is echter niet toegetreden tot een Meerjarenafspraak voor verbetering van de energieefficiency. Daarom zijn de Handreiking "Wegen naar preventie bij bedrijven" (Infomil, december 2005) en de Circulaire Energie in de milieuvergunning (InfoMil, oktober 1999) als uitgangspunt genomen bij de beoordeling van het aspect energie. Aanvrager heeft voldoende informatie verstrekt (beperkt energiebesparingsonderzoek) omtrent de omvang van het energiegebruik, de wijze waarop energie wordt gebruikt alsmede de wijze waarop het energiegebruik wordt vastgesteld en geregistreerd. Om de redelijkheid van energiebesparende maatregelen af te wegen wordt uitgegaan van een terugverdientijd tot en met 5 jaar. Realisatie van dergelijke maatregelen wordt van aanvrager verlangd. Hiertoe is aan deze beschikking een voorschrift verbonden. Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer 18 Beschikking d.d. 3 maart 2009/ nr. 2009INT238108

19 XII. VERRUIMDE REIKWIJDTE XII.A. Preventie (vervoer, water en afval) Een belangrijk onderdeel van de Wet milieubeheer is de 'verruimde reikwijdte'. Ter bescherming van het milieu is in de Wm gesteld dat een ieder er naar dient te streven de eventuele milieubelasting, die wordt veroorzaakt door zijn of haar activiteiten tot een minimum te beperken; dit met inzet van alle maatregelen die redelijkerwijs gevraagd kunnen worden. Op grond van de Wm moeten aan de vergunning voorschriften worden verbonden ter bescherming van het milieu, hetgeen onder meer betekent dat de aspecten watergebruik en het verkeer van en naar de inrichting in de vergunning moeten worden meegenomen. In de Handreiking 'Wegen naar preventie bij bedrijven; aanpak preventie in het kader van de Wet milieubeheer voor vervoer, water, afval en energie' worden handvaten gegeven voor uitvoering van de verruimde reikwijdte in vergunningverlening en handhaving. In deze beschikking zijn voornoemde aspecten, met inachtneming van de per aspect vastgestelde relevantiecriteria beoordeeld. Daarnaast hebben de provincies besloten om uitsluitend voor vervoer een aangepast relevantiecriterium te hanteren, te weten meer dan 500 werknemers en het niet aannemelijk zijn dat het bedrijf alle maatregelen getroffen heeft om de nadelige gevolgen voor het milieu ten gevolge van vervoer door medewerkers tegen te gaan. Gebleken is dat de relevantiecriteria voor vervoer, water en afval niet worden overschreden. Daarom wordt in deze beschikking verder geen aandacht besteed aan deze aspecten. XIII. AFVALSTOFFEN XIII.A. Overwegingen voor primaire ontdoeners van afvalstoffen Preventie In hoofdstuk 13 van het LAP is het beleid uitgewerkt voor afvalpreventie, waarbij paragraaf 13.5 specifiek ingaat op de aanpak van afvalpreventie bij bedrijven. Preventie van afval is een van de hoofddoelstellingen van het afvalstoffenbeleid. Op welke wijze invulling kan worden gegeven aan preventie is beschreven in de handreiking 'Wegen naar preventie bij bedrijven' (Infomil 2005). Uitgangspunt voor alle bedrijven is dat het ontstaan van afval zoveel mogelijk moet worden voorkomen of beperkt. De handreiking hanteert ondergrenzen die de relevantie van afvalpreventie bepalen. Hierin wordt gesteld dat afvalpreventie relevant is wanneer er jaarlijks meer dan 25 ton (niet gevaarlijk) bedrijfsafval en/of meer dan 2,5 ton gevaarlijk afval binnen de inrichting vrijkomt. Onderhavige inrichting betreft een inrichting waar afvalstoffen worden geaccepteerd, opgeslagen, gesorteerd een eventueel fysisch bewerkt. Bij deze handelingen/bewerkingen ontstaan geen nieuwe afvalstoffen. De afvalstoffen die ontstaan zijn reeds onderdeel van de geaccepteerde partijen en bestaan in hoofdzaak uit hout, kunststoffen, papier en karton. Processen waarbij relevante hoeveelheden nieuwe afvalstoffen ontstaan, vinden niet plaats binnen de inrichting. Wij hebben daarom in deze beschikking verder geen aandacht besteed aan de preventie van afvalstoffen. Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer 19 Beschikking d.d. 3 maart 2009/ nr. 2009INT238108

20 Afvalscheiding In hoofdstuk 14 van deel 1 van het LAP is het beleid uitgewerkt voor afvalscheiding, waarbij paragraaf 14.4 specifiek ingaat op afvalscheiding door bedrijven. Daarbij is aangegeven dat het voor bedrijfsafval niet goed mogelijk is om een limitatieve opsomming te maken van afvalstoffen die door alle bedrijven gescheiden moet worden gehouden. Bedrijven verschillen van aard en omvang veel van elkaar en er bestaat een groot aantal bedrijfsspecifieke afvalstoffen. Uitgangspunt is dat bedrijven verplicht zijn alle afvalstoffen te scheiden, gescheiden te houden en gescheiden af te geven, tenzij dat redelijkerwijs niet van hen kan worden gevergd. Uit de aanvraag blijkt dat binnen de inrichting de volgende afvalstoffen, waarvan in het LAP is aangegeven dat er omstandigheden kunnen zijn dat scheiding daarvan redelijkerwijs van een bedrijf kan worden gevergd, vrijkomen: Gevaarlijke afvalstoffen (oliefilters, afgewerkte olie en olie/water/slib); Asbest; Papier en karton; Folie; Kunststoffen (25 kilogram per week); Houten pallets (5 pallets). Op basis van het gestelde in de aanvraag achten wij het in voorliggende situatie daarom redelijk van vergunninghoudster afvalscheiding voor deze afvalstoffen te verlangen. XIII.B. Overwegingen voor afvalverwerkers Doelmatig beheer van afvalstoffen Op grond van artikel 8.10 Wm kan de Wm-vergunning in het belang van de bescherming van het milieu worden geweigerd. Onderdeel van het begrip "bescherming van het milieu" is de zorg voor de doelmatig beheer van afvalstoffen. In artikel 1.1 Wm is aangegeven wat moet worden verstaan onder het doelmatig beheer van afvalstoffen. Op grond hiervan moeten wij rekening houden met het geldende afvalbeheersplan dan wel het bepaalde in de artikelen 10.4 en 10.5 van de Wm (artikel van de Wm). In het bedoelde afvalbeheersplan (het Landelijk Afvalbeheerplan , hierna aangeduid als het LAP) is het afvalstoffenbeleid neergelegd. Op grond van de Wm dient het LAP als toetsingskader voor het beslissen op aanvragen om een Wmvergunning voor zover deze betrekking heeft op afvalbeheer. De hoofdlijnen van het beleid zijn vastgelegd in deel 1 van het LAP, het Beleidskader. De doelstellingen van het LAP geven invulling aan de voorkeursvolgorde voor afvalbeheer zoals die in artikel 10.4 van de Wm is opgenomen en die is samen te vatten als: het stimuleren van preventie van afvalstoffen; het stimuleren van hergebruik/nuttige toepassing van afvalstoffen door het promoten van afvalscheiding aan de bron en nascheiding van afvalstromen; door afvalscheiding wordt producthergebruik en materiaalhergebruik (nuttige toepassing) mogelijk en wordt de hoeveelheid afvalstoffen die moet worden gestort of in een afvalverbrandingsinstallatie (AVI) moet worden verbrand beperkt; het optimaal benutten van de energie-inhoud van afval dat niet kan worden hergebruikt (nuttig toepassen als brandstof). In de toelichting van deel 2 van het LAP is in de paragraaf "Algemene bepalingen bij vergunningverlening" aangegeven op welke wijze het bevoegd gezag bij het beoordelen van een vergunningaanvraag voor het inzamelen, bewaren en be- en verwerken van afvalstoffen rekening moeten houden met een aantal algemene bepalingen aangaande het LAP. Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer 20 Beschikking d.d. 3 maart 2009/ nr. 2009INT238108

Beschikking Wet milieubeheer

Beschikking Wet milieubeheer Beschikking Wet milieubeheer Besluit van burgemeester en wethouders van Woensdrecht. Datum beschikking: 16-12-2008 Onderwerp aanvraag Op 3 juli 2008 is een aanvraag om vergunning ingevolge de Wet milieubeheer

Nadere informatie

Reinigingsbedrijf Midden Nederland. Soest

Reinigingsbedrijf Midden Nederland. Soest Afdeling Vergunningverlening BESCHIKKING van GS van Utrecht Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 16 oktober 2007 Team Milieubeheer Nummer

Nadere informatie

I. BESLISSING HET VERZOEK. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van het verzoek en de inrichting

I. BESLISSING HET VERZOEK. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van het verzoek en de inrichting Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 26 mei 2009 Team Milieubeheer Nummer 2009INT242647

Nadere informatie

Beslissing. De aanvraag

Beslissing. De aanvraag Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 23 september 2008 Team Milieubeheer Nummer

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 31 januari 2008 bij hen ingekomen aanvraag van gemeente Drimmelen om een vergunning krachtens artikel 8.1 Wet milieubeheer voor het veranderen

Nadere informatie

Afdeling Vergunningen

Afdeling Vergunningen Afdeling Vergunningen BESCHIKKING van GS van Utrecht Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 19 januari 2010 Team Milieubeheer Nummer 2010INT255154

Nadere informatie

I. BESLISSING DE WIJZIGING. II.A. Beschrijving van de inrichting

I. BESLISSING DE WIJZIGING. II.A. Beschrijving van de inrichting Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 20 januari 2009 Team Milieubeheer Nummer 2009INT236163

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR H. SMIT V.O.F. SCHROOT- EN METAALHANDEL TE BORGER

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR H. SMIT V.O.F. SCHROOT- EN METAALHANDEL TE BORGER ONTWERP Assen, @ Ons kenmerk @ Behandeld door mevrouw S. Stoetman (0592) 36 58 78 Onderwerp: Ontwerpbesluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor H. Smit v.o.f. Schroot- en Metaalhandel te Borger ONTWERPBESLUIT

Nadere informatie

I. BESLISSING. I.A. Algemeen

I. BESLISSING. I.A. Algemeen Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 10 november 2009 Team Milieubeheer Nummer 2009INT250700

Nadere informatie

De inrichting is gelegen aan De Schans nummers 14 en 16 te Soest, kadastraal bekend gemeente Soest, sectie A, nummers 5385 en 5387.

De inrichting is gelegen aan De Schans nummers 14 en 16 te Soest, kadastraal bekend gemeente Soest, sectie A, nummers 5385 en 5387. Afdeling Vergunningverlening BESCHIKKING van GS van Utrecht Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 10 juni 2008 Team Milieubeheer Nummer

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 10 mei 2006 bij hen ingekomen aanvraag van Van Gansewinkel Nederland BV aan Spaarpot 6 te Geldrop om een vergunning krachtens artikel 8.1

Nadere informatie

I. BESLISSING DE AANVRAAG. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van de aanvraag

I. BESLISSING DE AANVRAAG. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van de aanvraag Afdeling Vergunningverlening BESCHIKKING van GS van Utrecht Aan: Wolfswinkel Reiniging B.V. Haarweg 19 3953 BG Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl

Nadere informatie

I. BESLISSING. I.A. Algemeen

I. BESLISSING. I.A. Algemeen Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 26 januari 2010 Team Milieubeheer Nummer 2010INT255457

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2015367/2717248 op de op 9 februari 2011 bij hen ingekomen aanvraag van Loon- en grondverzetbedrijf W. Arts BV, om vergunning

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant a. op de op 17 november 2004 bij hen ingekomen aanvraag van Gebr. Aldenzee aan Ampèrestraat 7 te Deurne om een vergunning krachtens de Wet milieubeheer

Nadere informatie

I. BESLISSING DE AANVRAAG. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van de aanvraag

I. BESLISSING DE AANVRAAG. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van de aanvraag Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 09 juni 2009 Team Milieubeheer Nummer 2009INT242810

Nadere informatie

tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat

tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant c2ļ2223073472392 Van Gansewinkel Milieutechniek BV, Middenweg 15 te Moerdijk. t9mgevingsdí'm.sŕÿ Midden-

Nadere informatie

(ontwerp) MAATWERKBESLUIT. Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit)

(ontwerp) MAATWERKBESLUIT. Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) (ontwerp) MAATWERKBESLUIT Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) Virol Metaal B.V. (Locatie: Kartonbaan 29 te Winschoten) Groningen, 28 mei 2013 Nr. 2013-20.456 Zaaknr.

Nadere informatie

Beslissing. De aanvraag. Beschrijving van de aanvraag

Beslissing. De aanvraag. Beschrijving van de aanvraag Afdeling Vergunningverlening BESCHIKKING van GS van Utrecht Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 30 maart 2010 Team Milieubeheer Nummer

Nadere informatie

I. SAMENVATTING BESLUIT

I. SAMENVATTING BESLUIT Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESLUIT van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 16 november 2010 Team Milieubeheer Nummer 8087955C

Nadere informatie

Kadastrale ligging: Mestbassins: Gem. Coevorden, Dalen Sectie H nr. 485

Kadastrale ligging: Mestbassins: Gem. Coevorden, Dalen Sectie H nr. 485 Bijlage 1: Overwegingen m.b.t. art. 2.1 lid 1 onder e Wabo (milieu) Bijlage behorende bij de omgevingsvergunning: Nummer: 20110227/129546 Bedrijfsgegevens Naam: Mts IJken Adres: Middendorp 17 Plaats: Wachtum

Nadere informatie

Beschikking maatwerkvoorschriften

Beschikking maatwerkvoorschriften Wet milieubeheer Beschikking maatwerkvoorschriften Inrichtingdrijver : Kuehne + Nagel Logistics B.V. Activiteiten van de inrichting : 2e fase maatwerk Locatie : Lippestraat 15 te Zwolle Datum beschikking

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Ontwerpbeschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : Van Gansewinkel Nederland B.V. Aangevraagde activiteiten : Ambtshalve wijziging in verband met IPPC toets Locatie

Nadere informatie

I. BESLISSING DE MELDING. II.A. Beschrijving van de melding en de inrichting

I. BESLISSING DE MELDING. II.A. Beschrijving van de melding en de inrichting Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 3 maart 2009 Team Milieubeheer Nummer 2009INT238015

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2140613/3540209 op aanvraag om een omgevingsvergunning ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) van Van Gansewinkel

Nadere informatie

I. BESLISSING DE AANVRAAG. II.A. Beschrijving van de aanvraag

I. BESLISSING DE AANVRAAG. II.A. Beschrijving van de aanvraag Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 16 juni 2009 Team Milieubeheer Nummer 2009INT243836

Nadere informatie

Gelet op het bepaalde in de Wet milieubeheer besluiten wij dat:

Gelet op het bepaalde in de Wet milieubeheer besluiten wij dat: Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 Fax 030-2583140 www.provincie-utrecht.nl Datum 26 augustus 2008 Team Milieubeheer

Nadere informatie

Aanmeldnotitie Besluit Mer

Aanmeldnotitie Besluit Mer Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Aanmeldnotitie Besluit Mer Geerlings Metaalrecycling BV te Venlo Zaaknummer 2012-0164 d.d. 5 april 2012 Verzonden: INHOUDSOPGAVE 1 Besluit 3 2 Procedure 4 2.1

Nadere informatie

beroepsmogelijkheid veranderingsvergunning IEH Group B.V. te Mijdrecht

beroepsmogelijkheid veranderingsvergunning IEH Group B.V. te Mijdrecht Afdeling Vergunningverlening BESCHIKKING van GS van Utrecht Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 5 februari 2008 Team Milieubeheer Nummer

Nadere informatie

Gelet op het bepaalde in de Wet milieubeheer besluiten wij dat:

Gelet op het bepaalde in de Wet milieubeheer besluiten wij dat: Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 Fax 030-2583140 www.provincie-utrecht.nl Datum 20 mei 2008 Team Milieubeheer Nummer

Nadere informatie

I. SAMENVATTING BESLUIT

I. SAMENVATTING BESLUIT Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 16 maart 2010 Team Milieubeheer Nummer 2010INT257437

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op het op 14 augustus 2007 bij hen ingekomen verzoek van Gebr. Van Vijfeijken BV aan de Helmondsingel 131 te Deurne om wijziging van de op 21 september

Nadere informatie

De inrichting is gelegen aan de Bobinestraat 2A te Veenendaal, kadastraal bekend gemeente Veenendaal, sectie E nummer 711.

De inrichting is gelegen aan de Bobinestraat 2A te Veenendaal, kadastraal bekend gemeente Veenendaal, sectie E nummer 711. Dienst water en milieu BESCHIKKING van GS van Utrecht Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 Fax 030-2583140 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 18 juli 2006 Sector V&H/Ketenbeheer

Nadere informatie

I. BESLISSING HET VERZOEK. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van het verzoek en de inrichting

I. BESLISSING HET VERZOEK. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van het verzoek en de inrichting Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 15 september 2009 Team Milieubeheer Nummer 2009INT247161

Nadere informatie

I. BESLISSING. I.A. Algemeen

I. BESLISSING. I.A. Algemeen Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl BESCHIKKING van GS van Utrecht Datum 11 augustus 2009 Team Milieubeheer Nummer 2009INT246153

Nadere informatie

I. SAMENVATTING ONTWERP BESLUIT

I. SAMENVATTING ONTWERP BESLUIT Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht ONTWERP-BESLUIT van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 14 december 2010 Team Milieubeheer Nummer

Nadere informatie

TEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Ingevolge artikel 8.24 Wet milieubeheer 1 FEITEN

TEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Ingevolge artikel 8.24 Wet milieubeheer 1 FEITEN BESCHIKKING D.D. 4 DECEMBER 2009 TEERDE STATEN VAN GELDERLAND - NR. MPM18173/2009-015262 VAN GEDEPU- Ingevolge artikel 8.24 Wet milieubeheer 1 FEITEN Onderwerp aanvraag Op 10 augustus 2009 hebben wij een

Nadere informatie

(ONTWERP) VERGUNNING WET MILIEUBEHEER

(ONTWERP) VERGUNNING WET MILIEUBEHEER (ONTWERP) VERGUNNING WET MILIEUBEHEER verleend aan Inverko Plastics B.V. / Poly Grind het veranderen van de bedrijfstijden (Locatie: Leek) Groningen, mei 2010 Nr. 2010-31268 Procedure nr. Inhoudsopgave

Nadere informatie

Bijlage 2: Maatwerkbeleid in het kader van het Activiteitenbesluit

Bijlage 2: Maatwerkbeleid in het kader van het Activiteitenbesluit Bijlage 2: Maatwerkbeleid in het kader van het Activiteitenbesluit Deze bijlage maakt deel uit van de Beleidsregel VTH 2016 provincie Groningen Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze beleidsregel

Nadere informatie

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WET MILIEUBEHEER VOOR CUBRI PALLET- EN HANDELSMIJ BV TE SCHOONEBEEK

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WET MILIEUBEHEER VOOR CUBRI PALLET- EN HANDELSMIJ BV TE SCHOONEBEEK Assen, 31 mei 2010 Ons kenmerk DO/2010007053 Behandeld door mevrouw S. Stoetman (0592) 36 58 78 Onderwerp: Besluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor Cubri Pallet- en Handelsmij BV te Schoonebeek

Nadere informatie

MAATMERKVOORSCHRIFT WET MILIEUBEHEER

MAATMERKVOORSCHRIFT WET MILIEUBEHEER Gemeente Emmen, dienst Publiek, afdeling Vergunningen. MAATMERKVOORSCHRIFT WET MILIEUBEHEER betreffende Europaweg 17a te Nieuw Schoonebeek I. Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer Melding

Nadere informatie

Tabel 1 Grenswaarden maatgevende stoffen Wet luchtkwaliteit stof toetsing van grenswaarde geldig stikstofdioxide (NO 2 )

Tabel 1 Grenswaarden maatgevende stoffen Wet luchtkwaliteit stof toetsing van grenswaarde geldig stikstofdioxide (NO 2 ) Luchtkwaliteit 1.1. Toetsingskader Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen De Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen (ook wel Wet luchtkwaliteit genoemd, Wlk) bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. het in gebruik nemen van een nieuwe voorbreker ter vervanging van de huidige. milieuneutraal veranderen van een inrichting

OMGEVINGSVERGUNNING. het in gebruik nemen van een nieuwe voorbreker ter vervanging van de huidige. milieuneutraal veranderen van een inrichting OMGEVINGSVERGUNNING voor: het in gebruik nemen van een nieuwe voorbreker ter vervanging van de huidige. activiteiten: milieuneutraal veranderen van een inrichting verleend aan: Berger Recycling B.V. locatie:

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Ontwerpbeschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : IJsbeer Energie Steenwijk B.V. Aangevraagde activiteiten : Gedeeltelijke intrekking omgevingsvergunning voor wat

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2052623/2898163 op de op 25 oktober 2011 bij hen ingekomen aanvraag van H. de Kok Metaal- en Schroothandel, om vergunning

Nadere informatie

Actualisatie Toets luchtkwaliteit bestemmingsplan Spijkvoorder Enk

Actualisatie Toets luchtkwaliteit bestemmingsplan Spijkvoorder Enk Gemeente Deventer Actualisatie Toets luchtkwaliteit bestemmingsplan Spijkvoorder Enk Datum 31 augustus 2009 DVT352/Cps/1543 Kenmerk Eerste versie 1 Inleiding De gemeente Deventer is bezig met de planvorming

Nadere informatie

I. BESLISSING DE AANVRAAG. II.A. Beschrijving van de aanvraag

I. BESLISSING DE AANVRAAG. II.A. Beschrijving van de aanvraag Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 10 februari 2009 Team Milieubeheer Nummer 2009INT235588

Nadere informatie

Dienst water en milieu

Dienst water en milieu Dienst water en milieu BESLUIT Jan van Schie B.V. ter attentie van de heer G. van Schie Constructieweg 100 3641 SP Mijdrecht Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 Fax 030-2583140

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor het milieuneutraal veranderen. Sappi Maastricht B.V.

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor het milieuneutraal veranderen. Sappi Maastricht B.V. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Omgevingsvergunning voor het milieuneutraal veranderen. Sappi Maastricht B.V. te Maastricht Zaaknummer: 2017-206587 Kenmerk: 2018/2142 d.d. 11 januari 2018

Nadere informatie

Ontwerp omgevingsvergunning UV

Ontwerp omgevingsvergunning UV Ontwerp omgevingsvergunning UV 20150044 Aanvraag Op 13 april 2015 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het veranderen van een rundveehouderij op het adres Stokershorst 5 te Nederweert-Eind.

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V.

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning voor de activiteit milieuneutraal veranderen Rockwool B.V. te Roermond Zaaknummer: 2015-1985 Kenmerk: 2016/48004 d.d. 23 juni 2016 Verzonden:

Nadere informatie

M.E.R. beoordelingsbesluit

M.E.R. beoordelingsbesluit 1 1 NOV 1014 r. OMGEVINGSDIENST FLEVOLAND & GOOI EN VECHTSTREEK M.E.R. beoordelingsbesluit Schenk Recycling B.V. Bolderweg 22, 1332 AV Almere rd" 11111. OMGEVINGSDIENST FLrvoLArmo 6 GOOI EN Vr.-. TTTTTT

Nadere informatie

I. BESLISSING DE MELDING. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van de melding en de inrichting

I. BESLISSING DE MELDING. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van de melding en de inrichting Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 23 maart 2010 Team Milieubeheer Nummer 808223BE

Nadere informatie

De inrichting is gelegen aan de Caledoniastraat 9 en 13 te Tilburg, kadastraal bekend: gemeente Tilburg, sectie F, nummer 5343 en 5191.

De inrichting is gelegen aan de Caledoniastraat 9 en 13 te Tilburg, kadastraal bekend: gemeente Tilburg, sectie F, nummer 5343 en 5191. BESCHIKKING Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl www.brabant.nl Bank ING 67.45.60.043 Brabants Afval Team Postbus 3223 5003 DE

Nadere informatie

De inrichting is gelegen aan de Nijverheidsweg-Noord 135 te Amersfoort, kadastraal bekend, gemeente Amersfoort, sectie D, nummer 9194.

De inrichting is gelegen aan de Nijverheidsweg-Noord 135 te Amersfoort, kadastraal bekend, gemeente Amersfoort, sectie D, nummer 9194. Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 25 november 2008 Team Milieubeheer Nummer 2008INT229336

Nadere informatie

op grond van artikel 8.22 van de Wet milieubeheer (Wm) actualiseren.

op grond van artikel 8.22 van de Wet milieubeheer (Wm) actualiseren. Dienst Water en Milieu Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESLUIT Tel. 030-2589111 Fax 030-2583140 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 25 januari 2005 Sector V&H/ketenbeheer Nummer 2005WEM000164i

Nadere informatie

GEDEPUTEERDE STATEN DER PROVINCIE GRONINGEN

GEDEPUTEERDE STATEN DER PROVINCIE GRONINGEN GEDEPUTEERDE STATEN DER PROVINCIE GRONINGEN Groningen, 2 oktober 2001 Nr. 2001-16006/40, RMM Verzonden: 10 oktober 2001 Beslissen bij dit besluit op de aanvraag tot het veranderen van de vergunning ingevolge

Nadere informatie

Eenheid Klant - Bouwen, Wonen & Ondernemen. Vormvrije Mer beoordeling

Eenheid Klant - Bouwen, Wonen & Ondernemen. Vormvrije Mer beoordeling Eenheid Klant - Bouwen, Wonen & Ondernemen Datum : 17 september 2013 Onderwerp : Vormvrije Mer beoordeling Opsteller : Arie Johannes Vormvrije Mer beoordeling Inleiding Op 2 september 2013 is een aanvraag

Nadere informatie

De inrichting is gelegen aan Groot Mijdrechtstraat te Mijdrecht, kadastraal bekend Gemeente Mijdrecht, sectie B, nr

De inrichting is gelegen aan Groot Mijdrechtstraat te Mijdrecht, kadastraal bekend Gemeente Mijdrecht, sectie B, nr Afdeling Vergunningverlening BESCHIKKING van GS van Utrecht Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 12 augustus 2008 Team Milieubeheer Nummer

Nadere informatie

I. BESLISSING DE MELDING. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van de melding en de inrichting

I. BESLISSING DE MELDING. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van de melding en de inrichting Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 28 april 2009 Team Milieubeheer Nummer 2009INT241154

Nadere informatie

N204 - reconstructie ter hoogte van Linschoten. Luchtkwaliteitsonderzoek

N204 - reconstructie ter hoogte van Linschoten. Luchtkwaliteitsonderzoek N204 - reconstructie ter hoogte van Linschoten Luchtkwaliteitsonderzoek N204 - reconstructie ter hoogte van Linschoten Luchtkwaliteitsonderzoek Rapportnummer: 20155031.R04.V01 Document: 14067 Status: definitief

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm VOORSCHRIFTEN behorende bij de veranderingsvergunning Wm betreffende het voornemen tot het reinigen van afvalwater van derden in de bestaande Biologische Voorzuivering Installatie (BVZI) Attero Noord BV

Nadere informatie

Afdeling Vergunningverlening

Afdeling Vergunningverlening Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 Fax 030-2583140 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 9 oktober 2007 Team VV

Nadere informatie

L 328/32 Publicatieblad van de Europese Unie BIJLAGE A

L 328/32 Publicatieblad van de Europese Unie BIJLAGE A L 328/32 Publicatieblad van de Europese Unie 6.12.2008 BIJLAGE A Lijst van communautaire wetgeving vastgesteld overeenkomstig het EG-Verdrag waarvan schending een wederrechtelijk handelen in de zin van

Nadere informatie

Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3)

Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3) Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3) 1 Veranderingen Beschrijf de voorgenomen veranderingen van de inrichting. 1. De volgende afvalwaterstromen

Nadere informatie

Afbeelding 1.1. Situering emplacement Rouaanstraat 2. TOETSINGSKADER

Afbeelding 1.1. Situering emplacement Rouaanstraat 2. TOETSINGSKADER Afbeelding 1.1. Situering emplacement Rouaanstraat 2. TOETSINGSKADER In de Wet milieubeheer titel 5.2 ( Wet luchtkwaliteit ) zijn luchtkwaliteiteisen opgenomen voor luchtverontreinigende stoffen in de

Nadere informatie

Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren

Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren Nummer : 2009.09833V Venlo, Bijlage(n) : Het Dagelijks Bestuur heeft op 12 augustus 2009 een aanvraag om vergunning op grond van de Wet verontreiniging

Nadere informatie

Reconstructie N226 ter hoogte van de Hertekop. Luchtkwaliteitsonderzoek

Reconstructie N226 ter hoogte van de Hertekop. Luchtkwaliteitsonderzoek Reconstructie N226 ter hoogte van de Hertekop Luchtkwaliteitsonderzoek Reconstructie N226 ter hoogte van de Hertekop Luchtkwaliteitsonderzoek Rapportnummer: 20165415.R02.V01 Document: 14209 Status: definitief

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR DE MILIEUSTRAAT GEMEENTE MIDDEN-DRENTHE, EURSING 2A TE BEILEN

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR DE MILIEUSTRAAT GEMEENTE MIDDEN-DRENTHE, EURSING 2A TE BEILEN ONTWERP Assen, @ Ons kenmerk @ Behandeld door mevrouw Y. Oostelbos (0592) 36 58 78 Onderwerp: Ontwerpbesluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor de Milieustraat gemeente Midden-Drenthe, Eursing 2a

Nadere informatie

INTREKKING VERGUNNING

INTREKKING VERGUNNING INTREKKING VERGUNNING verleend door College van B&W van de gemeente Groningen op 15 augustus 1984 INGEVOLGE DE WET MILIEUBEHEER VOOR het uitbreiden en wijzigen van de inrichting aan de Oude Roodehaansterweg

Nadere informatie

Luchtkwaliteit aansluiting. 2 rotondes Hamelandweg

Luchtkwaliteit aansluiting. 2 rotondes Hamelandweg aansluiting 2 rotondes Hamelandweg te Lichtenvoorde Versie opdrachtgever Gemeente Oost Gelre Postbus 17 7130 AA Lichtenvoorde auteur drs. A.D. Postma INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... I SAMENVATTING... 1

Nadere informatie

I. BESLISSING. I.A. Algemeen

I. BESLISSING. I.A. Algemeen Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 15 september 2009 Team Milieubeheer Nummer 2009INT247784

Nadere informatie

(ONTWERP) AMBTSHALVE WIJZIGING VERGUNNING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT

(ONTWERP) AMBTSHALVE WIJZIGING VERGUNNING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT (ONTWERP) AMBTSHALVE WIJZIGING VERGUNNING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT Verleend Aan Top Trans Holding BV (Locatie: Industrie 16 te Noordhorn) Groningen, april 2012 Nr. 2011-17266 Zaaknummer:

Nadere informatie

De inrichting is gelegen aan Nijverheidsweg 12 te Maarssen, kadastraal bekend onder gemeente Maarssen, sectie A, nummer 3835 gedeeltelijk.

De inrichting is gelegen aan Nijverheidsweg 12 te Maarssen, kadastraal bekend onder gemeente Maarssen, sectie A, nummer 3835 gedeeltelijk. Afdeling Vergunningverlening BESCHIKKING van GS van Utrecht Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 5 februari 2008 Team Milieubeheer Nummer

Nadere informatie

I. BESLISSING. I.A. Algemeen

I. BESLISSING. I.A. Algemeen Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 6 oktober 2009 Team Milieubeheer Nummer 2009INT248511

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Ontwerpbeschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : Rodepa Holding B.V. / De Pauw Recycling B.V./ Rodepa Plastics B.V. Aangevraagde activiteiten : Gedeeltelijk intrekken

Nadere informatie

De inrichting is gelegen aan de Graanweg 17 te Moerdijk, kadastraal bekend Klundert, sectie C, nummer 1995.

De inrichting is gelegen aan de Graanweg 17 te Moerdijk, kadastraal bekend Klundert, sectie C, nummer 1995. BESCHIKKING Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl www.brabant.nl Bank ING 67.45.60.043 Postbank 1070176 MCS Moerdijk Cargo Services

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WET MILIEUBEHEER VOOR NV AREA REINIGING TE HOOGEVEEN

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WET MILIEUBEHEER VOOR NV AREA REINIGING TE HOOGEVEEN ONTWERP Assen, @ Ons kenmerk @ Behandeld door mevrouw S. Stoetman (0592) 36 58 78 Onderwerp: Ontwerpbesluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor NV Area Reiniging te Hoogeveen ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE

Nadere informatie

Waternet Groengas-installatie p/a Rho adviseurs voor leefruimte t.a.v de heer S. van Vessem Delftseplein 27b 3013AA Rotterdam

Waternet Groengas-installatie p/a Rho adviseurs voor leefruimte t.a.v de heer S. van Vessem Delftseplein 27b 3013AA Rotterdam Bezoekadres Ebbehout 31 1507 EA Zaandam Waternet Groengas-installatie p/a Rho adviseurs voor leefruimte t.a.v de heer S. van Vessem Delftseplein 27b 3013AA Rotterdam Postbus 209 1500 EE Zaandam www.odnzkg.nl

Nadere informatie

Zaaknummer: Vergunninghouder: S. van Dusschoten Projectomschrijving het oprichten van een hondenschool. Overwegingen ruimtelijke ordening

Zaaknummer: Vergunninghouder: S. van Dusschoten Projectomschrijving het oprichten van een hondenschool. Overwegingen ruimtelijke ordening Zaaknummer: 701520 Vergunninghouder: S. van Dusschoten Projectomschrijving het oprichten van een hondenschool Overwegingen ruimtelijke ordening Activiteit strijd gebruik gronden of bouwwerken (art. 2.1

Nadere informatie

L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit

L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit 73 Bijlage L Indicatieve bepaling effect alternatieven N 377 op luchtkwaliteit Inleiding De provincie Overijssel is voornemens de N 377 Lichtmis Slagharen (verder

Nadere informatie

ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wet milieubeheer 1 AANPASSING VERGUNNING 1.1 Algemeen Op 20 februari 2008 hebben wij het voornemen kenbaar gemaakt tot (ambtshalve) wijziging over

Nadere informatie

Uitbreiding. Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Planning & Strategy

Uitbreiding. Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Planning & Strategy Notitie / Memo Aan: De heer J. Twigt Van: Ramon Nieborg Datum: 10-Dec-15 Kopie: De heer A.J.M. Kroon Ons kenmerk: P&SBD6831-100-151N001F01 Classificatie: Open HaskoningDHV Nederland B.V. Planning & Strategy

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. LUMARO Beheer B.V.

OMGEVINGSVERGUNNING. LUMARO Beheer B.V. OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan LUMARO Beheer B.V. ten behoeve van de activiteit het milieuneutraal veranderen van de inrichting "opslag van afgewerkte olie in een tank en opslag van diesel in IBC's "

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Industrieweg 16 te Noordhorn. datum besluit: 13 oktober 2017

OMGEVINGSVERGUNNING. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Industrieweg 16 te Noordhorn. datum besluit: 13 oktober 2017 OMGEVINGSVERGUNNING voor: het wijzigen van een inrichting bedoeld voor het op- en overslaan en bewerken van afvalstoffen van derden en op- en overslaan van gevaarlijke afvalstoffen van meer dan 50 ton.

Nadere informatie

Beschikking maatwerkvoorschriften

Beschikking maatwerkvoorschriften Wet milieubeheer Beschikking maatwerkvoorschriften Inrichtingdrijver : Autobedrijf Westerhof VOF Activiteiten van de inrichting : Autodemontagebedrijf Locatie : Zwaferinksweg 5 te Losser Datum beschikking

Nadere informatie

ODMH Omgevingsdienst Midden-Holland

ODMH Omgevingsdienst Midden-Holland WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT BESCHIKKING MILIEUASPECT INRICHTINGEN (artikel 3.10 lid 3 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) Datum Nummer aanvraag Gegevens aanvrager Naam aanvrager Postbus

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant om op verzoek van vergunninghoudster de op 11 mei 1999 aan Georgia-Pacific Nederland BV, Lange Linden 22 te Katwijk verleende Wm-vergunning voor een

Nadere informatie

HaskoningDHV Nederland B.V. MEMO. : Provincie Overijssel : Tijmen van de Poll : Jorrit Stegeman

HaskoningDHV Nederland B.V. MEMO. : Provincie Overijssel : Tijmen van de Poll : Jorrit Stegeman MEMO Aan : Provincie Overijssel Van : Tijmen van de Poll Kopie : Jorrit Stegeman Dossier : 9Y3469-0A0-1 Project : Kruispunt N377/Sluis 4 Betreft : Toetsing luchtkwaliteitseisen Wm Ons kenmerk : AM-AF20130596

Nadere informatie

Geluidsbeheersplan. Bedrijfsterrein Rijnhoek Bodegraven. Rapportnummer: Gouda, 23 februari Behandeld door: Mw. G.E.M.

Geluidsbeheersplan. Bedrijfsterrein Rijnhoek Bodegraven. Rapportnummer: Gouda, 23 februari Behandeld door: Mw. G.E.M. Geluidsbeheersplan Bedrijfsterrein Rijnhoek Bodegraven Rapportnummer: 0300401 Gouda, 23 februari 2004 Behandeld door: Mw. G.E.M. van Opstal Rapport 0300401 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Doel van het

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V. te Roermond

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V. te Roermond Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning Activiteit milieuneutraal veranderen Rockwool B.V. te Roermond Zaaknummer: 2015-1632 Kenmerk: 2015/95267 d.d. 10 december 2015 Verzonden:

Nadere informatie

Afdeling Vergunningen

Afdeling Vergunningen Afdeling Vergunningen BESCHIKKING van GS van Utrecht Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 Fax 030-2582990 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 5 augustus 2008 Team Milieubeheer

Nadere informatie

*15.182956* 15.182956

*15.182956* 15.182956 omgevingsvergunning wijzigen van vergunningvoorschriften (ogv art 2.31 WABO) wijzigen van vergunningvoorschriften (ogv art 2.31 WABO) Beschikking 236848 *15.182956* 15.182956 ONTWERP-OMGEVINGSVERGUNNING

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde staten van Limburg. Van Gansewinkel B.V. te Venlo. Zaaknummer:

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde staten van Limburg. Van Gansewinkel B.V. te Venlo. Zaaknummer: Besluit van Gedeputeerde staten van Limburg Omgevingsvergunning Van Gansewinkel B.V. te Venlo Zaaknummer: 2014-0777 Kenmerk: 2014/51651 d.d. 25 september 2014 Verzonden: INHOUDSOPGAVE 1 Besluit 3 2 Procedure

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Aan: Yara Sluiskil B.V. Postbus 2 4540 AA Sluiskil Kenmerk: Afdeling: Vergunningverlening Datum: 26 juli 2017 Onderwerp: Omgevingsvergunning op grond

Nadere informatie

op grond van artikel 8.22 van de Wet milieubeheer (Wm) actualiseren.

op grond van artikel 8.22 van de Wet milieubeheer (Wm) actualiseren. Dienst Water en Milieu Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESLUIT Tel. 030-2589111 Fax 030-2583140 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 25 januari 2005 Sector V&H/ketenbeheer Nummer 2005WEM000158i

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2115819/3396575 op de op 18 februari 2013 ingekomen aanvraag van Martens beton BV aan het Innovatiepark 15 te Oosterhout

Nadere informatie

Pagina 1 van 14 Registratienummer: Z / D

Pagina 1 van 14 Registratienummer: Z / D Postbus 8035 5601 KA Eindhoven T: 088-369 03 69 I: www.odzob.nl Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 13 oktober 2016 bij hen ingekomen aanvraag van Suez Water NV te Venlo, om

Nadere informatie

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM FRIESLAND FOODS DOMO BEILEN TE BEILEN

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM FRIESLAND FOODS DOMO BEILEN TE BEILEN Assen, 18 februari 2009 Ons kenmerk DO/2009001842 Behandeld door mevrouw R.B. Dingemanse (0592) 36 58 36 Onderwerp: Besluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor Friesland Foods Domo Beilen te Beilen

Nadere informatie

De locatie is gelegen in Schalkwijk (gemeente Houten) kadastraal bekend: HTN04 I 414G. Het uitvlakken zal plaatsvinden op bovengenoemd perceel.

De locatie is gelegen in Schalkwijk (gemeente Houten) kadastraal bekend: HTN04 I 414G. Het uitvlakken zal plaatsvinden op bovengenoemd perceel. Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 14 juli 2009 Team Milieubeheer Nummer 2009INT245642

Nadere informatie