Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg"

Transcriptie

1 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg met specifieke Nederlandse referentiesteden Opdrachtgever: Tilburg Ambtelijk coördinator Robert Kint Afdeling Ruimte Auteurs: Prof. dr. ir. Bastiaan Zoeteman Ruben Smeets, MSc Joost Slabbekoorn Tilburg, 12 november 2013

2 Documentnummer: Warandelaan AB Tilburg Postbus LE Tilburg T F telos@uvt.nl

3 Inhoudsopgave Samenvatting 5 1 Achtergrond van de opdrachtverlening 9 2 Benchmarken van de duurzaamheid van Tilburg met die in andere referentiesteden Aanpak Onderzoeksmethode De gekozen voorraden en indicatoren De geselecteerde benchmarksteden Stappenplan 17 3 Tilburg in vergelijking met de Brabantse grote steden 19 4 Tilburg in vergelijking met de grootste steden van Nederland 21 5 De duurzaamheidscores van Tilburg en oude industriesteden 25 6 Duurzaamheiduitdagingen die Tilburg met andere gemeenten heeft 29 7 Specifieke duurzaamheiduitdagingen van Tilburg Sociale samenhang Onderwijs Kunst en cultuur Bodem en Grondwater Hinder en calamiteiten Grondstoffen Oppervlaktewater Infrastructuur en bereikbaarheid 37 8 Samenvatting en benchmarking van de laag scorende indicatoren Sterk van doelstelling afwijkende indicatoren van door Tilburg zelf aan te pakken voorraden Aantal vrijwilligers binnen de oude industriesteden Aantal voortijdige schoolverlaters binnen de oude industriesteden 40

4 8.4 Aantal musea binnen de oude industriesteden Overlast geluid binnen de oude industriesteden Ontsluiting hoofdwegen binnen de oude industriesteden Matig van doelstelling afwijkende indicatoren van door Tilburg zelf aan te pakken voorraden 43 9 Conclusies 45 Bijlage 1: Factsheets Duurzaamheidbenchmark Tilburg Sociaal-cultureel kapitaal 47 Sociale samenhang 47 Participatie 50 Kunst en cultuur 55 Gezondheid 58 Veiligheid 65 Woonomgeving 71 Onderwijs 77 Ecologisch kapitaal 84 Bodem en grondwater 84 Lucht 86 Hinder en calamiteiten 93 Oppervlaktewater 96 Natuur en landschap 98 Energie en klimaat 103 Grondstoffen 108 Economisch kapitaal 112 Arbeid 112 Ruimtelijke vestigingswaarden 117 Economische structuur 122 Infrastructuur en bereikbaarheid 128 Kennis 130 Overzicht gehanteerde bronnen 134 Bijlage 2: Scores van Tilburg op de indicatoren 135 Bijlage 3: Taartdiagrammen van alle duurzaamheidscores van Tilburg 2013 en ca. 4-5 jaar daarvoor 137 Bijlage 4: Vergelijking per indicator van Tilburg met de waarden bij de drie referentiegroepen (oude industriesteden, grote steden-g11 en de B5) 149 Bjilage 5: Namen leden stuurgroep en projectteam 153 4

5 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Samenvatting Tilburg scoort op door Telos gedefinieerde duurzaamheiddoelstellingen met een waarde van 45%.Dezelfde doelstellingen zijn ook gebruikt om referentie steden voor Tilburg te beoordelen. In Brabant scoren s-hertogenbosch (50%), Breda (49%) en Eindhoven (47%) beter, Helmond scoort lager (44%). De best scorende grote Nederlandse steden, Nijmegen en Almere, scoren met 51% beter dan Tilburg. s- Gravenhage (44%) en Rotterdam (42%) scoren lager. Het verschil in totaal score tussen 11 in deze studie betrokken grote Nederlandse steden varieert van 42-51%. Deze studie is opgezet om de duurzaamheidscore van Tilburg te benchmarken met die van de vier andere Brabantse grote steden en met de 10 andere grootste Nederlandse steden. Omdat Tilburg een verleden heeft als oude industriestad en de stad daar nog steeds de sporen van draagt, is Tilburg ook vergeleken met steden die een soortgelijk verleden hebben. In deze studie zijn betrokken 16 andere oude industriesteden, waarvan in 1930 meer dan 30% van de beroepsbevolking in de industrie/mijnbouw werkzaam was. Tilburg scoort te midden van de Brabantse 5 steden op de 4 e plaats, te midden van de 11 grootste Nederlandse steden op de 8 e /9 e plaats en binnen de groep 17 oude industriesteden op de 8e plaats. De duurzaamheid score is opgebouwd uit drie kapitalen: het economische, ecologische en sociaal-cultureel kapitaal. In onderstaande figuur zijn de scores van de 17 oude industriesteden vermeld en tevens de onderlinge verhoudingen van de drie kapitalen binnen de totaalscores. Binnen deze drie kapitalen scoort Tilburg het best op het economisch kapitaal. Tilburg weet zich uit zijn industriële verleden los te maken en is op weg om zich een nieuw profiel aan te meten. Elk van de drie kapitalen is opgebouwd uit 5-7 thematische voorraden. Tilburg doet het binnen de groep van de 17 oude industriesteden relatief goed bij de voorraden energie en klimaat (2e plaats na Rotterdam), arbeid (2e plaats na 5

6 Eindhoven), ruimtelijke vestigingsvoorwaarden en de voorraad kennis (beide 3e plaats) en woonomgeving (4e plaats). Temidden van de 11 onderzochte grote steden behoort Tilburg tot de top vier bij de voorraden lucht, energie en klimaat, participatie, veiligheid, woonomgeving en ruimtelijke vestigingsvoorwaarden. Tilburg onderscheidt zich binnen de benchmarksteden positief als klimaatinnoverende stad, stad voor nieuwe bedrijfsvestigingen en stad met een prettige woonomgeving. Tilburg heeft te maken met een aantal grootstedelijke uitdagingen. Hiertoe behoren onder meer problemen die zijn verbonden met de voorraden sociale samenhang, economische structuur en onderwijs. Tilburg heeft een aantal duurzaamheidvoorraden waarop het relatief laag scoort en zelf in beginsel maatregelen kan treffen om tot verbetering te komen. De voorraden waarvoor dit geldt zijn: Kunst en cultuur Bodem en grondwater Hinder en calamiteiten Grond (afval) stoffen Onderwijs Oppervlaktewater (kwaliteit) Infrastructuur en bereikbaarheid 6

7 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Een nadere analyse van deze voorraden leert dat er specifieke problemen zijn die door de indicatoren worden aangeduid en die zouden moeten worden aangepakt. De meest in het oog springende (rood kleurend) indicatoren zijn: Vrijwilligers Musea Overlast geluid Voortijdige schoolverlaters Ontsluiting hoofdwegen Bij de ontsluiting van hoofdwegen vertoont Tilburg in de groep oude industriesteden de laagste score. Daarbij moet worden bedacht dat de laatste ontwikkelingen, zoals de aanleg van de tangent, nog niet in de meest recente CBS gegevens zijn verwerkt. Daarnaast zijn er een aantal andere indicatoren die duiden op het nog ver verwijderd zijn van de duurzaamheiddoelen (oranje gekleurde indicatoren): arme huishoudens, sociale cohesie, podiumkunsten, rijksmonumenten, bodemsanering, mestafzet op het land, overlast door stank-stof-vuil. Ook vallen hieronder de grondstoffen indicatoren (huishoudelijk en GFT-afval, papier en karton, glas), jeugdwerkloosheid, vertraagd naar diploma, eindexamencijfer, opleidingsniveau van de bevolking en tenslotte de ecologische toestand van het oppervlaktewater. Bij een aantal indicatoren, die relatief moeilijk op gemeenteniveau zijn te beïnvloeden laten andere steden dan Tilburg betere uitkomsten zien, bijvoorbeeld bij eenzaamheid, levensverwachting en de werkgelegenheidsfunctie (beschikbare banen ten opzichte van de omvang van de beroepsbevolking). Dergelijke problemen 7

8 zouden een prioritaire aanpak en ondersteuning vanuit de rijks- en provinciale overheden moeten krijgen. Door te werken aan met bovengenoemde indicatoren verbonden problemen kan Tilburg de transitie vervolmaken van oude industriestad naar een innovatieve duurzaamheidstad waar bedrijven en burgers zich graag vestigen. 8

9 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg 1 Achtergrond van de opdrachtverlening De gemeenteraad van Tilburg heeft, naar aanleiding van het uitkomen van de door Telos geformuleerde Duurzaamheidbalans Tilburg 2010, aan het college van B&W opdracht gegeven in 2013 een nieuwe duurzaamheidbalans voor de gemeente Tilburg op te laten stellen. De gemeente heeft daarbij de volgende drie mogelijke vormen overwogen: 1. een update van de eerdere duurzaamheidbalans Tilburg 2010; 2. een benchmark van de duurzaamheid in Tilburg anno 2013 ten opzichte van andere gemeenten; 3. een combinatie van beide vormen. Naar aanleiding hiervan heeft de gemeente Tilburg Telos op 8 februari 2013 verzocht deze drie varianten globaal uit te werken waarna de gemeente heeft gekozen voor de derde variant. Op 12 maart 2013 heeft Telos voor deze combinatievariant een offerte uitgebracht. 1 De gemeente heeft haar offerte verzoek als volgt gespecificeerd: 1. Het opstellen van een duurzaamheidbalans door herhaling van de duurzaamheidbalans van Tilburg In de periode heeft Telos voor Tilburg een duurzaamheidbalans opgesteld. Bij een herhaling hiervan zouden alle indicatoren hetzelfde kunnen blijven. In dit geval behoeft alleen de nieuwste informatie verwerkt te worden. Er zijn indicatoren, die de gemeente Tilburg sindsdien zelf niet meer meet. Bij de offerte zal moeten worden aangegeven hoe met dit gegeven wordt omgegaan. 2. Het opstellen van een duurzaamheidbeoordeling van Tilburg in vergelijking tot andere gemeenten. We vinden uw rapport "Vergelijkende duurzaamheidbeoordeling van de 25 grootste steden van Nederland" veelbelovend. We verwachten een voorstel hoe deze presentatie meer tot de verbeelding gaat spreken. Conform de offerte heeft Telos het project in drie delen aangepakt waarbij de eerste twee parallel aan elkaar zijn uitgevoerd: een update van de duurzaamheidbalans 2010; 1 Telos, Offerte Actualisering Duurzaamheidbalans Tilburg 2013 inclusief een Duurzaamheidbenchmark - simpele variant, kenmerk Telos/

10 een benchmarking van de duurzaamheid in Tilburg in vergelijking met minstens 16 andere gemeenten; en een beoordeling van de combinatie van de resultaten van beide projecten. De eerste twee studies zullen eerst afzonderlijk worden gerapporteerd. Daarna volgt de beoordeling van de gecombineerde uitkomsten. In dit rapport staat de tweede studie, het benchmarken van Tilburg met referentiesteden, centraal. 10

11 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg 2 Benchmarken van de duurzaamheid van Tilburg met die in andere referentiesteden 2.1 Aanpak In het kort komt het beoordelen van de duurzaamheid van een stad volgens de Telosmethode neer op het volgende. Telos gebruikt het zogeheten driekapitalenmodel, waarin een onderscheid wordt gemaakt tussen het economische, ecologische en sociaal-cultureel kapitaal. Dit zijn de drie pijlers waarop de essentie van duurzame ontwikkeling steeds is gebaseerd. Duurzame ontwikkeling wordt opgevat als een ontwikkelingsproces gericht op het bevorderen van een evenwichtige groei (het in balans zijn) van de veerkracht en kwaliteit van de natuur (het ecologisch kapitaal), van het lichamelijke en geestelijke welzijn van mensen (het sociaal-cultureel kapitaal) en van de houdbaarheid van de economische productie en consumptie (het economisch kapitaal). Om te kunnen spreken van duurzame ontwikkeling moet worden voldaan aan drie eisen: Er moet sprake zijn van het gelijktijdig verbeteren van het economische, ecologische en het sociaal-cultureel kapitaal. Verbetering van het ene kapitaal mag niet ten koste gaan van één of beide andere kapitalen. De ontwikkeling moet houdbaar zijn over generaties heen: er mag geen afwenteling in de tijd plaatsvinden. De ontwikkeling moet ook houdbaar zijn op mondiaal niveau of, anders geformuleerd: er mag geen afwenteling in de ruimte plaatsvinden. Onze ontwikkeling mag niet ten koste gaan van die in andere gebieden en andere landen. Met deze integrale benadering wordt nadrukkelijk voor een breed perspectief op duurzame ontwikkeling gekozen. Het begrip heeft zowel een strategische dimensie (de langere termijn), als een normatieve dimensie (verantwoordelijkheid voor andere schaalniveaus en toekomstige generaties). Het werken aan duurzame ontwikkeling 11

12 vraagt een commitment van alle betrokkenen om op zoek te gaan naar integrale oplossingen. 2.2 Onderzoeksmethode Om duurzame ontwikkeling te kunnen meten heeft Telos de duurzaamheidbalans methode ontwikkeld. In een duurzaamheidbalans worden de drie kapitalen ontleed in voorraden, eisen, indicatoren en hun normen (figuur 2.1). Figuur 2.1 De relevante begrippen uit de duurzaamheidbalans Begrip Kapitaal Voorraad en Indicatoren Normen Omschrijving De drie essentiële delen, subsystemen van het totale maatschappelijk systeem: ecologie, sociaal-cultureel en economie. De essentiële elementen die samen de kwaliteit en kwantiteit van een kapitaal bepalen. De lange termijn doelen die geformuleerd worden voor de ontwikkeling van een voorraad in het onderzochte gebied. Graadmeters waarmee de eisen kunnen worden geoperationaliseerd. Normatief vastgestelde maatstaven met behulp waarvan de score van indicatoren wordt beoordeeld. In het onderstaande schema wordt de samenhang van deze begrippen kort toegelicht. Figuur 2.2 De samenhang tussen kapitalen, voorraden en indicatoren De indicatoren kunnen betrekking hebben op objectieve grootheden, zoals het % groen in een wijk, of op jaarlijkse wijzigingen in een bestand, zoals het aantal opgeleide leerlingen, of op de perceptie door de bevolking van een aspect, zoals de tevredenheid over de zorg. Ook kunnen indicatoren worden gekozen voor de 12

13 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg identiteit of de dominante houding ten aanzien van duurzaamheid in de stad. Dit laatste type indicatoren is niet bij deze benchmark gebruikt. Voor de andere indicatoren geldt dat de voorkeur uitgaat naar het gebruik van gegevens over de omvang van bestanden en mutaties daarin en dat alleen bij uitzondering is volstaan met gegevens over de perceptie door de bevolking. Voor iedere indicator wordt een meetschaal opgesteld. Deze meetschaal bestaat uit normatief vastgestelde maatstaven die een nul- en een streefwaarde kennen met daartussen gelegen grenswaarden. In de balans en bij de benchmark wordt deze klassenindeling op de volgende manier zichtbaar gemaakt. Figuur 2.3 Klassenindeling Voor het bepalen van de grenswaarden wordt gebruikgemaakt van beleidsdocumenten van rijk, en provincies, vergelijkingen in de tijd, vergelijkingen tussen steden en de resultaten van maatschappelijke discussies. De weging van de indicatoren valt af te lezen uit de grootte van de hoekpunt die ze innemen in het taartdiagrammen dat voor elke voorraad wordt gemaakt. De straal van de taartpunt geeft aan hoe dicht de actuele situatie de als doel geformuleerde situatie nadert. Hoe groter de straal, hoe beter de score op duurzaamheid. Dit maakt dat de uitkomsten overzichtelijk kunnen worden gepresenteerd en in één oogopslag de goed en minder goed scorende aspecten worden getoond. Een bezwaar van deze systematiek is dat erg slecht scorende indicatoren verschijnen als een heel klein rood hoekpuntje. Waar dit noodzakelijk is zal daarom voor dergelijke aspecten apart aandacht worden gevraagd. 13

14 Figuur 2.4 Voorbeeld cirkeldiagram De optelsom van de indicatoren binnen een voorraad bepaalt de score van de voorraad en de optelsom van de voorraden binnen een kapitaal bepaalt vervolgens de score van het kapitaal. Ook hierbij vindt een weging plaats. Niet iedere voorraad is even belangrijk. Het gehanteerde gewicht van de voorraden is terug te vinden bij de conclusies bij ieder kapitaal. Telos heeft deze gewichten bepaald. Figuur 2.5 Samenhang tussen kapitalen, voorraden en indicatoren 14

15 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Een overzicht van alle gehanteerde bronnen en data en een verantwoording bij de gemaakte keuzes voor (wegingen) van voorraden, indicatoren en normeringen is terug te vinden in de in bijlage 1 opgenomen factsheets. 2.3 De gekozen voorraden en indicatoren Onderstaande tabel 2.1 geeft een overzicht van de gekozen voorraden per kapitaal bij de benchmarkstudie. Tabel 2.1. De voor de benchmarksteden gekozen voorraden binnen de drie kapitalen Sociaal-cultureel Ecologie Economie Sociale samenhang Bodem en grondwater Arbeid Participatie Lucht Kennis Kunst en cultuur Oppervlaktewater Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden Gezondheid Natuur en landschap Economische structuur Veiligheid Grondstoffen Infrastructuur en bereikbaarheid Woonomgeving Energie en klimaat Onderwijs Hinder en calamiteiten De voorraden zijn hoofdzakelijk gelijk aan die welke bij de duurzaamheidbalans zijn gebruikt. Er zijn kleine verschillen aanwezig, waarbij de belangrijkste is dat bij het ecologisch kapitaal een aparte voorraad hinder en calamiteiten wordt onderscheiden. Deze is samengesteld uit hinder die bij de Balans samen is genomen met de voorraad lucht, terwijl de calamiteiten bij de Balans zijn ondergebracht bij de voorraad veiligheid onder het sociale kapitaal. Bij de benchmark studie wordt in beginsel dezelfde systematiek gebruikt als bij het opstellen van de duurzaamheidbalans. Er zijn echter twee verschillen: de normen, waaraan de indicatorwaarden van alle steden worden getoetst, worden zonder betrokkenheid van Tilburg maar door de onderzoekers van Telos gedefinieerd. Verder worden geen door Tilburg aan te leveren data gebruikt, maar worden alle data ontleend aan externe publiek toegankelijke bronnen, die al dan niet tegen betaling verkrijgbaar zijn. Deze aanpak betekent dat voor sommige voorraden minder gegevens beschikbaar zijn dan bij de duurzaamheidbalans studie voor Tilburg, waardoor sommige voorraden, zoals bij voorbeeld de voorraad infrastructuur en bereikbaarheid, op minder indicatoren zijn gebaseerd dan bij de duurzaamheidbalans studie van Tilburg. In totaal is de benchmarkstudie op 87 indicatoren gebaseerd, waarvan er 37 betrekking hebben op het sociaal-cultureel kapitaal, 28 op het ecologisch kapitaal en 22 op het economisch kapitaal. In tabel 2.2 is samengevat welke indicatoren zijn gemeten per voorraad. 15

16 Tabel 2.2 Overzicht van gemeten indicatoren per voorraad bij de benchmarkstudie Voorraad Sociaal-cultureel kapitaal Sociale samenhang Participatie Kunst en cultuur Gezondheid Veiligheid Woonomgeving Onderwijs Ecologisch kapitaal Bodem en grondwater Lucht Hinder en calamiteiten Oppervlaktewater Natuur en landschap Energie en klimaat Grondstoffen Economisch kapitaal Arbeid Ruimtelijke Vestigingsvoorwaarden Economische structuur Infrastructuur en bereikbaarheid Kennis Gemeten indicatoren Arme huishoudens, Sociale cohesie, Vrijwilligers Eenzaamheid, Opkomst % gemeenteraadsverkiezingen, Opkomst % bij landelijke verkiezingen, Langdurige werkloosheid, Langdurige bijstand Podiumkunsten, Rijksmonumenten, Musea, Onvoldoende bewegen, Riskant gedrag, Huisartsen, Kwaliteit ziekenhuizen, Afstand ziekenhuizen, Levensverwachting, Beoordeling van eigen gezondheid Geweldsdelicten, Vermogensdelicten, Vandalisme, Jeugdcriminaliteit, Verkeersonveiligheid, Onveiligheidsgevoel Woningtekort, Afstand supermarkt, Tevredenheid woonomgeving, Tevredenheid winkels, WOZ-waarde, Verhuissaldo Jeugdwerkloosheid, Aanbod basisscholen, Aanbod voorgezet onderwijs, Voortijdige schoolverlaters, Onvertraagd naar diploma, Eindexamencijfer, Opleidingsniveau van de bevolking Bodemsanering, Opgebrachte mesthoeveelheid Emissie CO2, Emissie stikstofoxides, Emissie fijn stof, Emissie NMVOS, GCN stikstofoxides, GCN fijn stof, GCN NMVOS Overlast geluid, Kans op ramp, Overlast stank-stof-grof vuil Chemische toestand, Ecologische toestand Tevredenheid groen in de buurt, Aandeel bos en natuurlijk terrein, Afstand openbaar groen, Aandeel recreatief (binnen) water, Soorten rijkdom Warmte, Windenergie, Gasverbruik huishoudens, Elektriciteitsverbruik huishoudens, Energielabels woningen Huishoudelijk restafval, GFT-afval, Oud papier en karton, Verpakkingsglas Werkgelegenheidsfunctie, Benutting arbeidspotentieel, Werkloosheid, Ontgroening en vergrijzing, Arbeidsongeschiktheid Voorraad bedrijventerreinen, Verhouding netto/bruto bedrijventerreinen, Veroudering bedrijventerreinen, Voorraad kantoorruimte, Leegstand kantoorruimte Aandeel starters, Opheffingen, Besteedbaar inkomen, BRP per hoofd van de bevolking, Aandeel topsectoren, Investeringsniveau Ontsluiting treinstations, Ontsluiting hoofdwegen Aandeel hoog opgeleiden, Capaciteit WO/HBO, High en medium tech werkgelegenheid, Creatieve industrie 16

17 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg 2.4 De geselecteerde benchmarksteden Voor het maken van de benchmark van Tilburg met andere voor Tilburg relevante steden wordt in objectieve termen de situatie in Tilburg met die in andere gemeenten vergeleken. Hierbij is het nodig meer onderzoek te doen dan alleen voor de stad Tilburg. Immers ook de steden waarmee Tilburg zich wil vergelijken, moeten daartoe in beeld gebracht worden. Daartoe zal Tilburg op verzoek van de gemeente Tilburg worden vergeleken met: 1. de vier andere grote Brabantse steden: Breda, Eindhoven, Helmond en s-hertogenbosch; 2. de tien andere grootste steden van Nederland: Almere, Amsterdam, Breda, Den Haag, Eindhoven, Enschede, Groningen, Nijmegen, Rotterdam en Utrecht; 3. steden die behoren tot de groep die in 1930 meer dan 30% van de beroepsbevolking werkzaam had in de industrie. In totaal betreft het de volgende steden: Almelo, Eindhoven, Emmen, Enschede, Heerlen, Helmond, Hengelo, Kerkrade, Leiden, Oss, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Sittard-Geleen, Veenendaal, Vlissingen en Zaanstad. In totaal betreft het benchmarkonderzoek daarmee 23 steden naast Tilburg. De gemaakte keuzes en gehanteerde meetwaarden zijn verantwoord in de eerder genoemde factsheets per indicator zoals weergegeven in bijlage 1. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek zal de situatie in Tilburg worden geschilderd tegen deze drie achtergronden, waardoor een duurzaamheidportret van de stad ontstaat. Hieruit kan duidelijk worden voor welke unieke opgaven Tilburg staat in vergelijking met de andere steden en welke opgaven Tilburg met bepaalde andere steden deelt. Zo kan worden getoond hoe de steden vanuit duurzaamheid zijn te rangschikken voor bijvoorbeeld de voorraden bodem, onderwijs, etc. 2.5 Stappenplan De werkzaamheden zijn conform het volgende stappenplan parallel aan die van de duurzaamheidbalans studie uitgevoerd: 1. Verzamelen uit algemeen toegankelijke bronnen van actuele meetwaarden voor alle indicatoren voor alle steden waarmee Tilburg zich wil vergelijken. 2. Concept duurzaamheidbenchmark Tilburg 2013 met daarin een analyse van: a) de duurzaamheidkenmerken van alle onderzochte steden; b) opvallende verschillen tussen Tilburg en de andere grote Brabantse gemeenten; c) opvallende verschillen tussen Tilburg en de andere 10 grootste gemeenten van Nederland; d) Tilburg in vergelijking met andere Nederlandse steden met een oud industrieel verleden. 3. Bespreking met de Stuurgroep van de voorlopige uitkomsten. 4. Afronding van de rapportage. 17

18 18

19 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg 3 Tilburg in vergelijking met de Brabantse grote steden In tabel 3.1 zijn de kernresultaten voor de Brabantse steden samengevat. Van de Brabantse steden vertoont s-hertogenbosch de hoogste duurzaamheidscore (50%). Onder de vijf grote steden neemt Tilburg de 4 e plaats in, boven Helmond. Tabel 3.1 Overall duurzaamheidscores van de vijf grootste Brabantse steden Totaal score Ecologisch kapitaal Sociaal-cultureel kapitaal Economisch kapitaal 's-hertogenbosch 50 Helmond 52 's-hertogenbosch 49 Eindhoven 51 Breda 49 's-hertogenbosch 49 Breda 49 's-hertogenbosch 51 Eindhoven 47 Breda 49 Tilburg 42 Tilburg 48 Tilburg 45 Eindhoven 48 Eindhoven 42 Breda 46 Helmond 44 Tilburg 45 Helmond 40 Helmond 41 Gemiddeld Op het punt van de afzonderlijke kapitalen scoort Tilburg op de laagste plaats op het ecologisch kapitaal (45%) en, net als Helmond en Eindhoven, beneden het gemiddelde (42%) op het sociaal-cultureel kapitaal. Tilburg scoort gemiddeld (48%) bij de B5 op het economisch kapitaal. Uit deze gegevens komt naar voren dat er duurzaamheidverschillen zijn tussen de Brabantse steden maar dat deze verschillen op het niveau van de drie kapitalen in het algemeen niet heel erg groot zijn. De totaalscores van de kapitalen zoals getoond in tabel 3.1 variëren van 44-50% in het bereiken van het duurzaamheiddoel. Bij een meer gedetailleerde analyse van de scores op het niveau van de voorraden binnen de kapitalen komen grotere verschillen naar voren. In tabel 3.2 zijn per kapitaal de drie voorraden met de grootste verschillen tussen de Brabantse gemeenten weergegeven. 19

20 Tilburg toont bij twee voorraden de beste prestaties onder de Brabantse steden: energie en klimaat, en de ruimtelijke vestigingsvoorwaarden. Tilburg scoort het slechtst op de voorraad hinder en calamiteiten. Tabel 3.2 Scores van 9 voorraden met de grootste uitersten voor de onderzochte grote Brabantse steden s-hertogenbosch Breda Eindhoven Tilburg Helmond Voorraad Bodem en grondwater Hinder en calamiteiten Energie en klimaat Participatie Kunst en cultuur Onderwijs Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden Infrastructuur en bereikbaarheid Kennis

21 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg 4 Tilburg in vergelijking met de grootste steden van Nederland De verschillen in duurzaamheidscores van de grootste steden in Nederland zijn meer uitgesproken dan die binnen Brabant. In tabel 4.1 zijn de scores voor de kapitalen samengevat. Tabel 4.1 Duurzaamheidscores van Tilburg vergeleken met de 10 grootste gemeenten in Nederland Stad Ecologisch kapitaal Sociaal-cultureel kapitaal Economisch kapitaal 1 Nijmegen 51 Almere 64 Breda 49 Groningen 62 2 Almere 51 Nijmegen 55 Amsterdam 47 Utrecht 57 3 Groningen 51 Enschede 51 Nijmegen 46 Amsterdam 55 4 Breda 49 Breda 49 Groningen 44 Nijmegen 53 5 Amsterdam 48 Eindhoven 48 Tilburg 42 Eindhoven 51 6 Utrecht 47 Groningen 47 Utrecht 42 Almere 49 7 Eindhoven 47 s-gravenhage 46 Eindhoven 42 Rotterdam 49 8 Enschede 46 Tilburg 45 Enschede 41 Tilburg 48 9 Tilburg 45 Utrecht 42 Almere 40 Breda s-gravenhage 44 Amsterdam 41 s-gravenhage 40 Enschede Rotterdam 42 Rotterdam 40 Rotterdam 36 s-gravenhage 45 Gemiddeld Was de afwijking van de gemiddelde duurzaamheidscore bij de Brabantse steden 2 à 3%, bij de grootste Nederlandse steden is deze variatie 4 à 6 %. Tilburg scoort op de 9 e plaats (45%) waarbij Nijmegen en Almere het hoogst scoren (51%) en Rotterdam het laagst (42%). 21

22 De score van het sociaal-cultureel kapitaal van Tilburg komt dicht bij het landelijke gemiddelde van de grote steden, de score van beide andere kapitalen blijft wat achter bij het gemiddelde. Om een snel inzicht te krijgen in de relatieve positie van Tilburg op het niveau van de verschillende voorraden is tabel 4.2 opgesteld. Tabel 4.2 De relatieve positie van Tilburg per voorraad binnen de groep van de 11 grootste Nederlandse steden (1: hoogste positie; 11: laagste positie) Voorraad Sociaal-cultureel kapitaal 5 Relatieve positie Tilburg Sociale samenhang 6 Participatie 3 Kunst en cultuur 7 Gezondheid 10 Veiligheid 4 Woomomgeving 3 Onderwijs 9 Ecologisch kapitaal 8 Bodem en grondwater 10 Lucht 4 Hinder en calamiteiten 8 Oppervlaktewater 9 Natuur en landschap 7 Energie en klimaat 4 Grondstoffen 6 Economisch kapitaal 8 Arbeid 6 Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden 2 Economische structuur 7 Infrastructuur en bereikbaarheid 8 Kennis 8 22

23 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Tabel 4.2 laat zien dat Tilburg het in landelijk kader als grote stad bij de voorraden lucht, energie en klimaat, participatie, veiligheid, woonomgeving, ruimtelijke vestigingsvoorwaarden relatief goed doet (behorend bij de top vier). Dat Tilburg goed scoort op energie en klimaat en op ruimtelijke vestigingsvoorwaarden was ook uit de vergelijking met de Brabantse steden gekomen. Die trend wordt kennelijk landelijk voortgezet. Maar ook participatie en woonomgeving blijken landelijk gezien tot Tilburgs sterke punten te behoren. Zwakker scoort Tilburg op de voorraden bodem en grondwater, hinder en calamiteiten, oppervlaktewater, gezondheid en onderwijs. Deels zijn de problemen van Tilburg aan de regio gerelateerd, daar zoals in tabel 3.2 bleek, in Brabant bijvoorbeeld oppervlaktewater (kwaliteit van het water) en gezondheid (riskant gedrag en levensverwachting) er niet bijzonder uitspringen. Uit deze vergelijking van de duurzaamheid van Tilburg met die in andere grote steden van Nederland komt Tilburg wat de totaal score betreft als een relatief laag scorende gemeente naar voren. Dit beeld geeft echter geen uitsluitsel over de relatieve prestaties van Tilburg als oude industrie stad die nu eenmaal op bijvoorbeeld ecologisch gebied grotere duurzaamheidopgaven heeft dan een stad als bijvoorbeeld Almere waar men met een schone lei kon beginnen. Om daarover uitsluitsel te krijgen is een aparte analyse van oude industriesteden gemaakt. 23

24 24

25 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg 5 De duurzaamheidscores van Tilburg en oude industriesteden Een overzicht van de scores van de oude industriesteden is weergegeven in tabel 5.1 en figuur 5.1. Figuur 5.1 Tilburg vergeleken met oude industriesteden Als tabel 5.1 wordt vergeleken met tabel 4.1 dan blijkt dat de grote steden in Nederland over het geheel genomen wat beter op duurzaamheid scoren (47%) dan de oude industriesteden (45%). Dat komt vooral omdat bij de grote steden het economisch kapitaal hoger scoort, te weten gemiddeld 50% tegen 44% bij de oude industriesteden. 25

26 Tabel 5.1 Duurzaamheidscores van oude industriesteden Stad Ecologisch kapitaal Sociaal-cultureel kapitaal Economisch kapitaal 1 Hengelo 54 Veenendaal 57 Hengelo 56 Vlissingen 51 2 Veenendaal 51 Hengelo 56 Zaanstad 53 Eindhoven 51 3 Vlissingen 50 Kerkrade 52 Ridderkerk 51 Hengelo 50 4 Eindhoven 47 Helmond 52 Oss 51 Rotterdam 49 5 Oss 47 Vlissingen 51 Veenendaal 50 Tilburg 48 6 Zaanstad 46 Enschede 51 Vlissingen 48 Heerlen 46 7 Enschede 46 Emmen 49 Tilburg 42 Sittard-Geleen 45 8 Tilburg 45 Eindhoven 48 Eindhoven 42 Enschede 45 9 Ridderkerk 44 Ridderkerk 48 Schiedam 41 Veenendaal Helmond 44 Oss 47 Enschede 41 Zaanstad Kerkrade 44 Heerlen 47 Helmond 40 Kerkrade Heerlen 43 Almelo 45 Almelo 39 Almelo Almelo 42 Tilburg 45 Emmen 37 Oss Rotterdam 42 Schiedam 44 Sittard-Geleen 37 Helmond Schiedam 41 Zaanstad 41 Kerkrade 36 Schiedam Emmen 41 Sittard-Geleen 41 Rotterdam 36 Emmen Sittard-Geleen 41 Rotterdam 40 Heerlen 36 Ridderkerk 34 Gemiddeld Onder de 17 oude industriesteden, het type stad waar Tilburg eigenlijk vooral mee moet worden vergeleken, neemt Tilburg de 8 e plaats in met een score die op het gemiddelde ligt van de hele groep (45%). Het ecologisch kapitaal in Tilburg scoort beneden-gemiddeld (13 e plaats), het sociaal-culturele ongeveer gemiddeld (7 e plaats) en het economisch kapitaal boven-gemiddeld (5 e plaats). Om op het niveau van de voorraden tot een vergelijking te komen, is net als bij de 11 grote steden voor de 17 oude industriesteden in tabel 5.2 de plaats van Tilburg per voorraad gepresenteerd. 26

27 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Tabel 5.2 De relatieve positie van Tilburg per voorraad ten opzichte van de 17 oude industriesteden in Nederland (in 1930 meer dan 30% beroepsbevolking werkzaam in de industrie). (1: hoogste positie; 17: laagste positie) Voorraad Sociaal-cultureel kapitaal 7 Relatieve positie Tilburg Sociale samenhang 13 Participatie 6 Kunst en cultuur 11 Gezondheid 10 Veiligheid 8 Woomomgeving 4 Onderwijs 7 Ecologisch kapitaal 13 Bodem en grondwater 16 Lucht 12 Hinder en calamiteiten 12 Oppervlaktewater 14 Natuur en landschap 5 Energie en klimaat 2 Grondstoffen 13 Economisch kapitaal 5 Arbeid 2 Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden 3 Economische structuur 13 Infrastructuur en bereikbaarheid 14 Kennis 3 Tilburg doet het onder de oude industriesteden relatief goed bij de voorraden energie en klimaat (2 e plaats na Rotterdam), zoals we ook bij de eerdere vergelijkingen zagen, bij arbeid (2 e plaats na Eindhoven), bij ruimtelijke vestigingsvoorwaarden en de voorraad kennis (beide 3 e plaats) en bij woonomgeving (4 e plaats). Tilburg doet het binnen deze groep van oude industriesteden steden minder goed op het gebied van bodem (16 e plaats na Helmond), oppervlaktewater en de voorraad infrastructuur en bereikbaarheid (beide 14 e plaats), de voorraad grondstoffen, de voorraad sociale samenhang en de voorraad economische structuur ( 13 e plaats). De vraag kan gesteld worden of deze uitkomsten belangrijke bouwstenen voor het profiel van de stad en politiek te kiezen beleidsprioriteiten vormen. Om die vraag te kunnen beantwoorden is het van belang om beter na te gaan wat Tilburg met andere 27

28 steden gemeen heeft en waar voor Tilburg typische eigen uitdagingen liggen. De volgende hoofdstukken gaan hier nader op in. 28

29 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg 6 Duurzaamheiduitdagingen die Tilburg met andere gemeenten heeft Zoals eerder in tabellen 3.2, 4.2 en 5.2 is samengevat kent Tilburg voorraden die achterblijven bij de gemiddelde duurzaamheiddoelen. Daarbij wordt niet als eerste naar de relatieve score ten opzichte van de benchmarksteden gekeken, maar naar de absolute hoogte van de duurzaamheidscore. In tabel 6.1 wordt in beeld gebracht bij welke voorraden Tilburg 43% of lager scoort. De grens is relatief hoog gelegd om zoveel mogelijk voorraden zichtbaar te maken. Zoals tabel 6.1 laat zien zijn er 11 van de 17 voorraden die onder deze grens vallen. Als de grens bij een score van 40% of minder wordt gelegd, resteren er 6 voorraden die hieronder vallen. Tabel 6.1 Voorraden waarop Tilburg 43% of minder scoort en de relatieve posities van Tilburg Voorraad Score Rangorde Brabant 1 = hoogste 5 = laagste Rangorde grote NL steden 1 = hoogste 11 = laagste Rangorde oude industriesteden 1 = hoogste 17 = laagste Sociale samenhang Kunst en cultuur Bodem en grondwater Economische structuur Hinder en calamiteiten Grondstoffen Onderwijs Arbeid Participatie Oppervlaktewater Infrastructuur en bereikbaarheid Een analyse van de absolute duurzaamheidscores laat zien dat Tilburg het laagst scoort op sociale samenhang (29%), gevolgd door kunst en cultuur (31%) en bodem en grondwater (33%). 29

30 Alvorens dieper in deze en de andere voorraden te duiken door naar de hierachter liggende indicatoren te kijken, zal in dit hoofdstuk bij elk van de voorraden worden nagegaan of deze lage score specifiek geldt voor Tilburg of meer algemeen voorkomt bij de gebenchmarkte steden. Als de andere gemeenten met vergelijkbare lage scores kampen betreft het problemen die waarschijnlijk meer door beleid van hogere overheden zou moeten worden aangepakt dan beleid van de gemeente Tilburg zelf. Sociale samenhang Al scoort deze voorraad het laagst van de voorraden van Tilburg (29%), dit maakt nog niet dat Tilburg voor deze voorraad ook in vergelijking met andere steden als slechtste uit de bus komt. Dat geldt wel binnen Brabant. Maar onder de 11 grootste Nederlandse steden behoort Tilburg wat deze voorraad betreft tot de middenklasse (6 e plaats). Onder de 17 oude industriesteden scoort Tilburg op de 13 e plaats. Dit beeld geeft de indruk dat Tilburg bij sociale samenhang te maken heeft met een grootstedelijke problematiek. Sociale samenhang blijkt in ons onderzoek tevens een belangrijke voorraad die statistisch significant correleert met andere voorraden zoals veiligheid, participatie, economische structuur, grondstoffen (hergebruik van afvalstoffen) en hinder en calamiteiten. Daarom wordt deze voorraad als belangrijk gezien om als gemeente zelf te beïnvloeden. Kunst en cultuur Met de score van 31% doet Tilburg het niet zo goed op dit thema. In alle drie de benchmarkgroepen behoort Tilburg tot de beneden-gemiddeld scorende steden. Bodem en grondwater De lage score bij de voorraad bodem en grondwater (33%) in Tilburg is volgens tabel 6.1 een vrij uitzonderlijke situatie. Neemt Tilburg binnen 5 Brabantse steden weliswaar voor bodem en grondwater een tussenpositie in (3 e plaats), Tilburg scoort bij de 11 grootste steden van Nederland de één na laagste plaats, en bij de oude industriesteden ook de één na laagste plaats. De onduurzame situatie bij de voorraad bodem en grondwater is dus een typisch Tilburgs probleem, al maakt het onderdeel uit van een landelijk beleidsprogramma. Economische structuur De score voor de voorraad economische structuur (39%) maakt dat Tilburg slecht afsteekt bij de andere Brabantse gemeenten. Ook ten opzichte van de grote steden en de oude industriesteden scoort Tilburg beneden-gemiddeld. Geen enkele van de bij dit onderzoek betrokken steden scoort bij deze voorraad boven 46%. Onder de oude industriesteden zijn er overigens 8 gemeenten die een gelijke score als Tilburg hebben voor deze voorraad. Hinder en calamiteiten Tilburg scoort op hinder en calamiteiten (39%) als laagste in Noord-Brabant. Ook in vergelijking met de 11 grootste steden in Nederland staat Tilburg in de lagere regionen van de lijst met een 8 e plaats. Dat zelfde geldt bij de vergelijking met de 17 oude industriesteden met een 12 e plaats. De positie is echter minder extreem dan die bij de voorraad bodem en grondwater. 30

31 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Grondstoffen De voorraad grondstoffen (hergebruik van afvalstoffen) scoort met 40% slecht in de context van de Brabantse steden (4 e plaats). In vergelijking met de grote steden van Nederland heeft Tilburg een middenpositie (6 e plaats), maar in de groep van oude industrie steden doet Tilburg het minder (13 e plaats). Het beeld dat hieruit naar voren komt is dat Tilburg door eigen beleid tot een betere prestatie zou moeten kunnen komen. Onderwijs Op het gebied van onderwijs (41%) neemt Tilburg in Brabant de 4 e plaats in. Ook in de groep grote steden staat Tilburg bijna onderaan (9 e plaats). Onder de oude industriesteden doet Tilburg het relatief beter (7 e plaats). Hier is een maatschappelijk thema voorhanden waarbij Tilburg zich lijkt te ontworstelen aan zijn oude industrieverleden maar nog niet geheel de aansluiting heeft gevonden bij de meeste andere Nederlandse grote steden, net zoals Enschede (10 e plaats) en Rotterdam (laatste plaats). Arbeid Bij de voorraad arbeid (42%) is wat Tilburg bij onderwijs nog niet lukte wel gerealiseerd. In Brabant staat Tilburg op de 4 e plaats, onder de grote steden neemt Tilburg een middenpositie in (6 e plaats) en dat is een mooie prestatie voor een oude industriestad. Want in deze laatste groep is Tilburg met de score van 42% een leider (2 e plaats). Participatie De voorraad participatie scoort weliswaar slechts 43% maar dit is in vergelijking met de score van andere steden niet bijzonder laag. In Brabant staat Tilburg met deze voorraad op een middenpositie, onder de 11 grote steden op een mooie 3 e plaats en onder de 17 oude industriesteden op een 6 e plaats. Kortom de score kan voor Tilburg als relatief goed worden beoordeeld. Oppervlaktewater Het beeld is anders bij de voorraad (kwaliteit van) oppervlaktewater, die een zelfde score als participatie heeft (43%). Daarmee is Tilburg het slechts presterend in Brabant, staat bijna onderaan bij de groep grote steden (9 e plaats) en dit is ook het geval bij de groep oude industriesteden (14 e plaats). Infrastructuur en bereikbaarheid Ook deze voorraad scoort slechts 43%. Daarmee is Tilburg geen buitenbeentje in Brabant (3 e plaats), maar steekt negatief af bij de 11 grote steden (8 e plaats) en de 17 oude industriesteden (14 e plaats). Op basis van deze vergelijkingen komen de volgende 8 voorraden naar voren die specifieke uitdagingen voor de stad Tilburg opleveren: Sociale samenhang Kunst en cultuur 31

32 Bodem en grondwater Hinder en calamiteiten Grond(afval)stoffen Onderwijs Oppervlaktewater Infrastructuur en bereikbaarheid In het volgende hoofdstuk wordt op deze voorraden dieper ingegaan. 32

33 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg 7 Specifieke duurzaamheiduitdagingen van Tilburg Een eerste factor die in het oog moet worden gehouden is dat de voorraden bij de benchmarkstudie niet altijd gelijk zijn aan die van de duurzaamheidstudie. Dat kan ertoe leiden dat met de gebruikte indicatoren niet een volledig beeld, zoals dat gewenst is, in kaart kon worden gebracht. Bij de interpretatie van de uitkomsten zal hiermee rekening moeten worden gehouden. In dit hoofdstuk zal nader worden bezien hoe de voorraden die specifieke uitdagingen voor Tilburg opleveren zijn samengesteld en of er ook een verandering is te constateren over de afgelopen 5 jaar. Daarbij zullen net als bij de duurzaamheidbalans de taartpunten voor de geselecteerde voorraden worden getoond. 7.1 Sociale samenhang De lage score van sociale samenhang is toegelicht in onderstaand taartdiagram voor Tilburg, dat is opgesteld op basis van de benchmark indicatoren. Zoals eerder opgemerkt, kan dit afwijken van de indicatoren gebruikt voor de duurzaamheidbalans. Het aantal vrijwilligers is laag en het aantal arme huishoudens is de laatste 5 jaar licht verslechterd. De sociale cohesie in Tilburg is daarentegen op basis van deze gegevens licht verbeterd. 33

34 7.2 Onderwijs De forse jeugdwerkloosheid is in Tilburg de laatste jaren weinig veranderd. Het aanbod aan basisscholen en aan voorgezet onderwijs instellingen is van goed niveau in Tilburg. Het aantal voortijdige schoolverlaters is volgens deze data ronduit zorgelijk gebleven. De indicator onvertraagd naar diploma toont een sterke achteruitgang. Een kleine verbetering is gemeten bij het eindexamencijfer en het opleidingsniveau van de bevolking. 7.3 Kunst en cultuur De indicatorscores voor kunst en cultuur zijn onderstaand vermeld. De indicator podiumkunsten is licht gestegen. De indicatoren rijksmonumenten en musea zijn in Tilburg gelijk gebleven. Andere kunst en cultuur aspecten waarop Tilburg zich probeert te onderscheiden konden helaas niet in beeld worden gebracht. 34

35 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg 7.4 Bodem en Grondwater Deze voorraad is berekend op basis van slechts twee indicatoren: bodemsanering en de hoeveelheid op het land gebrachte mest. De laatste indicator is licht verbeterd de laatste vijf jaar. Dat blijkt niet uit de gegevens voor de bodemsanering situatie. 7.5 Hinder en calamiteiten Binnen deze voorraad scoort de indicator overlast geluid het slechtst. Bovendien is hierin de laatste vijf jaar een verslechtering opgetreden. De kans op een ramp is de afgelopen vijf jaar aanzienlijk verminderd in Tilburg. Daar staat tegenover dat de overlast door stank, stof en vuil verslechterd is. 35

36 7.6 Grondstoffen De indicator oud papier en karton is de laatste vijf jaar verslechterd, terwijl voor de overige drie indicatoren voor huishoudelijk restafval, GFT-afval en verpakkingsglas de uitkomst licht is verbeterd. 7.7 Oppervlaktewater Deze voorraad bestaat uit slechts twee indicatoren. De chemische toestand van het Tilburgse oppervlaktewater scoort goed. Met de ecologische toestand is het minder gesteld. 36

37 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg 7.8 Infrastructuur en bereikbaarheid Ook voor de voorraad infrastructuur en bereikbaarheid konden maar twee indicatoren worden toegepast. In Tilburg scoort de ontsluiting naar hoofdwegen slecht. De ontsluiting van de treinstations scoort veel beter, al is daarin de laatste jaren een lichte achteruitgang geboekt. 37

38 38

39 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg 8 Samenvatting en benchmarking van de laag scorende indicatoren 8.1 Sterk van doelstelling afwijkende indicatoren van door Tilburg zelf aan te pakken voorraden Bovenstaande samenvattend kan geconstateerd worden dat er in Tilburg een aantal rood scorende indicatoren zijn blijven bestaan die in de toekomst beleidsmatige aandacht waard zijn. Op basis van de in de taartpunten getoonde scores gaat het bij de voorraden waar er, zoals in voorgaande hoofdstukken besproken, voor Tilburg specifieke opgaven liggen om de volgende laag (rood) scorende indicatoren: Vrijwilligers Musea Overlast geluid Voortijdige schoolverlaters Ontsluiting hoofdwegen Voor deze indicatoren is de relatieve positie van Tilburg onderstaand nader in beeld gebracht vanuit de vergelijking met de oude industriesteden. Voor een overzicht van de vergelijking per indicator met het gemiddelde beeld bij de Brabantse 5 steden, de andere 10 grote steden en het totale pakket aan indicatoren bij de andere 16 oude industriesteden wordt verwezen naar het overzicht dat in bijlage 4 is opgenomen. Hieruit kunnen door de gemeente zelf ook onderwerpen voor aanvullend beleid worden gekozen in aanvulling op de hieronder gemaakte selectie. 8.2 Aantal vrijwilligers binnen de oude industriesteden De score van het aantal vrijwilligers is in Tilburg laag te noemen (22%). Dit beeld heeft Tilburg gemeen met steden zoals Enschede, Helmond, Rotterdam en Heerlen. 39

40 Figuur 8.1 Score van vrijwilligers in de oude industriesteden Maar niet ver van Tilburg vandaan zijn er andere Brabantse steden die aanzienlijk beter scoren, zoals Eindhoven (42%) en Oss (75%). Ook scoort Tilburg beneden het gemiddelde van de B5 (29%) en de grootste 11 steden (26%) (bijlage 4). 8.3 Aantal voortijdige schoolverlaters binnen de oude industriesteden De duurzaamheidscore van het aantal voortijdige schoolverlaters is in Tilburg eveneens laag (25%), en vertoont een gelijk beeld als in acht andere steden in deze groep waaronder Rotterdam, Eindhoven, Heerlen en Helmond. Figuur 8.2 Score van voortijdige schoolverlaters in oude industriesteden Hogere duurzaamheidscores worden aangetroffen in acht steden zoals Kerkrade (47%), Hengelo (77%) en Oss (80%). De score voor Tilburg ligt op dezelfde waarde 40

41 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg als het gemiddelde van de andere 10 grote steden, maar beneden de gemiddelde waarde voor de B5 (30%). Kennelijk betreft het hier een grote steden problematiek. 8.4 Aantal musea binnen de oude industriesteden Tilburg scoort bij de indicator musea laag (24%), evenals de steden Ridderkerk, Eindhoven, Sittard-Geleen en Oss. Figuur 8.3 Score van aantal musea in oude industriesteden Beduidend hoger scoren op deze indicator de oude industriesteden Rotterdam, Helmond en Heerlen. Vergelijking met de gemiddelde scores bij de 11 grote steden (33%) en de B5 (40%) (bijlage 4) bevestigen het beeld dat Tilburg hier laag scoort. 8.5 Overlast geluid binnen de oude industriesteden De score van de indicator geluidoverlast toont dat de lage score van Tilburg (24%) beslist niet uniek is in deze groep steden. Een dergelijke lage score wordt in 12 andere oude industriesteden aangetroffen. 41

42 Figuur 8.4 Score van geluidoverlast in oude industriesteden Alleen Vlissingen, Oss, Emmen en Hengelo doen het aanzienlijk beter. De score van Tilburg wijkt niet erg af van de gemiddelde waarden bij de 11 grote steden (23%) en de B5 (25%) (bijlage 4). 8.6 Ontsluiting hoofdwegen binnen de oude industriesteden Een heel ander beeld dan bij de voorgaande indicatoren doet zich voor bij de indicator ontsluiting hoofdwegen. Er is een geleidelijk verloop van hoog (Vlissingen, Kerkrade, Zaanstad, Heerlen, met een score van 70-80%), naar laag scorende gemeenten. Het laagste scoort hier Tilburg, zoals figuur 8.5 toont. Figuur 8.5 Score van ontsluiting hoofdwegen in oude industriesteden 42

43 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Uit bijlage 4 blijkt dat de indicator ontsluiting hoofdwegen gemiddeld 47% bij de onderzochte grote steden scoort en bij de B5 32%, dus ook beduidend hoger dan in Tilburg (24%). 8.7 Matig van doelstelling afwijkende indicatoren van door Tilburg zelf aan te pakken voorraden Indicatoren die matig van de duurzaamheiddoelstelling afwijken (in het oranje gebied scoren bij de taartdiagrammen) en waar Tilburg waarschijnlijk ook een specifieke opgave heeft, zijn: Arme huishoudens Sociale cohesie Podiumkunsten Rijksmonumenten Bodemsanering Mestafzet op het land Overlast door stank, stof en vuil Alle vier de grondstoffen indicatoren (huishoudelijk en GFT-afval, papier en karton, glas) Jeugdwerkloosheid, vertraagd naar diploma en eindexamencijfer Opleidingsniveau van de bevolking Ecologische toestand van het oppervlaktewater. Uiteraard kunnen er ook nog rood en oranje scorende indicatoren aanwezig zijn bij de andere voorraden. Zie daarvoor ook bijlage 4. Omdat deze voorraden vaak minder beïnvloedbaar zijn vanuit het gemeentelijke beleid worden die hier niet in detail uitgewerkt. Ter indicatie kan worden vermeld dat rood scorende indicatoren de bij deze voorraden de volgende zijn: Eenzaamheid Opkomstpercentage gemeenteraadsverkiezingen Levensverwachting Riskant gedrag Aandeel recreatief (binnen) water Werkgelegenheidsfunctie en Werkloosheid. In tabel 8.1 worden de duurzaamheidscores van Tilburg en de marges van de scores voor deze indicatoren voor de groep van oude industriesteden getoond. 43

44 Tabel 8.1 Scores voor Tilburg en scoremarges per rood scorende indicator voor de oude industriesteden, waarbij de problematiek relatief moeilijk door gemeente zelf is te beïnvloeden Rood scorende indicator Score Tilburg Marge score voor oude industriesteden Eenzaamheid Opkomst % gemeenteraadsverkiezingen Levensverwachting Riskant gedrag Aandeel recreatief (binnen)water Werkgelegenheidsfunctie Werkloosheid Deze tabel laat zien dat Tilburg op al deze indicatoren bijzonder laag scoort. Voor sommige indicatoren is dat bij meer oude industriesteden het geval, zoals bij riskant gedrag en werkloosheid. Maar bij andere indicatoren laten andere steden in deze groep veel betere uitkomsten zien, bijvoorbeeld bij eenzaamheid, levensverwachting en de werkgelegenheidsfunctie. De in tabel 8.1 geïndiceerde problemen zouden ook een prioritaire aanpak en ondersteuning vanuit de rijks- en provinciale overheden moeten krijgen. 44

45 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg 9 Conclusies Is Tilburg een duurzame stad? Wanneer het door Telos gehanteerde normenkader wordt toegepast, is het antwoord op deze vraag dat Tilburg met een duurzaamheid score van 45% nog flink van de duurzaamheiddoelstelling is verwijderd. De grote steden Nijmegen en Almere doen het wat dat betreft beter (51%), evenals in Brabant s-hertogenbosch (50%), Breda (49%) en Eindhoven (47%). Scoort Tilburg in zijn soort hoog op duurzaamheid? Wanneer Tilburg wordt vergeleken met de oude industriesteden van Nederland eindigt het op een middenpositie met een 8e plaats op een totaal van 17 steden. Tilburg heeft zich dus uit zijn industriële verleden al weten los te maken en is op weg zich een nieuw profiel aan te meten. Wat zijn Tilburg s huidige sterke duurzaamheidpunten? Tilburg doet het binnen de groep van de oude industriesteden relatief goed bij de voorraden energie en klimaat (2e plaats na Rotterdam), bij arbeid (2e plaats na Eindhoven), bij ruimtelijke vestigingsvoorwaarden en de voorraad kennis (beide 3e plaats) en bij woonomgeving (4e plaats). Te midden van de 11 onderzochte grote steden behoort Tilburg tot de top vier bij de voorraden lucht, energie en klimaat, participatie, veiligheid, woonomgeving en ruimtelijke vestigingsvoorwaarden. Binnen Brabant is Tilburg de best scorende stad op de voorraden energie en klimaat en ruimtelijke vestigingsvoorwaarden. Tilburg onderscheidt zich positief als klimaatinnoverende stad, stad voor nieuwe bedrijfsvestigingen en als stad met een prettige woonomgeving. Bij welke voorraden deelt Tilburg problemen met andere steden? Tilburg heeft te maken met een aantal grootstedelijke uitdagingen. Hiertoe behoren onder meer problemen die zijn verbonden met de voorraden sociale samenhang, economische structuur en onderwijs. Sociale samenhang heeft hierbij een bijzondere betekenis omdat deze voorraad (volgens nog niet gepubliceerd onderzoek) sterk blijkt te correleren met minstens vijf andere voorraden. Waar liggen uitdagingen voor Tilburg om zelf de duurzaamheid performance te verbeteren? 45

46 Tilburg heeft een aantal duurzaamheidvoorraden waarop het relatief laag scoort en zelf in beginsel maatregelen kan treffen om tot verbetering te komen. De voorraden waarvoor dit geldt zijn: Sociale samenhang Kunst en cultuur Bodem en grondwater Hinder en calamiteiten Grond(afval)stoffen Onderwijs Oppervlaktewater (kwaliteit) Infrastructuur en bereikbaarheid Een nadere analyse van deze voorraden leert dat er in het bijzonder door indicatoren aangeduide problemen zijn die zouden moeten worden aangepakt. De in de taartdiagrammen meest in het oog springende (roodkleurende) indicatoren zijn: Vrijwilligers Voortijdige schoolverlaters Musea Overlast geluid Ontsluiting hoofdwegen Ongeveer de helft van de oude industriesteden kampt met dezelfde door deze indicatoren aangeduide problemen als Tilburg. Alleen op het punt van de ontsluiting van hoofdwegen toont Tilburg in de meetperiode een uitzonderlijk lage score. Hieraan is inmiddels gewerkt door aanleg van de tangent om de stad. Daarnaast zijn er een aantal andere indicatoren die duiden op het nog ver afstaan van de duurzaamheiddoelen (oranje gekleurde indicatoren): arme huishoudens, sociale cohesie, podiumkunsten, rijksmonumenten, bodemsanering, mestafzet op het land, overlast door stank-stof-vuil. Verder betreft het de grondstoffen indicatoren (huishoudelijk en GFT-afval, papier en karton, glas), jeugdwerkloosheid, vertraagd naar diploma, eindexamencijfer, opleidingsniveau van de bevolking en tenslotte ecologische toestand van het oppervlaktewater. Bij een aantal indicatoren, die relatief moeilijk op gemeenteniveau zijn te beïnvloeden, laten andere steden dan Tilburg veel betere uitkomsten zien, bijvoorbeeld bij eenzaamheid, levensverwachting en de werkgelegenheidsfunctie. Dergelijke problemen zouden een prioritaire aanpak en ondersteuning vanuit de rijks- en provinciale overheden moeten krijgen. Door aan met deze indicatoren verbonden problemen te werken kan Tilburg de transitie vervolmaken van oude industriestad naar een innovatieve stad gericht op duurzame ontwikkeling, waar bedrijven en burgers zich graag vestigen. 46

47 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Bijlage 1: Factsheets Duurzaamheidbenchmark Tilburg 2013 Sociaal-cultureel kapitaal Sociale samenhang Indicator 1 arme huishoudens People Sociale samenhang Er is armoede noch uitsluiting Percentage huishoudens met inkomen onder 105% van het sociale minimum ten opzichte van het totaal aantal huishoudens. Armoede is een situatie waarin men door een veelheid van oorzaken terecht kan komen (bijv. door ziekte, werkloosheid, overlijden partner). De mate waarin een gemeenschap in staat is het aantal huishoudens dat onder een sociaal aanvaardbaar minimum zit, beperkt te houden is een indicatie van de solidariteit van die samenleving met sociaal zwakkeren. percentage Weging Richting - Norm Rood > 10% Norm Oranje 8% - 10% Norm Groen 6% - 8% Norm Goud < 6% 47

48 Indicator 2 sociale cohesie People Sociale samenhang De sociale samenhang van de samenleving is gewaarborgd Een cijfer dat de sociale cohesie binnen een regio beoordeelt. Sociale cohesie is een breed begrip dat gaat over de samenhang tussen mensen. Het is de mate waarin mensen in hun gedrag en beleving uitdrukking geven aan hun betrokkenheid bij maatschappelijke verbanden in hun persoonlijke leven, als burger in de maatschappij en als lid van de samenleving. Het is een kenmerk van een groep of gemeenschap. schaal Weging Richting + Norm Rood < 6 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud > 7 48

49 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Indicator 3 vrijwilligers People Sociale samenhang De sociale samenhang van de samenleving is gewaarborgd Percentage mensen van 18 jaar en ouder die vrijwilligerswerk doen ten opzichte van de totale bevolking van 18 jaar en ouder. Het percentage burgers dat vrijwilligerswerk doet zegt iets over de mate waarin de sociale cohesie van de samenleving is gewaarborgd. percentage Weging Richting + Norm Rood < 18% Norm Oranje 18% - 21% Norm Groen 21% - 24% Norm Goud > 24% 49

50 Participatie Indicator 1 eenzaamheid People Participatie Burgers zijn betrokken bij de samenleving Percentage volwassenen dat matig of ernstig eenzaam is. Sociaal isolement gaat vaak gepaard met eenzaamheid. percentage Weging 25 Richting - Norm Rood > 45% Norm Oranje 35% - 45% Norm Groen 25% - 35% Norm Goud < 25% 50

51 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Indicator 2 opkomstpercentage gemeenteraadsverkiezingen People Participatie Elke burger heeft zeggenschap in politieke besluitvorming die hemof haar en de samenleving enhaar toekomst aangaat en maakt daar ook gebruik van Gemiddelde opkomst van de verkiezingen voor de gemeenteraad van de gemeenten bij de gemeenteraadsverkiezingen in Burgers zijn betrokken bij het openbaar bestuur en beantwoorden aan de (morele) plicht gebruik te maken van hun stemrecht. Voor de volledigheid is deze indicator opgenomen naast de indicator opkomstpercentage landelijke verkiezingen, waarbij beide indicatoren een halve weging krijgen. percentage Weging 12.5 Richting + Norm Rood < 45% Norm Oranje 45% - 60% Norm Groen 60% - 75% Norm Goud > 75% 51

52 Indicator 3 opkomstpercentage landelijke verkiezingen People Participatie Elke burger heeft zeggenschap in politieke besluitvorming die hemof haar en de samenleving enhaar toekomst aangaat en maakt daar ook gebruik van Opkomstpercentage in de gemeente bij de landelijke verkiezingen voor de tweede kamer in Burgers zijn betrokken bij het openbaar bestuur en beantwoorden aan de (morele) plicht gebruik te maken van hun stemrecht. Voor de volledigheid is deze indicator opgenomen naast de indicator opkomstpercentage gemeenteraadsverkiezingen, waarbij beide indicatoren een halve weging krijgen. percentage Weging 12.5 Richting + Norm Rood < 60% Norm Oranje 60% - 70% Norm Groen 70% - 80% Norm Goud > 80% 52

53 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Indicator 4 langdurige werkloosheid People Participatie Burgers zijn in staat om zich economisch staande te houden Met langdurige werkloosheid wordt bedoeld het aandeel niet-werkende werkzoekenden op de gehele beroepsbevolking dat langer dan 36 maanden werkzoekend is. Langdurige werkloosheid is zowel vanuit economisch als sociaal oogpunt onwenselijk. Binnen de voorraad Participatie is deze langdurige werkloosheid om twee redenen als indicator opgenomen. Allereerst geeft het een indicatie over hoe solidair de samenleving is. In een solidaire samenleving mag langdurige werkloosheid niet voorkomen. Daarnaast gaat langdurige werkloosheid ook hand in hand met een aantal andere maatschappelijk onacceptabele problemen, zoals armoede en sociale uitsluiting. Naarmate de werkloosheid langer duurt, wordt het risico om sociaal geïsoleerd te raken groter. De indicator langdurige werkloosheid weerspiegelt niet alleen de mate van solidariteit van een samenleving. De indicator wordt sterk bepaald door conjuncturele schommelingen en dient daarom geïnterpreteerd te worden in het licht van andere werkloosheid- en werkgelegenheidscijfers. percentage Weging 25 Richting - Norm Rood > 2% Norm Oranje 1.5% - 2% Norm Groen 1% - 1.5% Norm Goud < 1% 53

54 Indicator 5 landurige bijstand People Participatie Burgers zijn in staat om zich economisch staande te houden Aandeel personen dat minimaal 3 jaar behoort tot een huishouden waarvan de voornaamste inkomensbron een uitkering is. Net als langdurige werkloosheid is langdurige bijstand ook onwenselijk. percentage Weging 25 Richting - Norm Rood > 7% Norm Oranje 5% - 7% Norm Groen 3% - 5% Norm Goud < 3% 54

55 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Kunst en cultuur Indicator 1 podiumkunsten People Kunst en cultuur Iedereen kan actief of passief deelnemen aan culturele uitingen of activiteiten Gemiddeld aanbod van podiumkunsten binnen een straal van 20 kilometer. Deze indicator geeft de omvang van het aanbod van cultuur in de omgeving aan. aantal Weging Richting + Norm Rood < 5 Norm Oranje 5-20 Norm Groen Norm Goud > 35 55

56 Indicator 2 rijksmonumenten People Kunst en cultuur Het culturele aanbod is voldoende groot, evenals de diversiteit Het aantal rijksmonumenten in een gemeente per inwoners. Deze indicator geeft inzicht in de hoeveelheid monumenten in een gemeente die een beschermde status hebben. aantal per inwoners Weging Richting + Norm Rood < 1 Norm Oranje 1-3 Norm Groen 3-6 Norm Goud > 6 56

57 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Indicator 3 musea People Kunst en cultuur Het culturele aanbod is voldoende groot, evenals de diversiteit Het aantal musea in de gemeente per inwoners. Voor deze indicator is gekeken naar het aantal musea in de gemeente gebaseerd op de data van de Nederlandse Museumvereniging. Het aantal musea geeft mede aan in hoeverre het cultureel erfgoed wordt beschermd in een gemeente. aantal per inwoners Weging Richting + Norm Rood < 1 Norm Oranje 1-2 Norm Groen 2-3 Norm Goud > 3 57

58 Gezondheid Indicator 1 onvoldoende bewegen People Gezondheid Iedereen heeft een eigen verantwoordelijkheid voor een gezonde leefstijl Percentage burgers die niet voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB). De NNGB schrijft voor dat mensen ten minste 5 dagen in de week, 30 minuten matig intensieve beweging hebben. Voldoen aan de NNGB heeft een positief effect op de lichamelijke en geestelijke gezondheid. Zo is er een direct verband tussen lichaamsbeweging en de verminderde kans op depressie, beroerte en hart- en vaatziekten. percentage Weging Richting - Norm Rood > 50% Norm Oranje 40% - 50% Norm Groen 30% - 40% Norm Goud < 30% 58

59 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Indicator 2 riskant gedrag People Gezondheid Iedereen heeft een eigen verantwoordelijkheid voor een gezonde leefstijl Het percentage mensen dat riskant gedrag vertoond dat schadelijk is voor de gezondheid. Onder riskant gedrag wordt verstaan: roken, excessief drinken en overgewicht. Deze indicator zegt iets over hoe mensen invulling geven aan de eis Iedereen neemt een eigen verantwoordelijkheid voor een gezonde leefstijl. De indicator riskant gedrag is opgebouwd uit drie onderliggende indicatoren te weten: Rokers Overmatige drinkers Overgewicht percentage Weging Richting - Norm Rood > 80% Norm Oranje 75% - 80% Norm Groen 70% - 75% Norm Goud < 70% 59

60 Indicator 3 huisartsen People Gezondheid De gezondheidszorg is van goede kwaliteit en toegankelijk voor iedereen Het aantal huisartsenpraktijken binnen 3 kilometer afstand. Het aantal huisartsen zegt iets over de dichtheid en bereikbaarheid van de gezondheidszorg in de diverse gemeenten. aantal Weging Richting + Norm Rood < 5 Norm Oranje 5-10 Norm Groen Norm Goud > 15 60

61 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Indicator 4 kwaliteit ziekenhuizen People Gezondheid De gezondheidszorg is van goede kwaliteit en toegankelijk voor iedereen Gemiddelde kwaliteit ziekenhuizen binnen de gemeente. Om te kunnen toetsen of de gezondheidszorg van goede kwaliteit is in de gemeente wordt, naast het aantal huisartsen, tevens gekeken naar de kwaliteit van ziekenhuizen in de gemeente. score Weging Richting + Norm Rood < 1.5 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud >

62 Indicator 5 afstand ziekenhuizen People Gezondheid De gezondheidszorg is van goede kwaliteit en toegankelijk voor iedereen Gemiddelde afstand tot het dichtstbijzijnde ziekenhuis. De afstand tot het dichtstbijzijnde ziekenhuis zegt iets over de afstand tot intensieve zorg in de omgeving. kilometer Weging Richting - Norm Rood > 9 Norm Oranje 6-9 Norm Groen 3-6 Norm Goud < 3 62

63 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Indicator 6 levensverwachting People Gezondheid De bevolking is lichamelijk en geestelijk gezond De gemiddelde levensverwachting bij de geboorte in een regio. De levensverwachting is een uitkomst van allerlei gezondheidsfactoren, zoals: leefstijl, zorg, omgeving en preventie. jaren Weging Richting + Norm Rood < 79.5 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud >

64 Indicator 7 beoordeling van eigen gezondheid People Gezondheid De bevolking voelt zich gezond Het percentage burgers dat de eigen gezondheid als matig of slecht beoordeelt. Om de eis te toetsen of de bevolking zich gezond voelt moeten we afgaan op de subjectieve perceptie van de gezondheid. Het gaat hier om de subjectieve ervaring van de eigen gezondheidstoestand. De bevolking dient niet alleen gezond te zijn maar zich ook gezond te voelen. percentage Weging Richting - Norm Rood > 15% Norm Oranje 12.5% - 15% Norm Groen 10% % Norm Goud < 10% 64

65 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Veiligheid Indicator 1 geweldsdelicten People Veiligheid De kans om slachtoffer te worden van geweld, misdaad, ongelukken en rampen is verwaarloosbaar. Het aantal aangehouden verdachten van geweldsdelicten per inwoners. Om de eis dat de kans om slachtoffer te worden van geweld, misdaad, ongelukken en rampen verwaarloosbaar is, te kunnen toetsen zijn verschillende vormen van slachtofferschap geïntroduceerd. Want slachtofferschap van geweldsdelicten komt relatief weinig voor, maar de impact van geweldscriminaliteit is zowel op het slachtoffer als op de samenleving vele malen groter dan de impact van zogenaamde vermogenscriminaliteit, die verhoudingsgewijs veel vaker voorkomt. aantal per inwoners Weging 15 Richting - Norm Rood > 45 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud < 25 65

66 Indicator 2 vermogensdelicten People Veiligheid De kans om slachtoffer te worden van geweld, misdaad, ongelukken en rampen is verwaarloosbaar. Het aantal aangehouden verdachten van vermogensdelicten per inwoners. Vermogensdelicten komen veel vaker voor dan geweldscriminaliteit, maar de impact op zowel het slachtoffer als ook de samenleving is geringer dan bij geweldscriminaliteit. De kans om slachtoffer te worden van een vermogensdelict is vele malen groter dan de kans om slachtoffer te worden van een geweldsdelict. Maar gelet op de impact zal de doorwerking op het gevoel van onveiligheid (hoewel dit van persoon tot persoon zal verschillen) geringer zijn dan bij geweldscriminaliteit. aantal per inwoners Weging 15 Richting - Norm Rood > 60 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud < 20 66

67 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Indicator 3 vandalisme People Veiligheid De kans om slachtoffer te worden van geweld, misdaad, ongelukken en rampen is verwaarloosbaar. Het aantal aangehouden verdachten van vernielingen en verstoring van de openbare orde per inwoners. De maatschappelijke impact van vandalisme is groot. Het kan onder andere leiden tot verpaupering van openbaar gebied, aantasting van het leefgenot van burgers en het herstel van de schade brengt enorme kosten met zich mee. De gevolgen van vernielingen aan gebouwen en straatmeubilair zijn voor iedereen direct waarneembaar. Vandalisme als een zichtbaar delict, leidt tot gevoelens van onveiligheid, normvervaging en trekt vaak meer vandalisme aan. aantal per inwoners Weging 15 Richting - Norm Rood > 30 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud < 10 67

68 Indicator 4 jeugdcriminaliteit People Veiligheid De kans om slachtoffer te worden van geweld, misdaad, ongelukken en rampen is verwaarloosbaar. Percentage jarigen in een gemeente dat voor de rechter moest verschijnen naar aanleiding van een delict. Jeugdcriminaliteit is een veelbesproken thema in de politiek en de media. Meestal gaat het om kleine eenmalige delicten, zoals vechtpartijen, winkeldiefstal en vandalisme. Deze jongeren leren van hun fouten en kunnen weer normaal participeren in de samenleving. Aan de andere kant is er een kleine groep jongeren die regelmatig in aanraking komt met justitie, ook voor grotere delicten. Zij vormen een groter probleem omdat het waarschijnlijk is dat ze in het verdere leven vaker met justitie in aanraking zullen komen. percentage Weging 15 Richting - Norm Rood > 4% Norm Oranje 3% - 4% Norm Groen 2% - 3% Norm Goud < 2% 68

69 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Indicator 5 verkeersonveiligheid People Veiligheid De kans om slachtoffer te worden van geweld, misdaad, ongelukken en rampen is verwaarloosbaar. Het aantal verkeersongevallen per inwoners. Dit betreft alle ongevallen door de politie geregistreerd, ongeacht de ernst hiervan. Naast veiligheid in termen van criminaliteit is er ook het risico van ongevallen in het verkeer die een invloed heeft op de onveiligheidsbeleving van burgers. Het aantal verkeersongevallen is een objectieve maat van de aanwezigheid van veiligheidscondities in de leefomgeving en van het (verkeers)gedrag van mensen. aantal per inwoners Weging 15 Richting - Norm Rood > 10 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud < 5 69

70 Indicator 6 onveiligheidsgevoel People Veiligheid Iedereen voelt zich veilig Percentage inwoners dat zich wel eens onveilig voelt. Naast de objectieve indicatoren die de veiligheid meten in deze voorraad, geeft deze indicator het subjectieve gevoel van (on)veligheid aan dat burgers ervaren. Om recht te doen aan het feit dat deze eis slechts door één indicator wordt vertegenwoordigd in de voorraad, heeft deze indicator een zwaardere weging gekregen. percentage Weging 25 Richting - Norm Rood > 30% Norm Oranje 25% - 30% Norm Groen 20% - 25% Norm Goud < 20% 70

71 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Woonomgeving Indicator 1 woningtekort People Woonomgeving Iedereen heeft toegang tot een betaalbare woning van goede kwaliteit Aantal gereedgekomen woningen per inwoners Voor de indicator woningtekort wordt gekeken naar het aantal nieuwe woningen dat gereed is gemaakt. Om te corrigeren voor de grootte van de gemeente is gekeken naar het aantal gereedgekomen woningen per inwoners. aantal per inwoners Weging Richting + Norm Rood < 20 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud > 60 71

72 Indicator 2 afstand supermarkt People Woonomgeving Publieke en dagelijkse voorzieningen zijn bereikbaar en toegankelijk voor iedereen Gemiddelde afstand tot een grote supermarkt. De afstand tot een supermarkt geeft de kwantitatieve beschikbaarheid van voorzieningen, zoals winkels, aan in de buurt. kilometer Weging Richting - Norm Rood > 1.5 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud <

73 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Indicator 3 tevredenheid woonomgeving People Woonomgeving Iedereen is tevreden met de eigen woonomgeving waar hij of zij woont: veilig, aangenaam en gezond Percentage van de bevolking, dat tevreden of zeer tevreden is over de woonomgeving. Deze indicator geeft het subjectieve gevoel over de (on)tevredenheid van de woonomgeving aan. percentage Weging Richting + Norm Rood < 80% Norm Oranje 80% - 85% Norm Groen 85% - 90% Norm Goud > 90% 73

74 Indicator 4 tevredenheid winkels People Woonomgeving Publieke en dagelijkse voorzieningen zijn bereikbaar en toegankelijk voor iedereen Percentage van de bevolking, dat tevreden of zeer tevreden is over de winkels in de buurt. Deze indicator geeft aan in hoeverre de inwoners van een gemeente tevreden zijn over het voorzieningen niveau in de buurt. Naast de indicator afstand voorzieningen, die de kwantitatieve beschikbaarheid aangeeft, geeft deze indicator de subjectief ervaren kwaliteit van de voorzieningen in de buurt. percentage Weging Richting + Norm Rood < 80% Norm Oranje 80% - 85% Norm Groen 85% - 90% Norm Goud > 90% 74

75 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Indicator 5 WOZ-waarde People Woonomgeving Iedereen heeft toegang tot een betaalbare woning van goede kwaliteit Mediane WOZ-waarde in de gemeente. De WOZ-waarde is een waardering van woningen ten behoeve van belastingheffing, en daarom een goede indicatie van de waarde van die woningen. De waarde van woningen wordt door vele factoren beïnvloed. Naast economische factoren en de staat van de woning hebben factoren uit de woonomgeving invloed op de waarde van een woning. De WOZ-waarde is dus een resultaatvariabele die iets zegt over de gehele aantrekkelijkheid van de woonomgeving. euro Weging Richting + Norm Rood < Norm Oranje Norm Groen Norm Goud >

76 Indicator 6 verhuissaldo People Woonomgeving Iedereen is tevreden met de eigen woonomgeving waar hij of zij woont: veilig, aangenaam en gezond Instroom gemeente (excl. geboorte) minus uitstroom gemeente (excl. sterfte). Het verhuissaldo is het resultaat van de in- en uitstroom van inwoners in de gemeente, en zegt daarom iets over de aantrekkelijkheid van de gemeente als woonomgeving. Immers, als het verhuissaldo positief en groot is, willen veel mensen in de gemeente wonen en is er ook voldoende nieuwe woonruimte beschikbaar. percentage Weging Richting + Norm Rood < -0.5% Norm Oranje -0.5% - 0% Norm Groen 0% - 0.5% Norm Goud > 0.5% 76

77 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Onderwijs Indicator 1 jeugdwerkloosheid People Onderwijs Het onderwijs sluit aan op de maatschappelijke behoefte Percentage niet-werkende werkzoekenden jonger dan 23 jaar. Om te toetsen of het onderwijs aansluit op de maatschappelijke behoefte is deze behoefte onder andere vertaald naar de economische behoefte op de arbeidsmarkt. Aan de hand van de indicator jeugdwerkloosheid wordt zicht verkregen op de mate waarop het onderwijs aansluit op de arbeidsmarkt. percentage Weging Richting - Norm Rood > 7% Norm Oranje 5.5% - 7% Norm Groen 4% - 5.5% Norm Goud < 4% 77

78 Indicator 2 aanbod basisscholen People Onderwijs Iedereen heeft toegang tot een vorm van onderwijs of scholing die past bij zijn of haar capaciteiten Het aantal basisscholen binnen 3 kilometer. Voor de jeugd is het belangrijk dat onderwijs dicht in de buurt is, zodat ze van het onderwijs kunnen genieten zonder een lange reistijd. Deze indicator is zeer sterk gecorreleerd met de indicator aantal voortgezet onderwijs scholen, vandaar dat de weging gehalveerd is. aantal Weging 8.33 Richting + Norm Rood < 5 Norm Oranje 5-10 Norm Groen Norm Goud > 15 78

79 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Indicator 3 aanbod voortgezet onderwijs People Onderwijs Iedereen heeft toegang tot een vorm van onderwijs of scholing die past bij zijn of haar capaciteiten Het aantal middelbare scholen binnen 5 kilometer. Voor de jeugd is het belangrijk dat onderwijs dicht in de buurt is, zodat ze van het onderwijs kunnen genieten zonder een lange reistijd. Deze indicator is zeer sterk gecorreleerd met de indicator aantal basisscholen, vandaar dat de weging gehalveerd is. aantal Weging 8.33 Richting + Norm Rood < 4 Norm Oranje 4-6 Norm Groen 6-8 Norm Goud > 8 79

80 Indicator 4 voortijdig schoolverlaters People Onderwijs Iedereen heeft de plicht er voor zorg te dragen dat zijn of haar competenties (blijven) aansluiten op maatschappelijke behoeften Het percentage leerlingen dat zonder op zijn minst een MBO niveau 1 diploma het onderwijs verlaat. Een van de eisen die aan de voorraad onderwijs is gesteld zegt dat iedereen toegang heeft tot een vorm van onderwijs of scholing die past bij zijn of haar capaciteiten (ongeacht leeftijd, geslacht, afkomst en achtergrond). In het geval veel leerlingen voortijdig de schoolloopbaan beëindigt zonder een diploma kan gesteld worden dat aan deze eis niet is voldaan. percentage Weging Richting - Norm Rood > 1.25% Norm Oranje 1% % Norm Groen 0.75% - 1% Norm Goud < 0.75% 80

81 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Indicator 5 onvertraagd naar diploma People Onderwijs Het onderwijs is van hoge kwaliteit Het percentage leerlingen dat het voortgezet onderwijs doorloopt zonder in één van de (bovenbouw) klassen te blijven zitten. Deze indicator meet de doorlooptijd van de opleiding door leerlingen. Naast dat er goede cijfers worden gehaald, is het rendement van een opleiding ook een factor die de kwaliteit van het onderwijs aangeeft. percentage Weging Richting + Norm Rood < 70% Norm Oranje 70% - 75% Norm Groen 75% - 80% Norm Goud > 80% 81

82 Indicator 6 eindexamencijfer People Onderwijs Het onderwijs is van hoge kwaliteit Het gemiddeld eindexamencijfer per school. De kwaliteit van het voortgezet onderwijs is een belangrijke variabele voor de totale kwaliteit van het onderwijs. Dit is een tweede indicator die de kwaliteit van het onderwijs meet. score Weging Richting + Norm Rood < 6.3 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud >

83 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Indicator 7 opleidingsniveau bevolking People Onderwijs Iedereen heeft de plicht er voor zorg te dragen dat zijn of haar competenties (blijven) aansluiten op maatschappelijke behoeften Percentage laagopgeleiden naar hoogst behaald opleidingsniveau ten opzichte van de totale bevolking van 18 jaar en ouder, exclusief studenten. Het opleidingsniveau van de bevolking is het resultaat na het genieten van onderwijs totdat de scholingsplicht afgelopen is bij het 18de levensjaar. Echter, ook na het 18de levensjaar kunnen volwassenen boijven investeren in zichzelf om de eigen professionele expertise en competenties, de kennis, vaardigheden en attitudes te verbeteren. percentage Weging Richting - Norm Rood > 40% Norm Oranje 35% - 40% Norm Groen 30% - 35% Norm Goud < 30% 83

84 Ecologisch kapitaal Bodem en grondwater Indicator 1 bodemsanering Planet Bodem en grondwater De bodem is schoon Totaal niet aangepakte humane spoedlocaties. De overheid streeft naar sanering van humane spoedlocaties en het minimaal in beeld hebben van alle overige spoedeisende bodemverontreinigingen voor eind Spoedeisende gevallen zijn die gevallen van bodemverontreiniging waarbij onacceptabel risico bestaat voor de mens. Humane risico's worden weggenomen door saneringen of maatregelen (Tijdelijke beveiligingsmaatregelen (TBM)). Indien gekozen wordt voor TBM dan volgt totaalsanering bij ruimtelijke ontwikkelingen. aantal Weging 50 Richting - Norm Rood > 5 Norm Oranje 2-5 Norm Groen Norm Goud <

85 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Indicator 2 mesthoeveelheid Planet Bodem en grondwater Het grondwater is schoon De hoeveelheid uitgescheiden stikstof uit mest. De hoeveelheid mest in de bodem zegt iets over de mate waarin er verontreinigingen van de bodem optreden in de gemeente. Overbemesting (meer mineralen in de bodem dan de gewassen op kunnen nemen) kan verontreiniging van de bodem en het grondwater veroorzaken. kilogram Weging 50 Richting - Norm Rood > 1000 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud <

86 Lucht Indicator 1 emissie CO2 Planet Lucht De gemeente is klimaatneutraal Uitstoot koolstofdioxide (CO2). Deze indicator zegt in hoeverre een gemeente de lucht vervuilt en bijdraagt aan het broeikaseffect. kilogram Weging Richting - Norm Rood > 2000 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud <

87 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Indicator 2 emissie stikstofoxyden Planet Lucht De lucht is schoon Uitstoot stikstofoxiden (NOX). De uitstoot van stikstofoxiden is sterk gecorreleerd aan de uitstoot van fijn stof, omdat ze waarschijnlijk uit dezelfde bron komen (verkeer). Daarom hebben ze allebei een halve weging. kilogram Weging 8.33 Richting - Norm Rood > 3 Norm Oranje 2-3 Norm Groen 1-2 Norm Goud < 1 87

88 Indicator 3 emissie fijn stof Planet Lucht De lucht is schoon Uitstoot fijn stof (PM10). De uitstoot van fijn stof is sterk gecorreleerd aan de uitstoot van stikstofoxiden, omdat ze waarschijnlijk uit dezelfde bron komen (verkeer). Daarom hebben ze allebei een halve weging. kilogram Weging 8.33 Richting - Norm Rood > 0.3 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud <

89 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Indicator 4 emissie NMVOS Planet Lucht De lucht is schoon Uitstoot Niet Methaan Vluchtige Organische Verbindingen (NMVOS), exclusief methaan. De uitstoot van NMVOS veroorzaakt smogvorming. Bronnen van uitstoot van NMVOS zijn: verkeer, industrie en huishoudens. kilogram Weging Richting - Norm Rood > 1.5 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud <

90 Indicator 5 GCN stikstofoxiden Planet Lucht De lucht is schoon De gemiddelde grootschalige concentraties (GCN) van stikstofdioxide (NO2) in de gemeente. De GCN, gemeten door het RIVM, zijn een maatstaf voor de concentratie van schadelijke stoffen in de lucht binnen de gemeente. De gemiddelde GCN neemt naast de uitstoot van schadelijke stoffen binnen de gemeente, ook de schadelijke stoffen die overgewaaid zijn van buiten de gemeente mee. µg/m3 Weging Richting - Norm Rood > 27.5 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud <

91 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Indicator 6 GCN NMVOS Planet Lucht De lucht is schoon De gemiddelde grootschalige concentraties (GCN) van Niet Methaan Vluchtige Organische Verbindingen (NMVOS) in de gemeente. De GCN, gemeten door het RIVM, zijn een maatstaf voor de concentratie van schadelijke stoffen in de lucht binnen de gemeente. De gemiddelde GCN neemt naast de uitstoot van schadelijke stoffen binnen de gemeente, ook de schadelijke stoffen die overgewaaid zijn van buiten de gemeente mee. µg/m3 Weging Richting - Norm Rood > 42.5 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud <

92 Indicator 7 GCN fijn stof Planet Lucht De lucht is schoon De gemiddelde grootschalige concentraties (GCN) van fijn stof (PM10) in de gemeente. De GCN, gemeten door het RIVM, zijn een maatstaf voor de concentratie van schadelijke stoffen in de lucht binnen de gemeente. De gemiddelde GCN neemt naast de uitstoot van schadelijke stoffen binnen de gemeente, ook de schadelijke stoffen die overgewaaid zijn van buiten de gemeente mee. µg/m3 Weging Richting - Norm Rood > 27 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud < 23 92

93 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Hinder en calamiteiten Indicator 1 overlast geluid Planet Hinder en calamiteiten Er is geen door de mens veroorzaakte overlast in de vorm van geur, licht en geluid Percentage van de inwoners dat soms of vaak hinder ondervindt van geluid in de omgeving. De hinder die mensen ervaren ten aanzien van geluid heeft een negatieve invloed op de gezondheid en maakt de woonomgeving minder aantrekkelijk. percentage Weging 25 Richting - Norm Rood > 35% Norm Oranje 30% - 35% Norm Groen 25% - 30% Norm Goud < 25% 93

94 Indicator 2 kans op ramp Planet Hinder en calamiteiten De kans dat er slachtoffers vallen bij een calamiteit is minimaal Percentage van het landoppervlak binnen de gemeente dat onder een 10-6 risicocontour valt. Bedrijven en installaties, voornamelijk in de industrie, vormen een risico voor de externe veiligheid. Dit risico wordt uitgedrukt door een 10-6 risicocontour. Binnen deze contour rond het bedrijf is de kans dat iemand komt te overlijden bij een calamiteit 1 op de miljoen. De risicocontour wordt bepaald door de bron (omvang en aard) en door de mensen die in de omgeving aanwezig zijn omdat ze daar wonen of werken. Een kleinere oppervlakte van de risicocontour verkleint de kans van slachtoffers bij een calamiteit. Naast bedrijven, hebben ook wegen, buisleiding en spoorlijnen waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd een risicocontour. Op de risicokaart ( kunnen burgers zelf inzien welke risico s ze lopen in de omgeving. Om recht te doen aan het feit dat deze eis slechts door één indicator wordt vertegenwoordigd in de voorraad, heeft deze indicator een zwaardere weging gekregen. percentage Weging 50 Richting - Norm Rood > 2.5% Norm Oranje 1.5% - 2.5% Norm Groen 0.5% - 1.5% Norm Goud < 0.5% 94

95 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Indicator 3 overlast, stank, stof en vuil Planet Hinder en calamiteiten Er is geen door de mens veroorzaakte overlast in de vorm van geur, licht en geluid Percentage van de inwoners dat soms of vaak hinder ondervindt van stank, stof en vuil in de omgeving. De hinder die mensen ervaren ten aanzien van geur, stof en vuil heeft een negatieve invloed op de gezondheid en maakt de woonomgeving minder aantrekkelijk. percentage Weging 25 Richting - Norm Rood > 25% Norm Oranje 20% - 25% Norm Groen 15% - 20% Norm Goud < 15% 95

96 Oppervlaktewater Indicator 1 ecologische toestand Planet Oppervlaktewater Het oppervlaktewater is schoon De gemiddelde score van alle oppervlaktewaterlichamen binnen de gemeente op een schaal van 1-5. De gemiddelde score van waterlichamen op de schaal van de Kaderrichtlijn Water (KRW) voor de ecologische doelstellingen is de indicator die de verontreinigingen te meet in het oppervlaktewater. score Weging 50 Richting + Norm Rood < 2 Norm Oranje 2-3 Norm Groen Norm Goud >

97 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Indicator 2 chemische toestand Planet Oppervlaktewater Het oppervlaktewater is schoon De gemiddelde score van alle oppervlaktewaterlichamen binnen de gemeente op een schaal van 1-5. De gemiddelde score van waterlichamen op de schaal van de Kaderrichtlijn Water (KRW) voor de chemische doelstellingen is de indicator die de verontreinigingen te meet in het oppervlaktewater. score Weging 50 Richting + Norm Rood < 2 Norm Oranje 2-3 Norm Groen Norm Goud >

98 Natuur en landschap Indicator 1 tevredenheid groen in de buurt Planet Natuur en landschap De natuur moet zoveel mogelijk in stand worden gehouden en zo mogelijk versterkt Het percentage inwoners dat tevreden of zeer tevreden is met het aanbod van natuur in de buurt. De tevredenheid groen in de buurt geeft aan in hoeverre het natuurlijk netwerk in de directe omgeving aan de wensen van de bevolking voldoet. percentage Weging Richting + Norm Rood < 70% Norm Oranje 70% - 80% Norm Groen 80% - 90% Norm Goud > 90% 98

99 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Indicator 2 aandeel bos en natuurlijk terrein Planet Natuur en landschap De identiteit van het landschap moet worden behouden en versterkt Het aandeel van bos en natuurlijk terrein in de totale oppervlakte van een gemeente. Het aandeel bos en natuurlijk terrein zegt iets over de beschikbaarheid en de robuustheid van het natuurlijk netwerk, te gebruiken voor recreatie en ontspanning. percentage Weging Richting + Norm Rood < 5% Norm Oranje 5% - 10% Norm Groen 10% - 15% Norm Goud > 15% 99

100 Indicator 3 afstand tot openbaar groen Planet Natuur en landschap De natuur moet zoveel mogelijk in stand worden gehouden en zo mogelijk versterkt De gemiddelde afstand tot openbaar groen in de gemeente. Het aandeel bos en natuurlijk terrein zegt iets over de beschikbaarheid van het natuurlijk netwerk, te gebruiken voor recreatie en ontspanning. kilometer Weging Richting - Norm Rood > 0.7 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud <

101 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Indicator 4 aandeel recreatief (binnen)water Planet Natuur en landschap De identiteit van het landschap moet worden behouden en versterkt Het aandeel van bos en natuurlijk terrein in de totale oppervlakte van een gemeente. Naast bos en open natuur bestaan er meerdere vormen van natuur die kunnen worden gebruikt voor recreatie en ontspanning en onderdak bieden aan een ecosysteem. Onder (binnen)water wordt verstaan: zee, meren, binnenvaarten, sloten, etcetera. percentage Weging Richting + Norm Rood < 5% Norm Oranje 5% - 10% Norm Groen 10% - 15% Norm Goud > 15% 101

102 Indicator 5 soortenrijkdom Planet Natuur en landschap De natuurlijke biodiversiteit moet worden behouden Het totaal aantal soorten waargenomen in de gemeente van 2003 tot Biodiversiteit is een begrip voor de graad van verscheidenheid aan levensvormen (soorten) binnen een gegeven ecosysteem. De biodiversiteit wordt vaak gebruikt als een indicator voor de gezondheid van een ecosysteem. Om recht te doen aan het feit dat deze eis slechts door één indicator wordt vertegenwoordigd in de voorraad, heeft deze indicator een zwaardere weging gekregen. aantal Weging Richting + Norm Rood < 1000 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud >

103 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Energie en klimaat Indicator 1 warmte Planet Energie en klimaat Alle geconsumeerde energie is duurzaam opgewekt Percentage huishoudens dat warmte geleverd krijgt uit stads-, blok- of duurzame verwarming. In huishoudens wordt voor verwarming en warm tapwater relatief laagwaardige warmte gebruikt. In plaats van deze warmte direct uit gas op te wekken kan stads-, blok- of duurzame verwarming worden ingezet. Door het nuttig gebruik van deze restwarmte wordt energie efficiënter en daarmee duurzamer gebruikt. percentage Weging 20 Richting + Norm Rood < 1% Norm Oranje 1% - 5% Norm Groen 5% - 10% Norm Goud > 10% 103

104 Indicator 2 windenergie Planet Energie en klimaat Alle geconsumeerde energie is duurzaam opgewekt De productiecapaciteit van de windmolens binnen de gemeente. Binnen de regio wordt er op alternatieve wijze energie opgewekt die geen CO2 uitstoot en geen fossiele brandstoffen uitput. Een van de duurzame manieren om energie op te wekken is windenergie. percentage Weging 20 Richting + Norm Rood < 100% Norm Oranje 100% % Norm Groen 5000% % Norm Goud > 10000% 104

105 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Indicator 3 gasverbruik huishoudens Planet Energie en klimaat Burgers consumeren minder energie en stoten minder schadelijke stoffen uit Het gemiddelde verbruik van gas in woningen binnen de gemeente. Er wordt efficiënt met energie omgegaan in de gemeente, het gemiddelde verbruik van gas is minimaal. percentage Weging 20 Richting - Norm Rood > 2000% Norm Oranje 1750% % Norm Groen 1500% % Norm Goud < 1500% 105

106 Indicator 4 elektriciteitsverbruik huishoudens Planet Energie en klimaat Burgers consumeren minder energie en stoten minder schadelijke stoffen uit Het gemiddelde verbruik van elektriciteit in woningen binnen de gemeente. Er wordt efficiënt met energie omgegaan in de gemeente, het gemiddelde verbruik van elektriciteit is minimaal. Kwh Weging 20 Richting - Norm Rood > 3500 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud <

107 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Indicator 5 energielabels woningen Planet Energie en klimaat Burgers consumeren minder energie en stoten minder schadelijke stoffen uit Score energielabel van de woningen in de gemeente. Er wordt efficiënt met energie omgegaan in de gemeente, de woningen hebben een goede energieprestatie. Het energielabel geeft de energieprestatie van een woning aan, waarbij A++ de meest zuinige energieklasse is en G de minst, en het wordt bepaald door onder andere isolatie en kierdichtheid. Het energielabel is verplicht bij het overdragen van eigendom van woningen. score Weging 20 Richting - Norm Rood > 2 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud <

108 Grondstoffen Indicator 1 huishoudelijk restafval Planet Grondstoffen Burgers werken toe naar een afvalloze samenleving Gemiddelde hoeveelheid huishoudelijk restafval per inwoner. Voor bedrijven vormen naast arbeid, kapitaal en kennis ook grond- en hulpstoffen belangrijke input voor het productieproces. Waar het gaat om grond- en hulpstoffen kan vastgesteld worden dat deze in toenemende mate niet dan wel tegen hoge kosten (moeilijk winbaar, schaars) beschikbaar zijn. Vandaar dat er in toenemende mate aandacht is voor het gebruik van nieuwe materialen ter vervanging van deze schaarse, uitputbare inputs, het zuiniger gebruiken van de beschikbare voorraden en het hergebruiken van materialen. Huishoudelijk restafval is niet meer her te gebruiken. hectare Weging 25 Richting - Norm Rood > 275 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud <

109 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Indicator 2 GFT-afval Planet Grondstoffen Burgers werken toe naar een afvalloze samenleving Gemiddelde hoeveelheid ingezameld verpakkingsglas per inwoner. Hoeveelheid apart ingezamelde GFT-afval voor gemakkelijk hergebruik. kilogram Weging 25 Richting + Norm Rood < 30 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud >

110 Indicator 3 oud papier en karton Planet Grondstoffen Burgers werken toe naar een afvalloze samenleving Gemiddelde hoeveelheid ingezameld oud papier en karton per inwoner. Hoeveelheid apart ingezamelde oud papier en karton voor gemakkelijk hergebruik. kilogram Weging 25 Richting + Norm Rood < 40 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud >

111 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Indicator 4 verpakkingsglas Planet Grondstoffen Burgers werken toe naar een afvalloze samenleving Gemiddelde hoeveelheid ingezameld verpakkingsglas per inwoner. Hoeveelheid apart ingezamelde verpakkingsglas voor gemakkelijk hergebruik. kilogram Weging 25 Richting + Norm Rood < 15 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud >

112 Economisch kapitaal Arbeid Indicator 1 werkgelegenheidsfunctie Profit Arbeid De vraag naar en het aanbod van arbeid zijn in evenwicht, kwalitatief en kwantitatief Verhouding tussen werkgelegenheid en werkzame beroepsbevolking. Bij de werkgelegenheid gaat het om arbeid in een bepaalde gemeente en dit betreft zowel mensen die in die gemeente zelf wonen als mensen die van elders komen ( pendelen ). Bij de werkzame beroepsbevolking gaat het om mensen die in een gemeente wonen en deze kunnen zowel binnen als buiten die gemeente emplooi vinden. De verhouding tussen aanwezige werkgelegenheid en werkzame beroepsbevolking geeft aan of een gemeente per saldo arbeid importeert om de banen in de gemeente te vervullen of juist arbeid exporteert om aan de vraag in omliggende regio s te voldoen. De verhouding tussen beide grootheden wordt aangeduid met de term werkgelegenheidsfunctie en is een maat voor de kwantitatieve vraag/aanbod verhouding. percentage Weging 20 Richting + Norm Rood < 90% Norm Oranje 90% - 100% Norm Groen 100% - 110% Norm Goud > 110% 112

113 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Indicator 2 benutting arbeidspotentieel Profit Arbeid Het arbeidspotentieel van de totale potentiële beroepsbevolking wordt benut Percentage van de bevolking in de leeftijd 15 jaar en 65 jaar ten opzichte van de totale bevolking. De arbeidsparticipatie is het aandeel van de beroepsbevolking in de totale bevolking tussen de 15 en 65 jaar (ook wel aangeduid als potentiële beroepsbevolking). Wanneer het uitsluitend het werkzame deel van de beroepsbevolking betreft, spreekt men van netto participatie. Volgens de definitie die in Nederland meestal wordt gehanteerd, worden uitsluitend personen die minimaal 12 uur per week werken tot de werkzame beroepsbevolking gerekend. percentage Weging 20 Richting + Norm Rood < 60% Norm Oranje 60% - 65% Norm Groen 65% - 70% Norm Goud > 70% 113

114 Indicator 3 werkloosheid Profit Arbeid De vraag naar en het aanbod van arbeid zijn in evenwicht, kwalitatief en kwantitatief Percentage van de beroepsbevolking die niet werkend werkzoekende is, ten opzichte van de totale beroepsbevolking Het werkloosheidpercentage zegt iets over het functioneren van de arbeidsmarkt. Een hoog werkloosheidpercentage duidt er op dat de arbeidsmarkt slecht functioneert, dat zowel het gevolg kan zijn van het in kwantitatief opzicht niet op elkaar aansluiten van vraag en aanbod, maar het kan ook betrekking hebben op het in kwalitatief opzicht niet goed op elkaar aansluiten van vraag en aanbod. percentage Weging 20 Richting - Norm Rood > 6% Norm Oranje 4% - 6% Norm Groen 2% - 4% Norm Goud < 2% 114

115 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Indicator 4 ontgroening en vergrijzing Profit Arbeid De vraag naar en het aanbod van arbeid zijn in evenwicht, kwalitatief en kwantitatief Het aandeel van en jarigen in de beroepsbevolking ten opzichte van het nationale gemiddelde. De leeftijdsopbouw van de beroepsbevolking zegt iets over de toekomstige verhouding tussen de beroepsbevolking en de totale bevolking en daarmee iets over de toekomstbestendigheid van de arbeidsmarkt. Een relatief oudere beroepsbevolking kan een probleem opleveren voor de toekomst doordat de verhouding werkenden/niet werkenden af zal nemen; dit is de zogenaamde afhankelijkheidsratio. Naarmate er minder sprake is van ontgroening en/of vergrijzing is een regionale arbeidsmarkt beter toegerust voor de toekomst. score Weging 20 Richting + Norm Rood < 1 Norm Oranje 1-5 Norm Groen 5-10 Norm Goud >

116 Indicator 5 arbeidsongeschiktheid Profit Arbeid Werk is gezond: langdurig ziekteverzuim en uitstroom t.g.v. arbeidsongeschiktheid worden voorkomen Percentage inwoners met een WAO uitkering ten opzichte van de totale beroepsbevolking. Mensen kunnen beroep doen op verschillende wettelijke regelingen waar het gaat om arbeidsongeschiktheid. Onderscheid wordt gemaakt tussen de WAO (Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering), de Wajong (Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten) en de WAZ (Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen). De gebruikte indicator: het aandeel WAO-ers in de totale beroepsbevolking. percentage Weging 20 Richting - Norm Rood > 6% Norm Oranje 3% - 6% Norm Groen 1% - 3% Norm Goud < 1% 116

117 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Ruimtelijke vestigingswaarden Indicator 1 voorraad bedrijventerreinen Profit Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden Er is voldoende ruimte (terreinen, bedrijfspanden) beschikbaar voor bedrijvigheid Totale aanbod uitgeefbaar bedrijventerrein. Voor de ontwikkeling van de bedrijvigheid, in het bijzonder voor nieuw aan te trekken bedrijven van buiten de gemeente en voor bedrijven die op hun huidige locatie te krap in hun ruimtelijke jasje zitten, is het van belang dat er voldoende ruimte beschikbaar is voor bedrijventerreinen. Als indicator is daarom gebruik gemaakt van het aanbod uitgeefbaar bedrijventerrein. Hierbij wordt zowel het gemeentelijk aanbod als het particuliere aanbod meegerekend. hectare Weging 20 Richting + Norm Rood < 50 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud >

118 Indicator 2 verhouding netto/bruto bedrijventerreinen Profit Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden De beschikbare ruimte voor bedrijvigheid wordt optimaal beheerd: zuinig met ruimte en aangepast aan de tijd Aantal m2 bedrijfsvloeroppervlak t.o.v. het uitgegeven grondoppervlak van het bedrijventerrein. Deze indicator is opgenomen in de studie om een maat van zuinig ruimtegebruik te kunnen aanduiden met behulp van een kwantitatieve methode. De netto/bruto verhouding is de verhouding tussen het aantal uitgeefbare hectares bedrijventerrein en de totale oppervlakte van het bedrijventerrein. Naarmate de verhouding netto/bruto hoger is, gaat de hoeveelheid uitgeefbare ruimte gepaard met minder bruto ruimtebeslag. Omdat, zeker in Nederland, ruimte schaars is speelt de netto/bruto verhouding een belangrijke rol in de voorraad Ruimtelijke Vestigingsvoorwaarden. percentage Weging 20 Richting + Norm Rood < 65% Norm Oranje 65% - 75% Norm Groen 75% - 85% Norm Goud > 85% 118

119 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Indicator 3 veroudering bedrijventerreinen Profit Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden De beschikbare ruimte voor bedrijvigheid wordt optimaal beheerd: zuinig met ruimte en aangepast aan de tijd Percentage oppervlakte bruto voorraad bedrijventerreinen van totaal dat verouderd is. Voor gemeenten en provincies is het vaak (financieel) aantrekkelijker om een nieuw bedrijventerrein aan te leggen dan een bestaand bedrijventerrein op te knappen. Dit kan ervoor zorgen dat bestaande bedrijventerreinen op termijn verloederen, wat voor de bedrijven gevestigd op het verouderde bedrijventerrein kan leiden tot omzetverlies en imagoschade. Eventueel zijn de bedrijven gedwongen te verhuizen met potentieel negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid in een gemeente. Daarnaast zorgt het overaanbod van ruimte op bedrijventerreinen voor lage grondprijzen, verspilling van ruimte en landschapsvervuiling. percentage Weging 20 Richting - Norm Rood > 50% Norm Oranje 25% - 50% Norm Groen 15% - 25% Norm Goud < 15% 119

120 Indicator 4 voorraad kantoorruimte Profit Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden Er is voldoende ruimte (terreinen, bedrijfspanden) beschikbaar voor bedrijvigheid Oppervlakte kantoorruimte per inwoner aanwezig in de gemeente. Naast bedrijventerreinen is er ook kantoorruimte nodig voor bedrijven. De voorraad kantoorruimte is ook een maatstaf van de bedrijvigheid gecorrigeerd voor het inwonertal in een gemeente. Verder betekent een groot aanbod van kantoorruimte dat er flexibiliteit is in de markt voor kantoorruimte. m2 Weging 20 Richting + Norm Rood < 1 Norm Oranje 1-3 Norm Groen 3-5 Norm Goud > 5 120

121 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Indicator 5 leegstand kantoorruimte Profit Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden De beschikbare ruimte voor bedrijvigheid wordt optimaal beheerd: zuinig met ruimte en aangepast aan de tijd Percentage aangeboden kantoorruimte ten opzichte van de totale voorraad kantoorruimte. Een groot aanbod van kantoorruimte heeft een keerzijde als de vraag het aanbod niet volgt: leegstand. Een kleine hoeveelheid kantoorruimte die leeg staat is niet slecht, die zorgt voor flexibiliteit op de markt van kantoorruimte. Echter, in Nederland is sinds 2007 de vraag naar kantoorruimte sterk gedaald terwijl het aanbod is gegroeid. Daardoor staat nu ongeveer 16% van de aangeboden kantoorruimte leeg. De vraag naar kantoorruimte daalt niet alleen door de slechte economische omstandigheden, ook het nieuwe werken zorgt ervoor dat er minder kantoorruimte nodig is. Leegstaande kantoren kunnen verloederen en een negatief effect hebben op de kantoren in de omgeving en de buurt. Om de negatieve effecten van een grote voorraad kantoorruimte mee te nemen is deze indicator opgenomen, naast de indicator voorraad kantoorruimte, die staat voor de positieve effecten van een groot aanbod van kantoorruimte. Deze indicator meet het aandeel van het aanbod kantoorruimte in de voorraad. Dat is geen perfecte maatstaf voor de leegstand is omdat kantoorruimte die aangeboden wordt niet per se leeg hoeft te staan. Echter, omdat voor alle gemeenten dezelfde methode is gebruikt, is deze methode een redelijk alternatief om de leegstand van kantoorruimte te meten. percentage Weging 20 Richting - Norm Rood > 20% Norm Oranje 15% - 20% Norm Groen 10% - 15% Norm Goud < 10% 121

122 Economische structuur Indicator 1 aandeel starters Profit Economische structuur De economische structuur wordt permanent versterkt en vernieuwd door de komst van startende ondernemingen en zich nieuw vestigende ondernemingen Percentage starters ten opzichte van het totaal aantal bedrijven. Nieuwe bedrijven hebben een positieve invloed op de werkgelegenheid. Ook hebben nieuwe startende bedrijven een positieve invloed op de ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit. Dit zit hem niet zozeer in de eigen initiële arbeidsproductiviteit (deze is immers bij de start laag), maar vooral in hun positieve invloed op de structurele ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit. Dit komt enerzijds doordat bestaande bedrijven hun gedrag aanpassen en anderzijds doordat startende ondernemingen in de tijd een snelle groei van de arbeidsproductiviteit laten zien. Nieuwe startende ondernemingen hebben vaak prikkelende en vernieuwende inzichten en dwingen daarmee bestaande bedrijven scherp te blijven, zich aan te passen aan de zich wijzigende concurrentieverhoudingen op hun markten. percentage Weging Richting + Norm Rood < 1.5% Norm Oranje 1.5% - 3% Norm Groen 3% - 4.5% Norm Goud > 4.5% 122

123 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Indicator 2 opheffingen Profit Economische structuur De economische structuur wordt permanent versterkt en vernieuwd door de komst van startende ondernemingen en zich nieuw vestigende ondernemingen Percentage opheffingen op het totaal aantal bedrijven. Er is sprake van opheffing van een bedrijf als de activiteiten niet door een ander bedrijf worden voortgezet. Daarmee meet deze indicator het aantal bedrijven dat ophoudt te bestaan door faillissement en het beëindigen van de bedrijfsvoering, en niet door fusies en overnames. percentage Weging Richting - Norm Rood > 9% Norm Oranje 8% - 9% Norm Groen 7% - 8% Norm Goud < 7% 123

124 Indicator 3 besteedbaar inkomen Profit Economische structuur De economie is concurrerend Gemiddeld besteedbaar inkomen per huishouden De ontwikkeling van het gemiddeld besteedbaar inkomen per inwoner in de gemeente is een indicator voor de groei van de welvaart van een regio en daarmee ook voor de concurrentiepositie. euro Weging Richting + Norm Rood < 30.8 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud >

125 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Indicator 4 BRP per hoofd van de bevolking Profit Economische structuur De economie is concurrerend Het bruto regionaal product (BRP) betreft de waarde van de totale regionale productie minus de waarde van het intermediaire verbruik. Bij dit laatste gaat het om goederen en diensten die in het productieproces worden verbruikt voor verdere bewerking en voor de productie van andere goederen en diensten zoals ingekochte grondstoffen, halffabricaten en diensten van accountantskantoren. De term marktprijzen geeft aan dat er wordt gecorrigeerd voor belastingen en subsidies. De toevoeging per hoofd van de bevolking wijst erop dat het BRP wordt gerelateerd aan de bevolkingsomvang. De ontwikkeling van het BRP is een indicator voor de economische groei van een regio en daarmee ook voor de concurrentiepositie van een regio. Om de regio s onderling te kunnen vergelijken en ook vergelijkingen in de tijd te kunnen maken wordt gebruik gemaakt van het BRP per hoofd van de bevolking. percentage Weging Richting + Norm Rood < 85% Norm Oranje 85% - 100% Norm Groen 100% - 115% Norm Goud > 115% 125

126 Indicator 5 aandeel topsectoren Profit Economische structuur De economie is concurrerend Het aandeel van banen in de zogenaamde topsectoren ten opzichte van het totaal aantal banen. De overheid heeft in 2011 negen sectoren aangewezen als zogenaamde Topsectoren. In deze sectoren staat Nederland sterk, heeft het een goede internationale concurrentiepositie en deze sectoren kenmerken zich door een hoge kennisintensiteit. De relatieve aanwezigheid van de Topsectoren in een regio geeft dus deels de concurrentiekracht van de regio aan. percentage Weging Richting + Norm Rood < 20% Norm Oranje 20% - 30% Norm Groen 30% - 40% Norm Goud > 40% 126

127 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Indicator 6 investeringsniveau Profit Economische structuur Voor het instandhouden enversterken van het productieve vermogen van de economie is het nodig dat het bedrijfsleven voldoende investeert Percentage ondernemers dat een toename van de investeringen in activa verwacht minus het percentage ondernemers dat een daling van de investeringen verwacht. Gemiddelde over de vier kwartalen van Het investeringspeil van bedrijven dient op een zodanig niveau te zijn dat de bedrijven kunnen beschikken over een adequaat machinepark en een up-to-date uitrusting waar het de ICT betreft. Het saldo of ondernemers wel of niet gaan investeren laat ook het vertrouwen in de economie zien. Een hogere investeringsbereidheid is over het algemeen goed voor de economie, omdat het op lange termijn tot uitbreiding van de productiecapaciteit leidt. Op korte termijn leveren de bestellingen van investeringsgoederen werk en inkomen. Om recht te doen aan het feit dat deze eis slechts door één indicator wordt vertegenwoordigd in de voorraad, heeft deze indicator een zwaardere weging gekregen. saldo Weging Richting + Norm Rood < 0 Norm Oranje 0-20 Norm Groen Norm Goud >

128 Infrastructuur en bereikbaarheid Indicator 1 ontsluiting treinstations Profit Infrastructuur en bereikbaarheid Bedrijven, voorzieningen, instellingen en economische centra zijn goed bereikbaar dan wel ontsloten zijn via de weg, het spoor, het water, de lucht en de ICT De gemiddelde afstand tot een treinstation in kilometers. De ontsluiting van het openbaar vervoer is voor een gemeente een belangrijke indicator. Het wegennet wordt immers zwaar belast en zonder goede alternatieven voor de auto worden fileproblemen niet opgelost. kilometer Weging 50 Richting - Norm Rood > 4 Norm Oranje 3-4 Norm Groen 2-3 Norm Goud < 2 128

129 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Indicator 2 ontsluiting hoofdwegen Profit Infrastructuur en bereikbaarheid Bedrijven, voorzieningen, instellingen en economische centra zijn goed bereikbaar dan wel ontsloten zijn via de weg, het spoor, het water, de lucht en de ICT De gemiddelde afstand tot een oprit van een hoofdverkeersweg in kilometers. Naast de ontsluiting van het openbaar vervoer is voor een gemeente tevens de ontsluiting van het wegennet een relevante indicator. De bereikbaarheid van wegen is voor zowel inwoners als bedrijven van vitaal belang. kilometer Weging 50 Richting - Norm Rood > 2.5 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud <

130 Kennis Indicator 1 aandeel hoogopgeleiden Profit Kennis De kennisinfrastructuur is van een hoog niveau en ondersteunt de bedrijvigheid Percentage van de beroepsbevolking met minimaal een afgeronde HBO of WO opleiding. Een stijging van het opleidingsniveau van de (beroeps)bevolking is een belangrijke maatschappelijke ontwikkeling. Het aandeel hoogopgeleide mensen in de beroepsbevolking geeft als het ware aan hoe kennisintensief de in de regio aanwezige productiefactor arbeid is. Een hoog opgeleide beroepsbevolking heeft als voordeel dat de factor arbeid in een regio beter in staat zal zijn aan de steeds hogere eisen van de werkgevers te voldoen in vergelijking met regio s met een laag geschoolde beroepsbevolking. Kennisintensieve arbeid levert over het algemeen een hogere arbeidsproductiviteit op. percentage Weging 25 Richting + Norm Rood < 25% Norm Oranje 25% - 35% Norm Groen 35% - 45% Norm Goud > 45% 130

131 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Indicator 2 capaciteit WO/HBO Profit Kennis De kennisinfrastructuur is van een hoog niveau en ondersteunt de bedrijvigheid Percentage ingeschreven WO en HBO studenten van de populatie. Deze indicator geeft de verspreiding van kennis weer. Voor ondernemingen zijn het opleidingsniveau en de vaardigheden van de beroepsbevolking zeer belangrijk. Voor een goed ontwikkeld bedrijfsleven is de toegang tot hoogwaardige kennis en gekwalificeerd personeel van groot belang. Een grote capaciteit van het WO/HBO in de omgeving zorgt voor voldoende nieuw, hoogopgeleid personeel voor ondernemingen. percentage Weging 25 Richting + Norm Rood < 2% Norm Oranje 2% - 3% Norm Groen 3% - 5% Norm Goud > 5% 131

132 Indicator 3 high- en medium tech werkgelegenheid Profit Kennis Het creatieve, adaptieve en innovatieve vermogen van werknemers en werkgevers van en in bedrijven en organisaties als geheel, wordt voortdurend versterkt Percentage banen in de high- en medium tech industrie ten opzichte van het totaal aantal banen. De high- en medium tech industrie zijn afhankelijk van hoogopgeleid personeel. Er is een wisselwerking tussen de aanwezigheid van deze kennisintensieve industrieën en het opleidingsniveau van de bevolking Deze industrieën vestigen zich daar waar veel menselijk kapitaal aanwezig is, maar maakt de regio ook aantrekkelijk voor hoogopgeleiden als ze daar gevestigd is. percentage Weging 25 Richting + Norm Rood < 1.5% Norm Oranje 1.5% - 3% Norm Groen 3% - 4.5% Norm Goud > 4.5% 132

133 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Indicator 4 creatieve industrie Profit Kennis Het creatieve, adaptieve en innovatieve vermogen van werknemers en werkgevers van en in bedrijven en organisaties als geheel, wordt voortdurend versterkt Percentage banen in de creatieve industrie ten opzichte van het totaal aantal banen. De creatieve industrie (o.a. kunst en cultuur, media, entertainment, vormgeving, architectuur, gaming, mode, etc.) voegen waarde toe aan de economie, cultuur en de maatschappij. Goede culturele en creatieve voorzieningen dragen ook bij aan de aantrekkelijkheid van steden voor toeristen, bedrijven en bewoners, waarmee tevens de kennisinfrastructuur positief wordt beïnvloed. percentage Weging 25 Richting + Norm Rood < 1.5% Norm Oranje 1.5% - 3% Norm Groen 3% - 4.5% Norm Goud > 4.5% 133

134 Overzicht gehanteerde bronnen CBS ABF Research GGD Compendium voor de leefomgeving RIVM Provincies IBIS bedrijventerreinenmonitor, Stec Groep & ARCADIS UWV Kiesraad Emissieregistratie Veiligheidsmonitor WoON Monumentenregister Museumregister Elsevier Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) LISA Verwey-Jonker instituut Onderwijsinspectie Nationale Atlas Volkgezondheid KRW-portaal Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit NVM DTZ Zadelhoff Kamer van Koophandel Nationale Databank Flora en Fauna 134

135 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Bijlage 2: Scores van Tilburg op de indicatoren Tilburg duurzaamheidbenchmark Normeringen -1 meting 0 meting Voorraad Indicator Gewicht Waarde Gewicht Waarde Sociale samenhang Arme huishoudens ,33 9,5 33,33 10,4 Sociale samenhang Sociale cohesie 0 6 6, ,33 6,2 33,33 6,3 Sociale samenhang Vrijwilligers ,33 16,0 33,33 16,0 Participatie Eenzaamheid ,00 47,0 25,00 47,0 Participatie Opkomst gemeenteraadsverkiezingen ,50 50,1 12,50 44,9 Participatie Opkomst landelijke verkiezingen ,50 67,7 12,50 66,7 Participatie Langdurige werkloosheid 0 1 1, ,00 1,1 25,00 1,1 Participatie Landurige bijstand ,00 6,6 25,00 5,3 Kunst en cultuur Podiumkunsten ,33 11,2 33,33 11,9 Kunst en cultuur Rijksmonumenten ,33 1,6 33,33 1,6 Kunst en cultuur Musea ,33 1,0 33,33 1,0 Gezondheid Onvoldoende bewegen ,29 45,0 14,29 45,0 Gezondheid Riskant gedrag ,29 86,0 14,29 86,0 Gezondheid Huisartsen ,29 17,8 14,29 16,2 Gezondheid Kwaliteit ziekenhuizen 0 1,5 2,5 3,5 5 14,29 2,0 14,29 2,0 Gezondheid Afstand ziekenhuis ,29 3,6 14,29 3,6 Gezondheid Levensverwachting 0 79,5 80,5 81, ,29 79,1 14,29 79,1 Gezondheid Beoordeling van eigen gezondheid , ,29 13,0 14,29 13,0 Veiligheid Vandalisme ,00 43,0 15,00 19,0 Veiligheid Geweldsdelicten ,00 71,0 15,00 28,0 Veiligheid Vermogensdelicten ,00 70,0 15,00 46,0 Veiligheid Jeugdcriminaliteit ,00 4,3 15,00 3,3 Veiligheid Verkeersonveiligheid 0 5 7, ,00 7,9 15,00 7,0 Veiligheid Onveiligheidsgevoe ,00 24,7 25,00 25,9 Woonomgeving Woningtekort ,67 48,0 16,67 39,0 Woonomgeving Afstand supermarkt 0 0,5 1 1,5 5 16,67 0,7 16,67 0,7 Woonomgeving Tevredenheid woonomgeving ,67 77,6 16,67 81,9 Woonomgeving Tevredenheid winkels ,67 85,4 16,67 87,9 Woonomgeving WOZ-waarde , ,0 16, ,0 Woonomgeving Verhuissaldo -2,5-0,5 0 0,5 2,5 16,67 0,1 16,67 0,3 Onderwijs Jeugdwerkloosheid 0 4 5, ,67 6,9 16,67 6,9 Onderwijs Aanbod basisscholen ,33 15,2 8,33 14,7 Onderwijs Aanbod voorgezet onderwijs ,33 9,0 8,33 11,7 Onderwijs Voortijdig schoolverlaters 0 0,75 1 1, ,67 1,3 16,67 1,3 Onderwijs Onvertraagd naar diploma ,67 82,8 16,67 73,7 Onderwijs Eindexamencijfer 0 6,3 6,4 6, ,67 6,2 16,67 6,3 Onderwijs Opleidingsniveau bevolking ,67 38,0 16,67 36,0 135

136 Tilburg duurzaamheidbenchmark Normeringen -1 meting 0 meting Voorraad Indicator Gewicht Waarde Gewicht Waarde Arbeid Werkgelegenheidsfunctie ,00 78,8 20,00 77,5 Arbeid Benutting arbeidspotentieel ,00 65,0 20,00 66,2 Arbeid Werkloosheid ,00 6,7 20,00 6,7 Arbeid Ontgroening en vergrijzing ,00 2,7 20,00 9,7 Arbeid Arbeidsongeschiktheid ,00 7,4 20,00 4,7 Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden Voorraad bedrijventerreinen ,00 107,6 20,00 240,8 Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden Netto/bruto verhouding bedrijventerreinen ,00 73,9 20,00 77,5 Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden Aandeel verouderd bedrijventerrein ,00 39,5 20,00 35,2 Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden Voorraad kantoorruimte ,00 2,3 20,00 2,3 Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden Leegstand kantoorruimte ,00 10,0 20,00 10,9 Economische structuur Aandeel starters 0 1,5 3 4, ,67 3,5 16,67 2,3 Economische structuur Opheffingen ,67 8,9 16,67 7,2 Economische structuur Besteedbaar inkomen 0 30,8 34,3 37, ,11 28,4 11,11 31,4 Economische structuur BRP per hoofd ,11 86,4 11,11 84,7 Economische structuur Aandeel topsectoren ,11 26,5 11,11 26,1 Economische structuur Investeringsniveau ,33-31,7 33,33 4,5 Infrastructuur/bereikbaarheid Ontsluiting treinstations ,00 2,4 50,00 2,5 Infrastructuur/bereikbaarheid Ontsluiting hoofdwegen 0 1,5 2 2, ,00 2,9 50,00 2,9 Kennis Aandeel hoogopgeleiden ,00 34,0 25,00 37,3 Kennis Capaciteit WO/HBO ,00 6,7 25,00 7,4 Kennis Medium en high tech werkgelegenheid 0 1,5 3 4, ,00 2,4 25,00 2,6 Kennis Creatieve industrie 0 1,5 3 4, ,00 3,0 25,00 3,8 Tilburg duurzaamheidbenchmark Normeringen -1 meting 0 meting Voorraad Indicator Gewicht Waarde Gewicht Waarde Bodem en grondwater Bodemsanering 0 0, ,00 4,0 50,00 4,0 Bodem en grondwater Mesthoeveelheid ,00 960,0 50,00 830,0 Lucht Emissie CO ,67 660,3 16,67 925,8 Lucht Emissie stikstofoxiden ,33 0,8 8,33 2,4 Lucht Emissie fijn stof 0 0,1 0,2 0, ,33 0,2 8,33 0,2 Lucht Emissie NMVOS 0 0,5 1 1, ,67 0,2 16,67 1,4 Lucht GCN stsikstofoxiden 0 17,5 22,5 27, ,67 26,5 16,67 24,8 Lucht GCN NMVOS 0 37, , ,67 35,0 16,67 36,6 Lucht GCN fijnstof ,67 25,6 16,67 26,6 Hinder en calamiteiten Overlast geluid ,00 33,3 25,00 38,5 Hinder en calamiteiten Overlast stank/stof/vuil ,00 20,2 25,00 23,8 Hinder en calamiteiten Kans op ramp 0 0,5 1,5 2, ,00 1,5 50,00 1,5 Oppervlaktewater Ecologische toestand ,5 5 50,00 2,3 50,00 2,3 Oppervlaktewater Chemische toestand ,5 5 50,00 3,3 50,00 3,3 Natuur en landschap Tevredenheid groen in de buurt ,67 70,5 16,67 73,9 Natuur en landschap Aandeel bos en natuurlijk terrein ,67 15,4 16,67 15,4 Natuur en landschap Afstand tot openbaar groen 0 0,3 0,5 0, ,67 0,5 16,67 0,5 Natuur en landschap Aandeel recreatief binnenwater ,67 1,6 16,67 1,6 Natuur en landschap Soortenrijkdom , ,0 33, ,0 Energie en klimaat Warmte ,00 25,0 20,00 25,0 Energie en klimaat Windenergie ,00 0,0 20, ,0 Energie en klimaat Gasverbruik huishoudens , ,0 20, ,0 Energie en klimaat Elektriciteitsverbruik huishoudens , ,0 20, ,0 Energie en klimaat Energielabel woningen 0 1,5 1, ,00 1,8 20,00 1,8 Grondstoffen Huishoudelijk restafval ,00 270,0 25,00 245,8 Grondstoffen GFT-afval ,00 49,0 25,00 49,9 Grondstoffen Oud papier en karton ,00 59,0 25,00 53,0 Grondstoffen Verpakkingsglas ,00 16,0 25,00 16,7 136

137 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Bijlage 3: Taartdiagrammen van alle duurzaamheidscores van Tilburg 2013 en ca. 4-5 jaar daarvoor Sociaal-cultureel kapitaal Sociale samenhang Participatie Kunst en cultuur Gezondheid Veiligheid Woonomgeving Onderwijs Sociale samenhang 137

138 Participatie Kunst en Cultuur 138

139 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Gezondheid Veiligheid 139

140 Woonomgeving Onderwijs 140

141 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Ecologisch kapitaal Bodem en grondwater Lucht Hinder en calamiteiten Oppervlaktewater Natuur en landschap Energie en klimaat Grondstoffen Bodem en grondwater 141

142 Lucht Hinder en calamiteiten 142

143 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Oppervlaktewater Natuur en landschap 143

144 Energie en klimaat Grondstoffen 144

145 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Economisch kapitaal Arbeid Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden Economische structuur Infrastructuur en bereikbaarheid Kennis Arbeid 145

146 Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden Economische structuur 146

147 Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg Infrastructuur en bereikbaarheid Kennis 147

Synthese rapport. Duurzaamheidbalans Tilburg 2013 en Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg (met 23 andere steden)

Synthese rapport. Duurzaamheidbalans Tilburg 2013 en Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg (met 23 andere steden) Synthese rapport Duurzaamheidbalans Tilburg 2013 en Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg (met 23 andere steden) Opdrachtgever: Gemeente Tilburg Ambtelijk coördinator Robert Kint Afdeling Ruimte Auteurs:

Nadere informatie

Wat betekenen de duurzaamheid scores van de 25 grootste steden?

Wat betekenen de duurzaamheid scores van de 25 grootste steden? Wat betekenen de duurzaamheid scores van de 25 grootste steden? Een Telos studie voor het Ministerie van BZK door Bastiaan Zoeteman en Ruben Smeets 20 juni 2012 www.telos.nl Aanleiding voor de studie -Vingeroefening

Nadere informatie

Bastiaan Zoeteman, John Dagevos, Rens Mulder, Ruben Smeets, Corné Wentink, Naomi Hoven en Christine Visser 29 september 2017 #DuurzameGemeenten2017

Bastiaan Zoeteman, John Dagevos, Rens Mulder, Ruben Smeets, Corné Wentink, Naomi Hoven en Christine Visser 29 september 2017 #DuurzameGemeenten2017 Aanbieding Nationale Monitor Gemeentelijke Duurzaamheid 2017 aan Hugo von Meijenfeldt, coördinator Nationale Implementatie SDGs, Ministerie van Buitenlandse Zaken Bastiaan Zoeteman, John Dagevos, Rens

Nadere informatie

Kaarten Duurzaamheidbalans Regio West-Brabant

Kaarten Duurzaamheidbalans Regio West-Brabant Kaarten Duurzaamheidbalans Regio West-Brabant Auteurs Drs. John Dagevos Ruben Smeets, MSc Tilburg, 5 november 2013 Documentnummer: 13.089 Warandelaan 2 5037 AB Tilburg Postbus 90153 5000 LE Tilburg T 013-466

Nadere informatie

Duurzaamheid gemeenten doorgelicht

Duurzaamheid gemeenten doorgelicht Duurzaamheid gemeenten doorgelicht Notitie n.a.v. de nationale monitor duurzame gemeenten 2015 1. Inleiding Duurzaamheid is een complex begrip. Om dit complexe begrip meetbaar te maken heeft het onderzoeksbureau

Nadere informatie

Son & Breugel in de regio: het vervolg in 60 beelden.. Hans Mommaas John Dagevos Ruben Smeets

Son & Breugel in de regio: het vervolg in 60 beelden.. Hans Mommaas John Dagevos Ruben Smeets Son & Breugel in de regio: het vervolg in 60 beelden.. Hans Mommaas John Dagevos Ruben Smeets inhoud: 1. reprise: het toenemende belang van de regio 2. maar wat is de regio? 3. drieluik positie son & breugel

Nadere informatie

Vergelijkende duurzaamheidbeoordeling van de 25 grootste steden van Nederland. volgens de Telos duurzaamheidbalans methode

Vergelijkende duurzaamheidbeoordeling van de 25 grootste steden van Nederland. volgens de Telos duurzaamheidbalans methode Vergelijkende duurzaamheidbeoordeling van de 25 grootste steden van Nederland volgens de Telos duurzaamheidbalans methode Documentnummer: 11.060 Warandelaan 2 5037 AB Tilburg Postbus 90153 5000 LE Tilburg

Nadere informatie

Duurzaamheidbenchmark 2013 van Amersfoort

Duurzaamheidbenchmark 2013 van Amersfoort Duurzaamheidbenchmark 2013 van Amersfoort met de Nederlandse 100.000+ gemeenten Opdrachtgever: Amersfoort Auteurs: Prof. dr. ir. Bastiaan Zoeteman Ruben Smeets, MSc Joost Slabbekoorn, BSc Tilburg, 3 december

Nadere informatie

Nationale Monitor Duurzame Gemeenten 2015

Nationale Monitor Duurzame Gemeenten 2015 Nationale Monitor Duurzame Gemeenten 2015 Bastiaan Zoeteman, Monique van der Zande, Ruben Smeets, Corné Wentink, John Dagevos en Hans Mommaas Telos, TSC, Tilburg University www.telos.nl Inhoud presentatie

Nadere informatie

Benchmarken van Duurzaam Inkopen door gemeenten

Benchmarken van Duurzaam Inkopen door gemeenten Benchmarken van Duurzaam Inkopen door gemeenten Prof Dr Bastiaan C.J. Zoeteman Telos, TSC, Tilburg University Bijeenkomst van Ministerie IenM 28 mei 2015, Utrecht www.telos.nl Opzet 1. Hoe breed wordt

Nadere informatie

Duurzaamheidsbenchmark 2014 van Lelystad

Duurzaamheidsbenchmark 2014 van Lelystad Duurzaamheidsbenchmark 2014 van Lelystad met 18 benchmarkgemeenten Auteurs Prof. dr. ir. B.C.J. Zoeteman J.L. Slabbekoorn, BSc R.J. Smeets, MSc Tilburg, 15 juli 2014 Documentnummer: 14.108 Warandelaan

Nadere informatie

Hartslag Cafe 15 februari 2018 John Dagevos. Leefbaarheid in Tilburg Stad met verschillende gezichten

Hartslag Cafe 15 februari 2018 John Dagevos. Leefbaarheid in Tilburg Stad met verschillende gezichten Hartslag Cafe 15 februari 2018 Leefbaarheid in Tilburg Stad met verschillende gezichten Inhoud presentatie Wat verstaan we eigenlijk onder leefbaarheid? LEMON Telos instrumenten Feiten en kaarten over

Nadere informatie

Factsheets Nationale Gemeentelijke Duurzaamheidsmonitor 2014

Factsheets Nationale Gemeentelijke Duurzaamheidsmonitor 2014 Factsheets Nationale lijke Duurzaamheidsmonitor 2014 Opdrachtgever: De nationale monitoring studie naar gemeentelijke duurzaamheid is door Telos uitgevoerd in opdracht van de Directie Duurzaamheid van

Nadere informatie

De rol van gemeenten bij Duurzame Ontwikkeling. John Dagevos Tilburg 4 februari 2015

De rol van gemeenten bij Duurzame Ontwikkeling. John Dagevos Tilburg 4 februari 2015 De rol van gemeenten bij Duurzame Ontwikkeling Tilburg 4 februari 2015 Opbouw presenta.e Wat bedoelen we met duurzame ontwikkeling? Hoe meten we duurzame ontwikkeling? Twee perspec:even: Vanuit de eigen

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 juni Utrecht.

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 juni Utrecht. Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water De positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 29 juni 2016 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200

Nadere informatie

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2018

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2018 Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2018 Thema cultuur - De positie van Utrecht uitgelicht Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl @onderzoek030

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht

Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht een notitie van Onderzoek 6 juni 2014 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl internet

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek.

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek. Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht notitie van Onderzoek www.onderzoek.utrecht.nl mei 2013 Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl internet

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei 2015. Utrecht.nl/onderzoek

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei 2015. Utrecht.nl/onderzoek Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 9 mei 015 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 86 1350 onderzoek@utrecht.nl

Nadere informatie

Duurzaamheidsbenchmark Heerhugowaard. Bergen, 13 april 2018 Drs. J. Dagevos

Duurzaamheidsbenchmark Heerhugowaard. Bergen, 13 april 2018 Drs. J. Dagevos Duurzaamheidsbenchmark Heerhugowaard Bergen, 13 april 2018 Drs. J. Dagevos Inhoud presentatie De opdracht Telos visie op duurzame ontwikkeling Methodologie en aanpak Overview van de resultaten per kapitaal

Nadere informatie

Profiel brede welvaart Goeree Overflakkee

Profiel brede welvaart Goeree Overflakkee Profiel brede welvaart Goeree Overflakkee Rapportcijfer Positie* Totaal 111 Thema's Welvaart 166 Gezondheid 247 Milieu 59 Saamhorigheid bevolking 163 Woongenot 205 Kansen op w erk 20 Veiligheid en w einig

Nadere informatie

Sociaal Werk Nederland Gemeentelijke gegevens

Sociaal Werk Nederland Gemeentelijke gegevens Sociaal Werk Gemetelijke gegevs Bchmark Sociaal Werk v2mrt2017 Pagina 1 / 14 - Rapport gemetelijke kmerk Sociaal Werk - Sociaal Werk Inhoudsopgave Inleiding 1. Leeftijdsgroep 2. Voorziing 3. Maatschappelijk

Nadere informatie

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2019

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2019 Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2019 Thema groei en krimp - De positie van Utrecht uitgelicht Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl

Nadere informatie

Duurzaamheidbalans Tilburg 2013

Duurzaamheidbalans Tilburg 2013 Duurzaamheidbalans Tilburg 2013 Actualisering van de Duurzaamheidbalans Tilburg 2010 Opdrachtgever: Gemeente Tilburg Ambtelijk coördinator Robert Kint Afdeling Ruimte Auteurs: Prof. dr. ir. B.C.J. Zoeteman

Nadere informatie

Op weg naar een basisinfrastructuur

Op weg naar een basisinfrastructuur Op weg naar een basisinfrastructuur voor een Staat van Utrechtse Gemeenten In opdracht van de Provincie Utrecht In het kader van het strategietraject Utrecht 2040 Drs. John Dagevos Ruben Smeets, MSc Tilburg,

Nadere informatie

Memorie van Antwoord

Memorie van Antwoord Memorie van Antwoord Betreft: raadsmededeling 28O-2015 startnotitie duurzaamheidsagenda Portefeuillehouder: Wethouder Theunis Vergadercyclus: 8 juli 2015 Fractie: D66, PvdA, GroenLinks Naam Raadslid: Maarten

Nadere informatie

Duurzaamheidsbenchmark 2014 van Lelystad

Duurzaamheidsbenchmark 2014 van Lelystad Duurzaamheidsbenchmark 2014 van Lelystad met 18 benchmarkgemeenten Auteurs Prof. dr. ir. B.C.J. Zoeteman J.L. Slabbekoorn, MSc R.J. Smeets, MSc Tilburg, februari 2015 Documentnummer: 14.108 Warandelaan

Nadere informatie

Dordrecht in de Atlas 2013

Dordrecht in de Atlas 2013 in de Atlas Een aantrekkelijke stad om in te wonen, maar sociaaleconomisch kwetsbaar Inhoud:. Conclusies. Positie van. Bevolking. Wonen. De Atlas voor gemeenten wordt jaarlijks gepubliceerd. In mei is

Nadere informatie

Duurzaamheidmonitoring van 100 gemeenten en het belang van individuele gemeentelijke ontwikkelingspaden

Duurzaamheidmonitoring van 100 gemeenten en het belang van individuele gemeentelijke ontwikkelingspaden Voorbij de lijstjes Duurzaamheidmonitoring van 100 gemeenten en het belang van individuele gemeentelijke ontwikkelingspaden Auteurs: Prof. dr. ir. Bastiaan Zoeteman Joost Slabbekoorn, BSc Ruben Smeets,

Nadere informatie

Duurzaamheidbalans en RFSC Ervaringen Tilburg. Wordt Tilburg daarmee duurzamer?

Duurzaamheidbalans en RFSC Ervaringen Tilburg. Wordt Tilburg daarmee duurzamer? Duurzaamheidbalans en RFSC Ervaringen Tilburg Wordt Tilburg daarmee duurzamer? Robert Kint Gemeente Tilburg robert.kint@tilburg.nl 013 542 83 94 Inhoud 1. Duurzame gemeente Tilburg 2. Duurzaamheidbalans

Nadere informatie

Leiden in de Atlas voor gemeenten 2015

Leiden in de Atlas voor gemeenten 2015 Beleidsonderzoek & Analyse BOA Feitenblad draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Leiden in de Atlas voor gemeenten 2015 Samenvatting De Atlas voor Gemeenten vergelijkt al 17 jaar de 50

Nadere informatie

Toelichting gegevens waarstaatjegemeente.nl bij de thema s:

Toelichting gegevens waarstaatjegemeente.nl bij de thema s: Toelichting gegevens waarstaatjegemeente.nl bij de thema s: - Jeugd en Jeugdhulpverlening - Onderwijs Oktober 2015 Ctrl/BI C. Hogervorst Het beeld dat bij dit thema naar voren komt past bij een grotere

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2017 Thema geluk. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 18 mei Utrecht.

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2017 Thema geluk. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 18 mei Utrecht. Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2017 Thema geluk De positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 18 mei 2017 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl

Nadere informatie

Wijkenmonitor Westerkoog

Wijkenmonitor Westerkoog Wijkenmonitor 2015 Inhoud 1 Inleiding 2 Leefomgeving 3 Capaciteiten 4 Meedoen 5 Sociale Binding 6 Verantwoording Leeswijzer Dit rapport bestaat uit 5 hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk geeft een samenvattend

Nadere informatie

De waarde van de Academie. Gerard Marlet Antwerpen 7 november 2013

De waarde van de Academie. Gerard Marlet Antwerpen 7 november 2013 De waarde van de Academie Gerard Marlet Antwerpen 7 november 2013 Een stad met een Academie heeft meer 1,8% Aantal kunstenaars als percentage van de bevolking 18 Aanbod galerieën per 100.000 inwoners 1,6%

Nadere informatie

Duurzaamheidsbenchmark 2014 van Westland

Duurzaamheidsbenchmark 2014 van Westland Duurzaamheidsbenchmark 2014 van Westland met 18 benchmarkgemeenten Auteurs Prof. dr. ir. B.C.J. Zoeteman J.L. Slabbekoorn, MSc R.J. Smeets, MSc Tilburg, 4 december 2014 Documentnummer: 14.109 Warandelaan

Nadere informatie

Het nieuwste Brabant voor gemeenten

Het nieuwste Brabant voor gemeenten Het nieuwste Brabant voor gemeenten.besturen vanuit regionale samenhang Hans Mommaas VBG Tilburg, 25 juni Inhoud: even afstand nemen om beter te zien De duurzame regio als perspectief Het regionale sociale

Nadere informatie

De Duurzaamheidbalans van Tilburg 2010

De Duurzaamheidbalans van Tilburg 2010 De Duurzaamheidbalans van Tilburg 2010 Prof. dr. ir. Bastiaan Zoeteman Ruben Smeets, MSc Ir. Frans Hermans Tilburg, 15 juni 2011 Documentnummer: 11.055 Warandelaan 2 5037 AB Tilburg Postbus 90153 5000

Nadere informatie

Duurzaamheidbalans Westland 2015

Duurzaamheidbalans Westland 2015 Duurzaamheidbalans Westland 2015 Duurzaamheidbalans Westland in aansluiting op de Duurzaamheidsbenchmark Westland 2014 Documentnummer: 15.125 Warandelaan 2 5037 AB Tilburg Postbus 90153 5000 LE Tilburg

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2012:

Atlas voor gemeenten 2012: BestuursBestuurs- en Concerndienst Atlas voor gemeenten 2012: de positie van Utrecht notitie van Bestuursinformatie www.onderzoek.utrecht.nl Mei 2012 Colofon uitgave Afdeling Bestuursinformatie Bestuurs-

Nadere informatie

Een scherpere blik op Beter Presteren - Highlights uit het breedteonderzoek

Een scherpere blik op Beter Presteren - Highlights uit het breedteonderzoek Een scherpere blik op Beter Presteren - Highlights uit het breedteonderzoek Oberon, september 2013 1 Vooraf In opdracht van het programmabureau Beter Presteren onderzoekt Oberon welke ontwikkeling de se

Nadere informatie

Dalfsen Werkbladen Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI 2.0

Dalfsen Werkbladen Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI 2.0 Gemeente Dalfsen Werkbladen Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI 2.0 Stichting Duurzame Samenleving www.gdindex.nl info@gdindex.nl September 2014 1 1. Gebruik van het werkblad De werkbladen zijn bedoeld

Nadere informatie

-diensten. licht van de crisis valt dat niet altijd mee. Juist nu kan het handig zijn

-diensten. licht van de crisis valt dat niet altijd mee. Juist nu kan het handig zijn -diensten Inzicht in kwetsbare doelgroepen Analyse Ken uw doelgroep dé onderbouwing van uw beleid Meedoen in de maatschappij is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Gemeenten, bibliotheken en andere maatschappelijke

Nadere informatie

Samenvatting en conclusie

Samenvatting en conclusie Samenvatting en conclusie In het huidige economisch denken wordt groei als een vanzelfsprekendheid gezien. Het belang van de economie is evident. Om onze welvaart op peil te houden, is economische ontwikkeling

Nadere informatie

Duurzame obligatie bindt meer beleggers aan de corporatiesector

Duurzame obligatie bindt meer beleggers aan de corporatiesector Duurzame obligatie bindt meer beleggers aan de corporatiesector Prof. dr. ir. Bastiaan Zoeteman en ir. René Goorden 1 Op 6 juli 2016 heeft BNG Bank haar eerste duurzame Social Bond ten behoeve van de financiering

Nadere informatie

Absoluut verzuim. Absoluut verzuim totaal verzuim. > 3 maanden. Opgelost in schooljaar

Absoluut verzuim. Absoluut verzuim totaal verzuim. > 3 maanden. Opgelost in schooljaar Bijlage 1. Landelijke gegevens De gegevens over het schooljaar 2014-2015 zijn afkomstig uit de leerplichttelling die jaarlijks onder de gemeenten wordt uitgevoerd. De respons op de leerplichttelling bedroeg

Nadere informatie

De Duurzaamheidbalans. Telos Brabants Centrum voor Duurzame Ontwikkeling

De Duurzaamheidbalans. Telos Brabants Centrum voor Duurzame Ontwikkeling De Duurzaamheidbalans Telos Brabants Centrum voor Duurzame Ontwikkeling Opbouw presentatie Wat is Telos? Telos visie op duurzame ontwikkeling De duurzaamheidbalans Toepassingsgebieden Wat maakt de DB interessant?

Nadere informatie

Gemeente. Wakkerstad. Werkbladen Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI 2.0. Stichting Duurzame Samenleving. www.gdindex.nl info@gdindex.

Gemeente. Wakkerstad. Werkbladen Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI 2.0. Stichting Duurzame Samenleving. www.gdindex.nl info@gdindex. Gemeente Wakkerstad Werkbladen Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI 2.0 Stichting Duurzame Samenleving www.gdindex.nl info@gdindex.nl September 2014 1 1. Gebruik van het werkblad De werkbladen zijn bedoeld

Nadere informatie

Strategieën voor ruimtelijke ontwikkeling. 1) Duurzame ontwikkeling, governance, gebiedsontwikkeling, monitoring en kennisvragen

Strategieën voor ruimtelijke ontwikkeling. 1) Duurzame ontwikkeling, governance, gebiedsontwikkeling, monitoring en kennisvragen Strategieën voor ruimtelijke ontwikkeling 1) Duurzame ontwikkeling, governance, gebiedsontwikkeling, monitoring en kennisvragen Ina Horlings Lezing Waddenacademie, 2-12- Opgaven voor de Waddenregio 1.

Nadere informatie

Duurzaamheidsuitdagingen na de provinciale verkiezingen

Duurzaamheidsuitdagingen na de provinciale verkiezingen Duurzaamheidsuitdagingen na de provinciale verkiezingen Auteurs: John Dagevos, Ruben Smeets, Corné Wentink en Kees Zoeteman, Telos, Tilburg Universiteit. Telos heeft de zogenaamde duurzaamheidbalans ontwikkeld

Nadere informatie

Leiden in de Atlas voor gemeenten 2014

Leiden in de Atlas voor gemeenten 2014 Beleidsonderzoek & Analyse BOA Feitenblad draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Leiden in de Atlas voor gemeenten 2014 Samenvatting Dit jaar is het thema van de Atlas Economie & Arbeidsmarkt.

Nadere informatie

Gemeente Utrechtse Heuvelrug

Gemeente Utrechtse Heuvelrug Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI 2.0 Gemeente Utrechtse Heuvelrug en de buurgemeenten Bunnik Buren Renswoude Rhenen Veenendaal Wijk bij Duurstede Woudenberg Zeist 10 maart 2015 Ontwikkeling naar duurzaamheid

Nadere informatie

Leiden 2018 Atlas voor gemeenten

Leiden 2018 Atlas voor gemeenten Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Leiden 2018 Atlas voor gemeenten Samenvatting De Atlas voor Gemeenten vergelijkt al 20 jaar de 50 grootste stedelijke

Nadere informatie

Wakkerstad. Werkbladen Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI-2015. De GDI prikkelt tot nadenken en stimuleert het handelen

Wakkerstad. Werkbladen Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI-2015. De GDI prikkelt tot nadenken en stimuleert het handelen Wakkerstad Werkbladen Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI-2015 De GDI prikkelt tot nadenken en stimuleert het handelen Stichting Duurzame Samenleving www.gdindex.nl info@gdindex.nl Oktober 2015 1 1. Gebruik

Nadere informatie

Geachte Voorzitter, Voorzitter van de Tweede Kamer. der Staten Generaal Interne postcode 270 Postbus EA Den Haag Telefoon

Geachte Voorzitter, Voorzitter van de Tweede Kamer. der Staten Generaal Interne postcode 270 Postbus EA Den Haag Telefoon Directoraat-Generaal Wonen Directie Strategie Kennisontwikkeling Rijnstraat 8 Postbus 30941 Voorzitter van de Tweede Kamer 2500 GX Den Haag der Staten Generaal Interne postcode 270 Postbus 20018 2500 EA

Nadere informatie

Bijlage verzuimcijfers

Bijlage verzuimcijfers Bijlage cijfers 1. Landelijke cijfers De cijfers over het schooljaar - zijn afkomstig uit de leerplichttelling die jaarlijks onder de gemeenten wordt uitgevoerd. De respons van gemeenten bedroeg dit jaar

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Chris M. Jager Inleiding In juni en juli 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) bijna 360 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om

Nadere informatie

Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI 2.0. Gemeente Duiven. Met vergelijking met Culemborg, Westervoort, Wijchen en Zevenaar.

Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI 2.0. Gemeente Duiven. Met vergelijking met Culemborg, Westervoort, Wijchen en Zevenaar. Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI 2.0 Gemeente Duiven Met vergelijking met Culemborg, Westervoort, Wijchen en Zevenaar 21 november 2014 Ontwikkeling naar duurzaamheid is te belangrijk om aan het toeval

Nadere informatie

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011 Sociaal-economische schets van Zuidwest 2011 Zuidwest is onderdeel van het en bestaat uit de buurten Haagwegnoord en -zuid, Boshuizen, Fortuinwijk-noord en -zuid en de Gasthuiswijk. Zuidwest heeft een

Nadere informatie

DUURZAAMHEIDSINSPIRATIE VERKIEZINGEN GEMEENTERAAD Begin dit jaar hebben Telos en VNG International voor het eerst een

DUURZAAMHEIDSINSPIRATIE VERKIEZINGEN GEMEENTERAAD Begin dit jaar hebben Telos en VNG International voor het eerst een DUURZAAMHEIDSINSPIRATIE VERKIEZINGEN GEMEENTERAAD 2018 Door: Bastiaan Zoeteman (Universiteit van Tilburg & Telos) Begin dit jaar hebben Telos en VNG International voor het eerst een Governance monitor

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte-

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte- Stadsmonitor -thema Openbare Ruimte- Modules Samenvatting 1 Beeldkwaliteit stad 2 Beeld van openbare ruimte in buurt 4 Onderhoud openbare ruimte 10 Bronnen 19 Datum: februari 2016 Gemeente Nijmegen Onderzoek

Nadere informatie

Kennisdeling: het verknopen van projecten en onderzoekslijnen Of hoe Telos toegetreden is tot de AWPG. Breda, 9 november 2018 John Dagevos (Telos)

Kennisdeling: het verknopen van projecten en onderzoekslijnen Of hoe Telos toegetreden is tot de AWPG. Breda, 9 november 2018 John Dagevos (Telos) Kennisdeling: het verknopen van projecten en onderzoekslijnen Of hoe Telos toegetreden is tot de AWPG Breda, 9 november 2018 John Dagevos (Telos) Een ode aan Isa Houd me gezonder (laat me uit), geeft ruimte

Nadere informatie

Politieke participatie

Politieke participatie 12 Politieke participatie De Tweede Kamerverkiezingen van 17 hebben voor grote verschuivingen gezorgd in Amsterdam. De uitkomsten van deze verkiezingen komen uitgebreid aan bod in dit hoofdstuk. Verder

Nadere informatie

De inkomenspositie van Leidse huishoudens

De inkomenspositie van Leidse huishoudens Feitenblad april 2007 Beleidsinformatie Onderzoek Advies De inkomenspositie van Leidse huishoudens Dit feitenblad schetst een beeld van de inkomenspositie van aren. Het gaat hierbij om het gemiddeld basisinkomen

Nadere informatie

Samenvatting WijkWijzer 2017

Samenvatting WijkWijzer 2017 Samenvatting WijkWijzer 2017 Bevolking & wonen Inwoners Op 1 januari 2017 telt Utrecht 343.134 inwoners. Met 47.801 inwoners is Vleuten-De Meern de grootste wijk van Utrecht, gevolgd door de wijk Noordwest.

Nadere informatie

De staatssecretaris van Volksgezondheid Welzijn en Sport, Mevrouw drs. C.I.J.M Ross-van Dorp, Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG

De staatssecretaris van Volksgezondheid Welzijn en Sport, Mevrouw drs. C.I.J.M Ross-van Dorp, Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG De staatssecretaris van Volksgezondheid Welzijn en Sport, Mevrouw drs. C.I.J.M Ross-van Dorp, Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG Bijlagen 3 Inlichtingen bij Uw kenmerk GVM2522185 Dossier/volgnummer 55807A-051

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Es Juli 202 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Es Hoe leefbaar en veilig is de Es? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede

Nadere informatie

Uitgevoerd door Dimensus Monitor Sociale Kracht Houten 2016

Uitgevoerd door Dimensus Monitor Sociale Kracht Houten 2016 Uitgevoerd door Dimensus Monitor Sociale Kracht 2016 De Monitor Sociale Kracht: 7 pijlers Participatie De Monitor Sociale Kracht gaat uit van de beredeneerde veronderstelling dat de sociale kracht van

Nadere informatie

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016 - Arbeidsmarktontwikkelingen 2016 Factsheet maart 2017 Het aantal banen van werknemers en zelfstandigen in Amsterdam nam het afgelopen jaar toe met bijna 14.000 tot bijna 524.000 banen, een groei van bijna

Nadere informatie

Duurzaamheidsportret gemeente Teylingen 2016 Telos

Duurzaamheidsportret gemeente Teylingen 2016 Telos Duurzaamheidsportret gemeente Teylingen 2016 Telos Corné Wentink, MSc Drs. John Dagevos Ruben Smeets, MSc Sanne Paenen, MSc Tilburg, 2 februari 2017 Documentnummer: 16.161 Warandelaan 2 5037 AB Tilburg

Nadere informatie

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens 5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is de? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Wijkmonitor leefbaarheid Harderwijk, de resultaten van de eerste en de tweede meting vergeleken

Wijkmonitor leefbaarheid Harderwijk, de resultaten van de eerste en de tweede meting vergeleken Wijkmonitor leefbaarheid Harderwijk, de resultaten van de eerste en de tweede meting vergeleken Afdeling Vastgoed en Wonen 10 december 2013 1 Toelichting In november 2013 is een geactualiseerde versie

Nadere informatie

VOORLOPIGE UITKOMSTEN VOOR HET GEMEENTEDOMEIN. Dennis Lanjouw, Osman Baydar, Mariëtte Goedhuys en Frank van der Linden. Maart 2006

VOORLOPIGE UITKOMSTEN VOOR HET GEMEENTEDOMEIN. Dennis Lanjouw, Osman Baydar, Mariëtte Goedhuys en Frank van der Linden. Maart 2006 Centraal Bureau voor de Statistiek Centrum voor Beleidsstatistiek EERSTE VERVOLGMETING 25%-DOELSTELLING; VOORLOPIGE UITKOMSTEN VOOR HET GEMEENTEDOMEIN Dennis Lanjouw, Osman Baydar, Mariëtte Goedhuys en

Nadere informatie

Oss. Datum. G rtneente. Antwoord gemeente: Ja, ook in Oss worden ontheffingen van de leerplichtwet verstrekt.

Oss. Datum. G rtneente. Antwoord gemeente: Ja, ook in Oss worden ontheffingen van de leerplichtwet verstrekt. G rtneente Oss Fractie 066 Gemeenteraad Oss P/a Raadhuislaan 2 5341 GM Oss E-mail gemeente@oss.nl www.oss.nl Postbus 5 5340 BA Oss Wilt u bij uw reactie de datum van deze brief en ons kenmerk vermelden?

Nadere informatie

Staat van Wijk bij Duurstede

Staat van Wijk bij Duurstede Staat van Wijk bij Duurstede Drs. J. Dagevos R. Smeets, MSc Tilburg, 2 juli 2012 Documentnummer: 12.069 Warandelaan 2 5037 AB Tilburg Postbus 90153 5000 LE Tilburg T 013-466 87 12 F 013-466 34 99 telos@uvt.nl

Nadere informatie

Mystery call en -traject

Mystery call en  -traject Mystery call en e-mail-traject Gemeenteraadsverkiezingen; Mystery guest-onderzoek onder 24 Nederlandse gemeenten SAMENVATTING 24 februari 2010 0 Inhoudsopgave 1. Projectomschrijving 1 1.1 Inleiding 1 1.2

Nadere informatie

Buurt-voor-Buurt Onderzoek Ittersum

Buurt-voor-Buurt Onderzoek Ittersum Buurt-voor-Buurt Onderzoek In januari/februari 2018 is het Buurt-voor-Buurt Onderzoek van 2018 uitgevoerd. Ruim 10.500 Zwolse inwoners van 18 jaar en ouder hebben aan het onderzoek meegewerkt. Door deze

Nadere informatie

De Grote Transitie Utrecht

De Grote Transitie Utrecht Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI 2.0 De Grote Transitie Utrecht Bunnik De Bilt Houten IJsselstein Nieuwegein Stichtse Vecht Utrecht Vianen Zeist 19 november 2014 Ontwikkeling naar duurzaamheid is te

Nadere informatie

Bezuinigingen in crisistijd vanuit duurzaamheid Gebruik van PPPscan voor Casus Werkplaats

Bezuinigingen in crisistijd vanuit duurzaamheid Gebruik van PPPscan voor Casus Werkplaats Bezuinigingen in crisistijd vanuit duurzaamheid Gebruik van PPPscan voor Casus Werkplaats John Dagevos & Hans Mommaas Tilburg, 20 juni 2012 Opbouw workshop De PPPscan in vogelvlucht Hoe de PPPscan te gebruiken?

Nadere informatie

Onbenut arbeidsaanbod aandachtswijken

Onbenut arbeidsaanbod aandachtswijken Onbenut arbeidsaanbod aandachtswijken Binding met de arbeidsmarkt van 25 tot 65-jarigen in gemeenten met aandachtswijken Raad voor Werk en Inkomen Nicis Institute Juni 28 Onbenut arbeidsaanbod aandachtswijken

Nadere informatie

Factsheet economische crisis. 3 e kwartaal 2012

Factsheet economische crisis. 3 e kwartaal 2012 Factsheet economische crisis 3 e kwartaal 212 O&S December 212 2 Kort samengevat Ieder kwartaal factsheet economische crisis Vanwege de voortdurende economische crisis is er behoefte aan inzicht in de

Nadere informatie

OnSignalement 5e jaargang, nr 6 6 juli 2010

OnSignalement 5e jaargang, nr 6 6 juli 2010 OnSignalement 5e jaargang, nr 6 6 juli 2010 Hengelo één van de veiligste grote steden De gemeente Hengelo is nog steeds één van de veiligste grote steden van. Dit blijkt uit de resultaten van landelijke

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014 Fact sheet juni 2015 De werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is voor het eerst sinds enkele jaren weer gedaald. Van de bijna 140.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

Den Haag, 17 mei 2000

Den Haag, 17 mei 2000 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 17 mei 2000 Hierbij leg ik aan uw Kamer over, conform artikel 10a, lid 6 van de Welzijnswet 1994, de tekst van de algemene maatregel

Nadere informatie

De Regio Top 40. Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven

De Regio Top 40. Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven September 2008 Een nieuwe naam, een nieuw model Ook dit jaar kent onze Regio Top 40 weer enkele verrassende uitkomsten. Lees in deze uitgave hoe winnaars

Nadere informatie

Regiobericht 1.0 Noord

Regiobericht 1.0 Noord Economie, innovatie, werk en inkomen 1 Kenmerken van het landsdeel Het landsdeel Noord bestaat uit de provincies Groningen, Friesland en Drenthe. De provincies werken samen in het Samenwerkingsverband

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2008

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2008 Sociaal-economische schets van Zuidwest 2008 Zuidwest is onderdeel van het en bestaat uit de buurten Haagwegnoord en -zuid, Boshuizen, Fortuinwijk-noord en -zuid en de Gasthuiswijk. Zuidwest heeft een

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Jeugdwerkloosheid Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam 201-201 Factsheet maart 201 De afgelopen jaren heeft de gemeente Amsterdam fors ingezet op het terugdringen van de jeugdwerkloosheid. Nu de aanpak jeugdwerkloosheid is afgelopen

Nadere informatie

Gemeenterapportage 2016 Gemeente XXXXX

Gemeenterapportage 2016 Gemeente XXXXX Gemeenterapportage 2016 Gemeente XXXXX Pagina 0 Inhoudsopgave Samenvatting 2 Inleiding 3 A. Gezin en leefomstandigheden 4 A1. Kinderen in armoede 4 A2. Kinderen in eenoudergezin 5 A3. Kindermishandeling

Nadere informatie

Onderzoeksflits.

Onderzoeksflits. Onderzoeksflits www.utrecht.nl/onderzoek De positie van de regio Utrecht in de Regional competitiveness index 2013 1 Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200 3500 CE Utrecht 030

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Buurtrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is de buurt? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

MONITOR TOEKOMSTSCENARIO S LELYSTAD Onderzoek & Statistiek Gemeente Lelystad

MONITOR TOEKOMSTSCENARIO S LELYSTAD Onderzoek & Statistiek Gemeente Lelystad MONITOR TOEKOMSTSCENARIO S LELYSTAD 2019 Onderzoek & Statistiek Gemeente Lelystad Juli 2019 Colofon Dit is een rapportage opgesteld door: Team Onderzoek en Statistiek Gemeente Lelystad Team O&S Postbus

Nadere informatie

Inkomens in Helmond RIO 2013

Inkomens in Helmond RIO 2013 FACT sheet Inkomens in Helmond RIO 2013 Informatie van Onderzoek en Statistiek Jaarlijks levert het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) cijfermatige informatie over de inkomens van en huishoudens

Nadere informatie

Woningen Provincie/Gemeenten Marktgegevens en prognoses Prijzen en transacties. Prijs per m² GBO in mediaan 2017

Woningen Provincie/Gemeenten Marktgegevens en prognoses Prijzen en transacties. Prijs per m² GBO in mediaan 2017 Woningen Provincie/Gemeenten Marktgegevens en prognoses Prijzen en transacties woningen woningen. Provincie Drenthe Assen 67.700 31.400 Woningvoorraad 32.900 33.700 33.700 Tussenwoning 448 16,7 166.000

Nadere informatie

WijkWijzer 2016 De 10 Utrechtse wijken en 5 krachtwijken in cijfers. Utrecht.nl/onderzoek

WijkWijzer 2016 De 10 Utrechtse wijken en 5 krachtwijken in cijfers. Utrecht.nl/onderzoek WijkWijzer 2016 De 10 Utrechtse wijken en 5 krachtwijken in cijfers Utrecht.nl/onderzoek Inhoud Inleiding 3 Utrechtse wijken vergeleken 4 Bevolking & wonen 4 Sociaal-economisch 4 5 Sociale infrastructuur

Nadere informatie

MONITOR TOEKOMST- SCENARIO S LELYSTAD 2018

MONITOR TOEKOMST- SCENARIO S LELYSTAD 2018 MONITOR TOEKOMST- SCENARIO S LELYSTAD 18 Onderzoek en Statistiek Gemeente Lelystad Telefoon: 3-278574 E-mail: lelystadspanel@lelystad.nl www.lelystadspanel.nl Colofon Deze rapportage is gemaakt door: Onderzoek

Nadere informatie

drenthe rapportage september 2016 leefbaarheid

drenthe rapportage september 2016 leefbaarheid kennis. onderzoek. advies drenthe rapportage september 2016 Hoe tevreden is het Drents panel over leven in Drenthe en hoe ervaren zij de gevolgen van bevolkingskrimp op de? vooraf Drenthe heeft te maken

Nadere informatie