4. Het klinische beeld

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "4. Het klinische beeld"

Transcriptie

1 Titel: Sferocytose, congenitaal, diagnostiek en behandeling Auteurs: Marjolein Peters, Natasja Dors, Rob van Zwieten, Marjon Cnossen Namens de Sectie kinderhematologie Eerste versie datum: Tweede versie datum: Revisie planning: Verantwoordelijke persoon: M.Peters, kinderarts-hematoloog EKZ/AMC, Amsterdam Doelgroep hulpverleners: kinderartsen Doelgroep patiënt: alle leeftijden 1. Inleiding Hereditaire sferocytose (HS) wordt veroorzaakt door afwijkingen in de cytoskelet eiwitten (kwalitatief en/ of kwantitatief)van de rode bloedcel (o.a. spectrine, ankyrine, band 3, proteïne 4.2) ten gevolge van een mutatie in één van de betreffende genen. De rode cellen verliezen plasmamembraan vanwege de verminderde binding met het onderliggende cytoskelet. Hierdoor neemt de hoeveelheid membraanoppervlak van de cel ten opzichte van het volume af en verandert de kenmerkende schijfvorm in een bol, de sferocyt. Sferocyten zijn osmotisch fragiel en worden door de afgenomen vervormbaarheid door de milt sneller weggevangen dan gezonde erytrocyten. Hierdoor is de overleveringsduur van de erytrocyt verkort van 120 dagen naar ongeveer dagen. 2. Incidentie HS is de meest voorkomende oorzaak van chronische hemolytische anemie bij personen oorspronkelijk afkomstig uit Noord Europa. De incidentie in Noord-Europa wordt geschat op 1: Overerving In 75% van de gevallen is er sprake van een autosomaal dominante overerving. Bij de overige 25% is er sprake van een niet-dominante overerving (o.a. de novo ontstaan of recessief). Het fenotype van de niet-dominante vormen is vaker ernstig. De coderende genen van de verschillende cytoskelet-eiwitten zijn te vinden via Humane Gene Mutation Database: Vele mutaties binnen de genen die coderen voor de cytoskelet eiwitten van de rode cel zijn vastgesteld. Door het ontbreken van een founder effect zijn mutaties meestal familie specifiek, en is er sprake van een grote genetische heterogeniteit. Uiteraard bemoeilijkt dit het verrichten van prenatale diagnostiek, en diagnostiek bij chronische transfusie bij deze patiëntengroep. 4. Het klinische beeld 4.1. Neonatale periode In 65% van de patiënten treden de eerste verschijnselen op in de neonatale periode (icterus neonatorum en/of anemie). Hydrops foetalis is zeldzaam. Bij een ernstige, ongeconjugeerde hyperbilirubinaemie waarvoor bijvoorbeeld wisseltherapie, moet ook gedacht worden aan andere bijkomende genetische defecten die het bilirubine metabolisme beïnvloeden, zoals o.a. het syndroom van Gilbert (prevalentie in de algemene bevolking: 12-18%). De ernst van het klinische beeld in de neonatale periode heeft geen voorspellende waarde voor de ernst op volwassen leeftijd. Van de patiënten met een mild fenotype heeft 20% symptomen in de 1

2 neonatale periode doorgemaakt en van de patiënten met een ernstige vorm heeft 100% in de neonatale periode klachten gehad. Een verminderd compensatievermogen van het beenmerg door achterblijvende erytropoietine aanmaak en immaturiteit van de lever beïnvloedt de ernst van de klachten in de neonatale periode Postneonatale periode Klachten en complicaties van chronische hemolyse zijn: Bleekheid, met daarbij klachten van vermoeidheid, hartkloppingen, verminderde inspanningstolerantie etc. Perioden van geelzucht, versterkt in aansluiting op een infectie. Zwaar gevoel in bovenbuik ten gevolge van vergrootte milt. Zeldzame manifestaties: been ulcera, extramedullaire tumoren, cardiomyopathie, spinocerebellaire ataxie, myopathie, nier- en oogafwijkingen Onderverdeling naar ernst Een asymptomatisch klinisch beeld komt bij 20-30% van de patiënten met HS voor. Er bestaat een volledig gecompenseerde hemolyse, met reticulocytose, zonder klachten. Het spectrine gehalte varieert tussen %. Diagnose wordt soms pas op oudere leeftijd gesteld, naar aanleiding van splenomegalie en/of galstenen. Veel van de patiënten met een milde sferocytose hebben een Band 3 deficiëntie, zonder een verlaagd spectrine Een matig ernstige vorm komt bij 65-75% van de patiënten met HS voor. Het Hb gehalte schommelt tussen 4-6 mmol/l en het reticulocyten aantal is verhoogd. Het spectrine gehalte varieert tussen %. Een ernstige vorm komt bij 5% van de patiënten met HS voor. De hemolytische anemie is zodanig dat er sprake is van transfusie-afhankelijkheid, totdat splenectomie verricht is. Het spectrine gehalte is sterk verlaagd en varieert tussen %. Bij een normale hoeveelheid spectrine in de rode cellen kan er nog steeds sprake zijn van een ernstige kliniek. Een verlaagd spectrine gaat in het algemeen gepaard met een ernstiger beeld. Zie ook laboratorium diagnostiek. 5. Complicaties Galstenen zijn aanwezig bij 20-60% van de adolescenten en jong volwassenen. Het risico op galstenen bij patiënten die tevens bekend zijn met syndroom van Gilbert is vijf maal groter dan bij patiënten met alleen HS. Bij een jonge presentatie van galstenen dient aan het syndroom van Gilbert gedacht te worden. Hemolytische crises. Plotselinge toename van hemolyse kan met name na een virale infectie optreden, vooral bij jonge kinderen. Aplastische crise, o.a. door Parvo virus B19 infectie. De aplastische crise kan ruim dagen aanhouden. Megaloblastaire anemie t.g.v. foliumzuurdeficiëntie bij verhoogde compensatoire activiteit van het beenmerg. Groeivertraging en achterblijven van de puberteit bij ernstige anemie. 6. Diagnostiek 6.1: laboratoriumdiagnostiek Hb gehalte, MCV normaal tot, MCHC, RDW, reticulocyten. Bilirubine, LDH, haptoglobine 2

3 Rode bloedbeeld: aanwezigheid van sferocyten (hyperdense, ronde hyperchrome cellen). Niet altijd in uitstrijk aanwezig. Sferocyten zijn niet pathognomisch en kunnen ook bij andere aandoeningen passen. Osmotische fragiliteits meting door Acidified Glycerol Lysis Test (AGLT) = lysis tijd in hypotoon milieu. Versnelde lysis in 80% van de patiënten ouder dan 1 jaar met HS. AGLT test kan ook afwijkend zijn bij o.m. immuun hemolytische anemie, G6PDdeficiëntie en sommige vormen van elliptocytose. Spectrine < 85% (= kwantitatieve test voor cytoskelet eiwitten). Bij patiënten met HS wordt in 2/3 van de patiënten een verlaagd spectrine gehalte gevonden. Binding van eosine 5 maleimide (EMA) aan rode cellen, als maat voor de hoeveelheid membraaneiwitten geassocieerd met cytoskelet, voornamelijk band3. Bij >90% van de HS patiënten is dit verlaagd (<75% binding). De mate van verlaging heeft geen correlatie met de ernst. En verder: Directe coombs is bij patiënten met HS negatief. Let wel: sferocyten kunnen ook aanwezig zijn bij o.a. ABO incompatibiliteit. Bij atypische sferocytose patiënten (met bijkomende zeldzame manifestaties bijvoorbeeld) is cytoskelet eiwitdiagnostiek mogelijk in overleg met Sanquin, Amsterdam (Rode celdiagnostiek) Overweeg DNA diagnostiek naar syndroom van Gilbert (afd. DNA Diagnostiek Erasmus MC, Rotterdam) bij ernstige icterus neonatorum, waarvoor wisseltransfusie noodzakelijk is of vroege presentatie van galstenen. Het stellen van de diagnose in de neonatale periode wordt bemoeilijkt door de volgende factoren: Reticulocytose is vaak niet duidelijk aanwezig. Het haptoglobine is in de neonatale periode nog fysiologisch verlaagd. In de eerste levensmaanden hebben de erytrocyten nog niet de duidelijke bolvorm van de sferocyten De osmotische resistentie kan vals negatief zijn doordat foetale rode bloed cellen osmotisch meer resistent zijn dan de normale erytrocyt. De milt kan wisselend van grootte zijn. Het spectrine gehalte kan hoger uitvallen tgv het macrocytaire bloedbeeld. Bij een sterke verdenking op sferocytose of bij een positieve familie anamnese is het daarom raadzaam om na de 6 de levensmaandmaand zowel de ALGT-test, de EMA test, als de spectrinebepaling te herhalen. 6.2: Echo abdomen: Het routine matig verrichten van echo abdomen ter vaststelling van galstenen allen 7. Behandeling 7.1. Foliumzuur (tabl. van 0,5 en 5 ). Indicatie: Matige tot ernstige hemolyse, waardoor een verhoogde behoefte aan foliumzuur bestaat. Dosering: 0 tot 6 jaar: 1dd 0,5 > 6 jaar: 1 week 5 of 2 keer per week 2, Transfusie Indicatie: Ernstige anemie met hemo-dynamische klachten en/of groeivertraging. Risicovolle periodes zijn: Het eerste levensjaar en in aansluiting op een infectie. 3

4 Dosering:10-15 ml/kg gefiltreerd en getypeerd erytrocyten concentraat 7.3. Erytropoietine (rhu-epo) Indien er in het eerste jaar een grote transfusie behoefte bestaat kan evt alleen in overleg met een kinderarts-hematoloog- behandeling met EPO overwogen worden. Dosering: 1000 IU/kg/week. Gedurende behandeling van EPO moet gewaarborgd worden dat er het serum ijzer gehalte voldoende is. 8. Chirurgische interventie 8.1 Cholecystectomie Indicatie: Symptomatische galstenen. PM: Indien er een indicatie bestaat voor een splenectomie en er bestaan asymptomatische galstenen dan kan tevens een cholecystectomie ( en passant ) gedaan worden. In verband met het mogelijk ontwikkelen van het post cholecystectomie syndroom (galstenen die door afwezigheid van de galblaas bijvoorbeeld in de papil van Vater vastraken) kan bij een cholecystectomie ook overwogen worden een splenectomie te verrichten. Let wel: De aanwezigheid van asymptomatische galstenen is geen indicatie voor cholecystectomie 8.2 Splenectomie Bij voorkeur wordt de ingreep na het 6 de jaar verricht (en bij voorkeur vóór het 12 de levensjaar). Na splenectomie is de kans op het alsnog ontwikkelen van galstenen uiterst klein Indicatie Grote transfusie behoefte, extreme vermoeidheid en disfunctioneren (schoolverzuim). Sterke verbetering van klinisch beeld na splenectomie bij een ander familielid Contra-indicatie: Patiënten met hereditaire stomatocytose ivm verhoogde kans op trombose Voorzorgsmaatregelen: Voorlichting aan patiënt over risico van splenectomie. In het bijzonder informatie geven over het verhoogde risico op sepsis door gekapselde bacteriën (H.Influenza, N.Meningitidis, S. Pneumoniae).Echografisch onderzoek van bovenbuik ter visualisering van de grootte van de milt, eventuele aanwezigheid van bijmilten en aanwezigheid van galstenen Techniek: Laparoscopische / open techniek Bij beide technieken kan in dezelfde setting een cholecystectomie verricht worden. Er zijn geen gerandomiseerde trials wat betreft mate van complicaties en opnameduur. De keuze van de techniek wordt door de operateur bepaald en is mede afhankelijk van de grootte van de milt. I.h.a. is de opnameduur van de laparoscopische benadering iets korter, bestaat er minder kans op wondinfectie, is de pijn in de postoperatieve periode geringer en is het uiteindelijke litteken cosmetisch mooier dan bij een open procedure Totale/ partiele/ subtotale splenectomie Een partiële splenectomie kan bij zeer jonge kinderen verricht worden om tijdelijk de transfusie behoefte te verlagen zonder dat er een vergroot risico bestaat op sepsis. De kans op het ontwikkelen van galstenen blijft echter bestaan. In ongeveer 25% is na enkele jaren een volledige splenectomie alsnog geïndiceerd. 4

5 8.2.5.Korte termijn complicaties: Bloedingen per- en postoperatief, schouderpijn. Reactieve passagère thrombocytose (stijging tot > 1000x10 9 /l). Vena porta trombose (o.a. operatie, immobiliteit, thrombocytose) Lange termijn complicaties: Verhoogd risico op infecties met gekapselde bacteriën (H.Influenza, N.Meningitidis, S.Pneumoniae) Voorzorgsmaatregelen pre- splenectomie Vaccinaties (zie richtlijn asplenie NVK) A. Haemophilus Influenza type b-conjugaat vaccin Act-Hib: Iedereen die niet eerder werd gevaccineerd eenmalig vaccineren. In 1993 is de H. influenza type-b vaccinatie ingevoerd in het Rijksvaccinatieprogramma (RVP). B. Meningococcen C conjugaat vaccin NeisVac-C: Iedereen die niet eerder werd gevaccineerd eenmalig vaccineren (polysaccharide vaccin geconjugeerd aan tetanustoxoïd). In 2002 is de Meningococcen C vaccinatie ingevoerd in het Rijksvaccinatieprogramma (RVP). NB: Bij reizen naar risicogebieden is vaccinatie met Meningococcen A/C/W 135/Y conjugaat noodzakelijk. C. Influenza vaccin Iedereen levenslang jaarlijks vaccineren ter voorkoming van secundaire bacteriële infecties. Kinderen vanaf de leeftijd van 6 maanden. D. Pneumococcen vaccinaties Groep 1 - Patiënten die niet zijn gevaccineerd volgens het Rijksvaccinatieprogramma of - Patiënten die het Rijksvaccinatieprogramma hebben doorlopen en geboren zijn voor april 2006: (NB: In april 2006 is de Prevenar ingevoerd in het Rijksvaccinatieprogramma, RVP) Leeftijd Kind 7 of 13-valent conjugaat vaccin (Prevenar ) 23-valent ongeconjugeerd polysaccharide vaccin (PPV, Pneumovax ) > 59 mnd. 1 vaccinatie 1 dosis, tenminste 2 maanden na de Prevenar vaccinatie > 12 mnd en < 59 mnd. > 7 mnd. en < 12 2 vaccinaties met een interval van 2 maanden tussen de vaccinaties 2 vaccinaties met een interval van 2 maanden tussen de 1 dosis, in ieder geval na de tweede verjaardag en tenminste 2 maanden na de laatste Prevenar vaccinatie Booster 23-valent ongeconjugeerd polysaccharide vaccin Ja, iedere 5 jaar Ja, iedere 5 jaar 5

6 mnd > 2 mnd en < 6 mnd. vaccinaties. Een 3 de booster-vaccinatie moet worden gegeven tussen de 11 en de 15 maanden, in ieder geval 2 maanden na de laatste vaccinatie. 3 vaccinaties met een interval van 1 maand tussen de vaccinaties. Een 4 de booster-vacccinatie moet worden gegeven op de leeftijd van 11 maanden Groep 2 - Patiënten die volledig zijn gevaccineerd of deels zijn gevaccineerd volgens het Rijksvaccinatieprogramma en geboren na april 2006: (NB: In april 2006 is de Prevenar ingevoerd in het Rijksvaccinatieprogramma, RVP) Leeftijd patiënt > 24 mnd en < 59 mnd Voorgaande vaccinaties Booster Pneumovax Ja iedere 5 jaar > 24 mnd en < 59 mnd 4 maal gevaccineerd met Prevenar 1-3 maal gevaccineerd met Prevenar Aanbeveling voor immunisatie 1 dosis Pneumovax, tenminste 2 maanden na de laatste Prevenar vaccinatie -1 dosis Prevenar extra -1 dosis Pneumovax, tenminste 2 maanden na de laatste Prevenar vaccinatie Ja iedere 5 jaar Timing van vaccineren bij splenectomie: In principe vaccineren volgens bovenstaand schema. Op zijn laatst 2 weken vóór splenectomie om een optimale antistof respons te krijgen. Indien pre-operatief niet mogelijk: 2 weken post-operatief (dan antistof titer bepalen). Indien immuno-suppressieve chemotherapie of bestraling wordt gegeven, de vaccinatie uitstellen tot 3 maanden na beëindiging van de therapie Voorzorgsmaatregelen post- splenectomie: Gedurende de eerste 3 5 dagen postoperatief, dagelijks Hb en thrombocyten controle. Het is aan te bevelen om HS patiënten ook na een splenectomie poliklinisch te blijven vervolgen ivm re-vaccinatie, bespreking indicatie antibioticum profylaxe etc. en het feit dat hoewel de HS een milder verloop zal vertonen er nog wel sprake is van een chronische hemolytische anemie. Ivm verhoogde kans op vena porta trombose (ongeveer 5%), met daardoor op latere leeftijd kans op portale hypertensie wordt geadviseerd om 1 a 2 weken na splenectomie een echo doppler onderzoek boven buik te verrichten: met vraagstelling: aanwijzingen voor een v. porta trombose? Indien er een vena porta trombose wordt vastgesteld is behandeling gedurende 3 maanden met antistolling geïndiceerd. Profylactische toediening van antistolling (bij voorkeur LMWH) kan overwogen worden indien multiple risicofactoren aanwezig zijn, zoals lange uur ingreep, adipositas, trombocytose, 6

7 immobiliteit, aanwezigheid van congenitale trombofilie-risicofacoren. Er bestaan hierover duidelijke aanbevelingen en/of richtlijnen. Risico op sepsis is in de eerste 3 jaar na splenectomie het hoogst. Het risico op een S. Pneumoniae infectie bij kinderen die een splenectomie hebben ondergaan is ongeveer 300 keer hoger dan bij kinderen met een functionele milt. Dagelijkse profylactische antibiotica wordt aanbevolen bij kinderen na splenectomie tot de leeftijd van 12 jaar. Indien de patiënt een splenectomie ondergaat, dient de eerste 2 jaar na splenectomie profylactisch antibiotica te worden gegeven omdat in deze periode 50% van de invasieve infecties optreden. Indien de patiënt na deze periode van twee jaar, jonger is dan 12 jaar, dan dient de profylactische toediening van antibioticum gecontinueerd worden tot het bereiken van het 12 de jaar. Functionele asplenie of status na splenectomie < 12 jaar Functionele asplenie > 12 jaar Binnen 2 jaar na splenectomie én > 12 jaar Meer dan 2 jaar na splenectomie én > 12 jaar Antibiotica profylaxe Ja 1 ste keuze antibiotica profylaxe Feneticilline: < 5 jaar: 2dd 125 > 5 jaar: 2dd de keuze antibiotica profylaxe, bij bv allergie Erytromycine: <2 jaar: 1dd 125 >2 jaar: 1dd 250 >8 jaar: 1dd 500 Antibiotica thuis op de plank Geen Overleg arts Nee Geen Geen Augmentin >40 kg: 3dd 500/125 + overleg arts Ja Feneticilline: 2dd 250 Erytromycine: >8 jaar: 1dd 500 Geen Overleg arts Nee Geen Geen Augmentin >40 kg: 3dd 500/125 + overleg arts Pneumovax: elke 3-5 jaar herhalen (geeft geen volledige bescherming) Influenzavaccinatie: eventueel jaarlijks Hib/Men C eventueel elke 3 jaar herhalen Hepatitis B: bij polytransfusie SOS ketting: met vermelding diagnose en datum van splenectomie. Bij koorts: laagdrempelig starten met antibioticum Herhaling voorlichting aan (ouders van) patiënt betreffende risico van splenectomie (sepsis) Referenties 1. Nathan and Oski, fifth edition, Hematology of Infancy and Childhood Shah S, Vega R. Hereditary spherocytosis. Pediatr Rev 2004; 25: Bolton-Maggs PH, Stevens RF, et al. Guidelines for the diagnosis and management of hereditary sferocytosis update. Br J Hematology 2011;156:

8 4. Iolascon A, Perrotta S, Stewart GW, Red Blood cell membrane defects. Rev Clin Exp Hematol 2003; 7: van Zwieten R, Bolscher BG, Schouten-van Meeteren AY, Hoffmann JJ, Roos D. Determination of spectrin in erythrocytes: an important aid in the diagnosis of hereditary spherocytosis]. Ned Tijdschr Geneeskd Nov 4;139(44): King MJ, Behrens J, Rogers C, Flynn C, Greenwood D, Chambers K. Rapid flow cytometric test for the diagnosis of membrane cytoskeleton-associated haemolytic anaemia.br J Haematol Dec;111(3):

Richtlijn voor Diagnostiek en Behandeling van Hereditaire Sferocytose

Richtlijn voor Diagnostiek en Behandeling van Hereditaire Sferocytose Richtlijn voor Diagnostiek en Behandeling van Hereditaire Sferocytose Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde Sectie kinderhematologie-oncologie Auteurs: M. H. Cnossen 1, R. van Zwieten 2, D. Aronson

Nadere informatie

Kliniek van erfelijke rode bloedcelafwijkingen, i.h.b. hereditaire sferocytose

Kliniek van erfelijke rode bloedcelafwijkingen, i.h.b. hereditaire sferocytose Kliniek van erfelijke rode bloedcelafwijkingen, i.h.b. hereditaire sferocytose Rienk Tamminga Kinderarts-hematoloog/oncoloog Beatrix Kinderziekenhuis UMCG Intrinsieke oorzaken hemolyse Onderwerpen HS Ongecompliceerde

Nadere informatie

Platystele jungermannioides

Platystele jungermannioides Platystele jungermannioides Disclosure belangen spreker bijeenkomst Onderwijsbijeenkomst Kennisplatform Transfusiegeneeskunde ZO Naam: J. E. de Vries Geen (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst

Nadere informatie

Erfelijke rode bloedcelafwijkingen: diagnostiek en kliniek. A.J. (Adriaan) van Gammeren KCHL Amphia Ziekenhuis, Breda,

Erfelijke rode bloedcelafwijkingen: diagnostiek en kliniek. A.J. (Adriaan) van Gammeren KCHL Amphia Ziekenhuis, Breda, Erfelijke rode bloedcelafwijkingen: diagnostiek en kliniek A.J. (Adriaan) van Gammeren KCHL Amphia Ziekenhuis, Breda, Casus TB, anamnese Nederlandse jongen, 5 jaar oud Blanco voorgeschiedenis Sinds 7 dagen

Nadere informatie

Afwezige of niet goed werkende milt. Behandeling en voorkomen van infecties

Afwezige of niet goed werkende milt. Behandeling en voorkomen van infecties Afwezige of niet goed werkende milt Behandeling en voorkomen van infecties In deze folder vindt u informatie over de risico s die een afwezige milt of een milt die niet goed werkt met zich mee kunnen brengen.

Nadere informatie

Asplenie. Leven zonder miltfunctie

Asplenie. Leven zonder miltfunctie Asplenie Leven zonder miltfunctie De informatie in deze folder is bestemd voor volwassenen bij wie de milt is verwijderd of dit binnenkort zal gebeuren en voor volwassenen met een niet goed functionerende

Nadere informatie

BRRRRRRRuin Serum. MMC Eindhoven 26 maart 2015

BRRRRRRRuin Serum. MMC Eindhoven 26 maart 2015 BRRRRRRRuin Serum MMC Eindhoven 26 maart 2015 Casus 1 Jongen, 2 jaar Overplaatsing uit ander ziekenhuis Sinds een week algehele malaise; minder eetlust, koorts. Eenmalig braken; bloederige diarrhee gehad

Nadere informatie

CAT: Laboratoriumdiagnose van sferocytose

CAT: Laboratoriumdiagnose van sferocytose CAT: Laboratoriumdiagnose van sferocytose Apr. Annelies Fraeyman 27/02/2007 Supervisor: Dr. Sc. W. Goossens Search/methodology verified by: Dr. J. Frans Inhoud Inleiding Guidelines Diagnose Retrospectieve

Nadere informatie

Hemolytische ziekte van de pasgeborene. 11e Pediatrisch transfusiesymposium Natasja Dors, kinderarts hematoloog/oncoloog CZE

Hemolytische ziekte van de pasgeborene. 11e Pediatrisch transfusiesymposium Natasja Dors, kinderarts hematoloog/oncoloog CZE Hemolytische ziekte van de pasgeborene 11e Pediatrisch transfusiesymposium Natasja Dors, kinderarts hematoloog/oncoloog CZE Inleiding Hemolytische ziekte van de pasgeborene In dit verhaal: Casus Differentiaal

Nadere informatie

Een verwittigd klinisch bioloog is er twee waard? Kathleen Deiteren (klinisch bioloog, UZA) Glenn Van Den Bosch (klinisch bioloog, AZ Herentals)

Een verwittigd klinisch bioloog is er twee waard? Kathleen Deiteren (klinisch bioloog, UZA) Glenn Van Den Bosch (klinisch bioloog, AZ Herentals) Een verwittigd klinisch bioloog is er twee waard? Kathleen Deiteren (klinisch bioloog, UZA) Glenn Van Den Bosch (klinisch bioloog, AZ Herentals) Kliniek dag 0 Een zwangere vrouw van 36j (A-) wordt opgenomen

Nadere informatie

Schematische voorstelling van de normale afbraak en verwerking van hemoglobine en de vorming van de diverse kleurstoffen (bilirubine, urobiline en

Schematische voorstelling van de normale afbraak en verwerking van hemoglobine en de vorming van de diverse kleurstoffen (bilirubine, urobiline en Icterus Icterus Icterus is een situatie waarin het gehalte aan galkleurstof in het bloed en de weefsels te hoog is. Dit leidt in lichte gevallen tot een gele verkleuring van alleen het oogwit, in ernstigere

Nadere informatie

Anemie door aangeboren afwijkingen van het hemoglobine, ook bij autochtone Nederlanders

Anemie door aangeboren afwijkingen van het hemoglobine, ook bij autochtone Nederlanders Klinische les Anemie door aangeboren afwijkingen van het hemoglobine, ook bij autochtone Nederlanders Rienk Y.J. Tamminga, Ellis Groninger en André B. Mulder KLINISCHE PRAKTIJK Dames en Heren, In 3 verscheen

Nadere informatie

Thalassemie nader belicht. H. Heijboer, afd. kinderhematologie 2006

Thalassemie nader belicht. H. Heijboer, afd. kinderhematologie 2006 Thalassemie nader belicht H. Heijboer, afd. kinderhematologie 2006 Thalassemieën Twee hoofdgroepen: Alfa thalassemie Beta thalassemie De alfa ketens worden door 4 genen gereguleerd (chromosoom 16) De beta

Nadere informatie

Een zuigeling met een infectie

Een zuigeling met een infectie Een zuigeling met een infectie Katja Heitink-Pollé, kinderarts, hematoloog-oncoloog WKZ en Flevoziekenhuis Masja de Haas Sanquin Casus Meisje van 6 maanden oud 3e kind van Surinaamse ouders Reden van komst:

Nadere informatie

BELEID BIJ (FUNCTIONELE) ASPLENIE

BELEID BIJ (FUNCTIONELE) ASPLENIE BELEID BIJ (FUNCTIONELE) ASPLENIE Doel van de werkafspraak: patiënten en hun behandelend huisarts en specialisten alert maken op de grote risico s bij een (functionele) asplenie en de te nemen maatregelen

Nadere informatie

het anemieprotocol in de eerstelijn

het anemieprotocol in de eerstelijn Interpreteren en becommentariëren van uitslagen: het anemieprotocol in de eerstelijn Dr. ing. M.P.G. Leers, klinisch chemicus PAOKC Consultverlening NVKC 2013 Anemie Hb concentratie < ondergrens ref.waarde

Nadere informatie

Splenectomie Chirurgie Waregem O.L.V. van Lourdes Ziekenhuis

Splenectomie Chirurgie Waregem O.L.V. van Lourdes Ziekenhuis Splenectomie Chirurgie Waregem O.L.V. van Lourdes Ziekenhuis Chirurgie Waregem_Versie 1_Sep 2016 Inleiding Deze folder geeft uitleg over het operatief verwijderen van de milt, ook wel splenectomie genoemd.

Nadere informatie

www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Majeed Versie 2016 1. WAT IS MAJEED 1.1 Wat is het? Het Majeed syndroom is een zeldzame genetische aandoening. Kinderen met dit syndroom lijden aan chronische

Nadere informatie

Sikkelcelziekte nader belicht. H. Heijboer, afd. kinderhematologie 2006

Sikkelcelziekte nader belicht. H. Heijboer, afd. kinderhematologie 2006 Sikkelcelziekte nader belicht H. Heijboer, afd. kinderhematologie 2006 Sikkelcelziekte Wereldwijd meest voorkomende Hb pathie Puntmutatie in het gen op chromosoom 11 dat codeert voor de beta keten Het

Nadere informatie

Lessenreeks hematologie

Lessenreeks hematologie Lessenreeks hematologie Hemolytische anemieën Indeling Anemieën Anemie Microcytair Ret: normaal Aregeneratief Normocytair Macrocytair Ret: gestegen Regeneratief Hemolyse Acute bloeding Caroline Brusselmans

Nadere informatie

(n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar)

(n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar) Koorts bij kinderen van 0 tot 1 maand (0-28 dagen) (n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar) Betreft: kinderen (jonger dan 1 maand) met koorts, verdacht van een

Nadere informatie

Abdominaal trauma, Who needs a trauma surgeon? Dr Frank van der Heijden, Traumachirurg

Abdominaal trauma, Who needs a trauma surgeon? Dr Frank van der Heijden, Traumachirurg Abdominaal trauma, Who needs a trauma surgeon? Dr Frank van der Heijden, Traumachirurg Disclosure belangen spreker: geen Abdominaal trauma Enkele getallen Stomp vs penetrerend letsel Observatie van abdominaal

Nadere informatie

Congenitaal gehoorverlies en de kinderarts. CDS symposium 17 maart 2010 Margot Mulder, kinderarts

Congenitaal gehoorverlies en de kinderarts. CDS symposium 17 maart 2010 Margot Mulder, kinderarts Congenitaal gehoorverlies en de kinderarts CDS symposium 17 maart 2010 Margot Mulder, kinderarts Kindergeneeskundig onderzoek naar de oorzaak van het congenitaal gehoorverlies doel Patiënt: te verwachten

Nadere informatie

Leverenzymstoornissen. Peter van Bommel, Dirk Bakkeren & Martijn ter Borg

Leverenzymstoornissen. Peter van Bommel, Dirk Bakkeren & Martijn ter Borg Leverenzymstoornissen Peter van Bommel, Dirk Bakkeren & Martijn ter Borg Vrouw, 30jaar komt op mijn spreekuur Na anamnese en LO sluit ik een leverprobleem niet uit. Ik vraag probleemgeoriënteerd labonderzoek

Nadere informatie

www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Majeed Versie 2016 1. WAT IS MAJEED 1.1 Wat is het? Het Majeed syndroom is een zeldzame genetische aandoening. Kinderen met dit syndroom lijden aan chronische

Nadere informatie

Anemie, reticulocyten & IUT s in hemolytische ziekte van de foetus en pasgeborene. Consortium transfusiegeneeskunde Isabelle Ree

Anemie, reticulocyten & IUT s in hemolytische ziekte van de foetus en pasgeborene. Consortium transfusiegeneeskunde Isabelle Ree Anemie, reticulocyten & IUT s in hemolytische ziekte van de foetus en pasgeborene Consortium transfusiegeneeskunde Isabelle Ree Klinisch beloop Foetale anemie Intrauteriene transfusie (IUT) Klinisch beloop

Nadere informatie

Bloedtransfusie: randvoorwaarden

Bloedtransfusie: randvoorwaarden Bloedtransfusie: randvoorwaarden It is important that a good and open channel of communication exists between the blood providers and blood prescribers that shall ensure an effective clinical interface

Nadere informatie

Trombocytose. Dr. Dimitri Breems, internist-hematoloog ZNA Stuivenberg ZNA Medisch Centrum Regatta 3 juni 2014

Trombocytose. Dr. Dimitri Breems, internist-hematoloog ZNA Stuivenberg ZNA Medisch Centrum Regatta 3 juni 2014 Trombocytose Dr. Dimitri Breems, internist-hematoloog ZNA Stuivenberg ZNA Medisch Centrum Regatta 3 juni 2014 Casus 1 Vrouw, 25 jaar Laboratoriumonderzoek hemoglobine 11,2 g/dl 11,0-14,4 hematocriet 0,341

Nadere informatie

Interpretatie labo-resultaten

Interpretatie labo-resultaten Interpretatie labo-resultaten hematologie Sylvia Snauwaert, MD PhD Overzicht A. Trombocytopenie B. Leucocytose Bespreking casussen A. Trombocytopenie Man, 63 jaar, routinebloedafname, asymptomatisch Help

Nadere informatie

Myelofibrose, PV en ET. Harry C Schouten Department of Hematology Maastricht University Medical Center Maastricht, Netherlands

Myelofibrose, PV en ET. Harry C Schouten Department of Hematology Maastricht University Medical Center Maastricht, Netherlands Myelofibrose, PV en ET Harry C Schouten Department of Hematology Maastricht University Medical Center Maastricht, Netherlands plt ery MSC PSC mono neutro eo baso Blympho LSC T lympho MyeloProliferatieve

Nadere informatie

PAROXYSMALE NACHTELIJKE HEMOGLOBINURIE

PAROXYSMALE NACHTELIJKE HEMOGLOBINURIE PAROXYSMALE NACHTELIJKE HEMOGLOBINURIE Henk Wind Afdeling Immunologie Erasmus MC Woerden 30-10-2008 INTRODUCTIE PNH is het gevolg van een klonale expansie van een gemuteerde hematopoëtische stamcel. Klinisch

Nadere informatie

hoofdstuk één hoofdstuk twee

hoofdstuk één hoofdstuk twee Dit proefschrift beschrijft onderzoek naar hemolytische foetale bloedarmoede en foetale hydrops. Hemolytische foetale bloedarmoede ontstaat door afbraak van rode bloedcellen. Foetale hydrops betreft het

Nadere informatie

Auto-immuun Hemolytische Anemie (AIHA) Transfusie

Auto-immuun Hemolytische Anemie (AIHA) Transfusie Auto-immuun Hemolytische Anemie (AIHA) Transfusie Marit Jalink Internist-hematoloog Amsterdam UMC, AMC Promovendus, Sanquin CCTR 15 mei 2019 Auto immuun hemolytische anemie Een anemie die ontstaat door

Nadere informatie

Familiaire Mediterrane Koorts

Familiaire Mediterrane Koorts www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Familiaire Mediterrane Koorts Versie 2016 2. DIAGNOSE EN BEHANDELING 2.1 Hoe wordt het gediagnosticeerd? Over het algemeen wordt de volgende aanpak gehanteerd:

Nadere informatie

Verwijderen van de milt (splenectomie)

Verwijderen van de milt (splenectomie) Verwijderen van de milt (splenectomie) In deze folder worden de voorbereiding, operatie en nazorg bij het verwijderen van de milt, ook wel splenectomie genoemd beschreven. Het is goed u te realiseren

Nadere informatie

Allemaal Beestjes. Eline van der Hagen Kcio 15 juni 2017

Allemaal Beestjes. Eline van der Hagen Kcio 15 juni 2017 Allemaal Beestjes Eline van der Hagen Kcio 15 juni 2017 Voorgeschiedenis Vrouw, 68 jaar Diabetes type 2 (1995), hypertensie (2010), chronische nierinsuffiëntie (2012) Presentatie op de SEH In de nacht

Nadere informatie

Reizen en vaccinaties Maag-Darm-Levercentrum

Reizen en vaccinaties Maag-Darm-Levercentrum Reizen en vaccinaties Maag-Darm-Levercentrum Beter voor elkaar Inleiding Deze folder is bestemd voor patiënten (en hun naasten) met een maag,darm- en/of leveraandoening. De folder geeft u informatie over

Nadere informatie

Familiaire Mediterrane Koorts

Familiaire Mediterrane Koorts https://www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Familiaire Mediterrane Koorts Versie 2016 2. DIAGNOSE EN BEHANDELING 2.1 Hoe wordt het gediagnosticeerd? Over het algemeen wordt de volgende aanpak

Nadere informatie

NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts

NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts Versie 2016 1. WAT IS NRLP-12 GERELATEERDE TERUGKERENDE KOORTS 1.1 Wat is het? NRLP-12 gerelateerde terugkerende

Nadere informatie

Nr Naam Beschrijving Mogelijke waarden of verwijzingen 1 Patiëntidentificatie Een uniek patiëntidentificatienummer Vrije tekst

Nr Naam Beschrijving Mogelijke waarden of verwijzingen 1 Patiëntidentificatie Een uniek patiëntidentificatienummer Vrije tekst Toelichting op het registratieformulier oktober 2014 Optionele variabelen zijn in donkergrijs weergegeven op het registratieformulier en in deze toelichting. Nr Naam Beschrijving Mogelijke waarden of verwijzingen

Nadere informatie

Anemie en zwangerschap

Anemie en zwangerschap Multidisciplinair protocol Anemie en zwangerschap Auteurs: J. Kroeze, L. Scharbaai, E. Bosch, M. Nissinen, K. Schut, M. de Vries, K. Snijders, C. Nijland Datum: maart 2019 2 DOEL Uniforme afspraken tussen

Nadere informatie

Myelodysplastisch syndroom

Myelodysplastisch syndroom Myelodysplastisch syndroom Dr. A.H.E. Herbers Hematoloog-Oncoloog 7 februari 2018 Myelodysplastisch syndroom Masterclass 7/2/18 Myelodysplastisch syndroom= MDS Opbouw presentatie: Meeste informatie is

Nadere informatie

Congenitale hemolytisch anemie; wel of geen transfusie? H. Heijboer, 15 mei 2019, Emma Kinderziekenhuis, Amsterdam UMC

Congenitale hemolytisch anemie; wel of geen transfusie? H. Heijboer, 15 mei 2019, Emma Kinderziekenhuis, Amsterdam UMC Congenitale hemolytisch anemie; wel of geen transfusie? H. Heijboer, 15 mei 2019, Emma Kinderziekenhuis, Amsterdam UMC Opbouw presentatie Indeling hemolytische anemieën Gevolgen van (chronische) hemolyse

Nadere informatie

Trombocytentransfusies bij kinderen. 11 de Pediatrisch Transfusiesymposium 14 september 2011 Annemieke Willemze

Trombocytentransfusies bij kinderen. 11 de Pediatrisch Transfusiesymposium 14 september 2011 Annemieke Willemze Trombocytentransfusies bij kinderen 11 de Pediatrisch Transfusiesymposium 14 september 2011 Annemieke Willemze Inhoud Trombocytopenie en bloeden Trombocytentransfusietriggers Verschillende trombocytenconcentraten

Nadere informatie

verwijderen van de milt

verwijderen van de milt verwijderen van de milt U krijgt binnenkort een operatie voor het verwijderen van de milt. Een ander woord voor miltverwijdering is splenectomie. Wat is de milt? Welke redenen zijn er om de milt te verwijderen?

Nadere informatie

CAT Critically Appraised Topic. Laboratoriumdiagnose van (hereditaire) sferocytose

CAT Critically Appraised Topic. Laboratoriumdiagnose van (hereditaire) sferocytose CAT Critically Appraised Topic Laboratoriumdiagnose van (hereditaire) sferocytose Author: Apr. Annelies Fraeyman Supervisor: Dr.Sc. Willy Goossens Search/methodology verified by: Dr. Johan Frans Date:

Nadere informatie

Positieve 12de week screening Rol van de foetale rhesus D typering

Positieve 12de week screening Rol van de foetale rhesus D typering Positieve 12de week screening Rol van de foetale rhesus D typering Joyce van Beers Laboratoriumspecialist Medische Immunologie i.o. Laboratoriumspecialist Klinische Chemie i.o. Centraal Diagnostisch Laboratorium

Nadere informatie

Miltverwijdering (splenectomie) bij kinderen

Miltverwijdering (splenectomie) bij kinderen Miltverwijdering (splenectomie) bij kinderen In overleg met de behandelend arts wordt uw kind opgenomen omdat de milt verwijderd moet worden. In deze folder leest u informatie over deze ingreep. Heeft

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Vaccinaties bij de ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa

Patiënteninformatie. Vaccinaties bij de ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa Patiënteninformatie Vaccinaties bij de ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa Inhoud Inleiding... 3 Moet ik mij laten vaccineren?... 3 NIET LEVENDE VACCINS (mogen altijd toegediend worden)... 4 Influenza

Nadere informatie

Hairy cell leukemie. Mariëlle Wondergem hematoloog VUmc

Hairy cell leukemie. Mariëlle Wondergem hematoloog VUmc Hairy cell leukemie Mariëlle Wondergem hematoloog VUmc Wie krijgen leukemie? Elk jaar krijgen in Nederland rond de 1500 mensen leukemie Ongeveer 750 acute leukemie Bij de anderen gaat het om chronische

Nadere informatie

Verwijdering van de Milt (splenectomie)

Verwijdering van de Milt (splenectomie) Verwijdering van de Milt (splenectomie) Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen Redenen om de milt te verwijderen 1 Diagnose en onderzoeken 2 De operatie 2 Mogelijke complicaties 3 Na de

Nadere informatie

Adviseren over specialistisch onderzoek: hemoglobinopathieën

Adviseren over specialistisch onderzoek: hemoglobinopathieën Adviseren over specialistisch onderzoek: hemoglobinopathieën PAOKC-cursus Consultverlening Ede, 19 september 2013 dr. Henk J. Adriaansen Klinisch Chemisch & Hematologisch Laboratorium, Gelre Ziekenhuizen,

Nadere informatie

Zwangerschap en HBV. Greet Boland Nationaal Hepatitis Centrum, Amersfoort Afdeling Virologie, Universitair Medisch Centrum Utrecht

Zwangerschap en HBV. Greet Boland Nationaal Hepatitis Centrum, Amersfoort Afdeling Virologie, Universitair Medisch Centrum Utrecht Zwangerschap en HBV Greet Boland Nationaal Hepatitis Centrum, Amersfoort Afdeling Virologie, Universitair Medisch Centrum Utrecht 1 Virale aandoeningen die verticaal overdraagbaar zijn HIV Hepatitis B

Nadere informatie

CMV, EBV, Toxoplasma. Diagnostiek. Inge Gyssens Dienst infectieziekten Internist infectioloog

CMV, EBV, Toxoplasma. Diagnostiek. Inge Gyssens Dienst infectieziekten Internist infectioloog CMV, EBV, Toxoplasma Diagnostiek Inge Gyssens Dienst infectieziekten Internist infectioloog Man, 50 jaar Sinds 8d uit Thailand, 1 maand verblijf (nieuwe partner aldaar) Branderig gevoel ter hoogte van

Nadere informatie

Pancreaspathologie: als een klein verscholen orgaan zich van zijn slechtste kant laat zien

Pancreaspathologie: als een klein verscholen orgaan zich van zijn slechtste kant laat zien Pancreaspathologie: als een klein verscholen orgaan zich van zijn slechtste kant laat zien Erwin van Geenen, Maag-Darm-Lever-arts Marion van der Kolk, Chirurg Pancreas Centrum Oost Nederland Nijmegen Het

Nadere informatie

HEPATITIS B EN ZWANGERSCHAP. Ann-Sophie Page & Gerbrich van den Bosch 04-11-2014

HEPATITIS B EN ZWANGERSCHAP. Ann-Sophie Page & Gerbrich van den Bosch 04-11-2014 HEPATITIS B EN ZWANGERSCHAP Ann-Sophie Page & Gerbrich van den Bosch 04-11-2014 INTRODUCTIE HBV = dsdna virus, hoge viremie, zeer infectieus (50-100x infectieuzer dan HIV) Transmissie door contact met

Nadere informatie

AANDOENINGEN van het BLOED. H.H. TAN, arts 2015

AANDOENINGEN van het BLOED. H.H. TAN, arts 2015 AANDOENINGEN van het BLOED H.H. TAN, arts 2015 BLOED 2 RODE BLOEDCELLEN (ERYTROCYTEN ; 4,5-5,5 x 10 12 /ltr, 4-5 x 10 12 /ltr) * Vervoeren O 2 naar het weefsel * Voeren CO 2 af * Levensduur: 120 dagen

Nadere informatie

NLRP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts

NLRP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro NLRP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts Versie 2016 1. WAT IS NLRP12 GERELATEERDE TERUGKERENDE KOORTS 1.1 Wat is het? NLRP12 gerelateerde terugkerende koorts

Nadere informatie

Splenomegaliebij een Eritrese vluchteling. Isaie Reuling 17 Januari 2017

Splenomegaliebij een Eritrese vluchteling. Isaie Reuling 17 Januari 2017 Splenomegaliebij een Eritrese vluchteling Isaie Reuling 17 Januari 2017 Introductie Toename vluchtelingen in NL Toename acute tropische infectieziekten 1 Ook toename chronische tropische infectieziekten!

Nadere informatie

Paroxysmale Nachtelijke Hemoglobinurie Oftewel: Plan Niet Haalbaar? Annegeet van den Bos Kennisplatform 6 december 2018

Paroxysmale Nachtelijke Hemoglobinurie Oftewel: Plan Niet Haalbaar? Annegeet van den Bos Kennisplatform 6 december 2018 Paroxysmale Nachtelijke Hemoglobinurie Oftewel: Plan Niet Haalbaar? Annegeet van den Bos Kennisplatform 6 december 2018 PNH Oorzaak: mutatie PIG-A gen (codeert voor Glycosyl-Phosfatdyl-Inosytol) Gevolg:

Nadere informatie

Miltverwijdering (splenectomie)

Miltverwijdering (splenectomie) Miltverwijdering (splenectomie) Chirurgie Locatie Hoorn/Enkhuizen Miltverwijdering (splenectomie) bij volwassenen Inleiding Binnenkort wordt u geopereerd aan uw milt. Deze folder geeft u informatie over

Nadere informatie

BELEID BIJ (FUNCTIONELE) ASPLENIE

BELEID BIJ (FUNCTIONELE) ASPLENIE BELEID BIJ (FUNCTIONELE) ASPLENIE Doel van de werkafspraak: patiënten en hun behandelend huisarts en specialisten alert maken op de grote risico s bij een (functionele) asplenie en de te nemen maatregelen

Nadere informatie

Richtlijn Q koorts. versie 14-12-2009 Jeroen Bosch Ziekenhuis. Richtlijn Q koorts

Richtlijn Q koorts. versie 14-12-2009 Jeroen Bosch Ziekenhuis. Richtlijn Q koorts Richtlijn Q koorts versie 14-12-2009 Jeroen Bosch Ziekenhuis Richtlijn Q koorts Verdenking acute Q koorts: Frequente presentatie: Asymptomatisch Griepachtig beeld: Koorts, hoofdpijn, myalgieen, arthritis.

Nadere informatie

Bloed. Presentatie: Peter Elgersma

Bloed. Presentatie: Peter Elgersma Bloed. Presentatie: Peter Elgersma Inhoud workshop 1. Inleiding op onderwerp (bloed en lymfestelsel) 2. Onderzoek en Diagnostiek 3. Ziekten die verband houden met bloed 1. Inleiding De ontwikkeling van

Nadere informatie

Betreft: kinderen (1 tot 3 maanden) met koorts, verdacht van een infectie, met uitsluiting van de gehospitaliseerde neonaat.

Betreft: kinderen (1 tot 3 maanden) met koorts, verdacht van een infectie, met uitsluiting van de gehospitaliseerde neonaat. Koorts bij kinderen van 1 tot 3 maanden (28 dagen tot en met 12 weken) (n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar) Betreft: kinderen (1 tot 3 maanden) met koorts,

Nadere informatie

verwijderen van de milt

verwijderen van de milt patiënteninformatie verwijderen van de milt U krijgt binnenkort een operatie voor het verwijderen van de milt. Een ander woord voor miltverwijdering is splenectomie. Wat is de milt? Welke redenen zijn

Nadere informatie

Een donatie met een staartje

Een donatie met een staartje Een donatie met een staartje Jaap van Hellemond Dept. Medische Microbiologie & Infectieziekten Erasmus MC & Havenziekenhuis Rotterdam Met medewerking van en dank aan Havenziekenhuis, Rotterdam Emmaline

Nadere informatie

(Diagnostiek van) hemolytische anemieën als gevolg van een membraandefect

(Diagnostiek van) hemolytische anemieën als gevolg van een membraandefect (Diagnostiek van) hemolytische anemieën als gevolg van een membraandefect (Diagnosis of) hemolytic anemia with a membrane defect dr. P.F.H. Franck 1 en dr. P. Wijermans 2 Samenvatting Hemolytische anemieën

Nadere informatie

GEEN (GOEDWERKENDE) MILT EN DAN? FRANCISCUS VLIETLAND

GEEN (GOEDWERKENDE) MILT EN DAN? FRANCISCUS VLIETLAND GEEN (GOEDWERKENDE) MILT EN DAN? FRANCISCUS VLIETLAND Inleiding U hebt geen milt (operatief verwijderd) of een slecht werkende milt. In beide gevallen hebt u meer kans op het krijgen van een infectie.

Nadere informatie

TRANSMURAAL PROTOCOL DIEPE VENEUZE TROMBOSE

TRANSMURAAL PROTOCOL DIEPE VENEUZE TROMBOSE TRANSMURAAL PROTOCOL Inleiding De incidentie van diepe veneuze trombose () is ongeveer 2 per 1.000 patiënten per jaar. Voor longembolie gelden vergelijkbare getallen. De huisarts wordt dan ook niet vaak

Nadere informatie

Bloedgroepimmunisatie: diagnostiek, behandeling en neonatale zorg. Behandelteam LUMC

Bloedgroepimmunisatie: diagnostiek, behandeling en neonatale zorg. Behandelteam LUMC Bloedgroepimmunisatie: diagnostiek, behandeling en neonatale zorg Behandelteam LUMC Bloedgroepimmunisatie: wanneer is het een probleem? Na positieve antistofscreening: 1. Identificatie van zwangerschap

Nadere informatie

Klinische Dag. 3 oktober 2013 Disclosure belangen spreker. (potentiële) belangenverstrengeling

Klinische Dag. 3 oktober 2013 Disclosure belangen spreker. (potentiële) belangenverstrengeling Klinische Dag 3 oktober 2013 Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Geen Diagnostiek en behandeling ernstige aplastische anemie bij volwassenen NVvH werkgroep aplastische anemie

Nadere informatie

Flavivirus serologie. Jean-Luc Murk, arts-microbioloog

Flavivirus serologie. Jean-Luc Murk, arts-microbioloog Flavivirus serologie Jean-Luc Murk, arts-microbioloog Flaviviridae POWV TBEV Mogelijk grootste Familie onder de virussen ZIKV SLEV WNV MVEV Virus taxonomy 9 th ed 2012 Flaviviridae Zika virus Kunjin virus

Nadere informatie

Anemie op de Intensive Care

Anemie op de Intensive Care Anemie op de Intensive Care Fellowonderwijs Opleiding Intensive Care UMC St Radboud, Nijmegen Incidentie ABC CRIT TRICC NTBIG (N = 3524) (N = 4892) (N = 5298) (N = 1247) Opname Hb 7.0 ± 1.4 6.8 ± 1.5 6.1

Nadere informatie

Kinkhoest. Kinkhoest of pertussis is een acute bacteriële infectie van de luchtwegen.

Kinkhoest. Kinkhoest of pertussis is een acute bacteriële infectie van de luchtwegen. Kinkhoest Ziektebeeld Kinkhoest of pertussis is een acute bacteriële infectie van de luchtwegen. Het ziektebeeld kan variëren van een milde hoest tot ernstige ziekte. Klassiek wordt kinkhoest gekenmerkt

Nadere informatie

IJzer en Cystic Fibrosis. Renske van der Meer Longarts-onderzoeker Haga Ziekenhuis

IJzer en Cystic Fibrosis. Renske van der Meer Longarts-onderzoeker Haga Ziekenhuis IJzer en Cystic Fibrosis Renske van der Meer Longarts-onderzoeker Haga Ziekenhuis Programma Inventarisatie Anemie algemeen oorzaken anemie gevolgen anemie Anemie bij CF IJzer bij CF: in het bloed in de

Nadere informatie

Voorkomende nierziekte waarbij een deel van patiënten een erfelijke vorm hebben: - nefrotisch syndroom

Voorkomende nierziekte waarbij een deel van patiënten een erfelijke vorm hebben: - nefrotisch syndroom Diagnostiek en advies inzake erfelijkheid bij erfelijke nierziekte Elena Levtchenko kinderarts-nefroloog 4 November 2006 Mogelijke situaties Voorkomende nierziekte waarbij een deel van patiënten een erfelijke

Nadere informatie

Ery transfusies Hoe minder, hoe beter?

Ery transfusies Hoe minder, hoe beter? Ery transfusies Hoe minder, hoe beter? TRIP Symposium 29 november 2007 Cynthia So, internist Sanquin Bloedbank ZW Inhoud presentatie Waarom bloed besparen? Wat is er aan evidence? Lopende studies Waarom

Nadere informatie

Richtlijn verworven aplastische anemie

Richtlijn verworven aplastische anemie Richtlijn verworven aplastische anemie Stijn Halkes Afdeling hematologie LUMC Subwerkgroep aplastische anemie Nederlandse Vereniging voor Hematologie Belangenverklaring In overeenstemming met de regels

Nadere informatie

Sikkelcelziekte: op weg naar genezing. Anita Rijneveld Internist-hematoloog, Erasmus MC

Sikkelcelziekte: op weg naar genezing. Anita Rijneveld Internist-hematoloog, Erasmus MC Sikkelcelziekte: op weg naar genezing Anita Rijneveld Internist-hematoloog, Erasmus MC Indeling Historie/etiologie Kliniek Behandelopties Nieuwe mogelijkheden Conclusies The runaway slave 1846 1846, Southern

Nadere informatie

Een onvergetelijk etentje. Dr AAM Ermens KCHL Amphia Ziekenhuis, Breda,

Een onvergetelijk etentje. Dr AAM Ermens KCHL Amphia Ziekenhuis, Breda, Een onvergetelijk etentje Dr AAM Ermens KCHL Amphia Ziekenhuis, Breda, patient B Vrijdag 23 december 1-jarig Marokkaans jongetje Klachten: Plotselinge ontstane icterus Vermoeidheidsklachten Lab: Hb: 4,0

Nadere informatie

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL PNEUMO 23, oplossing voor injectie Polysaccharide Pneumokokkenvaccin 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke dosis van 0,5

Nadere informatie

INDICATIES VOOR FOTOTHERAPIE BIJ NEONATEN VANAF WEKEN

INDICATIES VOOR FOTOTHERAPIE BIJ NEONATEN VANAF WEKEN INDICATIES VOOR FOTOTHERAPIE BIJ NEONATEN VANAF 35 +0 WEKEN Hyperbilirubinemie met TSB (totaal serum bilirubine) hoger dan de geldende fototherapiegrens. Deze grenswaarden zijn afhankelijk van de zwangerschapsduur,

Nadere informatie

Vraag & Antwoord over PLN. Dr. P.A. van der Zwaag Landelijke dag Erfelijke Hartaandoeningen 29 oktober 2016

Vraag & Antwoord over PLN. Dr. P.A. van der Zwaag Landelijke dag Erfelijke Hartaandoeningen 29 oktober 2016 Vraag & Antwoord over PLN Dr. P.A. van der Zwaag Landelijke dag Erfelijke Hartaandoeningen 29 oktober 2016 Indeling 1. Preïmplantatie genetische diagnostiek (PGD) en andere mogelijkheden rondom de zwangerschap

Nadere informatie

Familiaire Hypercholesterolemie - Richtlijnen voor exacte, uniforme diagnostiek

Familiaire Hypercholesterolemie - Richtlijnen voor exacte, uniforme diagnostiek Familiaire Hypercholesterolemie - Richtlijnen voor exacte, uniforme diagnostiek Familiaire Hypercholesterolemie (FH) is een van de meest voorkomende ernstige metabole aandoeningen die wij kennen. De incidentie

Nadere informatie

Tweede screening bij Rhc-negatieve vrouwen: Wat levert het op?

Tweede screening bij Rhc-negatieve vrouwen: Wat levert het op? Tweede screening bij Rhc-negatieve vrouwen: Wat levert het op? 1 INHOUD PSIE programma Antistoffen Ontstaan en Risico Achtergrond Rhc-screening Doel Rhc-screening Evaluatiestudie Rhc-screening Opzet Inclusies

Nadere informatie

Rubella Synoniemen: rodehond, German measles, Röteln

Rubella Synoniemen: rodehond, German measles, Röteln Rubella Synoniemen: rodehond, German measles, Röteln B06 Bijlage I Rubella en zwangerschap, richtlijnen voor de praktijk Beleid naar aanleiding van een (mogelijk) contact (zie toelichting 1) Inventariseer

Nadere informatie

Diagnostiek naar de oorzaak van slechthorendheid binnen het Centrum Diagnostiek Slechthorendheid

Diagnostiek naar de oorzaak van slechthorendheid binnen het Centrum Diagnostiek Slechthorendheid Diagnostiek naar de oorzaak van slechthorendheid binnen het Centrum Diagnostiek Slechthorendheid Derde VUMC nascholingsdag 22 maart 2013 Margot Mulder, kinderarts Aangeboren slechthorendheid: Literatuur:

Nadere informatie

Dubbelpopulaties in de bloedgroepbepaling van twee zwangeren. Joost Groen AIOS Klinische chemie

Dubbelpopulaties in de bloedgroepbepaling van twee zwangeren. Joost Groen AIOS Klinische chemie Dubbelpopulaties in de bloedgroepbepaling van twee zwangeren Joost Groen AIOS Klinische chemie 05-07-2019 Disclosure Disclosure belangen spreker bijeenkomst Kliniek voor Bloedtransfusie 5 juli 2019 Naam:

Nadere informatie

Erytrocytenimmunisatie tijdens de zwangerschap Achtergronden van de veranderingen. Drs. Marijke Overbeeke Dr. Masja de Haas Dr.

Erytrocytenimmunisatie tijdens de zwangerschap Achtergronden van de veranderingen. Drs. Marijke Overbeeke Dr. Masja de Haas Dr. Erytrocytenimmunisatie tijdens de zwangerschap Achtergronden van de veranderingen Drs. Marijke Overbeeke Dr. Masja de Haas Dr. Joke Koelewijn Hemolytische ziekte van de foetus en pasgeborene (HZFP) HZFP:

Nadere informatie

Richtlijn Hyperbilirubinemie. Autorisator: Vakgroepvoorzitter Kindergeneeskunde

Richtlijn Hyperbilirubinemie. Autorisator: Vakgroepvoorzitter Kindergeneeskunde Autorisator: Vakgroepvoorzitter Kindergeneeskunde Richtlijn Hyperbilirubinemie Documentnummer Versie Publicatiedatum Controledatum Bladen Schrijver: Kinderarts : 8571 : 2 : 04-09-2018 : 04-09-2021 : Pagina

Nadere informatie

Een hypotone pasgeborene. Drs. J.E. Deelen, Dr. S. Peeters, Prof. Dr. Y. Vandenplas, Drs. E.A. Smit-Kleinlugtenbeld

Een hypotone pasgeborene. Drs. J.E. Deelen, Dr. S. Peeters, Prof. Dr. Y. Vandenplas, Drs. E.A. Smit-Kleinlugtenbeld Een hypotone pasgeborene Drs. J.E. Deelen, Dr. S. Peeters, Prof. Dr. Y. Vandenplas, Drs. E.A. Smit-Kleinlugtenbeld Moeder 2 G3P2 Bloedgroep A positief Serologie negatief GBS positief Moeder Graviditeit

Nadere informatie

Genetic Counseling en Kanker

Genetic Counseling en Kanker Genetic Counseling en Kanker (erfelijke en familiaire kanker in de praktijk) dr Rolf Sijmons, klinisch geneticus afdeling Genetica UMC Groningen (Theoretische en) Practische aspecten Erfelijke Kanker Counseling

Nadere informatie

Het bi-allelisch Lynch syndroom

Het bi-allelisch Lynch syndroom Het bi-allelisch Lynch syndroom Wat is het bi-allelisch Lynch syndroom? Het biallelisch Lynch syndroom is een erfelijke ziekte veroorzaakt door twee foutjes in het erfelijk materiaal waardoor kinderen

Nadere informatie

Essentiële Trombocytose

Essentiële Trombocytose Essentiële Trombocytose Uw hoofdbehandelaar is: hematoloog dr. Uw specialist is op werkdagen tussen 08.30 17.00 uur bereikbaar via de polikliniek Interne geneeskunde, tel. (078) 654 64 64. Inleiding U

Nadere informatie

Adalimumab (Humira) bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Maag-Darm-Levercentrum. Beter voor elkaar

Adalimumab (Humira) bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Maag-Darm-Levercentrum. Beter voor elkaar Adalimumab (Humira) bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Maag-Darm-Levercentrum Beter voor elkaar 2 Inleiding Uw behandelend arts heeft met u gesproken over het gebruik van Adalimumab (Humira).

Nadere informatie

Een sikkelcelpatënt in crisis, wat nu?

Een sikkelcelpatënt in crisis, wat nu? Een sikkelcelpatënt in crisis, wat nu? Anja Mäkelburg Internist hematoloog-transfusiespecialist Dhr. M, 19 jaar Afkomstig uit Angola, sinds 4 e LJ in Nederland Homozygote sikkelcelziekte HbSS Gevaccinieerd

Nadere informatie

Cryopyrine-Geassocieerd Periodiek Syndroom (CAPS)

Cryopyrine-Geassocieerd Periodiek Syndroom (CAPS) www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Cryopyrine-Geassocieerd Periodiek Syndroom (CAPS) Versie 2016 1. WAT IS CAPS 1.1 Wat is het? Cryopyrine-geassocieerde periodieke syndromen (CAPS) omvatten

Nadere informatie

Transitie bij patiënten met sikkelcelziekte anno 2014. H. Heijboer/B.J. Biemond Klinische Dag NVvH Symposium 2 oktober 2014

Transitie bij patiënten met sikkelcelziekte anno 2014. H. Heijboer/B.J. Biemond Klinische Dag NVvH Symposium 2 oktober 2014 Transitie bij patiënten met sikkelcelziekte anno 2014 H. Heijboer/B.J. Biemond Klinische Dag NVvH Symposium 2 oktober 2014 Klinische Dag NVvH 2 oktober 2014 Disclosure belangen H. Heijboer/B.J. Biemond

Nadere informatie

HIT. MDO-onderwijs d.d Claire Slegers Fellow Intensive Care

HIT. MDO-onderwijs d.d Claire Slegers Fellow Intensive Care HIT MDO-onderwijs d.d. 01-12-2014 Claire Slegers Fellow Intensive Care Casus Man 68 RvO: Dag 1 TAAA - Buisprothese VG: o.a. 97 AAA - Buisprothese, ACS wv. ASA Postoperatief start LMWH (nadroparine 1dd2850

Nadere informatie