Zitting van 4 juli 2019

Transcriptie

1 Zitting van 4 juli 2019 Marc Tieberghien, raadslid-voorzitter Luc Derudder, burgemeester Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Olivier De Marez, schepenen Jacques Goemaere, voorzitter BCSD Marleen Lefebre, Stijn Manhaeghe, Annelies Braeckevelt, Koen Vandenbroucke, Anne-Sophie Verschoore, Koen Castelein, Greet Desmet, Marijke Verbeke, Davy Verhulst, Nadine Dejonckheere, Dirk De Keyzer, Flore Vanluchene, Wim Behaeghe, raadsleden Guy De Pourcq, algemeen directeur Openbaar 1. Vaststellen van de jaarrekening van het OCMW van het boekjaar RMW/2019/042 a de beleidsnota b de financiële nota c de samenvatting van de algemene rekeningen De jaarrekening 2018 van het OCMW moet vastgesteld worden. Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, het laatst gewijzigd bij decreet van 9 februari 2018 betreffende het lokaal sociaal beleid. houdende wijziging van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur. Besluit van de Vlaamse regering van 25 juni 2010 betreffende de beleid- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 22 november 2013 tot wijziging van artikel 14 van het besluit van de Vlaamse regering van 25 juni 2010 betreffende de beleid- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk, inzonderheid titel 2, hoofdstuk 4. Ministerieel besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, het laatst gewijzigd bij ministerieel besluit van 26 november Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 19 december 2017 betreffende meerjarenplanaanpassing : boekjaar 2018 (BP2014_2020-9) - Periode van het OCMW: vaststellen. Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 19 december 2017 betreffende budget voor het boekjaar 2018 van het OCMW: vaststellen. Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 3 juli 2018 betreffende budgetwijziging nummer 1 van het OCMW voor het boekjaar 2018: vaststellen. Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 20 november 2018 betreffende budgetwijziging nummer 2 van het OCMW voor het boekjaar 2018: vaststellen. Advies van het managementteam van 21 mei Vroeger gaf de jaarrekening vooral een zicht op de financiële gevolgen van het gevoerde beleid met een verantwoording (van het financiële beheer) door de financieel directeur. Nu dient de jaarrekening van een bestuur in de eerste plaats de uitvoering van het gevoerde beleid te evalueren. De jaarrekening heeft in eerste instantie een beleidsfunctie gekregen, met name de evaluatie van het beleid. Daarnaast houdt de jaarrekening ook een evaluatie met betrekking tot de autorisatie van het budget. Via de jaarrekening zal kunnen worden geverifieerd of het bestuur binnen de door de raad toegekende kredieten is gebleven. De jaarrekening zal meer dan vroeger ook een inhoudelijk document worden. De raad zal zich er kunnen op baseren voor een bespreking van het gevoerde beleid. Het geeft een antwoord op de vraag welke beleidsdoelstellingen uit het meerjarenplan en het budget werden gerealiseerd. Voorts moet uit de jaarrekening blijken hoeveel middelen aan de realisatie van de beleidsdoelstellingen werden besteed en tot welke financiële toestand voor het bestuur dat heeft geleid. De inhoud van de beleidsnota van de jaarrekening bevat grotendeels dezelfde onderdelen als de beleidsnota van het budget. In de doelstellingenrealisatie wordt het gevoerde beleid geëvalueerd aan de hand van de volgende drie kernvragen: Wat hebben we bereikt? In welke mate werd, per prioritaire doelstelling opgenomen in het budget, het beoogd resultaat of eventueel het beoogde effect gerealiseerd? Wat hebben we hiervoor gedaan? In welke mate werden de actieplannen en de acties die op het financiële boekjaar betrekking hebben gerealiseerd? Wat zijn de ontvangsten en uitgaven van het betrokken actieplan gedurende het financiële boekjaar? Net zoals in de planningsfase gebeurt de financiële vertaling van de actieplannen in de evaluatiefase op kasbasis. De doelstellingenrekening is de samenvatting van de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven van de verschillende prioritaire beleidsdoelstellingen en van het overig beleid, ingedeeld volgens de beleidsdomeinen. Het is de link tussen de evaluatie van de beleidsdoelstellingen en actieplannen in de doelstellingenrealisatie en de evaluatie

2 van de toegekende autorisaties in de financiële nota. Ook de doelstellingenrekening bevat per beleidsdomein een rubriek 'overig beleid' aangezien niet alle activiteiten van het bestuur in prioritaire beleidsdoelstellingen werden vertaald. Naast een overzicht van de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven van de prioritaire beleidsdoelstellingen en het overige beleid wordt ook een overzicht gegeven van de algemene financieringsbronnen die aangewend werden om dit beleid te realiseren. Dit zijn de ontvangsten en de eraan verbonden uitgaven die geen rechtstreeks verband houden met een specifieke dienstverlening (algemene werkingssubsidies, belastingen, dividenden, creditintresten...) of een specifieke investering (leningen, desinvesteringen...). In de doelstellingenrekening wordt op deze wijze ook aangetoond hoeveel er vanuit de algemene financieringsmiddelen werd bijgelegd voor elk beleidsdomein en voor de realisatie van de prioritaire beleidsdoelstellingen. De financiële toestand wordt bekeken vanuit twee invalshoeken: het resultaat op kasbasis: dit is het gecumuleerde budgettaire resultaat verminderd met de bestemde gelden. Het gecumuleerde budgettaire resultaat is het geheel aan beschikbare liquide middelen en geldbeleggingen waarover het bestuur zou beschikken op het einde van het financiële boekjaar als ze al haar vorderingen op korte termijn zou geïnd hebben en al haar schulden op korte termijn zou betaald hebben. Als de raad een gedeelte van de middelen reeds heeft voorbestemd voor toekomstige uitgaven zijn deze middelen uiteraard niet meer beschikbaar om courante uitgaven mee te doen. Deze bestemde gelden worden bijgevolg afgetrokken van het gecumuleerde budgettaire resultaat om het beschikbare resultaat op kasbasis te bekomen. De toezichthoudende overheid schorst of vernietigt het budget van het eerste jaar van de legislatuur als die een negatief resultaat op kasbasis vertoont. de autofinancieringsmarge: dit is het verschil tussen enerzijds het deel van de ontvangsten en uitgaven uit de exploitatie dat gebruikt kan worden voor de vereffening van de netto periodieke leningsuitgaven en anderzijds de netto periodieke leningsuitgaven, m.a.w. hoeveel van de middelen die het bestuur heeft gegenereerd uit de exploitatie blijven er, na de vereffening van de geplande en de lopende netto periodieke leningsuitgaven, over om nieuwe investeringen zelf te financieren of om de leningslasten van bijkomende leningen te dragen. In de financiële nota wordt het gebruik van de toegekende kredieten aan de hoofdbudgethouders geëvalueerd. De financiële nota van de jaarrekening is opgebouwd uit dezelfde onderdelen als de financiële nota van het budget: de exploitatierekening; de investeringsrekening; de liquiditeitenrekening. Via de exploitatierekening leggen de hoofdbudgethouders verantwoording af over de bestede en verworven middelen in verband met de exploitatie. Daartoe is de exploitatierekening op dezelfde wijze opgebouwd als het exploitatiebudget: de totale exploitatierekening: dit is de exploitatierekening van alle niet-verzelfstandigde diensten en IVA's (Intern Verzelfstandigd Agentschap) samen; de exploitatierekening van de niet-verzelfstandigde diensten; de exploitatierekening van elk IVA. Elk onderdeel van de exploitatierekening omvat per beleidsdomein het geheel van ontvangsten en uitgaven inzake de exploitatie. De investeringsrekening bestaat uit volgende onderdelen: de verantwoording van de toegekende transactiekredieten van het financiële boekjaar van alle investeringsenveloppen; de verantwoording van de kredieten voor investeringsenveloppen die definitief opgeleverd zijn en dus als afgesloten kunnen beschouwd worden. Kredieten van een investeringsenveloppe blijven meerdere jaren geldig en men heeft dus geen jaarlijkse afrekening van deze verbinteniskredieten. Na het beëindigen van een investeringsenveloppe moet een overzicht worden gegeven van de ontvangsten en uitgaven die er verband mee hielden, zowel inzake de investeringen als de desinvesteringen, de investeringssubsidies en de schenkingen die er rechtstreeks verband mee hielden. De liquiditeitenrekening geeft een overzicht van alle ontvangsten en uitgaven. De liquiditeitenrekening is bijgevolg het financieel plan van de werkelijke geldstromen van het bestuur. Dit rapport moet aan de raadsleden op een overzichtelijke wijze een inzicht geven in de geldstromen van het betrokken financiële boekjaar en het bekomen resultaat op kasbasis. De liquiditeitenrekening geeft een overzicht van alle ontvangsten en uitgaven, dus niet alleen deze die het gevolg zijn van de verrichtingen uit de exploitatie- en de investeringsrekening. Deze ontvangsten en uitgaven worden overgenomen uit de voornoemde rekeningen. De andere ontvangsten en uitgaven hebben onder meer betrekking op de ontvangsten en de uitgaven voor toegestane en op te nemen leningen, leasings en waarborgen. De bestemde gelden zijn middelen die de raad budgettair gereserveerd heeft voor een specifiek doel in de volgende financiële boekjaren. Deze gelden mogen daarom alleen voor dit doel gebruikt worden. Wanneer de raad oordeelt dat deze middelen niet meer noodzakelijk zijn voor de realisatie van het doel dan dient zij daar een expliciete besluit over te nemen. De rekeningen moeten samengevat opgenomen worden in het ontwerp van de jaarrekening nadat ze in overeenstemming zijn gebracht met de gegevens van de inventaris. De balans geeft een overzicht van het vermogen van het bestuur op het einde van het financiële boekjaar. Het vermogen van het bestuur is opgebouwd uit activa en passiva. Het actief van de balans wordt ingedeeld in vlottende en vaste activa. Het passief van de balans bestaat uit schulden en netto actief. Men spreekt niet van het begrip eigen vermogen zoals in de ondernemingsboekhouding. Het eigen vermogen is immers niet relevant voor een openbaar bestuur. Het verschil tussen enerzijds de activa en anderzijds de schulden heet daarom netto-actief. De algemene rekeningen worden samengevat in een balans en een resultatenrekening. Aangezien het begrip resultaat aangeeft wat de gevolgen zijn van de activiteiten op het eigen vermogen van de entiteit, is dit begrip in de publieke sector en in het bijzonder in het kader van lokale en provinciale besturen niet relevant. Het is wel

3 belangrijk om een zicht te hebben op de financiële weerslag van de activiteiten van het bestuur. In plaats van te spreken van een resultatenrekening is het hier een staat van opbrengsten en kosten waarin een overzicht wordt gegeven van de opbrengsten en kosten die verband houden met de activiteiten van het bestuur. In de staat van opbrengsten en kosten worden de opbrengsten en kosten van het financiële boekjaar opgenomen. Daarnaast bevat de staat van opbrengsten en kosten en het overschot of tekort van het financiële boekjaar. Net als de andere beleidsrapporten wordt ook de jaarrekening verduidelijkt via een toelichting. De beleidsrapporten staan immers in functie van de beleidsbeslissingen en worden bijgevolg beperkt tot wat nodig is voor de besluitvorming. Dit betekent dat de erin opgenomen informatie op een gestructureerde en synthetische wijze moet gepresenteerd worden, ontdaan van alle ballast. Alle begeleidende informatie en documentatie te ondersteuning van de beleidsbeslissingen wordt opgenomen in de toelichting bij het beleidsrapport, in casu de jaarrekening. Zo is het onderscheid tussen de eigenlijke beslissing en de ondersteunende informatie zichtbaar. Volgens de filosofie van het nieuwe overheidsmanagement moeten de overheidsbesturen op een betere wijze verantwoording afleggen over de toegevoegde waarde die zij creëren met het belastinggeld van burgers en bedrijven. De jaarrekening moet het de beleidsmensen bijgevolg mogelijk maken om het gevoerde beleid te evalueren. De jaarrekening zal ruimer moeten zijn dan louter een verzameling van financiële gegevens. Daarom bepaalt het besluit van de Vlaamse regering in verband met de beheers- en beleidscyclus dat de jaarrekening qua structuur, vorm en inhoud analoog opgebouwd wordt als de beleidsrapporten van de planningsfase (meerjarenplan en budget). Toelichting van de heer Masschaele, financieel directeur en Carine Geldhof, schepen. Raadsleden Castelein, Verhulst en Lefebre Jacques Goemaere, Marleen Lefebre, Stijn Manhaeghe, Annelies Braeckevelt, Anne-Sophie Verschoore, Koen Castelein, Greet Desmet, Marijke Verbeke, Davy Verhulst, Nadine Dejonckheere, Dirk De Keyzer, Flore Vanluchene, Wim Behaeghe, Guy De Pourcq Met 10 stemmen voor (Marc Tieberghien, Luc Derudder, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Olivier De Marez, Jacques Goemaere, Anne-Sophie Verschoore, Nadine Dejonckheere, Dirk De Keyzer, Flore Vanluchene), 8 stemmen tegen (Marleen Lefebre, Stijn Manhaeghe, Annelies Braeckevelt, Koen Castelein, Greet Desmet, Marijke Verbeke, Davy Verhulst, Wim Behaeghe) De jaarrekening voor het boekjaar 2018 van het OCMW wordt samen met de verplichte bijlagen vastgesteld. De financiële toestand van de jaarrekening voor het boekjaar 2018 is als volgt: Het budgettaire resultaat boekjaar bedraagt , 47 euro Het gecumuleerde budgettaire resultaat van het vorig boekjaar bedraagt ,75 euro Het gecumuleerde budgettaire resultaat bedraagt ,22 euro Het resultaat op kasbasis bedraagt ,22 euro De autofinancieringsmarge bedraagt ,91 euro Artikel 2 De balans voor het boekjaar 2018 wordt vastgesteld. Het balanstotaal bedraagt ,16 euro. Artikel 3 De staat van opbrengsten en kosten voor het boekjaar 2018 wordt vastgesteld. Het operationeel overschot bedraagt ,74 euro. Het financieel tekort bedraagt ,86 euro. Het uitzonderlijk overschot bedraagt 0,00 euro. Het overschot van het boekjaar bedraagt ,88 euro. 2. Budgetwijziging nummer 1 van het OCMW voor het boekjaar 2019: vaststellen - RMW/2019/040 De kredieten worden aangepast aan de gewijzigde toestand. houdende wijziging van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur. Besluit van de Vlaamse regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 22 november 2013 betreffende wijziging van artikel 14 van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. Ministerieel besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, het laatst gewijzigd bij ministerieel besluit van 26 november 2012 betreffende vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk

4 welzijn. Omzendbrief BB2018/2 van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur Afdeling Lokale en Provinciale besturen van 20 juli 2018 betreffende de budgetten en de éénjarige meerjarenplannen Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 7 maart 2019 betreffende budget voor het boekjaar 2019 van het OCMW: hervaststellen. Advies van het managementteam van 21 mei De onvoorziene uitgaven voor exploitatie zijn opgenomen in de budgetwijziging. De wijzigingen inzake subsidies en investeringen werden opgenomen. De budgetwijziging bevat volgende documenten: beleidsnota: o doelstellingennota budgetwijziging: budgetwijziging (BP _1); o doelstellingenbudget wijziging (B1W): budgetwijziging (BP _1); o financiële toestand (mutatie variant): budgetwijziging (BP _1); o de lijst met opdrachten voor werken, leveringen en diensten: 2019; o overzicht investeringen: budgetwijziging (BP _1); o lijst met nominatief toegekende subsidies financiële nota: o wijziging van het exploitatiebudget (BW1): budgetwijziging (BP _1); o wijziging van een investeringsenveloppe (BW2):budgetwijziging (BP _1); o wijziging van de transactiekredieten voor investeringsverrichtingen (BW3): budgetwijziging (BP _1); o liquiditeitenbudget wijziging (BW4): budgetwijziging (BP _1); toelichting bij de budgetwijziging o overzicht, per beleidsveld, van de te verstrekken werkings- en investeringssubsidies; motivering van de wijzigingen: overzicht van de gewijzigde budgetrekeningen Volgende lijst wordt niet gewijzigd en is niet opgenomen in de budgetwijziging de lijst met daden van beschikking; Toelichting van de heer De Marez, schepen en de heer Masschaele, financieel directeur. Het gunstig visum nummer van 20 mei 2019 van de heer Masschaele, financieel directeur. Raadslid Verhulst Jacques Goemaere, Marleen Lefebre, Stijn Manhaeghe, Annelies Braeckevelt, Koen Vandenbroucke, Anne-Sophie Verschoore, Koen Castelein, Greet Desmet, Marijke Verbeke, Davy Verhulst, Nadine Dejonckheere, Dirk De Keyzer, Flore Vanluchene, Wim Behaeghe, Guy De Pourcq Met 10 stemmen voor (Marc Tieberghien, Luc Derudder, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Olivier De Marez, Jacques Goemaere, Anne-Sophie Verschoore, Nadine Dejonckheere, Dirk De Keyzer, Flore Vanluchene), 9 onthoudingen (Marleen Lefebre, Stijn Manhaeghe, Annelies Braeckevelt, Koen Vandenbroucke, Koen Castelein, Greet Desmet, Marijke Verbeke, Davy Verhulst, Wim Behaeghe) Artikel 1 Het exploitatiebudget planningsrapport budgetwijziging (BP _1) wordt vastgesteld. Het saldo bedraagt ,16 euro. Het investeringsbudget planningsrapport budgetwijziging (BP _1) wordt vastgesteld. Het saldo bedraagt ,88 euro. Het andere budget planningsrapport budgetwijziging (BP _1) wordt vastgesteld. Het saldo bedraagt ,00 euro. Artikel 2 Het budgettaire resultaat boekjaar bedraagt ,72 euro; het gecumuleerde budgettaire resultaat van het vorig boekjaar bedraagt ,22 euro. Het gecumuleerde budgettaire resultaat bedraagt ,50 euro, het resultaat op kasbasis bedraagt ,50 euro en de autofinancieringsmarge bedraagt 7 994,16 euro. 3. Vragen - RMW/2019/024 De van raadslid Marleen Lefebre van 3 juli 2019 namens de fractie INSPRAAK.nu. houdende wijziging van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, inzonderheid de

5 artikels 74 en 31. Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 7 maart 2019 betreffende huishoudelijk reglement van de OCMW-raad: vaststellen, inzonderheid artikel 12. De vragen van raadslid Behaeghe. De antwoorden van schepen Geldhof. Schepenen Goemaere en De Marez Jacques Goemaere, Marleen Lefebre, Stijn Manhaeghe, Annelies Braeckevelt, Koen Vandenbroucke, Anne-Sophie Verschoore, Koen Castelein, Greet Desmet, Marijke Verbeke, Davy Verhulst, Nadine Dejonckheere, Dirk De Keyzer, Flore Vanluchene, Wim Behaeghe, Guy De Pourcq Er wordt geen besluit genomen. Guy De Pourcq Algemeen directeur Marc Tieberghien Raadslid-voorzitter