Summerschool. Graad 1 Leerjaar 1

Transcriptie

1

2 Summerschool Graad 1 Leerjaar 1

3 Een traject afleggen

4 START werkwoord beeld verhaal Routeplanner De Laatste Ronde KNOOPPUNTEN 1. Literatuur en leesstops 2. Taal, taalsysteem en taalgebruik 3. Vaardigheden (spreken, luisteren, schrijven, lezen, interactie) en uitdagingen 4. Evaluatie: geïntegreerde toets per deel en pitstops AANKOMST reflectie

5 1 Start! Elk deel kent dezelfde opbouw. Bij het begin Beeld en werkwoord Verhaal en interview jeugdauteur Routeplanner Aan het einde De Laatste Ronde

6 1.1 Werkwoord en beeld

7 1.1 Werkwoord en beeld Traject 1: p. 9 p. 61 p. 123 Traject 1 XL: p. 9 p. 61 p. 127

8

9 1.1 Werkwoord en beeld Welke gedachten/ideeën roepen het beeld en de werkwoorden bij jullie op? Welke gedachten zullen ze bij de leerlingen oproepen? Is de link met het openingsbeeld vanzelfsprekend of eerder verrassend? Welke vakoverschrijdende leerkansen zie je?

10 1.2 Verhaal

11 1.2 Verhaal Deel 1 Hilde E. Gerard PAPS DROOMJOB Traject 1: p XL: p. 10 Deel 2 Guy Didelez VERTELLEN ZONDER WOORDEN Traject 1: p XL: p. 62 Deel 3 Luc Descamps HET GEHEIM Traject 1: p XL: p. 128

12 1.2 Verhaal Welke meerwaarde bieden de kortverhalen en de bijbehorende interviews met de auteur? Met welke nieuwe leerplandoelen of eindtermen kun je hier meteen aan de slag?

13 1.3 Routeplanner

14 1.3 Routeplanner - delen 4, 6 en 9 helpt leerlingen hun route uitstippelen tool voor de leraar: eigenaarschap bij leerlingen aanleren routeplanners voor overige delen diddit Traject 1: p p p. 450 XL: p p p. 472 Eigenaarschap omvat twee kerncomponenten, namelijk het hebben van keuzes binnen het leerproces en het opnemen van verantwoordelijkheid over deze keuzes. (Milner-Bolotin, 2001)

15 1.3 Routeplanner leerlingen aan het stuur van hun traject leraar vooral coachend in de klas ruimte om: leerlingen extra te ondersteunen binnen de klas te differentiëren Voorzie voldoende tijd om te verduidelijken: hoe leerlingen de routeplanner moeten lezen; hoe ze ermee aan de slag kunnen.

16 1.4 De Laatste Ronde

17 1.4 De Laatste Ronde terugblikken naar werkwoord - beeld - verhaal werken met woordenschat opfrissen - inoefenen - herhalen creatieve/ludieke opdracht om het deel af te sluiten bv.: spreek- of schrijfopdracht, escape game bij deel 3 Traject 1: p p p. 184 XL: p p p. 188

18 1.4 De Laatste Ronde Welke mogelijkheden biedt het werken met De Laatste Ronde voor jouw school? Welke aanpak krijgt jouw voorkeur? Waarom kies je daarvoor?

19 2 KNOOPPUNTEN

20 2 KNOOPPUNTEN

21 2.1 Literatuur en leesstops

22 2.1 Literatuur en leesstops Bewuste keuze voor meer literatuur in Traject 1 en 2 Nederlands Leerlingen leren via taal: van cultuur genieten; er creatief mee omgaan. Ze maken kennis met kunst en literatuur: om andere perspectieven te ontdekken; om hun eigen leven te verrijken.

23 2.1 Literatuur en leesstops In elk deel vind je een leesstop. Deel 1: De live lezershow Traject 1: p. 54 XL: p. 54 Deel 2: Laat je niet zomaar verleiden Traject 1: p. 117 XL: p. 121 Deel 3: Een karaktertekening Traject 1: p. 181 XL: p. 185

24 2.1 Literatuur en leesstops Welke opbouw zie je doorheen de verschillende delen, wat betreft literatuuronderwijs? Welke meerwaarde zie je in de keuze van de literaire fragmenten? Hoe wordt er tegemoetgekomen aan de nieuwe leerplandoelen en eindtermen i.v.m. literatuur?

25 2.2 Taal, taalgebruik en taalsysteem

26 2.2 Taal, taalgebruik en taalsysteem Kennis van en inzicht in het taalsysteem en in strategieën ondersteunen het taalgebruik. De doelen uit deze component staan in nauwe relatie met de andere leerplandoelen. LPD 14: De leerlingen verwerven inzicht in diverse aspecten van het taalsysteem: klanken, woorden, zinnen, teksten, betekenissen, spelling, interpunctie. Beheersingsniveau Bloom: Toepassen

27 2.2 Taal, taalgebruik en taalsysteem Voorbeeld 1 : het onderwerp Opdracht 1 begrijpen Traject 1: p. 93 XL: p. 97 De leerling: is productief; bouwt zinnen; denkt na over wie of waarover in de zin iets gezegd wordt; over wie iets doet of iets wordt.

28 2.2 Taal, taalgebruik en taalsysteem Voorbeeld 2: wwg en nwg Opdracht 3 begrijpen Traject 1: p. 127 XL: p. 131 De leerlingen zoeken naar de doen- of de zijn-relatie tussen het onderwerp en de rest van de zin. Ze noteren wat Columbus deed (doen-relatie acties of gebeurtenissen) en schrijven ook op hoe hij was (zijn-relatie kenmerken of eigenschappen). Ze herhalen de oefening met de tekst over Jommeke.

29 2.2 Taal, taalgebruik en taalsysteem Voorbeeld 2: wwg en nwg Opdracht 4 (duo-opdracht) analyseren De leerlingen benoemen hier de relatie: het onderwerp doet / het onderwerp is / hij doet of hij is Ze ervaren dat peuterzinnen de kern van de boodschap bevatten. Je kunt de peuterzinnen op kaartjes aanbieden, dan werken ze in duo s. Ze bespreken hun keuze om de kaartjes in de een of andere groep onder te brengen.

30 2.2 Taal, taalgebruik en taalsysteem Voorbeeld 2: wwg en nwg Mogelijke differentiatie Je kunt differentiëren door leerlingen op blanco kaartjes zelf combinaties te laten schrijven en die dan in hun verdeling mee te nemen of die aan een ander duo door te geven. Hun resultaat noteren ze in schema 1. Bijlage Peuterzinnen

31 2.2 Taal, taalgebruik en taalsysteem Voorbeeld 3: de hoofdletters Opdracht 4 analyseren Traject 1: p. 143 XL: p.147 tekst lezen en woorden met hoofdletter onderzoeken woorden met hoofdletter markeren en rubriceren in tabel bij elk woord nadenken over gebruik van hoofdletter Hier kun je ook even ingaan op het nut van hoofdletters en leestekens in onze taal.

32 2.2 Taal, taalgebruik en taalsysteem Voorbeeld 4: lijdend en meewerkend voorwerp Opdracht 6 begrijpen Traject 1: p. 160 XL: p. 164 een werkwoord deelt bepaalde rollen uit bepaalde werkwoorden hebben naast een onderwerp, altijd een (of meer) voorwerpen

33 2.2 Taal, taalgebruik en taalsysteem Voorbeeld 5: Deel 2 - Les 5 Heksen, brandstapels en bezemstelen... zelfstandige naamwoorden Traject 1: p. 105 XL: p. 108 Lees samen het wat-kader. Breng termen aan zoals: zelfstandig naamwoord; lidwoord, eigennaam; genus (mannelijk, vrouwelijk en onzijdig); bepaald en onbepaald lidwoord zijn belangrijk. Differentieer volgens de groep die je hebt!

34 2.2 Taal, taalgebruik en taalsysteem Wat-kader Vraag om een extra voorbeeld te geven (spelling, tbs...). Lees en vertel wat je las in je eigen woorden. Bedek het kader en stel een aantal vragen. De leerling kan overleggen met een klasgenoot. Controleer de antwoorden met het wat-kader. Geef wat tijd om vragen te stellen voor extra uitleg. De leerling noteert drie zinnen, regels, uitleg over wat hij leerde en las in het wat-kader. Werk met gekleurde post its: groen - oranje - rood.

35 2.3 Vaardigheden en uitdagingen

36 2.3 Vaardigheden en uitdagingen Voortdurend inzetten op: lezen luisteren/kijken spreken schrijven interactie Vaardigheden altijd geïntegreerd analyseren analyseren creëren creëren creëren

37

38 Het communicatiemodel DEEL 1 Les 2 Begrijpen we elkaar? Traject 1: p. 19 XL: p. 19 DEEL 2 Les 2 Aan iemands lippen hangen Traject 1: p. 73 XL: p. 73 luisterfiche - globaal luisteren DEEL 3 Les 2 Ontdek de wereld Traject 1: p 139 XL: p. 143 w-vragen - intensief luisteren

39 2.3 Uitdagingen Wat? communicatieve opdracht combineert competenties waaraan leerlingen in het deel werkten Hoe? opgebouwd volgens OVUR zelfevaluatie/peerevaluatie: je traject naar succes Extra inzet op: vaardigheden zelfredzaamheid van leerlingen

40 2.3 Vaardigheden en uitdagingen Enkele uitdagingen onder de loep In de mailbox van je leraar Traject 1: p. 56 XL: p. 56 Ontmasker de leugenaar Traject 1: p. 118 XL: p. 122 Speel het spel Traject 1: p. 183 XL: p. 187

41 2.3 Vaardigheden en uitdagingen Waarin schuilt de kracht van het werken met uitdagingen? Welke mogelijkheden tot differentiatie zie je?

42 2.4 Evalueren

43 2.4 Evalueren evalueren proces van observeren feedback, feed up en feed forward bijsturen (remediëren, verrijken, DUS differentiëren) pitstops je traject naar succes oefeningen en toetsitems op diddit drie niveaus (basis, remediërend, verrijkend) geïntegreerde toets per deel Traject 1 en XL

44 2.4 Evalueren Pitstops na elke les; een mini-uitdaging het geleerde wordt toegepast zelfevaluatie en peerevaluatie in je traject naar succes

45 2.4 Evalueren oefeningen en toetsitems op diddit voor alle delen van taalbeschouwing oefeningen op 3 niveaus toetsitems ter controle leerlingen hebben inzicht in hun vorderingen

46 2.4 Evalueren geïntegreerde toetsen per deel over leerstof van een volledig deel als geheel aan te bieden of een selectie van opdrachten twee niveaus: Traject 1 en XL

47 2.4 Evalueren Geïntegreerde toetsen onder de loep Welke niveauverschillen merk je op bij enkele voorbeeldvragen en opdrachten uit de geïntegreerde toets van deel 1?

48 3 AANKOMST Tijd voor reflectie!

49 Dank je voor je aandacht en vergeet je evaluatieformulier niet in te vullen. ;) Meer informatie of een presentatie op school? Contacteer onze vertegenwoordigers: