TOELICHTENDE NOTA SECTORAKKOORDEN

Transcriptie

1 TOELICHTENDE NOTA SECTORAKKOORDEN ARBEIDERS (garages, koetswerk en metaalhandel) Op 26 juni 2019 werden de nationale akkoorden voor de arbeiders van onze sectoren (garages, koetswerk en metaalhandel) getekend. Ter uitvoering van bovenvermelde akkoorden werden de collectieve arbeidsovereenkomsten over het Stelsel van Werkloosheid met Bedrijfstoeslag, tijdskrediet en vrijwillige overuren gesloten (hieronder verder besproken). De andere collectieve arbeidsovereenkomsten zullen volgen (in het najaar). Hieronder een overzicht. Opgelet! Een aantal elementen (die weinig/geen toelichting vergen) werden niet opgenomen, o.a. loopbaan en anciënniteitsverlof. Hiervoor wordt verwezen naar de nationale akkoorden (zie www. > homepage > cao). Loonmarge (PC 112, PSC en 04) Op 1 juli 2019 worden de effectieve brutolonen met 1,1% verhoogd, behalve voor die ondernemingen waar de beschikbare marge op een alternatieve manier wordt ingevuld via een ondernemingsenveloppe (mits een ondernemingscao uiterlijk op 30 september 2019). Hoe de beschikbare marge voor de alternatieve invulling berekenen? Hieronder de berekening van het jaarbudget aan de hand van een fictief maandloon van euro. [ (2.000 x 108/100 x 30,96/1002)] x 123 = euro [ (2.022 x 108/100 x 30,96/100)] x 12 = euro Het budget voor een alternatieve invulling is 353 euro (het verschil tussen bovenstaande uitkomsten: euro euro). Indien ¾ van het budget alternatief (bv. maaltijdcheques zonder bedrijfsvoorheffing, noch sociale zekerheidsbijdragen) wordt besteed moet de maandelijkse berekeningsbasis van euro verhoogd worden met 5,5 euro5. Er geldt een faciaal tarief (basisbijdrage + loonmatigingsbijdrage) van 25%. Graag informatie over de patronale lasten? Zie www. (FAQ). 1 Omzettingsformule maandloon naar uurloon: uurloon x bv. 38 uur x 4,3. Voor de sociale bijdragen, zie www. (FAQ). 3 Voor de dagen waarop de arbeider vakantie neemt ontvangt hij geen loon van de werkgever (dus 11 maanden loon + 1 maand eindejaarspremie). 4 Vorige maandloon verhoogd met 1,1% euros x 88,25 (= ¼ van 353 euros)/353. 2

2 Moet de beschikbare marge voor de alternatieve invulling effectief worden toegekend op 1 juli 2019? Uit de tekst van de CAO kan afgeleid worden dat de sociale partners op ondernemingsvlak tot 30 september 2019 beschikken om tot een akkoord te komen. Meer concreet: indien partijen opteren voor een ander ogenblik van toekenning dan 1 juli 2019, moet de totale waarde van de verhoging van het brutoloon voor gelijk zijn aan een verhoging met 1,1% vanaf 1 juli 2019 tot einde 2020 en moet deze brutoloonsverhoging recurrent zijn vanaf 1 januari Scheidingspremie (PSC ) Vanaf 1 juli 2019 verhoogd de scheidingspremie van 14,87 euro/nacht naar 18,50 euro/nacht. Scholingsbeding (PC 112 en PSC ) Vanaf 1 september 2019 tot 31 augustus 2021 kan geen scholingbeding gesloten worden voor opleidingen waarvoor de werkgever een premie krijgt en wettelijk/reglementair verplichte opleidingen. Instroom (PC 112, PSC en 04) De gratis dagen opleiding van nieuwe arbeiders aangeboden onder de vorm van open sessies worden verlengd tot 31 december 2021 (maximum euro) en komen tot dan ook in aanmerking voor een premie van 100 euro/opleidingsdag (maximum 500 euro). Knelpuntopleidingen (PSC ) De terugbetaling van de opleidingskosten van of euro (al naargelang het beroep dat de arbeider uitoefent) voor een arbeider die nieuw aangeworven werd voor onbepaalde duur in de sector (metaalhandel) wordt verlengd tot 30 juni 2021 om een knelpuntberoep uit te oefenen. Deze terugbetaling is nu gekoppeld aan de werkelijke knelpuntberoepen van de sector. SWT (PC 112, PSC en 04) Welke stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag (het vroegere brugpensioen) zijn van toepassing in onze sector en worden vergoed door de sociale fondsen? De sociale fondsen garages, koetswerk en metaalhandel nemen in principe de helft van het verschil tussen het nettoreferteloon en de werkloosheidsuitkering ten laste (de bedrijfstoeslag). En dit vanaf: 62 jaar met 40 jaar loopbaan (35 jaar voor vrouwen tot 31 december 2019); 59 jaar tot 30 juni 2021 met 40 jaar loopbaan; 59 jaar tot 30 juni 2021 met 35 jaar loopbaan in een zwaar beroep (5 jaar laatste 10 jaar of 7 jaar laatste 15 jaar); 59 jaar tot 30 juni 2021 met 33 jaar loopbaan waarvan minstens 20 jaar nachtarbeid of een deel van hun loopbaan in een zware beroep (5 jaar laatste 10 jaar of 7 jaar laatste 15 jaar). Tijdskrediet Heeft mijn arbeider recht op tijdskrediet? Er geldt in principe een recht op uitkering vanaf 60 jaar. Bij zwaar beroep/lange loopbaan is er een recht op een halftijdse landingsbaan vanaf 57 jaar en in een 1/5 e landingsbaan vanaf 55 jaar tot 31 december Vrijwillige overuren (PC 112 en PSC ) Het is bijzonder moeilijk en duur om overuren te laten presteren (het mag maar in bepaalde situaties en volgens te strikte procedures). Niet in lijn met de praktijk, waar snel moet kunnen beslist worden. Met de invoering van de inmiddels 120 vrijwillige overuren/kalenderjaar werd hier deels aan tegemoet gekomen. De grondige motivatie voor overwerk en de mogelijke syndicale afblokking kunnen met het systeem vermeden worden.

3 Kan ik nog meer vrijwillige overuren laten presteren? Garages TRAXIO heeft voor garages de verderzetting van de optrek van het aantal vrijwillige overuren tot maximum 150 u/kalenderjaar kunnen bekomen via een cao op ondernemingsniveau te sluiten voor 30 juni 2020 (tot 30 juni 2021). De vrijwillige overuren worden volledig uitbetaald met een overloontoeslag en geven in tegenstelling tot de klassieke overuren geen recht op inhaalrust. Ze moeten dus niet ingehaald worden als de teller (de interne grens) op 143 uur staat. Tegen alle logica in blijven er toch 75 vrijwillige overuren op de teller staan. Dit beperkt dus de mogelijkheid om klassieke overuren te kunnen laten presteren. 150 vrijwillige overuren reduceert de interne grens tot 18 u (zie hieronder) wat impliceert dat er telkens na het 18de klassieke overuur inhaalrust moet toegekend worden. Voorbeeld Een arbeider heeft 150 vrijwillige overuren gepresteerd, waarvan 75 op de overurenteller van 143 uren komen te staan. Dit impliceert dat er vanaf het 19de klassieke overuur inhaalrust moet gegeven worden. 150 à = 18 (150 25) TRAXIO heeft een verlaging bekomen van het aantal uur dat op de teller blijft staan van maximum 40 u i.p.v. 75 u via een cao op ondernemingsniveau. Dit impliceert dat er vanaf het 54ste klassieke overuur inhaalrust moet gegeven worden. 150 à = 53 (150 60) De onderneming die van deze modaliteit gebruik maakt kan gemakkelijker de (150) vrijwillige en de klassieke overuren cumuleren. De verhoging van het aantal vrijwillige overuren en/of de verlaging van het residu aan vrijwillige overuren op de teller kan bekomen worden via een cao op ondernemingsniveau. Metaalhandel Voor servicetechniekers met een uurloon hoger dan het baremaloon van categorie E of die zich in een groeipad bevinden waarbij zij binnen een termijn van twee jaar betaald worden aan een uurloon dat hoger is dan het baremaloon van categorie E kunnen de vrijwillige overuren op de onderstaande manier geoptimaliseerd worden: de vrijwillige overuren kunnen opgetrokken worden tot maximum 300 u/kalenderjaar; het aantal vrijwillige overuren dat op de teller blijft staan (zie hierboven) kan verlaagd worden tot maximum 40 u i.p.v. 75 u;

4 de teller kan verhoogd worden van 143 u naar maximum 383 u. Een aanzienlijke optrek van de vrijwillige overuren en een cumul van beide systemen vergen dat zowel de verhoging van de interne grens als een verhoging van het aantal uren dat niet meetelt voor de berekening van de interne grens, verhoogd worden. Voorbeeld 250 vrijwillige overuren vergen dat de interne grens verhoogd wordt van 143 u naar 333 u en dat het aantal uur dat niet meetelt voor de berekening van de interne grens wordt opgetrokken naar 60. Hieronder enkele berekeningen: Gemeenschappelijke info voor garages/metaalhandel 180 à = (180 60) ( ) 200 à = (150 60) ( ) 250 à = (250 60) ( ) 300 à = (300 60) ( ) Wie zijn de partijen bij het sluiten van een ondernemingscao? Wie de onderhandelaars zijn of wie het initiatief neemt, is niet wettelijk vastgelegd. De partijen die een cao kunnen sluiten en ondertekenen, zijn daarentegen wel strikt bepaald: langs werknemerszijde: één of meer representatieve werknemersorganisaties; langs werkgeverszijde: één of meer werkgevers. Tip! Ga steeds na in de statuten wie bevoegd is om de cao te ondertekenen. Sectoraal werd vooropgesteld dat de cao moet worden ondertekend door: alle vakbondssecretarissen van de vakbonden vertegenwoordigt in de vakbondsafvaardiging (VA) als er VA is; de vakbondssecretarissen van de vakbonden in het PC (ACVCSC METEA, ABVVmetaal en (enkel voor metaalhandel) ACLVB) als er is geen vakbondsafvaardiging is. De vakbondssecretaris is de afgevaardigde van de representatieve werknemersorganisatie die bevoegd is om de ondernemingscao namens zijn of haar organisatie te sluiten. Welke zijn de vormvereisten? Een cao moet schriftelijk worden opgemaakt. De cao moet in het Nederlands en in het Frans moet worden opgesteld. Maar wanneer hij uitsluitend voor het Nederlandse, het Franse of het Duitse taalgebied geldt, moet de cao in de taal van het gebied worden opgesteld. De cao moet een aantal verplichte vermeldingen bevatten. Modeldocumenten en verdere informatie zullen ter beschikking worden gesteld (o.a. via onze website). Grote flexibiliteit (PC 112 en PSC ) Vanaf 1 juli 2019 kunnen bandencentrales zullen gedurende zes weken in oktober, november en/of december een arbeidsregime invoeren van 10 u/dag op voorwaarde dat zij een weekgrens van 50 u in acht nemen.

5 Voorwaarden: de prestaties gebeuren op vrijwillige basis; de arbeidstijd tijdens piekmomenten wordt geregistreerd; een overzicht van de prestaties wordt gevoegd bij de loonfiche; de nieuwe uurroosters worden één maand op voorhand uitgehangen en schriftelijk meegedeeld aan de arbeiders; de partijen maken afspraken over ergonomie. Overschrijdingen van de normale grenzen van de arbeidsduur geven geen recht op overloon (50% of 100% voor overwerk op zon en feestdagen), maar wel op een betaalde recuperatie (1 u extra = 1,5 u recuperatie (tussen 38 en 44 u) en 1 u extra = 2 u recuperatie (tussen 45 en 50 u)) tijdens een dalmoment. Kleine ondernemingen (< 15 arbeiders) kunnen het systeem invoeren via een toetredingsakte en grote ondernemingen ( 15 arbeiders) via een collectieve arbeidsovereenkomst. Voor het herstellen van (gemotoriseerde) tweewielers kan gebruik geldt een vergelijkbaar systeem met piekperiode in het voorjaar. Modeldocumenten en verdere informatie zullen ter beschikking worden gesteld (o.a. via onze website). BEDIENDEN (APCB 200) Op 1 juli 2019 werd het sectorakkoord voor de bedienden (APCB 200) gesloten, dat o.a. volgende punten omvat: de verhoging van de sectorale baremalonen en van de reële lonen met 1,1% vanaf 1 september 2019; een bijzondere regeling voor bedrijven met sectoraal aanvullend pensioen arbeiders, waarvan de bedienden geen of minder gunstig bedrijfspensioen hebben: tijdelijke jaarpremie om te zetten in een sectoraal pensioen voor de bedienden ; de mogelijkheid voor de ondernemingen om andere gelijkwaardige voordelen toe te kennen in plaats van de loonsverhoging; Een circulaire en infosessies zullen nog volgen (zie www. > homepage > cao).