SAMENVATTING UITSPRAAK

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "SAMENVATTING UITSPRAAK"

Transcriptie

1 SAMENVATTING Instemmingsgeschil verbod gezichtssluier in deelnemersstatuut ROC De MR heeft geweigerd in te stemmen met een voorgenomen wijziging van het deelnemersstatuut, inhoudende de opname van een verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding binnen het ROC. De MR wenst een gebodsbepaling op passend kledinggedrag. De Commissie overweegt dat het oordeel van de Commissie Gelijke Behandeling dat een verbod op het dragen van de nikaab binnen het ROC geen verboden indirect onderscheid naar godsdienst oplevert, niet automatisch met zich brengt dat het voorgenomen besluit de toets van art. 20 lid 3 WMO kan doorstaan. Voor de redelijkheidstoets van de Commissie is niet alleen de gelijkebehandelingswetgeving van belang maar dienen alle betrokken belangen te worden meegewogen, waaronder de argumenten van de MR. Op grond van onder meer het verhandelde ter zitting is de Commissie gebleken dat tussen bevoegd gezag en MR een wezenlijk verschil van inzicht bestaat over het dragen van een gezichtsbedekkende sluier binnen het ROC: het bevoegd gezag wenst een algeheel verbod binnen het ROC terwijl de MR vindt dat wanneer het dragen van een nikaab in een individueel geval een probleem oplevert, dit via de dialoog dient te worden opgelost. Criterium dient dan te zijn de passendheid bij het beroep waarvoor de desbetreffende deelnemer in opleiding is. De Commissie is van oordeel dat dit criterium geen of onvoldoende rekening houdt met het belang van het ROC, zijn personeel en deelnemers, dat wordt voldaan aan de voorwaarden waaronder aan het ROC goed onderwijs kan worden verzorgd. Onder die voorwaarden behoren een open communicatie en een veilig schoolklimaat. Belemmering in de communicatie heeft zijn weerslag op de in het onderwijs noodzakelijke interactie tussen docenten en deelnemers en tussen deelnemers onderling. Voorts acht de Commissie het van belang dat binnen het ROC op alle plaatsen eenvoudig kan worden vastgesteld dat een bepaald persoon deelnemer van het ROC is. Een verbod is duidelijk en voorkomt dat de rust binnen het ROC en dus het onderwijsleerproces telkens opnieuw worden verstoord door discussies over de vraag óf de gezichtssluier in een bepaald geval een probleem vormt en wat in dat geval passend kledinggedrag is. De Commissie acht een verbod niet disproportioneel. Het bevoegd gezag heeft bij afweging van de betrokken belangen in redelijkheid tot zijn voorstel kunnen komen UITSPRAAK in het geschil tussen: het College van bestuur van het A, gevestigd te B, hierna te noemen het bevoegd gezag gemachtigde: mr W. Brussee en de sraad van het A, hierna te noemen de MR of de raad gemachtigde: mr B.A. Voermans 1. HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE Bij verzoekschrift van , ingekomen op , heeft het bevoegd gezag een instemmingsgeschil aan de Commissie voorgelegd. Het geschil heeft betrekking op een voorgenomen besluit van het bevoegd gezag om in het Deelnemersstatuut een verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding op te nemen. De MR heeft op een verweerschrift ingediend. Pagina 1 van 6

2 Het geschil is behandeld ter zitting van de Commissie d.d Het bevoegd gezag werd vertegenwoordigd door C, lid van het College van bestuur, bijgestaan door zijn gemachtigde en vergezeld van D, senior beleidsmedewerker dienst Algemene Zaken. De MR werd vertegenwoordigd door E, voorzitter, F en G, leden, bijgestaan door de gemachtigde. Het bevoegd gezag heeft een pleitnotitie overgelegd. De MR heeft een pleitnotitie overgelegd. Op verzoek van de Commissie heeft het bevoegd gezag bij brief van een aanvullend stuk overgelegd met betrekking tot de datum van vaststelling van het sreglement. De inhoud van voornoemde stukken geldt als hier herhaald en ingelast. 2. DE FEITEN De Commissie gaat op grond van de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting uit van de volgende, tussen partijen vaststaande of onvoldoende weersproken feiten. Het ROC is een instelling die beroepsonderwijs en volwasseneneducatie als bedoeld in art van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) verzorgt. De instelling is onderverdeeld in Werkmaatschappijen. In november 2002 zijn enkele deelneemsters van een Werkmaatschappij met gezichtsbedekkende sluier op school gekomen, hetgeen door een aantal docenten als problematisch werd ervaren. Hierop heeft het bevoegd gezag gesprekken met de desbetreffende deelneemsters gevoerd teneinde hen te bewegen het gezicht binnen de instelling en op stages onbedekt te houden. Tevens heeft het bevoegd gezag met ingang van voor alle gebouwen van de instelling een verbod op het dragen van een gezichtsbedekkende sluier ingevoerd. Twee deelneemsters, die bleven weigeren het gezicht onbedekt te laten tijdens de pauzes en in de gangen van het schoolgebouw, is sinds de toegang tot de school ontzegd. Daarop hebben deze deelneemsters de Commissie Gelijke Behandeling verzocht een oordeel te geven over de vraag of het bevoegd gezag door het hanteren van een verbod op het dragen van een gezichtsbedekkende sluier binnen zijn instellingen, jegens hen verboden onderscheid naar godsdienst maakt. In haar oordeel nr d.d heeft de Commissie Gelijke Behandeling uitgesproken dat het bevoegd gezag door het hanteren van het verbod jegens de verzoeksters geen verboden onderscheid op grond van godsdienst maakt. Daarbij heeft de Commissie Gelijke Behandeling overwogen dat het verbod wel indirect onderscheid naar godsdienst oplevert omdat het in overwegende mate personen treft die vanuit hun geloofsovertuiging een nikaab dragen. Dit onderscheid is volgens de Commissie Gelijke Behandeling echter objectief gerechtvaardigd omdat het doel van het onderscheid (communicatie, vaststellen identiteit en voldoen aan wettelijke taken ROC) legitiem is en het verbod een passend en noodzakelijk middel is om dat legitieme doel te bereiken. Bij brief van heeft het bevoegd gezag de MR verzocht in te stemmen met zijn voorgenomen besluit om het verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding vast te leggen in het Deelnemersstatuut dat via een verwijzing in de onderwijsovereenkomst op de deelnemers van het ROC van toepassing is. De brief bevat het voorstel om in het Deelnemersstatuut een artikel met de volgende tekst op te nemen: Het A kan zijn onderwijstaak zowel in pedagogisch-didactisch als in maatschappelijk opzicht pas naar behoren vervullen als sprake is van open en respectvolle communicatie tussen deelnemers en medewerkers alsmede tussen deelnemers onderling. Open en respectvolle communicatie betreft zowel verbale als non-verbale uitingen. Dientengevolge gelden de volgende regels: 1. Uitingen en gedragingen die de verbale of non-verbale communicatie belemmeren, zijn verboden. 2. In ieder geval is verboden het dragen van kledingstukken (of anderszins) die het gezicht geheel of gedeeltelijk onzichtbaar maken. 3. Het verbod geldt voor alle ruimten en terreinen waar het A gebruik van maakt en die voor de deelnemers toegankelijk zijn. Bij brief van heeft de MR medegedeeld niet in te stemmen met het voorstel. Daarbij heeft de MR verwezen naar zijn standpunt als verwoord in zijn eerdere brief aan het bevoegd gezag van , dat als volgt luidt: Pagina 2 van 6

3 - het is gewenst dat deelnemers zich gedragen en kleden op een wijze die passend is voor het beroep waarvoor zij in opleiding zijn; - het is niet gewenst om door middel van een verbodsbepaling kleedgedrag te reguleren; - in een overeenkomst tussen instituut en deelnemer zou, als gebod, dus niet als verbod, een niet geëxpliciteerde afspraak moeten worden opgenomen met een formulering zoals onder het eerste gedachtestreepje. Vervolgens heeft op overleg tussen partijen plaatsgevonden, hetgeen niet tot overeenstemming heeft geleid, waarna het bevoegd gezag de MR bij brief van heeft medegedeeld het geschil aan de Commissie te zullen voorleggen, hetgeen is gebeurd bij brief van STANDPUNTEN VAN PARTIJEN Het bevoegd gezag Het bevoegd gezag heeft aangegeven het verbod te willen invoeren om de volgende drie redenen: A. binnen de instelling dient sprake te zijn van goede verbale en non-verbale communicatie; B. identificatie van de deelnemers dient, mede in het kader van de veiligheid, op ieder moment en zonder problemen plaats te kunnen vinden; C. de wetgeving verplicht het A om onderwijs te verzorgen dat mede gericht is op maatschappelijke behoeften en dat bijdraagt aan het maatschappelijk functioneren en de sociale redzaamheid van de deelnemers. Volgens het bevoegd gezag kan niet worden volstaan met een gebodsbepaling zoals door de MR voorgesteld, omdat deze minder afdwingend is en daadkrachtig optreden door middel van een verbod noodzakelijk is. Immers, het verbod wordt ingevoerd om potentiële deelnemers duidelijk te maken dat zij niet welkom zijn indien zij van plan zijn zich te gedragen op een wijze die de communicatie belemmert. Tevens maakt het verbod aan de huidige deelnemers duidelijk welke uitingen en gedragingen niet worden getolereerd. Een gebodsbepaling zal aanleiding geven tot interpretatieverschillen omdat niet expliciet is aangegeven wat niet geoorloofd is. De noodzaak tot het treffen van een verbod is uitgebreid aan de orde geweest in de procedure voor de Commissie Gelijke Behandeling. Door het oordeel van de Commissie Gelijke behandeling is komen vast te staan dat het verbod noodzakelijk is ter verwezenlijking van het drieledig doel. Anders dan de MR meent, wordt de proportionaliteit van het verbod niet bepaald door het aantal gevallen waarin het verbod van toepassing is, maar door de verhouding tussen doel en middel. Het bevoegd gezag acht het opmerkelijk dat de MR zelf aangeeft dat het niet-naleven van het gebod uiteindelijk kan worden afgedwongen door middel van een verbod, waardoor er dan nog slechts verschil van mening over de juridische grondslag van het verbod zou bestaan. De door de MR voorgestelde gebodsformulering is echter een onvoldoende juridische basis om tot een verbod te kunnen overgaan. Het verbod betekent niet dat niet in gesprek zal worden gegaan met een deelnemer die ondanks het verbod overgaat tot gedrag of uitingen die de communicatie belemmeren: in zo een geval zal het ROC maatregelen nemen (waarschijnlijk schorsing) en tegelijkertijd met de deelnemer in gesprek gaan om hem of haar tot ander gedrag aan te sporen. Pas als de dialoog zonder resultaat blijft, zullen verdergaande maatregelen worden overwogen, waaronder verwijdering. Het bevoegd gezag bestrijdt niet dat in het Deelnemersstatuut een voorkeur bestaat voor geboden doch voert aan dat de nagestreefde doelen zo zwaarwegend zijn, dat een verbodsbepaling noodzakelijk is. De Commissie Gelijke Behandeling heeft het drieledig doel zelfs zodanig zwaarwegend geoordeeld dat op grond daarvan indirect onderscheid objectief gerechtvaardigd wordt geacht. De onderhavige materie moet dus op één lijn worden gesteld met de overige verboden in het Deelnemersstatuut. Pagina 3 van 6

4 De MR De MR heeft voorop gesteld dat thans niet aan de orde is of het verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding wettelijk is toegestaan. Over die vraag heeft de Commissie Gelijke Behandeling geoordeeld. In die procedure is echter niet voorgelegd of een gebod dan wel een verbod de geëigende methode is om de problematiek te hanteren. Indien ieder voorgenomen besluit van het ROC dat binnen het wettelijk toelaatbare blijft de redelijkheidstoets zou doorstaan, dan zou het instemmingsrecht van de MR een wassen neus zijn. Vervolgens heeft de MR aangevoerd dat het ROC deelnemers telt en het hier om een beperkt probleem gaat aangezien het oorspronkelijk slechts 4 deelneemsters - en inmiddels slechts één deelneemster betreft die met gezichtsbedekkende kleding op school wensten te komen. De MR acht het pedagogisch niet verantwoord dat een onderwijsinstelling via een verbod tot gewenst gedrag tracht te komen. Aanbevelingen en geboden spreken leerlingen aan op eigen verantwoordelijkheid en stimuleren het overleg. Het ROC wordt dagelijks geconfronteerd met problemen ten gevolge van het feit dat het een multiculturele samenstelling van deelnemers heeft. Die problemen worden opgelost via de dialoog. Handhaving van een gebod is zeer wel mogelijk: wanneer het aanspreken op het niet-naleven van het gebod niet tot het gewenste resultaat leidt, kan het ROC alsnog de afdwingbaarheid bereiken door de deelnemer in het individuele geval een verbod met een eraan verbonden sanctie op te leggen. Een verbod is het ultimum remedium en het is pedagogisch onverantwoord daarnaar te grijpen zolang het probleem beheersbaar is en niet gebleken is dat een minder drastische maatregel geen effect heeft. Het huidige Deelnemersstatuut ademt het gedachtegoed van de MR dat geboden de sterke voorkeur hebben boven verboden: het statuut kent maar drie verboden, namelijk het verbod op discriminatie, het verbod op het bezit en handel/gebruik van drugs en het verbod op misbruik van voorzieningen van het ROC. Het oplossen van individuele problemen met verbodsinstrumenten, betekent binnen het ROC een cultuuromslag met het risico dat in nieuwe situaties sneller gegrepen zal worden naar disproportionele maatregelen. De MR besluit dat het grijpen naar een generiek verbod ter oplossing van het specifieke probleem in de onderhavige kwestie gelegitimeerd noch proportioneel is. Het ROC heeft nagelaten eerst minder verstrekkende maatregelen te nemen. Wanneer in de tijd zou blijken dat een gebod niet de geëigende weg is om het probleem op te lossen en het aantal meisjes dat de wens heeft een gezichtsbedekkende sluier te dragen, drastisch zou toenemen, dan kan alsnog worden bezien of het noodzakelijk is om een verbodsbepaling in te stellen. 4. OVERWEGINGEN VAN DE COMMISSIE De bevoegdheid en de ontvankelijkheid De instelling is aangesloten bij deze Commissie. De MR heeft op grond van art. 4.6 lid 1 aanhef en onder i van het geldende sreglement instemmingsrecht ten aanzien van een voorgenomen besluit tot vaststelling of wijziging van het Deelnemersstatuut. Het voorgenomen besluit d.d van het bevoegd gezag, strekkende tot het invoeren van een verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding, betreft een wijziging van het Deelnemersstatuut. Nu de MR bij brief van heeft medegedeeld niet met het voorstel in te stemmen en het bevoegd gezag na overleg met de MR zijn voorstel wenst te handhaven, is de Commissie bevoegd van het geschil kennis te nemen. Het bevoegd gezag heeft de MR bij brief van dit is binnen de gestelde termijn van 3 maanden als bedoeld in art. 20 lid 1 Wet onderwijs (WMO) - medegedeeld het geschil aan de Commissie te zullen voorleggen. Vervolgens heeft het bevoegd gezag het geschil bij brief van aan de Commissie voorgelegd. Dientengevolge is het bevoegd gezag in zijn verzoek ontvankelijk. Toetsingskader Op grond van art. 20 lid 3 WMO 1992 dient de Commissie te beoordelen of het bevoegd gezag bij afweging van de betrokken belangen in redelijkheid tot zijn voorstel heeft kunnen komen. Pagina 4 van 6

5 Het geschil De Commissie stelt voorop dat het oordeel van de Commissie Gelijke Behandeling met betrekking tot het aan twee deelneemsters opgelegde verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding op het ROC, nog niet automatisch met zich brengt dat het voorgenomen besluit van het bevoegd gezag, om in het Deelnemersstatuut een algeheel verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding op te nemen, de redelijkheidstoets van art. 20 lid 3 WMO 1992 kan doorstaan. Immers, voor de beoordeling van het bestreden voorgenomen besluit door de Commissie is niet alleen de gelijkebehandelingswetgeving van belang maar dienen alle betrokken belangen te worden meegewogen. Bij die belangen horen ook de argumenten die de MR naar voren heeft gebracht. De MR heeft als belangrijkste argument aangevoerd dat een gebodsbepaling het meest geëigende middel is om de sluierproblematiek op te lossen: een kledinggebod leidt tot oplossing via de dialoog en is passend bij het pedagogisch klimaat van de instelling, aldus de MR. Uit de door de MR voorgestelde formulering van het door hem gewenste gebod, in combinatie met het verhandelde ter zitting, is de Commissie echter gebleken, dat de weigering van de MR om met het voorstel in te stemmen, niet alleen gebaseerd is op het gegeven dat het bevoegd gezag het door hem passend geacht kledinggedrag namelijk het onbedekt laten van het gezicht - heeft geformuleerd in een verbod in plaats van in een gebod. De weigering van de MR is mede ingegeven door een andere opvatting over wat passend kledinggedrag is. Immers, de door de MR voorgestelde gebodsbepaling houdt in dat het gewenst is dat deelnemers zich gedragen en kleden op een wijze die passend is voor het beroep waarvoor zij in opleiding zijn. De Commissie heeft de MR ter zitting gevraagd of dit naar zijn mening kan betekenen dat een deelneemster op het ROC een gezichtssluier mag dragen. Daarop heeft de MR gereageerd dat het in principe niet gewenst is dat men op het ROC een gezichtssluier draagt maar dat de omvang van het probleem bijzonder klein is. Daar waar het dragen van een gezichtssluier in een individueel geval een probleem blijkt te zijn, kan dit worden opgelost via de dialoog, aldus de MR. Daarbij heeft de MR de vergelijking gemaakt met een internationale luchthaven waar mensen zich ook in dergelijke kleding bewegen en waar dit blijkbaar weinig problemen geeft terwijl men ook door de douane moet. Op de vraag van de Commissie wat de MR vindt van een gebod dat is geformuleerd als iedere deelnemer van het ROC draagt er zorg voor dat zijn/haar gezicht binnen het ROC onbedekt is, heeft de MR aangegeven een dergelijk gebod een wassen neus te achten omdat dit in de verbodssfeer ligt. Uit het voorgaande blijkt naar de mening van de Commissie dat er tussen partijen een wezenlijk verschil van inzicht bestaat over het dragen van een gezichtsbedekkende sluier binnen het ROC: het bevoegd gezag vindt dat dit onder alle omstandigheden verboden dient te worden terwijl de MR van mening is dat, wanneer dit een probleem vormt voor docenten en/of deelnemers, dit per individueel geval dient te worden bekeken. Gelet op het door de MR geformuleerde gebodsvoorstel, is het criterium op grond waarvan volgens de MR zou dienen te worden bepaald of het dragen van een gezichtssluier is toegestaan, de passendheid daarvan bij het beroep waarvoor de betrokken deelnemer wordt opgeleid. Dit criterium houdt naar het oordeel van de Commissie echter niet, althans onvoldoende, rekening met het belang van het ROC, zijn personeel en zijn deelnemers, dat wordt voldaan aan de voorwaarden waaronder aan het ROC goed onderwijs kan worden verzorgd. Onder die voorwaarden behoren een open communicatie en een veilig schoolklimaat. Het onderwijsleerproces is er niet mee gediend wanneer docenten en deelnemers zich in hun functioneren en contacten belemmerd kunnen voelen doordat een of meer deelnemers het gezicht bedekt heeft. In het verleden is gebleken dat in ieder geval docenten daar problemen mee kunnen hebben, hetgeen de Commissie begrijpelijk acht. Een dergelijke belemmering in de communicatie zal zijn weerslag hebben op de in het onderwijs noodzakelijke interactie tussen docenten en deelnemers en tussen deelnemers onderling. De Commissie acht het voorts voor het bevoegd gezag als eindverantwoordelijke voor de goede gang van zaken binnen het ROC ook van belang dat binnen het ROC altijd op alle plaatsen eenvoudig kan worden vastgesteld dat een bepaalde persoon deelnemer van het ROC is, mede in verband met de veiligheid. Belemmeringen in de communicatie en identificatie komen het pedagogisch klimaat en dus de kwaliteit van het onderwijs niet ten goede, zodat de Commissie het standpunt van het bevoegd gezag, dat het dragen van gezichtsbedekkende kleding het ROC belemmert in de uitoefening van zijn wettelijke taken, aannemelijk acht. De Commissie acht het redelijk dat het bevoegd gezag dit voor het hele ROC wenst te voorkomen. Dat het bevoegd gezag daarvoor het middel van het verbod kiest, oordeelt de Commissie redelijk omdat slechts door middel van een verbod voldoende duidelijk wordt gemaakt dat gezichtsbedekkende kleding binnen het hele ROC niet is toegestaan. Tevens wordt door Pagina 5 van 6

6 middel van een verbod voorkomen dat de rust binnen het ROC en dus het onderwijsleerproces telkens opnieuw worden verstoord door discussies over de vraag óf de gezichtssluier in een individueel geval een probleem vormt en wat in dat geval passend kledinggedrag is. Het argument van de MR dat een verbod disproportioneel is, omdat slechts 4 van de deelnemers met een gezichtssluier op school zijn gekomen en slechts één deelneemster daarin heeft gepersisteerd en het dus slechts een probleem van geringe omvang betreft, acht de Commissie niet overtuigend. Naar aanleiding van het dragen van de gezichtssluier door deze deelneemsters is overigens juist gebleken, dat kledinggedrag op een multiculturele onderwijsinstelling een belangrijk thema is waarbij duidelijkheid ten aanzien van de voorschriften daarover, geboden is. De Commissie Gelijke Behandeling heeft het bevoegd in haar oordeel ook aanbevolen om in de toekomst helder en eenduidig te communiceren over de inhoud en de reikwijdte van het verbod. Het voorgenomen besluit voldoet daaraan. Alles overziende is de Commissie van oordeel dat het bevoegd gezag bij afweging van de betrokken belangen in redelijkheid tot zijn voorstel heeft kunnen komen om in het Deelnemersstatuut van het ROC een verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding op te nemen, zoals geformuleerd in de brief van het bevoegd gezag aan de MR d.d OORDEEL Op grond van bovenstaande overwegingen is de Commissie van oordeel dat het bevoegd gezag bij afweging van de betrokken belangen in redelijkheid tot zijn voorstel heeft kunnen komen. Aldus gedaan te Woerden op 12 december 2003 door mr Chr.H. Stokman-Prins, voorzitter, F.J. Osseweijer en mr G.J. Wubs-Postma, leden, in aanwezigheid van mr H.E. Mertens, secretaris. mr Chr.H. Stokman-Prins voorzitter mr H.E. Mertens secretaris Pagina 6 van 6

UITSPRAAK. in het geschil tussen: het College van bestuur van het ROC A te B, hierna te noemen het bevoegd gezag

UITSPRAAK. in het geschil tussen: het College van bestuur van het ROC A te B, hierna te noemen het bevoegd gezag Samenvatting inzake 102143 Instemmingsgeschil met betrekking tot taakbeleid ROC. De PMR heeft geweigerd instemming te verlenen aan een voorstel Taakbeleid vanwege de door het bevoegd gezag in het geregelde

Nadere informatie

de Centrale medezeggenschapsraad van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de CMR gemachtigde: mr. J.L.J.E. Koster

de Centrale medezeggenschapsraad van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de CMR gemachtigde: mr. J.L.J.E. Koster 103530 S AMENV ATTING Interpretatiegeschil functiebouwwerk art. 10-24 WHW. HBO Partijen verschillen van mening over de bevoegdheid van de CMR-P ten aanzien van het aanbrengen van wijzigingen aan het functiebouwwerk.

Nadere informatie

Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder k WMS (beleid t.a.v. uitwisseling van informatie tussen bevoegd gezag en ouders)

Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder k WMS (beleid t.a.v. uitwisseling van informatie tussen bevoegd gezag en ouders) 104466 - Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder k WMS (beleid t.a.v. uitwisseling van informatie tussen bevoegd gezag en ouders) Naar aanleiding van de start van een nieuwe school voor voortgezet onderwijs

Nadere informatie

Instemmingsgeschil VO-artikel 12 lid 1 onder g WMS (toekenning generieke toelage teamleiders)

Instemmingsgeschil VO-artikel 12 lid 1 onder g WMS (toekenning generieke toelage teamleiders) SAMENVATTING 104469 - Instemmingsgeschil VO-artikel 12 lid 1 onder g WMS (toekenning generieke toelage teamleiders) GMR heeft geweigerd in te stemmen met het voornemen om voor alle teamleiders, ongeacht

Nadere informatie

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever Samenvatting 02073 Commissie voor geschillen Geschil omtrent inschaling van de functie. De werknemer treedt in tijdelijke dienst van de werkgever en ontvangt eerst een salarisstrook met vermelding van

Nadere informatie

UITSPRAAK. de deelmedezeggenschapsraad van het A te B, verzoeker, hierna te noemen de DMR gemachtigde: mevrouw mr. J.M.M. Janssen

UITSPRAAK. de deelmedezeggenschapsraad van het A te B, verzoeker, hierna te noemen de DMR gemachtigde: mevrouw mr. J.M.M. Janssen Landelijke Commissie voor Geschillen Wms 107855 - Het bevoegd gezag heeft ten onrechte besluiten tot vaststelling van de lessentabel en invoering van een mavo/havo brugklas niet ter instemming aan de DMR

Nadere informatie

SAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van de regionale scholengemeenschap A te B, verzoeker, hierna te noemen de MR

SAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van de regionale scholengemeenschap A te B, verzoeker, hierna te noemen de MR SAMENVATTING 105174 - Adviesgeschil VO - artikel 11 onder a WMS (wijzigen lessentabel) De MR heeft een adviesgeschil ingediend omdat het bevoegd gezag in afwijking van het advies van de MR twee projecturen

Nadere informatie

SAMENVATTING Instemmingsgeschil PO - artikel 10 onder h WMS (overdracht van de school)

SAMENVATTING Instemmingsgeschil PO - artikel 10 onder h WMS (overdracht van de school) SAMENVATTING 105648-13.03 Instemmingsgeschil PO - artikel 10 onder h WMS (overdracht van de school) De gemeente, waar de stichting het bevoegd gezag is van tien openbare basisscholen, wordt opgedeeld over

Nadere informatie

SAMENVATTING. het bestuur van de Stichting A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag gemachtigde: de heer mr.

SAMENVATTING. het bestuur van de Stichting A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag gemachtigde: de heer mr. SAMENVATTING 105620-13.02 Instemmingsgeschil PO - artikel 12 lid 1 onder i WMS (vaststelling of wijziging beleid personeelsbeoordeling, functiebeloning en functiedifferentiatie) De PGMR heeft instemming

Nadere informatie

Interpretatiegeschil bevoegdheid GV en SR m.b.t. toelatingseis aansluitende masteropleidingen in model-oer WO

Interpretatiegeschil bevoegdheid GV en SR m.b.t. toelatingseis aansluitende masteropleidingen in model-oer WO 103239 S AMENV ATTING Interpretatiegeschil bevoegdheid GV en SR m.b.t. toelatingseis aansluitende masteropleidingen in model-oer WO Het College van Bestuur heeft een nieuwe model-oer vastgesteld waarin

Nadere informatie

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO SAMENVATTING 105154 - Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO Het taakbelastingsbeleid van de opleiding is van toepassing op de personeelsleden en heeft gevolgen voor

Nadere informatie

SAMENVATTING U I T S P R A AK

SAMENVATTING U I T S P R A AK SAMENVATTING 104265 - Geschil over de toepassing van artikel I-12b lid 2 De werkgever kent de werkneemster geen bindingstoelage toe omdat zij niet op alle beoordelingscriteria van de functie positief beoordeeld

Nadere informatie

SAMENVATTING. 104176 - Instemmingsgeschil VO - artikel 12 lid 1 onder o WMS (regeling aanstellingsbeleid)

SAMENVATTING. 104176 - Instemmingsgeschil VO - artikel 12 lid 1 onder o WMS (regeling aanstellingsbeleid) SAMENVATTING 104176 - Instemmingsgeschil VO - artikel 12 lid 1 onder o WMS (regeling aanstellingsbeleid) De PMR heeft niet ingestemd met de voorgestelde benoemingsprocedure voor de schoolleiding omdat

Nadere informatie

UITSPRAAK. het bestuur van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag

UITSPRAAK. het bestuur van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag 106912 UITSPRAAK in het geding tussen: het bestuur van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag en de deelmedezeggenschapsraad van C te B, verweerder, hierna te noemen de DMR 1.

Nadere informatie

SAMENVATTING Klacht over onzorgvuldig handelen directie en MR bij invoering continue rooster; PO

SAMENVATTING Klacht over onzorgvuldig handelen directie en MR bij invoering continue rooster; PO SAMENVATTING 104849 - Klacht over onzorgvuldig handelen directie en MR bij invoering continue rooster; PO Een aantal ouders klaagt erover dat de directeur onzorgvuldig heeft gehandeld door aan de MR een

Nadere informatie

Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder b WMS (beleid grondslag van de school)

Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder b WMS (beleid grondslag van de school) 105291-12.09 Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder b WMS (beleid grondslag van de school) Ter versterking van de (katholieke) identiteit van de stichting heeft het bevoegd gezag in 2008 besloten dat

Nadere informatie

geschil over toelating leerling. Het conflictueuze verleden met de moeder is nu geen grond om de leerling niet toe te laten tot de school.

geschil over toelating leerling. Het conflictueuze verleden met de moeder is nu geen grond om de leerling niet toe te laten tot de school. 108740 - geschil over toelating leerling. Het conflictueuze verleden met de moeder is nu geen grond om de leerling niet toe te laten tot de school. in het geding tussen: ADVIES de heer [naam], verzoeker

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Mevrouw dr. K. Arib Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Geachte voorzitter,

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Mevrouw dr. K. Arib Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Geachte voorzitter, Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Mevrouw dr. K. Arib Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Onderwerp Wetsvoorstel gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding Datum 31 maart 2016 Ons

Nadere informatie

Interpretatiegeschil cao vo. Niet vastgesteld kan worden dat de werkgever artikel 8.1 lid 5 cao vo onjuist heeft toegepast.

Interpretatiegeschil cao vo. Niet vastgesteld kan worden dat de werkgever artikel 8.1 lid 5 cao vo onjuist heeft toegepast. 108461 - Interpretatiegeschil cao vo. Niet vastgesteld kan worden dat de werkgever artikel 8.1 lid 5 cao vo onjuist heeft toegepast. UITSPRAAK in het geding tussen: de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad

Nadere informatie

UITSPRAAK. in het geding tussen: de Centrale Medezeggenschapsraad van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de MR

UITSPRAAK. in het geding tussen: de Centrale Medezeggenschapsraad van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de MR Samenvatting 102299 en 102300 Adviesgeschillen met betrekking tot niet-herbenoemen voorzitter a.i. en benoemen voorzitter a.i. van een onderdeel ROC. De MR van een ROC heeft adviesrecht ten aanzien van

Nadere informatie

SAMENVATTING Instemmingsgeschil VO - artikel 10 onder h WMS (overdracht van de school of een onderdeel daarvan)

SAMENVATTING Instemmingsgeschil VO - artikel 10 onder h WMS (overdracht van de school of een onderdeel daarvan) SAMENVATTING 104694 - Instemmingsgeschil VO - artikel 10 onder h WMS (overdracht van de school of een onderdeel daarvan) De deelraad heeft zijn instemming onthouden aan het voorgenomen besluit om een afdeling

Nadere informatie

SAMENVATTING. in het geding tussen: de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van A, verzoeker, hierna te noemen de GMR

SAMENVATTING. in het geding tussen: de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van A, verzoeker, hierna te noemen de GMR SAMENVATTING 104464 - Interpretatiegeschil VO - artikel 16 lid 2 onder a en b WMS (hoofdlijnen meerjarig financieel beleid en criteria verdeling middelen over voorzieningen op (boven)schools niveau) De

Nadere informatie

de Hogeschoolmedezeggenschapsraad van A, verweerder, hierna te noemen de HMR

de Hogeschoolmedezeggenschapsraad van A, verweerder, hierna te noemen de HMR 103532 Instemmingsgeschil begroting School HBO S AMENV ATTING De deelraad heeft geweigerd in te stemmen met de begroting omdat volgens hem uit de begroting blijkt dat het taakbeleid van de School is gewijzigd,

Nadere informatie

SAMENVATTING. de Personeelsgeleding van de Medezeggenschapsraad van het B, hierna te noemen de PMR

SAMENVATTING. de Personeelsgeleding van de Medezeggenschapsraad van het B, hierna te noemen de PMR 103435 Interpretatiegeschil artikel 3.b.4 lid 1 SAMENVATTING Werkgever maakt voor werving personeel ter vervulling van reguliere functies gebruik van uitzendbureaus. De werkgever doet dit om de financiële

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. Y.E.M.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. Y.E.M. 103369 SAMENVATTING Verzoek voorlopige voorziening HBO De werkgever heeft de werkneemster meegedeeld dat haar tijdelijk dienstverband van rechtswege eindigt. De werkneemster stelt dat zij in vaste dienst

Nadere informatie

SAMENVATTING Instemmingsgeschil PO - artikel 10 onder h WMS (fusie school) en artikel 13 onder b WMS (verandering grondslag school)

SAMENVATTING Instemmingsgeschil PO - artikel 10 onder h WMS (fusie school) en artikel 13 onder b WMS (verandering grondslag school) SAMENVATTING 105783 13.07 Instemmingsgeschil PO - artikel 10 onder h WMS (fusie school) en artikel 13 onder b WMS (verandering grondslag school) Aangaande de fusie zijn onder meer onderwijsinhoudelijk,

Nadere informatie

LEIDRAAD KLEDING OP SCHOLEN

LEIDRAAD KLEDING OP SCHOLEN LEIDRAAD KLEDING OP SCHOLEN Inleiding De laatste tijd is er veel publiciteit geweest rond scholen die hun leerlingen verboden gezichtsbedekkende kleding of een hoofddoek te dragen. Uit de discussies die

Nadere informatie

in het geschil tussen: de medezeggenschapsraad van het A College te B, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: mr. E.J.M.

in het geschil tussen: de medezeggenschapsraad van het A College te B, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: mr. E.J.M. S AMENV ATTING 08.023 / 104010 Interpretatiegeschil VO - artikel 4 lid 3, artikel 21 lid 2 en artikel 2 jo 11 onder h WMS m.b.t. de medezeggenschapsstructuur, de procedure van vaststelling van medezeggenschapsdocumenten,

Nadere informatie

Klacht over pedagogische handelwijze leerkracht en afhandeling van de klacht daarover; PO

Klacht over pedagogische handelwijze leerkracht en afhandeling van de klacht daarover; PO 104858 - Klacht over pedagogische handelwijze leerkracht en afhandeling van de klacht daarover; PO Klacht van ouders over onverantwoord pedagogisch gedrag van de voormalig leerkracht van hun zoon. De directeur

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A. 107540 - De berisping wegens het niet naleven van het programma van toetsing en afsluiting is terecht; het beroep tegen schorsing is niet-ontvankelijk. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende

Nadere informatie

UITSPRAAK. de Ondersteuningsplanraad van de Stichting A te F, verzoeker, hierna te noemen de OPR gemachtigde: de heer mr. W.H.

UITSPRAAK. de Ondersteuningsplanraad van de Stichting A te F, verzoeker, hierna te noemen de OPR gemachtigde: de heer mr. W.H. 107862 18.01 Instemmingsgeschil en nalevingsgeschil. De OPR heeft geen instemmingsrecht op een wijziging van de rechtsvorm van het samenwerkingsverband. Het verzoek tot naleving is afgewezen. in het geding

Nadere informatie

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK 107381 Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. in het geding tussen: UITSPRAAK de medezeggenschapsraad van A, gevestigd te G, H en J, verzoeker,

Nadere informatie

UITSPRAAK. de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad vana te B, verzoeker, hierna te noemen de PMR

UITSPRAAK. de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad vana te B, verzoeker, hierna te noemen de PMR 107152 - De lessentabel van deze school is onderdeel van het schoolplan waarvoor de MR instemmingsrecht heeft; partijen hebben voldoende concreet belang bij het verzoek tot uitspraak in dit interpretatiegeschil.

Nadere informatie

Samenvatting. Interpretatiegeschil PO artikel 11 onder j WMS (beleid m.b.t. toelating van leerlingen)

Samenvatting. Interpretatiegeschil PO artikel 11 onder j WMS (beleid m.b.t. toelating van leerlingen) 08.014 Samenvatting Interpretatiegeschil PO artikel 11 onder j WMS (beleid m.b.t. toelating van leerlingen) De OMR heeft aan de Commissie de vraag voorgelegd of het besluit tot toelating van een groep

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

UITSPRAAK. het College van Bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever 107780 - De cao mbo is niet goed toegepast, omdat de werknemer ten onrechte is aangemerkt als betrokken bij het primaire proces en de werkgever de afwijzing van het (on)betaald verlof onvoldoende heeft

Nadere informatie

Nalevingsgeschil; als MR-leden weigeren af te treden, kan een bevoegd gezag niet de MR ontbinden en eigenmachtig MR-verkiezingen organiseren.

Nalevingsgeschil; als MR-leden weigeren af te treden, kan een bevoegd gezag niet de MR ontbinden en eigenmachtig MR-verkiezingen organiseren. 108524 - Nalevingsgeschil; als MR-leden weigeren af te treden, kan een bevoegd gezag niet de MR ontbinden en eigenmachtig MR-verkiezingen organiseren. UITSPRAAK in het geding tussen: de medezeggenschapsraad

Nadere informatie

105753 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; hbo

105753 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; hbo 105753 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; De werknemer is geschorst vanwege het opnemen van gesprekken met leidinggevenden en het delen van deze opnamen.

Nadere informatie

SAMENVATTING Adviesgeschil PO - artikel 11 onder f WMS ( vaststelling of wijziging beleid m.b.t. organisatie van de school)

SAMENVATTING Adviesgeschil PO - artikel 11 onder f WMS ( vaststelling of wijziging beleid m.b.t. organisatie van de school) SAMENVATTING 105529 - Adviesgeschil PO - artikel 11 onder f WMS ( vaststelling of wijziging beleid m.b.t. organisatie van de school) Nadat de Commissie in een eerdere procedure (105501) had uitgesproken

Nadere informatie

de Personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van C, te B, verweerder, hierna te noemen de PMR

de Personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van C, te B, verweerder, hierna te noemen de PMR Het bevoegd gezag deelde uren aan het personeel toe voor algemene schooltaken, zoals vergaderingen. Hierbij werd een vaste voet gehanteerd die het bevoegd gezag nu wil laten vallen. Het bevoegd gezag is

Nadere informatie

Samenvatting. Interpretatiegeschil VO artikel 12 lid 1 onder h WMS (wijziging taakbelasting binnen het personeel)

Samenvatting. Interpretatiegeschil VO artikel 12 lid 1 onder h WMS (wijziging taakbelasting binnen het personeel) 08.010 Samenvatting Interpretatiegeschil VO artikel 12 lid 1 onder h WMS (wijziging taakbelasting binnen het personeel) Het bevoegd gezag heeft een notitie vastgesteld waarin is opgenomen dat bij incidentele

Nadere informatie

Samenvatting uitspraak. Interpretatiegeschil VO artikel 10 onder b WMS (wijziging onderwijs- en examenregeling)

Samenvatting uitspraak. Interpretatiegeschil VO artikel 10 onder b WMS (wijziging onderwijs- en examenregeling) Samenvatting uitspraak 08.019 Interpretatiegeschil VO artikel 10 onder b WMS (wijziging onderwijs- en examenregeling) Het bevoegd gezag heeft besloten het schoolexamenvak Maatschappijleer te verplaatsen

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J. 107289 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, verzoeker, hierna te noemen A gemachtigde: de heer mr. S.L. Knols en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen

Nadere informatie

Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK

Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK 107912 - Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te C, appellante, hierna te noemen A, gemachtigde: mevrouw

Nadere informatie

108477/ Nalevingsgeschil over verstrekken van informatie en instemmingsgeschil over invoering van de functie van hoofdconciërge.

108477/ Nalevingsgeschil over verstrekken van informatie en instemmingsgeschil over invoering van de functie van hoofdconciërge. 108477/108497 - Nalevingsgeschil over verstrekken van informatie en instemmingsgeschil over invoering van de functie van hoofdconciërge. UITSPRAAK in het geding tussen: de (personeelsgeleding van de) medezeggenschapsraad

Nadere informatie

SAMENVATTING. Instemmingsgeschil VO - artikel 12 onder b WMS (vaststelling of wijziging van de samenstelling van de formatie)

SAMENVATTING. Instemmingsgeschil VO - artikel 12 onder b WMS (vaststelling of wijziging van de samenstelling van de formatie) 104273 SAMENVATTING Instemmingsgeschil VO - artikel 12 onder b WMS (vaststelling of wijziging van de samenstelling van de formatie) De PMR erkent dat de financiële situatie van de school dermate ernstig

Nadere informatie

S A ME NV AT T I NG UIT S P R AA K

S A ME NV AT T I NG UIT S P R AA K 103552 S A ME NV AT T I NG Adviesgeschil en interpretatiegeschil invoering nieuwe functies VO De geschillen hebben betrekking op het besluit om aan één van de Colleges van de school de functie van coördinerend

Nadere informatie

UITSPRAAK. het bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen het bevoegd gezag

UITSPRAAK. het bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen het bevoegd gezag De MR en heeft over een voorgenomen nieuwbouw op lokatie K. positief advies afgegeven. Nadat het advies was uitgebracht, is het bevoegd gezag teruggekomen op dit voorgenomen besluit. Het terugkomen op

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A. 107773 - Beroep tegen onthouding van promotie. Terugplaatsing van docent LD naar docent LC mocht, omdat de werknemer niet voldeed aan de functievereisten docent LD UITSPRAAK in het geding tussen: de heer

Nadere informatie

SAMENVATTING U I T S P R A AK

SAMENVATTING U I T S P R A AK SAMENVATTING 104017 Geschil toekenning ouderschapsverlof Een docent vraagt voor zijn drie geadopteerde kinderen ouderschapsverlof aan. Over de aard - betaald of onbetaald - van het verlof voor twee kinderen

Nadere informatie

SAMENVATTING. het bestuur van de A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de werkgever

SAMENVATTING. het bestuur van de A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de werkgever SAMENVATTING 105234 - Geschil over werkgelegenheidsbeleid, artikel 10.1 CAO PO De werkgever wordt geconfronteerd met plotselinge terugloop van leerlingenaantal en wil met de centrales in overleg over de

Nadere informatie

UITSPRAAK. de Vereniging B, gevestigd te C, verweerster, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. M. De Vita

UITSPRAAK. de Vereniging B, gevestigd te C, verweerster, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. M. De Vita 107818 - Beroep tegen schriftelijke berisping. De werkgever heeft een te groot verschil gemaakt in sanctionering van de werknemer en diens collega, terwijl sprake was van gelijke omstandigheden. in het

Nadere informatie

ADVIES. [verzoekster], wonende te [woonplaats], moeder van [de leerling], verzoekster, gemachtigde: [naam gemachtigde]

ADVIES. [verzoekster], wonende te [woonplaats], moeder van [de leerling], verzoekster, gemachtigde: [naam gemachtigde] 108056 - Geschil over voorgenomen verwijdering leerling. Het verzoek is gegrond omdat er geen ontwikkelingsperspectief is opgesteld en geen op overeenstemming gericht overleg met de ouder heeft plaatsgevonden.

Nadere informatie

SAMENVATTING. de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van Onderwijsgroep A, verzoeker, hierna te noemen de GMR

SAMENVATTING. de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van Onderwijsgroep A, verzoeker, hierna te noemen de GMR SAMENVATTING 104485 - Interpretatiegeschil VO - artikel 12 lid 1 en onder k WMS (regeling op gebied van arbeidsomstandigheden, ziekteverzuim of reïntegratiebeleid) Het bevoegd gezag heeft het contract

Nadere informatie

De leerling is terecht verwijderd wegens ernstig wangedrag bij een vechtpartij voor de school. ADVIES. inzake de klacht van:

De leerling is terecht verwijderd wegens ernstig wangedrag bij een vechtpartij voor de school. ADVIES. inzake de klacht van: 107473 - De leerling is terecht verwijderd wegens ernstig wangedrag bij een vechtpartij voor de school. inzake de klacht van: de heer A te B, klager gemachtigde: mevrouw mr. L.F.M. Meles tegen ADVIES het

Nadere informatie

de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van A, verder te noemen de GMR gemachtigde: de heer mr. A. Joosten

de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van A, verder te noemen de GMR gemachtigde: de heer mr. A. Joosten 107337 - Het bevoegd gezag heeft niet in redelijkheid in afwijking van het advies van de GMR tot zijn besluit over de directiestructuur kunnen komen omdat onvoldoende gewicht is toegekend aan het belang

Nadere informatie

SAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van het X College te B, verzoeker, hierna te noemen de MR

SAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van het X College te B, verzoeker, hierna te noemen de MR SAMENVATTING 104590 - Adviesgeschil VO- artikel 11 onder h WMS (aanstelling schoolleiding) De MR heeft negatief advies uitgebracht over een voorgenomen besluit tot benoeming van de waarnemend rector tot

Nadere informatie

Oordeel 2012-133. Datum: 3 augustus 2012. Dossiernummer: 2012-0076. Oordeel in de zaak van [... ] wonende te [... ], verzoekster.

Oordeel 2012-133. Datum: 3 augustus 2012. Dossiernummer: 2012-0076. Oordeel in de zaak van [... ] wonende te [... ], verzoekster. Oordeel 2012-133 Datum: 3 augustus 2012 Dossiernummer: 2012-0076 Oordeel in de zaak van [... ] wonende te [... ], verzoekster tegen Stichting ROC Midden Nederland gevestigd te Utrecht, verweerster 1 Procesverloop

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK

SAMENVATTING UITSPRAAK SAMENVATTING 105309 - Geschil met betrekking tot de toepassing van artikel F-5 CAO BVE De werkgever kent een uitvoeringsregeling voor de werkverdeling 2011-2012 en heeft conform de daarin opgenomen procedure

Nadere informatie

SAMENVATTING U I T S P R A AK. het College van Bestuur van het ROC C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever

SAMENVATTING U I T S P R A AK. het College van Bestuur van het ROC C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever SAMENVATTING 104019 Geschil toepassing FPU-suppletieregeling BVE De werkneemster maakt aanspraak op de FPU-suppletieregeling op basis van het Sociaal Plan van de instelling. Werkneemster was werkzaam in

Nadere informatie

het College van Bestuur van C, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. dr. J.H. van Gelderen

het College van Bestuur van C, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. dr. J.H. van Gelderen 104967 - Beroep tegen ontslag wegens arbeidsongeschiktheid; De werknemer is 50% arbeidsongeschikt en de werkgever ontslaat hem voor 0,5 fte. De werkgever heeft ter zitting gesteld dat de ontslagbeslissing

Nadere informatie

ADVIES. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, verzoeker, C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van basisschool D te B, verweerder

ADVIES. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, verzoeker, C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van basisschool D te B, verweerder 107682 School kan een leerling met extra ondersteuningsbehoefte niet weigeren zonder voldoende onderzoek naar de ondersteuningsmogelijkheden van de school. Ook is overleg nodig met de ouders over welke

Nadere informatie

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw [verzoekster], wonende te [woonplaats], gemachtigde: mevrouw mr. A. Post

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw [verzoekster], wonende te [woonplaats], gemachtigde: mevrouw mr. A. Post 108492 - geschil over verwijdering leerling. Het verzoek is niet-ontvankelijk omdat de leerling welkom is op de school en onderwijs op haar eigen niveau krijgt aangeboden. in het geding tussen: ADVIES

Nadere informatie

SAMENVATTING AD V I E S

SAMENVATTING AD V I E S SAMENVATTING 104125 Klacht over uitblijven maatregel na ongewenst gedrag BVE Klaagster klaagt erover dat verweerder geen maatregelen heeft genomen om haar klasgenoot van de opleiding te verwijderen c.q.

Nadere informatie

het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. M.J.A. de Bruijn

het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. M.J.A. de Bruijn 103376 S AMENV ATTING Bezwaar tegen indeling in profiel Docent 3 schaal 10 HBO De bezwaren tegen de gevolgde procedure kunnen naar het oordeel van de Commissie niet leiden tot gegrondheid van het bezwaar.

Nadere informatie

SAMENVATTING Adviesgeschil en interpretatiegeschil PO - artikel 11 onder h WMS (aanstelling of ontslag van de schoolleiding)

SAMENVATTING Adviesgeschil en interpretatiegeschil PO - artikel 11 onder h WMS (aanstelling of ontslag van de schoolleiding) SAMENVATTING 104917 - Adviesgeschil en interpretatiegeschil PO - artikel 11 onder h WMS (aanstelling of ontslag van de schoolleiding) De MR heeft een negatief advies over een voorgenomen besluit tot ontslag

Nadere informatie

De aangeboden school voor so is voor de leerling voldoende nabij, waardoor op dit punt is voldaan aan de zorgplicht van de school.

De aangeboden school voor so is voor de leerling voldoende nabij, waardoor op dit punt is voldaan aan de zorgplicht van de school. 107612 De aangeboden school voor so is voor de leerling voldoende nabij, waardoor op dit punt is voldaan aan de zorgplicht van de school. in het geding tussen: de heer A en mevrouw B, verzoekers, gemachtigde:

Nadere informatie

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van obs A, te G, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: de heer mr. W.D. Berkhout

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van obs A, te G, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: de heer mr. W.D. Berkhout 107643 17.04 De opheffing van (een deel van) de school is zó ingrijpend dat het bevoegd gezag de MR daar in een zo vroeg mogelijk stadium bij moet betrekken. Dat is ten onrechte niet gebeurd. in het geding

Nadere informatie

Beleidsnotitie Kledingvoorschrift

Beleidsnotitie Kledingvoorschrift Beleidsnotitie Kledingvoorschrift Versie 01-08-2012 Postbus 930 3800 AX Amersfoort tel. 033-2570645 fax. 033-2570646 e.mail: info@kpoa.nl Inleiding Om de scholen in staat te stellen handelend op te kunnen

Nadere informatie

heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van de heer drs. A. te X. en het hoger beroep van de heer B. te Y..

heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van de heer drs. A. te X. en het hoger beroep van de heer B. te Y.. No. CvB 2013/10 HET COLLEGE VAN BEROEP van het Nederlands Instituut van Psychologen heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van de heer drs. A. te X. en het hoger beroep

Nadere informatie

SAMENVATTING Instemmingsgeschil instellen centrale stafeenheid; HBO

SAMENVATTING Instemmingsgeschil instellen centrale stafeenheid; HBO SAMENVATTING 104224 - Instemmingsgeschil instellen centrale stafeenheid; HBO Het College van Bestuur heeft met instemming van de MR een strategisch plan vastgesteld voor de periode 2009-2012. Vervolgens

Nadere informatie

Klacht over onveilige schoolomgeving ongegrond. ADVIES. inzake de klacht van: de heer en mevrouw A te B, ouders van C en D, klagers.

Klacht over onveilige schoolomgeving ongegrond. ADVIES. inzake de klacht van: de heer en mevrouw A te B, ouders van C en D, klagers. 107666 - Klacht over onveilige schoolomgeving ongegrond. ADVIES inzake de klacht van: de heer en mevrouw A te B, ouders van C en D, klagers tegen mevrouw E, mevrouw F en mevrouw G, respectievelijk als

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK

SAMENVATTING UITSPRAAK 105209 - Beroep tegen onthouden promotie; SAMENVATTING Getoetst wordt of de procedure in het door de werkgever opgestelde implementatieplan salarismix zorgvuldig en correct is gevolgd en of de werkgever

Nadere informatie

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, verzoekster, gemachtigde: de heer mr. H.J. Stuyt

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, verzoekster, gemachtigde: de heer mr. H.J. Stuyt 107793 - Een school moet in overleg met ouders treden om een andere passende school te vinden, ook als de school verwacht dat ouders hier niet voor openstaan. in het geding tussen: ADVIES mevrouw A, wonende

Nadere informatie

ADVIES. de Stichting C, gevestigd te B-Zuidoost, het bevoegd gezag van de C (de school), te B Zuidoost, verweerder

ADVIES. de Stichting C, gevestigd te B-Zuidoost, het bevoegd gezag van de C (de school), te B Zuidoost, verweerder 107691 - De school kan de leerling verwijderen omdat deze niet meer voldoende begeleid en ondersteund kan worden en omdat de veiligheid van medeleerlingen in het geding is. in het geding tussen: mevrouw

Nadere informatie

uitspraak van de voorzieningenrechter van 22 december 2016 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

uitspraak van de voorzieningenrechter van 22 december 2016 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen ECLI:NL:CBB:2016:406 Instantie College van Beroep voor het bedrijfsleven Datum uitspraak 22-12-2016 Datum publicatie 09-01-2017 Zaaknummer 16/717 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Voorlopige

Nadere informatie

Oordelen. Volledig oordeel. Oordeelnummer

Oordelen. Volledig oordeel. Oordeelnummer Oordelen Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Waddinxveen discrimineert een woonwagenbewoonster door haar geen toestemming te geven om een standplaats op een woonwagencentrum te huren.

Nadere informatie

UITSPRAAK / uitspraak d.d. 26 februari 2018 pagina 1 van 6

UITSPRAAK / uitspraak d.d. 26 februari 2018 pagina 1 van 6 107962 - Nalevingsgeschil. Het bevoegd gezag hoeft de kosten voor het raadplegen van een extern deskundige niet te vergoeden, omdat niet gebleken is dat de kosten redelijkerwijze noodzakelijk waren. UITSPRAAK

Nadere informatie

SAMENVATTING ADVIES. A, moeder van B, leerling VMBO klas 3kbad van het C te D, wonende te D, verzoeker, hierna te noemen klaagster

SAMENVATTING ADVIES. A, moeder van B, leerling VMBO klas 3kbad van het C te D, wonende te D, verzoeker, hierna te noemen klaagster 102472 SAMENVATTING Klacht tegen coördinator onderbouw met betrekking tot bejegening leerling VO Klaagster klaagt dat de coördinator onderbouw VMBO haar zoon zou hebben vernederd en emotioneel zou hebben

Nadere informatie

SAMENVATTING. 104771 - Klacht over medewerking aan AMK-onderzoek; PO

SAMENVATTING. 104771 - Klacht over medewerking aan AMK-onderzoek; PO SAMENVATTING 104771 - Klacht over medewerking aan AMK-onderzoek; PO Een vader klaagt dat de IB'er zonder indicatie en overleg onjuiste informatie heeft verschaft aan het AMK en aan de logopedist en de

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het E, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het E, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. SAMENVATTING 105464 - Beroep tegen beëindiging verlengd tijdelijk dienstverband; De werknemer heeft bij de werkgever vier tijdelijke dienstverbanden gehad. Tussen het tweede en derde dienstverband zat

Nadere informatie

UITSPRAAK. de [naam verzoeker] van de Stichting [naam stichting], verzoeker, hierna te noemen de GMR gemachtigde: de heer mr. W.H.

UITSPRAAK. de [naam verzoeker] van de Stichting [naam stichting], verzoeker, hierna te noemen de GMR gemachtigde: de heer mr. W.H. 108042/108145 UITSPRAAK in het geding tussen: de [naam verzoeker] van de Stichting [naam stichting], verzoeker, hierna te noemen de GMR gemachtigde: de heer mr. W.H. Hogerzeil en de Raad van Toezicht van

Nadere informatie

Beroep tegen onthouding promotie gegrond omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd.

Beroep tegen onthouding promotie gegrond omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd. 108508 - Beroep tegen onthouding promotie gegrond omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd. UITSPRAAK in het geding tussen: [appellant], wonende te [woonplaats], appellant, hierna te

Nadere informatie

Geschil over toelating leerling. De school heeft onvoldoende invulling gegeven aan haar onderzoeksplicht. ADVIES

Geschil over toelating leerling. De school heeft onvoldoende invulling gegeven aan haar onderzoeksplicht. ADVIES 108241 Geschil over toelating leerling. De school heeft onvoldoende invulling gegeven aan haar onderzoeksplicht. ADVIES in het geding tussen: [verzoekster], wonende te [woonplaats], verzoekster, gemachtigde:

Nadere informatie

SAMENVATTING ADVIES. Klacht inzake niet-bevordering klas 4 HAVO VO

SAMENVATTING ADVIES. Klacht inzake niet-bevordering klas 4 HAVO VO 102654 Klacht inzake niet-bevordering klas 4 HAVO VO SAMENVATTING Klager klaagt tegen de directeur van de school omdat zijn zoon M. eind schooljaar 2003-2004 niet is bevorderd naar klas 4 HAVO, terwijl

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK. A, B, C, D, E, F, G, werknemers van ROC H, gevestigd te I, verzoekers, hierna te noemen de werknemers gemachtigde: de heer J

SAMENVATTING UITSPRAAK. A, B, C, D, E, F, G, werknemers van ROC H, gevestigd te I, verzoekers, hierna te noemen de werknemers gemachtigde: de heer J SAMENVATTING 106262 - Geschil over toepassing vakantieregeling werkgever; BVE Het geschil is in goed overleg tussen partijen aan de Commissie voorgelegd (N-7 cao bve). De werkgever heeft gaandeweg het

Nadere informatie

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is Essentie uitspraak: Het bestemmingsplan maakt uitbreiding van een tankstation niet mogelijk. De milieuvergunning mag, vanwege het ruimtelijke feit, worden geweigerd. De gemeente is niet verplicht om het

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : De heer A te B, vertegenwoordigd door de heer C te D, tegen E te F en G te H Zaak : Schadevergoeding, wettelijke rente Zaaknummer : 2012.03079 Zittingsdatum : 11 september

Nadere informatie

ADVIES. de Stichting voor openbaar primair onderwijs E, gevestigd te B, het bevoegd gezag van F te B, verweerder

ADVIES. de Stichting voor openbaar primair onderwijs E, gevestigd te B, het bevoegd gezag van F te B, verweerder 107915 - Geschil toelating. De onderzoeksplicht naar de ondersteuningsbehoefte van de leerling betekent niet dat die informatie door eigen onderzoek van de school moet zijn verkregen; wel moet invulling

Nadere informatie

SAMENVATTING. inzake de klacht van: mevrouw A te D, moeder van B, oud-leerling van basisschool C te D, klaagster gemachtigde: mevrouw mr. E.

SAMENVATTING. inzake de klacht van: mevrouw A te D, moeder van B, oud-leerling van basisschool C te D, klaagster gemachtigde: mevrouw mr. E. SAMENVATTING 105585 - Klacht over informatieverstrekking en opvragen van informatie, een AMK-melding en het stopzetten van de ambulante begeleiding; PO Klaagster klaagt erover dat de school aan derden

Nadere informatie

Beroep tegen berisping gegrond. De verzonden kritische levert geen plichtsverzuim op. UITSPRAAK

Beroep tegen berisping gegrond. De verzonden kritische  levert geen plichtsverzuim op. UITSPRAAK 108343 - Beroep tegen berisping gegrond. De verzonden kritische e-mail levert geen plichtsverzuim op. in het geding tussen: UITSPRAAK [appellant], wonende te [woonplaats], appellant, gemachtigde: mevrouw

Nadere informatie

1.2 [naam creditcardmaatschappij] heeft een op 4 februari 2016 door de Commissie van Beroep ontvangen verweerschrift ingediend.

1.2 [naam creditcardmaatschappij] heeft een op 4 februari 2016 door de Commissie van Beroep ontvangen verweerschrift ingediend. Uitspraak Commissie van Beroep 2016-020 d.d. 22 juli 2016 (mr. C.A. Joustra, voorzitter, mr. W.J.J. Los, mr. A. Smeeing-van Hees, drs. P.H.M. Kuijs en mr. A. Bus, leden, en mr. G.A. van de Watering, secretaris)

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 8 september 2014

betreft: [klager] datum: 8 september 2014 nummer: 14/794/GA betreft: [klager] datum: 8 september 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

SAMENVATTING ADVIES Klacht over informatieverstrekking en klachtbehandeling; PO

SAMENVATTING ADVIES Klacht over informatieverstrekking en klachtbehandeling; PO SAMENVATTING 105698 - Klacht over informatieverstrekking en klachtbehandeling; PO Een gescheiden vader klaagt erover dat de school hem onvoldoende informeert over zijn kinderen en informatie aan de Raad

Nadere informatie

Geschil over verwijdering. Het geschil over terugplaatsing naar 3 havo is ontvankelijk omdat dit in feite neerkomt op verwijdering.

Geschil over verwijdering. Het geschil over terugplaatsing naar 3 havo is ontvankelijk omdat dit in feite neerkomt op verwijdering. 108071 - Geschil over verwijdering. Het geschil over terugplaatsing naar 3 havo is ontvankelijk omdat dit in feite neerkomt op verwijdering. in het geding tussen: ADVIES [verzoekers], wonende te [woonplaats],

Nadere informatie

Klacht over toegangsverbod voor een ouder. Het opleggen van een toegangsverbod moet zorgvuldig gebeuren. ADVIES

Klacht over toegangsverbod voor een ouder. Het opleggen van een toegangsverbod moet zorgvuldig gebeuren. ADVIES 108037 - Klacht over toegangsverbod voor een ouder. Het opleggen van een toegangsverbod moet zorgvuldig gebeuren. ADVIES inzake de klacht van: [klaagster] te [woonplaats], ouder van [de leerling], klaagster

Nadere informatie

beschikking GERECHTSHOF AMSTERDAM ONDERNEMINGSKAMER zaaknummer: /01 0K beschikking van de Ondernemingskamer van 13juli 2015 inzake

beschikking GERECHTSHOF AMSTERDAM ONDERNEMINGSKAMER zaaknummer: /01 0K beschikking van de Ondernemingskamer van 13juli 2015 inzake beschikking GERECHTSHOF AMSTERDAM ONDERNEMINGSKAMER zaaknummer: 200.166.448/01 0K beschikking van de Ondernemingskamer van 13juli 2015 inzake HET COLLEGE VAN BESTUUR VAN STICHTING FIDARDA, gevestigd te

Nadere informatie

Adviesgeschil en instemmingsgeschillen PO - artikel 11 onder c WMS (beëindiging werkzaamheden belangrijk deel van de school)

Adviesgeschil en instemmingsgeschillen PO - artikel 11 onder c WMS (beëindiging werkzaamheden belangrijk deel van de school) 105040 11.14 Adviesgeschil en instemmingsgeschillen PO - artikel 11 onder c WMS (beëindiging werkzaamheden belangrijk deel van de school) Op 16 mei 2011 heeft het bevoegd gezag zijn voorgenomen besluit

Nadere informatie

De werkgever heeft de werknemer nogmaals mogen schorsen om nader onderzoek te doen naar zijn mogelijk onrechtmatig handelen.

De werkgever heeft de werknemer nogmaals mogen schorsen om nader onderzoek te doen naar zijn mogelijk onrechtmatig handelen. 107674 - De werkgever heeft de werknemer nogmaals mogen schorsen om nader onderzoek te doen naar zijn mogelijk onrechtmatig handelen. in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende te B, appellant,

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever SAMENVATTING 105250 - Geschil over toepassing artikel H-60 De werknemer is op grond van artikel H-60 CAO BVE (herplaatsing in lagere functie vanwege disfunctioneren) vanuit een schaal 14-functie zonder

Nadere informatie