Creëren van een ritme

Transcriptie

1 Pedagogisch plan van aanpak (PPA) Creëren van een ritme Actief Open houding Lef Rechtvaardigheid Vertrouwen

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Wat maakt Max Havelaar Kindcentrum uniek? 3. Vier pedagogische doelstellingen Het bieden van emotionele veiligheid Het bevorderen van persoonlijke competentie Het bevorderen van sociale competentie Kinderen helpen bij het zich eigen maken van normen en waarden 4. Overige zaken - 2 -

3 1. Inleiding Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van kindercentrum Max Havelaar Kindcentrum. Kindercentrum Max Havelaar Kindcentrum maakt onderdeel uit van de Stichting Rijswijkse Kinderopvang waar het thema: Ontdekkend spelen, uitdagend werken de basis vormt van de pedagogische visie. Er zijn drie pedagogische kwaliteitsdocumenten binnen SRK: 1. Pedagogische Visie. Hierin wordt beschreven welke pedagogische doelstelling SRK zichzelf stelt. Het is de basisvisie van SRK. 2. Pedagogisch Plan van Aanpak (PPA). In dit PPA is de specifieke visie van Max Havelaar Kindcentrum uitgewerkt. Het geeft aan welke concrete afspraken het team van Max Havelaar Kindcentrum gemaakt heeft naar aanleiding van de pedagogische visie van SRK. Dit plan is samen met het team tijdens een tweetal teamavonden opgesteld en wordt regelmatig geëvalueerd. 3. Kwaliteitsboeken. Deze handboeken zijn een digitaal naslagwerk voor pedagogisch medewerkers (pmw s) waarin alle ondersteunende processen, beleid, formulieren en werkinstructies staan die nodig zijn om de pedagogische doelstellingen te kunnen bereiken. Naast bovengenoemde documenten is er ook de Risico Inventarisatie Veiligheid en Gezondheid. Dit document is op te vragen bij het kindercentrum. In de wegwijzer zijn zaken opgenomen met betrekking tot regelgeving, dagprogramma, oudercontacten en andere organisatorische zaken. Ook deze is op te vragen bij de BSO. De werkwijze van elke locatie is beschreven in het Pedagogisch Plan van Aanpak (PPA). Dit PPA is dus locatie specifiek en komt tot stand in samenspraak met het team van pedagogisch medewerkers van de locatie en de oudercommissie. Het pedagogisch plan van aanpak is geen statische beschrijving, maar is constant in ontwikkeling. Dit betekent dat er minimaal 1 keer per jaar in het team wordt gediscussieerd over de pedagogische uitgangspunten en dat getoetst wordt of het handelen in de praktijk hierop aansluit. Waar nodig leidt dit tot bijstelling. Nieuwe medewerkers kunnen op basis van het PPA lezen hoe de werkwijze is op de locatie om zo de continuïteit in het handelen te waarborgen. Wij wensen u veel leesplezier bij het lezen van het PPA. Met vragen kunt u altijd terecht bij de pedagogisch medewerkers. Jolanda de Man, locatiehoofd Juli

4 Wat maakt Max Havelaar Kindcentrum uniek? Bij Max Havelaar Kindcentrum zorgen de deskundige en ervaren medewerkers voor een huiselijke sfeer. We vinden het belangrijk dat zowel kinderen, ouders als medewerkers zich veilig voelen en er een fijne tijd hebben. We zorgen voor een goede communicatie naar ouders, bijvoorbeeld door het versturen van foto s en uiteraard tijdens de dagelijkse contact momenten. Tijdens deze gesprekken staat oprechte interesse en betrokkenheid centraal. Door de kleinschaligheid van Max Havelaar Kindcentrum kennen de medewerkers alle kinderen en hun ouders persoonlijk. Creëren van een ritme We geloven dat iedereen verschillend is, andere interesses heeft en verschillende talenten bezit. Het herkennen en erkennen van deze talenten zorgt ervoor dat alle kinderen bij ons een leuke en leerzame tijd hebben. We zorgen er daarom voor dat er een breed aanbod is in activiteiten. Zo bieden we op de BSO elke dag een activiteit gekoppeld aan een ontwikkelingsgebied. De pijlers waarvan uit we onze activiteiten vorm geven zijn: Natuur, Cultuur en Wetenschap/technologie. Op het kinderdagverblijf hebben we een divers aanbod gekoppeld aan een thema. We kiezen de thema s altijd dicht bij de belevingswereld van een kind, zodat er veel betrokkenheid is. Met alle activiteiten die we kinderen bieden geven we ze de gelegenheid om te creëren. Ze creëren hun persoonlijkheid, hun talenten en vriendschappen tijdens de activiteiten. Soms staat tijdens een activiteit ook het creëren centraal, bijvoorbeeld wanneer er gewerkt wordt met karton, klei of verf. Omdat kinderen ook heel veel van elkaar kunnen leren zoeken we zoveel mogelijk momenten in het jaar om activiteiten te organiseren met het gehele kindercentrum. Bijvoorbeeld tijdens de seizoensfeesten of tijdens speciale gelegenheden zoals de voorleesweken of kerstmis. IKC vorming We werken aan de vorming van een integraal kindcentrum (IKC) samen met de protestants christelijke Max Havelaarschool. Bij deze samenwerking staan de volgende uitgangspunten centraal: Lef om de dingen te doen die je nog nooit hebt gedaan om naar het kind te luisteren om kinderen zelfstandig te laten zijn Ontmoeten - van jezelf en het ontdekken van je eigen talenten van nieuwe mensen en het maken van nieuwe vrienden... van de omgeving Open houding Ambitie om samenwerking met externe partners aan te gaan naar ouders het gesprek aan te gaan met school om van elkaars deskundigheid gebruik te maken met als doel een doorgaande lijn te ontwikkelen voor kinderen om talenten van kinderen te ontwikkelen om kinderen zich thuis te laten voelen op het kindcentrum een integraal kindcentrum te zijn - 4 -

5 Rechtvaardigheid stimuleren we door kinderen te helpen normen en waarden te ontwikkelen betekent voor ons een steentje bijdragen aan de wereld en oog hebben voor elkaar proberen we bij kinderen te bereiken door het inzetten van kinderparticipatie

6 Pedagogische doelstellingen Max Havelaar Kindcentrum Emotionele veiligheid Voor alle kinderen: Het is belangrijk voor kinderen dat de opvang zoveel mogelijk aansluit op de thuissituatie. Daarom overleggen we veel met ouders tijdens de dagelijkse contacten. Voor de kinderen die naar school gaan overleggen we, indien gewenst, met ouders over school voor een goede doorgaande ontwikkelingslijn. We zorgen voor een positieve sfeer waarbij activiteiten op een voorspelbaar moment in de dag aangeboden worden. Door deze herkenbare en vaste volgorde van activiteiten geeft het houvast aan kinderen. Vanuit deze vaste basis is er ruimte om flexibel om te gaan met spontane activiteiten. We benoemen alles wat we (gaan) doen. We begeleiden onze handelingen met taal. Bijvoorbeeld: Ik ga je nu uitkleden, dan kan je zo lekker gaan slapen. Bij de oudere kinderen verwoorden wat we gaan doen en hoe we iets aanpakken. Bijvoorbeeld: Er zijn 20 kinderen, dan heb ik ook 20 bekers nodig. Op deze manier leren kinderen logische verbanden te leggen. We hebben aandacht voor alle kinderen. We luisteren, tonen oprechte belangstelling en praten veel met kinderen. Wanneer ze vragen hebben nemen we de tijd om dingen uit te leggen. Ook non-verbaal laten we merken aan kinderen dat we betrokken zijn. We willen dat kinderen bij ons terecht kunnen wanneer ze hulp nodig hebben. Wanneer kinderen overgaan naar een nieuwe groep binnen ons kindercentrum zorgen we voor een geleidelijke overgang. We bereiden kinderen voor en laten ze kennis maken met de nieuwe medewerkers en hun nieuwe groepsgenootjes. De overgang en het wennen op een nieuwe groep is per kind verschillend, we kijken hierbij naar de ontwikkeling en behoeftes van het kind. We begroeten alle kinderen en hun ouders bij binnenkomst. We vinden het belangrijk dat we kinderen goed leren kennen en hun persoonlijke bijzonderheden weten. We kunnen het kind dan beter begrijpen en begeleiden. We bespreken met ouders dan ook de bijzonderheden van hun kind en wisselen informatie uit. We zijn beschikbaar voor kinderen wanneer ze verdriet hebben of willen knuffelen. We laten ons hierin leiden door de behoefte en het initiatief van het kind. We vinden het belangrijk om elke kind op een passende wijze te begeleiden in zijn of haar ontwikkeling. Ook kinderen met een beperking begeleiden we zo goed al we kunnen. We geven alle kinderen een prettig gevoel in de groep en hebben oog voor hun individuele behoeftes. Specifiek voor kinderen van 4-12 jaar: Op de BSO besteden we extra aandacht aan het moment dat kinderen opgehaald worden. we begeleiden kinderen bij hun vertrek, bespreken nog even de middag en zorgen voor een persoonlijk afscheid. Wanneer wij weggaan als er nog kinderen zijn nemen we van alle kinderen afscheid. Extra aandacht vragen de kinderen van 8 jaar en ouder. Deze kinderen hebben andere behoeftes. Kinderparticipatie geeft ons mogelijkheid om in te spelen op de beoeften van de kinderen

7 Persoonlijke competentie Voor alle kinderen: We stimuleren kinderen om een keuze te maken met wat ze willen spelen. We maken activiteiten zo aantrekkelijk mogelijk voor kinderen. Wanneer kinderen niet mee willen doen dwingen we niet. Wanneer kinderen structureel niet mee willen doen met een activiteit gaan we na wat deze kinderen wel interesseert en onderzoeken we of we dat aan kunnen bieden. We laten kinderen zelf ontdekken en uitproberen. Dit levert soms situaties op die wij als volwassenen eng vinden (bijvoorbeeld op een stoel staan of over iets heen klimmen). We staan deze situaties toe maar zorgen wel dat het veilig is zodat er geen ernstige ongelukken kunnen gebeuren. We hebben oog voor alle kinderen, ook de rustige kinderen. We betrekken hen bij het spel maar laten hen ook in hun waarde. We onderzoeken wat de behoefte is van het kind. We zorgen ervoor dat kinderen dagelijks naar buiten gaan. Buiten is er divers spelmateriaal aanwezig waar kinderen alleen of gezamenlijk mee kunnen spelen. Met de oudere kinderen gaan we regelmatig buiten ons kindercentrum op pad naar bijvoorbeeld een park, kinderboerderij of winkel. De kinderen worden opgevangen in een groep. Gedurende de hele dag is er een mogelijkheid voor kinderen om zelfstandig te spelen of een rustig plekje te zoeken. We vinden het belangrijk dat kinderen ook privacy hebben en zelf kunnen spelen. We vinden het belangrijk dat kinderen trots zijn op hun gemaakte werkjes en ze dit aan hun ouders kunnen laten zien. De meeste tentoongestelde werkjes of versieringen in de ruimte zijn door de kinderen zelf gemaakt en hebben te maken met het thema of de betreffende hoek waar het gemaakt is. Specifiek voor kinderen van 4-12 jaar Het programma op de BSO bestaat uit vrij spel en geplande activiteiten. De activiteiten zijn gevarieerd en gericht op verschillende interesses en talenten van kinderen. De activiteiten passen bij de interesse en het ontwikkelings niveau van de kinderen. Er is voldoende spelmateriaal voor de verschillende ontwikkelingsgebieden en leeftijdsgroepen. Voor de kinderen van 8 jaar en ouder is er voldoende uitdaging dankzij materiaal, activiteiten, spelvormen of taken. Op sommige punten krijgen deze kinderen meer verantwoordelijkheid en zelfstandigheid. Op deze manier dragen we bij aan hun ontwikkelingsbehoefte

8 Sociale competentie Voor alle kinderen: We begeleiden de interacties tussen de kinderen, we geloven dat kinderen zich ontwikkelen vanuit het positieve contact met elkaar. Dit benadruken we en geven complimenten. Bij conflicten ondersteunen we de kinderen in het zoeken naar mogelijkheden om het op te lossen op een wijze die recht doet aan ieder kind. We laten kinderen zoveel mogelijk hun eigen problemen oplossen. We stimuleren hen om gezamenlijk tot een oplossing te komen. Wanneer er sprake is van agressie (slaan, duwen, schoppen etc.) grijpen we wel direct in en bespreken de situatie op het niveau van de kinderen. We leggen daarbij de nadruk op het voorkomen van een volgende keer en het aanleren van gewenst gedrag. We vinden het belangrijk dat de kinderen zich onderdeel voelen van een groep. We ondernemen daarom graag activiteiten met de groep, bijvoorbeeld gezamenlijk eten maken en het vieren van verjaardagen of feesten. We stimuleren kinderen om elkaar te helpen bij bijvoorbeeld het aantrekken van hun jas of het smeren van hun brood. We bieden materialen en activiteiten aan waarbij kinderen gezamenlijk een spel kunnen spelen, kunnen bouwen of waar ze samen iets kunnen creëren. We stimuleren samenspelen, het kan ook voorkomen dat een kind even niet met iemand anders wil spelen. We respecteren dit en houden hierbij wel in de gaten dat er geen kinderen buitengesloten of gepest worden. Kinderen krijgen in ons kindercentrum de ruimte om op andere groepen te spelen omdat daar bijvoorbeeld een buurjongetje of een zusje aanwezig is. Op deze manier stimuleren we het ontstaan van vriendschappen. Specifiek voor kinderen van 4-12 jaar: We zorgen ervoor dat alle kinderen een inbreng hebben en hun verhaal kunnen doen. We werken in drie basisgroepen. Dit geeft rust voor de kinderen, op deze manier hebben kinderen meer ruimte om in gesprek te gaan met elkaar en hun verhaal te vertellen. We zorgen voor een positieve sfeer en humor in de groep. We maken grapjes met de kinderen, helpen hen en gaan met hen in gesprek over hun interesses of over hun dag. We betrekken de kinderen bij taken zoals opruimen en dingen klaarzetten. We geven hen verantwoordelijkheden, ook in het organiseren van activiteiten. We vragen kinderen naar hun wensen en ideeen

9 Normen en waarden Voor alle kinderen: Wij zijn ons bewust van onze voorbeeldrol en geven het goede voorbeeld. Uitgangspunt daarbij zijn de afspraken zoals we geformuleerd hebben in het pedagogisch beleid. We proberen met het gehele kindercentrum dezelfde normen en waarden uit te dragen, met aandacht voor de ontwikkelingsfasen voor kinderen. We accepteren geen scheldwoorden. We keuren het af en leren de kinderen om zichzelf op een andere, acceptabele manier te uiten. De ruimte is netjes en geordend. Het speelgoed staat op een vaste plaats waar het hoort, wanneer speelgoed kapot is of incompleet dan gooien we het weg. We vinden het belangrijk dat kinderen leren om rekening met elkaar te houden. We vragen kinderen daarom werkjes van anderen niet kapot te maken en leggen hen uit waarom we dat niet willen. Op sommige momenten vragen we kinderen op elkaar te wachten, bijvoorbeeld tot iedereen iets te eten heeft. We werken volgens een vast dagprogramma met vaste rituelen en afspraken waarbij wel rekening gehouden wordt met de groepssamenstelling en de situatie van dat moment. We gaan respectvol met alle kinderen ouders en collega s en zijn ons bewust van het feit dat er verschillen bestaan in karaktereigenschappen. Wanneer deze verschillen in karakter ervoor zorgen dat we moeite met iemand hebben zijn we professioneel en laten dit niet merken. We hechten veel waarde aan de sociale betrokkenheid van ouders, opa s en oma s door hun aanwezigheid bij uitstapjes, feesten en voorleesmomenten. Op de BSO vinden we deze betrokkenheid ook erg belangrijk en zoeken we naar een manier om ouders bij de BSO te betrekken, zoals het organiseren van een open middag of een middag waarbij ouders kunnen aanschuiven. Er zijn in de groepsruimtes bepaalde regels. Deze regels worden met de kinderen besproken, herhaalt en waar mogelijk samen met de kinderen opgesteld. Dit doen we om ervoor te zorgen dat de kinderen zich prettig voelen in de ruimten waar zij zich bevinden. We geven het goede voorbeeld met betrekking tot een gezonde leefstijl. We praten hierover met kinderen en stimuleren hen om gezonde keuzes te maken

10 Overige zaken Basisgroepen Max Havelaar Kindcentrum is een kindercentrum dat opvang biedt aan kinderen in de leeftijd van 0 tot 12 jaar. BSO Max Havelaar Kindcentrum biedt dagelijks ruimte voor maximaal 50 kinderen. We werken vanuit drie basisgroepen. Iedere middag beginnen de kinderen in hun eigen basisgroep. Daarna werken wij met de deuren open, dat wil zeggen dat de kinderen zelf mogen kiezen waar zij willen spelen. Er is 1 basisgroep Tuinatelier, voor 20 kinderen van 4-5 jaar Er is 1 basisgroep Cultuuratelier, voor 15 kinderen van 6-7 jaar Er is 1 basisgroep Techniekatelier voor 15 kindeen van 7-12 jaar Naar een volgende groep Het doorplaatsen van een kind naar een volgende basisgroep doen we als volgt: We bespreken welke kinderen we doorplaatsen in een werkoverleg, om de overgang goed te laten verlopen. Dan informeren wij ouders zodat zij en het kind zich kunnen voorbereiden, dit geven wij uiterlijk twee weken van tevoren aan. We bespreken dan ook wie de nieuwe mentor van hun kind wordt. In de basisgroep waar het kind is geplaatst vertellen we welke kinderen naar de volgende groep gaan na de vakantie. Bij de eerste dag na de overplaatsing van basisgroep besteden wij tijdens het eet/drink moment extra aandacht aan het kind en heten we hem/haar welkom in de nieuwe basisgroep. Ook bespreken wij nogmaals de huisregels, en kan er een voorstelrondje zijn door de andere kinderen. Doorplaatsen van kinderen doen wij in de regel na een schoolvakantie zodat dit maximaal 6 momenten per schooljaar. Dagritme in schoolweken Tijdstip Pmw s zetten spullen klaar voor de workshop/activiteit, maken fruit en drinken klaar voor de kinderen en doen administratieve taken De jonge kinderen worden opgehaald uit de klas, de oudere kinderen komen zelf naar de BSO. Kinderen doen hun sleutelhanger aan de ring. Nadat alle kinderen in de eigen groepsruimte zijn ontvangen is er ruimte voor vrij spel Rustmoment, cracker/fruit en drinken staan klaar voor de kinderen of evt. traktatie eten. De kinderen wassen eerst hun handen Activiteiten Vrij spelen, kinderen worden opgehaald; tijd voor overdracht aan ouders Afsluiten. BSO in vakanties en op margedagen In schoolvakanties en margedagen is de BSO open van uur tot uur. We hanteren ook in de vakanties/margedagen een dagritme. Tijdens vakanties spelen in een thema wat we samen met de kinderen hebben bedacht en uitgewerkt tot leuke en inspirerende activiteiten. Tijdens margedagen is er mogelijkheid om grotere activiteiten te doen, omdat we een hele dag/middag tot onze beschikking hebben. Tijdens de vakantie maken we vaak uitstapjes. Hierbij gebruiken we de werkinstructie uit Kwaliteit boek 2 Uitstapjes buitenschoolse opvang. Wij laten de ouders van te voren weten wat het vakantieprogramma is. Hierin staat ook wat de kinderen evt. mee moeten nemen e.d

11 Feesten Op de BSO is het iedere dag feest! Een aantal feesten krijgen extra aandacht. Zo vieren we verjaardagen. De jarige mag kiezen of hij/zij toegezongen wil worden, krijgt een cadeautje en mag uitdelen. Traktaties Niet alle ouders vinden het fijn als hun kind snoep te eten krijgt. Daarom willen wij bij onze BSO zo gezond mogelijk eten. Natuurlijk zullen wij wel eens iets bakken en dit opeten, maar het echte snoep willen we vermijden. Daarom hebben we regels betreft traktaties, te weten: Eén traktatie per kind is voldoende. Gezonde traktaties mogen opgegeten worden tijdens het crackermoment. Dit is dan in plaats van de cracker. Overige traktaties worden meegegeven naar huis. Wat vinden wij gezond: fruit, stukjes kaas/worst, rozijntjes, zelfgebakken cakejes/koekjes (dan wel zonder glazuur/snoepversiersels) of bijv. groentehapjes. Lichamelijke beweging, hygiëne en gezonde voeding We willen de kinderen meegeven dat lichamelijke beweging, hygiëne en gezonde voeding belangrijk zijn. Daarom stimuleren wij persoonlijke hygiëne door regels en afspraken te maken over bijvoorbeeld handen wassen na iedere toiletgang en voor het eten. In kleine persoonlijke gesprekjes geven wij uitleg over persoonlijke verzorging als douchen/wassen, haren kammen, tanden poetsen en kleding. Dit staat verder beschreven in onze hygiënecode (Kwaliteit boek 2). Ondersteuning van de kinderen Bij SRK wordt het proces welbevinden en ontwikkeling van kinderen uit het Handboek Kwaliteit gehanteerd. Ieder kind wordt structureel in zijn of haar welbevinden en ontwikkeling gevolgd en voelt zich veilig bij de SRK. Gedurende het hele jaar observeren, signaleren en volgen de pedagogisch medewerkers het welbevinden en de ontwikkeling van de kinderen op de groep ( observeren signaleren en volgen van welbevinden en ontwikkeling van kinderen Kwaliteit boek 2). Minimaal één keer per jaar wordt er een gerichte observatie gedaan door de mentor van het kind. Pedagogisch medewerkers zijn opgeleid om kinderen en hun ontwikkeling te begeleiden. Waar nodig en mogelijk wordt ook de school hierbij betrokken. Een ondersteunend document ontwikkelingsproblemen bij kinderen, is aanwezig in de Documentenwijzer Pedagogisch Werken. Bij de SRK is ook een proces indicatie en plaatsing (Kwaliteit boek 1) met bijbehorende werkinstructie (Kwaliteit boek 2) als blijkt dat de ontwikkeling van een kind stagneert, waardoor de plaats in de opvang niet gegarandeerd kan zijn. Observaties en/of bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen worden vastgelegd en in een kinddossier bewaard. Achterwacht Volgens de Wet Kinderopvang moet er aan het begin en aan het einde van de dag (en pauze) naast één beroepskracht één volwassene in het kindercentrum aanwezig zijn. Deze persoon kan bij calamiteiten bijvoorbeeld de alarmlijn 112 bellen. Binnen Max Havelaar Kindcentrum is dit automatisch geregeld omdat er vanaf uur altijd meerdere mensen in het pand aanwezig zijn. Op rustige dagen, wanneer er één groep draait zijn er ook ten alle tijden twee medewerkers binnen het pand aanwezig. Buitenruimte De BSO kinderen maken gebruik van het schoolplein van de school Dit is een ruim, natuurlijk plein waarbij kinderen uitdagende spelelementen hebben. Medewerkers werken volgens de

12 werkinstructie Buiten spelen (Kwaliteits boek 2). De medewerkers begeleiden het spel buiten en spelen soms zelf mee. Kinderen ouder dan zeven jaar groeien toe naar een grotere mate van zelfstandigheid. Alleen buiten spelen op het schoolplein komt dan in het zicht. We kijken per kind naar de mogelijkheid om kinderen alleen buiten te laten spelen. Deze afspraken worden altijd met ouders en het betrokken kind besproken en vastgelegd in een zelfstandigheidsovereenkomst (kwaliteitboek 2) Activiteiten groter dan 40 kinderen Tijdens vakantie periodes voegen wij samen met de kinderen van andere BSO locaties in Delft. We streven er naar om dit alleen te doen als we zeer kleine groepen hebben. Het kan sporadisch voorkomen dat we meer dan 30 kinderen hebben. In deze situatie is het noodzakelijk een plan te hebben voor de aanpak van een uitje. Wij hanteren het volgende uitgangspunt. Bij een groep groter dan 30 kinderen verdelen wij de groep en de activiteit in tweeën. We kunnen dat uitstapjes bieden gericht op de behoefte van de groep en het werken in een kleinere groep is overzichtelijker en makkelijker te sturen voor de medewerkers. We houden ons hierbij altijd aan ons uitstapjes beleid. Open deuren beleid De eet- en drinkmomenten vinden altijd plaats in de eigen basisgroep; daarna mogen de kinderen de basisgroep in principe verlaten. Als de kinderen uit school komen, verzamelen zij in hun eigen groepsruimte. Samen met de pedagogisch medewerkers is er gelegenheid om bijzonderheden vanuit de schooldag te bespreken, dan kan iedereen lekker gaan spelen. Na het eten en drinken hanteren wij een open deuren beleid; hierbij hebben de kinderen meer vrijheid en kunnen zelf de invulling van hun vrije tijd bepalen. De pedagogisch medewerker is op de hoogte van de plek waar de kinderen zich bevinden, doordat de plek waar ze spelen in overleg gaat. Om dit goed te laten verlopen hebben wij daarvoor de volgende regels: kinderen vragen eerst toestemming aan de eigen pedagogisch medewerker om in een andere ruimte te mogen spelen. Kinderen ouder dan zeven jaar met een buitenspeelcontract vragen ook altijd toestemming als ze buiten willen gaan spelen op het schoolplein. Ongewenst gedrag zoals pesten, asociaal gedag of agressie wordt nergens getolereerd. Wij geven kinderen de ruimte geven om zichzelf te ontplooien. Soms is het goed om als pedagogisch medewerker afstand te nemen van de kinderen. Wij geven kinderen een hoeveelheid vrijheid en verantwoordelijkheid die is afgestemd op de ontwikkelingsfase van het kind. Wennen Op Max Havelaar Kindcentrum gebruiken we de werkinstructie wennen van SRK (kwaliteitsboek 2). Voorafgaand aan de plaatsing wordt er in overleg met de ouders een wenperiode afgesproken. Wennen gebeurt op deze manier zoveel mogelijk passend bij de situatie van ouder en kind. We investeren extra om het kind kennis te laten maken met de omgeving, de andere kinderen, de regels en de medewerkers. Bij de BSO doen wij dit wij door een rondleiding en een voorstelrondje tijdens het eet/drink moment. Wanneer een kind vanuit een kinderdagverblijf binnen SRK naar onze BSO komt, bieden we de ouders mogelijkheid om een overgangsgesprek te voeren. Dit gesprek vindt plaats samen met de mentor van het kinderdagverblijf. Het doel van dit gesprek is om zoveel mogelijk informatie te ontvangen die maakt dat het wennen op de BSO zo prettig mogelijk is voor het kind, en de doorgaande ontwikkelingslijn te blijven volgen. Extra dagen/ruilen Het is mogelijk dat kinderen voor een korte of langere periode extra dagen naar Max Havelaar Kindcentrum komen, wanneer dit past binnen de b-k-r. Deze extra opvang vindt in principe plaats op de eigen stamgroep/basisgroep en wordt vastgelegd in een aanvullend plaatsingscontract, waarbij de

13 begin en einddatum zijn opgenomen. Mocht het niet mogelijk zijn om in de eigen stamgroep/basisgroep geplaatst te worden, kan het kind geplaatst worden in een tweede stamgroep. Dit gebeurt altijd in overleg en na schriftelijke toestemming van ouders. Ook het incidenteel ruilen van een opvangdag is mogelijk, wanneer de b-k-r dit toelaat. Ouders vragen een ruildag aan via de SRKapp. Na controle van de b-k-r ontvangen ouders zo spoedig mogelijk een antwoord. Volgen van de ontwikkeling De BSO maakt gebruik van een volgsysteem om de ontwikkeling van de kinderen te volgen. De medewerkers leren de kinderen goed kennen en signaleren daardoor ook sneller wanneer er bijzonderheden zijn in de ontwikkeling van een kind. Binnen het kleine hechte team zijn de lijnen kort en wordt een gesignaleerd probleem snel opgepakt. Ieder kind heeft een eigen mentor, Momenteel worden medewerkers getraind om binnen het IKC te gaan werken met Kijk!. Er zal dan binnen het gehele IKC gewerkt worden met hetzelfde instrument wat een inhoudelijk doorgaande lijn bevordert. Oudergesprekken Bij plaatsing van een kind, biedt de medewerker na drie maanden een mogelijkheid tot een eerste gesprek, waarin de wenperiode besproken wordt. Ook worden de verwachtingen van de ouders doorgesproken. Na dit tweede gesprek volgt in ieder geval jaarlijks een oudergesprek, rond de verjaardag van het kind. Wanneer de kinderen 8 jaar worden, mogen zij door middel van een kind interview zelf hun input geven hoe zij de BSO ervaren. Ouders mogen dit interview of het observatieverslag lezen en kiezen ervoor om een oudergesprek te voeren. In dit gesprek wordt het welbevinden en de ontwikkeling van het kind besproken aan de hand van de door de medewerker beschreven observatie. Wanneer het gedrag of de lichamelijke ontwikkeling van een kind aanleiding geeft om in een eerder stadium te overleggen zal de medewerker de ouder uitnodigen. De ouder kan bij vragen over gedrag of ontwikkeling van het kind ook overleggen met de medewerker. Mentorschap SRK werkt met mentorschap van kinderen. Ieder kind heeft een mentor. Aan de kinderen wordt in de eerste weken dat het kind naar de BSO komt verteld wie zijn/haar mentor is, en wat een kind van de mentor mag verwachten. Dit is in principe de vaste pedagogisch medewerker van het kind, maar er wordt bijvoorbeeld ook gekeken naar broertjes/zusjes op de BSO. Broertjes en zusjes hebben waar mogelijk dezelfde mentor. Ouders hebben dan eenzelfde aanspreekpunt. Wanneer er een nieuw kind op de BSO geplaatst wordt, voert de mentor het intakegesprek en zorgt ervoor dat stamkaart ed in orde zijn. De mentor is ook verantwoordelijk voor de (jaarlijkse) observatie van het kind en voert hierover het gesprek met ouders en kinderen (8+). De mentor is voor ouders, locatiehoofd en staf PW het eerste aanspreekpunt als het om het betreffende kind gaat. Uiteraard zijn alle pedagogisch medewerkers op de hoogte van eventuele bijzonderheden en kunnen alle ouders en kinderen bij alle pedagogisch medewerkers van de groep terecht. Iedere ouder weet wie de mentor is van zijn/haar kind, dit is met hen besproken. Iedere nieuwe ouder hoort bij het intake gesprek wie de mentor is van zijn/haar kind. Communicatie met ouders We informeren ouders regelmatig over ons beleid en onze werkwijze, middels een nieuwsbrief of, indien nodig, een ouderbijeenkomst. Daarnaast is de dagelijkse communicatie met ouders voor ons het eerste middel om te vertellen hoe het met hun kind gaat op de BSO. Wanneer de kinderen groter zijn, en zelf naar huis mogen, overleggen we met ouders op welke wijze zij geïnformeerd willen worden. We hopen op deze manier duidelijkheid te geven in de verwachtingen die ouders van ons kunnen hebben en thuis en kinderopvang goed op elkaar af te stemmen. Vanaf mei 2018 is er een oudercommissie actief waarin ouders van alle werksoorten vertegenwoordigd zijn. De

14 oudercommissie wordt betrokken bij het opstellen en de evaluatie van het pedagogisch plan van aanpak. Wanneer er zorgen zijn Wanneer er bijzonderheden worden gesignaleerd in de ontwikkeling en/of het gedrag van het kind, wordt dit door de mentor besproken met de ouders. Ter ondersteuning van dit gesprek, zullen over het algemeen eerst gegevens worden verzameld met betrekking tot het gesignaleerde probleem. Dit kan bijvoorbeeld door middel van gerichte observaties, waardoor verhelderd wordt in welke mate en/of welke situaties het probleem zich voordoet. Eén van de pedagogen van SRK kan hierin ondersteunen. Ook de Meldcode Kindermishandeling (Kwaliteit boek 1) kan in een vroeg stadium geraadpleegd worden. In het gesprek met de ouders worden zorgen gedeeld en observaties besproken. Samen met de ouders wordt bekeken wat de beste weg is. Zo nodig zullen de ouders worden doorverwezen naar een instantie die hen verder kan helpen. Wanneer de BSO informatie uitwisselt met het consultatiebureau (of een andere externe instantie), zal hiervoor toestemming worden gevraagd aan de ouders. Beroepskracht-kind-ratio Op schooldagen wordt er niet afgeweken van de b-k-r. Het aantal pedagogisch medewerkers is afgestemd op het aantal kinderen (1 op 10). Op een margedag of vakantiedag werkt, afhankelijk van het aantal kinderen wat aanwezig is, een aantal pedagogisch medewerkers een halve dag, de ochtend of de middag. De ochtenddienst heeft dan vaak een half uur overlap met de middagdienst. De pedagogisch medewerkers met een dagdienst houden na de lunch met de kinderen pauze (tussen en 14.30) waarbij zij elkaar afwisselen en bij voorkeur tijdens het half uur waarop de ochtenden middagdienst elkaar overlappen. Daarmee wordt tussen en afgeweken van het b-k-r. Van uur en van uur wordt van de b-k-r afgeweken. Opleiding pedagogisch medewerkers De visie en werkwijze zoals beschreven in dit pedagogisch plan, dienen als leidraad voor de pedagogisch medewerkers in het werken met de aan hen toevertrouwde kinderen. Steeds opnieuw zal er kritisch gekeken moeten worden naar de eigen beroepshouding. Dit kan door middel van deskundigheidsbevordering en reflectie. De medewerkers maken gebruik van het opleidingsaanbod van SRK vanuit het algemene opleidingsplan. De pedagogische medewerkers hebben een afgeronde relevante opleiding voor de kinderopvang. Daarnaast hebben alle medewerkers een EHBO-en BHV-diploma. Ook volgen de medewerkers regelmatig cursussen en trainingen op het gebied van kinderopvang. Pedagogisch medewerkers zijn toegerust door hun opleiding om kinderen te begeleiden in hun welbevinden en ontwikkeling bij de opvang. Pedagogisch medewerkers kunnen ouders adviseren in externe instanties (fysiotherapie, logopedie, e.d.). Doorverwijzing naar externe instanties zoals jeugdzorg e.d. geschiedt door tussenkomst van leidinggevende en/of pedagogische staf. Stagiaires en vrijwilligers Op BSO Max Havelaar werken op dit moment geen vrijwilligers, we staan hier wel voor open. Vrijwilligers worden boventallig op de groep ingezet, en werkt onder verantwoordelijkheid van het locatiehoofd. Zij werken altijd samen met de beroepskracht, volgens de instructie in Kwaliteitsboek 3. Stagiaires worden boventallig op de groep ingezet, volgens de processen plaatsen van stagiaires en begeleiden van stagiaires. De stagiaires worden begeleid door pedagogisch medewerkers die daarvoor een specifieke begeleiderstraining hebben gevolgd (werkbegeleider). De inhoud van de stage wordt bepaald door de opleiding en de opdrachten in het stageboek. De activiteiten van een stagiaire zijn altijd onder verantwoording van de werkbegeleider