Preventieve postmenopauzale oestrogeensuppletie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Preventieve postmenopauzale oestrogeensuppletie"

Transcriptie

1 Preventieve postmenopauzale oestrogeensuppletie dr F.M. Helmerhorst, drs D. Bijl Nr (35) Pagina Thema-artikel Tags overgang hormonale suppletietherapie mammacarcinoom ovariumcarcinoom (post)menopauze cardiovasculaire aandoeningen endometriumcarcinoom colorectaalcarcinoom ziekte van Alzheimer diepveneuze trombose postmenopauzale osteoporose longembolie Onder medeverantwoordelijkheid van de redactiecommissie Positieve effecten van hormonale suppletietherapie op de preventie van cardiovasculaire aandoeningen, ziekte van Alzheimer en postmenopauzale osteoporose zijn veelal ontleend aan observationeel onderzoek. Met het beschikbaar komen van resultaten uit gerandomiseerd en gecontroleerd onderzoek worden deze positieve effecten niet bevestigd. Met de al bekende nadelige effecten van hormonale suppletietherapie op endometrium-, mamma- en recentelijk ook ovariumcarcinoom, en die op trombo-embolische processen dient de balans van werkzaamheid en bijwerkingen opnieuw te worden opgemaakt (Gebu 2001; 35: 71-77). Inleiding Voor de behandeling van typische overgangsklachten zijn oestrogenen effectieve middelen (Gebu 1994; 28: 1-3). Van oestrogenen worden voorts, op basis van de resultaten van observationele onderzoeken, positieve effecten verondersteld op het gebied van preventie van cardiovasculaire aandoeningen, ziekte van Alzheimer en postmenopauzale osteoporose. Nadelige effecten betreffen voornamelijk de invloed van oestrogenen op de ontwikkeling van endometrium- en mammacarcinoom, en de invloed van oestrogenen en progestagenen op de ontwikkeling van trombo-embolische processen. De resultaten van observationeel onderzoek kunnen echter vertekend zijn (zie kader verderop). Er bestond dan ook behoefte aan gerandomiseerd (dubbelblind) en gecontroleerd onderzoek naar de effecten van oestrogenen ten opzichte van de besproken aandoeningen.1 In de afgelopen jaren is in deze behoefte voorzien met diverse onderzoeken, waardoor de balans van effectiviteit en bijwerkingen van preventief oestrogeengebruik voorlopig opnieuw kan worden bepaald (in dit artikel wordt hiervoor verder de afkorting HST gebruikt: hormonale suppletietherapie). Van de genoemde aandoeningen kan de bewijskracht ('level of evidence')2 van de gevonden effecten worden vergeleken met de in tabel 1 aangegeven indeling. De belangrijkste effecten en bijwerkingen zijn in tabel 2 weergegeven. Recent verscheen een artikel over de (geringe) gezondheidswinst die met preventief hormoongebruik valt te behalen in Nederland.3 In dit artikel worden de voor- en nadelen van preventieve oestrogeensuppletie na de fysiologische menopauze besproken, waarbij de behandeling van typische overgangsklachten achterwege blijft. Achtereenvolgens komen aan de orde: pathofysiologie, middelen en voorschriften, de effectiviteit van preventie en vervolgens de nadelige effecten. Ten slotte wordt een plaatsbepaling gegeven. Historie en interpretatie van onderzoek met oestrogenen. De opvattingen over het effect van oestrogenen zijn in de loop van de tijd nogal aan verandering onderhevig geweest.4 In de periode rond 1960 tot 1970 hoopte men dat oestrogenen een beschermend effect op hart- en vaatziekten hadden. Toen volgde klinisch onderzoek met oestrogenen bij mannen, waarvan de resultaten zeer nadelig waren. Daarna dacht men dat oestrogenen meer kans op hartziekten gaven (vandaar dat artsen ze niet meer voorschreven bij vrouwen met risicofactoren). Het daarop volgende onderzoek wekte de indruk dat oestrogenen toch een beschermend effect hadden. Daarna volgden 1 / 11

2 weer nieuwe klinische onderzoeken. Vanaf de eerste onderzoeken die een mogelijk gunstig effect van oestrogenen op hart- en vaatziekten vonden, bestond er twijfel over de interpretatie van de resultaten: waren gebruiksters en niet-gebruiksters van oestrogenen na de menopauze wel vergelijkbaar wat de cardiale risicofactoren betreft?5 Verschillende onderzoekers wezen erop dat er mogelijkheden waren tot selectie en zelfselectie. Zelfselectie omdat in de VS, waar het meeste onderzoek is verricht, vooral hoger opgeleide vrouwen oestrogenen gebruikten. Deze vrouwen toonden globaal een meer gezondheidsbewust gedrag. Selectie door artsen, omdat in de tijd dat de onderzoeken werden verricht het standpunt nog was dat het gebruik van oestrogenen uit den boze was bij risicofactoren voor hart- en vaatziekten. De vraag bleef bestaan of men via eenvoudige observationele vergelijking en door gebruik te maken van statistische controle voor vertekende factoren, deze verschillen werkelijk kon wegwerken. Er bestond dan ook behoefte aan gerandomiseerd dubbelblind en gecontroleerd onderzoek naar de effecten van oestrogenen ten opzichte van de besproken aandoeningen.1 In de afgelopen jaren is in deze behoefte voorzien met diverse onderzoeken, waardoor de balans van effectiviteit en bijwerkingen van HST voorlopig opnieuw kan worden bepaald. Pathofysiologie De menopauze is gedefinieerd als de datum van de laatste menstruatie en wordt retrospectief vastgesteld na 12 maanden amenorroe. In het ovarium zijn dan geen te stimuleren follikels meer aanwezig en hiermee valt de fysiologische prikkel voor de productie van oestrogenen weg. Het ovarium blijft nog in geringe mate oestron produceren. Voorts wordt in het perifere vetweefsel, de lever en de huid androsteendion, voornamelijk afkomstig uit de bijnierschors, omgezet in oestron. Hiermee komt een, interindividueel wisselende, endogene oestrogeenproductie tot stand. De nettoproductie van testosteron neemt postmenopauzaal ongeveer met 15% af. Er is geen exact pathofysiologisch concept, dat de preventieve werking van oestrogenen op de lange termijn ondersteunt. Wel worden de effecten op het botmetabolisme van belang geacht: na de menopauze verschuift het evenwicht tussen botopbouw en botafbraak in de richting van botafbraak. Hierdoor zal een verhoogd risico van osteoporose en fracturen ontstaan. Ten slotte zou de beschermende werking van oestrogenen op het ontstaan van arteriële ziekten, zoals myocardinfarct en cerebrovasculaire accidenten, wegvallen. Middelen en voorschriften Middelen. Geconjugeerde oestrogenen, verkregen uit de urine van drachtige merries, worden sinds de jaren veertig van de vorige eeuw voorgeschreven. Het gesynthetiseerde estradiol pas op grote schaal kon worden gebruikt toen het in gemicroniseerde vorm in een tablet kon worden verwerkt of als oestrogeenvaleraat kon worden toegepast. Geconjugeerde oestrogenen en estradiol zijn momenteel de meest gebruikte preparaten. Estradiol kan oraal, vaginaal, transdermaal (pleister en gel), per implantaat, en sinds kort nasaal worden toegediend. Het synthetische steroïde tibolon wordt ook voorgeschreven en heeft voornamelijk progestagene, maar ook oestrogene en androgene eigenschappen. Er dient te worden opgemerkt dat geen van de oestrogeenpreparaten of combinaties van oestrogenen en progestagenen zijn geregistreerd voor de preventie van cardiovasculaire aandoeningen en de preventie van de ziekte van Alzheimer. De meeste preparaten en combinaties zijn wel geregistreerd voor de preventie van postmenopauzale osteoporose. Raloxifen is een selectieve oestrogeenreceptormodulator (SERM). Dit middel heeft een oestrogene werking op het bot en op het lipidenspectrum. Op het mammaweefsel (Gebu 2000; 34: 12-13) en het endometrium heeft het een anti-oestrogene werking. Het is geregistreerd voor de behandeling en preventie van osteoporose bij postmenopauzale vrouwen (Gebu 2000; 34: 75). Bij oestrogeengebruik door vrouwen met een uterus worden progestagenen, veelal sequentieel (12-14 dagen6) per os voorgeschreven ter voorkoming van hyperplasie van het endometrium dan wel continu voorgeschreven met het doel endometriumopbouw te voorkomen. De gesynthetiseerde progestagenen zijn afgeleid van testosteron (C19-steroïden) en van progesteron (C21-steroïden, zoals 2 / 11

3 medroxyprogesteron). Voorschriften. Onderzoek in Nederland over de periode toonde dat HST het meest wordt voorgeschreven aan vrouwen van jaar, namelijk 12% in Het gebruik is meestal van korte duur. Van de nieuwe gebruiksters in 1995 gebruikte 20% het middel ook nog in Begrippenlijst Relatief risico (RR): het absolute risico van een bepaalde gebeurtenis in de behandelde groep Y (Ry) gedeeld door het risico in de controlegroep X (Rx). Formule: RR = Ry/Rx. Odds Ratio (OR) komt globaal overeen met het relatief risico. Relatieve risicoreductie (RRR): het percentage risicovermindering in de behandelde groep vergeleken met dat in de controlegroep. Formule: (1 - RR) x 100%.? Effectiviteit van preventie Cardiovasculaire aandoeningen (en totale mortaliteit). Observationeel onderzoek. Op basis van de resultaten van diverse observationele onderzoeken wordt verondersteld dat het gebruik van hormonale suppletie bij vrouwen na de menopauze een reductie van het relatieve risico van arteriële cardiovasculaire aandoeningen geeft (relatieve risicoreductie (RRR) 40%). Met name de 'Nurses' Health Study', waarbij meer dan postmenopauzale vrouwen waren betrokken en de vervolgduur 20 jaar was, wees en wijst hier nog regelmatig op.8 9 In een drietal meta-analysen van patiëntcontrole-, cohort- en observationele onderzoeken werd wederom gesuggereerd dat er bij vrouwen die oestrogenen gebruiken een significante risicoreductie (RRR 35-50%) optrad ten aanzien van de primaire preventie van cardiovasculaire aandoeningen in vergelijking met vrouwen die geen oestrogenen gebruikten In een recente meta-analyse werd een relatief risico van arteriële aandoeningen berekend van 0,70 (95% BI=0,65-0,75) voor vrouwen die ooit oestrogenen gebruikten in vergelijking met vrouwen die nooit oestrogenen hadden gebruikt.13 De meeste vrouwen die in deze meta-analyse waren opgenomen, waren vrouwen van het Kaukasische ras uit Engelstalige landen (vnl. VS). In de meta-analyse werd ook nog apart bekeken wat het risico was van het gebruik van oestrogenen in combinatie met progestagenen (meestal medroxyprogesteron).13 De berekende relatieve risicoreductie bedroeg 0,66 (95%BI=0,53-0,84). In een patiëntcontroleonderzoek (een onderdeel van de Nurses Health Study) werd de associatie onderzocht tussen postmenopauzaal hormoongebruik en totale mortaliteit.14 Het huidig gebruik van hormonale suppletie was geassocieerd met vermindering van de mortaliteit ongeacht de oorzaak. De grootte van het effect nam af bij langduriger gebruik. Een subgroep van vrouwen met één of meer risicofactoren voor cardiovasculaire aandoeningen genoot het grootste voordeel.14 In een overzichtsartikel worden 19 onderzoeken (patiëntcontrole-, gecontroleerde en ongecontroleerde cohortonderzoeken) besproken die de relatie tussen postmenopauzale HST en cerebrovasculaire accidenten (CVA s) onderzochten.15 Gebruiksters van hormonale suppletie hadden in vergelijking met niet-gebruiksters een risicoreductie van 20-60% op het eindpunt mortaliteit na CVA. De invloed van HST op nieuwe CVA s en subarachnoïdale bloedingen was tegenstrijdig. Nader onderzoek naar het effect van de dosering en de duur van HST is gewenst.15 Interventieonderzoek. In de afgelopen jaren zijn diverse resultaten uit gerandomiseerd en gecontroleerd onderzoek, alsmede uit meta-analysen van dergelijk onderzoek, ter beschikking gekomen. In de eerste meta-analyse, die gegevens uit 23 onderzoeken van beperkte omvang en duur (>3 mnd en 16 Geen enkele uitkomst (hartstilstand, CVA, 'transient ischaemic attack' (TIA), myocardinfarct, diepveneuze trombose, longembolie, (trombo)flebitis) was significant geassocieerd met HST. Het relatieve risico (benaderd door de OR) van cardiovasculaire aandoeningen voor vrouwen die hormonen gebruikten in vergelijking met vrouwen die geen hormonen gebruikten, was 1,39 (95%BI=0,48-3,95). Deze resultaten staan dus haaks op de uitkomsten van observationele onderzoeken. Methodologisch zwakkere punten in deze meta-analyse waren het geringe aantal patiënten in de onderzoeken en het feit dat de onderzochte uitkomstmaten niet de primaire maten in de desbetreffende onderzoeken vormden.16 Recent zijn drie gerandomiseerde en gecontroleerde onderzoeken gepubliceerd naar de (primaire en) secundaire preventie van cardiovasculaire aandoeningen met oestrogenen / 11

4 Het eerste, dubbelblinde, onderzoek betrof postmenopauzale vrouwen van 44 tot 79 jaar (gem. 67 jaar) met aangetoonde coronaire hartziekten die werden gerandomiseerd over HST (geconjugeerde oestrogenen 0,625 mg plus medroxyprogesteronacetaat 2,5 mg) en placebo (Heart and Estrogen/progestin Replacement Study (HERS)).17 De vervolgduur bedroeg 4,1 jaar. De primaire uitkomstmaat was een niet-fataal myocardinfarct en mortaliteit toegeschreven aan coronaire hartziekten. Secundaire uitkomstmaten waren coronaire 'bypass'-chirurgie, percutane coronaire revascularisatie, instabiele angina pectoris, decompensatio cordis, CVA, TIA, mortaliteit ongeacht de oorzaak en bijwerkingen. Beide groepen verschilden na 4,1 jaar niet op de primaire uitkomstmaat. Op de meeste secundaire uitkomstmaten waren evenmin verschillen tussen beide groepen, behoudens veneuze trombo-embolieën en galblaasaandoeningen, die significant vaker voorkwamen bij vrouwen die HST ontvingen. Het tweede onderzoek betrof 309 postmenopauzale vrouwen met angiografisch bevestigde coronaire hartziekten.18 Na drie jaar behandeling met oestrogeen, oestrogeen plus medroxyprogesteron of placebo werden geen verschillen ten aanzien van, de angiografische bevestigde, progressie van coronair atherosclerose gevonden. Van het derde onderzoek, de 'Women s Health Initiative', waarin tienduizend gezonde vrouwen van middelbare leeftijd zonder hart- en vaatziekten werden gerandomiseerd voor een behandeling met preventief hormoongebruik of niet, bestaan alleen nog maar voorlopige gegevens.19 In de eerste twee jaar van het onderzoek dat tot 2007 zal voortduren, vond men een substantieel verhoogd risico van arteriële accidenten bij vrouwen die hormonale suppletie gebruikten. Conclusie. Gerandomiseerd en gecontroleerd onderzoek heeft de door observationele onderzoeken gesuggereerde beschermende werking van oestrogenen, al dan niet in combinatie met progestagenen, op de secundaire preventie van harten vaatziekten, niet kunnen bevestigen. De effecten van HST op de primaire preventie en op de totale mortaliteit zijn nog niet onderzocht. Ziekte van Alzheimer. Uit twee systematische literatuuroverzichten kwamen aanwijzingen dat oestrogenen, al dan niet in combinatie met progestagenen, mogelijk bescherming bieden tegen het optreden en de progressie van de ziekte van Alzheimer Deze beide overzichten bevatten vooral observationele onderzoeken of gerandomiseerd onderzoek van beperkte omvang en duur. De meest recente meta-analyse, van zowel observationele als interventieonderzoeken, leverde op dat HST bij vrouwen met overgangsklachten, verbetering geeft met betrekking tot geheugen, waakzaamheid, redeneervermogen en snelheid van handelen, maar geen invloed heeft op andere cognitieve functies.22 Bij vrouwen zonder overgangsklachten werd geen effect van HST gevonden. De auteurs tekenen aan dat veel onderzoeken tekortkomingen tonen, die de interpretatie bemoeilijken. In de behoefte aan gerandomiseerd dubbelblind en gecontroleerd onderzoek werd recent voorzien door een onderzoek bij 120 postmenopauzale vrouwen met een lichte tot matig ernstige vorm van de ziekte van Alzheimer, bij wie de effectiviteit van geconjugeerde oestrogenen 0,625 mg per dag werd vergeleken met placebo.23 Na één jaar behandeling bleek dat er bij vrouwen die oestrogenen hadden gekregen, geen sprake was van vertraging van het dementeringsproces. Ook de cognitieve en functionele uitkomsten en de globale klinische indruk waren niet verbeterd.23 In een ander gerandomiseerd dubbelblind onderzoek werd bij postmenopauzale vrouwen (gem. leeftijd 66 jaar) het effect van raloxifen (60 en 120 mg/dag) vergeleken met placebo op de cognitieve functie.24 Het betrof hier dus de primaire preventie van de ziekte van Alzheimer. Na drie jaar behandeling bleek de afname van de cognitieve functie bij vrouwen die waren behandeld met raloxifen of met placebo niet significant te verschillen. Conclusie. Er zijn geen bewijzen uit gerandomiseerd en gecontroleerd onderzoek dat oestrogenen een positief effect hebben op de primaire en secundaire preventie van de ziekte van Alzheimer. Postmenopauzale osteoporose. Er zijn diverse observationele onderzoeken, zowel patiëntcontrole als cohortonderzoeken 27-29, gepubliceerd naar het preventieve effect van oestrogenen (Gebu 1996; 30: ). Indien binnen vijf jaar na het begin van de menopauze met HST wordt begonnen en deze ten minste vijf jaar wordt voortgezet, blijkt hierdoor de incidentie van osteoporotische fracturen van zowel heup als wervel gemiddeld met 30-50% af te nemen. In gerandomiseerd en gecontroleerd onderzoek worden de positieve effecten van oestrogeengebruik op preventie van hart- en vaatziekten en de ziekte van Alzheimer niet bevestigd. De resultaten van enkele gerandomiseerde en gecontroleerde onderzoeken van korte duur, toonden dat HST een lage botdichtheid verbeterde en, in het geval van preventief gebruik, botverlies na de menopauze kon voorkomen Vervolgens zijn er enkele gerandomiseerde en gecontroleerde onderzoeken verricht waarbij patiënten gedurende vijf34 en tien35 jaar werden gevolgd. De resultaten toonden dat bij HST een significante afname van niet-vertebrale fracturen34 en het voorkomen van afname van de botdichtheid35, beide in vergelijking met placebo. Gezien de kleine aantallen patiënten die in deze onderzoeken werden opgenomen, is het onduidelijk of een verbeterde botdichtheid ook resulteert in een belangrijke 4 / 11

5 afname van osteoporotische fracturen van met name de heup. Tabel 1. Categorieën van wetenschappelijk bewijs 2 'Level of evidence' Therapie-onderzoek* 1a systematisch literatuuroverzicht van gerandomiseerd en gecontroleerd onderzoek (met consistente resultaten) 1b afzonderlijk gerandomiseerd en gecontroleerd onderzoek met een smal 95%-betrouwbaarheidsinterval 1c 'alles of niets'-onderzoek 2a systematisch literatuuroverzicht van cohortonderzoeken of patiëntcontroleonderzoeken (met consistente resultaten) 2b een gerandomiseerd onderzoek van minder goede kwaliteit of een cohort- of patiëntcontroleonderzoek 2c 'outcomes-research' (registratie, beschrijvend onderzoek) 3 patiëntenserie, of een cohort- of patiëntcontroleonderzoek van slechte kwaliteit 4 mening van deskundigen of 'algemeen aanvaard' handelen * NB. Deze indeling geldt niet voor het onderzoek naar bijwerkingen. Daarvoor is met name het patiëntcontroleonderzoek geschikt (Gebu 1999; 33: ). Het beschermende effect van oestrogenen is 5-10 jaar na het staken weer verdwenen. Voorts is gebleken dat de (langetermijn)therapietrouw slecht tot zeer slecht is.36 In de praktijk betekent dit dat vrouwen gedurende enkele decennia deze middelen moeten gebruiken om het risico van osteoporotische fracturen op hoge leeftijd te reduceren. De NHGStandaard Osteoporose adviseert dan ook om geen oestrogenen te gebruiken voor de preventie van osteoporose.37 De CBOconsensus stelt dat indien medicamenteuze behandeling van vroeg postmenopauzaal botverlies is aangewezen, het gebruik van oestrogenen tot de mogelijkheden behoort.38 Daarbij wordt met name gedacht aan secundaire osteoporose. Nadelige effecten Mammacarcinoom. Exogene oestrogeentoediening bij postmenopauzale vrouwen, al dan niet in combinatie met progestagenen, wordt beschouwd als een risicofactor voor het ontwikkelen van mammacarcinoom. De grootte van het risico is gerelateerd aan de duur van het gebruik. Uit enkele meta-analysen van (kortdurende) observationele onderzoeken komt naar voren dat er geen verhoogd risico van mammacarcinoom is bij vrouwen die oestrogenen gebruiken in vergelijking met niet-gebruiksters Een meta-analyse van langetermijnonderzoeken (5-10 jaar en langer) berekende een RR van 1,32 (95%BI=1,16-1,51) op het krijgen van mammacarcinoom bij langdurig oestrogeengebruik.13 Uit een analyse van ruim 50 observationele onderzoeken met meer dan vrouwen, kwam naar voren dat het huidige gebruik van hormonale suppletie of daarmee 1-4 jaar geleden te zijn gestopt, een relatief risico van het krijgen van mammacarcinoom geeft van 1,023 (95%BI=1,011-1,036) voor elk jaar van gebruik.41 Het vijf jaar of langer gebruiken van hormonale suppletie levert een hoger RR op, namelijk van 1,35 (95%BI=1,21-1,49). De resultaten bleken niet afhankelijk van de dosering, maar er waren weinig gegevens over de dosering bij langdurig gebruik. Vijf of meer jaren na het staken van HST was er geen sprake meer van een verhoogd relatief risico. Bij vrouwen die nooit hormonale suppletie hebben gebruikt, stijgt na de menopauze jaarlijks het RR van mammacarcinoom met 1,028 (95%BI=1,021-1,034).41 Toediening van alleen oestrogenen laat, evenals gecombineerde oestrogeen-progestageentoediening, het RR eveneens stijgen: respectievelijk 1,2 (95%BI=1,0-1,4) en 1,4 (95%BI=1,1-1,8).42 Resultaten van de Nurses' Health Study toonden vergelijkbare risicostijgingen bij gecombineerd gebruik.43 5 / 11

6 Het al besproken patiëntcontroleonderzoek, gebaseerd op de Nurses' Health Study, onderzocht ook de associatie tussen postmenopauzaal hormoongebruik en mortaliteit ten gevolge (van alle soorten) kanker.14 Het huidig gebruik van hormonale suppletie was geassocieerd met vermindering van de mortaliteit ongeacht de oorzaak. De grootte van het effect nam af bij langduriger gebruik. Opmerkelijk was dat in deze analyse het relatieve risico van mammacarcinoom 0,76 was (95%BI=0,561,02).14 In de reeds besproken meta-analyse van gecontroleerde klinische onderzoeken (periode 1985-november 1995), zijn naast de effecten van HST bij postmenopauzale vrouwen op cardiovasculaire ziekten, ook de effecten hiervan op kanker onderzocht.16 Relevante uitkomstmaten waren mamma-, uterus-, cervix- en andere carcinomen. Geen enkele uitkomst was significant geassocieerd met HST. Conclusie. Aanwijzingen voor een verhoogd risico van borstkanker bij langdurig gebruik van hormonale suppletie komen alle uit observationele onderzoeken. De resultaten van deze onderzoeken kunnen zijn vertekend doordat hormonale suppletie werd voorgeschreven aan vrouwen met een laag risicoprofiel, namelijk pas nadat een mammografie was verricht en was gebleken dat de familieanamnese negatief was. De meeste vertekenende factoren zouden, zo wordt aangenomen, het werkelijke risico kunnen verhogen. Van belang is om op te merken dat progestagenen geen beschermend effect hebben op de ontwikkeling van mammacarcinoom, zoals wel is aangetoond bij de ontwikkeling van endometriumcarcinoom. Tabel 2. Overzicht van de belangrijkste onderzoeken met de hoogste level of evidence over positieve en nadelige effecten van HST () Ovariumcarcinoom. In een meta-analyse, van voornamelijk patiëntcontroleonderzoeken, werd de vraag onderzocht of postmenopauzale HST het risico van invasief epitheelcelcarcinoom van het ovarium vergroot.44 De resultaten toonden dat het ooit hebben gebruikt van, of het meer dan tien jaar hebben gebruikt van hormonale suppletie was geassocieerd met een verhoogd risico van invasief ovariumcarcinoom (resp. RR 1,15 [95%BI=1,05 1,27] en RR 1,27 [95%BI=1,00 1,61]). Volgens sommigen hebben de auteurs niet alle beschikbare literatuur voor hun meta-analyse gebruikt. HST geeft een verhoogd risico van mamma- en ovariumcarcinoom en trombo-embolische processen. Recent werden de resultaten gepubliceerd van een prospectief observationeel onderzoek ( ) waarbij meer dan postmenopauzale vrouwen waren betrokken.45 Het relatieve risico van overlijden ten gevolge van ovariumcarcinoom voor vrouwen die aan het begin van het onderzoek hormonale suppletie gebruikten, in vergelijking met niet-gebruiksters, was 1,51 (95%BI=1,16-1,96). Het risico nam toe met de duur van het gebruik. Hormonale suppletie van tien jaar of langer was geassocieerd met een RR 2,20 (95%BI=1,53-3,17). Het gedurende 10 jaar of langer hebben gebruikt van hormonale suppletie (=vroeger gebruik) was geassocieerd met een RR 1,59 (95%BI=1,13-2,25). Endometriumcarcinoom. Uit een meta-analyse van meer dan 30 observationele onderzoeken die het effect van oestrogenen (zonder progestagenen) onderzochten, bleek dat deze in sterke mate waren geassocieerd met een verhoogd risico van endometriumcarcinoom.46 Het risico neemt toe met de dosis en de duur van het gebruik. Na tien jaar gebruik is het risico met een factor tien verhoogd. Atypische endometriumhyperplasie wordt beschouwd als een geaccepteerde surrogaatparameter voor het risico van het ontwikkelen van endometriumcarcinoom.13 Uit een recente meta-analyse van 18 gerandomiseerde en gecontroleerde onderzoeken, blijkt dat het risico van het ontwikkelen van endometriumhyperplasie bij matig tot hoge doseringen oestrogenen significant is verhoogd in vergelijking met placebo (OR 5,4 voor 6 maanden gebruik, OR 16,0 voor 36 maanden gebruik).6 Voorts concluderen de auteurs dat oestrogenen, in matige tot hoge dosering, een verhoogd risico hebben van doorbraakbloedingen, waardoor de therapietrouw wordt verminderd. De toevoeging van oraal progestageen, sequentieel of continu, vermindert het risico van hyperplasie. Met sequentiële toediening was het risico van hyperplasie significant lager na 36 maanden dan met continue toediening (OR 0,3). Bovendien draagt sequentiële toediening bij aan een betere therapietrouw. Gedurende de looptijd van maximaal drie jaar van de onderzoeken met combinaties van oestrogenen en progestagenen, werd geen endometriumcarcinoom aangetoond. Uit een patiëntcontroleonderzoek komen aanwijzingen dat lage doseringen oestrogenen eveneens een verhoogd risico van hyperplasie hebben.47 In de praktijk wordt oestrogeentherapie gecombineerd met de toediening van progestagenen, gedurende 12 tot 14 dagen per maand. Hiermee wordt het risico van endometriumcarcinoom genormaliseerd. Van de toediening van progestagenen eenmaal per drie maanden is nog onvoldoende aangetoond dat deze veilig is.6 Dit geldt vooral gedurende de eerste twee jaar na de menopauze. Progestagenen zijn niet nodig bij vrouwen die een uterusextirpatie hebben ondergaan. Colorectaalcarcinoom. In een meta-analyse worden de resultaten beschreven van 13 observationele onderzoeken en één gerandomiseerd en gecontroleerd onderzoek naar het effect van HST (in de vorm van alleen oestrogenen) op het risico van colorectaalcarcinoom.48 Het relatieve risico van het krijgen van colorectaalcarcinoom bij gebruik van oestrogenen bedroeg 6 / 11

7 0,92 (95%BI=0,74-1,15). De meest recente meta-analyse omvat 18 onderzoeken (vooral patiëntcontroleonderzoeken).49 Het relatieve risico van coloncarcinoom bij HST bedroeg 0,80 (95%BI=0,74-0,86). Voor rectumcarcinoom werd gevonden: RR 0,81 (95%BI=0,720,92). Het beschermende effect van HST gold vooral bij het huidige gebruik. Er zijn dus aanwijzingen uit observationeel onderzoek dat oestrogenen het risico van colorectaalcarcinoom verminderen. Voor beide meta-analysen geldt dat de meeste onderzoeksgegevens geen betrekking hebben op het gecombineerde gebruik van oestrogenen en progestagenen. Het bleek dus niet mogelijk het effect van gelijktijdig toegediende progestagenen te onderzoeken. Trombo-embolische processen. Diepveneuze trombose. Uit enkele patiëntcontroleonderzoeken is gebleken dat gebruiksters van hormonale suppletie (alleen oestrogenen of gecombineerde HST) een drie- tot viermaal hoger relatief risico van diepveneuze trombose hebben in vergelijking met niet-gebruiksters Het risico is het grootst bij de aanvang van (kortdurende) therapie. Er was geen significant verschil in risico tussen orale en transdermale therapie. Het verhoogde risico zou jaarlijks bij ongeveer 16 vrouwen extra (per gebruiksters) aanleiding geven tot tot diepveneuze trombose. Gegevens uit gerandomiseerd en gecontroleerd onderzoek ondersteunen de bevindingen uit de genoemde patiëntcontroleonderzoeken. Het HERS-onderzoek17 rapporteerde eveneens een verhoogd RR van veneuze trombo-embolie vergeleken met placebo (RR 2,7 [95%BI=1,4-5,0]).53 Vanuit methodologisch opzicht bezien, is het interessant dat de veneuze trombose als bijwerking op dezelfde wijze werd gevonden in het observationele en het experimentele onderzoek, met zelfs hetzelfde relatieve risico. Bij het toedienen van oestrogenen in de postmenopauze was er klaarblijkelijk niet geselecteerd op risicofactoren voor veneuze trombose (vrijwel uitsluitend obesitas en erfelijke aanleg), maar wel op die van arteriële ziekte (hartinfarct en CVA), zoals roken, hoog cholesterol, diabetes, hoge bloeddruk.54 Deze laatste zijn geen risicofactoren voor veneuze trombose. Er bestond dus in het observationele onderzoek een goede intrinsieke vergelijkbaarheid wat het risico van veneuze bijwerking betreft, maar niet wat het risico van arteriële aandoeningen betreft, zoals reeds eerder werd vermoed. Longembolie. Uit een analyse van de Nurses' Health Study bleek het relatieve risico van het ontstaan van longembolie bij HST tweemaal zo groot te zijn als bij niet-gebruiksters.22 Gebruik in het verleden was niet geassocieerd met een verhoogd risico. Plaatsbepaling De door observationele onderzoeken gesuggereerde positieve effecten van hormonale suppletietherapie (HST) op de secundaire preventie van cardiovasculaire aandoeningen en op de primaire en secundaire preventie van de ziekte van Alzheimer, kunnen in gerandomiseerd en gecontroleerd onderzoek niet worden bevestigd. HST is voor de preventie van deze aandoeningen dan ook niet geïndiceerd. Hoe kunnen de verschillen in resultaten tussen observationeel en gerandomiseerd onderzoek (Gebu 1999; 33: ) worden verklaard, met name daar waar het gaat om de werking van HST? In menig observationeel onderzoek worden de resultaten berekend op basis van een verandering van intermediaire of surrogaateindpunten, in plaats van op harde klinische eindpunten, zoals (mortaliteit na) hartinfarct, CVA en het optreden van een fractuur. Tussen de intermediaire en de harde klinische eindpunten kunnen allerlei factoren meespelen die niet worden gemeten in de onderzoeken die surrogaateindpunten gebruiken. Een ander klassiek probleem in onderzoek naar het effect van medicatie is het zogenoemde healthy user bias. Vrouwen die hormonale suppletie gebruiken zijn gezonder, meer geïnteresseerd in eigen gezondheid en risicofactoren voor hart- en vaatziekten evenals in de gebruikte medicatie en zijn hoger opgeleid zijn dan hun collega s in de controlegroep. Vrouwen in de gebruikersgroep kunnen bijvoorbeeld in een voorkeurspositie worden gebracht doordat ze meer aandacht krijgen of zelfs een vergoeding ontvangen waardoor er een verhoogde therapietrouw kan bestaan. Het gerandomiseerde en gecontroleerde onderzoek geldt als de belangrijkste onderzoeksvorm naar effectiviteit in de klinische geneeskunde. De invloed van vertekenende factoren kan in deze onderzoeken beter worden bepaald en zo nodig worden gecorrigeerd. De met gerandomiseerde en gecontroleerde onderzoeken verkregen resultaten met HST ten aanzien van preventie van arteriële ziekte, de ziekte van Alzheimer en (in het algemeen ook) postmenopauzale fracturen, zijn zodanig dat het thans niet raadzaam is voor deze indicaties hormonale suppletie te gebruiken. Indien toch HST voor een van deze indicaties wordt gevraagd, dan is deelname aan een goed opgezet, onafhankelijk uitgevoerd, gerandomiseerd en gecontroleerd onderzoek, een optie. Daarnaast moeten ook de risico's van mamma- en ovariumcarcinoom en trombo- 7 / 11

8 embolische processen, zoals die uit observationele onderzoeken blijken, bij deze afweging worden betrokken. Trefwoorden: overgang, hormonale suppletietherapie, (post)menopauze, cardiovasculaire aandoeningen, ziekte van Alzheimer, postmenopauzale osteoporose, mammacarcinoom, ovariumcarcinoom, endometriumcarcinoom, colorectaalcarcinoom, diepveneuze trombose, longembolie Stofnaam Merknaam estradiol merkloos, Aerodiol, Climara, Dermestril, Estraderm, Estrofem, Fem 7, Menoimplant, Menorest, Progynova,, Sandrena, Systen, Vagifem, Zumenon estradiol/dydrogesteron Femoston, Femoston continu estradiol/norethisteron Activelle, Estracomb, Kliogest, Trisequens estriol Synapause-E3 medroxyprogesteron merkloos, Farlutal, Provera oestrogenen, geconjugeerd Dagynil, Premarin oestrogenen, geconjugeerd/medrogeston Premarin Plus oestrogenen, geconjugeerd/medroxyprogesteron Plentiva 5, Premelle 5, Premelle Cycle oestrogenen, geconjugeerd/norgestrel Prempak-C progesteron Progestan, Progestine raloxifen Evista testosteron Andriol, Sustanon, Testoderm tibolon Livial Literatuurreferenties 1. Barrett-Connor E, et al. Hormone and nonhormone therapy for the maintenance of postmenopausal health: the need for randomized controlled trials of estrogen and raloxifene. J Womens Health 1998; 7: Offringa M, et al (red.). Inleiding in evidence-based medicine. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, Moerman CJ, et al. Geringe gezondheidswinst te behalen met preventief hormoongebruik na de overgang door vrouwen in Nederland. Ned Tijdschr Geneeskd 2001; 145: VandenBroucke JP. Baat het of schaadt het? Natuur & Techniek 2001; VandenBroucke JP. How much of the cardioprotective effect of postmenopausal estrogens is real? Epidemiology 1995; Lethaby A, et al. Hormone replacement therapy in postmenopausal women: endometrial hyperplasia and irregular bleeding (Cochrane Review). Oxford: The Cochrane Library Update Software, 2001: issue Berg P van den, et al. Informatie vooraf is essentieel. Het gebruik van hormoonsubstitutietherapie bij vrouwen. Pharm Weekbl 2000; 135: Grodstein F, et al. Postmenopausal estrogen and progestin use and the risk of cardiovascular disease. N Engl J Med 1996; 335: Grodstein F, et al. A prospective, observational study of postmenopausal hormone therapy and primary prevention of cardiovascular disease. Ann Intern Med 2000; 133: Grodstein F, et al. The epidemiology of coronary heart disease and estrogen replacement by postmenopausal women. 8 / 11

9 Prog Cardiovasc Dis 1995; 38: Grady D, et al. Hormone therapy to prevent disease and prolong life in postmenopausal women. Ann Intern Med 1992; 117: Stampfer MJ, et al. Estrogen replacement therapy and coronary heart disease: a quantitative assessment of the epidemiologic evidence. Prev Med 1991; 20: Barrett-Connor E, et al. Hormone replacement therapy, heart disease, and other considerations. Annu Rev Public Health 1998; 19: Grodstein F, et al. Postmenopausal hormone therapy and mortality. N Engl J Med 1997; 336: Paganini-Hill A. Estrogen replacement therapy and stroke. Prog Cardiovasc Dis 1995; 38: Hemminki E, et al. Impact of postmenopausal hormone therapy on cardiovascular events and cancer: pooled data from clinical trials. BMJ 1997; 315: Hulley S, et al. Randomized trial of estrogen plus progestin for secondary prevention of coronary heart disease in postmenopausal women. Heart and Estrogen/progestin Replacement Study (HERS) Research Group. JAMA 1998; 280: Herrington DM, et al. Effects of estrogen replacement on the progression of coronary-artery atherosclerosis. N Engl J Med 2000; 343: Lenfant C. National Heart, Lung and Blood Institute, on preliminary trends in the Women s Health Initiative, National Heart, Lung, and Blood Institute Communications office. 3 April Yaffe K, et al. Estrogen therapy in postmenopausal women: effects on cognitive function and dementia. JAMA 1998; 279: Haskell SG, et al. The effect of estrogen replacement therapy on cognitive function in women: a critical review of the literature. J Clin Epidemiol 1997; 50: LeBlanc ES, et al. Hormone replacement therapy and cognition: systematic review and meta-analysis. JAMA 2001; 285: Mulnard RA, et al. Estrogen replacement therapy for treatment of mild to moderate Alzheimer disease: a randomised controlled trail. Alzheimer's Disease Cooperative Study. JAMA 2000; 283: Yaffe K, et al. Cognitive function in postmenopausal women treated with raloxifen. N Engl J Med 2001; 344: Kanis JA, et al. Evidence for efficacy of drugs affecting bone metabolism in preventing hip fracture. BMJ 1992; 305: Weiss NS, et al. Decreased risk of fractures of the hip and lower forearm with postmenopausal use of estrogen. N Engl J Med 1980; 303: Kiel DP, et al. Hip fracture and the use of estrogens in postmenopausal women. The Framingham Study. N Engl J Med 1987; 317: Cauley JA, et al. Estrogen replacement therapy and fractures in older women. Study of Osteoporotic Fractures Research Group. Ann Intern Med 1995; 122: Naessén T, et al. Hormone replacement therapy and the risk for first hip fracture. A prospective, population-based cohort study. Ann Intern Med 1990; 113: Lufkin EG, et al. Treatment of postmenopausal osteoporosis with transdermal estrogen. Ann Intern Med 1992; 117: Lindsay R, et al. Estrogen treatment of patients with established postmenopausal osteoporosis. Obstet Gynecol 1990; 76: Munk-Jensen N, et al. Reversal of postmenopausal vertebral bone loss by oestrogen and progestogen: a double blind placebo controlled study. BMJ 1988; 296: Christiansen C, et al. Bone mass in postmenopausal women after withdrawal of oestrogen/gestagen replacement therapy. Lancet 1981; i: Komulainen MH, et al. HRT and Vit D in prevention of non-vertebral fractures in postmenopausal women; a 5 year randomised trial. Maturitas 1998; 31: Nachtigall LE, et al. Estrogen replacement therapy I: a 10-year prospective study in the relationship to osteoporosis. Obstet Gynecol 1979; 53: Groeneveld FP. The climacteric: blood, sweat and tears? Population based studies of well-being, attitudes and hormone replacement therapy among 1947 women aged years [proefschrift]. Rotterdam, Elders P, et al. NHG-Standaard Osteoporose. Huisarts Wet 1999; 42: / 11

10 Syllabus CBO-consensus Osteoporose. April Steinberg KK, et al. A meta-analysis of the effect of estrogen replacement therapy on the risk of breast cancer. JAMA 1991; 265: Grady D, et al. Does postmenopausal hormone therapy cause breast cancer? Am J Epidemiol 1991; 134: Collaborative Group on Hormonal Factors in Breast Cancer. Breast cancer and hormone replacement therapy: collaborative reanalysys of data from 51 epidemiological studies of women with breast cancer and women without breast cancer. Lancet 1997; 350: Schairer C, et al. Menopausal estrogen and estrogen-progestin replacement therapy and breast cancer risk. JAMA 2000; 283: Colditz GA, et al. Cumulative risk of breast cancer to age 70 years according to risk factor status: data from the Nurses' Health Study. Am J Epidemiol 2000; 152: Garg PP, et al. Hormone replacement therapy and the risk of epithelial ovarian carcinoma: a meta-analysis. Obstet Gynecol 1998; 92: Rodriguez C, et al. Estrogen replacement therapy and ovarian cancer mortality in a large prospective study of US women. JAMA 2001; 285: Grady D, et al. Hormone replacement therapy and endometrial cancer risk: a meta-analysis. Obstet Gynecol 1995; 85: Weiderpass E, et al. Low-potency oestrogen and risk of endometrial cancer: a case-control study. Lancet 1999; 353: MacLennan SC, et al. Colorectal cancer and oestrogen replacement therapy. A meta-analysis of epidemiological studies. Med J Aust 1995; 162: Grodstein F, et al. Postmenopausal hormone therapy and the risk of colorectal cancer: a review and meta-analysis. Am J Med 1999; 106: Daly E, et al. Risk of venous thromboembolism in users of hormone replacement therapy. Lancet 1996; 348: Jick H, et al. Risk of hospital admission for idiopathic venous tromboembolism among users of postmenopausal oestrogens. La ncet 1996; 348: Grady D, et al. Postmenopausal hormone therapy increases risk for venous thromboembolic disease. The Heart and Estrogen/progestin Replacement Study. Ann Intern Med 2000; 132: Grodstein F, et al. Prospective study of exogenous hormones and risk of pulmonary embolism in women. Lancet 1996; 348: VandenBroucke JP, et al. Oral contraceptives and the risk of venous thrombosis. N Engl J Med 2001; 344: Gerelateerde artikelen Suppletie omega-3-vetzuren geen cardiovasculair nut mw S. van der Heijden MSc, dr H.J.E.M. Janssens Urine-incontinentie door geneesmiddelen Palliatieve behandeling van gemetastaseerd mammacarcinoom dr L.V.A.M. Beex, mw dr H.W.M. van Laarhoven Behandeling van overgangsklachten dr F.M. Helmerhorst, drs D. Bijl Beïnvloeden geslachtshormonen het risico op carcinoom? Trombolytica Antistollingsbehandeling bij verblijf in het buitenland / 11

11 Aminoglutethimide bij gemetastaseerd mammacarcinoom Hormonale anticonceptie invloed op hart en bloedvaten Onrust over oestrogenen Orale anticoagulantia Copyright 2019 Ge-Bu. Alle rechten voorbehouden / 11

De Overgang: een opvlieger waard?

De Overgang: een opvlieger waard? De Overgang: een opvlieger waard? Cécile Romans Huisarts Neerbeek Kaderarts Urogynaecologie Definitie n Menopauze: laatste bloeding n Climacterium/peri-menopauze/overgang: fase met symptomen van dalend

Nadere informatie

Menopauze, plaats voor HST? Jan Willem de Leeuw Gynaecoloog Ikazia Ziekenhuis, Rotterdam

Menopauze, plaats voor HST? Jan Willem de Leeuw Gynaecoloog Ikazia Ziekenhuis, Rotterdam Menopauze, plaats voor HST? Jan Willem de Leeuw Gynaecoloog Ikazia Ziekenhuis, Rotterdam Disclosures spreker GEEN Definities Menopauze: de laatste menstruatie in het leven van een vrouw. Deze wordt in

Nadere informatie

m e n o p a u z e D i a g n o s e en b e h a n d e l i n g

m e n o p a u z e D i a g n o s e en b e h a n d e l i n g m e n o p a u z e D i a g n o s e en b e h a n d e l i n g InformatiE EN ADVIES pathophys.org Diagnose perimenopauze en menopauze thelancet.com Diagnose perimenopauze en menopauze Diagnose ZONDER labotest

Nadere informatie

Menopauze polikliniek. Charlotte Broos, menopauze consulente Ellen Marie Sparidaens, fertiliteitsarts

Menopauze polikliniek. Charlotte Broos, menopauze consulente Ellen Marie Sparidaens, fertiliteitsarts Menopauze polikliniek Charlotte Broos, menopauze consulente Ellen Marie Sparidaens, fertiliteitsarts Menopauze De menopauze is de laatste menstruatie van een vrouw. Als een vrouw, een jaar lang geen menstruatie

Nadere informatie

Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel

Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel Prasugrel behoort tot de farmacotherapeutische groep van de bloedplaatjesaggregatieremmers (heparine niet meegerekend), een groep waaronder ook clopidogrel

Nadere informatie

Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel)

Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel) Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel) EFIENT (prasugrel) behoort tot de farmacotherapeutische groep van de bloedplaatjesaggregatieremmers (heparine niet meegerekend), een groep waaronder

Nadere informatie

Lipiden behandelen bij de oudere patiënt: starten, stoppen of doorgaan?

Lipiden behandelen bij de oudere patiënt: starten, stoppen of doorgaan? Lipiden behandelen bij de oudere patiënt: starten, stoppen of doorgaan? Dr. Mike Peters Internist VU medisch centrum Amsterdam mjl.peters@vumc.nl Ouderen passen niet in een richtlijn 1. Dhr S, 89 jaar,

Nadere informatie

Samenvatting en Discussie

Samenvatting en Discussie 101 102 Pregnancy-related thrombosis and fetal loss in women with thrombophilia Samenvatting Zwangerschap en puerperium zijn onafhankelijke risicofactoren voor veneuze trombose. Veneuze trombose is een

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift richt zich op statinetherapie in type 2 diabetespatiënten; hiervan zijn verschillende aspecten onderzocht. In Deel I worden de effecten van statines op LDLcholesterol en cardiovasculaire

Nadere informatie

Verschillen tussen hormoonpreparaten i.v.m. risico op borst- en endometrium carcinoom P. Neven

Verschillen tussen hormoonpreparaten i.v.m. risico op borst- en endometrium carcinoom P. Neven Verschillen tussen hormoonpreparaten i.v.m. risico op borst- en endometrium carcinoom P. Neven Inleiding: Oestradiol is het belangrijkste oestrogeen bij de premenopauzale vrouw; na de menopauze is dat

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20865 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Stegeman, Berendina Hendrika (Bernardine) Title: Hormonal contraceptives and venous

Nadere informatie

Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige

Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige Bloeddrukstreefwaarden bij patiënten met type 2 diabetes? A. Huidige richtlijn CVRM is achterhaald

Nadere informatie

Bijwerkingen van psychotrope geneesmiddelen. Nikkie Aarts

Bijwerkingen van psychotrope geneesmiddelen. Nikkie Aarts Bijwerkingen van psychotrope geneesmiddelen Nikkie Aarts Afdeling Epidemiologie & Inwendige Geneeskunde 3 de Lustrum Farmacovigilantie Platform Nederland Dinsdag 19 mei 2015 Promotietraject In de dagelijkse

Nadere informatie

Bijlage III Wijzigingen van de samenvattingen van productkenmerken en bijsluiters.

Bijlage III Wijzigingen van de samenvattingen van productkenmerken en bijsluiters. Bijlage III Wijzigingen van de samenvattingen van productkenmerken en bijsluiters. Opmerking: deze wijzigingen van de samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter waren geldig ten tijde van het

Nadere informatie

Chemotherapie en stolling

Chemotherapie en stolling Chemotherapie en stolling Therapie, preventie en risicofactoren Karen Geboes UZ Gent 4 december 2015 Avastin en longembolen: hoe behandelen en Avastin al dan niet verder? Chemotherapie en stolling: Therapie,

Nadere informatie

Nadelige cardiovasculaire effecten van postmenopauzale hormonale suppletie

Nadelige cardiovasculaire effecten van postmenopauzale hormonale suppletie breast cancer. The authors of this guideline propose a nationwide registration of all patients plus follow-up to monitor the adherence to the guideline. The best way to study the quality of care and compliance

Nadere informatie

PRO. De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten

PRO. De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten PRO De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten Prof. dr. Saskia Middeldorp, internist Afdeling Vasculaire Geneeskunde Academisch Medisch Centrum, Amsterdam Wat zegt de NHG standaard

Nadere informatie

Samenvatting 129. Samenvatting

Samenvatting 129. Samenvatting Samenvatting 128 Samenvatting 129 Samenvatting Het mammacarcinoom is de meest voorkomende maligniteit bij vrouwen, met wereldwijd een jaarlijkse incidentie van 1,67 miljoen. De prognose van patiënten met

Nadere informatie

Sekse en gender in hart-en vaatziekten: Zijn het allemaal hormonen?

Sekse en gender in hart-en vaatziekten: Zijn het allemaal hormonen? Sekse en gender in hart-en vaatziekten: Zijn het allemaal hormonen? Dr Jeanine Roeters van Lennep Internist, Vascular Medicine Erasmus MC Rotterdam, The Netherlands email:j.roetersvanlennep@erasmusmc.nl

Nadere informatie

5-jaars Follow-up van de FAME studie

5-jaars Follow-up van de FAME studie 5-jaars Follow-up van de FAME studie WCN Congres 2015, Amsterdam 20-11-2015 Drs. L.X. van Nunen namens de FAME studiegroep Potential conflicts of interest Ik, Lokien X. van Nunen, heb GEEN conflicts of

Nadere informatie

Samenvatting Vitamine K antagonisten zijn antistollingsmiddelen in tabletvorm. Ze worden voorgeschreven voor de behandeling en preventie van trombose.

Samenvatting Vitamine K antagonisten zijn antistollingsmiddelen in tabletvorm. Ze worden voorgeschreven voor de behandeling en preventie van trombose. 1 Samenvatting Samenvatting Vitamine K antagonisten zijn antistollingsmiddelen in tabletvorm. Ze worden voorgeschreven voor de behandeling en preventie van trombose. Zowel arteriële trombose (trombose

Nadere informatie

HORMOONTHERAPIE VAN KLACHTEN IN HET CLIMACTERIUM EN DE POSTMENOPAUZE. Versie 1.0

HORMOONTHERAPIE VAN KLACHTEN IN HET CLIMACTERIUM EN DE POSTMENOPAUZE. Versie 1.0 HORMOONTHERAPIE VAN KLACHTEN IN HET CLIMACTERIUM EN DE POSTMENOPAUZE Versie 1.0 Datum Goedkeuring 21-09-2005 Methodiek Evidence based Discipline Verantwoording Monodisciplinair NVOG Omschrijving van het

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/23449 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Roach, Rachel Elizabeth Jo Title: Sex-specific aspects of venous thrombosis Issue

Nadere informatie

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten Ton Kuijpers, Epidemioloog Guru based medicine Inhoud Voorbeeld van een wetenschappelijk onderzoeksdesign (RCT) Mate van bewijs Conclusies

Nadere informatie

KGBN. Zin en onzin van statines bij de hoogbejaarde patiënt. De neuroloog & statines.

KGBN. Zin en onzin van statines bij de hoogbejaarde patiënt. De neuroloog & statines. KGBN Zin en onzin van statines bij de hoogbejaarde patiënt. De neuroloog & statines. A/ ISCHEMIC STROKE / TIA & geen CHD : Heart Protection Study : Subgroep stroke antec. gerandomiseerd naar simvastatine

Nadere informatie

Osteoporoseprofylaxe bij corticosteroïdgebruik

Osteoporoseprofylaxe bij corticosteroïdgebruik Osteoporoseprofylaxe bij corticosteroïdgebruik 101-106 Deze Medisch Farmaceutische Beslisregel (MFB) is ontwikkeld door de KNMP en Health Base, in samenwerking met de Expertgroep MFB. Datum 27 mei 2013

Nadere informatie

Acetylcysteine bij ouderen met COPD. Reduceert acetylsteine exacerbaties?

Acetylcysteine bij ouderen met COPD. Reduceert acetylsteine exacerbaties? Home no. 3 Juni 2018 Eerdere edities Verenso.nl Acetylcysteine bij ouderen met COPD. Reduceert acetylsteine exacerbaties? Critical Appraisal of Topics Mariëlle Winters mariellewinters@gmail.com Aanleiding

Nadere informatie

Cover Page. The following handle holds various files of this Leiden University dissertation:

Cover Page. The following handle holds various files of this Leiden University dissertation: Cover Page The following handle holds various files of this Leiden University dissertation: http://hdl.handle.net/1887/61127 Author: Hulle, T. van der Title: The diagnostic and therapeutic management of

Nadere informatie

Osteoporose Voorkom Beenderbreuken

Osteoporose Voorkom Beenderbreuken Osteoporose Voorkom Beenderbreuken Prof. Dr. S. Goemaere Reumatoloog, UZ Gent Belgian Bone Club (BBC) International Osteoporosis Foundation (IOF) EU-Osteoporosis Consultation Panel IOF Working Parties

Nadere informatie

Osteoporoseprofylaxe bij corticosteroïdgebruik

Osteoporoseprofylaxe bij corticosteroïdgebruik Osteoporoseprofylaxe bij corticosteroïdgebruik 101-106 Deze Medisch Farmaceutische Beslisregel (MFB) is ontwikkeld door de KNMP en Health Base, in samenwerking met de Expertgroep MFB. Datum 27 mei 2013

Nadere informatie

Osteoporose Voorkom Beenderbreuken

Osteoporose Voorkom Beenderbreuken Osteoporose Voorkom Beenderbreuken Prof. Dr. S. Goemaere Reumatoloog, UZ Gent Belgian Bone Club (BBC) International Osteoporosis Foundation (IOF) EU-Osteoporosis Consultation Panel IOF Working Parties

Nadere informatie

OLIJFdag 3 oktober 2015

OLIJFdag 3 oktober 2015 OLIJFdag 3 oktober 2015 Nieuwe behandelingen bij eierstokkanker Els Witteveen Internist-oncoloog Huidige en nieuwe inzichten Intraperitoneale toediening Toevoeging van bevacizumab Dose dense toediening

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/24037

Nadere informatie

Cover Page. Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for rectal cancer Issue Date:

Cover Page. Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for rectal cancer Issue Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/46445 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for

Nadere informatie

Cardiovasculaire medicatie: gezondheidswinst versus valrisico

Cardiovasculaire medicatie: gezondheidswinst versus valrisico Cardiovasculaire medicatie: gezondheidswinst versus valrisico Geeske Peeters Susan Tett Samantha Hollingworth Danijela Gnijdic Sarah Hilmer Annette Dobson Ruth Hubbard Richtlijn Acuut Coronair Syndroom

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/26110 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Raps, Marjolein Title: Effectiveness and side effects of hormonal contraceptives

Nadere informatie

De pil bij vrouwen met verhoogd tromboserisico

De pil bij vrouwen met verhoogd tromboserisico 17 februari 2016 De pil bij vrouwen met verhoogd tromboserisico Karina Meijer Minisymposium ter gelegenheid van de promotie van Lies van Vlijmen 170216 De pil Met stip populairste anticonceptivum Veneuze

Nadere informatie

Klinische implicaties van de EVOLVE studie

Klinische implicaties van de EVOLVE studie ASN Review 2012 Klinische implicaties van de EVOLVE studie Marc Vervloet, internist-nefroloog VU medisch centrum Associatie PTH met mortaliteit Kalantar-Zadeh, Kidney Int 2007 Welke evidence? Associatie

Nadere informatie

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Samenvatting Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Hoofdstuk 1 bevat de algemene inleiding van dit proefschrift. Dit hoofdstuk

Nadere informatie

Behandeling van overgangsklachten waarmee en hoe lang?

Behandeling van overgangsklachten waarmee en hoe lang? Behandeling van overgangsklachten waarmee en hoe lang? Man/Vrouw Symposium 13 april 2016 Dr. Magda Armeanu, gynaecoloog Disclosure belangen spreker Dr. Magda Armeanu, gynaecoloog (potentiële) belangenverstrengeling

Nadere informatie

De overgangsjaren. Marieke Boerema, verpleegkundig consulent menopauze Louisette Peters, gynaecoloog

De overgangsjaren. Marieke Boerema, verpleegkundig consulent menopauze Louisette Peters, gynaecoloog De overgangsjaren Marieke Boerema, verpleegkundig consulent menopauze Louisette Peters, gynaecoloog Voorkomen overgangsklachten In Nederland heeft 80% van de vrouwen overgangsklachten. 60 % heeft hier

Nadere informatie

Oncologische zorg bij ouderen

Oncologische zorg bij ouderen Oncologische zorg bij ouderen Balanceren tussen over- en onderbehandeling Johanneke Portielje, HagaZiekenhuis Kring ouderenzorg AMC & partners 12 juni 2013 mamma carcinoom

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

MYOMEN BEHANDELEN MET PILLEN, WIE ZOU DAT NIET WILLEN? OF TOCH PILLEN VOOR MYOMEN: IN JE DROMEN!

MYOMEN BEHANDELEN MET PILLEN, WIE ZOU DAT NIET WILLEN? OF TOCH PILLEN VOOR MYOMEN: IN JE DROMEN! MYOMEN BEHANDELEN MET PILLEN, WIE ZOU DAT NIET WILLEN? OF TOCH PILLEN VOOR MYOMEN: IN JE DROMEN! Judith Huirne Gynaecoloog VUmc Uterine Repair Center Wouter Hehenkamp Robert de Leeuw Freek Groenman Norah

Nadere informatie

Peer review EBM. Ontwikkeld door WVVK in opdracht van Pro-Q-Kine

Peer review EBM. Ontwikkeld door WVVK in opdracht van Pro-Q-Kine Peer review EBM Inleiding Doelstellingen? Attitude: bereid zijn om evidence based te handelen, om expertise te delen, om evidentie te bespreken Kennis: wat is EBM, wat is evidentie, wat is een richtlijn,

Nadere informatie

De behandeling van lage rugpijn met ruggordels en medicatie

De behandeling van lage rugpijn met ruggordels en medicatie Samenvatting 163 De behandeling van lage rugpijn met ruggordels en medicatie Lage rugpijn is een veelvuldig voorkomend probleem in geïndustrialiseerde landen. De kans dat iemand gedurende zijn leven een

Nadere informatie

Big trouble? Het Big 5 palet. Het Big 5 palet. Gevolgen overgewicht breder dan Big 5. Overgewicht. Relatie tussen overgewicht, diabetes, kanker

Big trouble? Het Big 5 palet. Het Big 5 palet. Gevolgen overgewicht breder dan Big 5. Overgewicht. Relatie tussen overgewicht, diabetes, kanker Big trouble? Het Big 5 palet Hart- en vaatziekten Astma / COPD Depressie B.H.R. Wolffenbuttel Afd. Endocrinologie & Stofw. ziekten Universitair Medisch Centrum Groningen Welke belangrijke risicofactor

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting 198 Het eerste deel van dit proefschrift beschrijft de effectiviteit van clopidogrel en tirofiban in patiënten met een acuut hart infarct verwezen voor een spoed dotter behandeling. In hoofdstuk 1 werd

Nadere informatie

Thema: "Overgankelijkheden" D.H. Bogchelman. 10 november 2012

Thema: Overgankelijkheden D.H. Bogchelman. 10 november 2012 Thema: "Overgankelijkheden" 10 november 2012 D.H. Bogchelman Inleiding Wat is de overgang? Wat gebeurt er in de overgang? Verschijnselen van de overgang Hoe behandelen we overgangsklachten? Wat zijn de

Nadere informatie

Vallen en liefst niet breken! Joris Meeuwissen Algemeen interne geneeskunde en geriatrie Zaterdag 21 september 2013

Vallen en liefst niet breken! Joris Meeuwissen Algemeen interne geneeskunde en geriatrie Zaterdag 21 september 2013 Vallen en liefst niet breken! Joris Meeuwissen Algemeen interne geneeskunde en geriatrie Zaterdag 21 september 2013 Inhoudstafel 1. Sarcopenie, frailty en vallen 2. Osteoporose? 3. Hoe stellen we dit

Nadere informatie

Samenvatting*en*conclusies* *

Samenvatting*en*conclusies* * Samenvatting*en*conclusies* * Kwaliteitscontrole-in-vaatchirurgie.-Samenvattinginhetnederlands. Inditproefschriftstaankwaliteitvanzorgenkwaliteitscontrolebinnende vaatchirurgie zowel vanuit het perspectief

Nadere informatie

Hormoongebruik rond de overgang

Hormoongebruik rond de overgang Hormoongebruik rond de overgang Afdelingen gynaecologie en verloskunde Inhoudsopgave Inleiding 2 Wat is de overgang? 2 Klachten tijdens de overgang 2 Het gebruik van oestrogenen tijdens de overgang 2 De

Nadere informatie

Doel behandeling bij DM: verhinderen/vertragen complicaties. Haffner, NEJM 1998 UKPDS. T2DM, HbA1c, en HVZ 12-7-2011

Doel behandeling bij DM: verhinderen/vertragen complicaties. Haffner, NEJM 1998 UKPDS. T2DM, HbA1c, en HVZ 12-7-2011 Doel behandeling bij DM: verhinderen/vertragen complicaties Haffner, NEJM 998 microvasculaire afwijkingen nefropathie retinopathie neuropathie macrovasculaire afwijkingen coronaire hartziekten cerebrovasculaire

Nadere informatie

Fractuurpreventie bij 80- plussers: focus op medicatie. Harald Verhaar, internist-geriater UMC Utrecht

Fractuurpreventie bij 80- plussers: focus op medicatie. Harald Verhaar, internist-geriater UMC Utrecht Fractuurpreventie bij 80- plussers: focus op medicatie Harald Verhaar, internist-geriater UMC Utrecht Vragen Is het überhaupt nog wel zinvol om een anti-osteoporose medicament voor te schrijven aan een

Nadere informatie

Opvliegers. Kleine kwaal. SM Bakker, JAH Eekhof, ALM Lagro-Jansen, A Knuistingh Neven. Inleiding. Diagnose. Achtergrond. Veelgebruikte behandelingen

Opvliegers. Kleine kwaal. SM Bakker, JAH Eekhof, ALM Lagro-Jansen, A Knuistingh Neven. Inleiding. Diagnose. Achtergrond. Veelgebruikte behandelingen Kleine kwaal Opvliegers SM Bakker, JAH Eekhof, ALM Lagro-Jansen, A Knuistingh Neven Inleiding Opvliegers zijn korte, plotselinge warmteaanvallen die meestal gepaard gaan met transpiratie en met het rood

Nadere informatie

Sociale steun. Disclosure. prof. dr. R.C. Oude Voshaar, UMCG Voorspellen ziektelast van Alzheimer dementie 1

Sociale steun. Disclosure. prof. dr. R.C. Oude Voshaar, UMCG Voorspellen ziektelast van Alzheimer dementie 1 Sociale steun Voorspellen ziektelast van Alzheimer dementie 1 Een vergeten aangrijpingspunt voor preventie van cognitieve achteruitgang & dementie? Richard Oude Voshaar Preventieve GGZ van vroeg tot later

Nadere informatie

Heart and Soul. Cardiovasculair en Depressie

Heart and Soul. Cardiovasculair en Depressie Heart and Soul Cardiovasculair en Depressie Ten leading causes of DALY s 2030 - high income countries (in %) - Unipolar depressive disorder 9.8 Ischaemic heart disease 5.9 Alzheimer and other dementias

Nadere informatie

OVERZICHT RECENTE LITERATUUR

OVERZICHT RECENTE LITERATUUR KLINISCHE FARMACOLOGIE, VAKGROEP FARMACOLOGIE OVERZICHT RECENTE LITERATUUR Prof Dr T Christiaens, Prof Dr T Debacker, Dr E Van Leeuwen Universiteit Gent 12/09/2018 ANTIHYPERTENSIVA Wright JM et al. First-line

Nadere informatie

Staken antihypertensiva bij ouderen. Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie

Staken antihypertensiva bij ouderen. Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie Staken antihypertensiva bij ouderen Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie 2 Vragen Zou u antihypertensiva staken bij een geriatrische patiënt met hypertensie en een

Nadere informatie

212

212 212 Type 2 diabetes is een chronische aandoening, gekarakteriseerd door verhoogde glucosewaarden (hyperglycemie), die wereldwijd steeds vaker voorkomt (stijgende prevalentie) en geassocieerd is met vele

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/28736 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Debeij, Jan Title: The effect of thyroid hormone on haemostasis and thrombosis

Nadere informatie

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling Evidence tabel bij ADHD in kinderen en adolescenten (studies naar adolescenten met ADHD en ) Auteurs, Gray et al., 2011 Thurstone et al., 2010 Mate van bewijs A2 A2 Studie type Populatie Patiënten kenmerken

Nadere informatie

Gender differences in heart disease. Dr Danny Schoors

Gender differences in heart disease. Dr Danny Schoors Gender differences in heart disease Dr Danny Schoors Women are meant to be loved, not to be understood Oscar Wilde (1854-1900) 2 05/01/16 Inleiding Cardiovasculaire ziekte 7 tot 10 jaar later dan bij mannen

Nadere informatie

Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten. Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC

Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten. Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC achtergrond veneuze trombose komt frequent voor Medisch jaarverslag FNT 2014

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal

Nadere informatie

Bijlage II. Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de wijziging in de voorwaarden van de vergunningen voor het in de handel brengen

Bijlage II. Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de wijziging in de voorwaarden van de vergunningen voor het in de handel brengen Bijlage II Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de wijziging in de voorwaarden van de vergunningen voor het in de handel brengen 415 Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de wijziging in

Nadere informatie

Antistolling bij de oudere patiënt met atriumfibrilleren. Dr Robert G Tieleman Martini Ziekenhuis UMCG

Antistolling bij de oudere patiënt met atriumfibrilleren. Dr Robert G Tieleman Martini Ziekenhuis UMCG Antistolling bij de oudere patiënt met atriumfibrilleren Dr Robert G Tieleman Martini Ziekenhuis UMCG Epidemiologie van atriumfibrilleren (AF) Meest voorkomende ritmestoornis in de westerse wereld Gemiddeld

Nadere informatie

Overbehandeling Nieuwe behandeling Bloeddrukbehandeling. Sterfte en HbA1c. ACCORD-studie. HbA1c en gezondheidstoestand

Overbehandeling Nieuwe behandeling Bloeddrukbehandeling. Sterfte en HbA1c. ACCORD-studie. HbA1c en gezondheidstoestand Overbehandeling Nieuwe behandeling Bloeddrukbehandeling Is de NHG-Standaard nog up-to-date? MONITORING VAN ONDERBEHANDELING! Simon Verhoeven en Daniel Tavenier MAAR HOE ZIT HET MET OVERBEHANDELING? Sterfte

Nadere informatie

Back to lipids lange termijn effecten van sta6nes

Back to lipids lange termijn effecten van sta6nes Back to lipids lange termijn effecten van sta6nes Prof Dr Johan De Su.er Universiteit Gent AZ Maria Middelares Gent Sta:ne gebruikers in België : 2005-2015 CM rapport 2015 ZIV uitgaven voor sta:nes: 2005-2015

Nadere informatie

Maat houden met medisch handelen.

Maat houden met medisch handelen. Maat houden met medisch handelen F.M.Helmerhorst@LUMC.nl Maat houden met medisch handelen De zaak hormoontherapie in de fysiologische menopause F.M.Helmerhorst@LUMC.nl Conflicts of interest Frans Helmerhorst

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 200 NEDERLANDSE SAMENVATTING Duizeligheid is een veel voorkomend probleem bij ouderen. Tot 30% van de thuiswonende ouderen van 65 jaar en ouder ervaart enige vorm van duizeligheid.

Nadere informatie

Literatuuronderzoek. Systematische Review Meta-Analyse. KEMTA Andrea Peeters

Literatuuronderzoek. Systematische Review Meta-Analyse. KEMTA Andrea Peeters Literatuuronderzoek Systematische Review Meta-Analyse KEMTA Andrea Peeters Waarom doen? Presentatie 1. Begrippen systematische review en meta-analyse 2. Hoe te werk gaan bij het opzetten van een review

Nadere informatie

Voortgezette behandeling van longembolie in 2016 visie van de 1.5 lijn Menno Huisman. Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden

Voortgezette behandeling van longembolie in 2016 visie van de 1.5 lijn Menno Huisman. Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden Voortgezette behandeling van longembolie in 2016 visie van de 1.5 lijn Menno Huisman Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden Traditionele behandeling van VTE UFH LMWH Fondap. Vitamin-K antagonists Vitamin-K

Nadere informatie

DICK BIJL, ARTS N.P., EPIDEMIOLOOG INTERNATIONAL SOCIETY OF DRUG BULLETINS (ISDB)

DICK BIJL, ARTS N.P., EPIDEMIOLOOG INTERNATIONAL SOCIETY OF DRUG BULLETINS (ISDB) Minder medicijnen is vaak beter. DICK BIJL, ARTS N.P., EPIDEMIOLOOG INTERNATIONAL SOCIETY OF DRUG BULLETINS (ISDB) Even voorstellen Arts n.p. en epidemioloog, oud-huisarts 22 Jaren gewerkt bij het Geneesmiddelenbulletin:

Nadere informatie

Hormone Replacement Therapy. -Festina lente-

Hormone Replacement Therapy. -Festina lente- Hormone Replacement Therapy -Festina lente- Historiek HRT Menopauze Veiligheid HRT Effectiviteit van HRT Duur en soort HRT Fyto-oestrogen,SERMS, tibolone,etc Prematuur ovarieel falen Praktische aanbevelingen

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Nederlandse samenvatting In dit proefschrift wordt het gebruik van aspirine (een bloedverdunner in tabletvorm) en laag-moleculair-gewicht heparine (een injectie die zorgt voor

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 121 Nederlandse samenvatting Patiënten met type 2 diabetes mellitus (T2DM) hebben een verhoogd risico op de ontwikkeling van microvasculaire en macrovasculaire complicaties. Echter,

Nadere informatie

ANTITROMBOTISCHE BEHANDELING: ENKELE RECENTE PUBLICATIES

ANTITROMBOTISCHE BEHANDELING: ENKELE RECENTE PUBLICATIES ANTITROMBOTISCHE BEHANDELING: ENKELE RECENTE PUBLICATIES De indicaties en praktische problemen van de antitrombotica waren reeds tweemaal het onderwerp van een themanummer van de Folia [Folia februari

Nadere informatie

Bijlage III. Wijzigingen die zijn aangebracht aan relevante delen van de samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter

Bijlage III. Wijzigingen die zijn aangebracht aan relevante delen van de samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter Bijlage III Wijzigingen die zijn aangebracht aan relevante delen van de samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter Opmerking: Deze wijzigingen aan de relevante delen van de Samenvatting van

Nadere informatie

CAT in het bakkie!! Workshop Quick & Dirty evidence zoeken

CAT in het bakkie!! Workshop Quick & Dirty evidence zoeken CAT in het bakkie!! Workshop Quick & Dirty evidence zoeken dr. Evelien I.T. de Schepper huisarts-epidemioloog, post-doc onderzoeker (Erasmus MC) Alex N. Bastick huisarts-epidemioloog, promovendus (Oosterhout

Nadere informatie

Evidence piramide. Gecontroleerde studies. Welk studie type? 19/02/2013. 3 me ta.eu. Niet dezelfde piramide voor elke vraag. me ta.eu. me ta.

Evidence piramide. Gecontroleerde studies. Welk studie type? 19/02/2013. 3 me ta.eu. Niet dezelfde piramide voor elke vraag. me ta.eu. me ta. Niet dezelfde piramide voor elke vraag Evidence piramide Gecontroleerde studies Welk studie type? 3 1 Effect van roken op longkaner Richard Doll 1951: prospectieve studie 2/3 mannelijke Britse artsen Goede

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Cardiovasculaire Beoordeling na Hypertensieve Afwijkingen van de Zwangerschap Hypertensieve zwangerschapscomplicaties rondom de uitgerekende datum zijn veelvoorkomende complicaties.

Nadere informatie

B-vitaminen ter preventie van fracturen en de vermindering van het fysiek functioneren

B-vitaminen ter preventie van fracturen en de vermindering van het fysiek functioneren SAMENVATTING Samenvatting B-vitaminen ter preventie van fracturen en de vermindering van het fysiek functioneren Door de stijgende levensverwachting zal het aantal osteoporotische fracturen toenemen. Osteoporotische

Nadere informatie

Nederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting

Nederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 197 198 Samenvatting In het proefschrift worden diverse klinische aspecten van primaire PCI (Primaire Coronaire Interventie) voor de behandeling van een hartinfarct onderzocht.

Nadere informatie

Management of preterm delivery in women with abnormal fetal presentation

Management of preterm delivery in women with abnormal fetal presentation UvA-DARE (Digital Academic Repository) Management of preterm delivery in women with abnormal fetal presentation Bergenhenegouwen, L.A. Link to publication Citation for published version (APA): Bergenhenegouwen,

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

Vitamine D. Ton Boermans huisarts

Vitamine D. Ton Boermans huisarts Vitamine D Ton Boermans huisarts 2 2 Vitamine D Onvoldoende UVB voor Vitamine D synthese van november tot begin maart 90% van Europa heeft gedurende 4-6 mnd onvoldoende UVB straling. Latitude 38 o north

Nadere informatie

CVRM kwetsbare ouderen. Rotterdam maart 2015 AJ Arends, klinisch geriater en klinisch farmacoloog io

CVRM kwetsbare ouderen. Rotterdam maart 2015 AJ Arends, klinisch geriater en klinisch farmacoloog io CVRM kwetsbare ouderen Rotterdam maart 2015 AJ Arends, klinisch geriater en klinisch farmacoloog io Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. CETURA 0,5 mg tabletten Estradiol (in de vorm van hemihydraat)

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. CETURA 0,5 mg tabletten Estradiol (in de vorm van hemihydraat) B. BIJSLUITER 1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER CETURA 0,5 mg tabletten Estradiol (in de vorm van hemihydraat) Lees goed de hele bijsluiter voordat je dit geneesmiddel gaat gebruiken - Bewaar

Nadere informatie

Statines en cardiovasculaire preventie: de 'Heart Protection Study'

Statines en cardiovasculaire preventie: de 'Heart Protection Study' Statines en cardiovasculaire preventie: de 'Heart Protection Study' Heart Protection Study Collaborative Group. MRC/BHF Heart Protection Study of cholesterol lowering with simvastatin in 20 536 high-risk

Nadere informatie

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie.

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie. Samenvatting De primaire doelstelling van het onderzoek was het onderzoeken van de lange termijn effectiviteit van oefentherapie en de rol die therapietrouw hierbij speelt bij patiënten met artrose aan

Nadere informatie

CVRM addendum (kwetsbare) ouderen

CVRM addendum (kwetsbare) ouderen CVRM addendum (kwetsbare) ouderen Prof. Dr. Majon Muller Internist-OUDGNK Hoofd sectie OUDGNK Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties

Nadere informatie

Osteoporose profylaxe bij 80+

Osteoporose profylaxe bij 80+ Osteoporose profylaxe bij 80+ Emilie Gieling, AIOS Ziekenhuisfarmacie, CWZ Prof. Dr. Joop van den Bergh, internist-endocrinoloog, VieCurie MC Noord-Limburg, Maastricht UMC & UHasselt België (potentiële)

Nadere informatie

gegevens van de mannen die aan het begin van het onderzoek nog geen HVZ en geen diabetes hadden.

gegevens van de mannen die aan het begin van het onderzoek nog geen HVZ en geen diabetes hadden. Samenvatting In hoofdstuk 1 hebben we het belang en het doel van het onderzoek in dit proefschrift beschreven. Wereldwijd vormen hart- en vaatziekten (HVZ) de belangrijkste oorzaak van sterfte. Volgens

Nadere informatie

CBYL719A2201, NEO-Belle (Borstkanker) / borstkanker

CBYL719A2201, NEO-Belle (Borstkanker) / borstkanker CBYL719A2201, NEO-Belle (Borstkanker) / borstkanker Onderzoek naar een nieuwe behandeling voor patiënten met hormoongevoelige HER2-negatieve borstkanker die de overgang gepasseerd zijn en in aanmerking

Nadere informatie

Risk factors for renal function abnormalities

Risk factors for renal function abnormalities Risk factors for renal function abnormalities Nederlandse samenvatting Dit proefschrift probeert mogelijke risicofactoren voor progressief nierfunctieverlies te identificeren in een niet-diabetische populatie.

Nadere informatie

Veneuze trombo-embolische ziekte: 6184 VEGF-antagonisten

Veneuze trombo-embolische ziekte: 6184 VEGF-antagonisten Veneuze trombo-embolische ziekte: 6184 VEGF-antagonisten Aflibercept, axitinib, bevacizumab, cabozantinib, nintedanib, pazopanib, ponatinib, ramucirumab, regorafenib, sorafenib, sunitinib en vandetanib.

Nadere informatie

Onderzoeksdesigns. Ellen Tromp, epidemioloog St Antonius ziekenhuis

Onderzoeksdesigns. Ellen Tromp, epidemioloog St Antonius ziekenhuis Onderzoeksdesigns Ellen Tromp, epidemioloog St Antonius ziekenhuis Inhoud Inleiding Wetenschappelijk bewijs Opdracht Verschillende onderzoekdesigns De drie componenten van evidence-based practice Wetenschappelijk

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting 12 Samenvatting Hoofdstuk 1 is een algemene inleiding en beschrijft de achtergronden en het doel van dit proefschrift. Met het stijgen van de leeftijd nemen de incidentie en prevalentie van hart- en vaatziekten

Nadere informatie