Budgetvraag intensivering regievoering en monitoring participatie en inburgering nieuwe inwoners: Pilot Maatwerk

Transcriptie

1 DB/AB VOORSTEL Steller Afdeling/team Janine Steenbergen en Geert van Dijk Directie Datum 26 september 2017 Onderwerp Volgnummer Geagendeerd Bijlagen Budgetvraag intensivering regievoering en monitoring participatie en inburgering nieuwe inwoners: Pilot Maatwerk 25 oktober 2017 (DB), 13 december (AB) geen Voorstel/gewenst besluit Het bestuur stemt in met het voorstel om: Voor en voor extra bijdrage te verstrekken om de bestuurlijke opdracht voor de tijdelijke intensivering van de uitstroom van nieuwkomers naar werk, taal, monitoring op het inburgeringsproces en zinvolle dagbesteding in de aangesloten gemeenten te realiseren via een pilot maatwerk; Hierbij de volgende verdeelsleutel over de betrokken gemeenten te hanteren: Extra bijdrage 2018 op basis van Algemene Verdeelsleutel Extra bijdrage 2019 op basis van Algemene Verdeelsleutel Algemene Verdeelsleutel Bunnik 4,43646% De Bilt 19,76844% Utrechtse Heuvelrug 20,26472% Wijk bij Duurstede 9,63855% Zeist 45,89183% Totaal De opdracht gevende gemeenten te verzoeken maximale medewerking te verlenen aan doelmatige en doeltreffende vormen van samenwerking in de opvang en begeleiding van nieuwkomers naar werk en actieve dagbesteding, het kunnen voeren van regie door de RSD KRH op individueel klantniveau en het gezamenlijk inrichten van een monitorings- en verantwoordingssysteem; De voortgang en monitoring van de intensivering en de behaalde resultaten van de pilot minimaal twee maal per jaar te evalueren en zo nodig bij te stellen; In te stemmen met aanwending van euro bij een positief DB-besluit ten behoeve van een snelle start. Strategische kaders Dit voorstel past in het strategisch beleid dat voor de RSD is vastgesteld: inzet op kansrijken met daarnaast aandacht voor jongeren en mensen met taalachterstand. Een groeiend deel van het bestand van de RSD bestaat uit jongeren, veelal met een taalachterstand. Voor jongeren en volwassenen die de taal onvoldoende machtig zijn is het kader: 'Taalachterstand mag geen reden zijn om aan de kant te blijven staan'. Binnen het tweejarenbeleid van de RSD zijn jongeren en nieuwe inwoners als 'prioritaire groepen' neergezet. Erkend is dat deze groepen een specifieke (intensieve) aanpak vergen. voorstel blad 1 van 9

2 Actualiteit: regeerakkoord In het regeerakkoord dat recent is gepubliceerd staat de denkrichting genoemd voor aanpassingen in het migratiebeleid. Het duurt natuurlijk enige tijd voordat deze zijn uitgewerkt in nieuwe of aanvullende wet- en regelgeving, en het blijft ook altijd de vraag of het regeerakkoord in haar uitwerking op deze punten voldoende draagvlak kan rekenen in het parlement. Uit het regeerakkoord: Meer flexibel asielsysteem waarin opvang, de asielprocedure en de integratie dan wel terugkeer integraal worden benaderd. Na een eerste selectie worden asielzoekers met een grote kans op asiel geplaatst in kleinere centra in de buurt van de gemeente verantwoordelijk voor de huisvesting. Daar wordt direct begonnen met taalles (van niveau A2 nu naar minimaal naar B1) en integratie, waarbij rekening wordt gehouden met werkkwalificaties en het lokale aanbod van werk. Gemeenten houden experimenteerruimte voor het bieden van werkmogelijkheden. Gemeenten innen voor statushouders gedurende de eerste twee jaar de zorgtoeslag, huurtoeslag en bijstand, en de nieuwkomer ontvangt voorzieningen en begeleiding in natura met leefgeld. Indien de nieuwkomer gaat werken eventueel eerder uitstromen. Iemand die niet slaagt voor een toets na twee jaar stroomt in principe nog niet uit. Verwijtbaar niet inburgeren heeft consequenties, zoals verliezen van de verblijfsstatus of korten op uitkering. Inburgeren is een plicht. De wijze waarop inburgeringscursussen worden gegeven en examens getoetst wordt herzien. Met deze maatregelen krijgt de (lokale-) overheid weer veel meer invloed en sturing op het inburgeringsproces. De voorgestelde maatregelen van de nieuwe regering sluiten hiermee goed aan op de bestuursambitie van de gemeenten van de RSDKRH en versterken de lijn die wordt voorgesteld in bijgaand bestuursvoorstel. Toelichting In mei 2017 is aan de RSD KRH de volgende opdracht meegegeven: Zorg er door versterking van de integrale regie en een betere monitoring structureel voor dat inburgeringsplichtigen (in de praktijk vooral statushouders) sneller en succesvoller inburgeren en integreren. De eigen kracht en verantwoordelijkheid van de inburgeringsplichtige blijven voorop staan. De opdracht is gevolg van een bestuurlijke conferentie in februari waar door het AB/DB is vastgesteld: De uitkomsten van WRR onderzoek liegen er niet om: de arbeidsparticipatie van statushouders blijft achter, want 1/3 van de statushouders van toen heeft een betaalde baan en het slagingspercentage inburgering is teruggelopen tot 39%. Als oorzaak voor deze situatie wordt gezien dat er nog steeds niet vroeg genoeg begonnen wordt (al in AZC), dat het niet mogelijk is regie te voeren op de combinatie van inburgering en participatie en er geen zicht is op de voortgang van de inburgering. En dat dit komt omdat de Wet Inburgering gewijzigd is in 2013 en er geen taak voor gemeenten meer is in de inburgering. Bestuurders willen betere resultaten en geloven dat een vroegtijdige start en integrale aanpak van inburgering en participatie bijdragen aan betere resultaten: 'Ook als de wet beperkt, toch willen wij de regie pakken'. Wat is er sindsdien gebeurd? Tot en met 2015 is de afspraak geweest dat de RSD KRH pas na het eerste jaar van vestiging actief aan de slag gaat met nieuwkomers. In 2016 is eerst nog het beleid geweest om na drie maanden na aanvraag van een uitkering aan de slag te gaan met participatie. Later werd dat: zo snel mogelijk aan de slag, inclusief regie op inburgering. Deze ontwikkeling liep parallel met een instroomhausse. Voorstel blad 2 van 9

3 In februari 2017 is gestart met het in beeld brengen en nader verkennen van het speelveld waarin de RSD direct aan de slag zou moeten gaan met nieuwe inwoners. De gemeenten hebben beschikbaar gesteld ( voor 2017 en voor 2018). Het budget voor 2017 is gebruikt om al doende te verkennen wat nodig is: Extra inzet bij het Werkgeverservicepunt voor werving taalstages en werkervaringsplaatsen voor deze doelgroep. Kennismaking met bedrijven georganiseerd. Hieraan hebben 100 nieuwe inwoners deelgenomen Uitvoeren pilot 'doorgaande lijn' (intake in AZC) op basis van afspraken in U16 verband. Jonge statushouders in beeld gebracht en in traject gezet (80). Afstemming met aanbieders die vrijwilligerswerk, sollicitatietraining of persoonlijk ontwikkeltraject aanbieden specifiek voor deze doelgroep. Coördinatie activiteiten voor nieuwe inwoners binnen RSD. Wat zijn hiervan de resultaten?. 100 deelnemers op verschillende vormen van vrijwilligerswerk geplaatst; 55 deelnemers aan trainingstrajecten als K!X Works en WeMatch; 20 plaatsingen op werkervaringsplaatsen/stages bij bedrijven en instellingen; 40 deelnemers op de volgende trajecten: Op weg naar werk (Duaal RSD/Biga/NVA), Werk voor KRH (RSD), Work to Connect (RSD/Biga); 35 deelnemers aan studie via UAF convenant In 2017 is tot nu toe sprake van (parttime) werk of scholing met studiefinanciering: 17 Wat is er geleerd? Het speelveld van netwerkpartijen is groot en divers en sterk in beweging. Vluchtelingenwerkorganisaties doen belangrijk werk, maar ook aanbieders van vrijwilligerswerk, taalscholen en aanbieders van specifieke vormingstrajecten of voorbereiding op werk, zoals K!X Works. Afstemming van verwachtingen en het maken en inregelen van afspraken zijn tijdsintensief. Er is op regie op diverse niveaus: gemeenten voeren regie vanuit hun integrale taak. De U16 regisseert een regionale aanpak. De RSD werkt op cliëntniveau aan arbeidsparticipatie en inkomensvoorziening, en ervaart grotere complexiteit in de organisatie van een samenhangende aanpak. De regionale aanpak van de U16 ontwikkelt zich gestaag. Het belangrijkste resultaat in de praktijk is een geslaagde pilot vroegintake. De uitrol naar andere gemeenten wordt nu gerealiseerd. Het aantal nieuwe inwoners dat ondersteuning en begeleiding nodig heeft van de RSD in hun stappen naar inburgering, participatie en werk vereisen meer tempo. Extra verzoeken, zoals de pilot vroegintake, kosten (leer)tijd. De brede uitstroomdoelstelling van de RSD verdringt de aandacht voor de nieuwkomers, omdat nieuwe inwoners veelal niet makkelijk direct naar werk te leiden zijn. Binnen de RSD is meer focus gewenst op de groep nieuwkomers: zij delen specifieke kenmerken (taalverwerving, cultuurverschil, traumaverwerking, gezinshereniging) waarvoor meer specialistische kennis en ervaring met het speelveld van betrokken gemeenten, werkgevers, taalaanbieders en maatschappelijke organisaties en projecten vereist zijn. Door taal- en cultuurverschillen duren gesprekken langer, statushouders hebben nog weinig netwerk en vragen bovengemiddeld veel aandacht van klantregisseurs, procesregisseurs en participatiecoaches. Bovengemiddeld intensief contact is nodig om participatie en plaatsingen te doen slagen en uitval te voorkomen. Argumenten/onderbouwing Uit de geleerde lessen tot nu toe is het mogelijk in beeld te brengen wat nodig is om tot de gewenste resultaten te komen. Intensivering en een (veel) hogere uitstroom: wat vraagt dat? Er wordt extra inspanning gevraagd van de RSD KRH op drie niveaus. 1. Betere regievoering in de keten. Ontwikkelen en beheren regie en samenwerking op (formele) inburgering in relatie tot arbeidstoeleiding en participatie. Versterken samenwerking in een nu nog versnipperd landschap. 2. Intensivering start- en voortgangsgesprekken met de nieuwe inwoners en versterking van de Voorstel blad 3 van 9

4 uitvoeringscapaciteit en kwaliteitsontwikkeling. Sneller en met meer maatwerk laten participeren en door- en uitstromen vraagt meer gesprekken en begeleiding van een gemiddeld langere duur. Intensiveren van de werkgeversbenadering. Aansturing en focus op resultaatdoelstellingen uit bestuurlijke opdracht. Realisatie via een team met dedicated professionals voor de groep nieuwkomers met lagere caseload om te borgen dat voldoende aandacht en begeleiding gegeven kan worden. Alle nieuwkomers hebben een door henzelf akkoord verklaard plan van aanpak. 3. Monitoring en bijsturing in plannen van aanpak Informatie-uitwisseling en overleg met gemeenten over lokale voortgang (inburgering en participatie). Overzicht over de voortgang in de individuele plannen van aanpak op groepsniveau. We stellen voor deze intensivering uit te werken in een 'Pilot Maatwerk' voor de komende twee jaar. Immers de komende twee jaar moet de slag gemaakt worden naar versnelde integratie om te voorkomen dat de hausse van nieuwe inwoners die nu geweest is jarenlang door taalachterstand niet in eigen inkomen kan voorzien en volledig kan deelnemen in de samenleving. In de pilot ligt het accent niet op aanbodversterking, maar juist op het bieden van maatwerk en vraaggerichte benadering. Kanttekeningen Het is belangrijk om de doelstelling te preciseren. 'Nieuwkomers' is een naam voor een brede verzameling mensen. Voor nieuwkomers wordt naast de term 'immigranten' vaak de term 'inburgeringsplichtigen' gebruikt. Hoe zit dat? Inburgeringsplichtigen zijn niet altijd asielmigranten. Dat kunnen bijvoorbeeld ook gezinsmigranten zijn, buitenlanders die trouwen met een Nederlandse partner (iemand met permanente verblijfsvergunning) of ouders die zich herenigen met hun kinderen die kinderpardon hebben gekregen. De RSD KRH richt zich in dit voorstel op mensen met een tijdelijke verblijfsstatus van na 1 januari 2013 die uitkeringsafhankelijk zijn en hun inwonende meerderjarige familieleden. Nagenoeg alle inburgeringsplichtige asielmigranten zijn uitkeringsafhankelijk. We nemen daarom de nieuwe inwoners die in de bestanden van de RSD bekend zijn als vertrekpunt voor de monitoring van de inburgering. Op dit moment zijn er ca. 500 uitkeringsgerechtigde nieuwe inwoners in het bestand van de RSD. Inclusief hun inwonende familieleden gaat het om ca. 750 mensen voor wie regie en monitoring op de inburgering en participatie gedaan moet worden. Het ligt voor de hand op termijn ook de gezinsmigranten die niet uitkeringsafhankelijk zijn aandacht te geven. Deze mensen zijn niet in beeld bij de RSD, maar verdienen mogelijk vanuit gemeentelijk perspectief wel aandacht. Als er voldoende ervaring is opgedaan met het monitoren en begeleiden bij de inburgering kan besloten worden ook de regie en monitoring van de andere inburgeringsplichtigen op te nemen. Daar gaan wij graag later met u over in gesprek. De gemeente ging toch niet over inburgering? Vanaf 2013 hebben gemeenten geen formele rol in de inburgering van nieuwkomers, maar ligt de verantwoordelijkheid primair bij de nieuwkomer zelf. De effecten van deze maatregel zijn aanleiding voor landelijke discussie: de examenresultaten zijn fors gedaald (naar nu: ca. 30%), en gemeenten missen invloed op het inburgeringstraject in de bredere aanpak om mensen snel volwaardig te kunnen laten participeren. Het nieuwe regeerakkoord gaat gemeenten beter in staat te stellen regie te voeren. Het zal nog even duren voor de uitwerking in wet- en regelgeving een feit is. Toch zijn er ook nu twee directe aangrijpingspunten om vanuit de gemeente invloed op de inburgering te claimen: De Wet Taaleis Participatiewet en het Besluit Taaltoets (van 1 januari 2016), en de Participatieverklaring als verplicht onderdeel van de inburgering (1 juli 2017). Daarnaast kunnen we in het kader van de re-integratieplicht uit de Participatiewet) via een plan van aanpak enige druk uitoefenen omdat inburgering als een voorwaarde voor succesvolle re-integratie wordt beschouwd. 1. Strekking van de Wet Taaleis is dat gemeenten de verplichting hebben om van bijstandsgerechtigden te verlangen dat zij actief werken aan hun taalvaardigheid. Zonder Nederlands te begrijpen en te spreken is het immers veel moeilijker om aan het werk te komen en daarmee uit de bijstand te komen. Bovendien draagt kennis van de Nederlandse taal bij aan maatschappelijke participatie. De Participatiewet kent een brede arbeids- en re-integratieverplichting. Gezien het belang van de beheersing van de Nederlandse taal voor arbeidsinschakeling is ervoor gekozen om de Participatiewet uit te breiden met een taaleis. Dit geldt ook voor het zittende bestand van bijstandsgerechtigden. Voorstel blad 4 van 9

5 2. De participatieverklaring wordt een verplicht onderdeel van de inburgering. Dat betekent dat alle nieuwkomers als onderdeel van hun inburgeringsexamen eerst het traject rond de participatieverklaring moeten doorlopen bij de gemeente. Deze regeling is per 1 juli 2017 opgenomen in de Wet inburgering. Het participatieverklaringstraject is dan verplicht voor alle nieuwkomers, voor asielmigranten, maar ook voor migranten die komen in het kader van gezinsvorming of gezinshereniging. Het participatieverklaringstraject bestaat uit een inleiding in de Nederlandse kernwaarden en de ondertekening van de participatieverklaring. Gemeenten kunnen vanuit deze wetgeving legitimeren een actief beleid te ontwikkelen om het inburgeringstraject en de taaltoets, en de Participatieverklaring, integraal in te regelen in het individuele plan van aanpak met nieuwkomers. Dat rechtvaardigt tevens afspraken met taalaanbieders en betrokken maatschappelijke organisaties op collectief niveau. Vanuit het belang van cliënten (kans op strafkorting, maar ook achterstand op de arbeidsmarkt, en mogelijke belemmeringen in participatie). Werkt vroeger en sneller echt beter? De visie vroeger en sneller te beginnen met participatie en toeleiding naar werk en het werken met duale trajecten is breed omarmd in veel gemeenten in Nederland. Tegelijkertijd is er is nog weinig onderzoek en zijn er weinig cijfers waaruit blijkt wat de effecten op de uitstroom zijn. Ook gemeenten die in een heel vroeg stadium zijn begonnen met een aanpak waarin niet volgordelijk is gewerkt aan huisvesting, inburgering en taal, en dan pas (meestal na drie of vier jaar) met gerichte intake op werk en re-integratie, maar die kozen voor een meer integrale aanpak vanaf dag één, rapporteren hoopgevende eerste effecten, maar resultaten zijn nog weinig bekend. Voor de effecten op de lange termijn is het helemaal nog te vroeg. We weten kortom nog niet, en zeker niet wetenschappelijk onderbouwd, wat werkt. Het is proefondervindelijk uitproberen, en steeds evalueren, en voortdurend leren van projecten en werkwijzen die veelbelovend zijn, en resultaat lijken af te werpen. Vanuit de SER en de VNG en Divosa vindt wel coördinatie en onderzoek plaats. Hieruit kunnen we leren van elkaars ervaringen. Het uitvoeren van de Pilot Maatwerk past in deze context, en biedt de regio de kans om de ambities waar te maken. Middelen en personele inzet In de KRH-gemeenten streven we naar maatwerk: werken naar vermogen en op het hoogst haalbare niveau voor iedereen, met voldoende aandacht voor taalverwerving en zo nodig mogelijkheden voor studie. Daarbij zullen we geleerde lessen uit andere gemeenten benutten en meer en minder onconventionele aanpakken uitwerken. En meten wat werkt. Het streven is om van de nieuwe inwoners binnen twee jaar na binnenkomst 50% begeleid te hebben naar betaald werk, zelfstandig ondernemerschap, zinvol vrijwilligerswerk of onderwijs met studiefinanciering. De aantallen zijn gerelateerd aan de cijfers van juni Met deze aanpak beogen we de volgende aantallen klanten naar parttime of fulltime werk of naar opleiding te realiseren: Eind 2017: 25 Eind 2018: 100 Eind 2019: 250 Per gemeente zijn de doelen: Eind 2017 Eind 2018 Eind 2019 De Bilt Bunnik Utrechtse Heuvelrug Wijk bij Duurstede Zeist Totaal Om de verhoogde ambitie te kunnen realiseren vragen we extra middelen. Voor 2018 en 2019, omdat we tijd nodig hebben nieuwe taken in te richten en te leren wat werkt. Daarna kunnen we beter aangeven welke structurele inzet voor nieuwkomers noodzakelijk is. Voorstel blad 5 van 9

6 . Kosten, baten en dekking Benodigde extra inzet intensivering uitstroom Hieronder volgt een globaal overzicht van de benodigde investering in de opbouw van een dedicated team nieuwkomers. Uitgewerkt en met uitgebreide toelichting is deze opgenomen in bijlage I Ontwikkeling regie in de keten Overleg en afstemming taalscholen, VW-organisaties, trajectaanbieders Verantwoording aan gemeenten 2. Dedicated consulenten, start begin 2018 Caseload van Vroegintakes (NOA) op AZC Intensivering gesprekken Monitoring inburgering + monitoring + administratie PV 3. Dedicated bedrijvenbenadering Taalstages, WEP, meet- & greets, matching, jobcoaching 60K 410K 60K 40K 410K 60K 4. Out of pocketkosten Duale trajecten, ondersteuning werkgevers, tolkenkosten, events 130K 130K 5. Overheadbijdrage (ca. 14%) 105K 765K 2018: 770K -/- 115K (toegezegd) = 650K 105K 745K De gevraagde investering in een dedicated team maatwerk nieuwkomers bij de RSD KRH is fors, maar noodzakelijk. In 2016 verscheen een zgn. policy brief van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, het Sociaal Cultureel Planbureau en het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatie Centrum: 'Geen tijd verliezen. Van opvang naar integratie van asielmigranten'. Onderzocht zijn asielmigranten in de periode tussen 1995 en 1999 die minimaal tot 2011 in Nederland verbleven. Daarnaast is onderzoek verricht in elf gemeenten naar de huidige praktijk van de integratie van statushouders. Het betreft Alkmaar, Amersfoort, Amsterdam, Den Haag, Deventer, Eindhoven, Goes, Heerenveen, Nijmegen, Rotterdam en Zwolle. De belangrijkste conclusies over het recente verleden zijn: Veel statushouders hebben een ongunstige arbeidsmarktpositie en lopen de achterstand op andere groepen heel langzaam in. Na een verblijf van twee jaar in Nederland heeft slechts een kwart van de asielmigranten een betaalde baan van meer dan acht uur per week. En na vijf jaar heeft de helft van de asielmigranten een baan van meer dan acht uur per week. Onder jonge alleenstaande mannen is de geregistreerde criminaliteit hoger dan bij de rest van de bevolking. Dit is ook het geval onder asielmigranten. In vergelijking met autochtonen met dezelfde kenmerken (zoals leeftijd, geslacht en single) ligt de geregistreerde criminaliteit onder statushouders echter lager. Uitstroom is uiterst relevant in relatie tot schadelastbeperking. ter vergelijking: in veel normeringen rond SROI afspraken hanteren gemeenten als leidraad de volgende bedragen als rekenfactor voor de berekening van schadelastbeperking: maal 2 jaar= voor personen die vanuit de bijstand uitstromen, met een uitkering korter dan twee jaar; maal 2 jaar= voor personen die uitstromen na een uitkeringsperiode langer dan twee jaar. Voorstel blad 6 van 9

7 Gezien de slechte ervaringen uit het verleden is het noodzakelijk om nog los van de sociale aspecten extra te investeren in het bieden van vraaggericht maatwerk aan werkgevers en toe leiden naar werk van nieuwkomers om effectief bij te dragen aan schadelastbeperking. Uitvoering en tijdpad Uit te voeren stap Periode/tijdpad Verantwoordelijke MT 19 september 2017 David van Maanen Ambtelijk Overleg 5 oktober 2017 David van Maanen DB 25 oktober 2017 David van Maanen AB 13 december 2017 David van Maanen Consequenties Soort Datum advies Samenvatting advies - Besproken met - Resultaat - Financiële en personele, afgestemd met Financiën en P&O Publicatie en behandeling Openbaarheid Niet publiceren Publicatie Niet publiceren Behandeling MT Reden - Datum behandeling Bijzonderheden - MT voorstel Ingebracht op 19 september 2017 Managementteam RSD Kromme Rijn Heuvelrug In te vullen door secretariaat Besluit Conform voorstel Anders: Datum MT vergadering: Handtekening directeur Voorstel blad 7 van 9

8 DB voorstel Ingebracht op Managementteam RSD Kromme Rijn Heuvelrug In te vullen door secretariaat Besluit Conform voorstel Anders: Datum DB vergadering: Handtekening directeur AB voorstel Ingebracht op 31 augustus 2017 Managementteam RSD Kromme Rijn Heuvelrug In te vullen door secretariaat Besluit Conform voorstel Anders: Datum AB vergadering: Handtekening directeur Voorstel blad 8 van 9

9 BIJLAGE I: Berekening formatie en budget dedicated team nieuwkomers Uitgangspunten voor berekening formatie Uitkeringsgerechtigden Het aantal statushouders dat een beroep doet op een uitkering in het kader van de P-wet is eind augustus 514. Dit aantal neemt toe als daar ook de inwonende partners en meerderjarige kinderen bij worden geteld, die weliswaar hoofdelijk geen uitkeringsontvanger zijn, maar wel moeten inburgeren en begeleid moeten worden richting participatie en werk. We nemen hier een omrekeningsfactor van 1,5. Deze factor is gebaseerd op tellingen en wordt onderbouwd vanuit het gegeven dat momenteel overwegend gezinsmigranten binnen komen in de gemeenten. Zij gaan inwonen bij het gezinslid dat al uitkering ontvangt. Formatie fluctueert met aantal nieuwe inwoners in bestand Het afgelopen jaar zijn er maandelijks bruto ca. 22 uitkeringsgerechtigde statushouders ingestroomd bij de RSD. De uitstroom was bruto gemiddeld 8 per maand. Per maand groeide het bestand met 16 uitkeringsgerechtigden en dus ca. 24 nieuwe inwoners. De verwachting is dat de instroom zal dalen. Uit gegevens over de taakstelling blijkt dat er toch nog een behoorlijke groep nieuwe inwoners komt naar de KRH-gemeenten. De verwachting is dat dit voornamelijk nareizende partners en kinderen zullen zijn. Een goede prognose voor de komende twee jaar is niet te maken. We uit van een instroom van 100 per jaar en beperkte hogere instroom zal door een goede leercurve van de pilot te verwerken zijn met de gevraagde capaciteit. We stellen voor combinatie van doelstellingen en middelen vast te stellen voor twee jaar en najaar 2019 te herijken. taken Netwerkteam Nieuwe Inwoners formatie (fte) schaal bedrag schaal max budget voor 2018 budget voor 2019 Netwerkcoördinatie, ontwikkeling en beheer regie in de keten 0, ontwikkelen en beheren regie en samenwerking op (formele) inburgering versterken samenwerking in de keten in een nu nog versnipperd landschap ontwikkelen aanvullen trajectaanbod en oplossen capaciteitsvraagstukken in aanbod ontwikkelen stuur- en verantwoordingsinformatie en accountgesprekken gemeenten Intensivering start- en voortgangsgesprekken en voeren klantregie 5, intensivering gesprekken vroegintake AZC (NOA) voor 5 gemeenten vormgeven doelgroepgerichte, cultuursensitieve trainingen werknemersvaardigheden, solliciteren, e.d. coaching nieuwe inwoners mede organiseren meet & greets, matchingsevents, e.d. (medewerkers werven en voorbereiden) administratie en monitoring P-verklaring (niet uitvoering) 0, Accountmanagement bedrijven specifiek voor de doelgroep 0, werving taalstages, leerwerkplekken, werkervaringsplaatsen specifiek voor nieuwe inwoners begeleiden bij matching / plaatsing begeleiden op de werkvloer, jobcoaching mede organiseren van meet & greets, matchingsevents e.d. (bedrijven werven en voorbereiden) Out of pocketkosten Inkoop training en /of duale trajecten inclusief bedrijvenbenadering Tolkenkosten Events Subtotaal Bijdrage overhead (14%) Coördinatie 0, Communicatie (organiseren events, zoals meet & greets e.d.) 0, OOP: ICT en telefonie: 8,7 fte * 5/4 = 11 medewerkers Inkoop- en contractmanagement 0, TOTAAL BENODIGD BUDGET 8, Reeds beschikbaar gesteld voor BIJDRAGE Onderbouwing formatie consulenten: Gemiddelde Caseload caseload Aantal Aantal klanten generiek (nu Aantal dedicated consulenten Extra benodig Bestand Omr. Factor werk gehan teerd) consulenten nu consulen ten straks de formatie 514 1, ,9 80 9,6 5,8 Uit 5,8 fte ook administratief medewerker inzetten waardoor de caseload feitelijk hoger is. Voorstel blad 9 van 9