Stadsregio Amsterdam, provincie Noord-Holland, provincie Flevoland Quickscan toekomstige behoefte aan woonmilieus Metropoolregio Amsterdam,

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Stadsregio Amsterdam, provincie Noord-Holland, provincie Flevoland Quickscan toekomstige behoefte aan woonmilieus Metropoolregio Amsterdam,"

Transcriptie

1 Stadsregio Amsterdam, provincie Noord-Holland, provincie Flevoland Quickscan toekomstige behoefte aan woonmilieus Metropoolregio Amsterdam, Noord-Holland, Flevoland en Utrecht 25 april 212

2 Projectnr /g Boulevard Heuvelink KT Arnhem Postbus BD Arnhem Telefoon (26) Telefax (26) Internet Stadsregio Amsterdam, provincie Noord-Holland, provincie Flevoland Quickscan toekomstige behoefte aan woonmilieus Metropoolregio Amsterdam, provincies Noord- Holland, Flevoland en Utrecht 25 april 212

3 Inhoud Samenvatting 1 1. Inleiding Aanleiding en vraagstelling Uitgangspunten Onderzoeksgebied Leeswijzer Leefstijl- en woonmilieutypering Inleiding Leefstijlindeling Woonmilieus 2 3. Uitgangspunten van het model Stappen en parameters Invloed van de financiële crisis op de uitkomsten 3 4. De toekomstige behoefte aan woonmilieus: twee scenario s Inleiding Demografische ontwikkeling Ontwikkeling vraag naar woonmilieus Ontwikkeling kwalitatieve woningvraag 46 Bijlage 1: Factsheets behoefteontwikkeling per woningmarktregio 1 Bijlage 2: Woonmilieus in het onderzoeksgebied 78

4

5 Samenvatting Achtergronden en vraagstelling De woningmarkten in de provincies Noord-Holland, Utrecht en Flevoland en daarbinnen de Metropoolregio Amsterdam (MRA) kennen een aanzienlijke samenhang. Dit is de reden dat provincies en de MRA intensief samenwerken op het terrein van het plannen en programmeren van de woningbouw binnen hun gebieden. De provincies en de MRA trekken nu samen op in een traject om de kwalitatieve behoefte aan woonmilieus in de periode tot 24 in beeld te brengen en te komen tot een nadere afstemming van de woningbouwontwikkelingen binnen hun gebieden. Eén van de onderdelen van het traject is het in kaart brengen van de vraag naar verschillende woonmilieus in de genoemde periode door middel van de voorliggende Quick Scan. Het doel van het onderzoek is de woningbehoefte kwalitatief in te vullen door de vraag naar verschillende woonmilieus in beeld te brengen. De kwantitatieve woningbehoefte is reeds bepaald. Hiervoor wordt uitgegaan van de uitkomsten van Primos-prognose 211. Deze prognose laat voor de komende 3 jaar een sterke groei zien van de woningbehoefte in met name de Metropoolregio Amsterdam. Om aan de toekomstige woningbehoefte in de MRA te voorzien moeten tot 24 zo n 3. woningen aan de woningvoorraad worden toegevoegd. De centrale vraag van het onderzoek richt zich op de vraag naar woonmilieus. Daarnaast is op hoofdlijnen in beeld gebracht hoe de vraag naar verschillende woningtypen en prijsklassen zich ontwikkeld. De ontwikkeling van de kwantitatieve woningbehoefte is in het onderzoek een gegeven. Hoe zich binnen de kwantitatieve kaders de kwalitatieve woningbehoefte ontwikkelt, is afhankelijk van verschillende factoren. Hierbij moet bijvoorbeeld gedacht worden aan de economische ontwikkeling op de langere termijn en de invloed van de economische crisis op de kortere termijn, maar ook aan zaken als generatie-effecten, agglomeratie-effecten en substitutie-effecten. Wij werken daarom verschillende scenario s uit die de mogelijke bandbreedte van de toekomstige behoefte aan woonmilieus duiden. Leefstijlen Een belangrijke component bij het bepalen van de toekomstige behoefte aan woningen en woonmilieus vormen de leefstijlen van doelgroepen op de woningmarkt. De belangrijkste factoren die de woonvraag bepalen, zijn traditionele kenmerken als levensfase en inkomenssituatie. De indeling in leefstijlen is dan ook op deze kenmerken gebaseerd. Deze leefstijlen kunnen we ook naar de toekomst doorvertalen op grond van demografische en economische prognoses

6 Woonmilieus Voor de indeling in woonmilieus wordt om praktische redenen aangesloten bij de bestaande indeling van ABF. Deze indeling kent een typering in vijf verschillende woonmilieus, met een verfijning naar 13 verschillende woonmilieus. De indeling in 13 woonmilieus, is de indeling die doorgaans wordt gebruikt om vraag en aanbod naar woonmilieus in kaart te brengen. Tabel 1: Woonmilieu-indeling in 5 en 13 typen Indeling in 5 woonmilieus Indeling in 13 woonmilieus 1. Centrum- stedelijk 1. Centrum-stedelijk plus 2. Centrum-stedelijk 7. Centrum-kleinstedelijk 2. Buiten centrum 3. Stedelijk vooroorlogs 4. Stedelijk naoorlogs compact 5. Stedelijk naoorlogs grondgebonden 8. Kleinstedelijk 3. Groen-stedelijk 6. Groen-stedelijk 9. Groen-kleinstedelijk 4. Centrum-dorps 1. Centrum-dorps 11. Dorps 5. Landelijk wonen 12. Landelijk bereikbaar 13. Landelijk perifeer Bron: ABF De onderstaande tabel geeft een beeld van de aanwezige woonmilieus in de verschillende deelgebieden en de verschillen tussen de gebieden op dit punt

7 Tabel 2: Woonmilieus en aantal naar deelgebied en totaal, 21 Woonmilieus Metropoolregio Amsterdam Noord-Holland Flevoland Utrecht Totaal Centrum-stedelijk plus 12% 11% % 1% 7% Centrum-stedelijk 4% 3% 2% 1% 2% Stedelijk vooroorlogs 14% 12% % 7% 1% Stedelijk naoorlogs compact 22% 2% 6% 1% 16% Stedelijk naoorlogs grondgebonden 14% 7% 47% 13% 12% Groen-stedelijk 5% 3% 11% 5% 4% Centrum-kleinstedelijk 3% 3% % 5% 4% Kleinstedelijk 8% 9% % 22% 12% Groen-kleinstedelijk 1% 3% % 6% 4% Centrum-dorps 1% 13% 19% 17% 15% Dorps 4% 9% 6% 6% 8% Landelijk bereikbaar 2% 5% 3% 7% 5% Landelijk perifeer % % 5% % % Totaal (%) 1% 1% 1% 1% 1% Totaal (abs) Legenda. Rode arcering: >3% onder gemiddelde. Groene arcering >3% boven gemiddelde. Bron: ABF De woonmilieus die in het onderzoeksgebied het meeste voorkomen, zijn het Stedelijk naoorlogs compacte woonmilieu, het Centrum-dorpse woonmilieu, het Stedelijk naoorlogs grondgebonden woonmilieu en het Kleinstedelijke woonmilieu. In Noord-Holland en de MRA komt het woonmilieu Centrum-stedelijk plus (het centrum van Amsterdam) veel meer voor dan in de andere provincies. In deze provincie vinden we over de hele linie meer stedelijke woonmilieus met hoge dichtheden. Toch vormen ook in Noord-Holland de niet-stedelijke woonmilieus een aanzienlijk deel van het totaal. In de provincie Flevoland woont bijna de helft van de in het Stedelijk naoorlogs grondgebonden woonmilieu (Almere). Daarnaast kent Flevoland veel Centrum-dorpse woonmilieus en is het de enige provincie in het onderzoeksgebied waar het Landelijk perifere woonmilieu voorkomt. In de provincie Utrecht wonen naar verhouding veel in Kleinstedelijke woonmilieus. Toekomstige behoefte aan woonmilieus en woningen: twee scenario s De economische ontwikkeling en de daarmee samenhangende ontwikkeling van de welvaart, zijn van aanzienlijke invloed op de samenstelling van de behoefte aan woonmilieus in de toekomst. Hoe de economie zich over een langere periode ontwikkelt is onzeker. De huidige economische malaise werpt een schaduw op de verwachtingen over de komende tijd. Vanwege deze onzekerheden schetsen we - 3 -

8 twee scenario s, waarbij we uitgaan van een verschillende economische ontwikkelingen. Het eerste scenario is een behoedzaam optimistisch scenario dat uitgaat van een economische groei van 1,2% op jaarbasis. Het tweede scenario is een pessimistischer scenario dat uitgaat van % economische groei. Samen geven deze scenario s een bandbreedte aan de ontwikkeling van de toekomstige behoefte aan woonmilieus. Demografische ontwikkeling De Primos-prognose 211 gaat uit van een aanzienlijke groei van het aantal in het onderzoeksgebied in de periode tot 24. Het aantal neemt in de periode toe van ongeveer naar zo n Een toename 478.7, oftewel 24%. Het aandeel neemt in de periode toe van 32% in 21 naar 39% in 24. De toename van het aantal met bestaat voor tweederde uit seniore (55+). Volgens het scenario van 1,2% economische groei, ziet de demografische ontwikkeling naar leefstijl er als volgt uit: Figuur 1: Provincies Noord-Holland, Flevoland en Utrecht, demografische ontwikkeling leefstijlen volgens scenario 1,2% economische groei, Bron: Primos prognose, bewerking Companen

9 Het aantal neemt af, terwijl het aantal juist toeneemt. Dit wordt ingegeven door het gehanteerde economische scenario, dat uitgaat van een zekere welvaartsgroei. Het aantal stagneert, terwijl het aantal fors toeneemt. vormen nu en in de toekomst de grootste leefstijl in het onderzoeksgebied. De seniore leefstijlen nemen allemaal in omvang toe. De grootste toename is er bij de. De grootste groep zijn overigens de. Dat is op dit moment het geval en zal ook in de toekomst zo blijven. Wel valt op dat, meer dan bij de andere groepen, de ontwikkeling van deze leefstijl afvlakt na 23. In het scenario dat uitgaat van % welvaartsstijging neemt de omvang van de leefstijlen minder toe dan bij het scenario dat uitgaat van 1,2% welvaartsstijging. De onderstaande figuur laat de verschillen tussen beide scenario s zien. Figuur 2: Provincies Noord-Holland, Flevoland en Utrecht, verschil in demografische ontwikkeling leefstijlen volgens de twee scenario's, Bron: Primos prognose, bewerking Companen. De meest opvallende verschillen: De groep neemt volgens het %-scenario aanzienlijk sterker toe dan volgens het 1,2%-scenario. De verschillen tussen beide scenario s zijn r bij de dan bij de andere leefstijlen

10 Toekomstige behoefte aan woonmilieus De toekomstige vraag naar woonmilieus hangt samen met de ontwikkeling van de verschillende leefstijlen. De onderstaande figuur laat zien hoe de toekomstige behoefte aan woonmilieus zich ontwikkelt volgens het scenario van 1,2% economische groei. Figuur 3: Provincies Noord-Holland, Flevoland en Utrecht, ontwikkeling behoefte woonmilieus volgens scenario 1,2% economische groei, inclusief discrepantie tussen feitelijke situatie en ideaaltypische situatie, (Huidige situatie) 21 (Verhuiswens verwerkt) Bron: Companen. Het woonmilieu Centrum-stedelijk plus is erg populair. Er is sprake van een aanzienlijke additionele woningbehoefte (extra behoefte ten opzichte van de aanwezige voorraad) in dit woonmilieu. De aantrekkingskracht van dit woonmilieu hangt samen met de unieke uitstraling en het hoogwaardige voorzieningenniveau. Opvallend is dat er met name een grote additionele vraag is op de kortere termijn, en dat de vraagontwikkeling na 22 afvlakt. Er is dus sprake van een grote discrepantie tussen vraag een aanbod op dit moment, terwijl de demografische ontwikkeling minder bijdraagt aan de additionele behoefte aan woningen in dit milieu. Ook het woonmilieu Stedelijk Vooroorlogs is populair. We zien net als bij het Centrum-stedelijk plus milieu een aanzienlijke discrepantie tussen vraag en aanbod op dit moment. De vraagontwikkeling naar dit woonmilieu zet zich in de toekomst sterker door dan bij het Centrum-stedelijk plus woonmilieu. De additionele vraag naar woningen in het Stedelijk naoorlogs compacte woonmilieu ontstaat onder invloed van de demografische ontwikkelingen na 22. Vanaf dat moment nemen de leefstijlen die zich op dit woonmilieu richten in omvang toe (dit zijn met name ). In de eerste periode is er weinig additionele vraag naar dit woonmilieu. Het woonmilieu Stedelijk naoorlogs grondgebonden kent bij een scenario van 1,2% welvaartsstijging de grootste additionele vraag. In dit woonmilieu is in de periode tot 24 behoefte aan ruim 85. extra woningen. Welvaartstijging en de toename van mobiele leefstijlen brengt een grotere oriëntatie op woonmilieus met lagere dichtheden met zich mee

11 Het Kleinstedelijke woonmilieu laat een aanzienlijke discrepantie zien tussen de uitgangssituatie en de toekomstige vraag. Er zijn op dit moment meer woningen in dit woonmilieu dan er zijn die er zouden willen wonen. Met andere woorden: een deel van de wil dit woonmilieu op dit moment verlaten. Vanaf 23 ontstaat onder invloed van de demografische groei van bevolkingsgroepen die het Kleinstedelijke woonmilieu een aantrekkelijk woonmilieu vinden weer een toenemende vraag naar dit type. Dit betreft met name die het aantrekkelijk vinden dichter in de buurt van (zorg)voorzieningen te wonen. Ook het Centrum-dorpse woonmilieu is veel gevraagd. De additionele behoefte aan woningen in dit milieu bedraagt ruim 7.. De onderstaande tabel laat de verschillen zien tussen beide economische scenario s. Tabel 3: Provincies Noord-Holland, Flevoland en Utrecht, vergelijking tussen de additionele behoefte aan woonmilieus in de periode volgens beide scenario's Woonmilieus Scenario % economische groei Scenario 1,2% economische groei Verschil (abs) Verschil (%) Centrum-stedelijk plus % Centrum-stedelijk % Stedelijk vooroorlogs % Stedelijk naoorlogs compact % Stedelijk naoorlogs grondgebonden % Groen-stedelijk % Centrum-kleinstedelijk % Kleinstedelijk % Groen-kleinstedelijk % Centrum-dorps % Dorps % Landelijk bereikbaar % Landelijk perifeer % Totaal Bron: Companen. Ontwikkeling kwalitatieve woningvraag Naast de toekomstige vraag naar woonmilieus, is (indicatief) ook gekeken naar de ontwikkeling van de kwalitatieve woningbehoefte. De onderstaande tabel geeft een beeld van de gewenste verhoudingen naar bouwvorm, eigendomsklassen en prijsniveau van de woningvoorraad in het onderzoeksgebied in 22, 23 en

12 Tabel 4: Provincies Noord-Holland, Flevoland en Utrecht. Ontwikkeling kwalitatieve woningbehoefte volgens beide scenario's, Scenario 1,2% economische groei Eengezinswoningen 59% 64% 66% 66% Meergezinswoningen 41% 36% 34% 34% Totaal 1% 1% 1% 1% Goedkope huur 43% 36% 36% 33% Dure huur 3% 3% 3% 3% Goedkope koop 15% 16% 16% 16% Middeldure koop 21% 25% 25% 26% Dure koop 17% 19% 2% 21% Totaal 1% 1% 1% 1% Scenario % economische groei Eengezinswoningen 59% 64% 65% 65% Meergezinswoningen 41% 36% 35% 35% Totaal 1% 1% 1% 1% Goedkope huur 43% 37% 38% 36% Dure huur 3% 3% 3% 3% Goedkope koop 15% 16% 16% 16% Middeldure koop 21% 24% 24% 25% Dure koop 17% 19% 19% 2% Totaal 1% 1% 1% 1% Bron: Companen. Behoefteontwikkeling per woningmarktregio Hier beschrijven wij beknopt de belangrijkste bevindingen ten aanzien van de ontwikkeling van de vraag naar woonmilieus in de verschillende woningmarktregio s. In bijlage 1 zijn uitgebreide factsheets opgenomen met de achterliggende details. Kop van Noord-Holland In de Kop van Noord-Holland komen de Dorpse woonmilieus het meest voor. Daarnaast staan veel woningen in jet Kleinstedelijke en het Groen-kleinstedelijke woonmilieu en is ook het Landelijk bereikbare woonmilieu flink vertegenwoordigd. De meeste additionele vraag is er naar het Dorpse en, in mindere mate, Centrumdorpse woonmilieu. Het Groen-kleinstedelijk woonmilieu staat de komende decennia onder druk. In de Kop van Noord-Holland ontstaat in de periode enige krimp. Deze doet zich voor in alle woonmilieus. 1 De grens tussen goedkope huur en dure huur ligt op 65, prijspeil 212. De grenzen tussen goedkope, middeldure en dure koop zijn dynamisch bepaald op het niveau van de 14 woningmarktregio s in het onderzoeksgebied. De grens tussen goedkope en middeldure koop is gelijkgesteld aan de grens tussen het 3 e en 4 e percentiel van de WOZ-waarde. De grens tussen middeldure en dure koop is gelijkgesteld aan de grens tussen het 7 e en 8 e percentiel. Door deze methode zijn de prijsklassen tussen de woningmarktregio s vergelijkbaar gemaakt. Zo heeft een dure koopwoning in Amsterdam een beduidend hoger prijsniveau als een dure koopwoning in de Kop van Noord-Holland

13 West Friesland Ook in West Friesland zijn de Dorpse- en Kleinstedelijke woonmilieus dominant. De additionele vraag naar woonmilieus richt zich vooral op het Centrum-dorpse en het Dorpse woonmilieu. Ook in het Centrum-kleinstedelijke woonmilieu is er de nodige exra vraag naar woningen. Het Kleinstedelijke woonmilieu staat wat onder druk. Er is op dit moment weinig vraag naar woningen in dit woonmilieu. De vraag neemt na 22 weer toe, maar per saldo is dit in de periode tot 24 een kwetsbaar woonmilieu in West Friesland. Alkmaar In woningmarktregio Alkmaar komen vrijwel alle woonmilieus voor, met uitzondering van het woonmilieu Centrum-stedelijk plus en het Landelijk bereikbare woonmilieu. De woonmilieus Centrum-dorps, Dorps en Stedelijk naoorlogs compact zijn dominant aanwezig. De grootste additionele vraag is er naar de Dorpse woonmilieus en het Stedelijk naoorlogs compacte woonmilieu. Aan dit laatste woonmilieu en het Landelijk bereikbare woonmilieu is er de grootste aanvullende vraag in de periode tot 22. Deze vraag heeft voor een belangrijk deel te maken met de discrepantie tussen de feitelijke woonsituatie van en de gewenste woonsituatie. Bij de Dorpse woonmilieus is er ook na 22 een aanzienlijk additionele behoefte. Ook in de regio Alkmaar staan de Kleinstedelijke woonmilieus onder druk. Zuid-Kennemerland / IJmond Het meest voorkomende woonmilieu in de regio Zuid-Kennemerland / IJmond is het Kleinstedelijke woonmilieu. Daarnaast zijn het Stedelijk vooroorlogse woonmilieu en het Stedelijk naoorlogs compacte woonmilieu in grote aantallen aanwezig. Er is een aanzienlijke mismatch tussen het Kleinstedelijke en het Centrumkleinstedelijke woonmilieu. Dit laatste woonmilieu is aanmerkelijk populairder dan het Kleinstedelijke woonmilieu. Overigens ontstaat in de periode na 22 weer een aanzienlijk extra vraag naar woningen in het Kleinstedelijke woonmilieu. Het Centrum-stedelijke woonmilieu, het centrum van Haarlem, is populair. Veel mensen zouden er willen wonen. Na 22 is de additionele vraag naar dit woonmilieu naar verhouding beperkt. Aan het Centrum-dorpse woonmilieu blijft in de hele onderzoeksperiode tot 24 behoefte aan extra woningen. Gooi en vechtstreek In de Gooi en Vechtstreek komen vrijwel alle woonmilieus voor, met uitzondering van het woonmilieu Centrum-stedelijk plus en het Landelijk perifere woonmilieu. De Dorpse woonmilieus en het Kleinstedelijke woonmilieu zijn in omvang het grootst. Ook het Stedelijk naoorlogs compacte woonmilieu is naar verhouding groot. Mismatches zijn er tussen het Stedelijk vooroorlogse woonmilieu (populair) en het Stedelijk naoorlogs compacte woonmilieu (minder populair). Hetzelfde geldt voor het Centrum-kleinstedelijke milieu (populair) en het Kleinstedelijke woonmilieu (minder populair. Echter, na 22 neemt de behoefte aan woningen in het Kleinstedelijke woonmilieu aanmerkelijk toe. In de Dorpse woonmilieus is de additionele woningbehoefte het grootst

14 Stadsregio Amsterdam Noord In de Stadsregio Amsterdam Noord is het Centrum-Dorpse woonmilieu het grootst. Ook zijn er veel woningen in het Stedelijk naoorlogs grondgebonden woonmilieu. Dit zijn ook de woonmilieus met de grootste additionele vraag. Naast een additionele behoefte aan het Dorpse woonmilieu in Stadsregio Amsterdam Noord, is er ook de nodige behoefte aan woningen in de Centrum-stedelijke woonmilieus. Stadsregio Amsterdam Zuid In deze rapportage is Amsterdam als aparte woningmarktregio aangemerkt. De Stadsregio Amsterdam Zuid betreft daarom alle gemeenten in het gebied, met uitzondering van het dominante Amsterdam. Na het Stedelijk naoorlogs compacte woonmilieu, is het Dorpse woonmilieu het grootst in de Stadsregio Amsterdam Zuid. Opvallend is dat veel mensen in het Centrum-stedelijk plus woonmilieu zouden willen wonen en in het Stedelijk vooroorlogse woonmilieu. Deze mensen richten hun woonwens op de binnenstad van Amsterdam. De additionele woningbehoefte in de overige woonmilieus is naar verhouding beperkt. Gemeente Amsterdam Drie woonmilieus domineren de gemeente Amsterdam: het woonmilieu Centrumstedelijk plus, het Stedelijk vooroorlogse woonmilieu en het Stedelijk naoorlogs compacte woonmilieu. Als we kijken naar de additionele woningbehoefte in de komende decennia, dan is er ook in deze woonmilieus de grootste aanvullende vraag. Opvallend is de grote vraag naar woningen in het Centrum-stedelijke woonmilieu. Deze vraag is uitwisselbaar met het woonmilieu Centrum-stedelijk plus. In het woonmilieu Stedelijk naoorlogs compact worden veel extra woningen gevraagd. Dat geldt ook voor het woonmilieu Stedelijk naoorlogs grondgebonden, maar hier betreft het vooral een discrepantie tussen feitelijke en gewenste situatie op dit moment. BRU In de BRU komen, met uitzondering van het Landelijk perifere woonmilieu, alle woonmilieus voor. Het Kleinstedelijke woonmilieu is het grootst. Ook het Stedelijk naoorlogs grondgebonden woonmilieu, het stedelijke vooroorlogse woonmilieu en het Stedelijk naoorlogs compacte woonmilieu zijn in grote getale aanwezig. In het centrum van Utrecht vinden we het woonmilieu Centrum-stedelijk plus. Aan vrijwel alle woonmilieus is aanvullende behoefte. De grootste mismatch tussen feitelijke situatie en gewenste situatie is er in de woonmilieus Centrum-stedelijk plus en Stedelijk vooroorlogs. De grootste aanvullende behoefte is er in de woonmilieus Kleinstedelijk, Stedelijk naoorlogs grondgebonden en Stedelijk vooroorlogs, maar ook in het Landelijk Bereikbare woonmilieu

15 Regio Amersfoort Ook de regio Amersfoort kent een breed palet aan woonmilieus. De meest voorkomende milieus zijn Stedelijk naoorlogs grondgebonden, Stedelijk naoorlogs compact en Centrum-dorps. In het Centrum-dorpse woonmilieu is er ook de grootste additionele woningbehoefte. Ook het stedelijk naoorlogs compacte woonmilieu en de Kleinstedelijke woonmilieus zijn populair in de regio Amersfoort. Er is een behoorlijke mismatch tussen vraag en aanbod in het Stedelijk vooroorlogse woonmilieu in de periode tot 22. Daarna is de additionele vraag beperkt. Utrecht Zuid-Oost De regio Utrecht Zuid-Oost wordt vooral gekenmerkt door Dorpse en Kleinstedelijke woonmilieus. Het Centrum-dorpse woonmilieu en het Kleinstedelijke woonmilieu zijn het grootst. De grootste aanvullende vraag is er aan Dorpse en Centrum-dorpse woonmilieus. West-Utrecht Ook West-Utrecht kent vooral (Centrum-) dorpse woonmilieus en het Kleinstedelijke woonmilieu. De meeste aanvullende vraag is er naar het Centrum-dorpse en Dorpse woonmilieu. Almere In Almere is het Stedelijk naoorlogs grondgebonden woonmilieu zeer dominant. Daarnaast komt het Stedelijk naoorlogs compacte woonmilieu voor, maar naar verhouding zeer beperkt. Het zelfde geldt in nog sterkere mate voor het Groenstedelijke woonmilieu. De additionele woningbehoefte concentreert zich ook zeer sterk op het dominante woonmilieu. Mensen willen in Almere wonen in een grondgebonden woning in een ruime woonomgeving. Lelystad Lelystad wordt gekenmerkt door twee dominante woonmilieus: het Groenstedelijke woonmilieu en het Stedelijk naoorlogs grondgebonden woonmilieu. Daarnaast zijn het Centrum-stedelijke woonmilieu en, aan de andere kant van het spectrum, het Landelijk bereikbare woonmilieu aanwezig, maar beiden in veel beperktere mate dan de eerder genoemde milieus. De additionele behoefte concentreert zich in de aanwezige woonmilieus, waarbij de vraag naar woningen in het Groen-stedelijke woonmilieu en het Naoorlogs grondgebonden woonmilieu verreweg het grootste is. Overig Flevoland Het meest voorkomende woonmilieu in de regio Overig Flevoland, is het Centrumdorpse woonmilieu. Dit is een populair woonmilieu, waarna ook de grootste additionele vraag ontstaat. Ook het Dorpse woonmilieu is veel aanwezig en gewild. De regio Overig Flevoland is de enige regio in het onderzoeksgebied waar het woonmilieu Landelijk perifeer voorkomt. Ook dit woonmilieu blijft de komende decennia populair bij een deel van de in de regio

16 - 12 -

17 1. Inleiding 1.1. Aanleiding en vraagstelling De woningmarkten in de provincies Noord-Holland, Utrecht en Flevoland en daarbinnen de Metropoolregio Amsterdam (MRA) kennen een aanzienlijke samenhang. Dit is de reden dat provincies en de MRA intensief samenwerken op het terrein van het plannen en programmeren van de woningbouw binnen hun gebieden. De provincies en de MRA trekken nu samen op in een traject om de kwalitatieve behoefte aan woonmilieus in de periode tot 24 in beeld te brengen en te komen tot een nadere afstemming van de woningbouwontwikkelingen binnen hun gebieden. De directe aanleidingen voor dit traject zijn de Verstedelijkingsafspraken met het Rijk en de actualisatie van de Gebiedsagenda s Noordwest Nederland en Utrecht (BO-MIRT afspraken), de uitkomsten van het onderzoek Houdbaarheid woningbehoefteprognoses Noordvleugel in de MRA en de behoefte van de provincie Noord-Holland aan een nader onderzoek naar vraaggestuurd bouwen. Eén van de onderdelen van het traject is het in kaart brengen van de vraag naar verschillende woonmilieus in de genoemde periode door middel van de voorliggende Quick Scan. De centrale vraag van deze Quick Scan luidt: Aan welke woonmilieus is op regionaal niveau in Noord-Holland, Utrecht, Flevoland en de Metropoolregio Amsterdam behoefte voor de periode tot 24? De vraag om de behoefte aan verschillende woonmilieus in beeld te brengen is een van de stappen in een uitgebreider traject. Naast de vraag wordt in dit traject ook het aanbod aan woningen in de verschillende woonmilieus geïnventariseerd, en worden vraag en aanbod met elkaar geconfronteerd. Vervolgens wordt nagegaan in hoeverre vraag en aanbod aansluiten bij de bestaande plancapaciteit en hoe de fasering van bestaande plannen er uit moet zien. Het in beeld brengen van het aanbod aan woonmilieus in het onderzoeksgebied heeft grotendeels parallel plaatsgevonden aan het inventariseren van de vraag. Tussentijds is steeds nauw overleg gevoerd over de afstemming tussen verschillende trajecten. In deze rapportage wordt, conform de vraag aan Companen, alleen de vraagkant in beeld gebracht Uitgangspunten Het onderzoek betreft een Quick Scan en moest in een kort tijdsbestek worden uitgevoerd. Wij hebben ons daarom gebaseerd op bestaand bronnenmateriaal en op een zo praktisch mogelijke manier invulling gegeven aan de onderzoeksvraag. Wij doen dit op transparante wijze, zodat elke stap in het traject gevolgd kan worden en de resultaten zo optimaal mogelijk bruikbaar zijn voor de doelen die met het onderzoek voor ogen staan. Uitgaan van bestaande bevolkings- en woningbehoefteprognose Het doel van het onderzoek is de woningbehoefte kwalitatief in te vullen door de vraag naar verschillende woonmilieus in beeld te brengen. De kwantitatieve woningbehoefte is reeds bepaald. Hiervoor wordt uitgegaan van de uitkomsten van Primos-prognose 211. Deze prognose laat voor de komende 3 jaar een sterke groei zien van de woning

18 behoefte in met name de Metropoolregio Amsterdam. Om aan de toekomstige woningbehoefte in de MRA te voorzien moeten tot 24 zo n 3. woningen aan de woningvoorraad worden toegevoegd. Vertaling naar leefstijlen De demografische ontwikkeling van de bevolking volgens de Primos-prognose biedt onvoldoende aanknopingspunten om direct de toekomstige woonvoorkeuren van te ramen. Wij vertalen daarom de uit de prognose naar leefstijlen. Daarbij maken we gebruik van CBS-informatie om de samenstelling en de inkomenspositie van bij te mengen. Vervolgens koppelen we op basis van het Woononderzoek Nederland (WoON) woonvoorkeuren aan de leefstijlen. Aan de hand van de - en woningbehoefteprognose en de welvaartsontwikkeling volgens verschillende CPB-scenario s, kunnen we vervolgens de toekomstige behoefte aan woonmilieus ramen. In hoofdstuk 2 wordt uitgebreid stilgestaan bij de gehanteerde indeling in leefstijlen. Bestaande woonmilieutypering Deze raming van de toekomstige behoefte aan woonmilieus maakt zoals aangegeven onderdeel uit van een breder traject. De verschillende sporen binnen dit traject moeten nauw op elkaar aansluiten. Overeenstemming over de te hanteren definities is daarom van essentieel belang. Er is daarom gekozen een bestaande indeling in woonmilieus als uitgangspunt te nemen, namelijk de indeling in 13 typen woonmilieus van ABF. In hoofdstuk 2 wordt deze indeling uitgebreid geïntroduceerd. Ook inzicht in gewenste woningen De centrale vraag van het onderzoek richt zich op de vraag naar woonmilieus. Daarnaast is op hoofdlijnen in beeld gebracht hoe de vraag naar verschillende woningtypen en prijsklassen zich ontwikkeld. In de factsheets in hoofdstuk 4 wordt deze vraagontwikkeling per woningmarktregio geschetst. Meerdere onderzoeksperioden De centrale vraag is de behoefte aan woonmilieus tot het jaar 24 in beeld te brengen. Voor de vervolgstappen in het onderzoekstraject zal echter de nadruk liggen op de kortere termijn. Wij onderscheiden daarom verschillende perioden binnen de totale onderzoeksperiode: 21 22, en Scenario s De ontwikkeling van de kwantitatieve woningbehoefte is in het onderzoek een gegeven. Hoe zich binnen de kwantitatieve kaders de kwalitatieve woningbehoefte ontwikkelt, is afhankelijk van verschillende factoren. Hierbij moet bijvoorbeeld gedacht worden aan de economische ontwikkeling op de langere termijn en de invloed van de economische crisis op de kortere termijn, maar ook aan zaken als generatie-effecten, agglomeratie-effecten en substitutie-effecten. Wij werken daarom verschillende scenario s uit die de mogelijke bandbreedte van de toekomstige behoefte aan woonmilieus duiden

19 1.3. Onderzoeksgebied Het onderzoek is uitgevoerd op het niveau van 15 woningmarktregio s in de deelnemende provincies: Bron: Companen

20 De gemeente Amsterdam wordt in dit onderzoek, gezien de specifieke positie binnen de Metropoolregio, als aparte woningmarktregio beschouwd en losgekoppeld van de Stadsregio Amsterdam Zuid Leeswijzer In hoofdstuk 2 worden allereerst de gehanteerde indelingen in leefstijlen en woonmilieus uitgebreid toegelicht. Naast de bestaande indeling in woonmilieus besteden we in dit hoofdstuk ook aandacht aan de specifieke woonkwaliteiten die aanwezig zijn in het onderzoeksgebied en de doelgroepen (leefstijlen) waarbij deze specifieke kwaliteiten aansluiten. In hoofdstuk 3 wordt schematisch uitgelegd hoe het gebruikte model werkt. In hoofdstuk 4 wordt vervolgens de toekomstige vraag naar woonmilieus uitgewerkt volgens twee scenario s. Met deze scenario s schetsen we een bandbreedte in de toekomstige vraag naar woonmilieus volgens twee varianten van economisch herstel. De toekomstige vraagontwikkeling volgens beide scenario s wordt vervolgens in bijlage 1 in detail uitgewerkt voor de 14 onderscheiden woningmarktregio s. We doen dit aan de hand van factsheets per regio en per scenario. In bijlage 2 zijn kaartbeelden opgenomen met alle woonmilieus in het onderzoeksgebied. Voor de snelle lezer is voor in deze rapportage een uitgebreide samenvatting opgenomen

21 2. Leefstijl- en woonmilieutypering 2.1. Inleiding Een belangrijke component in de berekening van de toekomstige behoefte aan woonmilieus zijn de zogenoemde leefstijlen van. Er is een sterk verband tussen de leefstijl waartoe een huishouden behoort en de voorkeur voor woonmilieus. Door de demografische ontwikkeling naar leefstijltypering te koppelen aan de woonvoorkeuren van de verschillende leefstijlgroepen, ontstaat inzicht in de toekomstige behoefte aan verschillende woonmilieus. We leggen in dit hoofdstuk de basis voor de berekening van de toekomstige behoefte aan woonmilieus door eerst uitgebreid de gehanteerde indeling in leefstijlen en de gehanteerde indeling in woonmilieus te beschrijven. Elk gebied in Nederland is te typeren als een woonmilieu. Zoals in dit hoofdstuk wordt uitgelegd, hanteren we daarbij een indeling in 13 woonmilieutypen. Echter, bepaalde gebieden hebben specifieke kwaliteiten die ze een plus geven ten opzichte van andere gebieden met hetzelfde woonmilieu. Dat kan zijn omdat de bereikbaarheid beter is dan gemiddeld, of omdat het gebied dichter bij hoge concentraties werkgelegenheid ligt. We besteden in dit hoofdstuk apart aandacht aan gebieden die zich op deze punten onderscheiden Leefstijlindeling Het gedrag en de beleving van mensen verschillen onderling. Zeker in een individualiserende samenleving wordt deze differentiatie steeds groter. Dit laat onverlet dat er ook veel overeenkomsten zijn tussen mensen. We kunnen dan ook een afgebakend aantal groepen benoemen met in grote lijnen overeenkomstige woonwensen: de leefstijlen of ook wel woonstijlen genoemd. De belangrijkste factoren die de woonvraag bepalen, zijn traditionele kenmerken als levensfase en inkomenssituatie. De indeling in leefstijlen is dan ook op deze kenmerken gebaseerd. Deze leefstijlen kunnen we ook naar de toekomst doorvertalen op grond van demografische en economische prognoses. De toevoeging gehecht of mobiel wijst niet We maken een onderscheid naar zeven zozeer op de (auto-)mobiliteit van groepen, leefstijlen. Per leefstijl zijn de verschillende maar veel meer op de actieradius van hun kenmerken wat betreft situatie, activiteiten: familie, kennissen, werk, uitgaan. leeftijd en inkomen benoemd. Elk huishouden Spreiden deze activiteiten zich over een grote regio uit (de mobielen) of concentreren ze zich in het onderzoek is ingedeeld naar één voornamelijk op de eigen woonplek (de leefstijl; er zijn dus geen die in gehechten)? meerdere leefstijlen vallen

22 Eén- en tweepersoons tot 55 jaar, met een inkomen lager dan modaal ( 1.65 netto per maand). Veel Starters op de woningmarkt behoren nadat zij een zelfstandig huishouden zijn gaan vormen tot de gehechte. Onder deze Starters zijn wel de nodige met een groeiend inkomensperspectief. 1- en 2 phh < 35 jr 1- en 2 phh jr Gezinnen +kinderen 1- en 2 phh jr 1- en 2 phh >75 jr < 1x modaal 1x -1,5x modaal >1,5x modaal Gezinnen Eén- en tweepersoons tussen 35 en 55 jaar met inkomen tussen modaal en anderhalf keer modaal ( 2.5 netto per maand) en één- en tweepersoons tot 35 jaar met inkomen vanaf modaal. Dit zijn zonder kinderen met een behoorlijk inkomen, in de leeftijd tot 55 jaar. Gezinnen met kind(eren) met een inkomen lager dan anderhalf keer modaal en doorgaans een wat re actieradius: gehechte wonen dicht bij familie en vrienden en ook op de woningmarkt oriënteren zij zich vaak op de plaats of zelfs de buurt waar zij al wonen. 1- en 2 phh < 35 jr 1- en 2 phh jr Gezinnen +kinderen 1- en 2 phh jr 1- en 2 phh > 75 jr 1- en 2 phh < 35 jr 1- en 2 phh jr Gezinnen +kinderen 1- en 2 phh jr 1- en 2 phh > 75 jr < 1x modaal < 1x modaal 1x -1,5x modaal 1x -1,5x modaal >1,5x modaal >1,5x modaal

23 Gezinnen Senioren Senioren Senioren Gezinnen met kind(eren), en één- en tweepersoons tussen de 35 en 55 jaar. Het inkomen ligt hoger dan anderhalf keer modaal. hebben een grotere actieradius, zowel sociaal als in de keuzen die zij maken op de woningmarkt. Eén- en tweepersoons (zonder thuiswonende kinderen) tussen 55 en 75 jaar met een inkomen beneden modaal en van 75 jaar of ouder met een inkomen tot anderhalf keer modaal. Deze groep heeft net als de gehechte een re actieradius. Eén- en tweepersoons (zonder thuiswonende kinderen) tussen de 55 en 75 jaar, met een inkomen hoger dan modaal. Net als de Gezinnen hebben zij op basis van hun inkomen en eventueel vermogen de nodige keuzemogelijkheden op de woningmarkt. Eén- en tweepersoons van 75 jaar en ouder, met een inkomen hoger dan anderhalf keer modaal. De woonvraag van deze groep is doorgaans sterk op comfort gericht. 1- en 2 phh < 35 jr 1- en 2 phh jr Gezinnen +kinderen 1- en 2 phh jr 1- en 2 phh > 75 jr 1- en 2 phh < 35 jr 1- en 2 phh jr Gezinnen +kinderen 1- en 2 phh jr 1- en 2 phh > 75 jr 1- en 2 phh < 35 jr 1- en 2 phh jr Gezinnen +kinderen 1- en 2 phh jr 1- en 2 phh > 75 jr 1- en 2 phh < 35 jr 1- en 2 phh jr Gezinnen +kinderen 1- en 2 phh jr 1- en 2 phh > 75 jr < 1x modaal < 1x modaal < 1x modaal < 1x modaal 1x -1,5x modaal 1x -1,5x modaal 1x -1,5x modaal 1x -1,5x modaal >1,5x modaal >1,5x modaal >1,5x modaal >1,5x modaal

24 De volgende tabel laat de relatieve omvang zien van de verschillende leefstijlen binnen het onderzoeksgebied. Tabel 2.1: Leefstijlen en aantal naar deelgebied en totaal, 21 Leefstijlen Metropoolregio Amsterdam Noord-Holland Flevoland Utrecht Totaal 19% 18% 11% 18% 17% 12% 11% 12% 11% 11% 11% 1% 15% 8% 1% 28% 28% 35% 33% 3% 18% 19% 16% 15% 17% 8% 9% 7% 1% 9% 5% 5% 4% 6% 5% Totaal (%) 1% 1% 1% 1% 1% Totaal (abs) Legenda. Rode arcering: >3% onder gemiddelde. Groene arcering >3% boven gemiddelde. Bron: Primos prognoses, bewerking Companen Van de bijna 2 miljoen die in de provincies Noord-Holland, Flevoland en Utrecht wonen, behoort bijna een derde tot de leefstijl. Ook de en de zijn naar verhouding grote groepen. Utrecht en Flevoland kennen naar verhouding veel. In Flevoland is het aandeel wat hoger dan gemiddeld, terwijl het aandeel juist beduidend lager is dan gemiddeld. In Flevoland is het aandeel over de hele linie, gehecht en mobiel, beduidend hoger dan in de andere provincies. De leefstijl komt het minste voor Woonmilieus Voor de indeling in woonmilieus wordt om praktische redenen aangesloten bij de bestaande indeling van ABF. Deze indeling kent een typering in vijf verschillende woonmilieus, met een verfijning naar 13 verschillende woonmilieus. De indeling in 13 woonmilieus, is de indeling die doorgaans wordt gebruikt om vraag en aanbod naar woonmilieus in kaart te brengen

25 Tabel 2.2: Woonmilieu-indeling in 5 en 13 typen Indeling in 5 woonmilieus Indeling in 13 woonmilieus 6. Centrum- stedelijk 1. Centrum-stedelijk plus 2. Centrum-stedelijk 7. Centrum-kleinstedelijk 7. Buiten centrum 3. Stedelijk vooroorlogs 4. Stedelijk naoorlogs compact 5. Stedelijk naoorlogs grondgebonden 8. Kleinstedelijk 8. Groen-stedelijk 6. Groen-stedelijk 9. Groen-kleinstedelijk 9. Centrum-dorps 1. Centrum-dorps 11. Dorps 1. Landelijk wonen 12. Landelijk bereikbaar Bron: ABF 13. Landelijk perifeer De woonmilieutypering kent een onderscheid tussen stedelijke, kleinstedelijke, dorpse en landelijke woonmilieus. Daarbinnen wordt een nader onderscheid gemaakt naar de ligging ten opzichte van centrumfuncties, naar bouwperiode (voor- en naoorlogs), naar dichtheid van de bebouwing (compact en grondgebonden) en naar bereikbaarheid (bereikbaar en perifeer). Binnen de indeling in 13 typen bestaat nog een grote verscheidenheid aan woonsferen. De onderstaande foto s illustreren dit. Stedelijke woonmilieus De eerste zes woonmilieutyperingen hebben betrekking op de steden in het onderzoeksgebied. Tot de steden worden woonplaatsen gerekend met tenminste De woonmilieus in de steden zijn op basis van het aanwezige voorzieningenniveau verdeeld in Centrum-stedelijke woonmilieus en Stedelijke woonmilieus. Het Centrum-stedelijke woonmilieu is opgesplitst in twee subtypen: Centrum-stedelijk plus en Centrum-stedelijk. De Stedelijke woonmilieus zijn op basis van de bebouwingsdichtheid weer verdeeld in Stedelijke woonmilieus en het Groen-stedelijke woonmilieu. Binnen de stedelijke gebieden met een hoge bebouwingsdichtheid worden drie subtypen onderscheiden: gebieden die overwegend voor de oorlog zijn gebouwd (Stedelijk vooroorlogs), gebieden die overwegend na de oorlog zijn gebouwd met een hoog aandeel meergezinswoningen (Stedelijk naoorlogs compact) en gebieden die overwegend na de oorlog zijn gebouwd met een hoog aandeel grondgebonden woningen (Stedelijke naoorlogs grondgebonden)

26 1. Centrum-stedelijk plus Amsterdam, Keizersgracht Amsterdam, van Woustraat Bron: Google Streetview Het woonmilieu Centrum-stedelijk plus hebben een voorzieningenniveau dat sterk onderscheidend is van de andere stadscentra. Het betreft de centra van de grote steden Amsterdam en Utrecht. 2. Centrum-stedelijk Amersfoort, centrum Almere, centrum Bron: Google Streetview De overige stadscentra hebben het Centrum-stedelijke woonmilieu. 3. Stedelijk vooroorlogs Haarlem, Bloemertstraat Amsterdam, Admiraal de Ruijterweg Bron: Google Streetview Het woonmilieu Stedelijk vooroorlogs wordt gekenmerkt door een hoge bebouwingsdichtheid en bebouwing die overwegend voor de oorlog is gerealiseerd

27 4. Stedelijk naoorlogs compact Amsterdam Zuid-Oost, Gooioord Amsterdam, IJburglaan Bron: Google Streetview Het woonmilieu Stedelijk naoorlogs compact kenmerkt zich door woningen die overwegend na de oorlog zijn gebouwd, met een hoog aandeel meergezinswoningen. 5. Stedelijk naoorlogs grondgebonden Almere, Tarantellastraat Nieuwegein, Gravin Louisesingel Bron: Google Streetview Het woonmilieu Stedelijk naoorlogs grondgebonden kenmerkt zich door woningen die overwegend na de oorlog zijn gebouwd, met een hoog aandeel grondgebonden woningen. 6. Groen-stedelijk Amersfoort, Fluitekamp Amsterdam, De Cuserstraat Bron: Google Streetview Het Groen-stedelijke woonmilieu wordt gekenmerkt door lage dichtheden en relatief veel groenvoorzieningen. Kleinstedelijke woonmilieus Tot de steden woonmilieus rekent ABF woonplaatsen met tenminste 13. en een dichtheid van meer dan 2 woningen per hectare, en woonplaatsen met tenminste 1. en een dichtheid van meer dan 2 woningen per

28 hectare waarbij het aandeel meergezinswoningen groter is dan 1% of het centrumgebied een dichtheid van meer dan 2 woningen per hectare kent. 7. Centrum-kleinstedelijk Hilversum, Kerkbrink Hoorn, Grote Noord Bron: Google Streetview Voorbeelden van steden in het onderzoeksgebied zijn Bussum, Heemstede, Hilversum, Hoorn en Naarden. Op basis van de aanwezigheid van voorzieningen wordt een onderscheid gemaakt tussen het Kleinstedelijke en het Centrum-kleinstedelijke woonmilieu 8. Kleinstedelijk Bussum, Brinklaan Naarden, Pijlstraat Bron: Google Streetview Het Kleinstedelijke woonmilieu kent relatief hoge dichtheden. 9. Groen-kleinstedelijk Heemstede, Centrum, Zandvaartkade Heerhugowaard, Van Goghstraat Bron: Google Streetview Het Groen-kleinstedelijke woonmilieu kent juist wat lagere dichtheden

29 Dorpse woonmilieus 1. Centrum-dorps Hoogkarspel, Raadhuisplein Wormerveer, Zaanweg Bron: Google Streetview Binnen de dorpen hebben de gebieden met relatief veel voorzieningen het Centrumdorpse woonmilieu. 11. Dorps Ransdorp, Dorpsweg Landsmeer, Dorpsstraat Bron: Google Streetview Gebieden met naar verhouding weinig voorzieningen hebben het Dorpse woonmilieu. Landelijke woonmilieus 12. Landelijk bereikbaar Medemblik, Zuiderzeeroute Hem, Houtweg Bron: Google Streetview Landelijke gebieden die binnen een reisafstand van 2 minuten ten opzichte van een centrum-woonmilieu, krijgen de typering Landelijk bereikbaar

30 13. Landelijk perifeer Zeewolde, Duikerweg Creil, Noordermeerweg Bron: Google Streetview Landelijke gebieden waarvoor dat niet geldt, krijgen de typering Landelijk perifeer. In bijlage 2 zijn overzichtskaarten opgenomen met de aanwezige woonmilieus in het onderzoeksgebied. De onderstaande tabel geeft een beeld van de aanwezige woonmilieus in de verschillende deelgebieden en de verschillen tussen de gebieden op dit punt. Tabel 2.3: Woonmilieus en aantal naar deelgebied en totaal, 21 Woonmilieus Metropoolregio Amsterdam Noord-Holland Flevoland Utrecht Totaal Centrum-stedelijk plus 12% 11% % 1% 7% Centrum-stedelijk 4% 3% 2% 1% 2% Stedelijk vooroorlogs 14% 12% % 7% 1% Stedelijk naoorlogs compact 22% 2% 6% 1% 16% Stedelijk naoorlogs grondgebonden 14% 7% 47% 13% 12% Groen-stedelijk 5% 3% 11% 5% 4% Centrum-kleinstedelijk 3% 3% % 5% 4% Kleinstedelijk 8% 9% % 22% 12% Groen-kleinstedelijk 1% 3% % 6% 4% Centrum-dorps 1% 13% 19% 17% 15% Dorps 4% 9% 6% 6% 8% Landelijk bereikbaar 2% 5% 3% 7% 5% Landelijk perifeer % % 5% % % Totaal (%) 1% 1% 1% 1% 1% Totaal (abs) Legenda. Rode arcering: >3% onder gemiddelde. Groene arcering >3% boven gemiddelde. Bron: ABF De woonmilieus die in het onderzoeksgebied het meeste voorkomen, zijn het Stedelijk naoorlogs compacte woonmilieu, het Centrum-dorpse woonmilieu, het Stedelijk naoorlogs grondgebonden woonmilieu en het Kleinstedelijke woonmilieu. In Noord-Holland en de MRA komt het woonmilieu Centrum-stedelijk plus (het centrum van Amsterdam) veel

31 meer voor dan in de andere provincies. In deze provincie vinden we over de hele linie meer stedelijke woonmilieus met hoge dichtheden. Toch vormen ook in Noord-Holland de niet-stedelijke woonmilieus een aanzienlijk deel van het totaal. In de provincie Flevoland woont bijna de helft van de in het Stedelijk naoorlogs grondgebonden woonmilieu (Almere). Daarnaast kent Flevoland veel Centrum-dorpse woonmilieus en is het de enige provincie in het onderzoeksgebied waar het Landelijk perifere woonmilieu voorkomt. In de provincie Utrecht wonen naar verhouding veel in Kleinstedelijke woonmilieus

32 - 28 -

33 3. Uitgangspunten van het model 3.1. Stappen en parameters Het model dat wij hanteren voor het berekenen van de toekomstige vraag naar woonmilieus, doorlopen we in een aantal stappen. Het onderstaande schema illustreert dit. Aanvangssituatie (21) Leefstijlen en woonmilieus Ideale woonsituatie per leefstijl Ontwikkeling leefstijlen Leeftijd Gezinsfase Economie Gewenste woonsituatie Huidige woonsituatie Behoefte woonmilieus Uitgangspunt is de aanvangssituatie. Er is voor gekozen als basisjaar uit te gaan van 21. Op basis van de Primos-bevolkings- en prognose, weten we hoe de bevolking zich demografisch gaat ontwikkelen. Wij vertalen in het model de ontwikkeling naar een leefstijlontwikkeling. We maken hierbij gebruik van CBS-informatie en Geomarkt-informatie over de samenstelling van en hun inkomenspositie. De toekomstige samenstelling van de bevolking naar leefstijlen is mede afhankelijk van de economische ontwikkeling. Als de welvaart sterker groeit, zal het aandeel met een leefstijl groter zijn dan wanneer de welvaart minder sterk of niet groeit. De effecten van de economische ontwikkeling op de toekomstige samenstelling van de bevolking naar leefstijl baseren wij op economische trendscenario s van het CPB. Op basis van de woonvoorkeuren van de diverse leefstijlen wordt per leefstijl een profiel 2 opgesteld van hoe zouden willen wonen. De profielen bestaan uit twee componenten: o De huidige woonsituatie van die naar tevredenheid wonen. o De gewenste woonsituatie van die zouden willen verhuizen. We baseren ons hierbij op de woonvoorkeuren die blijken uit het WoON 29 en op de Geomarkt-informatie over de woonwijze van leefstijlen. De verhouding tussen de beide componenten in het profiel is leefstijlspecifiek en er wordt gewerkt met verschillende profielen voor de diverse woningmarktregio s binnen het onderzoeks- 2 Deze profielen geven per regio per leefstijl aan hoe de woonwens naar woningen en woonmilieus procentueel is verdeeld

34 gebied. De profielen geven dus aan hoe de verschillende leefstijlen in een gebied idealiter zouden willen wonen. Ze vormen samen met de demografische ontwikkeling de input voor het model. Door de toekomstige samenstelling van de bevolking naar leefstijl te confronteren met de ideaaltypische woonprofielen, ontstaat inzicht in de toekomstige behoefte aan de verschillende woonmilieus. Naast de toekomstige vraag naar woonmilieus geeft het model inzicht in de woningbehoefte naar kwalitatieve aspecten als huur-koop-oriëntatie, woonvorm (eengezins of meergezins) en prijsniveau. Het model kent verschillende parameters die de nuances in de wijze waarop woonconsumenten zich gedragen op de woningmarkt tot uitdrukking laten komen. Generatie-effect Toekomstige generaties zijn meer op de koopsector gericht dan huidige generaties. Dit is een trend die in cijfers nog onvoldoende tot uitdrukking komt. Wij hebben deze trend geanalyseerd op basis van historische trends van vroegere WoONonderzoeken. Deze trends worden in het model betrouwbaar doorgetrokken naar de toekomst. Migratie-effect Migratie is per definitie selectief. Jonge trekken naar stedelijke woonmilieus, met kinderen zoeken ruimere woonmilieus. De inkomenspositie van is zeer bepalend voor de mogelijkheden die hebben hun woonwensen te realiseren. De migratiebewegingen van naar leeftijd en samenstelling komen tot uitdrukking in de Primos prognose. Deze houdt nog geen rekening met selectieve inkomensmigratie. Door de leefstijlbenadering waarin wij de inkomenscomponent bijmengen, komt de selectieve inkomensmigratie wel realistisch tot uitdrukking in de uitkomsten. Agglomeratie-effect Het functioneren van de regionale woningmarkt laat een steeds verdergaande bundeling van de woonfunctie in stedelijke gebieden zien. Deze trend komt in woonwensen beperkt tot uitdrukking. Het model biedt de mogelijkheid op basis van historische verschuivingen per leefstijl de bundeling in stedelijk gebied in te mengen. Nadere analyses van de historische trends in het onderzoeksgebied in combinatie met de migratiepatronen die volgen uit de Primos-prognose hebben geleid tot de conclusie dat het bijmengen van een agglomeratie-effect in het onderzochte gebied niet van toepassing is Invloed van de financiële crisis op de uitkomsten Veel mensen realiseren in de gespannen woningmarkt of onder invloed van beperkingen door de financiële crisis (verkoopbaarheid huidige woning, lagere kredietverstrekking door de banken) niet hun ideale woonwens, maar accepteren een second-best-oplossing

35 Een belangrijke vorm van dit substitutiegedrag is dat hun verhuiswens uitstellen. Een analyse van het WoON leert dat het uitstellen van de verhuiswens een aantrekkelijker alternatief wordt naarmate men ouder wordt. Tabel 3.1: Substitutiegedrag als men de eerste verhuiswens niet kan effectueren, naar leefstijl Totaal Elders zoeken naar gewenste woning 72% 72% 66% 63% 51% 45% 54% 65% Aanpassing woonwensen 1% 1% 8% 7% 11% 11% 5% 9% Niet verhuizen 19% 18% 26% 3% 39% 44% 41% 26% Totaal 1% 1% 1% 1% 1% 1% 1% 1% Legenda. Rode arcering: >3% onder gemiddelde. Groene arcering >3% boven gemiddelde. Bron: WoON29. Jongere zijn eerder geneigd een woning met de gewenste kwaliteit te zoeken op een andere locatie dan de eerste keus (in een andere wijk, maar vaak ook in een andere gemeente). Seniore besluiten (voorlopig) niet te verhuizen. Wellicht ten overvloede tekenen we hierbij aan dat het veldwerk voor het WoON29 werd uitgevoerd voor de omvang van de financiële crisis in de volle breedte zichtbaar was. Het substitutiegedrag van komt niet tot uitdrukking in de bevolkingsprognose. Vanwege de aard van de onderzoeksvraag wordt het effect van het uit- of afstellen van de verhuiswens ook niet in het model meegenomen. De onderzoeksvraag is de kwalitatieve behoefte aan woonmilieus in beeld te brengen binnen de kwantitatieve randtotalen van de Primos- prognose 211. De woningbehoefte in kwantitatieve zin is een vast gegevens. Een variant die uitgaat van een lagere behoefteprognose valt daarom buiten het bestek van dit onderzoek. De Primos-prognose 211 gaat uit van een aanzienlijke toename van de woningbehoefte in de komende decennia. Die toename komt deels voort uit de natuurlijke aanwas die samenhangt met de relatief jonge bevolking van de Noordvleugel van de Randstad. Omdat geboorte, sterfte, migratie en vorming structurele processen zijn, hebben problemen op de woningmarkt in de basis weinig invloed op de ontwikkeling van de woningbehoefte op de langere termijn. Echter, vraaguitval op de kortere termijn leidt er toe dat de woningbouwproductie sterk achterblijft bij de plannen waarop de prognose mede is gebaseerd. Dat kan er toe leiden dat het woningtekort op de langere termijn sterk oploopt, waarna een inhaalslag plaatsvindt. Een studie naar de mogelijke effecten van de financiële crisis op de ontwikkeling van de woningbehoefte in de Noordelijke Randstad op de langere termijn, laat zien dat de Primos-prognose 211 op dit punt robuust mag worden verondersteld 3. 3 Houdbaarheid Woningbehoefteprognoses Noordvleugel, ABF Research,

36 Voor de uitkomsten van de berekening van de toekomstige behoefte aan woonmilieus wordt, zoals aangegeven, uitgegaan van de kwantitatieve woningbehoefteberekening volgens Primos. De ontwikkeling in de vraag naar woonmilieus moet over een langere periode worden bezien. Voor de, onzekere, kortere termijn is de afzetbaarheid van nieuwbouwwoningen leidend. Voor de langere termijn moet het voorzien in de vraag naar de verschillende woonmilieus het doel zijn. De verwachte inhaalslag in de woningvraag als de woningmarkt haar balans heeft hervonden, is daarin een cruciale fase

37 4. De toekomstige behoefte aan woonmilieus: twee scenario s 4.1. Inleiding In dit hoofdstuk brengen we de toekomstige behoefte aan woonmilieus in beeld. De economische ontwikkeling en de daarmee samenhangende ontwikkeling van de welvaart, zijn van aanzienlijke invloed op de samenstelling van deze behoefte. Hoe de economie zich over een langere periode ontwikkelt is onzeker. De huidige economische malaise werpt een schaduw op de verwachtingen over de komende tijd. Hoe lang de problemen zullen aanhouden en tot welk niveau de economie zich zal herstellen is niet aan te geven. Langjarige gemiddelden in de economische ontwikkeling geven wel enig houvast voor de verdere toekomst. Vanwege deze onzekerheden schetsen we twee scenario s, waarbij we uitgaan van een verschillende economische ontwikkelingen. Het eerste scenario is een behoedzaam optimistisch scenario dat uitgaat van een economische groei van 1,2% op jaarbasis. Dit is een voorzichtig scenario en komt overeen met een lage variant van het Centraal Planbureau (CPB). Het tweede scenario is een pessimistischer scenario dat uitgaat van % economische groei. Samen geven deze scenario s een bandbreedte aan de ontwikkeling van de toekomstige behoefte aan woonmilieus Demografische ontwikkeling De Primos-prognose 211 gaat uit van een aanzienlijke groei van het aantal in het onderzoeksgebied in de periode tot 24. Het aantal neemt in de periode toe van ongeveer naar zo n Een toename 478.7, oftewel 24%. Het aandeel neemt in de periode toe van 32% in 21 naar 39% in 24. De toename van het aantal met bestaat voor tweederde uit seniore (55+)

38 Volgens het scenario van 1,2% economische groei, ziet de demografische ontwikkeling naar leefstijl er als volgt uit: Figuur 4.1: Provincies Noord-Holland, Flevoland en Utrecht, demografische ontwikkeling leefstijlen volgens scenario 1,2% economische groei, Bron: Primos prognose, bewerking Companen. Globaal zien we de volgende bewegingen: Het aantal neemt af, terwijl het aantal juist toeneemt. Dit wordt ingegeven door het gehanteerde economische scenario, dat uitgaat van een zekere welvaartsgroei. Het aantal stagneert, terwijl het aantal fors toeneemt. vormen nu en in de toekomst de grootste leefstijl in het onderzoeksgebied. De seniore leefstijlen nemen allemaal in omvang toe. De grootste toename is er bij de. De grootste groep zijn overigens de. Dat is op dit moment het geval en zal ook in de toekomst zo blijven. Wel valt op dat, meer dan bij de andere groepen, de ontwikkeling van deze leefstijl afvlakt na

39 In het scenario dat uitgaat van % welvaartsstijging neemt de omvang van de leefstijlen minder toe dan bij het scenario dat uitgaat van 1,2% welvaartsstijging. De onderstaande figuur laat de verschillen tussen beide scenario s zien. Figuur 4.2: Provincies Noord-Holland, Flevoland en Utrecht, verschil in demografische ontwikkeling leefstijlen volgens de twee scenario's, Bron: Primos prognose, bewerking Companen. De meest opvallende verschillen: De groep neemt volgens het %-scenario aanzienlijk sterker toe dan volgens het 1,2%-scenario. De verschillen tussen beide scenario s zijn r bij de dan bij de andere leefstijlen. Tabel 4.1: Procentuele toe- of afname van de omvang van de leefstijlen in de periode volgens het 1,2%-scenario, naar deelgebied Noord-Holland -25% 37% -5% 21% 23% 55% 76% Flevoland -11% 43% 3% 61% 96% 175% 156% Utrecht -18% 51% 7% 22% 37% 75% 66% Metropoolregio Amsterdam -23% 44% 3% 29% 27% 77% 89% Totaal -22% 41% 2% 25% 31% 68% 78% Bron: Companen. Een vergelijking tussen de gebieden van de (relatieve) toe- of afname van de omvang van de verschillende leefstijlen leert dat: de afname van de leefstijl het minst sterk is in de provincie Flevoland; Flevoland over de hele linie de sterkste groei kent; Flevoland naar verhouding ook de sterkste toename kent van de seniore leefstijlen, met andere woorden: met de sterkste vergrijzing te maken krijgt;

40 de groep, hoewel in omvang klein, relatief de grootste groei doormaakt; van de overige leefstijlen de groep naar verhouding het sterkst groeit, gevolgd door de groep. Noord-Holland te maken krijgt met een afname van de groep, terwijl in de Metropoolregio Amsterdam deze groep wat toeneemt. Dit komt op de conto van Almere en Lelystad Ontwikkeling vraag naar woonmilieus De toekomstige vraag naar woonmilieus hangt samen met de ontwikkeling van de verschillende leefstijlen. De onderstaande figuur laat zien hoe de toekomstige behoefte aan woonmilieus zich ontwikkelt volgens het scenario van 1,2% economische groei. Figuur 4.3: Provincies Noord-Holland, Flevoland en Utrecht, ontwikkeling behoefte woonmilieus volgens scenario 1,2% economische groei, Bron: Companen. Wat meteen opvalt is dat de grootste discrepanties zich voordoen in de periode tussen 21 en 22. Dit hangt samen met het feit dat er een verschil is tussen de feitelijke situatie in 21 die in de donkergroene balken in de grafiek is weergegeven en de ideaaltypische situatie in 21. Immers, een deel van de heeft een verhuiswens en woont op dit moment niet naar tevredenheid. Die discrepantie wordt in het model in de eerste periode ingelopen. De volgende figuur laat met een extra balk (blauw) per woonmilieutype zien hoe groot de discrepantie is tussen de feitelijke situatie en de ideaaltypische situatie op dit moment

41 Figuur 4.4: Provincies Noord-Holland, Flevoland en Utrecht, ontwikkeling behoefte woonmilieus volgens scenario 1,2% economische groei, inclusief discrepantie tussen feitelijke situatie en ideaaltypische situatie, Bron: Companen. 21 (Huidige situatie) 21 (Verhuiswens verwerkt) Stedelijke woonmilieus Het woonmilieu Centrum-stedelijk plus is erg populair. Er is sprake van een aanzienlijke additionele woningbehoefte (extra behoefte ten opzichte van de aanwezige voorraad) in dit woonmilieu. De aantrekkingskracht van dit woonmilieu hangt samen met de unieke uitstraling en het hoogwaardige voorzieningenniveau. Opvallend is dat er met name een grote additionele vraag is op de kortere termijn, en dat de vraagontwikkeling na 22 afvlakt. Er is dus sprake van een grote discrepantie tussen vraag een aanbod op dit moment, terwijl de demografische ontwikkeling minder bijdraagt aan de additionele behoefte aan woningen in dit milieu. Het is ook een woonmilieu dat niet zonder meer gecreëerd kan worden, maar wat wel kan worden uitgebreid als locaties beschikbaar zijn in de nabijheid van het bestaande woonmilieu. Dan is het zaak dat de aansluiting wordt gevonden bij het bestaande karakter en bij het bestaande voorzieningenniveau. In het geval van het Centrumstedelijk plus woonmilieu, betekent dat vooral dat de bereikbaarheid van het bestaande woonmilieu vanuit de nieuwe toevoegingen geborgd moet zijn. Ook het woonmilieu Stedelijk Vooroorlogs is populair. We zien net als bij het Centrum-stedelijk plus milieu een aanzienlijke discrepantie tussen vraag en aanbod op dit moment. De vraagontwikkeling naar dit woonmilieu zet zich in de toekomst sterker door dan bij het Centrum-stedelijk plus woonmilieu. De additionele vraag naar woningen in het Stedelijk naoorlogs compacte woonmilieu ontstaat onder invloed van de demografische ontwikkelingen na 22. Vanaf dat moment nemen de leefstijlen die zich op dit woonmilieu richten in omvang toe (dit zijn met name ). In de eerste periode is er weinig additionele vraag naar dit woonmilieu. Overigens kent het woonmilieu zekere overeenkomsten met het Stedelijk vooroorlogse woonmilieu en kan het mogelijk een deel van de additionele vraag naar dat woonmilieu opvangen, zij het dat het naoorlogs compacte woonmilieu niet altijd dezelfde populaire uitstraling heeft en doorgaans verder af ligt van de populaire centrum-stedelijke voorzieningen

42 Het woonmilieu Stedelijk naoorlogs grondgebonden kent bij een scenario van 1,2% welvaartsstijging de grootste additionele vraag. In dit woonmilieu is in de periode tot 24 behoefte aan ruim 85. extra woningen. Welvaartstijging en de toename van mobiele leefstijlen brengt een grotere oriëntatie op woonmilieus met lagere dichtheden met zich mee. Het Kleinstedelijke woonmilieu laat een aanzienlijke discrepantie zien tussen de uitgangssituatie en de toekomstige vraag. Er zijn op dit moment meer woningen in dit woonmilieu dan er zijn die er zouden willen wonen. Met andere woorden: een deel van de wil dit woonmilieu op dit moment verlaten. Vanaf 23 ontstaat onder invloed van de demografische groei van bevolkingsgroepen die het Kleinstedelijke woonmilieu een aantrekkelijk woonmilieu vinden weer een toenemende vraag naar dit type. Dit betreft met name die het aantrekkelijk vinden dichter in de buurt van (zorg)voorzieningen te wonen. Dorpse woonmilieus Ook het Centrum-dorpse woonmilieu is veel gevraagd. De additionele behoefte aan woningen in dit milieu bedraagt ruim 7.. Dit is een vraag waarin lastig is te voorzien, omdat het Centrum-dorpse woonmilieu zich moeilijk laat creëren of uitbreiden. Het is immers een woonmilieu dat zijn aantrekkingskracht voor een belangrijk deel ontleent aan een organisch en historisch gegroeid karakter. Een belangrijk deel van de aantrekkingskracht komt ook voort uit de aanwezigheid van voorzieningen in het Centrum-dorpse woonmilieu. In die zin is substitutie mogelijk met het Dorpse woonmilieu, als de beschikbaarheid of bereikbaarheid van voorzieningen geborgd kan worden. Het Dorpse woonmilieu en het Landelijk bereikbare woonmilieu zijn populaire woonmilieus, waarnaar in de toekomst de nodige additionele vraag ontstaat

43 Tabel 4.2: Provincies Noord-Holland, Flevoland en Utrecht, vergelijking tussen de additionele behoefte aan woonmilieus in de periode volgens beide scenario's Woonmilieus Scenario % economische groei Scenario 1,2% economische groei Verschil (abs) Verschil (%) Centrum-stedelijk plus % Centrum-stedelijk % Stedelijk vooroorlogs % Stedelijk naoorlogs compact % Stedelijk naoorlogs grondgebonden % Groen-stedelijk % Centrum-kleinstedelijk % Kleinstedelijk % Groen-kleinstedelijk % Centrum-dorps % Dorps % Landelijk bereikbaar % Landelijk perifeer % Totaal Bron: Companen. De bovenstaande tabel laat zien dat de omvang van de economische ontwikkeling van invloed is op de vraag naar de diverse woonmilieus. Een jaarlijkse economische groei van 1,2% betekent dat er een grotere vraag is naar ruimere en groenere woonmilieus dan bij een stagnatie van de economie. De grootste impact heeft de economische ontwikkeling op het Stedelijke naoorlogs compacte woonmilieu (afgezien van het zeer Landelijk perifere woonmilieu). Volgens het 1,2% scenario is de aanvullende behoefte aan woningen in dit woonmilieu ruim 2% lager dan bij het uitblijven van economisch herstel. In hoofdstuk 4 wordt de ontwikkeling van de vraag naar de verschillende woonmilieus per woningmarktregio, per provincie en voor de Metropoolregio Amsterdam in detail uitgewerkt. Hier gaan we kort in op de vraagontwikkeling in de MRA, Noord-Holland, Flevoland en Utrecht. Wij gaan daarbij uit van het scenario van 1,2% economische groei, vanuit lange termijn perspectief gezien het meest voor de hand liggende scenario

44 Metropoolregio Amsterdam Figuur 4.5: Metropoolregio Amsterdam, ontwikkeling behoefte woonmilieus volgens scenario 1,2% economische groei, Bron: Companen. 21 (Huidige situatie) Er is een aanzienlijke discrepantie tussen de beschikbaarheid en de behoefte aan het woonmilieu Centrum-stedelijk plus. Als die discrepantie zou zijn ingelopen neemt de vraag vervolgens beduidend minder snel toe. Voor de kortere termijn is er een relatief beperkte groei in de behoefte aan het Stedelijk naoorlogs compacte woonmilieu. Na 22 nemen de leefstijlen die zich op dit woonmilieu oriënteren toe, en neemt ook de vraag naar dit woonmilieu sterker toe. De vraag naar wonen in het Stedelijk naoorlogs grondgebonden woonmilieu neemt het snelst toe. De schaalsprong van Almere speelt hierin een belangrijke rol. Dit hangt samen met de uitgangspunten die zijn gehanteerd bij de Primos-prognose. Door er in de prognose van uit te gaan dat op grote schaal gebouwd wordt in Almere, neemt de vraag naar woningen in het model sterk toe. Aanbod creëert vraag. Het Centrum-dorpse woonmilieu is, ondanks de stedelijke uitstraling van een metropoolregio, sterk aanwezig in de MRA en is een populair woonmilieu waarnaar de vraag nog aanzienlijk toeneemt. De vraagontwikkeling naar de Kleinstedelijke woonmilieus is naar verhouding beperkt. De MRA is een groot en zeer divers gebied. Vrijwel alle woonmilieus komen in aanzienlijke hoeveelheden voor. De steden Amsterdam en Almere zijn zeer bepalend voor op het totaalbeeld van de MRA. We maken daarom hier een uitsplitsing naar deze steden en de overige gebieden binnen de Metropoolregio

45 Amsterdam Figuur 4.6: Gemeente Amsterdam, ontwikkeling behoefte woonmilieus volgens scenario 1,2% economische groei, Bron: Companen. 21 (Huidige situatie) Het woonmilieu Centrum-stedelijk plus komt binnen de MRA alleen in Amsterdam voor. De vraag naar dit type woonmilieu concentreert zich ook in deze stad en neemt in de komende decennia aanzienlijk toe. Ook de vraag naar het Stedelijk naoorlogs compacte woonmilieu is in Amsterdam groot. Dit is het woonmilieu waaraan de grootste additionele behoefte bestaat. De vraag naar dit woonmilieu ontwikkelt zich gestaag over de periode tot 24. Het Stedelijk vooroorlogse woonmilieu is naar omvang bezien het derde woonmilieu in Amsterdam. De vraag naar dit woonmilieu neemt de komende decennia niet noemenswaardig toe

46 Almere Figuur 4.7: Gemeente Almere, ontwikkeling behoefte woonmilieus volgens scenario 1,2% economische groei, Bron: Companen. 21 (Huidige situatie) In Almere concentreert de additionele vraag naar woonmilieus zich grotendeels in het Stedelijk naoorlogs grondgebonden woonmilieu. De vraag naar dit woonmilieu concentreert zich binnen de MRA voor een belangrijk deel in Almere. Daarnaast is er vraag naar het Stedelijk naoorlogs compacte woonmilieu, maar de omvang van de additionele vraag naar dit woonmilieu is veel r dan de vraag naar het grondgebonden woonmilieu. Figuur 4.8: Metropoolregio Amsterdam, exclusief de steden Amsterdam en Almere, ontwikkeling behoefte woonmilieus volgens scenario 1,2% economische groei, Bron: Companen Bezien zonder de grote invloed van de steden Amsterdam en Almere, is er in MRA vooral additionele behoefte aan de woonmilieus Centrum-dorps, Stedelijk vooroorlogs, Groenstedelijk en Stedelijk naoorlogs grondgebonden

47 De vraag naar het Centrum-stedelijke woonmilieu, het Stedelijk naoorlogs compacte woonmilieu en het Kleinstedelijke woonmilieu neemt iets toe, maar veel minder hard dan de hiervoor genoemde woonmilieus. Ook de vraag naar het dorpse en, in iets mindere mate, het Landelijk bereikbare woonmilieu neemt de komende decennia nog wat toe. De () vraag naar het woonmilieu Centrum-stedelijk plus is buiten Amsterdam niet in te vullen. Provincie Noord-Holland Figuur 4.9: Provincie Noord-Holland, ontwikkeling behoefte woonmilieus volgens scenario 1,2% economische groei, Bron: Companen. 21 (Huidige situatie) Omdat de Metropoolregio Amsterdam voor een aanzienlijk deel in de provincie Noord-Holland ligt, overlappen de uitkomsten voor beide gebieden behoorlijk. De vraagontwikkeling van (Centrum-)dorpse woonmilieus is sterker op de schaal van de gehele provincie Noord-Holland. Het Landelijk bereikbare woonmilieu komt naar verhouding veel voor in Noord- Holland en is redelijk populair. Bij de Kleinstedelijke woonmilieus is de vraagontwikkeling naar verhouding laag

48 Provincie Flevoland Figuur 4.1: Provincie Flevoland, ontwikkeling behoefte woonmilieus volgens scenario 1,2% economische groei, Bron: Companen 21 (Huidige situatie) De uitkomsten voor de provincie Flevoland worden gedomineerd door de ontwikkelingen in Lelystad en vooral in Almere. De schaalsprong van Almere zorgt voor een zeer grote toename van de behoefte aan het Stedelijke grondgebonden woonmilieu. Ook het Groenstedelijke woonmilieu, hoewel veel r, groeit behoorlijk als de vraag van wordt gevolgd. Ook in Flevoland is het Centrum-dorpse woonmilieu populair. De vraag naar dit woonmilieu neemt nog aanzienlijk toe. Het Landelijke perifere woonmilieu is binnen het totale onderzoeksgebied alleen in Flevoland in enige mate aanwezig. De vraag naar dit woonmilieu stijgt nog licht

49 Provincie Utrecht Figuur 4.11: Provincie Utrecht, ontwikkeling behoefte woonmilieus volgens scenario 1,2% economische groei, Bron: Companen. 21 (Huidige situatie) In de provincie Utrecht zijn de Kleinstedelijke woonmilieus naar verhouding sterk vertegenwoordigd. Hetzelfde geldt voor de (Centrum-)dorpse woonmilieus. In deze milieus neemt de vraag ook het sterkst toe. Ook het Landelijk Bereikbare woonmilieu is naar verhouding groot en mag rekenen op een toename in de behoefte. Ook de stedelijke woonmilieus zijn in de provincie (Utrecht en Amersfoort) in behoorlijke omvang aanwezig. Van de stedelijke woonmilieus is er de grootste mismatch tussen vraag en huidig aanbod in het woonmilieu Centrum-Stedelijk plus in Utrecht en in het Stedelijk vooroorlogse woonmilieu. Bij het Centrum-stedelijk plus woonmilieu neemt de vraag na het eventueel inlopen van deze mismatch niet erg sterk meer toe. Bij het Vooroorlogse woonmilieus is dat wel het geval

50 4.4. Ontwikkeling kwalitatieve woningvraag Naast de toekomstige vraag naar woonmilieus, is (indicatief) ook gekeken naar de ontwikkeling van de kwalitatieve woningbehoefte. De onderstaande tabel geeft een beeld van de gewenste verhoudingen naar bouwvorm, eigendomsklassen en prijsniveau van de woningvoorraad in het onderzoeksgebied in 22, 23 en 24. Tabel 4.3: Provincies Noord-Holland, Flevoland en Utrecht. Ontwikkeling kwalitatieve woningbehoefte volgens beide scenario's, Scenario 1,2% economische groei Eengezinswoningen 59% 64% 66% 66% Meergezinswoningen 41% 36% 34% 34% Totaal 1% 1% 1% 1% Goedkope huur 43% 36% 36% 33% Dure huur 3% 3% 3% 3% Goedkope koop 15% 16% 16% 16% Middeldure koop 21% 25% 25% 26% Dure koop 17% 19% 2% 21% Totaal 1% 1% 1% 1% Scenario % economische groei Eengezinswoningen 59% 64% 65% 65% Meergezinswoningen 41% 36% 35% 35% Totaal 1% 1% 1% 1% Goedkope huur 43% 37% 38% 36% Dure huur 3% 3% 3% 3% Goedkope koop 15% 16% 16% 16% Middeldure koop 21% 24% 24% 25% Dure koop 17% 19% 19% 2% Totaal 1% 1% 1% 1% Bron: Companen. Volgens het scenario van 1,2% economische groei zou de woningvoorraad in Noord- Holland, Flevoland en Utrecht in 24 idealiter bestaan uit twee derde eengezinswoningen en een derde meergezinswoningen. Op dit moment is deze verhouding ongeveer 6% - 4%. Volgens het 1,2%-scenario is de toekomstige behoefte aan eengezinswoningen marginaal groter dan volgens het %-scenario. Let wel: in deze paragraaf wordt het gemiddelde voor het totale onderzoeksgebied gepresenteerd. In de factsheets in hoofdstuk 4 wordt nader uitgewerkt hoe deze verhouding ligt voor de verschillende deelgebieden. 4 De grens tussen goedkope huur en dure huur ligt op 65, prijspeil 212. De grenzen tussen goedkope, middeldure en dure koop zijn dynamisch bepaald op het niveau van de 14 woningmarktregio s in het onderzoeksgebied. De grens tussen goedkope en middeldure koop is gelijkgesteld aan de grens tussen het 3 e en 4 e percentiel van de WOZ-waarde. De grens tussen middeldure en dure koop is gelijkgesteld aan de grens tussen het 7 e en 8 e percentiel. Door deze methode zijn de prijsklassen tussen de woningmarktregio s vergelijkbaar gemaakt. Zo heeft een dure koopwoning in Amsterdam een beduidend hoger prijsniveau als een dure koopwoning in de Kop van Noord-Holland

51 Als we kijken naar de verschillen naar eigendomsverhouding en prijsklasse, zijn de verschillen tussen de scenario s groter. Het %-scenario legt een grotere druk op de huursector, en dan met name op de goedkopere voorraad. Volgens het 1,2%-scenario is de vraag naar middeldure en dure koopwoningen wat groter dan onder het %-scenario. Toch is er ook volgens het %-scenario in de toekomst een aanzienlijke additionele behoefte aan deze woningen. Dit hangt samen met de toename van de mobiele leefstijlen die er ook bij % welvaartsgroei is

52 - 48 -

53 Bijlage 1: Factsheets behoefteontwikkeling per woningmarktregio In deze bijlage presenteren wij aan de hand van factsheets met een vaste opbouw de belangrijkste informatie per woningmarktregio, per provincie en voor de MRA. Per deelgebied worden beide scenario s in beeld gebracht. De factsheets bevatten de informatie die nodig is voor de confrontatie met de resultaten van de Quick Scan Aanbod, die parallel aan dit onderzoek wordt uitgevoerd

54 Kop van Noord-Holland scenario: 1,2% welvaartsgroei Ontwikkeling leefstijlen (Huidige situatie) Ontwikkeling behoefte woonmilieus (Huidige situatie) behoefte woonmilieus

55 Kop van Noord-Holland Scenario: 1,2% welvaartsgroei Ontwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) Onwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) 1% % 24 8% 8% Goedkoop (<65) 3% 26% 23% 23% Duur 6% (>65) 1% 1% 1% 6% 1% Goedkoop 4% 21% 18% 18% 4% 18% Middelduur 28% 33% 35% 35% Duur 2% 21% 21% 23% 2% 23% Eengezins % 86% 84% 84% % 84% Meergezins % 24 16% 16% 16% KOOP: HUUR: Duur Middelduur Goedkoop Duur (>65) Goedkoop (<65) Meergezins Eengezins Ontwikkeling leefstijlen 21 24, naar leefstijl en totaal (afgerond) Totaal Ontwikkeling behoefte aan woonmilieus (afgerond) 21 (huidige situatie) behoefte behoefte behoefte behoefte Centrum-stedelijk plus Centrum-stedelijk Stedelijk vooroorlogs Stedelijk naoorlogs compact Stedelijk naoorlogs grondgeb. Groen-stedelijk Centrum-kleinstedelijk Kleinstedelijk Groen-kleinstedelijk Centrum-dorps Dorps Landelijk bereikbaar Landelijk perifeer - 3 -

56 Kop van Noord-Holland scenario: % welvaartsgroei Ontwikkeling leefstijlen (Huidige situatie) Ontwikkeling behoefte woonmilieus (Huidige situatie) behoefte woonmilieus

57 Kop van Noord-Holland Scenario: % welvaartsgroei Ontwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) Onwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) 1% % 24 8% 8% Goedkoop (<65) 3% 26% 25% 25% Duur 6% (>65) 1% 1% 1% 6% 1% Goedkoop 4% 21% 19% 18% 4% 18% Middelduur 28% 33% 34% 34% Duur 2% 21% 21% 21% 2% 21% Eengezins % 86% 83% 83% % 83% Meergezins % 24 17% 17% 17% KOOP: HUUR: Duur Middelduur Goedkoop Duur (>65) Goedkoop (<65) Meergezins Eengezins Ontwikkeling leefstijlen 21 24, naar leefstijl en totaal (afgerond) Totaal Ontwikkeling behoefte aan woonmilieus (afgerond) 21 (huidige situatie) behoefte behoefte behoefte behoefte Centrum-stedelijk plus Centrum-stedelijk Stedelijk vooroorlogs Stedelijk naoorlogs compact Stedelijk naoorlogs grondgeb. Groen-stedelijk Centrum-kleinstedelijk Kleinstedelijk Groen-kleinstedelijk Centrum-dorps Dorps Landelijk bereikbaar Landelijk perifeer - 5 -

58 West Friesland scenario: 1,2% welvaartsgroei Ontwikkeling leefstijlen (Huidige situatie) Ontwikkeling behoefte woonmilieus (Huidige situatie) behoefte woonmilieus

59 West Friesland Scenario: 1,2% welvaartsgroei Ontwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) Onwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) 1% % 24 8% 8% Goedkoop (<65) 31% 26% 25% 24% Duur 6% (>65) 2% 2% 2% 6% 2% Goedkoop 4% 17% 16% 15% 4% 15% Middelduur 3% 35% 36% 37% Duur 2% 2% 22% 22% 2% 23% Eengezins % 83% 86% 85% % 86% Meergezins % 24 14% 15% 14% KOOP: HUUR: Duur Middelduur Goedkoop Duur (>65) Goedkoop (<65) Meergezins Eengezins Ontwikkeling leefstijlen 21 24, naar leefstijl en totaal (afgerond) Totaal Ontwikkeling behoefte aan woonmilieus (afgerond) 21 (huidige situatie) behoefte behoefte behoefte behoefte Centrum-stedelijk plus Centrum-stedelijk Stedelijk vooroorlogs Stedelijk naoorlogs compact Stedelijk naoorlogs grondgeb Groen-stedelijk Centrum-kleinstedelijk Kleinstedelijk Groen-kleinstedelijk Centrum-dorps Dorps Landelijk bereikbaar Landelijk perifeer - 7 -

60 West Friesland scenario: % welvaartsgroei Ontwikkeling leefstijlen (Huidige situatie) Ontwikkeling behoefte woonmilieus (Huidige situatie) behoefte woonmilieus

61 West Friesland Scenario: % welvaartsgroei Ontwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) Onwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) 1% % 24 8% 8% Goedkoop (<65) 31% 26% 26% 27% Duur 6% (>65) 2% 3% 3% 6% 3% Goedkoop 4% 17% 16% 15% 4% 14% Middelduur 3% 34% 35% 35% Duur 2% 2% 21% 21% 2% 21% Eengezins % 83% 85% 85% % 85% Meergezins % 24 15% 15% 15% KOOP: HUUR: Duur Middelduur Goedkoop Duur (>65) Goedkoop (<65) Meergezins Eengezins Ontwikkeling leefstijlen 21 24, naar leefstijl en totaal (afgerond) Totaal Ontwikkeling behoefte aan woonmilieus (afgerond) 21 (huidige situatie) behoefte behoefte behoefte behoefte Centrum-stedelijk plus Centrum-stedelijk Stedelijk vooroorlogs Stedelijk naoorlogs compact Stedelijk naoorlogs grondgeb Groen-stedelijk Centrum-kleinstedelijk Kleinstedelijk Groen-kleinstedelijk Centrum-dorps Dorps Landelijk bereikbaar Landelijk perifeer - 9 -

62 Alkmaar scenario: 1,2% welvaartsgroei Ontwikkeling leefstijlen (Huidige situatie) Ontwikkeling behoefte woonmilieus (Huidige situatie) behoefte woonmilieus

63 Alkmaar Scenario: 1,2% welvaartsgroei Ontwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) Onwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) 1% % 24 8% 8% Goedkoop (<65) 31% 28% 25% 24% Duur 6% (>65) 1% 1% 1% 6% 1% Goedkoop 4% 18% 18% 18% 4% 18% Middelduur 27% 29% 3% 3% Duur 2% 23% 24% 26% 2% 27% Eengezins % 81% 82% 83% % 83% Meergezins % 24 18% 17% 17% KOOP: HUUR: Duur Middelduur Goedkoop Duur (>65) Goedkoop (<65) Meergezins Eengezins Ontwikkeling leefstijlen 21 24, naar leefstijl en totaal (afgerond) Totaal Ontwikkeling behoefte aan woonmilieus (afgerond) 21 (huidige situatie) behoefte behoefte behoefte behoefte Centrum-stedelijk plus Centrum-stedelijk Stedelijk vooroorlogs Stedelijk naoorlogs compact Stedelijk naoorlogs grondgeb Groen-stedelijk Centrum-kleinstedelijk Kleinstedelijk Groen-kleinstedelijk Centrum-dorps Dorps Landelijk bereikbaar Landelijk perifeer

64 Alkmaar scenario: % welvaartsgroei Ontwikkeling leefstijlen (Huidige situatie) Ontwikkeling behoefte woonmilieus (Huidige situatie) behoefte woonmilieus

65 Alkmaar Scenario: % welvaartsgroei Ontwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) Onwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) 1% % 24 8% 8% Goedkoop (<65) 31% 29% 27% 27% Duur 6% (>65) 1% 1% 1% 6% 1% Goedkoop 4% 18% 18% 18% 4% 18% Middelduur 27% 29% 29% 29% Duur 2% 23% 23% 24% 2% 24% Eengezins % 81% 81% 82% % 82% Meergezins % 24 19% 18% 18% KOOP: HUUR: Duur Middelduur Goedkoop Duur (>65) Goedkoop (<65) Meergezins Eengezins Ontwikkeling leefstijlen 21 24, naar leefstijl en totaal (afgerond) Totaal Ontwikkeling behoefte aan woonmilieus (afgerond) 21 (huidige situatie) behoefte behoefte behoefte behoefte Centrum-stedelijk plus Centrum-stedelijk Stedelijk vooroorlogs Stedelijk naoorlogs compact Stedelijk naoorlogs grondgeb Groen-stedelijk Centrum-kleinstedelijk Kleinstedelijk Groen-kleinstedelijk Centrum-dorps Dorps Landelijk bereikbaar Landelijk perifeer

66 Zuid-Kennemerland / IJmond scenario: 1,2% welvaartsgroei Ontwikkeling leefstijlen (Huidige situatie) Ontwikkeling behoefte woonmilieus (Huidige situatie) behoefte woonmilieus

67 Zuid-Kennemerland / IJmond Scenario: 1,2% welvaartsgroei Ontwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) Onwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) 1% % 24 8% 8% Goedkoop (<65) 4% 35% 33% 32% Duur 6% (>65) 3% 3% 3% 6% 3% Goedkoop 4% 16% 15% 16% 4% 15% Middelduur 24% 27% 28% 29% Duur 2% 16% 19% 2% 2% 21% Eengezins % 62% 67% 67% % 68% Meergezins % 24 33% 33% 32% KOOP: HUUR: Duur Middelduur Goedkoop Duur (>65) Goedkoop (<65) Meergezins Eengezins Ontwikkeling leefstijlen 21 24, naar leefstijl en totaal (afgerond) Totaal Ontwikkeling behoefte aan woonmilieus (afgerond) 21 (huidige situatie) behoefte behoefte behoefte behoefte Centrum-stedelijk plus Centrum-stedelijk Stedelijk vooroorlogs Stedelijk naoorlogs compact Stedelijk naoorlogs grondgeb Groen-stedelijk Centrum-kleinstedelijk Kleinstedelijk Groen-kleinstedelijk Centrum-dorps Dorps Landelijk bereikbaar Landelijk perifeer

68 Zuid-Kennemerland / IJmond scenario: % welvaartsgroei Ontwikkeling leefstijlen (Huidige situatie) Ontwikkeling behoefte woonmilieus (Huidige situatie) behoefte woonmilieus

69 Zuid-Kennemerland / IJmond Scenario: % welvaartsgroei Ontwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) Onwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) 1% % 24 8% 8% Goedkoop (<65) 4% 36% 35% 35% Duur 6% (>65) 3% 3% 3% 6% 3% Goedkoop 4% 16% 15% 15% 4% 15% Middelduur 24% 27% 27% 27% Duur 2% 16% 19% 19% 2% 2% Eengezins % 62% 67% 66% % 67% Meergezins % 24 33% 34% 33% KOOP: HUUR: Duur Middelduur Goedkoop Duur (>65) Goedkoop (<65) Meergezins Eengezins Ontwikkeling leefstijlen 21 24, naar leefstijl en totaal (afgerond) Totaal Ontwikkeling behoefte aan woonmilieus (afgerond) 21 (huidige situatie) behoefte behoefte behoefte behoefte Centrum-stedelijk plus Centrum-stedelijk Stedelijk vooroorlogs Stedelijk naoorlogs compact Stedelijk naoorlogs grondgeb Groen-stedelijk Centrum-kleinstedelijk Kleinstedelijk Groen-kleinstedelijk Centrum-dorps Dorps Landelijk bereikbaar Landelijk perifeer

70 Gooi en Vechtstreek scenario: 1,2% welvaartsgroei Ontwikkeling leefstijlen (Huidige situatie) Ontwikkeling behoefte woonmilieus (Huidige situatie) behoefte woonmilieus

71 Gooi en Vechtstreek Scenario: 1,2% welvaartsgroei Ontwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) Onwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) 1% % 24 8% 8% Goedkoop (<65) 38% 32% 3% 29% Duur 6% (>65) 3% 4% 4% 6% 4% Goedkoop 4% 19% 21% 21% 4% 21% Middelduur 22% 24% 25% 25% Duur 2% 19% 19% 2% 2% 21% Eengezins % 72% 76% 76% % 77% Meergezins % 24 24% 24% 23% KOOP: HUUR: Duur Middelduur Goedkoop Duur (>65) Goedkoop (<65) Meergezins Eengezins Ontwikkeling leefstijlen 21 24, naar leefstijl en totaal (afgerond) Totaal Ontwikkeling behoefte aan woonmilieus (afgerond) 21 (huidige situatie) behoefte behoefte behoefte behoefte Centrum-stedelijk plus Centrum-stedelijk Stedelijk vooroorlogs Stedelijk naoorlogs compact Stedelijk naoorlogs grondgeb Groen-stedelijk Centrum-kleinstedelijk Kleinstedelijk Groen-kleinstedelijk Centrum-dorps Dorps Landelijk bereikbaar Landelijk perifeer

72 Gooi en Vechtstreek scenario: % welvaartsgroei Ontwikkeling leefstijlen (Huidige situatie) Ontwikkeling behoefte woonmilieus (Huidige situatie) behoefte woonmilieus

73 Gooi en Vechtstreek Scenario: % welvaartsgroei Ontwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) Onwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) 1% % 24 8% 8% Goedkoop (<65) 38% 32% 31% 31% Duur 6% (>65) 3% 4% 4% 6% 4% Goedkoop 4% 19% 2% 21% 4% 21% Middelduur 22% 24% 25% 25% Duur 2% 19% 19% 2% 2% 19% Eengezins % 72% 75% 76% % 76% Meergezins % 24 25% 24% 24% KOOP: HUUR: Duur Middelduur Goedkoop Duur (>65) Goedkoop (<65) Meergezins Eengezins Ontwikkeling leefstijlen 21 24, naar leefstijl en totaal (afgerond) Totaal Ontwikkeling behoefte aan woonmilieus (afgerond) 21 (huidige situatie) behoefte behoefte behoefte behoefte Centrum-stedelijk plus Centrum-stedelijk Stedelijk vooroorlogs Stedelijk naoorlogs compact Stedelijk naoorlogs grondgeb Groen-stedelijk Centrum-kleinstedelijk Kleinstedelijk Groen-kleinstedelijk Centrum-dorps Dorps Landelijk bereikbaar Landelijk perifeer

74 Stadsregio Amsterdam Noord scenario: 1,2% welvaartsgroei Ontwikkeling leefstijlen (Huidige situatie) Ontwikkeling behoefte woonmilieus (Huidige situatie) behoefte woonmilieus

75 Stadsregio Amsterdam Noord Scenario: 1,2% welvaartsgroei Ontwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) Onwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) 1% % 24 8% 8% Goedkoop (<65) 4% 35% 33% 32% Duur 6% (>65) 2% 2% 2% 6% 2% Goedkoop 4% 15% 15% 15% 4% 15% Middelduur 2% 21% 22% 22% Duur 2% 22% 26% 28% 2% 29% Eengezins % 75% 79% 79% % 79% Meergezins % 24 21% 21% 21% KOOP: HUUR: Duur Middelduur Goedkoop Duur (>65) Goedkoop (<65) Meergezins Eengezins Ontwikkeling leefstijlen 21 24, naar leefstijl en totaal (afgerond) Totaal Ontwikkeling behoefte aan woonmilieus (afgerond) 21 (huidige situatie) behoefte behoefte behoefte behoefte Centrum-stedelijk plus Centrum-stedelijk Stedelijk vooroorlogs Stedelijk naoorlogs compact Stedelijk naoorlogs grondgeb Groen-stedelijk Centrum-kleinstedelijk Kleinstedelijk Groen-kleinstedelijk Centrum-dorps Dorps Landelijk bereikbaar Landelijk perifeer

76 Stadsregio Amsterdam Noord scenario: % welvaartsgroei Ontwikkeling leefstijlen (Huidige situatie) Ontwikkeling behoefte woonmilieus (Huidige situatie) behoefte woonmilieus

77 Stadsregio Amsterdam Noord Scenario: % welvaartsgroei Ontwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) Onwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) 1% % 24 8% 8% Goedkoop (<65) 4% 36% 35% 35% Duur 6% (>65) 2% 2% 2% 6% 2% Goedkoop 4% 15% 15% 15% 4% 15% Middelduur 2% 21% 21% 21% Duur 2% 22% 26% 27% 2% 27% Eengezins % 75% 78% 77% % 77% Meergezins % 24 22% 23% 23% KOOP: HUUR: Duur Middelduur Goedkoop Duur (>65) Goedkoop (<65) Meergezins Eengezins Ontwikkeling leefstijlen 21 24, naar leefstijl en totaal (afgerond) Totaal Ontwikkeling behoefte aan woonmilieus (afgerond) 21 (huidige situatie) behoefte behoefte behoefte behoefte Centrum-stedelijk plus Centrum-stedelijk Stedelijk vooroorlogs Stedelijk naoorlogs compact Stedelijk naoorlogs grondgeb Groen-stedelijk Centrum-kleinstedelijk Kleinstedelijk Groen-kleinstedelijk Centrum-dorps Dorps Landelijk bereikbaar Landelijk perifeer

78 Stadsregio Amsterdam Zuid scenario: 1,2% welvaartsgroei Ontwikkeling leefstijlen (Huidige situatie) Ontwikkeling behoefte woonmilieus (Huidige situatie) behoefte woonmilieus

79 Stadsregio Amsterdam Zuid Scenario: 1,2% welvaartsgroei Ontwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) 1% 8% 1% 8% 6% 6% 4% 4% 2% 2% % KOOP: HUUR: Duur Middelduur Goedkoop Duur (>65) Goedkoop (<65) % Meergezins Eengezins Ontwikkeling leefstijlen 21 24, naar leefstijl en totaal (afgerond) Totaal Ontwikkeling behoefte aan woonmilieus (afgerond) 21 (huidige situatie) behoefte behoefte behoefte behoefte Centrum-stedelijk plus Centrum-stedelijk Stedelijk vooroorlogs Stedelijk naoorlogs compact Stedelijk naoorlogs grondgeb Groen-stedelijk Centrum-kleinstedelijk Kleinstedelijk Groen-kleinstedelijk Centrum-dorps Dorps Landelijk bereikbaar Landelijk perifeer

80 Stadsregio Amsterdam Zuid scenario: % welvaartsgroei Ontwikkeling leefstijlen (Huidige situatie) Ontwikkeling behoefte woonmilieus (Huidige situatie) behoefte woonmilieus

81 Stadsregio Amsterdam Zuid Scenario: % welvaartsgroei Ontwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) 1% 8% 1% 8% 6% 6% 4% 4% 2% 2% % KOOP: HUUR: Duur Middelduur Goedkoop Duur (>65) Goedkoop (<65) % Meergezins Eengezins Ontwikkeling leefstijlen 21 24, naar leefstijl en totaal (afgerond) Totaal Ontwikkeling behoefte aan woonmilieus (afgerond) 21 (huidige situatie) behoefte behoefte behoefte behoefte Centrum-stedelijk plus Centrum-stedelijk Stedelijk vooroorlogs Stedelijk naoorlogs compact Stedelijk naoorlogs grondgeb Groen-stedelijk Centrum-kleinstedelijk Kleinstedelijk Groen-kleinstedelijk Centrum-dorps Dorps Landelijk bereikbaar Landelijk perifeer

82 Gemeente Amsterdam scenario: 1,2% welvaartsgroei Ontwikkeling leefstijlen (Huidige situatie) Ontwikkeling behoefte woonmilieus (Huidige situatie) behoefte woonmilieus

83 Gemeente Amsterdam Scenario: 1,2% welvaartsgroei Ontwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) 1% 8% 6% 4% 2% 1% 8% 6% 4% 2% % % KOOP: HUUR: Duur Middelduur Goedkoop Duur (>65) Goedkoop (<65) Meergezins Eengezins Ontwikkeling leefstijlen 21 24, naar leefstijl en totaal (afgerond) Totaal Ontwikkeling behoefte aan woonmilieus (afgerond) 21 (huidige situatie) behoefte behoefte behoefte behoefte Centrum-stedelijk plus Centrum-stedelijk Stedelijk vooroorlogs Stedelijk naoorlogs compact Stedelijk naoorlogs grondgeb Groen-stedelijk Centrum-kleinstedelijk Kleinstedelijk Groen-kleinstedelijk Centrum-dorps Dorps Landelijk bereikbaar Landelijk perifeer

84 Gemeente Amsterdam scenario: % welvaartsgroei Ontwikkeling leefstijlen (Huidige situatie) Ontwikkeling behoefte woonmilieus (Huidige situatie) behoefte woonmilieus

85 Gemeente Amsterdam Scenario: % welvaartsgroei Ontwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) 1% 8% 6% 4% 2% 1% 8% 6% 4% 2% % % KOOP: HUUR: Duur Middelduur Goedkoop Duur (>65) Goedkoop (<65) Meergezins Eengezins Ontwikkeling leefstijlen 21 24, naar leefstijl en totaal (afgerond) Totaal Ontwikkeling behoefte aan woonmilieus (afgerond) 21 (huidige situatie) behoefte behoefte behoefte behoefte Centrum-stedelijk plus Centrum-stedelijk Stedelijk vooroorlogs Stedelijk naoorlogs compact Stedelijk naoorlogs grondgeb Groen-stedelijk Centrum-kleinstedelijk Kleinstedelijk Groen-kleinstedelijk Centrum-dorps Dorps Landelijk bereikbaar Landelijk perifeer

86 BRU scenario: 1,2% welvaartsgroei Ontwikkeling leefstijlen (Huidige situatie) Ontwikkeling behoefte woonmilieus (Huidige situatie) behoefte woonmilieus

87 BRU Scenario: 1,2% welvaartsgroei Ontwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) Onwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) 1% % 24 8% 8% Goedkoop (<65) 45% 37% 35% 34% Duur 6% (>65) 3% 4% 4% 6% 4% Goedkoop 4% 16% 16% 16% 4% 16% Middelduur 18% 22% 23% 23% Duur 2% 18% 21% 22% 2% 23% Eengezins % 58% 65% 66% % 67% Meergezins % 24 35% 34% 33% KOOP: HUUR: Duur Middelduur Goedkoop Duur (>65) Goedkoop (<65) Meergezins Eengezins Ontwikkeling leefstijlen 21 24, naar leefstijl en totaal (afgerond) Totaal Ontwikkeling behoefte aan woonmilieus (afgerond) 21 (huidige situatie) behoefte behoefte behoefte behoefte Centrum-stedelijk plus Centrum-stedelijk Stedelijk vooroorlogs Stedelijk naoorlogs compact Stedelijk naoorlogs grondgeb Groen-stedelijk Centrum-kleinstedelijk Kleinstedelijk Groen-kleinstedelijk Centrum-dorps Dorps Landelijk bereikbaar Landelijk perifeer

88 BRU scenario: % welvaartsgroei Ontwikkeling leefstijlen (Huidige situatie) Ontwikkeling behoefte woonmilieus (Huidige situatie) behoefte woonmilieus

89 BRU Scenario: % welvaartsgroei Ontwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) Onwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) 1% % 24 8% 8% Goedkoop (<65) 45% 38% 37% 37% Duur 6% (>65) 3% 4% 4% 6% 4% Goedkoop 4% 16% 15% 16% 4% 16% Middelduur 18% 22% 22% 22% Duur 2% 18% 21% 21% 2% 21% Eengezins % 58% 65% 65% % 65% Meergezins % 24 35% 35% 35% KOOP: HUUR: Duur Middelduur Goedkoop Duur (>65) Goedkoop (<65) Meergezins Eengezins Ontwikkeling leefstijlen 21 24, naar leefstijl en totaal (afgerond) Totaal Ontwikkeling behoefte aan woonmilieus (afgerond) 21 (huidige situatie) behoefte behoefte behoefte behoefte Centrum-stedelijk plus Centrum-stedelijk Stedelijk vooroorlogs Stedelijk naoorlogs compact Stedelijk naoorlogs grondgeb Groen-stedelijk Centrum-kleinstedelijk Kleinstedelijk Groen-kleinstedelijk Centrum-dorps Dorps Landelijk bereikbaar Landelijk perifeer

90 Regio Amersfoort scenario: 1,2% welvaartsgroei Ontwikkeling leefstijlen (Huidige situatie) Ontwikkeling behoefte woonmilieus (Huidige situatie) behoefte woonmilieus

91 Regio Amersfoort Scenario: 1,2% welvaartsgroei Ontwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) Onwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) 1% % 24 8% 8% Goedkoop (<65) 32% 26% 24% 24% Duur 6% (>65) 3% 3% 3% 6% 3% Goedkoop 4% 19% 19% 19% 4% 19% Middelduur 31% 36% 37% 37% Duur 2% 15% 16% 17% 2% 18% Eengezins % 73% 77% 77% % 78% Meergezins % 24 23% 23% 22% KOOP: HUUR: Duur Middelduur Goedkoop Duur (>65) Goedkoop (<65) Meergezins Eengezins Ontwikkeling leefstijlen 21 24, naar leefstijl en totaal (afgerond) Totaal Ontwikkeling behoefte aan woonmilieus (afgerond) 21 (huidige situatie) behoefte behoefte behoefte behoefte Centrum-stedelijk plus Centrum-stedelijk Stedelijk vooroorlogs Stedelijk naoorlogs compact Stedelijk naoorlogs grondgeb Groen-stedelijk Centrum-kleinstedelijk Kleinstedelijk Groen-kleinstedelijk Centrum-dorps Dorps Landelijk bereikbaar Landelijk perifeer

92 Regio Amersfoort scenario: % welvaartsgroei Ontwikkeling leefstijlen (Huidige situatie) Ontwikkeling behoefte woonmilieus (Huidige situatie) behoefte woonmilieus

93 Regio Amersfoort Scenario: % welvaartsgroei Ontwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) Onwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) 1% % 24 8% 8% Goedkoop (<65) 32% 27% 26% 26% Duur 6% (>65) 3% 3% 3% 6% 3% Goedkoop 4% 19% 2% 19% 4% 19% Middelduur 31% 35% 36% 35% Duur 2% 15% 16% 16% 2% 16% Eengezins % 73% 77% 76% % 77% Meergezins % 24 23% 24% 23% KOOP: HUUR: Duur Middelduur Goedkoop Duur (>65) Goedkoop (<65) Meergezins Eengezins Ontwikkeling leefstijlen 21 24, naar leefstijl en totaal (afgerond) Totaal Ontwikkeling behoefte aan woonmilieus (afgerond) 21 (huidige situatie) behoefte behoefte behoefte behoefte Centrum-stedelijk plus Centrum-stedelijk Stedelijk vooroorlogs Stedelijk naoorlogs compact Stedelijk naoorlogs grondgeb Groen-stedelijk Centrum-kleinstedelijk Kleinstedelijk Groen-kleinstedelijk Centrum-dorps Dorps Landelijk bereikbaar Landelijk perifeer

94 Utrecht Zuid-Oost scenario: 1,2% welvaartsgroei Ontwikkeling leefstijlen (Huidige situatie) Ontwikkeling behoefte woonmilieus (Huidige situatie) behoefte woonmilieus

95 Utrecht Zuid-Oost Scenario: 1,2% welvaartsgroei Ontwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) Onwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) 1% % 24 8% 8% Goedkoop (<65) 29% 24% 22% 21% Duur 6% (>65) 1% 1% 1% 6% 1% Goedkoop 4% 18% 19% 19% 4% 18% Middelduur 29% 32% 32% 32% Duur 2% 23% 25% 26% 2% 27% Eengezins % 77% 81% 81% % 82% Meergezins % 24 19% 19% 18% KOOP: HUUR: Duur Middelduur Goedkoop Duur (>65) Goedkoop (<65) Meergezins Eengezins Ontwikkeling leefstijlen 21 24, naar leefstijl en totaal (afgerond) Totaal Ontwikkeling behoefte aan woonmilieus (afgerond) 21 (huidige situatie) behoefte behoefte behoefte behoefte Centrum-stedelijk plus Centrum-stedelijk Stedelijk vooroorlogs Stedelijk naoorlogs compact Stedelijk naoorlogs grondgeb. Groen-stedelijk Centrum-kleinstedelijk Kleinstedelijk Groen-kleinstedelijk Centrum-dorps Dorps Landelijk bereikbaar Landelijk perifeer

96 Utrecht Zuid-Oost scenario: % welvaartsgroei Ontwikkeling leefstijlen (Huidige situatie) Ontwikkeling behoefte woonmilieus (Huidige situatie) behoefte woonmilieus

97 Utrecht Zuid-Oost Scenario: % welvaartsgroei Ontwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) Onwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) 1% % 24 8% 8% Goedkoop (<65) 29% 24% 23% 23% Duur 6% (>65) 1% 1% 1% 6% 1% Goedkoop 4% 18% 19% 19% 4% 18% Middelduur 29% 32% 32% 31% Duur 2% 23% 24% 26% 2% 26% Eengezins % 77% 8% 8% % 8% Meergezins % 24 2% 2% 2% KOOP: HUUR: Duur Middelduur Goedkoop Duur (>65) Goedkoop (<65) Meergezins Eengezins Ontwikkeling leefstijlen 21 24, naar leefstijl en totaal (afgerond) Totaal Ontwikkeling behoefte aan woonmilieus (afgerond) 21 (huidige situatie) behoefte behoefte behoefte behoefte Centrum-stedelijk plus Centrum-stedelijk Stedelijk vooroorlogs Stedelijk naoorlogs compact Stedelijk naoorlogs grondgeb. Groen-stedelijk Centrum-kleinstedelijk Kleinstedelijk Groen-kleinstedelijk Centrum-dorps Dorps Landelijk bereikbaar Landelijk perifeer

98 West-Utrecht scenario: 1,2% welvaartsgroei Ontwikkeling leefstijlen (Huidige situatie) Ontwikkeling behoefte woonmilieus (Huidige situatie) behoefte woonmilieus

99 West-Utrecht Scenario: 1,2% welvaartsgroei Ontwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) Onwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) 1% % 24 8% 8% Goedkoop (<65) 23% 19% 17% 17% Duur 6% (>65) 3% 2% 2% 6% 2% Goedkoop 4% 2% 22% 22% 4% 22% Middelduur 28% 28% 28% 28% Duur 2% 26% 28% 3% 2% 31% Eengezins % 82% 8% 79% % 8% Meergezins % 24 2% 21% 2% KOOP: HUUR: Duur Middelduur Goedkoop Duur (>65) Goedkoop (<65) Meergezins Eengezins Ontwikkeling leefstijlen 21 24, naar leefstijl en totaal (afgerond) Totaal Ontwikkeling behoefte aan woonmilieus (afgerond) 21 (huidige situatie) behoefte behoefte behoefte behoefte Centrum-stedelijk plus Centrum-stedelijk Stedelijk vooroorlogs Stedelijk naoorlogs compact Stedelijk naoorlogs grondgeb Groen-stedelijk Centrum-kleinstedelijk Kleinstedelijk Groen-kleinstedelijk Centrum-dorps Dorps Landelijk bereikbaar Landelijk perifeer

100 West-Utrecht scenario: % welvaartsgroei Ontwikkeling leefstijlen (Huidige situatie) Ontwikkeling behoefte woonmilieus (Huidige situatie) behoefte woonmilieus

101 West-Utrecht Scenario: % welvaartsgroei Ontwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) Onwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) 1% % 24 8% 8% Goedkoop (<65) 23% 19% 18% 19% Duur 6% (>65) 3% 2% 2% 6% 2% Goedkoop 4% 2% 23% 23% 4% 22% Middelduur 28% 28% 28% 28% Duur 2% 26% 28% 29% 2% 29% Eengezins % 82% 8% 79% % 79% Meergezins % 24 2% 21% 21% KOOP: HUUR: Duur Middelduur Goedkoop Duur (>65) Goedkoop (<65) Meergezins Eengezins Ontwikkeling leefstijlen 21 24, naar leefstijl en totaal (afgerond) Totaal Ontwikkeling behoefte aan woonmilieus (afgerond) 21 (huidige situatie) behoefte behoefte behoefte behoefte Centrum-stedelijk plus Centrum-stedelijk Stedelijk vooroorlogs Stedelijk naoorlogs compact Stedelijk naoorlogs grondgeb Groen-stedelijk Centrum-kleinstedelijk Kleinstedelijk Groen-kleinstedelijk Centrum-dorps Dorps Landelijk bereikbaar Landelijk perifeer

102 Almere scenario: 1,2% welvaartsgroei Ontwikkeling leefstijlen (Huidige situatie) Ontwikkeling behoefte woonmilieus (Huidige situatie) behoefte woonmilieus

103 Almere Scenario: 1,2% welvaartsgroei Ontwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) Onwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) 1% % 24 8% 8% Goedkoop (<65) 34% 27% 26% 25% Duur 6% (>65) 3% 3% 3% 6% 3% Goedkoop 4% 2% 21% 22% 4% 21% Middelduur 25% 28% 28% 28% Duur 2% 18% 21% 21% 2% 22% Eengezins % 76% 82% 81% % 82% Meergezins % 24 18% 19% 18% KOOP: HUUR: Duur Middelduur Goedkoop Duur (>65) Goedkoop (<65) Meergezins Eengezins Ontwikkeling leefstijlen 21 24, naar leefstijl en totaal (afgerond) Totaal Ontwikkeling behoefte aan woonmilieus (afgerond) 21 (huidige situatie) behoefte behoefte behoefte behoefte Centrum-stedelijk plus Centrum-stedelijk Stedelijk vooroorlogs Stedelijk naoorlogs compact Stedelijk naoorlogs grondgeb Groen-stedelijk Centrum-kleinstedelijk Kleinstedelijk Groen-kleinstedelijk Centrum-dorps Dorps Landelijk bereikbaar Landelijk perifeer

104 Almere scenario: % welvaartsgroei Ontwikkeling leefstijlen (Huidige situatie) Ontwikkeling behoefte woonmilieus (Huidige situatie) behoefte woonmilieus

105 Almere Scenario: % welvaartsgroei Ontwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) Onwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) 1% % 24 8% 8% Goedkoop (<65) 34% 28% 28% 29% Duur 6% (>65) 3% 3% 3% 6% 3% Goedkoop 4% 2% 21% 21% 4% 21% Middelduur 25% 28% 27% 27% Duur 2% 18% 2% 2% 2% 21% Eengezins % 76% 81% 8% % 81% Meergezins % 24 19% 2% 19% KOOP: HUUR: Duur Middelduur Goedkoop Duur (>65) Goedkoop (<65) Meergezins Eengezins Ontwikkeling leefstijlen 21 24, naar leefstijl en totaal (afgerond) Totaal Ontwikkeling behoefte aan woonmilieus (afgerond) 21 (huidige situatie) behoefte behoefte behoefte behoefte Centrum-stedelijk plus Centrum-stedelijk Stedelijk vooroorlogs Stedelijk naoorlogs compact Stedelijk naoorlogs grondgeb Groen-stedelijk Centrum-kleinstedelijk Kleinstedelijk Groen-kleinstedelijk Centrum-dorps Dorps Landelijk bereikbaar Landelijk perifeer

106 Lelystad scenario: 1,2% welvaartsgroei Ontwikkeling leefstijlen (Huidige situatie) Ontwikkeling behoefte woonmilieus (Huidige situatie) behoefte woonmilieus

107 Lelystad Scenario: 1,2% welvaartsgroei Ontwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) Onwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) 1% % 24 8% 8% Goedkoop (<65) 31% 27% 26% 24% Duur 6% (>65) 1% 1% 1% 6% 1% Goedkoop 4% 23% 2% 19% 4% 2% Middelduur 26% 3% 31% 32% Duur 2% 19% 22% 23% 2% 24% Eengezins % 86% 87% 86% % 87% Meergezins % 24 13% 14% 13% KOOP: HUUR: Duur Middelduur Goedkoop Duur (>65) Goedkoop (<65) Meergezins Eengezins Ontwikkeling leefstijlen 21 24, naar leefstijl en totaal (afgerond) Totaal Ontwikkeling behoefte aan woonmilieus (afgerond) 21 (huidige situatie) behoefte behoefte behoefte behoefte Centrum-stedelijk plus Centrum-stedelijk Stedelijk vooroorlogs Stedelijk naoorlogs compact Stedelijk naoorlogs grondgeb Groen-stedelijk Centrum-kleinstedelijk Kleinstedelijk Groen-kleinstedelijk Centrum-dorps Dorps Landelijk bereikbaar Landelijk perifeer

108 Lelystad scenario: % welvaartsgroei Ontwikkeling leefstijlen (Huidige situatie) Ontwikkeling behoefte woonmilieus (Huidige situatie) behoefte woonmilieus

109 Lelystad Scenario: % welvaartsgroei Ontwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) Onwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) 1% % 24 8% 8% Goedkoop (<65) 31% 28% 28% 28% Duur 6% (>65) 1% 1% 1% 6% 1% Goedkoop 4% 23% 2% 19% 4% 19% Middelduur 26% 3% 3% 3% Duur 2% 19% 21% 21% 2% 22% Eengezins % 86% 87% 86% % 86% Meergezins % 24 13% 14% 14% KOOP: HUUR: Duur Middelduur Goedkoop Duur (>65) Goedkoop (<65) Meergezins Eengezins Ontwikkeling leefstijlen 21 24, naar leefstijl en totaal (afgerond) Totaal Ontwikkeling behoefte aan woonmilieus (afgerond) 21 (huidige situatie) behoefte behoefte behoefte behoefte Centrum-stedelijk plus Centrum-stedelijk Stedelijk vooroorlogs Stedelijk naoorlogs compact Stedelijk naoorlogs grondgeb Groen-stedelijk Centrum-kleinstedelijk Kleinstedelijk Groen-kleinstedelijk Centrum-dorps Dorps Landelijk bereikbaar Landelijk perifeer

110 Overig Flevoland scenario: 1,2% welvaartsgroei Ontwikkeling leefstijlen (Huidige situatie) Ontwikkeling behoefte woonmilieus (Huidige situatie) behoefte woonmilieus

111 Overig Flevoland Scenario: 1,2% welvaartsgroei Ontwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) Onwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) 1% % 24 8% 8% Goedkoop (<65) 31% 26% 25% 24% Duur 6% (>65) % % % 6% % Goedkoop 4% 22% 22% 22% 4% 21% Middelduur 2% 21% 2% 2% Duur 2% 27% 31% 33% 2% 34% Eengezins % 93% 92% 91% % 91% Meergezins % 24 8% 9% 9% KOOP: HUUR: Duur Middelduur Goedkoop Duur (>65) Goedkoop (<65) Meergezins Eengezins Ontwikkeling leefstijlen 21 24, naar leefstijl en totaal (afgerond) Totaal Ontwikkeling behoefte aan woonmilieus (afgerond) 21 (huidige situatie) behoefte behoefte behoefte behoefte Centrum-stedelijk plus Centrum-stedelijk Stedelijk vooroorlogs Stedelijk naoorlogs compact Stedelijk naoorlogs grondgeb. Groen-stedelijk Centrum-kleinstedelijk Kleinstedelijk Groen-kleinstedelijk Centrum-dorps Dorps Landelijk bereikbaar Landelijk perifeer

112 Overig Flevoland scenario: % welvaartsgroei Ontwikkeling leefstijlen (Huidige situatie) Ontwikkeling behoefte woonmilieus (Huidige situatie) behoefte woonmilieus

113 Overig Flevoland Scenario: % welvaartsgroei Ontwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) Onwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) 1% % 24 8% 8% Goedkoop (<65) 31% 27% 27% 27% Duur 6% (>65) % % % 6% % Goedkoop 4% 22% 22% 21% 4% 21% Middelduur 2% 21% 2% 2% Duur 2% 27% 3% 31% 2% 32% Eengezins % 93% 92% 91% % 91% Meergezins % 24 8% 9% 9% KOOP: HUUR: Duur Middelduur Goedkoop Duur (>65) Goedkoop (<65) Meergezins Eengezins Ontwikkeling leefstijlen 21 24, naar leefstijl en totaal (afgerond) Totaal Ontwikkeling behoefte aan woonmilieus (afgerond) 21 (huidige situatie) behoefte behoefte behoefte behoefte Centrum-stedelijk plus Centrum-stedelijk Stedelijk vooroorlogs Stedelijk naoorlogs compact Stedelijk naoorlogs grondgeb. Groen-stedelijk Centrum-kleinstedelijk Kleinstedelijk Groen-kleinstedelijk Centrum-dorps Dorps Landelijk bereikbaar Landelijk perifeer

114 Noord-Holland scenario: 1,2% welvaartsgroei Ontwikkeling leefstijlen (Huidige situatie) Ontwikkeling behoefte woonmilieus (Huidige situatie) behoefte woonmilieus

115 Noord-Holland Scenario: 1,2% welvaartsgroei Ontwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) Onwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) 1% % 24 8% 8% Goedkoop (<65) 46% 4% 38% 37% Duur 6% (>65) 4% 4% 3% 6% 4% Goedkoop 14% 15% 15% 15% 4% 4% Middelduur 2% 23% 24% 25% Duur 2% 15% 18% 19% 2% 2% Eengezins 53% 59% 59% 6% % % Meergezins % 24 41% 41% 4% KOOP: HUUR: Duur Middelduur Goedkoop Duur (>65) Goedkoop (<65) Meergezins Eengezins Ontwikkeling leefstijlen 21 24, naar leefstijl en totaal (afgerond) Totaal Ontwikkeling behoefte aan woonmilieus (afgerond) 21 (huidige situatie) behoefte behoefte behoefte behoefte Centrum-stedelijk plus Centrum-stedelijk Stedelijk vooroorlogs Stedelijk naoorlogs compact Stedelijk naoorlogs grondgeb Groen-stedelijk Centrum-kleinstedelijk Kleinstedelijk Groen-kleinstedelijk Centrum-dorps Dorps Landelijk bereikbaar Landelijk perifeer

116 Noord-Holland scenario: % welvaartsgroei Ontwikkeling leefstijlen (Huidige situatie) Ontwikkeling behoefte woonmilieus (Huidige situatie) behoefte woonmilieus

117 Noord-Holland Scenario: % welvaartsgroei Ontwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) Onwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) 1% % 24 8% 8% Goedkoop (<65) 46% 41% 4% 4% Duur 6% (>65) 4% 4% 4% 6% 4% Goedkoop 14% 15% 15% 15% 4% 4% Middelduur 2% 23% 24% 24% Duur 2% 15% 17% 18% 2% 18% Eengezins 53% 58% 58% 58% % % Meergezins % 24 42% 42% 42% KOOP: HUUR: Duur Middelduur Goedkoop Duur (>65) Goedkoop (<65) Meergezins Eengezins Ontwikkeling leefstijlen 21 24, naar leefstijl en totaal (afgerond) Totaal Ontwikkeling behoefte aan woonmilieus (afgerond) 21 (huidige situatie) behoefte behoefte behoefte behoefte Centrum-stedelijk plus Centrum-stedelijk Stedelijk vooroorlogs Stedelijk naoorlogs compact Stedelijk naoorlogs grondgeb Groen-stedelijk Centrum-kleinstedelijk Kleinstedelijk Groen-kleinstedelijk Centrum-dorps Dorps Landelijk bereikbaar Landelijk perifeer

118 Utrecht scenario: 1,2% welvaartsgroei Ontwikkeling leefstijlen (Huidige situatie) Ontwikkeling behoefte woonmilieus (Huidige situatie) behoefte woonmilieus

119 Utrecht Scenario: 1,2% welvaartsgroei Ontwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) Onwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) 1% % 24 8% 8% Goedkoop (<65) 38% 31% 29% 29% Duur 6% (>65) 3% 3% 3% 6% 3% Goedkoop 17% 17% 18% 17% 4% 4% Middelduur 23% 27% 27% 28% Duur 2% 19% 21% 22% 2% 23% Eengezins 66% 71% 71% 72% % % Meergezins % 24 29% 29% 28% KOOP: HUUR: Duur Middelduur Goedkoop Duur (>65) Goedkoop (<65) Meergezins Eengezins Ontwikkeling leefstijlen 21 24, naar leefstijl en totaal (afgerond) Totaal Ontwikkeling behoefte aan woonmilieus (afgerond) 21 (huidige situatie) behoefte behoefte behoefte behoefte Centrum-stedelijk plus Centrum-stedelijk Stedelijk vooroorlogs Stedelijk naoorlogs compact Stedelijk naoorlogs grondgeb Groen-stedelijk Centrum-kleinstedelijk Kleinstedelijk Groen-kleinstedelijk Centrum-dorps Dorps Landelijk bereikbaar Landelijk perifeer

120 Utrecht scenario: % welvaartsgroei Ontwikkeling leefstijlen (Huidige situatie) Ontwikkeling behoefte woonmilieus (Huidige situatie) behoefte woonmilieus

121 Utrecht Scenario: % welvaartsgroei Ontwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) Onwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) 1% % 24 8% 8% Goedkoop (<65) 38% 32% 31% 31% Duur 6% (>65) 3% 3% 3% 6% 3% Goedkoop 17% 17% 17% 17% 4% 4% Middelduur 23% 27% 27% 27% Duur 2% 19% 21% 21% 2% 21% Eengezins 66% 71% 7% 7% % % Meergezins % 24 29% 3% 3% KOOP: HUUR: Duur Middelduur Goedkoop Duur (>65) Goedkoop (<65) Meergezins Eengezins Ontwikkeling leefstijlen 21 24, naar leefstijl en totaal (afgerond) Totaal Ontwikkeling behoefte aan woonmilieus (afgerond) 21 (huidige situatie) behoefte behoefte behoefte behoefte Centrum-stedelijk plus Centrum-stedelijk Stedelijk vooroorlogs Stedelijk naoorlogs compact Stedelijk naoorlogs grondgeb Groen-stedelijk Centrum-kleinstedelijk Kleinstedelijk Groen-kleinstedelijk Centrum-dorps Dorps Landelijk bereikbaar Landelijk perifeer

122 Flevoland scenario: 1,2% welvaartsgroei Ontwikkeling leefstijlen (Huidige situatie) Ontwikkeling behoefte woonmilieus (Huidige situatie) behoefte woonmilieus

123 Flevoland Scenario: 1,2% welvaartsgroei Ontwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) Onwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) 1% % 24 8% 8% Goedkoop (<65) 32% 26% 26% 25% Duur 6% (>65) 2% 2% 2% 6% 2% Goedkoop 21% 21% 21% 21% 4% 4% Middelduur 24% 27% 27% 27% Duur 2% 21% 24% 25% 2% 25% Eengezins 83% 86% 85% 85% % % Meergezins % 24 14% 15% 15% KOOP: HUUR: Duur Middelduur Goedkoop Duur (>65) Goedkoop (<65) Meergezins Eengezins Ontwikkeling leefstijlen 21 24, naar leefstijl en totaal (afgerond) Totaal Ontwikkeling behoefte aan woonmilieus (afgerond) 21 (huidige situatie) behoefte behoefte behoefte behoefte Centrum-stedelijk plus Centrum-stedelijk Stedelijk vooroorlogs Stedelijk naoorlogs compact Stedelijk naoorlogs grondgeb Groen-stedelijk Centrum-kleinstedelijk Kleinstedelijk Groen-kleinstedelijk Centrum-dorps Dorps Landelijk bereikbaar Landelijk perifeer

124 Flevoland scenario: % welvaartsgroei Ontwikkeling leefstijlen Onwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) 1% % 24 8% 8% Goedkoop (<65) 32% 27% 28% 28% Duur 6% (>65) 2% 2% 2% 6% 2% Goedkoop 21% 21% 21% 21% 4% 4% Middelduur 24% 26% 26% 26% Duur 2% 21% 23% 24% 2% 24% Eengezins 83% 85% 84% 84% % % Meergezins % 24 15% 16% 16% KOOP: HUUR: Duur Middelduur Goedkoop Duur (>65) Goedkoop (<65) Meergezins Eengezins Ontwikkeling behoefte woonmilieus (Huidige situatie) behoefte woonmilieus

125 Flevoland Scenario: % welvaartsgroei Ontwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) 1% % 24 8% 8% Goedkoop (<65) 32% 28% 28% 28% Duur 6% (>65) 1% 1% 1% 6% 1% Goedkoop 22% 21% 21% 2% 4% 4% Middelduur 24% 26% 26% 26% Duur 2% 21% 24% 24% 2% 25% Eengezins 85% 95% 94% 94% % % Meergezins % 245% 6% 6% KOOP: HUUR: Duur Middelduur Goedkoop Duur (>65) Goedkoop (<65) Meergezins Eengezins Ontwikkeling leefstijlen 21 24, naar leefstijl en totaal (afgerond) Totaal Ontwikkeling behoefte aan woonmilieus (afgerond) 21 (huidige situatie) behoefte behoefte behoefte behoefte Centrum-stedelijk plus Centrum-stedelijk Stedelijk vooroorlogs Stedelijk naoorlogs compact Stedelijk naoorlogs grondgeb Groen-stedelijk Centrum-kleinstedelijk Kleinstedelijk Groen-kleinstedelijk Centrum-dorps Dorps Landelijk bereikbaar Landelijk perifeer

126 Metropoolregio Amsterdam scenario: 1,2% welvaartsgroei Ontwikkeling leefstijlen (Huidige situatie) Ontwikkeling behoefte woonmilieus (Huidige situatie) behoefte woonmilieus

127 Metropoolregio Amsterdam Scenario: 1,2% welvaartsgroei Ontwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) Onwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) 1% % 24 8% 8% Goedkoop (<65) 49% 42% 4% 38% Duur 6% (>65) 4% 4% 4% 6% 4% Goedkoop 14% 15% 15% 15% 4% 4% Middelduur 19% 22% 23% 24% Duur 2% 14% 17% 18% 2% 19% Eengezins 48% 55% 56% 57% % % Meergezins % 24 45% 44% 43% KOOP: HUUR: Duur Middelduur Goedkoop Duur (>65) Goedkoop (<65) Meergezins Eengezins Ontwikkeling leefstijlen 21 24, naar leefstijl en totaal (afgerond) Totaal Ontwikkeling behoefte aan woonmilieus (afgerond) 21 (huidige situatie) behoefte behoefte behoefte behoefte Centrum-stedelijk plus Centrum-stedelijk Stedelijk vooroorlogs Stedelijk naoorlogs compact Stedelijk naoorlogs grondgeb Groen-stedelijk Centrum-kleinstedelijk Kleinstedelijk Groen-kleinstedelijk Centrum-dorps Dorps Landelijk bereikbaar Landelijk perifeer

128 Metropoolregio Amsterdam scenario: % welvaartsgroei Ontwikkeling leefstijlen (Huidige situatie) Ontwikkeling behoefte woonmilieus (Huidige situatie) behoefte woonmilieus

129 Metropoolregio Amsterdam Scenario: % welvaartsgroei Ontwikkeling woningbehoefte (kwalitatief) 1% % 24 8% 8% Goedkoop (<65) 4% 35% 35% 35% Duur 6% (>65) 3% 3% 6% 3% 3% Goedkoop 17% 17% 17% 17% 4% Middelduur 22% 25% 25% 25% 2% 4% 2% Duur 17% 2% 2% 2% Eengezins 66% 88% 87% 87% % Meergezins 34% 12% 13% 13% KOOP: HUUR: Duur Middelduur Goedkoop Duur (>65) Goedkoop (<65) % Meergezins Eengezins Ontwikkeling leefstijlen 21 24, naar leefstijl en totaal (afgerond) Totaal Ontwikkeling behoefte aan woonmilieus (afgerond) 21 (huidige situatie) behoefte behoefte behoefte behoefte Centrum-stedelijk plus Centrum-stedelijk Stedelijk vooroorlogs Stedelijk naoorlogs compact Stedelijk naoorlogs grondgeb Groen-stedelijk Centrum-kleinstedelijk Kleinstedelijk Groen-kleinstedelijk Centrum-dorps Dorps Landelijk bereikbaar Landelijk perifeer

130 Bijlage 2: Woonmilieus in het onderzoeksgebied Provincie Noord-Holland Bron: ABF

131 Provincie Flevoland Bron: ABF

132 Metropoolregio Amsterdam Bron: ABF - 8 -

133 Provincie Utrecht Bron: ABF

Woonmilieus. Stedelijke woonmilieus

Woonmilieus. Stedelijke woonmilieus Woonmilieus Voor de indeling in woonmilieus wordt om praktische redenen aangesloten bij de bestaande indeling van ABF. Deze indeling kent een typering in vijf verschillende woonmilieus, met een verfijning

Nadere informatie

Gemeente Valkenswaard

Gemeente Valkenswaard Gemeente Valkenswaard Bevolkings- en huishoudensprognose 2014 Second opinion 12 maart DATUM 12 maart TITEL Bevolkings- en huishoudensprognose 2014 ONDERTITEL Second opinion OPDRACHTGEVER Gemeente Valkenswaard

Nadere informatie

Woningbehoefte onderzoek

Woningbehoefte onderzoek Woningbehoefte onderzoek Prognose woningbehoefte Amersfoort tot 2015 Gemeente Amersfoort Sector Dienstverlening, Informatie en Advies (DIA) Afdeling Onderzoek en Statistiek Marc van Acht Uitgave en rapportage:

Nadere informatie

Onderzoek kleine kernen

Onderzoek kleine kernen Gemeente Kampen Onderzoek kleine kernen 1 maart 2012 Projectnr. 166.106/G Boulevard Heuvelink 104 6828 KT Arnhem Postbus 1174 6801 BD Arnhem Telefoon (026) 3512532 Telefax (026) 4458702 E-mail Internet

Nadere informatie

Woningvoorraad en woningbehoefte in Nederland

Woningvoorraad en woningbehoefte in Nederland Wonen in Hilversum Woningvoorraad en woningbehoefte in Nederland De Nederlandse woningmarkt staat momenteel in het middelpunt van de belangstelling. Deze aandacht heeft vooral betrekking op de ordening

Nadere informatie

WoON-themarapport. Woningbouwplanningen van kwantiteit naar kwaliteit

WoON-themarapport. Woningbouwplanningen van kwantiteit naar kwaliteit Woningbouwplanningen van kwantiteit naar kwaliteit Middelburg, december 2013 Colofon SCOOP 2013 Samenstelling Dick van der Wouw Nadet Somers SCOOP Zeeuws instituut voor sociale en culturele ontwikkeling

Nadere informatie

Woonbehoefte en woonmilieus. In het gebied van de NV Utrecht

Woonbehoefte en woonmilieus. In het gebied van de NV Utrecht Woonbehoefte en woonmilieus In het gebied van de NV Utrecht 2006 Woonbehoefte en woonmilieus - NV Utrecht 5 Woonbehoefte en woonmilieus - NV Utrecht Uitgevoerd in opdracht van NV Utrecht ir. C. Poulus

Nadere informatie

Monitor Woningbouwproductie Noordvleugel. Woningvraag, Plancapaciteit en Productie

Monitor Woningbouwproductie Noordvleugel. Woningvraag, Plancapaciteit en Productie Monitor Woningbouwproductie Noordvleugel Woningvraag, Plancapaciteit en Productie Datum: 4 juni 2014 Inleiding monitor woningbouwproductie Noordvleugel Deze monitor vindt zijn oorsprong in de bestuurlijke

Nadere informatie

Samenvatting Regionaal Woningbehoefteonderzoek 2015 Gemeente Culemborg

Samenvatting Regionaal Woningbehoefteonderzoek 2015 Gemeente Culemborg Samenvatting Regionaal Woningbehoefteonderzoek 2015 Gemeente Culemborg Inleiding Op 12 mei 2015 is het regionale Woningbehoefteonderzoek (WBO) vrij gegeven. Dit WBO biedt input voor de lokale woonvisie.

Nadere informatie

Oegstgeest aan de Rijn: realisatie van een woningbouwbehoefte

Oegstgeest aan de Rijn: realisatie van een woningbouwbehoefte Oegstgeest aan de Rijn: realisatie van een woningbouwbehoefte Stap 1 van de Ladder voor Duurzame Verstedelijking schrijft voor dat een stedelijke ontwikkeling past binnen de regionale behoefte. Provincie

Nadere informatie

Inleiding. Vervolgens worden uitgangspunten geformuleerd die van belang zijn voor de regionale woonvisie.

Inleiding. Vervolgens worden uitgangspunten geformuleerd die van belang zijn voor de regionale woonvisie. notitie Wonen in Molenwaard april 2012 Inleiding De woningmarkt is de laatste jaren sterk aan veranderingen onderhevig. De economische situatie heeft grote gevolgen gehad voor de woningmarkt, evenals nieuwe

Nadere informatie

Bijlage 1: DE ANALYSE

Bijlage 1: DE ANALYSE Bijlage 1: DE ANALYSE ONTWIKKELING KWANTITATIEVE BEHOEFTE Om deze voor de U10-gemeenten te achterhalen zijn 2 landelijk erkende prognoses gebruikt: Primos en Pearl. Deze verschillen in methodiek, maar

Nadere informatie

Monitor Woningproductie Noordvleugel 2015. Woningvraag, Plancapaciteit en Productie

Monitor Woningproductie Noordvleugel 2015. Woningvraag, Plancapaciteit en Productie Monitor Woningproductie Noordvleugel 2015 Woningvraag, Plancapaciteit en Productie Versie: juli 2015 Inleiding monitor woningproductie Noordvleugel Deze tweede monitor woningproductie vindt zijn oorsprong

Nadere informatie

Monitor Woningproductie Noordvleugel 2016 Woningvraag, Plancapaciteit en Productie

Monitor Woningproductie Noordvleugel 2016 Woningvraag, Plancapaciteit en Productie Monitor Woningproductie Noordvleugel 2016 Versie juni 2016 Inleiding In deze derde monitor woningproductie wordt in vogelvlucht een weergave gegeven van de cijfers die op dit moment beschikbaar zijn. Het

Nadere informatie

Toets duurzame verstedelijking Westzanerwerf. Gemeente Zaanstad

Toets duurzame verstedelijking Westzanerwerf. Gemeente Zaanstad Toets duurzame verstedelijking Westzanerwerf Gemeente Zaanstad Toets duurzame verstedelijking Westzanerwerf Gemeente Zaanstad Rapportnummer: 203x00999.075242_2 Datum: 26 april 2013 Contactpersoon opdrachtgever:

Nadere informatie

De Nederlandse woningmarkt Léon Groenemeijer, Kenneth Gopal (ABF Research)

De Nederlandse woningmarkt Léon Groenemeijer, Kenneth Gopal (ABF Research) De Nederlandse woningmarkt 2019-2030 Léon Groenemeijer, Kenneth Gopal (ABF Research) Opgave: Woningtekort anno 2018: 279.000 3,6% Verder opgelopen, raming 2019: 294.000 3,8% Grote regionale verschillen:

Nadere informatie

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025 Persbericht PB13 062 1 oktober 2013 9:30 uur Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025 Tussen 2012 en 2025 groeit de bevolking van Nederland met rond 650 duizend tot 17,4 miljoen

Nadere informatie

25 juni 2015 Dorpsraad Waarland Bouwend Waarland Waarland Bouwt Zelf

25 juni 2015 Dorpsraad Waarland Bouwend Waarland Waarland Bouwt Zelf Onderzoek woningbehoefte Waarland 2015 25 juni 2015 Dorpsraad Waarland Bouwend Waarland Waarland Bouwt Zelf 1 Inleiding 1.1 Inleiding De gemeente Schagen wil haar toekomstig woningbouwprogramma inrichten

Nadere informatie

Provincie Noord-Holland. Onderzoek vraaggestuurd bouwen

Provincie Noord-Holland. Onderzoek vraaggestuurd bouwen Provincie Noord-Holland Onderzoek vraaggestuurd bouwen 19 september 2012 Projectnr. 4100.105 Boulevard Heuvelink 104 6828 KT Arnhem Postbus 1174 6801 BD Arnhem Telefoon (026) 3512532 Telefax (026) 4458702

Nadere informatie

Socrates TREND A variant

Socrates TREND A variant Socrates TREND A variant Kleidumerland Inhoudsopgave Inhoudsopgave...3 Samenvatting + leeswijzer...5 Woningmarkt Kleidumerland...5 Woningmarktregio Kleistreek...5 Conclusie...6 Leeswijzer...6 1 Verwachtingen

Nadere informatie

Onderzoeksrapport DSO/Programmamanagement, Strategie en Onderzoek. Verkenning regionale woningbehoefte voor het omgevingsplan Binckhorst

Onderzoeksrapport DSO/Programmamanagement, Strategie en Onderzoek. Verkenning regionale woningbehoefte voor het omgevingsplan Binckhorst Onderzoeksrapport DSO/Programmamanagement, Strategie en Onderzoek Verkenning regionale woningbehoefte voor het omgevingsplan Binckhorst Onderzoeksrapport DSO/Programmamanagement, Strategie en Onderzoek

Nadere informatie

Onderbouwing Ladder voor Duurzame Verstedelijking Gemeentehuis Leusden

Onderbouwing Ladder voor Duurzame Verstedelijking Gemeentehuis Leusden Onderbouwing Ladder voor Duurzame Verstedelijking Gemeentehuis Leusden 10 februari 2016 Eindrapportage Status: Eindrapportage Datum: 10 februari 2016 Een product van: Bureau Stedelijke Planning bv Oosthaven

Nadere informatie

Woningbehoefte Stadsregio Rotterdam 2010-2020

Woningbehoefte Stadsregio Rotterdam 2010-2020 Rotterdam 2010-2020 Rotterdam 2010-2020 M. Hoppesteyn Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) maart 2009 In opdracht van de Stadsregio Rotterdam Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) Auteur: M.

Nadere informatie

RAADSINFORMATIEBRIEF 15R.00560

RAADSINFORMATIEBRIEF 15R.00560 RAADSINFORMATIEBRIEF 15R.00560 gemeente WOERDEN Van college van burgemeester en wethouders Datum : 22 september 2015 Portefeuillehouder(s) : wethouder Schreurs Portefeuille(s) : Ruimtelijke Ordening en

Nadere informatie

RIGO Research en Advies Woon- werk- en leefomgeving Aansluiting plan Lingerzijde op de actuele regionale woningbehoefte

RIGO Research en Advies Woon- werk- en leefomgeving  Aansluiting plan Lingerzijde op de actuele regionale woningbehoefte RIGO Research en Advies Woon- werk- en leefomgeving www.rigo.nl Aansluiting plan Lingerzijde op de actuele regionale woningbehoefte Edam-Volendam De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij RIGO.

Nadere informatie

Monitor Leerdamse woningmarkt 2006

Monitor Leerdamse woningmarkt 2006 Monitor Leerdamse woningmarkt 2006 1. Inleiding Bij de vaststelling van de beleidsnota Volkshuisvesting 2005 2010 door de gemeenteraad op 14 april 2005 zijn een aantal conclusies getrokken die kenmerkend

Nadere informatie

Lichte toename jaar en kinderen 0-14

Lichte toename jaar en kinderen 0-14 Tabel 1 Bevolking naar leeftijd 1.1.2013 leeftijd Sliedrecht 2010 Sliedrecht 2013 % 0-14 4424 4526 18,6 15-24 2937 2951 12,1 25-44 6369 6330 26,0 45-64 6174 6137 25,2 65-74 2162 2368 9,7 75 jaar e.o. 1987

Nadere informatie

Kernenfoto s West Betuwe. West Betuwe beraad Janneke Rutgers & Sjors de Vries 24 september 2018

Kernenfoto s West Betuwe. West Betuwe beraad Janneke Rutgers & Sjors de Vries 24 september 2018 Kernenfoto s West Betuwe West Betuwe beraad Janneke Rutgers & Sjors de Vries 4 september 018 Kernenfoto Een foto van de kern: stand van zaken huidige woningvoorraad, toekomstige (fysieke) ontwikkelingen

Nadere informatie

1 Inleiding. 2 Demografische ontwikkeling. Uitgangspunt demografische ontwikkeling voor de Woonvisie Gemeente Aa en Hunze. Uitkomsten prognose

1 Inleiding. 2 Demografische ontwikkeling. Uitgangspunt demografische ontwikkeling voor de Woonvisie Gemeente Aa en Hunze. Uitkomsten prognose DATUM 7 januari 2015 PROJECTNUMM ER 1680.113 OPDRACHTGEV ER Gemeente Aa en Hunze Uitgangspunt demografische ontwikkeling voor de Woonvisie 2016+ 1 Inleiding De gemeente Aa en Hunze is bezig met de actualisering

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst Wonen raadsleden regio Arnhem e.o. 2 oktober 2013

Informatiebijeenkomst Wonen raadsleden regio Arnhem e.o. 2 oktober 2013 Informatiebijeenkomst Wonen raadsleden regio Arnhem e.o. 2 oktober 2013 Programma 1. Waarom deze avond? 2. Presentatie proces ontwikkeling regionaal woningbouwprogramma stadsregio Jan Provoost, projectleider

Nadere informatie

De woningmarkt in Goirle 2010-2015; jongeren die terug willen keren. Woonbehoefte van jongeren die terug willen verhuizen naar de gemeente Goirle

De woningmarkt in Goirle 2010-2015; jongeren die terug willen keren. Woonbehoefte van jongeren die terug willen verhuizen naar de gemeente Goirle De woningmarkt in Goirle 2010-2015; jongeren die terug willen keren Woonbehoefte van jongeren die terug willen verhuizen naar de gemeente Goirle De woningmarkt in Goirle 2010-2015; jongeren die terug willen

Nadere informatie

Woningmarktverkenning Nijmegen

Woningmarktverkenning Nijmegen Woningmarktverkenning Nijmegen Woningmarktverkenning Nijmegen Uitgevoerd in opdracht van Gemeente Nijmegen W. Faessen C. Poulus M. Vijncke September 2008 r2008-0077cp ABF RESEARCH VERWERSDIJK 8 2611 NH

Nadere informatie

Gouda ligt centraal in de Randstad en is gelet op het inwonertal de 46e gemeente van Nederland. De Atlas voor

Gouda ligt centraal in de Randstad en is gelet op het inwonertal de 46e gemeente van Nederland. De Atlas voor 3. Fysieke kwaliteit 3.1 Wonen en stedelijkheid Samenvatting: Woonaantrekkelijkheidsindex ligt centraal in de Randstad en is gelet op het inwonertal de 46e gemeente van Nederland. De Atlas voor Gemeenten

Nadere informatie

Visie op Wonen en Leven In West Brabant en Tholen 2025. Deel II: onderzoeksrapport

Visie op Wonen en Leven In West Brabant en Tholen 2025. Deel II: onderzoeksrapport Visie op Wonen en Leven In West Brabant en Tholen 2025 Deel II: onderzoeksrapport Ilse Giesbers Henriette Rombouts Juli 2009 Rapportnummer: 10050 RIGO Research en Advies BV De Ruyterkade 139 1011 AC Amsterdam

Nadere informatie

Bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant. actualisering Brabantse Agenda Wonen

Bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant. actualisering Brabantse Agenda Wonen Bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant Hart van Brabant 28 augustus 2017 Niek Bargeman Senior adviseur bevolking en wonen Provincie Noord-Brabant actualisering 2017 ----- Brabantse Agenda

Nadere informatie

Bijlagen bij Analyse benodigde voorraad sociale huurwoningen

Bijlagen bij Analyse benodigde voorraad sociale huurwoningen Bijlagen bij Analyse benodigde voorraad sociale huurwoningen Bijlage 1 Socrates model Het Socrates-model is een kwalitatief woningmarktsimulatiemodel. Dit model bouwt voort op het bekende demografisch

Nadere informatie

Wonen in Dordrecht. De crisis voorbij?; trends en verwachtingen. 30 november 2010

Wonen in Dordrecht. De crisis voorbij?; trends en verwachtingen. 30 november 2010 Wonen in Dordrecht De crisis voorbij?; trends en verwachtingen 30 november 2010 Inhoudsopgave 1. Wat willen we? Beleid en welke afspraken zijn er voor Dordrecht? 2. Hoe staan we er voor? Stand van zaken

Nadere informatie

Woningmarktverkenning. Amersfoort

Woningmarktverkenning. Amersfoort Woningmarktverkenning Amersfoort Woningmarktverkenning Amersfoort Uitgevoerd in opdracht van Gemeente Amersfoort W. Faessen M. Vijncke C. Poulus november 2010 r2010-0052cp 10173-WON ABF RESEARCH VERWERSDIJK

Nadere informatie

ONEN IN NOORD-HOLLAND NOORD

ONEN IN NOORD-HOLLAND NOORD ONEN IN NOORD-HOLLAND NOORD Hoe Noord-Holland Noord een rol kan spelen in de woningbehoefte voor de Amsterdamse regio 3 WAAROM oordolland oord HET GAAT GOED MET NOORD- HOLLAND NOORD. DE ECONOMIE IS KRACHTIG

Nadere informatie

Gemeente Heiloo. Marktbehoefte Zandzoom. 28 november 2014

Gemeente Heiloo. Marktbehoefte Zandzoom. 28 november 2014 Gemeente Heiloo Marktbehoefte Zandzoom 28 november 2014 DATUM 28 november 2014 TITEL Marktbehoefte Zandzoom ONDERTITEL OPDRACHTGEVER Gemeente Heiloo Boulevard Heuvelink 104 6828 KT Arnhem Postbus 1174

Nadere informatie

Onderwerp Bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant, actualisering 2011

Onderwerp Bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant, actualisering 2011 Onderwerp Bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant, actualisering 2011 Status Informerend Voorstel Kennis te nemen van de bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant, actualisering 2011

Nadere informatie

ONEN IN NOORD-HOLLAND NOORD

ONEN IN NOORD-HOLLAND NOORD ONEN IN NOORD-HOLLAND NOORD Hoe Noord-Holland Noord een rol kan spelen in de woningbehoefte voor de Amsterdamse regio 3 Wonen in Noord- Holland Noord Hoe Noord-Holland Noord een rol kan spelen in de woningbehoefte

Nadere informatie

vraaggericht woningmarkt onderzoek Maastricht

vraaggericht woningmarkt onderzoek Maastricht vraaggericht woningmarkt onderzoek Maastricht Stec Groep aan Gemeente Maastricht Desiree Uitzetter 18 november 2014 U vroeg ons: Actuele inzichten voor herijking stedelijke programmering Nieuwe regionale

Nadere informatie

Primos-model. Basisuitkomsten Primos 2013 Kleidum

Primos-model. Basisuitkomsten Primos 2013 Kleidum Primos-model Basisuitkomsten Primos 2013 Kleidum 2 Het Primos-model Werking Primos-model Het Primos-model voorspelt de bevolkingsontwikkeling als gevolg van geboorte, sterfte, buitenlandse en binnenlandse

Nadere informatie

1 Startersonderzoek Doesburg

1 Startersonderzoek Doesburg DATUM 16 juni 2017 PROJECTNUMMER 221.105 OPDRACHTGEVER Gemeente Doesburg en Stichting Woonservice IJsselland Uitkomst enquête starters 1 Startersonderzoek Doesburg In de gemeente Doesburg zijn in het kader

Nadere informatie

Toelichting lokale en regionale woningbehoefte Waterland

Toelichting lokale en regionale woningbehoefte Waterland Toelichting lokale en regionale woningbehoefte Waterland Woningbehoefte in de gemeente Waterland In 2013 heeft de gemeente Waterland het Volkshuisvestingsplan Gemeente Waterland 2013-2022 op laten stellen

Nadere informatie

Woondialoog Otterlo Donderdag 25 oktober 2018 Onderzoek kwalitatieve programmering dorpen

Woondialoog Otterlo Donderdag 25 oktober 2018 Onderzoek kwalitatieve programmering dorpen Woondialoog Otterlo Donderdag 25 oktober 2018 Onderzoek kwalitatieve programmering dorpen Sunta Veerkamp (gemeente Ede) Geert van der Bruggen (zelfstandig adviseur) Agenda 1. Aanleiding (toelichting Sunta

Nadere informatie

Naar een woonvisie voor Waterland

Naar een woonvisie voor Waterland Naar een woonvisie voor Waterland Informatieavond Raad 29 oktober 2015 de ruyterkade 112 1011ab amsterdam www.rigo.nl OPZET 1. Welkom en opening door de wethouder 2. Naar een woonvisie voor Waterland 3.

Nadere informatie

Woonwensen en Woningbehoefte. Kenneth Gopal Kathrin Becker

Woonwensen en Woningbehoefte. Kenneth Gopal Kathrin Becker 16086-ABF Woonwensen en Woningbehoefte Kenneth Gopal Kathrin Becker 16086-ABF Opbouw presentatie I. Waar komen we vandaan? Relevante ontwikkelingen in het recente verleden II. Waar gaan we naar toe? Blik

Nadere informatie

PFM PFM Wonen 2016

PFM PFM Wonen 2016 PFM 2016 PFM Wonen 2016 Actualisering PFM Wonen Oss Verkenning, raadspodium Oss, maart 2017 PFM 2016 Wat is PFM? Ontwikkelingen 2010-2016 Woonwensonderzoek 2015 Eerste contouren Pfm 2016 PFM 2016 Wat is

Nadere informatie

Continue bouwstroom Op zoek naar stabiliteit op de verhitte woningmarkt DESIREE UITZETTER, 15 MEI 2019

Continue bouwstroom Op zoek naar stabiliteit op de verhitte woningmarkt DESIREE UITZETTER, 15 MEI 2019 Continue bouwstroom Op zoek naar stabiliteit op de verhitte woningmarkt DESIREE UITZETTER, 15 MEI 2019 Opmaken voor meer stabiliteit binnen bandbreedtes Verhitte woningmarkt Trends en ontwikkelingen Regionale

Nadere informatie

De grijze golf. Demografische ontwikkeling Drechtsteden tot Figuur 1 Bevolking Drechtsteden , totaal

De grijze golf. Demografische ontwikkeling Drechtsteden tot Figuur 1 Bevolking Drechtsteden , totaal De grijze golf Demografische ontwikkeling Drechtsteden tot 23 In deze factsheet rapporteren we over de uitkomsten van de bevolkings- en huishoudensprognose en de gevolgen ervan voor de Drechtsteden. De

Nadere informatie

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Fact sheet nummer 1 januari 211 Eigen woningbezit 1e en Aandeel stijgt, maar afstand blijft Het eigen woningbezit in Amsterdam is de laatste jaren sterk toegenomen. De

Nadere informatie

Behoeftepeiling Nimmer Dor

Behoeftepeiling Nimmer Dor Woningbouw Laag-Soeren Behoeftepeiling Nimmer Dor Gemeente Rheden december 2010 Behoeftepeiling Nimmer Dor Sinds de start van de planontwikkeling voor de locatie Nimmer Dor is er op de woningmarkt het

Nadere informatie

Demografische ontwikkelingen gemeente Utrechtse Heuvelrug Uitwerking onderzoeksvraag door Radha Parahoe (april 2010)

Demografische ontwikkelingen gemeente Utrechtse Heuvelrug Uitwerking onderzoeksvraag door Radha Parahoe (april 2010) Demografische ontwikkelingen gemeente Utrechtse Heuvelrug Uitwerking onderzoeksvraag door Radha Parahoe (april 2010) Vanuit de VNG komen diverse krimp en vergrijzingcijfers. In de woonvisie Wonen in een

Nadere informatie

Wonen. Historie en beleid

Wonen. Historie en beleid H 5.2 Resultaten per thema Europees migratiebeleid en immigratie uit het buitenland bepalen de groei van de bevolking en zijn de belangrijkste factoren achter de groei van de woningvraag. Verdergaande

Nadere informatie

Informatie Woonvisie Sliedrecht

Informatie Woonvisie Sliedrecht Informatie Woonvisie Sliedrecht In 2008 heeft de gemeente Sliedrecht de Woonvisie uitgebracht: Wonen in Sliedrecht 2007-2015, doorkijk tot 2025. Deze factsheet geeft een overzicht van de geactualiseerde

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Blaricum 2017

Fact sheet Wonen in Blaricum 2017 Fact sheet Wonen in 7 in het kort In wonen 4. huishoudens. is alleenwonend, stel zonder kinderen en stel met kinderen. Vergeleken met de MRA (6) en de regio () heeft relatief veel stellen zonder kinderen.

Nadere informatie

Analyse van de markt voor (bestaande) huurwoningen in de Gemeente Steenwijkerland

Analyse van de markt voor (bestaande) huurwoningen in de Gemeente Steenwijkerland Analyse van de markt voor (bestaande) huurwoningen in de Gemeente Steenwijkerland drs. J.E. den Ouden 1-11-2013 Bevolking De gemeente Steenwijkerland telt momenteel circa 43.400 inwoners. Het inwonertal

Nadere informatie

Gemeente Houten. Bouwstenen woningbouwprogrammering Locaties ingekleurd

Gemeente Houten. Bouwstenen woningbouwprogrammering Locaties ingekleurd Gemeente Houten Bouwstenen woningbouwprogrammering Locaties ingekleurd 5 september 2012 Projectnr. 321.104/g Boulevard Heuvelink 104 6828 KT Arnhem Postbus 1174 6801 BD Arnhem Telefoon (026) 3512532 Telefax

Nadere informatie

Masterclass woningmarktonderzoek. Companen 50 jaar 1 oktober 2015

Masterclass woningmarktonderzoek. Companen 50 jaar 1 oktober 2015 Masterclass woningmarktonderzoek Companen 50 jaar 1 oktober 2015 De woningmarkt is een complex systeem Woningmarkt is een onvolkomen markt - Overheid stuurt op de vraag- en aanbodkant Locatiebeleid Woningbouwprogrammering

Nadere informatie

Achtergrondinformatie Woonsymposium WONEN IN STAD.NL. SESSIE Stad maken

Achtergrondinformatie Woonsymposium WONEN IN STAD.NL. SESSIE Stad maken Achtergrondinformatie Woonsymposium WONEN IN STAD.NL SESSIE Stad maken donderdag 19 maart 2015 Stad maken Duiding en context De traditionele rollen binnen het ontwikkeltraject veranderen. De corporaties,

Nadere informatie

Extra huurruimte door boven-inflatoire- en inkomensafhankelijke huurverhoging in de commerciële huursector

Extra huurruimte door boven-inflatoire- en inkomensafhankelijke huurverhoging in de commerciële huursector Vastgoed Belang Extra huurruimte door boven-inflatoire- en inkomensafhankelijke huurverhoging in de commerciële huursector 2 december 2013 DATUM 2 december 2013 TITEL Extra huurruimte door boven-inflatoire-

Nadere informatie

Haalbaarheid ACM-locatie Vries

Haalbaarheid ACM-locatie Vries Datum 23 juni 2011 Projectnr. 5200.100 Boulevard Heuvelink 104 6828 KT Arnhem Postbus 1174 6801 BD Arnhem Telefoon (026) 3512532 Telefax (026) 4458702 E-mail Internet info@companen.nl www.companen.nl Woonborg

Nadere informatie

Bijlage Visie Oost : Cijfers & trends bevolking en woningvoorraad Hilversum

Bijlage Visie Oost : Cijfers & trends bevolking en woningvoorraad Hilversum Bijlage Visie Oost : Cijfers & trends bevolking en woningvoorraad Hilversum 1. Ontwikkeling bevolking naar leeftijd De Primos huishoudensprognose (2011) voor de periode 2010-2040 schetst het volgend beeld:

Nadere informatie

Woningmarktanalyse Gooise Meren

Woningmarktanalyse Gooise Meren Woningmarktanalyse Gooise Meren Op basis van WOZ en BAG gegevens Versie Kerngegevens Woningmarktanalyse Gooise Meren De in dit rapport gepresenteerde analyses zijn gemaakt met behulp van gemeentelijke

Nadere informatie

Toekomstige demografische veranderingen gemeente Groningen in een notendop

Toekomstige demografische veranderingen gemeente Groningen in een notendop VLUGSCHRIFT Bevolkingsprognose gemeente Groningen - Toekomstige demografische veranderingen gemeente Groningen in een notendop Inleiding De omvang en samenstelling van de bevolking van de gemeente Groningen

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Diemen 2017

Fact sheet Wonen in Diemen 2017 Fact sheet Wonen in Diemen 2017 Diemen in het kort Er wonen 14.000 huishoudens in Diemen. Diemen telt relatief veel alleenwonenden: 41%, vergeleken met 31% in Amstel- Meerlanden en 39% in de Metropoolregio

Nadere informatie

Woonregio Hoekse Waard. Provincie Zuid Holland

Woonregio Hoekse Waard. Provincie Zuid Holland FACTSHEET De Grote Omgevingstest is een woon- en leefomgevingsonderzoek naar de beleving, voorkeuren en keuzemotieven van bewoners in de provincie Zuid-Holland. Samenstelling Levensfase BEWONERS LEVENSFASE

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst Wonen raadsleden regio Nijmegen e.o. 8 oktober 2013

Informatiebijeenkomst Wonen raadsleden regio Nijmegen e.o. 8 oktober 2013 Informatiebijeenkomst Wonen raadsleden regio Nijmegen e.o. 8 oktober 2013 Programma 1. Waarom deze avond? 2. Presentatie proces ontwikkeling regionaal woningbouwprogramma stadsregio Jan Provoost, projectleider

Nadere informatie

RIGO Research en Advies Woon- werk- en leefomgeving www.rigo.nl. Woningbehoefte voor de wijk Marickenzijde in De Ronde Venen

RIGO Research en Advies Woon- werk- en leefomgeving www.rigo.nl. Woningbehoefte voor de wijk Marickenzijde in De Ronde Venen RIGO Research en Advies Woon- werk- en leefomgeving www.rigo.nl Woningbehoefte voor de wijk Marickenzijde in De Ronde Venen De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij RIGO. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Plan van Aanpak Vraaggestuurd Bouwen en Ontwikkelen

Plan van Aanpak Vraaggestuurd Bouwen en Ontwikkelen Plan van Aanpak Vraaggestuurd Bouwen en Ontwikkelen Opdrachtgever: Joke Geldhof Contactpersoon opdrachtgever: Joke Geldhof Opdrachtnemer(s): Bregje van Beekvelt Contactpersoon opdrachtnemer: Silvia van

Nadere informatie

Woningmarktverkenningen

Woningmarktverkenningen > www.vrom.nl Woningmarktverkenningen Socrates 2006 Woningmarktverkenningen Socrates 2006 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting 04 1 WoON 2006: aanleiding voor een update van de vooruitzichten 09 2 Recente

Nadere informatie

Kwalitatieve woningmarktverkenning 2010-2020 Noord-Holland. Regionale Actieprogramma s Wonen

Kwalitatieve woningmarktverkenning 2010-2020 Noord-Holland. Regionale Actieprogramma s Wonen Kwalitatieve woningmarktverkenning 2010-2020 Noord-Holland Regionale Actieprogramma s Wonen Kwalitatieve woningmarktverkenning 2010-2020 Noord-Holland Regionale Actieprogramma s Wonen Uitgevoerd in opdracht

Nadere informatie

De Brabantse Agenda Wonen

De Brabantse Agenda Wonen De Brabantse Agenda Wonen Wat beweegt de woningmarkt in Brabant? ---- actuele ontwikkelingen en opgaven voor de regionale woningmarkt Brabant Vastgoed 2017 11 mei 2017 Niek Bargeman Senior adviseur bevolking

Nadere informatie

Toepassing treden 1 en 2 ladder duurzame verstedelijking voor Oosterdalfsen

Toepassing treden 1 en 2 ladder duurzame verstedelijking voor Oosterdalfsen Australiëlaan 5 3526 AB Utrecht T: 030 693 60 00 KvK nr. 31042832 E: info@atrive.nl I: www.atrive.nl Toepassing treden 1 en 2 ladder duurzame verstedelijking voor Oosterdalfsen drs. Fokke de Jong drs.

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Velsen 2017

Fact sheet Wonen in Velsen 2017 Fact sheet Wonen in Velsen 2017 Velsen in het kort Er wonen 30.400 huishoudens in Velsen. Velsen telt relatief weinig alleenwonenden, 31% van de huishoudens woont alleen. Gemiddeld ligt dit op 33% in IJmond,

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Lelystad 2017

Fact sheet Wonen in Lelystad 2017 Fact sheet Wonen in Lelystad 2017 Lelystad in het kort Er wonen 33.400 huishoudens in Lelystad. Lelystad telt relatief veel stellen zonder kinderen (29%). Gemiddeld ligt dit op 26% in zowel Almere/Lelystad

Nadere informatie

Bestuuriijke samenvatting Monitor Woonvisie Inleiding

Bestuuriijke samenvatting Monitor Woonvisie Inleiding Bestuuriijke samenvatting Monitor Woonvisie 2012 1. Inleiding De provincie Zuid-Holland monitort de voortgang van haar ambities op het gebied van wonen. Deze ambities zijn venwoord in de Woonvisie 2011-2020.

Nadere informatie

)324 GSO Wij hebben in onze vergadering van 10 juli 2012 de Bestuurlijke samenvatting Monitor Woonvisie 2012 vastgesteld.

)324 GSO Wij hebben in onze vergadering van 10 juli 2012 de Bestuurlijke samenvatting Monitor Woonvisie 2012 vastgesteld. Gedeputeerde Staten pr HOLLAND ZUID GSO 15.08.2012 )324 0324 5.e eygrvipl.clooify Contact CoUêCp >2P dhr. M. van Niel T 070-441 71 73 m.van.niel@pzh.nl Burgemeesters en Wethouders Zuid-Hollandse gemeenten

Nadere informatie

Page 1 of 6 Kopers van nieuwbouwwoningen in Nesselande januari 2003 In opdracht van het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam (OBR) 1 Inleiding In oktober 2002 is in opdracht van het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam

Nadere informatie

Sprekende Cijfers Woningmarkten. Rogier Weck Researcher

Sprekende Cijfers Woningmarkten. Rogier Weck Researcher Sprekende Cijfers Woningmarkten Rogier Weck Researcher Sprekende Cijfers De marktdynamiek in 2018 Stand van zaken in de nieuwbouw Voor welke doelgroep moet worden gebouwd Case study: de woonvraag van deze

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Almere 2017

Fact sheet Wonen in Almere 2017 Fact sheet Wonen in Almere 2017 Almere in het kort Er wonen 84.000 huishoudens in Almere. Almere telt relatief veel gezinnen met kinderen, 33% van de huishoudens is een stel met kinderen. Gemiddeld ligt

Nadere informatie

Regionale behoefteraming wonen Klein Twiske Oostzaan

Regionale behoefteraming wonen Klein Twiske Oostzaan Regionale behoefteraming wonen Klein Twiske Oostzaan 10 september 2015 Eindrapportage Status: Eindrapportage Datum: 10 september 2015 Een product van: Bureau Stedelijke Planning bv Silodam 1E 1013 AL Amsterdam

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Heemskerk 2017

Fact sheet Wonen in Heemskerk 2017 Fact sheet Wonen in Heemskerk 2017 Heemskerk in het kort Er wonen 17.300 huishoudens in Heemskerk. Heemskerk telt relatief veel stellen zonder kinderen, 31% van de huishoudens is een stel zonder kinderen.

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Amsterdam 2017

Fact sheet Wonen in Amsterdam 2017 Fact sheet Wonen in Amsterdam 2017 Amsterdam in het kort Er wonen 462.000 huishoudens in Amsterdam. Amsterdam telt relatief veel alleenwonenden, 49% van de huishoudens woont alleen. Gemiddeld ligt dit

Nadere informatie

RESULTATEN WOONONDERZOEK PURMEREND UPDATE MAART 2015

RESULTATEN WOONONDERZOEK PURMEREND UPDATE MAART 2015 Inhoud 1. Woningvoorraad 2 2. Huishoudens 4 3. Huishoudens in woningen 5 4. Verhuizingen 8 5. Verhuiswensen doorstromers 10 6. Verhuiswensen starters 14 7. Woonruimteverdeling 15 Inleiding Er is heel veel

Nadere informatie

Woningbehoefte vanuit De Noord, Veenhuizen en het buitengebied 2015

Woningbehoefte vanuit De Noord, Veenhuizen en het buitengebied 2015 Woningbehoefte vanuit De Noord, Veenhuizen en het buitengebied 2015 Inleiding In het kader van KODN 2.0 is een enquête gehouden om te onderzoeken wat de behoefte is aan (extra) woonruimte in De Noord.

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2018 Rapportage plancapaciteit

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2018 Rapportage plancapaciteit Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

WONINGMARKTAFSPRAKEN ZEEUWS-VLAANDEREN DEEL 2: DE BALANS. [jaarlijkse rapportage over het jaar20xx]

WONINGMARKTAFSPRAKEN ZEEUWS-VLAANDEREN DEEL 2: DE BALANS. [jaarlijkse rapportage over het jaar20xx] WONINGMARKTAFSPRAKEN ZEEUWS-VLAANDEREN 216-225 DEEL 2: DE BALANS [jaarlijkse rapportage over het jaar2xx] Vastgesteld bij collegebesluit van d.d. Vastgesteld bij collegebesluit van d.d. Vastgesteld bij

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Beverwijk 2017

Fact sheet Wonen in Beverwijk 2017 Fact sheet Wonen in Beverwijk 2017 Beverwijk in het kort Er wonen 18.800 huishoudens in Beverwijk. Beverwijk telt vergeleken met de Metropoolregio Amsterdam (MRA) iets meer gezinnen met kinderen. Het aandeel

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Haarlemmermeer 2017

Fact sheet Wonen in Haarlemmermeer 2017 Fact sheet Wonen in Haarlemmermeer 2017 Haarlemmermeer in het kort Er wonen ruim 61.000 huishoudens in Haarlemmermeer. Haarlemmermeer telt relatief veel gezinnen met kinderen: 35%, tegenover 32% in Amstelland-Meerlanden

Nadere informatie

prognoses in tijden van crisis

prognoses in tijden van crisis prognoses in tijden van crisis over demografische veranderingen, flinke bouwopgaven en stagnerende woningbouw --- Bouwberaad West-Brabant 1 maart 2012 --- Niek Bargeman senior adviseur bevolking en wonen

Nadere informatie

Woonwensen van de consument in Westland

Woonwensen van de consument in Westland Woonwensen van de consument in Westland Woonwensen van de consument in Westland Uitgevoerd in opdracht van Arcade, Vestia Westland en Wonen Wateringen ir. C. Poulus drs. W. Faessen Maart 2008 r2008-0021cp

Nadere informatie

De bevolkings- en woningbehoefteprognoses Noord-Brabant actualisering 2011: een samenvatting

De bevolkings- en woningbehoefteprognoses Noord-Brabant actualisering 2011: een samenvatting De bevolkings- en woningbehoefteprognoses Noord-Brabant actualisering 211: een samenvatting Onderzoek en Statistiek Gooitske Marsman Februari 212 In deze notitie staat een samenvatting van De bevolkingsprognose-

Nadere informatie

Focus Projectontwikkeling & Vastgoed

Focus Projectontwikkeling & Vastgoed Focus Projectontwikkeling & Vastgoed Marktkansen middeldure appartementen te Meijel. [Ondertitel, concept etc.] 28 november 2014 DATUM 28 november 2014 TITEL Marktkansen middeldure appartementen in Meijel

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Heemstede 2017

Fact sheet Wonen in Heemstede 2017 Fact sheet Wonen in 7 in het kort Er wonen.000 huishoudens in. telt zowel relatief veel stellen met kinderen (0) en stellen zonder kinderen (0). In Zuid-Kennemerland ligt dit op 8 voor beide gevallen en

Nadere informatie

11 juni 2014 PN 328071

11 juni 2014 PN 328071 Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 11 juni 2014 PN 328071 Betreft Woningbehoefte De Nieuwe Tuinderij 1 Aanleiding In artikel 3.1.6, lid 2 van het Besluit ruimtelijke ordening is beschreven dat een

Nadere informatie

Woningbehoefteonderzoek Stompwijk. Urban Analytics

Woningbehoefteonderzoek Stompwijk. Urban Analytics Woningbehoefteonderzoek Stompwijk Urban Analytics Programma 19:35 - schets van Stompwijk 19:40 - presentatie SpringCo Effectieve Vraag 20:00 - vragen 20:10 - in groepen uiteen: - Uitleg - Wensen en ideeën

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik Augustus 2014 Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik Augustus 214 Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 229-282555 Rapportnummer 214-247 Datum Augustus 214 Opdrachtgever De Westfriese

Nadere informatie