Plan van aanpak recreatie initiatieven Ouddorp

Transcriptie

1 Plan van aanpak recreatie initiatieven Ouddorp Aanleiding Op 14 september 2017 is de Toeristisch recreatieve visie Goeree-Overflakkee 2025 (vanaf hier recreatievisie) vastgesteld. In de recreatievisie is opgenomen dat er een masterplan wordt opgesteld voor de ontwikkeling van recreatie rond Ouddorp. Hierover staat het volgende opgenomen: Een masterplan met heldere zonering voor het hele gebied is noodzakelijk en wordt opgesteld. Dit met subtiele invulling (oog voor detail) en waar mogelijk herbestemming van niet-marktconforme campings Bij de uitwerking van het masterplan bleek echter dat er overlap ontstond met het ontwikkelkader, dat ook als uitwerking van de recreatievisie wordt opgesteld. Ook heeft de recreatievisie geen ambitie als het gaat om nieuwe grotere recreatieve ontwikkelingen rond Ouddorp, anders dan de doorontwikkeling van bestaande terreinen. Er is daarom gekozen om naast het ontwikkelkader een Plan van aanpak recreatie initiatieven Ouddorp op te stellen. In principe zullen nieuwe recreatie initiatieven getoetst worden aan het toetsingskader als. Gedurende het traject van de recreatievisie zijn er echter diverse initiatieven ingediend waar op basis van nu vastgestelde bestemmingsplannen of beleidsstukken, of om andere redenen niet blanco aan het nieuwe toetsingskader kunnen worden getoetst. Voor deze initiatieven is het plan van aanpak recreatie initiatieven Ouddorp opgesteld. Het plan van aanpak liep gelijk op met het toetsingskader, waarbij de initiatieven die in het plan van aanpak worden genoemd zo veel mogelijk in lijn met het toetsingskader zijn beoordeeld. Vraagstukken 1. Uitbreiding camping Brouwersdam Camping Brouwersdam heeft is met een binnenplanse afwijking van het bestemmingsplan vergund. De vergunning gaat uit van maximaal 25 standplaatsen echter binnen het aangelegde terrein is ruimte voor veel meer standplaatsen. Er is tevens een ontheffing verleend om voor een aantal nachten per jaar meer standplaatsen te gebruiken. Er is een verzoek ingediend om de camping te mogen uitbreiden in eerste instantie tot het nu ingerichte terrein, maar in de toekomst is de wens om verder uit te bereiden. 2. Uitbreiding camping Corneliahoeve Camping Corneliahoeve heeft circa 25 standplaatsen en geen directe behoefte om uit te breiden. Wellicht is er voor de langere termijn de wens om een aantal extra standplaatsen te mogen realiseren. Omdat de andere campings in dit gebied wel uitbreidingsplannen hebben is het wenselijk de toekomstige vraag mee te nemen in het plan van aanpak. 3. Uitbreiding camping Zonnewende Camping Zonnewende is met vergunning aangelegd. Het maximum aantal standplaatsen bedraagt 25. De camping is echter ingericht voor circa 65 standplaatsen. Jarenlang is er niet gehandhaafd op het aantal standplaatsen, echter in het bestemmingsplan is er altijd uitgegaan van 25 standplaatsen. Camping Zonnewende heet de wens om in de toekomst uit te breiden tot circa 100 standplaatsen. 4. Nieuwe minicamping Groenedijk 5 Ouddorp Er is een vergunning aangevraagd voor een minicamping met maximaal 25 standplaatsen. Daarbij is de wens geuit om indien mogelijk een nog grotere camping te mogen realiseren. Bij het agrarisch perceel is nu nog geen camping aanwezig. De camping is met een binnenplanse afwijking van het bestemmingsplan mogelijk. In afwachting van de uitwerking van de recreatievisie is er echter nog geen medewerking verleend aan het initiatief. 5. Verplaatsingsgebied

2 Een deel van het oorspronkelijke Verplaatsingsgebied is nog niet ingevuld en heeft een agrarische bestemming. Wel is er een wijzigingsbevoegdheid om het gebied in te vullen met verblijfsrecreatie, onder voorwaarde van verplaatsing van eenheden uit het zandwallengebied. Er is een verzoek ingediend om invulling te geven aan deze wijzigingsbevoegdheid. Deze is afgewezen in afwachting van de uitwerking van de recreatievisie. 6. Ouddorp Bad, deelgebied Koolweg In het Raamplan Ouddorp Bad zijn richtlijnen opgenomen voor ontwikkeling van het gebied. Voor recreatieve voorzieningen wordt vooral verwezen naar de bestaande linten in het gebied. Het gebied rond de Koolweg is het enige lint waar nog geen concrete plannen voor zijn ingediend. Wel heeft RCN Toppershoedje aangegeven hier in de toekomst te willen uitbreiden met hun camping. Ook is het bekend dat er de wens is om recreatiewoningen te bouwen in dit gebied. 7. Ontwikkeling Dorpstienden fase 2 De ontwikkeling maakte onderdeel uit van een grotere ontwikkeling van Dorpstienden, waarbij er in fase 1 een supermarkt met bovenwoningen is gerealiseerd, een doorsteek naar Dorpstienden is aangelegd en het plein is heringericht. De bedoeling was dat er bij de nieuwe doorsteek tijdelijk parkeerplaatsen zouden worden ingericht. Nadat er een definitieve locatie is voor de parkeerplaatsen zouden de twee percelen aan beide zijden van de weg kunnen worden ontwikkeld met commerciële voorzieningen en bovenwoningen. Bij de uitwerking van de plannen is de wens geuit om de bovenwoningen recreatief te mogen verhuren, eventueel in de vorm van een kleinschalig hotel. Achtergrond vraagstukken Agrarische campings De casussen 1 tot en met 4 hebben betrekking op campings die horen bij een agrarisch bedrijf. Ook zijn de betreffende bedrijven gelegen in het open agrarische gebied ten westen van het zandwallengebied. Het beleid voor het gebied is terug te vinden in diverse beleidsstukken, bestemmingsplannen en andere regelgeving. Hieronder is een samenvatting gegeven. Deze is niet uitputtend, maar gaat vooral in op de hoofdlijnen. Het strand, de duinen en het Volgerland zijn aangewezen als natuurgebied waardoor bouwontwikkelingen hier vrijwel niet mogelijk zijn. In bebouwingslinten mag alleen gebouwd worden wanneer er in het lintengebied rond Ouddorp ook voldoende bebouwing gesaneerd wordt. Het poldergebied is primair aangewezen voor agrarisch gebruik, medegebruik in de vorm van verbrede landbouw is mogelijk. Vooral het middenstuk van het gebied dient bebouwingsvrij te blijven. Het open zicht op de duinenrij moet gehandhaafd blijven. Ondergeschikte recreatieve functies zijn toegestaan bij woningen en agrarische bedrijven. De wens om campings uit te breiden of een nieuwe camping te starten komt voort uit de grote vraag naar toeristisch kamperen. Hierbij speelt de groeiende vraag naar camperplaatsen en het verdwijnen van standplaatsen voor toeristisch kamperen op bestaande recreatieterreinen (Groene Weide en Klepperstee) een grote rol. Tevens speelt mee dat het voor agrarische bedrijven op de Kop van Goeree steeds moeilijker wordt om overeind te blijven. Schaalvergroting is in dit gebied erg lastig en het opbrengend vermogen van de grond is beperkt. Voor veel agrarische bedrijven is het dan ook noodzakelijk om ook andere activiteiten te ondernemen om het hoofd boven water te kunnen houden.

3 Het gebied waar de campings zich bevinden is een open gebied tussen het zandwallengebied en de duinen. Het gebied kenmerkt zich door veel openheid en de open zichtlijnen op de duinen en de vuurtoren. Het gebied contrasteert hierdoor met het veel meer gesloten landschap in de kern Ouddorp en het zandwallengebied. Doordat de verblijfsrecreatie grotendeels geconcentreerd is in en rond het zandwallengebied wordt het landbouwgebied als veel rustiger ervaren. Dit is ook een belangrijke reden dat er ook weerstand is tegen een verdere recreatieve invulling van dit gebied. Verplaatsingsgebied Het Verplaatsingsgebied is een door de provincie aangewezen gebied ten noorden van de Vrijheidsweg, tussen de Westerweg en de Langedijk. De opzet was dat verblijfseenheden vanuit het zandwallengebied zouden worden uitgeplaatst naar dit gebied. Op deze wijze zou er een kwaliteitsverbetering kunnen plaatsvinden in het zandwallengebied en zou de recreatie mogelijkheden krijgen voor verdere ontwikkeling. In de huidige situatie is het Verplaatsingsgebied voor een groot gedeelte ingevuld met bedrijfsmatig geëxploiteerde recreatiewoningen. De verblijfseenheden zijn verplaatst vanaf het recreatieterrein de Klepperstee en in beperkte mate vanaf camping De Magneet. Het beleid over het verplaatsen van eenheden heeft er niet toe geleid grond in het zandwallengebied met een recreatieve bestemming de bestemming natuur hebben gekregen. De huidige eigenaren van het nog niet ingevulde deel van het Verplaatsingsgebied willen het gebied conform de voorwaarden van de wijzigingsbevoegdheid invullen. Ze geven daarbij aan dat de verblijfseenheden verplaatst kunnen worden vanaf het terrein Duynhille (voorheen Groene Weide) waar een herstructurering heeft plaatsgevonden waarbij het aantal verblijfseenheden met ruim 250 is afgenomen. Landschappelijk gezien maakte het Verplaatsingsgebied enerzijds onderdeel uit van de open, agrarische zone tussen het zandwallengebied en de duinen. Anderzijds vormt de Langedijk wel een barrière die het Verplaatsingsgebied losknipt van het agrarische gebied. Door de realisatie van Ouddorp Duin is de openheid van het gebied verdwenen en is er geen zichtlijn meer tussen het zandwallengebied en de duinen. Door de realisatie van waterpartijen zijn er nog wel zichtlijnen op de vuurtoren. Ouddorp Bad Voor de zone Ouddorp Bad (tussen de Oude Nieuwlandseweg en de Vrijheidsweg) is in diverse beleidsstukken opgenomen dat er de wens is om hier een boulevard te creëren met voorzieningen voor de recreatie en hotelaccommodaties. In praktijk blijkt dat de interpretatie van wat dit in praktijk moet betekenen verschilt van enkele kleinschalige voorzieningen tot het doortrekken van Ouddorp tot aan de zee. In het Raamplan Ouddorp Bad wordt voorgesteld de zone met groen te verdichten zodat er ook mogelijkheden voor recreatieve ontwikkelingen ontstaan, vooral langs de bestaande linten. Binnen de zone Ouddorp Bad spelen momenteel twee ontwikkelingen waarvoor de bestemmingsplanprocedure is opgestart. Het betreft de ontwikkelingen Hoek Westerweg Oude Nieuwlandseweg en Ouddorp Bad, deelgebied oost. Om in kaart te brengen hoe groot de behoefte is naar recreatieve voorzieningen in de zone Ouddorp Bad is er een onderzoek uitgevoerd. Hieruit blijkt dat er met de realisatie van het voorzieningengebied Ouddorp Duin en een beperkt aantal voorzieningen in het plangebied Ouddorp Bad, deelgebied oost grotendeels invulling is gegeven aan de behoefte naar recreatieve voorzieningen. Ontwikkeling Dorpstienden

4 De ontwikkeling Dorpstienden bestaat uit 2 fases. In de eerste fase is er een supermarkt met appartementen en een parkeerkelder gerealiseerd. Bij de eerste fase is er ook een doorsteek gerealiseerd van de Dorpsweg naar Dorpstienden met daarlangs een parkeerterrein. De opzet was om langs beide zijden van de toegangsweg (de percelen Weststraat 24 en Dorpsweg 4) een centrum ontwikkeling te realiseren. De parkeerplaats zou dan verplaatst worden naar een andere locatie in de buurt van het centrum. Door omstandigheden is er een situatie ontstaan waardoor de ontwikkeling van fase 2 niet van de grond komt en er verpaupering dreigt te ontstaan in het centrum. Ook zou een gedeelte van het parkeerterrein kunnen komen te vervallen. Er is inmiddels een plan opgesteld dat uit gaat van de realisatie van commerciële voorzieningen op begane grond met daarboven recreatieappartementen met hotelfaciliteiten. Overwegingen 1. Uitbreiding camping Brouwersdam In de recreatievisie is de wens opgenomen om meer in te zetten op kwaliteitsverbetering van bestaande terreinen en als het gaat om verblijfsrecreatie meer in te zetten op nieuwe doelgroepen en niet meer van het zelfde. Het gebied ten westen van het zandwallengebied is aangewezen als gebied waar landschap en natuur voorop staan. Recreatief medegebruik is mogelijk echter dit moet niet de primaire functie van het gebied worden. Een grootschalige uitbreiding van de camping is daarom in dit geval niet wenselijk. Wel is er een grote druk op bestaande campings door het wegvallen van standplaatsen voor toeristisch kamperen op andere terreinen en de toename van campers. Daarnaast is de realiteit dat er in de huidige situatie een terrein is ingericht en vergund waar veel meer dan de toegestane 25 standplaatsen mogelijk zijn. Gelet op de feitelijke situatie en de vraag naar standplaatsen voor toeristisch kamperen is het wenselijk om niet het maximale aantal standplaatsen vast te leggen, maar het oppervlakte dat gebruikt mag worden voor een camping. Daarbij dient de landschappelijke inpassing wel verbeterd te worden. Vanuit de recreatievisie is er geen wens om tot grootschalige nieuwe initiatieven voor verblijfsrecreatie te komen. De Springertpolder is wel een gebied waar, op voorwaarde van een robuuste landschappelijke inpassing, in beperkte mate nog mogelijkheden zijn voor de ontwikkeling van verblijfsrecreatie zonder dat dit grote inbreuk zou doen op het landschap. Om te voorkomen dat er alleen sprake is van uitbreiding zijn ontwikkelingen in dit gebied alleen aan de orde als ze gecombineerd worden met kwaliteitsverbetering binnen het zandwallengebied. De kwaliteitsverbetering van het zandwallengebied, waarvan alleen sprake kan zijn als er gronden met de bestemming verblijfsrecreatie worden omgezet in natuur of landschappelijke structuren (zoals kerkepaden) hersteld worden binnen een landschappelijk kader, moet echter wel leidend zijn en is dus bepalend of er initiatieven in het gebied mogelijk zijn. Daarnaast zijn initiatieven in de Springertpolder alleen mogelijk als de basis wordt gevormd door een landschappelijk raamwerk, voor een robuuste landschappelijke inpassing van het gebied. 2. Uitbreiding camping Corneliahoeve Ook deze camping is gelegen in het open gebied tussen het zandwallengebied en de duinen. Aangezien de wens is om het gebied zo veel mogelijk open te houden en in te zetten op nieuwe doelgroepen is het niet wenselijk om deze camping verder uit te breiden. 3. Uitbreiding camping Zonnewende Voor camping de Zonnewende geldt op hoofdlijnen hetzelfde als voor camping Brouwersdam. Grotendeels met vergunning is er een terrein ingericht dat meer standplaatsen mogelijk maakt dan de toegestane 25 standplaatsen. Gelet op de overwegingen bij camping Brouwersdam ligt het voor de hand om bij camping Zonnewende

5 het nu ingerichte terrein voor verblijfsrecreatie aan te wijzen en niet het maximale aantal standplaatsen te bepalen en voorwaarden te stellen aan de ruimtelijke inpassing. Een verdere uitbreiding van de camping in dit gebied is niet gewenst. De polder waarin de camping is gelegen is zeer open en waardevol. Verdichting van deze polder is niet gewenst. 4. Nieuwe minicamping Groenedijk 5 Ouddorp Het agrarische complex is midden in de open polder West Nieuwland gelegen, kort langs de doorgaande route Langedijk. Landschappelijk gezien is iedere inbreuk op het landschap hier ongewenst. Daarnaast gaat het plan uit van een opzet die niet echt aansluit bij de wens van de recreatievisie om tot vernieuwende concepten van verblijfsrecreatie te komen. Het is daarom eigenlijk niet wenselijk om aan dit initiatief medewerking te verlenen, laat staan om mee te gaan in de wens om nog meer dan 25 standplaatsen te mogen realiseren. Doordat het agrarische complex midden in een open polder is gelegen is het eerder wenselijk om het agrarisch complex te verplaatsen naar een perceel waar de landschappelijke impact minder groot is. Mocht een verplaatsing van het complex niet mogelijk zijn dan is er wel de wens om tot een versterking van de landschappelijke inpassing van het complex te komen. Op voorwaarde van serieuze landschappelijke verbetering van het complex en het verkleinen van het bouwvlak aan de zuidkant van het complex kunnen er mogelijkheden worden geboden voor een beperkte vorm van verblijfsrecreatie aan de noordkant van het complex. Het gaat dan om een uitbreiding met maximaal 5-10 eenheden, afhankelijk van de uitstraling en omvang. Voorwaarde is wel dat er sprake is van een vernieuwend concept van verblijfsrecreatie. Ook bestaande bebouwing kan worden gebruikt voor vernieuwende concepten van verblijfsrecreatie mits ondergeschikt aan de agrarische activiteiten. 5. Verplaatsingsgebied Het oorspronkelijke doel van het Verplaatsingsgebied was dat er een verdunning van eenheden en kwaliteitsverbetering zou plaatsvinden in het zandwallengebied. De wens was dan ook dat er percelen met verblijfsrecreatie zouden worden omgezet in natuur. Bij de invulling van het Verplaatsingsgebied heeft er wel een verdunning plaatsgevonden maar de beschikbare ruimte is gebruikt om grotere standplaatsen te maken en niet om nieuwe natuur te realiseren. Daarbij is het Verplaatsingsgebied gelegen op een plek waar het duingebied heel smal is en direct langs een belangrijke ontsluitingsweg. De landschappelijke impact van de ontwikkeling is daardoor groot. In landschappelijke zin heeft het beleid achter het Verplaatsingsgebied dan ook niet tot een verbetering geleid. Vanuit toeristisch- recreatief perspectief heeft het beleid achter het Verplaatsingsgebied er toe geleid dat er een verdunning plaatsvond op De Klepperstee. De verdunning vond vooral plaats doordat een gedeelte met toeristisch kamperen is omgezet in een bedrijfsmatig geëxploiteerd bungalowpark. Tot voor kort waren er in Ouddorp nauwelijks bedrijfsmatig geëxploiteerde bungalowparken, waarmee de ontwikkelingen een aanvulling zijn voor Ouddorp. Met de ontwikkeling van Duynhille, Ouddorp Duin en Ridderstee zijn er wel veel parken gerealiseerd die in grote lijnen in het zelfde segment zitten. Uit de recreatievisie blijkt wel dat er een verzadiging op lijkt te treden in dit segment. Gelet op voorgaande is het niet wenselijk om het huidige beleid in stand te laten. Vanuit landschappelijk oogpunt is het vooral wenselijk om het gebied zo veel mogelijk met natuur in te richten, juist omdat de duinenrij op dit punt zo smal is. Op deze wijze kan de landschappelijke impact van Ouddorp Duin worden beperkt. Ook vanuit de recreatievisie is het niet wenselijk om het gebied op een zelfde manier als Ouddorp Duin in te richten. Daarom ligt het meer voor de hand om het gebied zo veel mogelijk met natuur in te richten. Dit kan door de nieuw aangelegde kreek op Ouddorp Duin te verbinden met de historische kreek in de West Nieuwlandsepolder.

6 De aanleg van de natuur kan gecombineerd worden met een beperkte vorm van verblijfsrecreatie. Hiervoor geldt echter ook dat dit alleen mogelijk is als dit gecombineerd wordt met kwaliteitsverbetering in het zandwallengebied. De kwaliteitsverbetering van het zandwallengebied, waarvan alleen sprake kan zijn als er gronden met de bestemming verblijfsrecreatie worden omgezet in natuur of landschappelijke structuren (zoals kerkepaden) worden hersteld, binnen een landschappelijk kader, moet echter wel leidend zijn en is dus bepalend of er initiatieven in het gebied mogelijk zijn. 6. Ouddorp Bad, deelgebied Koolweg De doelstelling van Ouddorp Bad was om een boulevard met voorzieningen ten behoeve van de recreatie te realiseren. Ook hotelaccommodaties werden hierbij genoemd. De term boulevard is niet verder toegelicht waardoor niet echt is vastgelegd wat hier onder verstaan moet worden. Recent is wel het beleid Zandwallengebied en bebouwingslinten vastgesteld waarin de wens is opgenomen om de open percelen tussen zandwallen zo veel mogelijk open te laten. Verder is er een onderzoek gedaan naar de behoefte aan voorzieningen in de zone Ouddorp Bad. Met de ontwikkeling van Ouddorp Duin en de beoogde ontwikkeling van Ouddorp Bad, deelgebied oost zijn er voorlopig voldoende voorzieningen in het gebied. Er zijn ook geen plannen voor nieuwe voorzieningen. Het invullen van het gebied met enkel woningen is niet echt in lijn met de vastgestelde visies voor het gebied. In het gebied ten westen van de Koolweg heeft RCN Toppershoedje plannen om uit te breiden. Een kwaliteitsverbetering van een bestaand terrein kan zowel recreatief als landschappelijk een verbetering opleveren. Dan moet de uitbreiding echter wel onderdeel uit maken van een totaal verbeterplan van het terrein waarbij wordt ingezet op vernieuwing van het recreatieve product en ook een landschappelijke verbetering. De landschappelijke verbetering houdt ook in dat delen van het terrein niet meer recreatief, maar als groen of natuur worden ingericht. 7. Ontwikkeling Dorpstienden fase 2 Vanuit de recreatievisie is de wens om de authenticiteit van Ouddorp te bewaren, maar tegelijkertijd de dynamiek te verhogen onder andere door het toevoegen van horeca en AirBnB. Deze wensen kunnen elkaar in de weg zitten. Het is daarom raadzaam om zorgvuldig om te gaan met het toevoegen van horeca en AirBnB in het centrum. In het ontwikkelkader worden randvoorwaarden opgenomen onder welke voorwaarden dergelijke voorzieningen wel en niet kunnen worden toegevoegd. Nadere afweging voor specifieke locatie wordt nog gemaakt. Conclusies en vervolg Voor de agrarische campings worden er in principe geen uitbreidingsmogelijkheden opgenomen. Wel wordt voorgesteld om het aantal eenheden niet verder vast te leggen, maar juist de oppervlakte en landschappelijke inpassing te regelen. Voor sommige campings betekent dit dat er meer standplaatsen kunnen worden gebruikt. De grote vraag naar toeristisch kamperen komt vooral door de grote groei van het aantal campers. Deze vraag zou kunnen worden opgevangen door te onderzoeken of er op de Brouwersdam en op de bestaande toeristische parkeerterreinen mogelijkheden zijn om overnachtingsplaatsen voor kampers te realiseren. Voor de toeristische parkeerterreinen zou dit een mogelijkheid bieden voor kwaliteitsverbetering van de terreinen zelf. Ook is de verwachting dat de vraag naar stacaravans de komende tijd zal afnemen waardoor bestaande terreinen op zoek moeten naar nieuwe doelgroepen. Wanneer er op nieuwe terreinen mogelijkheden worden geboden voor toeristisch kamperen, wordt het voor bestaande terreinen moeilijker om ook op toeristisch kamperen in te zetten. Voor bestaande terreinen zijn er namelijk meer investeringen nodig dan voor nieuwe terreinen.

7 Het beleid om eenheden vanuit het zandwallengebied uit te plaatsen naar het Verplaatsingsgebied heeft in landschappelijke zin weinig opgebracht. Het is daarom niet wenselijk om dit beleid voort te zetten. Wel is er de wens om tot een versterking te komen van de beleefbaarheid van het zandwallengebied. Ook is er de wens om tot kwaliteitsverbetering te komen van bestaande recreatieterreinen in dit gebied. Als het voor deze kwaliteitsverbetering nodig is kan er compensatie worden geboden door verblijfsrecreatie te ontwikkelen in het restant van het Verplaatsingsgebied of wellicht in de Springertpolder. Dit kan echter alleen op voorwaarde dat er ook in deze gebieden geïnvesteerd wordt in natuur en landschapsontwikkeling. De kwaliteitsverbetering van het zandwallengebied komt hierbij altijd op de eerste plaats. Het is daarom wenselijk om in het traject tot herwaardering van het zandwallengebied te onderzoeken wat de opgaven zijn om te komen tot versterking van dit gebied. Een verder verdichting van de zone Ouddorp Bad is niet nodig en ook niet gewenst. Met de realisatie van Ouddorp Duin en Ouddorp Bad, deelgebied oost zijn er voldoende toeristische voorzieningen aanwezig in dit gebied. Het enkel realiseren van recreatiewoningen in dit gebied is geen wenselijke verdichting. Het gebied ten westen van de Koolweg zou kunnen worden gebruikt voor een kwaliteitsverbetering van het Toppershoedje. Dit is echter alleen aan de orde als er zowel landschappelijk als recreatief een verbetering plaatsvindt van het bestaande terrein. Voor de locatie Dorpstienden fase 2 wordt een nadere afweging gemaakt of verblijfsrecreatie op deze locatie wenselijk is.