Groenten onder glas 1. Op het land 2. Blad 1. Verbouwen (van groente) Iets laten groeien. Insect Een klein diertje met zes poten.

Transcriptie

1 5 Lastige woorden Blad Groenten onder glas Verbouwen (van groente) Iets laten groeien. Insect Een klein diertje met zes poten. Ziektekiem Een bacterie of virus waar je ziek van kunt worden. Stapelbed Bedden boven elkaar. Voedingsstof Een stof in eten waardoor iets groeit of sterker wordt. Sorteren Soort bij soort leggen. Op het land Onkruid Planten die groeien op een plaats waar jij ze niet wilt hebben. Bloembol Een bol waar een bloem uit groeit, zoals een tulp of een narcis. Aanvreten Ergens iets van eten. Buitenland Alle landen buiten Nederland, noemen we het buitenland. Vrucht Dit groeit uit een bloem, zoals een appel of een banaan. 9

2 5 Lastige woorden Blad Naar de klant Klant Iemand die iets koopt. Gekoeld Iets wat koud gehouden wordt. Bloemist Iemand die bloemen verkoopt. Laadruimte De ruimte waar de vracht in gaat die je vervoert. Razendsnel Heel erg snel. Reclame Zeggen dat mensen iets moeten kopen en waarom ze dat moeten doen. Fruit uit warme landen Grapefruit Lijkt op een sinaasappel, maar smaakt bitter en zuur. 0

3 6 Lastige woorden Blad Poten en oogsten Loofklapper Een machine waarmee je het blad (loof) van een plant haalt. Bodem Een ander woord voor grond. Laadbak Een bak op een vrachtwagen waar de lading in gaat. Schimmel Piepkleine plantjes. Als eten bederft, komt er schimmel op. Van aardappel tot chips Schijfjes Heel dunne plakjes. Paprika Een rode, gele of groene vrucht. Je eet het als groente. Trommel Een ronde doos van metaal. Kruiden Plantjes waarvan je zaden, blad of stengel gebruikt om het eten meer smaak te geven.

4 6 Lastige woorden Blad Aardappels plakken! Iets opknappen Iets mooier of heel maken. Behangplaksel Lijm waarmee je behang aan de muur plakt. Product Iets wat in een fabriek is gemaakt of op het land is gegroeid. Raspen Iets fijnmaken met een rasp. Zetmeel Een soort meel. Van korrel tot croissant Uitgestrekt Heel groot. Aar Het bovenste stuk van de halm, waar het zaad in zit. Vruchtbaar Vruchtbare grond is grond waarop alles goed groeit. Croissant Een soort broodje. Halm De stengel van een graanplant. Kadetje Een soort broodje.

5 5 Samenvatting Groenten onder glas Iemand die groenten, fruit, bloemen of champignons kweekt, heet een tuinder. Veel groente wordt in kassen gekweekt. Tomaten worden gekweekt op steenwol. Champignons worden gekweekt op compost, en ze worden met de hand geplukt. In een kas worden licht en warmte geregeld met een computer. Insecten zorgen ervoor dat er vruchten uit de bloemen groeien. De tuinder gebruikt sluipwespen om bladluizen te doden. Dan hoeft hij geen gif te spuiten Op het land Sommige groenten groeien op akkers. De boer zorgt goed voor zijn groenten. Hij haalt onkruid weg en soms sproeit hij water of een middel tegen insecten. In Nederland staan veel appel- en perenbomen. Deze fruitbomen staan in boomgaarden. In Nederland worden veel bloembollen gekweekt, op bollenvelden. Voor een bollenkweker is de bloem afval. Bloembollen worden in Nederland verkocht en in het buitenland. Naar de klant Bloemen komen vaak uit kassen. Een bloemist koopt zijn bloemen op de veiling. Winkeliers kopen groente en fruit van een handelaar. Handelaars kopen groente en fruit meestal direct bij de boer. Veel groente en fruit gaat naar het buitenland. Om ze vers te houden, worden groente en fruit vervoerd met vrachtwagens met een gekoelde laadruimte. Winkeliers maken reclame om hun spullen beter te kunnen verkopen.

6 6 Samenvatting Poten en oogsten Nederland is een aardappelland. Want aardappels groeien goed op kleigrond. Ze staan in ruggen. Het planten van aardappels heet poten. Het oogsten heet rooien. Het verzorgen van aardappels bestaat uit: het bemesten van de akker, het weghalen van onkruid, het bespuiten met een bestrijdingsmiddel tegen diertjes en schimmels. Er zijn veel soorten aardappels. Sommige soorten, zoals bintjes, kun je eten. Van aardappel tot chips Van vastkokende aardappels wordt bijvoorbeeld chips gemaakt. Dat gebeurt in de chipsfabriek. De aardappels worden geschild en gewassen en in plakjes gesneden. Ze worden gebakken in een enorme oven. In een grote trommel gaan er zout en kruiden over. Via een transportband worden de chips in zakjes gedaan. Mensen in speciale kleren zorgen ervoor dat de machines in de chipsfabriek goed blijven werken. Aardappels plakken! Behalve eetaardappels zijn er ook fabrieksaardappels. Die worden gekweekt voor het zetmeel. Aardappelzetmeel wordt gebruikt als plakmiddel en als bindmiddel in allerlei producten. In de aardappelmeelfabriek worden de aardappels geschild en geraspt. Na het drogen blijft het zetmeel over. Om aardappelzetmeel te maken is veel water nodig. Dat water wordt vuil. Het vuile water wordt schoongemaakt en zoveel mogelijk opnieuw gebruikt.

7 5 Oefenen met de samenvatting In een kas: 6 worden en Fruit groeit aan gekweekt. Die staan in een regelt een computer en Bloemen worden gekweekt om de Insecten zorgen dat er uit de bloemen groeien. Een tuinder gebruikt sluipwespen om 7 Welke zinnen zijn juist? Kruis ze aan. Een bloemist koopt bloemen in de winkel. Een handelaar verkoopt aan winkeliers. te doden. Zet een streep onder: waar of niet waar. Winkeliers maken reclame. Veel groente en fruit gaat naar het buitenland. Tomaten worden gekweekt op steenwol. Waar / niet waar. Groente blijft vers in een gekoelde laadruimte. Champignons groeien in aarde. Waar / niet waar. Streep door wat een tuinder niet kweekt. groente bloemen fruit aardappels champignons bomen 5 Wat voor werk doet een boer op zijn akkers? Hij haalt weg. Hij sproeit soms Hij sproeit een middel tegen

8 6 Oefenen met de samenvatting Aardappels planten heet 6 Welk woord hoort niet bij een chipsfabriek? Streep dat woord door. Aardappels oogsten heet Welke woorden horen bij aardappels? Zet daar een streep onder. 7 speciale kleren fruit transportband machines Kruis de zinnen aan die juist zijn. poten buiken ruggen veengrond Je kunt alle aardappels eten. bemesten kleigrond Zetmeel is een bindmiddel. Kruis de juiste zin aan. Een bestrijdingsmiddel: Zetmeel zit in geen enkel product. Van zetmeel wordt plaksel gemaakt. zorgt dat onkruid goed groeit. doodt diertjes en schimmels. zorgt dat aardappels lekkerder gaan smaken. Om zetmeel te maken is veel water nodig. Dat water blijft heel schoon. Vul aan. Een bintje is 5 Zet de zinnen in de juiste volgorde door ze te nummeren. De aardappels worden in plakjes gesneden. De chips gaan in een zak. In een trommel gaan er zout en kruiden over. De aardappels worden gewassen. De plakjes worden gebakken in een oven. De aardappels worden geschild.

9 5 Oefenen met de samenvatting Antwoorden In een kas: groenten worden en 6 Fruit groeit aan bomen bloemen gekweekt. Die staan in een boomgaard licht regelt een computer en Bloemen worden gekweekt om de warmte bol Insecten zorgen dat er uit de bloemen groeien. vruchten Een tuinder gebruikt sluipwespen om 7 Welke zinnen zijn juist? Kruis ze aan. Een bloemist koopt bloemen in de winkel. Een handelaar verkoopt aan winkeliers. bladluizen te doden. Zet een streep onder: waar of niet waar. Winkeliers maken reclame. Veel groente en fruit gaat naar het buitenland. Tomaten worden gekweekt op steenwol. Waar / niet waar. Groente blijft vers in een gekoelde laadruimte. Champignons groeien in aarde. Waar / niet waar. Streep door wat een tuinder niet kweekt. groente bloemen fruit aardappels champignons bomen 5 Wat voor werk doet een boer op zijn akkers? onkruid Hij haalt weg. Hij sproeit soms water Hij sproeit een middel tegen insecten

10 6 Oefenen met de samenvatting Antwoorden Aardappels planten heet poten 6 Welk woord hoort niet bij een chipsfabriek? Streep dat woord door. Aardappels oogsten heet rooien Welke woorden horen bij aardappels? Zet daar een streep onder. 7 speciale kleren fruit transportband machines Kruis de zinnen aan die juist zijn. poten buiken ruggen veengrond Je kunt alle aardappels eten. bemesten kleigrond Zetmeel is een bindmiddel. Kruis de juiste zin aan. Een bestrijdingsmiddel: Zetmeel zit in geen enkel product. Van zetmeel wordt plaksel gemaakt. zorgt dat onkruid goed groeit. doodt diertjes en schimmels. zorgt dat aardappels lekkerder gaan smaken. Om zetmeel te maken is veel water nodig. Dat water blijft heel schoon. Vul aan. Een bintje is een soort aardappel 5 Zet de zinnen in de juiste volgorde door ze te nummeren. 6 5 De aardappels worden in plakjes gesneden. De chips gaan in een zak. In een trommel gaan er zout en kruiden over. De aardappels worden gewassen. De plakjes worden gebakken in een oven. De aardappels worden geschild.