De zzp er, Deliveroo en de verzekeringsplicht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De zzp er, Deliveroo en de verzekeringsplicht"

Transcriptie

1 De zzp er, Deliveroo en de verzekeringsplicht Naam: Marijn Cok Mastertrack: Arbeidsrecht Begeleider: Evert Verhulp Inleverdatum: 27 juli 2018

2 INHOUDSOPGAVE Inleiding / 4 Methodologie / 4 Afbakening / 4 HOOFDSTUK 1 De verzekeringsplicht van het verkeersrisico voor de werkgever 1.1 Inleiding / De zorgplicht en aansprakelijkheid van de werkgever / Art. 1638x (oud) BW / Art. 7:658 BW / De zorgplicht van de werkgever / De werkomgeving en het zeggenschapscriterium / Schade in uitoefening van de werkzaamheden / Uitbreiding werkgeversaansprakelijkheid / De verzekeringsplicht: art. 7:611 BW / Kritiek op de arresten Maasman/Akzo en Kooiker/Taxi Centrale/ 21 HOOFDSTUK 2 Een behoorlijke verzekering / Inleiding / Een behoorlijke verzekering / 24 2

3 HOOFDSTUK 3 De zzp er en zijn mogelijkheden tot aansprakelijkstelling van Deliveroo 3.1 Inleiding / Artikel 7:658 BW en de zzp er / Het Davelaar/Allspan-arrest / Art. 7:611 BW en de zzp er / Art. 6:248 BW en de zzp er / 33 Afronding / 37 Bronnen / 39 3

4 Inleiding De afgelopen tijd is de manier van bedrijfsvoering van Deliveroo Nederland B.V. (hierna: Deliveroo) vaak in opspraak geweest. Deliveroo heeft op een zeker moment besloten enkel nog met zelfstandigen zonder personeel (hierna: zzp ers) te werken en niet meer met werknemers op basis van een arbeidsovereenkomst. 1 Een van de gevolgen was dat de bezorgers die werkten op basis van een opdrachtovereenkomst ex. Art. 7:400 BW anders dan de werknemers niet verzekerd waren voor het verkeersrisico tijdens werk. Vakbonden en politici bleken hier grote problemen mee te hebben. 2 Deliveroo heeft onlangs aangekondigd toch de zzp er een verzekering aan te bieden. 3 Niet is duidelijk of er voor Deliveroo ook echt de wettelijke verplichting bestaat om niet alleen de werknemer, maar ook de zzp er te verzekeren voor het verkeersrisico s. Deze masterscriptie heeft daarom tot doel antwoord te geven op de vraag: Kan naast de werknemer ook de zzp er Deliveroo aansprakelijk stellen voor het niet verzekeren van zijn verkeersrisico? Methodologie Het doel van het onderzoek is het informeren van belanghebbenden over de huidige rechtspositie van de zzp er. Het onderzoek is descriptief en vanuit een intern perspectief geschreven. De rechtspositie van de zzp er wordt zodoende geduid aan de hand van de bestaande regelgeving, wetsgeschiedenis, jurisprudentie en literatuur. Afbakening Dit onderzoek neemt als uitgangspunt dat de zzp er die bezorgt voor Deliveroo kwalificeert als een professionele opdrachtnemer in de zin van art. 7:400 BW en tegen loon de opdracht heeft uitgevoerd. Discussies over eventuele schijnzelfstandigheid blijven buiten beeld Zie daarover: D.J.B. de Wolff & E. Verhulp (red.), Flexibele arbeidsrelaties (Monografieën Sociaal Recht nr. 25), Deventer: Kluwer 2017, p

5 HOOFDSTUK 1 De verzekeringsplicht van het verkeersrisico voor de werkgever 1.1 Inleiding De Nederlandse wet kent geen verplichting voor de werkgever het verkeersrisico van zijn werknemer te verzekeren. In de dynamiek van het recht is deze verplichting zo n tien jaar geleden ontstaan. In de wet is werkgeversaansprakelijkheid geregeld in art. 7:658 BW, maar de Hoge Raad erkende een nieuwe aansprakelijkheidsgrond uit hoofde van goed werkgeverschap ex 7:611 BW. 5 Hierna zal eerst stil gestaan worden bij art. 7:658 BW. Vervolgens komt de regeling van art. 7:611 BW aanbod. 1.2 De zorgplicht en aansprakelijkheid van de werkgever Art. 1638x (oud) BW Tot het einde van de negentiende eeuw lag het risico van arbeidsongeschiktheid vanwege een arbeidsongeval in beginsel volledig bij de werknemer. Uitsluitend wanneer de schuld van de werkgever of collega-werknemer ondubbelzinnig vaststond, werd een schadevergoeding wegens een arbeidsongeval toegewezen. 6 In 1901 kwam daar met de invoering van de Ongevallenwet verandering in. 7 De werknemer kreeg voor het eerst het recht op vergoeding van medische onkosten als gevolg van het arbeidsongeval en een deel van zijn gederfde inkomsten. Deze vergoeding werd uitgekeerd door de verzekeraar waaraan de werkgever de premies betaalde. Enerzijds lijkt dit een ingrijpende maatregel voor de werkgever geweest. Anderzijds was de werkgever sindsdien door de betaling van de verzekeringspremies in beginsel gevrijwaard van iedere civiele aansprakelijkheid. 8 Deze immuniteit van de werkgever is dan ook aanleiding geweest voor de wetgever om in 1908 art. 1638x (oud) BW de voorloper van art. 7:658 BW in werking te doen treden: 9 5 HR 1 februari 2008, NJ 2009/330 en 331 (Kooiker/Taxi Centrale) en (Maasman/Akzo). 6 G.W. van der Voet, J.H. Even en E. van Vliet, Arbeidsrechtelijke themata, Boom Juridisch: 2017, p De wet van 2 januari 1901, Stb. 1901, 1. 8 G.W. van der Voet, J.H. Even en E. van Vliet, Arbeidsrechtelijke themata, Boom Juridisch: 2017, p Wet van 21 oktober 1908, Stb. 1908,

6 1. De werkgever is verplicht de lokalen, werktuigen en gereedschappen, waarin of waarmede hij den arbeid doet verrichten, op zoodanige wijze in te richten en te onderhouden, alsmede omtrent het verrichten van den arbeid zoodanige regelingen te treffen en aanwijzingen te verstrekken, dat de arbeider tegen gevaar voor lijf, eerbaarheid en goed zoover beschermd is, als redelijkerwijze in verband met den aard van den arbeid gevorderd kan worden. 2. Zijn die verplichtingen niet nagekomen, dan is de werkgever gehouden tot vergoeding der schade aan den arbeider dientengevolge in de uitoefening zijner dienstbetrekking overkomen, tenzij door hem het bewijs wordt geleverd, dat die nietnakoming aan overmacht, of die schade in belangrijke mate mede aan grove schuld van den arbeider is te wijten, alles behoudens de bepalingen van Hoofdstuk XII der Ongevallenwet Indien de arbeider, ten gevolge van het niet nakomen dier verplichtingen door den werkgever, in de uitoefening zijner dienstbetrekking zoodanig letsel heeft bekomen, dat daarvan de dood het gevolg is, is de werkgever jegens den overblijvenden echtgenoot, de kinderen of de ouders van den overledene, die door zijnen arbeid plegen te worden onderhouden, verplicht tot schadevergoeding, tenzij door hem het bewijs wordt geleverd, dat die niet-nakoming aan overmacht, of de dood in belangrijke mate mede aan grove schuld van den arbeider is te wijten. Het voorbehoud, bij het voorgaand lid gemaakt, is ook ten deze van toepassing. 4. Elk beding, waardoor deze verplichtingen des werkgevers zouden worden uitgesloten of beperkt, is nietig. 10 De regeling kwam decennia later pas tot echt tot ontwikkeling met de invoering van de WAO in 1967, de opvolger van de Ongevallenwet (en tevens voorloper van de WIA). De WAO gaf namelijk in tegenstelling tot zijn voorganger de werknemer onafhankelijk van de oorzaak van de arbeidsongeschiktheid het recht op een uitkering. Hierdoor kon de werkgever civielrechtelijk aansprakelijk zijn terwijl de werknemer ook een uitkering op grond van de WAO genoot. In de periode daarna, maar met name in de jaren 80 en 90, nam het aantal rechtszaken waarin werkgeversaansprakelijkheid centraal stond, aanzienlijk toe. 11 Art. 1638x (oud) BW werd steeds ruimer geïnterpreteerd, waarbij het beschermen van de positie van de 10 Stb. 1907, T. Hartlief, Rechtsvorming door de Hoge Raad: het dossier werkgeversaansprakelijkheid, AV&S 2009/29. 6

7 werknemer van doorslaggevend belang werd. 12 Zo wees de Hoge Raad in 1982 een belangrijk arrest 13 waarin hij tegemoet kwam aan de destijds heersende kritiek over de bewijslastverdeling uit art. 1638x (oud) BW 14 : Tekst en structuur van art. 1638x Bw leiden tot de gevolgtrekking dat de werknemer die vergoeding van de in het tweede lid bedoelde schade vordert, in beginsel zal hebben te bewijzen dat de werkgever niet aan zijn in het eerste lid omschreven verplichtingen heeft voldaan. Van de werkgever moet worden verlangd dat hij een ontkenning dat hij zijn voormelde verplichtingen is nagekomen, zoveel mogelijk met redenen omkleedt, hetgeen kan meebrengen dat hij heeft aan te geven welke maatregelen hij heeft genomen ter voorkoming van arbeidsongevallen als het onderhavige. De rechter kan aan de omstandigheden van het geval, waaronder de aard van het ongeval, vermoedens ontlenen op grond waarvan de bewijslast geheel of ten dele op de werkgever wordt gelegd. Algemene beginselen van onrechtmatige daad en contractenrechtrecht als risicoaansprakelijkheid boden inmiddels verdergaande bescherming dan art. 1638x (oud) BW. Deze omstandigheid en de ontwikkelingen van de maatschappelijke opvattingen gaven de Hoge Raad in 1987 aanleiding om de werkgeversaansprakelijkheid ex art. 1638x oud BW nader in te vullen. 15 Met dit arrest werd het beroep van de werkgever op de eigen schuld van de werknemer voor het ontstaan van het arbeidsongeval tot een minimum ingeperkt. Ook bij ernstige schuld (ic. 40%) aan de kant van de werknemer zou de werkgever voortaan volledig schadeplichtig zijn: 3.2. ( ) Met deze ontwikkeling zoals deze o.m. tot uiting komt in art lid 3 NBW strookt niet dat, indien de werkgever jegens zijn werknemer wanprestatie heeft gepleegd doordat hij zijn in art. 1638x bedoelde, hem met het oog op de veiligheid van zijn werknemers opgelegde verplichtingen niet is nagekomen, niettemin de schade niet volledig te zijnen laste zou komen op de grond dat ook de werknemer schuld treft, zonder dat evenwel de in het tweede lid van dat artikel bedoelde grove schuld is bewezen. 12 G.W. van der Voet, J.H. Even en E. van Vliet, Arbeidsrechtelijke themata, Boom Juridisch: 2017, p HR 25 juni 1982, ECLI:NL:PHR:1982:AG4420, m.nt. P.A. Stein 14 Kamerstukken II 1993/94, , nr. 3, p HR 9 januari 1987, ECLI:NL:PHR:1987:AG5504, m.nt. P.A. Stein (Beijzelde loopkat). 7

8 In rechtspraak uit de jaren 80 en 90 waarin werkgeversaansprakelijkheid ter discussie stond, is duidelijk een actieve en rechtsvormende houding van de Hoge Raad te zien. Uiteindelijk zijn de verdeling van de bewijslast en (on)mogelijkheid van het eigen schuld verweer van werkgever in 1997 de aanleiding geweest voor de vervanging van art. 1638x (oud) BW voor het huidige art. 7:658 BW Art. 7:658 BW Met de invoering van art. 7:658 BW heeft de wetgever de ruime interpretaties van de Hoge Raad van art. 1638x (oud) BW gecodificeerd. Daarnaast heeft de wetgever aanleiding gezien om de redactie verder aan te scherpen. 17 Ten aanzien van de zorgplicht van de werkgever heeft de wetgever geen materiele wijziging beoogd De zorgplicht van de werkgever Tot de zorgplicht van de werkgever behoort i) de inrichting van de lokalen, ii) het onderhoud van de gereedschappen, en iii) dient hij instructies te geven voor veilig werken. De zorgplicht omvat voorts in ieder geval de verplichtingen die de werkgever heeft uit hoofde van de Arbeidsomstandighedenwet en andere publiekrechtelijke regelingen ter zake van arbeidsomstandigheden. 19 De zorgplicht van de werkgever beoogt geen absolute waarborg te scheppen maar enkel de werknemer te beschermen zover redelijkerwijs in verband met de aard van de arbeid gevorderd kan worden. 20 Welke maatregelen in dit kader van de werkgever gevergd kunnen worden, hangt af van de omstandigheden van het geval en dient te worden beoordeeld aan de hand van de Kelderluikcriteria; a) de waarschijnlijkheid van niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid, b) de grootte van de kans dat daaruit ongevallen ontstaan, c) de ernst die de gevolgen daarvan kunnen hebben en d) de bezwaarlijkheid van de te nemen veiligheidsmaatregelen. 21 Voor de beoordeling van de Kelderluikcriteria in het kader van een arbeidsongeval is voorts van belang: 16 De wet van 10 januari 1997, Stb. 1997, Schade aan lijf, eerbaarheid of goed werd vervangen voor het meer algemene schade en grove schuld werd vervangen voor opzet of bewuste roekeloosheid. 18 Kamerstukken II 1993/94, , nr. 3, p E. Verhulp. M.S.A Vegter, T&C BW, Commentaar op artikel 658, aant Vgl. art x BW en zie onder meer HR 4 oktober 2002, NJ 2004, 175, (Laudy/Fair Play), HR 11 november 2005, JAR 2005/287 (Bayar/Wijnen). 21 HR 11 november 2005, JAR 2005/287 (Bayar/Wijnen) en vgl. HR 5 november 1965, NJ 1966, 136 m.nt. Scholten (Kelderluik); J.P. Quist, ArA 2010/1, p. 3. 8

9 ( ) de ervaringsregel, dat het dagelijks verkeren in een bepaalde werksituatie tot een vermindering van de ter voorkoming van ongelukken raadzame voorzichtigheid leidt De werkomgeving en het zeggenschapscriterium In 1999 wees de Hoge Raad het arrest Reclassering/S. Het betrof een macaber geval waarbij een reclasseringsambtenaar mishandeld is buiten werktijd door een cliënt. Door de mishandeling is de ambtenaar volledig arbeidsongeschikt geraakt. Hij vorderde schadevergoeding op grond van art. 1638x (oud)/7:658 BW en stelde dat de werkgever te kort was geschoten in zijn zorgplicht. De tekortkoming was volgens hem gelegen in het feit dat de werkgever vantevoren bekend was met het verwezenlijkte risico, maar desondanks had nagelaten maatregelen te treffen om zijn werknemer ook in zijn privéleven te beschermen. In eerste aanleg werd de vordering toegewezen. De Hoge Raad casseerde de uitspraak en introduceerde het zeggenschapscriterium : 3.3. ( ) De in art. 7A:1638x neergelegde verplichting van de werkgever de werkzaamheden zodanig te organiseren dat de werknemer is beschermd tegen aan zijn arbeid verbonden veiligheidsrisico s vloeit niet slechts voort uit de sociaal-economische positie van de werkgever ten opzichte van zijn werknemer, maar houdt ook nauw verband met zijn zeggenschap over de werkplek en zijn bevoegdheid de werknemer aanwijzingen te geven ter zake van de (wijze van) uitoefening van diens werkzaamheden. In de regel ontbreken deze zeggenschap en bevoegdheid als het gaat om de privé-situatie van de werknemer. Dit zeggenschapscriterium leert dat de zorgplicht zich uitstrekt tot over de werkomgeving. De gedachte achter de verhoogde aansprakelijkheid van art. 7:658 BW is gelegen in het feit dat de werkgever zeggenschap heeft over op welke arbeidsplaats, onder welke omstandigheden met welke hulpmiddelen de werknemer heeft te werken. 23 Deze zeggenschap, samen met de sociaaleconomische positie van de werkgever, maakt dat de lat om te voldoen aan de zorgplicht voor de werkgever 22 HR 19 november 2001, ECLI:NL:PHR:2001:ZC3689 (PTT Post/Baas). 23 E. Verhulp. T&C Arbeidsrecht, art. 6:758 BW, aant. 2b. 9

10 hoog ligt. Te wijzen valt op de zaak waarin een werknemer van PTT Post tijdens zijn werkzaamheden ernstig verongelukte. 24 Op het moment dat de bezorger de achterklep van de in de berm geparkeerde auto opende, waaide een poststuk de weg op. In een reflex deed hij een poging om de brief uit de lucht te pakken, waarna hij werd aangereden door een tegemoetkomende auto. PTT post werkte ten tijde van het ongeval zonder (schriftelijke) veiligheidsinstructies. In hoger beroep wees de rechtbank de vordering tot schadevergoeding ex. art. 7:658 BW toe. De kern van geschil in cassatie was of de rechtbank ten onrechte de stelling van PTT Post, dat geen enkel veiligheidsvoorschrift het ongeval had kunnen voorkomen, niet in haar oordeel had betrokken. De Hoge Raad oordeelde dat de vraag of instructies van de werkgever het ongeval hadden kunnen voorkomen, niet relevant is. De zorgplicht is geen resultaatsverplichting. Zodoende had rechtbank terecht geoordeeld dat de werkgever de instructies op schrift moeten stellen en moeten toezien op enige vorm van naleving. Nu dit niet het geval was geweest, leidde dit tot verwijtbaar handelen ten aanzien het verkeersongeval van de werknemer Schade in uitoefening van de werkzaamheden In het tweede lid van art. 7:658 BW zijn de rechtsregels van de Hoge Raad omtrent bewijslast en eigen schuld van de werknemer opgenomen en verder uitgebreid. Op grond van het tweede lid is de werkgever jegens de werknemer aansprakelijk voor de schade die de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt, tenzij hij aantoont dat hij de in lid 1 genoemde verplichtingen is nagekomen of dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. Ondanks dat de zeggenschap van de werkgever ver reikt, geldt al sinds 1907 dat als een werknemer zijn werkgever aansprakelijk wil stellen op grond van art. 1638x (oud)/7:658 BW, de schade moet zijn geleden in uitoefening van zijn werkzaamheden. Illustratief is de zaak Quant/Stichting Volkshogeschool Bergen waar de werkneemster haar enkel brak op een glad fietspad dat enkel bestemd is om het terrein van haar werkgever te bereiken. 25 De stichting had de taak op zich genomen het fietspad bladvrij te houden. De werkneemster betoogde dat de werkgever zeggenschap had over de locatie en een instructiebevoegdheid ter voorkoming van 24 HR 19 november 2001, ECLI:NL:PHR:2001:ZC3689 (PTT Post/Baas). 25 HR 16 november 2001, JAR 2001/260 (Quant/Stichting Volkshogeschool Bergen). 10

11 haar uitglijden op het pad. De Hoge Raad volgde de redenering van de rechtbank en kwam tot de slotsom dat een beroep art. 7:658 BW uitgesloten is, nu het ongeluk niet plaats had gevonden in de uitoefening van haar werkzaamheden: 5.4. Vast staat dat Quant is gevallen op weg naar haar werk, op de openbare weg. Woonwerkverkeer behoort, behoudens uitzondering, niet tot de verrichtingen in dienstverband. Het ongeval vond derhalve plaats buiten het werkmilieu en niet in de uitoefening van werkzaamheden. Zelfs een ruime uitleg van beide vereisten werkmilieu en werkverband, kan niet tot een andere conclusie leiden. De Stichting is daarom als werkgever niet aansprakelijk voor het ongeval dat Quant op haar woon-werktraject is overkomen. In datzelfde jaar oordeelde de Hoge Raad in het arrest Vonk/Van der Hoeven over een ongeval waar de werkzaamheden wél zich op te openbare weg afspeelde, namelijk tijdens het werk-werkverkeer. 26 De zaak zag op een ongeval waarbij twee ingeleende en twee eigen werknemers met een busje van de materiële werkgever per toerbeurt terug naar huis reden van hun werkzaamheden. In tegenstelling tot de andere drie collega s kon de bestuurder zijn schade (ernstig rugletsel) niet verhalen op de WAM-verzekering van het voertuig. De bestuurder stelde de werkgever primair aansprakelijk op art. 1638x (oud) resp. 7:658 BW en subsidiair op grond van art. 7:611 BW. Volgens de bestuurder vloeide uit de eisen van redelijkheid en billijkheid voort dat de werkgever zijn schade diende te dragen. De kantonrechter wees de vordering toe. Ook in hoger beroep oordeelde de rechtbank in lijn met het betoog van bestuurder. De rechtbank achtte het onaanvaardbaar dat de omstandigheid dat Vonk toevallig de bestuurder was, er in zou resulteren dat hij als enige inzittende geen recht op schadevergoeding zou hebben. Het cassatiemiddel was gelegen in de klacht dat het onverenigbaar is met art. 1638x (oud) resp. 7:658 BW dat de werkgever aansprakelijk zou zijn op grond van goed werkgeverschap, óók indien hij niet te kort is geschoten in de nakoming van zijn zorgplicht. Een opvatting die overeenkomt met de wetsgeschiedenis van art. 1638x (oud) BW: 27 Wat des werkgevers aansprakelijkheid betreft, moge de aandacht er op gevestigd worden, dat van geene gehoudenheid tot eenige schadevergoeding hoegenaamd 26 HR 12 januari 2001, NJ 2001/253 (Vonk/Van der Hoeven). 27 Kamerstukken I 1906/07, 35, p. 380 en later bevestigd in HR 17 november 1989, NJ 1990, 572 (De Kok/Jansen s Schoonmaakbedrijf). 11

12 sprake kan zijn, zoo niet de werkgever het eerste lid overtreden heeft, m. a. w. zoo hij niet heeft verzuimd bij een moedwillig nalaten zal vermoedelijk niemand bezwaar hebben tegen de meest gestreng doorgevoerde verantwoordelijkheid zyne lokalen, werktuigen en gereedschappen op zoodanige wijze in te richten, dat de arbeider tegen gevaren.zoover beschermd is, als redelijkerwijze in verband met den aard van den arbeid gevorderd kan worden." De Hoge Raad overwoog anders: ( ) de klacht faalt omdat een werkgever onder omstandigheden jegens zijn werknemer aansprakelijk kan zijn voor diens schade, ook al is aan de vereisten van art. 7A:1638x (oud) BW respectievelijk art. 7:658 niet voldaan (HR 16 oktober 1992, NJ 1993, 264 en HR 22 januari 1999, NJ 1999, 534). (...) De Rechtbank heeft verwezen naar voormeld arrest van de Hoge Raad van 16 oktober 1992, waarin werd beslist dat de werkgever in beginsel aansprakelijk is voor schade aan de door de werknemer in het kader van de dienstbetrekking gebruikte eigen auto, en heeft vervolgens bij wijze van analogie, gelet op de omstandigheden waaronder de onderhavige schade is ingetreden, werkgever aansprakelijk geacht voor de niet door een verzekering gedekte, door werknemer ten gevolge van het ongeval geleden schade. ( ) Dit oordeel van de rechtbank geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting. De Hoge Raad vond kortgezegd het van belang dat de werknemer uit hoofde van zijn arbeidsoverkomst verplicht was in een (eigen) auto te rijden en zodoende ernstige risico s liep voor zowel zaak- als letselschade. Niet alleen door eventuele fouten van derden, maar ook door het ervaringsfeit dat het dagelijks deelnemen aan het verkeer met een auto het aannemelijk maakte dat de bestuurder niet ten alle tijden alle voorzichtigheid in acht neemt die ter voorkoming van ongevallen geraden is. Het arrest van 16 oktober 1992 waar de rechtbank naar verwees is het Bruinsma Tapijt/Schuitmaker-arrest. 28 In dat arrest oordeelde de Hoge Raad op grond van de aanvullende werking van de eisen van redelijkheid en billijkheid ex. art. 6:248 BW dat de werkgever aansprakelijk was ondanks dat hij voldaan had aan zijn zorgplicht: 28 HR, 16 oktober 1992, NJ 1993, 264, (Bruinsma Tapijt/Schuitmaker). 12

13 "3.3 ( ) Voor de beoordeling van een dergelijk geval moet mede worden acht geslagen op het stelsel van het arbeidsrecht, zoals dit sinds 1 jan uitdrukking heeft gevonden in de art. 6:170 lid 3 en 7A:1639da BW en dat, mede blijkens de hiervoor geciteerde passage uit voormeld arrest, ook voor die datum reeds meebracht dat, zo de werknemer ten tijde van het ongeval niet zijn eigen zaak gebruikte (hier: zijn auto), maar die van zijn werkgever of van een derde, zoals een huurverkoper, die zijn werkgever voor de door het ongeval veroorzaakte schade aanspreekt, de werkgever de door de schuld van de werknemer aan de zaak toegebrachte schade in beginsel zelf zal hebben te dragen en deze niet op de werknemer zal kunnen verhalen, behoudens het in dit geding in de feitelijke instanties niet aan de orde gestelde geval dat sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid van die werknemer. Met dit stelsel strookt en in verband daarmee vloeit naar de aard van de arbeidsovereenkomst uit de eisen van redelijkheid en billijkheid, bedoeld in art. 6:248 lid 1, voort dat de werkgever ook in geval de auto ten tijde van het ongeval aan de werknemer zelf toebehoorde, in beginsel de daaraan ontstane schade heeft te dragen, behoudens het geval dat deze is ontstaan door opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer." Daar de Hoge Raad in het arrest Bruinsma Tapijt/Schuitmaker oordeelde dat de werkgever aansprakelijk was terwijl hij voldaan had aan zijn zorgplicht ex 7:658 BW, kwam de Hoge Raad zeven jaar later in het arrest Reclassering/S tot de conclusie dat er maar (zeer) geringe ruimte resteerde om buiten 7:658 BW de werkgever aansprakelijk te kunnen stellen op grond van goed werkgeverschap. 29 Desondanks overwoog de Hoge Raad in het arrest Vonk/Van der Hoeven in lijn met zijn het arrest Bruinsma Tapijt/Schuitmaker en werd daarmee de basis gelegd voor wat later zou worden gekwalificeerd als een verzekeringsplicht ex art. 7:611 BW. 1.3 Uitbreiding van de werkgeversaansprakelijkheid ex art. 7:611 BW Met de invoering van art. 7:611 BW in 1997 heeft de wetgever art. 1638z en 1639d (oud) BW, respectievelijk de verplichting zich als goed werkgever en goed werknemer te gedragen, ondergebracht in één bepaling. 30 Het artikel is een lex specialis van art. 6:2 en 6:248 BW, wat betekent dat de arbeidsrechtelijke relatie tussen werkgever en werknemer mede wordt beheerst door de eisen van redelijkheid 29 HR 22 januari 1999, NJ 1999, 534 (Reclassering/S). 30 Kamerstukken II 1993/94, 23438, nr. 3, p

14 en billijkheid. 31 Art. 3:12 BW leert dat deze eisen mede afhankelijk zijn van algemeen erkende rechtsbeginselen, de in Nederland levende overtuigingen en de maatschappelijke en persoonlijke belangen. Tijdens de parlementaire behandeling kwam de vraag aan de orde of een speciale vermelding naast voornoemde artikelen wel juridisch noodzakelijk was. 32 De wetgever achtte een speciale vermelding zeker waardevol, nu de bepaling zoals ook bij de totstandkoming daarvan bedoeld is met name ziet op voor het arbeidsrecht relevante verhoudingen en ontwikkelingen. Vooral het goed werkgeverschap uit art. 1638z BW had in de loop der jaren de mogelijkheid geboden om rekening te houden met de ontwikkelende maatschappelijke opvattingen. 33 Het lijkt dan ook begrijpelijk daar waar de grenzen van art. 7:658 BW door de Hoge Raad werden bereikt, het rechtscheppende karakter van art. 7:611 BW van grote invloed bleek te zijn voor de ontwikkeling van de verkeersongevallenjurisprudentie. Uitgangspunt daarbij blijft dat zover sprake is van uitoefening van werkzaamheden in de zin van 7:658 lid 2 BW, maar geen tekortkoming van de werkgever in de zorgplicht van 7:658 lid 1 BW, er ook geen mogelijkheden op grond van art. 7:611 BW zijn. 34 In het arrest De Rooyse Wissel heeft de Hoge Raad dit nog eens bevestigd De verzekeringsplicht ex art. 7:611 BW Door het arrest Vonk/Van der Hoeven is een vergoedingsplicht bij letselschade van de werknemer in het werk-werktraject in het leven geroepen. Sindsdien liet het antwoord op de vraag óf en onder wélke omstandigheden deze plicht ook geldt in andere verkeerssituaties, niet lang op zich wachten. In het arrest De Bont/Oudenallen veroorzaakte werknemer De Bont een aanrijding onderweg naar zijn werk waarbij hij en zijn drie meerijdende collega s allen letselschade opliepen. Ook hier weigerde de WAM-verzekeraar de schade van de bestuurder te dekken. De Hoge Raad besloot dat dit geval op één lijn te stellen was met vervoer dat plaatsvindt krachtens de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst. Hierdoor diende de werkgever de niet door verzekering gedekte schade te dragen uit hoofde van goedwerkgeverschap ex. 31 Idem. en tevens bevestigd in HR 8 april 1994, NJ 1994/704, JAR 1994/ Kamerstukken II 1993/94, 23438, nr. 3, p Kamerstukken II 1993/94, 23438, nr. 3, p. 15 onder verwijzing van G.J.J. Heerma van Voss, Goed werkgeverschap als bron van vernieuwing van het Arbeidsrecht, Deventer: Kluwer HR 17 november 1989, NJ 1990, 572 (De Kok/Jansen s Schoonmaakbedrijf). 35 HR 11 november 2011, NJ 2011, 598 (De Rooyse Wissel). 14

15 7:611 BW. Het resultaat is dat gewoon woon-werkverkeer nog voor risico van de werknemer komt maar in geval van bijzonder woon-werkverkeer en werkwerkverkeer niet. In de literatuur werd de verkeersongevallenjurisprudentie kritisch ontvangen. 36 Niet alleen het onderscheid tussen woon-werkverkeer en werk-werkverkeer, maar voornamelijk het onderscheid tussen verkeersongevallen met arbeidsongevallen werd problematisch gevonden. Het laatste zou een inbreuk zijn op het uitgangspunt van art. 7:658 BW dat een werkgever enkel aansprakelijk kan zijn als hem een verwijt kan worden gemaakt. Opmerkelijk is dat de Hoge Raad destijds voorbij lijkt te zijn gegaan aan het ingetrokken wetsvoorstel inzake risicoaansprakelijkheid van de werkgever voor verkeersongevallen tijdens werktijd. 37 In ieder geval lijkt het er op dat de Hoge Raad destijds desondanks al een risicoaansprakelijkheid in het leven te hebben geroepen. 38 De Hoge Raad wees in 2008 een aantal belangrijke arresten terzake werkgevers(risico)aansprakelijkheid. Dit zijn de arresten Maasman/Akzo 39, Kooiker/Taxi Centrale 40 en Maatzorg de Werven/Van der Graaf 41. Met de eerste twee arresten ook wel bekend als de februari-arresten werd duidelijkheid verschaft over de reeds ingezette koers met verkeersaansprakelijkheid, voor werknemers die tijdens hun werkzaamheden gebruik maakte van gemotoriseerde voertuigen. Met het derde arrest werd ook de rechtspositie van de fietser en de voetganger in deze context geplaatst. In Kooiker/Taxi Centrale reed taxichauffeur Kooiker in de uitoefening van zijn werkzaamheden op een trein en raakte daardoor arbeidsongeschikt. Hij vorderde op grond van (onder meer) art. 7:611 BW vergoeding van de schade die nog resteerde na uitbetaling van de verzekeraar. Het cassatiemiddel zag in de kern op de vraag of uit 36 T. Hartlief, Vonk/Van der Hoeven, Het eind van art. 7:658 BW en een terugkeer naar de Ongevallenwet, AV&S 2023/1 p.12-13; AR Houweling, Het verzekeringsaspect bij werkgeversaansprakelijkheid voor verkeersongevallen, SMA 2007/7-8, p Kamerstukken II 1997/98, , nr. 3 p A.R. Houweling (red.), G.W. van der Voet, J.H. Even & E. van Vliet, Loonstra & Zondag. Arbeidsrechtelijke themata, Den Haag: Boom 2015, p HR 1 februari 2008, NJ 2009/330 (Maasman/Akzo). 40 HR 1 februari 2008, NJ 2009/331 (Kooiker/Taxi Centrale). 41 HR 12 december 2008, NJ 2009/332 (Maatzorg). 15

16 eerdere jurisprudentie van de Hoge Raad 42 een risicoaansprakelijkheid ex art. 7:611 BW voor de werkgever viel af te leiden voor verkeersongevallen van de werknemer tijdens zijn werkzaamheden. De Hoge Raad overwoog dat de eerdere rechtsoverwegingen inzake de uitwerking van de eisen van de redelijkheid en billijkheid aldus moeten worden uitgelegd dat op de werkgever de verplichting rust een behoorlijke verzekering af te sluiten voor het verkeersrisico van de werknemer. Bij het nalaten van deze verplichting dient de werkgever de door de verzekering niet gedekt schade in beginsel te dragen: De aan het gemotoriseerde verkeer verbonden, door velen met grote regelmaat gelopen, risico's van ongevallen hebben mettertijd geleid tot een goede verzekerbaarheid van deze risico's tegen betaalbare premies. In het licht hiervan moet, in het verlengde van hetgeen is overwogen in de arresten van 2001 en 2002, worden geoordeeld dat de werkgever uit hoofde van zijn verplichting zich als een goed werkgever te gedragen, gehouden is zorg te dragen voor een behoorlijke verzekering van werknemers wier werkzaamheden ertoe kunnen leiden dat zij als bestuurder van een motorvoertuig betrokken raken bij een verkeersongeval. De omvang van deze verplichting zal van geval tot geval nader vastgesteld moeten worden met inachtneming van alle omstandigheden, waarbij in het bijzonder betekenis toekomt aan de in de betrokken tijd bestaande verzekeringsmogelijkheden waarbij mede van belang is of verzekering kan worden verkregen tegen een premie waarvan betaling in redelijkheid van de werkgever kan worden gevergd en de heersende maatschappelijke opvattingen omtrent de vraag voor welke schade (zowel naar aard als naar omvang) een behoorlijke verzekering dekking dient te verlenen. De verzekering behoeft in elk geval geen dekking te verlenen voor schade die het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. In het arrest Maasman/Akzo was sprake van een werknemer, de heer Maasman, die promotiewerkzaamheden verrichtte voor Akzo Nobel. In 1996 hield hij onder andere presentaties om Duitse chemiebedrijven mee te krijgen. Hij reed in zijn eigen auto richting Leverkussen toen hij betrokken raakte bij een auto-ongeval, waarbij hij een whiplashtrauma opliep. De schade werd maar ten dele door de verzekeraar vergoed vanwege het feit hij geen autogordel droeg ten tijde van het ongeval. Zowel de kantonrechter als het gerechtshof oordeelde dat uit art. 6:248/7:611 BW volgde dat de 42 HR12 januari 2001, NJ 2001/253. (Vonk/Van der Hoeven). 16

17 werkgever de niet-gedekte schade in beginsel diende te dragen, behoudens opzet of bewuste roekeloosheid. Het niet dragen van de autogordel leverde naar hun oordeel bewuste roekeloosheid op waardoor Akzo niet aansprakelijkheid kon worden gehouden. De Hoge Raad casseerde de uitspraak met een identieke rechtsoverweging als in Kooiker/Taxi Centrale. Wel oordeelde de Hoge Raad dat bij het gebruik van een eigen auto, ook aan de zorgplicht kan worden voldaan door de werknemer financieel in staat te stellen zelf een verzekering af te sluiten, mits in hun onderlinge verhouding voldoende duidelijkheid wordt verschaft. Zodra de werkgever tekortgeschoten is in voornoemde verplichting zorg te dragen voor de behoorlijke verzekering, is hij jegens de werknemer aansprakelijk voor de schade gelijk aan het bedrag dat de verzekeraar zou hebben uitgekeerd. Tot slot leverde het bewust niet dragen van een gordel, niet bewuste roekeloosheid op als bedoeld in art. 7:658 lid 2 BW. Voor bewuste roekeloosheid moet sprake zijn van een zodanig gevaarlijke gedraging dat de werknemer onmiddellijk voorafgaand aan het ongeval ook daadwerkelijk besefte dat hij zich in verband met de aanmerkelijke kans op verwezenlijking van zijn opgelopen letsel, zich van de gedraging had behoren te onthouden. 43 Naar aanleiding van de hiervoor besproken februari-arresten rees al snel de vraag of de rechtsregels ook van toepassing zijn in geval van niet-gemotoriseerde werkgerelateerde verkeersongevallen. 44 Dat is precies wat aan de orde werd gesteld in het arrest Maatzorg de Werven/Van der Graaf. 45 Verzorgingshulp Van der Graaf was verantwoordelijk voor huis-aan-huis hulpverlening bij Stichting Maatzorg en werkte zodoende bij mensen thuis. De reistijd tussen de thuiszorgadressen was op basis van haar arbeidsovereenkomst onderdeel van haar werkzaamheden en werd dus ook vergoed. Op een zeker moment kwam zij tijdens haar werk al fietsend op de openbare weg door gladheid ten val. Haar eenzijdige verkeersongeval kwam Van Der Graaf met een dubbele botbreuk duur te staan, temeer nu zij niet verzekerd was voor deze schade. In de procedure stelde ze haar werkgever aansprakelijk en verzocht 43 HR 1 februari 2008, NJ 2009/330 (Maasman/Akzo). 44 A.R. Houweling, Verzekeringsplicht ook bij niet-gemotoriseerde werkgerelateerde verkeersongevallen?, TAP 2008/1, p HR 12 december 2008, NJ 2009/332 (Maatzorg). 17

18 veroordeling tot vergoeding van de schade op grond van primair art. 7:658 BW en subsidiair 6:248/7:611 BW. Naar het oordeel van de kantonrechter had de Stichting Maatzorg haar zorgplicht ex art. 7:658 BW niet geschonden, nu zij voldoende instructies had gegeven door haar werknemers te voorzien van een protocol genaamd handreiking zorgverlening tijdens slechte weersomstandigheden. 46 In dit protocol uit 1994 stond dat het werknemers was toegestaan bij extreem slechte weercondities de taxi te nemen of - in het uiterste geval - de zorgdienst te annuleren. Ten aanzien van de subsidiaire grond kwam de kantonrechter tot het oordeel dat de Stichting Maatzorg als goedwerkgever zorg had moeten dragen voor een adequate verzekering. Dat Van der Graaf een niet-gemotoriseerde verkeersdeelnemer was, deed daar niet af. Nu de Stichting Maatzorg wel was verzekerd, maar de verzekeraar deze specifieke schade niet dekte, was zij aansprakelijk voor de vergoeding van de schade die een behoorlijke verzekering zou hebben betaald. Het verweer van de Stichting Maatzorg (enkel) dat zij had gewezen op de mogelijkheid van het afsluiten van een ongevallenverzekering was tenslotte onvoldoende om haar de aansprakelijkheid te ontnemen. 47 In hoger beroep voerde de Stichting Maatzorg aan dat art. 7:658 BW een lex specialis is ten opzichte van art. 7:611 BW. 48 Nu de kantonrechter had geoordeeld art. 7:658 BW niet van toepassing was, kon de Stichting Maatzorg onmogelijk aansprakelijkheid zijn uit hoofde van goed werkgeverschap. Het gerechtshof kwam tot de conclusie dat art. 7:658 BW in casus geen toepassing vond nu de stichting Maatzorg geen zeggenschap had over het fietsen op de openbare weg. Dat dit tijdens de werkzaamheden was gebeurd, maakt dat niet anders. Wel achtte het gerechtshof de werkgever aansprakelijk omdat zij geen adequate instructies had gegeven ter voorkoming van de risico s verbonden aan deelname aan het verkeer. Temeer nu een aanzienlijk deel van de werktijd op de openbare weg werd besteed. Het hof bekrachtigde dus de eerdere uitspraak, maar op andere gronden. Beide partijen gingen in cassatie. Van Der Graaf stelde zich op het standpunt dat art. 7:658 BW ten onrechte buiten toepassing was gelaten. De Stichting Maatzorg 46 Ktr. Delft 16 juni 2005, JAR 2005/ Vgl. HR 1 februari 2008, NJ 2009/330 (Maasman/Akzo) en HR 18 maart 2005, JAR 2005/100 (KLM/De Kuijer). 48 Hof Den Haag 12 januari 2007, JAR 2007/68. 18

19 hield vast aan het standpunt dat toepassing van art. 7:611 BW in het onderhavige geval niet mogelijk was. 49 De Hoge Raad begon zijn overwegingen met een aantal belangrijke opmerkingen over art. 7:658 BW: In verband met de omvang van de zorgplicht van de werkgever, en meer in het bijzonder ten aanzien van de vraag wat in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs op dit punt van hem gevergd moet worden, in bepaalde gevallen betekenis [pleegt]te worden toegekend aan de plaats waar de werknemer de werkzaamheden heeft uitgeoefend waarbij deze als gevolg van een arbeidsongeval schade heeft geleden. De in artikel 7:658 lid 1 bedoelde zorgplicht van de werkgever geldt in de eerste plaats ten aanzien van de werkzaamheden die worden verricht op de in artikel 1 lid 3, aanhef en onder g, Arbeidsomstandighedenwet ruim omschreven arbeidsplaats, dat wil zeggen iedere plaats die in verband met het verrichten van arbeid wordt of pleegt te worden gebruikt. De zorgplicht van de werkgever houdt immers nauw verband met zijn zeggenschap over de werkplek en zijn bevoegdheid zijn werknemer aanwijzingen te geven ter zake van de (wijze van) uitoefening van diens werkzaamheden (HR 22 januari 1999, nr. C97/179, NJ 1999, 534; HR 9 augustus 2002, nr. C00/234, NJ 2004, 235; HR 30 november 2007, nr. C06/171, RvdW 2007, 1030). Maar ook indien de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden op plaatsen komt die (bijvoorbeeld omdat de werkgever ter plaatse geen enkele zeggenschap heeft ten aanzien van de gesteldheid, de inrichting, het gebruik door anderen en de veiligheid) niet als arbeidsplaats in de hiervoor genoemde zin kunnen worden aangemerkt, zoals de openbare weg in het geval (als het onderhavige) van deelneming aan het verkeer, kan de zorgplicht van artikel 7:658 BW meebrengen dat de werkgever ten aanzien van de uitoefening aldaar van de werkzaamheden maatregelen treft en aanwijzingen geeft om zoveel mogelijk te voorkomen dat de werknemer schade lijdt, zoals het geval was in HR 19 oktober 2001, NJ 2001, 663 (PTT Post/Baas). De Hoge Raad vervolgde door op te merken dat in gevallen als onderhavige, waarin een werknemer deelneemt aan het verkeer op de openbare weg, de zorgplicht maar van beperkte betekenis kan zijn. De veiligheid van de openbare weg is tenslotte afhankelijk van een groot aantal andere factoren die buiten de zeggenschapssfeer van de werkgever liggen. Wat wel binnen de invloed van werkgever ligt, zijn zaken als 49 Hetgeen wat in eerste aanleg en hoger beroep is overwogen laat ik hier buiten beschouwing. Dat komt in het hoofdstuk hierna aan de orde. 19

20 het ter beschikking stellen van een veilig vervoersmiddel en het geven van veiligheidsinstructies hoe deel te nemen aan het verkeer. Voordat de Hoge Raad over ging tot beantwoording van de vraag of de verzekeringsplicht enkel van toepassing is bij gemotoriseerde verkeersongevallen, boog hij zich over een minstens even interessante vraag: namelijk wat de verhouding tussen art. 7:658 en 7:611 BW is. De Hoge Raad overwoog als volgt Gelet op enerzijds de bijzondere gevaren die aan deelneming aan het wegverkeer zijn verbonden en anderzijds de zojuist genoemde omstandigheid dat de werkgever slechts beperkte mogelijkheden en een navenant beperkte zorgplicht heeft om maatregelen te treffen en aanwijzingen te geven teneinde die gevaren te verminderen, met als gevolg dat de werknemer die in de uitoefening van zijn werkzaamheden door een verkeersongeval op de openbare weg schade lijdt, veelal geen baat heeft bij de bescherming die art. 7:658 hem biedt, is de vraag gerezen of er voor de werkgever, naast zijn uit art. 7:658 lid 1 voortvloeiende zorgplicht, een aanvullende verplichting bestaat om voorzieningen te treffen teneinde de werknemer voor dergelijke schade, geheel of gedeeltelijk schadeloos te stellen, bijvoorbeeld door uitkering onder een door de werkgever af te sluiten behoorlijke verzekering ten behoeve van de werknemer. Onder verwijzing van de reeds hiervoor besproken jurisprudentie kwam de Hoge Raad tot de conclusie dat deze vraag bevestigend dient te worden beantwoord. Bijzondere betekenis diende nog te worden gegeven aan de in de betrokken tijd bestaande verzekeringsmogelijkheden en of betaling van een bijpassende premie redelijkerwijs van de werkgever gevergd kon worden. Nu de bijzondere risico s voor zowel fietsers als voetgangers destijds al goed verzekerbaar waren tegen betaalbare premies, was er geen rechtvaardiging te vinden om ook voor hen geen verzekeringsplicht te aanvaarden. Dit geldt evengoed voor eenzijdige fietsongevallen, aldus de Hoge Raad. Dat de verzekeringsplicht niét geldt ten aanzien van eenzijdige voetgangers-ongevallen, zoals het uitglijden over bevroren sneeuw tijdens het bezorgen van de post, werd drie jaar later nog eens nadrukkelijk bevestigd. 50 Volgens de Hoge Raad bestaan er goede argumenten om werknemers een verdergaande, algemene bescherming tijdens hun werkzaamheden te bieden dan dat art. 7:658 BW 50 HR 11 november 2011, JAR 2011/316 n.nt. Vegter (TNT Post/Wijenberg). 20

21 thans biedt, maar ligt het op de weg van de wetgever hierin te voorzien. De Hoge Raad sloot af met een de allesomvattend antwoord op de vraag: Wanneer geldt een verzekeringsplicht voor de werkgever voor het verkeersrisico van de werknemer? Bij de huidige stand van de wetgeving dient de in de rechtspraak aanvaarde en uit goed werkgeverschap voortvloeiende verzekeringsverplichting van de werkgever bij verkeersongevallen beperkt te blijven tot de eerder bepaalde, afgebakende categorieën van gevallen. Die gevallen zijn beperkt tot schade die werknemers als deelnemer aan het wegverkeer in de uitoefening van hun werkzaamheden lijden, indien zij (a) als bestuurder van een motorvoertuig betrokken raken bij een verkeersongeval, dan wel indien zij (b) als fietser of voetganger schade lijden als gevolg van een ongeval waarbij een of meer voertuigen zijn betrokken, of indien zij (c) als fietser schade lijden als gevolg van een eenzijdig fietsongeval. Is de werkgever tekortgeschoten in de nakoming van deze verzekeringsverplichting, dan is hij voor de daardoor veroorzaakte schade namelijk het missen van de uitkering die de werknemer op grond van een behoorlijke verzekering zou zijn toegekomen jegens de werknemer aansprakelijk Kritiek op de arresten Maasman/Akzo en Kooiker/Taxi Centrale De februari-arresten zijn in de literatuur veelvuldig bekritiseerd, 51 vooral vanuit rechtvormingsperspectief werd de vraag gesteld in hoeverre de Hoge Raad binnen zijn bevoegdheden gebleven is en niet op de stoel van de wetgever is gaan zitten. Zo vindt Hartlief niet alleen dat de Hoge Raad niet bevoegd was zelf een verzekeringsplicht in het leven te roepen, maar vindt even bezwaarlijk dat hij niet over controle en handhavingsmogelijkheden beschikt en enkel op uitnodiging van een individuele partij iets kan zeggen over de inhoud van die verplichting. Hiervoor is de Hoge Raad in feite afhankelijk van de overheid. Wat wellicht nog meer opmerkelijk is, is dat de verzekeringsplicht zich lastig laat rijmen met het ingetrokken wetsvoorstel inzake risicoaansprakelijkheid voor de 51 S.D. Lindenbergh, Arbeidsongevallen en beroepsziekten, Deventer: Kluwer 2009, p T. Hartlief, Rechtsvorming door de Hoge Raad: het dossier werkgeversaansprakelijkheid, AV&S 2009/29, A.R. Houweling, Wie a zegt, hoeft niet altijd b te zeggen: over het bereik van de verzekeringsplicht ex artikel 7:611 BW voor arbeidsongevallen, AR

22 werkgever voor verkeersongevallen tijdens werktijd. 52 De wetgever stond destijds expliciet stil bij de mogelijkheden naar het destijds geldende recht: Deze (nieuwe risico-) aansprakelijkheid moet mede worden gezien als een belangrijke aanvulling op de bescherming van de werknemer die tijdens dienstverband schade oploopt, nu artikel 7:658 BW niet van toepassing is op verkeersongevallen. 53 Ook zijn er kanttekeningen geplaatst bij het arbitraire karakter van de afbakening van de verzekeringsplicht. 54 Vergelijk verkeersituaties die nét iets verschillen van de erkende categorieën, of het arbeidsongeval waarbij de werkgever eveneens niets te verwijten valt maar omdat het ongeval wél op de arbeidsplaats plaatsvond, de werknemer met lege handen staat. Houweling voert in dit kader aan dat destijds verkeersongevallen ook absoluut niet tot de meest ernstige risico s op de werkvloer behoorde, met name van grote hoogte vallen en werken met machines scoorden hoog. 55 Deze risico s waren in 2017 nog steeds goed zijn voor 51% van alle beroepsongevallen. 56 De Hoge Raad heeft het arbitraire karakter van de verzekeringsplicht ook onderkend in het arrest De Rooyse Wissel. 57 De Hoge Raad oordeelde hier, op de zelfde dag als het TNT-arrest, 58 over een ongeval waarbij een TBS-patiënt zijn sociotherapeut in de kliniek volledig arbeidsongeschikt had geslagen. De therapeute sprak haar werkgever aan op grond van zowel art. 7:658 als 7:611 BW. De Hoge Raad overwoog dat nu de werkgever voldaan had aan zijn zorgplicht er geen aanspraak op goed werkgeverschap mogelijk was. De in het TNTarrest begrensde verzekeringsplicht diende enkel bij verkeersongevallen te gelden: ( ) Met art. 7:658 is niet beoogd een absolute waarborg te scheppen voor de bescherming van de werknemer tegen het gevaar van arbeidsongevallen, ook niet ten 52 Kamerstukken II 1997/98, , nr. 3, 53 Idem, p A. Krispijn, , de Hoge Raad en 7:611, Duidelijk maar onvermijdelijk arbitrair, TVP , B. Barentsen, Werkgeversaansprakelijkheid: het is niet goed of het deugt niet, TRA 2014/2. 55 A.R. Houweling, Wie a zegt, hoeft niet altijd b te zeggen: over het bereik van de verzekeringsplicht ex artikel 7:611 BW voor arbeidsongevallen, AR V.R. van Guldener, Leren van beroepsziekten? Een nieuw perspectief verkend, Verkenningsstudie Storybuilder voor Beroepsziekten, RIVM Rapport HR 11 november 2011, ECLI:NL:HR:2011:BR5223, m.nt. T. Hartlief (De Rooyse Wissel) 58 HR 11 november 2011, JAR 2011/316 n.nt. Vegter (TNT Post/Wijenberg). 22

23 aanzien van werknemers wier werkzaamheden bijzondere risico s van ongevallen meebrengen. Ingevolge art. 7:658 is de werkgever slechts aansprakelijk indien hij is tekortgeschoten in zijn zorgplicht schade te voorkomen. Met een en ander strookt niet om bij "structureel gevaarlijk werk" - nog daargelaten dat die categorie van werkzaamheden niet goed afgebakend kan worden - een aansprakelijkheid uit hoofde van goed werkgeverschap (art. 7:611) voor de schadelijke gevolgen van een arbeidsongeval aan te nemen indien de werkgever heeft aangetoond dat hij zijn uit art. 7:658 voortvloeiende verplichtingen is nagekomen. Daarmee zou immers een vorm van risicoaansprakelijkheid in het leven worden geroepen, die niet verenigbaar is met de wettelijke regeling. ( ) De in de rechtspraak van de Hoge Raad aanvaarde, op art. 7:611 BW gebaseerde verzekeringsverplichting van de werkgever dient beperkt te blijven tot de categorie van verkeersongevallen overkomen aan werknemers in de uitoefening van hun werkzaamheden als bestuurder van een motorvoertuig of als niet-gemotoriseerde deelnemer aan het verkeer. (Zie HR 11 november 2011, 10/04875, LJN BR5215, NJ 2011/597.) 5.4 ( ) Hoezeer ook elke afbakening tot op zekere hoogte een arbitrair karakter heeft, valt hierbij te bedenken dat het aan Hagens overkomen arbeidsongeval niet is voorgevallen op een plaats waar De Rooyse Wissel als werkgever slechts beperkte zeggenschap en invloed heeft, doch integendeel op de arbeidsplaats zelf. In die situatie zou aanvaarding van een uit goed werkgeverschap voortvloeiende verzekeringsverplichting van de werkgever het wettelijk stelsel van werkgeversaansprakelijkheid, dat is gebaseerd op (tekortschieten in) een zorgplicht schade te voorkomen, te vergaand aantasten. Bovendien zou zulks een grote mate van rechtsonzekerheid in het leven roepen, omdat geen duidelijke grens getrokken kan worden met (andere) arbeidsongevallen waarvoor geen verzekeringsverplichting van de werkgever zou gelden. 23

24 HOOFDSTUK 2 Een behoorlijke verzekering 2.1 Inleiding Zoals gezegd heeft Deliveroo onlangs aangekondigd ook de zzp er te verzekeren tegen schade bij een ongeval tijdens werktijd. De details van de dekking die de verzekering biedt, zijn nog niet bekend. Het NRC Handelsblad meldt 59 dat thans wel bekend is dat persoonlijk letsel is gedekt, waarbij inbegrepen het verlies van lichaamsdelen, zicht, spraak en gehoor. Ook tandartskosten zijn gedekt tot een bedrag van euro. Het inkomensverlies wordt tot 75 procent vergoed voor een tijdsbestek van maximaal dertig dagen. Tot slot valt ook aansprakelijkheid voor schade jegens derden tot een bedrag van 5 miljoen onder de dekking. De vraag is of de verzekering die Deliveroo aanbiedt, valt te kwalificeren als een behoorlijke verzekering Een behoorlijke verzekering De meningen lopen uiteen over wat er precies verstaan dient te worden onder een behoorlijke verzekering. 61 Volgens Houweling lijkt niemand over de kennis te beschikken om deze vraag adequaat te kunnen beantwoorden. 62 In elk geval is bekend dat de omvang van de verzekeringsplicht van geval tot geval moet worden bepaald, aan de hand van alle omstandigheden van het geval waarbij de bestaande verzekeringsmogelijkheden een grote rol spelen. 63 Daarbij is de hoogte van de te betalen premies van belang. Immers, de betaling daarvan moet redelijkerwijs van de werkgever kunnen worden gevergd. Daarnaast hebben we gezien dat aan de hand van de heersende maatschappelijke opvattingen bepaald dient te worden welke schade een behoorlijke verzekering dient te dekken. Het enkele feit dat een verzekering voldoet HR 1 februari 2008, NJ 2009/331 (Kooiker/Taxi Centrale). 61 W.H. van Boom, G.N van Kooten en P.L.M. Schneider, Compensatie van verkeersletsel van werknemers: wat is een behoorlijke verzekering?, ArA 2008/2, p A.R. Houweling, Werkgeversaansprakelijkheid in geval van werk gerelateerde verkeersongevallen, ArA 2009/1. p A.R. Houweling (red.), G.W. van der Voet, J.H. Even & E. van Vliet, Loonstra & Zondag, Arbeidsrechtelijke themata, Den Haag: Boom 2017, p HR 1 februari 2008, NJ 2009/331 (Kooiker/Taxi Centrale). 24

Datum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht

Datum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG sector privaatrecht Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus

Nadere informatie

NADERE INVULLING WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID VOOR VERKEERSONGEVALLEN VAN WERKNEMERS

NADERE INVULLING WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID VOOR VERKEERSONGEVALLEN VAN WERKNEMERS NADERE INVULLING WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID VOOR VERKEERSONGEVALLEN VAN WERKNEMERS De heeft in december 2008 wederom drie interessante arresten gewezen inzake werkgeversaansprakelijkheid voor verkeersletsel

Nadere informatie

Het effect van de Wnra op de schaderegeling. 7 november 2017 mr. J. (Jasper) W.F. Overtoom

Het effect van de Wnra op de schaderegeling. 7 november 2017 mr. J. (Jasper) W.F. Overtoom Het effect van de Wnra op de schaderegeling 7 november 2017 mr. J. (Jasper) W.F. Overtoom Programma Schade van de ambtenaar Rechtspositionele voorschriften Werkgeversaansprakelijkheid Goed werkgeverschap

Nadere informatie

De verzekerings(on)mogelijkheden van werkgeversaansprakelijkheid

De verzekerings(on)mogelijkheden van werkgeversaansprakelijkheid De verzekerings(on)mogelijkheden van werkgeversaansprakelijkheid drs V.G.J. (Vincent) Zwijnenberg 8 april 2010 Onderwerpen 1. De behoorlijke verzekering volgens de Hoge Raad 2. De behoorlijke verzekering

Nadere informatie

Werkgeversaansprakelijkheid op grond van artikel 7:685 en 7:611 BW: een overzicht van de stand van zaken (deel 2) P.W.H.M. Willems en K.

Werkgeversaansprakelijkheid op grond van artikel 7:685 en 7:611 BW: een overzicht van de stand van zaken (deel 2) P.W.H.M. Willems en K. Werkgeversaansprakelijkheid op grond van artikel 7:685 en 7:611 BW: een overzicht van de stand van zaken (deel 2) P.W.H.M. Willems en K. Teuben 1 Inleiding In het eerste deel van deze bijdrage is ingegaan

Nadere informatie

Hoge Raad, 12 januari 2001

Hoge Raad, 12 januari 2001 Hoge Raad, 12 januari 2001 Samenvatting Vier bouwvakkers rijden in een busje van de werkgever van Didam naar Amsterdam om werkzaamheden te verrichten aan de Amsterdam Arena. Het busje wordt bij toerbeurt

Nadere informatie

Werkgerelateerde verkeersongevallen. Lisette de Haan, 11 mei 2017, NIS bijeenkomst

Werkgerelateerde verkeersongevallen. Lisette de Haan, 11 mei 2017, NIS bijeenkomst Werkgerelateerde verkeersongevallen Lisette de Haan, 11 mei 2017, NIS bijeenkomst U kent het wel, zo n typisch Zeeuwse weg Verkeersongevallen zitten in een klein hoekje Wat nu bij (letsel)schade? Allerlei

Nadere informatie

WERKGEVERSAANSPRAKLIJKHEID ARBEIDSONGEVALLEN. Bronneberg Advocaten heet u welkom. Mr. H.F.A. Bronneberg

WERKGEVERSAANSPRAKLIJKHEID ARBEIDSONGEVALLEN. Bronneberg Advocaten heet u welkom. Mr. H.F.A. Bronneberg WERKGEVERSAANSPRAKLIJKHEID ARBEIDSONGEVALLEN Bronneberg Advocaten heet u welkom. Mr. H.F.A. Bronneberg Artikel 7:658 en 7:611 BW risico of schuldaansprakelijkheid?; de wet laat de zorgplicht voor de veiligheid

Nadere informatie

NIS-bijeenkomst 17 januari 2013. Herstelcoach Actualiteiten. Arlette Schijns

NIS-bijeenkomst 17 januari 2013. Herstelcoach Actualiteiten. Arlette Schijns NIS-bijeenkomst 17 januari 2013 Herstelcoach Actualiteiten Arlette Schijns Wat ga ik met jullie bespreken? Herstelcoach: de juridische inbedding Actualiteiten - Verkeersongevallenjurisprudentie: 7:611

Nadere informatie

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Auteur: Mr. T.L.C.W. Noordoven[1] Hoge Raad 23 maart 2012, JAR 2012/110 1.Inleiding Maakt het vanuit het oogpunt

Nadere informatie

Werkgeversaansprakelijkheid FiDiZ

Werkgeversaansprakelijkheid FiDiZ 27 januari 2010 Werkgeversaansprakelijkheid FiDiZ Chris van Dijk Werkgeversaansprakelijkheid: algemeen Artikel 7:658 BW Art. 7:658 lid 1: inhoud zorgplicht werkgever: lokalen, werktuigen en gereedschappen

Nadere informatie

Arbeidsomstandigheden. Congres Transport van Afval 5 februari 2015 Marjolein Gobes

Arbeidsomstandigheden. Congres Transport van Afval 5 februari 2015 Marjolein Gobes Arbeidsomstandigheden Congres Transport van Afval 5 februari 2015 Marjolein Gobes De afvalbranche Wijzigingen per 1 juli 2015 > 60 miljoen ton afval per jaar +/- 15.000 werknemers Relatief hoog aantal

Nadere informatie

Amerikaanse toestanden? mr. Mirjam Snel-de Kroon Deventer, 25 april 2012

Amerikaanse toestanden? mr. Mirjam Snel-de Kroon Deventer, 25 april 2012 Amerikaanse toestanden? mr. Mirjam Snel-de Kroon Deventer, 25 april 2012 Amerikaanse toestanden? Claimcultuur, het maar raak claimen? Ook in Nederland toenemend claimbewustzijn bij burgers en bedrijven.

Nadere informatie

De Bont sprak daarop zijn werkgever aan. De rechtbank wees de vordering af omdat het vervoer als woon-werkverkeer gezien werd.

De Bont sprak daarop zijn werkgever aan. De rechtbank wees de vordering af omdat het vervoer als woon-werkverkeer gezien werd. Hoge Raad, 9 augustus 2002 Samenvatting Een bouwvakker, De Bont, reed in zijn eigen auto van huis in Oosterhout, naar de werkplek in Deventer. Een paar collega s reden mee. Door een fout van De Bont sloeg

Nadere informatie

LWV Voorprogramma. Het nieuwe werken. Rob Brouwer, 8 mei 2012. Voor de inhoud van deze presentatie, wordt geen aansprakelijkheid aanvaard

LWV Voorprogramma. Het nieuwe werken. Rob Brouwer, 8 mei 2012. Voor de inhoud van deze presentatie, wordt geen aansprakelijkheid aanvaard LWV Voorprogramma Het nieuwe werken Rob Brouwer, 8 mei 2012 1 Het nieuwe werken Ontwikkelingen > Hoger opgeleid > Deeltijd > Thuiswerken > Work/life balance > Andere eisen aan het werk 2 Het nieuwe werken

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.0156 (004.05) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

De goede werkgever. G.J.J. Heerma van Voss Leiden Vereniging voor arbeidsrecht - 26 mei 2011. Leiden University. The university to discover.

De goede werkgever. G.J.J. Heerma van Voss Leiden Vereniging voor arbeidsrecht - 26 mei 2011. Leiden University. The university to discover. Programma 13.30 uur ontvangst 14.00 uur opening prof. mr. W. (Willem) Bouwens 14.05 uur prof. mr. E. (Evert) Verhulp 14.15 uur prof. mr. G. (Guus) Heerma van Voss 15.00 uur stellingen 15.30 uur pauze 16.00

Nadere informatie

INVULLING GOED WERKGEVERSCHAP EX ART. 7:611 BW

INVULLING GOED WERKGEVERSCHAP EX ART. 7:611 BW INVULLING GOED WERKGEVERSCHAP EX ART. 7:611 BW Op 1 februari 2008 heeft de Hoge Raad twee interessante arresten gewezen over goed werkgeverschap (art. 7:611 BW). Hoge Raad 1 februari 2008, LJN BB4767 Feiten

Nadere informatie

De werkgeveraansprakelijkheid ex artikel 7:611 BW

De werkgeveraansprakelijkheid ex artikel 7:611 BW De werkgeveraansprakelijkheid ex artikel 7:611 BW Demi Al Studentnummer: 10309179 Scriptiebegeleider: de heer A.V.T. de Bie 2013-2014 Nieuwe Zijds Burgwal 34C 1141 TE Monnickendam t 06-285 329 50 e-mail

Nadere informatie

Maandag 18 mei 2015 Supernova Jaarbeurs Utrecht. Herengracht 584 Telefoon: +31 (0)20 521 06 90

Maandag 18 mei 2015 Supernova Jaarbeurs Utrecht. Herengracht 584 Telefoon: +31 (0)20 521 06 90 Maandag 18 mei 2015 Supernova Jaarbeurs Utrecht 1 De nieuwe zorgplicht Flexibele arbeidskrachten en aansprakelijkheid opdrachtgever 2 Werkgeversaansprakelijkheid is een soep van rechtspraak. Ruim honderd

Nadere informatie

www.avansplus.nl Welkom

www.avansplus.nl Welkom Welkom Tot 1 oktober 2006 kon werknemer niet instemmen met einde dienstverband zonder verlies WW-rechten. Heeft geleid tot pro-forma praktijk. Vanaf 1 oktober 2006 is deze mogelijkheid er wel. Voorwaarde

Nadere informatie

Uitspraak week 23, auteur: A.J.J.S. Schutte 1

Uitspraak week 23, auteur: A.J.J.S. Schutte 1 Geen schending zorgplicht bij een val tijdens het volgen van een BHV-cursus (Gerechtshof Amsterdam, 24 mei 2017) Werknemer is op 6 augustus 1977 in dienst getreden bij zijn werkgever. Werknemer vervult

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 41 d.d. 22 februari 2011 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, mw. mr. E.M. Dil-Stork en prof. mr. M.L. Hendrikse) Samenvatting Natura-uitvaartverzekering.

Nadere informatie

13 Arbeidsongevallen en beroepsziekten

13 Arbeidsongevallen en beroepsziekten Monografieën Privaatrecht 13 Arbeidsongevallen en beroepsziekten S.D. Lindenbergh Tweede druk ï Kluwer a Wolters Kluwer business Kluwer- Deventer - 2009 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 Inleiding /1 1 Het thema

Nadere informatie

Zorgplicht over de landsgrenzen voor uw internationaal opererende werknemers: een juridisch perspectief

Zorgplicht over de landsgrenzen voor uw internationaal opererende werknemers: een juridisch perspectief Zorgplicht over de landsgrenzen voor uw internationaal opererende werknemers: een juridisch perspectief 1. Inleiding Steeds vaker breiden bedrijven uit naar nieuwe markten in alle delen van de wereld zelfs

Nadere informatie

6 Samenloop van artikel 7:611 BW en artikel 7:658 BW

6 Samenloop van artikel 7:611 BW en artikel 7:658 BW 6 Samenloop van artikel 7:611 BW en artikel 7:658 BW Y.L.L.A.M. Delfos-Roy 1 INLEIDING Wanneer een werknemer schade lijdt in de uitoefening van zijn werkzaamheden, is zijn werkgever daarvoor onder omstandigheden

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:4975

ECLI:NL:RBMNE:2016:4975 ECLI:NL:RBMNE:2016:4975 Instantie Datum uitspraak 14-09-2016 Datum publicatie 07-10-2016 Zaaknummer 4293728 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Arbeidsrecht

Nadere informatie

Platform WOW Aansprakelijkheid en wegbeheer

Platform WOW Aansprakelijkheid en wegbeheer Platform WOW Aansprakelijkheid en wegbeheer Wie zijn wij? Melior Verzekeringen - Marc Mutsaars accountmanager - Cherrie Elfferich senior jurist overheidsaansprakelijkheid Wat gaan we vandaag doen? Ochtend:

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF. Nineyardslaw/sectie arbeidsrecht

NIEUWSBRIEF. Nineyardslaw/sectie arbeidsrecht Februari 2019 Jaargang 3, nummer 2 NIEUWSBRIEF Artikelen Werkgever verplicht tot opzegging slapend dienstverband met transitievergoeding WAB aangenomen door Tweede Kamer Vaststelling hoogte billijke vergoeding

Nadere informatie

A L G E M E N E V O O R W A A R D E N S C H E E P V A A R T B E D R I J F V E R S L U I S

A L G E M E N E V O O R W A A R D E N S C H E E P V A A R T B E D R I J F V E R S L U I S A L G E M E N E V O O R W A A R D E N S C H E E P V A A R T B E D R I J F V E R S L U I S ARTIKEL 1. DEFINITIES 1. Versluis: Scheepvaartbedrijf Versluis; de gebruiker van deze algemene voorwaarden, gevestigd

Nadere informatie

WERKGEVERS- AANSPRAKELIJKHEID

WERKGEVERS- AANSPRAKELIJKHEID WERKGEVERS- AANSPRAKELIJKHEID door Mariken Peters sectie aansprakelijkheid, verzekeringen en (letsel)schade STELLING 1 Als de werknemer een arbeidsongeval op de werkplek overkomt, is de werkgever altijd

Nadere informatie

Algemene voorwaarden DSA Maritiem

Algemene voorwaarden DSA Maritiem Algemene voorwaarden DSA Maritiem ARTIKEL 1. DEFINITIES 1. DSA Maritiem; de gebruiker van deze algemene voorwaarden, gevestigd aan Emminkhuizen 23 in Zwijndrecht, ingeschreven in het Handelsregister onder

Nadere informatie

11-11-11, de Hoge Raad en 7:611

11-11-11, de Hoge Raad en 7:611 11-11-11, de Hoge Raad en 7:611 Duidelijk, maar onvermijdelijk arbitrair M e v r o u w m r. A. K r i s p i j n * Het gebruik van artikel 7:611 Burgerlijk Wetboek (BW) als grondslag voor werkgeversaansprakelijkheid

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

Samenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-548 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen, mr. J.S.W. Holtrop, leden en mr. C.J.M. Veltmaat, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

Nieuwsbrief juli 2013

Nieuwsbrief juli 2013 Nieuwsbrief juli 2013 Inhoud: Concurrentiebeding: geldigheid en uitleg Finale kwijting en fraude: valt het er wel of niet onder? Loonbetaling: wijzigen en stopzetten Oproepkrachten Wijziging Wet op de

Nadere informatie

hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: UE VERZ MAR/1217

hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: UE VERZ MAR/1217 Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: 4498796 UE VERZ 15-500 MAR/1217 Beschikking van 23 december 2015 hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND inzake [VERZOEKSTER], wonende te Wijk

Nadere informatie

: Loyalis Schade N.V., gevestigd te Heerlen, verder te noemen Verzekeraar

: Loyalis Schade N.V., gevestigd te Heerlen, verder te noemen Verzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-208 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, en mr. B.F. Keulen en drs. L.B. Lauwaars R.A., leden en mr. A. Westerveld, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

Werkgeversaansprakelijkheid: Algemeen

Werkgeversaansprakelijkheid: Algemeen @AVDRnl Werkgeversaansprakelijkheid: Algemeen Artikel 7:658 BW Art. 7:658 lid 1: inhoud zorgplicht werkgever: lokalen, werktuigen en gereedschappen maatregelen en aanwijzingen redelijkerwijs voorkomen

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2010:BM9357

ECLI:NL:RBUTR:2010:BM9357 ECLI:NL:RBUTR:2010:BM9357 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 16-06-2010 Datum publicatie 25-06-2010 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 637248 UC EXPL

Nadere informatie

Symposium Omkering van bewijslast. 27 oktober 2017 Rotterdam Studiekring Normatieve Uitleg

Symposium Omkering van bewijslast. 27 oktober 2017 Rotterdam Studiekring Normatieve Uitleg Symposium Omkering van bewijslast 27 oktober 2017 Rotterdam Studiekring Normatieve Uitleg Wettelijk vermoeden en omkering van de bewijslast Daan Asser 1 1. Feiten en recht Rechtsfeit is het feit of het

Nadere informatie

De behoorlijke verzekering van de werkgeversaansprakelijkheid

De behoorlijke verzekering van de werkgeversaansprakelijkheid De behoorlijke verzekering van de werkgeversaansprakelijkheid Wat houdt het in en wat zijn de gevolgen Universiteit: Tilburg University Naam: A.J. Nieuwenhuijse ANR: 946005 Begeleiders: Mw. mr. J.M.H.P.

Nadere informatie

Schending van een verzekeringsplicht als grond voor aansprakelijkheid

Schending van een verzekeringsplicht als grond voor aansprakelijkheid Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Schending van een verzekeringsplicht als grond voor aansprakelijkheid HR 1 februari 2008, RvdW 2008, 178 (Kooiker / Taxicentrale Nijverdal) S.D.

Nadere informatie

een bad hair day? De Billijke vergoeding:

een bad hair day? De Billijke vergoeding: 1. Toekenningsgronden voor de billijke vergoeding 2. Begroting billijke vergoeding na invoering WWZ 3. New-Hairstyle arrest 4. Lagere rechtspraak na New-Hairstyle 5. Conclusie De Billijke vergoeding: een

Nadere informatie

Aansprakelijkheid bij Arbeidsongevallen

Aansprakelijkheid bij Arbeidsongevallen Congres Veiligheid & Toezicht 10 november 2014 Aansprakelijkheid bij Arbeidsongevallen Mr. E.H. de Joode Inleiding Veiligheid & Toezicht Op de werkvloer Ondergeschiktheid werknemer Zorgplicht werkgever

Nadere informatie

Zorgplicht over de landsgrenzen voor uw internationaal opererende werknemers: een juridisch perspectief

Zorgplicht over de landsgrenzen voor uw internationaal opererende werknemers: een juridisch perspectief 570000899/8338 000899/8338484. Zorgplicht over de landsgrenzen voor uw internationaal opererende werknemers: een juridisch perspectief 1. Inleiding Steeds vaker breiden bedrijven uit naar nieuwe markten

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Wat is een behoorlijke verzekering in het kader van goed werkgeverschap?

Wat is een behoorlijke verzekering in het kader van goed werkgeverschap? Wat is een behoorlijke verzekering in het kader van goed werkgeverschap? M r. J. R. G o u d k u i l * 1. Inleiding Een van de jongste ontwikkelingen op het gebied van werkgeversaansprakelijkheid is de

Nadere informatie

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden.

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden. beschikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter zittinghoudende te Utrecht zaaknummer: 2534388 UE VERZ 13805 GD/4243 Beschikking van 13 december 2013 inzake X wonende te Arnhem,

Nadere informatie

Contractsduur, uitvoering en wijziging overeen-komst

Contractsduur, uitvoering en wijziging overeen-komst artikel 1. Algemeen 1.1 Deze voorwaarden zijn van toepassing op iedere aanbieding, offerte en overeenkomst tussen Juncto juridisch advies en training, hierna te noemen: Juncto, en een Opdrachtgever waarop

Nadere informatie

: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Verzekeraar

: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Verzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-339 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. E.L.A. van Emden, drs. L.B. Lauwaars, leden en mr. B.I. Bethlehem, secretaris) Klacht ontvangen op

Nadere informatie

Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen?

Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen? Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen? Feiten In 2007 vindt een ongeval plaats tussen twee auto s. De ene wordt

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem De vaststellingsovereenkomst Prof. mr dr Edwin van Wechem Wat is een vaststellingsovereenkomst? Artikel 7:900 BW Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van

Nadere informatie

De ZZP er in het verkeer. VNAB beursdag Dinsdag 20 maart 2018 Chris Banis

De ZZP er in het verkeer. VNAB beursdag Dinsdag 20 maart 2018 Chris Banis De ZZP er in het verkeer VNAB beursdag Dinsdag 20 maart 2018 Chris Banis en de (mogelijke) noodzaak van de SVI Stelling: Een ZZP er die als bestuurder van een voertuig van zijn opdrachtgever een eenzijdig

Nadere informatie

: London General Insurance Cy. Ltd, gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Verzekeraar

: London General Insurance Cy. Ltd, gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Verzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-719 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen, mr. J.S.W. Holtrop, leden en mr. A. Westerveld, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014 Datum van inontvangstneming : 25/08/2014 Vertaling C-359/14 1 Datum van indiening: 23 juli 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-359/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Vilniaus miesto apylinkės teismas

Nadere informatie

Casus 17 Pesten op het werk

Casus 17 Pesten op het werk Casus 17 Pesten op het werk Werknemers worden op de werkvloer regelmatig gepest door collega s en door hun chefs, blijkt uit recente publicaties. Soms raken die werknemers door dat pesten zo overspannen,

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken.

Naar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken. I f^l öobuicq3~o\ Den Haag, 2 O MRT 2012 Kenmerk: DGB 2012-753 TL Motivering van liet beroepsciirir: in cassatie (rolnummer 12/00641) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 21 december

Nadere informatie

Algemene voorwaarden zakelijke dienstverlening

Algemene voorwaarden zakelijke dienstverlening Algemene voorwaarden zakelijke dienstverlening Biercontract.nl Graaf Wichmanlaan 62 1405 HC Bussum Handelsregisternummer: 57084033 BTW nummer 167606657B02 1. Definities 1. In deze algemene voorwaarden

Nadere informatie

Edelachtbaar college,

Edelachtbaar college, Edelachtbaar college, X% Namens cliënten, a «a ^ ^ ^ ^ ^ M l e n tel^^^^ tekenen wij beroep in cassatie aan tegen de uitspraak van Gerechtshof Amsterdam van 22 september 2011 op het beroepschrift van 10

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 25 759 Vaststelling en invoering van afdeling 8.14.1 (verkeersongevallen) van het Burgerlijk Wetboek Nr. 5 HERDRUK 2 BRIEF VAN DE MINISTER VAN

Nadere informatie

Casus 10 Om ziek van te worden

Casus 10 Om ziek van te worden Casus 10 Om ziek van te worden De derde casus over ziekte, nu toegespitst op de vraag wanneer iemand recht heeft op een uitkering krachtens de Ziektewet, ervan uitgaande dat een thuiswerkster niet werkzaam

Nadere informatie

Wet flexibel werken en aansprakelijkheid van de werkgever?

Wet flexibel werken en aansprakelijkheid van de werkgever? Wet flexibel werken en aansprakelijkheid van de werkgever? In januari 2016 zal de Wet flexibel werken in werking treden. Door de invoering van deze wet worden de mogelijkheden voor werknemers om flexibel

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Rolnummer 2287 Arrest nr. 163/2001 van 19 december 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

Juridische aspecten van de behandeling van beroepsziektezaken. mr Veneta Oskam en Derk-Jan van der Kolk NIS, 16 mei 2013

Juridische aspecten van de behandeling van beroepsziektezaken. mr Veneta Oskam en Derk-Jan van der Kolk NIS, 16 mei 2013 Juridische aspecten van de behandeling van beroepsziektezaken mr Veneta Oskam en Derk-Jan van der Kolk NIS, 16 mei 2013 Agenda Inleiding Bewijs Causaliteit Praktische aanpak Deskundigen Zorgplicht werkgever

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 05/16 Bindend advies in de zaak van: A., wonende te Z., eiser, gemachtigde: mr. Th.F.M. Pothof tegen De Stichting B., gevestigd te IJ., verweerster, gemachtigde:

Nadere informatie

Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid

Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid Mr. Bert Kabel (1) Inleiding In het hedendaagse verkeer komt het regelmatig voor dat verkeersdeelnemers elkaar geen voorrang verlenen. Gelukkig

Nadere informatie

De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 5 maart 2012.

De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 5 maart 2012. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-122 d.d. 17 april 2012 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting Reisverzekering, toepasselijkheid verzekeringsvoorwaarden,

Nadere informatie

VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN GEEN VERPLICHTING TOT PERSOONLIJKE ARBEID Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-05 19 10 2015

VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN GEEN VERPLICHTING TOT PERSOONLIJKE ARBEID Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-05 19 10 2015 VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN GEEN VERPLICHTING TOT PERSOONLIJKE ARBEID Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-05 19 10 2015 Beoordeling overeenkomst Algemeen / geen verplichting tot persoonlijke

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN SCHEEPVAARTBEDRIJF VERSLUIS

ALGEMENE VOORWAARDEN SCHEEPVAARTBEDRIJF VERSLUIS ALGEMENE VOORWAARDEN SCHEEPVAARTBEDRIJF VERSLUIS ARTIKEL 1. DEFINITIES 1. Versluis: De eenmanszaak Scheepvaartbedrijf Versluis; de gebruiker van deze algemene voorwaarden, gevestigd aan Buitenaf 7, 3362

Nadere informatie

Toepasselijkheid leverings-, dienstverlenings en betalingsvoorwaarden WML

Toepasselijkheid leverings-, dienstverlenings en betalingsvoorwaarden WML VOORWAARDEN TER ZAKE DE DETACHERING VAN WERKNEMERS VAN DE DIVISIE INDUSTRIE VAN DE DIENST WERKBEDRIJF VOOR GESUBSIDIEERDE ARBEID, ACTI- VERING EN TRAJECTEN MIDDEN-LANGSTRAAT (WML) (te citeren als: DETACHE-

Nadere informatie

VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN TUSSENKOMST Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-09 19 10 2015

VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN TUSSENKOMST Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-09 19 10 2015 VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN TUSSENKOMST Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-09 19 10 2015 Beoordeling overeenkomst Algemeen tussenkomst De Belastingdienst heeft, in samenwerking met

Nadere informatie

JAR 2012/33 27-12-2011, 200.065.076/01, LJN BU9564

JAR 2012/33 27-12-2011, 200.065.076/01, LJN BU9564 Informatie 2012 afl. 2 Gerechtshof Amsterdam 27 december 2011 200.065.076/01 LJN BU9564 mr. Kingma mr. Smit mr. Van der Kwaak Appellant te (...), appellant, advocaat: mr. W.A. van Veen te Utrecht, tegen

Nadere informatie

«**«<*«rtr wn P: 2/7. mei 2018 heb ik de eer het volgende opte. Vooraf. TOta»^ «" t(jn dbmveiplicjg' Z* T* Middel. n met 31 december 2014.

«**«<*«rtr wn P: 2/7. mei 2018 heb ik de eer het volgende opte. Vooraf. TOta»^ « t(jn dbmveiplicjg' Z* T* Middel. n met 31 december 2014. P: 2/7 8 JUNI 2018 Kenmerk: 2018-0000092206 ** **va ^G^^7ms^T(l,(ro,nUm'n5r 18/M91S) te8w fle A Z nr- 16/00543, inzake Mteaïl V8n 20 maart 2018, «**«

Nadere informatie

Verantwoordelijkheid van de werkgever voor handelen van arbodienst beperkt

Verantwoordelijkheid van de werkgever voor handelen van arbodienst beperkt Verantwoordelijkheid van de werkgever voor handelen van arbodienst beperkt Volgens de Arbeidsomstandighedenwet is een werkgever verplicht zorg te dragen voor de goede gezondheid van zijn werknemers. Onderdeel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446

ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446 ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-02-2009 Datum publicatie 03-03-2009 Zaaknummer 265169 / HA ZA 06-1949 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste

Nadere informatie

Werkgeversaansprakelijkheid voor ongevallen en de functie van 7:611 BW

Werkgeversaansprakelijkheid voor ongevallen en de functie van 7:611 BW Werkgeversaansprakelijkheid voor ongevallen en de functie van 7:611 BW Foto: Gelrenieuws.nl Open Universiteit Master Rechtsgeleerdheid Simon van Well Studentnummer 839133805 Datum: 23 juni 2013 Hoofdstuk

Nadere informatie

Voor het inroepen van de dienstverlening van Hofland Incasso C.V. met betrekking tot incasso bij voorbaat.

Voor het inroepen van de dienstverlening van Hofland Incasso C.V. met betrekking tot incasso bij voorbaat. 2015-01 ALGEMENE VOORWAARDEN Voor het inroepen van de dienstverlening van Hofland Incasso C.V. met betrekking tot incasso bij voorbaat. Artikel 1 Toepassingsgebied. 1.1 Deze algemene leveringsvoorwaarden

Nadere informatie

Aansprakelijkheid bij stages

Aansprakelijkheid bij stages Aansprakelijkheid bij stages Algemeen Artikel 6:170 BW bepaalt dat een werkgever aansprakelijk is voor een ondergeschikte. Door expliciet te spreken over een ondergeschikte heeft de wetgever beoogd dat

Nadere informatie

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster LJN: BW9368, Rechtbank Amsterdam, 6 juni 2012 2. De feiten 2.1. [A] en [B] wonen tegenover elkaar in [plaats]. [C] woont

Nadere informatie

Samenvatting masterclass Arbeidsrecht

Samenvatting masterclass Arbeidsrecht Samenvatting masterclass Arbeidsrecht Samenvatting masterclass Arbeidsrecht Auteur: Jack Damen en Gerrit Jan Mulder Personeel & Organisatie Avans +, dé specialist in het ontwikkelen van mensen en organisaties.

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden van De Jong Assurantiën cv en/of De Jong & Bouterse bv, behorend bij de Overeenkomst tot het verrichten van diensten

Algemene Voorwaarden van De Jong Assurantiën cv en/of De Jong & Bouterse bv, behorend bij de Overeenkomst tot het verrichten van diensten Algemene Voorwaarden van De Jong Assurantiën cv en/of De Jong & Bouterse bv, behorend bij de Overeenkomst tot het verrichten van diensten Artikel 1 Algemeen 1.1 In de Algemene Voorwaarden wordt verstaan

Nadere informatie

Toelichting Bedrijfsregeling 7: Schaderegeling schuldloze derde

Toelichting Bedrijfsregeling 7: Schaderegeling schuldloze derde Toelichting Bedrijfsregeling 7: Schaderegeling schuldloze derde De Raad van Toezicht Verzekeringen heeft in een groot aantal uitspraken stelling genomen tegen de verwijzing van een schuldloze derde door

Nadere informatie

Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183. Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld

Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183. Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183 Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld Auteurs: mr. M. Verheijden en mr. L. Stevens Samenvatting In maart 2009 vindt een

Nadere informatie

Water in wijn: de wijziging van passende arbeid in bedongen arbeid

Water in wijn: de wijziging van passende arbeid in bedongen arbeid Water in wijn: de wijziging van passende arbeid in bedongen arbeid Het komt regelmatig voor dat een werknemer na afloop van de wachttijd voor de WIA (104 tot 156 weken) niet in staat is zijn eigen werkzaamheden

Nadere informatie

KENNISBROCHURE WEGAS XL. De personeelsschadeverzekering

KENNISBROCHURE WEGAS XL. De personeelsschadeverzekering KENNISBROCHURE WEGAS XL De personeelsschadeverzekering Versie 12-2018 WEGAS XL Primair DE PERSONEELSSCHADEVERZEKERING WEGAS XL Primair dekt de schade die een volgens de wet aan zijn werknemers moet vergoeden

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-373 d.d. 9 oktober 2014 (mr. P.A. Offers, prof. mr. E.H. Hondius en drs. W. Dullemond, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

Ongelijkheidscompensatie bij stelplicht en bewijslast in het civiele arbeidsrecht en het ambtenarenrecht

Ongelijkheidscompensatie bij stelplicht en bewijslast in het civiele arbeidsrecht en het ambtenarenrecht Ongelijkheidscompensatie bij stelplicht en bewijslast in het civiele arbeidsrecht en het ambtenarenrecht Naar een eenvormig stelsel? Mr.H.JW.AÜ Kluwer - Deventer - 2009 Lijst van gebruikte afkortingen

Nadere informatie

Arbeidsongeschiktheidsverzekering. Consument heeft met het door haar ondertekende

Arbeidsongeschiktheidsverzekering. Consument heeft met het door haar ondertekende Niet-bindende uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-50 d.d. 16 februari 2012 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. B.F. Keulen en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr. S.N.W. Karreman,

Nadere informatie

2. [NAAM BEDRIJF/ ORGANISATIE] gevestigd te [PLAATSNAAM], hierna te. noemen: de uitlener, vertegenwoordigd door de heer/mevrouw [NAAM

2. [NAAM BEDRIJF/ ORGANISATIE] gevestigd te [PLAATSNAAM], hierna te. noemen: de uitlener, vertegenwoordigd door de heer/mevrouw [NAAM MODEL Detacheringovereenkomst Dit model kunt u ook vinden op www.uwv.nl. 1. [NAAM BEDRIJF/ ORGANISATIE] gevestigd te [PLAATSNAAM], hierna te noemen: de uitlener, vertegenwoordigd door de heer/mevrouw [NAAM

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 102 d.d. 2 november 2009 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en drs. A.I.M. Kool) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

Artikel 7:611 BW en de behoorlijke verzekering

Artikel 7:611 BW en de behoorlijke verzekering Artikel 7:611 BW en de behoorlijke verzekering Tijd voor een wettelijke oplossing? Masterscriptie Privaatrechtelijke Rechtspraktijk. Door: Tessa Feller Studentnummer: 5874106 Inleverdatum: 30 Juni 2014

Nadere informatie

De Commissie stelt vast dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist.

De Commissie stelt vast dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening 2018-660 (mr. B.F. Keulen en mr. A.M.S. Westenbrink, secretaris) Klacht ontvangen op : 29 maart 2018 Ingediend door : Consument Tegen : Achmea Schadeverzekeringen

Nadere informatie

Schadevergoeding bij dienstongevallen Het oordeel van de Centrale Raad van Beroep. door

Schadevergoeding bij dienstongevallen Het oordeel van de Centrale Raad van Beroep. door 349 Schadevergoeding bij dienstongevallen Het oordeel van de Centrale Raad van Beroep door Prof. mr. G.L. Coolen Inleiding Hoewel dit niet met zoveel woorden in de wet is vastgelegd, geldt als uitgangspunt

Nadere informatie

Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-113 d.d. 15 april 2013 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. B.F. Keulen, leden en mevrouw mr. F.E. Uijleman, secretaris)

Nadere informatie

1 Het geding in feitelijke instanties

1 Het geding in feitelijke instanties Uitspraak 14 februari 2014 nr. 13/00475 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te s-gravenhage van 18 december 2012, nr. 12/00169,

Nadere informatie

Algemene voorwaarden dienstverlening Verdipro

Algemene voorwaarden dienstverlening Verdipro Algemene voorwaarden dienstverlening Verdipro 1. Algemeen: 1.1 Uitsluitend door middel van het sluiten van een dienstverleningsovereenkomst (in het vervolg aan te duiden als de overeenkomst ), kan opdrachtgever

Nadere informatie