INVULLING GOED WERKGEVERSCHAP EX ART. 7:611 BW
|
|
- Leona de Wit
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 INVULLING GOED WERKGEVERSCHAP EX ART. 7:611 BW Op 1 februari 2008 heeft de Hoge Raad twee interessante arresten gewezen over goed werkgeverschap (art. 7:611 BW). Hoge Raad 1 februari 2008, LJN BB4767 Feiten en procesverloop Een taxichauffeur wordt op een onbewaakte overweg aangereden door een trein en loopt daardoor ernstig letsel op. Hij is als werknemer in dienst bij Taxicentrale. Taxicentrale heeft als werkgever (in overeenstemming met de CAOtaxivervoer) een collectieve ongevallenverzekering gesloten ten behoeve van haar werknemers. Daarnaast is een inzittendenverzekering gesloten. De dekking onder deze verzekeringen is echter niet voldoende om de schade van de werknemer te vergoeden. De werknemer stelt zijn werkgever aansprakelijk voor de schade die niet door de verzekeringen kon worden vergoed. Hij heeft zijn vordering gebaseerd op de artt. 7:658 (aansprakelijkheid voor arbeidsongevallen), 7:611 (goed werkgeverschap) en 6:248 lid 1 BW (aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid). De vordering wordt zowel door de Rechtbank als het Hof afgewezen. Met betrekking tot de toepasselijkheid van art. 7:658 BW heeft het Hof vastgesteld dat de werkgever haar zorgverplichtingen voldoende is nagekomen. Ten aanzien van het beroep op art. 7:611 BW stelt het Hof voorop dat met dit artikel niet wordt beoogd een absolute waarborg te scheppen tegen schade die door de werknemer wordt geleden ten gevolge van ongevallen die hem in de uitoefening van zijn werkzaamheden kunnen overkomen. Wél kan onder bepaalde omstandigheden goed werkgeverschap met zich brengen dat ook indien géén sprake is van schending van een zorgplicht op grond van art. 7:658 lid 1 BW de werkgever aan de werknemer de schade vergoedt die deze heeft geleden ten gevolge van een hem in de uitoefening van zijn werkzaamheden overkomen ongeval. Dergelijke specifieke omstandigheden zijn in dit geval echter niet gesteld of gebleken, aldus het Hof. In cassatie wordt door de werknemer slechts geklaagd over de afwijzing door het Hof van de vordering gebaseerd op art. 7:611 BW. Met een beroep op een drietal arresten van de Hoge Raad betoogt de werknemer dat de werkgever in beginsel de schade dient te dragen die de werknemer lijdt, wanneer hij als bestuurder van een motorvoertuig en in het kader van de uitoefening van zijn werkzaamheden betrokken raakt bij een verkeersongeval, behoudens in geval van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. Volgens de werknemer heeft het Hof dit uitgangspunt miskend. Hoge Raad De Hoge Raad bevestigt allereerst het uitgangspunt van het Hof dat een werkgever onder omstandigheden wel degelijk jegens zijn werknemer aansprakelijk kan zijn voor de schade ten gevolge van een ongeval tijdens de uitoefening van de werkzaamheden, ook al is niet aan de vereisten van art. 7:658 BW voldaan. Vervolgens benadrukt de Hoge Raad dat art. 7:658 BW géén absolute waarborg schept voor de bescherming van de werknemer tegen het gevaar van arbeidsongevallen. Dit uitgangspunt geldt ook voor werknemers die bijzonder risicovol werk verrichten. De Hoge Raad bouwt hierop voort door te overwegen dat ook art. 7:611 BW niet zonder meer een onbeperkte aansprakelijkheid voor de schade van eiser in het leven roept, nu dit niet in overeenstemming is met het stelsel van de wet, in het bijzonder art. 7:658 BW. Er zijn volgens de Hoge Raad ook geen andere wettelijke bepalingen die een grondslag bieden voor een zodanige onbeperkte aansprakelijkheid van de werkgever. De Hoge Raad benadrukt vervolgens dat aansprakelijkheid van de werkgever in dit soort gevallen ook niet volgt uit de rechtspraak. De Hoge Raad bespreekt achtereenvolgens de drie in het cassatiemiddel aangehaalde arresten Bruinsma/Schuitmaker, 1 Vonk/Van der 1 HR 16 oktober 1992, NJ 1993, 264.
2 Hoeven 2 en De Bont/Oudenallen. 3 Uit deze arresten volgt volgens de Hoge Raad geen onbeperkte aansprakelijkheid van de werkgever op grond van art. 7:611 BW. Wèl overweegt de Hoge Raad, in het verlengde van de arresten Vonk/Van der Hoeven en De Bont/Oudenallen, dat de werkgever op grond van goed werkgeverschap gehouden is zorg te dragen voor een behoorlijke verzekering van werknemers als werkzaamheden ertoe kunnen leiden dat zij als bestuurder van een motorvoertuig betrokken raken bij een verkeersongeval. Met grote regelmaat wordt door velen de aan het gemotoriseerd verkeer verbonden risico s van ongevallen gelopen, terwijl dit risico goed verzekerbaar is en tegen betaalbare premies, aldus de Hoge Raad. De omvang van de verplichting voor een verzekering zorg te dragen, zal van geval tot geval nader moeten worden bepaald met inachtneming van alle omstandigheden van het geval, waarbij in het bijzonder van belang is: - de vraag naar de destijds bestaande verzekeringsmogelijkheden; - de vraag of verzekering kan worden verkregen tegen een premie die in redelijkheid van de werkgever gevergd kan worden, en - de heersende maatschappelijke opvattingen omtrent de vraag voor welke schade (zowel naar aard als naar omvang) een behoorlijke verzekering dekking dient te verlenen. De verzekering behoeft in ieder geval geen dekking te verlenen voor schade die het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. De Hoge Raad voegt hieraan toe dat de werkgever ook aan zijn verplichting uit goed werkgeverschap voldoet door de werknemer, die voor zijn werkzaamheden gebruik maakt van zijn eigen auto, financieel in staat te stellen om zelf voor een behoorlijke verzekering zorg te dragen. Voorwaarde is dan wel dat tussen de werkgever en werknemer hierover voldoende duidelijkheid bestaat. Indien de werkgever is tekortgeschoten in zijn verplichting zorg te dragen voor een behoorlijke verzekering als hiervoor bedoeld, is hij jegens de werknemer aansprakelijk voor zover deze door die tekortkoming schade heeft geleden. Dit is door het Hof miskend, aldus de Hoge Raad. De Hoge Raad stelt vast dat de door eiser geleden schade in beperkte mate door verzekeringen was gedekt, maar dat het Hof niet heeft vastgesteld of deze verzekeringen samen genomen een behoorlijke verzekering opleverden. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het Hof Arnhem en verwijst de zaak naar het Hof Den Bosch. Dit Hof dient alsnog te beoordelen of de werkgever voldoende voor verzekeringsdekking heeft zorggedragen. Hoge Raad 1 februari 2008, LJN BB6175 Feiten en procesverloop Evenals in de voorgaande uitspraak heeft een werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade geleden ten gevolge van een verkeersongeval. In zijn functie als senior executive moest de werknemer op enig moment in zijn eigen auto afreizen naar Duitsland. Op een polderweg (met mogelijk aan weerszijden water) is hij betrokken geraakt bij een verkeersongeval. Hij droeg op dat moment bewust geen gordel, omdat hij als gevolg van een eerdere traumatische ervaring bang was de auto niet tijdig te kunnen verlaten indien deze te water zou raken. Tengevolge van het ongeval heeft de werknemer een whiplashtrauma opgelopen. Hij heeft 75% van zijn schade vergoed gekregen van de WAM-verzekeraar van de aansprakelijke automobilist. De resterende 25% is voor zijn eigen rekening gebleven op grond van het feit dat hij ten tijde van de aanrijding geen gordel droeg. De werknemer spreekt zijn werkgever Akzo aan tot voldoening van de nog resterende 25% van de totale schade. De vordering van de werknemer is primair gebaseerd op art. 7:658 BW en daarnaast op de artikelen 7:611 en/of 6:248 lid 1 BW. 2 HR 12 januari 2001, NJ 2001, HR 9 augustus 2002, NJ 2004, 235.
3 De Kantonrechter en het Hof hebben de vordering van de werknemer afgewezen. Kort samengevat heeft het Hof overwogen dat de vordering niet kan worden toegewezen op grond van art. 7:658 BW omdat de werkgever geen hieruit voortvloeiende zorgplicht heeft geschonden. Het Hof oordeelt vervolgens dat Akzo, nu het ongeval de werknemer is overkomen in de uitoefening van zijn werkzaamheden, in beginsel de door de werknemer bij het ongeval geleden en niet door de verzekering gedekte schade dient te dragen, tenzij sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid. Het Hof baseert deze vergoedingsplicht op de aard van de arbeidsovereenkomst en de eisen van redelijkheid en billijkheid als bedoeld in art. 6:248 BW. Het Hof wijst de vordering van de werknemer uiteindelijk wel af, omdat de werknemer bewust roekeloos heeft gehandeld door geen gordel te dragen. Hoge Raad In cassatie wordt door de werknemer geklaagd over het oordeel van het Hof dat aansprakelijkheid van Akzo niet kan worden gebaseerd op art. 7:658 BW. De Hoge Raad wijst deze klacht af en bevestigt het oordeel van het Hof op dit punt. Behoudens bijzondere omstandigheden waarvan in dit geding niet is gebleken is de werkgever op grond van deze bepaling niet aansprakelijk voor de schade die de werknemer lijdt als gevolg van een ongeval dat hem met zijn eigen auto is overkomen toen hij hiermee voor zijn werk aan het verkeer deelnam, aldus de Hoge Raad. De zeggenschap over het gebruik van de auto berustte immers in dit geval geheel bij de werknemer en niet bij Akzo. Het ongeval heeft zich voorgedaan buiten de invloedssfeer van Akzo. In cassatie wordt door Akzo opgekomen tegen het oordeel van het Hof dat erop neerkomt dat de werkgever op grond van art. 7:611 BW in dit soort schadevoorvallen in beginsel steeds de gehele (resterende) schade van de werknemer moet dragen, tenzij sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid. De Hoge Raad honoreert deze klacht. Volgens de Hoge Raad geeft het Hof hiermee inderdaad blijk van een onjuiste rechtsopvatting met betrekking tot de invulling van art. 7:611 BW. Dit artikel roept, aldus de Hoge Raad, geen onbeperkte aansprakelijkheid voor de schade van de werknemer in het leven. De Hoge Raad geeft in dit arrest dezelfde overwegingen als in het hiervoor besproken Taxicentrale-arrest. Op de werkgever rust de verplichting tot het afsluiten, dan wel financieel faciliteren, van een behoorlijke verzekering voor zijn werknemers die voor hun werk aan het verkeer moeten deelnemen. De manier waarop een werkgever concrete invulling geeft aan de vervulling van deze verplichting moet steeds worden vastgesteld aan de hand van alle omstandigheden van het geval. Indien de werkgever niet aan deze verzekerings - verplichting voldoet, zo bevestigt de Hoge Raad, is hij jegens de werknemer aansprakelijk voor zover deze door die tekortkoming schade heeft geleden. In cassatie wordt ook opgekomen tegen het oordeel van het Hof dat de werknemer door geen gordel te dragen bewust roekeloos heeft gehandeld en de werkgever daarom niet schadeplichtig is. De werknemer voert aan dat het Hof de maatstaf van bewuste roekeloosheid onjuist heeft toegepast. Het Hof heeft vastgesteld dat in het algemeen het nietdragen van een gordel bewust roekeloos is. Het Hof heeft daarmee echter niet feitelijk vastgesteld dat de werknemer zich onmiddellijk voorafgaand aan het ongeval daadwerkelijk bewust was van de roekeloosheid van zijn gedrag. De Hoge Raad acht deze klacht gegrond. Het feit dat de werknemer een bewuste keuze heeft gemaakt voor het nietdragen van een gordel hoewel hij op de hoogte was van de daaraan verbonden risico s rechtvaardigt niet zonder meer de conclusie dat sprake is geweest van een zodanig gevaarlijke gedraging dat de werknemer zich onmiddellijk voorafgaand aan het ongeval daadwerkelijk besefte dat hij zich daarvan had behoren te onthouden in verband met de aanmerkelijke kans op verwezenlijking van het daardoor in het leven geroepen gevaar. De Hoge Raad verwijst het geding naar het Hof Den Bosch dat zal moeten onderzoeken of Akzo voor een behoorlijke verzekering heeft gezorgd dan wel de werknemer financieel in staat heeft
4 gesteld daar zelf voor te zorgen. Bovendien zal opnieuw beoordeeld moeten worden of in dit geval het niet-dragen van een autogordel tot afwijzing van de vordering van de werknemer zal moeten leiden. Wat is opvallend? De aansprakelijkheid van de werkgever voor werkgerelateerde verkeersongevallen heeft de afgelopen jaren verschillende uitspraken opgeleverd waarin met name de vraag naar de grondslag van een dergelijke aansprakelijkheid van de werkgever aan de orde is gesteld. De onduidelijkheid over de rechtsgrond voor de aansprakelijkheid leidt ertoe dat werknemers in de meeste gevallen op safe spelen en hun schadevergoedingsvordering baseren op alle mogelijke grondslagen (de artt. 7:658 BW, 7:611 BW en art. 6:248 BW). Dat is in de hiervoor besproken twee arresten ook het geval. Inmiddels is duidelijk dat de aansprakelijkheid van de werkgever voor werkgerelateerde verkeersongevallen zelden gehonoreerd zal kunnen worden op grond van art. 7:658 BW. De werkgever heeft in beginsel immers geen (concrete) zorgplicht ten aanzien van de wijze waarop de werknemer een auto bestuurt. Dit geldt in het bijzonder als de werknemer met zijn eigen auto onderweg is. Bij een verkeersongeval zal een schending door de werkgever van zijn zorgplicht moeilijk vastgesteld kunnen worden. In veruit de meeste gevallen wordt de aansprakelijkheid van de werkgever uiteindelijk beoordeeld aan de hand van goed werkgeverschap (art. 7:611 BW). De laatste jaren is hierbij het verzekeringsaspect opgekomen. 4 De werkgever dient te zorgen voor een adequate verzekeringsdekking voor zijn werknemers, wil hij voldoen aan de eisen van goed werkgeverschap. Tot voor kort leek voldoende te zijn dat de werkgever zijn werknemers wees op de noodzaak van het 4 Zie o.a. HR 9 augustus 2002, NJ 2004, 235 (De Bont/Oudenallen); HR 18 maart 2005, RvdW 2005, 46 (KLM/De Kuijer); Hof Amsterdam 22 augustus 2006, JAR 2006, 238; Hof Arnhem 18 april 2006, JAR 2006, 135 en Hof Den Haag 12 januari 2007, JAR 2007, 68. afsluiten van een dergelijke verzekering. 5 Op dit punt lijkt de Hoge Raad in de twee besproken arresten nu strengere eisen te stellen aan de werkgever. De Hoge Raad oordeelt nu dat de werkgever in een dergelijk geval aan de werknemer wèl een redelijke financiële tegemoetkoming moet bieden en dat hierover tussen de werkgever en werknemer voldoende duidelijkheid moet bestaan. De Hoge Raad spreekt niet langer van een adequate verzekering of adequate voorziening, maar over een behoorlijke verzekering en geeft ook een paar vingerwijzingen over de wijze waarop de verzekeringsverplichting moet worden ingevuld. Het algemene uitgangspunt is dat de invulling van de verzekeringsverplichting van geval tot geval moet worden bepaald. Aan een drietal omstandigheden kent de Hoge Raad bijzondere betekenis toe. Van belang zijn de destijds bestaande verzekeringsmogelijkheden, of de verzekering kan worden verkregen tegen een premie die in redelijkheid van de werkgever kan worden gevergd en de heersende maatschappelijke opvattingen omtrent de vraag voor welke schade (zowel naar aard als naar omvang) een behoorlijke verzekering dekking dient te verlenen. Duidelijk is dat de feitenrechter, waaronder het Hof Den Bosch waarnaar de twee besproken zaken zijn verwezen, telkenmale zal moeten beoordelen of een goede invulling is gegeven aan de uitgangspunten die de Hoge Raad heeft gegeven. Daarbij zal onder andere de vraag moeten worden beantwoord of per bedrijf of bedrijfstak beoordeeld moet worden wat een behoorlijke verzekering voor de werknemers inhoudt. Verder zal van belang zijn of de dekking per individuele werknemer beoordeeld moet worden, of dat in bepaalde mate gedifferentieerd kan worden naar de functie van de werknemer. De werkgever die zijn verzekerings -verplichting op grond van art. 7:611 BW niet voldoet, is jegens de werknemer aansprakelijk voor zover deze door die tekortkoming schade heeft 5 Zie o.a. HR 18 maart 2005, RvdW 2005, 46 (KLM/De Kuijer).
5 geleden, aldus de Hoge Raad. Dit oordeel impliceert dat de werknemer die zijn schadevergoedingsvordering baseert op art. 7:611 BW niet zonder meer recht heeft op vergoeding van zijn totale (letsel)schade. Aangenomen moet worden dat de door de werkgever te vergoeden schade beperkt is tot het maximale bedrag dat gedekt zou zijn onder een behoorlijke verzekering. Het karaker van een art. 7:611-aansprakelijkheid is daarmee duidelijk anders dan een art. 7:658- aansprakelijkheid. Bij een arbeidsongeval dient de werkgever in beginsel de volledige schade van de werknemer te vergoeden. Bij een schending van goed werkgeversschap gaat het daarentegen om de schade die is ontstaan door de schending van de verplichting om voor een behoorlijke verzekeringsdekking zorg te dragen. Dat is een andere vorm van schade dan de (letsel)schade die een werknemer is overkomen als gevolg van een ongeval. Ook kan de omvang van deze schade anders zijn. Ten aanzien van de verplichting een behoorlijke verzekering af te sluiten, heeft de Hoge Raad tot slot in beide arresten geoordeeld dat deze verzekering in ieder geval geen dekking behoeft te verlenen voor schade die het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. Bij het antwoord op de vraag wanneer van een bewuste roekeloosheid in deze zin sprake is, is van belang dat de Hoge Raad het begrip bewuste roekeloosheid in het kader van art. 7:611 BW op dezelfde wijze uitlegt als bij art. 7:658 BW. 6 In beide gevallen dient aansluiting gezocht te worden bij het criterium zoals dat is terug te vinden in het arrest Pollemans/Hoondert (HR 20 september 1996, NJ 1997, 198) en nadien onder andere is herhaald in Van der Wiel/Philips (HR 11 september 1998, NJ 1998, 870). Doorslaggevend is de vraag of de werknemer zich direct voorafgaand aan het ongeval daadwerkelijk bewust is geweest van het roekeloze karakter van zijn gedraging. In het hiervoor besproken Akzo-arrest speelde de vraag of het niet-dragen van de autogordel door de werknemer bewust roekeloos handelen opleverde. Het Hof oordeelde dat dit het geval was. De Hoge Raad achtte dit oordeel echter 6 Zie HR 14 oktober 2005, NJ 2005, 539 (City Tax/E). niet juist. Het Hof had niet mogen concluderen tot bewust roekeloos handelen van de werknemer louter op grond van het feit dat de werknemer een bewuste keuze maakte om de gordel niet te dragen terwijl hij op de hoogte was van de daaraan verbonden risico s. Hiermee staat volgens de Hoge Raad nog niet vast dat de werknemer zich onmiddellijk voorafgaand aan het ongeval daadwerkelijk bewust was van het roekeloze karakter van zijn handelen. In haar conclusie voor het Akzo-arrest gaat de plaatsvervangend PG De Vries Lentsch- Kostense uitgebreid in op de invulling van het begrip bewuste roekeloosheid in de rechtspraak. Een van de aspecten die zij aanroert, betreft de stelplicht en bewijslast die op de werkgever rust. Zij wijst op het arrest Dieteren/Engelen (HR 2 december 2005, JAR 2006, 15) waarin de Hoge Raad heeft geoordeeld dat de werkgever voldaan heeft aan zijn stelplicht met betrekking tot het element bewust nu uit het agressieve rijgedrag van de werknemer naar objectieve maatstaven kon worden afgeleid dat deze zich onmiddellijk voorafgaand aan het ongeval daadwerkelijk bewust was van het roekeloze karakter van dat gedrag. Het ligt volgens de Hoge Raad vervolgens op de weg van de werknemer om feiten en omstandigheden te stellen die, indien nodig, zouden kunnen ontzenuwen dat van een zodanig bewustzijn sprake is geweest. In het geval van de werknemer van Akzo wijst De Vries Lentsch-Kostense er onder meer op dat de werknemer sinds jaren geen gordel droeg op polderachtige wegen, zodat er van een bewuste beslissing die elke keer wordt genomen al lang geen sprake meer was. Bovendien heeft de werknemer het niet-dragen van een gordel juist niet ervaren als roekeloos gedrag doch als een omstandigheid waaraan hij zijn gevoel van veiligheid ontleende. De Vries Lentsch-Kostense voegt hieraan toe dat volgens haar pas gesproken kan worden van daadwerkelijk bewust zijn van het roekeloze karakter van zijn gedraging indien de werknemer zich ervan bewust was dat door zijn gedraging de kans dat schade zou optreden aanzienlijk groter was dan de kans dat dit niet zou gebeuren, maar dat hij zich daardoor niet van die gedraging heeft laten weerhouden.
6 Contact: Derk-Jan van der Kolk Advocaat-partner Houthoff Buruma N.V. E. T. +31 (0) May 2007 Jan Willem Hoekzema Advocaat-counsel Houthoff Buruma N.V. E. T. +31 (0) Kijk op (LJN BB4767 en BB6175) voor de volledige uitspraken. This information is intended to highlight issues for general reference only. It is not comprehensive nor does it constitute legal, tax or financial advice. Any information contained herein is subject to change without notice. This information should not be relied upon in any specific factual or legal situation and does not cover all laws or regulations that may be applicable in all circumstances. You should seek professional advice before making use of any of the information. Houthoff Buruma further gives no warranty as to the accuracy or completeness of this information. No liability whatsoever is accepted by Houthoff Buruma.
Datum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG sector privaatrecht Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus
Nadere informatieNADERE INVULLING WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID VOOR VERKEERSONGEVALLEN VAN WERKNEMERS
NADERE INVULLING WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID VOOR VERKEERSONGEVALLEN VAN WERKNEMERS De heeft in december 2008 wederom drie interessante arresten gewezen inzake werkgeversaansprakelijkheid voor verkeersletsel
Nadere informatieDe verzekerings(on)mogelijkheden van werkgeversaansprakelijkheid
De verzekerings(on)mogelijkheden van werkgeversaansprakelijkheid drs V.G.J. (Vincent) Zwijnenberg 8 april 2010 Onderwerpen 1. De behoorlijke verzekering volgens de Hoge Raad 2. De behoorlijke verzekering
Nadere informatieDe Bont sprak daarop zijn werkgever aan. De rechtbank wees de vordering af omdat het vervoer als woon-werkverkeer gezien werd.
Hoge Raad, 9 augustus 2002 Samenvatting Een bouwvakker, De Bont, reed in zijn eigen auto van huis in Oosterhout, naar de werkplek in Deventer. Een paar collega s reden mee. Door een fout van De Bont sloeg
Nadere informatieHet effect van de Wnra op de schaderegeling. 7 november 2017 mr. J. (Jasper) W.F. Overtoom
Het effect van de Wnra op de schaderegeling 7 november 2017 mr. J. (Jasper) W.F. Overtoom Programma Schade van de ambtenaar Rechtspositionele voorschriften Werkgeversaansprakelijkheid Goed werkgeverschap
Nadere informatieWERKGEVERSAANSPRAKLIJKHEID ARBEIDSONGEVALLEN. Bronneberg Advocaten heet u welkom. Mr. H.F.A. Bronneberg
WERKGEVERSAANSPRAKLIJKHEID ARBEIDSONGEVALLEN Bronneberg Advocaten heet u welkom. Mr. H.F.A. Bronneberg Artikel 7:658 en 7:611 BW risico of schuldaansprakelijkheid?; de wet laat de zorgplicht voor de veiligheid
Nadere informatiehikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: UE VERZ MAR/1217
Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: 4498796 UE VERZ 15-500 MAR/1217 Beschikking van 23 december 2015 hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND inzake [VERZOEKSTER], wonende te Wijk
Nadere informatieHoge Raad, 12 januari 2001
Hoge Raad, 12 januari 2001 Samenvatting Vier bouwvakkers rijden in een busje van de werkgever van Didam naar Amsterdam om werkzaamheden te verrichten aan de Amsterdam Arena. Het busje wordt bij toerbeurt
Nadere informatieUitspraak week 23, auteur: A.J.J.S. Schutte 1
Geen schending zorgplicht bij een val tijdens het volgen van een BHV-cursus (Gerechtshof Amsterdam, 24 mei 2017) Werknemer is op 6 augustus 1977 in dienst getreden bij zijn werkgever. Werknemer vervult
Nadere informatieWerkgeversaansprakelijkheid op grond van artikel 7:685 en 7:611 BW: een overzicht van de stand van zaken (deel 2) P.W.H.M. Willems en K.
Werkgeversaansprakelijkheid op grond van artikel 7:685 en 7:611 BW: een overzicht van de stand van zaken (deel 2) P.W.H.M. Willems en K. Teuben 1 Inleiding In het eerste deel van deze bijdrage is ingegaan
Nadere informatieMagna Charta Digital Law Review Werkgeversaansprakelijkheid: HR 11 November 2011
Mr. A.E. Krispijn advocaat Kennedy Van der Laan Mr. M. Oudenaarden advocaat Kennedy Van der Laan Magna Charta Digital Law Review Werkgeversaansprakelijkheid: HR 11 November 2011 W W W. M A G N A C H A
Nadere informatieNIS-bijeenkomst 17 januari 2013. Herstelcoach Actualiteiten. Arlette Schijns
NIS-bijeenkomst 17 januari 2013 Herstelcoach Actualiteiten Arlette Schijns Wat ga ik met jullie bespreken? Herstelcoach: de juridische inbedding Actualiteiten - Verkeersongevallenjurisprudentie: 7:611
Nadere informatieKluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid
Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Auteur: Mr. T.L.C.W. Noordoven[1] Hoge Raad 23 maart 2012, JAR 2012/110 1.Inleiding Maakt het vanuit het oogpunt
Nadere informatieHoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen?
Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen? Feiten In 2007 vindt een ongeval plaats tussen twee auto s. De ene wordt
Nadere informatieRb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183. Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld
Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183 Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld Auteurs: mr. M. Verheijden en mr. L. Stevens Samenvatting In maart 2009 vindt een
Nadere informatieVoorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid
Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid Mr. Bert Kabel (1) Inleiding In het hedendaagse verkeer komt het regelmatig voor dat verkeersdeelnemers elkaar geen voorrang verlenen. Gelukkig
Nadere informatieHoge Raad der Nederlanden
4 november 2016 Eerste Kamer 15/00920 LZ/IF Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: tegen STICHTING PENSIOENFONDS PERSONEELSDIENSTEN, gevestigd te Amsterdam, VOOR VERWEERSTER in cassatie, advocaat:
Nadere informatieVerplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM
Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Mr. Z. Kasim 1 HR 13 juli 2007, nr. C05/331, LJN BA231 Verplichte deelneming pensioenfonds, criteria arbeidsovereenkomst BW artikel 7: 610, artikel
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-123 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M. van Pelt, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-123 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M. van Pelt, secretaris) Klacht ontvangen op : 12 augustus 2015 Ingesteld door : Consument Tegen
Nadere informatieLWV Voorprogramma. Het nieuwe werken. Rob Brouwer, 8 mei 2012. Voor de inhoud van deze presentatie, wordt geen aansprakelijkheid aanvaard
LWV Voorprogramma Het nieuwe werken Rob Brouwer, 8 mei 2012 1 Het nieuwe werken Ontwikkelingen > Hoger opgeleid > Deeltijd > Thuiswerken > Work/life balance > Andere eisen aan het werk 2 Het nieuwe werken
Nadere informatie11-11-11, de Hoge Raad en 7:611
11-11-11, de Hoge Raad en 7:611 Duidelijk, maar onvermijdelijk arbitrair M e v r o u w m r. A. K r i s p i j n * Het gebruik van artikel 7:611 Burgerlijk Wetboek (BW) als grondslag voor werkgeversaansprakelijkheid
Nadere informatieAegon Schadeverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-382 d.d. 20 oktober 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en drs. L.B. Lauwaars RA, leden en mr. F.E. Uijleman, secretaris)
Nadere informatieDirectoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving
ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie
ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 20-06-2008 Datum publicatie 20-06-2008 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/041HR
Nadere informatieJAR 2012/33 27-12-2011, 200.065.076/01, LJN BU9564
Informatie 2012 afl. 2 Gerechtshof Amsterdam 27 december 2011 200.065.076/01 LJN BU9564 mr. Kingma mr. Smit mr. Van der Kwaak Appellant te (...), appellant, advocaat: mr. W.A. van Veen te Utrecht, tegen
Nadere informatieHet verstrekken van referenties na einde dienstverband; goed ex-werkgeverschap vereist?
Laura Gringhuis Advocaat Het verstrekken van referenties na einde dienstverband; goed ex-werkgeverschap vereist? Belastingrecht 28 september 2018 Het opgeven van oud-werkgevers als referent en het verstrekken
Nadere informatie: London General Insurance Cy. Ltd, gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Verzekeraar
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-719 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen, mr. J.S.W. Holtrop, leden en mr. A. Westerveld, secretaris) Klacht ontvangen
Nadere informatieDe werkgeveraansprakelijkheid ex artikel 7:611 BW
De werkgeveraansprakelijkheid ex artikel 7:611 BW Demi Al Studentnummer: 10309179 Scriptiebegeleider: de heer A.V.T. de Bie 2013-2014 Nieuwe Zijds Burgwal 34C 1141 TE Monnickendam t 06-285 329 50 e-mail
Nadere informatieSCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG
SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 05/16 Bindend advies in de zaak van: A., wonende te Z., eiser, gemachtigde: mr. Th.F.M. Pothof tegen De Stichting B., gevestigd te IJ., verweerster, gemachtigde:
Nadere informatieHof van Cassatie van België
31 MAART 2014 S.13.0113.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.13.0113.F VIVIUM nv, Mr. van Eeckhoutte, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen B. S. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep
Nadere informatiede naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-205 d.d. 19 mei 2014 (mr. C.E. du Perron, voorzitter, drs. L.B. Lauwaars RA en R.H.G. Mijné, leden en mr. I.M.M. Vermeer, secretaris) Samenvatting
Nadere informatieAmerikaanse toestanden? mr. Mirjam Snel-de Kroon Deventer, 25 april 2012
Amerikaanse toestanden? mr. Mirjam Snel-de Kroon Deventer, 25 april 2012 Amerikaanse toestanden? Claimcultuur, het maar raak claimen? Ook in Nederland toenemend claimbewustzijn bij burgers en bedrijven.
Nadere informatie: verzekering, doorlopende zorgplicht
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-248 (mr. C.E. du Perron, voorzitter, mr. B.F. Keulen en drs. L.B. Lauwaars RA, leden, en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Klacht ontvangen
Nadere informatieWerkgeversaansprakelijkheid voor ongevallen en de functie van 7:611 BW
Werkgeversaansprakelijkheid voor ongevallen en de functie van 7:611 BW Foto: Gelrenieuws.nl Open Universiteit Master Rechtsgeleerdheid Simon van Well Studentnummer 839133805 Datum: 23 juni 2013 Hoofdstuk
Nadere informatieDE ZORGPLICHT VAN DE VERZEKERAAR
DE ZORGPLICHT VAN DE VERZEKERAAR Aruba, 10 oktober 2018 1. TER INGELEIDE Op 11 september 2018 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een interessant arrest gewezen waarbij de zorgplicht van de verzekeraar
Nadere informatieUitspraak 24 juni 2011 Eerste Kamer 10/00078 EV/MD. Hoge Raad der Nederlanden. Arrest. in de zaak van:
LJN: BP9897, Hoge Raad, 10/00078 Arbeidsrecht. Arbeidsongeval. Stelplicht en bewijslast onder art. 7:658 BW. Ook als de werknemer die heeft nagelaten een handeling te verrichten om een veiligheidsvoorziening
Nadere informatieMonuta Verzekeringen N.V, gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen: Aangeslotene,
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-267 d.d. 4 september 2013 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. B.F. Keulen, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting
Nadere informatieDe Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 5 maart 2012.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-122 d.d. 17 april 2012 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting Reisverzekering, toepasselijkheid verzekeringsvoorwaarden,
Nadere informatieCiviele Procespraktijk
Civiele Procespraktijk Nr. 14 januari 2011 De volgende onderwerpen worden behandeld: Uitleg opstalrecht op grond van notariële akte Verrekening van voordeel Aanvaarding rechtsstrijd Klachtplicht Risicoaansprakelijkheid
Nadere informatieWerkgeversaansprakelijkheid FiDiZ
27 januari 2010 Werkgeversaansprakelijkheid FiDiZ Chris van Dijk Werkgeversaansprakelijkheid: algemeen Artikel 7:658 BW Art. 7:658 lid 1: inhoud zorgplicht werkgever: lokalen, werktuigen en gereedschappen
Nadere informatieDe Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 41 d.d. 22 februari 2011 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, mw. mr. E.M. Dil-Stork en prof. mr. M.L. Hendrikse) Samenvatting Natura-uitvaartverzekering.
Nadere informatieNIEUWSBRIEF. Nineyardslaw/sectie arbeidsrecht
Februari 2019 Jaargang 3, nummer 2 NIEUWSBRIEF Artikelen Werkgever verplicht tot opzegging slapend dienstverband met transitievergoeding WAB aangenomen door Tweede Kamer Vaststelling hoogte billijke vergoeding
Nadere informatieDe vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem
De vaststellingsovereenkomst Prof. mr dr Edwin van Wechem Wat is een vaststellingsovereenkomst? Artikel 7:900 BW Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van
Nadere informatieVergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag
RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.G. Rosenquist Msc, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-631 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.G. Rosenquist Msc, secretaris) Klacht ontvangen op : 16 januari 2017 Ingediend door
Nadere informatieSamenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-548 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen, mr. J.S.W. Holtrop, leden en mr. C.J.M. Veltmaat, secretaris) Klacht ontvangen
Nadere informatieWERKGEVERS- AANSPRAKELIJKHEID
WERKGEVERS- AANSPRAKELIJKHEID door Mariken Peters sectie aansprakelijkheid, verzekeringen en (letsel)schade STELLING 1 Als de werknemer een arbeidsongeval op de werkplek overkomt, is de werkgever altijd
Nadere informatiede naamloze vennootschap Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-278 d.d. 18 juli 2014 (mr. C.E. du Perron, voorzitter en mr. M.M.C. Oyen, secretaris) Samenvatting Volgens de Commissie is het gedrag van
Nadere informatieInstantie. Onderwerp. Datum
Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Overeenkomst - Bestanddelen - Toestemming - Gebrek - Geweld - Morele dwang - Gebrekkige wil - Voorwaarde - Artt. 1109 en 1112, BW Datum 23 maart 1998 Copyright and
Nadere informatieZorgplicht over de landsgrenzen voor uw internationaal opererende werknemers: een juridisch perspectief
Zorgplicht over de landsgrenzen voor uw internationaal opererende werknemers: een juridisch perspectief 1. Inleiding Steeds vaker breiden bedrijven uit naar nieuwe markten in alle delen van de wereld zelfs
Nadere informatieOnrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid.
Annotatie bij HR 27-02-2009, C07/168HR, LJN BG6445 Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid. [BW art. 6:162] Een gefailleerde natuurlijke persoon heeft de eigendom
Nadere informatieRolnummer 2652. Arrest nr. 86/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T
Rolnummer 2652 Arrest nr. 86/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 4, 1, van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering
Nadere informatieHof van Cassatie van België
30 JUNI 2011 C.10.0490.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0490.F STAD LA LOUVIÈRE, Mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen B.M., I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep
Nadere informatieMEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten,
Vonnis RECHTBANK LEEUWARDEN Sector kanton Locatie Heerenveen zaak-/rolnummer: 371218 CV EXPL i 1-5231 vonnis van de kantonrechter d.d. 14 maart 2012 inzake X wonende te eiser. procederende met toevoeging.
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-247 (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. J.S.W. Holtrop, mr. B.F. Keulen, leden en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Klacht ontvangen
Nadere informatieDe ZZP er in het verkeer. VNAB beursdag Dinsdag 20 maart 2018 Chris Banis
De ZZP er in het verkeer VNAB beursdag Dinsdag 20 maart 2018 Chris Banis en de (mogelijke) noodzaak van de SVI Stelling: Een ZZP er die als bestuurder van een voertuig van zijn opdrachtgever een eenzijdig
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 52 d.d. 14 juli 2009 (mr R.J. Verschoof, voorzitter, mr drs M.L. Hendrikse en mr M.M. Mendel) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming
Nadere informatieHof van Cassatie van België
19 JUNI 2015 C.14.0403.N C.14.0474.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest I Nr. C.14.0403.N VLAAMSE VERVOERMAATSCHAPPIJ DE LIJN, met zetel te 2800 Mechelen, Motstraat 20, eiseres, vertegenwoordigd door
Nadere informatieSamenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-373 d.d. 9 oktober 2014 (mr. P.A. Offers, prof. mr. E.H. Hondius en drs. W. Dullemond, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting
Nadere informatieSchadevergoeding en goed werkgeverschap. over het gat in de aansprakelijkheidsregel. van het arbeidsrecht
Schadevergoeding en goed werkgeverschap: over het gat in de aansprakelijkheidsregel ing van het arbeidsrecht G.J.J. Heerma van Voss 1 40 Voordracht ter gelegenheid van het Tiende Nationaal ArbeidsRecht
Nadere informatieSymposium Omkering van bewijslast. 27 oktober 2017 Rotterdam Studiekring Normatieve Uitleg
Symposium Omkering van bewijslast 27 oktober 2017 Rotterdam Studiekring Normatieve Uitleg Wettelijk vermoeden en omkering van de bewijslast Daan Asser 1 1. Feiten en recht Rechtsfeit is het feit of het
Nadere informatieHoge Raad 18-09-1998, BJN 101933, (Van Doorn/NBM)
Uittreksels Jurisprudentie rechtspraak UJA_101933, PDF gemaakt voor UJA-Nummer Instantie UJA_101933 Hoge Raad datum 18-09-1998 wetsartikelen Art. 7A:1638 oud-bw (thans art. 7:658 BW) Hoge Raad 18-09-1998,
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. Z. Bonoo, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-134 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. Z. Bonoo, secretaris) Klacht ontvangen op : 13 juli 2016 Ingediend door : Consument Tegen
Nadere informatieRAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.0156 (004.05) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen
Nadere informatieArtikel 185 WW. Spoorboekje
Artikel 185 WW Spoorboekje Wanneer is art. 185 WVW van toepassing? Er moet aan een aantal voorwaarden zijn voldaan wil art. 185 WVW van toepassing zijn. Allereerst zal er sprake moeten zijn van een ongeval
Nadere informatieClaimsafhandeling in polisclausules. Pieter Leerink ACIS-symposium 29 november 2013
Claimsafhandeling in polisclausules Pieter Leerink ACIS-symposium 29 november 2013 Agenda Schaderegelingsclausule Algemene opmerkingen Brandverzekering Arbeidsongeschiktheidsverzekering Aansprakelijkheidsverzekering
Nadere informatiea.s.r. Verkeersschadeverzekering voor werknemers
a.s.r. Verkeersschadeverzekering voor werknemers Waarom hebt u een a.s.r. Verkeersschadeverzekering voor werknemers nodig? Een belangrijke uitsluiting op de aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven
Nadere informatieDe Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 42 d.d. 22 februari 2011 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, mw. mr. E.M. Dil-Stork en prof.mr. M.L. Hendrikse) Samenvatting Autoverzekering. Verzwijging
Nadere informatieDe Commissie stelt vast dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening 2018-660 (mr. B.F. Keulen en mr. A.M.S. Westenbrink, secretaris) Klacht ontvangen op : 29 maart 2018 Ingediend door : Consument Tegen : Achmea Schadeverzekeringen
Nadere informatieTUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK in de zaak nr. [nummer] mevrouw [naam klaagster], hierna te noemen klaagster,
TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK 18-015 in de zaak nr. [nummer] ingediend door: met betrekking tot: mevrouw [naam klaagster], hierna te noemen klaagster, [naam aangeslotene
Nadere informatieZaaknummers: 1332071 VZ VERZ 12-2042 1339421 VZ VERZ 12-29691. beschikking ex artikel 1019w Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in
Zaaknummers: 1332071 VZ VERZ 12-2042 1339421 VZ VERZ 12-29691 beschikking RECHTBANK ROTTERDAM Sector kanton Locatie Rotterdam zaaknummers: 1332071 VZ VERZ 12-2042 1339421 VZ VERZ 12-2969 uitspraak: 21
Nadere informatieIs het BYOD concept wenselijk voor werkgever en werknemer?
Universiteit Utrecht Paper voor het vak informatietechnologie & recht Is het BYOD concept wenselijk voor werkgever en werknemer? Auteur: Nick Verboom Docenten: Tina van de Linde Studentnummer: 3844870
Nadere informatieRelevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996
RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 Relevante feiten Als kaderlid van M heeft eerste eiser in 1993 aandelenopties verkregen op aandelen
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (door mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. M.B. Beunders, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2017-490 (door mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. M.B. Beunders, secretaris) Klacht ontvangen op : 31 januari 2017 Ingediend door : Consument
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 129 d.d. 17 mei 2011 (mr. C.E. du Perron, voorzitter en mr. F.E. Uijleman, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 129 d.d. 17 mei 2011 (mr. C.E. du Perron, voorzitter en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting De auto van Consument is beschadigd geraakt
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. C.A. Koopman, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-299 (voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. C.A. Koopman, secretaris) Klacht ontvangen op : 5 februari 2015 Ingesteld door : Consument
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. I.M.L. Venker, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-149 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Klacht ontvangen op : 24 augustus 2018 Ingediend door : Consument Tegen
Nadere informatie1.3 Tussenpersoon heeft het beroep bestreden bij een op 13 juli 2012 bij de Beroepscommissie binnengekomen verweerschrift.
Uitspraak Commissie van Beroep 2012-17 d.d. 11 september 2012 (prof. mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, mr. F.H.J. Mijnssen en mr. J.B.M.M. Wuisman, leden, en mr. M.J. Drijftholt,
Nadere informatieBURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST
BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST 1) Omschrijving van de arbeidsovereenkomst Artikel 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten
Nadere informatieEdèlhoogachtbare Heer/Vrouwe,
Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe, X Z (belanghebbende), \ beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 4 juli 2013. Bij brief van 11 oktober 2013 heeft de griffier mij
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 102 d.d. 2 november 2009 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en drs. A.I.M. Kool) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-262 d.d. 17 september 2012 (prof. mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr. drs. D.J. Olthoff,
Nadere informatieDe goede werkgever. G.J.J. Heerma van Voss Leiden Vereniging voor arbeidsrecht - 26 mei 2011. Leiden University. The university to discover.
Programma 13.30 uur ontvangst 14.00 uur opening prof. mr. W. (Willem) Bouwens 14.05 uur prof. mr. E. (Evert) Verhulp 14.15 uur prof. mr. G. (Guus) Heerma van Voss 15.00 uur stellingen 15.30 uur pauze 16.00
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550
ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 15-06-2009 Datum publicatie 06-07-2009 Zaaknummer AWB 08/5874 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 88 d.d. 11 april 2011 (prof. mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en prof. mr. M.L. Hendrikse, leden, mr. F.E. Uijleman, secretaris)
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. M. Veldhuis, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-239 (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. M. Veldhuis, secretaris) Klacht ontvangen op : 22 februari 2017 Ingediend door : Consument
Nadere informatie6 Samenloop van artikel 7:611 BW en artikel 7:658 BW
6 Samenloop van artikel 7:611 BW en artikel 7:658 BW Y.L.L.A.M. Delfos-Roy 1 INLEIDING Wanneer een werknemer schade lijdt in de uitoefening van zijn werkzaamheden, is zijn werkgever daarvoor onder omstandigheden
Nadere informatie: Nationale Nederlanden Schadeverzekering Mij. N.V., gevestigd te Den Haag, verder te noemen Verzekeraar
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-335 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, mr. C.E. du Perron, mr. M.L. Hendrikse en mr. A. Westerveld, secretaris) Klacht ontvangen op : 23 december
Nadere informatieNews Update Labour & Employment
In deze News Update: Klik op de titel om door te gaan naar het hele artikel Uitsluiting van een OR lid mogelijk?... 1 Bij afwijken wettelijke opzegtermijn werknemer automatisch langere opzegtermijn werkgever?...
Nadere informatieAansprakelijkheid bij Arbeidsongevallen
Congres Veiligheid & Toezicht 10 november 2014 Aansprakelijkheid bij Arbeidsongevallen Mr. E.H. de Joode Inleiding Veiligheid & Toezicht Op de werkvloer Ondergeschiktheid werknemer Zorgplicht werkgever
Nadere informatieHof van Cassatie van België
13 JUNI 2005 S.04.0109.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.04.0109.N.- B. J., eiser, vertegenwoordigd door Mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1000 Brussel,
Nadere informatieABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-295 d.d. 25 oktober 2013 (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. W.F.C. Baars en mr. W.H.G.A. Filott mpf, leden en mevrouw mr. L.T.A.
Nadere informatiede naamloze vennootschap Interbank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-242 d.d. 29 juli 2013 (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. A.M.T. Wigger en mr. J.Th. de Wit, leden en mevrouw mr. F. Faes, secretaris)
Nadere informatieDe Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-765 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. dr. S.O.H. Bakkerus en mr. E.C. Ruinaard, leden en mr. M. Veldhuis, secretaris) Klacht ontvangen
Nadere informatieDAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-287 d.d. 28 juli 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, drs. W. Dullemond en mr. B.F. Keulen, leden en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Samenvatting
Nadere informatieeerder gepubliceerd in Jurisprudentie Aansprakelijkheid 2006/1, nr. 12, p. 130-133
W.H. van Boom, Annotatie bij HR 2-12-2005, C04/353HR eerder gepubliceerd in Jurisprudentie Aansprakelijkheid 2006/1, nr. 12, p. 130-133 Plaatsbepaling Letsel- en en zaakschade van de werknemer, opgelopen
Nadere informatiede besloten vennootschap Van de Burgwal Financieel Adviesbureau B.V., gevestigd te Amersfoort, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-252 d.d. 30 juni 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mevrouw M.M.C. Oyen, secretaris) Samenvatting De Commissie stelt vast dat de verzekering
Nadere informatieHof van Cassatie van België
10 SEPTEMBER 2007 S.07.0003.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.07.0003.F A. T., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN LUIK.
Nadere informatieHet criterium van de redelijk handelend verzekeraar. Nu5g hulpmiddel of belemmering bij verzwijgingszaken?
Het criterium van de redelijk handelend verzekeraar. Nu5g hulpmiddel of belemmering bij verzwijgingszaken? K. Engel, LLM, BA ACIS Symposium 20 maart 2015 Inleiding (1/2) Inleiding verzwijging. Oud recht:
Nadere informatie