STATEN. Postadres Provinciehuis Postbus LP Den Haag T Leden van commissie Verkeer en Milieu

Transcriptie

1 STATEN Lid Gedeputeerde Staten I.G.M. de Bondt Contact Postadres Provinciehuis Postbus LP Den Haag T Leden van commissie Verkeer en Milieu Datum Ons kenmerk Uw kenmerk Bijiagen 1 Onderwerp Aanvulling op toegezonden antwoorden n.a.v. vragen commissievergadering 23 november. Geachte tieer/mevrouw, Tijdens de commissievergadering van 23 november heb ik toegezegd een aantal vragen (zie besluitenlijst 23 november) te beantwoorden voor de eerstvolgende commissievergadering. Deze vragen gingen o.a. over de voorgeschiedenis NWO, gevolgen voor het Ketheiplein, aanlegtijd van een NWO en de geraamde kosten van de Oranjetunnel. Voorafgaand aan de PS vergadering van 14 december zijn de toegezegde antwoorden van de projectorganisatie NWO aan u verzonden. Tijdens de commissievergadering zijn er echter meer vragen gesteld waarop geen antwoord was toegezegd. Ter volledigheid zend ik u hierbij deze antwoorden toe. Hoogachtend, Bezoekadres Zuid-Hollandplein AW Den Haag Trams 8 en 9 en bussen 16.22,65 stoppen dichtbij het provinciehuis Vanaf station Den Haag CS is he! Üen minuten lopeti. De par1(eemiimte voor atilos IS beperkt. levrouw I.G.M. de Bondt Bijlagen:

2 m. J IHx^k 0"s kenmerk p^^^^'^j'^jj HOLLAND 1. Leidt de aanleg van een van de varianten tot aanpassingen en daarmee kosten van het provinciale wegennet c.q. raakt ons maatschappelijk gewenste effect van 47km per uur in de spits op provinciale wegen? Uit de verkeerscijfers van het project NWO blijkt dat de aanleg van de Blankenburgtunnel voornamelijk effecten geeft op het hoofdwegennet (A4, Al 5 en A20). Er zijn een paar significante effecten op het onderliggend provinciaal wegennet zowel in het hoge als het lage economische groeiscenario. De N218 Geervliet - Spijkenisse (-30% tot -35%) en de N494 Nieuweweg - Groene Kruisweg (-35% tot -50%), de Hartelbrug (-17% tot -23%) worden ontlast wat ten gunste kan komen van de gemiddelde snelheid. Het verkeer op N213 (+5%) bij Westeriee neemt iets toe. Hierdoor komt het gewenste maatschappelijke effect van 47 km/u in de spits niet in het geding. Aanpassing van provinciale wegen als gevolg van de aanleg van de Blankenburgtunnel is dus op basis van de huidige rapporten niet aan de orde. De aanleg van de Oranjetunnel geeft volgens de projectstudies NWO, naast effecten op het hoofdwegennet, enkele significante effecten op het provinciale wegennet. De Oranjetunnel geeft daarbij geen noemenswaardige ontlasting van provinciale wegen. Uitgedrukt in cijfers geeft de Oranjetunnel significante verkeerstoenames (in het lage en hoge economische groeiscenario) op de N213 bij Westeriee (+20%), N222 verlengde Veilingroute (+28 tot +80%), N222 bestaande gedeelte Veilingroute (+9 tot 22%) en N223 Woudseweg (+35%). Het is mogelijk dat door de Oranjetunnel de gemiddelde snelheid op deze provinciale wegen zal dalen. De huidige studies geven aan dat de effecten beperkt zijn en aanpassingen niet noodzakelijk zijn. 2. Waarom is de verbreding en opwaardering van de Veilingroute niet meegenomen in het onderzoek? In het verkeersonderzoek zijn naast de effecten van een NWO op het hoofdwegennet ook de effecten in kaart gebracht op het onderliggend wegennet. De Veilingroute en andere provinciale wegen zijn dus meegenomen in het onderzoek. In de Plan-MER concludeert de projectorganisatie op blz. 39 dat de Blankenburgverbinding een marginale invloed heeft op de Veilingroute (zie vorig antwoord). De Oranjetunnel leidt tot een beperkte verslechtering van de doorstroomsnelheid op de Veilingroute. Uit de huidige studies blijkt niet dat verbreding en/of opwaardering noodzakelijk is. 3. Wat zijn de effecten van de Oranjetunnel op de Greenport Westland en een eventuele verschuiving van de Greenport in Zuidelijke richting? Een NWO leidt tot een betere bereikbaarheid van het Westland, doordat de Beneluxverbinding wordt ontlast. Zowel de Oranjetunnel als de Blankenburgtunnel dragen bij een een betere bereikbaarheid van de Greenport. Beiden geven het Westland een extra verbinding en daarmee een verminderde kwetsbaarheid bij een calamiteit op de A20 ofde A4. De reistijd op het traject Westeriee - Maasvlakte gaat door beide tunnels omlaag, maar tets meer met een Oranjetunnel. De reistijd van Westeriee richting het Zuiden gaat ook eveneens omlaag maar verschilt niet voor beide tunnels.

3 Ons kenmerk p^r"^"^ HOLLAND De Oranjetunnel geeft echter een grotere verkeersdruk op de wegen in het Westland waardoor de reistijden naar het noorden (Den Haag, A4) toenemen. De Blankenburgtunnel geeft een toename van verkeer op de A20 met als gevolg reistijdverlies richting het oosten Westeriee - Terbregseplein. De Oranjetunnel betekent een nieuwe directe verbinding (en kortere reistijden) tussen Den Haag/het Westland en de MaasvlakteA/oorne-Putten. Dit heeft mogelijk gevolgen voor de grondprijzen en de huidige functies van het Westland en Voorne. Zo is het denkbaar dat met een Oranjetunnel op termijn functiewijzigingen optreden die momenteel niet passen binnen de Provinciale Structuurvisie. Zo zal het Westland aantrekkelijker worden voor woningbouw (voor werknemers Maasvlakte) wat ten koste zal gaan van het glasareaal en de Greenport, Daarnaast zal de druk toenemen om glastuinbouw uit te breiden of uit te plaatsen richting Voome-Putten. 4. Wat betekent een Blankenburg variant voor het MD gebied? De Blankenburgtunnel loopt door de Aalkeetpolder tussen gemeenten Maassluis en Vlaardingen. Deze polder ondervindt dus direct schade (doorsnijdingen recreatiegebied, cultuurerfgoed en natuur) van een tunnel. Hier ligt een inpassingsopgave om de schade te beperken/mitigeren, dit is verwoord in het regionaal bestuurlijk advies aan de Minister. De Minister heeft gekozen voor de variant Krabbeplas-West. Deze is van alle Blankenburg varianten volgens het regionaal bestuurlijk advies het beste in te passen. De variant Oost is langer en neemt meer ruimte in. Hij ligt ook dichter bij de bebouwing van Vlaardingen (met gevolgen voor geluidsbelasting en luchtkwaliteit) en doorsnijdt een aantal recreatiegebieden dusdanig dat de afgesneden gebieden te klein zijn om nog te kunnen functioneren. Deze variant heeft een verdiepte ligging tussen de tunnelmond en de A20 waarbij de spoorlijn en Zuidbuurt onderlangs worden gekruist. De Middendoor variant is 100 min. goedkoper maar heeft siechts een gedeeltelijk verdiepte ligging, deze loopt over de spoorlijn in plaats van eronder door. De Minister heeft daarbij indirect al 100 min. gereserveerd voor inpassing. Daarbij heeft zij conform het regionaal bestuurlijk advies een financiële reservering gemaakt voor een onderlangse aansluiting op de A20 (kosten circa 50 min.). Daarnaast heeft zij nog 25 min. ter beschikking voor bovenwettelijke maatregelen (bijvoorbeeld een overkluizing ter hoogte van de Zuidbuurt) voor het geval blijkt dat binnen de scope van het project maatregelen nodig zijn die als verantwoordelijkheid van het Rijk aan te merken zijn. GS hechten veel waarde aan de standpunten van de regiogemeenten nabij de Blankenburgtunnel zoals Maassluis, Vlaardingen, Midden-Delfland en Schiedam. Deze gemeenten hebben aangegeven dat mocht de Minister kiezen voor de aanleg van een Blankenburgtunnel dat zij een voorkeur hebben voor de variant Krabbeplas-West. 5. Welke variant levert de minste verstoring op aan inwoners op het niveau van Zuid- Holland? De normwaarden wat betreft luchtkwaliteit (N02 en PMIO) worden bij zowel de Oranjetunnelvarianten als de Blankenburgtunnelvarianten ter plaatse van woonbebouwing of andere gevoelige bestemmingen niet overschreden. Bij de tunnelmonden zijn de waarden lokaal 3/3

4 Ons kenmerk P^^^^^j^jJ HOLLAND wel boven hoger dan de norm; dit gebied is bij de Oranjetunnel kleiner dan bij de Blankenburgtunnel. Dit is echter toegestaan, omdat er geen woonbebouwing of gevoelige bestemmingen rondom de tunnelmond zijn. Bij de verdere uitwerking door de projectorganisatie NWO zal in de fase van OTB/MER opnieuw naar luchtkwaliteit gekeken worden. Bij de Oranjetunnelvarianten neemt het totale aantal woningen dat boven de geluidsnormen zit af. Bij de Blankenburgtunnel neemt het tolale aantal woningen toe, het minst bij de variant Krabbeplas-West. De Minister heeft aangegeven om de benodigde investeringen te doen op het gebied van lucht en geluid (zoals 2-laags ZOAB, geluidsschermen/wallen), dit zal worden onderzocht ln de OTB/MER fase (tracébesluit). 6. Welke kansen geven beide varianten voor de beste economische ontwikkeling? De aanleg van een NWO heeft positieve effecten voor de regionale economie: o Door een betere bereikbaarheid en betrouwbaarheid van het vervoersnetwerk; o Voor het arbeidsmarktbereik biedt het een ontsluiting naar het noorden en een ontlasting van de huidige verbindingen naar de haven; o Door de kortere reistijden voor het woon-werkverkeer ontstaat een betere match op de arbeidsmarkt (vraag en aanbod). Een Blankenburgtunnel levert een grotere bijdrage aan het goed functioneren van het hoofdwegennet rondom Rotterdam (A4 en Al 5) dan een Oranjetunnel. Zo ontlast zij de Beneluxcorridor dusdanig dat deze een goede doorstroming kent in Ook de Al 5 als belangrijkste ontsluitingsweg van de Haven wordt ontlast. Hierdoor wordt het Botlekgebied en het Oostelijk gedeelte van de haven beter bereikbaar. Een Blankenburgtunnel geeft daarmee een beduidend grotere impuls aan het economisch functioneren van Mainport, Greenport en van de concurrentiepositie van de Zuidvleugel als geheel. De Oranjetunnel betekent een nieuwe directe verbinding (en kortere reistijden) tussen Den Haag/het Westland en de Maasvlakte/Voorne-Putten. Deze tunnel bedient de huidige stromen minder en ontlast daarom de A4 Beneluxcorridor en de Al 5 veel minder. De Oranjetunnel bedient vooral nieuw verkeer, zo wordt vooral de Maasvlakte beter bereikbaar voor werkverkeer uit de richting Den Haag. Op basis hiervan heeft het grootste gedeelte van het bedrijfsleven zoals het Havenbedrijf, VNO-NCW, TLN-EVO, LTO Noord en ondernemers Voorne-Putten een voorkeur voor de Blankenburgtunnel. 7. Duidelijkheid over de financiële aspecten. In zijn algemeenheid, maar ook welk rijksgeld beschikbaar is voor de Inpassing buiten het technisch aanleggen. Het Rijk stelt vooralsnog een bedrag beschikbaar van ten hoogste 1,2 miljard euro (incl. btw, prijspeil 2011). Hierbij wordt ingezet op een opbrengst van 300 min. euro door tolheffing. De huidige kostenraming van de variant Krabbeplas-West ligt op 1,0-1,4 mid. euro. Deze variant Krabbeplas-West ligt verdiept, wat een inpassingmaatregel is t.o.v. een weg op maaiveld. Hoeveel extra geld de verdiepte ligging kost Lo.v. een maaiveldligging ls niet duidelijk omdat van de Krabbeplas-West geen maaiveldligging ls geraamd. 4/4

5 Ons kenmerk P^ ^"j^jj HOLLAND Vanwege de landschappelijke kwaliteit van het gebied heeft het tracé Krabbeplas-West de voorkeur boven het tracé Middendoor. Het tracé Krabbeplas-West kost door de geheel verdiepte ligging en iets grotere lengte circa 100 min. euro meer dan het tracé Middendoor (zie antwoord vraag 4). Het Rijk is bereid om deze meerkosten van 100 min. en een verlaagde aansluiting bij de A20 van circa 50 min. euro te betalen. Daarnaast zullen de benodigde wettelijke maatregelen genomen worden met betrekking tot luchtkwaliteit en geluid. Ook heeft de Minister 25 min. gereserveerd voor bovenwettelijke maatregelen (bijvoorbeeld een overkluizing ter hoogte van de Zuidbuurt) voor het geval blijkt dat binnen de scope van het project maatregelen nodig zijn die ais ve sntwoordelijkheid van het Rijk aan te merken zijn. In nader overieg zal bepaald worden waar dit bedrag voor gebruikt wordt. Het ls denkbaar dat de regio Inclusief provincie gevraagd zal worden een financiële bijdrage te leveren voor bovenwettelijke maatregelen zoals een overkluizing, dit ls nog niet in het MPI venwerkt Alle bovengenoemde maatregelen. Inclusief de verdiepte ligging, moeten binnen de beschikbaar gestelde 1,2 miljard euro bekostigd worden. Welke variant levert de minste natuurschade? Waar wordt de natuurschade gecompenseerd? Qua natuur geven de Oranjetunnelvarianten een beperkt effect (geluid) op het Natura2000 gebied Staelduinse bos. De Blankenburgvahanten hebben vooral een effect op de Rietputten (EHS) en weidevogelgebied. De voorkeursvariant de Minister en regiobestuurders, Krabbeplas-West, doorsnijdt de Rietputten, onderdeel van de provinciale EHS. Op grond van het provinciale compensatiebeginsel dient de natuurschade te worden gecompenseerd, waar dit zal gebeuren is nog niet duidelijk. Er mag vanuit worden gegaan dat deze compensatie onderdeel wordt van de projectscope. Hoe maakt de NWO deel uit van het totaalplan voor 2040 dat wordt gevormd door A13/A16, A4 Midden-Delfland, verbreding A15 en waarschijnlijk ook verbreding van de A20 bij het Gouwe-aquaduct? Kan ervan worden uitgegaan dat deze andere deelplannen worden uitgevoerd? De NWO komt voort uit het Masterplan Rotterdam Vooruit waarin de leidende ruimtelijke- en mobiliteitsontwikkeiingen en ambities staan beschreven. Zo is er onder meer rekening gehouden met de realisatie van de A4 Delft-Schiedam (tracébesluit genomen najaar 2010), Al 5 Maasvlakte-Vaanplein (uitvoering ), A13 - A16 (start OTB fase ln 2012) en 3 in-1 project o.a. veriengde Vellingroute (uitvoering ). Het 3-in1 projecten Al 5 Maasvlakte- Vaanplein zijn al in uitvoering, De A4 Delft-Schiedam is Inmiddels aanbesteed en voor de A13- A16 is er overstemming tussen Rijk en stadsregio Rotterdam over een verder uit te werken voorkeurstracé. Met de A20-Oost is nog geen rekening gehouden omdat uitvoering nog niet zeker was. Dit project is wel onderdeel van het, ln het BO-MIRT van voorjaar van 2011 afgesproken. Top 5 berelkbaarheldspakket voor de Zuidvleugel. De A4 Passage Poorten en Inprikkers behoort ook tot de Top 5 en hiervoor heeft de Minister parallel aan de NWO een voorkeur bepaald. 5/5

6 rjckni Oris kenn^rv P^^"^"j^ 5 HOLLAND Neemt de congestie van de A20 in oostelijke richting door de Blankenburgtunnel fors toe? Wetke maatregelen stelt de gedeputeerde voor ter verbetering van de bereikbaarheid op dit gedeelte van de snelwegen rond Rotterdam. In de Plan-MER (beschikbaar op v>ww.proiectnwo.nl/documenten) staat op bladzijde 39 dat de verkeerstoename op de A20 door een Blankenburgtunnel ln het hoge groeiscenario significant is. Voor het lage scenario ls de verkeerstoename beperkter. Op de wegvakken Blankenburgtunnel - Vlaardingen West - Vlaardingen wordt dit opgevangen door een extra rijstrook in belde richtingen (van 2x2 naar 2x3). Dit is onderdeel van dit alternatief en geeft een goede doorstroming op dit gedeelte van de A20. Verderop tussen Vlaardingen en Schiedam Centrum leidt het extra aanbod ( voertuigen per etmaal) in het hoogste groeiscenario tot dagelijkse files op dit ln de referentiesituatie al drukke wegvak. Ook in laag groeiscenario is er kans op file, dit ls een aandachtspunt bij de verdere uitwerking. In de MER zijn de effecten voor natuur, landschap, recreatie en leefomgeving niet goed in de cijfers meegenomen. Wat zijn bijvoorbeeld de verschillen In geluidsoverlast? In de Plan-MER (beschikbaar op wwrw.prolectnwo.nl/documenten) zijn de natuur- en milieueffecten zoals luchtkwaliteit, geluid, externe veiligheid, natuur etc. in hoofdstuk 6 zover mogelijk kwantitatief beschreven. Zo is bijvoorbeeld op pagina 45 en 46 te lezen wat per variant de gevolgen zijn voor geluidsoveriast Qua geluid geven de Blankenburgvarianten gemiddeld een toename van het aantal woningen boven de wettelijke normen van 48 en 58 db en de Oranjetunnelvarianten een afname. De Minister heeft aangegeven dat het Rijk binnen de scope van het project de benodigde investeringen zal doen voor mitigerende maatregelen op het gebied van lucht en geluid zodat er overal aan de wettelijke normen wordt voldaan. De effecten op landschap en ruimtelijke kwaliteit (wonen, werken en recreatie) zijn semi-kwantltatlef beschreven in hoofdstuk 7. Alle effecten zijn meegenomen ln de totale vergelijking van de alternatieven en varianten ln hoofdstuk 8 door middel van een kwalitatieve beoordeling. De kosten zijn gebrekkig onderbouwd. Is er een kans dat de kosten bulten de 70% komen? Hoe Is dit percentage tot stand gekomen? De kostenramingen van belde altematieven zijn gedaan volgens standaard RWS rekensystematiek. De ramingsystematlek is mede ontwikkeld naar aanleiding van ervaringen met andere projecten. Het is altijd mogelijk dat de kosten buiten de 70% komen (positief of negatief) het blijft immers een raming. Kunnen de beweerde bereikbaarheidsproblemen niet op een andere manier worden opgelost dan met de aanleg van nog meer asfalt? Is de metro bijvoorbeeld een alternatief? In het najaar van 2009 heeft de MIRT verkenning Rotterdam het masterplan Rotterdam Vooruit (zie bijlage bij eerder toegestuurde brief met antwoorden op vragen uit commissievergadering van 23 november) opgeleverd. In dit masterplan ls geconstateerd dat de hoofdproblemen op de ailt Rotterdam, na realisatie van de Al 3/16, A4 Midden-Delfland en het project Al 5 Maasvlakte/Vaanplein, de Beneluxtunnel en de Brienenoordbrug zijn. De Plan-MER NWO van

7 ^"CS Ons kenmerk p^^ HOLLAND najaar 2011 bevestigt dat er op de Beneluxcorridor zelfs in het lage economische groeiscenario structurele congestie ls. In de MIRT verkenning Rotterdam Vooruit ls gebleken dat er voor de Beneluxcorridor geen eenvoudige, relatief goedkope oplossingen voorhanden zijn. Geconcludeerd werd dat een Nieuwe Westelijke Oeververbinding Waterweg (NWO) noodzakelijk was. Een maximale inzet op andere vervoenwljzen en op verkeers- en mobiliteitsmanagement zouden onvoldoende soulaas bieden. Daarbij bleek het ter plekke vergroten van de capaciteit niet goed mogelijk door de ligging van de Beneluxcorridor midden in stedelijk gebied. Globale analyses hebben laten zien dat het verkeersrendement beperkt ls en dat er hoge kosten tegenover staan. Analyses hebben ook laten zien dat extra wegcapaciteit door een extra stadsbrug ln Rotterdam al dan niet ln combinatie met nieuwe metroverbindingen een zeer beperkte bijdrage levert aan het oplossen van de problematiek op de Beneluxcomdor. In het BO-MIRT van najaar 2009 zijn deze conclusies overgenomen. lïï