7 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN EN GRAFISCH PLAN

Transcriptie

1 7 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN EN GRAFISCH PLAN 7.1 ALGEMENE BEPALINGEN TERMINOLOGIE Algemeen Bestemmingen max. min. n.b. m n. z.p. x/z.p Voorschriften HD HD1 PD maximum minimum niet bepaald meter nihil zie plan deze aanduiding houdt in dat, waar op het plan een matrix is aangeduid, die bepalingen voor deze zone prioriteit hebben op deze van de tabel Elke dakkompositie is toegelaten, bestaande uit overwegende hellende dakvlakken die voldoen aan de voorwaarden van kolom Hellend dak met de nok evenwijdig aan de voorgevelbouwlijn.max. 25% van de verticaal geprojecteerde dakoppervlakte mag uit platte gedeelten bestaan. Elke dakkompositie is toegelaten, bestaande uit overwegend platte dakgedeeltes. W K Vb D G H Hk Ho O R Pa Ja C Sc woonfunctie kantoren vrije beroepen diensten openbaar groen, voet- en fietspaden handel kleinhandel en een bruto gebouwde oppervlakte kleiner dan 1000 m² of met een netto verkoopoppervlakte kleiner dan 750 m². horeca gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen sport- en ontspanningscentrum met de nodige accommodatie en gebouwen, groene ruimten, toegangswegen parking wateroppervlak van de jachthaven woongelegenheid voor conciërge, beheerder en onderhoudspersoneel socio-culturele functies 70/100

2 7.2 VOORSCHRIFTEN TOELICHTING BIJ DE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN MSW ARTIKEL 1 MULTIFUNCTIONEEL STEDELIJK WOONGEBIED (SUBCATEGORIE WOONGEBIED VCRO art ) Artikel 1.1 Het gebied is bestemd voor wonen, openbare groene en verharde ruimten en aan het wonen verwante voorzieningen. Onder aan het wonen verwante voorzieningen worden verstaan: handel, horeca, bedrijven, openbare en private nuts- en gemeenschapsvoorzieningen, kantoren en diensten, openbare groene en verharde ruimten, socio-culturele inrichtingen en recreatieve voorzieningen. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze wat schaal en ruimtelijke impact betreft verenigbaar zijn met de omgeving. Daarbij wordt tenminste aandacht besteed aan: - de relatie met de in de omgeving aanwezige functies; - de invloed op de omgeving wat betreft het aantal te verwachten gebruikers, bewoners of bezoekers; - de invloed op de mobiliteit en de verkeersleefbaarheid; - de relatie met de in de omgeving van het woongebied vastgelegde bestemmingen. Elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning zal moeten worden getoetst aan de goede plaatselijke ruimtelijk ordening, de opgegeven afmetingen zijn maxima en kunnen worden beperkt in functie van bezonning, privacy en impact op de aanpalende percelen zowel binnen als buiten de bestemmingszone. Artikel Alle voorschriften van het BPA 121B Hazegras blijven behouden, behalve voor de woonzones W3 (gesloten en half-gesloten woningbouw zonder voortuinstrook): - de hoofdbestemming bestaande uit wonen en de nevenbestemmingen bestaande uit (Ho) horeca, (Vb) vrije beroepen en (Hk) kleinhandel krijgen de bestemming (MSW) Multifunctioneel Stedelijk Woongebied, - de maximale bezetting van 60% verandert naar 100%, - de inplanting van de hoofdgebouwen ten opzichte van de achterkavelgrens is (n.b) niet bepaald. i.pv. 4 m, - de maximum bouwdiepte verandert van 16m op de gelijkvloerse naar (n.b.) niet bepaald en van 12m naar 17 m op de verdiepingen, - het daktype verandert naar (n.b.) niet bepaald i.p.v. een (HD1/z.p.) hellend dak met de nok evenwijdig aan de voorgevelbouwlijn / zie plan. TOELICHTING BIJ ARTIKEL 1. Artikel 1.1: Krachtens artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening vervangen de voorschriften van de RUP s, voor het grondgebied waarop ze betrekking hebben, de voorschriften van de plannen van aanleg, tenzij het RUP het uitdrukkelijk anders bepaalt. Het artikel 1.1 vervangt voor het plangebied de bestemming van de BPA s, waardoor alle genoemde functies desgevallend mogelijk zijn in hoofdfunctie. De beperking tot nevenfunctie die het BPA voorzag voor een aantal nevenbestemmingen komt aldus te vervallen. Wonen is de evidente hoofdbestemming, maar ook de andere opgesomde functies zijn in beginsel mogelijk als hoofdbestemming op voorwaarde evenwel dat die andere functies verenigbaar zijn met de onmiddellijke en de ruimere omgeving. Artikel 1.2: De inrichtingsvoorschriften van het BPA worden in principe behouden, behoudens een aantal inrichtingsvoorschriften dat mede omwille van het laten vervallen van de nevenbestemming ongewenste beperking zouden kunnen opleggen en tegelijk de ongelijkheid tussen zones met en zonder BPA te vermijden. Voor de A-locatie worden meer inrichtingsvoorschriften afgeschaft dan voor de B-locaties omdat op de A-locatie een vrij grote flexibiliteit noodzakelijk is teneinde de persoonsgebonden activiteiten zo veel mogelijk naar die zone te kunnen aantrekken. In functie hiervan wordt de bouwdiepte 17 m in tegenstelling tot de bouwdiepte in de B-locaties die 15 m (resp. 16m) bedragen. De maximum bouwdiepte in functie van de omgeving wordt tevens bij de stedenbouwkundige aanvraag beoordeeld. 71/100

3 behalve voor de woonzone W5 (zone voor middelhoogbouw): - de hoofdbestemming (W) wonen en de nevenbestemmingen (K) kantoren, (Vb) vrije beroepen, (Hk) kleinhandel, (D) diensten krijgen de bestemming (MSW) Multifunctioneel Stedelijk Woongebied, - de minimale bouwhoogte is (n.b.) niet bepaald i.p.v. 1, - de maximale bouwhoogte verandert van 12 naar 14 bouwlagen, - het daktype verandert naar niet bepaald i.p.v. een plat dak. Het bijzondere voorschrift (C11) het minimaal op te richten aantal bouwlagen mag maximaal 2 minder zijn dan het maximaal toegelaten, vervalt. 2 Alle voorschriften van het BPA 114bis Koningin Astridlaan blijven behouden, behalve voor de woonzone W3 (aaneengesloten woningbouw zonder voortuinstrook): - de hoofdbestemming (W) wonen en de nevenbestemmingen (D) diensten, (Vb) vrije beroepen, (Hk) kleinhandel, (K) kantoren krijgen de bestemming (MSW) Multifunctioneel Stedelijk Woongebied, - de inplanting van de hoofdgebouwen ten opzichte van de achterkavelgrens is n.b. i.pv. 4m, - de minimum en maximum bouwdiepte van respectievelijk 8 en 16 m op de gelijkvloerse en de minimum en maximum bouwdiepte van respectievelijke 8 en 12 m op de verdiepingen verandert naar (n.b) niet bepaald, behalve de maximum bouwdiepte op de verdieping die max. 15 m bedraagt. Het is niet omdat voor een aantal zaken niet langer een specifiek inrichtingsvoorschrift bestaat dat alles zomaar toegelaten is, gelet op artikel 1.1 dat bepaald dat een aanvraag slechts aanvaardbaar is indien het verenigbaar is met de omgeving. Dit wordt beoordeeld in het kader van de stedenbouwkundige aanvraag. De V/T, zoals bepaald in het BPA, blijft behouden zodat er geen bijkomende vloeroppervlakte kan gerealiseerd worden. De gewijzigde voorschriften inzake bouwhoogte en bouwdiepte bieden meer mogelijkheden of vormen een grotere flexibiliteit tot een betere architecturale invulling. In de woonzone W5 wordt de maximale bouwhoogte verandert van 12 naar 14 bouwlagen. Het huidige project horende binnen deze locatie kan niet uitgewerkt worden volgens de in oorsprong bedoelde architecturale concept. Om de beide torens van het project visueel te verbinden wordt gebruik gemaakt van een hellend dak op beide torens. Deze schuine lijn draagt bij tot een sterker architecturaal concept, dan twee torens met een plat dak. Het is echter niet de bedoeling met deze aanpassing bijkomende bouwmogelijkheden te creëren, gezien de V/T blijft behouden. Voor een aantal BPA s wordt ook bepaald dat welbepaalde bijzondere voorschriften komen te vervallen. De reden hiervoor is dat ze beperkingen inhouden qua bezettingsgraad en hierdoor in strijd zijn met de eerder vermelde wijzigingen. Op de grote assen (B-locaties) moet economische ontwikkeling mogelijk gemaakt worden. De V/T vermeld in de BPA s blijven behouden, maar de bouwdiepte op het gelijkvloerse wordt niet bepaald. Op de verdiepingen kan tot 15 m (respectievelijk 16m in specifieke BPA s) diep worden gebouwd i.p.v. 12m. De gebouwen gelegen langs de grote assen waar het gewestplan van toepassing is, hebben een bouwdiepte tot 15 meter op de verdieping volgens het gabarietenplan. Alle te wijzigen voorschriften staan in functie van de plaatselijke toestand. Dit gebeurt in het kader van de stedenbouwkundige aanvraag. De gewijzigde bouwvoorschriften zijn aan de hand van een coördinatietabel in bijlage aan het RUP toegevoegd. 72/100

4 3 Alle voorschriften van het BPA Mariakerke blijven behouden, behalve voor de woonzone W4 (aaneengesloten bebouwing met hoofdbestemming wonen - horeca en / of handel): - de hoofdbestemming (W) wonen, (D) diensten, (K) kantoren, (Vb) vrije beroepen, (Hk) kleinhandel, (Ho) Horeca en de nevenbestemming (Vb) vrije beroepen, (Sc) socio-culturele functies, (H) handel krijgen de bestemming (MSW) Multifunctioneel Stedelijk Woongebied, - de inplanting van de hoofdgebouwen ten opzichte van de achterkavelgrens verandert van 4 m naar (n.b.) niet bepaald. 4 Alle voorschriften van het BPA 106 Nieuwpoortsesteenweg - Duinkerksesteenweg blijven behouden, behalve voor de woonzone W3 (gesloten en half-gesloten woningbouw zonder voortuinstrook): - de hoofdbestemming (W) wonen en de nevenbestemming: (K) kantoren, (Vb) vrije beroepen, (Hk) kleinhandel krijgen de bestemming (MSW) Multifunctioneel Stedelijk Woongebied, - de maximale bezettingsgraad wijzigt van 60% naar 100 % voor de gesloten bebouwingstype en van 50% naar 80% voor een halfgesloten bebouwingstype, - de inplanting van de hoofdgebouwen ten opzichte van de achterkavelgrens is (n.b.) niet bepaald i.p.v. 4 m, zowel voor de gesloten als voor de halfgesloten bebouwingstypes, - de maximum bouwdiepte op de gelijkvloerse verandert van 16m naar n.b., zowel voor de gesloten en de halfgesloten bebouwingstypen, - de maximum bouwdiepte op de verdiepingen verandert van 12m/z.p. naar 16m., zowel voor de gesloten en de halfgesloten bebouwingstypen, 4 Deze B17 en B18 voorschriften bepalen dat de bezettingsgraad kan afwijken. Gezien de bezettingsgraad over alle BPA s gelijkwaardig worden behandeld d.m.v. de MSW bestemming zijn de B-voorschriften overbodig en vervallen ze. De bouwdiepte op de verdieping wordt op 16m gebracht in plaats van 12m/z.p., waarbij voor de betrokken zone op het plan reeds 16m was bepaald. Op zich wordt de bouwdiepte dus niet gewijzigd ten opzichte van het huidig BPA. De bijzondere voorschriften B17 en B18 vervallen. behalve voor de zone A (Ambacht Handel Diensten): - de hoofdbestemming (A) Ambacht Handel Diensten krijgen de bestemming (MSW) Multifunctioneel Stedelijk Woongebied, - de maximale bezettingsgraad wijzigt van 50% naar 60 % voor de open bebouwingstypes, van 60% naar 80% voor de halfgesloten bebouwingstypes en van 100/z.p.(zie plan) naar 100% voor de gesloten bebouwingstypes, - de maximum bouwdiepte op de gelijkvloerse verandert van 16m naar n.b., zowel voor de gesloten, de halfgesloten en de open bebouwingstypen, - het aantal bouwlagen wijzigt van 3 naar 3/z.p. (zie plan) Boven de (B) bufferstrook t.h.v van het Albertusgeleed kan bebouwing in de MSW -zone toegelaten worden conform de voorschriften van de MSW. 73/100

5 5 Alle voorschriften van het BPA 105 Elisabethlaan - Steensedijk blijven behouden, behalve voor de woonzones W3 (gesloten en half-gesloten woningbouw zonder voortuinstrook): - de hoofdbestemming (W) wonen en de nevenbestemming (K) kantoren, (Vb) vrije beroepen, (Hk) kleinhandel, (D) Diensten krijgen de bestemming (MSW) Multifunctioneel Stedelijk Woongebied, - de maximale bezettingsgraad wijzigt van 60% naar 100 % voor de gesloten bebouwingstypes en van 50% naar 80% voor de halfgesloten bebouwingstypes, - de inplanting van de hoofdgebouwen ten opzichte van de achterkavelgrens verandert van 4 m naar (n.b.) niet bepaald, voor de gesloten en de half-gesloten bebouwingstypes, - de maximum bouwdiepte op de gelijkvloerse verandert van 16m naar n.b., voor de gesloten en de halfgesloten bebouwingstypen, - de maximum bouwdiepte op de verdiepingen verandert van 12m/z.p. en 12m naar 16m voor de gesloten en de halfgesloten bebouwingstypen, De bijzondere voorschriften B10 en B11 vervallen. 5 In de W3 en de W6 zones vervallen de bijzondere voorschriften B10 en B11, gezien dit voorschriften zijn m.b.t. de bezettingsgraad, die achterhaald zijn in de bestemming MSW. De bouwdiepte op de verdieping wordt op 16m gebracht in plaats van 12m/z.p., waarbij voor de betrokken zone op het plan reeds 16m was bepaald. Op zich wordt de bouwdiepte dus niet gewijzigd ten opzichte van het huidig BPA. behalve voor de woonzones W6 (woonzone met gemengd karakter): - de hoofdbestemming & nevenbestemming zijn identiek m.n. (H) handel, (D) diensten, (K) kantoren, (W) Wonen, (Vb) vrije beroepen krijgen de bestemming (MSW) Multifunctioneel Stedelijk Woongebied, De bijzondere voorschriften B10 en B11 vervallen. 6 Alle voorschriften van het BPA 122 Nieuwe stad blijven behouden, behalve voor de woonzone W3 (gesloten en half-gesloten woningbouw zonder voortuinstroken): - de hoofdbestemming (W) wonen en de nevenbestemming (K) kantoren, (Vb) vrije beroepen, (Hk) kleinhandel krijgen de bestemming (MSW) Multifunctioneel Stedelijk Woongebied, - de maximale bezettingsgraad wijzigt van 60% naar 100 % voor de gesloten bebouwingstypes en van 50% naar 80% voor de halfgesloten bebouwingstypes, - de inplanting van de hoofdgebouwen ten opzichte van de achterkavelgrens verandert, voor de gesloten en de half gesloten bebouwingstypes van 4 m naar (n.b.) niet bepaald, - de maximum bouwdiepte op de gelijkvloerse verandert van 16m naar (n.b.) niet bepaald, voor de gesloten en de halfgesloten bebouwingstypen, - de maximum bouwdiepte op de verdiepingen verandert van 12m naar 15m voor de gesloten en voor de halfgesloten bebouwingstypen, De bijzondere voorschriften B15 en B16 vervallen. 6 De bijzondere voorschriften B15 en B16 vervallen, gezien de voorschriften m.b.t. de bezettingsgraad achterhaald zijn in de bestemming MSW. 7 In W2 en de W3 zones van het BPA110 vervallen de bijzondere voorschriften B15 en B16, gezien de voorschriften m.b.t. de bezettingsgraad achterhaald zijn in de bestemming MSW. 74/100

6 7 Alle voorschriften van het BPA 110 Dr. E. Moreauxlaan-Oost blijven behouden, behalve voor de woonzone W2 (gesloten en half-gesloten woningbouw met voortuinstroken): - de hoofdbestemming (W) wonen en de nevenbestemming (K) kantoren, (Vb) vrije beroepen, (Hk) kleinhandel krijgen de bestemming (MSW) Multifunctioneel Stedelijk Woongebied, - de maximale bezettingsgraad wijzigt van 50% naar 100 % voor de gesloten bebouwingstypes en van 40% naar 80% voor de halfgesloten bebouwingstypes, - de maximum bouwdiepte op de gelijkvloerse verandert van 16m naar n.b., voor de gesloten en de halfgesloten bebouwingstypen, - de maximum bouwdiepte op de verdiepingen verandert van 12m naar 15m voor de gesloten en voor de halfgesloten bebouwingstypen, De bijzondere voorschriften B15 en B16 vervallen. Artikel 1.3 De gebruikelijke hoogte van 3 m in de BPA s vormen beperkingen om economische activiteiten toe te laten omwille van een aantal redenen. Winkels en kantoren moeten voldoen aan bepaalde regelgevingen inzake plafondhoogte en andere specifieke technieken. Een hogere bouwhoogte van de gelijkvloerse verdieping laat toe dat winkelpanden beter kunnen ingepast worden in het oudere gabariet. Een hogere bouwsokkel versterkt de uitstraling van de winkelpanden. behalve voor de woonzone W3 (gesloten en half-gesloten woningbouw zonder voortuinstroken): - de hoofdbestemming (W) wonen en de nevenbestemming (K) kantoren, (Vb) vrije beroepen, (Hk) kleinhandel krijgen de bestemming (MSW) Multifunctioneel Stedelijk Woongebied, - de maximale bezettingsgraad wijzigt van 60% naar 100 % voor de gesloten bebouwingstypes en van 50% naar 80% voor de halfgesloten bebouwingstypes, - de maximum bouwdiepte op de gelijkvloerse verandert van 16 m naar n.b., voor de gesloten en de halfgesloten bebouwingstypen, - de maximum bouwdiepte op de verdiepingen verandert van 12 m naar 15 m voor de gesloten en voor de halfgesloten bebouwingstypen, De bijzondere voorschriften B15 en B16 vervallen. Artikel 1.3 Voor alle in de voornoemde en te behouden BPA S begrepen woonzones geldt voor een bouwlaag een maximumhoogte van 3 m. Voor de gelijkvloerse bouwlaag kan hiervan worden afgeweken en is maximum 4 m toegestaan, voor zover de plaatselijke toestand dit toelaat. 75/100

7 MSI ARTIKEL 2 MULTIFUNCTIONEEL STEDELIJK INDUSTRIEGEBIED (CATEGORIE BEDRIJVIGHEID VCRO art ) Art. 2.1 De zone voor Multifunctioneel Stedelijk Industriegebied is bestemd voor regionale bedrijven met als hoofdactiviteiten: - productie, opslag en verwerking van goederen; - op- en overslag, voorraadbeheer, groepage, fysieke distributie en groothandel; - productie van energie; - onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten; - afvalverwerking met inbegrip van recyclage; - verwerking en bewerking van mest en slib; - verwerking en bewerking van grondstoffen met inbegrip van delfstoffen. Daarnaast zijn ook dienstverlenende bedrijven en autonome kantoren zonder loketfunctie toegestaan. Zuivere kleinhandelsbedrijven en agrarische productie zijn niet toegelaten. Art. 2.2 Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze rekening houden met zuinig ruimtegebruik. Daarbij wordt minstens aandacht besteed aan: het optimaal gebruiken van de percelen, echter rekening houdend met de verplichtingen inzake veiligheid; de mogelijkheid om bepaalde diensten onder te brengen in gemeenschappelijke gebouwen op het bedrijventerrein; het groeperen en organiseren op het bedrijventerrein van parkeermogelijkheden voor de gebruikers en bezoekers. Art. 2.3 De gronden zijn bestemd voor bedrijven met een beperktere omvang in verhouding tot de overige Plassendaleindustriezones. De kavelgrootte bedraagt echter minimaal 5000m². Uit zonderingen zijn toegestaan voor: Percelen met bestaande stedenbouwkundig vergunde bedrijfsgebouwen binnen de zone; Percelen met bedrijven die gemeenschappelijke en complementaire voorzieningen verzorgen; Percelen met bedrijfsverzamelgebouwen; Een beperkt aantal percelen die omwille van de globale inrichting van het bedrijventerrein een kleinere terreinoppervlakte verkrijgen; Percelen met aaneengesloten gebouwen of gebouwen die architectonisch één geheel vormen, maar voor verschillende bedrijven bestemd zijn. TOELICHTING BIJ ARTIKEL 2. Het voorschrift MSI is bedoeld als verfijning van het gewestelijk RUP, de voorschriften van het gewestelijk RUP blijven onverminderd van kracht (zie p.58). AANZET TOT INVULLING VAN DE SITE In het kader van de verdere ontwikkeling van het bedrijventerrein en de oorspronkelijke gewestplanbestemming van de zone als milieubelastende industrie is gekozen voor een gedifferentieerde ontwikkeling van een beperkt deelgebied van Plassendale III. Het gekozen deelgebied leent zich perfect tot een verdere invulling gelet op: het grenzen aan een woonlint (Stationsstraat); op- en afrittencomplex A10; de aanwezigheid van diverse hoofdleidingen inzake nutsvoorzieningen op het terrein met de daarbij horende bouwvrije stroken waardoor het gebied enkel een versnipperde invulling kan kennen; een aanzienlijk deel van de zone is reeds ontwikkeld; niet alle bedrijven uit de tertiaire sector, dienstverlenende bedrijven, kantoren, zijn even goed inpasbaar in het bestaande stedelijk weefsel. GEDIFFERENTIEERDE ONTWIKKELING VAN DE SITE Het Multifunctioneel Stedelijk Industriegebied is bestemd voor een gedifferentieerde ontwikkeling van het bedrijvenpark Plassendale III. Deze zone wordt herbestemd als gemengd gebied voor regionale bedrijven, dienstverlening en kantoren uit de tertiaire sector. Het multifunctioneel Industriegebied is een aanvulling voor regionale bedrijven uit de tertiaire sector, kantoren,, die moeilijk inpasbaar zijn in het stedelijk weefsel (MSW). De A- en B- locaties hebben een hogere frequentie met openbaar vervoer dan een C - locatie, waardoor bedrijven die een grote vervoersstroom via openbaar vervoer kunnen genereren beter geschikt zijn in een MSW zone. De kantoren in de MSI zijn niet gericht op grote publieksstromen. Dergelijke kantoorfunctie horen thuis in de A- en B-locaties 76/100

8 Art. 2.4 Bij vergunningsaanvragen voor nieuwe bedrijfsgebouwen wordt een inrichtingsstudie gevoegd. De inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het kader van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften voor het gebied. De inrichtingsstudie geeft ook aan hoe het voorgenomen project zich verhoudt tot wat al gerealiseerd is Art. 2.5 De vorm en het architecturale voorkomen van alle gebouwen mogen niet hinderend zijn voor de omgeving en hebben een representatief karakter t.a.v. het openbare domein en i.h.b. de autoweg A10, de Kuipweg en de John Cordierlaan. Onesthetische constructies en boogloodsen zijn niet toegelaten. De kleur en de aard van de materialen zal omstandig in de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning worden toegelicht. De ontvangstruimtes, burelen, kantoren, e.d. dienen gericht te zijn naar de in het bedrijventerrein aangelegde openbare wegenis. Het gebruik van alternatieve energie (zoals zonne-energie, geothermische energie, windenergie, :..) en groendaken (isolatie, waterbufferend vermogen, esthetisch, ) zijn sterk aan te bevelen. Art. 2.6 De bouwhoogte in de MSI is beperkt tot 30 meter voor vlakvormige elementen (vb. gebouwen) en 50 meter voor puntvormige elementen (vb. schouwen en kokers). De bouwhoogtes van de voorschriften gelden, tenzij anders vermeld op het plan. De hoogte van de gebouwen of constructies is beperkt tot 10 meter voor de gebouwen die zich bevinden onder de WVEM - hoogspanningslijn. Art. 2.7 De bezettingsgraad is minimum 50% van de in het bedrijfsperceel bebouwbare oppervlakte (totale oppervlakte verminderd met de bouwvrije stroken), parkeerplaatsen en dienstwegen niet meegerekend. Art. 2.8 De inplanting van de gebouwen is vrij mits rekening te houden met de aanwezige erfdienstbaarheden en het behoud van een vrije strook van: 5 meter vanuit de rooilijn; 5 meter uit de andere perceelsgrenzen tenzij bij koppelbouw (o meter); en 3,5 meter ten opzichte van de bufferzone. Een koppeling van de vrije strook tussen twee bedrijven kan zorgen voor een beperking van de breedte t.h.v. de zijkavelgrens m.n. 2 x 2,5 meter in plaats van 2 x 5 meter. Art. 2.9 Een verplichte groenzone, palend aan de rooilijn(en) en achterkavelgrens tussen bedrijven, dient te worden aangelegd met een minimumbreedte van 5 m. Ter hoogte van de rooilijn kan deze worden onderbroken voor de noodzakelijke toegangen. Bij het indienen van de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning dient een groenplan bijgevoegd te worden. Deze groenzone moet binnen het jaar na de aanvang van de economische activiteiten uitgevoerd zijn. Hiertoe wordt een bankwaarborg (ten bedrage van de groenaanleg) aangerekend. Deze bankwaarborg wordt vrijgesteld à rato van 75% na de aanleg (binnen het eerste jaar na aanvang van de economische activiteit) en 25% na 5 jaar. KWALITATIEVE DUURZAME INRICHTING VAN DE SITE Het karakter van het terrein, de aard van de activiteiten, de omvang van de bebouwing, de architectuur, de inplanting, de breedte en de wijze van aanleg van de omringende bufferzone vormen de basis tot een goede overgang enerzijds met het woonlint, anderzijds met het natuurgebied. Een kwalitatieve overgang duidt niet alleen het architecturale aspect, maar ook een bewuste keuze van het ontwikkelen van gebouwen kaderend binnen duurzame inrichtingsprincipes. Ook de aangewende materialen en beplantingen voor gebouwen en omgevingen kaderen binnen een duurzame en/of ecologische visie. Groene corridors (verbindingen tussen de verschillende bedrijven/percelen zijn waardevolle overgangselementen tussen het bebouwde en niet bebouwde deel). Afsluitingen vormen vaak een barrière, visueel, maar ook als transfer voor fauna en flora. Indien geopteerd wordt voor een gemeenschappelijke zijkavelzone kan deze beperkt worden tot 2 x 2,5 m. Tussen de bedrijven moet de breedte van de groenzone afgestemd worden op de functie vb. een brandweg kan uitgevoerd worden in een grasdallen. Gemeenschappelijke parkeerterreinen kunnen de parkeerruimtebehoefte van de verschillende individuele bedrijven beter opvangen (variërende uren, ). Het materiaalgebruik van de parkeerplaatsen dient afgestemd te worden op de functie. Minder frequent gebruikte parkeerruimtes (groei- of bufferparking) kunnen bestaan uit een verstevigde grasparking (vb. grasdallen, split- of grindgazon, ). Een groenplan is een informatief document dat de vergunningverlenende overheid moet in staat stellen een correct beeld te krijgen van de voorziene groenstructuren op het perceel. Het omvat op zijn minst: - een beplantingsplan met de aanduiding van de verschillende groenzones op het perceel - de vermelding van de gebruikte planten- en boomsoorten (incl. variëteit met de correcte de Latijnse naam) en de plantmaat (een lijst met streekeigen soorten wordt ter beschikking gesteld door de dienst Beheer, Ontwerp en Inrichting) - planthoeveelheden (aantal / m², aantal / lm) Op basis van deze gegevens wordt de bankwaarborg als garantie voor de realisatie van de groenvoorzieningen berekend. 77/100

9 De bufferstroken - groenzones mogen geen belemmering vormen wanneer in het kader van de ontwikkeling van een duurzame inrichting van het bedrijventerrein en/of bedrijfskavel gestreefd wordt naar compactering, meervoudig ruimtegebruik, door het o.a. aaneenschakelen van gebouwen. De oppervlakte aan groen die normaal voorzien wordt door zijdelingse bufferstroken, wordt dan gecompenseerd door aaneengesloten groenzones te ontwikkelen die de aaneengeschakelde bedrijfsgebouwen mede ondersteunen. Er mag geen schaalverwarring zijn tussen de gebouwen en groenzones. Art In- en uitritten moeten zoveel mogelijk beperkt worden i.f.v. de maximalisatie van de groenzone ter hoogte van de rooilijn. Art In functie van de parkeerbehoeften, op basis van de bedrijfsactiviteiten, dienen voldoende bijkomende parkeerplaatsen voorzien te worden op de bedrijfskavel, zodat het openbaar domein niet belast wordt. Het bestaand bedrijf gelegen in de noordwestelijk hoek en palend aan zowel de spoorweg als de Stationsstraat wordt niet in de MSI-zone opgenomen. Het betreft een bestaand bedrijf in afbraakwerken dat ontsloten wordt via de Stationsstraat. Rondom het bedrijf is een bestaande buffer aanwezig. De niet opname van het bedrijf belet niet dat het gewestelijk RUP onverminderd van toepassing blijft. Het is aangewezen dat de bestaande buffering wordt behouden, zolang het bestaande bedrijf in exploitatie blfijft. De buffering zoals voorzien in het gewestelijk RUP wordt door de niet-opname niet in het gedrang gebracht. Art Alle publiciteitsinrichtingen, al of niet verlicht, maken het voorwerp uit van bepalingen in de stedelijke bouwverordening. Art Enkel de huisvesting van bewakingspersoneel is toegelaten en dit op voorwaarde dat aangetoond wordt dat deze huisvesting noodzakelijk is voor de goede werking en de veiligheid van het bedrijf. Deze huisvesting dient te geschieden in een ruimte die één geïntegreerd geheel moet uitmaken met het bedrijfsgebouw. Ze wordt uitdrukkelijk beperkt tot één woongelegenheid per bedrijf. De totale bruto vloeroppervlakte voor de huisvesting mag maximaal 200 m² bedragen en mag nooit meer dan 1/3 van de totaal bebouwde oppervlakte bedragen. Indien het noodzakelijk is voor de veiligheid van het bewakingspersoneel is de niet-integratie toegelaten. Art De opslag van producten, grondstoffen en afvalstoffen dienen maximaal binnen het bedrijfsgebouw georganiseerd te worden. De opslag buiten de bedrijfsgebouwen, kan slechts onder volgende voorwaarden: de opslag mag in geen geval het esthetische aspect van de omgeving schaden. Het bedrijf zal daartoe preventieve maatregelen nemen; de opslag mag niet hinderlijk zijn voor de aanpalende bedrijven en de omgeving; opslag van afvalstoffen, grondstoffen, afgewerkte producten, e.d. is niet toegelaten in de groenzones; Bij aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning dienen de stapelplaatsen in openlucht op plan worden aangeduid. Art De inplanting van inrichtingen bedoeld in artikel lid van het Samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999 tussen de Federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, wordt niet toegelaten. 78/100

10 ARTIKEL 3 WEGINFRASTRUCTUUR (CATEGORIE BEDRIJVIGHEID VCRO ART ) Dit gebied is bestemd voor wegeninfrastructuur en aanhorigheden. In dit gebied zijn alle werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of aanpassing van weginfrastructuur en aanhorigheden. Daarnaast zijn alle werken, handelingen en wijzigingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, buffers, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, leidingen, telecommunicatie, infrastructuur, openbare verlichting, speeltoestellen, fietsstallingen, schuilhuisjes, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen, jaagpaden, recreatienetwerk en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer toegelaten. Alle aspecten die de verkeersveiligheid en de verkeersleefbaarheid alsook de attractiviteit van de omgeving verhogen zijn eveneens toegelaten. 79/100

11 ARTIKEL 4 BUFFER (CATEGORIE BEDRIJVIGHEID VCRO ART ) De ingetekende breedte van de buffer is indicatief. Tussen de bedrijven en de aangrenzende zones wordt in een buffer voorzien. De buffer moet voldoen aan de voorwaarden van visuele afscherming, geluidsafscherming en beheersing van veiligheidsrisico s. De buffer wordt beplant met streekeigen struiken en hoogstammige bomen met het oog ophet bufferen van de bedrijfsactiviteiten ten opzichte van de aanliggende functies. Alleen werken en handelingen met het oog op de aanleg en het onderhoud van de buffer zijn toegelaten met inbegrip van de aanleg van brandwegen in waterdoorlatende verharding indien dit om redenen van brandveiligheid wordt opgelegd of van waterbeheersingswerken. Uiterlijk in het plantseizoen dat volgt op het verlenen van een stedenbouwkundige vergunning, na de inwerkingtreding van dit ruimtelijk uitvoeringsplan, moet de zone voor buffer aangelegd en beplant zijn. HANDHAVEN BUFFERZONE ROND DE SITE Ten westen is de zone van de lintbebouwing langsheen de Stationstraat afgescheiden door een 2 m hoge berm met een breedte van 8 à 10 m waarop beplanting van streekeigen soorten is aangebracht. Daarnaast is voor de aanpalende bewoners een bedieningsweg voor een garagezone voorzien van 7 m breed. HANDHAVEN GROENZONES ROND DE BEDRIJVEN In de bestemming MSI wordt aan de bedrijven een verplichte minimale groenzone opgelegd. Alle bestaande bufferstroken (zie bestaande feitelijke toestand) blijven in principe gehandhaafd, ze kunnen worden gewijzigd in functie van gewijzigde exploitatie. Te allen tijde moet de buffering van de aanpalende woonzone worden gegarandeerd. Een bijkomende bufferzone van 5 m is noodzakelijk tussen de spoorweg en het bedrijventerrein. 80/100

12 7.5 BIJLAGE 1: OVERZICHT GECOÖRDINEERDE VOORSCHRIFTEN VAN DE BPA S EN HET RUP. Verklarende tabel: Algemeen Voorschriften max. min. n.b. m n. z.p. x/z.p maximum minimum niet bepaald meter nihil zie plan deze aanduiding houdt in dat, waar op het plan een matrix is aangeduid, die bepalingen voor deze zone prioriteit hebben op deze van de tabel HD HD1 PD Elke dakkompositie is toegelaten, bestaande uit overwegende hellende dakvlakken die voldoen aan de voorwaarden van kolom Hellend dak met de nok evenwijdig aan de voorgevelbouwlijn.max. 25% van de verticaal geprojecteerde dakoppervlakte mag uit platte gedeelten bestaan. Elke dakkompositie is toegelaten, bestaande uit overwegend platte dakgedeeltes. Bestemmingen W K Vb D G H Hk Ho O R Pa Ja C Sc woonfunctie kantoren vrije beroepen diensten openbaar groen, voet- en fietspaden handel kleinhandel en een bruto gebouwde oppervlakte kleiner dan 1000 m² of met een netto verkoopoppervlakte kleiner dan 750 m². horeca gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen sport- en ontspanningscentrum met de nodige accommodatie en gebouwen, groene ruimten, toegangswegen parking wateroppervlak van de jachthaven woongelegenheid voor conciërge, beheerder en onderhoudspersoneel socio-culturele functies 93/100

13 BPA 121B - HAZEGRAS Zoneaanduiding Bestemming Bebouwingstype Kavel Bebouwing Hoofdgebouwen AANVULLENDE Inplanting t.o.v. Bouwdiepte Bouwhoogte Dak VOORSCHRIFTEN Volg-nummer Symbool Hoofd Neven Breedte Bezetting V/T Rooilijn Zijkavelgrens Achterkavelgrens Gelijkvloers Verdieping Bouwlagen Type Helling min min. max. min. max. min. max. min. max. m max. % max. min. m min. m min. m m m m m W3 W Ho,Hk,Vb GESLOTEN 6 60 n.b /zp HD1/zp B C1- C11 MSW MSW / GESLOTEN n.b. 0 0 nb 8 nb /zp nb B C1- C11 3 W5 W K,Vb,Hk,D GESLOTEN nb nb nb nb nb nb nb 1 12 PD B C6-C11 MSW MSW / GESLOTEN nb nb nb nb nb nb nb nb 14 nb B C6-C11 Verklaring voorschriften: In de tabel zijn de huidige, te wijzigen voorschriften in het zwart aangeduid. De lichtgrijze voorschriften volgens het BPA blijven behouden. Alle rode indicaties zijn van kracht binnen de afbakening van het RUP (MSW-MSI) en doen voor de betreffende zones de bestemming of voorschriften van het BPA vervallen Gewijzigde voorschriften: kolom 16-17: Aan een bouwlaag wordt een maximumhoogte van 3 m toebedacht. De gelijkvloerse bouwlaag kan hoger zijn met een maximum van 4 meter, voor zover de plaatselijke toestand dit toelaat Verklaring aanvullende, te schrappen voorschriften BPA: C11 Het minimaal op te richten bouwlagen mag maximaal 2 minder zijn dan het maximaal toegelaten. 94/100

14 BPA 114 BIS KONINGIN ASTRIDLAAN Zoneaanduiding Bestemming Bebouwingstype Kavel Bebouwing Hoofdgebouwen AANVULLENDE Inplanting t.o.v. Bouwkorrel Bouwdiepte Bouwhoogte Dak VOORSCHRIFTEN Symbool Hoofd Neven Oppervlakte Breedte Bezetting V/T Rooilijn Volgnummer Zijkavelgrens Achterkavelgrens Gelijkvloers Verdieping Bouwlagen Type Helling min max max. min. max. min. max. min. max. min. max. m² max. % max. min. m min. m min. m m² m m m m W3 W D,Vb,Hk,K GESLOTEN nb nb /zp zp nb nb MSW MSW / GESLOTEN nb 0 0 nb nb nb nb nb /zp zp nb nb B1-B2-B3-B4-B5-B6- B7 C1- C2 en C7 B1-B2-B3-B4-B5-B6- B7 C1-C2 en C7 Verklaring voorschriften: In de tabel zijn de huidige, te wijzigen voorschriften in het zwart aangeduid. De lichtgrijze voorschriften volgens het BPA blijven behouden. Alle rode indicaties zijn van kracht binnen de afbakening van het RUP (MSW-MSI) en doen voor de betreffende zones de bestemming of voorschriften van het BPA vervallen. Gewijzigde voorschriften: kolom 17-18: Aan een bouwlaag wordt een maximumhoogte van 3 m toebedacht. Voor de gelijkvloerse bouwlaag kan hiervan afgeweken en wordt max. 4 m toegestaan, voor zover de plaatselijke toestand dit toelaat. 95/100

15 BPA MARIAKERKE Zoneaanduiding Bestemming Bebouwingstype Volgnummer Kavel Bebouwing Hoofdgebouwen Inplanting t.o.v. Symbool Hoofd Neven Oppervlakte Breedte Bezetting V/T Rooilijn Zijkavelgrens Bouwdiepte Bouw-hoogte Dak Achterkavel - Gelijk-vloers Verdieping Bouwlagen Type Helling grens AANVULLENDE VOORSCHRIFTEN (B) min max min max. max. max. min. max. m² m² m max. % max. min. m min. m min. m m m W4 W, D, K, Vb, Hk, Ho Vb, Sc, H gesloten nb nb nb 0/zp /zp halfgesloten nb nb nb 0/zp 0/ /zp MSW MSW / gesloten nb nb nb 0/zp 0 nb /zp halfgesloten nb nb nb 0/zp 0/4 nb /zp Verklaring voorschriften: In de tabel zijn de huidige, te wijzigen voorschriften in het zwart aangeduid. De lichtgrijze voorschriften volgens het BPA blijven behouden. Alle rode indicaties zijn van kracht binnen de afbakening van het RUP (MSW-MSI) en doen voor de betreffende zones de bestemming of voorschriften van het BPA vervallen. Gewijzigde voorschriften: kolom 16: Aan een bouwlaag wordt een maximumhoogte van 3 m toebedacht. Voor de gelijkvloerse bouwlaag kan hiervan afgeweken en wordt max. 4 m toegestaan, voor zover de plaatselijke toestand dit toelaat 96/100

16 BPA Nieuwpoortsestwg - Duinkerksestwg Zoneaanduiding Bestemming Bebouwingstype Kavel Bebouwing Hoofdgebouwen Inplanting t.o.v. Volg-nummer Symbool Hoofd Neven Oppervlakte Breedte Bezetting V/T Rooilijn Zijkavelgrens Achterkavelgrens bouwkorrel AANVULLENDE Bouwdiepte Bouw-hoogte Dak VOORSCHRIFTEN Bouwlagen Type Helling Gelijkvloers Verdieping (B) min max min min. max. min. max. min. max. min. max. m² m² m max. % max. min. m min. m min. m max. m² m m m m W3 W K, Vb, Hk MSW MSW / gesloten ,8/zp nb /zp 1 3/zp HD 1 /zp halfgesloten ,4/zp 0 0/4 4 nb /zp 1 3/zp HD 1 /zp gesloten ,8/zp 0 0 nb nb 8 nb /zp HD 1 /zp halfgesloten ,4/zp 0 0/4 nb nb 8 nb /zp HD 1 /zp B B B B A A, H, D, K, W open B n halfopen nb nb 60 1,2 5/0 nb nb 16 nb HO 1 - PD B gesloten nb 100/zp nb B MSW MSW / open 60 nb 5 B halfopen nb nb 80 nb 5/0 nb nb nb nb /zp HO 1 - PD B gesloten nb 100 nb B Verklaring voorschriften: In de tabel zijn de huidige, te wijzigen voorschriften in het zwart aangeduid. De lichtgrijze voorschriften volgens het BPA blijven behouden. Alle rode indicaties zijn van kracht binnen de afbakening van het RUP (MSW-MSI) en doen voor de betreffende zones de bestemming of voorschriften van het BPA vervallen. Gewijzigde voorschriften: kolom 20-21: Aan een bouwlaag wordt een maximumhoogte van 3 m toebedacht. Voor de gelijkvloerse bouwlaag kan hiervan afgeweken en wordt max. 4 m toegestaan, voor zover de plaatselijke toestand dit toelaat. Verklaring aanvullende, te schrappen voorschriften BPA: B 17 Bij kleine perceelsdiepten mag van de bezetting, zie kolom 10, als volgt worden afgeweken: perceelsdiepte max. bezetting 16 m 100% m 90% m 80% m 70% B 18 Voor hoekpercelen mag de bezetting 100% zijn, indien de kleinste perceelsbreedte niet meer bedraagt dan 10 m. 97/100

17 BPA ELISABETHLAAN - STEENSEDIJK Zoneaanduiding Bestemming Bebouwingstype Volg-nummer Symbool Hoofd Neven Oppervlakte Breedte Bezetting V/T Rooilijn Zijkavelgrens Kavel Bebouwing Hoofdgebouwen AANVULLENDE Inplanting t.o.v. Bouw-korrel Bouwdiepte Bouwhoogte Dak VOORSCHRIFTEN Achter- Gelijkvloers Verdieping Bouwlagen Type Helling kavel- grens min max min max. min. max. min. max. min. max. min. max. m² m² m max. % max. min. m min. m min. m m² m m m m W3 W K,Vb D,Hk MSW MSW / GESLOTEN nb /zp 1 3/zp HD1/zp HALF GESLOTEN /4 4 nb /zp HD GESLOTEN nb nb 8 nb 8 15/zp 1 3/zp HD1/zp HALF GESLOTEN /4 nb nb 8 nb 8 15/zp 1 3/zp HD B C1-2 B C1-2 9 W 6 H,D,K,W, Vb H,D,K,W, Vb GESLOTEN nb nb nb 100 nb nb nb nb nb /zp HD MSW MSW / GESLOTEN nb nb nb 100 nb nb nb nb nb /zp HD B / C4 B / C4 Verklaring voorschriften: In de tabel zijn de huidige, te wijzigen voorschriften in het zwart aangeduid. De lichtgrijze voorschriften volgens het BPA blijven behouden. Alle rode indicaties zijn van kracht binnen de afbakening van het RUP (MSW-MSI) en doen voor de betreffende zones de bestemming of voorschriften van het BPA vervallen. Gewijzigde voorschriften: kolom 19-20: Aan een bouwlaag wordt een maximumhoogte van 3 m toebedacht. Voor de gelijkvloerse bouwlaag kan hiervan afgeweken en wordt max. 4 m toegestaan, voor zover de plaatselijke toestand dit toelaat. Verklaring aanvullende, te schrappen voorschriften BPA: B 10: Bij kleine perceelsdiepten mag van de bezetting, zie kolom 9, als volgt worden afgeweken: perceelsdiepte max. bezetting 16 m 100% m 90% m 80% m 70% B 11: Voor hoekpercelen mag de bezetting 100% zijn, indien de kleinste perceelsbreedte niet meer bedraagt dan 10 m. 98/100

18 BPA 122 NIEUWE STAD Zoneaanduiding Bestemming Bebouw- Kavel Bebouwing Hoofdgebouwen ingstype Inplanting t.o.v. Bouwdiepte Bouwhoogte Dak Volgnr. Sym- Hoofd Neven Opper- Opper- Breedte Bezet- V/T Rooi- Zijkavel- Achterka- Bouw- Gelijksvloers Verdieping Bouwlagen Type Helling Helling bool vlakte vlakte ting lijn grens velgrens korrel min. max. min. max. max. min. min. min. max. min. max. min. max. min. max. min. max. m² m² m m m m m² m m m m Aanvullende voorschriften 3 W3 W K,Vb, Hk MSW MSW / GESLOTEN nb nb /zp HD1-PD HALF GESLOTEN nb 0 0/4 4 nb /zp HD1-PD GESLOTEN nb 0 0 nb nb 8 nb /zp HD1-PD HALF GESLOTEN nb 0 0/4 nb nb 8 nb /zp HD1-PD B C1-6-7 B C1-6-7 Verklaring voorschriften: In de tabel zijn de huidige, te wijzigen voorschriften in het zwart aangeduid. De lichtgrijze voorschriften volgens het BPA blijven behouden. Alle rode indicaties zijn van kracht binnen de afbakening van het RUP (MSW-MSI) en doen voor de betreffende zones de bestemming of voorschriften van het BPA vervallen. Gewijzigde voorschriften: kolom 19-20: Aan een bouwlaag wordt een maximumhoogte van 3 m toebedacht. Voor de gelijkvloerse bouwlaag kan hiervan afgeweken en wordt max. 4 m toegestaan, voor zover de plaatselijke toestand dit toelaat Verklaring aanvullende, te schrappen voorschriften BPA: B 15: Bij kleine perceelsdiepten mag van de bezetting, zie kolom 9, als volgt worden afgeweken: perceelsdiepte max. bezetting 16 m 100% m 90% m 80% m 70% B 16: Voor hoekpercelen mag de bezetting 100% zijn, indien de kleinste perceelsbreedte niet meer bedraagt dan 10 m en mits all woonruimtes vanaf de straatzijde kunnen verlicht en verlucht worden. Bij grotere hoekpercelen kan een bezetting van 100% in rekening gebracht worden voor een strook van 10 m breedte terwijl voor het overige de normale bezetting geldt eventueel aangepast volgens art. B15. 99/100

19 BPA DR. E. MOREAUXLAAN -OOST 2 W2 W K,Vb, Hk MSW MSW / GESLOTEN nb nb /zp HD HALF GESLOTEN nb 5 0/4 4 nb /zp HD GESLOTEN nb nb 8 nb /zp HD HALF GESLOTEN nb 5 0/4 4 nb 8 nb /zp HD Zoneaanduiding Bestemming Bebouwingstype voorschriften Aanvullende Kavel Bebouwing Hoofdgebouwen Inplanting t.o.v. Bouwdiepte Bouwhoogte Dak Volgnr. Sym- Hoofd Neven Opper- Opper- Breedte Bezet- V/T Rooi- Zijkavel- Achterka- Bouw- Gelijksvloers Verdieping Bouwlagen Type Helling Helling bool vlakte vlakte ting lijn grens velgrens korrel min. max. min. max. % max. min. min. min. max. min. max. min. max. min. max. min. max. m² m² m m m m m² m m m m B C1-8-9 B C1 B C1-8-9 B C1 3 W3 W K,Vb, Hk MSW MSW / GESLOTEN nb nb /zp HD HALF GESLOTEN nb 0 0/4 4 nb /zp HD GESLOTEN nb nb 8 nb /zp HD HALF GESLOTEN nb 0 0/4 4 nb 8 nb /zp HD B C1-8-9 B C1 B C1-8-9 B C1 Verklaring voorschriften: In de tabel zijn de huidige, te wijzigen voorschriften in het zwart aangeduid. De lichtgrijze voorschriften volgens het BPA blijven behouden Alle rode indicaties zijn van kracht binnen de afbakening van het RUP (MSW-MSI) en doen voor de betreffende zones de bestemming of voorschriften van het BPA vervallen Gewijzigde voorschriften: kolom 19-20: Aan een bouwlaag wordt een maximumhoogte van 3 m toebedacht. Voor de gelijkvloerse bouwlaag kan hiervan afgeweken en wordt max. 4 m toegestaan, voor zover de plaatselijke toestand dit toelaa Verklaring aanvullende, te schrappen voorschriften BPA: B 15: Bij kleine perceelsdiepten mag van de bezetting, zie kolom 9, als volgt worden aangepast perceelsdiepte max. bezetting 16 m 100% m 90% m 80% m 70% B 16: Voor hoekpercelen mag de bezetting 100% zijn, indien de kleinste perceelsbreedte niet meer bedraagt dan 10 m en mits all woonruimtes vanaf de straatzijde kunnen verlicht en verlucht worden Bij grotere hoekpercelen kan een bezetting van 100% in rekening gebracht worden voor een strook van 10 m breedte terwijl voor het overige de normale bezetting geld eventueel aangepast volgens art. B15 100/100