De wiskunde achter de stoep. Hesther Boerefijn ( ), José van Hanegem ( )

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De wiskunde achter de stoep. Hesther Boerefijn ( ), José van Hanegem ( )"

Transcriptie

1 De wiskunde achter de stoep Hesther Boerefijn ( ), José van Hanegem ( )

2 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Is er een betegeling? 6 3 Aantonen dat er geen betegeling bestaat 9 4 Het aantal mogelijke betegelingen tellen 12 5 Rechthoeken met rechthoeken betegelen 15 6 Conclusie 23 7 Huiswerkopgaven 24 8 Referenties 25 2

3 1 Inleiding In het dagelijks leven komt men regelmatig in contact met verschillende betegelingen. Een betegeling van een vlak staat voor een verzameling van vormen/tegels die dit vlak geheel opvullen zonder dat verschillende tegels elkaar overlappen. Hierbij kan worden gedacht aan de tegels op de stoep of aan de muur van de badkamer. Velen van ons zijn bekend met de kunstzinnige betegelingen van M.C. Escher en R. Penrose, waarvan enkelen zijn weergegeven in figuur 1 en 2. Figuur 1: Twee betegelingen van Escher. Figuur 2: Twee betegelingen van Penrose. Ook in verschillende culturele gebouwen wordt gebruik gemaakt van de esthetische waarde van betegelingen. Zo worden in de Islamitische wereld veel moskeeën versierd met behulp van betegelingen, zoals te zien is in figuur 3. Bovendien maken verschillende beroemde kunstenaars in hun kunstwerken gebruik van betegelingen, zoals te zien is in figuur 4. 3

4 (a) Imam moskee in Esfahan, Iran (1611). (b) Barak Khan Madrassah in Tashkent, Uzbekistan (16 e eeuw). Figuur 3: Betegelingen in de Islamitische wereld. (a) Park Guëll te Barcelona door Antoni Gaudi. (b) Victory Boogie Woogie van Piet Mondriaan, Figuur 4: Betegelingen in beroemde kunstwerken. Kijk nu naar onderstaande puzzel (figuur 5). Het is de bedoeling dat het vlak wordt gevuld met de tegels 1 tot en met 10. Deze tegels mogen worden gedraaid en gespiegeld, maar elke tegel mag slechts één maal worden gebruikt. Er bestaan verschillende tactieken om een betegeling te vinden, zoals eerst goed naar de tegels kijken en te zoeken naar tegels die goed in elkaar passen. Uiteindelijk zal de oplossing echter alleen worden gevonden door het uit te proberen. 4

5 (a) Het vlak dat moet worden betegeld. (b) De verzameling tegels die gebruikt mag worden. Figuur 5: Een betegeling om zelf uit te proberen. Voorgaande puzzel is, gezien de definitie, een betegeling. En ook al is het leuk om bovenstaande betegeling op te lossen, er komt geen hoogstaande wiskunde aan te pas. In de rest van dit dictaat zal daarom de wiskunde achter betegelingen worden belicht. Gegeven een bepaald vlak en een verzameling tegels, zullen enkele onderwerpen met betrekking tot betegelingen worden besproken. De onderwerpen die naar voren zullen komen, zijn: Aantonen dat er een betegeling bestaat Aantonen dat er geen betegeling bestaat Het aantal mogelijke betegelingen tellen Rechthoekige vlakken betegelen met rechthoekige tegels 5

6 2 Is er een betegeling? Of er een betegeling mogelijk is met de gegeven tegels en het gegeven vlak is niet altijd even duidelijk. De puzzel uit de vorige paragraaf is daar een voorbeeld van. Het is niet mogelijk om in één oogopslag te zien of het vlak betegeld kan worden. Interessant is om te onderzoeken wanneer er wel of niet een betegeling mogelijk is. Kijk daarom nu naar een soortgelijke puzzel waarbij de verzameling van tegels wiskundig meer interessant is. Deze verzameling van tegels bestaat uit zogenaamde pentomino s. Een pentomino is een collectie van vijf eenheidsvierkanten die via hun zijkanten aan elkaar verbonden zijn. Pentomino s kunnen vrij gespiegeld of geroteerd worden. Dit betekent dat een gespiegelde of geroteerde pentomino niet telt als een nieuwe pentomino. Op deze manier zijn er in totaal twaalf verschillende pentomino s. In figuur 6 zijn deze twaalf pentomino s weergegeven. Figuur 6: De twaalf verschillende pentomino s met hun spiegelingen. Een standaard puzzel met pentomino s is een rechthoek dat wordt betegeld met pentomino s zonder dat hierbij overlappingen en gaten ontstaan. De vraag is of dit kan door elke pentomino één keer te gebruiken. Elke pentomino heeft een oppervlakte van vijf eenheidsvierkanten, de totale oppervlakte is dus gelijk aan 12 5 = 60 eenheidsvierkanten. De mogelijke afmetingen van de rechthoek zijn dan gelijk aan 6 10, 5 12, 4 15 en Door zelf uit te proberen, kan deze puzzel voor elk van de rechthoeken waarschijnlijk wel opgelost worden. Om te berekenen hoeveel oplossingen er exact bestaan, is echter een computer nodig. In 1960 hebben Haselgrove en Haselgrove als eerste het geval van 6 10 opgelost. Voor dit vlak zijn in totaal 2339 oplossingen mogelijk. Hierbij worden rotaties en spiegelingen van de gehele rechthoek niet extra meegeteld, maar inwendige rotaties en spiegelingen van delen van de rechthoek wel. In figuur 7(a) zijn voorbeelden van oplossingen voor de verschillende gevallen te zien. De 5 12 rechthoek heeft 1010 oplossingen, de 4 15 rechthoek heeft 368 oplossingen en de 3 20 rechthoek heeft 2 oplossingen. In figuur 7(a) is één van de twee oplossingen van het geval 3 20 te zien. In de andere oplossing wordt een deel van de betegeling 180 geroteerd. Dit deel is in figuur 7(b) aangegeven door middel van het grijze blok. (a) Voorbeelden van oplossingen. (b) De tweede oplossing van het 3 20-vlak. Figuur 7: Oplossingen voor de betegeling met pentomino s van vlakken met oppervlakte 60. 6

7 Hoewel de tegels van deze puzzels op zichzelf wiskundig meer interessant zijn, gebruiken de puzzels nog weinig wiskundig redeneren. Uiteindelijk wil men er naar toe werken om wiskundig te beredeneren of een betegeling mogelijk is. Dit kan door gebruik te maken van kleuren. Beschouw daarvoor het 8 8 schaakbord in figuur 8(a), waarvan twee overstaande hoekpunten weggehaald zijn. Neem verder aan dat de cellen blauw en wit gekleurd zijn, zoals weergegeven wordt in figuur 8(b). Gevraagd wordt of dit schaakbord betegeld kan worden met 31 dominostenen. (a) Schaakbord zonder twee hoekpunten. (b) Gekleurd schaakbord. Figuur 8: De betegeling van een schaakbord. Een dominosteen is een rechthoekige steen van het formaat 1 2. Wanneer het schaakbord wordt bedekt met dominostenen, zal elke steen een blauw en een wit vierkant bedekken, ongeacht waar de dominostenen op het schaakbord worden geplaatst (zie figuur 9). Dit betekent dat 31 dominostenen 31 blauwe en 31 witte vierkanten zullen bedekken. Ons schaakbord heeft echter 32 blauwe cellen en 30 witte cellen. Een betegeling is in dit geval dus niet mogelijk. Van cruciaal belang is het gebruik van de kleuring van het schaakbord om deze beredenering te maken. Deze redenatie is dan ook een voorbeeld van kleurargument. Figuur 9: De dominosteen bedekt op het schaakbord een blauw en wit vierkant. Uit een schaakbord kunnen in plaats van de hoekpunten ook willekeurig een witte en een blauwe cel worden verwijderd. Een voorbeeld hiervan is te zien in figuur 10. In dit geval blijven er een gelijk aantal blauwe en witte vierkanten over. Gevraagd wordt wederom of het mogelijk is om het schaakbord te betegelen met dominostenen. Figuur 10: Schaakbord waarvan één blauw en één wit vierkant missen. Beschouw een gesloten pad dat alle cellen van het schaakbord bedekt zoals in figuur 11(a). Doorloop nu het pad, beginnend bij het vierkant direct na het rode gat waar een blauwe cel zou zitten. Bedek met een 7

8 dominosteen de eerste en tweede cel. De steen zal dan respectievelijk een witte en een blauwe cel bedekken. Bedek daarna de derde en vierde cel; deze zijn wederom respectievelijk wit en blauw. Ga zo door totdat het pad aankomt bij het tweede gat in het schaakbord, waar een witte cel hoort te zitten. Bovendien bedekt de laatst geplaatste dominosteen als laatste een blauwe cel. Er zit dus geen gat tussen de dominosteen en de weggehaalde cel. Deze cel kan dus worden overgeslagen en er kan verder worden gegaan met het bedekken van het pad. De eerste dominosteen na de ontbrekende cel bedekt eerst een blauwe en daarna een witte cel. Eenmaal aangekomen bij het eerste gat, wordt als laatste dus een witte cel bedekt. Het eerste gat is blauw, dus wederom zit er geen cel tussen de laatste dominosteen en het gat. Het hele schaakbord kan dus worden betegeld met dominostenen. Deze procedure is hieronder in figuren 11(a) en 11(b) weergegeven. In deze redenatie is geen gebruik gemaakt van de plaats van de twee gaten. Voor elk schaakbord met een missende blauwe en witte cel is het dus mogelijk om een betegeling te vinden met behulp van dominostenen. (a) Een gesloten pad op het schaakbord. (b) Het schaakbord betegeld met dominostenen. Figuur 11: De betegeling van een schaakbord waarvan een blauwe en witte cel ontbreken. Beschouw nu een bord. De vraag is nu of dit bord betegeld kan worden met 1 4 rechthoeken. Als het bord gekleurd wordt zoals een schaakbord, zegt dit niets over de vraag of een betegeling bestaat. Gebruik daarom vier kleuren, zoals weergegeven is in figuur 12(a). Er geldt nu dat elke 1 4 tegel van elke kleur een even, mogelijk nul, aantal cellen zal bedekken. Enkele mogelijke liggingen van een 1 4 tegel zijn weergegeven in figuur 12(b). Dat elke tegel van elke kleur een even aantal cellen bedekt, geeft dat elke tegel twee kleuren bedekt. Als er een betegeling van het bord bestaat, moet het totaal aantal cellen van dezelfde kleur ook even zijn. Er zijn echter 25 cellen van elke kleur, dus een betegeling is niet mogelijk. Dit is een voorbeeld waarbij gebruik is gemaakt van een ingewikkeldere kleuring. (a) Bord met vier kleuren. (b) Enkele mogelijke 1 4 tegels. Figuur 12: De betegeling van een bord. 8

9 3 Aantonen dat er geen betegeling bestaat In het vorige hoofdstuk is uitgelegd hoe kan worden aangetoond dat, gegeven een bepaald vlak en een verzameling tegels, er een betegeling bestaat. Het is echter ook mogelijk dat gegeven het vlak en de verzameling tegels er geen betegeling bestaat. In huidig hoofdstuk zal aandacht worden besteed aan hoe in dergelijke situaties kan worden aangetoond dat er geen betegeling bestaat. Reeds in hoofdstuk 2 is naar voren gekomen dat het ingewikkeld kan zijn om aan te tonen dat er geen betegeling bestaat. Over het algemeen kan worden gezegd dat er geen eenvoudige manier bekend is om te laten zien dat er geen betegeling bestaat. Beauquier, Nivat, Rémila en Robson (1995) laten zien dat dit zelfs het geval is voor een betegeling met 1 3 rechthoeken. Uitzondering op de regel is een betegeling met dominostenen. We zullen eerst een voorbeeld laten zien van een vlak dat niet kan worden betegeld door dominostenen. Beschouw het vlak dat is weergegeven in figuur 13, bestaande uit 16 blauwe en 16 witte vierkanten (het rode vierkant is een gat in het vlak). Men zou aan kunnen tonen dat er geen betegeling bestaat door met behulp van dominostenen alle mogelijkheden uit te proberen. Figuur 13: Vlak dat niet betegeld kan worden met dominostenen. Er is echter ook een manier die eenvoudiger is. Bekijk in figuur 14 de 6 blauwe vierkanten waar een op staat. Deze grenzen aan 5 witte vierkanten, op welke een staat. Om alle 6 de blauwe vierkanten te bedekken, zijn 6 dominostenen nodig. Afgezien van de 5 witte vlakken die bedekt zijn met een, sluiten er echter geen witte vlakken aan de 6 blauwe vlakken, waardoor de zesde dominosteen niet kan worden geplaatst. Dit geeft dat het onmogelijk is om het vlak van figuur 13 te betegelen met dominostenen. Figuur 14: Gebruik maken van de Huwelijksstelling. Philip Hall (1935) heeft aangetoond dat men voor elk vlak dat niet kan worden betegeld met dominostenen een dergelijke demonstratie kan vinden om te laten zien dat er geen betegeling bestaat. Men zoekt hiervoor 9

10 naar k vierkanten van één bepaalde kleur welke minder dan k buren hebben van de andere kleur. Wanneer geen betegeling bestaat, kan dergelijke groep vierkanten altijd worden gevonden (Hall, 1935). Om eenvoudig aan iemand te laten zien dat een betegeling met dominostenen niet bestaat, kan men dus de k vierkanten en hun buren tonen. De wijze van bewijzen die zojuist is gebruikt, is afgeleid van de Huwelijksstelling (Hall, 1935), welke onderstaand zal worden uitgelegd. We zien hierbij de blauwe vierkanten als mannen en de witte vierkanten als vrouwen. Het is de bedoeling dat van deze mannen en vrouwen echtparen worden gevormd, maar de mannen en vrouwen mogen alleen met hun buurvrouw respectievelijk -man trouwen. De Huwelijksstelling vertelt wat de voorwaarden zijn om een dergelijke uithuwelijking te laten plaatsvinden. Voor de uitleg van de Huwelijksstelling zal eerst een stuk worden geciteerd uit Gijswijt (2009): We beginnen met een uitstapje naar een fictief dorpje waar zich elk jaar een spectaculair huwelijksfeest voltrekt. De traditie bepaalt namelijk dat ieder jaar de ongehuwde jonge vrouwen gekoppeld zullen worden aan beschikbare vrijgezelle mannen. Een groot feest, maar niet zonder de nodige kopzorgen, zoals gauw zal blijken. De jonge dames zijn nogal kieskeurig, ze willen natuurlijk niet aan de eerste de beste uitgehuwelijkt worden. Na veel wikken en wegen komt elke dame met een verlanglijstje bestaande uit een aantal van de vrijgezelle mannen die ze wel leuk vindt en waarmee ze wel in het huwelijksbootje zou willen stappen. De mannen zijn minder kieskeurig: een man is gelukkig met elke vrouw die hem hebben wil. Nadat de vrouwen hun wensen kenbaar hebben gemaakt, trekt de Raad der Wijzen zich terug om te beraadslagen over de mogelijkheden om de dames elk met een man te matchen, zodat de wensen van de vrouwen worden gerespecteerd. De hamvraag is: kunnen alle vrouwen aan een partner van hun keuze worden gekoppeld? Dit jaar staat de raad voor een moeilijk raadsel. Er zijn precies zes huwbare dames en ook slechts zes vrijgezelle mannen. In figuur 15 zie je de exacte wensen van de dames. De dames zijn aangegeven met a tot en met f en de mannen met 1 tot en met 6. Figuur 15: De voorkeuren van de vrouwen. Om vier van de dames te koppelen is niet zo lastig: dat kan bijvoorbeeld zo: a-2, b-1, e-3, f-6. Voor c en d is nu geen vrijgezel meer over. Na veel beraadslagen lukte het de raad uiteindelijk ook om zelfs vijf van de dames aan een van hun gewilde vrijgezellen te koppelen. Als het inderdaad mogelijk is om alle zes de dames te koppelen, dan zal de raad in zijn wijsheid wel een oplossing vinden. Maar stel nu eens dat het niet mogelijk is om alle dames te koppelen. Na lang puzzelen bekruipt de wijzen het gevoel dat de puzzel onoplosbaar is, maar hoe kunnen ze daar zeker van zijn? Hoe kun je bewijzen dat er geen oplossing bestaat? 10

11 Uiteraard is het in sommige gevallen eenvoudig te zien dat er geen oplossing bestaat, bijvoorbeeld wanneer alle vrouwen slechts op één dezelfde man vallen. Bovendien moet wanneer er een oplossing bestaat, gelden dat iedere drie vrouwen samen tenminste drie mannen op hun verlanglijstjes hebben staan. Dit brengt ons bij de Huwelijksstelling van Hall (1935), welke luidt: Stelling 1 Een noodzakelijke en voldoende voorwaarde voor het bestaan van een oplossing van het huwelijksprobleem is dat iedere k vrouwen samen tenminste met k verschillende mannen willen trouwen. Het bewijs voor deze stelling kan worden gevonden in Hall (1935). 11

12 4 Het aantal mogelijke betegelingen tellen In voorgaande hoofdstukken is onder andere besproken hoe kan worden aangetoond dat er geen betegeling bestaat of dat er juist wel een betegeling bestaat. Wanneer bekend is dat er een betegeling bestaat, is het echter ook interessant om te weten hoeveel betegelingen er bestaan voor het gegeven vlak met de gegeven verzameling tegels. In hoofdstuk 2 is reeds naar voren gekomen dat er 2339 manieren zijn om een 6 10 rechthoek te betegelen door elk van de 12 pentomino s exact eenmaal te gebruiken. Dit getal is met behulp van een computerberekening naar voren gekomen. Interessanter is echter hoe men door middel van een wiskundige berekening kan bepalen hoeveel betegelingen er voor een bepaald vlak, gegeven een verzameling tegels, bestaan. In 1961 is in twee onafhankelijke onderzoeken voor het eerst een formule gevonden om het aantal betegelingen te berekenen (Fisher en Temperley; Kasteleyn). Zij vonden een formule voor het berekenen van het aantal betegelingen van een 2m 2n rechthoek met behulp van dominostenen. De oppervlakte van de rechthoek is gelijk aan 4mn, dus zijn er 2mn dominostenen nodig om de rechthoek te betegelen. De formule luidt: 4 mn m ( ) n j=1 k=1 cos 2 jπ kπ 2m+1 + cos2 2n+1, waarin π staat voor 180. Het opmerkelijke aan deze formule is dat de getallen die worden vermenigvuldigd geen gehele getallen zijn en in de meeste gevallen zelfs geen rationele getallen. De uitkomst van de multiplicatie is echter wel een geheel getal, zoals in onderstaand voorbeeld naar voren komt. Voorbeeld 1. We bekijken een vlak van 4 6, dus m = 2 en n = 3. Invullen van de formule geeft: 4 6 ( cos cos 2 25, ) ( cos cos 2 51, ) ( cos cos 2 77, ) ( cos cos 2 25, ) ( cos cos 2 51, ) ( cos cos 2 77, ) = 4 6 (1, )(1, )(0, ) (0, )(0, )(0, ) = 281. Twee verschillende bewijzen van de formule kunnen worden gevonden in Kasteleyn (1961) en Fisher Temperley (1961). Naast het rechthoekige 2m 2n vlak bestaat er ook een andere soort vlakken waarvan de berekening van het aantal betegelingen opvallend eenvoudig is. Deze vlakken zijn de Aztec-diamanten, waarvan er een aantal zijn weergegeven in figuur 16. Figuur 16: Vijf Aztec-diamanten, van links naar rechts AZ(1), AZ(2), AZ(3), AZ(4) en AZ(5). Een Aztec-diamant wordt opgebouwd door gecentreerd rijen onder elkaar te plaatsen van lengte 2, 4,..., 2n, 2n,..., 4, 2. De Aztec-diamant met n = 2 kan op acht verschillende wijzen worden betegeld met behulp van dominostenen (waarbij de twee vlakken van de steen dezelfde kleur hebben), zoals te zien is in figuur 17. Wanneer de betegelingen rij voor rij van links naar rechts worden bekeken, komt naar voren dat bij elke betegeling twee tegels gedraaid zijn ten opzichte van de vorige betegeling. 12

13 Figuur 17: De acht mogelijke betegelingen van AZ(2). De formule voor de berekening van het aantal betegeling van AZ(n) met behulp van genoemde dominostenen luidt 2 n(n+1) 2 en is gevonden door Elkies, Kuperberg, Larsen en Propp (1992). Inmiddels bestaan er ongeveer 12 bewijzen voor genoemde formule, maar de eerste vier oorspronkelijke bewijzen zijn te vinden in Elkies et. al. (1992). In figuur 18 is een tabel met daarin het aantal mogelijke betegelingen van AZ(n) met behulp van dominostenen weergegeven voor n = 1 tot en met n = 6. Figuur 18: Het aantal mogelijke betegelingen van AZ(n) voor n = 1 tot en met n = 6. Een laatste noemenswaardig gegeven met betrekking tot Aztec-diamanten is dat wanneer men een willekeurige Aztec-diamant met n = 50 bekijkt, deze vaak zal lijken op figuur 19. In figuur 19 zijn de dominostenen gekleurd in vier verschillende kleuren (twee kleuren voor verticale en twee kleuren voor horizontale tegels) volgens een patroon waar hier niet op in zal worden gegaan. Opvallend is dat het vlak zeer regelmatig is in de hoeken. Richting het centrum van het vlak wordt het echter meer chaotisch. Er lijkt een algemeen resultaat te zijn en Jokush, Propp en Shor (1995) hebben aangetoond dat voor grote n voor de meeste dominobetegelingen van AZ(n), het gebied van regelmaat het gebied buiten de grootst mogelijke cirkel in de Aztec-diamant benadert. Dit wordt weergegeven in figuur

14 Figuur 19: Een willekeurige Aztec-diamant met n = 50. Figuur 20: De mate van regelmaat in een willekeurige Aztec-diamant voor grote n. Het genoemde resultaat staat bekend als de Arctic Circle Theorem. De rode circel is het noordpoolgebied, want de betegeling is bevroren buiten het gebied. Op aztec.html kan men zelf willekeurige Aztec-diamanten laten maken voor n =

15 5 Rechthoeken met rechthoeken betegelen Er zijn al verschillende betegelingen naar voren gekomen, maar één van de meest natuurlijke betegelingen is de betegeling van een rechthoek met kleinere rechthoeken. In dit hoofdstuk zullen twee voorbeelden van dergelijke betegelingen worden besproken. Allereerst wordt onderzocht aan welke condities zulke betegelingen moeten voldoen om te kunnen bestaan. Ten tweede wordt bekeken of en wanneer een vierkant betegeld kan worden met 1 x rechthoeken. De eerste vraag is wanneer een m n rechthoek betegeld kan worden met kleinere a b rechthoeken. Hierbij kunnen de rechthoeken elke oriëntatie hebben. Om een antwoord op deze vraag te krijgen, is het handig om eerst specifieke gevallen te onderzoeken. Vanuit deze specifieke gevallen kunnen dan algemene condities opgesteld worden. Daarom zal eerst onderzocht worden welke m n rechthoeken met 2 3 rechthoeken betegeld kunnen worden. Hierbij zal de rechthoek die betegeld wordt, de grote rechthoek heten en de rechthoeken die de grote rechthoek betegelen, de kleine rechthoeken. Na een tijdje uitproberen, zal de betegeling in figuur 21 waarschijnlijk wel naar voren komen. Het is de duidelijkste mogelijkheid om een rechthoek te betegelen. Dit wordt gedaan door de hoogte van de rijen gelijk te laten zijn aan twee eenheden en de breedte van de kolommen drie eenheden te laten zijn. In figuur 21 geven de blauwe lijnen de afscheidingen tussen de rijen weer en zijn de rode lijnen de afscheidingen tussen de kolommen. Als de grote rechthoek r rijen van tegels met een hoogte gelijk aan 2 heeft en k kolommen van tegels met een breedte gelijk aan 3 heeft, dan zal de rechthoek 2r 3k groot zijn. Figuur 21: 2r 3k rechthoek. Op deze manier is een grote collectie van rechthoeken met verschillende groottes, zoals 2 3, 2 6, 4 3, 24 45, te verkrijgen. Merk op dat deze rechthoeken zelf ook weer als bouwstenen gebruikt kunnen worden om nog grotere rechthoeken te betegelen. Wanneer twee bouwstenen een zijde met gelijke lengte hebben, dan kunnen deze bouwstenen langs de overeenkomstige zijde aan elkaar geplaatst worden om een grotere rechthoek te betegelen. Neem bijvoorbeeld een 2 6 en een 3 6 rechthoek. Dan kunnen deze bouwstenen op de manier zoals in figuur 22 bij elkaar geplaatst worden om een 5 6 rechthoek te betegelen. Figuur 22: Vijf 2 3 tegels in een 5 6 rechthoek. 15

16 Opvallend aan figuur 22 is dat één zijde geen veelvoud is van 2 of 3, maar een combinatie van 2 èn 3. Er is dus een nieuwe manier van betegelen verkregen. Wat daarbij ook opvalt, is dat de oriëntatie van de 2 3 tegels is veranderd. Als de oriëntatie niet verandert, dan krijgen we varianten op figuur 21 en komt er geen nieuw resultaat naar voren. Dit betekent dat, wil er iets nieuws ontstaan, twee bouwstenen langs de overeenkomstige zijde gecombineerd moeten worden zódat de oriëntatie van de ene bouwsteen anders is dan de oriëntatie van de andere. Dit zorgt er direct voor dat de 2 3 tegels binnen de ene bouwsteen een andere oriëntatie hebben dan binnen de andere. Het verschil in oriëntatie komt alleen voor als de horizontale zijde van de ene bouwsteen gelijke lengte heeft als de verticale zijde van de andere bouwsteen of andersom. Zij namelijk een bouwsteen van grootte 2r 3k en een bouwsteen van grootte 2R 3K, zodat de breedte van de ene bouwsteen gelijk is aan de hoogte van de andere bouwsteen. Draai één bouwsteen 90, zodat de tegels binnenin van oriëntatie veranderen. Plak nu de twee bouwstenen aan de even lange zijde aan elkaar. Op deze manier verkrijg je de rechthoek in figuur 23(a). Hierin wordt duidelijk dat moet gelden 2r = 3K. Deze conditie zegt dat de lengte van de overeenkomstige zijde een veelvoud van 2 en 3 moet zijn. Dit betekent dat de lengte een veelvoud van 6 is. De andere lengte moet dan gelijk zijn aan 3k + 2R. Deze condities zijn weergegeven in figuur 23(b). (a) Nieuwe betegeling met bouwstenen. (b) Condities van de nieuwe betegeling. Figuur 23: Twee bouwstenen gecombineerd door middel van één overeenkomstige zijde. In figuur 21 en figuur 23(b) komen twee strategieën naar voren om een rechthoek met 2 3 tegels te betegelen. Nu is de vraag of dit de enige twee mogelijkheden zijn. Zoja, dan weten we ondere andere aan welke condities de rechthoeken moeten voldoen. Het blijkt dat dit de enige twee mogelijkheden zijn. Er geldt namelijk dat als een m n rechthoek betegeld kan worden met 2 3 tegels, de oppervlakte van de grote rechthoek deelbaar moet zijn door de oppervlakte van de kleine rechthoek. Met andere woorden, dan geldt dat mn deelbaar is door 6. In het algemeen geldt dus dat als een m n rechthoek betegeld kan worden door a b rechthoeken, mn deelbaar is door ab. Bovendien geldt dat mn ab gelijk is aan het aantal kleine rechthoeken dat nodig is om de grote rechthoek te betegelen. Terugkomend op de 2 3 tegels geldt, omdat mn een veelvoud van 6 moet zijn, dat er twee gevallen zijn: Eén zijde van de grote rechthoek is deelbaar door 2 en de andere zijde is deelbaar door 3, Eén zijde is niet deelbaar door 2 of 3, maar de andere zijde is deelbaar door 6. De situatie van figuur 21 komt overeen met het eerste geval en de situatie van figuur 22 komt overeen met het tweede geval. Bij het tweede geval moet wel een opmerking gemaakt worden. Er wordt alleen betegeld met tegels met zijde 2 en 3. Dit betekent dat een m n rechthoek alleen door deze tegels betegeld kan worden als de zijden van de m n rechthoek een som is van veelvouden van 2 en 3. Zou dit niet het geval zijn, dan zou er een deel van een zijde van de grote rechthoek overblijven dat kleiner is dan 2 en 3. Dit gat kan dus niet opgevuld worden met 2 3 tegels. Dit betekent dat moet gelden: m = 2u + 3v en n = 6k en 16

17 dat voor 2 3 stenen in het algemene geval moet gelden: m = 2u + 3v en n = 2w + 3x. In het algemeen geldt voor een m n rechthoek dat door a b rechthoeken betegeld moet worden het volgende: m = a x 1 + b y 1 en n = a x 2 + b y 2, waarbij x 1, x 2, y 1, y 2 natuurlijke getallen zijn. Met andere woorden, m en n zijn lineaire combinaties van a en b. De algemene vraag aan het begin van dit hoofdstuk was wanneer m n rechthoeken betegeld kunnen worden met a b rechthoeken. Als antwoord op deze vraag zijn tot nu toe de volgende condities en observaties naar voren gekomen: Conditie 1: Een m n rechthoek kan betegeld worden met a b tegels als onder andere geldt dat mn deelbaar is door ab. Bovendien geeft het getal mn ab het aantal kleine rechthoeken weer dat nodig is. Conditie 2: Een m n rechthoek kan betegeld worden met a b tegels als onder andere geldt dat m en n lineaire combinaties van a en b zijn. Dit betekent dat geldt m = a x 1 + b y 1 en n = a x 2 + b y 2, waarbij x 1, x 2, y 1, y 2 natuurlijke getallen zijn. Observatie 1: Als zowel een m r en een m s rechthoek betegeld kan worden door a b tegels, dan kan een m (r + s) ook door die tegels betegeld worden. Observatie 2: Als een m n rechthoek betegeld kan worden door u v rechthoeken en een u v rechthoek betegeld kan worden met a b rechthoeken, dan kan een m n rechthoek betegeld worden door a b rechthoeken. De eerste conditie is een voorwaarde die makkelijk gecontroleerd kan worden. Voor de tweede conditie is het noodzakelijk om te weten of een getal een lineaire combinatie is van twee andere gegeven getallen. Dit is niet triviaal en zal daarom uitgelegd worden. Beschouw het volgende voorbeeld: zij a = 3 en b = 5. Gevraagd wordt of er natuurlijke getallen x, y bestaan zodat n = 3x + 5y. Het doel is om de verzameling van alle lineaire combinaties van 3 en 5 te vinden. Dan kan er namelijk gecontroleerd worden of het getal n in deze verzameling zit. Het is eenvoudiger om deze verzameling te vinden wanneer er schematisch te werk gegaan wordt. Stel als volgt de tabel in figuur 24 op: zet in de eerste rij de getallen waarbij y = 0 en waarbij x de natuurlijke getallen afloopt voor de formule 3x + 5y. Zet in de tweede rij voor dezelfde formule de getallen waarbij y = 1 en waarbij x de natuurlijke getallen afloopt. Zet in de derde en vierde rij y = 2 en y = 3 respectievelijk en laat x de natuurlijke getallen aflopen. Schuif daarnaast de rijen zo op dat de kolommen blokken van opeenvolgende dalende gehele getallen vormen. Figuur 24: Tabel met lineaire combinaties van 3 en 5. Alle positieve gehele getallen groter dan 7 komen voor in de eerste drie rijen van de tabel. De rijen na de derde rij zijn overbodig, omdat zij een deel zijn van een van de eerste drie rijen. Elementen van de vierde 17

18 en vijfde rijen hebben namelijk de vorm 3x + 15 = 3(x + 5) + 5 0, waar x de natuurlijke getallen afloopt. Er geldt echter dat 3(x + 5) van de vorm van een getal in de eerste rij is. Algemeen geldt dat een element in rij k de vorm 3x + 5(k 1) met x N heeft. Elk getal k groter dan 2 is precies gelijk aan één van de vormen 3q + 1, 3q + 2, 3q + 3 voor bepaalde q N. Zij k = 3q + r met r = 1, 2, 3. Dit betekent dat een element 3x + 5(k 1) = 3x + 5(3q + r 1) = 3(x + 5q) + 5(r 1) in rij k ook een element van rij r voor r = 1, 2, 3 is. Kortom, alle rijen vanaf de vierde rij zijn overbodig. We willen nu laten zien dat alle getallen groter dan 7 in de eerste drie rijen staan. De vijfde kolom bevat een blok van drie opeenvolgende getallen, namelijk 10, 11 en 12. De zesde kolom bevat het volgende blok van drie opeenvolgende getallen, omdat het volgende element in elke rij drie groter is dan zijn voorganger. De opeenvolgende kolommen van de tabel vanaf kolom 5 bevatten alle getallen groter dan 9. In kolom 4 staan 8 en 9 in de tabel staan en 7 niet, dus alle getallen groter dan 7 staan in de tabel. In het algemeen hebben we de volgende stelling: Stelling 2 Zij a en b positieve gehele getallen zonder gemeenschappelijke priemfactor. Dan bevat de verzameling van lineaire combinaties van a en b elk positief getal groter of gelijk aan (a 1)(b 1). Laten we kijken naar het voorbeeld om te bedenken waarom deze stelling geldt. Uit het voorbeeld blijkt dat vanaf het eerste getal in de rij y = a 1 alle getallen in de tabel staan. Dit getal m is gelijk aan a x + b y. Het getal m staat als eerste in de rij, wat betekent dat x = 0. Daarnaast staat m in rij y = a 1, dus geldt m = b(a 1). Daarnaast geldt dat in de kolom ervoor a 1 opeenvolgende getallen staan. Deze getallen komen precies voor de getallen in de kolom ernaast, omdat er steeds een verschil ter grootte van a tussen twee getallen in een rij zitten en deze kolom a getallen bevat. Er geldt dus dat alle getallen groter of gelijk aan m (a 1) = b(a 1) a + 1 = ab b a + 1 = (a 1)(b 1) in de tabel staan. Met deze stelling kan worden bepaald of een getal een lineaire combinatie van twee andere getallen is. Om de derde en laatste conditie te verkrijgen, bekijken we wanneer een m n rechthoek betegeld kan worden door 1 a tegels. Als duidelijk is wanneer dit mogelijk is, kan hieruit een conditie gegeneraliseerd worden voor de betegeling van een m n rechthoek met a b rechthoeken. Hierbij heeft Golomb (1994) naar een specifiek geval gekeken, namelijk 1 a rechthoeken. Van daaruit heeft hij de algemene conditie beredeneerd. Kleur een m n rechthoek met a verschillende kleuren zó dat de verschillende kleuren elkaar opvolgen. Dit is geïllustreerd in figuur 25(a) voor het geval m = 7, n = 8 en a = 6. Op deze manier geldt dat een 1 a tegel precies de a verschillende kleuren zal bedekken, ongeacht de plaatsing in het vlak. Dit betekent dat de grote rechthoek alleen betegeld kan worden als alle kleuren even vaak voorkomen; met andere woorden conditie 1 moet gelden. Aan conditie 2 wordt automatisch voldaan. (a) Kleuring van een 7 9 rechthoek met 6 kleuren. (b) Betegeling van de 7 9 rechthoek. Figuur 25: Een m n rechthoek gekleurd met a verschillende kleuren. 18

19 Het is duidelijk dat als m of n gedeeld wordt door a, er een betegeling mogelijk is met 1 a rechthoeken. Al deze rechthoeken kunnen dan met dezelfde oriëntatie geplaatst worden. Als m of n niet deelbaar is door a, deel dan m door a zodat er een rest m met 0 < m < a overblijft. Deel ook n door a zodat er een rest n met 0 < n < a overblijft. Behalve voor de m n rechthoek is de rest van de grote rechthoek gemakkelijk te betegelen met 1 a tegels. Dit is geïllustreerd in figuur 25(b). Elke kleur komt één keer voor onder elk van de tegels en moet dus ook k maal voorkomen in de beperkte m n rechthoek, zodat ka = m n. Alleen dan kan de grote rechthoek elk van de a kleuren even vaak bevatten. Neem nu aan dat m kleiner of gelijk is aan n. Dan zal er tenminste één diagonale rij vierkanten met dezelfde kleur van lengte m zijn. Er is dus minstens één kleur die m keer voorkomt in de beperkte rechthoek. Er komen evenveel kleuren in de beperkte rechthoek voor, dus deze rechthoek bevat tenminste m a cellen. Dit kan echter niet, want de oppervlakte van deze rechthoek is groter dan de oppervlakte van de beperkte m n rechthoek, omdat n kleiner is dan a. Deze beredenering kan ook gevoerd worden als n kleiner of gelijk is aan m. Op deze manier komt naar voren dat er geen betegeling mogelijk is. Er geldt dus de volgende stelling van De Bruijn (1969): Stelling 3 Een m n rechthoek kan worden betegeld met 1 a tegels als m of n een veelvoud van a is. Deze stelling zegt dat wanneer een m n rechthoek betegeld kan worden met a b tegels m of n een veelvoud van a is, omdat de m n rechthoek betegeld kan worden met 1 a tegels. Andersom geldt dat m of n ook een veelvoud van b moet zijn, omdat de rechthoek ook betegeld kan worden met 1 b tegels. Dit geeft de derde conditie, waardoor de condities voor de betegeling van een m n rechthoek met a b tegels zijn: Conditie 1: mn is deelbaar door ab. Bovendien geeft het getal mn ab nodig is voor de betegeling. het aantal kleine rechthoeken weer dat Conditie 2: m en n zijn lineaire combinaties van a en b. Dit betekent dat geldt m = a x 1 + b y 1 en n = a x 2 + b y 2, waarbij x 1, x 2, y 1, y 2 natuurlijke getallen zijn. Conditie 3: m of n is deelbaar door a en m of n is deelbaar door b. Het tweede probleem dat besproken zal worden, is het volgende. Zij x > 0. Kan een vierkant betegeld worden met een eindig aantal rechthoeken gelijkvormig aan een 1 x rechthoek? Met andere woorden, kan een vierkant betegeld worden met een eindig aantal rechthoeken, allemaal van de vorm a ax? Voor x = 2 3 bijvoorbeeld, zouden de volgende tegels gebruikt kunnen worden: Figuur 26: Mogelijke tegels voor x = 2 3. Wanneer we met deze tegels een 2 2 vierkant willen betegelen, dan is slechts een bouwsteen van één grootte nodig, namelijk Deze betegeling is weergegeven in figuur 27. Merk op dat x = 2 3 voldoet aan de 19

20 Figuur 27: Betegeling van een 2 2 vlak met zes tegels. vergelijking 3x 2 = 0. Later zal duidelijk worden waarom dit handig is. Laten we nu proberen om een betegeling van een vierkant te construeren, zodat het vierkant betegeld wordt met gelijkvormige rechthoeken van tenminste twee verschillende groottes. Neem aan dat we een vierkant willen betegelen door vijf rechthoeken in een rij te zetten en daar bovenop een grotere rechthoek met de zelfde vorm te plaatsen. Zij het vierkant 1 1, maar er is niets bekend over de grootte van de tegels. Laat daarom de afmeting van de rechthoek boven de vijf andere rechthoeken gelijk zijn aan 1 x. Dan is de hoogte van een kleine rechthoek gelijk aan 1 x. Bovendien zijn de kleine rechthoeken gelijkvormig aan de 1 x rechthoek, dus geldt dat de breedte van de kleine rechthoek gelijk is aan (1 x)x. Er zitten vijf rechthoeken naast elkaar, dus de totale breedte is gelijk aan 5x(1 x). De totale breedte moet gelijk zijn aan 1, dus moet gelden 5x(1 x) = 1, met andere woorden 5x 2 5x + 1 = 0. De waarden van x die aan deze vergelijking voldoen, zijn en x = = 0, x = = 0, De twee verschillende waarden van x geven elk een andere betegeling. In figuur 28 is een betegeling gegeven bij de laatste oplossing van x. De rechthoeken zijn gelijkvormig, want er geldt 0, : 1 = 0, 2 : 0, Figuur 28: Benadering van een betegeling met twee verschillende tegels. Laten we nu een betegeling van het 1 1 vierkant vinden met drie rechthoeken met verschillende groottes. Plaats twee rechthoeken met verschillende grootte naast elkaar en een rechthoek met andere grootte erbovenop. Laat de grootste rechthoek afmeting 1 x hebben. Dan geldt dat de hoogte van de tweede en derde rechthoek gelijk is aan 1 x. De rechthoek linksonder heeft dan een breedte gelijk aan x(1 x). De rechthoek rechtsonder heeft dan een breedte van 1 x(1 x) = 1 x + x 2. Bovendien moet gelden dat deze 20

21 twee rechthoeken gelijkvormig zijn aan de 1 x rechthoek. Met andere woorden er moet gelden: 1 en x 1 = en 1 x 1 x+x 2. Dit levert twee vergelijkingen op: x x 2 = x x 2 x = 1 x x(1 x) x 3 x 2 + 2x 1 = 0. De eerste vergelijking levert niks op. De tweede vergelijking geeft echter de volgende oplossing: x = 0, Een betegeling met deze waarde van x is te zien in figuur 29. Twee andere oplossingen van de tweede vergelijking zijn afgerond 0, , en 0, 215 1, Deze twee complexe getallen geven geen reële oplossingen voor het betegelingsprobleem. Figuur 29: Benadering van een betegeling met drie verschillende tegels. In de algemene situatie hebben Laczkovich en Szekeres (1995) de volgende stelling bedacht. Stelling 4 Een vierkant kan betegeld worden met eindig veel rechthoeken die gelijkvormig zijn aan een 1 x rechthoek dan en slecht dan als: x een wortel van een polynoom met gehele coëfficiënten is en voor elke wortel a + b 1 van het polynoom van de kleinste graad waaraan x voldoet, geldt a > 0. Het is verassend dat deze complexe wortels een belangrijke rol spelen om te bepalen of er een betegeling mogelijk is. Het lijkt namelijk alsof ze er niets mee te maken hebben. In het vorige voorbeeld is er echter alleen een betegeling mogelijk, omdat geldt dat a = 0, > 0. Laten we nu naar een paar voorbeelden kijken, waarbij we stelling 4 kunnen toepassen. De waarde x = 3 bijvoorbeeld voldoet aan een polynomische vergelijking met gehele coëfficiënten, namelijk x 2 3 = 0. De tweede wortel, 3, is echter kleiner dan nul en dus is er geen betegeling mogelijk van een vierkant met eindig veel rechthoeken gelijkvormig met 1 3. Neem nu x = 3 2. Deze x voldoet aan de vergelijking x 3 2 = 0. De twee andere wortels zijn gelijk aan 3 2± Er geldt 3 2 < 0, dus een vierkant kan niet betegeld worden met eindig veel rechthoeken gelijkvormig aan een rechthoek. Nu blijkt dat als r s een rationaal getal is en x = r s + 3 2, x nog steeds een wortel van een kwadratisch polynoom is. De andere twee wortels zijn gelijk aan ( r s ) ±

22 Een vierkant kan worden betegeld met eindig veel rechthoeken gelijkvormig aan een 1 ( r s + 3 2) rechthoek dan en slecht dan als r s > Neem je favoriete breuk groter dan en je kunt een vierkant met rechthoeken gelijkvormig aan een 1 ( r s + 3 2) rechthoek betegelen! We hebben nu twee problemen opgelost. Ten eerste weten we wat de eisen zijn om met a b tegels een m n vlak te betegelen. Ten tweede hebben we de voorwaarden ontdekt waaraan moet worden voldaan om een vierkant te betegelen met een eindig aantal rechthoeken dat gelijkvormig is aan 1 x, waarbij x > 0. 22

23 6 Conclusie In de voorgaande hoofdstukken zijn de onderwerpen besproken die in de inleiding werden aangekondigd. Zo is er gekeken hoe aangetoond kan worden dat er wel of niet een betegeling bestaat en hoeveel betegelingen, gegeven een vlak en een verzameling tegels, in totaal kunnen bestaan. Er is begonnen met een puzzel welke slechts kon worden opgelost door te proberen op welke manier de tegels moesten worden gelegd. De puzzel wekt de interesse naar de wiskunde achter betegelingen. Eerst is er gekeken of de verzameling tegels wiskundig interessanter gemaakt kon worden. De pentomino s zijn hier een goed voorbeeld van. Dit levert leuke puzzels op, maar er moet een computer aan de pas komen om het totaal aantal mogelijke betegelingen te berekenen. Het is redelijk gemakkelijk om iemand ervan te overtuigen dat een betegeling bestaat. De betegeling kan namelijk visueel worden getoond. In hoofdstuk 3 is naar voren gekomen dat het vaak lastig is om te laten zien dat een betegeling niet bestaat. Betegelingen met dominostenen zijn echter een voorbeeld waarbij dit met behulp van de Huwelijksstelling van Hall (1935) wel mogelijk is. Een tweede methode om aan te tonen dat er geen betegeling bestaat, is door gebruik te maken van kleuren en een zogenaamd kleurargument te gebruiken. Als eenmaal duidelijk is dat er een betegeling mogelijk is, is het interessant om te weten hoeveel betegelingen mogelijk zijn. In 1960 is er voor het eerst een formule bedacht voor het berekenen van het aantal betegelingen van een 2m 2n rechthoek met dominostenen. Met deze formule kan eenvoudig het exacte aantal betegelingen worden berekend. Opvallend is dat de formule wordt opgebouwd uit een vermenigvuldiging van gebroken en vaak zelfs irrationele getallen, maar dat de uitkomst een geheel getal is. Ook voor de Aztec-diamanten bestaat er een formule om het aantal betegelingen uit te rekenen. Als laatste is er gekeken naar een van de eenvoudigste betegelingen, namelijk die van een rechthoek met andere kleinere rechthoeken. Hierbij is eerst naar voorbeelden gekeken om vervolgens vanuit de voorbeelden op drie algemene condities te komen waaraan de rechthoeken moeten voldoen, wil er een betegeling mogelijk zijn. Zijn deze drie condities eenmaal bekend, dan is eenvoudig na te gaan of aan alle voorwaarden voldaan wordt. Daarnaast is gekeken naar de betegeling van vierkanten met gelijkvormige rechthoeken. Ook hier was het mogelijk om een tweetal voorwaarden op te stellen. Concluderend kan worden gezegd dat niet altijd snel te zien is of er een betegeling bestaat. Er bestaan echter wel enkele methoden om voor bepaalde vlakken en tegels te bepalen of er al dan niet een betegeling bestaat en hoeveel betegelingen er mogelijk zijn. Bovendien kan er door wiskundig redeneren op condities gekomen worden, zodat er eenvoudiger getoetst kan worden of er een betegeling bestaat. 23

24 7 Huiswerkopgaven Maak drie van de volgende vier vragen. Vraag 1: Twee 6 5 rechthoeken kunnen op een unieke manier betegeld worden door elke pentomino precies één keer te gebruiken. Teken deze betegeling. Vraag 2: Zij een rechthoek gegeven. a) Kan deze rechthoek betegeld worden door rechthoeken? Leg je antwoord uit. b) Kan deze rechthoek betegeld worden met dominostenen? c) Zoja, op hoeveel verschillende manieren kan dit? Zo nee, leg uit waarom dit niet kan. d) Beantwoord vraag a) tot en met c) voor een rechthoek. Neem bij vraag a) 5 6 rechthoeken. Vraag 3: Laat zien dat als een 7 7 bord betegeld wordt met 1 3 tegels, de overgebleven niet betegelde cel één van de volgende negen posities aanneemt: het centrum, een van de vier hoekpunten, of één van de middelste cellen van de zijden van het bord. De negen posities in figuur 30 rood gekleurd. Figuur 30: De negen posities. Vraag 4: Bedenk een vlak bestaande uit 20 blauwe en 20 witte vierkanten (om en om gekleurd zoals in een schaakbord) dat niet betegeld kan worden met dominostenen en bewijs waarom dit niet kan. 24

25 8 Referenties Ardila, F. Stanley, R.P. (2004). Tilings. Geraadpleegd op op senior scholars/stanley ardila tilings.pdf. Beauquier, D., Nivat, M., Rémila, E. Robson, M. (1995). Tiling figures of the plane with two bars. Computational Geometry, 5, pp Bruijn, N. de (1969). Filling boxes with bricks. American Mathematical Monthly, 76, pp Elkies, N., Kuperberg, G., Larsen, M. Propp, J. (1992). Alternating sign matrices and domino tilings I, II. Journal of Algebraic Combinatorics, 1, pp , Fisher, M. & Temperley, H. (1961). Dimer problem in statistical mechanics - an exact result. Phylosophical Magazine, 6, pp Gijswijt, D. (2009). De Huwelijksstelling van Hall. Pythagoras, 3, pp Golomb, S.W. (1994). Polyominoes. Puzzles, patterns, problems and packings. Princeton University Press, pp Hall, P. (1935). On representatives of subsets. Journal of the London Mathematical Society, 10, pp Haselgrove, C.B. & Haselgrove, J. (1960). A computer program for pentominoes. Eureka, 23, pp Jockush, W., Propp, J. & Shor, P. (1995). Random domino tilings and the Arctic circle theorem, preprint. Geraadpleegd op op Kasteleyn, P. (1961). The statistics of dimers on a lattice I. The number of dimer arrangements on a quadratic lattice. Physica, 27, pp Klarner, D.A. (2002). Box Packing: Getting Started As a Mathematical Detective. Geraadpleegd op op Klarner, D.A. (1969). Packing a rectangle with congruent n-ominoes. Journal of Combinatorial Theory, 7, pp Laczkovich, M. & Szekeres, G. (1995). Tilings of the square with similar rectangles. Discrete Computational Geometry, 13, pp

De huwelijksstelling van Hall

De huwelijksstelling van Hall Thema Discrete wiskunde In de vorige twee afleveringen heb je al kennis kunnen maken met het begrip graaf en hoe grafen worden gebruikt door Google s zoekmachine en door de NS bij het maken van een optimale

Nadere informatie

Estafette. 36 < b < 121. Omdat b een kwadraat is, is b een van de getallen 49, 64, 81 en 100. Aangezien a ook een kwadraat is, en

Estafette. 36 < b < 121. Omdat b een kwadraat is, is b een van de getallen 49, 64, 81 en 100. Aangezien a ook een kwadraat is, en 26 e Wiskundetoernooi Estafette 2017 Uitwerking opgave 1 Noem het getal dat gevormd wordt door de laatste twee cijfers van het geboortejaar van rnoud a en de leeftijd van rnoud b. Dan is a + b = 2017 1900

Nadere informatie

Rekentijger - Groep 7 Tips bij werkboekje A

Rekentijger - Groep 7 Tips bij werkboekje A Rekentijger - Groep 7 Tips bij werkboekje A Omtrek en oppervlakte (1) Werkblad 1 Van een rechthoek die mooi in het rooster past zijn lengte en breedte hele getallen. Lengte en breedte zijn samen gelijk

Nadere informatie

Opgave 3 - Uitwerking

Opgave 3 - Uitwerking Mathrace 2014 Opgave 3 - Uitwerking Teken de rode hulplijntjes, en noem de lengte van dit lijntje y. Noem verder de lengte van een zijde van de gelijkzijdige driehoek x. Door de hoek van 45 graden in de

Nadere informatie

1 Delers 1. 3 Grootste gemene deler en kleinste gemene veelvoud 12

1 Delers 1. 3 Grootste gemene deler en kleinste gemene veelvoud 12 Katern 2 Getaltheorie Inhoudsopgave 1 Delers 1 2 Deelbaarheid door 2, 3, 5, 9 en 11 6 3 Grootste gemene deler en kleinste gemene veelvoud 12 1 Delers In Katern 1 heb je geleerd wat een deler van een getal

Nadere informatie

Magidoku s en verborgen symmetrieën

Magidoku s en verborgen symmetrieën Uitwerking Puzzel 92-6 Magidoku s en verborgen symmetrieën Wobien Doyer Lieke de Rooij Een Latijns vierkant van orde n, is een vierkante matrix, gevuld met n verschillende symbolen waarvan elk precies

Nadere informatie

IMO-selectietoets I donderdag 2 juni 2016

IMO-selectietoets I donderdag 2 juni 2016 IMO-selectietoets I donderdag juni 016 NEDERLANDSE W I S K U N D E OLYMPIADE Uitwerkingen Opgave 1. Zij ABC een scherphoekige driehoek. Zij H het voetpunt van de hoogtelijn vanuit C op AB. Veronderstel

Nadere informatie

WI1808TH1/CiTG - Lineaire algebra deel 1

WI1808TH1/CiTG - Lineaire algebra deel 1 WI1808TH1/CiTG - Lineaire algebra deel 1 College 6 26 september 2016 1 Hoofdstuk 3.1 en 3.2 Matrix operaties Optellen van matrices Matrix vermenigvuldigen met een constante Matrices vermenigvuldigen Machten

Nadere informatie

WISKUNDE-ESTAFETTE 2010 Uitwerkingen

WISKUNDE-ESTAFETTE 2010 Uitwerkingen WISKUNDE-ESTAFETTE 010 Uitwerkingen 1 We tellen het aantal donkere tegels in elke rij. Rij 1 (en rij 19) bestaat uit 10 witte tegels. Rij (en rij 18) bestaat uit 11 tegels, waarvan 6 wit en 5 donker. Rij

Nadere informatie

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde. 1 Vlaamse Wiskunde Olympiade 1993-1994 : Tweede Ronde De Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw is een officiële foreign coordinator voor de welbekende AHSME-competitie (American High School Mathematics Examination

Nadere informatie

Toelichting op de werkwijzer

Toelichting op de werkwijzer Toelichting op de werkwijzer NEDERLANDSE W I S K U N D E OLYMPIADE Birgit van Dalen, Quintijn Puite De opgaven voor de training komen uit het boekje De Nederlandse Wiskunde Olympiade 100 opgaven met hints,

Nadere informatie

IMO-selectietoets I woensdag 5 juni 2013

IMO-selectietoets I woensdag 5 juni 2013 IMO-selectietoets I woensdag 5 juni 201 NEDERLANDSE W I S K U N D E OLYMPIADE Uitwerkingen Opgave 1. Vind alle viertallen (a, b, c, d) van reële getallen waarvoor geldt ab + c + d =, bc + d + a = 5, cd

Nadere informatie

8.1 Rekenen met complexe getallen [1]

8.1 Rekenen met complexe getallen [1] 8.1 Rekenen met complexe getallen [1] Natuurlijke getallen: Dit zijn alle positieve gehele getallen en nul. 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6,... Het symbool voor de natuurlijke getallen is Gehele getallen: Dit zijn

Nadere informatie

FLIPIT 5. (a i,j + a j,i )d i d j = d j + 0 = e d. i<j

FLIPIT 5. (a i,j + a j,i )d i d j = d j + 0 = e d. i<j FLIPIT JAAP TOP Een netwerk bestaat uit een eindig aantal punten, waarbij voor elk tweetal ervan gegeven is of er wel of niet een verbinding is tussen deze twee. De punten waarmee een gegeven punt van

Nadere informatie

Kies voor i een willekeurige index tussen 1 en r. Neem het inproduct van v i met de relatie. We krijgen

Kies voor i een willekeurige index tussen 1 en r. Neem het inproduct van v i met de relatie. We krijgen Hoofdstuk 95 Orthogonaliteit 95. Orthonormale basis Definitie 95.. Een r-tal niet-triviale vectoren v,..., v r R n heet een orthogonaal stelsel als v i v j = 0 voor elk paar i, j met i j. Het stelsel heet

Nadere informatie

Combinatoriek groep 1 & 2: Recursie

Combinatoriek groep 1 & 2: Recursie Combinatoriek groep 1 & : Recursie Trainingsweek juni 008 Inleiding Bij een recursieve definitie van een rij wordt elke volgende term berekend uit de vorige. Een voorbeeld van zo n recursieve definitie

Nadere informatie

Origami Meetkunde. Peter Lombaers en Jan-Willem Tel 26 mei 2011

Origami Meetkunde. Peter Lombaers en Jan-Willem Tel 26 mei 2011 Origami Meetkunde Peter Lombaers en Jan-Willem Tel 26 mei 2011 Samenvatting In dit dictaat beschouwen we een manier om hoeken en afstanden te construeren: origami. We vergelijken het met het construeren

Nadere informatie

5,7. Profielwerkstuk door een scholier 2227 woorden 8 april keer beoordeeld. Wie was Pythagoras?

5,7. Profielwerkstuk door een scholier 2227 woorden 8 april keer beoordeeld. Wie was Pythagoras? Profielwerkstuk door een scholier 2227 woorden 8 april 2005 5,7 186 keer beoordeeld Vak Wiskunde Wie was Pythagoras? Pythagoras was een Griekse wijsgeer die rond 575 voor Christus leefde. Zijn vader was

Nadere informatie

Lineaire algebra I (wiskundigen)

Lineaire algebra I (wiskundigen) Lineaire algebra I (wiskundigen) Toets, donderdag 22 oktober, 2009 Oplossingen (1) Zij V het vlak in R 3 door de punten P 1 = (1, 2, 1), P 2 = (0, 1, 1) en P 3 = ( 1, 1, 3). (a) Geef een parametrisatie

Nadere informatie

Deze stelling zegt dat je iedere rechthoekige driehoek kunt maken door drie vierkanten met de hoeken tegen elkaar aan te leggen.

Deze stelling zegt dat je iedere rechthoekige driehoek kunt maken door drie vierkanten met de hoeken tegen elkaar aan te leggen. Meetkunde Inleiding We beginnen met het doorlezen van alle theorie uit hoofdstuk 3 van het boek. Daar staan een aantal algemene regels goed uitgelegd. Waar je nog wat extra uitleg over nodig hebt, is de

Nadere informatie

Een Stelling over Priemgetallen Bewezen op een Schaakbord Seminar Combinatorial Algorithms (voorjaar 2010)

Een Stelling over Priemgetallen Bewezen op een Schaakbord Seminar Combinatorial Algorithms (voorjaar 2010) Een Stelling over Priemgetallen Bewezen op een Schaakbord Seminar Combinatorial Algorithms (voorjaar 2010) Johan de Ruiter, johan.de.ruiter@gmail.com 27 april 2010 1 De stelling van Fermat over de som

Nadere informatie

2010-I. A heeft de coördinaten (4 a, 4a a 2 ). Vraag 1. Toon dit aan. Gelijkstellen: y= 4x x 2 A. y= ax

2010-I. A heeft de coördinaten (4 a, 4a a 2 ). Vraag 1. Toon dit aan. Gelijkstellen: y= 4x x 2 A. y= ax 00-I De parabool met vergelijking y = 4x x en de x-as sluiten een vlakdeel V in. De lijn y = ax (met 0 a < 4) snijdt de parabool in de oorsprong en in punt. Zie de figuur. y= 4x x y= ax heeft de coördinaten

Nadere informatie

Estafette. De langste zijde wordt in twee ongelijke stukken verdeeld. Laat x de lengte van het ene stuk zijn, dan is het andere stuk 25 x.

Estafette. De langste zijde wordt in twee ongelijke stukken verdeeld. Laat x de lengte van het ene stuk zijn, dan is het andere stuk 25 x. 7 e Wiskundetoernooi Estafette 08 Uitwerking opgave e langste zijde wordt in twee ongelijke stukken verdeeld. Laat x de lengte van het ene stuk zijn, dan is het andere stuk 5 x. x 5 x at de twee rechthoeken

Nadere informatie

Les B-09 LogiFun: Sudoku

Les B-09 LogiFun: Sudoku Les B-09 LogiFun: Sudoku 9.0 De Sudoku hype In deze lesbrief bekijken we een voorbeeld van informatie met een ontspannend karakter: de Sudoku puzzel. Sudoku puzzels zijn volgens specifieke regels in elkaar

Nadere informatie

Uitwerkingen toets 8 juni 2011

Uitwerkingen toets 8 juni 2011 Uitwerkingen toets 8 juni 0 Opgave. Vind alle paren (x, y) van gehele getallen die voldoen aan x + y + 3 3 456 x y. Oplossing. Omdat links een geheel getal staat, moet rechts ook een geheel getal staan.

Nadere informatie

Week 1 20-02-2013. Hier vind je uitwerkingen van enkele opgaven uit het dictaat Grafen: Kleuren en Routeren.

Week 1 20-02-2013. Hier vind je uitwerkingen van enkele opgaven uit het dictaat Grafen: Kleuren en Routeren. Combinatorische Optimalisatie, 2013 Week 1 20-02-2013 Hier vind je uitwerkingen van enkele opgaven uit het dictaat Grafen: Kleuren en Routeren. Opgave 1.16 Bewijs dat elke graaf een even aantal punten

Nadere informatie

Eigenschap (Principe van welordening) Elke niet-lege deelverzameling V N bevat een kleinste element.

Eigenschap (Principe van welordening) Elke niet-lege deelverzameling V N bevat een kleinste element. Hoofdstuk 2 De regels van het spel 2.1 De gehele getallen Grof gezegd kunnen we de (elementaire) getaltheorie omschrijven als de wiskunde van de getallen 1, 2, 3, 4,... die we ook de natuurlijke getallen

Nadere informatie

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade 1996 1997: Eerste Ronde.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade 1996 1997: Eerste Ronde. 1 Vlaamse Wiskunde Olympiade 1996 1997: Eerste Ronde De eerste ronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen Het quoteringssysteem werkt als volgt : een deelnemer start met 0 punten Per goed antwoord krijgt hij

Nadere informatie

ProefToelatingstoets Wiskunde B

ProefToelatingstoets Wiskunde B Uitwerking ProefToelatingstoets Wiskunde B Hulpmiddelen :tentamenpapier,kladpapier, een eenvoudige rekenmachine (dus geen grafische of programmeerbare rekenmachine) De te bepalen punten per opgave staan

Nadere informatie

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : eerste ronde

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : eerste ronde 1 Vlaamse Wiskunde Olympiade 2005-2006: eerste ronde 1 11 3 11 = () 11 2 3 () 11 5 6 () 11 1 12 11 1 4 11 1 6 2 ls a en b twee verschillende reële getallen verschillend van 0 zijn en 1 x + 1 b = 1, dan

Nadere informatie

3. Structuren in de taal

3. Structuren in de taal 3. Structuren in de taal In dit hoofdstuk behandelen we de belangrijkst econtrolestructuren die in de algoritmiek gebruikt worden. Dit zijn o.a. de opeenvolging, selectie en lussen (herhaling). Vóór we

Nadere informatie

Opgave 1 - Uitwerking

Opgave 1 - Uitwerking Opgave 1 - Uitwerking Om dit probleem op te lossen moeten we een zogenaamd stelsel van vergelijkingen oplossen. We zetten eerst even de tips van de begeleider onder elkaar: 1. De zak snoep weegt precies

Nadere informatie

2 n 1. OPGAVEN 1 Hoeveel cijfers heeft het grootste bekende Mersenne-priemgetal? Met dit getal vult men 320 krantenpagina s.

2 n 1. OPGAVEN 1 Hoeveel cijfers heeft het grootste bekende Mersenne-priemgetal? Met dit getal vult men 320 krantenpagina s. Hoofdstuk 1 Getallenleer 1.1 Priemgetallen 1.1.1 Definitie en eigenschappen Een priemgetal is een natuurlijk getal groter dan 1 dat slechts deelbaar is door 1 en door zichzelf. Om technische redenen wordt

Nadere informatie

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Examen HAVO 05 tijdvak donderdag 8 juni 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Dit examen

Nadere informatie

Dit instructieboek is een kopie van het echte NK. Alleen de puzzels zijn verwijderd.

Dit instructieboek is een kopie van het echte NK. Alleen de puzzels zijn verwijderd. WCPN Nederlands Kampioenschap 04 World Class Puzzles from The Netherlands Dinsdag 7 juni 0.00-.00 uur Instructies Je hebt twee uur de tijd om zo veel mogelijk punten te halen. Dit kampioenschap bestaat

Nadere informatie

De jury beslist of een inzending geldig is. Over de uitslag kan niet worden gecorrespondeerd. WCPN Nederlands Kampioenschap 2014

De jury beslist of een inzending geldig is. Over de uitslag kan niet worden gecorrespondeerd. WCPN Nederlands Kampioenschap 2014 WCPN Nederlands Kampioenschap 0 Dinsdag 7 juni 0.00-.00 uur World Class Puzzles from The Netherlands Je hebt twee uur de tijd om zo veel mogelijk punten te halen. Dit kampioenschap bestaat uit zestien

Nadere informatie

2.1 Bewerkingen [1] Video Geschiedenis van het rekenen (http://www.youtube.com/watch?v=cceqwwj6vrs) 15 x 3 = 45

2.1 Bewerkingen [1] Video Geschiedenis van het rekenen (http://www.youtube.com/watch?v=cceqwwj6vrs) 15 x 3 = 45 15 x 3 = 45 2.1 Bewerkingen [1] Video Geschiedenis van het rekenen (http://www.youtube.com/watch?v=cceqwwj6vrs) 15 x 3 is een product. 15 en 3 zijn de factoren van het product. 15 : 3 = 5 15 : 3 is een

Nadere informatie

WISKUNDE-ESTAFETTE Minuten voor 20 opgaven. Het totaal aantal te behalen punten is 500

WISKUNDE-ESTAFETTE Minuten voor 20 opgaven. Het totaal aantal te behalen punten is 500 WISKUNDE-ESTFETTE 2014 60 Minuten voor 20 opgaven. Het totaal aantal te behalen punten is 00 1 (20 punten) Gegeven zijn drie aan elkaar rakende cirkels met straal 1. Hoe groot is de (donkergrijze) oppervlakte

Nadere informatie

1. Het getal 200 9 = 1800 is even. De andere antwoorden zijn oneven: 2009, 2 + 0 + 0 + 9 = 11, 200 9 = 191, 200 + 9 = 209.

1. Het getal 200 9 = 1800 is even. De andere antwoorden zijn oneven: 2009, 2 + 0 + 0 + 9 = 11, 200 9 = 191, 200 + 9 = 209. 1. Het getal 200 9 = 1800 is even. De andere antwoorden zijn oneven: 2009, 2 + 0 + 0 + 9 = 11, 200 9 = 191, 200 + 9 = 209. Kangoeroewedstrijd editie Wallabie: jaargang 2009, probleem 1; Kangoeroewedstrijd

Nadere informatie

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade 1989-1990: Tweede Ronde.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade 1989-1990: Tweede Ronde. Vlaamse Wiskunde Olympiade 989-990: Tweede Ronde Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw is een officiële foreign coordinator voor de welbekende AHSME-competitie (American High School Mathematics Examination -

Nadere informatie

Getallenleer Inleiding op codeertheorie. Cursus voor de vrije ruimte

Getallenleer Inleiding op codeertheorie. Cursus voor de vrije ruimte Getallenleer Inleiding op codeertheorie Liliane Van Maldeghem Hendrik Van Maldeghem Cursus voor de vrije ruimte 2 Hoofdstuk 1 Getallenleer 1.1 Priemgetallen 1.1.1 Definitie en eigenschappen Een priemgetal

Nadere informatie

Bewijs door inductie

Bewijs door inductie Bewijs door inductie 1 Bewijs door inductie Vaak bestaat een probleem erin aan te tonen dat een bepaalde eigenschap geldt voor elk natuurlijk getal. Als je wilt weten of iets waar is voor alle natuurlijke

Nadere informatie

1.1 Rekenen met letters [1]

1.1 Rekenen met letters [1] 1.1 Rekenen met letters [1] Voorbeeld 1: Een kaars heeft een lengte van 30 centimeter. Per uur brand er 6 centimeter van de kaars op. Hieruit volgt de volgende woordformule: Lengte in cm = -6 aantal branduren

Nadere informatie

Estafette. 26 e Wiskundetoernooi

Estafette. 26 e Wiskundetoernooi 6 e Wiskundetoernooi Estafette 07 Opgave rnoud is geboren tussen 900 en 980. Het getal dat wordt gevormd door de laatste twee cijfers van het geboortejaar van rnoud is een kwadraat. Toen rnoud in 07 jarig

Nadere informatie

Uitwerking puzzel 91-7: Je kunt het schudden

Uitwerking puzzel 91-7: Je kunt het schudden Uitwerking puzzel 91-7: Je kunt het schudden Het credit voor deze puzzel gaat naar Frans van Hoeve. Hij stuurde het ons, in een iets andere vorm, met titel Penny-flipping problem. Hij was het tegengekomen

Nadere informatie

Eerste ronde Nederlandse Wiskunde Olympiade

Eerste ronde Nederlandse Wiskunde Olympiade Eerste ronde Nederlandse Wiskunde Olympiade 23 januari 2 februari 2017 Uitwerkingen A1. C) donderdag In de eerste vier weken van augustus komt elke dag van de week precies viermaal voor. De laatste 31

Nadere informatie

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste ronde.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste ronde. 1 Vlaamse Wiskunde Olympiade 1998-1999: Eerste ronde De eerste ronde bestaat uit 30 meerkeuzevragen Het quoteringssysteem werkt als volgt: per goed antwoord krijgt de deelnemer 5 punten, een blanco antwoord

Nadere informatie

Een boekje met wiskundige vragen en opdrachten voor Havo 3

Een boekje met wiskundige vragen en opdrachten voor Havo 3 Een boekje met wiskundige vragen en opdrachten voor Havo 3 Gemaakt door: Harm Bakker Peter Vaandrager April 2002. Met dank aan mevr.o. De Meulemeester van KSO Glorieux uit Ronse in België. Geschiedenis

Nadere informatie

VIERHOEKEN IN PERSPECTIEF

VIERHOEKEN IN PERSPECTIEF PERSPECTIEFTEKENEN AFLEVERING 3 Het perspectieftekenen is deze jaargang een thema in Pythagoras. In de vorige afleveringen (november en februari) heb je kunnen lezen over evenwijdige lijnen en over afstanden

Nadere informatie

Stelling van Pythagoras

Stelling van Pythagoras 1 of 6 Stelling van Pythagoras Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie De stelling van Pythagoras is een wiskundige stelling die zijn naam dankt aan de Griekse wiskundige Pythagoras. 'Zijn' stelling was overigens

Nadere informatie

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde Vlaamse Wiskunde Olympiade 988-989: Tweede Ronde Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw is een officiële foreign coordinator voor de welbekende AHSME-competitie (American High School Mathematics Examination -

Nadere informatie

16.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op in 2x + 3i = 5x + 6i -3x = 3i x = -i

16.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op in 2x + 3i = 5x + 6i -3x = 3i x = -i 16.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Los op in 2x + 3i = 5x + 6i -3x = 3i x = -i Voorbeeld 2: Los op in 4x 2 + 12x + 15 = 0 4x 2 + 12x + 9 + 6 = 0 (2x + 3) 2 + 6 = 0 (2x + 3) 2 = -6 (2x + 3) 2 = 6i 2 2x + 3 =

Nadere informatie

2. Het getal = 1800 is even. De andere antwoorden zijn oneven: 2009, = 11, = 191, = 209.

2. Het getal = 1800 is even. De andere antwoorden zijn oneven: 2009, = 11, = 191, = 209. 1. De smiley is in de cirkel en in het vierkant, maar niet in de driehoek. Kangoeroewedstrijd editie Koala: jaargang 2009, probleem 1. c Vlaamse Wiskunde Olympiade v.z.w. 2. Het getal 200 9 = 1800 is even.

Nadere informatie

1. REGELS VAN DEELBAARHEID.

1. REGELS VAN DEELBAARHEID. REKENEN VIJFDE KLAS Luc Cielen 1. REGELS VAN DEELBAARHEID. Deelbaarheid door 10, 100, 1000 10: het laatste cijfer (= cijfer van de eenheden) is 0 100: laatste twee cijfers zijn 0 (cijfers van de eenheden

Nadere informatie

Samenvatting Wiskunde Aantal onderwerpen

Samenvatting Wiskunde Aantal onderwerpen Samenvatting Wiskunde Aantal onderwerpen Samenvatting door een scholier 2378 woorden 4 juni 2005 5,1 222 keer beoordeeld Vak Wiskunde Gelijkvormigheid Bij vergroten of verkleinen van een figuur worden

Nadere informatie

Workshop DisWis, De Start 13/06/2007 Bladzijde 1 van 7. Sudoku. Sudoku

Workshop DisWis, De Start 13/06/2007 Bladzijde 1 van 7. Sudoku. Sudoku DisWis DisWis is een lessenserie discrete wiskunde die De Praktijk vorig jaar in samenwerking met prof.dr. Alexander Schrijver heeft opgezet. Gedurende vier weken komt een wiskundestudent twee blokuren

Nadere informatie

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede ronde.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede ronde. 1 Vlaamse Wiskunde Olympiade 1997-1998: Tweede ronde De tweede ronde bestaat eveneens uit 30 meerkeuzevragen Het quoteringssysteem is hetzelfde als dat voor de eerste ronde, dwz per goed antwoord krijgt

Nadere informatie

1 Binaire plaatjes en Japanse puzzels

1 Binaire plaatjes en Japanse puzzels Samenvatting Deze samenvatting is voor iedereen die graag wil weten waar mijn proefschrift over gaat, maar de wiskundige notatie in de andere hoofdstukken wat te veel van het goede vindt. Ga er even voor

Nadere informatie

44 De stelling van Pythagoras

44 De stelling van Pythagoras 44 De stelling van Pythagoras Verkennen Pythagoras Uitleg Je kunt nu lezen wat de stelling van Pythagoras is. In de applet kun je de twee rode punten verschuiven. Opgave 1 a) Verschuif in de applet punt

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Spiegelen in lijn en in cirkel. Eigenschappen.

Hoofdstuk 1 Spiegelen in lijn en in cirkel. Eigenschappen. Hoofdstuk 1 Spiegelen in lijn en in cirkel. Eigenschappen. Jakob Steiner (Utzenstorf (kanton Bern), 18 maart 1796 - Bern, 1 april 1863) was een Zwitsers wiskundige. Hij wordt beschouwd als een van de belangrijkste

Nadere informatie

wiskunde B havo 2015-II

wiskunde B havo 2015-II Veilig vliegen De minimale en de maximale snelheid waarmee een vliegtuig veilig kan vliegen, zijn onder andere afhankelijk van de vlieghoogte. Deze hoogte wordt vaak weergegeven in de Amerikaanse eenheid

Nadere informatie

3.2 Vectoren and matrices

3.2 Vectoren and matrices we c = 6 c 2 = 62966 c 3 = 32447966 c 4 = 72966 c 5 = 2632833 c 6 = 4947966 Sectie 32 VECTOREN AND MATRICES Maar het is a priori helemaal niet zeker dat het stelsel vergelijkingen dat opgelost moet worden,

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 dinsdag 25 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 dinsdag 25 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VWO 2010 tijdvak 1 dinsdag 25 mei 13.30-16.30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 18 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 84 punten te behalen. Voor elk

Nadere informatie

Sum of Us 2014: Topologische oppervlakken

Sum of Us 2014: Topologische oppervlakken Sum of Us 2014: Topologische oppervlakken Inleiding: topologische oppervlakken en origami Een topologisch oppervlak is, ruwweg gesproken, een tweedimensionaal meetkundig object. We zullen in deze tekst

Nadere informatie

Hebzucht loont niet altijd

Hebzucht loont niet altijd Thema Discrete wiskunde Hoe verbind je een stel steden met zo weinig mogelijk kilometers asfalt? Hoe maak je een optimaal computernetwerk met kabels die maar een beperkte capaciteit hebben? Veel van zulke

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde A1. tijdvak 1 maandag 25 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde A1. tijdvak 1 maandag 25 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VWO 2009 tijdvak 1 maandag 25 mei 13.30-16.30 uur wiskunde A1 Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 22 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 81 punten te behalen. Voor

Nadere informatie

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde. Vlaamse Wiskunde Olympiade 99-99 : Tweede Ronde De Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw is een officiële foreign coordinator voor de welbekende AHSME-competitie (American High School Mathematics Examination

Nadere informatie

Bij de volgende vragen Bij een regelmatige veelhoek kun je het gemakkelijkst eerst de buitenhoeken berekenen en daarna pas de binnenhoeken.

Bij de volgende vragen Bij een regelmatige veelhoek kun je het gemakkelijkst eerst de buitenhoeken berekenen en daarna pas de binnenhoeken. Rood-wit-blauw werkblad 1 Bij het hele werkblad: Alle rode getallen zijn deelbaar door hetzelfde getal. Elk wit getal is gelijk aan een rood getal + 1, elk blauw getal aan een rood getal + 2 Russisch vermenigvuldigen

Nadere informatie

Memoriseren: Een getal is deelbaar door 10 als het laatste cijfer een 0 is. Of: Een getal is deelbaar door 10 als het eindigt op 0.

Memoriseren: Een getal is deelbaar door 10 als het laatste cijfer een 0 is. Of: Een getal is deelbaar door 10 als het eindigt op 0. REKENEN VIJFDE KLAS en/of ZESDE KLAS Luc Cielen 1. REGELS VAN DEELBAARHEID. Luc Cielen: Regels van deelbaarheid, grootste gemene deler en kleinste gemeen veelvoud 1 Deelbaarheid door 10, 100, 1000. Door

Nadere informatie

WISKUNDE-ESTAFETTE 2015 Uitwerkingen

WISKUNDE-ESTAFETTE 2015 Uitwerkingen WISKUNDE-ESTAFETTE 2015 Uitwerkingen 1 (20 punten) Omdat de som van a en c deelbaar is door 4 en kleiner is dan 12, is deze som 4 of 8. Daarom zijn a en c ofwel de getallen 1 en 3 ofwel de getallen 3 en

Nadere informatie

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde. 1 Vlaamse Wiskunde Olympiade 1994-1995 : Tweede Ronde De Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw is een officiële foreign coordinator voor de welbekende AHSME-competitie (American High School Mathematics Examination

Nadere informatie

a) Bepaal punten a l en b m zó dat de lijn door a en b parallel is met n.

a) Bepaal punten a l en b m zó dat de lijn door a en b parallel is met n. . Oefen opgaven Opgave... Gegeven zijn de lijnen l : 2 + λ m : 2 2 + λ 3 n : 3 6 4 + λ 3 6 4 a) Bepaal punten a l en b m zó dat de lijn door a en b parallel is met n. b) Bepaal de afstand tussen die lijn

Nadere informatie

Cijfers en letters 1 niveau 1 en 2

Cijfers en letters 1 niveau 1 en 2 Cijfers en letters 1 niveau 1 en 2 Los de twaalf vergelijkingen op. Het antwoord stelt een letter in het alfaet voor. X = 3 is een C, de derde letter. X = -5 is een V, de vijfde letter van achter. De oplossing

Nadere informatie

Lineaire afbeeldingen

Lineaire afbeeldingen Les 2 Lineaire afbeeldingen Als een robot bij de robocup (het voetbaltoernooi voor robots een doelpunt wil maken moet hij eerst in de goede positie komen, d.w.z. geschikt achter de bal staan. Hiervoor

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: goniometrie en meetkunde. 22 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: goniometrie en meetkunde. 22 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Wiskunde: goniometrie en meetkunde 22 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm),

Nadere informatie

Grafieken van veeltermfuncties

Grafieken van veeltermfuncties (HOOFDSTUK 43, uit College Mathematics, door Frank Ayres, Jr. and Philip A. Schmidt, Schaum s Series, McGraw-Hill, New York; dit is de voorbereiding voor een uit te geven Nederlandse vertaling). Grafieken

Nadere informatie

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde. Vlaamse Wiskunde Olympiade 995 996 : Eerste Ronde De eerste ronde bestaat uit 30 meerkeuzevragen, opgemaakt door de jury van VWO Het quoteringssysteem werkt als volgt : een deelnemer start met 30 punten

Nadere informatie

META-kaart vwo3 - domein Getallen en variabelen

META-kaart vwo3 - domein Getallen en variabelen META-kaart vwo3 - domein Getallen en variabelen In welke volgorde moet ik uitwerken? */@ Welke (reken)regels moet ik hier gebruiken? */@ Welke algemene vorm hoort erbij? ** Hoe ziet de bijbehorende grafiek

Nadere informatie

Netwerkdiagram voor een project. AON: Activities On Nodes - activiteiten op knooppunten

Netwerkdiagram voor een project. AON: Activities On Nodes - activiteiten op knooppunten Netwerkdiagram voor een project. AON: Activities On Nodes - activiteiten op knooppunten Opmerking vooraf. Een netwerk is een structuur die is opgebouwd met pijlen en knooppunten. Bij het opstellen van

Nadere informatie

wiskunde C pilot vwo 2017-I

wiskunde C pilot vwo 2017-I De formule van Riegel en kilometertijden De marathonloper Pete Riegel ontwikkelde een eenvoudige formule om te voorspellen welke tijd een hardloper nodig zou hebben om een bepaalde afstand af te leggen,

Nadere informatie

vandaag is Annie twee jaar jonger dan Ben en Cees samen

vandaag is Annie twee jaar jonger dan Ben en Cees samen Hoofdstuk I Lineaire Algebra Les 1 Stelsels lineaire vergelijkingen Om te beginnen is hier een puzzeltje: vandaag is Annie twee jaar jonger dan Ben en Cees samen over vijf jaar is Annie twee keer zo oud

Nadere informatie

Fractale dimensie. Eline Sommereyns 6wwIi nr.9

Fractale dimensie. Eline Sommereyns 6wwIi nr.9 Fractale dimensie Eline Sommereyns 6wwIi nr.9 Inhoudstabel Inleiding... 3 Gehele dimensie... 4 Begrip dimensie... 4 Lengte, breedte, hoogte... 4 Tijd-ruimte... 4 Fractale dimensie... 5 Fractalen... 5 Wat?...

Nadere informatie

Geldwisselprobleem van Frobenius

Geldwisselprobleem van Frobenius Geldwisselprobleem van Frobenius Karin van de Meeberg en Dieuwertje Ewalts 12 december 2001 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Afspraken 3 3 Is er wel zo n g? 3 4 Eén waarde 4 5 Twee waarden 4 6 Lampenalgoritme

Nadere informatie

toelatingsexamen-geneeskunde.be Gebaseerd op nota s tijdens het examen, daarom worden niet altijd antwoordmogelijkheden vermeld.

toelatingsexamen-geneeskunde.be Gebaseerd op nota s tijdens het examen, daarom worden niet altijd antwoordmogelijkheden vermeld. Wiskunde juli 2009 Laatste aanpassing: 29 juli 2009. Gebaseerd op nota s tijdens het examen, daarom worden niet altijd antwoordmogelijkheden vermeld. Vraag 1 Wat is de top van deze parabool 2 2. Vraag

Nadere informatie

7 a patroonnummer a patroonnummer a h = z

7 a patroonnummer a patroonnummer a h = z Hoofdstuk 3 FORMULES 3.1 PATRONEN EN FORMULES 3 a 10 22 c? d De beweringen a b = b a en a + b = b + a zijn juist. e 15 a 12 a 18 a f a + 8 10 + a a + 14 b zijde vierkant 3 4 5 6 7 aantal gekleurde hokjes

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B1. tijdvak 2 woensdag 24 juni uur

Examen VWO. wiskunde B1. tijdvak 2 woensdag 24 juni uur Examen VWO 2009 tijdvak 2 woensdag 24 juni 3.30-6.30 uur wiskunde B Dit examen bestaat uit 8 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 80 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een

Nadere informatie

gelijkvormigheid handleiding inhoudsopgave 1 de grote lijn 2 applets 3 bespreking per paragraaf 4 tijdsplan 5 materialen voor een klassengesprek

gelijkvormigheid handleiding inhoudsopgave 1 de grote lijn 2 applets 3 bespreking per paragraaf 4 tijdsplan 5 materialen voor een klassengesprek gelijkvormigheid inhoudsopgave 1 de grote lijn 2 applets 3 bespreking per paragraaf 4 tijdsplan 5 materialen voor een klassengesprek gelijkvormigheid gelijkvormigheid 1 de grote lijn hoofdlijn de zijlijn

Nadere informatie

Uitwerkingen Mei 2012. Eindexamen VWO Wiskunde B. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

Uitwerkingen Mei 2012. Eindexamen VWO Wiskunde B. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Uitwerkingen Mei 01 Eindexamen VWO Wiskunde B A B C Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Onafhankelijkheid van a Opgave 1. We moeten aantonen dat F a een primitieve is van de

Nadere informatie

Inzien en Bewijzen. Jan van Eijck en Albert Visser. Noordwijkerhout, 4 februari Samenvatting

Inzien en Bewijzen. Jan van Eijck en Albert Visser.  Noordwijkerhout, 4 februari Samenvatting Inzien en Bewijzen Jan van Eijck en Albert Visser albert@phil.uu.nl, jve@cwi.nl Noordwijkerhout, 4 februari 2005 Samenvatting In maart 2005 verschijnt bij Amsterdam University Press Inzien en Bewijzen,

Nadere informatie

De partitieformule van Euler

De partitieformule van Euler De partitieformule van Euler Een kennismaking met zuivere wiskunde J.H. Aalberts-Bakker 29 augustus 2008 Doctoraalscriptie wiskunde, variant Communicatie en Educatie Afstudeerdocent: Dr. H. Finkelnberg

Nadere informatie

Caspar Bontenbal april 2015 WISKUNDE & KUNST. Eindverslag

Caspar Bontenbal april 2015 WISKUNDE & KUNST. Eindverslag Caspar Bontenbal 0903785 24 april 2015 WISKUNDE & KUNST Eindverslag Table of Contents Les 1 - Introductie wiskunde & kunst... 2 Opdracht 1.1... 2 Opdracht 1.2... 2 Les 2 - Wiskunde met Verve bloemlezing

Nadere informatie

Antwoorden. Magische vierkanten Vierkant voor Wiskunde Doeboek 8

Antwoorden. Magische vierkanten Vierkant voor Wiskunde Doeboek 8 Antwoorden Magische vierkanten Vierkant voor Wiskunde Doeboek 8 1 6 1 8 7 5 3 2 9 4 2 De getallen 1 tot en met 9. 3 15. 15 en 15. De som van de getallen van elke rij is 15. 4 15. De som van de getallen

Nadere informatie

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen:

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen: 6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen: 1) Haakjes wegwerken 2) Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts 3) Optellen en aftrekken van links naar rechts Schrijf ALLE stappen ONDER

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Inleiding. Lichamen

Hoofdstuk 1. Inleiding. Lichamen Hoofdstuk 1 Lichamen Inleiding In Lineaire Algebra 1 en 2 heb je al kennis gemaakt met de twee belangrijkste begrippen uit de lineaire algebra: vectorruimte en lineaire afbeelding. In dit hoofdstuk gaan

Nadere informatie

Complexe e-macht en complexe polynomen

Complexe e-macht en complexe polynomen Aanvulling Complexe e-macht en complexe polynomen Dit stuk is een uitbreiding van Appendix I, Complex Numbers De complexe e-macht wordt ingevoerd en het onderwerp polynomen wordt in samenhang met nulpunten

Nadere informatie

Inleiding tot de Problem Solving - deel 1: Combinatoriek en getaltheorie

Inleiding tot de Problem Solving - deel 1: Combinatoriek en getaltheorie Inleiding tot de Problem Solving - deel 1: Combinatoriek en getaltheorie Jan Vonk 1 oktober 2008 1 Combinatoriek Inleiding Een gebied dat vandaag de dag haast niet onderschat kan worden binnen de wiskunde

Nadere informatie

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde. Vlaamse Wiskunde Olympiade 99 99 : Eerste Ronde De eerste ronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen, opgemaakt door de jury van VWO Het quoteringssysteem werkt als volgt : een deelnemer start met 0 punten Per

Nadere informatie

WISKUNDE-ESTAFETTE RU 2006 Antwoorden

WISKUNDE-ESTAFETTE RU 2006 Antwoorden WISKUNDE-ESTAFETTE RU 2006 Antwoorden 1 V 1 8 en 12 V 2 7 en 11 V 3 6 en 10 V 4 5 en 9 2 5040 opstellingen 3 De zijde is 37 4 α = 100 5 10, 2 liter 6 De volgorde is 2, 5, 3, 4, 1 7 30 euro 8 De straal

Nadere informatie

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen:

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen: 6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen: 1) Haakjes wegwerken 2) Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts 3) Optellen en aftrekken van links naar rechts Schrijf ALLE stappen ONDER

Nadere informatie

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede ronde.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede ronde. 1 Vlaamse Wiskunde Olympiade 1998-1999: Tweede ronde De tweede ronde bestaat eveneens uit 0 meerkeuzevragen Het quoteringssysteem is hetzelfde als dat voor de eerste ronde, dwz per goed antwoord krijgt

Nadere informatie