Werkcahier korte praktijkbeoordelingen Een werkboek voor in de praktijk Kwartaal 3 en 4 studiejaar
|
|
- Martha Willems
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Werkcahier korte praktijkbeoordelingen Een werkboek voor in de praktijk Kwartaal 3 en 4 studiejaar Hogeschool Rotterdam IvG/Verpleegkunde november,
2 Inhoudsopgave 1. Korte praktijkbeoordelingen 1.1 Wat is een Korte Praktijk Beoordeling? Hoeveel KPB s? Werken met KPB s in de praktijk 1.4 KPB s en complexiteit 1.5 KPB beoordelingscriteria 1.6 Beoordeling KPB s 1.7 Overzicht KPB s per kwartaal 1.8 Alternatieve KPB s Beoordelingsformulier KPB 7 3. Uitwerking KPB s 4. FAQ
3 2. Korte praktijkbeoordelingen 2.1 Wat is een Korte Praktijk Beoordeling? Een Korte Praktijk Beoordeling (KPB) is een herhaalde beoordeling via directe observatie van de verpleegkundige patiëntenzorg in de praktijk. Uitgangspunt van een KPB vormt altijd het beroepscompetentie profiel. Een KPB kent twee doelstellingen: 3. Gerichte feedback krijgen op je handelen als verpleegkundige in opleiding. 4. Beoordeling van vaardigheden binnen de algemene competenties van de HBO verpleegkundige in opleiding. Deze kunnen worden behaald op niveau 1 in het eerste, niveau 2 in het tweede leerjaar en op niveau 3 in het derde en vierde leerjaar. De niveaus duiden de complexiteit van de situatie aan. 2.2 Hoeveel KPB s? Binnen het curriculum is bepaald hoeveel KPB s je dient te uit te voeren per leerjaar. In leerjaar 1 zijn dat 10 KPB s, waarbij de student een keuze maakt uit 10 van de 17 opgevoerde KPB s), in leerjaar 2 zijn dat 8 KPB s, in leerjaar 3 zijn dat 16 KPB s en in leerjaar 4 zijn dat 8 KPB s (student maakt zelf een keuze voor relevante KPB s). 2.3 Werken met KPB s in de praktijk Uit de lijst met alle KPB s kies je de KPB s die je wilt en kunt oefenen op de afdeling waar je stage loopt of werkzaam bent. Selecteer vervolgens die handelingen uit de KPB (zie bijlage 2) die van toepassing is/zijn op jouw afdeling. Als een KPB uit subcategorieën bestaat, voer dan minimaal 1 subcategorie uit. Je legt in je startdocument vast welke KPB s zullen worden uitgevoerd en op welke wijze. Je overlegt je keuze voor de KPB met je werkbegeleider en vraagt goedkeuring om de KPB te mogen oefenen. Vóór de KPB geoefend en getoetst kan worden, dient de vaardigheid op school behandeld te zijn. Is de KPB (nog) niet op school behandeld, verdiep je dan voorafgaand aan het oefenen en uitvoeren van de KPB in de theorie en bespreek dit met je werkbegeleider. In het startdocument beschrijf je hoe de gekozen KPB s worden geoefend. In het startdocument neem je ook een planning op van de uit te voeren KPB s. Als je denkt dat een KPB op jouw afdeling niet uitvoerbaar is, overleg dan met je werkbegeleider en instellingsdocent over een aangepaste of alternatieve invulling van de KPB (je kunt hierbij gebruik maken van de lijst alternatieve KPB s) en verwerk dit in je startdocument. Verschillende KPB s kunnen tweemaal worden gekozen, mits in het startdocument onderbouwd wordt dat de complexiteit in de tweede situatie waarin de KPB wordt uitgevoerd aantoonbaar hoger is. Een complexe zorgsituatie kenmerkt zich door: Onstabiliteit en onvoorspelbaarheid Meervoudige problematiek Samenwerking met andere disciplines Intensieve zorg en begeleiding 2
4 2.4 KPB s en complexiteit In het competentieprofiel van de Bachelor of Nursing worden vijf beroepsrollen onderscheiden: 1. Zorgverlener 2. Regisseur 3. Ontwerper 4. Coach 5. Beroepsbeoefenaar Voor elke beroepsrol worden één of meer competenties omschreven. Per competentie in het competentieprofiel worden 3 niveaus onderscheiden. De drie niveau s corresponderen met een bepaalde fase in de bachelor opleiding: Niveau 1 = het niveau dat moet zijn bereikt na afronding van de propedeuse Niveau 2 = het niveau dat moet zijn bereikt aan het einde van het tweede jaar Niveau 3 = het niveau dat moet zijn bereikt aan het einde van de opleiding Voor ieder niveau zijn gedragsindicatoren-indicatoren benoemd die een beeld geven van wat er van de student op dit niveau wordt verwacht. Hoe hoger het niveau, hoe complexer de activiteiten en werkzaamheden zijn. Er zijn meerdere factoren te benoemen die er voor zorgen dat een werksituatie van een verpleegkundige meer of minder complex is. De meest bepalende factoren zijn: 1. De mate van stabiliteit en voorspelbaarheid van de zorg- of begeleidingssituatie en de mate waarin zich risico s kunnen voordoen 2. De mate waarin meervoudige gezondheids- of ontwikkelingsproblematiek voorkomt 3. De mate waarin multidisciplinaire samenwerking nodig is 4. De mate waarin de zorgvrager zelf inzicht heeft in de eigen gezondheid / welzijn en gemotiveerd is te werken aan het herstel of de handhaving van de gezondheids- / welzijnstoestand In het onderstaande schema is voor elke factor een glijdende schaal aangegeven van eenvoudig naar complex. Hoe meer factoren een relatief hoge complexiteit kennen, hoe complexer de werksituatie in z n geheel is. Factor 1 situatie is stabiel / voorspelbaar, weinig risico s, voor een langere periode te plannen Factor 2 Factor 3 Factor 4 eenvoudig complex geen sprake van meervoudige problematiek geen samenwerking met andere disciplines nodig zorgvrager heeft goed inzicht in de eigen gezondheids- / welzijnssituatie en is gemotiveerd de situatie te verbeteren / handhaven Situatie is sterk wisselend / onvoorspelbaar, grote kans op risico s, voortdurend is herziening van de planning nodig Sprake van meervoudige, anderssoortige problemen / handicaps die elkaar sterk beinvloeden er wordt met meer dan vier andere disciplines samengewerkt zorgvrager heeft niet of nauwelijks inzicht in de eigen gezondheids-/welzijnssituatie en is niet of nauwelijks te motiveren tot het volgen van de behandeling 3
5 2.5 KPB beoordelingscriteria Je moet voldoen aan alle criteria die vermeld staan in het KPB beoordelingsformulier. Alle criteria die daarin vermeld staan zijn toepasbaar op elke KPB. In overleg met je werkbegeleider en door bestudering van de bronnen krijg je duidelijkheid over het niveau van de KPB en wat je moet laten zien. De bronnen die je gebruikt moeten op verzoek beschikbaar zijn voor de praktijk. Jij bent hiervoor verantwoordelijk. Je geeft voorafgaande aan het uitvoeren van de KPB in de praktijk aan wat er van je verwacht wordt op basis van de leerstof die op school is aangeboden. Je wordt beoordeeld aan de hand van de volgende onderdelen: 1. Professioneel gedrag 2. Communicatie 3. Methodisch handelen 4. Evidence Based handelen 5. Samenwerken 6. Hygiëne en veiligheid (indien van toepassing) 7. Aanvullende criteria (indien van toepassing) Nadere toelichting op deze onderdelen is terug te vinden in het beoordelingsformulier. Elke KPB dient voorzien te zijn van een reflectie die opgenomen wordt in je portfolio. In de reflectie beschrijf je hoe je bovenstaande onderdelen bij de uitvoering van de KPB hebt toegepast. De reflectie is een voorwaarde voor het behalen van de KPB. Zie bijlage 1 voor een voorbeeld. 2.6 Beoordeling KPB s Je werkbegeleider geeft eerst feedback en vervolgens een oordeel over de uitvoering van de handeling. De beoordeling gebeurt aan de hand van het beoordelingsformulier in hoofdstuk 2 en bijbehorende criteria. Validatie (toekenning studiepunten) vindt plaats door de instellingsdocent, pas nadat op het beoordelingsformulier alle criteria met minimaal een voldoende beoordeeld zijn en je een door de praktijk ondertekend beoordelingsformulier en reflectieverslag hebt laten zien. Studiepunten zijn niet gekoppeld aan de KPB, maar aan de hele stage. Studiepunten worden daarom pas in Osiris verwerkt als alle KPB s uit de stageperiode behaald zijn en de stage voldoende is afgerond. Indien wel alle KPB s behaald zijn maar de stage is onvoldoende, zullen de studiepunten niet worden toegekend. Indien niet alle KPB s behaald zijn, kan de stage niet voldoende worden afgerond. Onvoldoende beoordeelde KPB s dienen opgenomen te worden in de planning van het startdocument voor de volgende stage (werk)periode. 2.7 Overzicht KPB s per kwartaal In tabel 1 vind je het overzicht van alle KPB s uitgesplitst per leerjaar. 4
6 Jaar Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4 1 Geen KPB s Geen KPB s Student maakt een keuze van 10 KPB s uit onderstaande lijst: 1. Wassen en baden, bedden opmaken, huidverzorging 2. Persoonlijke hygiëne 3. Vitale parameters 4. Transfer, lichaamshouding en mobiliteit 5. Infectiebestrijding 6. Voeding 7. Uitscheiding 8. Ondersteunende therapieën 9. Anamnesegesprek I 10. Voorlichtingsgesprek I 11. Ondersteunen van de voedingstoestand 12. Valpreventie 13. Bieden van ondersteuning bij dementie. 14. Zorgvrager met een delier 15. Multiculturele zorg 16. Zelfmanagement bevorderen 17. Eenzaamheid Anamnese + hetero anamnesegesprek II 19. Coaching I 20. Slecht nieuwsgesprek 21. Het in kaart brengen van blinde vlekken 22. Overdracht, manipulatie of claimen 23. Toedienen medicatie 24. Wondzorg en zwachtelen 25. Werkplanning maken 26. Patiëntveiligheid 27. Zorgplan opstellen en uitvoeren Geen KPB s Geen KPB s Verpleegplan bespreking 29. Crisisinterventie 30. Conflicthantering en onderhandelen 31. Evaluatiegesprek zorgresultaten 32. Psychosociale zorg 33. Voorbehouden handelingen 34. Coördinatie van zorg 35. MDO, patiëntenbespreking of vergadering voorzitten 36. Voorlichtingsgesprek II 37. Groepsvoorlichting 38. Bevorderen veilig en effectief gebruik van medicatie 39. Uitzetten en toedienen voorgeschreven medicatie 40. Klinisch redeneren 41. Coaching II 42. Regievoering 43. Intercollegiale toetsing 4 Geen KPB s 8 KPB s naar eigen keuze Tabel 1: Overzicht KPB s per leerjaar 5
7 1.8 Alternatieve KPB s Voor een aangepaste of alternatieve invulling van de KPB kun je gebruik maken van onderstaande de lijst alternatieve KPB s (gebaseerd op de competentieprofielen AGZ, GGZ, MGZ en VGG). Alternatieve KPB s a. Uitvoeren van lichamelijk onderzoek b. Pijnbestrijding c. Stressmanagement d. Complementaire zorg verlenen e. Sondevoeding toedienen f. Stomazorg verlenen g. Begeleiden van een zorgvrager bij onderzoek h. Warmte en koude therapie toedienen i. Ondersteuning bieden bij de ademhaling j. Orthopedische interventies uitvoeren k. Palliatieve zorg verlenen l. Pre- en postoperatieve zorg verlenen m. Interventies uitvoeren gericht op instandhouding bloedsomloop n. Woonbegeleiding bieden o. Assisteren bij toepassing middelen & maatregelen p. Ondersteuning mantelzorg q. Vroegsignalering m.b.v. signaleringsinstrumenten r. Groepsgesprek uitvoeren s. Zorgvrager begeleiden vanuit stress-kwetsbaarheid-coping model t. Sociaal netwerk in kaart brengen, analyseren en bespreken u. Empowerment (autonomie) bevorderen v. Ondersteunen bij rouwverwerking w. Vaardigheden aanleren (gericht op zelfmanagement) x. Toepassen controle en fysieke beheersingstechnieken (agressiehantering) y. Toepassen van ROT of validation z. Toedienen van een depotmedicatie bij een patiënt met een psychiatrische stoornis aa. Bieden van begeleiding aan een onrustige of verwarde patiënt bb. Instrueren/adviseren van een collega betreffende de zorg voor een patiënt cc. Medicatietrouw bevorderen dd. Feedback geven aan een collega ee. Afnemen van een ECG Tabel 2: Alternatieve KPB s 6
8 KPB nummer: 2. Beoordelingsformulier KPB Titel KPB: Complexiteit: 0 laag 0 gemiddeld 0 hoog Naam student Organisatie Toelichting beoordelingscriteria (zie ook hoofdstuk 3): Studentnummer Datum Criteria (er dient minimaal voldaan te zijn aan criteria 1 t/m 5: Afdeling Naam beoordelaar Niet voldaan Voldaan N.v.t. Professioneel gedrag: De student werkt volgens de geldende richtlijnen en protocollen en kan daar beargumenteerd van afwijken met inachtneming van de beroepswaarden en normen. 1. Professioneel gedrag 2. Communicatie 3. Methodisch handelen 4. Evidence Based handelen 5. Samenwerken 6. Hygiëne en veiligheid 7. Aanvullende criteria Handtekening werkbegeleider Omschrijving complexiteit aan de hand de volgende criteria: 1. De mate van stabiliteit en voorspelbaarheid van de zorg- of begeleidingssituatie en de mate waarin zich risico s kunnen voordoen 2. De mate waarin meervoudige gezondheids- of ontwikkelingsproblematiek voorkomt. 3. De mate waarin multidisciplinaire samenwerking nodig is. 4. De mate waarin de zorgvrager zelf inzicht heeft in de eigen gezondheid / welzijn en gemotiveerd is te werken aan het herstel of de handhaving van de gezondheids- / welzijnstoestand Communicatie: De student past gesprekstechnieken toe passend bij de zorgvrager en het niveau van communiceren. Methodisch handelen: De student handelt systematisch, procesmatig, doelgericht en efficiënt. Evidence based handelen: De student onderbouwt zijn/haar handelen aan de hand van de actuele kwaliteitsstandaard, het best beschikbare bewijs, kwaliteitsstandaarden van de instelling, beroepswaarden en normen. Samenwerken: De student stelt de zorgvrager centraal en stemt zijn/haar handelen af of de wensen en behoeften van die zorgvrager. De student erkent de expertise van andere disciplines en verwijst door indien dat nodig blijkt. Hygiëne en veiligheid: De student werkt volgens de geldende richtlijnen Aanvullende criteria: Eventueel formuleren aan de hand geldende criteria in de instelling. 7
9 Goede punten naar aanleiding van de vaardigheid op basis van verkregen feedback, reflectie en bespreking met werkbegeleider Aandachtspunten voor verdere ontwikkeling op basis van verkregen feedback, reflectie en bespreking met werkbegeleider Eindoordeel De handeling is gezien door de werkbegeleider Ja Nee De handeling is gezien door een eventueel betrokken ander Ja Nee Naam: De student heeft een reflectieverslag geschreven op de uitvoering van de KPB, waarbij er is gereflecteerd volgens de STARRT methode op de beoordelingscriteria en de feedback die de student gekregen heeft bij de uitvoering van de KPB Ja Nee Handtekening werkbegeleider Handtekening student
10 3. Uitwerking KPB s Alle voorgeschreven KPB s zijn uitgewerkt aan de hand van onderstaande elementen: - De handeling(en) die geoefend en getoetst wordt/worden - Relatie met rol en competentie(s) - Mogelijke activiteiten behorende bij de vaardigheid - Literatuurverwijzing - Reflectieverslag met aandacht voor: Professioneel gedrag: De student werkt volgens de geldende richtlijnen en protocollen en kan daar beargumenteerd van afwijken met inachtneming van de beroepswaarden en normen: Schenkt aandacht aan de beleving en gevolgen van het ziek zijn, erkent de autonomie van de patiënt, stelt grenzen aan gedrag van de patiënt, naasten en het eigen hulpaanbod, verwoordt de behoeften van de patiënt en naasten, erkent de invloed van de eigen persoon op het contact met de patiënt, naasten, kan eigen normen beargumenteren en toont zich bewust van de waarden en normen van anderen. Communicatie: De student past gesprekstechnieken toe passend bij de zorgvrager en het niveau van communiceren: Gebruikt voor de patiënt en naasten begrijpelijke taal, kiest zorgvuldig de juiste woorden, geeft de juiste en voldoende informatie op de juiste wijze aan de patiënt en naasten, controleert of een boodschap begrepen is en bepaalt adequaat wie in welke situatie de meest geëigende gesprekspartner is (patiënt of naasten). Methodisch handelen: De student handelt systematisch, procesmatig, doelgericht en efficiënt: Werkt systematisch en ordelijk, toont zich inhoudelijk deskundig, onderscheidt hoofdzaken van bijzaken, reageert adequaat op onverwachte gebeurtenissen, neemt leiding, creëert rust, kent (en handelt volgens) de geldende procedures, redeneert klinisch logisch en inzichtelijk, gaat doelmatig en efficiënt met middelen (waaronder tijd) om. Evidence Based handelen: De student onderbouwt zijn/haar handelen aan de hand van de actuele kwaliteitsstandaard, het best beschikbare bewijs, kwaliteitsstandaarden van de instelling, beroepswaarden en normen: Actuele kwaliteitsstandaard, het best beschikbare bewijs (evidence based practise), kwaliteitsstandaarden van de instelling, beroepswaarden en normen. Samenwerken: De student stelt de zorgvrager centraal en stemt zijn/haar handelen af of de wensen en behoeften van die zorgvrager. De student erkent de expertise van andere disciplines en verwijst door indien dat nodig blijkt: Signaleert mogelijke problemen, past zich aan andere professionals aan om tot een gezamenlijk resultaat te komen, zorgt voor duidelijke en heldere mondelinge en schriftelijke overdracht, neemt verantwoordelijkheid voor het eigen handelen (ook indien een fout wordt gemaakt). Hygiëne en veiligheid: De student werkt volgens de geldende richtlijnen m.b.t. hygiëne en veiligheid. Aanvullende criteria: Eventueel formuleren aan de hand geldende criteria in de instelling. 9
11 KPB nr. 1a: Wassen en baden Voordat een keuze gemaakt wordt voor specifieke onderdelen van deze KPB, stemt de student eerst af met de werkbegeleider van de afdeling welk onderdeel haalbaar is in de praktijk / sector. Eventueel wordt de KPB aangepast om deze beter te laten aansluiten bij de praktijk. Handelingen (afhankelijk van de sector wordt een keuze gemaakt): a. Het wassen van een zorgvrager op bed b. Het wassen van een zorgvrager op de bedrand c. Het wassen van een zorgvrager aan de wastafel d. Het wassen van een zorgvrager onder de douche/badkuip (al dan niet met gebruikmaking van een hydraulische badlift) e. Het wassen van een zorgvrager met behulp van een douchebrancard f. Het motiveren en stimuleren van de zorgvrager om zichzelf te wassen g. Het aan- en uitkleden van de zorgvrager (met of zonder bewegingsbeperking) h. Motiveren/stimuleren tot zelfzorg met betrekking tot het wassen van het lichaam en het aanen uitkleden Zorgverlener, competentie 1 Student kan de activiteiten met betrekking tot wassen en baden in de praktijk toepassen die geleerd zijn tijdens de lessen verpleegtechnische vaardigheden en die beschreven staan in Smith, e.a. (2011) op pagina S.F. Smith, e.a. (2011). Verpleegkundige vaardigheden, deel 1. Pearson Education, Amsterdam 10
12 KPB nr. 1b: Bedden opmaken Voordat een keuze gemaakt wordt voor specifieke onderdelen van deze KPB, stemt de student eerst af met de werkbegeleider van de afdeling welk onderdeel haalbaar is in de praktijk / sector. Eventueel wordt de KPB aangepast om deze beter te laten aansluiten bij de praktijk. a. Een onbezet bed opmaken b. Een bed met zorgvrager verschonen c. Motiveren/stimuleren tot het opruimen van de eigen leefomgeving van de patiënt (inclusief eigen bed opmaken) Zorgverlener, competentie 1 Student kan de activiteiten met betrekking tot bedden opmaken in de praktijk toepassen die geleerd zijn tijdens de lessen verpleegtechnische vaardigheden en die beschreven staan in Smith, e.a. (2011) op pagina S.F. Smith, e.a. (2011). Verpleegkundige vaardigheden, deel 1. Pearson Education, Amsterdam 11
13 KPB nr. 1c: Huidverzorging Voordat een keuze gemaakt wordt voor specifieke onderdelen van deze KPB, stemt de student eerst af met de werkbegeleider van de afdeling welk onderdeel haalbaar is in de praktijk / sector. Eventueel wordt de KPB aangepast om deze beter te laten aansluiten bij de praktijk. a. Huidconditie inspecteren b. Preventie van huidbeschadiging Zorgverlener, competentie 1 en 2 Student kan de activiteiten met betrekking tot huidverzorging in de praktijk toepassen die geleerd zijn tijdens de lessen verpleegtechnische vaardigheden en die beschreven staan in Smith, e.a. (2011) op pagina S.F. Smith, e.a. (2011). Verpleegkundige vaardigheden, deel 1. Pearson Education, Amsterdam 12
14 KPB nr. 2: Persoonlijke hygiëne Voordat een keuze gemaakt wordt voor specifieke onderdelen van deze KPB, stemt de student eerst af met de werkbegeleider van de afdeling welk onderdeel haalbaar is in de praktijk / sector. Eventueel wordt de KPB aangepast om deze beter te laten aansluiten bij de praktijk. a. Mondverzorging b. Haarverzorging c. Verzorgen van de voeten d. Verzorging schaamstreek e. Verzorging van ogen en oren f. Verzorging van nagels g. Stimuleren tot/ begeleiden bij persoonlijke hygiëne Zorgverlener, competentie 1 Student kan de activiteiten met betrekking tot persoonlijke hygiëne in de praktijk toepassen die geleerd zijn tijdens de lessen verpleegtechnische vaardigheden en die beschreven staan in Smith, e.a. (2011) op pagina S.F. Smith, e.a. (2011). Verpleegkundige vaardigheden, deel 1. Pearson Education, Amsterdam 13
15 KPB nr. 3: Vitale parameters Voordat een keuze gemaakt wordt voor specifieke onderdelen van deze KPB, stemt de student eerst af met de werkbegeleider van de afdeling welk onderdeel haalbaar is in de praktijk / sector. Eventueel wordt de KPB aangepast om deze beter te laten aansluiten bij de praktijk. a. De lichaamstemperatuur meten* b. De radiale pols observeren* c. De ademhaling observeren* d. De bloeddruk meten (niet elektrisch)* * en beoordelen of de waarden normaal of afwijkend zijn en zo nodig actie ondernemen Zorgverlener, competentie 1 Student kan de activiteiten met betrekking tot vitale parameters in de praktijk toepassen die geleerd zijn tijdens de lessen verpleegtechnische vaardigheden en die beschreven staan in Smith, e.a. (2011) op pagina S.F. Smith, e.a. (2011). Verpleegkundige vaardigheden, deel 1. Pearson Education, Amsterdam 14
16 KPB nr. 4a: Transfer Voordat een keuze gemaakt wordt voor specifieke onderdelen van deze KPB, stemt de student eerst af met de werkbegeleider van de afdeling welk onderdeel haalbaar is in de praktijk / sector. Eventueel wordt de KPB aangepast om deze beter te laten aansluiten bij de praktijk. a. Een zorgvrager naar zijligging kantelen d.m.v. een hefboom b. Een bedlegerige zorgvrager naar zijligging kantelen c. Een zorgvrager naar buikligging kantelen d. Een zorgvrager in bed omhoog plaatsen, met en zonder papegaai e. Een zorgvrager met glijzeil omhoog plaatsen d.m.v. twee verpleegkundigen f. De transfer van een zorgvrager met behulp van een actieve tillift g. De transfer van een zorgvrager met behulp van een passieve tillift Zorgverlener, competentie 1 Student kan de activiteiten met betrekking tot transfer in de praktijk toepassen die geleerd zijn tijdens de lessen verpleegtechnische vaardigheden en die beschreven staan in Smith, e.a. (2011) op pagina S.F. Smith, e.a. (2011). Verpleegkundige vaardigheden, deel 1. Pearson Education, Amsterdam 15
17 KPB nr. 4b: Lichaamshouding Voordat een keuze gemaakt wordt voor specifieke onderdelen van deze KPB, stemt de student eerst af met de werkbegeleider van de afdeling welk onderdeel haalbaar is in de praktijk / sector. Eventueel wordt de KPB aangepast om deze beter te laten aansluiten bij de praktijk. Ondersteunen bij het aannemen van een andere lichaamshouding Zorgverlener, competentie 1 Student kan de activiteiten met betrekking tot lichaamshouding in de praktijk toepassen die geleerd zijn tijdens de lessen verpleegtechnische vaardigheden en die beschreven staan in Smith, e.a. (2011) op pagina S.F. Smith, e.a. (2011). Verpleegkundige vaardigheden, deel 1. Pearson Education, Amsterdam 16
18 KPB nr. 4c: Mobiliteit Voordat een keuze gemaakt wordt voor specifieke onderdelen van deze KPB, stemt de student eerst af met de werkbegeleider van de afdeling welk onderdeel haalbaar is in de praktijk / sector. Eventueel wordt de KPB aangepast om deze beter te laten aansluiten bij de praktijk. a. Ondersteunen bij bengelen b. Ondersteunen bij in en uit bed plaatsing c. Ondersteunen bij lopen d. Ondersteunen bij het gebruik van hulpmiddelen bij lopen e. Ondersteunen bij vallen en opstaan f. Motiveren/stimuleren tot uit bed komen en bewegen Zorgverlener, competentie 1 Student kan de activiteiten met betrekking tot mobiliteit in de praktijk toepassen die geleerd zijn tijdens de lessen verpleegtechnische vaardigheden en die beschreven staan in Smith, e.a. (2011) op pagina en S.F. Smith, e.a. (2011). Verpleegkundige vaardigheden, deel 1. Pearson Education, Amsterdam 17
19 KPB nr. 5: Infectiebestrijding Voordat een keuze gemaakt wordt voor specifieke onderdelen van deze KPB, stemt de student eerst af met de werkbegeleider van de afdeling welk onderdeel haalbaar is in de praktijk / sector. Eventueel wordt de KPB aangepast om deze beter te laten aansluiten bij de praktijk. a. Handen wassen & desinfecteren b. Steriele handschoenen aantrekken c. Isolatiekleding aan en uittrekken Zorgverlener, competentie 1 en 2 Student kan de activiteiten met betrekking tot infectiebestrijding in de praktijk toepassen die geleerd zijn tijdens de lessen verpleegtechnische vaardigheden en die beschreven staan in Smith, e.a. (2011) op pagina S.F. Smith, e.a. (2011). Verpleegkundige vaardigheden, deel 1. Pearson Education, Amsterdam 18
20 KPB nr. 6: Voeding Voordat een keuze gemaakt wordt voor specifieke onderdelen van deze KPB, stemt de student eerst af met de werkbegeleider van de afdeling welk onderdeel haalbaar is in de praktijk / sector. Eventueel wordt de KPB aangepast om deze beter te laten aansluiten bij de praktijk. a. Helpen en begeleiden bij voeding op bed b. Helpen en begeleiden bij voeding op bed bij een zorgvrager met dysfagie c. Voedingstoestand bepalen (gewicht, lengte, BMI, SNAQ score) d. Stimuleren tot/ begeleiden bij maaltijden en eten Zorgverlener, competentie 1 Student kan de activiteiten met betrekking tot voeding in de praktijk toepassen die geleerd zijn tijdens de lessen verpleegtechnische vaardigheden en die beschreven staan in Smith, e.a. (2011) op pagina S.F. Smith, e.a. (2011). Verpleegkundige vaardigheden, deel 1. Pearson Education, Amsterdam 19
21 KPB nr. 7: Uitscheiding Voordat een keuze gemaakt wordt voor specifieke onderdelen van deze KPB, stemt de student eerst af met de werkbegeleider van de afdeling welk onderdeel haalbaar is in de praktijk / sector. Eventueel wordt de KPB aangepast om deze beter te laten aansluiten bij de praktijk. a. Een po en/of urinaal op bed geven b. Ondersteunen bij het gebruik van een toiletstoel c. Een condoomkatheter aanbrengen d. Urine- of fecesmonster afnemen e. Invullen van een vochtbalans f. Katheterzakje legen en verwisselen Zorgverlener, competentie 1 Student kan de activiteiten met betrekking tot uitscheiding in de praktijk toepassen die geleerd zijn tijdens de lessen verpleegtechnische vaardigheden en die beschreven staan in Smith, e.a. (2011) op pagina en S.F. Smith, e.a. (2011). Verpleegkundige vaardigheden, deel 1. Pearson Education, Amsterdam 20
22 KPB nr. 8: Ondersteunende therapieën Steunkousen aan- en uitrekken Zorgverlener, competentie 1 Student kan de activiteiten met betrekking tot ondersteunende therapieen (steunkousen) in de praktijk toepassen die geleerd zijn tijdens de lessen verpleegtechnische vaardigheden en die beschreven staan in Hagedoren-Meuwissen, E. e.a. (2005). - Hagedoren-Meuwissen, E. e.a. (2005). Protocol steun de steunkous. Stichting Fonds Arbeidsmarktbeleid en Opleidingen Thuiszorg. Herziene uitgave Bereikbaar op: of n@tschool - S.F. Smith, e.a. (2011). Verpleegkundige vaardigheden, deel 1. Pearson Education, Amsterdam 21
23 KPB nr. 09: Anamnesegesprek I (waarbij de nadruk ligt op contact maken met de patiënt) Handeling: Het aangaan en opbouwen van een zorgrelatie die kan leiden tot het afnemen van een basaal anamnesegesprek. Zorgverlener, competentie 1 Student kan de activiteiten met betrekking tot het voeren van een anamnesegesprek in de praktijk toepassen die geleerd zijn tijdens de lessen sociale vaardigheden en die beschreven staan in Emmens, G. en S. van der Meulen (2006) en Gordon, M. (2007). Voorbereiding: Verdiep je in de verpleegkundige basishouding door het lezen van bijlage A Houdingsaspecten uit het boek van Emmens. Je brengt in kaart wat globaal jou referentiekader is en wat je belangrijk vindt in het contact met zorgvragers. Je bedenkt hoe je om wil gaan met zelfbeschikking en autonomie bij zorgvragers en waarom. Je gaat na waar jouw aandachtpunten met betrekking tot communicatie liggen naar aanleiding van de oefengesprekken en je krachten. Hoe ga je deze inzetten bij een gesprek in de praktijk. Verdiep je in de literatuur van Emmens over anamnese gesprekken. Raadpleeg het anamneseformulier op de afdeling. Zoek extra verdieping in het boek van Gordon. Maak een beeld van hoe je het gaat aanpakken nu je de formulieren hebt geraadpleegd en welke gespreksvaardigheden je hiervoor wilt gebruiken. Uitvoeren van het gesprek. Stel je werkbegeleider op de hoogte van je voorbereiding en jouw specifieke doelen met betrekking tot je houding en hoe je het gesprek wilt gaan aanpakken. Kies een patiënt, die geschikt is voor jou om een (anamnese)gesprek mee te houden, in overleg met je werkbegeleider. Voer het gesprek uit zoals voorgenomen en evalueer het gesprek met de patiënt. Leg de gegevens vast in het patiëntendossier. Zorg ervoor dat de naam van de patiënt bekend is op de afdeling/kamer, aanmelding keuken en wat verder relevant is op deze afdeling. Toon de opgeschreven gegevens van de patiënt ter goedkeuring aan hem/haar. (dossierinzage). Vraag om feedback van je werkbegeleider. Bij voldoende uitvoering laat je je KPB ondertekenen door je werkbegeleider met vermelding van datum, naam en afdeling en neem je deze op in je portfolio. - Emmens, G. en S. van der Meulen (2006). Basisboek Verpleegkundige gespreksvoering. HB Uitgevers, Baarn (eerste druk) - Gordon, M. (2007) Verpleegkundige diagnostiek: proces en toepassing, Elsevier gezondheidszorg, Maarssen 22
24 KPB nr. 10: Voorlichtingsgesprek I Het uitvoeren van een individueel voorlichtingsgesprek. Zorgverlener, competentie 2 en 3. Student kan de activiteiten met betrekking tot het voeren van een voorlichtingsgesprek in de praktijk toepassen die geleerd zijn tijdens de lessen sociale vaardigheden en die beschreven staan in Terra B., e.a. (2010). Voorbereiding: Je verdiept je in hoe mensen reageren op verstoringen en denkpatronen. Je gaat bij jezelf na hoe jij met veranderingen bent omgegaan/ of wil omgaan (denk aan regelmatig sporten, studieplanning of gewicht verliezen) Je bereid je voor op de voorlichting door je te verdiepen in de 6 stappen van voorlichting en deze toe te passen op het probleem Bedenk hoe je een patiënt of zijn familie/naasten hierin zou kunnen ondersteunen. Op de afdeling ga je na waar er behoefte is aan voorlichting en je kunt dit toelichten. Voorbeelden: a. Bij verstandelijk gehandicapten door middel van pictogrammen om het gedrag te veranderen, b. bij de familie van mensen met een psychogeriatrische aandoening om te leren omgaan met het veranderde gedrag. c. Of mensen leren om veilig met hun hulpmiddelen om te gaan of een inhalator te gebruiken enz. Kies een patiënt die baat kan hebben bij voorlichting in overleg met je werkbegeleider. Je verdiept je in de inhoud waarover je gaat voorlichten. Bijv. je weet zelf exact hoe je een inhalator moet gebruiken en wat veel gemaakte gebruikersfouten zijn zodat je kan aansluiten bij de patiënt en inhoudelijk juiste informatie kan verstrekken. Uitvoering van de voorlichting: Stel je werkbegeleider op de hoogte van je voorbereiding en jouw specifieke doelen met betrekking tot het voorlichtingsgesprek en hoe je de voorlichting wil gaan aanpakken. Voer het gesprek uit zoals voorgenomen en evalueer het gesprek met de patiënt. Reflecteer op je gesprek en bespreek dit met de werkbegeleider. Terra, B., Mechelen-Gevers., Burgt, van der., Patiëntenvoorlichting door verpleegkundigen, 3 e druk 2010, Elsevier Gezondheidszorg. 23
25 KPB nr 11: ondersteunen van de voedingstoestand Het in stand houden of verbeteren van de voedingstoestand bij de oudere cliënt Zorgverlener - Kies, in overleg met je werkbegeleider, een oudere cliënt met een verminderde voedingstoestand. - Ga met de cliënt in gesprek over zijn/haar voedingstoestand en probeer oorzaken voor een verminderde voedingstoestand te ontdekken. - Stel evidence based interventies op ter verbetering van de voedigstoestand. - Heb hierbij aandacht voor specifieke behoeften (door chronische aandoeningen enz.). Zie pagina 130, tabel 9.2 van Ouderenzorg - Bespreek deze interventies multidisciplinair (diëtist). - Voer deze interventies uit. - Evalueer de effecten van de interventies met de cliënt. - Brown, S. et al Ouderenzorg. Amsterdam: Pearson Education Benelux
26 KPB nr 12: Valpreventie Het organiseren van activiteiten om valincidenten te voorkomen. Zorgverlener - Stel jezelf op de hoogte van de risicofactoren op een valincident. - Kies in overleg met je werkbegeleider een cliënt bij wie je activiteiten gaat organiseren om een valincident te voorkomen. - Inventariseer de actuele risicofactoren op een valincident bij de gekozen cliënt. - Stel een programma op waarmee de risicofactoren kunnen worden gereduceerd. - Evalueer het effect van het programma met de werkbegeleider. - Brown, S. et al Ouderenzorg. Amsterdam: Pearson Education Benelux
27 KPB nr 13: Bieden van ondersteuning bij dementie. Ondersteuning bieden bij specifieke symptomen van dementie. Zorgverlener - Stel jezelf op de hoogte van de specifieke problematiek rondom dementie o Verbaal verstorend gedrag o Lichamelijke agressie o Rondzwerven o Ongeremd gedrag o Slaapproblemen - Kies in overleg met je werkbegeleider een cliënt bij wie je ondersteunende interventies gaat bieden bij specifieke symptomen van dementie. - Kies evidence based interventies bij deze symptomen en voer ze uit. - Evalueer (het effect van) de interventies mondeling met je werkbegeleider. - Brown, S. et al Ouderenzorg. Amsterdam: Pearson Education Benelux
28 KPB nr 14 : Zorgvrager met een delier Het bieden van ondersteunende activiteiten bij een zorgvrager met een delier. Zorgverlener - Kies in overleg met je werkbegeleider een cliënt die actueel een delier doormaakt. - Ga op zoek naar evidence based interventies bij een delier. - Stel persoonlijk passende interventies op voor de, door jou gekozen cliënt. - Voer deze interventies uit in overleg met je werkbegeleider. - Evalueer de effecten van de interventies met je werkbegeleider Brown, S. et al Ouderenzorg. Amsterdam: Pearson Education Benelux. 27
29 KPB nr 15: Multiculturele zorg Het bieden van individuele zorg bij de allochtone cliënt. Zorgverlener - Kies, in overleg met je werkbegeleider, een cliënt van allochtone afkomst. - Vraag het levensverhaal van de oudere allochtone cliënt uit. - Verdiep je in de culturele beleving van de cliënt. - Stel een individueel zorgplan voor de cliënt op waarbij rekening gehouden wordt met culturele/religieuze wensen. - Bij taalbarrière, betrek de mantelzorger bij het opstellen van het persoonlijke zorgplan. - Voer de activiteiten van het zorgplan uit en evalueer ze met de cliënt. - Bespreek mondeling (de effecten van) het zorgplan. - Brown, S. et al Ouderenzorg. Amsterdam: Pearson Education Benelux. 28
30 KPB nr 16: Zelfmanagement bevorderen Het aanleren van zelfmanagementvaardigheden bij zorgvragers met een chronische aandoening of lichamelijke beperking Zorgverlener - Kies, in overleg met je werkbegeleider, een cliënt met een chronische aandoening of lichamelijke beperking. - Stel jezelf op de hoogte van de specifieke chronische aandoening of lichamelijke beperking. - Stel jezelf op de hoogte van veel voorkomende (ervaren) beperkingen van iemand met een specifieke chronische aandoening of lichamelijke beperking (bijvoorbeeld door weblogs of fora op websites van patiëntenverenigingen) - Kies samen met de cliënt een doelstelling. (zie de toolbox van zelfmanagement.com) - Zet interventies tot deze doelstelling uit. - Betrek daarbij meerdere disciplines. - Bespreek de effecten van de interventies met de cliënt Brown, S. et al Ouderenzorg. Amsterdam: Pearson Education Benelux. 29
31 KPB nr 17 Eenzaamheid Het verminderen van gevoel van eenzaamheid Zorgverlener - Kies in overleg met je werkbegeleider een cliënt die een groot risico op gevoel van eenzaamheid heeft. - Breng het sociale netwerk in kaart. - Ga na welke mogelijkheden de instelling biedt om eenzaamheid te bestrijden. - Ga op zoek naar evidence based interventies om eenzaamheid aan te pakken. - Bespreek samen met de cliënt welke interventies ingezet zouden kunnen worden. - Voer de interventies uit en evalueer de effecten met de cliënt Gierveld, J. ea Zicht op eenzaamheid. Assen: van Gorcum. 30
32 KPB nr. 18: Anamnesegesprek II Handeling: Uitvoeren en verslaglegging van een anamnesegesprek en (indien mogelijk) hetero-anamnese gesprek volgens de methode van de afdeling Zorgverlener, competentie 1 Student kan de activiteiten met betrekking tot het voeren van een anamnesegesprek in de praktijk toepassen die geleerd zijn tijdens de lessen sociale vaardigheden en die beschreven staan in Emmens, G. en S. van der Meulen (2006) en McClosky, J.C. en G.M. Bulechek (2002). Kies een patiënt die gepland wordt opgenomen, in overleg met je werkbegeleider, die geschikt is voor jou om een anamnesegesprek mee te houden. Check de gegevens van de aanmelding bij de patiënt. Raadpleeg bijlage C, het anamnesegesprek Emmens, Basisboek Verpleegkundige gespreksvoering waarin een begin, middendeel en afsluitend deel staan opgenomen. Raadpleeg het anamneseformulier op de afdeling en zoek uit wat de verpleegkundige uitgangspunten zijn. Maak een beeld van hoe je het gaat aanpakken nu je de formulieren hebt geraadpleegd en welke gespreksvaardigheden je hiervoor wilt gebruiken. Denk na hoe je de privacy kan waarborgen en wat je moet uitleggen over de afdeling. Bedenk wat de rechten zijn van de patiënt. Beargumenteer vóór het gesprek je voorgenomen werkwijze met je werkbegeleider. Voer het gesprek uit zoals voorgenomen en evalueer het gesprek met de patiënt. Leg de gegevens vast in het patiëntendossier. Zorg ervoor dat de naam van de patiënt bekend is op de afdeling/kamer, aanmelding keuken en wat verder relevant is op deze afdeling. Toon de opgeschreven gegevens van de patiënt ter goedkeuring aan hem/haar. (dossierinzage) Stel op basis van de dossiergegevens stel je een verpleegkundige diagnose op en beargumenteer deze bij de werkbegeleider. Vraag om feedback. Bij voldoende uitvoering laat je je KPB ondertekenen door je werkbegeleider met vermelding van datum, naam en afdeling en neem je deze op in je portfolio. - Emmens, G. en S. van der Meulen (2006). Basisboek Verpleegkundige gespreksvoering. HB Uitgevers, Baarn (eerste druk) - McClosky, J.C. en G.M. Bulechek (2002). Verpleegkundige interventies. Elsevier gezondheidszorg, Maarssen (ga naar opname, aanwezig zijn en actief luisteren ) 31
33 KPB nr. 19: Coaching I Handeling: Situationeel begeleiden Coach, competentie 10 Student kan de activiteiten met betrekking tot het coachen van stagiaires in de praktijk toepassen die geleerd zijn tijdens de lessen sociale vaardigheden en die beschreven staan in Bell- Peereboom, D. en C. Timmer (2007) en McClosky, J.C. en G.M. Bulechek (2002). Verdiep je in situationeel begeleiden: Bell-Peereboom, D., Timmer, C Raad weten met de situatie, het geven van situationele werkbegeleiding aan stagiaires. Leg je werkbegeleider uit wat coachen is volgens deze theorie. Overleg met je werkbegeleider wie voor deze coaching in aanmerking zou kunnen komen. Besef dat je gedrag voor de leerling/stagiaire als voorbeeld kan dienen. Ga bij deze collega/stagiaire in gesprek na wat haar/zijn taakbekwaamheid is en de leerbereidheid. Kies a.d.h.v. de uitkomsten van bovenstaande activiteit welke begeleidingsstijl jij gaat inzetten. Pas de kenmerken van het gedrag toe die bij de gekozen begeleidingsstijl horen. Draag zorg voor verslaglegging van je gesprek(ken). Maak een afspraak met je werkbegeleider voor een evaluatief gesprek. Bespreek en beargumenteer de door jouw verleende coaching met je werkbegeleider. Vraag aan de werkbegeleider een puntenwaardering over je handelen uit te spreken (zie beoordelingscriteria). - Bell-Peereboom, D. en C. Timmer (2007). Raad weten met de situatie, het geven van situationele werkbegeleiding aan stagiaires. Uit: Onderwijs en gezondheidszorg, jaargang 31, nummer 7: pag McClosky, J.C. en G.M. Bulechek (2002). Verpleegkundige interventies. Elsevier gezondheidszorg, Maarssen (ga naar begeleiding: leerling ) 32
34 KPB nr. 20: Slecht nieuwsgesprek Handeling: Het voeren van een slechtnieuws gesprek Zorgverlener, competentie 1 Student kan de activiteiten met betrekking tot het voeren van een slechtnieuws gesprek in de praktijk toepassen die geleerd zijn tijdens de lessen sociale vaardigheden en die beschreven staan in Emmens, G. en S. van der Meulen (2006) en McClosky, J.C. en G.M. Bulechek (2002). Stel je op de hoogte van de theorie van het slechtnieuwsgesprek van Emmens en de bijlagen uit LA 5/6 SOVA. Leg je werkbegeleider uit hoe het slechtnieuwsgesprek volgens bovenstaande theorie verloopt en leg daarbij uit waaruit adequate begeleiding bij elke gespreksfase bestaat. Overleg met je werkbegeleider bij welke patiënt je slechtnieuws zou kunnen brengen of kunt ondersteunen (het kan gaan om teveel bezoek op de kamer, onderzoeken die niet doorgaan, mensen ondersteunen die net slecht nieuws hebben ontvangen van een arts etc.) Beargumenteer bij je werkbegeleider hoe je het gesprek wilt gaan aanpakken en welke gespreksvaardigheden je hiervoor wilt gebruiken. Houd rekening met de tradities en opvattingen van de patiënt. Ontwikkel een relatie met de patiënt. Denk na hoe je de privacy kan waarborgen. Bedenk wat de rechten zijn van de patiënt (bijvoorbeeld de WGBO). Voer het gesprek uit zoals voorgenomen en evalueer het gesprek met de patiënt. Overleg met de patiënt wat er in het dossier moet worden opgenomen van dit gesprek en noteer deze gegevens. Vraag om feedback van je werkbegeleider na het gesprek. - Emmens, G. en S. van der Meulen (2006). Basisboek Verpleegkundige gespreksvoering. Baarn: HB Uitgevers (eerste druk) - McClosky, J.C. en G.M. Bulechek (2002). Verpleegkundige interventies. Elsevier gezondheidszorg, Maarssen (ga naar aanwezig zijn en actief luisteren ) 33
35 KPB nr. 21: Het in kaart brengen van blinde vlekken Handeling: Het in kaart brengen van blinde vlekken met technieken naar keuze: zachte confrontatie, zelfonthulling of onmiddellijkheid Zorgverlener, competentie 1 Student kan de activiteiten met betrekking tot het in kaart brengen van blinde vlekken in de praktijk toepassen die geleerd zijn tijdens de lessen sociale vaardigheden en die beschreven staan in Heijen, H. en I. Slaats (2009) en McClosky, J.C. en G.M. Bulechek (2002). Stel je op de hoogte van het fenomeen blinde vlekken en de technieken die je hebt om mensen te ondersteunen bij het onderkennen van hun blinde vlekken uit de theorie van Heijen en Slaats. Leg je werkbegeleider uit hoe de technieken zijn en hoe je blinde vlekken bij mensen kunt herkennen. Overleg met je werkbegeleider bij welke patiënt jij je technieken zou mogen toepassen om de patiënt te helpen zijn/haar blinde vlekken te herkennen. Geef bij je werkbegeleider aan welke techniek je wilt toepassen bij de gekozen patiënt en kan motiveren waarom het juist die techniek moet zijn. Pas de basis gespreksvaardigheden toe uit het Professioneel hulpverlenen van Heijen en Slaats en past daarin bij fase 1B de gekozen techniek toe in een gesprek met de patiënt. Houd rekening met het referentiekader van de patiënt. Voer het gesprek uit zoals voorgenomen en evalueer het gesprek met de patiënt. Overleg met de patiënt wat er in het dossier moet worden opgenomen van dit gesprek en noteer deze gegevens. Vraag om feedback van je werkbegeleider na het gesprek. - Heijen, H. en I. Slaats (2009). Professioneel Hulpverlenen, de gesprekmethodiek. Van Gorcum, Assen - McClosky, J.C. en G.M. Bulechek (2002). Verpleegkundige interventies. Elsevier gezondheidszorg, Maarssen (ga naar aanwezig zijn en actief luisteren ) 34
36 KPB nr. 22: Overdracht / tegenoverdracht, manipulatie of claimend gedrag (maak een keuze) Handeling: Omgaan met overdracht, manipulatief of claimend gedrag Zorgverlener, competentie 1 Student kan de activiteiten met betrekking tot het omgaan met overdracht / tegenoverdracht, manipulatie of claimend gedrag in de praktijk toepassen die geleerd zijn tijdens de lessen sociale vaardigheden en die beschreven staan in Clijsen, M., e.a. (2008), Schuur, G. (2005) en McClosky, J.C. en G.M. Bulechek (2002). Stel je op de hoogte van de theorie voor het betreffende gesprek uit de onderstaande literatuur. Leg je werkbegeleider uit hoe het gesprek volgens bovenstaande theorie verloopt en kan daarbij uitleggen waaruit de begeleiding bestaat. Overleg met je werkbegeleider met welke patiënt je in gesprek gaat mbt een van de bovenstaande onderwerpen. Geef bij je werkbegeleider aan hoe je het gesprek wilt gaan aanpakken bij de gekozen patiënt en kan motiveren waarom je het juist zo zou willen doen. Houd rekening met het referentiekader van de patiënt. Voer het gesprek uit zoals voorgenomen en evalueer het gesprek met de patiënt. Overleg met de patiënt welke gegevens in het dossier moet worden opgenomen en noteer deze. Vraag om feedback van je werkbegeleider na het gesprek. - Clijsen, M., e.a. (2008). Leerboek psychiatrie voor verpleegkundigen. Elsevier Gezondheidszorg, Maarssen - Uit: Schuur, G. (2005. Omgaan met agressie. pagina en staat op n@tschool! 6 de herziene druk, Houten, Bohn Stafleu van Loghum - McClosky, J.C. en G.M. Bulechek (2002). Verpleegkundige interventies. Elsevier gezondheidszorg, Maarssen (ga naar aanwezig zijn, actief luisteren en/of grenzen stellen en/of angstreductie en/of ondersteuning bij het leren omgaan met boosheid ) 35
37 KPB nr. 23a: Toedienen medicatie enteraal a. Toedienen medicatie sublinguaal, b. Toedienen medicatie oraal c. Toedienen medicatie rectaal Zorgverlener, competentie 1 Zie handelingsschema s werkcahier - Transferpunt Vaardigheidsonderwijs Werkcahier Medicijnen. Vierde druk. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. [1994] - S.F. Smith, e.a. (2011). Verpleegkundige vaardigheden, deel 1 & 2. Pearson Education, Amsterdam 36
38 KPB nr. 23b: Toedienen medicatie parenteraal a. Toedienen medicatie via inhalatie b. Toedienen medicatie intranasaal Zorgverlener, competentie 1 Zie handelingsschema s werkcahier - Transferpunt Vaardigheidsonderwijs Werkcahier Medicijnen. Vierde druk. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. [1994] - S.F. Smith, e.a. (2011). Verpleegkundige vaardigheden, deel 1 & 2. Pearson Education, Amsterdam 37
39 KPB nr. 23c: Toedienen medicatie subcutaan Toedienen subcutane injectie Zorgverlener, competentie 1 Zie handelingsschema s werkcahier - Transferpunt Vaardigheidsonderwijs Werkcahier Medicijnen. Vierde druk. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. [1994] - S.F. Smith, e.a. (2011). Verpleegkundige vaardigheden, deel 1 & 2. Pearson Education, Amsterdam 38
40 KPB nr. 23d: Toedienen medicatie intramusculair Toedienen intramusculaire injectie Zorgverlener, competentie 1 Zie handelingsschema s werkcahier - Transferpunt Vaardigheidsonderwijs Werkcahier Medicijnen. Vierde druk. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. [1994] - S.F. Smith, e.a. (2011). Verpleegkundige vaardigheden, deel 1 & 2. Pearson Education, Amsterdam 39
41 KPB nr. 24a: Wondzorg Handeling: Het verzorgen van een wond Zorgverlener, competentie 1 Een rode wond verzorgen Een gele wond verzorgen Een zwarte wond verzorgen Een wond spoelen Een wond beoordelen en een behandelplan opstellen (opdracht) Uitleggen hoe decubitus ontstaat Toelichten wat de risicofactoren zijn voor het ontstaan van decubitus Uitleggen hoe decubitus voorkomen kan worden Een decubituswond beoordelen volgens de vier stadia Waarom en welke voeding belangrijk is bij decubituspreventie Aangeven wanneer een wond wordt gehecht Vertellen welke verschillende manieren van hechten er zijn Vertellen hoe gehandeld moet worden bij het verwijderen van hechtingen - Transferpunt Vaardigheidsonderwijs Werkcahier Wondverzorging. Derde druk. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. [1992] - S.F. Smith, e.a. (2011). Verpleegkundige vaardigheden, deel 1 & 2. Pearson Education, Amsterdam 40
42 KPB nr. 24b: Zwachtelen Handeling: Zwachtelen van een onderbeen of onderarm Zorgverlener, competentie 1 Uitleggen wat de werking is van steunkousen Uitleggen wat de indicaties zijn voor steunkousen Vertellen welke verschillende soorten kousen er zijn Benoemen van bruikbare hulpmiddelen bij het gebruik van steunkousen Toelichten welke categorieën zorgvragers niet in staat zijn om steunkousen aan- en uit te trekken Benoemen van aandachtspunten voor de patiënt voor het aanleren van het aan- en uittrekken ervan en het gebruik van steunkousen Toelichten waar de kous op gecontroleerd moet worden nadat deze is aangebracht Vertellen hoe de kousen en hulpmiddelen gereinigd moeten worden Het doel van compressief zwachtelen beschrijven Benoemen hoe ambulante compressietherapie aangelegd wordt en wat hierbij de belangrijkste aandachtspunten zijn. Bereid je voor d.m.v. het document Steun de steunkous (Hagedoren-Meuwissen, 2005) en het protocol aan- en uittrekken van steunkousen. Steunkousen aan- en uitrekken volgens de richtlijnen Ambulante compressietherapie verzorgen bij een patiënt - Smith, S. e.a. (2011). Verpleegkundige vaardigheden deel 1. Eerste Nederlandse editie. Amsterdam: Pearson Education Benelux. [2011] - Hagedoren-Meuwissen, E. e.a. (2005). Protocol steun de steunkous. Stichting Fonds Arbeidsmarktbeleid en Opleidingen Thuiszorg. Herziene uitgave Bereikbaar op: of n@tschool 41
43 KPB nr. 25: Werkplanning maken Handeling: Het plannen van dagelijkse werkzaamheden Regisseur, competentie 4 Inventariseer de werkzaamheden op de afdeling Leg een relatie leggen tussen de werkzaamheden op de afdeling en de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de verpleegkundigen Verzamel gegevens voor het maken van een dagplanning en stel deze op Voer de werkzaamheden volgens de gemaakte planning uit Evalueer of de uitgevoerde werkzaamheden volgens planning zijn uitgevoerd - Verzamel relevante gegevens op de afdeling 42
STARTDOCUMENT STAGE JAAR 1 Basisdocument voor student, werk-/praktijkbegeleider en instellingsdocent
STARTDOCUMENT STAGE JAAR 1 Basisdocument voor student, werk-/praktijkbegeleider en instellingsdocent Naam student: Studentnummer: Klas: SLC coach: Stageperiode leerjaar 1: Code kwartaal 3: OVKKPB01P1 Code
Nadere informatieDe CBP: Competentie Beoordeling Praktijk
De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk Op de HBOV van de Hogeschool Leiden wordt sinds het studiejaar 2013-2014 gewerkt met CBP s, Competentie Beoordelingen in de Praktijk. Gedachte hierachter is, dat
Nadere informatieSTARTDOCUMENT Praktijk/werk leerjaar 1 OVM Kwartaal 1 en 2 Basisdocument voor student, werk-/praktijkbegeleider en instellingsdocent
STARTDOCUMENT Praktijk/werk leerjaar 1 OVM Kwartaal 1 en 2 Basisdocument voor student, werk-/praktijkbegeleider en instellingsdocent Datum: Naam Student: Studentnummer: Klas: Werkperiode: Instellingsdocent
Nadere informatieOPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn gevorderd 1 BEROEPSTAAK E
OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE Ondersteuningsmagazijn gevorderd 1 BEROEPSTAAK E Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 Cohort: 2009-2010 Versie: 3 Fase: Gevorderd 1 Naam Student:.
Nadere informatieInstituut voor Gezondheidszorg
Instituut voor Gezondheidszorg Praktijkbeoordelingsformulier Opleiding Verpleegkunde Hogeschool Rotterdam Studiejaar 1 Naam Student: Studentnummer: Praktijkbeoordelingsformulier opleiding Verpleegkunde
Nadere informatieOndersteunen bij persoonlijke basiszorg
Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Crebonummer 95530 en 95520 Opleiding Verzorgende IG Kwalificatieniveau 3 MBO Verpleegkundige Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL
Nadere informatieOPLEIDING tot Verzorgende-IG. Ondersteuningsmagazijn. Beroepstaak D Startbekaam
OPLEIDING tot Verzorgende-IG Ondersteuningsmagazijn Beroepstaak D Startbekaam Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 Cohort: 2010-2011 Fase: Startbekaam Naam student:. 1 D1.T1.KP.start.
Nadere informatiePROEVE VAN BEKWAAMHEID
PROEVE VAN BEKWAAMHEID Inleiding Doel van deze opdracht is het methodisch werken te bevorderen en toe te passen. Het is een methode die moet leiden tot het vaststellen van de meest geschikte verpleegkundige
Nadere informatieNikki van der Meer. Stage eindverslag. Stage Cordaan Thuiszorg.
Nikki van der Meer. Stage eindverslag Stage Cordaan Thuiszorg. Klas: lv13-4agz2 Student nummer: 500631386 Docentbegeleider: Marieke Vugts Werkbegeleider: Linda Pieterse Praktijkopleider: Evelien Rijkhoff
Nadere informatieBeroepsopdracht 4 De geriatrische zorgvrager
Beroepsopdracht 4 De geriatrische zorgvrager 1 Werkprocessen en competenties gericht op het verpleegplan 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op. A: Beslissen en activiteiten initiëren
Nadere informatieBiedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden
Examen 1, deel 1. Verlenen van basiszorg, verzorgende IG niveau 3 Handleiding werkproces 1.2 Biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden Bewijsstuk: Beoordeling van de ondersteuning
Nadere informatieSTARTDOCUMENT STAGE JAAR 3 Kwartaal 3 en 4 Basisdocument voor student, werk-/praktijkbegeleider en instellingsdocent
STARTDOCUMENT STAGE JAAR 3 Kwartaal 3 en 4 Basisdocument voor student, werk-/praktijkbegeleider en instellingsdocent Naam student: Studentnummer: Klas: SLC coach: Stageperiode leerjaar 3 voltijd: Code
Nadere informatiePROEVE VAN BEKWAAMHEID
PROEVE VAN BEKWAAMHEID Inleiding Doel van deze opdracht is het methodisch werken te bevorderen en toe te passen. Het is een methode die moet leiden tot het vaststellen van de meest geschikte zorgproblemen
Nadere informatieSTARTDOCUMENT STAGE VMH Basisdocument voor student, werk-/praktijkbegeleider en instellingsdocent
STARTDOCUMENT STAGE VMH Basisdocument voor student, werk-/praktijkbegeleider en instellingsdocent Naam student: Studentnummer: Klas: Voltijd/Deeltijd SLC coach: Code kwartaal 2 : OVKSTH01P1 studiepunten:
Nadere informatieToekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging
Toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging Beroepsprofiel verzorgende IG altijd dichtbij werkt voor DE ZORG www.nu91.nl Landelijk Overleg Opleidingen Verpleegkunde Een nieuw beroepsprofiel:
Nadere informatieHandleiding Plannen van Zorg BBL-CombiCare Gehandicaptenzorg Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg
Handleiding Plannen van Zorg BBL-CombiCare Gehandicaptenzorg Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg Werkproces VZ-IG 1.1 Stelt (mede) het zorgplan op De verzorgende-ig verzamelt gegevens om de
Nadere informatieSW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf
SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: 23185 Cohort: Geldig vanaf 01-08-2015 Colofon * Daar waar hij staat, wordt ook zij bedoeld en omgekeerd. * Waar cliënt staat, kan
Nadere informatieSTARTDOCUMENT STAGE JAAR 2 Basisdocument voor student, werk-/praktijkbegeleider en instellingsdocent
STARTDOCUMENT STAGE JAAR 2 Basisdocument voor student, werk-/praktijkbegeleider en instellingsdocent Naam student: Studentnummer: Klas: Voltijd/Deeltijd SLC coach: Stageperiode leerjaar 2 voltijd: Code
Nadere informatieOPLEIDING tot MBO - VERPLEEGKUNDIGE TOETS BEROEPSOPDRACHT. Ondersteunen bij begeleiden. Beroepstaak C. Niveau Gevorderd 2
OPLEIDING tot MBO - VERPLEEGKUNDIGE TOETS BEROEPSOPDRACHT Ondersteunen bij begeleiden Beroepstaak C Niveau Gevorderd 2 Datum: Juni 2012 Cohort: 2012-2013 KD: 2009-2010 INLEIDING Binnenkort ga je de toets
Nadere informatieOndersteunen bij persoonlijke basiszorg
Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Crebonummer 94830 en 93510 Opleiding Verzorgende IG Kwalificatieniveau 3 MBO Verpleegkundige Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL
Nadere informatieMZ-PBSD-B-K1-W1 (C) Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf
MZ-PBSD-B-K1-W1 (C) Inventariseert ondersteuningsvragen van de cliënt Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: 23181 Cohort: Geldig vanaf 01-08-2015 Colofon Daar waar zij staat, wordt ook hij bedoeld en omgekeerd.
Nadere informatieAls je in zorg of welzijn werkt, krijg je veel te maken met zorgvragers die ondersteunt moeten worden in hun persoonlijke verzorging/adl.
STER opdracht ADL Als je in zorg of welzijn werkt, krijg je veel te maken met zorgvragers die ondersteunt moeten worden in hun persoonlijke verzorging/adl. In de eerste 10 weken van je opleiding heb je
Nadere informatiePraktijkopdracht Klinisch Redeneren
Praktijkopdracht Klinisch Redeneren Inleiding Via deze praktijkopdracht werk je aan je verpleegkundige vakdeskundigheid. De opdracht helpt je om achtergrondkennis te verwerven van de patiënten binnen het
Nadere informatieOndersteunen bij persoonlijke basiszorg
Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Crebonummer 95530 en 95520 Opleiding Verzorgende IG Kwalificatieniveau 3 MBO Verpleegkundige Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL
Nadere informatieFormat voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster
Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster Uitwerking Domein Gezondheidszorg Hogeschool Utrecht Honoursforum GZ Onderwerp / thema: Naam student: Studentnummer: Opleiding: Studiejaar
Nadere informatieKlinisch redeneren BBL/BBL-i/ BOL/Vakbekwaam/HBOV Opdracht: Start klinisch redeneren: - observeren van een patiënt.
Klinisch redeneren BBL/BBL-i/ BOL/Vakbekwaam/HBOV Opdracht: Start klinisch redeneren: - observeren van een patiënt. Inleiding In dit onderdeel beschrijven we de opdracht, maar allereerst krijg je algemene
Nadere informatieHANDLEIDING Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen BOL MZ, niv.3
HANDLEIDING Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen BOL MZ, niv.3 Kerntaak 1: Opstellen van een begeleidingsplan Werkproces 1.1: Inventariseert hulpvragen van de cliënt Kerntaak 2: Bieden van ondersteunende,
Nadere informatieGelre beroepsopdracht medicatietoediening (oraal, subcutaan en intramusculair). Voor studenten verpleegkunde: BOL en HBO-V.
Gelre beroepsopdracht medicatietoediening (oraal, subcutaan en intramusculair). Voor studenten verpleegkunde: BOL en HBO-V. 1 Inleiding In dit onderdeel beschrijven we de beroepsopdracht. Deze beroepsopdracht
Nadere informatieSW-B-K1-W3 (C) Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf
SW-B-K1-W3 (C) Versterkt de eigen kracht van de groep Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: 23185 Cohort: Geldig vanaf 01-08-2015 Colofon * Daar waar hij staat, wordt ook zij bedoeld en omgekeerd. * Waar cliënt
Nadere informatieBeroepsopdracht Beroepstaak B Helpende Beginner niveau
Beroepsopdracht Beroepstaak B Helpende Beginner niveau Toelichting: Deze beroepsopdracht is om te leren, vraag feedback met behulp van het feedbackformulier. NB. Beroepstaak B heeft 3 niveaus! Helpen waar
Nadere informatieGedragsindicatoren HBOV cohort
Competentie 1 (HBOV cohort 2010-2014 leerjaar 2) Om de last van ziekte, handicap of sterven te verlichten, verleent de hbo-verpleegkundige op een professioneel verantwoorde wijze verpleegkundige zorg op
Nadere informatieOpdracht 2: Oefen het afstemmen van de persoonlijke verzorging met naastbetrokkenen
VZ-B-K1-W4-C Biedt persoonlijke verzorging Verzorgende-IG-basisdeel kerntaak 1 werkproces 4 oefenopdracht C Je bent al behoorlijk vaardig in het ondersteunen bij de persoonlijke verzorging. Je hebt geoefend
Nadere informatieBewijsmap Vaardigheden/Verpleegtechnische handelingen
Scholen voor Zorg Kwalificatiedossier 2012 Exameneenheid 6 Bewijsmap Vaardigheden/Verpleegtechnische handelingen bestaat uit de volgende 3 delen die apart worden uitgereikt: Deel A: Basisvaardigheden Deel
Nadere informatieOpleiding Verzorgende IG PROEVE
Opleiding Verzorgende IG PROEVE Uitleg Albeda College Branche Gezondheidszorg Kwalificatieniveau 3 Cohort: 2015-2016 Crebocode: 95530 Februari 2015 Naam student: Proeve Cohort 2012-2013 verzorgende IG
Nadere informatieNaam student: OV nummer: Groep: Basiszorg. 1.5 (VZ) en cohort 2013
Handelingen behorende bij de Basiszorg van Fase 1 Behorende bij de ontwikkelingsgerichte BP 1.11 en 1.2 en kwalificerende BP 1.5 (VZ) en BP 1.4 (VP) Opleiding Verzorgende IG en MBO verpleegkunde, vanaf
Nadere informatieBody of Knowledge. Kwalificatiedossier Verpleegkundige mbo. Werkversie 0.1. 1/12 Verpleegkundige mbo v0.1
Body of Knowledge Kwalificatiedossier Verpleegkundige mbo Werkversie 0.1 1/12 Verpleegkundige mbo v0.1 Inhoud 1 Verpleegkundige MBO basis... 3 1.1 Menselijk functioneren... 3 1.2 Methodisch handelen...
Nadere informatieStandaard-actieplan stage 1 (PL1)
Standaard-actieplan stage 1 (PL1) Voorbereidingsfase: voorafgaand aan stage 1 Actie Oriëntatie op stage-instelling / achterhalen reistijd / bereikbaarheid Regelzaken: Mantouxtest, dienstkleding, sleutels
Nadere informatieOpdracht 1: Oefen het op- of bijstellen van het zorgplan
VZ-B1-K1-WP3-C Stelt (mede) het zorgplan op Verzorgende IG basisdeel kerntaak 1 werkproces 3 oefenopdracht C In deze opdracht ga je ter voorbereiding van het examen oefenen met het opstellen van het zorgplan.
Nadere informatieMZ-PBSD-B-K1-W3 (C) Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf
MZ-PBSD-B-K1-W3 (C) Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: 23181 Cohort: Geldig vanaf 01-08-2015 Colofon Daar waar zij staat, wordt ook hij bedoeld en omgekeerd.
Nadere informatieDe beroepsopdracht orale medicatietoediening. Voor studenten verpleegkunde: topklinische, BOL, HBO-V, AMV.
De beroepsopdracht orale medicatietoediening. Voor studenten verpleegkunde: topklinische, BOL, HBO-V, AMV. 1 Inleiding In dit onderdeel beschrijven we de beroepsopdracht, maar allereerst krijg je algemene
Nadere informatieHANDLEIDING Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen BOL-MZ, niveau 4
HANDLEIDING Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen BOL-MZ, niveau 4 Kerntaak 1: Opstellen van een begeleidingsplan Werkproces 1.1: Inventariseert hulpvragen van de cliënt Kerntaak 2: Bieden van ondersteunende,
Nadere informatieStandaard-actieplan stage 2 (PL2)
Standaard-actieplan stage 2 (PL2) Voorbereidingsfase: voorafgaand aan stage 2 Actie Oriëntatie op stage-instelling / achterhalen reistijd / bereikbaarheid Regelzaken: Mantouxtest, dienstkleding, sleutels
Nadere informatieJaar 1 Studiejaar 2015-2016
Jaar 1 Studiejaar 2015-2016 Handleiding Zorgstage MHVPOR04P1 Opleiding BMH Auteur: Caroline van Asten 2 Opleiding Bachelor medische Hulpverlening Vierjarige opleiding in het Nederlands Medisch hulpverleners
Nadere informatieOPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Gevorderd
OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT Uitvoeren van activiteiten met zorgvragers (Verpleeg- en verzorgingshuiszorg & thuiszorg) Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten Niveau
Nadere informatieVerantwoordingsdocument relatie editie 2017 Prove2Move combi-opleiding Verzorgende (IG) / medewerker Maatschappelijke Zorg
Verantwoordingsdocument relatie editie 2017 Prove2Move combi-opleiding Verzorgende (IG) / medewerker Maatschappelijke Zorg Uitstroomvariant Begeleider Gehandicaptenzorg Datum januari 2017 Versie 1.0 Noordhoff
Nadere informatieBeoordelen in het HBO
Beoordelen in het HBO Eef Nijhuis Saxion Joke van der Meer HAN RIZO 12 maart 2013 Competentiegericht leren Competenties bepalen de inhoud van leren en toetsen Leren en beoordeling zijn gericht op effectief
Nadere informatieOndersteunen bij persoonlijke basiszorg
Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Crebonummer 95530 en 95520 Opleiding Verzorgende IG Kwalificatieniveau 3 MBO Verpleegkundige Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL
Nadere informatieEindtermen voor de vervolgopleiding tot dialyse verpleegkundige
Eindtermen voor de vervolgopleiding tot dialyse verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot dialyse verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied van de dialyse
Nadere informatieEindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige
Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied
Nadere informatieEindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige
Eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied van de
Nadere informatieGedragsbeoordeling. Elke handeling wordt volgens de volgende criteria beoordeeld.
Examen 2, Deel 1. Verpleegtechnische vaardigheden bekwaam uitvoeren. Handleiding werkproces 1.3 Voert verpleegtechnische handelingen uit. Gedragsbeoordeling. Elke handeling wordt volgens de volgende criteria
Nadere informatieOpleiding Verzorgende IG PROEVE
Opleiding Verzorgende IG PROEVE Albeda College Branche Gezondheidszorg Kwalificatieniveau 3 Cohort: 2012 2013 Crebocode: 94830 en 95530 Naam student: Proeve Cohort 2012-2013 verzorgende IG Inhoudsopgave
Nadere informatieVerantwoordingsdocument betreffende relatie ZorgPad, editie 2017 en Prove2Move, mei 2016 Niveau 3 Verzorgende (IG)
Verantwoordingsdocument betreffende relatie ZorgPad, editie 2017 en Prove2Move, mei 2016 Niveau 3 Verzorgende (IG) Gebaseerd op: Prove2Move, mei 2016, ISBN 978-94-6224-115-2, Kwalificatiedossier Verzorgende-IG,
Nadere informatieHet aanbrengen van een condoomkatheter bij een incontinente zorgvrager
OPDRACHTFORMULIER Het aanbrengen van een condoomkatheter bij een incontinente zorgvrager Naam student: Datum: Voordat je gaat oefenen 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen
Nadere informatieHet participeren in een voortgangsgesprek van een stagiaire
1 1 1 1 1 1 0 1 0 0 Opdrachtformulier Het participeren in een voortgangsgesprek van een stagiaire Naam student: Datum: 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen.
Nadere informatieAmsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Jaar 3
Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde Stagegids Jaar 3 Stagegids Regulier Jaar 3, Blok 1 t/m 4 2013-2014 Amsterdam School of Health Professions Opleiding Verpleegkunde Tafelbergweg
Nadere informatieGezondheidsproblemen bespreekbaar maken
OPDRACHTFORMULIER Gezondheidsproblemen bespreekbaar maken Naam student: Datum: Opdracht Je voert een gesprek met een zorgvrager over een stoornis, beperking of handicap die je gesignaleerd hebt. Je voert
Nadere informatieMZ-PBSD-B-K1-W2 (C) Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf
MZ-PBSD-B-K1-W2 (C) Ondersteunt de cliënt bij persoonlijke verzorging Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: 23181 Cohort: Geldig vanaf 01-08-2015 Colofon Daar waar zij staat, wordt ook hij bedoeld en omgekeerd.
Nadere informatieBeoordelen met de 360 feedback-methode
Instituut voor Gezondheidszorg Beoordelen met de 360 feedback-methode Bij de 360 feedback-methode vraag je mensen uit je omgeving om je te beoordelen op verschillende aspecten. Dit gebeurt meestal door
Nadere informatieWoord vooraf 2 e druk
V Woord vooraf 2 e druk Verpleegkundig, zorgkundig en verzorgend Je zult merken dat in dit boek vaak het woord verpleegkundig gebruikt wordt. Dat is niet omdat verpleegkundig werk belangrijker zou zijn
Nadere informatieIn de praktijk wat kan, op school wat moet
Els Grijmans Docent verpleegkunde HVA Lynette Menting, Claudia Bronner Klinisch Verpleegkundig Opleider OLVG In de praktijk wat kan, op school wat moet Nieuw HBOV duaal curriculum HVA AMC OLVG Programma
Nadere informatieTOEGEPASTE PSYCHOLOGIE Praktijk 8 Deeltijd
TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE Praktijk 8 Deeltijd Titel vak: Praktijk 8 Kwartaal: 4 Voltijd/deeltijd: Deeltijd Studiejaar: 2 Datum versie: April 2013 ECTS: 5 Assessoren: Vakcoördinator: Caroline Zijlstra, Chris
Nadere informatieDe Haagse Hogeschool Faculteit voor gezondheid, voeding en sport. HBO-Verpleegkunde Voltijd/Deeltijd/Duaal Studiejaar: Jaar: 4
De Haagse Hogeschool Faculteit voor gezondheid, voeding en sport HBO-Verpleegkunde Voltijd/Deeltijd/Duaal Studiejaar: 216-21 Jaar: Afstudeerfase Onderdeel: Meesterproefgesprek Rol van zorgverlener, regisseur,
Nadere informatieZorgplan van een chronische zieke, een lichamelijk gehandicapte of revaliderende zorgvrager bespreken en vervolgens bijstellen
OPDRACHTFORMULIER Zorgplan van een chronische zieke, een lichamelijk gehandicapte of revaliderende zorgvrager bespreken en vervolgens bijstellen Naam student: Datum: 1 Lees het handelingsformulier van
Nadere informatie1Medicijnen toedienen
1Medicijnen toedienen Inleiding In de organisatie waar je werkt kan het voorkomen dat een zorgvrager voor een korte of langere periode medicijnen moet gebruiken. Voor de ene zorgvrager bepaalt het gebruik
Nadere informatieProducten overzicht van Antroz antroposofische ouderenzorg. ten behoeve van de woon-/zorglocaties. Huize Valckenbosch en het Leendert Meeshuis
Producten overzicht van Antroz antroposofische ouderenzorg ten behoeve van de woon-/zorglocaties Huize Valckenbosch en het Leendert Meeshuis Een overzicht van de in 2010 geldende zorgzwaarte- pakketten
Nadere informatieHandleiding Assessment Startbekwaamheid
Handleiding Assessment Startbekwaamheid Hoofdfase 3, ALO Opleiding Academie voor Lichamelijke Opvoeding Bachelor of Sport and Physical Education Domein Bewegen, Sport en Voeding Februari 2013 Inhoud Introductie
Nadere informatieBeroepsopdracht 3: Zorg voor de veiligheid en voorlichting geven
l Beroepsopdracht 3: Zorg voor de veiligheid en voorlichting geven Pagina 1 van16 Werkprocessen en competenties gericht op het verpleegplan 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan
Nadere informatieSTARTDOCUMENT MINORPERIODE
STARTDOCUMENT MINORPERIODE Basisdocument voor student, werk-/praktijkbegeleider en instellingsdocent Naam student: Studentnummer: Klas: SLC coach: Studiepunten: 9 Datum van inleveren: Minorperiode-instelling
Nadere informatieHulp bieden bij eten en drinken bij platligging of halfzittende houding
OPDRACHTFORMULIER Hulp bieden bij eten en drinken bij platligging of halfzittende houding Naam student: Datum: Voordat je gaat oefenen 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen
Nadere informatieScholingsaanbod vanaf 1 september 2014 t/m eind 2014
Scholingsaanbod vanaf 1 september 2014 t/m eind 2014 Basiscursus 1: Het bepalen van een bloedsuiker en het toedienen van insuline maandag 08 september van 09.00 12.00 maandag 24 november van 09.00 12.00
Nadere informatieOpleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3
Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Handleiding Voltijd Jaar 3 Studiejaar 2015-2016 Stage-opdrachten Tijdens stage 3 worden 4 stage-opdrachten gemaakt (waarvan opdracht 1 als toets voor de
Nadere informatie(Docentenhandleiding) Rollenspel
(Docentenhandleiding) Rollenspel Een rollenspel is als het ware een klein toneelstukje. In een rollenspel komen personages aan bod die bepaalde eigenschappen of een doel in het verhaal hebben. De bedoeling
Nadere informatieWondverzorging. Let op: het is belangrijk om precies deze schrijfwijze aan te houden, dus met tussenstreepjes.
M Wondverzorging Website In de oorspronkelijke uitgave van Wondverzorging was een cd-rom toegevoegd met aanvullend digitaal materiaal. Vanaf deze editie is echter al dit aanvullende materiaal vindbaar
Nadere informatieBeroepsopdracht / leermenu 5
Beroepsopdracht / leermenu 5 Basistechnische handelingen deel 1 Werkproces 1.3 Voert verpleegtechnische handelingen uit Competenties: K: vakdeskundigheid toepassen L: materialen en middelen inzetten T:
Nadere informatieBewijsmap Vaardigheden/Verpleegtechnische handelingen
Scholen voor Zorg Kwalificatiedossier 2012 Exameneenheid 6 Bewijsmap Vaardigheden/Verpleegtechnische handelingen bestaat uit de volgende 3 delen die apart worden uitgereikt: Deel A: Basisvaardigheden Deel
Nadere informatieBBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 5 Persoonlijke ontwikkeling Samenwerken
BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 5 Inleiding en leerdoelen Als verpleegkundige werk je niet alleen. Je hebt veel contact met anderen, onder andere collega s, patiënten en andere disciplines.
Nadere informatieALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL)
ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL) VOOR STUDENTEN EN BEOORDELAARS Datum: AUG 2015 Crebo 95 ALGEMENE INLEIDING Elke beroepstaak bestaat uit een aantal beroepsopdrachten dat de student
Nadere informatie2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3*
Competentiekaart verzorgende IG (de eisen ten aanzien van loopbaan en de burgerschapsdimensies zijn in de kaart verwerkt, behalve de politiek-juridische dimensie die geheel op school wordt behandeld) Competentiekaart
Nadere informatieVerantwoordingsdocument relatie editie 2017 Prove2Move combi-opleiding Verzorgende (IG) / medewerker Maatschappelijke Zorg
Verantwoordingsdocument relatie editie 2017 Prove2Move combi-opleiding Verzorgende (IG) / medewerker Maatschappelijke Zorg Uitstroomvariant Specifieke Doelgroepen Datum januari 2017 Versie 1.0 Noordhoff
Nadere informatieKeuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137
Keuzedeel mbo Zorg en technologie gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0137 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op: 26-11-2015
Nadere informatieEindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige
Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied intensive
Nadere informatieMZ-PBSD-B-K1-W4 (C) Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf
MZ-PBSD-B-K1-W4 (C) Ondersteunt de cliënt bij de dagbesteding Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: 23181 Cohort: Geldig vanaf 01-08-2015 Colofon Daar waar zij staat, wordt ook hij bedoeld en omgekeerd. Waar
Nadere informatieVerzorgende-IG basisdeel kerntaak 1 werkproces 5 oefenopdracht C
VZ-B-K1-W5-C Voert verpleegtechnische handelingen uit Verzorgende-IG basisdeel kerntaak 1 werkproces 5 oefenopdracht C Bij voorbehouden handelingen geldt dat je bevoegd en bekwaam moet zijn om deze te
Nadere informatieVerzorgende-IG basisdeel kerntaak 1 werkproces 6 oefenopdracht A
Verzorgende-IG basisdeel kerntaak 1 werkproces 6 oefenopdracht A De opvattingen over hoe goede zorg eruit ziet, zijn aan het veranderen: zelfredzaamheid en eigen regie van zorgvragers worden steeds belangrijker,
Nadere informatieFoto: halfpoint. 123rf.com. methodisch werken
1 Foto: halfpoint. 123rf.com methodisch werken Methodisch werken 1 Als zorgprofessional doe je nooit zomaar iets. Je werkt volgens bepaalde methodes en procedures. In dit hoofdstuk leer je wat methodisch
Nadere informatieKerntaak 1 Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning
STER opdracht ADL Als je in zorg of welzijn werkt, krijg je veel te maken met zorgvragers die ondersteunt moeten worden in hun persoonlijke verzorging/adl. In de eerste 10 weken van je opleiding heb je
Nadere informatieHet voeren van ontwikkelingsgerichte begeleidings- en beoordelingsgesprekken GWOO
Het voeren van ontwikkelingsgerichte begeleidings- en beoordelingsgesprekken GWOO Inleiding Tijdens de BPV-periode heeft de deelnemer recht op gesprekken. Afhankelijk van de duur van de opleiding zal de
Nadere informatieOPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Startbekwaam
OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT Uitvoeren van groepsactiviteiten met zorgvragers (Verpleeg- en verzorgingshuiszorg & thuiszorg) Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten
Nadere informatieZorgzwaartepakket- en productenoverzicht. Stichting Antroz. Woonzorglocaties Huize Valckenbosch en Leendert Meeshuis
Zorgzwaartepakket- en productenoverzicht Stichting Antroz Woonzorglocaties Huize Valckenbosch en Leendert Meeshuis Een overzicht van de in 2012 geldende zorgzwaartepakketten en de vertaling ervan in standaard
Nadere informatieKeuzedeel mbo. Triage. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0289
Keuzedeel mbo Triage gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0289 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op: 26-11-2016 2 van
Nadere informatie2.3 Wanneer ben je een goede werkbegeleider? Methodisch werken als werkbegeleider 18
15 De werkbegeleider Samenvatting De werkbegeleider heeft een belangrijke rol binnen zorg- en welzijnsorganisaties. Zij helpt de student zich het vak eigen te maken en leert tegelijkertijd zelf hoe zij
Nadere informatieHandleiding VTV BBL-CombiCare Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg
Handleiding VTV BBL-CombiCare Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg KD Maatschappelijke Zorg 1.1: Inventariseert hulpvragen van de cliënt 3.3: Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen KD Verzorgende-IG
Nadere informatieEindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige
Eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied kinderverpleegkundige
Nadere informatieDit project is gefinancierd door de steun van de Europese Commissie. Deze mededeling weerspiegelt alleen de mening van de auteur en de Europese
Dit project is gefinancierd door de steun van de Europese Commissie. Deze mededeling weerspiegelt alleen de mening van de auteur en de Europese Commissie en de Europese Commissie kan niet aansprakelijk
Nadere informatieZelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W
Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W 1 Naam student: Studentnummer: Datum: Naam leercoach: Inleiding Voor jou ligt het meetinstrument ondernemende houding. Met dit meetinstrument
Nadere informatieDeskundigheidsniveau medewerkers
Deskundigheidsniveau medewerkers Zorgtaken per deskundigheidsniveau Inleiding Dit document beschrijft de aard van de zorg die helpenden, verzorgenden en verpleegkundigen bieden in zorgsituaties variërend
Nadere informatieFORMULIER TUSSENEVALUATIE STAGE 4 In te vullen door de werkbegeleider
FORMULIER TUSSENEVALUATIE STAGE 4 In te vullen door de werkbegeleider Stagiaire: Groep : Periode: Instelling: Adres: Afdeling: Verzuim: dagen Docentbegeleider: Werkbegeleider: In de tussenevaluatie is
Nadere informatieALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT. voor. Studenten en Beoordelaars
ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT voor Studenten en Beoordelaars KD 2012 Albeda College Branche Gezondheidszorg 2 ALGEMENE INLEIDING Elke beroepstaak bestaat uit een aantal beroepsopdrachten die
Nadere informatieJe oefent deze vaardigheid in het praktijklokaal aan de hand van het handelingsformulier Voorlichting geven.
OPDRACHTFORMULIER Voorlichting geven Naam student: Datum: Opdracht Je geeft voorlichting aan een of meer zorgvragers. Voordat je gaat oefenen Je oefent deze vaardigheid in het praktijklokaal aan de hand
Nadere informatie