12 Hoogbegaafde kinderen
|
|
- Cornelia van der Horst
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 11 stemstoornissen Hoogbegaafde kinderen E.J. van Houten-van den Bosch, J. Kuipers en W.A.M. Peters Inleiding Toen Lynn op de peuterspeelzaal zat, waren de leiders enthousiast over wat ze al kon: puzzels van 24 stukjes met 2,5 jaar en echte gesprekken met 3 jaar. Ze tekende toen ook al heel gedetailleerd. Ze leerde lezen in groep 1. Nu zit Lynn in groep 4. Zij heeft het moeilijk op school, let niet op en presteert matig. Haar schriften zijn erg slordig. Volgens de ouders is Lynn (hoog)begaafd, maar juf twijfelt. Lynn weet alles te vertellen over een door een klasgenootje meegebracht kompas. Bij een verhaal van juf over haar vakantie in Rome zit zij op het puntje van haar stoel en stelt veel vragen. De tafel van 4 lukt echter niet en Lynn maakt veel spelfouten. Zij werkt traag, kijkt om zich heen, loopt door de klas en haar motivatie wordt steeds minder. Lynn krijgt extra ondersteuning, maar haar prestaties gaan verder achteruit. Van een eventuele hoge begaafdheid is niets meer te zien. Lucito (1963) omschreef hoogbegaafden al als degenen die in de toekomst problemen zullen oplossen, vernieuwingen zullen doorvoeren en de cultuur verrijken. Er zijn voldoende voorbeelden beschikbaar van hoogbegaafden die bijzondere prestaties leveren, zoals het twaalfjarige meisje dat tot de Rotterdamse universiteit werd toegelaten, nadat zij de middelbare school in een jaar had doorlopen (Van Houten-van den Bosch, 2005). Het grote vermogen van hoogbegaafden om problemen op te lossen, intellectuele leergierigheid, betrokkenheid bij morele vraagstukken, gevoel voor humor en eigen effectiviteit zijn positieve factoren die aan veerkracht bijdragen (Neihart, 2002).
2 224 spraak, taal en leren Hoogbegaafdheid hoeft geen probleem te zijn, maar het is wel een risicosituatie. Door gebrek aan uitdaging in de leersituatie en soms beperkte sociale aansluiting bij leeftijdgenoten kunnen hoogbegaafde kinderen zich al jong ongelukkig en geïsoleerd gaan voelen en gaan onderpresteren. Hoogbegaafdheid Het is belangrijk een onderscheid te maken tussen een hoge intelligentie en hoogbegaafdheid. Kinderen met een I Q hoger dan 130 worden hoogintelligent genoemd. Het gemiddelde I Q is 100 met een standaarddeviatie van 15. Dit getal geeft de relatieve intelligentiepositie aan van een persoon ten opzichte van anderen. Bij hoogbegaafdheid komt er nog iets bij. Behalve een I Q hoger dan 130 beschikken deze kinderen over motivatie en creativiteit (Renzulli in Gagné, 2004b). Volgens Minnaert (2005) zijn deskundigen het niet eens over motivatie als kenmerk van hoogbegaafdheid. Hoogbegaafde kinderen kunnen in bepaalde situaties zeer geconcentreerd en taakgericht zijn, terwijl ze in andere gevallen snel afgeleid en taakvermijdend zijn. Daarom is doorzettingsvermogen wellicht een betere term dan motivatie. Het tot uiting komen van de begaafdheid wordt door de omstandigheden (gezin, school, leeftijdgenoten) beïnvloed. De veertien meest genoemde eigenschappen van hoogbegaafde leerlingen zijn (Hulsbeek, Steenbergen-Penterman & Bronkhorst, 2001): 1 IQ boven 130; 2 snelle vroege ontwikkeling; 3 uitblinken op verschillende gebieden; 4 goed kunnen leren; 5 verbanden leggen; 6 problemen analyseren; 7 grote denksprongen maken; 8 concentreren; 9 voorkeur voor abstractie; 10 grote zelfstandigheid; 11 motivatie sterk bepalend voor interesse; 12 creativiteit; 13 perfectionisme; 14 apart gevoel voor humor.
3 12 hoogbegaafde kinderen 225 Bij kinderen tot 4 jaar wordt in verband met de meetbaarheid en veranderlijkheid van de intelligentie op jonge leeftijd, niet gesproken over hoogbegaafdheid maar over een ontwikkelingsvoorsprong. Hoogbegaafdheid als risicosituatie Hoewel de kans dat hoogbegaafde leerlingen door hun specifieke eigenschappen bijzondere prestaties leveren groot is (Nelissen & Span, 2000), is bij sommige leerlingen de hoogbegaafdheid juist een risicosituatie als die niet tijdig gesignaleerd en adequaat begeleid wordt. Hoogbegaafde kinderen wijken qua intelligentie sterk af van de gemiddelde leerling en worden vaak gezien als anders dan anderen. De meest voorkomende problemen zijn onderpresteren, verveling, perfectionisme (inclusief faalangst), onzekerheid, hyperactiviteit en psychosociale problemen zoals gepest worden op school, eenzaamheid, overgevoeligheid en een zwakke sociaalemotionele ontwikkeling (Van Zanten, 1999). Deze verschijnselen kunnen op verschillende manieren met elkaar samenhangen. Hoogbegaafde leerlingen ervaren de reguliere reken- en taaltaken meestal niet als aantrekkelijk, nuttig en uitdagend, waardoor (in aanleg aanwezige) inzet en motivatie dalen (Wijnekus, 2001). Doordat (hoog)begaafde kinderen een hekel hebben aan oefening en ook zonder inspanning voldoendes halen, bestaat de kans dat ze niet leren dat discipline, fouten maken en doorzetten horen bij het leerproces. Ze moeten steeds vaker wel hun best doen voor leertaken en halen af en toe een onvoldoende, waardoor ze gaan denken dat ze niet zo slim zijn. Hoogbegaafde leerlingen stellen vaak hoge eisen aan zichzelf (perfectionisme), waaraan ze lang niet altijd kunnen voldoen (bijvoorbeeld foutloos werken). Zo kunnen faalangst en vermijdingsgedrag ontstaan. Sommigen verliezen de grote lijn uit het oog doordat ze overdreven veel tijd en aandacht aan schoolwerk besteden. Deze mechanismen kunnen leiden tot onderpresteren (Peters, Grager-Loidl & Supplee, 2000) en op de langere termijn tot veelvuldig zittenblijven, schoolweigering, spijbelen, veel schoolwisselingen en zonder diploma van school gaan. De sociale aanpassing verloopt soms moeizaam door verschillen in taalgebruik, gevoel voor humor en vriendschapsopvattingen, maar
4 226 spraak, taal en leren ook door jaloezie van medeleerlingen. Dit kan leiden tot pesten en soms tot een sociaal isolement. Lichamelijke klachten (eetstoornissen, hoofdpijn), teruggetrokken gedrag, depressies en zelfs zelfmoord kunnen het gevolg zijn. Een andere risicofactor wordt gevormd door de didactiek, de inhoud van onderwijsmethoden en de houding van de leerkracht. Het onderwijs richt zich vooral op gemiddelde en zwakke leerlingen en niet op de heel pientere. De meestal gebezigde manier van lesgeven, namelijk die van uitleggen, voordoen en nadoen, is niet de meest geschikte methode voor begaafde leerlingen. Voor hen is een meer uitdagende, meer zelfstandigheid vragende didactiek gewenst. Differentiaaldiagnose Hoogbegaafdheid kan worden onderscheiden van een hoge intelligentie en van bepaalde gedragsproblemen. Volgens Irvine (2000) zouden hoog intelligente (maar niet hoogbegaafde) leerlingen bijvoorbeeld sneller en gemakkelijker leren dan gemiddeld intelligente leerlingen, maar wel op dezelfde manier, terwijl hoog begaafde leerlingen anders leren. Hoogintelligente leerlingen begrijpen ideeën van anderen snel en kennen veel antwoorden; hoogbegaafde leerlingen ontwikkelen zelf ideeën en stellen zelf de vragen. Leerlingen met een hoge intelligentie passen zich aan aan school, terwijl hun hoogbegaafde klasgenoten eigengereid zijn. Hoogintelligente leerlingen conformeren zich aan de volgorde waarin schoolboeken zijn samengesteld en houden van schools leren, terwijl hoogbegaafde leerlingen meer gebaat zijn bij probleemgestuurd en informeel leren. Daardoor leren hoogintelligente leerlingen wel leren en hoogbegaafde leerlingen vaak niet. Door deze verschillen hebben de meeste (hoog)intelligente leerlingen een gemakkelijke schoolloopbaan, terwijl hoogbegaafden problemen kunnen ondervinden. Uit onbekendheid van leerkrachten met de genoemde verschillen komt het vooroordeel voort dat hoogbegaafde leerlingen er vanzelf wel komen. Net als ADHD ers zijn hoogbegaafde kinderen vaak erg actief en maken ze ruzie met leerlingen en leerkrachten. Soms vertonen ze agressief gedrag. Agressie bij hoogbegaafde kinderen staat niet op zichzelf, maar is een gevolg van problemen die samenhangen met hoogbegaafdheid.
5 12 hoogbegaafde kinderen 227 Sommige hoogbegaafde kinderen lijken een autismespectrumstoornis (ASS ) te hebben, omdat ze zich in sociaal opzicht moeilijk aanpassen en weinig flexibel lijken. Wanneer er echter nader op ingegaan wordt, blijkt dat hoogbegaafde kinderen vaak juist een zeer goed sociaal inzicht hebben. In voor het kind meer geschikte situaties verdwijnt dergelijk probleemgedrag vaak geheel. Soms gaat hoogbegaafdheid ook wel samen met ADHD of ASS. Vóórkomen Hoeveel procent van de mensen hoogbegaafd is, hangt af van de omschrijving van hoogbegaafdheid. Wanneer intelligentie inderdaad volgens de normaalverdeling over de bevolking verspreid zou zijn, is 2,5% van de bevolking hoogintelligent ( IQ > 130). Het is onbekend hoeveel van deze mensen ook creativiteit en doorzettingsvermogen bezitten en dus volgens de meest gebruikte definitie hoogbegaafd genoemd mogen worden. Omdat de IQ -score echter geen onveranderlijk en exact gegeven is, kunnen ook mensen met een IQ iets lager dan 130, maar met creativiteit en doorzettingsvermogen, hoogbegaafd genoemd worden. De vraag hoeveel hoogbegaafden problemen krijgen, is nog moeilijker te beantwoorden. Guldemond et al. (2003) hebben geen aanwijzingen dat hoogbegaafde leerlingen meer problemen hebben dan gemiddeld tot bovengemiddeld intelligente leerlingen. Omdat slechts van een klein deel van de kinderen de hoogbegaafdheid bekend is en in verband gebracht is met een probleem is er geen empirisch ondersteunde schatting van het percentage hoogbegaafden met problemen te geven. Psychosociale aspecten Webb (1993) maakt bij zijn beschrijving van de gevolgen van hoogbegaafdheid voor het individu onderscheid tussen endogene en exogene factoren. Endogene problematiek wordt veroorzaakt door de hoogbegaafdheid zelf en is daardoor moeilijk te beïnvloeden. Er is sprake van interne dissynchronie of asynchrone ontwikkeling als de ontwikkeling in verschillende domeinen niet gelijk op gaat. Sommige kinderen kunnen sneller denken dan schrijven. Het schrijven wordt dan zo veel mogelijk ontweken, wordt dus niet ge-
6 228 spraak, taal en leren traind en blijft zwak. Een kind dat niet (perfect) kan tekenen wat het zich voorstelt, raakt teleurgesteld, oefent het tekenen niet meer en bewijst zichzelf dat het niet kan tekenen. Iedereen kent dit fenomeen, maar bij begaafde kinderen is de spanning veel groter. Perfectionisme leidt bij veel hoogbegaafde kinderen zo tot faalangst. Het is een aantrekkelijke gedachte om veel capaciteiten te hebben op verschillende gebieden (multipotentialiteit). Voor jonge kinderen is het normaal dat ze de wereld ontdekken door met steeds wisselende onderwerpen bezig te zijn. Van wat oudere kinderen wordt verwacht dat ze kiezen voor een opleiding of beroep. De keuze voor één optie is echter meteen een keuze tegen een aantal andere. Als de negatieve keuzes overheersen, kan een gevoel van ontevredenheid en gemiste kansen ontstaan en zelfs een existentiële depressie. Doordat hoogbegaafde jonge kinderen zaken rationeel kunnen doorgronden die zij emotioneel nog niet zo kunnen verwerken als volwassenen, kunnen er levensvragen in hen opkomen waarop zij maar moeilijk antwoord krijgen. Exogene factoren zijn het gevolg van onbegrip tussen kind en sociale omgeving: school, gezin en leeftijdgenoten. Het onderwijsaanbod sluit veelal niet adequaat aan op de behoeften van hoogbegaafde kinderen. Volgens Stevens (2002) is het onderwijs een systeem waarin verwacht wordt dat alle leerlingen in dezelfde tijd, in dezelfde ruimte, dezelfde leerstof kunnen doorlopen om uiteindelijk dezelfde minimumprestatie te halen. 15% van de leerlingen spant zich nauwelijks in en behaalt toch een goed resultaat, met soms als gevolg demotivatie en weerzin tegen leren. Hoewel in het onderwijs veel waarde wordt gehecht aan individuele ontplooiing, zijn de mogelijkheden om dat te realiseren beperkt. Budgetten zijn onvoldoende om elk kind een ononderbroken ontwikkelingsproces en individuele begeleiding die is afgestemd op de behoeften van de leerling (artikel 8, Wet op het primair onderwijs, 1981) te bieden. Bovendien blijkt er in de dagelijkse omgang met kinderen en jongeren nog niet overal voldoende flexibiliteit te bestaan bij het hanteren van de regels en gewoonten die van toepassing zijn op de betreffende leeftijdsgroep. Wanneer kinderen ervaren dat ze niet in staat zijn iets te veranderen aan een minder prettige situatie, kunnen aangeleerde hulpeloosheid en onverschilligheid ontstaan. Voor ouders is het niet eenvoudig een hoogbegaafd kind op te voeden, met name wanneer er meer kinderen in het gezin zijn, die allemaal specifieke aandacht nodig hebben. De omgeving reageert
7 12 hoogbegaafde kinderen 229 nogal eens negatief wanneer een of meer kinderen in het gezin hoogbegaafd blijken te zijn. Ook is het moeilijk om kinderen op te voeden die niet voldoen aan de verwachtingen van de samenleving. Ouders voelen zich vaak niet serieus genomen door de school als ze iets over hun hoogbegaafde kind willen afspreken. Veel leerkrachten hebben nog weinig kennis en professionaliteit als het gaat om hoogbegaafdheid (Hoekstra, 2004). Soms denken ouders ten onrechte dat hun kind hoogbegaafd is. Zij schrijven bijvoorbeeld wegdromen in de klas toe aan hoogbegaafdheid, terwijl uit een intelligentietest blijkt dat daar geen sprake van is. Voor hoogbegaafde kinderen is het belangrijk dat ze leren sociale contacten te leggen en te onderhouden. Dit kan ook met oudere kinderen, als er maar wederkerigheid in de relatie is. Omdat hoogbegaafde kinderen snel zijn met hun ideeën, trekken zij nogal eens het initiatief naar zich toe, maar dat accepteren andere kinderen niet altijd. Als het hoogbegaafde kind de dan ontstane wrijvingen op een tactische manier aanpakt, kan hij leider van een groep worden. Indien het kind niet de sociale handigheid bezit, kan hij bazig overkomen en liggen conflicten op de loer. Door miscommunicatie tussen kind en omgeving kan een gevoel van isolement en eenzaamheid ontstaan dat de vraag naar de betekenis van het leven actueel maakt. Wanneer dit niet goed wordt opgevangen, kan dit leiden tot ernstige depressieve klachten. Achtergronden en mogelijke oorzaken Modellen en visies Renzulli (1979) beschreef dat een kind hoogbegaafd is als het een hoog IQ, creativiteit en motivatie heeft. Mönks maakte hiervan het zogenaamde triadisch interdependentiemodel : de door Renzulli genoemde kenmerken kunnen door positieve invloed van gezin, school en vrienden tot een harmonieuze ontwikkeling komen (Mönks & Ypenburg, 1995). Er kunnen ook problemen voortkomen uit de hoogbegaafdheid zelf of door invloeden van deze drie factoren (Gagné, 2004a). Gagné kent een centrale plaats toe aan het ontwikkelingsproces van informeel en formeel leren en oefenen. In het model van Heller en Hany (Ziegler & Heller, 2000) worden begaafdheidsfactoren (bijvoorbeeld creativiteit) gecombineerd met
8 230 spraak, taal en leren niet-cognitieve persoonlijkheidsfactoren (bijvoorbeeld stressbestendigheid) en omgevingskenmerken (bijvoorbeeld klassenklimaat). Deze drie groepen factoren leiden tot prestaties van verschillende kwaliteit op verschillende gebieden (bijvoorbeeld techniek). Clark (1997) onderscheidt vier soorten intelligentie: de cognitieve, de affectieve, de fysiek-zintuiglijke en de intuïtieve intelligentie. De hoogbegaafde uitingsvormen van deze intelligenties kunnen leiden tot problemen. Een kind met een taalontwikkeling op hoog niveau (cognitieve intelligentie) kan door goed taalbegrip en een grote woordenschat door zijn leeftijdgenootjes worden gezien als eigenwijs en een opschepper. Een kind met een grote bekwaamheid om sociale problemen waar te nemen (affectieve intelligentie), dat zich bewust is van maatschappelijke problemen, wordt daarin door de rest van de groep soms niet serieus genomen. Een kind dat geniet van filosofische gesprekken en belangstelling heeft voor intuïtief weten (intuïtieve intelligentie), wordt algauw bestempeld als wereldvreemd. Een kind met een ongewoon groot zintuiglijk bewustzijn (fysiek-zintuiglijke intelligentie) is erg gevoelig voor prikkels, ziet en hoort meer en heeft veel last van onrust in de klas. In tegenstelling tot bovengenoemde auteurs vinden Nelissen en Span (2000) dat hoogbegaafden per definitie goed presteren. Zij die niet goed presteren, worden volgens deze redenering niet erkend als hoogbegaafd, krijgen geen passende begeleiding en lopen daardoor onnodig risico problemen te ontwikkelen. De Groot (in Span et al., 2001) stelde al in 1972 dat ongeveer 80% van de totale variantie in intelligent gedrag aan genetische aanleg moet worden toegeschreven, maar deze stelling maakte verhitte discussies los. Plomin (in Müller, 2002) geeft aan dat de invloed van de genen op de intelligentie ongeveer even groot is als de invloed van de omgeving. Span et al. (2001) geven echter aan dat de effecten van genen en omgeving met elkaar vervlochten zijn. Diagnose Het is moeilijk om alle hoogbegaafde leerlingen op tijd te signaleren. Van de aspecten van hoogbegaafdheid: IQ boven 130, creativiteit en doorzettingsvermogen, kan alleen het IQ getest worden. Creativiteit is niet valide te testen. Bij sommige hoogbegaafde kin-
9 12 hoogbegaafde kinderen 231 deren kan doorzettingsvermogen op school blijken, maar bij andere kinderen is daar op school niets van te merken, in tegenstelling tot thuis. Met behulp van een kenmerkenlijst (bijvoorbeeld Müller, 2002) kan een ontwikkelingsvoorsprong herkend worden bij kinderen tot 6 jaar. Het is dan echter nog niet zeker dat het kind later hoogbegaafd zal zijn. Voor kinderen vanaf 4 jaar bestaan instrumenten die afgenomen kunnen worden voor het diagnosticeren van hoogbegaafdheid (bijvoorbeeld De Bruin-de Boer & Kuipers, 2004). Wanneer een leerling daaruit als voorlijk of hoogbegaafd naar voren komt, kunnen ouders en leerkrachten informatie inwinnen over de juiste manier van omgaan met het kind. Bij mogelijke problemen wordt specialistisch pedagogisch-didactisch en psychologisch onderzoek aangeraden. Interventie Psychologische ondersteuning wordt aan hoogbegaafde kinderen vooral gegeven om de affectregulatie te verbeteren, hun emotionele ontwikkeling in goede banen te leiden, de kans op schoolsucces te verbeteren, perfectionisme en onderpresteren tegen te gaan, en emotionele en gedragsproblemen te voorkomen (Neihart, Reis, Robinson & Moon, 2002). Het risk and resilience -model (risico en veerkracht) biedt goede aanknopingspunten voor behandeling. Dit omdat hoogbegaafdheid weliswaar als risicofactor gezien kan worden, maar tegelijkertijd ook factoren kent die de veerkracht vergroten en daarmee bijdragen aan een goede ontwikkeling. Begeleiding van hoogbegaafde kinderen moet zich richten op het verminderen van het risico van onaangepastheid en het versterken van factoren die positieve resultaten waarschijnlijk maken. Begeleiding Een kleuter met een ontwikkelingsvoorsprong komt met een gezonde portie nieuwsgierigheid op school. Het is van belang dat deze houding blijft bestaan. Kinderen zouden moeten opgroeien in een cultuur waarin hard werken en hoge prestaties gewaardeerd worden. Kinderen zullen goede prestaties laten zien wanneer ze
10 232 spraak, taal en leren daartoe mogelijkheden en voorzieningen krijgen. Een rijke leeromgeving houdt dan ook in: uitdagende onderwijsmaterialen en passende begeleiding en aanmoediging (Lahpor-Pluymakers & Span, 2001). Enthousiasme en motivatie van het kind worden onderdrukt als het accent van de school ligt op aanpassing door het kind (Webb, Meckstroth & Tolan, 2000), met demotivatie, verveling, luiheid en onderpresteren als gevolg. Begeleiding van (hoog)begaafde kinderen betekent inspelen op individuele verschillen, ook al heeft de leerkracht te maken met het welbevinden van een hele groep. Voor veel (hoog)begaafde leerlingen zijn de hierna beschreven onderwijsinhoudelijke, pedagogische en organisatorische aanpassingen voldoende voor een gezonde en uitdagende leerontwikkeling. compacting en verrijking Compacting betekent schrappen van onnodige oefenstof en beperking van de instructie. Verrijking houdt in aanbod van leerstof met een meerwaarde vergeleken met de reguliere stof. Verrijkingstaken dagen de begaafde leerlingen uit om de grenzen van hun kunnen te ontdekken, om te ervaren wat het betekent om op de tenen te lopen (Lahpor-Pluymakers & Span, 2001). Het basisonderwijs kent twee typen verrijkingsstof. Verdiepingsstof is gerelateerd aan de schoolse vakken. Verbredingsstof sluit aan bij de intrinsieke motivatie van de kinderen (Drent, 2000). In het voortgezet onderwijs kunnen (sinds de invoering van het studiehuis) binnen de vakgebieden zelfsturende activiteiten ontplooid worden. In het Nieuwe Leren staan het zelf construeren van kennis en het verwerven van vaardigheden centraal. Zelfsturende activiteiten vormen een belangrijke interventie voor (hoog)begaafde kinderen (Lahpor-Pluymakers & Span, 2001). De waarde ervan schuilt vooral in de bewustwording van het eigen leren en in de sturing van het proces (metacognitie). Leren leren is immers bewust gebruik leren maken van leerstrategieën (Janson, 2005). Bij zelfsturing worden leerlingen uitgedaagd tot reflectie op het eigen werk. Doordat de leerkracht de juiste vragen stelt, leert de leerling systematisch nadenken. Bij verbreding is de leerling producent van zijn eigen leerstof en leerontwikkeling. De leerkracht is hier coach, stimulator en bewaker van het proces.
11 12 hoogbegaafde kinderen 233 In het Schoolwide Enrichment Model (Renzulli & Reis, 1985), dat in Nederland in een aantal scholen voor voortgezet onderwijs wordt toegepast, werkt de leerling in de reguliere lestijden buiten de klas, maar in de school, aan een eigen project (verbreding en verdieping). De leerling is zelf verantwoordelijk voor afsluiting met een voldoende resultaat van zowel de reguliere leerstof als het project. Zelfsturing is ook hier een belangrijk ingrediënt, naast de begeleiding door een van de docenten die speciaal toeziet op de voortgang van het verbredingsproject. goede interactie leerkracht-leerling Succesvol onderwijs, en zeker succesvol (hoog)begaafd functioneren, is een gevolg van zowel een goede inhoud als een goede interactie tussen kind en omgeving (andere kinderen en leerkracht). (Hoog)begaafde kinderen leren anders leren en denken en hebben daardoor in een school die gericht is op gemiddelde en zwakke leerlingen minder aansprekende herkenningspunten. Een les, een gebeurtenis of een situatie in de klas, die alle kinderen leuk vinden, ervaart een hoogbegaafd kind soms juist als vervelend of saai. Het (hoog)begaafde kind kan dan aan zichzelf gaan twijfelen. In een succesvolle interactie tussen leerkracht en leerling is sprake van wederzijdse beïnvloeding. De leerkracht dringt zijn werkwijze niet op, volgt de denkwegen en -sprongen van de leerling, maakt ruimte voor de eigen vondsten van de leerling, prikkelt om na te denken en moedigt vooral het kind aan tot meedenken en meebeslissen. De leerkracht toont belangstelling voor de taakbeleving van het kind, geeft het kind voldoende ruimte om te reageren en biedt het kind uitzicht op succes. Omdat het contact met de klasgenoten vaak niet vanzelf goed verloopt, is het nodig om hier gericht aandacht voor te hebben. De maatregelen ter stimulering van het onderlinge contact zijn bijvoorbeeld variëren met de samenstelling van de groep en de individuele kenmerken van de betrokken leerlingen. plusklas en kangoeroeklas Een plusklas is een groeperingsvorm die steeds meer wordt toegepast in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs. Een belangrijk doel is het bevorderen van sociale contacten tussen (hoog)begaafde
12 234 spraak, taal en leren kinderen onderling en het uitvoeren van verbredingsactiviteiten. Middelen, ruimte, professionele begeleiding en gemotiveerde leerlingen lijken de belangrijkste ingrediënten voor optimalisering van de plusklas, naast tijd, acceptatie, regelmatig evalueren, een concreet beleid en draagkracht binnen een team (De Jong-Van der Neut, 2003). In het voortgezet onderwijs is ervaring opgedaan met vwo-plusprogramma s, waaronder tweetalig onderwijs. In Vlaanderen bestaan er de k-klassen of kangoeroeklassen. Dit zijn klassen waar hoogbegaafde leerlingen vanuit verschillende klassen enkele uren per week samen aan projecten kunnen werken (Kieboom, 2003). Ook kan er gewerkt worden aan sociale vaardigheden (met ontwikkelingsgelijken) of kan er gefilosofeerd worden. Hoogbegaafde leerlingen leren zich inspannen, ze leren te falen en er is een gezond competitie-element. Voor sommige kinderen is een dergelijke onderwijsaanpassing onvoldoende voor een optimale ontwikkeling. Deze leerlingen zijn er het meest bij gebaat om, naast de eerdergenoemde maatregelen, óók te versnellen (Hoogeveen, Van Hell & Verhoeven, 2003). Dat betekent dat de leerling eerder dan gebruikelijk naar een volgende groep gaat. Er zijn drie manieren om vervroegde doorstroming te realiseren: een groep overslaan, tempodifferentiatie en twee leerstofjaren in één jaar (Drent & Van Gerven, 2002). Specifieke hulp Bij Lynn (zie gevalsbeschrijving aan het begin van dit hoofdstuk) kan een ernstige vorm van onderpresteren worden vastgesteld. Zij heeft weerzin tegen het leren op school ontwikkeld en is ontmoedigd geraakt door de druk van de leerkracht. De zo ontstane negatieve leerhouding vereist een zorgvuldige begeleiding. Voor dit soort kinderen is een gerichte aanpak aan te raden. Daarin kunnen de probleemdiagnose, het doel van de aanpak en de methode geëxpliciteerd worden. Op scholen zijn dergelijke specialistische handelingsplannen nog niet altijd voorhanden (Van Gerven, 2005). Soms is externe expertise van een schoolbegeleidingsdienst/centrum voor leerlingbegeleiding of van een deskundige op het gebied van hoogbegaafdheid nodig.
13 12 hoogbegaafde kinderen 235 Prognose We kunnen ervan uitgaan dat 2,5% van de bevolking hoogbegaafd is, maar we weten niet precies om wie dat gaat. Er zijn hoogbegaafde leerlingen die zich volledig ontplooien en een goede maatschappelijke positie verwerven, maar niet iedereen met een goede maatschappelijke positie is hoogbegaafd. En degenen die goed terechtkomen, kunnen best vroeger problemen hebben gehad. Ook zijn er hoogbegaafde leerlingen die niet goed terechtkomen. Dat zouden de leerlingen kunnen zijn die problemen hadden op school, maar ze kunnen ook later vastgelopen zijn. Omdat we van de meeste mensen niet weten wie er hoogbegaafd is en bij wie en welke eventuele problemen samenhangen met hoogbegaafdheid, kan ook niet aangegeven worden hoe de hoogbegaafde leerlingen van nu, met of zonder problemen, terechtkomen. Preventie Het risico bestaat dat hoogbegaafde kinderen vroeg of laat in de problemen komen, zoals boven beschreven, of niet komen tot de goede prestaties waartoe ze in staat zijn. Daarom is het belangrijk dat school en ouders op de juiste manier omgaan met hoogbegaafde kinderen. Het idee groeit dat aangepast onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen geen luxe maar noodzaak is. Voor hoogbegaafde leerlingen is een onderwijsomgeving adequaat als ze een katalysator vormt voor het tot uiting komen van hun mogelijkheden (Hoogeveen, Van Hell, Mooij & Verhoeven, 2004). Er bestaat geen universele onderwijsaanpassing die dit kan bieden voor iedere hoogbegaafde leerling en gedurende de hele schooltijd. Er zal daarom per leerling gezocht moeten worden naar de meest geschikte aanpassingen, waardoor de situatie voor de hoogbegaafde leerlingen sterk verbetert. De emotionele en cognitieve ontwikkeling van alle leerlingen behoort tot de kerntaken van het onderwijs. Scholen zouden moeten streven naar voldoende kennis over (hoog)begaafdheid en naar het gebruik van signalerings- en diagnosticeringsinstrumenten voor vroegtijdige onderkenning ervan. Voorts kunnen compacting en verrijking systematisch aangeboden worden, inclusief feedback en beoordeling. Ter voorkoming van perfectionisme zou er meer aan-
14 236 spraak, taal en leren dacht moeten komen voor metacognitieve vaardigheden, bewustwording van het eigen leren en sturing van het proces. Van belang is een goede communicatie tussen ouders en school ter voorkoming van loyaliteitsproblemen bij het kind. De volgende zaken kunnen in het beleidsplan van een school worden vastgelegd: de visie op hoogbegaafdheid en de missie van de school; de daarvoor benodigde leerkrachtcompetenties; de structuur van signaleren en diagnosticeren; de opzet van een plan van aanpak; criteria voor en werkwijze met versnelling; compacting en verrijking; afspraken over feedback en rapportage; de opzet en uitvoering van een plusklas en tot slot de contacten met ouders (Van Gerven & Drent, 2000; Kuipers, 2005). Er zijn ouderverenigingen, landelijke informatiepunten voor primair en secundair onderwijs en tal van adviesbureaus en educatieve centra die zich bezighouden met deze doelgroep. Informatie is voorhanden in literatuur en op internet (Van Dijk, 2002). Samenvatting en conclusie Hoogbegaafde leerlingen verschillen van hoogintelligente leerlingen door de kwaliteit van hun denken. Behalve van een IQ hoger dan 130 beschikken deze kinderen over gedrevenheid, creativiteit en doorzettingsvermogen. Hoogbegaafde kinderen kunnen zich met de juiste begeleiding ontplooien tot creatieve, goed presterende, voor de maatschappij waardevolle mensen. Zonder tijdige signalering en begeleiding echter kunnen zij gaan onderpresteren en ernstige problemen ontwikkelen. Ouders en leerkrachten hebben een belangrijke rol in de begeleiding van hoogbegaafde leerlingen. In het onderwijs vraagt dat een omslag in visie op didactiek en omgang. Literatuur Aangehaalde literatuur Bruin-de Boer, A.L. de & Kuipers J. (2004). SiDi R protocol. Leeuwarden: Eduforce.
15 12 hoogbegaafde kinderen 237 Clark, B. (1997). Growing up gifted. New Jersey: Prentice Hall. Dijk, C. van (2002). Er is veel bereikt en er moet nog een hoop gebeuren. In Oog voor oplossingen, herkenning, erkenning en acceptatie van hoogbegaafde kinderen. Zwolle: Pharos. Drent, S. & Gerven, E. van (2002). Professioneel omgaan met hoogbegaafde leerlingen in het basisonderwijs. Utrecht: Lemma. Gagné, F. (2004a). Transforming gifts into talents: the dmgt as a developmental theory. High Ability Studies, 14 (2), Gagné, F. (2004b). Giftedness ans Talent: reexamining a reexamination of the definitions. In R.J. Sternberg. Definitions and conceptions of giftedness (pp ). Thousand Oaks: California Press. Guldemond, H., Bosker, R.J., Kuyper, H. & Werf, M.P.C. van der (2003). Hoogbegaafden in het voortgezet onderwijs. Groningen: GION. Hoekstra, I. (2004). Kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong, die heb ik niet... toch? Een onderzoek naar de kennis en professionaliteit van kleuterleerkrachten in Friesland. Groningen: RUG Afdeling Orthopedagogiek (ongepubliceerde doctoraalscriptie). Hoogeveen, L., Hell, J. van & Verhoeven, L. (2003). VersnellingsWenselijkheids- Lijst (VWL). Nijmegen: CBO. Hoogeveen, L., Hell, J. van, Mooij, T. & Verhoeven, L. (2004). O nderwijsaanpassingen voor hoogbegaafde leerlingen. Nijmegen: CBO. Houten-van den Bosch, E.J. van (2005). (Verborgen) hoogbegaafdheid. In E. van der Vegt & J.H. Loonstra (red.). Stille leerlingen zeggen veel. Omgaan met leerlingen die lijden aan depressies, angsten, fobieën, trauma s of eetstoornissen. Antwerpen/Apeldoorn: Garant. Hulsbeek, M., Steenbergen-Penterman, N. & Bronkhorst, E. (2001). (Hoog)begaafde kinderen in het basisonderwijs. Enschede: Stichting leerplanontwikkeling. Irvine, J.F. (2000). Thriving at school. New York: Simon & Schuster. Janson, D. (2005). Denkend vanuit de helikopter. Talent, 7, Jong-van der Neut, M. de (2003). Plusklassen in Friesland. Een exploratief onderzoek naar het functioneren van plusklassen voor (hoog)begaafde leerlingen in het basisonderwijs in Friesland. Groningen: RUG Afdeling Orthopedagogiek (ongepubliceerde doctoraalscriptie). Kieboom, T. (2003). Hoogbegaafdheid een gave of vergiftigd geschenk? Antwerpen: Centrum voor begaafdheidsonderzoek. Kuipers, J. (2005). (Hoog)begaafdheid, kwaliteit in beleid. Leeuwarden: Eduforce. Lahpor-Pluymakers, M. & Span, P. (2001). Onderwijs aan begaafde leerlingen in het VO. Alphen aan den Rijn: Kluwer (school). Minnaert, A.E.M.G. (2005). Maakt het verschil? Over onderwijskundige en orthopedagogische zorg voor leerlingen in het onderwijs. In E.J. Knorth, A.E.M.G. Minnaert & A.J.J.M. Ruijssenaars (red.). Verschillen onderscheiden. Orthopedagogische hulpverlening en begeleiding bij problematische opvoedings- en onderwijsleersituaties. Utrecht: Agiel. Mönks, F.J. & Ypenburg, I. (1995 ). Hoogbegaafde kinderen thuis en op school. Alphen aan de Rijn: Samson.
16 238 spraak, taal en leren Müller, T. (2002). Mijn kind is hoogbegaafd. Oosterhout: Deltas. Neihart, M. (2002). Risk and Resilience in Gifted Children: A conceptual framework. In M. Neihart, S.M. Reis, N.M. Robinson & S.M. Moon (eds). The Social and Emotional Development of Gifted Children: What do we know? Waco, TX: Prufrock Press. Neihart, M., Reis, S.M., Robinson, N.M. & Moon, S.M. (2002). The Social and Emotional Development of Gifted Children: What do we know? Waco, TX: Prufrock Press. Nelissen, J. & Span, P. (2000) Een andere kijk op begaafdheid. Over voorlopers in het onderwijs. Vernieuwing. Tijdschrift voor onderwijs en opvoeding, 59, 4-6. Onderwijsraad. (2004). Hoe kan het onderwijs meer betekenen voor jongeren, advies. Den Haag: Onderwijsraad. Peters, W.A.M., Grager-Loidl, H. & Supplee, P. (2000). Underachievement in gifted children and adolescents: theory and practice. In K. Heller, F.J. Mönks, R.J. Sternberg & R.F. Subotnik (eds). International handbook of giftedness and talent. Amsterdam: Elsevier. Renzulli, J.S. & Reis, S.M. (1985). The school wide enrichment model: A comprehensive plan for educational excellence. Mansfield Center, CT: Creative Learning Press. Span, P., Bruin-de Boer, A.L. de & Wijnekus, M.C. (2001). Het testen van begaafde kinderen. Suggesties voor diagnostiek en behandeling. Deventer: Samsom Onderwijsbegeleiding. Stevens, L. (2002). Zin in Leren, afscheidscollege. Apeldoorn: Garant. Webb, J.T. (1993). Nurturing social-emotional development of gifted children. In K.A. Heller, F.J. Mönks, R.J. Sternberg & R.F. Subotnik. International handbook of giftedness and talent. Amsterdam: Elsevier. Webb, J.T., Meckstroth, E.A. & Tolan S.S. (2000). De begeleiding van (hoog)begaafde kinderen. Assen: Van Gorcum. Wijnekus, M. (2001). Diagnostische besluitvorming bij begaafde kinderen. In P. Span, A.L. de Bruin-de Boer & M.C. Wijnekus (red.). Het testen van begaafde kinderen. Deventer: Samsom Onderwijsbegeleidingsdienst. Zanten, J. van (1999). Hoogbegaafde kinderen. Amsterdam: Boom. Ziegler, A. & Heller, K.A. (2000). In K.A. Heller, F.J. Mönks, R.J. Sternberg & R.F. Subotnik (eds). International Handbook of Giftedness and Talent. Oxford: Pergamon Press, Elsevier Science. Aanbevolen literatuur voor het onderwijs D Hondt, C. & Rossen, H. van (1999). Hoogbegaafde kinderen, op school en thuis. Een gids voor ouders en leerkrachten. Leuven-Apeldoorn: Garant. Doornekamp, G. Drent, S. & Bronkhorst, E. (1999). Een slimme aanpak voor slimme leerlingen: op zoek naar praktijkvoorbeelden. Enschede: SLO. Drent, S. (1998). Hoogbegaafden kunnen meer: praktische richtlijnen voor verbreding in het basisonderwijs. Voorschoten: Ajodakt.
17 12 hoogbegaafde kinderen 239 Gerven, E. van (2001). Zicht op hoogbegaafdheid. Handboek voor de onderwijspraktijk. Utrecht: Lemma. Gerven, E. van & Drent, S. (2000). Een doorgaande lijn voor hoogbegaafde kinderen. Utrecht: Lemma. Gerven, E., Kuipers, J., Drent, S., Guyt, B. & Bruin-de Boer, A. de (2004). Attent op talent. Omgaan met hoogbegaafden in het onderwijs. Utrecht: Lemma. Hoop, F. de & Janson, D.J. (1998). Omgaan met (hoog)begaafde kinderen thuis en op school. Baarn: Intro. Nelissen, J. & Span, P. (red.) (1999). Begaafde kinderen op de basisschool: suggesties voor didactisch handelen. Baarn: Bekadidact. Span, P., Bruin-de Boer, A.L. de & Wijnekus, M. (2001). Het testen van begaafde kinderen. Suggesties voor diagnostiek en begeleiding. Alphen aan den Rijn: Samsom. Aanbevolen literatuur voor ouders Barreveld, I. (1996). Hagar, een hoogbegaafd meisje. Baarn: Ambo. Boulanger, M., Peters, W. & Hoogeveen, L. (2000). Help, mijn dochter is hoogbegaafd. Utrecht: Lemma. D Hondt, C. & Rossen, H. van (1999). Hoogbegaafde kinderen, op school en thuis. Een gids voor ouders en leerkrachten. Apeldoorn/Leuven: Garant. Hoop, F. de & Janson, D.J. (1999). Omgaan met hoogbegaafde kinderen, een andere kijk op (hoog)begaafdheid in school en gezin. Nijkerk: Intro. Aanbevolen literatuur voor kinderen Lammers van Toorenburg, W. (2005). Hoogbegaafd, nou en? Amsterdam: Samsara. Talent, onafhankelijk tijdschrift over hoogbegaafdheid. Verschijnt acht keer per jaar. Uitgeverij Lemma, Postbus 3320, 3502 GH Utrecht, telefoon (030) Adressen Nederland Advies Diagnostiek en Begeleiding begaafde kinderen (ADB), Drs. A.L. de Bruin-de Boer, Lisdoddekreek 18, 2353 JR Leiderdorp, telefoon ; Adviesbureau voor hoogbegaafde kinderen in het basisonderwijs. Drs. S. Drent, Holtgesbroek 14-03, 6546 PH Nijmegen, telefoon ;
18 240 spraak, taal en leren CEDIN, SYNAPS Expertisecentrum voor Dyslexie, (Hoog)begaafdheid en adhd, Rayonkantoor Drachten, Zuiderdwarsvaart 72, 9203 JB Drachten, telefoon , Centrum voor begaafdheidsonderzoek (CBO), Radboud Universiteit Nijmegen, Postbus 9104, 6500 HE Nijmegen, telefoon ; Instituut Le Chevalier, H. van Elten, Le Chevalierlaan 17, 8162 PD Epe- Tongeren, telefoon , Maatschap ter integratie van Begaafdheid ( MIB ), Fred. Hendrikstraat 81, 3583 VH Utrecht, telefoon ; PABU (Psychologische Adviespraktijk Begaafden Utrecht), Heidelberglaan 1, 3584 CS Utrecht, telefoon ; index_pabu.htm. Praktijk voor eerstelijns psychologische hulpverlening aan kinderen, volwassenen en hoogbegaafden. Drs. M. Frumau-van Pinxten, Esscheweg 30, 5262 TX Vught, telefoon , frumaupsych@home.nl. Slim! Consultancybureau Hoogbegaafdheid. Drs. E.W.J.M. van Gerven, James Stewartstraat 13, 1325 JA Almere, telefoon ; home.tiscali.nl/~evgerven/. Ouderverenigingen Choochem, Postbus 2018, 3800 CA Amersfoort, telefoon ; Christelijk Pedagogisch Studiecentrum (CPS) voor voortgezet onderwijs, Postbus 1592, 3800 BN Amersfoort, telefoon ; Hint Nederland, Postbus 3064, 5203 DB s-hertogenbosch, telefoon ; Landelijk Informatiepunt (Hoog)begaafdheid: Pharos, landelijke vereniging van ouders van hoogbegaafde kinderen, Postbus 1340, 8001 BH Zwolle, telefoon ; Vereniging Mensa, Postbus 100, 3500 AC Utrecht, telefoon ; Een compleet overzicht van de Nederlandse adressen is te vinden in de adresgids Sociale Kaart Jeugdzorg, Houten: Bohn Stafleu van Loghum. Vlaanderen Centra voor leerlingbegeleiding (CLB ), Departement Onderwijs en Vorming, Hendrik Consciencegebouw, Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel; Centrum voor begaafdheidsonderzoek (CBO ), Lange Nieuwstraat 55, 2000 Antwerpen, telefoon ;
19 12 hoogbegaafde kinderen 241 (Ouder)verenigingen en stichtingen Bekina, Bastelare 66A, 9080 Zeveneken, telefoon (ma-di-vr uur); Vereniging Mensa, Internet (algemeen) (algemeen) (Centrum voor begaafdheidsonderzoek, universiteit Nijmegen) (Psychologische Adviespraktijk Begaafden Utrecht) (van slo en cps ) (Centrum Educatieve Dienstverlening in Noord-Nederland) en (landelijk informatiecentrum hoogbegaafdheid/ Plato) (tijdschrift over hoogbegaafdheid) (site van ouders)
Hoogbegaafdheid in de klas definities en herkenning
Hoogbegaafdheid in de klas definities en herkenning Karin Monster Pascal Groen 33 Fotografie Leo van Breugel Giftedness is not a problem to be solved, but an unique challenge to be nourished (Colangelo
Nadere informatieBeleid (hoog)begaafdheid. Hoe gaan we om met begaafde en hoogbegaafde kinderen op De Krommen Hoek
Beleid (hoog)begaafdheid Hoe gaan we om met begaafde en hoogbegaafde kinderen op De Krommen Hoek Uitgangspunt missie en visie n Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen een ononderbroken
Nadere informatieDoelgroep en toelatingscriteria Plusklassen Samenwerkingsverband Kop van Noord-Holland
Doelgroep en toelatingscriteria Plusklassen Samenwerkingsverband Kop van Noord-Holland Doelgroep De leerlingen binnen de Plusklassen zijn hoogbegaafd. Ze hebben een hoge intelligentie (hoger dan 130) en
Nadere informatie(Hoog)begaafdenwijzer Lorentzschool.
(Hoog)begaafdenwijzer Lorentzschool. (Ontdek-boek over hoogbegaafdheid door Wendy Lammers van Toorenburg) 1 januari 2014 1. (Hoog)begaafdenbeleid op de Lorentzschool. In het hedendaagse onderwijs is omgaan
Nadere informatieBeleid voorsprongleerlingen/excellente leerlingen Juni 2014
Beleid voorsprongleerlingen/excellente leerlingen Juni 2014 Inhoudsopgave: 1. Inleiding 2. Doelgroep:2.1. Wat zijn excellente leerlingen 2.2 Definitie die we hanteren 2.3 Excellente leerlingen in de schoolpraktijk
Nadere informatieDe kracht in jezelf. Hulpprogramma voor leren leren en onderpresteren. Jan Kuipers
Hulpprogramma voor leren leren en onderpresteren Jan Kuipers Inhoud Voorwoord.................................................... 4 Voor welke kinderen is deze map bedoeld...............................
Nadere informatieSlimme kleuters. Ontwikkelingsvoorsprong
HET JONGE KIND groep 1-2 Omgaan met ontwikkelingsvoorsprong in de groep Auteur: Drs. Eleonoor van Gerven Slimme kleuters Hoe kunt u slimme kleuters tegemoetkomen, zonder dat u moet overstappen naar een
Nadere informatie(Hoog)begaafde protocol OBS Prins Claus
(Hoog)begaafde protocol OBS Prins Claus Linschoten juli 2017 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Inleiding... 3 Visie... 3 Doelgroep... 3 Signaleren... 4 Onderpresteerders... 4 Onderwijsbehoeften... 4 Begeleiding...
Nadere informatieOnderwijs aan hoogbegaafde leerlingen in Rotterdam Een rapportage van Stichting Ouders010
Onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen in Rotterdam Een rapportage van Stichting Ouders010 Inleiding Het primair onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen heeft de laatste jaren steeds meer aandacht gekregen
Nadere informatie- school de Ontmoeting Jenaplanschool voor basisonderwijs
- school de Ontmoeting Jenaplanschool voor basisonderwijs Beleidsplan hoogbegaafdheid 2016 1 2 Beleidsplan (hoog)begaafde leerlingen Doel Op onze school stemmen we ons onderwijs zodanig op de behoeften
Nadere informatieDit artikel is gepubliceerd op de website van Slim! Digitaal 1 november 2008
Voorkomen is beter dan genezen 1 Eleonoor van Gerven Als we over hoogbegaafde leerlingen praten, dan doen we dat meestal vanuit een diagnostisch perspectief waarbij we veelal insteken op curatieve maatregelen:
Nadere informatiePlan van aanpak voor kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong of (hoog)begaafde kinderen
Plan van aanpak voor kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong of (hoog)begaafde kinderen Inhoud Doelgroep 3 Signalering en diagnosticering 3 Het vertrekpunt 3 Onderwijskundige maatregelen 4 Verrijken en
Nadere informatieProtocol Meer - en Hoogbegaafdheid Nutsschool Hertogin Johanna-Poolster
Protocol Meer - en Hoogbegaafdheid 1 Nutsschool Hertogin Johanna-Poolster De missie van de Nutsscholen en de NHJ-Poolster Op de Nutsscholen geven wij eigentijds onderwijs, passend bij wat de leerlingen
Nadere informatieKwadraatonderwijs. Kwadraat, passend onderwijs voor begaafde leerlingen
Kwadraatonderwijs Kwadraat, passend onderwijs voor begaafde leerlingen Hoogbegaafdheid is niet alleen luxe Alle Zevensterscholen verzorgen passend onderwijs. Dat betekent dat we streven naar de beste ontwikkelingskansen
Nadere informatieProtocol (Hoog) Begaafdheid
Protocol (Hoog) Begaafdheid 1 Inhoudsopgave: 1. Inleiding blz. 3 2. Doelstelling. blz. 3 3. Doelgroepen blz. 3 4. Signalering.. blz. 4 5. Diagnose fase blz. 5 6. Overwegingen bij het plan van aanpak. blz.
Nadere informatieLeerlijn planmatig verrijken voor intelligente en (hoog)begaafde leerlingen in het basisonderwijs
Leerlijn planmatig verrijken voor intelligente en (hoog)begaafde leerlingen in het basisonderwijs met doorgaande technieklijn Jan Kuipers INLEIDING EN VERANTWOORDING Wat is levelwerk? Levelwerk is een
Nadere informatieMeer- of Hoogbegaafdheidsprotocol
Meer- of Hoogbegaafdheidsprotocol Het opzetten van een beleid voor hoogbegaafde kinderen vraagt kennis over wat hoogbegaafdheid is. Het moet onderscheid kunnen maken tussen een slim kind en een hoogbegaafd
Nadere informatie2. Definitie. Inhoud. 1. Visie op het kind 2. Definitie 3. Doelgroep 4. Selectie&voortgang 5. Verantwoordelijkheid&communicatie
Beleidsprotocol Plusklas Dit protocol beschrijft kort en bondig onze visie op hoogbegaafdheid, de mogelijkheden die wij kunnen bieden aan de doelgroep en de vertaling naar de dagelijkse praktijk in school.
Nadere informatieProtocol Hoogbegaafdheid
Protocol Hoogbegaafdheid De RK Daltonbasisschool St. Plechelmus hanteert het Protocol Hoogbegaafdheid van haar bestuur de Dr. Schaepmanstichting. Dit protocol is in 2009 gemaakt en binnen het bestuur is
Nadere informatieBeleid Meer - en Hoogbegaafdheid NUT Periode januari 2014 t/m januari 2016
Beleid Meer - en Hoogbegaafdheid NUT Periode januari 2014 t/m januari 2016 1 vastgesteld dd. 22 april 2014 door MT De missie Op de Nutsscholen geven wij eigentijds onderwijs, passend bij wat de leerlingen
Nadere informatieMet ingang van het schooljaar hanteert de Vosseschans structureel beleid rond het omgaan met hoogbegaafdheid.
Beleid rond begaafdheid voor leerlingen van De Vosseschans Met ingang van het schooljaar 2009-2010 hanteert de Vosseschans structureel beleid rond het omgaan met hoogbegaafdheid. Dit wil niet zeggen dat
Nadere informatieHoogbegaafdheid info. Cijfers 3. Welk percentage van de hoogbegaafde leerlingen krijgt een VWO advies? Antwoord: Slechts 64% (Guldemont, 2003)
Cijfers 1 Hoeveel hoogbegaafde leerlingen zijn er statistisch gezien in jouw klas? 2,5% (Vele bronnen) Cijfers 2 Hoeveel A-leerlingen zijn er statistisch gezien in jouw klas? 25% (Cito) Cijfers 3 Welk
Nadere informatieHOOGBEGAAFDHEID EN EXCELLENTIE
AANSLUITING PO-VO DIFFERENTIATIE HOOGBEGAAFDHEID EN EXCELLENTIE 22-4-2015 22-4-2015 (Hoog)begaafdheid en excellentie is een van de thema s waarop aansluiting tussen het PO en VO wordt gezocht. Dit document
Nadere informatieProtocol (Hoog)begaafdheid B.S. Mikado
Protocol (Hoog)begaafdheid B.S. Mikado 0 Inhoudsopgave: 1. Inleiding... blz. 2 2. Doelstelling... blz. 3 3. Doelgroepen... blz. 3 4. Signalering... blz. 4 5. Diagnostische fase... blz. 5 6. Overwegingen
Nadere informatie3 Hoogbegaafdheid op school
3 Hoogbegaafdheid op school Ik laat op school zien wat ik kan ja soms nee Ik vind de lessen op school interessant meestal soms nooit Veel hoogbegaafde kinderen laten niet altijd zien wat ze kunnen. Dit
Nadere informatieParallellezing 36 Doelgericht verrijken kerndoelen, methodedoelen,verrijkingsdoelen
Parallellezing 36 Doelgericht verrijken kerndoelen, methodedoelen,verrijkingsdoelen Panamaconferentie 16-17 jan 2014 Greetje van Dijk g.vandijk@onderwijsadvies.nl Doelgericht verrijken Om welke leerlingen
Nadere informatieDe leerkracht en het talentvolle kind. Symposium Passend onderwijs en Hoogbegaafdheid 20 november 2013
De leerkracht en het talentvolle kind. Symposium Passend onderwijs en Hoogbegaafdheid 20 november 2013 Welk kind mag bij u in de klas? Kind 1 Kind 2 Typering van een hoogbegaafde 1 Snelle slimme denker,
Nadere informatieSamenvatting Protocol Excellente leerlingen
Samenvatting Protocol Excellente leerlingen Visie In de visie van onze school staat dat wij streven naar een optimale ontwikkeling van ieder kind. Het uitgangspunt Voor leerlingen die een ontwikkelingsvoorsprong
Nadere informatieDE PLUSBUS. Informatiebrochure voor ouders
Informatiebrochure voor ouders DE PLUSBUS In deze brochure vindt u algemene & praktische informatie over de plusklas De Plusbus. De Plusbus is onderdeel van Stichting Palludara. Inhoud Hoogbegaafd, nou
Nadere informatie(H)erkenning van (hoog)begaafdheid. binnen passend onderwijs
(H)erkenning van (hoog)begaafdheid binnen SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Conferentie 8 september 2015 Een leven lang hoogbegaafdheid in ontwikkeling Desirée Houkema (H)erkenning van
Nadere informatie3/12/2012. Hoogbegaafdheid is een zegen, toch geen probleem? EXTREEM SUCCESVOL
Hoogbegaafdheid is een zegen, toch geen probleem? EXTREEM SUCCESVOL 1 De realiteit 16 % haalt universitair diploma 30% met IQ > 130: vallen uit op school en op het werk 60% met IQ > 140: vallen uit op
Nadere informatieHoogbegaafdheid & school
Hoogbegaafdheid & school Linda Spaanbroek Alle Dagen Pauze info@alledagenpauze.nl ADHD? Meisje, 7 jaar beweegt vaak onrustig met handen of voeten staat dikwijls van haar plaats op, terwijl zij moet blijven
Nadere informatie25 belangrijke feiten vooraf - kennisquiz passend onderwijs (hoog)begaafde leerlingen
25 belangrijke feiten vooraf - kennisquiz passend onderwijs (hoog)begaafde leerlingen Soort spel en inhoudelijk doel Dit spel heeft iets weg van Triviant. Het doel van het spel is om in groepjes van min.
Nadere informatieProtocol begaafdheid
Protocol begaafdheid Inhoudsopgave 1. De doelgroep 1.1 Om welke leerlingen gaat het bij ons op school? 1.2 Kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong 1.3 Talent op één gebied Beleid op de KWS 2. Leerlingbegeleiding
Nadere informatieProtocol hoogbegaafdheid Protocol Hoogbegaafdheid
Protocol hoogbegaafdheid 21-04-2016 Protocol Hoogbegaafdheid Inhoudsopgave 1. Inleiding... blz. 3 2. Onze doelgroep... blz. 4 3. Procedure... blz. 5 4. Signalering en diagnostiek... blz. 6 5. Begeleiding...
Nadere informatieBeleidsplan Begaafdheid
Beleidsplan Begaafdheid 1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave...2 1. Inleiding...3 1.1 Passend onderwijs bieden...3 2. Wat is hoogbegaafdheid...4 2.1 De omschrijving...4 2.2 Ontwikkelingsvoorsprong...4 2.3 De
Nadere informatieAlgemene inleiding. Twee voorbeelden van definities:
Protocol hoogbegaafdheid Rotterdamse Montessorischool December 2017 Inhoud Algemene inleiding... 3 Doel van het protocol... 4 Signalering... 5 Onderbouw... 5 Midden- en bovenbouw... 5 Kerndoelen en verrijking...
Nadere informatieVoorwoord en doel van dit document
Inhoud Voorwoord en doel van dit document 1 2 Inleiding 3 4 (Hoog)Begaafdheid, een beschrijving 5 6 7 Profielen van hoogbegaafde leerlingen 1. 2. 8 3. 4. 5. 6. 9 Risico s voor hoogbegaafde leerlingen in
Nadere informatieHoogbegaafdheid in de praktijk
Hoogbegaafdheid in de praktijk De ervaringen en meningen van ruim 2600 leraren basis en voortgezet onderwijs Paulien Bakker Talent Nico van Kessel ITS Nijmegen Robert Sikkes Het Onderwijsblad Februari
Nadere informatieHet jonge kind uitgedaagd!
Esther de Boer en Marijke Bertu, 29 november 2012 Het jonge kind uitgedaagd! Programma 1. Welkom 2. Wat is een ontwikkelingsvoorsprong? 3. Wat daagt het jonge kind uit? 4. Wat is er aan materiaal? 5. Waarmee
Nadere informatieVerantwoord plus. Stichtingbeleidsnotitie Hoogbegaafden
Verantwoord plus Stichtingbeleidsnotitie Hoogbegaafden Versie: 29 september 2009 Inleiding Het beleid voor hoogbegaafde leerlingen vormt een onderdeel van het zorgplan van de individuele school. Iedere
Nadere informatieMaart 2012. Protocol (Hoog)begaafdheid. Doel van het protocol.
Maart 2012 Protocol (Hoog)begaafdheid Doel van het protocol. In dit protocol vinden leerkrachten handreikingen om (hoog)begaafde leerlingen (we noemen deze kinderen pluskinderen) te signaleren en te begeleiden.
Nadere informatieStimulerend signaleren
Stimulerend signaleren SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Desirée Houkema /thema/stimulerend signaleren Talenten worden zichtbaar als ze gestimuleerd worden productief Dabrowski: overexcitabilities
Nadere informatieSWV Duin en Bollenstreek Infobijeenkomsten leerkrachten. Katwijk Noordwijk
SWV Duin en Bollenstreek Infobijeenkomsten leerkrachten Greetje van Dijk Jack Duivenvoorden Liesbeth Luycx Katwijk 31-5-2017 Noordwijk 7-6-2017 g.vandijk@onderwijsadvies.nl j.duivenvoorden@swv-db.nl liesbethluycx@gmail.com
Nadere informatieOuders, school en leerling: Hoe word je educatieve partners?
Ouders, school en leerling: Hoe word je educatieve partners? prof. dr. Tessa Kieboom prof. dr. ir. Kathleen Venderickx WIE ZIJN WIJ? Oorsprong Centrum voor Begaafdheids onderzoek Opgericht in 1998 door:
Nadere informatieHOOGBEGAAFD HOOG INTELLIGENT ONTWIKKELINGSVOORSPRONG
HOOGBEGAAFD HOOG INTELLIGENT ONTWIKKELINGSVOORSPRONG Dan komt de grote dag. Je mag naar school. Je verbaast je dat enkele kinderen huilen. School is toch fantastisch, dat is toch het instituut waar je
Nadere informatieOuderavond Plusgroep. 15-09-2015 Marc Houben Josephine Close Véronique Kaanen
Ouderavond Plusgroep 15-09-2015 Marc Houben Josephine Close Véronique Kaanen Inhoud 1. Welkom 2. Wat is meer- en hoogbegaafdheid 3. Informatie over de Plusgroep 1. Wat is een Plusgroep 2. Wie nemen deel
Nadere informatieOpsporen hoogbegaafde onderpresteerders
Zorgteam Kompas Gereformeerde Basisscholen Midden Nederland Opsporen hoogbegaafde onderpresteerders Wat is onderpresteren? Onderpresteren is langdurig minder presteren dan op grond van iemands capaciteiten
Nadere informatieExcellente leerlingen die (niet) excelleren
Talent voor excelleren! KPC, 5 november 2009 Excellente leerlingen die (niet) excelleren Dr Lianne Hoogeveen Centrum voor Begaafdheidsonderzoek (CBO) www.ru.nl/socialewetenschappen/cbo http://www.youtube.com/watch?v=yuldyzvb_ny
Nadere informatieInformatie Reflexis PlusKlas. De Wijzen uit het Oosten
Informatie Reflexis PlusKlas De Wijzen uit het Oosten Passend onderwijs Maart 2010: opdracht van Reflexisbestuur: beleid maken voor passend onderwijs voor kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong Een onderwijsaanpassing
Nadere informatieProtocol Hoogbegaafdheid
Protocol Hoogbegaafdheid Inhoudsopgave 1 Wat is hoogbegaafdheid? 2 Visie van de Rank 3 Kansen en belemmeringen 4 Signaleren 5 Diagnosticeren 6 De aanpak in de klas/ buiten de klas 7 Communicatie met ouders
Nadere informatieWat doet een kind op school? Leren! Verleggen van je grenzen en fouten maken.ook voor leerlingen die makkelijk leren!
Wat doet een kind op school? Leren! Verleggen van je grenzen en fouten maken.ook voor leerlingen die makkelijk leren! Enkele kenmerken van MHB leerlingen Grote denksprongen Gemotiveerd tot verwerven van
Nadere informatieBegaafdheid begeleiden!
Begaafdheid begeleiden! Hellevoetsluis 24 november 2014 Liesbet Gommans M.Sc. orthopedagoog / schoolpsycholoog Centrum voor Begaafdheidsonderzoek () www.ru.nl/its/cbo 1 Programma Introductie Leren..? Signaleren:
Nadere informatieHanke de Kock & Marianne de Bruijn
Hanke de Kock & Marianne de Bruijn 16 januari 2012 Erasmus Universiteit Rotterdam 16 januari 2012 1 Wie zijn wij? Marianne Bedrijfseconomie UVA 11 jaar organisatieadviseur bij KPMG 5 jaar freelance adviseur
Nadere informatieSCOL Sociale Competentie Observatielijst. Analyse doelen Jonge kind
SCOL Sociale Competentie Observatielijst Analyse doelen Jonge kind Maart 2013 Verantwoording 2013 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het toegestaan
Nadere informatieAcadin voor talenten in uw klas!
Acadin voor talenten in uw klas! Dé digitale leeromgeving met uitdagend onderwijsaanbod voor talentvolle leerlingen. Acadin voor talenten in uw klas! In het Bestuursakkoord primair onderwijs (2014) staat
Nadere informatiePassend onderwijs voor hoogbegaafde kinderen
Passend onderwijs voor hoogbegaafde kinderen NoorderBasis is een gereformeerde vereniging met 20 scholen in Groningen, Friesland en Drenthe. Onze visie is elk kind passend onderwijs te geven, ook hoogbegaafde
Nadere informatieHoogbegaafd in de klas. Het meisje met de vleugels. Inhoud werkwinkel. Cognitieve luik. 1. het cognitieve aspect. 2.
Hoogbegaafd in de klas Het meisje met de vleugels Dag van de zorgverbreding: OMGAAN MET DIVERSITEIT 5 januari 2010 Nele Ducatteeuw Inhoud werkwinkel 2. Hoogbegaafd vs. ontwikkelingsvoorsprong en hoogintelligent
Nadere informatieIn je element met wie je bent!
In je element met wie je bent! SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Conferentie 'Bijzonder Begaafd' 28 september 2016 - Nieuwegein Desirée Houkema Doelen workshop Bewuste aandacht voor persoonlijke
Nadere informatieplatform voor schoolbestuurders in het primair onderwijs jaargang 2 maart 2012
podium 3 platform voor schoolbestuurders in het primair onderwijs jaargang 2 maart 2012 Een pestprotocol is niet genoeg Meer halen uit excellente leerlingen Waardengedreven leiderschap Kete Kervezee over
Nadere informatieExecutieve functies in de klas: interventies
Executieve functies in de klas: interventies Door Wijnand Dekker, gezondheidszorgpsycholoog Anneke Dooyeweerd, pedagoog/coach Inleiding In de vorige nieuwsbrief omschreven we wat er wordt verstaan onder
Nadere informatieProtocol begaafdheid op de Curtevenne
Parklaan 3, Kortenhoef Postbus 118, 1243 ZJ Kortenhoef (035) 656 10 19 info@curtevennesc hool.nl www.curtevennesch ool.nl Protocol begaafdheid op de Curtevenne Ieder kind uniek en toch lekker samen Niet
Nadere informatieMeerkunners in de klas
Meerkunners in de klas Professionaliseringsprogramma Zuidoost 7 oktober Annerose Groot Startactiviteit Kom zo dicht mogelijk bij 84 met deze getallen: 2, 3, 6 en 8. Gebruik alle getallen slechts één keer.
Nadere informatieMaatwerk Voor Latente Talenten? Uitblinken op alle niveaus
Maatwerk Voor Latente Talenten? Uitblinken op alle niveaus Onderwerpen Wat is talent? Instrumenten om talent te herkennen? Kennis en vaardigheden docenten? (On)Mogelijkheden in het (voortgezet) onderwijs?
Nadere informatieVerwonderen Ontdekken Onderzoeken
Verwonderen Ontdekken Onderzoeken Op reis naar toekomstvaardige leerlingen! Visiedocument Samenwerkingsschool de Nijewier Tjalleberd Datum: 25 maart 2019 Versie: vastgesteld Inhoudsopgave 1. Inleiding...
Nadere informatieMeerbegaafden protocol
Meerbegaafden protocol Kardinaal de Jongschool 1. Doelstelling Er zijn grote verschillen in begaafdheid, tempo en belangstelling van kinderen. Naast zorg voor kinderen die minder snel mee kunnen meekomen,
Nadere informatieHoogbegaafdheid en onderpresteren
Hoogbegaafdheid en onderpresteren Onderwijs Praktijk Texel Hoogbegaafdheid en onderpresteren Veel kinderen weten niet dat leren leuk kan zijn en weten niet wat ze nodig hebben om zich minder ellendig te
Nadere informatiePassend onderwijs Boven de Streep. Woensdag 2 december 2015 Annie MG Schmidtschool Hilversum
Passend onderwijs Boven de Streep Woensdag 2 december 2015 Annie MG Schmidtschool Hilversum De Begaafden Wijzer Marijke Schekkerman, ECHA specialist Hoogbegaafdheid www.debegaafdenwijzer.nl debegaafdenwijzer@upcmail.nl
Nadere informatieProtocol begaafdheid op de Curtevenne
Parklaan 3, Kortenhoef Postbus 118, 1243 ZJ Kortenhoef (035) 656 10 19 info@curtevenneschool.nl www.curtevenneschool.nl Protocol begaafdheid op de Curtevenne Ieder kind is uniek en toch lekker samen. en
Nadere informatieBijzonder Begaafd. Doelen workshop. Eigen casus. Juni 2016. Passende ondersteuning voor 'dubbel bijzondere' leerlingen
Bijzonder Begaafd SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Passende ondersteuning voor dubbel bijzondere leerlingen /thema/dubbel-bijzonder Doelen workshop Je weet... wat de term dubbel bijzonder
Nadere informatieOBS De Hobbitstee Leerdam
BELEIDSPLAN PLUSKLAS OBS De Hobbitstee Leerdam INHOUDSOPGAVE KORTE INLEIDING pagina 3 1. OMSCHRIJVING pagina 4 2. DOELEN pagina 5 3. BELEID pagina 6 3.1 Signalering 3.2 Kerndoelen 3.3 Verrijkingswerk 4.
Nadere informatieEen klein onderzoek naar de signalering van begaafde leerlingen door medeleerlingen (april / mei 2011).
Praktijkonderzoek rekenvaardigheid en hoge intelligentie Een klein onderzoek naar de signalering van begaafde leerlingen door medeleerlingen (april / mei 2011). In Nederland wordt bij de signalering van
Nadere informatieBeleidsplan plusklas OBS de Botter Ridderkerk
Beleidsplan plusklas OBS de Botter Ridderkerk Versie 2016-2017 1 Inhoud: Inleiding 3 Doelstelling 3 Visie van de school 4-5 Definiëring van de doelgroep 6-7 Selectiecriteria in de praktijk 8 Beschrijving
Nadere informatiebrede interesse specifieke, diepgaande interesses kennishonger leergierig ontwikkelingspotentieel hoogbewust zijn creërend (denk)vermogen
productief Dabrowski: overexcitabilities asynchroon gevoelig complex Dweck: FIXED vs growth mindset intens scherpe waarneming plezier in creëren origineel snel opvallend gevoel voor humor rijke fantasie
Nadere informatieExperts in diagnostiek
Experts in diagnostiek Het beste in een kind naar boven halen Elk kind heeft zijn eigen talenten. Dit betekent niet dat alle kinderen even goed mee kunnen komen op school. Sommige kinderen hebben onvoldoende
Nadere informatieBEPERKING ONDERWIJSPARTICIPATIE
BEPERKING ONDERWIJSPARTICIPATIE GOOD PRACTICES De onderbouwing van de beperking van de onderwijsparticipatie blijkt uit het VO Aanmeldformulier Amsterdam 2009-2010, niet ouder dan een half jaar, plus diagnostische
Nadere informatieInhoud. Voorwoord... 10
Voorwoord................................................................... 10 Hoofdstuk 1 Wat weten we over leren? Wat is het nut van verrijking?.....................................................................
Nadere informatieSpreekbeurt hoogbegaafdheid.
Spreekbeurt hoogbegaafdheid. Wat is hoogbegaafdheid eigenlijk? Hoogbegaafdheid is eigenlijk dat je slimmer geboren bent dan andere kinderen. Dat kan je meten met een IQ test. IQ is de afkorting van intelligentiequotiënt.
Nadere informatieEerste Hulp bij Hoogbegaafdheid
Eerste Hulp bij Hoogbegaafdheid Praktisch handboek voor leerkrachten en ouders om vaardig te worden in het begeleiden van (hoog)begaafde kinderen Marian viel in onze opleiding al op als een bijzonder toegewijde
Nadere informatiePassend Onderwijs aan (hoog)begaafde leerlingen in Noord- Nederland
Passend Onderwijs aan (hoog)begaafde leerlingen in Noord- Nederland Uitkomsten enquête Praktijk Liberi Datum: 27 januari 2013 Plaats: Aldeboarn www.praktijkliberi.nl info@praktijkliberi.nl Inhoudsopgave
Nadere informatieZelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen.
Zelfstandig werken Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen. Visie Leerlinggericht: gericht op de mogelijkheden van
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22735 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Yeniad Malkamak, Nihal Title: Self-regulation in ethnic minority children : associations
Nadere informatieqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq ertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwer tyuiopasdfghjklzxcvbnmqwerty uiopasdfghjklzxcvbnmqwertyui
qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq wertyuiopasdfghjklzxcvbnmqw ertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwer tyuiopasdfghjklzxcvbnmqwerty Meerbegaafdheid op de Andreashof uiopasdfghjklzxcvbnmqwertyui koersplan opasdfghjklzxcvbnmqwertyuiop
Nadere informatieWaarom Wetenschap en Techniek W&T2015
Waarom Wetenschap en Techniek W&T2015 In het leven van alle dag speelt Wetenschap en Techniek (W&T) een grote rol. We staan er vaak maar weinig bij stil, maar zonder de vele uitvindingen in de wereld van
Nadere informatieBeleid voorsprongleerlingen/excellente leerlingen Juni 2014
Beleid voorsprongleerlingen/excellente leerlingen Juni 2014 Inhoudsopgave: 1. Inleiding 2. Doelgroep: 2.1 Wat zijn excellente leerlingen? 2.2 Definitie die we hanteren 2.3 Excellente leerlingen in de schoolpraktijk
Nadere informatieProtocol Plusklas. Aanleiding
Protocol Plusklas Aanleiding In het schooljaar 2014-2015 heeft BBS Antonius zich tot doel gesteld een schoolbreed aanbod te bieden voor een leeftijdsheterogene groep meer- en hoogbegaafde leerlingen. Met
Nadere informatiePlusklaswijzer. Koningin Beatrixschool en Koning Willem-Alexanderschool
Plusklaswijzer Koningin Beatrixschool en Koning Willem-Alexanderschool 1 Inhoudsopgave 1 Hoogbegaafdheid p. 3 2 Visie p. 4 3 Doelstellingen p. 4 4 Selectieprocedure voor de Plusklas p. 4 5 Evaluatie p.
Nadere informatie(Hoog)begaafden protocol. Koningin Julianaschool Barneveld
(Hoog)begaafden protocol Koningin Julianaschool Barneveld Inhoudsopgave Inleiding 1 1. Visie op (hoog)begaafdheid 1.1 Definities (hoog)begaafdheid 2 2 1.2 Wat houdt (hoog)begaafdheid in? 2 1.3 Doelgroep
Nadere informatieInhoud. 8 aanraders voor IB ers
Inhoud 8 aanraders voor IB ers 1. Kennismaken met begaafdheid 04 2. Kenmerken van slimme kleuters 14 3. Verkennen van educatieve behoeften 24 4. Een pedagogisch-didactisch dieet: The Big Five. 36 5. Het
Nadere informatieDyslexie de baas! Aanpak van psychosociale problemen van jongeren met dyslexie. Caroline Poleij Yvonne Stikkelbroek
Dyslexie de baas! 1 3 Dyslexie de baas! Aanpak van psychosociale problemen van jongeren met dyslexie Caroline Poleij Yvonne Stikkelbroek Bohn Stafleu van Loghum Houten 2009 4 Dyslexie de baas! 2009 Bohn
Nadere informatieeffecten van verrijkingsprogramma s Joyce Gubbels, Eliane Segers & Ludo Verhoeven Behavioural Science Institute, Radboud Universiteit
2 Sociaal-emotionele effecten van verrijkingsprogramma s voor excellente kinderen Joyce Gubbels, Eliane Segers & Ludo Verhoeven Behavioural Science Institute, Radboud Universiteit Excellente leerlingen
Nadere informatieMissie van de Oosteinder: Het verzorgen van primair onderwijs in Aalsmeer Oost vanuit een integratieve aanpak en katholieke geloofsovertuiging.
Missie van de Oosteinder: Het verzorgen van primair onderwijs in Aalsmeer Oost vanuit een integratieve aanpak en katholieke geloofsovertuiging. Wij zijn een katholieke school en daarom vinden het belangrijk
Nadere informatieGoed leraarschap voor (hoog)begaafde leerlingen
Goed leraarschap voor (hoog)begaafde leerlingen VAN MOETIVATIE NAAR MOTIVATIE Presentatie voor stg BOOM, 17-11- 2016 Ton van Houtert t.houtert@fontys.nl Aanleiding Kamerbrief staatssecretaris Dekker 10
Nadere informatieFaalangst. Informatie en tips voor ouders en verzorgers
Faalangst Informatie en tips voor ouders en verzorgers Wat is faalangst? Faalangst is angst die optreedt in situaties waarin er bepaalde prestaties van uw kind worden verlangd. Het is de angst om niet
Nadere informatieVoorwoord. Hoogbegaafdheid in kaart
Voorwoord In de afgelopen jaren is er meer aandacht gekomen voor hoogbegaafde kinderen in het onderwijs. We staan daarmee aan het begin van een leerproces en deze kaarten leveren daar een bijdrage aan
Nadere informatieCBS De Holtenhoek. Plusgroep 2012-2013
Plusgroep 2012-2013 Wanneer hoogbegaafd? CITO A of A+ scores na zes of twaalf maanden doortoetsen op Cito begrijpend lezen en rekenen De leerling voldoet aan een aantal kenmerken van hoogbegaafdheid Kenmerken
Nadere informatieDe Begaafden Wijzer. Opzet cursus Excellent en begaafd (in het) onderwijs :
www.debegaafdenwijzer.nl Marijke Schekkerman Onderwijsdeskundige hoogbegaafdheid Korte Stammerdijk 17 1382 BL Weesp 06-22842667 debegaafdenwijzer@upcmail.nl Opzet cursus Excellent en begaafd (in het) onderwijs
Nadere informatieAchtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:
Achtergrond Basisschool De Regenboog staat in de wijk Zuid-west in Boekel en valt onder het bestuur van Zicht PO. Evenals de andere scholen onder dit bestuur gaan wij de komende periode vorm geven aan
Nadere informatieKINDEREN DIE MEER KUNNEN
KINDEREN DIE MEER KUNNEN INLEIDING Op de IJwegschool staat het kind centraal. Het onderwijs wordt aangepast aan het kind en niet andersom. Doordat de leerkrachten handelingsgericht werken waarbij de onderwijsbehoeften
Nadere informatie