Spreekbeurt hoogbegaafdheid.

Transcriptie

1 Spreekbeurt hoogbegaafdheid. Wat is hoogbegaafdheid eigenlijk? Hoogbegaafdheid is eigenlijk dat je slimmer geboren bent dan andere kinderen. Dat kan je meten met een IQ test. IQ is de afkorting van intelligentiequotiënt. Dat is een getal waarmee je laat zien hoe intelligent iemand is. Er zijn maar weinig mensen die hoogbegaafd zijn. Als je 100 kinderen bij elkaar zet zijn er maar 2 á 3 daarvan hoogbegaafd, en dat geldt ook zo met ouders.

2 Ik ga nu wat vertelen over de IQ verdeling. De IQ verdeling zit zo, de meeste mensen hebben ongeveer een IQ van 100 (die boog betekent dat meer mensen dat IQ hebben dan waar het lager is). De meeste mensen (ongeveer 70%) hebben een IQ tussen de 90 en de 110. Er zijn ook kinderen en volwassenen die een lager of een hoger IQ hebben. Een hoog IQ komt door meer verbindingen tussen hersencellen. En bij moeilijk lerende mensen zijn dus minder verbindingen tussen de hersencellen. Een gemiddeld IQ zou je kunnen vergelijken met 2 auto s die over een tweebaansweg rijden. Bij een hoog IQ zijn er heel veel verschillende wegen waarlangs veel meer auto s kunnen rijden. Je kunt het ook vergelijken met twee pc s de een is snel de andere is langzaam.

3 Deel 2: wat is hoogbegaafdheid eigenlijk? Er is een verschil tussen hoogbegaafdheid en hoogintelligent. Als je hoogbegaafd bent ben je ook hoogintelligent. Maar als je hoogintelligent bent dan hoef je niet per se hoogbegaafd te zijn. Vergelijking: een tafel is een meubel maar een meubel hoeft niet per se een tafel te zijn. Iemand die wel een IQ van 130 heeft, alleen niet creatief is en te weinig motivatie heeft, is hoogintelligent. Alleen je kunt dan hoogbegaafd worden als je motivatie verbetert en je creatief genoeg bent. Hoogbegaafdheid= IQ 130 en hoger is te meten met een intelligentie onderzoek. Motivatie= dat je graag iets wilt doen, onderzoeken of bestuderen. Als je leuke of interessante dingen kunt doen, ben je eigenlijk vanzelf gemotiveerd. creatief denken= dat je een originele, aparte of andere manier hebt om dingen aan te pakken. De Amerikaanse professor Joe Renzulli heeft daar een model van gemaakt(plaatje1 en 2). Zo kan je goed zien dat hoogbegaafdheid uit drie delen bestaat. Dit model heet: het Triadisch Model van Renzulli.

4 De Nederlandse professor Franz Mönks heeft gezegd dat je talenten kunt ontwikkelen. Hij zegt: je School, vrienden en je gezin zijn daarbij heel erg belangrijk. Die drie dingen heeft hij toen in een driehoek om het model van Renzulli gezet. Hij noemde het nieuwe model daarna Triadisch Interpendentie Model. Verbaal, Performaal en totaal. Verbaal IQ (VIQ)= alles wat met taal te maken heeft: praten, lezen, luisteren enz. Performaal IQ (PIQ)= doe dingen: o.a. legpuzzels, doolhoven en blokpatronen maken. Totaal IQ (TIQ)= je totale intelligentie Iedereen heeft iets anders(p of v). Met het VIQ en het PIQ kan je samen het TIQ (totaal IQ) vormen. Er zijn weinig mensen die het VIQ hetzelfde score als het PIQ. Als de scores heel erg uit elkaar liggen is dat erg lastig. Je begrijpt dan dingen die je niet kunt uitvoeren of je snapt hoe iets in elkaar zit maar kan het niet goed uitleggen. Dat is erg frustrerend. Stel je voor dat je twee verschillende voeten hebt, de ene is maat 41 en de andere maat 33. Dan zou je kunnen zeggen dat je een gemiddelde schoenmaat van 37 hebt, maar dat zegt natuurlijk niet zoveel, want dan passen allebei de schoenen niet. Met dit grote verschil moet je dus wel rekening houden.

5 Schoolse zaken Sommige hoogbegaafden kunnen al tot 100 of 1000 tellen als ze in groep 3 zitten waar ze net de getallen t/m 20 aan het leren zijn. Of als je in groep 3 leert lezen terwijl je dat al kan. Dan heb je een speciaal tangetje uit de gereedschapskist alleen kan je er niks mee aandraaien, maar als iemand weet dat jij dat tangetje hebt dan kan je misschien hulp krijgen. - Versnellen, compacten en verijken Als de jufrouw weet dat jij in groep 3 al kan tellen tot 1000 dan moet er iets gebeuren Dat kan zijn: versnellen, compacten of verijken en het liefst alle drie. Versnellen = sneller door de lesstof heengaan. Compacten= stukjes overslaan Verijken= boeiende dingen leren die niet in gewone lesboeken staan.

6 - Onderpresteren Als je niet doet wat je wel kunt ben je aan het onderpresteren Onderpresteren Komt meestal door: Je te veel aanpassen dat doen ze omdat ze niet anders willen zijn dan de groep Gedemotiveerd zijn= omdat je school heel saai vind verlies je je motivatie Faalangst je bent bang om fouten te maken en daarom doen ze liever niks want dan kan je ook geen fouten maken Je ongelukkig voelen - Peers en vrienden Peers betekent gelijken Peers kan zijn: - kinderen die de zelfde boeken lezen - kinderen die allemaal van scouting houden - kinderen die samen graag muiziek maken - kinderen die allemaal goed zijn in denken In veel boeken over hoogbegaafdheid staat het woord peers in Voor hoogbegaafden is het namelijk belangrijk dat ze in contact komen met denkgelijken. Want dan kunnen die kinderen er achter komen dat sommige kinderen hetzelfde denken als hun. En dan voelen die zich prettiger dan eerst. Dat is een van de redenen dat Eureka bestaat. (filmpjes) Hoe is het om hoogbegaafd te zijn? Het heeft negatieve kanten en positieve kanten om hoogbegaafd te zijn. Positieve kant(en): je bent trots als je iets slims zegt en iedereen vind het knap dat je dat weet. Je bent trots omdat je hoge punten scoort bij de CITO. Je bent trots als de juffrouw een compliment geeft als je iets slims hebt gezegd 50 tot 80% voelt zich hierdoor gelukkig Negatieve kant(en): als iets makkelijk is dan wordt je een beetje chagrijnig. Soms denk je Waarom weet die het antwoord niet (plaatje). Soms kijken mensen je raar aan als je iets slims zegt. Of je wordt gepest met nerd. 20 tot 50% voelt zich hierdoor ongelukkig Zelf vind ik alles van de positieve kanten leuk Het is leuk om veel te weten en veel te snappen, bijvoorbeeld als je in een museum bent.

7 Er zijn ook nadelen: ik vind het soms saai om te luisteren naar dingen die ik al lang weet of al heel snel begrepen heb. Ik moet vaak wachten op anderen. En dat ik jonger ben dan de meeste kinderen in de klas. Soms zijn voordelen ook nadelen: Ik vind het heel leuk om naar een museum te gaan, maar ik wil dan liever niet een tweede keer terug, want dan weet ik alles nog. In een museum wil ik graag alles lezen en horen maar mijn broertjes niet. Maar in heel veel dingen ben ik ook hetzelfde: ik hou van voetballen, televisie kijken en DS- en! En nu? Je weet nu vast al meer over hoogbegaafdheid. Je hebt gehoord van allerlei dingen. Ik hoop dat je nu begrijpt wat hoogbegaafdheid is Einde Zijn er nog vragen?