Health Promoting Hospital: Diabetes Pilootproject rond detectie, educatie en ondersteuning van de eerste lijn.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Health Promoting Hospital: Diabetes Pilootproject rond detectie, educatie en ondersteuning van de eerste lijn."

Transcriptie

1 Health Promoting Hospital: Diabetes Pilootproject rond detectie, educatie en ondersteuning van de eerste lijn. Oktober 2010 Liesbeth Borgermans Miguel Lardennois Greet Haelterman Christiaan Decoster

2 2

3 Health Promoting Hospital: Diabetes Pilootproject rond detectie, educatie en ondersteuning van de eerste lijn. 3

4 4 Leden van de Strategische Stuurgroep Voorzitter Prof. Dr. Chantal Mathieu Leden Dr. Laurent Crenier Prof. Dr.Ides Colin Prof. Dr. Ann Mertens Dr. Frank Nobels Dr. Johannes Ruige Prof. Dr.André Scheen Dr. Eric Weber

5 As patient education is no exact science, it can only be dealt with as an art. Lorig Kate Lorig K and Associates. Patient Education: A Practical Approach. 3rd edition. Sage Publications (2001).

6 6

7 Voorwoord De Federale Overheid Volksgezondheid wil het belang erkennen van diabetes als chronische pathologie binnen het ziekenhuis. Wetenschappelijke evidentie toont aan dat het aandeel van patiënten met diabetes type 2 de komende jaren exponentieel zal stijgen, zowel mondiaal als specifiek voor België. Gegeven de belangrijke kostenimplicaties van deze ziekte en de impact op de kwaliteit van leven van de patiënt en zijn/haar familie, is het bevorderen van detectie, educatie en ondersteuning van de eerste lijn genoodzaakt. Het doel van het project Health Promoting Hospital: Diabetes Pilootproject rond detectie, educatie en ondersteuning van de eerste lijn is het voorzien in de detectie & educatie van patiënten met type 2 diabetes mellitus buiten de conventie 2 en buiten de afdelingen endocrino-diabetologie alsook de ondersteuning van de eerste lijn m.b.t de verdere behandeling van deze patiënten. Dit project beoogt tevens het maximaal stimuleren van de zelfredzaamheid van de patiënt en in een bredere context het bevorderen van patient empowerment met het oog op het vermijden van complicaties, het verbeteren van de levenskwaliteit en het voorkomen van onnodige heropnames. Als (in)direct effect van dit project wordt bijkomend gestreefd naar een maximale bewustwording bij alle betrokken partijen t.a.v het belang van diabetes en de noodzaak van een multidisciplinaire afstemming bij de behandeling van de patiënt. De overheid wil in deze de rol van de ziekenhuizen versterken als health promoting hospital en wil tevens een grotere inspanning leveren t.a.v het verder tastbaar maken van haar eigen public health functie. 7 De opzet van dit project heeft een goede afstemming genoodzaakt met de kernspelers (huisartsen en specialisten) betrokken in de RIZIV zorgtrajecten (diabetes) die zijn opgestart in juni Het vrijwaren van een maximale complementariteit tussen enerzijds de zorgtrajecten en anderzijds dit FOD project was dan ook een belangrijke bekommernis bij de implementatie van het project in 12 Belgische pilootziekenhuizen. Het voorliggend rapport is het resultaat van de bevindingen geregistreerd in 12 pilootziekenhuizen tijdens het eerste jaar van het project (2009). Het rapport bevat belangrijke gegevens en inzichten t.a.v de detectie en organisatie van gestructureerde diabeteseducatie op verschillende ziekenhuisafdelingen alsook de ondersteuning van de eerste lijn. Wij hopen dat in het licht van deze bevindingen de beleidsmakers alsook andere ziekenhuizen gestimuleerd mogen worden om het groeiend belang van diabetes te erkennen voor de toekomst. Christiaan Decoster Directeur-generaal FOD Volksgezondheid Prof.Dr. Chantal Mathieu Voorzitter Strategische Stuurgroep 2 De diabetesconventie (= centra voor diabetes zelfregulatie) bieden vandaag binnen de ziekenhuizen een belangrijk antwoord t.a.v de noden van patiënten met 2 of meer insuline-injecties per dag. Er zijn vandaag 113 conventiecentra die instaan voor de opvolging van +/ patiënten.

8 Samenvatting van gegevens van 12 pilootziekenhuizen 8 Het doel van het project was detectie en het voorzien van educatie van patiënten met type 2 diabetes mellitus buiten de (RIZIV) diabetesconventie, en buiten de afdelingen endocrino-diabetologie alsook de ondersteuning van de eerste lijn m.b.t de verdere behandeling van deze patiënten na ontslag. Op de naar schatting diabetespatiënten in België zijn er ongeveer patiënten die binnen de RIZIV diabetesconventies ten laste genomen zijn en zijn er patiënten die sinds 1 juni 2009 in aanmerking komen voor de zorgtrajecten diabetes (voor patiënten op 1 of 2 insuline-injecties per dag of wanneer de behandeling met orale antidiabetica onvoldoende is en insuline wordt overwogen). Dit betekent dat er voor een zeer grote groep van patiënten op orale antidiabetica of lifestyle vandaag geen specifiek aanbod bestaat. Een opname in het ziekenhuis biedt een belangrijke opportuniteit om chronische gezondheidsproblemen aan het licht te brengen, patiënten gezondheidsadvies te verstrekken en ondersteuning te bieden aan de 1e lijn m.b.t een verdere behandeling van de patiënt. Diabetes mellitus is een belangrijk voorbeeld van een chronische ziekte waarbij detectie en educatie belangrijk zijn gegeven de hoge prevalentie van de ziekte, het grote aantal niet ontdekte patiënten en patiënten waarbij de glycemie niet goed is ingesteld. Patiënten met diabetes type 2 worden verspreid opgenomen op virtueel ieder denkbare afdeling in het ziekenhuis. Het aantal gehospitaliseerde patiënten met type 2 diabetes mellitus buiten de (RIZIV) diabetesconventie bedraagt gemiddeld 8% op de totale ziekenhuispopulatie. Deze gegevens zijn extrapoleerbaar naar alle ziekenhuizen in België. Het aantal patiënten met een gestoorde glycemie bedraagt gemiddeld 15% op de totale ziekenhuispopulatie. Deze gegevens zijn extrapoleerbaar naar alle ziekenhuizen in België. Systematische aandacht voor verhoogde glycemiewaarden en risicofactoren leidt tot de opsporing van een substantieel aantal nieuw gediagnosticeerde diabetespatiënten (28%, n=838).

9 De opsporing van nieuwe diabetespatiënten wordt door 75% van de pilootziekenhuizen (9/12) bewerkstelligd door elektronisch gegenereerde lijsten met glycemie labo-waarden en gefaciliteerd door een systematische analyse van glycemiewaarden bij patiënten patiënten hebben tijdens een doorlooptijd van 10 projectmaanden oneto-one educatie van een diabeteseducator ontvangen, ofwel gemiddeld 200 patiënten per ziekenhuis met één FTE diabeteseducator per ziekenhuis. Bij 54% (n=3554) van de gedetecteerde patiënten was diabeteseducatie geïndiceerd, maar kon geen educatie gegeven worden. Organisatorische redenen zijn een frequente oorzaak voor het niet kunnen geven van educatie ondanks een indicatiestelling. Patiënten met een gekende doch slecht geregelde diabetes (HbA1c > 8%) maken 50% uit van het totale aantal geëduceerde patiënten. Patiënten met een tijdelijke stress hyperglycemie maken 15% uit van het totaal aantal geëduceerde patiënten. Stress hyperglycemie duidt op een verminderde insulineproducerende capaciteit, en dus op een hoog risico voor het ontwikkelen van diabetes. Educatie in het kader van de opstart van insuline is van toepassing voor 10% van de patiënten. Patiënteneducatie is een complexe interventie omdat patiënten de vaardigheden moeten ontwikkelen om op dagdagelijkse basis met hun ziekte om te gaan, en patiënten hierbij het zelfvertrouwen moeten krijgen om deze vaardigheden ook te kunnen toepassen in de praktijk. Diabeteseducatie is tijdsintensief. Gekende diabetespatiënten krijgen gemiddeld 30 minuten educatie (met een spreiding van min.) Nieuwe diabetespatiënten krijgen gemiddeld 60 minuten educatie, met een spreiding van 45 min tot 1,5 uur. Diabeteseducatie noodzaakt de inzet van gespecialiseerd personeel. Diabeteseducatie is inhoudelijk breed georiënteerd, met een primaire focus op voeding en lifestyle factoren waarbij een ruime set van ondersteunende tools wordt aangeboden aan de patiënt. 9

10 10 Diabeteseducatie is een continu proces. Diabeteseducatie kan niet worden beschouwd als een eenmalige gebeurtenis die voorbehouden is aan één enkele zorgcontext zoals de thuiszorg of het ziekenhuis. Diabeteseducatie vereist interdisciplinair overleg alsook overleg met de familie en de mantelzorg. Diabeteseducatie vereist transmuraal overleg, doch slechts een derde van de ziekenhuizen organiseert follow-up acties na het ontslag van de patiënt. 25% van de pilootziekenhuizen heeft geïnvesteerd in een elektronische, multidisciplinaire en gestructureerde communicatie met de 1e lijn (huisarts). De gepercipieerde primaire effecten van het project zijn voor de patiënt: vroegtijdige opsporing patiënten en preventie van complicaties, een vergroot inzicht in diabetes en verhoogde aandacht t.a.v belang van zelfzorg. Voor de educator: valorisatie van de rol van de diabeteseducator. Voor de instelling: grotere aandacht voor diabetes en de behandeling van diabetes als cardiovasculaire problematiek. De deelnemende ziekenhuizen zijn erin geslaagd om essentiële processen te definiëren en te implementeren die belangrijk worden geacht voor hoog-kwalitatieve diabeteseducatie. De deelnemende ziekenhuizen hebben een uitgebreide set van bevorderende en belemmerende factoren beschreven voor succesvolle educatie op het niveau van de afdeling, de patiënt en de instelling. Patiënten evalueren de aangeboden zorgen van de diabeteseducator als positief.

11 Inleiding Diabetes mellitus wordt gedefinieerd door de American Diabetes Association (ADA) Expert Committee als een groep van metabole ziekten gekenmerkt door hyperglycemie voortkomend uit stoornissen in de insulinesecretie, werking van de insuline of beiden. Chronische hyperglycemie is geassocieerd met lange-termijn schade, dysfunctie en faling van verschillende organen waaronder ogen, nieren, zenuwen hart-en bloedvaten 3. Diabetes type 2 is wereldwijd de meest voorkomende vorm van diabetes waarbij met name ontwikkelingslanden sterk groeiende prevalentiecijfers presenteren. Diabetes type 2 wordt gekenmerkt door insuline resistentie of deficiëntie en vereist een multidisciplinaire aanpak over de verschillende lijnen van de gezondheidszorg heen. Diabetes wordt vaak gebruikt als een representatief voorbeeld in het debat rond de hervorming van de chronische zorgverlening omwille van de epidemische proporties. Huidige schattingen tonen aan dat vandaag ten minste 150 miljoen mensen aan diabetes lijden waarvan 2/3 in ontwikkelingslanden 4. Het totale aantal diabetici zal vermoedelijk stijgen tot 300 miljoen tegen Het Center for Disease Control and Prevention in de Verenigde Staten hebben berekend dat het risico voor het ontwikkelen van diabetes voor individuen die in de Verenigde Staten zijn geboren in procent bedraagt voor mannen en 38.5 procent voor vrouwen Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) lijden er vandaag 55,2 miljoen mensen aan diabetes in Europa, waarbij Europa de hoogste incidentiecijfers van de wereld heeft 7. Het aantal diabetici in Europa zal sterk stijgen in de komende twee decennia gedeeltelijk als resultaat van de toegenomen obesiteit en het gebrek aan fysieke activiteit. De Internationale Diabetes Federatie verwacht dat in % van de Europese bevolking aan diabetes zal lijden. Vaak wordt diabetes niet tijdig ontdekt zodat reële prevalentie van diabetes de facto nog veel hoger ligt 8. Diabetes is verantwoordelijk voor een belangrijke morbiditeit, mortaliteit en socio-economische kost 9. Het aantal overlijdens ten gevolge van diabetes zal toenemen met 25% over de komende 10 jaren 10. Volgens de CODE 2 studie 11 worden de direct medische kosten in Europa geschat op jaarlijks EUR miljoen hetgeen diabetes en gerelateerde complicaties een van de meest dure ziekten maakt van alle chronische ziekten. 3 Report of the Expert Committee on the Diagnosis and Classification of Diabetes Mellitus. Diabetes Care 1997, 20: International Diabetes Federation.: Diabetes and Cardiovascular disease: Time to act. Brussels; King H, Aubert RE, Herman WH: Global burden of diabetes, : prevalence, numerical estimates, and projections. Diabetes Care 1998, 21: Narayan KM, Boyle JP, Thompson TJ, Sorensen SW, Williamson DF: Lifetime risk for diabetes mellitus in the United States. JAMA 2003, 290: WHO: European Health Report Copenhagen; Age- and sex-specific prevalences of diabetes and impaired glucose regulation in 13 European cohorts. Diabetes Care 2003, 26: Amos AF, McCarty DJ, Zimmet P: The rising global burden of diabetes and its complications: estimates and projections to the year Diabetic medicine 1997, 14 Suppl 5:S Zimmet P, Alberti KG, Shaw J: Global and societal implications of the diabetes epidemic. Nature 2001, 414: Massi-Benedetti M: The cost of diabetes Type II in Europe: the CODE-2 Study. Diabetologia 2002, 45:S1-S4.

12 Diabetes in België In België wordt de prevalentie van diabetes op 4% geschat, waarbij slechts de helft van deze populatie de facto is gediagnosticeerd. Het aantal personen met een gestoorde glucose-intolerantie wordt op 12% van de volwassen populatie geschat % van alle patiënten met diabetes hebben type 2 diabetes, waarvan de overgrote meerderheid met dieet en leefstijlaanpassingen en orale antidiabetica wordt behandeld. Echter, ook een deel van de type 2 patiënten hebben insuline in hun behandeling nodig. 12 De diabetesconventie (= centra voor diabetes zelfregulatie) bieden vandaag binnen de ziekenhuizen een belangrijk antwoord t.a.v de noden van patiënten met 2 of meer insuline-injecties per dag. Er zijn vandaag 113 conventiecentra die instaan voor de opvolging van +/ patiënten. Daarnaast zijn er ook nog diabetes voetklinieken vertegenwoordigd in 22 centra. In deze diabetesconventie wordt voorzien in educatie en de toegang tot zelfmonitoring materiaal. Naast patiënten met type 1 diabetes, secundaire diabetes, zwangerschapsdiabetes en moleculaire vormen van diabetes, hebben ook insulinebehandelde (meer dan 2 injecties) patiënten met type 2 diabetes toegang tot deze conventie. Bovendien is er recent een initiatief rond educatie en toegang tot zelfmonitoring materiaal voor type 2 patiënten in de eerste lijn gestart (Zorgtrajecten) voor patiënten met type 2 diabetes met incretinemimetica, 1 of 2 insulineinjecties. Knelpunten in de diabeteszorg De knelpunten in de diabeteszorg voor de diabetespatiënt die wordt gehospitaliseerd, en niet in een diabetesconventie is opgenomen, zijn vijfvoudig. Een eerste knelpunt is dat in het geval van een behandeling met orale antidiabetica of lifestyle maatregelen de patiënt geen systematische toegang heeft tot gestructureerde patiënteneducatie buiten de afdelingen endocrinologie/diabetologie. De diabetesconventiecentra hebben in principe geen enkele bevoegdheid voor deze patiënten. Het gevolg is dat vele patiënten geen of geen adequate educatie ontvangen buiten de afdelingen endocrinologie/diabetologie. 12 IDF: Diabetes Atlas

13 Een tweede knelpunt is het gebrek aan protocollisering van de zorg. Patiënten kennen een sterke spreiding over het ziekenhuis op de diensten Geriatrie (G), Chirurgie (C), Inwendige (D), Mix C & D (H), Long-hart (S1), Loco-motorisch (S2), Neurologie (S3), Chronische ziekten (S5), psychogeriatrie (S6), enz.. Iedere patiënt zou volgens de principes van een protocol moeten worden opgevolgd, aangepast aan de karakteristieken van de doelpopulatie en de interne werking van het ziekenhuis. Een derde knelpunt is dat men tijdens de ziekenhuisopname vaak wordt geconfronteerd met een ontregeling van de bloedglucose waarden. Een patiënt met diabetes mellitus geraakt gemakkelijk ontregeld door verandering van voeding, minder beweging, nuchter blijven voor onderzoeken en door medicatie met een glycemieverhogend effect. Door een strikte glycemieregeling in acute medische situaties kan de morbiditeit en mortaliteit significant verminderen 13,14. De vroegtijdige opsporing van diabetes is ook noodzakelijk. Een vierde knelpunt is dat de diabeteszorg in slechts een minderheid van de ziekenhuizen georganiseerd volgens de principes van een klinisch pad. Dit betekent dat er o.a. duidelijkheid bestaat over wie instaat voor de coördinatie van de diabeteszorg, de beschikbaarheid van uitgebreide ondersteuningsvormen en informatiepakketten over de behandeling en opvolging van diabetes voor de verschillende afdelingen, gestructureerde educatie en afspraken met de eerste lijn. Er wordt vaak te lang gewacht met het opmaken van het behandelingsschema bij het ontslag van de patiënt. Hierdoor moeten patiënten langer in het ziekenhuis blijven of worden ze met een inadequaat schema ontslagen uit het ziekenhuis. Een tijdige opmaak van het behandelingsschema is noodzakelijk om het ziekenhuisverblijf niet nodeloos te verlengen. Een laatste en vijfde knelpunt is dat er geen systematische transmurale opvolging wordt voorzien van diabetespatiënten. 13 Senaatsresolutie van 14 november 2007 De Senaat heeft de Federale regering gevraagd om overeenkomstig de resolutie van de Verenigde Naties en de St. Vincent Verklaring, en in overleg met de gefedereerde entiteiten en met alle betrokken actoren, een plan inzake de strijd tegen alle vormen van diabetes uit te werken. Dit plan dient becijferde doelstellingen aan te reiken met betrekking tot de stabilisering, zelfs het terugdringen van deze chronische aandoening en zal betrekking hebben op zowel de primaire als de secundaire preventie (opsporing), als op maatregelen inzake de toegankelijkheid tot de zorg, de behandeling en de begeleiding van de zieken. 13 Malmberg K. Prospective randomised study of intensive insulin treatment on long-term survival after acute myocardial infarction in patients with diabetes mellitus. DICAMI (Diabetes Mellitus, Insulin Glucose Infusion in Acute Myocardial Infarction) Study group. BMJ1997; 314: Van den Berghe G, Wouters P, Weekers F, Verwaest C, Bruyninckx F, Schetz M. Intensive insulin therapy in critically ill patients. N Engl J Med 2001; 345:

14 Het concept patiënteneducatie Er is geen sluitende definitie van patiënteneducatie tot op heden. Er bestaat evenwel een relatieve consensus over de componenten van educatieprogramma s, de potentiële uitkomsten ervan, alsook de kritische succesfactoren. Patiënten educatieprogramma s bestaan voor een veelheid aan patiëntenpopulaties, maar voornamelijk voor chronisch zieken zoals bijvoorbeeld patiënten met diabetes, arthritis, COPD en HIV/AIDS. Definiëring patiënteneducatie 14 Patiënteneducatie wordt gedefinieerd als iedere vorm van geplande educatieve activiteiten ontwikkeld om verbeteringen te bewerkstelligen in de gezondheidsgedragingen en/of gezondheidstoestand van patiënten 15. Noteer dat in deze definitie niet gesproken wordt over het verbeteren van de kennis van patiënten. In dat opzicht wordt er een onderscheid gemaakt tussen patient teaching (loutere kennisoverdracht gebruikt voor bv. acute ziekten -- griep) en patient education (complexe interventie, meestal bij chronisch zieken). Het vergaren van kennis is vaak een noodzakelijke voorwaarde voor gedragsveranderingen, doch kennisvergaring op zich leidt niet automatisch tot gedragsveranderingen of indirect tot een verbetering in de gezondheidsstatus. Patient teaching beperkt zich vaak tot kennisoverdracht waar patient education een breder pakket van interventies (complexe interventies) omvat gericht op (blijvende) gedragsverandering en dus het aanleren van complexe vaardigheden. Doelen patiënteneducatie Het primaire doel van patiënteneducatie is het behouden of verbeteren van de gezondheidsstatus, en in sommige gevallen het voorkomen van de verslechtering ervan. Andere doelen die bij educatieprogramma s worden nagestreefd zijn een verbeterde kennis over de ziekte, diagnose en behandeling, een verbeterde kennis en kunde met betrekking tot de eigen zelfzorg voor het opvolgen van de verschillende facetten van de ziekte, een verbeterde therapietrouw en motivatie om het behandelingsregime op te volgen, verbeterde klinische (bv. minder complicaties) en niet-klinische uitkomsten (bv. verbeterd gebruik van diensten en tevredenheid met de zorg). 15 Lorig K and Associates. Patient Education: A Practical Approach. 3rd edition. Sage Publications (2001).

15 Talrijke wetenschappelijke studies tonen aan dat gestructureerde diabeteseducatie binnen en buiten het ziekenhuis leidt tot belangrijke kostenbesparingen door het uitstellen van complicaties, verkorten van de ligduur en een vermindering van het aantal heropnames. Naast deze economische uitkomsten is educatie tevens geassocieerd met verbeteringen van gepercipieerde kwaliteit van leven en empowerment van patiënten 16. Patiënteneducatie als een complexe interventie Patiënteneducatie is een complexe interventie omdat a) patiënten de vaardigheden moeten ontwikkelen om op dagdagelijkse basis met hun ziekte om te gaan, en b) omdat patiënten hiertoe het (zelf)vertrouwen moeten krijgen om deze vaardigheden ook te kunnen toepassen in de praktijk. Dit veronderstelt in hoofde van de educator een uitgebreide set van kennis en kunden ten einde deze doelen te realiseren. Essentiële dimensies van patiënteneducatie Essentiële dimensies die aan bod moeten komen in patiënteneducatie programma s zijn: a) het leren omgaan met de gevolgen van de ziekte op fysiek, psychologisch, mentaal, sociaal en economisch vlak, b) probleemoplossend leren handelen, c) hiertoe het (zelf)vertrouwen ontwikkelen en d) het ontwikkelen van partnerships met professionele verstrekker(s). 15 Ontwikkeling van een educatieprogramma Bij de opzet van een patiënten educatieprogramma worden er 7 (zeven) fasen voorzien: Identificatie van de noden van de patiënt: wat moet de patiënt weten, kunnen en doen in relatie tot de ziekte? Definiëring van het/de theoretische model(len) die de basis vormen voor het educatieproces (bv. sociaal-cognitieve theorie, theory of reasoned action, transtheoretical model of behavior change..) Definiëring van de componenten van het educatieproces - Welke kennis moet worden overgedragen aan de patiënt en waarom? - Welke doelstellingen zou de patiënt moeten bereiken, tegen wanneer? - Over welke vaardigheden moet de patiënt beschikken? - Hoeveel educatiesessies moeten/kunnen worden voorzien? 16 Knight K, Badamgarav E, Henning JM, Hasselblad V, Gano AD, Ofman J, Weingarten SR. A systematic review of diabetes disease management programs. Am J Manag Care 2005; 11,

16 Welke individuele patiëntenkenmerken zullen bij de uitvoering van het educatieprogramma in rekening moeten worden gebracht? (nieuwe/gekende patiënt, ernst van pathologie/complicaties, leeftijd, co-morbiditeit, psychische status, sociaal-economische situatie, kennisniveau, motivatie, beschikbaarheid familie, ) Definiëring van de gewenste effecten van de educatie Uitvoering van het educatieproces en aanpassing i.f.v individuele kenmerken Evalueren van de effecten van het educatieproces (tevredenheid patiënt, klinische uitkomsten,..) Doel van het project 16 Het doel van het project was detectie en het voorzien van educatie aan patiënten met type 2 diabetes mellitus buiten de diabetesconventie, en buiten de afdelingen endocrino-diabetologie alsook de ondersteuning van de eerste lijn ter verbetering van de zorg aan deze patiënten na ontslag. De educatie betreft gestructureerde en one-to-one (bedside) en/of groepseducatie gegeven door diabeteseducatoren (verpleegkundigen en/of diëtisten met een bijkomende opleiding als diabeteseducator) gedurende een periode van 10 maanden. Ter voorbereiding van het project hebben de ziekenhuizen substantiële investeringen gepleegd t.a.v het implementeren van de noodzakelijke processen om educatie mogelijk te maken binnen het ziekenhuis. In bijlage I. worden deze beschreven. Gemiddeld heeft de voorbereiding van het project in de individuele ziekenhuizen 2 tot 6 maanden in beslag genomen.

17 Methoden Selectie van de deelnemende ziekenhuizen Binnen vooraf bepaalde financiële grenzen werden er 12 contracten toegekend aan geselecteerde kandidaat-ziekenhuizen 17. De selectie gebeurde op basis van welbepaalde kwaliteitscriteria van het ingediende dossier. Er werd tevens representativiteit nagestreefd voor wat betreft de grootte van het ziekenhuis, de inrichtende macht en de geografische ligging (Vlaanderen/Wallonië met een evenredige verdeling over de verschillende provincies). Een overzicht van deelnemende ziekenhuizen is opgenomen in bijlage II. Parameters In totaal werden er 25 parameters geëvalueerd in dit project 18, waarvan er 4 werden gehanteerd als uitkomstmaten ter beoordeling van de kwaliteit/effectiviteit van het project. Uitkomstmaten Vier (4) uitkomstmaten werden gedefinieerd om de kwaliteit/effectiviteit van het project te beoordelen: UITKOMSTMAAT 1: De mate waarin de deelnemende ziekenhuizen erin slagen om de noodzakelijke processen te definiëren en te implementeren m.b.t detectie, educatie en ondersteuning van de eerste lijn die noodzakelijk worden geacht voor het leveren van hoog-kwalitatieve zorg gedurende de doorlooptijd van het project (10 maanden). De processen m.b.t educatie en sensibilisatie werden afgeleid van de aanbevelingen volgend uit de systematische review van Loveman et al. (2008) waarin de effectiviteit van modellen voor diabeteseducatie werd onderzocht 19. De processen zijn: 1) beschikken over een duidelijke indicatiestelling voor educatie, 2) een proces voor opsporing en screening, 3) geformaliseerde samenwerkingsverbanden met de endocrinoloog-diabetoloog, 4) geformaliseerde samenwerkingsverbanden met de betrokken afdelingen, 5) organisatie van multidisciplinaire samenwerking (inclusief conventieteam), 6) voorzien in een ruim (en op-maat) educatieaanbod en ondersteunende tools voor patiënten en educatoren, 7) de organisatie van follow-up activiteiten na het ontslag van de patiënt en de samenwerking met de 1e lijn Er werd één contract toegekend aan 3 ziekenhuizen die hun gezamenlijke kandidatuur hadden gesteld. 18 Omwille van de opbouw van het rapport werden een aantal items gehergroepeerd. 19 Loveman E, Frampton GK, Clegg AJ. The clinical effectiveness of diabetes education models for type 2 diabetes: a systematic review. Health Technol Assess 2008; 12(9).

18 De beoordeling van deze eerste uitkomstmaat gebeurde tijdens de bezoeken aan de individuele ziekenhuizen die werden uitgevoerd door een Nederlandstalige en Franstalige medewerker van de FOD voor respectievelijk de Nederlandstalige en Franstalige ziekenhuizen in de laatste drie maanden van het project. Een overzicht van de scores van de ziekenhuizen op de verschillende processen is weergegeven in tabel UITKOMSTMAAT 2: De gepercipieerde effecten van het project op het niveau van de patiënt, de educatoren en de instelling door de deelnemende ziekenhuizen. Deze uitkomstmaat werd geëvalueerd op basis van individuele gesprekken met de diabeteseducatoren van de deelnemende ziekenhuizen en op basis van het rapport dat door de ziekenhuizen werd ingestuurd (binnen de 2 maanden na het einde van het project 20 ). UITKOMSTMAAT 3: De mate waarin de bevorderende en belemmerende factoren voor de opzet en uitvoering van diabeteseducatie duidelijk worden beschreven door de ziekenhuizen. Deze uitkomstmaat werd geëvalueerd op basis van individuele gesprekken met de diabeteseducatoren van de deelnemende ziekenhuizen en op basis van het rapport dat door de ziekenhuizen werd ingestuurd. UITKOMSTMAAT 4: De mate van tevredenheid van de patiënten die diabeteseducatie hebben ontvangen tijdens de doorlooptijd van het project. Per ziekenhuis werden in oktober 2009 ad random 10 patiënten geselecteerd die diabeteseducatie hadden ontvangen. De selectie gebeurde door een onafhankelijke derde die niet betrokken was bij de uitvoering van het project in het ziekenhuis en die tevens de patiënten telefonisch contacteerde na ontslag. De geselecteerde patiënten werden twee vragen voorgelegd; 1) Kan u een beoordeling geven aan de educatie die u tijdens uw verblijf in het ziekenhuis heeft ontvangen (score 0 tot 10) en 2) heeft u deze informatie nuttig gevonden om beter om te gaan met uw diabetes (score 0 tot 10). Deze uitkomstmaat werd geëvalueerd op basis van het rapport dat door de ziekenhuizen werd ingestuurd. 20 Uiterlijk einde februari 2010.

19 Resultaten Prevalentie van diabetes type 2 binnen de deelnemende ziekenhuizen Er wordt een belangrijke prevalentie vastgesteld van gehospitaliseerde diabetes type 2 binnen de deelnemende ziekenhuizen. Het gemiddelde percentage van gehospitaliseerde patiënten met diabetes dat niet/wel opgenomen is in de diabetesconventie (binnen de deelnemende ziekenhuizen) bedraagt gemiddeld respectievelijk 8% en 3% (tabel 1). Gegeven dat deze gegevens voor de meerderheid van de ziekenhuizen zijn gebaseerd op de MKG gegevens van 2007 betreft het een onderschatting t.a.v de actuele prevalentie. Wanneer het aantal patiënten met insulineresistentie en/of stress hyperglycemie mede in rekening wordt gebracht (+/-7% van de patiëntenpopulatie) dan bedraagt het percentage gehospitaliseerde (niet in de diabetesconventie opgenomen) patiënten met een gestoorde glycemie gemiddeld 15%. Tabel 1: Gehospitaliseerde wel/niet in de diabetesconventie opgenomen patiënten op totaal aantal gehospitaliseerde patiënten Ziekenhuis Gehospitaliseerd en niet opgenomen in de diabetesconventie (in %) Gehospitaliseerd en wel opgenomen in de diabetesconventie (in %) ZH ZH ZH ZH ZH ZH ZH ZH8 8.7 * ZH ZH * ZH * ZH * * Geen data beschikbaar van deze ziekenhuizen. 21 Er is geen relatie tussen de volgorde van de ziekenhuizen zoals voorgesteld in bijlage II en de volgorde van de ziekenhuizen zoals voorgesteld in tabel 1 met het oog op het waarborgen van de anonimiteit van de ziekenhuizen.

20 Spreiding van de patiënten over de verschillende afdelingen Er valt een belangrijke spreiding te noteren van het aantal en de soort betrokken afdelingen die hebben deelgenomen aan de studie (tabel 2). Het gemiddeld aantal afdelingen dat werd betrokken in de studie bedroeg 8 met een spreiding van 3 tot 14. De afdelingen cardiologie, geriatrie, gastro-enterologie en orthopedie-traumatologie werden het meest frequent geselecteerd als target afdelingen. 20 Redenen waarom bepaalde afdelingen geselecteerd werden: hoge prevalentie van diabetes type 2 patiënten belang van specifieke diabetes-gerelateerde problemen voorkomend bij patiënten op bepaalde afdelingen, bv. ontregeling van de glycemie door cortico-therapie bij patiënten op pneumologie, diabetische voetwonden bij patiënten op orthopedie-traumatologie Redenen waarom bepaalde afdelingen niet geselecteerd werden: interferentie met andere projecten (FOD project malnutritie) grote turn-over van patiënten waardoor de organisatie van educatie wordt bemoeilijkt psychische toestand van patiënten (psycho-geriatrie, psychiatrie) Gemiddelde leeftijd van de patiënten De gemiddelde leeftijd van de geëduceerde patiënt was 68.6 jaar (spreiding 42-93), waarbij 43% vrouwen en 57% mannen. De gemiddelde diabetesduur was 6.8+/- 4,9 jaar 22 (zonder de nieuw ontdekte patiënten). Hoofddiagnose en co-morbiditeiten van geëduceerde patiënten Bij de omschrijving van de verschillende hoofddiagnosen van de geëduceerde patiënten hebben de ziekenhuizen verschillende indelingen en omschrijvingen gebruikt. Omwille van deze reden wordt in bijlage III een overzicht geboden van de belangrijkste hoofddiagnosen zonder vermelding van de respectievelijke percentages. 22 Gegevens van vijf ziekenhuizen.

21 De belangrijkste hoofddiagnosen zijn onder te brengen in de rubrieken cardiale, pulmonaire, nefrologische, traumatologische of oncologische problematieken. Naast de hoofddiagnose zijn een belangrijk aantal co-morbiditeiten van toepassing (bijlage III). Tabel 2: Target afdelingen voor diabeteseducatie. ZH1 ZH2 ZH3 ZH4 ZH5 ZH6 ZH7 ZH8 ZH9 ZH10 ZH11 ZH12 23 Cardiologie Coronarografie Vaatheelkunde Cardiale heelkunde Hepatologie Neurol/ neurochir. Geriatrie Psycho-geriatrie Reumatologie Nefrologie Pneumologie Gastro-entero Psychiatrie Revalidatie Ortho/traumatologie Algemene chirurgie Algemene heelkunde Algemene interne Oncologie Gynaecologie Urologie Oftalmologie Neus/keel/oor Stomatologie Slaapeenheid Andere 21 TOTAAL : Indien ziekenhuizen 2 soorten afdelingen hebben geïncludeerd.

22 Totaal aantal patiënten dat gestructureerde educatie wel/niet heeft ontvangen 22 Het totaal aantal patiënten dat one-to-one (bedside) educatie heeft ontvangen over een periode van 10 maanden bedroeg (ofwel 45,8% van de patiënten waarvoor een indicatiestelling voor educatie van toepassing was). Gemiddeld werden er 200 patiënten per ziekenhuis geëduceerd. Dit betekent tevens dat 54,2% (n=3554) van de patiënten met een indicatiestelling geen educatie kon ontvangen. 33% van de ziekenhuizen (n=4) hebben melding gemaakt van het aantal patiënten dat werd gesensibiliseerd d.m.v folders of een eenvoudig patiënten contact, waardoor het aantal patiënten dat in het kader van deze studie werd bereikt de facto nog veel groter is. 25% (n=3) van de ziekenhuizen heeft tevens melding gemaakt van de organisatie van groepseducatie. Voor een overzicht van geëduceerde versus niet geëduceerde patiënten op het totaal van de doelpopulatie zie tabel 3. Tabel 3: Aandeel van patiënten die wel/niet werden geëduceerd op het totaal van de doelpopulatie. Deelnemende Wel educatie Geen educatie Totaal ziekenhuizen ZH ZH ZH ZH ZH ZH ZH ZH8* ZH ZH ZH ZH Algemeen totaal * Vertegenwoordigen 3 ziekenhuizen

23 Verklaringen die werden gegeven voor het niet geven van educatie waren o.a. een te korte opnameduur, te weinig tijd van de educator, transfert van de patiënt naar een andere afdeling, de gezondheidstoestand van de patiënt (mentaal/fysiek), of de afwezigheid van de patiënt door bv. een onderzoek op het moment dat educatie kon worden gegeven. Bij de belangrijkste oorzaken die werden opgegeven voor het niet geven van educatie zijn er vier oorzaken van organisatorische aard (tabel 4). Tabel 4: Redenen waarom educatie niet werd gegeven, ondanks indicatiestelling. Redenen waarom educatie niet werd gegeven Aantal ziekenhuizen (in percent; N: 12) 1. Te korte opname/patiënt ontslagen 92% (11/12) 2. Fysieke en/of mentale gezondheidstoestand van de patiënt (zware pathologie, dementie..) en prognose 3. Te weinig tijd van educator om de patiënt te zien (administratieve taken, ziekte, vakantie,..) 83% (10/12) 83% (10/12) Transfert van patiënt naar andere afdeling of naar andere campus 58% (7/12) 5. Te late detectie van de patiënt (door niet tijdige beschikbaarheid van gegevens m.b.t verhoogde glycemie, dieetlijsten of afdelingslijsten van diabetespatiënten) 6. Interferentie met geplande heelkundige ingreep of patiënt niet aanwezig op kamer door onderzoek 58% (7/12) 58% (7/12) 7. Overlijden 25% (3/12) 8. Diabetes reeds goed geregeld 25% (3/12) 9. Patiënt reeds multidisciplinair opgevolgd door geriatrisch team 25% (3/12) 10. Taalproblemen 17% (2/12) 11. Weigering van de patiënt 17% (2/12) 12. Weigering van de afdeling (interferentie met geplande activiteiten) 17% (2/12) 13. Familie noodzakelijk, maar niet aanwezig 17% (2/12)

24 Aantal nieuw ontdekte patiënten Een belangrijk aantal nieuwe diabetes type 2 patiënten werd geïdentificeerd tijdens het project (tabel 5). Van alle geëduceerde patiënten waren er 838 (28%) nieuw ontdekte patiënten. Tabel 5: Aantal nieuw ontdekte patiënten op totaal aantal geëduceerde patiënten. Ziekenhuis Aantal nieuw ontdekte patiënten 24 ZH1 59 ZH2 12 ZH3 108 ZH4 15 ZH5 34 ZH6 63 ZH7 73 ZH8 374 ZH9 61 ZH10 33 ZH11 3 ZH 12 3 Totaal: 838 Educatie voor opname in het ziekenhuis Van alle patiënten die educatie hebben ontvangen hadden er voor de opname in het ziekenhuis gemiddeld 8% reeds educatie ontvangen van een referentieverpleegkundige of diabetesverpleegkundige in de eerste lijn. Er werd niet geregistreerd wat de inhoud was van deze educatie. 67% (8/12) van de ziekenhuizen gaf aan dat geen enkele patiënt voor opname in het ziekenhuis educatie had ontvangen 24. Omdat specifiek werd gevraagd naar educatie door een diabeteseducator of referentieverpleegkundige in de thuiszorg is het niet bekend in welke mate educatie voor de opname reeds werd verstrekt door de huisarts. 24 We noteren hierbij dat de RIZIV zorgtrajecten bij de aanvang van deze studie nog maar net waren opgestart, waardoor in de toekomst voor patiënten op één en twee insuline-injecties per dag (=doelgroep van de zorgtrajecten) een belangrijke stijging mag worden verwacht van het aantal geëduceerde patiënten bij opname in het ziekenhuis.

25 Uitkomstmaten UITKOMSTMAAT I: Essentiële processen voor hoog-kwalitatieve diabeteseducatie Als éérste uitkomstmaat werd er gekeken naar de mate waarin de deelnemende ziekenhuizen er in zijn geslaagd om essentiële processen voor hoog-kwalitatieve zorg m.b.t detectie, educatie en ondersteuning van de 1e lijn te definiëren én te implementeren gedurende de doorlooptijd van het project (10 maanden). De processen zijn: 1) beschikken over een duidelijke indicatiestelling voor educatie, 2) beschikken over een proces voor opsporing en screening, 3) geformaliseerde samenwerkingsverbanden met de endocrinoloog-diabetoloog, 4) geformaliseerde samenwerkingsverbanden met de betrokken afdelingen, 5) organisatie van multidisciplinaire samenwerking (inclusief conventieteam), 6) voorzien in een ruim (en op maat ) educatieaanbod en ondersteunende tools voor patiënten en educatoren, 7) de organisatie van follow-up activiteiten na het ontslag van de patiënt en de samenwerking met de huisarts/1e lijn. Een overzicht van deze resultaten is weergegeven in tabel Indicatiestelling voor educatie De meerderheid van de ziekenhuizen beschikte over duidelijke indicatiestellingen voor de opname van patiënten in het project. Als indicatiestellingen voor het geven van educatie werden er vier grote groepen van patiënten onderscheiden (tabel 6 A & B). Het betreft A. patiënten met gekende, doch slecht geregelde diabetes (50% van de patiënten), B. patiënten met een nieuw ontdekte diabetes (28% van de patiënten), C. patiënten met een goed geregelde diabetes (7% van de patiënten), of D. patiënten met tijdelijke stresshyperglycemie van de ziekenhuizen (15% van de patiënten). Sommige ziekenhuizen hebben bijkomende indicatiestellingen vermeld zoals o.a. een verhoogd cardiovasculair risico, verkeren in een fysieke en/of mentale toestand die educatie mogelijk maakt, onvoldoende kennis of therapietrouw van de patiënt t.a.v de behandeling, een levensverwachting hebben van > 6 maanden, en bereid zijn om in follow-up te gaan bij de huisarts. De behaalde scores van individuele ziekenhuizen voor dit proces zijn weergegeven in tabel 13.

26 Tabel 6 A: Hoofdindicatiestellingen voor educatie. Indicatiestellingen % van de ziekenhuizen (N=12) Gemiddeld aandeel van de patiëntenpopulatie Patiënten met gekende diabetes en slecht geregeld (HbA1c > 8%) op (diabetes/ vermagerings) dieet, orale antidiabetica en/of insuline 100% (12/12) 50% Patiënten met nieuw ontdekte diabetes 100% (12/12) 28% 26 Goed geregelde diabetici (HbA1c < 8%) op dieet, orale antidiabetica en/of insuline (met ander gezondheidsprobleem) Patiënten met tijdelijke hyperglycemie (stresshyperglycemie) door medicatie (cortisone, TPN-behandeling) of ingreep geïnduceerd, met HbA1c > 6% en thuis geen therapie voor diabetes 75% (9/12) 7% 42% (5/12) 15% Tabel 6 B: Secundaire indicatiestellingen voor educatie. Indicatiestellingen Patiënten met een verhoogd cardiovasculair risico (patiënten met CVA, TIA) % van de ziekenhuizen (N=12) 25% Fysieke/psychische toestand die educatie mogelijk maakt 83% Levensverwachting > 6 maanden 17% Bereid zijn in follow-up te gaan bij huisarts 8% Onvoldoende educatie door de huisarts of thuiszorg 8% Onvoldoende kennis of compliance (therapietrouw) bij de patiënt m.b.t voeding, medicatie, ziekte, verwikkelingen 25%

27 Opsporing van patiënten De meeste ziekenhuizen beschikten over een welomschreven proces voor de opsporing van patiënten (tabel 7). Overzichten van patiënten werden gegenereerd op basis van labo-waarden die op vastgestelde tijdstippen (bv. dagelijks of wekelijks) aan de betrokken diabeteseducator werden bezorgd. Deze data hadden betrekking op een overzicht van patiënten met een verhoogde nuchtere glycemie 126 mg/dl of niet nuchter 180 mg/dl en/of HbA1c > 6%. Andere gebruikte methoden voor opsporing van patiënten waren dieetlijsten of patiëntenlijsten. De scores van individuele ziekenhuizen voor dit proces zijn weergegeven in tabel 13. Tabel 7: Methoden voor het opsporen van (potentiële) diabetes type 2 patiënten. Methode % van de ziekenhuizen (N=12) Elektronisch gegenereerde lijsten met glycemie labo-waarden 75% (9/12) 27 Dieetlijsten (diabetesdieet, vermageringsdieet,..) 50% (6/12) Lijsten met patiënten met diabetes volgens de verschillende afdelingen 42% (5/12) Screening/assessment van (potentiële) patiënten Na de identificatie van een patiënt met een verhoogde glycemiewaarde werd deze gescreend door de diabeteseducator. Dit houdt in dat op basis van het dossier, en meestal in overleg met de behandelende arts of hoofdverpleegkundige, beslist werd of de patiënt in aanmerking kwam voor educatie of sensibilisatie en waarbij een reeks gegevens werden verzameld over de gezondheidstoestand van de patiënt. Het verschil tussen educatie en sensibilisatie is dat in geval van sensibilisatie de patiënt enkel informatieve folders kreeg. Educatie betrof gestructureerde uitleg via een one-to-one (bedside) contact en/of via groepseducatie. In totaal hebben één derde van de ziekenhuizen het onderscheid gemaakt tussen educatie en sensibilisatie. De scores van individuele ziekenhuizen voor dit proces zijn weergegeven in tabel 13.

28 Samenwerking met de endocrinoloog-diabetoloog De meeste ziekenhuizen zijn er in geslaagd een zeer goed samenwerkingverband uit te bouwen tussen de diabeteseducator en de verantwoordelijke endocrinoloog-diabetoloog. Verklarende elementen voor deze goede score zijn een reeds vooraf bestaande overlegcultuur en continue coaching, alsook de gezamenlijke definiëring van alle onderdelen van het project die garant moesten staan voor een goede projectuitvoering. De scores van individuele ziekenhuizen voor dit proces zijn weergegeven in tabel Samenwerking met de betrokken afdelingen Voor wat betreft het onderdeel opzetten van een gestructureerd en goed werkend samenwerkingsverband met de betrokken afdelingen zijn de meeste ziekenhuizen er goed in geslaagd om de medewerking van de betrokken afdelingen te bekomen. Dit heeft zich vertaald in de bereidheid van afdelingen om diabetes patiënten te identificeren, communicaties over diabetes te voorzien in het verpleegdossier, de behandeling van diabetes vroegtijdig op te starten, familie bij de educatie te betrekken en de participatie van artsen aan bijscholingen georganiseerd in het kader van het project. De scores van individuele ziekenhuizen voor dit proces zijn weergegeven in tabel 13. Multidisciplinaire samenwerking Onder multidisciplinaire samenwerking wordt verstaan een of meerdere contacten tussen de diabeteseducator en andere hulpverleners op regelmatige en afgesproken tijdstippen om de inhoud en het verloop van de educatie te bespreken. Sommige ziekenhuizen hadden reeds een traditie om educatie te verstrekken aan gehospitaliseerde patiënten buiten de conventie, waar andere ziekenhuizen meer substantiële investeringen hebben moeten plegen om goede samenwerkingsverbanden met de betrokken afdelingen en een multidisciplinaire samenwerking tot stand te brengen. In tabel 8 wordt een overzicht gegeven van de betrokken personen. Personen die op de hoogte werden gebracht van de educatie van de patiënt en waarmee een uitwisseling van gegevens gebeurde waren de behandelende (zaal) arts (100% van de ziekenhuizen; 12/12), de (hoofd)verpleegkundige (100% van de ziekenhuizen; 12/12) en de huisarts (83% van de ziekenhuizen; 10/12). In geval van beschikbaarheid van de patiënten betrekken 83% (10/12) van de ziekenhuizen ook de familie bij de educatie.

29 Afstemming op reguliere basis gebeurde ook met de endocrinoloog-diabetoloog (50%; 6/12 van de ziekenhuizen;), het conventieteam (50%; 6/12 van de ziekenhuizen) en de diëtiste (33%; 4/12 van de ziekenhuizen). Geformaliseerd overleg met de educatoren van het conventieteam wordt vermeld door 50 % (6/12) van de ziekenhuizen. Minder afstemming werd gepleegd met de psycholoog, de ergotherapeut en de sociale dienst (17%; 2/12 van de ziekenhuizen). Interacties met het voedingsteam werden door 33% (4/12) van de ziekenhuizen vermeld. Deze interacties hadden betrekking op de betrokkenheid van de diëtisten van het voedingsteam in de opleiding van verpleegkundige educatoren, de organisatie van overleg, inhoudelijke bijdragen bij het ontwikkelen van folders en gezamenlijke opleidingsinitiatieven. In bijna alle gevallen gebeurde de multidisciplinaire communicatie mondeling (individueel of via vergaderingen) of middels een specifiek communicatieformulier (33%; 4/12 van de ziekenhuizen). Het opnemen van een verslag van de educatie in het verpleegdossier werd door 75% (9/12) van de ziekenhuizen vermeld. Tabel 8: Overzicht van betrokken hulpverleners bij de zorg van de patiënt. 29 Overzicht van betrokken hulpverleners % van de ziekenhuizen (N=12) Zaalarts 100% (12/12) Hoofdverpleegkundige 100% (12/12) Afstemming met de huisarts 83% (10/12) Afstemming met familie (zo beschikbaar) 83% (10/12) Endocrinoloog-diabetoloog 50% (6/12) Conventieteam 50% (6/12) Diëtiste 33% (4/12) Voedingsteam 33% (4/12) Psycholoog 17% (2/12) Ergotherapeut 17% (2/12) Sociale dienst 17% (2/12)

30 Educatieaanbod en ondersteunende tools Het educatieaanbod, met een differentiatie van de duur van de educatie volgens verschillende doelgroepen, werd duidelijk beschreven door een meerderheid van de ziekenhuizen. 30 Een breed aantal onderwerpen worden behandeld tijdens de educatie. Rubrieken die door alle ziekenhuizen werden vermeld zijn: algemene informatie over de ziekte, regulatie bloedglucosewaarden/voeding, bijzondere situaties, risico s op de lange termijn, controle en follow-up, zelfcontrole. In bijlage IV. en V zijn respectievelijk de onderwerpen van de educatie opgelijst alsook het gewenste profiel van de diabeteseducator. Differentiatie in het educatieaanbod wordt gestuurd door verschillende factoren zoals o.a. de noden en behoeften van de patiënt, het geriatrisch profiel, het voorkomen van cardiovasculaire verwikkelingen, de na te streven behandelingsdoelstellingen, de leeftijd, gezondheidstoestand alsook sociaal-economische factoren (tabel 9). Tabel 9: Factoren die de differentiatie van het educatieaanbod bepalen. Factoren die de differentiatie van het educatieaanbod bepalen % van de ziekenhuizen (N=12) Leeftijd en cognitieve mogelijkheden van de patiënt 100% (12/12) Kennisniveau van de patiënt t.a.v. de ziekte en behandeling 100% (12/12) Algemene gezondheidstoestand (mentaal/fysiek) en 100% (12/12) zelfzorgvermogen Aanwezigheid van (diabetes)-gerelateerde complicaties 75% (9/12) Prioriteiten van de patiënt 75% (9/12) Aanwezigheid van co-morbiditeit 75% (9/12) Aantal en soort na te streven behandeldoelstellingen 50% (6/12) Motivatie van de patiënt om behandeling op te volgen 50% (6/12) Beschikbaarheid van de familie en participatie aan het zorgproces 50% (6/12) Sociaal-economische factoren (financiële mogelijkheden) 50% (6/12) Participatie van de huisarts in het behandelingsgebeuren 25% (3/12) Mogelijkheid om de educatieve taken te verdelen over andere hulpverleners (bv. diëtiste) 8% (1/12)

31 Duur van de educatiesessies De gemiddelde duur van de educatiesessies is relatief sterk verschillend per ziekenhuis. Gekende diabetespatiënten krijgen gemiddeld 30 minuten educatie (met een spreiding van min.) Nieuwe diabetespatiënten krijgen gemiddeld 60 minuten educatie, met een spreiding van 45 min. tot 1,5 uur, eventueel verspreid over meerdere sessies. 58% (7/12) van de ziekenhuizen opteert voor standaardsessies van gemiddeld 30, 60 of 90 minuten, waar 42% (5/12) van de ziekenhuizen een meer gedifferentieerd aanbod hebben variërend van een eerste sessie van 45 minuten, gevolgd door een tweede/derde sessies van 15 minuten of meer. Ondersteunende tools Als ondersteunende tools onderscheiden de ziekenhuizen tools voor de educator en de patiënt en zijn/haar familie (tabel 10). Tabel 10: Tools en ondersteuning ter beschikking aan de educator, patiënt en familie. 31 Tools ter beschikking gesteld aan de educator Opvolgingstools Inhoud Individuele coaching van diabeteseducator door endocrinoloog-diabetoloog en hoofd educatorenteam Percentage van de ziekenhuizen dat tools gebruikt (N=12) 100% (12/12) Opsporingstools Glycemiewaarden van alle opgenomen patiënten op de (target)afdelingen en > 120 mg/dl opgespoord door het labo via een query en doorgestuurd naar de diabeteseducator (Labo informatiesysteem) 67% (8/12) Opleidingstools voor educatoren Communicatieformulieren Disseminatietools Beleidstools Mogelijkheid tot deelname aan cursussen en congressen De (target)afdelingen duiden kandidaat diabetes type 2 patiënten aan die in aanmerking komen voor educatie Verspreiding van informatie rond het project d.m.v intranet Ondersteuning vanuit directie door communicatie met administratieve manager 83% (10/12) 42% (5/12) 50% (6/12) 25% (3/12)

32 Tools ter beschikking gesteld aan de patiënt/familie Brochures en educatietools Inhoud Inhoud over diabetes, websites, kookboeken, folders over opstart insuline, voedingsbrochures, Diabetesvereniging Percentage ziekenhuizen dat tools gebruikt (N=12) 100% (12/12) Starterkit glucosemeter, prikpen en glucosestrips Tech nisch materiaal 58% (7/12) Psychologische begeleiding Video en DVD Ondersteuning bij gedragsverandering (lifestyle veranderingen) Over diabetes en specifieke problemen (voethygiëne) 67% (8/12) 33% (4/12) 32 Overzicht van hulpverleners (bv. podologen) in de regio waar de patiënt woont Oefenprogramma (Revamed diabetesprogramma) Rookstop training in het ziekenhuis Sociale kaart 25% (3/12) Bewegingsprogramma 8% (1/12) Specifieke coaching rond rookstop 8% (1/12) Obesitasproject (revalidatieprogramma) Specifieke coaching rond gezonde voeding 8% (1/12) stappenplan Specifieke coaching rond beweging 8% (1/12) Follow-up na ontslag uit het ziekenhuis Follow-up acties na ontslag worden door één derde van de ziekenhuizen (4/12) georganiseerd. Het betreft zowel algemene terugkomdagen als de opvolging van patiënten die hebben ingetekend op specifieke programma s van het ziekenhuis zoals bijvoorbeeld een rookstopprogramma, een revalidatieprogramma voor overgewicht of bewegingsprogramma s.

HEALTH PROMOTING HOSPITAL: DIABETES PILOOTROJECT ROND DETECTIE, EDUCATIE EN ONDERSTEUNING VAN DE EERSTE LIJN

HEALTH PROMOTING HOSPITAL: DIABETES PILOOTROJECT ROND DETECTIE, EDUCATIE EN ONDERSTEUNING VAN DE EERSTE LIJN 1 HEALTH PROMOTING HOSPITAL: DIABETES PILOOTROJECT ROND DETECTIE, EDUCATIE EN ONDERSTEUNING VAN DE EERSTE LIJN Voorstelling resultaten aan Directies & Diabeteseducatoren Liesbeth Borgermans Miguel Lardennois

Nadere informatie

Samenvatting voor niet-ingewijden

Samenvatting voor niet-ingewijden voor niet-ingewijden Type 2 diabetes Diabetes is een ernstige chronische ziekte, die wordt gekenmerkt door te hoge glucosespiegels (de suikers ) in het bloed. Er zijn verschillende typen diabetes, waarvan

Nadere informatie

7. Zorgtrajecten. Inleiding. suggestievragen

7. Zorgtrajecten. Inleiding. suggestievragen 7. Zorgtrajecten Inleiding Een zorgtraject beoogt een multidisciplinaire benadering van de chronisch zieke patiënt. De toepassing van een zorgtraject gaat echter gepaard met een aantal administratieve

Nadere informatie

AANMELDEN ZORGSYSTEMEN HALT2DIABETES ZORGSYSTEMEN HALT2DIABETES

AANMELDEN ZORGSYSTEMEN HALT2DIABETES ZORGSYSTEMEN HALT2DIABETES BIJLAGE HOOFDSTUK 1 AANMELDEN VOORTRAJECT ( OPVOLGING VAN EEN PATIËNT MET DIABETES TYPE 2 ) Het voortraject of Opvolging van een patiënt met diabetes type 2 is er voor alle patiënten met diabetes type

Nadere informatie

Schatting aantal diabetespatiënten in de projectregio Gent/Merelbeke

Schatting aantal diabetespatiënten in de projectregio Gent/Merelbeke Schatting aantal diabetespatiënten in de projectregio Gent/Merelbeke Een eerste speerpuntproject van het LMN Gent/Merelbeke September 2012 Opgesteld door: Stuurgroep LMN Samen in Zorg (L. Alleman, E. Beddeleem,

Nadere informatie

Prediabetes : ontwikkelt iedereen diabetes? Wie screenen en hoe? C. De Block Endocrinologie-Diabetologie Voorzitter Diabetes Liga

Prediabetes : ontwikkelt iedereen diabetes? Wie screenen en hoe? C. De Block Endocrinologie-Diabetologie Voorzitter Diabetes Liga Prediabetes : ontwikkelt iedereen diabetes? Wie screenen en hoe? C. De Block Endocrinologie-Diabetologie Voorzitter Diabetes Liga Inhoudsweergave Wie is at risk & Diagnose Prevalentie Klinisch belang van

Nadere informatie

6/11/2012. Wat is case management? Case management. Case management en ontslagmanagement in algemene en psychiatrische ziekenhuizen

6/11/2012. Wat is case management? Case management. Case management en ontslagmanagement in algemene en psychiatrische ziekenhuizen Case management en ontslagmanagement in algemene en psychiatrische ziekenhuizen Prof. Dr. Philip Moons Eva Goossens Centrum voor Ziekenhuis- en Verplegingswetenschap KU Leuven Wat is case management? Management:

Nadere informatie

Diabetesconventie voor kinderen en adolescenten

Diabetesconventie voor kinderen en adolescenten Diabetesconventie voor kinderen en adolescenten informatie voor patiënten INLEIDING 3 VOORSTELLING VAN HET DIABETESTEAM 5 Artsen Verpleegkundigen Diëtisten Psychologe Sociaal werkster Secretariaatsmedewerkster

Nadere informatie

Pilootproject Waasland Geïntegreerde Zorg voor Chronisch Zieken

Pilootproject Waasland Geïntegreerde Zorg voor Chronisch Zieken Pilootproject Waasland Geïntegreerde Zorg voor Chronisch Zieken De context Oproep vanuit de overheid voor opzetten van pilootprojecten gezamenlijke inspanning Federale overheid Vlaamse overheid Waalse

Nadere informatie

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Samenvatting Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Hoofdstuk 1 bevat de algemene inleiding van dit proefschrift. Dit hoofdstuk

Nadere informatie

ACHIL: evaluatie van de zorgtrajecten diabetes mellitus type 2 en chronische nierinsufficiëntie

ACHIL: evaluatie van de zorgtrajecten diabetes mellitus type 2 en chronische nierinsufficiëntie ACHIL: evaluatie van de zorgtrajecten diabetes mellitus type 2 en chronische nierinsufficiëntie Achil Phase 1 (2009-2013). Ambulatory Care Health Information Laboratory Feedback rapport Lokale Multidisciplinaire

Nadere informatie

Hoe gaat het zorgtraject diabetes type 2 er in de toekomst uitzien? Stand van zaken na de evaluatie

Hoe gaat het zorgtraject diabetes type 2 er in de toekomst uitzien? Stand van zaken na de evaluatie Hoe gaat het zorgtraject diabetes type 2 er in de toekomst uitzien? Stand van zaken na de evaluatie NVKVV Oostende 27 april 2015 1 Inleiding 2 1 Wat is een zorgtraject? Nieuwe aanpak van een chronische

Nadere informatie

18/06/2014 GROEPSVOORLICHTING DIABETES INHOUD WAAROM INFO OVER DIABETES? Info diabetes Prevalentie Types

18/06/2014 GROEPSVOORLICHTING DIABETES INHOUD WAAROM INFO OVER DIABETES? Info diabetes Prevalentie Types INHOUD GROEPSVOORLICHTING DIABETES W E R K G R O E P D I AB E T E S L M N Z U I D E R K E M P E N Info diabetes Prevalentie Types Wat is LMN Werkgroep diabetes Conversation Maps Wat? Samenwerking lokaal

Nadere informatie

Pilootproject Waasland. Geïntegreerde Zorg voor Chronisch Zieken

Pilootproject Waasland. Geïntegreerde Zorg voor Chronisch Zieken Pilootproject Waasland Geïntegreerde Zorg voor Chronisch Zieken De context Oproep vanuit de overheid voor opzetten van pilootprojecten gezamenlijke inspanning Federale overheid Vlaamse overheid Waalse

Nadere informatie

Evolutie in de zorg voor diabetespatiënten: van specialist naar multidisciplinaire teamwerking

Evolutie in de zorg voor diabetespatiënten: van specialist naar multidisciplinaire teamwerking Evolutie in de zorg voor diabetespatiënten: van specialist naar multidisciplinaire teamwerking Chantal Mathieu, MD PhD Endocrinologie UZ Leuven, KU Leuven België Hoe kwaliteit van zorgen voor mensen met

Nadere informatie

Dutch Summary - Nederlandse Samenvatting

Dutch Summary - Nederlandse Samenvatting 119 Hoofdstuk 1 - Algemene inleiding Hoofdstuk 1 bevat algemene informatie over type 2 diabetes, waarin onderwerpen aan bod komen zoals: risicofactoren voor het ontwikkelen van type 2 diabetes, de gevolgen

Nadere informatie

Het RAI-instrument Resident Assessment Instrument Naar een implementatie in België?

Het RAI-instrument Resident Assessment Instrument Naar een implementatie in België? FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU DIRECTORAAT-GENERAAL ORGANISATIE GEZONDHEIDSZORGVOORZIENINGEN Symposium 19 februari 2008 Wolubilis - Brussel (Sint-Lambrechts-Woluwe)

Nadere informatie

DIABETES TYPE 2: VOORTRAJECT EN ZORGTRAJECT WIJZIGINGEN PER 1 MEI 2018

DIABETES TYPE 2: VOORTRAJECT EN ZORGTRAJECT WIJZIGINGEN PER 1 MEI 2018 DIABETES TYPE 2: VOORTRAJECT EN ZORGTRAJECT WIJZIGINGEN PER 1 MEI 2018 In mei 2015 richtte het Riziv een ad hoc werkgroep op genoemd diabetes type 2 en comorbiditeit. Een afgevaardigde van de commissie

Nadere informatie

Organisatie van de chronische zorg: een nieuwe aanpak nodig? Ontwikkeling van een position paper. Presenter : K. Van Week denvpk Heede 18 Maart 2013

Organisatie van de chronische zorg: een nieuwe aanpak nodig? Ontwikkeling van een position paper. Presenter : K. Van Week denvpk Heede 18 Maart 2013 Organisatie van de chronische zorg: een nieuwe aanpak nodig? Ontwikkeling van een position paper Editors: D. Paulus, K. Van den Heede, R. Mertens Presenter : K. Van Week denvpk Heede 18 Maart 2013 Position

Nadere informatie

Voorstellen. Winnie van El Verpleegkundig Specialist Diabeteszorg Universitair Medisch Centrum Groningen

Voorstellen. Winnie van El Verpleegkundig Specialist Diabeteszorg Universitair Medisch Centrum Groningen Voorstellen Winnie van El Verpleegkundig Specialist Diabeteszorg Universitair Medisch Centrum Groningen Niertransplantatie UMCG Niertransplantatie 8 centra NL * UMC 1 e jaar UMC vervolg 2 e lijn, periferie

Nadere informatie

WAT KAN EEN EDUCATOR VOOR U BETEKENEN? Carine Corthaut Diabeteseducator

WAT KAN EEN EDUCATOR VOOR U BETEKENEN? Carine Corthaut Diabeteseducator WAT KAN EEN EDUCATOR VOOR U BETEKENEN? Carine Corthaut Diabeteseducator WAT HEEFT EEN EDUCATOR VOOR U AL BETEKEND? LEVENSLOOP Julie 19 jaar: Type 1 diabetes Rudi 56 jaar: Type 2 diabetes Katrien 29 jaar:

Nadere informatie

datum nieuwsbrief /01/2009 nieuwsbrief aan de huisartsen geriatrisch profiel

datum nieuwsbrief /01/2009 nieuwsbrief aan de huisartsen geriatrisch profiel «aanspreek» «voornaam» «naam» «adres» «postcode» «gemeente» ons kenmerk datum nieuwsbrief 200901 27/01/2009 nieuwsbrief aan de huisartsen geriatrisch profiel Geachte arts, 1. Inleiding: Op 19 december

Nadere informatie

Richtlijnen met betrekking tot de forfaitaire honoraria voor verstrekkingen aan diabetespatiënten

Richtlijnen met betrekking tot de forfaitaire honoraria voor verstrekkingen aan diabetespatiënten Richtlijnen met betrekking tot de forfaitaire honoraria voor verstrekkingen aan diabetespatiënten 1. Richtlijnen betreffende de inhoud van het specifiek verpleegdossier van de diabetespatiënt Dit specifiek

Nadere informatie

Chapter 10 Samenvatting

Chapter 10 Samenvatting Chapter 10 Samenvatting Chapter 10 De laatste jaren is de mortaliteit bij patiënten met psychotische aandoeningen gestegen terwijl deze in de algemene populatie per leeftijdscategorie is gedaald. Een belangrijke

Nadere informatie

Platform epilepsieverpleegkundigen i.s.m. SEPION

Platform epilepsieverpleegkundigen i.s.m. SEPION Platform epilepsieverpleegkundigen i.s.m. SEPION Leven met epilepsie: Zelfmanagement Loes Leenen, MANP PhD trainee zelfmanagement Inleiding Achtergrond Zelfmanagement Zelfmanagement & Kwaliteit van leven

Nadere informatie

Nieuwe richtlijnen diabetes

Nieuwe richtlijnen diabetes Nieuwe richtlijnen diabetes Nieuwe richtlijnen diabetes In de loop van 2016 zijn er verschillende nieuwe richtlijnen gecommuniceerd en sinds 1 mei 2018 gelden er opnieuw nieuwe regelgevingen niet eenvoudig

Nadere informatie

Diabetes. jouw thuisverpleging. onze expertise.

Diabetes. jouw thuisverpleging. onze expertise. Diabetes jouw thuisverpleging. onze expertise. Diabetes... en nu? Diabetes is een chronische aandoening die hoe langer hoe meer Belgen treft. Een gezonde levensstijl is de beste preventie tegen uitbreiding

Nadere informatie

Transmurale zorgbrug

Transmurale zorgbrug Transmurale zorgbrug 13 februari 2014 Geriatriedagen 2014 Renate Agterhof, verpleegkundig specialist Spaarne Ziekenhuis Marina Tol, onderzoekscoördinator AMC Programma Aanleiding, ontwikkeling en stand

Nadere informatie

Preventie van type 2 diabetes bij volwassenen

Preventie van type 2 diabetes bij volwassenen Preventie van type 2 diabetes bij volwassenen Kernboodschappen Uitgave januari 2016 www.diabetes.be Diabetes mellitus Iemand met diabetes heeft een verhoogd bloedsuikergehalte omdat men niet voldoende

Nadere informatie

Revalidatie-overeenkomst voor zelfregulatie door diabetes mellitus-patiënten - huisartseninformatie

Revalidatie-overeenkomst voor zelfregulatie door diabetes mellitus-patiënten - huisartseninformatie Revalidatie-overeenkomst voor zelfregulatie door diabetes mellitus-patiënten - huisartseninformatie Inhoud 1. Onze krachtlijnen 2. Wat kan de patiënt van ons verwachten 3. Wat is de rol van de huisarts

Nadere informatie

Het zorgtraject diabetes: van regels naar praktijk

Het zorgtraject diabetes: van regels naar praktijk Het zorgtraject diabetes: van regels naar praktijk Dr. Frank NOBELS endocrinologie O.L.V. Aalst zorgvernieuwing nodig! Enorme toename van chronische aandoeningen De organisatie van onze gezondheidszorg

Nadere informatie

Samenvatting R1 R2 R3 R4 R5 R6 R7 R8 R9

Samenvatting R1 R2 R3 R4 R5 R6 R7 R8 R9 SAMENVATTING 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 134 Type 2 diabetes is een veel voorkomende ziekte die een grote impact heeft op zowel degene waarbij

Nadere informatie

Chronische Nierschade in Nederland

Chronische Nierschade in Nederland Chronische Nierschade in Nederland Stadium GFR (ml/min/1,73m 2 ) Albuminurie > 30 mg/24 hr Prevalentie VS (%) Prevalentie Nederland (%) 1 >90 Ja 3,3 1,3 2 60-89 Ja 3,0 3,8 3 30-59 Ja/nee 4,3 5,3 4 15-29

Nadere informatie

Reflecties over de stand van zaken over case management thuis in België Jean Macq Thérèse Van Durme

Reflecties over de stand van zaken over case management thuis in België Jean Macq Thérèse Van Durme Reflecties over de stand van zaken over case management thuis in België Jean Macq Thérèse Van Durme Context Definitie van case management vanuit een benadering Top-down: bijv. zorgcoördinatie in het Waalse

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 5: PREVENTIE Stefaan Demarest, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 121 Nederlandse samenvatting Patiënten met type 2 diabetes mellitus (T2DM) hebben een verhoogd risico op de ontwikkeling van microvasculaire en macrovasculaire complicaties. Echter,

Nadere informatie

1 jaar Zoet Zwanger: Vlaanderen in actie tegen diabetes

1 jaar Zoet Zwanger: Vlaanderen in actie tegen diabetes Kabinet Jo Vandeurzen Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin 11 oktober 2010 1 jaar Zoet Zwanger: Vlaanderen in actie tegen diabetes Het project Zoet Zwanger moet vrouwen die zwangerschapsdiabetes

Nadere informatie

The RIGHT food is the best medicine

The RIGHT food is the best medicine The RIGHT food is the best medicine Nutritie Support Team : Dr G..Lambrecht, E. Museeuw, N. Baillieul Dienst gastro-enterologie: Dr. G. Deboever Dr. G. Lambrecht Dr. M. Cool Inhoud Ondervoeding Voedingsbeleid

Nadere informatie

Complexe zorg in de eerstelijn. Wijkverpleegkundige Mr. C Marijke Geukens

Complexe zorg in de eerstelijn. Wijkverpleegkundige Mr. C Marijke Geukens Complexe zorg in de eerstelijn Wijkverpleegkundige Mr. C Marijke Geukens Wit-Gele Kruis Limburg Cijfers: 13.000 pat. per maand 10.000 bezoeken per dag 1600 medewerkers 1270 Verpleegkundigen 650 verpleegkundige

Nadere informatie

Diabetes opvolgen? Wit-Gele Kruis heeft het in de vingers!

Diabetes opvolgen? Wit-Gele Kruis heeft het in de vingers! Diabetes opvolgen? Wit-Gele Kruis heeft het in de vingers! Deze brochure bevat meer info over onze dienstverlening voor diabetici. Je verpleegkundige of diabeteseducator licht deze brochure graag persoonlijk

Nadere informatie

Part A: Glycated hemoglobin A1c as a screening tool for detection of type 2 diabetes?

Part A: Glycated hemoglobin A1c as a screening tool for detection of type 2 diabetes? Part A: Glycated hemoglobin A1c as a screening tool for detection of type 2 diabetes? Part B: Evaluation of point-of-care instruments for glycated hemoglobin A1c testing in an ambulant hospital setting

Nadere informatie

FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU. Eerstelijnspsychologische & orthopedagogische zorg

FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU. Eerstelijnspsychologische & orthopedagogische zorg 1 Eerstelijnspsychologische & orthopedagogische zorg 2 Dr. Sarah Morsink - Expert hervorming GGZ volwassenen ELP Netwerken Werkveld FOD expert team Beleid RIZIV Onderzoeksteam Andere actoren 3 Dr. Sarah

Nadere informatie

Vroegtijdige zorgplanning in woonzorgcentra. hype of hulp? Dr. Gert Huysmans, Voorzitter Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen

Vroegtijdige zorgplanning in woonzorgcentra. hype of hulp? Dr. Gert Huysmans, Voorzitter Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen Vroegtijdige zorgplanning in woonzorgcentra hype of hulp? Dr. Gert Huysmans, Voorzitter Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen 2 Historiek medische zorg Besef dat gezondheidzorg bestaat uit meerderheid

Nadere informatie

DIABETESEDUCATIE DOEN WE HET GOED?!

DIABETESEDUCATIE DOEN WE HET GOED?! DIABETESEDUCATIE DOEN WE HET GOED?! DE ONTWIKKELING EN VALIDERING VAN EEN MEETINSTRUMENT TER EVALUATIE VAN DE EFFECTIVITEIT VAN DIABETESEDUCATIE BINNEN DE 2 de LIJN VEERLE DUPREZ MARC DE SPIEGELAERE MARLEEN

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting De levensverwachting van mensen met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) is gemiddeld 13-30 jaar korter dan die van de algemene bevolking. Onnatuurlijke doodsoorzaken zoals

Nadere informatie

Brandend actueel: Multidisciplinaire pijncentra en algologische teams. Susan Broekmans VS pijn UZ Leuven

Brandend actueel: Multidisciplinaire pijncentra en algologische teams. Susan Broekmans VS pijn UZ Leuven Brandend actueel: Multidisciplinaire pijncentra en algologische teams Susan Broekmans VS pijn UZ Leuven Overzicht Historiek Pilootprojecten Algologische functies Multidisciplinaire pijnteams Waar staan

Nadere informatie

LMN: Lokaal Multidisciplinair Netwerk. Communicatie & samenwerking centraal

LMN: Lokaal Multidisciplinair Netwerk. Communicatie & samenwerking centraal LMN: Lokaal Multidisciplinair Netwerk Communicatie & samenwerking centraal Inhoud Wie is wie? LMN: Waarom? Wat? Wanneer? Hoe? Waar? Waarom? Waarom richtte men het LMN op? Wat & Wanneer? Hoe? Waar? Wat

Nadere informatie

Geriatrische Revalidatie voor de oudere patiënt met een cardiovasculaire aandoening Leonoor van Dam van Isselt, specialist ouderengeneeskunde Dian

Geriatrische Revalidatie voor de oudere patiënt met een cardiovasculaire aandoening Leonoor van Dam van Isselt, specialist ouderengeneeskunde Dian Geriatrische Revalidatie voor de oudere patiënt met een cardiovasculaire aandoening Leonoor van Dam van Isselt, specialist ouderengeneeskunde Dian Pruijsers-Lamers, Verpleegkundig Specialist Cardiologie

Nadere informatie

Bijkomende informatie, gecommuniceerd door het RIZIV op 24 april, is in onderstaande tekst aangevuld en gemarkeerd.

Bijkomende informatie, gecommuniceerd door het RIZIV op 24 april, is in onderstaande tekst aangevuld en gemarkeerd. NIEUWSBRIEF april 2018 Lokaal Multidisciplinair Netwerk Aalst Nieuwe regelgeving zorgtraject en voortraject: bijkomende informatie Bijkomende informatie, gecommuniceerd door het RIZIV op 24 april, is in

Nadere informatie

(On)zin van diabetes behandeling bij ouderen

(On)zin van diabetes behandeling bij ouderen symposium 11/10/14 (On)zin van diabetes behandeling bij ouderen Dr. K. Mortelmans Endocrinologie RZ HHart Leuven Belang Toenemende prevalentie type 2 diabetes Wijzigende levensgewoonte Vergrijzing Meer

Nadere informatie

17/12/2013. Inhoudsweergave. Hoe kunnen zorgverleners dagdagelijks meehelpen bij de preventiestrijd tegen T2DM en zwangerschapsdiabetes?

17/12/2013. Inhoudsweergave. Hoe kunnen zorgverleners dagdagelijks meehelpen bij de preventiestrijd tegen T2DM en zwangerschapsdiabetes? Hoe kunnen zorgverleners dagdagelijks meehelpen bij de preventiestrijd tegen T2DM en zwangerschapsdiabetes? prof dr C. De Block Endocrinologie-diabetologie UZA & UA Secretaris Vlaamse Diabetes Vereniging

Nadere informatie

Informatiefolder. Diabetesconventie OLV Ziekenhuis. Hier komt titel van persbericht. Pagina 1

Informatiefolder. Diabetesconventie OLV Ziekenhuis. Hier komt titel van persbericht. Pagina 1 Informatiefolder Diabetesconventie OLV Ziekenhuis Hier komt titel van persbericht Pagina 1 Wat is de diabetesconventie? De diabetesconventie is een overeenkomst tussen de persoon met diabetes, het ziekenhuis

Nadere informatie

Diabetesconventie Gasthuisberg

Diabetesconventie Gasthuisberg Diabetesconventie Gasthuisberg REVALIDATIEOVEREENKOMST INZAKE ZELFREGULATIE VAN DIABETES MELLITUS-PATIËNTEN Voorgeschiedenis Maart 1987: Diabetesconventie Terugbetaling glycemie-testmateriaal Oktober 1989:

Nadere informatie

Gezondheidszorg. Zorgtraject diabetes. Informatie voor artsen en andere zorgverleners. vzw

Gezondheidszorg. Zorgtraject diabetes. Informatie voor artsen en andere zorgverleners. vzw Gezondheidszorg Zorgtraject diabetes Informatie voor artsen en andere zorgverleners 1 vzw De diabetesverpleegkundigen van Solidariteit voor het Gezin staan voor u klaar! Zorgtraject diabetes Het zorgtraject

Nadere informatie

Info spot. Diabetes en depressie. Inleiding. Oktober - november - december 2011

Info spot. Diabetes en depressie. Inleiding. Oktober - november - december 2011 Oktober - november - december 2011 Info spot Diabetes en depressie Inleiding Diabetes mellitus, ofwel suikerziekte, is een chronische stofwisselingsziekte die gekenmerkt wordt door een te hoog glucosegehalte

Nadere informatie

Samenvatting SAMENVATTING

Samenvatting SAMENVATTING Samenvatting 147 Samenvatting Bezorgdheid om te vallen is een algemeen probleem onder zelfstandig wonende ouderen en vormt een bedreiging voor hun zelfredzaamheid. Deze bezorgdheid is geassocieerd met

Nadere informatie

3.3 Delirium. herkend wordt. Onduidelijk is in hoeveel procent het delirium niet, of niet volgens de gangbare richtlijnen, behandeld wordt.

3.3 Delirium. herkend wordt. Onduidelijk is in hoeveel procent het delirium niet, of niet volgens de gangbare richtlijnen, behandeld wordt. 3.3 Delirium Delirium is waarschijnlijk de meest voorkomende neuropsychiatrische stoornis in het algemeen en academisch ziekenhuis, met een prevalentie van 15 tot 50 procent bij opgenomen oudere patiënten.

Nadere informatie

ZELFEVALUATIE VAN DE THEMA S HOOG RISICO MEDICATIE IDENTITOVIGILANTIE

ZELFEVALUATIE VAN DE THEMA S HOOG RISICO MEDICATIE IDENTITOVIGILANTIE COÖRDINATIE KWALITEIT EN PATIËNTVEILIGHEID TWEEDE MEERJARENPLAN 2013-2017 Contract 2013 ZELFEVALUATIE VAN DE THEMA S HOOG RISICO MEDICATIE IDENTITOVIGILANTIE Sp-ziekenhuizen 1 1. Inleiding Hierna volgt

Nadere informatie

Obesitaskliniek groepsprogramma

Obesitaskliniek groepsprogramma Obesitaskliniek groepsprogramma INLEIDING Overgewicht of obesitas is een wereldwijd gezondheidsprobleem, zowel op individueel als op maatschappelijk vlak. Mensen met overgewicht hebben vaak te kampen met

Nadere informatie

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid 1 Samenvatting van de IMA-studie Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid Het aantal arbeidsongeschikten alsook de betaalde uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid

Nadere informatie

Inleiding. A Case finding B Multifactoriële C Multifactoriële. Transfer van informatie bij ontslag

Inleiding. A Case finding B Multifactoriële C Multifactoriële. Transfer van informatie bij ontslag Inleiding Het College van Geneesheren voor de dienst Geriatrie heeft in het kader van kwaliteitsverbeterende initiatieven de laatste jaren gewerkt rond het gebruik van assessment instrumenten. Aan de hand

Nadere informatie

Zorgpad Zwangerschapsdiabetes

Zorgpad Zwangerschapsdiabetes Zorgpad Zwangerschapsdiabetes Projectdossier kwaliteitsprijs Rode Kruis 2012 Verloskunde, endocrinologie, diëtiek, pediatrie O.L.Vrouwziekenhuis Aalst-Asse-Ninove natascha.deprez@olvz-aalst.be paul.van.crombrugge@olvz-aalst.be

Nadere informatie

Feedback rapport per huisarts

Feedback rapport per huisarts ACHIL: evaluatie van de zorgtrajecten diabetes mellitus type 2 en chronische nierinsufficiëntie Achil Phase 1 (2009-2013). Ambulatory Care Health Information Laboratory Feedback rapport per huisarts Dataverzameling

Nadere informatie

De elektronische software voor het beheer van het medisch dossier is in staat om:

De elektronische software voor het beheer van het medisch dossier is in staat om: RIZIV-INAMI R&D Lastenboek voor medische software die de medische en administratieve gegevens van chronische patiënten behandelt, in het bijzonder van diabetespatiënten. De elektronische software voor

Nadere informatie

Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae List of publications

Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae List of publications Chapter 9 Dankwoord Curriculum Vitae List of publications Obesitas (vetzucht) bij kinderen is gedurende de afgelopen decennia een groeiend en wereldwijd probleem geworden. De snel toenemende prevalentie

Nadere informatie

Diabetes en ziekenhuisopname. Informatiebrochure

Diabetes en ziekenhuisopname. Informatiebrochure Diabetes en ziekenhuisopname Informatiebrochure Inhoud 1 Wat bij een hospitalisatie? 4 2 Bloedsuikerwaarden in het ziekenhuis 5 3 Hoe streven naar goede bloedsuikerwaarden in het ziekenhuis? 6 4 Wat met

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Het in kaart brengen en bespreken van de kwaliteit van leven van adolescenten met type 1 diabetes in de reguliere zorg

Nederlandse samenvatting. Het in kaart brengen en bespreken van de kwaliteit van leven van adolescenten met type 1 diabetes in de reguliere zorg Nederlandse samenvatting Het in kaart brengen en bespreken van de kwaliteit van leven van adolescenten met type 1 diabetes in de reguliere zorg Dit proefschrift richt zich op adolescenten met type 1 diabetes

Nadere informatie

Betere zorg voor patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden

Betere zorg voor patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden Betere zorg voor patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden Prof. dr. Jany Rademakers NIVEL Nederlands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg CAPHRI Care and Public Health Research Institute

Nadere informatie

Chapter 9. Samenvatting

Chapter 9. Samenvatting Chapter 9 Samenvatting 130 Samenvatting 131 Samenvatting Complicaties van de onderste extremiteit, in het bijzonder voetulcera (voetwonden), veroorzaken een zeer grote ziektelast en een grote mate van

Nadere informatie

Kwaliteitsnormen. Blaascarcinoom

Kwaliteitsnormen. Blaascarcinoom Kwaliteitsnormen Blaascarcinoom Versie 6 September 2018 Achtergrond herziening 2017 De NVU heeft eind 2010 de eerste kwaliteitsnormen blaascarcinoom openbaar gemaakt en deze in 2012 en 2014 herzien. Sinds

Nadere informatie

ZELFMANAGEMENTONDERSTEUNING IN DE CHRONISCHE ZORG COMPETENTIES BIJ (STUDENT)VERPLEEGKUNDIGEN

ZELFMANAGEMENTONDERSTEUNING IN DE CHRONISCHE ZORG COMPETENTIES BIJ (STUDENT)VERPLEEGKUNDIGEN ZELFMANAGEMENTONDERSTEUNING IN DE CHRONISCHE ZORG COMPETENTIES BIJ (STUDENT)VERPLEEGKUNDIGEN Veerle Duprez Prof. dr. Ann Van Hecke AANLEIDING Beroeps- & opleidingsprofiel Mensen met chronische aandoening

Nadere informatie

Gezondheidsvaardigheden in de Nederlandse volwassen bevolking Het doel van het eerste deel van dit proefschrift, was te onderzoeken in hoeverre

Gezondheidsvaardigheden in de Nederlandse volwassen bevolking Het doel van het eerste deel van dit proefschrift, was te onderzoeken in hoeverre Samenvatting Inleiding In Nederland wordt van burgers verwacht dat zij een zelfstandige en verantwoordelijke rol vervullen met betrekking tot hun gezondheid en zorg. Dit is het gevolg van verschillende

Nadere informatie

Chapter 11. Nederlandse samenvatting

Chapter 11. Nederlandse samenvatting Chapter 11 Nederlandse samenvatting Chapter 11 Reumatoïde artritis (RA) is een chronische aandoening die wordt gekenmerkt door ontstekingen van de gewrichten. Symptomen die optreden zijn onder andere pijn,

Nadere informatie

Diabetes Mellitus en Beweging

Diabetes Mellitus en Beweging Diabetes Mellitus en Beweging Doelen 0Refresher 0Patient Education 0Exercise and DM Wat betekent het? 0 Diabetes: Door(heen) gaan 0 Mellitus: Honing/Zoet Wat is het? 0 Groep van stoornissen met hyperglycemieën

Nadere informatie

Landelijk Diabetes Congres Diabetes bij ouderen Dr Majon Muller Internist-ouderengeneeskunde

Landelijk Diabetes Congres Diabetes bij ouderen Dr Majon Muller Internist-ouderengeneeskunde Landelijk Diabetes Congres 2016 Diabetes bij ouderen Dr Majon Muller Internist-ouderengeneeskunde Disclosures (potentiële) belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen. David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek

Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen. David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek Achtergrond Het Klinefelter syndroom(ks): Genetisch kenmerk extra X-chromosoom:

Nadere informatie

OSS/Arts en voeding. Oktober 2018

OSS/Arts en voeding. Oktober 2018 OSS/Arts en voeding Oktober 2018 een gezondheidszorgsysteem dat alle drie de doelen, gezondheid, kwaliteit van zorg en kosten, kan bewerkstelligen zal er anders uit zien dan één die zich slechts richt

Nadere informatie

Aanvraag tot erkenning als ziekenhuisdienst voor de opleiding van huisartsen

Aanvraag tot erkenning als ziekenhuisdienst voor de opleiding van huisartsen Aanvraag tot erkenning als ziekenhuisdienst voor de opleiding van huisartsen Andriy Popov - 123rf.com 1 1. Wettelijke basis : KB van 21 april 1983 tot vaststelling van de nadere regelen voor erkenning

Nadere informatie

Een kwaliteitsverbeteringsproject voor diabeteszorg in het Wit-Gele Kruis

Een kwaliteitsverbeteringsproject voor diabeteszorg in het Wit-Gele Kruis Een kwaliteitsverbeteringsproject voor diabeteszorg in het Wit-Gele Kruis Resultaten van de implementatie van verpleegaanbevelingen voor diabetes in het Wit-Gele Kruis. Wouters R., Debaillie R., Roucloux

Nadere informatie

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Geneeskundige Verzorging Omzendbrief VI nr 2014/512 van 24 december 2014 3910/1422 Van toepassing vanaf 23 december 2014 Tarieven ; geneesheren

Nadere informatie

Nood aan duidelijkheid?! Liesa Verhaeghe

Nood aan duidelijkheid?! Liesa Verhaeghe Nood aan duidelijkheid?! Liesa Verhaeghe 1 Inhoud 1. Aanleiding 2. Planning 3. Literatuurstudie 4. Protocolontwikkeling 5. Opleiding 6. Kennistest 7. Besluit 2 1 Aanleiding Prevalentiecijfers Europees

Nadere informatie

Inhoud. 2.5 De comateuze patiënt 22 2.6 Herhalen van receptuur voor bloedglucoseverlagende

Inhoud. 2.5 De comateuze patiënt 22 2.6 Herhalen van receptuur voor bloedglucoseverlagende Inhoud 1 Inleiding 7 11 Ontregelde diabetes mellitus en de werkwijze op de huisartsenpost 7 12 Contact op de huisartsenpost: verschillende patiënten, verschillende artsen 9 2 Hulpvragen rond diabetes mellitus

Nadere informatie

Interdisciplinaire diabeteszorg in de 1 ste lijn: The best is yet to come!?

Interdisciplinaire diabeteszorg in de 1 ste lijn: The best is yet to come!? Interdisciplinaire diabeteszorg in de 1 ste lijn: The best is yet to come!? VRIJDAG 12 SEPTEMBER 2014 - ANTWERPSE GENEESKUNDIGE DAGEN Els Broeckx Stafmedewerker diabetes Bart Dubois - Diabetesverpleegkundige

Nadere informatie

Een chronische ziekte komt zelden alleen! Hans Vlek, programmamanager

Een chronische ziekte komt zelden alleen! Hans Vlek, programmamanager Een chronische ziekte komt zelden alleen! Hans Vlek, programmamanager Syntein 12 oktober 2010 Zorggroepencongres 2 Kenmerken Syntein Organisatie multidisciplinaire zorggroep (BV) Doelgroep 135.000 Huisartsen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift richt zich op statinetherapie in type 2 diabetespatiënten; hiervan zijn verschillende aspecten onderzocht. In Deel I worden de effecten van statines op LDLcholesterol en cardiovasculaire

Nadere informatie

ziekenhuis. g regionaal ziekenhuis in St.Truiden g 310 erkende bedden g 2 campussen : St. Jozef en St. Anna g opnames per jaar

ziekenhuis. g regionaal ziekenhuis in St.Truiden g 310 erkende bedden g 2 campussen : St. Jozef en St. Anna g opnames per jaar Opstart en werking van het voedingsteam in St.Trudo Sven Martens geriater 6 december 2008 St. Niklaas campus Sint-Jozef campus Sint-Anna Diestersteenweg 100-3800 Sint-Truiden 011-69 91 11 www.sint-trudo.be

Nadere informatie

Kent u de cijfers van uw hart?

Kent u de cijfers van uw hart? Kent u de cijfers van uw hart? CHOLESTEROL? GEWICHT/ BUIKOMTREK? UW? BLOEDDRUK? SUIKERGEHALTE? V.U.: Dr Freddy Van de Casseye - Elyzeese-Veldenstraat 63-1050 Brussel Belgische Cardiologische Liga www.cardiologischeliga.be

Nadere informatie

What matters to you? IC nivo. National institutes of health, USA. Nivo van zorg. Nederland, CBO 2006 12-5-2015

What matters to you? IC nivo. National institutes of health, USA. Nivo van zorg. Nederland, CBO 2006 12-5-2015 Beeld van een Intensive care Internationale / locale kwaliteitseisen Intensive Care JJ Koeijers St. Elisabeth Hospitaal Internist-Intensivist-Acute geneeskundige 10-5-2015, quality of care Inhoud Intensive

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING. Dutch Summary

NEDERLANDSE SAMENVATTING. Dutch Summary NEDERLANDSE SAMENVATTING Dutch Summary Nederlandse Samenvatting WAAROM DIT ONDERZOEK? Type 2 diabetes is een vorm van suikerziekte die meestal geleidelijk ontstaat vanaf het 45 e levensjaar, sluimerend

Nadere informatie

Impact IC opname: wat doen we een patiënt aan? Symposium Grenzen aan de (IC) zorg J.G. van der Hoeven

Impact IC opname: wat doen we een patiënt aan? Symposium Grenzen aan de (IC) zorg J.G. van der Hoeven Impact IC opname: wat doen we een patiënt aan? Symposium Grenzen aan de (IC) zorg J.G. van der Hoeven relatief jong - gebeurtenis niet verwacht - niet besproken prognose overleving korte termijn 30% -

Nadere informatie

Cardiale revalidatie. Introductie

Cardiale revalidatie. Introductie Cardiale revalidatie Introductie VOORWOORD U hebt recent een hartinfarct, een hartoperatie of een andere cardiologische aandoening doorgemaakt. Deze brochure bevat uitleg over de cardiale revalidatie

Nadere informatie

Patiënteninformatie nefrologieendocrinologie

Patiënteninformatie nefrologieendocrinologie Patiënteninformatie nefrologieendocrinologie Revalidatieovereenkomst voor zelfregulatie door diabetespatiënten Algemeen ziekenhuis Sint-Jozef Oude Liersebaan 4-2390 Malle tel. 03 380 20 11 - fax 03 380

Nadere informatie

I Autonome verzorgingsinstelling. Informatiebrochure. Chronische revalidatie dienst Sp

I Autonome verzorgingsinstelling. Informatiebrochure. Chronische revalidatie dienst Sp I Autonome verzorgingsinstelling Informatiebrochure Chronische revalidatie dienst Sp IIInhoudsopgave Inleiding 4 Wat is chronische revalidatie 5 De opname 6 Multidisiplinair team 7 Dagindeling 9 Ontslag

Nadere informatie

Chapter 10. Samenvatting

Chapter 10. Samenvatting Chapter 10 Samenvatting 1 Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrondinformatie van de relatie tussen intrauteriene groeivertraging, waarvan het lage geboortegewicht een uiting kan zijn, en de gevolgen in de

Nadere informatie

Oefentherapie bij patiënten met knieartrose en comorbiditeit. Mariëtte de Rooij

Oefentherapie bij patiënten met knieartrose en comorbiditeit. Mariëtte de Rooij Oefentherapie bij patiënten met knieartrose en comorbiditeit Mariëtte de Rooij Inhoud Artrose en comorbiditeit Aangepaste oefentherapie bij comorbiditeit Resultaten pilot studie Voorbeeld Conclusie Randomized

Nadere informatie

Het zorgtraject diabetes type 2: evaluatie van de patiënttevredenheid en perceptie van de ervaringen

Het zorgtraject diabetes type 2: evaluatie van de patiënttevredenheid en perceptie van de ervaringen Het zorgtraject diabetes type 2: evaluatie van de patiënttevredenheid en perceptie van de ervaringen Analyse en eerste conclusies op het rapport van BSM door de Vlaamse Diabetes Vereniging vzw (VDV) en

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Geneeskundige Verzorging Omzendbrief VI nr 2009/319 van 3 augustus 2009 10/320 Van toepassing vanaf 27 juli 2009 Vervangt omzendbrief

Nadere informatie

Projectoproep Kankerplan Actie 24 : Wetenschappelijke analyse in de onco-geriatrie

Projectoproep Kankerplan Actie 24 : Wetenschappelijke analyse in de onco-geriatrie B Projectoproep Kankerplan Actie 24 : Wetenschappelijke analyse in de onco-geriatrie Inleiding Deze projectoproep kadert binnen de verderzetting van Actie 24 van het Kankerplan: Steun aan pilootprojecten

Nadere informatie