Kinderopvang in Vlaanderen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kinderopvang in Vlaanderen"

Transcriptie

1 KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN Kinderopvang in Vlaanderen Gebruik, keuze van de opvangvorm en evaluatie door de ouders Karlien Vanpée Leen Sannen Georges Hedebouw Projectleiding: Georges Hedebouw Onderzoek in opdracht van Kind en Gezin Hoger instituut voor de arbeid

2 CIP Koninklijke Bibliotheek Albert I Vanpée, Karlien Kinderopvang in Vlaanderen. Gebruik, keuze van de opvangvorm en evaluatie door de ouders / Karlien Vanpée, Leen Sannen & Georges Hedebouw. - Leuven: Katholieke Universiteit Leuven. Hoger instituut voor de arbeid, 2000, 364 p. ISBN X D/2000/4718/24. Omslagontwerp: Danni Elskens Copyright (2000) Hoger instituut voor de arbeid E. Van Evenstraat 2e, 3000 Leuven Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by mimeograph, film or any other means, without permission in writing from the publisher.

3 iii VOORWOORD De kinderopvang in Vlaanderen zit nog steeds in een stroomversnelling en nooit was het gebruik ervan hoger dan vandaag. Meer dan 6 op 10 ouders doen regelmatig een beroep op dagopvang voor hun voorschools kind. Van de kleuterschoolkinderen maakt ongeveer de helft regelmatig gebruik van buitenschoolse opvang en van de kinderen uit de lagere school ongeveer 3 op 10. Voor Kind en Gezin, dat voor de Vlaamse overheid de kinderopvang opvolgt, is het belangrijk de evoluties ook vanuit het standpunt van de consument van nabij te blijven volgen. Hoeveel ouders maken gebruik van kinderopvang? Wanneer en bij welke gelegenheden? Van welke opvangvorm maakt men gebruik en vindt iedereen zijn gading? Hoe evalueert men de kwaliteit van de opvangvoorzieningen? De studieopdracht van Kind en Gezin aan het HIVA had dan ook als oogmerk een brede bevraging te organiseren bij een representatieve groep ouders met jonge kinderen uit Vlaanderen naar het gebruik van kinderopvang en de achtergronden ervan. Zowel de opvang van niet-schoolgaande als van schoolgaande kinderen kwam aan bod. Naast de analyse van een tal modale Vlaamse gezinnen, werd tevens het gebruik van kinderopvang nagegaan bij een aantal specifieke groepen, met name gezinnen met een gehandicapt kind, allochtone gezinnen, kansarme gezinnen, eenoudergezinnen en gezinnen waarin de moeder werkloos is. Het onderzoek verliep in samenwerking met een stuurgroep bestaande uit medewerkers van Kind en Gezin en de externe deskundigen Prof. Dr. Lieve Vandemeulebroecke, Mevr. Bea Van den Bergh en de heer Jan Peeters. We bedanken hen voor de kritische reflecties bij het opstellen van de vragenlijst en de uitwerking van het rapport. Meer speciaal bedanken we hier ook graag Mevr. Bea Buysse, wetenschappelijk adviseur van de Algemene Diensten van Kind en Gezin, die het voorzitterschap van de stuurgroep waarnam en daarnaast ook instond voor de opvolging vanuit Kind en Gezin van het onderzoek. Verder konden we rekenen op een ruime groep Vlaamse ouders die zich de inspanning getroostten onze omvangrijke vragenlijst te beantwoorden. Met hun spontane commentaren en aanvullingen schetsten ze een levendig beeld van de drukke opvangrealiteit van iedere dag. Ieder onderzoek wekt telkens hoge verwachtingen i.v.m. de oplossing van de gesignaleerde problemen. We hopen samen met hen dat het rapport kan bijdragen tot een optimalisering van het aanbod. Voor wat het HIVA betreft gaat onze dank op de eerste plaats uit naar de twee onderzoeksters die tekenden voor de uitwerking van het onderzoek en de rapportering. Karlien Vanpée nam de modale groep voor haar rekening, Leen Sannen de specifieke doelgroepen. We zijn er van overtuigd dat deze terreinverkenning van alle aspecten van de

4 iv Voorwoord kinderopvang hen niet alleen wetenschappelijke voldoening doch ook praktisch nut voor de toekomst heeft opgeleverd. Verder zijn we dank verschuldigd aan de dienst informatica van het HIVA die de omvangrijke taak van het secuur invoeren van alle vragenlijsten tot een goed einde bracht. Ten slotte vermelden we eervol het secretariaat van de sector dat instond voor de eindopmaak van het onderzoeksrapport. Georges Hedebouw Projectleider HIVA - Sector Sociaal en Economisch beleid

5 v INHOUD Inleiding 1 Hoofdstuk 1 / Probleemstelling en methode 3 1. Probleemstelling Kinderopvang in Vlaanderen Opvangvoorzieningen erkend en gesubsidieerd door Kind en Gezin Opvangvoorzieningen gemeld en onder toezicht van Kind en Gezin, maar niet erkend en niet gesubsidieerd door Kind en Gezin Opvangvoorzieningen die alleen aan de meldingsplicht voldoen en niet erkend of gesubsidieerd worden door Kind en Gezin De keuze voor kinderopvang De keuze van de opvangvorm en de opvangplaats 7 2. Methode Afbakening van het onderzoek Vragenlijst De modale groep Vragen over het betrokken kindje Vragen over de andere kinderen in het gezin en hun opvang Vragen over de ouders en het gezin De specifieke doelgroepen Steekproef De modale groep Bevraging van de specifieke doelgroepen Omschrijving van de specifieke doelgroepen Selectie en bevraging Respons en representativiteit Globale respons 16

6 Inhoud vi Representativiteit van de vragenlijsten voor de nog niet schoolgaande kinderen Respons en opleidingsniveau van de moeder Repons en gebruik van kinderopvang Weging ter correctie van de non-respons voor de voorschoolse kinderen Representativiteit van de vragenlijsten voor de schoolgaande kinderen Weging ter correctie van de non-respons voor de schoolgaande kinderen Besluit 20 Deel 1 / Kinderopvang bij de modale ouders 21 Hoofdstuk 2 / Gebruik van kinderopvang Inleiding Het gebruik van kinderopvang bij voorschoolse kinderen Het aantal gebruikers van kinderopvang De intensiteit van de opvang Het gebruikspatroon Intensiteit in aantal uren Intensiteit op de verschillende dagen van de week Regelingen die iedere week verschillen Het tijdstip van de opvang De redenen voor het gebruik van opvang Redenen voor het gebruik van opvang Redenen voor het niet-gebruik van opvang Determinanten van het gebruik van opvang Arbeidsduur van de moeder en het gebruik van opvang Arbeidsregime van de moeder en het gebruik van opvang Opleidingsniveau van de moeder en het gebruik van opvang Beroep van de moeder en het gebruik van opvang Netto maandelijks gezinsinkomen en het gebruik van opvang Het gebruik van opvang naar leeftijd van het kind Het gebruik van opvang per provincie Het gebruik van opvang naar verstedelijkingsgraad Multivariate analyse Het gebruik van kinderopvang bij schoolgaande kinderen Het aantal gebruikers en de intensiteit van de opvang De redenen voor het gebruik van opvang Redenen voor het gebruik van opvang Redenen voor het niet-gebruik van opvang 44

7 Inhoud vii 3.3 Determinanten van het gebruik van opvang Arbeidsduur van de moeder en het gebruik van opvang Arbeidsregime van de moeder en het gebruik van opvang Opleidingsniveau van de moeder en het gebruik van opvang Beroep van de moeder en het gebruik van opvang Netto maandelijks gezinsinkomen en het gebruik van opvang Het gebruik van opvang per provincie Het gebruik van opvang naar verstedelijkingsgraad Multivariate analyse Besluit 50 Hoofdstuk 3 / De gebruikte opvangvormen Inleiding De gebruikte opvangvorm(en) bij voorschoolse kinderen De belangrijkste opvangvorm Alle gebruikte opvangvormen Opvangvorm naar tijdstip De kostprijs van de opvang De kostprijs van informele opvang De kostprijs van formele opvang Kostprijs van het huispersoneel De afstand tot de opvangvoorziening Van de opvangvoorziening tot thuis De plaats van de opvang door de grootouders of andere familieleden De gebruikte opvangvorm(en) bij schoolgaande kinderen De belangrijkste opvangvorm Alle gebruikte opvangvormen De kostprijs van de opvang De kostprijs van informele opvang De kostprijs van formele opvang Kostprijs van het huispersoneel 70

8 Inhoud viii 3.4 De afstand tot de opvangvoorziening Van de opvangvoorziening tot thuis Van de opvangvoorziening tot de school De plaats van de opvang door de grootouders of andere familieleden Besluit 72 Hoofdstuk 4 / De keuze van de opvang Inleiding De keuze van de opvang bij voorschoolse kinderen De afweging van de drie opvangvormen De redenen voor de voorkeur voor een of andere opvangvorm Aangeboden uitspraken omtrent de mogelijke voor- en nadelen van de verschillende opvangvormen De commentaren van de ouders Pedagogische overwegingen Dienstkwaliteit Andere overwegingen De keuze van de opvangplaats Tijdstip van de keuze De duur van de zoektocht Informatie waarop men zich baseert bij de keuze Moeilijkheden bij het zoeken naar een geschikte opvang Beslissende argumenten Determinanten van de keuze Arbeidsduur van de moeder en de keuze van opvangvorm Arbeidsregime van de moeder en de keuze van opvangvorm Opleidingsniveau van de moeder en de keuze van opvangvorm Beroep van de moeder en de keuze van opvangvorm Netto maandelijks gezinsinkomen en de keuze van opvangvorm Keuze van de opvangvorm per provincie Keuze van de opvangvorm naar verstedelijkingsgraad Multivariate analyse van de determinanten De keuze van de opvang bij schoolgaande kinderen De afweging van de vijf opvangvormen De redenen voor de voorkeur voor een of andere opvangvorm Aangeboden uitspraken omtrent de mogelijke voor- en nadelen van de verschillende opvangvormen 111

9 Inhoud ix De commentaren van de ouders Pedagogische overwegingen Dienstkwaliteit De keuze van de opvangplaats De duur van de zoektocht Informatie waarop men zich baseert bij de keuze Moeilijkheden bij het zoeken naar een geschikte opvang Beslissende argumenten Determinanten van de keuze Arbeidsduur van de moeder en de keuze van opvangvorm Arbeidsregime van de moeder en de keuze van opvangvorm Opleidingsniveau van de moeder en de keuze van opvangvorm Beroep van de moeder en de keuze van opvangvorm Netto maandelijks gezinsinkomen en de keuze van opvangvorm Keuze van de opvangvorm per provincie Keuze van de opvangvorm naar verstedelijkingsgraad Multivariate analyse Besluit 138 Hoofdstuk 5 / Evaluatie van de kinderopvang Inleiding Evaluatie van de opvang bij voorschoolse kinderen Opvang door grootouders (of andere familieleden, vrienden, buren) Opvang door een kinderdagverblijf of een opvanggezin Tevredenheid over enkele praktische aspecten Tevredenheid over de opvoedkundige aspecten Tevredenheid over de verzorging Tevredenheid over de dienstverlening Het gebruik van formele opvangvormen in de toekomst Kwaliteitsevolutie van de formele opvang de laatste jaren Opvang door huispersoneel, PWA, au pair, Evaluatie van de opvang bij schoolgaande kinderen Opvang door grootouders (of andere familieleden, vrienden, buren,...) Opvang door een IBO, de school, een kinderdagverblijf of een opvanggezin Tevredenheid over enkele praktische aspecten Tevredenheid over de opvoedkundige aspecten Tevredenheid over de verzorging 153

10 Inhoud x Tevredenheid over de dienstverlening Het gebruik van formele opvangvormen in de toekomst Kwaliteitsevolutie van de formele opvang de laatste jaren Opvang door huispersoneel, PWA, au pair, Besluit 157 Hoofdstuk 6 / Opvang in specifieke situaties Inleiding Opvang in specifieke situaties bij voorschoolse kinderen Opvang bij kortstondige ziekte van het kind Het gebruik van opvang op moeilijke momenten Opvang in specifieke situaties bij schoolgaande kinderen Opvang bij kortstondige ziekte van het kind Het gebruik van opvang tijdens vrije schooldagen en vakantieperiodes Het gebruik van opvang op moeilijke momenten Meerdere kinderen in de opvang Combinatie van opvangvormen Moeilijkheden bij de opvang van meerdere kinderen Totale kostprijs van de opvang Bestede tijd van en naar de opvangvoorziening Besluit 173 Besluit en beleidsaanbevelingen (modale groep) 175 Deel 2 / Kinderopvang bij specifieke doelgroepen 179 Hoofdstuk 7 / Kinderopvangvoorzieningen voor specifieke doelgroepen Inleiding Opvangmogelijkheden voor kinderen met een handicap Algemene opvangvoorzieningen Specifieke opvangvoorzieningen Residentiële opvang Medisch-pedagogische instellingen (MPI s) Tehuizen of Centra voor kortverblijf 183

11 Inhoud xi Semi-residentiële opvang 183

12 Inhoud xii Ambulante opvang Vroegbegeleidingsdiensten Thuisbegeleidingsdiensten Thuisoppas Andere Diensten voor plaatsing in gezinnen Kortopvang Evoluties in het beleid Flexibilisering in de zorg: zorg op maat Ondersteuning van de thuiszorg Ondersteuning van de mantelzorg Opvangmogelijkheden voor kinderen uit een kansarm gezin Diverse projecten inzake kinderopvang Hulpverlening aan kinderen in bijzondere leefsituaties Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning Dagcentra Ambulante begeleiding Diensten voor private gezinsplaatsing Opvangmogelijkheden voor kinderen uit een allochtoon gezin 191 Hoofdstuk 8 / Opvang van kinderen met een handicap Inleiding Kenmerken van de doelgroep Moeders met een gehandicapt kind participeren minder voltijds aan de arbeidsmarkt Een lager maandelijks gezinsinkomen Gebruik van kinderopvang Aantal gebruikers en intensiteit van de opvang Redenen voor het gebruik van opvang Redenen voor het gebruik Zelf zorg opnemen is doorgaans een bewuste keuze Knelpunten bij combineren van arbeid en zorg Impact problemen met het opvangaanbod Determinanten van het gebruik Gebruikte opvangvormen Belangrijkste opvangvorm Alle opvangvormen Kostprijs en afstand tot de opvangvorm Keuze van de opvangplaats 204

13 Inhoud xiii 5.1 Afweging van de opvangvormen Voor- en nadelen van de opvangvormen Opvang door de grootouders Opvang in een kinderdagverblijf Opvang in een opvanggezin Gemengde of gespecialiseerde opvang De belangstelling voor specifieke voorzieningen Keuze van de opvangplaats Inwinnen van informatie wordt uitgesteld: ouders wachten af Men baseert zich voornamelijk op informatie van familieleden, vrienden en kennissen Ouders met een gehandicapt kind vinden sneller een geschikte opvang Lange wachtlijsten en gebrek aan opvangmogelijkheden in de buurt voornaamste knelpunten Bereikbaarheid, goede verzorging en aanwezigheid andere kinderen geven de doorslag bij de feitelijke keuze Determinanten van de keuze Arbeidsduur van de moeder en keuze van de opvangvorm Arbeidsregime van de moeder en keuze van de opvangvorm Opleidingsniveau van de moeder en keuze van de opvangvorm Beroep van de moeder en keuze van de opvangvorm Gezinsinkomen en keuze van de opvangvorm Ernst van de handicap en keuze van de opvangvorm Evaluatie van de kinderopvang: het kinderdagverblijf scoort het minst goed Opvang in specifieke situaties Minder nood aan opvang op moeilijke momenten Bij ziekte van het kind zorgen de grootouders doorgaans voor opvang Kinderopvang bij meerdere kinderen in het gezin Besluit 220 Hoofdstuk 9 / Opvang van kinderen uit een allochtoon gezin Inleiding Kenmerken van de doelgroep De meerderheid allochtone ouders is laag opgeleid De meerderheid van de allochtone moeders is huisvrouw, een hoger percentage allochtone vaders is werkloos Allochtone vaders hebben vaak onregelmatige werkuren Een lager maandelijks gezinsinkomen 228

14 Inhoud xiv 2.5 Allochtone gezinnen hebben gemiddeld meer kinderen dan de modale groep Multigenerationele gezinnen komen frequent voor Eenoudergezinnen zijn in Turkse en Marokkaanse samenleving zeldzaam Gebruik van kinderopvang Aantal gebruikers en intensiteit van de opvang Redenen voor het gebruik van opvang Redenen voor het niet gebruiken van opvang Gebruikte opvangvormen Alle opvangvormen Ouders die deel uitmaken van een multigenerationeel gezin maken geen gebruik van externe opvang Keuze van de opvangplaats Afweging van de opvangvormen Voor- en nadelen van de opvangvormen Opvang door de grootouders Opvang in een kinderdagverblijf Opvang in een opvanggezin Keuze van de opvangplaats Opvang in specifieke situaties Besluit 244 Hoofdstuk 10 / Opvang van kinderen uit een kansarm gezin Inleiding Kenmerken van de doelgroep Meerderheid kansarme ouders is laag opgeleid Meerderheid kansarme moeders is werkloos of huisvrouw Een lager maandelijks gezinsinkomen Een hoog percentage eenoudergezinnen Gebruik van kinderopvang Aantal gebruikers en intensiteit van de opvang Redenen voor het gebruik van opvang Redenen voor het niet gebruiken van opvang Determinanten van het gebruik 255

15 Inhoud xv 4. Gebruikte opvangvormen Belangrijkste opvangvorm Alle opvangvormen Plaats en kostprijs van de opvang Gebruikte opvangvorm niet verschillend in de stad en op het platteland Keuze van de opvangplaats Afweging van de opvangvormen Voor- en nadelen van de opvangvormen Opvang door de grootouders Opvang in een kinderdagverblijf Opvang in een opvanggezin Keuze van de opvangplaats Kansarme ouders beginnen pas laat te informeren naar opvangmogelijkheden Duur van de zoektocht verschilt niet significant van modale groep Externe informatie over opvangvoorzieningen bereikt groot deel van de doelgroep Kansarme ouders ervaren meer moeilijkheden bij het zoeken naar een geschikte opvang Kostprijs en bereikbaarheid geven de doorslag bij de feitelijke keuze Evaluatie van de kinderopvang Opvang in specifieke situaties Kansarme ouders hebben meer nood aan opvang op moeilijke momenten Bij ziekte van het kind zorgen ouders doorgaans zelf voor de opvang Kinderopvang bij meerdere kinderen in het gezin Besluit 272 Hoofdstuk 11 / Gebruik kinderopvang door alleenstaande ouders Inleiding Kenmerken van de doelgroep Gebruik van kinderopvang 276

16 Inhoud xvi 4. Gebruikte opvangvorm Belangrijkste opvangvorm Alle opvangvormen Keuze van de opvangplaats Zoektocht naar opvang start pas bij een concrete aanleiding Alleenstaande ouders hebben meer tijd nodig om een geschikte opvang te vinden Meer alleenstaande ouders ervaren moeilijkheden bij het zoeken naar een geschikte opvang Financiële redenen en de goede verzorging geven de doorslag bij de feitelijke keuze Opvang in specifieke situaties Opvang op moeilijke momenten Bij ziekte van het kind zorgen de grootouders doorgaans voor opvang Besluit 284 Hoofdstuk 12 / Gebruik kinderopvang door werkloze moeders Inleiding Kenmerken van de doelgroep Gebruik van kinderopvang Aantal gebruikers en intensiteit van de opvang Redenen voor al dan niet gebruik van opvang Gebruikte opvangvormen Opvang in specifieke situaties Besluit 291 Besluit en beleidsaanbevelingen (specifieke doelgroepen) Afstemmen opvangaanbod op de behoeften van de doelgroepen Voldoende opvangmogelijkheden in de buurt Omgaan met kinderen (en ouders) uit een bepaalde doelgroep vergt ervaring, kennis en een bepaalde feeling Verruiming van de betekenis en de doelstelling van kinderopvang Opvang is niet alleen een noodzaak voor werkende ouders Kinderopvang als middel om als ouder even op adem te komen 296

17 Inhoud xvii 2.3 Kinderopvang als een middel tot emancipatie en (her)integratie van de ouders Kinderopvang in het belang van het kind Kinderopvang als afspiegeling van de diversiteit in de samenleving Integratie of specialisatie? Belang van duidelijke informatie over de bestaande opvangvormen Verruimde mogelijkheden om arbeid en zorg te combineren 299 Bijlage 301 Bijlage 1: Vragenlijst voor kinderen beneden 3 jaar uit de modale groep 303 Bijlage 2: Aanpassing vragenlijst voor kinderen van 3 tot 12 jaar voor de modale groep 329 Bijlage 3: Aanpassing vragenlijst voor gezinnen met een gehandicapt kind 331 Bijlage 4: Aanpassing vragenlijst voor allochtonen en/of kansarme gezinnen 339 Bibliografie 345

18 1 INLEIDING Sedert jaar en dag volgt Kind en Gezin de ontwikkelingen i.v.m. het gebruik van kinderopvang in Vlaanderen op de voet. De tendens is duidelijk: de voorbijgaande decennia maakten telkens meer jonge gezinnen gebruik van een of andere vorm van opvang zij het dat de intensiteit van de opvang daalde. Verklaringen liggen hier voor de hand. De vraagontwikkeling wordt gestuwd door de hogere arbeidsparticipatie van de aankomende groepen moeders (het laatste jaar nog versterkt door de verbeterde conjunctuur) en de gewijzigde houding tegenover het gebruik van kinderopvang bij het brede publiek. Aan de aanbodzijde zagen we dat opvangvoorzieningen voor steeds meer ouders toegankelijk en aantrekkelijk worden door het voorzien van gesubsidieerde opvang, door de fiscale aftrekbaarheid van de kosten van opvang. Voor Kind en Gezin, dat vanuit de Vlaamse overheid belast is met de organisatie en het toezicht van de formele voorschoolse en buitenschoolse opvang was het belangrijk meer gedetailleerde gegevens te verkrijgen omtrent het gebruik ter verdere uitdieping van de eigen tweejaarlijkse enquêtes. Hoeveel ouders maken gebruik van kinderopvang? Wanneer en bij welke gelegenheden? Van welke opvangvormen maakt men gebruik? Ook wenste men meer inzicht omtrent het keuzeproces van de ouders. Hebben ouders een bepaalde voorkeur en waarom? Hoe verloopt de zoektocht naar een opvangplaats en welke criteria hanteert men daarbij? Vindt iedereen zijn gading? Ten derde wenste men meer te weten te komen over de evaluatie van de ouders van verschillende aspecten van de kinderopvang. De komende jaren kondigen zich ook een aantal herstructureringen van het kinderopvanglandschap aan die nu reeds hun schaduw vooruitwerpen en waarvan men de impact wilde inschatten: de implementatie van het kwaliteitsdecreet, de invoering van de enveloppenfinanciering, Een vierde onderzoeksvraag betrof de knelpunten die gezinnen dagelijks ervaren op moeilijke momenten, bij specifieke gelegenheden, in bepaalde zorgsituaties. Het onderzoeksrapport is opgedeeld in twee delen die telkens dezelfde structuur vertonen i.f.v. de vier onderzoeksvragen: het gebruik en de gebruikte opvangvorm, de keuze van de opvangvorm, de evaluatie ervan en de opvang in specifieke situaties. Een eerste deel omvat de analyse voor een representatieve groep van ongeveer modale Vlaamse gezinnen. Zowel de opvang van niet-schoolgaande als van schoolgaande kinderen kwam aan bod. Het tweede deel beschrijft volgens hetzelfde stramien de kinderopvang bij een aantal specifieke groepen, met name gezinnen met een gehandicapt kind, allochtone gezinnen, kansarme gezinnen, eenoudergezinnen en gezinnen waarin de moeder werkloos is. Hier was de analyse beperkt tot de voorschoolse opvang.

19 19 Inleiding In een eerste inleidend hoofdstuk gaan we dieper in op de probleemstelling en de gebruikte methode.

20 3 HOOFDSTUK 1 PROBLEEMSTELLING EN METHODE 1. Probleemstelling 1.1 Kinderopvang in Vlaanderen Voor ouders die niet permanent bij hun kinderen kunnen zijn, bestaat er tegenwoordig een waaier aan kinderopvangmogelijkheden, hetzij in het formeel circuit (bv. kinderdagverblijven, Initiatieven Buitenschoolse Opvang, opvanggezinnen) dan wel in het informele circuit (bv. grootouders of andere familieleden, vrienden, buren). Er wordt zowel opvang aangeboden voor nog niet schoolgaande als schoolgaande kinderen. Het toezicht op de opvang van kinderen tussen 0 en 3 jaar werd bij decreet aan Kind en Gezin toevertrouwd na de staatshervorming van 1983, waarbij het Nationaal Werk voor Kinderwelzijn (NWK) werd afgeschaft. Kind en Gezin is een Vlaamse openbare instelling met als opdracht de zorg voor en het welzijn van het jonge kind in Vlaanderen te behartigen. Het toezicht op de buitenschoolse opvang werd sinds 1997 bij haar opdracht bijgevoegd. Opvang door grootouders of aanverwanten tot en met de vierde graad dient niet gemeld te worden bij Kind en Gezin. Daarnaast kan men binnen Kind en Gezin drie categorieën van opvang onderscheiden, met name (1) opvangvoorzieningen die erkend zijn door Kind en Gezin, (2) opvangvoorzieningen gemeld aan en onder toezicht van Kind en Gezin, maar niet erkend en niet gesubsidieerd en (3) opvangvoorzieningen die alleen aan de meldingsplicht voldaan hebben, niet erkend en niet gesubsidieerd door Kind en Gezin. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de belangrijkste opvangvormen.

21 Probleemstelling en methode 4 Tabel 1.1 Algemene opvangvoorzieningen Gesubsidieerd 1 Niet gesubsidieerd 2 Opvang in een instelling Opvang in een gezin Kinderdagverblijf - crèche (0 mnd. tot 36 mnd., min. 23 kinderen) - peutertuin (18 mnd. tot 36 mnd., min. 20 kinderen) Initiatieven voor buitenschoolse opvang (IBO) 3 Opvanggezinnen aangesloten bij een dienst - onthaalmoeder of -vader (0 tot 3 jaar en 3 tot 12 jaar buiten de schooltijd en in vakantieperiodes) Particuliere opvanginstelling - met attest van toezicht van K&G (minstens 6 kinderen beneden 6 jaar; mogelijkheid tot kortstondige of gelegenheidsopvang, weekend- of nachtopvang) - zonder attest van toezicht (gemeld bij K&G) Particulier opvanggezin - met attest van toezicht van K&G (max. 5 kinderen beneden 6 jaar tegelijk; mogelijkheid tot kortstondige of gelegenheidsopvang, weekend- of nachtopvang) - zonder attest van toezicht (gemeld bij K&G) 1 Gesubsidieerd: bijdrage hangt af van belastbaar inkomen; ouders genieten fiscale aftrek. 2 Niet gesubsidieerd: de ouders spreken met opvanggezin of opvanginstelling een ouderbijdrage af; de ouders genieten fiscale aftrek indien opvangvoorziening attest van toezicht heeft. 3 Initiatieven voor buitenschoolse opvang (IBO) worden niet gesubsidieerd door Kind en Gezin. IBO s krijgen subsidies van het FCUD en weerwerk-gesco s. Ouders genieten een fiscale aftrek voor hun kinderen tot 3 jaar Opvangvoorzieningen erkend en gesubsidieerd door Kind en Gezin Deze eerste categorie van opvangvoorzieningen omvat de kinderdagverblijven (crèches en peutertuinen) en de opvanggezinnen aangesloten bij een dienst. Crèches en peutertuinen bieden een gelijkwaardige opvang aan. Een crèche staat open voor kinderen van 0 tot 3 jaar en heeft een minimale capaciteit van 23 plaatsen, terwijl in een peutertuin kindjes van 18 maanden tot 3 jaar terechtkunnen met een minimale capaciteit van 20 plaatsen. De kinderen worden ingedeeld in leefgroepen en de dagindeling, de ruimte, het meubilair en het speelgoed zijn afgestemd op de leeftijd en de behoeften van de kinderen. De opvang gebeurt door begeleid(st)ers met de kwalificatie kinderverzorg(st)er, kleuterleid(st)er of opvoed(st)er. Een aantal kinderdagverblijven biedt eveneens buitenschoolse opvang aan voor kinderen tot 12 jaar, in aparte hiervoor aangepaste ruimtes. Een opvanggezin aangesloten bij een dienst voorziet dagopvang gedurende ten minste 10 uur en kan maximaal 4 kinderen voltijds in dagopvang nemen, maar nooit meer dan 8 tegelijkertijd. De dienst werkt zelfstandig of wordt georganiseerd door een kinderdagverblijf. Hij selecteert de opvanggezinnen en legt het contact tussen het

22 Probleemstelling en methode 5 opvanggezin en de ouders. Voor kinderen van de basisschool wordt tevens gezorgd voor buitenschoolse opvang. Nacht- en weekendopvang is mogelijk in specifieke situaties of in geval van nood. Kinderdagverblijven en diensten voor opvanggezinnen worden erkend en gesubsidieerd, wat voor kinderdagverblijven betekent dat zij subsidies ontvangen voor personeel en werkingskosten; diensten voor opvanggezinnen krijgen subsidies voor werkingskosten en aanvullende subsidies voor betaling van de opvanggezinnen. De kwaliteit van hun opvang wordt door Kind en Gezin beoordeeld aan de hand van kwaliteitsschalen. De bijdrage van de ouders hangt af van het gezinsinkomen en van de dagelijkse opvangduur. Initiatieven voor buitenschoolse opvang (IBO s) worden gesubsidieerd door het FCUD en weerwerk-gesco s. IBO s richten zich exclusief tot kinderen uit het basisonderwijs. Zij kunnen opvang bieden voor en na de schooluren, op woensdagnamiddag, op schoolvrije dagen en in de vakantie. Een IBO kan georganiseerd worden door een gemeentebestuur, OCMW of vzw. Wanneer zij aan bepaalde kwaliteitsvereisten voldoen kunnen IBO s een erkenning krijgen van Kind en Gezin. Deze vereisten hebben betrekking op de pedagogische werking, de begeleiding, de ouderparticipatie, de infrastructuur en bepaalde garanties voor veiligheid en gezondheid. Het organiserend bestuur bepaalt de ouderbijdrage, die zich echter moet situeren binnen wettelijk vastgelegde grenzen Opvangvoorzieningen gemeld en onder toezicht van Kind en Gezin, maar niet erkend en niet gesubsidieerd door Kind en Gezin Tot deze tweede categorie van opvangvoorzieningen behoren de particuliere opvanggezinnen en opvanginstellingen met attest van toezicht. Beide voorzieningen kunnen opvang bieden aan nog niet schoolgaande en schoolgaande kinderen. Zij onderscheiden zich van de vorige vormen doordat zij op particuliere of zelfstandige basis georganiseerd zijn. Particuliere opvanggezinnen en -instellingen voldoen aan een aantal basisvoorwaarden, waardoor de minimale kwaliteit van de opvang gewaarborgd is. Zo zijn zij verplicht hun opvangactiviteit aan Kind en Gezin te melden. Naast deze meldingsplicht kunnen zij ook een attest van toezicht krijgen, dat garandeert dat het gezin of de instelling aan bepaalde minimale voorwaarden voldoet. De veiligheid, de beschikbare leef- en speelruimte, de verzorging, de hygiëne en de opvoedkundige benadering zijn hier zeer belangrijk. Het toezicht op deze basisvoorwaarden gebeurt door medewerkers van Kind en Gezin. Particuliere opvanggezinnen en -instellingen mogen naast de dagopvang ook nachten weekendopvang aanbieden, evenals opvang buiten de schooltijd of op vakantiedagen. De openingsuren en de prijs van de opvang worden door het opvanggezin of de -instelling bepaald. Het grote verschil tussen de particuliere opvanggezinnen enerzijds en de instellingen anderzijds bestaat uit het aantal op te nemen kinderen: particuliere opvanggezinnen mogen maximaal 7 kinderen onder de 12 jaar opvangen, waarvan 5 onder de 6 jaar, terwijl particuliere opvanginstellingen meer dan 5 kinderen onder de 6 jaar kunnen opnemen.

23 Probleemstelling en methode Opvangvoorzieningen die alleen aan de meldingsplicht voldoen en niet erkend of gesubsidieerd worden door Kind en Gezin Deze derde categorie van opvang omvat de particuliere opvanggezinnen en -instellingen gemeld bij Kind en Gezin. Dit zijn opvanggezinnen en -instellingen die zich alleen bij Kind en Gezin melden en geen toezicht vragen. Kind en Gezin heeft echter, met het oog op de veiligheid van de kinderen, toegang tot deze voorzieningen. 1.2 De keuze voor kinderopvang Stilaan raakt het gebruik van kinderopvang in onze maatschappij ingeburgerd. Enkele decennia geleden nog was men er van overtuigd dat voltijdse aanwezigheid van de moeder onontbeerlijk was voor de ontwikkeling van het jonge kind. Tegenover deze negatieve en defensieve houding inzake kinderopvang, neemt men vandaag steeds meer een positieve en offensieve houding aan, die haar basis heeft in de zogenaamde verbredingsthesis (Maes & Van Meensel, 1994). Kinderopvang, of externe opvoeding, wordt dan beschouwd als een noodzakelijke, positieve pedagogische bron voor de ontwikkeling van het kind (Van Dongen & Pauwels, 1996). Dat het gebruik van kinderopvang (en de arbeidsparticipatie van moeders die ermee samenhangt) steeds meer aanvaard wordt, blijkt ook uit een Europees waardenonderzoek, waarin 81% van de Vlamingen tussen 20 en 29 jaar aangeeft dat een werkende vrouw een even warme band en hechte relatie kan hebben met haar kinderen als een moeder die niet buitenshuis werkt. Uit onderzoek van onder meer Maes & Van Meensel (1994) (evenals Fox Folk & Beller, 1993; Wilbrink-Griffioen e.a., 1987; Humblet, 1993; Breda & Deleeck, 1996) blijkt de arbeidsmarktparticipatie van de vrouw de belangrijkste determinant te zijn van de vraag naar kinderopvang. Daarnaast hebben ook demografische ontwikkelingen zoals de daling van het vruchtbaarheidscijfer, de familiegrootte, het aantal geboorten bij niet-gehuwde vrouwen, het toenemend aantal eenoudergezinnen, het groeiend aantal tweeverdieners,... een invloed op de vraag naar opvang, evenals de ontwikkelingen in de rol- en taakverdeling tussen vaders en moeders en het bestaande institutionele kader (mogelijkheden inzake zwangerschapsverlof, ouderschapsverlof, loopbaanonderbreking, fiscale aftrekbaarheid van de kosten voor kinderopvang, etc.). Het lijkt evenwel plausibel te stellen dat ook niet-werkende ouders (/moeders) behoefte kunnen hebben aan opvang, bijvoorbeeld om een opleiding te volgen, om eens vrije tijd te hebben, omdat de dagelijkse zorg (bv. voor een kind met een handicap) te zwaar is, etc. In voorliggend onderzoek gaan we onder meer na welke factoren bepalen waarom ouders - zowel uit de modale groep als uit specifieke doelgroepen - gebruik maken van opvang en de mate waarin het aanbod aan opvang al dan niet beantwoordt aan de behoeften van de verschillende doelgroepen.

24 Probleemstelling en methode De keuze van de opvangvorm en de opvangplaats Verschillende factoren kunnen aan de basis liggen van de keuze voor een bepaalde opvangvorm en opvangplaats, hetzij in het formele dan wel in het informele circuit. Het onderzoek van Ruelens en Hedebouw (1999) besluit dat ouders zowel inhoudelijke als praktische argumenten betrekken in hun afweging. Een aantal ouders kiest voornamelijk voor informele opvang (en in hoofdzaak de grootouders) omdat zij de wederzijdse vertrouwdheid en bekendheid van het kind en de grootouder zo belangrijk vinden. Andere ouders zien hierin echter een bedreiging voor hun autonomie. De pedagogische kwaliteit van de opvang wordt door sommigen positief ervaren en vertaald in de geborgenheid van het familiale milieu. Anderen menen dan weer dat de grootouders de kleinkinderen te veel zouden verwennen en dat familie en bekenden te veel invloed zouden hebben en andere uitgangspunten hanteren bij de opvoeding dan de ouders zelf. De meer praktische argumenten omvatten onder meer de flexibiliteit (wat de formele opvang niet steeds in dezelfde mate kan bieden als de informele) en de kostprijs. In dit onderzoek gaan we dieper in op het keuzeproces en de factoren die aan de basis liggen van de uiteindelijke keuze voor een bepaalde opvangvorm. 2. Methode 2.1 Afbakening van het onderzoek Het onderzoek spitst zich toe op een modale groep gezinnen met nog niet schoolgaande (voorschoolse) en schoolgaande kinderen, alsook op een aantal specifieke doelgroepen, met name: gezinnen met een gehandicapt kind, allochtone gezinnen, kansarme gezinnen, eenoudergezinnen en gezinnen waarvan de moeder werkloos is. Methodisch valt het onderzoek uiteen in vier delen: een schriftelijke bevraging van een modale groep ouders met kinderen jonger dan 2,5 jaar, kinderen tussen 2,5 jaar en 6 jaar (kleuterleeftijd) en kinderen tussen 6 jaar en 12 jaar (lagere schoolleeftijd). Tot slot was er een schriftelijke of mondelinge bevraging van de specifieke doelgroepen. De onderzoeksvragen die in het onderzoek centraal staan zijn: Hoe ziet het gebruik van kinderopvang eruit? Hieronder verstaan we de frequentie, de intensiteit, het tijdstip van het gebruik, de redenen voor het gebruik en de determinanten die het gebruik bepalen. Welke opvangvorm gebruikt men en welke zijn de kenmerken ervan naar tijdstip, plaats, kostprijs? Hoe verloopt het keuzeproces van de ouders met betrekking tot de kinderopvang? Hoe evalueren de ouders de gekozen opvangvormen? Hierbij onderzoeken we enkele meer praktische aspecten, de opvoedkundige aspecten, de verzorging en de dienstverlening. Hoe is de kinderopvang geregeld in enkele specifieke situaties zoals op moeilijke momenten (bv. in het weekeinde, s morgens vroeg), bij ziekte van het kind, wanneer er opvang voor meerdere kinderen moet gevonden worden.

25 Probleemstelling en methode Vragenlijst De modale groep Om de vragenlijst over het gebruik van kinderopvang op te stellen voor de modale groep ouders, waren de reeds bestaande enquêtes van Kind en Gezin het vertrekpunt. Voor de ontwikkeling van de vraagstelling omtrent het keuzeproces werd een beroep gedaan op het HIVA-onderzoek De rol van de grootouders in de kinderopvang (Ruelens & Hedebouw, 1999) alsook op het onderzoek van Mens en Ruimte Uitbouw van de kinderopvang in Vlaanderen (Mens en Ruimte, 1984). Om de evaluatie van de gekozen opvangvormen te bevragen diende het gehanteerde model in het HIVA-onderzoek Evaluatie van de vernieuwingen in de preventieve kinderzorg (Van De Putte, 1997) als inspiratiebron, evenals De beoordelingsschaal voor het pedagogisch functioneren in kinderdagverblijven van Kind en Gezin (Verhegge, 1994) en het onderzoek van Van Dijke, Terpstra en Hermans (1994) Ouders over kinderopvang: een onderzoek naar meningen, ervaringen, wensen en keuzes van mannen en vrouwen. Om een antwoord te krijgen op onze vier onderzoeksvragen, werd de vragenlijst opgedeeld in drie grote blokken (in bijlage is de vragenlijst opgenomen) Vragen over het betrokken kindje Dit eerste blok is het omvangrijkste, aangezien de vier onderzoeksvragen hierin aan bod komen. Volgende aspecten werden bevraagd: Het gebruik van kinderopvang: het al dan niet gebruik van kinderopvang en de redenen hiervoor, de intensiteit van de opvang (aantal uren per dag dat gebruik gemaakt wordt van opvang) en de aangewende opvangvormen. Het keuzeproces: de opinie van de ouders aangaande de diverse opvangmogelijkheden, de informatie die ouders gebruiken om een opvangvorm te kiezen, de uiteindelijke redenen waarom ouders voor een bepaalde opvangvorm kiezen en de moeilijkheden die ouders ondervinden bij het zoeken naar een geschikte opvangvorm. De evaluatie van de gebruikte opvangvormen: de tevredenheid van de ouders over de gebruikte opvangvorm (zowel m.b.t. praktische, opvoedkundige, verzorgende en dienstverlenende aspecten), de plaats van de informele opvang, de kostprijs en de afstand tussen de opvang en het eigen huis/de school, het gebruik in de toekomst en de mate waarin de ouders de laatste drie jaar een verbetering of verslechtering van de kwaliteit van de opvangvormen vaststelden. De nood aan opvang in specifieke situaties en de gebruikte opvangvormen op deze moeilijke momenten Vragen over de andere kinderen in het gezin en hun opvang Aspecten die hier aan bod komen zijn het aantal kinderen in het gezin, het gebruik van opvang voor deze andere kinderen in het gezin, de moeilijkheden die ouders ondervinden doordat ze meerdere kinderen in opvang hebben en de totale gemiddelde kostprijs van de opvang per gezin.

26 Probleemstelling en methode Vragen over de ouders en het gezin Dit laatste blok omvat vragen aangaande sociaal-economische kenmerken van het gezin. Zowel voor de vader als voor de moeder van het kind wordt gepeild naar de arbeidsduur, het arbeidsregime, het beroep, het diploma en het arbeidsinkomen. De meer algemene vragen over het gezin gaan over de gemeente waar men woont, het aantal personen dat deel uitmaakt van het gezin en de gezinssituatie (al dan niet gescheiden) De specifieke doelgroepen Voor de bevraging van de specifieke doelgroepen werd vertrokken van de vragenlijst voor de modale groep ouders. In overleg met de stuurgroep werd de bevraging beperkt tot de jongste leeftijdscategorie (kinderen tussen 0 en 2,5 jaar). Aangezien we vermoedden dat deze doelgroepen doorgaans minder gebruik maken van kinderopvang, werden bijkomende vragen opgenomen die ingaan op de reden waarom men geen gebruik maakt van kinderopvang en welke de belangrijkste drempels zijn. Tevens voegden we een aantal vragen toe die betrekking hebben op de specifieke groepen en problemen die zij kunnen ervaren bij het vinden van een geschikte opvang voor hun kansarm, allochtoon of gehandicapt kind. 2.3 Steekproef De modale groep Voor de bevraging van de modale groep ouders hebben we geopteerd voor een aselecte steekproef van gezinnen met kinderen tussen 3 maanden en 12 jaar oud: van 3 maanden tot 2,5 jaar, 750 van 2,5 tot 6 jaar en 250 van 6 tot 12 jaar. Deze groep omvat zowel gebruikers van kinderopvang als niet-gebruikers. In totaal werden gezinnen aangeschreven. Er werd niet op voorhand bepaald welke ouder de vragenlijst moest invullen, wel werd gevraagd wie de enquête uiteindelijk invulde. Er werd een respons gehaald van ongeveer 65,1% (1 989 ingevulde vragenlijsten). Bij de selectie van deze modale gezinnen is rekening gehouden met de geografische spreiding. Als indicatie hiervoor gebruikten we de verdeling naar provincie van het aantal geboorten op jaarbasis (1995). Bijgevolg zouden we naar provincie de volgende responsverdeling moeten behalen: Antwerpen 28,0% West-Vlaanderen 19,0% Oost-Vlaanderen 23,0% Limburg 13,0% Vlaams-Brabant 17,0% Aangezien we vermoedden dat het gebruik van opvang afhankelijk is van de leeftijd van het kind, splitsten we de modale onderzoekspopulatie op in drie deelpopulaties: a) Gezinnen met kinderen tussen 3 maanden en 2,5 jaar (voorschools): kinderen geboren tussen 1 mei 1997 en 31 juli 1999;

27 Probleemstelling en methode 10 b) Gezinnen met kinderen tussen 2,5 jaar en 6 jaar (kleuterschool): kinderen geboren tussen 1 januari 1994 en 30 april 1997; c) Gezinnen met kinderen tussen 6 jaar en 12 jaar (lagere school): kinderen geboren tussen 1 januari 1987 en 31 december a) Gezinnen met kinderen jonger dan 2,5 jaar Voor de gezinnen met kinderen tussen 3 maanden en 2,5 jaar werd voor de steekproeftrekking gebruik gemaakt van het computerdatabestand IKAROS (Geïntegreerd Kind Activiteiten en Regio Ondersteuningssysteem) van Kind en Gezin. Dit databestand is gebaseerd op de notebooks van de regioverpleegkundigen en wordt per provincie opgesteld. Volgende gegevens over het kind konden op basis van het IKAROS-bestand bekomen worden: geboortedatum; (eventueel) datum van overlijden; nationaliteit; tweede nationaliteit; nationaliteit moeder; origine moeder; kansarmoede index (o.b.v. arbeidssituatie, gezondheid, huisvesting, maandinkomen, ontwikkeling en opleiding); afwijking (ja/neen); handicap (ja/neen); rangorde in het gezin; woonplaats (NIS-code). Vooreerst werden per provincie gemeenten en steden geselecteerd, rekening houdend met het stedelijk-ruraal karakter (L Hermitte, 1993). Vervolgens werden de overleden kinderen, de kinderen van vreemde nationaliteit (rekening houdend met de nationaliteit van het kind, de nationaliteit van de moeder en de origine van de moeder) en de kansarme kinderen (zie verder) uit de databank genomen. De allochtone en de kansarme kinderen worden immers mondeling bij de specifieke doelgroepen bevraagd. Op basis van de NIS gegevens over de bevolking naar geslacht, leeftijdsgroepen en leeftijdsklassen per woonplaats werd bepaald hoeveel gezinnen er uit iedere gemeente of stad geselecteerd moesten worden. b) Gezinnen met kinderen tussen 2,5 en 12 jaar Voor de selectie van de gezinnen met kinderen tussen 2,5 en 12 jaar werd met uitzondering van de provincie Limburg - gebruik gemaakt van de provinciale geboorteregisters van Kind en Gezin, aangezien deze gegevens voor de overige provincies nog niet in IKAROS beschikbaar zijn.

28 Probleemstelling en methode Bevraging van de specifieke doelgroepen In wat volgt geven we eerst een omschrijving van de specifieke doelgroepen. Vervolgens beschrijven we de manier waarop de respondenten werden geselecteerd en bevraagd Omschrijving van de specifieke doelgroepen a) Kansarme gezinnen In de literatuur wordt (kans)armoede op verschillende manieren gedefinieerd (zie in dit verband o.a. Vranken, Geldof & Van Menxel, 1997). Daar waar armoede in de eerste plaats betrekking heeft op de financiële situatie, gaat het bij kansarmoede om een multiaspectuele armoedesituatie. Voor de omschrijving van het begrip kansarmoede baseren we ons op de definitie die binnen Kind en Gezin wordt gehanteerd. Kansarmoede wordt hier omschreven als: Een toestand waarbij mensen beknot worden in hun kansen om voldoende deel te hebben aan maatschappelijk hooggewaardeerde goederen, zoals onderwijs, arbeid, huisvesting. Het gaat hierbij niet om een eenmalig feit, maar om een duurzame toestand die zich voordoet op verschillende terreinen, zowel materiële als immateriële. (De Cock & Buysse, 1997) Om te bepalen of een gezin al dan niet kansarm is, toetsen regioverpleegkundigen van Kind en Gezin de gezinnen bij de geboorte van een kind aan zes criteria, met name: het maandinkomen van het gezin, de arbeidssituatie van de ouders, het opleidingsniveau van de ouders, de huisvesting, de ontwikkeling van de kinderen en de gezondheidstoestand. Wanneer een gezin problemen ervaart met drie of meer van deze criteria wordt het gezin als kansarm beschouwd. Volgens bovenstaande definitie maakten in 1998 in het Vlaams Gewest 4,3% van de in dat jaar geboren kinderen deel uit van een kansarm gezin. Dat aantal is de laatste jaren systematisch lichtjes gestegen (Het kind in Vlaanderen, 1998). b) Allochtone gezinnen Kind en Gezin beschouwt kinderen wiens moeder bij geboorte niet de Belgische nationaliteit heeft als allochtone kinderen. Bij de selectie van respondenten voor dit onderzoek werden bijkomende criteria opgenomen, met name de nationaliteit van moeder en kind op het moment van de registratie door Kind en Gezin. De selectie gebeurde opnieuw aan de hand van IKAROS aangezien zij de grootste groep niet-europese allochtonen vormen in Vlaanderen (Monografie 5B, CBGS, 2000). We beperkten ons tot de bevraging van Turkse en Marokkaanse gezinnen. c) Gezinnen met een gehandicapt kind In 1998 leed 4,4% van de kinderen van 0 jaar aan een of meer langdurige ziektes, aandoeningen of handicaps. Bij de kinderen tussen 1 en 3 jaar betrof het 7,3% (Het kind in

29 Probleemstelling en methode 12 Vlaanderen, 1998). Er zijn geen cijfers beschikbaar over de kinderen met een handicap op zich of naargelang het soort handicap. Er kunnen verschillende vormen van handicap worden onderscheiden, met name: gehoorstoornissen, gezichtsstoornissen, motorische(/fysieke) handicaps, mentale(/verstandelijke) handicaps en meervoudige handicaps. Op basis van het IKAROSbestand was het niet mogelijk te detecteren om welk soort handicap het gaat. Vandaar dat aan de ouders werd gevraagd om het soort handicap van hun kindje te vermelden. Om de ernst van de handicap te kunnen nagaan, werd gevraagd of de ouders voor het betreffende kindje al dan niet recht hebben op verhoogde kinderbijslag Selectie en bevraging a) Kansarme gezinnen Vanuit de te verwachten lage respons bij een postenquête werden de kansarme gezinnen niet in de bevraging van de modale doelgroep mee opgenomen. De afname van de vragenlijst gebeurde bij de gezinnen thuis, zowel om de respons te verhogen als om de respondenten - indien nodig - te helpen bij het verduidelijken en vertalen van de vragen. Tevens gaf dit de mogelijkheid om een aantal bijkomende vragen in de enquête op te nemen, specifiek gericht op de problematiek van kinderopvang bij kansarme gezinnen. Voor de selectie van de kansarme gezinnen gebruikten we dezelfde criteria als Kind en Gezin. Uit vroeger onderzoek blijkt dat van het totaal aantal kinderen geboren in 1997 in een kansarm gezin, 31,7% allochtoon is (De Cock & Buysse, 1998). Deze verhouding werd ook bij de selectie van de kansarme gezinnen gehanteerd. We beperkten ons ook hier tot Turkse en Marokkaanse gezinnen. Er werd naar gestreefd om zowel kansarmen woonachtig in grootsteden als op het platteland in de bevraging op te nemen. Uiteindelijk viel de keuze op de steden Antwerpen, Gent, Genk en enkele landelijke gemeenten in de buurt van Tienen en aan de kust. De selectie van de landelijke gemeenten gebeurde op basis van een studie van de Boerenbond (L Hermitte, 1993/3 in: Van De Putte, 1997). De gemeenten in de buurt van Tienen en aan de kust die de classificatie zeer landelijk of landelijk kregen, werden weerhouden. De adressen werden op toevalsbasis geselecteerd. Per geselecteerd adres kregen de interviewers 2 reserveadressen mee. In het totaal werden 50 kansarme gezinnen bevraagd, waarvan 35 autochtone gezinnen en 15 allochtone. Bij de niet-allochtone kansarmen werden de interviews afgenomen door een vaste kern van interviewers bij het HIVA die ervaring hebben met interviews bij kansarme gezinnen. Voor de bevraging van de allochtone kansarmen deden we een beroep op interculturele bemiddelaars of personen die de taal van de respondent spreken. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de steekproef van kansarme gezinnen naar nationaliteit en naar woonplaats. 1 Kinderen (tot 21 jaar) die minstens 66% lichamelijk of geestelijk ongeschikt zijn, hebben recht op verhoogde kinderbijslag. Naargelang de categorie van zelfredzaamheid wordt de kinderbijslag verhoogd met een bepaald bedrag (Gids in de thuiszorg 1999).

Kinderopvang in Vlaanderen

Kinderopvang in Vlaanderen Kinderopvang in Vlaanderen Karlien Vanpée, Leen Sannen & Georges Hedebouw (2000), Kinderopvang in Vlaanderen. Gebruik, keuze van de opvangvorm en evaluatie door de ouders, HIVA- K.U.Leuven, 348 p. De vraag

Nadere informatie

ENQUETE INZAKE HET GEBRUIK VAN KINDEROPVANG VOOR KINDEREN JONGER DAN 3 JAAR NAJAAR 2002

ENQUETE INZAKE HET GEBRUIK VAN KINDEROPVANG VOOR KINDEREN JONGER DAN 3 JAAR NAJAAR 2002 ENQUETE INZAKE HET GEBRUIK VAN KINDEROPVANG VOOR KINDEREN JONGER DAN 3 JAAR NAJAAR 2002 Kind en Gezin Hallepoortlaan 27 1060 Brussel 02/533.14.11 Wettelijk Depot 2003/4112/3 Mei 2003 Cynthia Bettens Bea

Nadere informatie

Enquête naar het gebruik van opvang voor kinderen jonger dan 3 jaar Voorjaar 2004

Enquête naar het gebruik van opvang voor kinderen jonger dan 3 jaar Voorjaar 2004 Voorjaar Enquête naar het gebruik van opvang voor kinderen jonger dan 3 jaar Voorjaar Stijn Van Keer Cynthia Bettens Bea Buysse Kind en Gezin Hallepoortlaan 27, 1060 Brussel Telefoon: 02/533 14 11 - Wettelijk

Nadere informatie

De (on)gelijke deelname aan kinderopvang in Vlaanderen

De (on)gelijke deelname aan kinderopvang in Vlaanderen De (on)gelijke deelname aan kinderopvang in Vlaanderen Sofie Kuppens HIVA KU Leuven Kennisplatform BUITENKANS Vóór en vroegschoolse educatie in de strijd tegen kinderarmoede 27 April 2016 Overzicht Inleiding

Nadere informatie

ENQUETE INZAKE HET GEBRUIK VAN BUITENSCHOOLSE KINDEROPVANG VOOR KINDEREN VAN 3 JAAR TOT 12 JAAR

ENQUETE INZAKE HET GEBRUIK VAN BUITENSCHOOLSE KINDEROPVANG VOOR KINDEREN VAN 3 JAAR TOT 12 JAAR ENQUETE INZAKE HET GEBRUIK VAN BUITENSCHOOLSE KINDEROPVANG VOOR KINDEREN VAN 3 JAAR TOT 12 JAAR NAJAAR 2002 Katleen Govaert Bea Buysse Kind en Gezin Hallepoortlaan 27 1060 Brussel 02/533.14.11 Wettelijk

Nadere informatie

een inschatting van de onvervulde behoefte aan formele opvang.

een inschatting van de onvervulde behoefte aan formele opvang. Hoofdstuk 2 Rapport Steunpunt WVG Minderbroedersstraat 8 B-3000 Leuven +32 16 37 34 32 www.steunpuntwvg.be swvg@kuleuven.be Rapport 25 Het gebruik van en de behoefte aan kinderopvang voor baby s en peuters

Nadere informatie

KINDEROPVANG IN VLAANDEREN 2001

KINDEROPVANG IN VLAANDEREN 2001 1 KINDEROPVANG IN VLAANDEREN 2001 INHOUD Deel 1: Cijfers en feiten Hoofdstuk 1. Schets van het opvanglandschap 1. Informele kinderopvang 2. Formele kinderopvang 3. De plicht tot melding aan Kind en Gezin

Nadere informatie

KIND EN GEZIN ENQUETE INZAKE HET GEBRUIK VAN KINDEROPVANG VOOR KINDEREN JONGER DAN 3 JAAR

KIND EN GEZIN ENQUETE INZAKE HET GEBRUIK VAN KINDEROPVANG VOOR KINDEREN JONGER DAN 3 JAAR KIND EN GEZIN ENQUETE INZAKE HET GEBRUIK VAN KINDEROPVANG VOOR KINDEREN JONGER DAN 3 JAAR NAJAAR 2001 ENQUETE INZAKE HET GEBRUIK VAN KINDEROPVANG VOOR KINDEREN JONGER DAN 3 JAAR NAJAAR 2001 Cynthia Bettens

Nadere informatie

Enquête naar het gebruik van buitenschoolse opvang voor kinderen van 3 jaar tot 12 jaar Voorjaar 2004

Enquête naar het gebruik van buitenschoolse opvang voor kinderen van 3 jaar tot 12 jaar Voorjaar 2004 Enquête naar het gebruik van buitenschoolse opvang voor kinderen van 3 jaar tot 12 jaar Voorjaar Katleen Govaert Bea Buysse Kind en Gezin Hallepoortlaan 27, 1060 Brussel Telefoon: 02/533 14 11 - Wettelijk

Nadere informatie

4. Werkt u voltijds of deeltijds? q voltijds q deeltijds aantal uren per week:.. of aantal dagen per week:

4. Werkt u voltijds of deeltijds? q voltijds q deeltijds aantal uren per week:.. of aantal dagen per week: A. Identificatiegegevens Bedrijf:.. 1. Wat is uw geslacht? q man q vrouw 2. Wat is uw leeftijd? q jonger dan 20 jaar q 20-29 jaar q 30-39 jaar q 40-44 jaar q 45 of ouder 3. Wat is uw beroep? q arbeider

Nadere informatie

Simulatie van de vraag naar voorschoolse kinderopvang

Simulatie van de vraag naar voorschoolse kinderopvang Simulatie van de vraag naar voorschoolse kinderopvang foto: Landelijke Kinderopvang vzw West-Vlaanderen komt 3.000 plaatsen in kinderopvang tekort Tanja Termote Senior researcher WES Tanja Termote De behoefte

Nadere informatie

25/06/2010. Zelfstandige kinderdagverblijven

25/06/2010. Zelfstandige kinderdagverblijven Zelfstandige kinderdagverblijven Bezoekendag, 24 juni 2010 1 Dagprogramma 24 juni 2010 Voormiddag Inleiding bij het begrip zelfstandig kinderdagverblijf Kennismaking met kinderdagverblijf Ukkie-Pukkie

Nadere informatie

Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Het gebruik van en de behoefte aan kinderopvang voor baby s en peuters jonger dan 3 jaar in het Vlaamse Gewest dr. Eveline Teppers Wouter Schepers Prof. dr.

Nadere informatie

Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin -met de medewerking van Kind en Gezin-

Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin -met de medewerking van Kind en Gezin- Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin -met de medewerking van Kind en Gezin- Onderzoek naar het gebruik van opvang voor kinderen jonger dan 3 jaar in het Vlaamse Gewest in 2009 Samenvatting van de

Nadere informatie

Gebruik van kinderopvang

Gebruik van kinderopvang Gebruik van kinderopvang Saskia te Riele In zes van de tien gezinnen met kinderen onder de twaalf jaar hebben de ouders hun werk en de zorg voor hun kinderen zodanig georganiseerd dat er geen gebruik hoeft

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. Het gebruik van kinderopvang Inleiding Modale gezinnen Specifieke doelgroepen 50

Hoofdstuk 3. Het gebruik van kinderopvang Inleiding Modale gezinnen Specifieke doelgroepen 50 Jaarverslag Kinderopvang 2000 INHOUD Inleiding 3 Deel 1: Cijfers en feiten 6 Hoofdstuk 1. Schets van het opvanglandschap 6 1. Informele kinderopvang 6 2. Formele kinderopvang 6 3. Meldingsplicht aan Kind

Nadere informatie

Per 1.000 kinderen onder de 3 jaar telde Limburg eind 2008 68 opvangplaatsen minder dan het Vlaamse gemiddelde.

Per 1.000 kinderen onder de 3 jaar telde Limburg eind 2008 68 opvangplaatsen minder dan het Vlaamse gemiddelde. Limburgse kinderopvang misdeeld door huidige Vlaamse Regering. Uit het antwoord vanwege Vlaams minister van Welzijn Heeren op een parlementaire vraag van Vlaams volksvertegenwoordiger Els Robeyns blijkt

Nadere informatie

jaarverslag kinderopvang 2006 Hallepoortlaan Brussel Kind en Gezin-Lijn:

jaarverslag kinderopvang 2006 Hallepoortlaan Brussel Kind en Gezin-Lijn: Doelgroepbereik, testresultaten en resultaten van de verwijzingen jaarverslag kinderopvang 2006 Hallepoortlaan 27 1060 Brussel Kind en Gezin-Lijn: 078 150 100 info@kindengezin.be http://www.kindengezin.be

Nadere informatie

Kinderopvang. Jaarverslag 2005. Kind en Gezin Hallepoortlaan 27 1060 Brussel 02 533 12 11 http://www.kindengezin.be

Kinderopvang. Jaarverslag 2005. Kind en Gezin Hallepoortlaan 27 1060 Brussel 02 533 12 11 http://www.kindengezin.be Kinderopvang Jaarverslag 2005 Kind en Gezin Hallepoortlaan 27 1060 Brussel 02 533 12 11 http://www.kindengezin.be 2 INHOUD Voorwoord Deel 1: Cijfers en feiten Hoofdstuk 1. Schets van het opvanglandschap

Nadere informatie

Organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen [1]

Organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen [1] Organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen [1] Ten gevolge van de goedkeuring van de bisconceptnota betreffende de organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen,

Nadere informatie

1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft.

1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft. ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 8 november 2006 1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft.

Nadere informatie

Zorgen voor kinderen in Vlaanderen: een dagelijkse evenwichtsoefening?

Zorgen voor kinderen in Vlaanderen: een dagelijkse evenwichtsoefening? Gender, gezin en arbeid Zorgen voor kinderen in Vlaanderen: een dagelijkse evenwichtsoefening? Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck en Universiteit Antwerpen. 6 september 2007. Studiedag. In de loop

Nadere informatie

RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE

RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE Bij het openen van het rapport worden de meest recente gegevens uit de databank gehaald. Inleiding In dit document worden de kansarmoede-indicatoren weergegeven

Nadere informatie

KINDEROPVANG IN VLAANDEREN - 2003

KINDEROPVANG IN VLAANDEREN - 2003 1 KINDEROPVANG IN VLAANDEREN - 2003 INHOUD Deel 1: Cijfers en feiten Hoofdstuk 1. Schets van het opvanglandschap 1. Informele kinderopvang 2. Formele kinderopvang 3. De plicht tot melding aan Kind en Gezin

Nadere informatie

Kinderopvang en vrijetijdsactiviteiten. Bespreking van de resultaten van de bevraging bij de lokale besturen

Kinderopvang en vrijetijdsactiviteiten. Bespreking van de resultaten van de bevraging bij de lokale besturen Kinderopvang en vrijetijdsactiviteiten Bespreking van de resultaten van de bevraging bij de lokale besturen Kinderopvang en vrijetijdsactiviteiten Bespreking van de resultaten van de bevraging bij de lokale

Nadere informatie

Inclusieve opvang en Centra inclusieve kinderopvang

Inclusieve opvang en Centra inclusieve kinderopvang Inclusieve opvang en Centra inclusieve kinderopvang Inspiratiedag Kinderopvang VVSG 2 april 2015 Sylvia Walravens Stafmedewerker afdeling Kinderopvang Historische context Inclusieve opvang binnen Kind

Nadere informatie

jaarverslag kinderopvang

jaarverslag kinderopvang Doelgroepbereik, testresultaten en resultaten van de verwijzingen jaarverslag kinderopvang 2007 INHOUD VOORWOORD...1 DEEL 1: CIJFERS EN FEITEN...2 HOOFDSTUK 1. SCHETS VAN HET OPVANGLANDSCHAP...2 1. Informele

Nadere informatie

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD STUK 459 (2011-2012) Nr. 1 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZIT TING 2011-2012 17 NOVEMBER 2011 VOORSTEL VAN RESOLUTIE van mevrouw Elke ROEX betreffende het waarborgen van het recht op kinderopvang

Nadere informatie

Buitenschoolse kinderopvang en vrijetijdsbesteding in Vlaanderen

Buitenschoolse kinderopvang en vrijetijdsbesteding in Vlaanderen Onderzoek in opdracht van Kind en Gezin 31 januari 2013 Buitenschoolse kinderopvang en vrijetijdsbesteding in Vlaanderen Gebruik en deelname, evaluatie, behoeften en attitudes Dr. Steven Lenaers promotor:

Nadere informatie

Verwerking bevraging behoefte opvang en opvoedingsondersteuning van nietschoolgaande

Verwerking bevraging behoefte opvang en opvoedingsondersteuning van nietschoolgaande Verwerking bevraging behoefte opvang en opvoedingsondersteuning van nietschoolgaande kinderen Representativiteit Er was een respons van 42 deelnemers, op een totaal bereik van 115 aangeschreven gezinnen,

Nadere informatie

KINDEROPVANG IN VLAANDEREN 2002

KINDEROPVANG IN VLAANDEREN 2002 1 KINDEROPVANG IN VLAANDEREN 2002 INHOUD Deel 1: Cijfers en feiten Hoofdstuk 1. Schets van het opvanglandschap 1. Informele kinderopvang 2. Formele kinderopvang 3. De plicht tot melding aan Kind en Gezin

Nadere informatie

wegwijs in opvang voor je baby of peuter

wegwijs in opvang voor je baby of peuter wegwijs in opvang voor je baby of peuter 1. Opvang zoeken 1.1 Wat zijn je wensen? De opvang zorgt samen met jou voor de opvoeding van je kind. Daarom is opvang kiezen een belangrijke keuze, waar je zelf

Nadere informatie

Kinderarmoede. Katrien Verhegge Administrateur-generaal

Kinderarmoede. Katrien Verhegge Administrateur-generaal Kinderarmoede Katrien Verhegge Administrateur-generaal Inleiding Decretale opdracht Kinderarmoede wicked problem Benaderen vanuit transitiedenken Kinder- en mensenrechten belangrijke toetsstenen Monitoring

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 KINDEROPVANG EN ANDERE EXTERNE OPVOEDINGSMILIEUS

Hoofdstuk 5 KINDEROPVANG EN ANDERE EXTERNE OPVOEDINGSMILIEUS Hoofdstuk 5 KINDEROPVANG EN ANDERE EXTERNE OPVOEDINGSMILIEUS 100 101 Kinderen komen al snel in contact met andere opvoedingsmilieus (kinderopvang, scholen, ) waar ze ook heel wat tijd doorbrengen. We schetsen

Nadere informatie

ONDERZOEK KINDEROPVANG - FASES 2 EN 3

ONDERZOEK KINDEROPVANG - FASES 2 EN 3 ONDERZOEK KINDEROPVANG - FASES 2 EN 3 ONDERZOEK IN SAMENWERKING MET RESOC ZUID-WEST-VLAANDEREN EN MET FINANCIËLE STEUN VAN DE PROVINCIE WEST-VLAANDEREN EN HET WELZIJNSCONSOR- TIUM ZUID-WEST-VLAANDEREN

Nadere informatie

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, inzonderheid op artikel 5;

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, inzonderheid op artikel 5; TC/98/84 ADVIES Nr. 98/07 VAN 7 JULI 1998 BETREFFENDE EEN AANVRAAG VAN DE KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN (DEPARTEMENT SOCIOLOGIE) TOT HET BEKOMEN VAN DE RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID EN DE RIJKSDIENST

Nadere informatie

Welzijn inkomen en armoede

Welzijn inkomen en armoede Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 10 oktober 2013 Contactpersoon: Kim Nevelsteen Welzijn inkomen en armoede Samenvatting gemiddeld inkomen per Kempenaar 16.423/jaar (2010) iets lager

Nadere informatie

Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Het gebruik van opvang voor kinderen jonger dan 3 jaar in het Vlaamse Gewest

Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Het gebruik van opvang voor kinderen jonger dan 3 jaar in het Vlaamse Gewest Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Het gebruik van opvang voor kinderen jonger dan 3 jaar in het Vlaamse Gewest Eva Vande Gaer Caroline Gijselinckx Georges Hedebouw Rapport 12 November 2013 Steunpunt

Nadere informatie

jaarverslag kinderopvang 2008 Hallepoortlaan Brussel Kind en Gezin-Lijn:

jaarverslag kinderopvang 2008 Hallepoortlaan Brussel Kind en Gezin-Lijn: Doelgroepbereik, testresultaten en resultaten van de verwijzingen jaarverslag kinderopvang 2008 Hallepoortlaan 27 1060 Brussel Kind en Gezin-Lijn: 078 150 100 info@kindengezin.be http://www.kindengezin.be

Nadere informatie

Kinderopvang. Jaarverslag 2011. Hallepoortlaan 27 1060 Brussel Kind en Gezin-Lijn: 078 150 100 www.kindengezin.be

Kinderopvang. Jaarverslag 2011. Hallepoortlaan 27 1060 Brussel Kind en Gezin-Lijn: 078 150 100 www.kindengezin.be Kinderopvang Jaarverslag 2011 Hallepoortlaan 27 1060 Brussel Kind en Gezin-Lijn: 078 150 100 www.kindengezin.be INHOUD VOORWOORD... 1 DEEL 1: FEITEN EN CIJFERS... 2 HOOFDSTUK 1: SCHETS VAN HET OPVANGLANDSCHAP...

Nadere informatie

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. 4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,

Nadere informatie

Uitkomsten enquête Andere Tijden

Uitkomsten enquête Andere Tijden Uitkomsten enquête Andere Tijden Een peiling van de wensen en behoeften onder Zeeuwse ouders met jonge kinderen op het gebied van schooltijden, schoolvakantie, school en opvang Voorjaar 2012 Uitkomsten

Nadere informatie

1 Dit is een gecoördineerde versie. De datum van de laatste versie is steeds de datum van de laatste verstuurde mededeling

1 Dit is een gecoördineerde versie. De datum van de laatste versie is steeds de datum van de laatste verstuurde mededeling 1 Toelichting van 16 februari 2009 bij het besluit van de Vlaamse Regering dd. 13 februari 2009 houdende de regeling van het attest van toezicht voor zelfstandige opvangvoorzieningen De regie van de kinderopvang

Nadere informatie

UAV 2012 Toegelicht. Handleiding voor de praktijk. prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis. Eerste druk

UAV 2012 Toegelicht. Handleiding voor de praktijk. prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis. Eerste druk UAV 2012 Toegelicht Handleiding voor de praktijk prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis Eerste druk s-gravenhage - 2013 1 e druk ISBN 978-90-78066-67-5 NUR 822 2013, Stichting Instituut voor Bouwrecht, s-gravenhage

Nadere informatie

De financiering van de buitenschoolse kinderopvang Het perspectief van de voorzieningen

De financiering van de buitenschoolse kinderopvang Het perspectief van de voorzieningen De financiering van de buitenschoolse kinderopvang Het perspectief van de voorzieningen Prof. dr. Jozef Pacolet, Frederic De Wispelaere & Annelies De Coninck Studiedag SWVG Integrale zorg en ondersteuning

Nadere informatie

jaarverslag kinderopvang 2009 Hallepoortlaan 27 1060 Brussel Kind en Gezin-Lijn: 078 150 100

jaarverslag kinderopvang 2009 Hallepoortlaan 27 1060 Brussel Kind en Gezin-Lijn: 078 150 100 Doelgroepbereik, testresultaten en resultaten van de verwijzingen jaarverslag kinderopvang 2009 Hallepoortlaan 27 1060 Brussel Kind en Gezin-Lijn: 078 150 100 info@kindengezin.be http://www.kindengezin.be

Nadere informatie

VVSG INSPIRATIEDAG 20 maart 2014. Stand van zaken op vandaag, onder voorbehoud van definitieve goedkeuring van de regelgeving

VVSG INSPIRATIEDAG 20 maart 2014. Stand van zaken op vandaag, onder voorbehoud van definitieve goedkeuring van de regelgeving INKOMENSTARIEF VVSG INSPIRATIEDAG 20 maart 2014 Stand van zaken op vandaag, onder voorbehoud van definitieve goedkeuring van de regelgeving INHOUD 1. Bestellen is betalen 2. Inkomenstarief: principes en

Nadere informatie

Studiepopulatie. Gezondheidsenquête, België, 1997.

Studiepopulatie. Gezondheidsenquête, België, 1997. In deze paragraaf worden een aantal kenmerken van de steekproef besproken. Het gaat om de volgende socio-demografische karakteristieken : verblijfplaats : per regio en per provincie; geslacht en leeftijd;

Nadere informatie

Opvang en vrije tijd van schoolgaande kinderen krijgt samen vorm. David Vits Kind en Gezin Ann Lobijn VVSG

Opvang en vrije tijd van schoolgaande kinderen krijgt samen vorm. David Vits Kind en Gezin Ann Lobijn VVSG Opvang en vrije tijd van schoolgaande kinderen krijgt samen vorm David Vits Kind en Gezin Ann Lobijn VVSG Nieuwe organisatie Buitenschoolse activiteiten Voortgang Op weg naar een decreet Link filmpje katrien

Nadere informatie

Het arbeidsaanbod van laagopgeleide vrouwen vanuit een economisch en sociologisch perspectief. A Gebruikte databestanden... 2

Het arbeidsaanbod van laagopgeleide vrouwen vanuit een economisch en sociologisch perspectief. A Gebruikte databestanden... 2 BIJLAGEN Het werken waard Het arbeidsaanbod van laagopgeleide vrouwen vanuit een economisch en sociologisch perspectief A Gebruikte databestanden... 2 B Bijlage bij hoofdstuk 4... 3 C Bijlage bij hoofdstuk

Nadere informatie

Grootouders en het welzijn van kleinkinderen na echtscheiding. Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2

Grootouders en het welzijn van kleinkinderen na echtscheiding. Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2 Grootouders en het welzijn van kleinkinderen na echtscheiding Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2 1Vrije Universiteit Brussel, 2 KU Leuven Grootouders kunnen een belangrijke rol spelen in het leven van

Nadere informatie

Arbeidsdeelname van paren

Arbeidsdeelname van paren Arbeidsdeelname van paren Johan van der Valk De combinatie van een voltijdbaan met een is het meest populair bij paren, met name bij paren boven de dertig. Ruim 4 procent van de paren combineerde in 24

Nadere informatie

Resultaten enquête behoefte kinderopvang van 0 tot 2,5 jaar. Er werden 420 enquêtes verstuurd waarvan er 95 enquêtes werden ingevuld dat is 22,6%

Resultaten enquête behoefte kinderopvang van 0 tot 2,5 jaar. Er werden 420 enquêtes verstuurd waarvan er 95 enquêtes werden ingevuld dat is 22,6% Resultaten enquête behoefte kinderopvang van 0 tot 2,5 jaar Er werden 420 enquêtes verstuurd waarvan er 95 enquêtes werden ingevuld dat is 22,6% DEEL 1: Algemene gegevens 1. In welk jaar is/wordt uw kindje

Nadere informatie

Kinderopvang in aandachtswijken

Kinderopvang in aandachtswijken Kinderopvang in aandachtswijken Significant Thorbeckelaan 91 3771 ED Barneveld +31 342 40 52 40 KvK 3908 1506 info@significant.nl www.significant.nl Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Barneveld,

Nadere informatie

In de beleidsbrief Welzijn, Volksgezindheid en Gezin zegt de minister ook werk te maken van een flexibele kinderopvang.

In de beleidsbrief Welzijn, Volksgezindheid en Gezin zegt de minister ook werk te maken van een flexibele kinderopvang. SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 440 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 10 april 2018 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Flexibele kinderopvang - Stand van zaken In een persbericht

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen VI.6. MB kwalificatiebewijzen 1 Ministerieel besluit van 3 maart 2010 (BS 29 maart 2010) tot bepaling van de kwalificatiebewijzen voor medewerkers en verantwoordelijken van kinderopvangvoorzieningen 1

Nadere informatie

INDICATOREN VAN DE LEEFSITUATIE VAN HET KIND IN VLAANDEREN 2000

INDICATOREN VAN DE LEEFSITUATIE VAN HET KIND IN VLAANDEREN 2000 INDICATOREN VAN DE LEEFSITUATIE VAN HET KIND IN VLAANDEREN 2000 Sarah Van Ourti Dimitri Mortelmans Antwerpen 2003 Universitaire Instelling Antwerpen Departement Politieke en Sociale Wetenschappen Universiteitsplein

Nadere informatie

Artikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst

Artikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst Artikelen Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst Martijn Souren en Jannes de Vries Onder laagopgeleide vrouwen is de bruto arbeidsparticipatie aanzienlijk

Nadere informatie

Staten-Generaal Opvang van Schoolkinderen

Staten-Generaal Opvang van Schoolkinderen Staten-Generaal Opvang van Schoolkinderen Inspiratiedag Kinderopvang 2014 Staten-Generaal opvang van schoolkinderen In opdracht van Vlaams Ministers Vandeurzen, Muyters en Smet hebben Kind en Gezin, verschillende

Nadere informatie

De Sociale plattegrond

De Sociale plattegrond De Sociale plattegrond Sector: Begeleiding jonge kinderen Spreker: Krista De Vos (Kind en Gezin) Kind en Gezin Kleine kinderen, wij maken er werk van! 1 Voorgeschiedenis 1919: Nationaal Werk voor het Kinderwelzijn

Nadere informatie

Kinderopvang. Jaarverslag Kind en Gezin Hallepoortlaan Brussel 02/

Kinderopvang. Jaarverslag Kind en Gezin Hallepoortlaan Brussel 02/ Kinderopvang Jaarverslag 2004 Kind en Gezin Hallepoortlaan 27 1060 Brussel 02/533.12.11 http://www.kindengezin.be 2 KINDEROPVANG IN VLAANDEREN - 2004 INHOUD Deel 1: Cijfers en feiten Hoofdstuk 1. Schets

Nadere informatie

VERENIGING WAAR ARMEN HET WOORD NEMEN

VERENIGING WAAR ARMEN HET WOORD NEMEN Koning Albert II-laan 35, bus 31 1030 Brussel T 02 553 34 34 F 02 533 34 35 contact@zorginspectie.be VERENIGING WAAR ARMEN HET WOORD NEMEN Naam: Adres: Tel: Fax: Email: Opdrachtnummer: Datum opdracht:

Nadere informatie

Huishoudens in schuldbemiddeling: profielen en regionale verschillen

Huishoudens in schuldbemiddeling: profielen en regionale verschillen PERSONEN IN FINANCIËL E MOEILIJKHEDEN : PROFIELEN? Colloquium van het Observatorium Krediet en Schuldenlast, 5 december 2013, Brussel Huishoudens in schuldbemiddeling: profielen en regionale verschillen

Nadere informatie

Omgevingsanalyse Oostende Ifv nieuwe locatie kinderdagverblijf In opdracht van CM Oostende

Omgevingsanalyse Oostende Ifv nieuwe locatie kinderdagverblijf In opdracht van CM Oostende Omgevingsanalyse Oostende Ifv nieuwe locatie kinderdagverblijf In opdracht van CM Oostende 1 Inleiding In deze analyse worden een aantal cijfers meegegeven die van belang kunnen zijn in het kader van de

Nadere informatie

Persmededeling Hoe zoeken werkzoekenden?

Persmededeling Hoe zoeken werkzoekenden? Hoger instituut voor de arbeid Katholieke Universiteit Leuven E. Van Evenstraat 2e B-3000 Leuven Telefoon +32 (0)16 32 33 33 Telefax +32 (0)16 32 33 44 Persmededeling Hoe zoeken werkzoekenden? Gerlinde

Nadere informatie

en aan kinderen uit het lager en secundair onderwijs.

en aan kinderen uit het lager en secundair onderwijs. 4 Welvaart, inkomen, armoede en kansarmoede Het kind in Vlaanderen 217 Kind en Gezin 5. SCHOOLTOELAGEN In het Vlaams onderwijs is er een systeem van school- en studietoelagen waarbij leerlingen uit een

Nadere informatie

Gemeentelijke kinderopvang Maldegem

Gemeentelijke kinderopvang Maldegem Gemeentelijke kinderopvang Maldegem Verantwoordelijke schepen: Valerie Taeldeman De geboorte van uw kindje is één van de mooiste en meest ingrijpende momenten in het leven. De opdracht om arbeid en gezinsleven

Nadere informatie

Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Het gebruik van opvang voor kinderen jonger dan 3 jaar in het Vlaams Gewest

Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Het gebruik van opvang voor kinderen jonger dan 3 jaar in het Vlaams Gewest Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Het gebruik van opvang voor kinderen jonger dan 3 jaar in het Vlaams Gewest Georges Hedebouw & Annick Peetermans HIVA K.U.Leuven Rapport 07 Oktober 2009 Steunpunt

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 5.8.1. Inleiding De WHO heeft in haar omschrijving het begrip gezondheid uitgebreid met de dimensie sociale gezondheid en deze op één lijn gesteld met de lichamelijke en psychische gezondheid. Zowel de

Nadere informatie

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Leen Heylen, CELLO, Universiteit Antwerpen Thomas More Kempen Het begrip eenzaamheid Eenzaamheid is een pijnlijke, negatieve ervaring die zijn oorsprong vindt in een

Nadere informatie

Gedrag en ervaringen van huishoudelijke afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG - TECHNISCH RAPPORT

Gedrag en ervaringen van huishoudelijke afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG - TECHNISCH RAPPORT Gedrag en ervaringen van huishoudelijke afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG - TECHNISCH RAPPORT 10 september 2014 INHOUDSOPGAVE 1. TECHNISCH RAPPORT...3 1.1. Universum en steekproef...

Nadere informatie

Constructie van de variabele Etnische afkomst

Constructie van de variabele Etnische afkomst Constructie van de variabele Etnische afkomst Ter inleiding geven we eerst een aantal door verschillende organisaties gehanteerde definities van een allochtoon. Daarna leggen we voor het SiBO-onderzoek

Nadere informatie

Vlaamse Regering.3^v^ "^ M

Vlaamse Regering.3^v^ ^ M rarrr^'m»»- Vlaamse Regering.3^v^ "^ M Ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering houdende de voorwaarden inzake financiële ondersteuning van zelfstandige opvangvoorzieningen DE VLAAMSE REGERING, Gelet op

Nadere informatie

Drempels voor doelgroepen in jouw kinderopvangvoorziening

Drempels voor doelgroepen in jouw kinderopvangvoorziening Drempels voor doelgroepen in jouw kinderopvangvoorziening De sociale functie van kinderopvang houdt in dat: de toegankelijkheid van kinderopvangvoorzieningen voor een zo breed mogelijke doelgroep ouders

Nadere informatie

Aangepaste bedragen van de subsidies en andere financiële tegemoetkomingen voor de opvangvoorzieningen in 2012

Aangepaste bedragen van de subsidies en andere financiële tegemoetkomingen voor de opvangvoorzieningen in 2012 Hallepoortlaan 27 B-1060 BRUSSEL Telefoon: 02 533 12 11 Fax: 02 544 02 80 www.kindengezin.be e-mail : info@kindengezin.be MEDEDELING Aangepaste bedragen van de subsidies en andere financiële tegemoetkomingen

Nadere informatie

Onderzoek naar de woonfiscaliteit in Vlaanderen

Onderzoek naar de woonfiscaliteit in Vlaanderen Onderzoek naar de woonfiscaliteit in Vlaanderen Voorwoord Geert Goeyvaerts, Marietta Haffner, Kristof Heylen, Katleen Van den Broeck, Frank Vastmans (coördinator) en Sien Winters Promotor: Erik Buyst Onderzoek

Nadere informatie

Onderzoek naar het verband tussen de betaling van onderhoudsgelden en het risico voor armoede in de gezinnen

Onderzoek naar het verband tussen de betaling van onderhoudsgelden en het risico voor armoede in de gezinnen Onderzoek naar het verband tussen de betaling van onderhoudsgelden en het risico voor armoede in de gezinnen Project uitgevoerd in opdracht van de Staatssecretaris voor Gezinsbeleid door: Gezinsbond vzw

Nadere informatie

VOORSTEL VAN DECREET VAN MEVROUW SONJA BECQ EN MEVROUW VEERLE HEEREN C.S HOUDENDE REGELING VAN DE THUISOPVANG VAN ZIEKE KINDEREN

VOORSTEL VAN DECREET VAN MEVROUW SONJA BECQ EN MEVROUW VEERLE HEEREN C.S HOUDENDE REGELING VAN DE THUISOPVANG VAN ZIEKE KINDEREN ADVIES VOORSTEL VAN DECREET VAN MEVROUW SONJA BECQ EN MEVROUW VEERLE HEEREN C.S HOUDENDE REGELING VAN DE THUISOPVANG VAN ZIEKE KINDEREN Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen. Voorstel

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen erkende en zelfstandige ko - MB kwalificatiebewijzen 1 Ministerieel besluit van 3 maart 2010 (BS 29 maart 2010) tot bepaling van de kwalificatiebewijzen voor medewerkers en verantwoordelijken van kinderopvangvoorzieningen

Nadere informatie

EINDRAPPORT. Analyse van het zoekproces van ouders naar een voorschoolse kinderopvangplaats. 15 september 2007

EINDRAPPORT. Analyse van het zoekproces van ouders naar een voorschoolse kinderopvangplaats. 15 september 2007 EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ouders naar een voorschoolse kinderopvangplaats 15 september 2007 MAS Market Analysis & Synthesis Brusselsesteenweg 46a 3000 Leuven +32 16 22 69 67 http://www.masresearch.be

Nadere informatie

Rapport Hulst Middelburg, december 2013

Rapport Hulst Middelburg, december 2013 Rapport Hulst Middelburg, december 2013 Colofon SCOOP 2013 Samenstelling Hanneke Westerhout Han Schellekens Herman Braat SCOOP Kousteensedijk 7 Postbus 407 4330 AK Middelburg Telefoon (0118) 682500 Telefax

Nadere informatie

De dienstencheques 360 doorgelicht

De dienstencheques 360 doorgelicht Contact: daphne.valsamis@ideaconsult.be - 02/300.85.00 De dienstencheques 360 doorgelicht Persconferentie 5.07.2018 Doelstellingen van het onderzoek 360 zicht op de dienstencheques: Analyse van de vraagzijde

Nadere informatie

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996 Dit deel van het onderzoek omvat alle personen tussen de 18 en 55 jaar oud (leeftijdsgrenzen inbegrepen) op 30 juni 1997, wiens dossier van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met

Nadere informatie

Onderzoeksfiche e00032.pdf. 1. Referentie

Onderzoeksfiche e00032.pdf. 1. Referentie 1. Referentie Referentie Verhoeven, J.C., Stassen, K., Devos, G. & Warmoes, V. (2003). Ouders op school en thuis. Onderwijskundig onderzoek in opdracht van de Vlaamse Minister van onderwijs en vorming.

Nadere informatie

Welke opvangmogelijkheden zijn er in principe voor kinderen van inburgeraars?

Welke opvangmogelijkheden zijn er in principe voor kinderen van inburgeraars? INBURGERING EN KINDEROPVANG/VVE Welke opvangmogelijkheden zijn er in principe voor kinderen van inburgeraars? (1)Formele opvang onder de Wet kinderopvang (kinderen van 0-4 jaar) Onderscheid wordt gemaakt

Nadere informatie

Praktijk en inspiratie

Praktijk en inspiratie Praktijk en inspiratie Inhoud/1 INHOUD A. Werking en organisatie Hoofdstuk 1 Het kinderopvanglandschap in Vlaanderen... 1 Inleiding... 1 1.1. Categorieën van kinderopvang... 1 1.1.1 Verschil tussen informele

Nadere informatie

Kansarme moeders en de eerste voedingskeuze voor hun kind. Rudy De Cock, Hannie Serlet en Sofie Mestdagh

Kansarme moeders en de eerste voedingskeuze voor hun kind. Rudy De Cock, Hannie Serlet en Sofie Mestdagh Kansarme moeders en de eerste voedingskeuze voor hun kind Rudy De Cock, Hannie Serlet en Sofie Mestdagh Opbouw workshop Schets van het project Aanleiding Doelgroep Doelstellingen Fasen Fase 1: vooronderzoek

Nadere informatie

De verdeling van arbeid en zorg tussen vaders en moeders

De verdeling van arbeid en zorg tussen vaders en moeders De verdeling van arbeid en zorg tussen vaders en moeders Marjolein Korvorst en Tanja Traag Het krijgen van kinderen dwingt ouders keuzes te maken over de combinatie van arbeid en zorg. In de meeste gezinnen

Nadere informatie

Startenmet kinderopvang. Toelichting Kind en Gezin Startersdag Unizo 18 mei 2011

Startenmet kinderopvang. Toelichting Kind en Gezin Startersdag Unizo 18 mei 2011 Startenmet kinderopvang Toelichting Kind en Gezin Startersdag Unizo 18 mei 2011 Wat doet Kind en Gezin? K&G is verantwoordelijk voor de uitvoering van het beleid van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid

Nadere informatie

Kinderopvang = instrument in strijd tegen kinderarmoede

Kinderopvang = instrument in strijd tegen kinderarmoede Kinderopvang = instrument in strijd tegen kinderarmoede Kinderopvang heeft verschillende functies: een economische functie, een pedagogische en een sociale functie. Kwalitatieve kinderopvang weet deze

Nadere informatie

Infosessie zelfstandige kinderopvangsector

Infosessie zelfstandige kinderopvangsector Infosessie zelfstandige kinderopvangsector 2 april 2009 Situering 1 Kind en Gezin Kind en Gezin is verantwoordelijk voor de uitvoering van het beleid van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid

Nadere informatie

Op 28 januari 2016 was de enquête door 939 zelfstandigen ingevuld, waaronder 324 mannen en 615 vrouwen. ROFIEL VAN DE RESPONDENTEN

Op 28 januari 2016 was de enquête door 939 zelfstandigen ingevuld, waaronder 324 mannen en 615 vrouwen. ROFIEL VAN DE RESPONDENTEN Juli 2016 56% van de zelfstandigen besteedt meer dan 50 uur per week aan de eigen zaak. Er is een groot verschil tussen mannen en vrouwen. 55% van de mannelijke zelfstandigen geeft aan dat zijn partner

Nadere informatie

onderwerpen rol K&G Kinderopvang kinderen tot het einde van de basisschool

onderwerpen rol K&G Kinderopvang kinderen tot het einde van de basisschool Kinderopvang in Vlaanderen onderwerpen 1. Rol kind en gezin 2. Kinderopvanglandschap 3. Beleidsnota minister Jo Van Deurzen 4. Decreet voorschoolse kinderopvang 5. Buitenschoolse opvang nieuwe visie 6.

Nadere informatie

TRAINING & OPLEIDING Opleidingen in de lift: + 25% in 2001

TRAINING & OPLEIDING Opleidingen in de lift: + 25% in 2001 TRAINING & OPLEIDING Opleidingen in de lift: + 25% in 2001 Training en opleiding (T&O) van werkzoekenden en werknemers is één van de kerntaken van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding

Nadere informatie

20/02/2014 VERGUNNINGSVOORWAARDEN KINDEROPVANG BABY S EN PEUTERS INHOUD. 1. Nieuwe namen. Nieuwe namen

20/02/2014 VERGUNNINGSVOORWAARDEN KINDEROPVANG BABY S EN PEUTERS INHOUD. 1. Nieuwe namen. Nieuwe namen VERGUNNINGSVOORWAARDEN KINDEROPVANG BABY S EN PEUTERS Principieel akkoord Vlaamse Regering 5 juli 2013 INHOUD 1. Nieuwe namen 2. Algemene principes 3. Aanpak 4. 5. Werkingsvoorwaarden Nieuwe namen NU 1

Nadere informatie

Beleidsregels tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie

Beleidsregels tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie Beleidsregels tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie Het college van burgemeester en wethouders van Schiedam, gelet op artikel 4.81 van de Algemene wet bestuursrecht,

Nadere informatie

toelichting EOS-project & onderzoeksresultaten

toelichting EOS-project & onderzoeksresultaten toelichting EOS-project & onderzoeksresultaten dhr. Arne Oosthuyse projectcoördinator Voka - Kamer van Koophandel O-Vl. VON-sessie: Allochtoon ondernemerschap in Vlaanderen Donderdag 9 juni 2011 Huis van

Nadere informatie

Ouders over scholen: verwachtingen en participatiebehoeften

Ouders over scholen: verwachtingen en participatiebehoeften KatholiekE UNIVERSITEIT LEUVEN Departement Sociologie Centrum voor Onderwijssociologie E. Van Evenstraat 2B B-3000 LEUVEN Prof. dr. J.C. Verhoeven Prof. dr. G. Devos Koen Stassen Veronique Warmoes Ouders

Nadere informatie

Inhoud. Samenvatting 3. 1 Inleiding 9. 2 Het basisonderwijs 11

Inhoud. Samenvatting 3. 1 Inleiding 9. 2 Het basisonderwijs 11 Inhoud Samenvatting 3 1 Inleiding 9 2 Het basisonderwijs 11 3 De Kinderopvang 13 3.1 Het kinderdagverblijf 13 3.2 Het gastouderbureau 15 3.3 Buitenschoolse opvang en overblijven 16 3.4 De kinderopvang

Nadere informatie

Gezinsenquête. 1. Situering

Gezinsenquête. 1. Situering Gezinsenquête 1. Situering De gezinsenquête is een schriftelijke enquête (postenquête) Bij gezinnen met kinderen tussen 0 en 25 jaar in het Vlaamse Gewest en Brussels Hoofdstedelijk Gewest Met vragen over

Nadere informatie