Inhoud. Samenvatting 3. 1 Inleiding 9. 2 Het basisonderwijs 11

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inhoud. Samenvatting 3. 1 Inleiding 9. 2 Het basisonderwijs 11"

Transcriptie

1 Inhoud Samenvatting 3 1 Inleiding 9 2 Het basisonderwijs 11 3 De Kinderopvang Het kinderdagverblijf Het gastouderbureau Buitenschoolse opvang en overblijven De kinderopvang samengevat 21 4 Spelen en verkennen De peuterspeelzaal De speeltuinen De speelplaatsjes Speelactiviteiten in het buurthuis De Speel-o-theek De bibliotheek / bibliobus Zwemles Spelen en verkennen samengevat 37 5 Gezondheidszorg Kraamzorg Het consultatiebureau De jeugdarts / GGD De huisarts Gezondheidszorg op een rij 44 6 Opvoedkundige ondersteuning Opvoedkundige ondersteuning of hulpverlening Opvoedkundige instanties Opvoedcursus en Centrum voor Jeugd en Gezin 51 7 Veiligheid Verkeersveiligheid in de buurt Sociale veiligheid in de buurt Veiligheid op een rij 56 Bijlagen: Bijlage 1 Responsoverzicht en weging 57 Bijlage 2 De respondenten 59 Bijlage 3 De vragenlijst 61 1

2 2

3 Samenvatting In het kader van de zogenoemde sluitende aanpak in het jeugdbeleid van de gemeente Leiden is een onderzoek uitgevoerd naar het gebruik en de waardering van een aantal voorzieningen voor kinderen van 0 tot 6 jaar in Leiden. Het gaat om het basisonderwijs, kinderopvang, speel- en verkenningsvoorzieningen, gezondheidszorg, opvoedkundige hulp en veiligheid. Bij elk van de voorzieningen is rekening gehouden met de doelgroep (leeftijdsgroepen). Het onderzoek is een vervolgmeting van het onderzoek dat in 2003 heeft plaatsgevonden. Daardoor zijn trends zichtbaar. Voor het onderzoek is een telefonische enquête gehouden onder een steekproef van alle huishoudens met één of meer kinderen van 0 tot 6 jaar. Er zijn 610 ouders ondervraagd, een respons van 60%. De gegevens zijn gecorrigeerd naar wijk en etnische groep. Bij de analyse is ook gekeken of er significante verschillen bestaan tussen de wijken, tussen autochtone en niet-westerse en westerse allochtone ouders en naar inkomen of opleiding. Alleen als er relevante verschillen bestaan tussen de groepen is dat aangegeven in het rapport. Omdat het aantal enquêtes per wijk sterk varieert moet hiermee bij de interpretatie van de gegevens rekening worden gehouden. Vanwege kleine aantallen zijn niet altijd betrouwbare uitspraken voor alle wijken mogelijk. Aansluitend aan de samenvatting is in tabel I en figuur I een overzicht gegeven van alle gebruikspercentages, de rapportcijfers en belangrijkste knelpunten. Basisonderwijs De basisscholen worden in het algemeen positief gewaardeerd. Het gemiddelde rapportcijfer is een 7,9, vergelijkbaar met Aansluitend op de positieve beoordeling geeft twee derde van de ouders (67%) van kinderen op de basisschool aan over geen enkel aspect van de basisschool ontevreden te zijn. In 2003 was men iets negatiever over de basisschool (54% niet ontevreden). Eén op de drie ouders heeft wel één of meer knelpunten aangegeven. Zo is 11% niet tevreden over het schoolgebouw (met name over het onderhoud / schoon houden of de grootte van het gebouw) en is 5% ontevreden over de communicatie (te weinig informatie of te weinig inspraak). De bereikbaarheid is voor 3% van de ouders een knelpunt en het onderwijzend personeel en de groepsgrootte voor 2%. Vergeleken met 2003 worden het schoolgebouw en het onderwijzend personeel minder vaak genoemd. Kinderopvang Ruim de helft (61%) van de gezinnen met kinderen tot 4 jaar maakt gebruik van een kinderdagverblijf, een veel kleiner deel (4%) doet een beroep op het gastouderbureau en ruim een kwart (29%) van de huishoudens met kinderen van 4 of 5 jaar maakt gebruik van de buitenschoolse opvang. Vergeleken met 2003 (42%) wordt nu veel vaker gebruik gemaakt van het kinderdagverblijf. Eén op de tien ouders maakt gebruik van individueel geregelde betaalde oppas aan huis en 42% zet het informele circuit (familie en bekenden) in om op de kinderen te passen, al dan niet in combinatie met andere vormen van kinderopvang. Dit is vergelijkbaar met dat in Van alle ouders maakt 88% gebruik van één of meer vormen van kinderopvang, 12% maakt er geen gebruik van. Het gebruik is sinds 2003 (83%) wat toegenomen. Het gebruik van een kinderopvangvoorziening hangt logischerwijs- samen met het aantal werkenden in een gezin, alsook met het gemiddelde netto maandinkomen. Tweeverdieners en hogere inkomensgroepen nemen vaker dan gemiddeld een 3

4 kinderopvangvoorziening in de arm. Autochtone gezinnen maken meer dan gemiddeld gebruik van het kinderdagverblijf. De professionele kinderopvang in Leiden wordt positief beoordeeld. Het gemiddeld rapportcijfer is het hoogst voor het kinderdagverblijf (8,0) en naschoolse opvang (7,6). Het gastouderbureau scoort lager, maar ook voldoende (6,9). Dit cijfer ligt duidelijk lager dan in 2003 (7,5). Voor zowel de kinderdagverblijven (61%) als de naschoolse opvang (58%) hebben de meeste gebruikers geen knelpunten genoemd. Degenen die wel knelpunten signaleren bij de kinderdagverblijven wijzen op de wachtlijsten, de kosten en de begeleiding (onvoldoende deskundig en te weinig contact met de kinderen). Bij de naschoolse opvang gaat het vooral om het gebouw en de begeleiding. Bij het gastouderbureau heeft 62% één of meer punten genoemd waarover men niet tevreden is. Het gaat dan met name over de kosten en de communicatie. Over de gastouders zelf is men wel tevreden (8,4 als rapportcijfer). Spelen en verkennen Driekwart van de gezinnen met kinderen komt wel eens in een speelplaats in de buurt (78%) en/of in een speeltuin van de Speeltuinvereniging Leiden (77%). Van de bibliotheek maakt ruim de helft van de ouders gebruik en bij de zwemles of de peuterspeelzaal is dat ongeveer een derde. Voorzieningen waarvan minder kinderen gebruik maken zijn speelactiviteiten in het buurthuis en de speel-o-theek (9%). Vergeleken met 2003 is het gebruik van de speeltuinen toegenomen en maken minder kinderen gebruik van de peuterspeelzaal. Allochtone gezinnen maken in verhouding vaker gebruik van de peuterspeelzaal en van zwemles in Leiden. Westerse allochtonen maken meer dan gemiddeld gebruik van de speel-o-theek Niet-westerse allochtone gezinnen maken minder gebruik van de speeltuinen van de vereniging. Bij het gebruik van speelplaatsen en speelactiviteiten in het buurthuis zijn de verschillen klein. Wel blijken Marokkaanse kinderen meer dan gemiddeld gebruik te maken van het buurthuis en de bibliotheek. Dit patroon is sinds 2003 nauwelijks gewijzigd. Hoger opgeleiden komen vaker in een speelplaats in de buurt en minder vaak in de peuterspeelzaal. Dat geldt ook voor mensen in de hoogste inkomenscategorie, ook omdat deze gezinnen hun kinderen vaker onderbrengen bij een kinderdagverblijf of een gastouder. Lager opgeleiden doen vaker mee aan speelactiviteiten in het buurthuis. Vaak neemt het gebruik van de voorzieningen toe als het gezin meer kinderen telt en als de kinderen ouder worden. Dit geldt in meer of mindere mate voor alle genoemde voorzieningen, behalve voor de peuterspeelzaal. De ouders die geen gebruik maken van de voorzieningen hebben daar meestal geen behoefte aan. Veel mensen die geen gebruik maken van de peuterspeelzaal brengen hun kinderen naar een kinderdagverblijf of gastouder, of zijn zelf thuis. Kosten of bereikbaarheid spelen nauwelijks een rol. Ouders die niet met de kinderen naar een speeltuin of speelplaats gaan vinden vaak nog dat de kinderen daarvoor nog te klein zijn. Bij de speelplaatsen in de buurt spelen ook de ligging en/of bereikbaarheid, de onveiligheid of het gebrek aan onderhoud een rol. Ook de meeste ouders die geen gebruik maken van speelactiviteiten in het buurthuis, de speel-o-theek, de bibliotheek of de zwemles hebben hier geen behoefte aan. Voor de speelactiviteiten in het buurthuis of de speel-o-theek geldt dat men hier soms niet van op de hoogte is. Degenen die niet naar de bibliotheek gaan geven onder andere aan dat ze zelf voldoende kinderboeken in huis hebben of dat de kinderen nog te jong zijn. Dat geldt ook voor de zwemles. Bereikbaarheid of kosten spelen vrijwel geen rol. 4

5 De speelvoorzieningen in Leiden worden door de gebruikers in het algemeen met een ruime voldoende gewaardeerd. De peuterspeelzaal (8,3) scoort het hoogst, gevolgd door de bibliotheek (7,9), de speeltuin (7,6), zwemles (7,6), speelactiviteiten in het buurthuis (7,4) en de speel-o-theek (7,3). Alleen de speelplaatsen in de buurt krijgen met een 6,6 een lager rapportcijfer. Behalve de speel-o-theek worden alle voorzieningen sinds 2003 iets beter gewaardeerd. Voor zover men punten van kritiek heeft zijn deze veelal gericht op het (onderhoud en schoon houden van het) gebouw, op de (bege)leiding of op de bereikbaarheid van de voorziening. Bij de speeltuinen wordt ook gewezen op de beperkte openingstijden en de kwaliteit, veiligheid en geschiktheid van de speeltoestellen. Ook bij de speel-o-theek spitst de kritiek zich toe op de openingstijden alsook op de materialen die men vaak vies vindt. De speelplaatsen in de buurt krijgen de meeste kanttekeningen. De kritiek spitst zich toe op (het ontbreken van voldoende) speelvoorzieningen, de veiligheid (met name van de speeltoestellen), vervuiling en sociale onveiligheid. Gezondheidszorg Er wordt door ouders met kinderen veel gebruik gemaakt van gezondheidszorgvoorzieningen. Zo maakt vrijwel iedereen (96%) gebruik van kraamzorg en een overgroot deel maakt gebruik van het consultatiebureau (89%). Circa driekwart gaat wel eens naar de huisarts (78%) en een derde komt wel eens bij de schoolarts. Het gebruik van de deze voorzieningen hangt niet of nauwelijks samen met etniciteit, inkomen en opleidingsniveau. Vergeleken met 2003 zijn de verschillen minimaal. De gezondheidszorgvoorzieningen worden met een ruime voldoende beoordeeld. De huisarts krijgt gemiddeld een 7,8, gevolgd door de kraamzorg (7,7), de jeugdarts/ggd (7,5) en het consultatiebureau (7,4). Suggesties voor het verbeteren van de gezondheidszorgvoorzieningen voor kinderen hebben veelal betrekking op de consultatiebureaus (locatie en toegankelijkheid). Ook is er behoefte aan een aparte kinderarts op huisartsniveau en zijn opmerkingen gemaakt over de bereikbaarheid buiten kantooruren, de organisatie hiervan (huisartsenpost), de wachttijden en de kosten. Opvoedkundige instanties Tweederde van de ouders heeft geen behoefte aan opvoedkundige ondersteuning. Een kwart van de ouders (26%) denkt wel aan ondersteuning bij alledaagse problemen zoals eten en slapen en 12% aan hulp bij gedragsproblemen. Veel ouders die vragen hebben over of hulp willen bij de opvoeding gaan hiervoor te raden bij familie of vrienden (59%) of bij het consultatiebureau (32%). Men heeft er over het algemeen geen moeite mee om bij instanties aan te kloppen voor hulp. Twee van de drie ouders kunnen geen organisatie noemen voor opvoedkundige ondersteuning. Als men wel een instantie kan noemen, is dat Bureau Jeugdzorg (11%), het Opvoedbureau (11%) en het consultatiebureau (11%). In 2003 werd met name het Opvoedbureau vaker naar voren gebracht dan nu. Van alle ouders heeft 9% professionele opvoedkundige ondersteuning ingeschakeld, waarover men in het algemeen zeer tevreden is. Er bestaat niet echt een voorkeur voor een bepaalde vorm van ondersteuning. Zowel themabijeenkomsten, praatgroepen als opvoedcursussen spreken aan. Het instellen van een Centrum voor Jeugd en Gezin of het aanbieden van een gratis opvoedcursus aan nieuwe ouders kan op een brede steun rekenen van de ouders. De meeste ouders (92%) missen geen gemeentelijke voorzieningen met betrekking tot hulpverlening op dit gebied. Suggesties voor verbetering hebben betrekking op het 5

6 combineren/centraliseren van de hulpverlening (meerdere voorzieningen bij elkaar), een grotere bekendheid en laagdrempeligheid. Veiligheid De verkeersveiligheid krijgt met een 6,1 maar net een voldoende. De tevredenheid varieert van een 5,4 in Leiden-Noord en het Stationsdistrict tot een 6,7 in het Merenwijkdistrict. Relatief laag scoren ook Binnenstad-Zuid (5,7), het Bos- en Gasthuisdistrict (5,8), Binnenstad-Noord (5,8) en het Boerhaavedistrict (5,9). Vergeleken met 2003 scoort het Merendistrict duidelijk hoger (+0,5) en het Boerhavedistrict lager (-0,5). Degenen die een onvoldoende geven storen zicht vooral aan te hard rijdende auto s (69%), verkeersgevaarlijke situaties en teveel auto s in de buurt. Deze problemen worden vaker genoemd in Leiden-Noord. Vergeleken met 2003 gaat het vaker om teveel auto s en verkeersonveilige situaties. Mogelijkheden voor verbetering ziet men vooral in het aanleggen van drempels (24%) en in meer politietoezicht (19%). De sociale veiligheid wordt met een 7,1 duidelijk beter gewaardeerd dan de verkeersveiligheid. Vergeleken met 2003 (6,7) is sprake van een verbetering van de sociale veiligheid. Dat geldt voor alle districten, vooral voor Binnenstad-Noord en Leiden-Noord. De oorzaak van sociale onveiligheid ligt vooral bij rondhangende jongeren (42% van de ouders die een onvoldoende hebben gegeven). Vergeleken met 2003 wordt veel minder vaak gewezen op vandalisme en vernieling en op bedreiging en criminaliteit. De voorzieningen op een rij Beoordeling van de voorzieningen in 2003 en 2007, in gemiddelde rapportcijfers peuterspeelzalen kinderdagverblijf basisschool bibliotheek kraamzorg huisarts naschoolse opvang speeltuinen zwemles schoolarts / GGD speelactiviteiten buurthuis consultatiebureau speel-o-theek gastouderbureau speelplaatsen 8 8,3 8 7,9 7,9 7,8 7,9 7,7 7,9 7,8 7,9 7,8 7,6 7,5 7,6 7,3 7,6 7,5 7,6 7,2 7,4 7,4 7,3 7,3 7,1 7,5 6,9 6,3 6,

7 Beoordeling van de voorzieningen voor kinderen van 0 tot 6 jaar in Leiden, in rapportcijfers gastouders (8,4) peuterspeelzalen (8,3) bibliotheek (7,9) kinderdagverblijf (8,0) basisschool (7,9) kraamzorg (7,9) huisarts (7,9) zwemles (7,6) speeltuinen (7,6) schoolarts / GGD (7,6) naschoolse opvang (7,6) speelactiviteiten buurthuis (7,4) overblijven (7,3) speel-o-theek (7,1) voorschoolse opvang (7,5) consultatiebureau (7,3) sociale veiligheid (7,1) gastouderbureau (6,9) speelplaatsen (6,6) verkeersveiligheid (6,1) 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% goed (8 of meer) voldoende (6-7) onvoldoende 7

8 Alle voorzieningen voor kinderen tot 6 jaar op een rij Voorziening Basisonderwijs: Basisschool in Leiden Deelname doelgroep Gemiddeld rapportcijfer Aandeel v.d. doelgroep dat knelpunt noemt Grootste Knelpunt ,9 7,9 46% 33% Schoolgebouw Schoolgebouw Kinderopvang: Kinderdagverblijf 42% 61% 8,0 8,0 41% 39% Kosten Begeleiding Wachtlijsten Kosten Begeleiding Gastouderbureau 4% 4% 7,5 6,9 49% 62% Kosten Communicatie Communicatie Gastouders , Buitenschoolse Gebouw Gebouw 19% 29% 7,8 7,6 48% 42% opvang Begeleiding Begeleiding Spelen en leren: Peuterspeelzaal 43% 24% 8,0 8,3 32% 19% Gebouw Gebouw Begeleiding Begeleiding Speeltuinen 67% 77% 7,5 7,6 42% 35% Openingstijden Openingstijden Speelplaatsen 74% 78% 6,3 6,6 71% 46% Speeltoestellen Speeltoestellen Speelactiviteiten buurthuis 13% 9% 7,2 7,4 30% 27% Activiteiten Gebouw Speel-o-theek 12% 9% 7,3 7,1 52% 33% Uitleenmateriaal Openingstijden Uitleenmateriaal Bibliotheek / bibliobus 53% 55% 7,8 7,9 25% 17% Aanbod boeken Aanbod boeken Zwemles in Leiden - 36% 7,3 7,6 49% 29% Instructeurs Instructeurs Te grote groepen Gezondheidszorg Kraamzorg* 93% 96% 7,7 7, Consultatiebureau* 90% 89% 7,4 7,3 - - Opvoedkundige ondersteuning Opvoedkundige ondersteuning Periodieke controle en inenting Schoolarts / GGD* 33% 32% 7,5 7,6 - - Periodieke controles - Huisarts* 81% 78% 7,8 7, Opvoedkundige ondersteuning Opvoedbureau* 4% 4% Bureau Jeugdzorg* 3% 2% Alg. Maatschappelijk Werk * 3% 2% * Van deze voorzieningen is niet bekend welk aandeel van de gebruikers knelpunten heeft genoemd (door een afwijkende vraagstelling: alleen degenen die onvoldoende hebben gegeven is gevraagd naar de reden). 8

9 1 Inleiding In het kader van de zogenoemde sluitende aanpak die de gemeente Leiden voorstaat aangaande het jeugdbeleid heeft DIMENSUS beleidsonderzoek in 2003 een onderzoek uitgevoerd naar het gebruik van en de waardering van een aantal voorzieningen voor kinderen van 0 tot 6 jaar in Leiden. Onder een sluitende aanpak wordt verstaan een laagdrempelig en fijnmazig netwerk van voorzieningen, waarbij problemen zo snel mogelijk worden gesignaleerd en aangepakt. Voor een preventief jeugdbeleid vormen de kinderen van 0 tot 6 jaar de basis. Om het beeld te actualiseren is het onderzoek van 2003 in het najaar van 2007 herhaald. Het onderzoek schetst een actueel beeld van het gebruik en de behoefte aan verschillende voorzieningen voor kinderen van 0 tot 6 jaar. Het gaat daarbij om het basisonderwijs, voor- tussen en naschoolse opvang, kinderopvang, speel- en verkenningsvoorzieningen, gezondheidszorg, opvoedkundige hulp en veiligheid. Voor al deze voorzieningen is gevraagd naar het gebruik, de gebruiksfrequentie, de waardering, eventuele knelpunten en suggesties voor verbetering. Voor het onderzoek is een telefonische enquête gehouden onder een steekproef van alle huishoudens in Leiden met één of meer kinderen van 0 tot 6 jaar. Bij het trekken van de steekproef is rekening gehouden met de verdeling over de districten en de verdeling over etnische groepen. Het databestand is ook op basis van deze twee variabelen gecorrigeerd door middel van weging. Uiteindelijk zijn 609 ouders van kinderen tot 6 jaar geënquêteerd. Een overzicht van de respons en de weegprocedure is weergegeven in bijlagen 1. De voorliggende rapportage is thematisch opgebouwd. Achtereenvolgens komen aan bod het basisonderwijs (hoofdstuk 2), de voor- tussen- en naschoolse opvang en de kinderopvang (3), de voorzieningen voor spelen en verkennen (4), gezondheidszorg (5), opvoedkundige ondersteuning (6) en veiligheid (7). De rapportage is gebaseerd op de gewogen gegevens. Daarom zijn alleen percentages weergegeven. Waar relevant en verantwoord (absolute aantallen, significantie) zijn de resultaten vergeleken voor verschillende groepen ouders van kinderen tot 6 jaar. Onderscheidende factoren zijn daarbij bijvoorbeeld het district, de etniciteit, het aantal kinderen, de leeftijd van de kinderen, inkomensgroepen en opleidingsniveau. Daarnaast vindt een vergelijking plaats met de resultaten van het onderzoek uit

10 10

11 2 Het basisonderwijs Beoordeling van de basisschool Nog meer dan in 2003 worden de basisscholen in Leiden zeer positief gewaardeerd. Bijna drie kwart van de ouders geeft een 8 of hoger als rapportcijfer hiervoor, een kwart een 6 of een 7 (26%) en een enkeling geeft een onvoldoende (2%). Beoordeling van de basisschool in 2007 en (7,9) (7,9) % 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% goed (8 of meer) voldoende (6 of 7) onvoldoende (5 of minder) Gemiddeld wordt de basisschool met een zeer hoog cijfer van een 7,9 beoordeeld, een vergelijkbaar cijfer als in De bewoners in Leiden-Noord en in het Stevenshofdistrict zijn iets negatiever gestemd dan gemiddeld, maar ook zij geven een 7, 5 voor de basisschool. Tussen autochtonen en allochtonen is het verschil minimaal. Knelpunten Aansluitend op de positieve beoordeling geeft twee derde (67%) van alle ouders aan over geen enkel aspect van de basisschool ontevreden te zijn. Eén op de drie ouders heeft wel knelpunten naar voren gebracht. Knelpunten over de basisschool, in procenten van het aantal gezinnen met kinderen op de basisschool schoolgebouw communicatie bereikbaarheid onderwijzend personeel groepsgrootte overige aspecten geen knelpunten

12 Deze ouders zijn het meest ontevreden over het schoolgebouw (11% van alle ouders), op afstand gevolgd door de communicatie (5%), de bereikbaarheid (3%), het onderwijzend personeel (2%) en de groepsgrootte (2%). Daarnaast zijn verschillende aspecten een enkele keer naar voren gebracht, zoals het tekort aan voorzieningen, vandalisme, te weinig organisatie, geen goede begeleiding, de overblijfregeling, het schoolplein, teveel studiedagen, de gymlessen en de kwaliteit van het onderwijs. Ouders die ontevreden zijn over het schoolgebouw vinden het gebouw vooral slecht onderhouden (2% van alle ouders), te klein (2%), niet schoon (1%) en ongezellig (1%). De ouders die niet tevreden zijn over de communicatie vinden vooral dat men te weinig informatie krijgt (2%) of dat er te weinig inspraak is (1%). Als men problemen heeft met de bereikbaarheid dan schrijft men dit vooral toe aan de te grote afstand (1%) of aan een drukke straat of het oversteken van straten (0,5%). Vergelijking met 2003 Vergeleken met 2003, toen ruim de helft van de ouders nergens ontevreden over was, zijn de ouders nu nog positiever over het basisonderwijs in Leiden. Het gemiddelde rapportcijfer ligt op hetzelfde hoge niveau (7,9). De ouders die niet tevreden zijn, zijn vergeleken met 2003 minder ontevreden over het schoolgebouw (-6%) en over het onderwijzend personeel (-4%). De bereikbaarheid scoort nu iets minder goed (+2%). 12

13 3 De kinderopvang 3.1 Het kinderdagverblijf Gebruik van het kinderdagverblijf Een kinderdagverblijf is bedoeld voor de opvang van kinderen totdat ze naar school gaan, ofwel van kinderen van 0 tot 4 jaar. Van de ondervraagde ouders van deze kinderen maakt 61% op dit moment of het afgelopen jaar gebruik gemaakt van een crèche of kinderdagverblijf. Ouders met een hoog netto huishoudensinkomen (> 4.000,- per maand) maken het meest gebruik van het kinderdagverblijf (80%, tegenover 34% van de huishoudens met een maandinkomen tot 2.500,-). Ook tweeverdieners (70%), autochtone gezinnen (66%) en gezinnen met maar één kind (64%) maken meer dan gemiddeld gebruik van een kinderdagverblijf of crèche. Redenen waarom ouders van kinderen tot 4 jaar geen gebruik maken van een kinderdagverblijf of crèche, in procenten niet nodig (werkt niet) / geen behoefte aan voorkeur voor andere opvangmogelijkheden te duur 4 niet bekend / geen informatie over geen plaats / lange wachtlijst kwaliteit is niet goed iets anders De meeste gezinnen die geen gebruik maken van een kinderdagverblijf hebben hier geen behoefte aan, omdat er altijd iemand thuis is (52%) of omdat men gebruik maakt van een andere vorm van kinderopvang, zoals het gastouderbureau of het informele circuit (35%). Ongeveer 4% vindt een kinderdagverblijf te duur. Beoordeling Net als in 2003 zijn ouders zeer tevreden over het kinderdagverblijf. Het gemiddelde rapportcijfer is 8,0. Bijna driekwart (73%) van de ouders geeft een 8 of hoger en de overige ouders geven een 6 of een 7. Slechts één ouder heeft een onvoldoende gegeven. De verschillen in beoordeling naar opleidingsniveau, huishoudensinkomen en het aantal verdieners in het huishouden zijn heel klein. Daarnaast wijken autochtone gezinnen (8,0), westerse (7,8) en niet-westerse allochtone gezinnen (7,9) qua beoordeling ook nauwelijks van elkaar af. 13

14 Knelpunten De meeste ouders die gebruik maken van een kinderdagverblijf zijn over geen enkel aspect ontevreden (61%). Ruim een derde heeft wel één of enkele knelpunten genoemd. Knelpunten over de kinderdagverblijven, in procenten van het aantal respondenten, dat van een kinderdagverblijf gebruik maakt. wachtlijsten de kosten de begeleiding communicatie het gebouw bereikbaarheid overige aspecten geen knelpunten Het meest genoemde knelpunt is de lange wachtlijst voor het kinderdagverblijf (12%). Daarnaast worden de hoge kosten vaker als kritiekpunt naar voren gebracht (7%), evenals de begeleiding (7%) waarbij men onder andere doelt op onvoldoende deskundigheid (1%) en te weinig contact met de kinderen. Enkele ouders noemen nog de grote groepen en de wisselende begeleiding. Ouders die problemen hebben met de communicatie (4%) vinden de informatie veelal te summier (1%). Als men problemen heeft met het gebouw (3%) dan is dit vooral te klein (1%). Bij de bereikbaarheid, een aspect dat eveneens nauwelijks als knelpunt wordt ervaren, gaat het met name om de afstand (1%). Andere knelpunten die ouders zelf nog naar voren hebben gebracht, hebben vooral betrekking op de openingstijden. Vergelijking met 2003 Het aandeel ouders dat van een kinderdagverblijf gebruik maakt (61%) is sinds 2003 (42%) fors toegenomen. Ook in 2003 maakten hogere inkomens, tweeverdieners en autochtonen hier meer dan gemiddeld gebruik van. Met name Turken en Marokkanen maken net als in 2003 beduidend minder gebruik van het kinderdagverblijf). De beoordeling van de kinderdagverblijven (gemiddeld 8,0) ligt op precies hetzelfde hoge niveau als in 2003 (8,0). Het aandeel ouders dat knelpunten noemt (39%) is eveneens vrijwel hetzelfde als in 2003 (41%).Vergeleken met 2003 wordt minder vaak als reden genoemd dat men geen behoefte heeft aan een kinderdagverblijf. (52%, tegenover 61% in 2003). De lange wachtlijsten worden vaker als knelpunt ervaren (+10%), de kosten minder vaak (-8%) en ook de begeleiding is minder vaak dan in 2003 een aanleiding om niet tevreden te zijn (-4%). 14

15 3.2 Het gastouderbureau en de gastouders In de enquête hebben de ouders een oordeel kunnen uitspreken over zowel het gastouderbureau als over de gastouders zelf omdat dit duidelijk twee verschillende aspecten zijn. In 2003 is alleen aandacht besteed aan het gastouderbureau. Gebruik van het gastouderbureau Maar een klein percentage (4%) van alle ondervraagde ouders van kinderen tot 6 jaar maakt gebruik van de diensten van het gastouderbureau. In absolute zin gaat het dan ook maar om een beperkt aantal respondenten die hiervan gebruik hebben gemaakt (28). Evenals bij de kinderdagverblijven maken tweeverdieners iets vaker dan gemiddeld gebruik van het gastouderbureau (6%). Ook westerse allochtonen (9%) maken vaker gebruik van het gastouderbureau. Lagere inkomensgroepen doen beduidend minder dan gemiddeld een beroep op het gastouderbureau. Redenen waarom ouders van kinderen tot en met 4 jaar geen gebruik maken van het gastouderbureau, in procenten niet nodig / geen behoefte aan kinderopvang 52 voorkeur voor andere opvangmogelijkheden 45 niet bekend / geen informatie over 4 te duur 2 iets anders Ouders die geen gebruik maken van het gastouderbureau hebben hier veelal geen behoefte aan omdat men niet werkt (52%) of hebben alternatieve mogelijkheden, zoals een crèche of het informele circuit (45%). Andere redenen spelen nauwelijks een rol. Beoordeling Vergeleken met de kinderdagverblijven is de beoordeling van het gastouderbureau gematigd. De meeste ouders geven een 6 (25%) of een 7 (36%). Bijna een derde van de ouders geeft een 8 of hoger (30%), maar aan de andere kant geeft 9% een onvoldoende. Het gemiddelde rapportcijfer is een 6,9. Autochtone ouders zijn iets positiever gestemd hierover (7,2) dan westerse allochtone (6,8) maar met name dan niet-westerse allochtone ouders (6,1). Knelpunten Ruim een derde van de ouders die gebruik maken van het gastouderbureau (38%) is over geen enkel aspect ontevreden, bijna tweederde (62%) heeft wel een of meer knelpunten genoemd. De ouders die ontevreden zijn, hebben vooral moeite met de (hoge) kosten (34%). Ook de communicatie met de ouders wordt vaker (22%) als reden naar voren gebracht. Ouders hebben daarbij vooral moeite met het gebrek aan inspraak en de 15

16 mate waarin naar ouders wordt geluisterd. Overige knelpunten spelen nauwelijks zoals de wachtlijst of de begeleiding. Knelpunten over het gastouderbureau, in procenten van het aantal ouders dat gebruik maakt van het gastouderbureau de kosten 9 34 communicatie de begeleiding de administratie 13 overige aspecten 4 9 geen knelpunten De gastouders Alle gastouders krijgen wel een hoog gemiddeld rapportcijfer van de ouders, die er gebruik van maken. Het gemiddelde cijfer ligt op 8,4. Niet-westerse allochtone ouders (8,9) en westers allochtone ouders (8,6) zijn over de gastouders zelf nog iets positiever dan autochtone ouders (8,0). Vrijwel niemand heeft zich negatief uitgelaten over de gastouder. Slechts één ouder is van mening dat de gastouder meer met de kinderen zou kunnen doen. Vergelijking met 2003 Het gebruik van het gastouderbureau is sinds 2003 (eveneens 4%) niet veranderd. Ook de doelgroepen die worden bediend zijn nauwelijks gewijzigd. Vergeleken met 2003 is het aandeel ouders dat geen behoefte heeft aan kinderopvang via het gastouderbureau omdat men niet werkt iets lager (-5%) en de beschikbaarheid van andere mogelijkheden juist toegenomen (+13%). De gemiddelde beoordeling van het gastouderbureau (6,9) is de afgelopen jaren aanzienlijk teruggelopen (2003: 7,5). Er hebben zich ook meer ouders in negatieve zin uitgelaten over het gastouderbureau (62% tegenover 49% in 2003). De kosten spelen nu duidelijk een grotere rol, terwijl in 2003 meer ouders moeite hadden met de begeleiding en de administratie. In 2003 zijn geen vragen gesteld over de gastouders zelf. 3.3 Buitenschoolse opvang en overblijven De buitenschoolse opvang is verdeeld in voor-, tussen- en naschoolse opvang. In 2003 hadden de vragen betrekking op de buitenschoolse opvang als geheel. De resultaten zijn daarom niet vergelijkbaar. Buitenschoolse opvang is alleen van toepassing op ouders van schoolgaande kinderen van 4 jaar of ouder. 16

17 Bekendheid met en gebruik van de voor- en naschoolse opvang De meerderheid van de ouders van kinderen van 4 jaar en ouder weet dat scholen verplicht zijn de voor- en naschoolse opvang te regelen als dat wordt gewenst. Bekendheid met de verplichting van scholen om de voor- en naschoolse opvang te regelen, in procenten niet bekend 14% bekend 86% De bekendheid is iets groter onder tweeverdieners (91%) en onder ouders met een hoog opleidingsniveau (90%). Niet-westerse (71%) en westerse allochtone ouders (73%) zijn veel minder op de hoogte van deze verplichting voor scholen dan autochtone ouders (93%). Met name ouders van Marokkaanse afkomst weten dit minder vaak (49%). Aanwezigheid van voor- en naschoolse opvang op scholen, in procenten weet niet 9% niet aanwezig 29% aanwezig 62% Volgens ruim de helft van de ouders is voor- en naschoolse opvang inmiddels geregeld op de school waar het kind zit. Een kwart tot een derde van de ouders zegt dat dit (vooralsnog) niet is geregeld. Niet-westerse (36%) en westerse allochtone ouders (59%) geven beduidend vaker aan dat dit op hun school niet is geregeld. Gebruik van de voor- en naschoolse opvang op scholen is geregeld, in procenten geen gebruik 71% voor- en naschoolse opvang 2% naschoolse opvang 27% 17

18 Van elke tien ouders van schoolgaande kinderen maken er drie gebruik van de voor- en/of de naschoolse opvang. In de meeste gevallen maakt men uitsluitend gebruik van de naschoolse opvang (27%). Slechts enkele ouders maken van beide opties gebruik (2%). De voor- en naschoolse opvang wordt veelal door dezelfde organisatie geregeld. Het zijn de gezinnen met een inkomen boven 4.000,- (55%), hoger opgeleide ouders (38%) en tweeverdieners (36%) die intensiever gebruik maken van de vooren naschoolse opvangmogelijkheid. Marokkaanse ouders doen hierop veel minder vaak een beroep (6%). Beoordeling Tevredenheid over de wijze waarop de voor- en naschoolse opvang op scholen is geregeld, in procenten weet niet 30% tevreden 48% niet tevreden 22% Bijna één op de drie ouders kan geen oordeel geven over de wijze waarop school de voor- en naschoolse opvang heeft geregeld. Dit zijn vooral ouders die er geen gebruik van maken. De overige ouders zijn vaker tevreden (48%) dan ontevreden (22%) over de voor- en naschoolse opvang. Het oordeel van de verschillende doelgroepen verschilt vrijwel niet van elkaar. Voorschoolse opvang Van de ondervraagde ouders maken er slechts 6 (2%) gebruik van voorschoolse opvang. In de helft van de gevallen vindt deze opvang op de eigen school plaats, in de andere helft elders. Redenen waarom ouders van kinderen van 4 jaar en ouder geen gebruik maken van de voorschoolse opvang, in procenten niet nodig / geen behoefte aan kinderopvang / kan werktijden aanpassen 73 andere opvangmogelijkheden (gastouders of bij een vriendje) 21 de kosten / te duur 1 iets anders

19 Ouders die geen gebruiken maken van voorschoolse opvang hebben hieraan veelal geen behoefte (73%) of men heeft het op een andere manier geregeld (21%). Andere redenen spelen nauwelijks een rol. Als de ouders aan de hand van een rapportcijfer hun waardering moeten uitspreken voor de voorschoolse opvang, dan krijgt deze gemiddeld een 7,5. De meeste ouders die er gebruik van maken zijn nergens ontevreden over. Slechts één ouder heeft aangegeven de wachtlijst te lang te vinden. Naschoolse opvang Van de ondervraagde ouders maakt 29% gebruik van naschoolse opvang. Redenen waarom ouders van kinderen van 4 jaar en ouder geen gebruik maken van de naschoolse opvang, in procenten niet nodig (w erkt niet) / geen behoefte aan 70 andere opvang geregeld 21 niet bekend mee / geen informatie 3 de kosten / te duur kw aliteit is niet goed 2 1 te ver w eg / slecht bereikbaar 1 vinden de kinderen niet leuk 1 iets anders Net als bij de voorschoolse opvang geven ouders die geen gebruik maken van de naschoolse opvang vooral als reden dat men niet werkt of dat men geen behoefte heeft aan opvang (70%) of dat men dit op een andere manier heeft geregeld, bijvoorbeeld via het gastouderbureau of het informele circuit (21%). Andere aspecten spelen vrijwel geen rol. Ouders die gebruik maken van de naschoolse opvang zijn hier over het algemeen zeer tevreden over. Zo wordt de naschoolse opvang door de ouders gewaardeerd met een 7,6. Niet-westerse allochtone ouders geven net een iets lager cijfer (7,2) dan autochtone ouders (7,7). Knelpunten over de naschoolse opvang, in procenten van het aantal ouders dat gebruik maakt van de naschoolse opvang het gebouw de begeleiding wachtlijst de bereikbaarheid de kosten communicatie iets anders

20 Ruim de helft van de ouders die gebruik maken van de naschoolse opvang is nergens ontevreden over. Aan de andere kant heeft 10% van de ouders moeite met de begeleiding. Daarbij wijzen ouders vooral op de deskundigheid en het contact met de kinderen. Ook het gebouw is niet volgens alle ouders even geschikt (10%), veelal omdat het te klein is. De te lange wachtlijsten vormen voor 6% van de ouders een reden om ontevreden te zijn over de naschoolse opvang. Bij de bereikbaarheid (4%) speelt vooral de afstand een rol. Ouders die zelf nog een andere reden naar voren brengen wijzen vooral op de te grote groepen (8%). Vergelijking met de buitenschoolse opvang in 2003 Het gebruik van de buitenschoolse opvang lijkt sinds 2003 ( toen 19% van de ouders hiervan gebruik maakte), te zijn toegenomen (2007: 29%). Met name onder tweeverdieners (36% in 2007 tegenover 23% in 2003) en onder hoog opgeleiden (was 26%) is het gebruik van buitenschoolse opvang toegenomen. In 2003 kreeg de buitenschoolse opvang gemiddeld een 7,8 van de ouders. Dit cijfer is ongeveer gelijk gebleven (7,6). In 2003 werden de kosten vaker als belemmering ervaren dan in Overblijven Het merendeel van de ouders maakt gebruik van de overblijfmogelijkheden voor hun kind (82%). Ouders met een hoger opleidingsniveau (85%) en tweeverdieners (eveneens 85%) maken iets meer dan gemiddeld gebruik van het overblijven. Bij vrijwel iedereen vindt het overblijven op de eigen school plaats. Gebruik van het overblijven, in procenten geen gebruik 18 1 dag per week 8 2 dagen per week 14 3 dagen per week 8 4 dagen per week 48 iets anders Over het algemeen wordt vrij intensief gebruik gemaakt van het overblijven. Bijna de helft van alle ouders maakt 4 dagen gebruik van het overblijven. Een enkeling maakt hiervan 5 dagen per week gebruik. Tweeverdieners maken over het algemeen iets intensiever gebruik van het overblijven (54% 4 dagen per week). Ouders die geen beroep doen op deze voorziening hebben hier geen behoefte aan omdat men bijvoorbeeld niet werkt (73%) of maakt gebruik van andere opvangmogelijkheden (21%). Andere redenen spelen vrijwel allemaal geen rol. Wanneer de ouders het overblijven met een rapportcijfer moeten beoordelen, dan geeft ruim drie kwart van de ouders een 7 of een 8 hiervoor. Slechts 4% van de ouders vindt dit een onvoldoende waard. Het gemiddelde rapportcijfer is een 7,3. 20

21 Knelpunten over het overblijven, in procenten van het aantal ouders dat gebruik maakt van het overblijven de begeleiding 16 de kosten communicatie het gebouw iets anders De meerderheid van de ouders ziet geen aanleiding om ergens ontevreden over te zijn (71%). Ouders die ontevreden zijn hebben onder andere problemen met de begeleiding (16%), waarbij men vooral de deskundigheid van de begeleiding in twijfel trekt (6%) of vindt dat er te weinig contact is met de kinderen (2%). Als men problemen heeft met de communicatie (2%) dan vindt men dat de informatie te beperkt is. Ouders die problemen hebben met de kosten (2%) vinden deze te hoog. Wanneer het gebouw de aanleiding is tot gevoelens van ontevredenheid (1%) dan vinden ouders het gebouw vaak te klein of slecht onderhouden. 3.4 De kinderopvang samengevat Ruim de helft van de Leidse gezinnen met kinderen onder de 4 jaar maakt gebruik van een kinderdagverblijf (61%). Van alle ouders met kinderen tot 6 jaar doet 4% een beroep op het gastouderbureau en 29% van de huishoudens (met kinderen van 4 of 5 jaar) maakt gebruik van de buitenschoolse opvang. Vergeleken met 2003 wordt meer gebruik gemaakt van het kinderdagverblijf (42% in 2003) en van de buitenschoolse opvang (19% in 2003). Gebruik van het kinderdagverblijf, het gastouderbureau, de buitenschoolse opvang en andere opvangmogelijkheden, in procenten van de doelgroep kinderdagverblijf gastouderbureau 4 4 buitenschoolse opvang betaalde oppas aan huis familie en bekenden geen gebruik van deze vormen van kinderopvang

22 Van alle huishoudens met kinderen beneden de 6 jaar maakt 12% helemaal geen gebruik van de bestaande mogelijkheden voor kinderopvang, noch van de bso, noch van het informele circuit. Deze ouders geven aan altijd thuis te zijn voor de kinderen. Dat betekent dat 88% van de gezinnen wel gebruik maakt van één of meer vormen (of in combinatie) van kinderopvang. In 2003 was dat 83%. Het gebruik van een kinderopvangvoorziening hangt -logischerwijs- samen met het aantal werkenden in een gezin en het gemiddelde netto maandinkomen. Tweeverdieners en hogere inkomensgroepen nemen vaker dan gemiddeld een opvangvoorziening in de arm. Van het kinderdagverblijf wordt meer dan gemiddeld gebruik gemaakt door autochtone gezinnen. Beoordeling De professionele kinderopvang in Leiden wordt positief beoordeeld. Met name over het kinderdagverblijf (8,0) en de naschoolse opvang (7,6) laten ouders zich positief uit. Het gastouderbureau scoort met een 6,9 lager. Vergeleken met 2003 is de tevredenheid over de naschoolse opvang toegenomen en die over het gastouderbureau afgenomen. Beoordeling van de kinderopvangmogelijkheden, in gemiddelde rapportcijfers kinderdagverblijf 8,0 8,0 gastouderbureau gastouders 6,9 7,5 8, naschoolse opvang 7,8 7, Aandeel ouders dat nergens ontevreden over is, in procenten kinderdagverblijf gastouderbureau gastouders 98 naschoolse opvang Aan alle huishoudens in de doelgroepen is gevraagd of er aspecten van de verschillende vormen van kinderopvang zijn, waarover men niet tevreden is. Over zowel de kinderdagverblijven (61%) en de naschoolse opvang heeft ruim de helft van de ouders niet negatiefs op te merken. Over het gastouderbureau zijn iets minder ouders volledig tevreden (38%). Knelpunten betreffen zowel de wachtlijsten, de kosten als de. Bij het gastouderbureau zijn ouders minder tevreden over de 22

23 kosten en de communicatie. Bij de naschoolse opvang wijzen ontevreden ouders vooral op het gebouw en de begeleiding. 23

24 24

25 4 Voorzieningen voor spelen en verkennen 4.1 De peuterspeelzaal Gebruik van de peuterspeelzaal Van de kinderen van 2 tot 4 jaar maakt 34% gebruik van een peuterspeelzaal. Onder autochtone gezinnen ligt het gebruik van de peuterspeelzaal iets onder het gemiddelde (31%), westerse (42%) en niet-westerse allochtone gezinnen (39%) maken in verhouding meer gebruik van de peuterspeelzaal (40%), met name Marokkaanse en Turkse huishoudens. Tweeverdieners maken minder gebruik van de peuterspeelzaal (27%). Gebruik van de peuterspeelzaal basisschool in 2007 en 2003, in procenten % 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% gebruik geen gebruik Kinderen die geen gebruik maken van de peuterspeelzaal (66%), gaan vaak wel naar een kinderdagverblijf (46%). De overige ouders hebben hieraan geen behoefte aan kinderopvang (21%). Een enkeling vindt het te duur (2%). Aantal dagdelen De meeste kinderen (67%) gaan maximaal twee dagdelen naar de peuterspeelzaal. De overige kinderen gaan drie (12%) of vier dagdelen (17%). Marokkaanse en Turkse ouders brengen hun kinderen vaker vier dagdelen (36%). VVE Ouders die hun kinderen naar de peuterspeelzaal brengen kunnen gebruik maken van de mogelijkheid om hun kind(eren) via de peuterspeelzaal extra taalonderwijs te geven, op grond van de regeling voor Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE). Als ze hiervoor kiezen betekent dit automatisch dat de kinderen vier dagdelen naar de peuterspeelzaal gaan. Van de ondervraagde ouders van kinderen die vier dagdelen naar de peuterspeelzaal gaan, maakt 12% gebruik van dit extra taalonderwijs. Het gaat in absolute zin maar om 3 kinderen, waarvan 2 van autochtone afkomst. De ouders van deze kinderen zijn tevreden over dit taalonderwijs. Beoordeling De peuterspeelzalen in Leiden worden zeer positief gewaardeerd. Van de ouders geeft 84% een 8 of hoger. Het gemiddelde rapportcijfer komt uit op een 8,3. Naar etniciteit zijn de verschillen niet groot. Marokkaanse ouders geven met een 7,8 een cijfer dat net iets onder het gemiddelde ligt, allochtone ouders uit een westers (8,7) en niet-westers land (8,8) zijn boven gemiddeld tevreden. 25

26 Knelpunten Knelpunten van de peuterspeelzalen, in procenten van het aantal respondenten, dat van de peuterspeelzaal gebruik maakt het gebouw begeleiding bereikbaarheid kosten communicatie overig geen knelpunten De tevredenheid van de ouders vertaalt zich ook in een groot aandeel ouders dat nergens ontevreden over is (81%). Een vijfde (19%) heeft echter wel kritiekpunten genoemd als het gaat om de peuterspeelzalen. Zo heeft 4% van de ouders moeite met het gebouw (te klein of te oud) en/of met de begeleiding. Wat de begeleiding betreft zijn de volgende aspecten één keer naar voren gebracht: onvoldoende contact met de kinderen, niet vriendelijk genoeg en onvoldoende deskundig. Ouders die de bereikbaarheid een probleem vinden (3%), vinden dat de peuterspeelzaal te ver weg ligt. Vergelijking met 2003 Het gebruik van de peuterspeelzaal lijkt sinds 2003 te zijn afgenomen van 43% naar 34%. Ook in 2003 maakten allochtone huishoudens vaker gebruik van de peuterspeelzaal. De intensiteit waarmee ouders gebruik maken van de peuterspeelzaal is vergelijkbaar met De waardering ligt nu een fractie hoger (8.3 tegenover 8,0 in 2003). Ouders zijn alleen iets minder tevreden over de bereikbaarheid. In 2003 maakte nog 18% van de kinderen gebruik van het extra taalonderwijs (VVE), nu is dat 12%. Toen waren het alleen maar Marokkaanse en overige niet-westerse allochtonen die hiervan gebruik maakten. 4.2 De speeltuinen Gebruik van de speeltuinen van de speeltuinvereniging Leiden kent een aantal speeltuinen die worden beheerd door de Leidse Bond van Speeltuinverenigingen. Voor deze speeltuinen wordt een lidmaatschap of een kleine toegang gevraagd. Driekwart (77%) van de ouders met kinderen in de leeftijd van 2 tot en met 5 jaar komt wel eens in één of meer van deze speeltuinen. Gezinnen met één kind komen minder vaak in de speeltuin (63%), dan gezinnen met meerdere kinderen (81%). Daarnaast gaan gezinnen met alleen hele jonge kinderen (2 en 3 26

27 jaar) minder vaak (71%) dan gezinnen die ook kinderen hebben in oudere leeftijdsgroepen (77% ook kinderen van 4 en 5 jaar, 82% ook kinderen van 6 jaar of ouder). Niet-westerse allochtone kinderen maken in verhouding iets minder vaak gebruik van de speeltuin (70%). Ook wordt in het Merenwijkdistrict (58%) en in Leiden- Noord (66%) in verhouding minder gebruik gemaakt van deze speeltuinen. Gebruik van de speeltuin van de speeltuinvereniging in 2007 en 2003, in procenten % 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% gebruik geen gebruik Ruim een derde van de ouders (38%) gaat regelmatig naar de speeltuin, dat wil zeggen enkele keren per maand. Een iets kleiner aandeel komt er af en toe (36%). De overige bezoekers komen er vaak (meerdere keren per week, 17%) of juist incidenteel (9%). Intensiteit van het gebruik van de speeltuinen, in procenten van het aantal respondenten, dat gebruik maakt van een speeltuin meerdere keren per week enkele keren per maand enkele keren per jaar incidenteel Ouders die geen gebruik maken van de speeltuin (23%) hebben hieraan veelal geen behoefte (15%). De afstand (3%), andere speelgelegenheid buiten Leiden (1%) en de prijs (1%) spelen nauwelijks een rol om af te zien van een bezoek aan de speeltuin. Ouders geven zelf nog vaker aan geen tijd hiervoor te hebben of over alternatieve speelgelegenheid dichter in de buurt te beschikken. Beoordeling Wanneer ouders hun waardering voor de speeltuin in een rapportcijfer moeten uitdrukken, krijgt de speeltuin van de Speeltuinvereniging gemiddeld een 7,6. Bijna twee derde van de ouders geeft een 8 of hoger (63%), slechts 2% geeft een onvoldoende. Naar doelgroep verschilt het beeld nauwelijks. 27

28 Knelpunten Tweederde van de bezoekers (65%) is nergens ontevreden over als het gaat om de speeltuinen, een derde heeft wel knelpunten genoemd. Het gaat dan vooral om de openingstijden (14%), de speeltoestellen (7%) en het toezicht (7%). Knelpunten van de speeltuinen, in procenten van het aantal respondenten, dat gebruik maakt van de speeltuinen openingstijden speeltoestellen toezicht veiligheid bereikbaarheid overig 6 13 geen knelpunten Sommige ouders vinden dat de speeltuin in het weekend te weinig open is, maar ook de openingstijden overdag en s avonds worden als te beperkt ervaren. Een deel van de bezoekers is ontevreden over het aantal dagen dat de speeltuin open is. Ouders die moeite hebben met de speeltoestellen, vinden deze vaak verouderd en deels niet veilig. Ouders die problemen hebben met het toezicht vinden dat er te weinig wordt opgelet. Aspecten die door de ouders zelf nog enkele keren naar voren zijn gebracht zijn drukte en de afwatering. Vergelijking met 2003 Het gebruik van de speeltuinen van de speeltuinvereniging is toegenomen van 67% in 2003 naar 77%. De intensiteit waarmee gebruik wordt gemaakt van de speeltuinen is echter juist iets teruggelopen. In 2003 kwam namelijk 23% vaak en 42% af en toe, nu is dat 17% en 38%. Het oordeel over de speeltuinen van de Speeltuinvereniging is vrijwel niet veranderd (7,6, in ,5). Noemde in 2003 nog 42% een of meer knelpunten, in 2007 is dat aandeel gedaald naar 35%. De ouders hebben minder moeite met de speeltoestellen en met de veiligheid dan in Over het toezicht en de bereikbaarheid zijn de ouders juist iets minder tevreden, maar de verschillen zijn minimaal. 4.3 De speelplaatsjes Gebruik van de speelplaatsjes Ruim drie kwart van de ouders van kinderen van 1 tot 6 jaar bezoekt wel eens een speelplaatsje in de buurt (78%). Dit aandeel is het laagst bij kinderen van 1 jaar (71%) en het hoogst bij kinderen van 3 jaar (87%). De lagere inkomens (tot 2.500,-, 67%) gaan minder vaak met hun kinderen naar een speelplaatsje in de in de buurt dan ouders met een hoog inkomen (> 4.000,- (86%)). Daarnaast maken 28

29 kinderen in met name Leiden-Noord (52%) en in mindere mate in het Stationsdistrict (33%) minder vaak gebruik van de speelplaats in de buurt. Het aantal waarnemingen in het Stationsdistrict is echter beperkt. Verder zijn er nauwelijks verschillen in gebruik tussen verschillende doelgroepen. Ook het aantal kinderen in een gezin of de leeftijd van de kinderen laten geen eenduidige relatie zien met het gebruik van de speeltuintjes. Gebruik van de speelplaatsjes in 2007 en 2003, in procenten % 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% gebruik geen gebruik Meest genoemde redenen om de speelplaatsen niet te bezoeken, in procenten van het aantal respondenten, dat van de speelplaatsen geen gebruik maakt geen behoefte aan bereikbaarheid / nabijheid kinderen te jong onveiligheid overig De meeste gezinnen die niet in een speelplaats in de buurt komen, hebben hier geen behoefte aan (50%). Daarnaast spelen de bereikbaarheid en nabijheid een rol (27%). Onveiligheid in de speeltuin is voor 8% van de ouders een reden om niet te gaan. Een deel van de ouders geeft aan dat de kinderen nog te klein zijn om een bezoek te brengen aan een speeltuin in de buurt (11%). Beoordeling Als de ouders de speelplaatsen in de buurt met een rapportcijfer beoordelen, geven zij gemiddeld een 6,6. Ruim een kwart van de ouders (28%) geeft een 8 of hoger en meer dan de helft (57%) geeft een 6 of 7. Dat betekent dat 15% van de bezoekers de speelplaatsen in de buurt met een onvoldoende waardeert en dat is in vergelijking met de andere voorzieningen vrij veel. 29

30 Naar buurt varieert het cijfer van 6,2 in het Stationsdistrict tot 7,1 in het Boerhaavedistrict. Met name over de speeltplaatsen in het Stationsdistrict, Leiden-Noord, het Bos- en Gasthuisdistrict en de Binnenstad zijn de bewoners iets minder dan gemiddeld tevreden, maar ook deze speeltuinen krijgen gemiddeld een voldoende. Beoordeling van de speelplaatsen in de buurt, naar district, in gemiddelde rapportcijfers Boerhaavedistrict Merenw ijkdistrict Morsdistrict Roodenburghdistrict 6,1 6,9 7,1 6,8 6,9 6,9 6,6 6,8 Stevenshofdistrict 5,7 6,7 Binnenstad-Noord Binnenstad-Zuid Bos- en Gasthuisdistrict 6,7 6,3 6,5 6,3 6,2 6, Leiden-noord 5,4 6,3 Stationsdistrict totaal 6,2 6,3 6,6 7, Knelpunten Ruim de helft van de ouders heeft aspecten naar voren gebracht waarover men ontevreden is (54%). Knelpunten van de speeltuinen, in procenten van het aantal respondenten, dat van de speeltuinen gebruik maakt speeltoestellen veiligheid onderhoud / vuil honden / hondenpoep bereikbaarheid ondergrond overig geen knelpunten

3.5 Voorzieningen in de buurt

3.5 Voorzieningen in de buurt 3.5 Voorzieningen in de buurt Samenvatting: Straatverlichting en straatmeubilair Veruit de meeste (8%) bewoners zijn (zeer) tevreden over de straatverlichting in hun buurt. De verschillen naar wijk zijn

Nadere informatie

Rapport Hulst Middelburg, december 2013

Rapport Hulst Middelburg, december 2013 Rapport Hulst Middelburg, december 2013 Colofon SCOOP 2013 Samenstelling Hanneke Westerhout Han Schellekens Herman Braat SCOOP Kousteensedijk 7 Postbus 407 4330 AK Middelburg Telefoon (0118) 682500 Telefax

Nadere informatie

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2012 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2012 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2012 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven 1 Onderzoek en Business Intelligence Deze feitenkaart bevat de resultaten van de jaarlijkse Oktobertelling onder

Nadere informatie

Kinderopvang in de Drechtsteden

Kinderopvang in de Drechtsteden Kinderopvang in de Drechtsteden Ouders over kinderopvang en hun betrokkenheid daarbij Inhoud: 1. Samenvatting en conclusies 2. Gebruik van kinderopvang 3. Tevredenheid over kinderopvang 4. Ouderbetrokkenheid

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2008 Gemeente Nijkerk

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2008 Gemeente Nijkerk Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2008 Gemeente Nijkerk Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: de gemeente Nijkerk DIMENSUS beleidsonderzoek Juni 2008 Projectnummer 321 Inhoud Samenvatting 3 Inleiding 7 1

Nadere informatie

Gebruik van kinderopvang

Gebruik van kinderopvang Gebruik van kinderopvang Saskia te Riele In zes van de tien gezinnen met kinderen onder de twaalf jaar hebben de ouders hun werk en de zorg voor hun kinderen zodanig georganiseerd dat er geen gebruik hoeft

Nadere informatie

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R THUISSITUATIE, KINDEROPVANG EN OPVOEDING K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Jeugd 2010 2 Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied,

Nadere informatie

Rapport Vlissingen Middelburg, december 2013

Rapport Vlissingen Middelburg, december 2013 Rapport Vlissingen Middelburg, december 2013 Colofon SCOOP 2013 Samenstelling Kris Louwerse Herman Braat SCOOP Kousteensedijk 7 Postbus 407 4330 AK Middelburg Telefoon (0118) 682500 Telefax (0118) 635311

Nadere informatie

Rapport Schouwen-Duiveland

Rapport Schouwen-Duiveland Rapport Schouwen-Duiveland Middelburg, december 2013 Colofon SCOOP 2013 Samenstelling Hanneke Westerhout Herman Braat SCOOP Kousteensedijk 7 Postbus 407 4330 AK Middelburg Telefoon (0118) 682500 Telefax

Nadere informatie

Rapport Veere Middelburg, december 2013

Rapport Veere Middelburg, december 2013 Rapport Veere Middelburg, december Colofon SCOOP Samenstelling Hanneke Westerhout Herman Braat SCOOP Kousteensedijk 7 Postbus 407 4330 AK Middelburg Telefoon (0118) 682500 Telefax (0118) 635311 www.scoopzld.nl

Nadere informatie

Rapport Zeeuws-Vlaanderen

Rapport Zeeuws-Vlaanderen Rapport Zeeuws-Vlaanderen Middelburg, december 2013 Colofon SCOOP 2013 Samenstelling Han Schellekens Herman Braat SCOOP Kousteensedijk 7 Postbus 407 4330 AK Middelburg Telefoon (0118) 682500 Telefax (0118)

Nadere informatie

Rapport Borsele Middelburg, december 2013

Rapport Borsele Middelburg, december 2013 Rapport Borsele Middelburg, december Colofon SCOOP Samenstelling Nadet Somers Esther van Sprundel Herman Braat SCOOP Kousteensedijk 7 Postbus 407 4330 AK Middelburg Telefoon (0118) 682500 Telefax (0118)

Nadere informatie

Rapport Goes Middelburg, december 2013

Rapport Goes Middelburg, december 2013 Rapport Goes Middelburg, december 2013 Colofon SCOOP 2013 Samenstelling Hanneke Westerhout Esther van Sprundel Herman Braat SCOOP Kousteensedijk 7 Postbus 407 4330 AK Middelburg Telefoon (0118) 682500

Nadere informatie

Rapport Tholen Middelburg, december 2013

Rapport Tholen Middelburg, december 2013 Rapport Tholen Middelburg, december 2013 Colofon SCOOP 2013 Samenstelling Hanneke Westerhout Herman Braat SCOOP Kousteensedijk 7 Postbus 407 4330 AK Middelburg Telefoon (0118) 682500 Telefax (0118) 635311

Nadere informatie

Hoofdstuk 15 Onderhoud en netheid van de eigen buurt

Hoofdstuk 15 Onderhoud en netheid van de eigen buurt Hoofdstuk 15 Onderhoud en netheid van de eigen buurt Samenvatting Leidenaren vinden, evenals voorgaande jaren, het groen in de wijk en de inrichting van de wijk de belangrijkste aspecten die een wijk of

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Doel van het onderzoek Inzicht bieden in de gevolgen van de Wet kinderopvang voor de verschillende gebruikersgroepen.

Doel van het onderzoek Inzicht bieden in de gevolgen van de Wet kinderopvang voor de verschillende gebruikersgroepen. SAMENVATTING 1. Doel en onderzoeksopzet De invoering van de Wet kinderopvang per 1 januari 2005 heeft veel veranderingen gebracht voor de gebruikers van formele kinderopvang in kinderdagverblijven (KDV),

Nadere informatie

Gebruik kinderopvang s-hertogenbosch

Gebruik kinderopvang s-hertogenbosch Gebruik kinderopvang s-hertogenbosch Gemeente s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Juni 2017 Samenvatting Dit rapport geeft een beeld van het gebruik van de formele kinderopvang in de gemeente

Nadere informatie

Rapport Oosterschelderegio

Rapport Oosterschelderegio Rapport Oosterschelderegio Middelburg, december Colofon SCOOP Samenstelling Kris Louwerse Herman Braat SCOOP Kousteensedijk 7 Postbus 407 4330 AK Middelburg Telefoon (0118) 682500 Telefax (0118) 635311

Nadere informatie

1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken

1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken 1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken 1.1 Opzet tabellenboek Dit tabellenboek geeft een uitgebreid overzicht van de uitkomsten van de Leefbaarheidsmonitor 2004. Het algemene rapport,

Nadere informatie

Buurtprofiel: Limmel hoofdstuk 7

Buurtprofiel: Limmel hoofdstuk 7 Buurtprofiel: hoofdstuk. Inleiding In dit hoofdstuk worden de kenmerken van het buurtprofiel voor gepresenteerd. Over de jaren, en worden de ontwikkelingen weergegeven en tevens wordt de leefbaarheid in

Nadere informatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Samenvatting Hfst 9. Trendvragen financiële situatie Jaarlijks worden drie trendvragen gesteld die inzicht geven in de financiële positie van de Leidenaar. De resultaten

Nadere informatie

Hoofdstuk 8 Binnenstad van Leiden

Hoofdstuk 8 Binnenstad van Leiden Hoofdstuk 8 Binnenstad van Leiden Samenvatting De binnenstad van Leiden krijgt een voldoende (7,1) van de Leidenaren. Wanneer wordt gevraagd naar de ontwikkeling van de afgelopen twee jaar, dan geven meer

Nadere informatie

Rapport Terneuzen Middelburg, december 2013

Rapport Terneuzen Middelburg, december 2013 Rapport Terneuzen Middelburg, december 2013 Colofon SCOOP 2013 Samenstelling Han Schellekens Herman Braat SCOOP Kousteensedijk 7 Postbus 407 4330 AK Middelburg Telefoon (0118) 682500 Telefax (0118) 635311

Nadere informatie

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29% 26 DISCRIMINATIE In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het vóórkomen en melden van discriminatie in Leiden en de bekendheid van en het contact met het Bureau Discriminatiezaken. Daarnaast komt aan de orde

Nadere informatie

De gegevens die worden gebruikt door de benchmark worden door de gemeente zelf aangeleverd. De burgerpeiling levert een deel van deze gegevens aan.

De gegevens die worden gebruikt door de benchmark worden door de gemeente zelf aangeleverd. De burgerpeiling levert een deel van deze gegevens aan. Burgerpeiling 2013 Eind 2013 is onder 2000 inwoners van de gemeente Noordoostpolder een enquete verspreid ten behoeve van de benchmark waarstaatjegemeente.nl. De enquete vormt een onderdeel van de benchmark.

Nadere informatie

Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Samenvatting Hfst 9. Trendvragen financiële situatie Jaarlijks worden drie trendvragen gesteld die inzicht geven in de financiële

Nadere informatie

Hoofdstuk 24 Financiële situatie

Hoofdstuk 24 Financiële situatie Hoofdstuk 24 Financiële situatie Samenvatting De gemeente voert diverse inkomensondersteunende maatregelen uit die bedoeld zijn voor huishoudens met een lager inkomen. Zes op de tien Leidenaren zijn bekend

Nadere informatie

Uitgevoerd door Dimensus Afvalinzameling Renswoude 2016

Uitgevoerd door Dimensus Afvalinzameling Renswoude 2016 Uitgevoerd door Dimensus Afvalinzameling Renswoude 2016 Onderzoeksbeschrijving In 2016 is een enquête gehouden onder de inwoners van de gemeente Renswoude over de inzameling en scheiding van afval. De

Nadere informatie

Mantelzorg in s-hertogenbosch

Mantelzorg in s-hertogenbosch Mantelzorg in s-hertogenbosch Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: de gemeente s-hertogenbosch DIMENSUS beleidsonderzoek Juli Projectnummer 409 1 Inhoud Samenvatting 3 Inleiding 7 1 Mantelzorg 9 1.1 Zware

Nadere informatie

Rapport Middelburg Middelburg, december 2013

Rapport Middelburg Middelburg, december 2013 Rapport Middelburg Middelburg, december 2013 Colofon SCOOP 2013 Samenstelling Kris Louwerse Herman Braat SCOOP Kousteensedijk 7 Postbus 407 4330 AK Middelburg Telefoon (0118) 682500 Telefax (0118) 635311

Nadere informatie

Behoefteonderzoek opvang kinderen basisschoolleeftijd

Behoefteonderzoek opvang kinderen basisschoolleeftijd Behoefteonderzoek opvang kinderen basisschoolleeftijd Totaal alle deelnemers Project: Dagarrangementen en Combinatiefuncties In opdracht van: DMO Weesperstraat 79 Postbus 658 1018 VN Amsterdam 1000 AR

Nadere informatie

Rapport Reimerswaal Middelburg, december 2013

Rapport Reimerswaal Middelburg, december 2013 Rapport Reimerswaal Middelburg, december Colofon SCOOP Samenstelling Nadet Somers Esther van Sprundel Herman Braat SCOOP Kousteensedijk 7 Postbus 407 4330 AK Middelburg Telefoon (0118) 682500 Telefax (0118)

Nadere informatie

Betrokkenheid van buurtbewoners. Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten Leiden, Leiderdorp en Oegstgeest Vergelijking gemeenten 2015

Betrokkenheid van buurtbewoners. Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten Leiden, Leiderdorp en Oegstgeest Vergelijking gemeenten 2015 Leefbaarheid Jeugdhulp Sociaal Team Vrijwilligerswerk Mantelzorg Actief in de buurt Betrokkenheid van buurtbewoners Burenhulp Zelfredzaamheid Sociale contacten Financiële situatie Uitgevoerd door Dimensus

Nadere informatie

Sportparticipatie Kinderen en jongeren

Sportparticipatie Kinderen en jongeren Sportparticipatie 2017 Kinderen en jongeren Onderzoek & Statistiek Juni 2017 Samenvatting Begin 2017 heeft de afdeling Onderzoek & Statistiek een onderzoek uitgezet onder ouders en jongeren uit de gemeente

Nadere informatie

Voel je thuis op straat!

Voel je thuis op straat! Voel je thuis op straat! 0-meting onder kinderen, jongeren en volwassenen in Bergen op Zoom Centrum Ron van Wonderen Nanne Boonstra Utrecht, september 2007 Verwey- Jonker Instituut 1 Samenvatting en conclusies

Nadere informatie

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011 Sociaal-economische schets van Zuidwest 2011 Zuidwest is onderdeel van het en bestaat uit de buurten Haagwegnoord en -zuid, Boshuizen, Fortuinwijk-noord en -zuid en de Gasthuiswijk. Zuidwest heeft een

Nadere informatie

Buurtprofiel: Nazareth hoofdstuk 5

Buurtprofiel: Nazareth hoofdstuk 5 Buurtprofiel: hoofdstuk. Inleiding In dit hoofdstuk worden de kenmerken van het buurtprofiel voor gepresenteerd. Over de jaren, en worden de ontwikkelingen weergegeven en tevens wordt de leefbaarheid in

Nadere informatie

22 CENTRUM VOOR JEUGD EN GEZIN EN JONGEREN OP GEZOND GEWICHT

22 CENTRUM VOOR JEUGD EN GEZIN EN JONGEREN OP GEZOND GEWICHT 22 CENTRUM VOOR JEUGD EN GEZIN EN JONGEREN OP GEZOND GEWICHT In dit hoofdstuk staan twee aspecten centraal die met jeugd en gezin verband houden: in het eerste deel wordt ingegaan op de bekendheid met

Nadere informatie

Waardering van voorzieningen, vervoer en werk

Waardering van voorzieningen, vervoer en werk Waardering van voorzieningen, vervoer en werk Burgerpeiling Woon- en Leefbaarheidsmonitor Eemsdelta 2015 Een afname van het inwoneraantal heeft gevolgen voor het voorzieningenniveau. Er zal immers niet

Nadere informatie

Hoofdstuk 5. Trendvragen financiële situatie

Hoofdstuk 5. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 5. Trendvragen financiële situatie Samenvatting Hfst 5. Trendvragen financiële situatie Na twee jaar van stijgende inkomens zien Leidenaren dit jaar hun inkomenspositie verslechteren. Het zijn

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk in s-hertogenbosch

Vrijwilligerswerk in s-hertogenbosch Vrijwilligerswerk in s-hertogenbosch Enquête over het vrijwilligerswerk in de gemeente s-hertogenbosch en de behoefte aan ondersteuning Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: de gemeente s-hertogenbosch

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Samenvatting Leiden telt begin januari 2001 ruim 117 duizend inwoners en bestaat uit vier stadsdelen, die samen weer zijn op te delen in tien districten. Eén op de drie (volwassen)

Nadere informatie

Buurtenquête hostel Leidsche Maan

Buurtenquête hostel Leidsche Maan Buurtenquête hostel Leidsche Maan tussenmeting 2013 Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Utrecht (GG&GD) DIMENSUS beleidsonderzoek April 2013 Projectnummer 527 Inhoud Samenvatting 3 Inleiding

Nadere informatie

Onderzoek. Kind en Opvoeding jaar

Onderzoek. Kind en Opvoeding jaar Onderzoek Kind en Opvoeding 0-17 jaar Inhoudsopgave 1. Ontwikkeling en gezondheid 4 2. Zorgen over kind 8 3. Hulp en ondersteuning bij de opvoeding 11 4. Roken en alcohol 16 5. Sport en bewegen 18 Onderzoek

Nadere informatie

Hoofdstuk 8. Openbare Bibliotheek

Hoofdstuk 8. Openbare Bibliotheek Hoofdstuk 8. Openbare Bibliotheek Samenvatting Van alle volwassen Leidenaren bezoekt vier op de tien respondenten wel eens een vestiging van de Leidse Openbare Bibliotheek. De meeste bezoekers zeggen over

Nadere informatie

Ervaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017

Ervaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017 Ervaringen Wmo Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017 Inhoud 1. Achtergrond van het onderzoek... 2 2. Het regelen van ondersteuning... 4 3. Kwaliteit van de ondersteuning... 6 4. Vergelijking regio...

Nadere informatie

4.3 Veiligheidsbeleving

4.3 Veiligheidsbeleving 4.3 Veiligheidsbeleving Samenvatting: Het gevoel van veiligheid in het algemeen is sinds 2002 vrij constant. Iets meer dan één op de drie bewoners voelt zich vaak of soms onveilig. Het gevoel van onveiligheid

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Samenvatting Leiden heeft op 1 januari 2006 118.070 inwoners. Hoofdstuk 2 geeft een profiel van de inwoners van Leiden. Dit hoofdstuk is gebaseerd op zowel kerncijfers uit

Nadere informatie

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014 in Houten Burgerpeiling 2014 Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Houten Projectnummer 598 / 2015 Samenvatting Goede score voor Sociale Kracht in Houten Houten scoort over het algemeen goed als

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo WIJ-gebieden 2017 Laura de Jong Marjolein Kolstein Oktober 2018 Inge de Vries www.oisgroningen.nl Inhoud Samenvatting... 2 2.9 Tot slot... 20 Bijlage 1: de WIJ-gebieden...

Nadere informatie

WINKELOPENINGSTIJDEN OP ZONDAG IN PURMEREND

WINKELOPENINGSTIJDEN OP ZONDAG IN PURMEREND WINKELOPENINGSTIJDEN OP ZONDAG IN PURMEREND 2013 Winkelopeningstijden op zondag in Purmerend 2013 Onderzoek onder het internetpanel In opdracht van Team Economie Jeroen van der Weerd Uitgevoerd door Team

Nadere informatie

HET GEBRUIK VAN EN DE BEHOEFTE AAN KINDEROPVANG IN DE GEMEENTE NIJMEGEN

HET GEBRUIK VAN EN DE BEHOEFTE AAN KINDEROPVANG IN DE GEMEENTE NIJMEGEN HET GEBRUIK VAN EN DE BEHOEFTE AAN KINDEROPVANG IN DE GEMEENTE NIJMEGEN HET GEBRUIK VAN EN DE BEHOEFTE AAN KINDEROPVANG IN DE GEMEENTE NIJMEGEN - eindrapport - Drs. Janneke Stouten Dr. Marga de Weerd

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Omega en Het Middelpunt 2016

Cliëntervaringsonderzoek Omega en Het Middelpunt 2016 Cliëntervaringsonderzoek Omega en Het Middelpunt 2016 resultaten cliënten wonen Den Haag, juli 2016 Ipso Facto Beleidsonderzoek Zwaardstraat 16, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K.

Nadere informatie

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2013

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2013 Maart 2014 Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2013 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven Deze feitenkaart bevat de resultaten van de jaarlijkse Oktobertelling onder alle Rotterdamse peuterspeelzalen

Nadere informatie

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden Projectnummer: 10203 In opdracht van: Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer drs. Merijn Heijnen dr. Willem Bosveld Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012 GL

Nadere informatie

Voor het wachtlijstonderzoek is de wachttijd per kind onderzocht en gewerkt met het bestand kinderen.

Voor het wachtlijstonderzoek is de wachttijd per kind onderzocht en gewerkt met het bestand kinderen. Bijlage 7 behorend bij eindrapport Wachtlijsten en tijden in de kinderopvang door NIPO i.s.m. Vyvoj, 17 december 2003 Wachtlijstonderzoek via ouderbevraging Ouderbevraging op basis van een representatieve

Nadere informatie

Stadjers over het CJG Groningen

Stadjers over het CJG Groningen Stadjers over het CJG Groningen Een Stadspanelonderzoek 2013 Onderzoek en Statistiek Groningen heeft als kernactiviteiten instrumentontwikkeling voor en uitvoering van beleidsgericht onderzoek, het toegankelijk

Nadere informatie

Hoofdstuk 9. Gemeentelijke website

Hoofdstuk 9. Gemeentelijke website Hoofdstuk 9. Gemeentelijke website Samenvatting Het percentage Leidenaren dat thuis kan beschikken over internet is, na een snelle toename in eerdere jaren, dit jaar vrijwel gestabiliseerd tot op 77%.

Nadere informatie

Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie

Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie Samenvatting Hfst 10. Trendvragen financiële situatie Jaarlijks worden drie trendvragen gesteld die inzicht geven in de financiële

Nadere informatie

Gemiddeld gebruik van internet via verschillende media, in procenten (meer antwoorden mogelijk) 52% 37% 0% 20% 40% 60% 80% 100%

Gemiddeld gebruik van internet via verschillende media, in procenten (meer antwoorden mogelijk) 52% 37% 0% 20% 40% 60% 80% 100% 6 GEBRUIK VAN INTERNET EN SOCIAL MEDIA De gemeente is benieuwd of alle bewoners beschikking hebben over en gebruik maken van internet en van social media en of men belemmerd wordt als het gaat om informatie

Nadere informatie

Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn

Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn Klanten van Careyn over het consultatiebureau Inhoud: 1. Conclusies 2. Algemene dienstverlening 3. Het inloopspreekuur 4. Telefonische dienstverlening 5. Persoonlijk

Nadere informatie

Buurtprofiel: Wyckerpoort hoofdstuk 10

Buurtprofiel: Wyckerpoort hoofdstuk 10 Buurtprofiel: hoofdstuk. Inleiding In dit hoofdstuk worden de kenmerken van het buurtprofiel voor gepresenteerd. Over de jaren, en worden de ontwikkelingen weergegeven en tevens wordt de leefbaarheid in

Nadere informatie

Burgerpeiling Hoeksche Waard 2015

Burgerpeiling Hoeksche Waard 2015 Burgerpeiling Hoeksche Waard 2015 Binnenmaas, Cromstrijen, Korendijk, Oud-Beijerland, Strijen Andrew Britt, Volkan Atalay, augustus 2015 INHOUD INLEIDING 1 HOOFDSTUK 1 SAMENVATTING 2 HOOFDSTUK 2 WAARDERING

Nadere informatie

Toezichthouders in de wijk

Toezichthouders in de wijk Toezichthouders in de wijk Hoe ervaren inwoners uit Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht de aanwezigheid van Toezichthouders? Inhoud: 1 Conclusies 2 Bekendheid 3 Effect 4 Waardering taken Hondengerelateerde

Nadere informatie

BEHOEFTEONDERZOEK KINDEROPVANG DORDRECHT 2004

BEHOEFTEONDERZOEK KINDEROPVANG DORDRECHT 2004 BEHOEFTEONDERZOEK KINDEROPVANG DORDRECHT 2004 Sociaal Geografisch Bureau Gemeente Dordrecht drs. J.M. Schiff dr. M.G. Weide juli 2004 Colofon Opdrachtgever: Tekst: Drukwerk: Informatie: Onderwijs en Welzijn

Nadere informatie

Hoofdstuk 7. Financiële situatie

Hoofdstuk 7. Financiële situatie Stadsenquête Leiden Hoofdstuk 7. Financiële situatie Samenvatting Bijna driekwart van de Leidenaren geeft aan gemakkelijk rond te komen met het huishoudinkomen, twee op de tien komt net rond en bijna een

Nadere informatie

Ruimte voor groei in de kinderopvang. Sociaal en Cultureel Planbureau in opdracht van het

Ruimte voor groei in de kinderopvang. Sociaal en Cultureel Planbureau in opdracht van het Ruimte voor groei in de kinderopvang Sociaal en Cultureel Planbureau in opdracht van het Ruimte voor groei in de kinderopvang De vraag naar kinderopvang per gemeente Om een goed beeld te krijgen van de

Nadere informatie

Buurtprofiel: Heugemerveld hoofdstuk 11

Buurtprofiel: Heugemerveld hoofdstuk 11 Buurtprofiel: hoofdstuk. Inleiding In dit hoofdstuk worden de kenmerken van het buurtprofiel voor gepresenteerd. Over de jaren, en worden de ontwikkelingen weergegeven en tevens wordt de leefbaarheid in

Nadere informatie

Van de tweejarigen zit het merendeel op een VVE-speelzaal, bij de driejarigen zit het grootste deel op een niet-vve-speelzaal (zie figuur 1).

Van de tweejarigen zit het merendeel op een VVE-speelzaal, bij de driejarigen zit het grootste deel op een niet-vve-speelzaal (zie figuur 1). 1 Deelname van peuters aan voorschoolse educatie In dit hoofdstuk wordt een beeld geschetst van de deelname van Leidse peuters aan VVE (voor- en vroegschoolse educatie). In Leiden wordt in het kader van

Nadere informatie

Grafiek 20.1a Belangrijkste aspecten die Leidenaren prettig vinden aan de eigen buurt, * (meer antwoorden mogelijk) 16% 15% 10% 10%

Grafiek 20.1a Belangrijkste aspecten die Leidenaren prettig vinden aan de eigen buurt, * (meer antwoorden mogelijk) 16% 15% 10% 10% 20 ONDERHOUD EN NETHEID EIGEN BUURT In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de prettige en de mindere prettige kanten van de openbare ruimte in de eigen buurt of wijk. Vervolgens wordt gekeken hoe men verschillende

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Kinderopvang in aandachtswijken

Kinderopvang in aandachtswijken Kinderopvang in aandachtswijken Significant Thorbeckelaan 91 3771 ED Barneveld +31 342 40 52 40 KvK 3908 1506 info@significant.nl www.significant.nl Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Barneveld,

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Buurtrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is de buurt? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Fysieke leefomgeving I.B EELDKWALITEIT VAN DE STAD

Fysieke leefomgeving I.B EELDKWALITEIT VAN DE STAD Nijmegen is volgens veel Nijmegenaren een mooie en groene stad. Tweederde vindt Nijmegen bovendien een schone stad. Ook van buitenaf is er een gunstige indruk. Al enkele jaren oordelen bezoekers positief

Nadere informatie

De mening van de inwoners gepeild. Leefbaarheid 2015

De mening van de inwoners gepeild. Leefbaarheid 2015 LelyStadsGeLUIDEN De mening van de inwoners gepeild Leefbaarheid 2015 April 2016 Colofon Dit is een rapportage opgesteld door: Cluster Onderzoek en Statistiek team Staf, Beleid Te downloaden op www.lelystad.nl/onderzoek

Nadere informatie

Hoofdstuk 14 Meeuwenoverlast

Hoofdstuk 14 Meeuwenoverlast Hoofdstuk 14 Meeuwenoverlast Samenvatting Twee derde van alle Leidenaren geeft aan bij hen in de buurt overlast van meeuwen te hebben. Vergeleken met voorgaande jaren is vooral het aandeel bewoners dat

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is de? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

Gemeentelijke Dienstverlening. Omnibus 2009

Gemeentelijke Dienstverlening. Omnibus 2009 Gemeentelijke Dienstverlening Omnibus 2009 Afdeling O&S Februari 2009 2 Samenvatting Inwoners vinden dat de gemeente haar dienstverlening heeft verbeterd De inwoners van s-hertogenbosch beoordelen de gemeentelijke

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast 5. CONCLUSIES In dit afsluitende hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies besproken. Achtereenvolgens komen de overlast, de criminaliteit en de veiligheidsbeleving aan bod. Aan de 56 buurtbewoners

Nadere informatie

Hoofdstuk 22. Openbare Bibliotheek

Hoofdstuk 22. Openbare Bibliotheek Hoofdstuk 22. Openbare Bibliotheek Samenvatting Ruim vier op de tien volwassen Leidenaren bezoekt wel eens een vestiging van de Leidse Openbare Bibliotheek, 32% geeft aan ook bij de bibliotheek te lenen.

Nadere informatie

Resultaten Leefbaarheid- en Veiligheidsenquête maart 2006 t/m januari

Resultaten Leefbaarheid- en Veiligheidsenquête maart 2006 t/m januari Resultaten Leefbaarheid- en Veiligheidsenquête maart 2006 t/m januari 2007 1 In deze rapportage worden de resultaten beschreven uit de Leefbaarheid- en Veiligheidsenquête voor de maand januari. Tevens

Nadere informatie

Stadsenquête A4 Uit hoeveel personen bestaat uw huishouden, uzelf meegerekend? personen

Stadsenquête A4 Uit hoeveel personen bestaat uw huishouden, uzelf meegerekend? personen Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Samenvatting Leiden heeft op 1 januari 2003 117.732 inwoners, ruim 500 meer dan een jaar eerder. Hoofdstuk 2 geeft een profiel van de inwoners van Leiden. Dit hoofdstuk is

Nadere informatie

op de samenleving van Leiden

op de samenleving van Leiden De blik van de burger op de samenleving van Waar Staat Je Gemeente? Uitgevoerd in opdracht van: Gemeente, Strategie en Onderzoek DIMENSUS beleidsonderzoek Maart 2012 Projectnummer 451 2 INHOUD Inleiding..

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Openingstijden

Hoofdstuk 5 Openingstijden Hoofdstuk 5 Openingstijden Samenvatting Om de dienstverlening te verbeteren zijn in 2011 alle balies van de gemeente (behalve die van Burgerzaken) en servicepunten ondergebracht in de het Stadsbouwhuis.

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Samenvatting Leiden heeft op 1 januari 2010 117.145 inwoners. Hoofdstuk 2 geeft een profiel van de inwoners van Leiden en is gebaseerd op kerncijfers uit de Gemeentelijke

Nadere informatie

Buurtprofiel: Pottenberg hoofdstuk 9

Buurtprofiel: Pottenberg hoofdstuk 9 Buurtprofiel: hoofdstuk. Inleiding In dit hoofdstuk worden de kenmerken van het buurtprofiel voor gepresenteerd. Over de jaren, en worden de ontwikkelingen weergegeven en tevens wordt de leefbaarheid in

Nadere informatie

Hoofdstuk 21 Mantelzorg

Hoofdstuk 21 Mantelzorg Hoofdstuk 21 Mantelzorg Samenvatting Mantelzorg is in de Stadsenquête gedefinieerd als zorg aan een bekende uit de eigen omgeving, die voor langere tijd ziek, hulpbehoevend of gehandicapt is en kan bestaan

Nadere informatie

Weinig mensen sociaal aan de kant

Weinig mensen sociaal aan de kant Weinig mensen sociaal aan de kant Tevredenheid over de kwaliteit van relaties Hoge frequentie van contact met familie en vrienden Jongeren spreken of schrijven hun vrienden elke week 15 Drie op de tien

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Hoe leefbaar en veilig is? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft de gemeente voor de tweede keer deelgenomen

Nadere informatie

Jeugdmonitor Zeeland: Kinderopvang

Jeugdmonitor Zeeland: Kinderopvang 1 Jeugdmonitor Zeeland: Kinderopvang Ouders van jonge kinderen Augustus 2018 2 2 Colofon Ruben De Cuyper Jolanda van Overbeeke Esther Spuesens Dit themarapport is samengesteld door ZB Planbureau Jeugdmonitor

Nadere informatie

Wijkraadpleging 2006 Utrecht-Noordoost

Wijkraadpleging 2006 Utrecht-Noordoost Wijkraadpleging 2006 Utrecht-Noordoost Rapportage: DIMENSUS beleidsonderzoek Maart 2007 Projectnummer 265 Inhoud 1 Inleiding 2 2 Wat vinden bewoners het belangrijkste in Noordoost 3 3 Wijkspecifieke aspecten

Nadere informatie

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch Omvang, kenmerken en meldingen O&S oktober 2003 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding Plan Plan van van Aanpak Aanpak Huiselijk Geweld Geweld Inhoud

Nadere informatie

Peiling Bibliotheek Olst-Wijhe Oktober 2018

Peiling Bibliotheek Olst-Wijhe Oktober 2018 Peiling Bibliotheek - Oktober 2018 Resultaten Inleiding De gemeenteraad van - heeft in 2014 een besluit genomen over de toekomst van het bibliotheekwerk in - tot en met 2020. Daarbij is onder andere gekozen

Nadere informatie

Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University

Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University LAAGGELETTERDHEID IN DEN HAAG - CONCLUSIES Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Swazoom 2015

Klanttevredenheidsonderzoek Swazoom 2015 Klanttevredenheidsonderzoek Swazoom 2015 In opdracht van Swazoom is in het voorjaar van 2015 door NL-Eyes een klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd. NL- Eyes is een onafhankelijk bureau voor kwantitatief

Nadere informatie

Hoofdstuk 43. Financiële situatie

Hoofdstuk 43. Financiële situatie Stadsenquête Leiden Hoofdstuk 43. Financiële situatie Samenvatting Circa tweederde van de Leidenaren geeft aan gemakkelijk rond te komen met het huishoudinkomen, ruim een kwart komt net rond en kan moeilijk

Nadere informatie

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de

Nadere informatie