Analyse van de verslagen van de Vlaamse Erasmusstudenten
|
|
- Christiana Christiaens
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Analyse van de verslagen van de Vlaamse Erasmusstudenten
2 Magda Kirsch (Educonsult),Anne Van den Dries, Yves Beernaert (Educonsult), Johan Geentjens (EPOS) Deze publicatie is een realisatie van het Nationaal Agentschap voor Vlaanderen voor het Europees Programma Een Leven Lang Leren - met de financiële steun van de Europese Commissie Versie
3 Inhoud Inleiding Samenvatting Respondenten Aantal respondenten Bestemming van de respondenten Aantal respondenten per thuisinstelling ( ) Aantal respondenten per studiegebied ( ) Geslacht van de respondenten Duur van het verblijf Beursgerechtigd Voorbereiding van het verblijf Motieven voor de Erasmusmobiliteit Invloed Keuze van het gastland Keuze van de gastinstelling Twijfel Informatie voor vertrek Inspanning om informatie in te winnen Het buitenlands studieverblijf Onthaal in de gastinstelling Type huisvesting Hoe heb je huisvesting gevonden? Kwalitatieve beoordeling van het studieverblijf Examens Evaluatie en gebruik ECTS in Evaluatie en gebruik ECTS: evolutie... 56
4 3.3. Evaluatie en gebruik ECTS per gastland Afspraken rond evaluatie Examenvorm Herkansing en overdracht Aanpak Onderwijstalen en Taalvoorbereiding Bestemming van de studenten Onderwijstalen Verhouding onderwijstalen en bestemming Voorbereidende taalcursus Financiering Duur van het verblijf Beurscategorieën Grootte van de beurs Meerkost Financiering meerkost Na het verblijf Problemen bij terugkeer in Problemen bij terugkeer: evolutie Beoordeling Erasmusmobiliteit Beoordeling van de administratieve en academische voorbereiding en begeleiding Beoordeling van de academische aspecten Beoordeling van de sociale aspecten Impact op de taalkennis Beoordeling van de duur van het verblijf Globale evaluatie van het Erasmusverblijf Open vragen Aanbevelingen
5 9.1. Betere informatie en voorbereiding van de studenten Betere voorbereiding van de academische/professionele inhoud en van de evaluaties Betere voorbereiding van andere aspecten van het verblijf Betere ondersteuning van de studenten tijdens het verblijf Betere opvang van de studenten bij de terugkeer Een draaiboek voor de Erasmusmobiliteit Aanbevelingen van Minister Frank Vandenbroucke om de mobiliteit te bevorderen Besluit Bijlagen Bijlage 1: Bronnen Bijlage 2: Gedetailleerde cijfers verslagen Bijlage 3: De Vragenlijst
6 Inleiding Het Epos agentschap heeft Educonsult gevraagd een diachronische en dynamische analyse te maken van de Erasmusmobiliteit in de periode De analyse gebeurde op basis van de verslagen die alle studenten bij het einde van hun Erasmusmobiliteit dienen in te vullen. De verslagen bevatten zowel kwantitatieve als kwalitatieve gegevens. Deze leveren nuttige gegevens op voor zowel de thuisinstellingen als voor de gastinstellingen om de kwaliteit van de Erasmusmobiliteit te bevorderen. Bij de analyse van deze gegevens zijn we vertrokken van de analyse die door Anne van den Dries werd gemaakt en waarvan de gedeeltelijke resultaten reeds werden voorgesteld op de Erasmus infodag van 18 december Het betreft hier in eerste instantie de analyse van de verslagen ingevuld door studenten van de 2952 studenten die in met een Erasmusbeurs zijn vertrokken naar het buitenland (= %), hoofdzakelijk om een studie ervaring op te doen (= 2637 SMS ). Er zijn in dit academiejaar ook studenten die op stage geweest zijn, binnen het kader van hun studies (= 315 SMP). Ook de gegevens van deze studenten zijn verwerkt in deze analyse, maar niet in een afzonderlijke benadering. In de beantwoording van de open vragen hebben sommige van deze studenten terecht opgemerkt dat niet alle vragen op hen van toepassing waren. Nu er ook SMP ers zijn, is het van belang om dieper in te gaan op de problemen van huisvesting in verband met die stage, van vervoerskosten, van verzekeringen, van stagecontracten, enz Anne van den Dries ging bij haar analyse uit van een statische benadering. In dit verslag wordt die vervolledigd met een meer dynamische uitwerking, waarbij elementen van de verslagen onderling gelinkt werden, dit op expliciete en specifieke vraag van het Comité. Daarom gebeurde er ook een analyse van de verslagen van en en werden de gegevens ook gelinkt aan de landen van bestemming, aan de thuisinstelling en aan de studiegebieden. Tenslotte werd nagegaan waarom 11 studenten (0,5%) de Erasmuservaring niet goed vonden. De gegevens in verband met de thuisinstellingen zijn verwerkt in een afzonderlijk rapport dat alleen ter beschikking staat van het EPOS agentschap en van de betrokken instellingen. We hebben in eerste instantie de cohortes van en vergeleken met deze van Het gaat om bijna evenveel respondenten ( in , 2156 in en 2270 in ). Omwille van het feit dat er weinig verschillen werden vastgesteld tussen de verschillende academiejaren werden in sommige vergelijkende grafieken alleen de gegevens van en opgenomen. Daarna werden een aantal gegevens gelinkt aan thuisinstelling, gastland en studiegebied.wat echter ontbreekt, is een totaal beeld. Docentenmobiliteit is immers niet opgenomen in deze analyse en meer specifiek de mobiliteit van de docenten die op stage ervaring gaan. Docenten die ter plaatse geweest zijn, kunnen hier heel wat verruimende info aanbrengen. Wij hopen dat dit rapport kan bijdragen tot een nog hogere kwaliteit van de Erasmusmobiliteit. Daarom wordt er bij elke vraag wat commentaar toegevoegd en eindigt het rapport met een aantal aanbevelingen. 5
7 Samenvatting Wij zijn in deze analyse uitgegaan van de vragen van de verslagen. De verslagen zijn opgesplitst in zes delen: de voorbereiding van de mobiliteit, het buitenlands verblijf, de examens, de taalvoorbereiding, de financiering en de follow up na het verblijf. In eerste instantie werden de studenten bevraagd over de voorbereiding van de Erasmusmobiliteit. Daar stellen we vast dat er over de jaren heen er weinig verschil is wat betreft de motivering, keuze van gastland en keuze van gastinstelling, de beïnvloeding, door docenten, kennissen, ouders en de internationale coördinator en de redenen voor twijfel. Studenten vertrekken vooral om een andere cultuur en een andere taal te leren kennen en ze worden vooral beïnvloed door ouders en kennissen. Ook bij de keuze van het gastland en de gastinstelling spelen academische criteria slechts een kleine rol. Toch is het opvallend dat deze criteria hoger scoren voor sommige studiegebieden (Rechten, Kunst, Architectuur, Geesteswetenschappen). Bij de kwalitatieve vragen i.v.m. de informatie bij voorbereiding is er wel een zekere evolutie waar te nemen. Vooral de info die voor het vertrek werd ontvangen scoort slecht en gaat er zelfs op achteruit. Wat het buitenlands verblijf betreft is de groep studenten waarvoor er bij aankomst geen activiteiten werden voorzien iets gedaald. Studenten vinden vooral de gastvrijheid van het gastland, de toegang tot bibliotheek, leermiddelen en internet, de opvang door de andere studenten, de flexibiliteit i.v.m. het studiepakket en de aanspreekbaarheid van de contactpersonen in de gastinstelling positief. Meer dan de helft van de studenten verblijft in een studentenresidentie maar in het laatste jaar zochten meer studenten een verblijf op eigen initiatief. Het grote pijnpunt tijdens het verblijf is en blijft de huisvesting die volgens meer dan één op vier studenten onvoldoende scoort. Vooral Spanje, Portugal, Nederland, Italië, Turkije en Frankrijk scoren hier slecht. De Scandinavische landen scoren het best. Ook de afhandeling van de administratie en de info over het studieprogramma scoren niet goed maar hier is wel verbetering merkbaar. Wat de examens en de evaluatie betreft blijkt dat iets meer dan 85% van de studenten in het buitenland werden geëvalueerd. Het is wel verontrustend dat in bij minder studenten ECTS werd toegepast dan in Er zijn wel aanzienlijke verschillen wat het gebruik van ECTS in Europa betreft. Minder dan 80% van de studenten die naar Bulgarije, het Verenigd Koninkrijk en Ierland mobiel waren zegt dat ECTS werd toegepast. Van diegenen die naar Litouwen, Noorwegen, Turkije, Polen en Oostenrijk gingen zegt meer dan 95% dat ECTS werd gebruikt. Het gebruik van de Learning Agreement is het meest verspreid (92%), het gebruik van het Transcript of Records het minst (65%). Uit de reacties van de studenten blijkt duidelijk dat er in de meeste gevallen wel enige flexibiliteit wordt aan de dag gelegd wat betreft de examenvorm in het gastland. Toch stelt slechts iets meer dan de helft van de studenten dat de overdracht van de studiepunten probleemloos gebeurt en dit percentage is nog gedaald. Wat het gebruik van de onderwijstalen betreft valt er een duidelijke evolutie waar te nemen in het gebruik van het Engels als onderwijstaal in Europa. Het Frans, Duits, Spaans en Italiaans kunnen zich nog 6
8 handhaven maar alleen voor de mobiliteit naar de landen waar deze taal gesproken wordt. Het gebruik van de minderheidstalen gaat duidelijk achteruit. Ongeveer drie vierden van de studenten bereiden zich op het verblijf in het buitenland voor door het volgen van een voorbereidende taalcursus. Een kleine helft doet dit in de gastinstelling en één op vier voor het vertrek. Deze aantallen zijn vergelijkbaar in de drie bestudeerde academiejaren. Wat de financiering van het Erasmusverblijf betreft stelt ongeveer 70% van de studenten dat het verblijf een meerkost met zich mee brengt en dat ze daarvan te weinig op de hoogte zijn. De meerkost betreft vooral huisvesting, ontspanning, vervoer en voeding. Het is niet verwonderlijk dat deze meerkost aanzienlijk verschilt van gastland tot gastland. De meerkost is het hoogst in het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen, Denemarken en Ierland en het laagst in Litouwen, Estland en Bulgarije. Ook blijkt dat naast de Erasmusbeurs studenten vooral beroep doen op hun ouders, spaargeld of het geld dat ze verdienen met een vakantiejob om deze meerkost te betalen. Toch hebben in het voorbije academiejaar iets minder studenten op deze bijkomende financiering beroep moeten doen. Vermoedelijk is het belang van de Erasmusbeurs groter geworden want op de vraag of ze ook zonder beurs zouden vertrekken zegt minder dan 70% ja waar dat in nog bijna 78% was. Wanneer men aan de studenten vraagt wat de problemen bij de terugkeer waren dan stelt meer dan één op vier dat dit het tijdig ontvangen van de resultaten van de gastinstelling is. Wanneer aan de studenten wordt gevraagd het Erasmusverblijf te evalueren wat betreft de voorbereiding dan scoren de administratieve voorbereiding en begeleiding van de gastinstelling het zwakst en de administratieve voorbereiding van de thuisinstelling het best. Bij de beoordeling van de academische impact is het vooral de gunstige invloed op de motivatie die hoog scoort. Ook de impact op de kennis van de taal van het gastland is zeer groot. Waar bij aankomst slechts 30% de taal van het gastland of de gebruikte onderwijstaal goed of uitstekend spreekt, is dat na het verblijf bij 76% het geval en dat voor de drie academiejaren. Wat de impact op de wetenschappelijke of professionele kennis betreft stellen we ook een aanzienlijk verschil vast per studiegebied. Meer dan 90% van de studenten in Wiskunde en Informatica zeggen dat de mobiliteit een positieve impact had op hun wetenschappelijke en professionele kennis. Dit is ook het geval voor 73% van de studenten Talen en Filologie en Medische wetenschappen en 70% van de studenten Geesteswetenschappen. Vooral de sociale en culturele impact van het Erasmusverblijf blijkt zeer groot. Meer dan 95% meent dat de mobiliteit hun maturiteit en persoonlijkheid hebben versterkt. Bijna evenveel meent dat het een verrijking geeft van de inzichten in de EU. 90% van de studenten meent ook dat ze nu een grotere vriendenkring hebben. Ten slotte meent ongeveer 80% van de studenten dat de Erasmusmobiliteit motiveert om in een ander Europees land te werken en meer dan 75% stelt dat ze ook betere kansen hebben op de Europese arbeidsmarkt. Hier zijn er wel grote verschillen tussen de studiegebieden: vooral de studenten Wiskunde Informatica, Geologie, Bedrijfswetenschappen en Communicatiewetenschappen menen dat hun kansen op de Europese arbeidsmarkt zijn vergroot. Hoewel het percentage lichtjes daalde in het laatste jaar, besluit nog meer dan 95% dat het Erasmusverblijf de meerkost waard is. 7
9 Ten slotte zegt minder dan 2% van de studenten dat het verblijf te lang was. De anderen vinden het verblijf te kort of net goed. Meer dan de helft van de studenten die in mobiel waren vonden hun verblijf te kort. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de overgrote meerderheid van de studenten positief is over het Erasmusverblijf. Minder dan 0,5% van de studenten beoordeelt het Erasmusverblijf negatief en meer dan 95% beoordeelt het verblijf goed of uitstekend. Toch is het percentage dat het verblijf uitstekend beoordeelde lichtjes gedaald. In het laatste deel worden een aantal aanbevelingen gemaakt om de kwaliteit van de Erasmusmobiliteit nog te verbeteren. Uit de verslagen blijkt dat de studenten vooral de informatie die ze krijgen voor ontvangst onvoldoende vinden. Aan de hand van de resultaten van de verslagen kunnen instellingen deze informatieronde beter voorbereiden. Ook dienen nog betere afspraken gemaakt te worden met de gastinstellingen over de ontvangst en begeleiding van de studenten. Vooral praktische aspecten zoals het zoeken van huisvesting laten te wensen over. Ten slotte dient er voor gezorgd dat de overdracht van de studiepunten vlot verloopt en moeten instellingen ook hier nog betere afspraken maken. 8
10 9 0. Respondenten 0.1. Aantal respondenten In vulden 2270 studenten de verslagen in, in waren er 2156 respondenten en in Vooral in het eerste deel van de verslagen vulden bijna alle studenten de vragen in. Minder dan 1% van de studenten beantwoordt niet alle vragen. Zelfs de kwalitatieve vragen worden door meer dan 99% ingevuld. Naar het einde van de verslagen stijgt echter het aantal non respondenten tot 2% of zelfs meer. De percentages werden berekend op het aantal respondenten per vraag. We vertrekken vanuit het referentiejaar en geven telkens de percentages gevolgd door een grafiek waarop de (eventuele) verschillen duidelijk zijn Bestemming van de respondenten Zoals blijkt uit de gegevens hieronder vertrekken de respondenten in naar 28 verschillende bestemmingen, in en kozen ze 29 verschillende bestemmingen IS LV FL CY EE SK BG LT RO SI MT HU GR PL TR IE N CZ DK AT SE PT UK NL FI DE IT FR ES
11 0.3. Aantal respondenten per thuisinstelling ( ) Aantal respondenten per thuisinstelling Universiteit Gent Katholieke Universiteit Leuven Hogeschool voor Wetenschap en Kunst Universiteit Antwerpen Artevelde Hogeschool Hogeschool Gent Hogeschool Antwerpen Karel de Grote Hogeschool Antwerpen Katholieke Hogeschool Leuven Katholieke Hogeschool Zuid West Vlaanderen Plantijn Hogeschool Antwerpen Katholieke Hogeschool Sint Lieven Lessius Hogeschool Katholieke Hogeschool Kempen Katholieke Hogeschool Mechelen Europese Hogeschool Brussel (EHSAL) Katholieke Hogeschool Brugge Oostende Vrije Universiteit Brussel Hogeschool West Vlaanderen Universiteit Hasselt + TUL Katholieke Hogeschool Limburg Xios Hogeschool Provinciale Hogeschool Limburg Erasmushogeschool Brussel Hogeschool Sint Lukas Brussel Groep T Hogeschool Leuven Hogere Zeevaartschool Ondanks het feit dat het aantal studenten aan de hogescholen hoger ligt dan aan de universiteiten ( of 60,7% tegenover of 39,3% voor de universiteiten) participeren er proportioneel nog altijd meer universiteitsstudenten aan het Erasmusprogramma. Dit reflecteert zich ook in het aantal respondenten. 44% van de respondenten zijn universiteitsstudenten, 56% zijn hogeschoolstudenten. Het aantal respondenten varieert van 479 respondenten van de Universiteit Gent tot 1 respondent van de Hogere Zeevaartschool. 10
12 0.4. Aantal respondenten per studiegebied ( ) Landbouwwetenschappen 52 Architectuur, Stedebouw en ruimtelijke ordenin 101 Kunst en Vormgeving 91 Bedrijfskunde, Beheerswetenschappen 411 Onderwijs, Lerarenopleiding 205 Technische Wetenschappen, Technologie 208 Aardrijkskunde, Geologie 12 Geesteswetenschappen 52 Talen en Filologie 329 Rechtsgeleerdheid 124 Wiskunde, Informatica 36 Medische Wetenschappen 243 Natuurwetenschappen 40 Sociale Wetenschappen 245 Communicatie en Informatiewetenschappe 109 Overige Studierichtingen 27 Totaal Wanneer we deze cijfers omzetten in percentages dan blijkt dat bij de respondenten 18% studenten Bedrijfskunde en Bedrijfsbeheer waren gevolgd door Talen en Filologie (14.4%), Sociale wetenschappen (10.7%), Medische wetenschappen (10.6%) en Technische wetenschappen technologie (9.1%). Deze percentages zijn vergelijkbaar maar niet identiek aan de percentages per studiegebied die deelnamen aan de Erasmusmobiliteit. Net als in Europa is Bedrijfs en Beheerskunde het studiegebied met het meeste deelnemers met 20,8 % van de Erasmuscohorte , daarna Talen en filologie met 12.8%, Sociale wetenschappen (10.8%), Medische wetenschappen (9.8%) en Technische wetenschappen / Technologie (8,9). Dit is vergelijkbaar met de trend in Europa hoewel de percentages in Vlaanderen iets lager liggen, met uitzondering van Bedrijfskunde en Bedrijfsbeheer en Medische wetenschappen. Voor Europa is dit respectievelijk 20,36 % voor Bedrijfskunde en Bedrijfsbeheer, 14,94 % voor talen, 11,8 % voor Sociale wtenschappen, 5,7% voor Medische wetenschappen en 10.8 % voor Technische wetenschappen/ technologie 1. Aardrijkskunde/ geologie is het studiegebied met de minste Erasmusdeelnemers in Vlaanderen (slechts 0,4% in ). In de grafiek hieronder vindt men de gemiddelde mobiliteit per studiegebied voor de drie bestudeerde academiejaren. Hieruit blijkt dat de mobiliteit in de Lerarenopleiding lichtjes is gedaald en in Bedrijfskunde lichtjes is gestegen. Met uitzondering van het studiegebied Technische wetenschappen/ Technologie is de participatie in de Erasmusmobiliteit over de verschillende academiejaren praktisch identiek
13 25,0% Evolutie mobiliteit per studiegebied ,0% 15,0% 10,0% 5,0% 0,0% Geslacht van de respondenten De overgrote meerderheid van de respondenten zijn vrouwen. Zowel in 0506 als in 0708 waren slechts 38% van de respondenten mannen. Hoewel er in het hoger onderwijs 54% vrouwen participeren tegenover 46% mannen 2 overtreft de vrouwelijke meerderheid duidelijk deze van de participatie in het hoger onderwijs. De participatie van Vlaamse vrouwen aan het Erasmusprogramma ligt ook lichtjes hoger dan het Europees gemiddelde van 60% 3. Het loont de moeite na te gaan of er effectief veel meer vrouwen mobiel zijn ofwel of het aantal nonrespondenten hoger oploopt bij de mannelijke Erasmusstudenten. Waarschijnlijk kan het vrouwelijk 2 en/afb / _alleinschr2mv.jpg 3 European Commission (2008). Erasmus Programme, Overview of the National Agencies reports Brussels:DGEAC. 12
14 overwicht verklaard worden door een grotere participatie van studiegebieden met veel vrouwen zoals Talen en Filologie, Lerarenopleiding etc Duur van het verblijf De studenten verbleven in O607 gemiddeld 5,2 maanden in het gastland. In 0708 daalde de gemiddelde verblijfsduur tot iets minder dan vijf maanden. Er is geen verschil waar te nemen wat betreft de verblijfsduur van mannen en vrouwen. De gemiddelde verblijfsduur van de Vlaamse studenten ligt echter aanzienlijk lager dan de gemiddelde verblijfsduur van alle Europese Erasmusstudenten (6,5 maand) Beursgerechtigd Wat betreft de beurscategorieën, dient er opgemerkt dat de bevraging in nog verwees naar 4 categorieën, terwijl voor deze groep studenten er slechts 2 waren. Het grootste deel van de studenten behoort tot categorie 1 (68,6% hoogste beursbedrag) en meer dan een kwart tot categorie 2 (26,1%). Het is dus overduidelijk dat de grootste groep studenten behoort tot de nietgeprivilegieerde klasse. Dit is sterk in tegenstelling tot de algemene tendens die in Europa wordt waargenomen waar slechts 14% van de Erasmusstudenten verklaart dat het familie inkomen lager of aanzienlijk lager ligt dan het gemiddelde 5. Dit kan waarschijnlijk worden verklaard door het feit dat de Erasmusbeurzen in Vlaanderen inkomensgerelateerd zijn. 4 European Commission (2008). Erasmus Programme, Overview of the National Agencies reports Brussels:DGEAC. 5 Souto Otero, M., McCoshan, A. (2006), Survey of the Socio Economic Background of ERASMUS Students. Brussel :DGEAC. p. 8,
15 1. Voorbereiding van het verblijf 1.1. Motieven voor de Erasmusmobiliteit Motieven in Volgende motieven speelden mee bij je beslissing om aan het Erasmusprogramma deel te nemen: Wanneer we de studenten vragen naar de motieven voor hun Erasmusmobiliteit dan blijken de kennismaking met een andere cultuur (62,2)en het leren van een andere taal (61,7) gevolgd door de kans om hun zelfstandigheid te vergroten het hoogst te scoren. Dit is minder uitgesproken dan bij de Erasmusenquête waaruit bleek dat liefst 90% van de studenten met de Erasmusmobiliteit nieuwe horizonten wilden verkennen. Zowat drie studenten op vier stelden eerlijk dat ze een stukje van de wereld wilden zien en ook nog eens drie op vier dat ze de cultuur van het land wilden leren kennen. Het verwerven van competenties volgde slechts op de vierde plaats, al gaf nog steeds meer dan twee derde van de studenten dat als objectief aan. De voorbereiding van het buitenlands studieverblijf Motieven? In rangorde AC van % Bed. Een andere culturele omgeving X Het aanleren van een andere taal X De kans om je zelfstandigheid te vergroten Andere leeromgeving Een meerwaarde op de arbeidsmarkt X Een vroegere internationale ervaring Complementair aanbod opleidingsonderdelen X De aanzet van vrienden of omgeving De faam van een buitenlandse instelling X Het doet deugd te zien dat de studenten voor zichzelf een Erasmuservaring wensen omdat ze een andere cultuur willen benaderen, een andere taal willen leren en zo hopen meer zelfstandigheid te kunnen opbouwen. Ook de meerwaarde voor hun professionele loopbaan wordt geapprecieerd. Dat slechts een zeer klein aantal de faam van de buitenlandse instelling als belangrijk erkent, of de waarde van een complementair aanbod van opleidingsonderdelen, stemt toch even tot nadenken. Zouden studenten nog op dezelfde wijze redeneren indien de ranking reeds effectief ingevoerd was in Europa? 6 Wouter Van den Berghe, Magda Kirsch en Yves Beernaert,(2007) "Implementatie en impact van het Socrates II Programma in Vlaanderen", Brussel: Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming. 14
16 Motieven? Een andere culturele omgeving 62.2% Het aanleren van een andere taal De kans om je zelfstandigheid te vergroten 61.7% 57.9% Andere leeromgeving Een meerwaarde op de arbeidsmarkt 34.4% 40.2% Een vroegere internationale ervaring Complementair aanbod opleidingsonderdelen 11.7% 10.1% De aanzet van vrienden of omgeving De faam van een buitenlandse instelling 6.6% 6.1% Grafiek 1 Bron verslagen Motieven volgens bestemming Vooraleer de percentages per gastland te bespreken wensen we er op te wijzen dat het aantal studenten per gastland aanzienlijk verschillen: zo waren er in studenten mobiel naar Spanje (82 naar Madrid) en 458 naar Frankrijk, terwijl er slechts 1 student mobiel was naar IJsland, 1 naar Letland en 2 naar Liechtenstein. Daarom werden deze laatste landen bijna nooit in de vergelijkende tabellen opgenomen. Toch moeten de grafieken nog met de nodige omzichtigheid gelezen worden omdat ook slechts kleine groepen studenten mobiel waren naar Cyprus, Estland en Slowakije (telkens 5), naar Litouwen, Roemenië en Bulgarije (telkens 9), Slovenië (11) en Malta (12). Daarom werden in de meeste grafieken slechts percentages opgenomen wanneer er minstens 20 studenten naar een land mobiel waren. In feite kunnen we stellen dat de helft van onze Vlaamse studentenpopulatie mobiel was naar 3 landen: Spanje, Frankrijk en Italië. Voor de cijfers van alle landen verwijzen we naar de tabellen p. 10. Motief per gastland % DE FR NL ES IE SE DK AT UK IT SF CZ HU N0 PT GR TR PL andere culturele omgeving kans zelfstandigheid te vergroten Grafiek 2 Bron verslagen
17 Hoewel de voornaamste motieven voor de mobiliteit globaal gezien vooral de kennismaking met een andere cultuur en het leren van een taal zijn, blijkt uit de bovenstaande grafiek dat deze motieven wel degelijk aanzienlijk verschillen volgens de bestemming. Zo blijkt dat de kennismaking met een andere culturele omgeving veruit de belangrijkste motivering voor Tsjechië, Denemarken, Griekenland, Hongarije, Noorwegen, Portugal, Polen, Finland Turkije en het Verenigd Koninkrijk. De taal is dan weer het belangrijkste motief voor de studenten die Duitsland, Spanje of Frankrijk kiezen. Vooral wat Frankrijk betreft zien bijna 90% van de studenten dit als hun belangrijkste motief. Dit is waarschijnlijk te verklaren door het feit dat Frans een van de landstalen is en door het feit dat een goede kennis van het Frans voor vele studenten betere arbeidsperspectieven opent. Voor de studenten die Oostenrijk en Italië kiezen zijn taal, een andere culturele omgeving en de kans om hun zelfstandigheid te vergroten bijna even belangrijk. Wat Nederland betreft scoort een andere leeromgeving het hoogst. Motief per gastland % NL DK HU FI CZ NO TR SE GR PT PL UK IE AT IT DE ES FR een vreemde taal leren een andere leeromgeving Grafiek 3 Bron verslagen Motieven volgens studiegebied We zullen hier de vier belangrijkste motieven bespreken per studiegebied. Daarbij wensen we er op te wijzen dat de percentages met de nodige omzichtigheid dienen te worden gehanteerd. In het studiegebied Bedrijfskunde waren er 411 studenten mobiel, in het studiegebied Taalkunde en Filologie 329 maar in het studiegebied Aardrijkskunde en Geologie slechts 12. Voor alle aantallen per studiegebied verwijzen we naar de tabel p Een andere culturele omgeving Globaal zegt 62,2% van de studenten dat een andere culturele omgeving leren kennen hun motief was om deel te nemen aan de Erasmusmobiliteit. Daarmee is dit het belangrijkste motief. Toch merken we op dat er belangrijke verschillen zijn per studiegebied. Zo meent 79% van de studenten uit Landbouwwetenschappen dat dit een van hun motieven is. Anderzijds stelt maar 49% van de studenten Bedrijfskunde dat het leren kennen van een andere culturele omgeving een motief is voor hun Erasmusmobiliteit. 16
18 Motief: andere culturele ervaring per studiegebied % Landbouwwetenschappen Talen en Filologie Onderwijs, Lerarenopleiding Geesteswetenschappen Overige Studierichtingen Aardrijkskunde, Geologie Natuurwetenschappen Architectuur, Stedebouw en ruimtelijke ordenin Communicatie en Informatiewetenschappe Rechtsgeleerdheid Medische Wetenschappen Technische Wetenschappen, Technologie Sociale Wetenschappen Wiskunde, Informatica Kunst en Vormgeving Bedrijfskunde, Beheerswetenschappen 48,9 78,8 74,5 72,7 67,3 66,7 66,7 65,0 63,4 63,3 62,1 59,7 59,6 59,6 58,3 58,2 0,0 10,0 20,0 30,0 40,0 50,0 60,0 70,0 80,0 Grafiek 4 Bron verslagen Een taal leren Het is niet verwonderlijk dat er ook voor het motief: een andere taal leren er aanzienlijke verschillen zijn per studiegebied. Minder dan de helft van de studenten uit Wiskunde, Informatica, Medische wetenschappen, Kunst en vormgeving, Technische Wetenschappen en technologie vindt dit motief bepalend voor de Erasmusmobiliteit. Motief taal leren per studiegebied% Talen en Filologie Rechtsgeleerdheid Communicatie, Informatiewet. Bedrijfskunde, Beheer Natuurwetenschappen Geesteswetenschappen Landbouwwetenschappen Sociale Wetenschappen Aardrijkskunde, Geologie Architectuur, Stedebouw, RO Onderwijs, Lerarenopleiding Technische Wet., Technologie Kunst en Vormgeving Medische Wetenschappen Wiskunde, Informatica 75,7 74,2 71,6 68,9 67,5 65,4 61,5 61,2 58,3 51,5 50,7 50,5 49,5 48,1 47,2 0,0 10,0 20,0 30,0 40,0 50,0 60,0 70,0 80,0 Grafiek 5 Bron verslagen
19 Anderzijds is het zeker niet verbazend dat het studiegebied Talen en filologie het hoogst scoort, gevolgd door Rechtsgeleerdheid, Communicatie en informatiewetenschappen en Bedrijfskunde. In al deze studiegebieden speelt de kennis van talen een zeer belangrijke rol. De studenten uit deze studiegebieden vertegenwoordigen ook 45% van de totale studentencohorte. Toch blijken ook studenten uit andere studiegebieden het leren van een andere taal belangrijk te vinden Zelfstandigheid Vele studenten zien de Erasmuservaring als een manier om hun zelfstandigheid te vergroten. Vooral de studenten van Wiskunde en Informatica, Communicatie en informatiewetenschappen, Bedrijfskunde en Medische wetenschappen vinden dit een belangrijk motief. De studenten Aardrijkskunde, Architectuur, Rechtsgeleerdheid en Geesteswetenschappen is dit motief veel minder belangrijk. Motief: zelfstandigheid % Wiskunde, Informatica Communicatie; Informatiewet. Bedrijfskunde, Beheer Medische Wetenschappen Technische Wet., Technologie Landbouwwetenschappen Natuurwetenschappen Onderwijs, Lerarenopleiding Sociale Wetenschappen Kunst en Vormgeving Talen en Filologie Geesteswetenschappen Rechtsgeleerdheid Architectuur, Stedebouw, RO Aardrijkskunde, Geologie Grafiek 6 Bron verslagen Andere leeromgeving 18
20 Motief: andere leeromgeving % Wiskunde, Informatica Communicatie en Informatiewet. Bedrijfskunde, Beheer Talen en Filologie Technische Wet., Technologie Geesteswetenschappen Landbouwwetenschappen Rechtsgeleerdheid Natuurwetenschappen Sociale Wetenschappen Medische Wetenschappen Architectuur, Stedebouw, RO Kunst en Vormgeving Onderwijs, Lerarenopleiding Aardrijkskunde, Geologie Grafiek 7 Bron verslagen Ten slotte hebben we het motief een andere leeromgeving gerelateerd aan de studiegebieden. Hieruit blijkt dat bijna 70% van de studenten Aardrijkskunde en Geologie om die reden voor een Erasmuservaring kiezen. Het gaat hier echter slechts om een kleine groep (12 studenten) en daarom niet echt relevant. Bijna 59% van de studenten uit de lerarenopleiding en van Kunst en vormgeving kiest omwille van deze reden voor een Erasmuservaring. Toch is het verwonderlijk dat dit motief niet meer meespeelt voor de lerarenopleiding. Voor studenten Talen en Filologie (30%), Bedrijfskunde (29%), Communicatie en Informatiewetenschappen (28%) en Wiskunde, Informatica (25%) speelt dit motief bijna niet mee Evolutie motieven mobiliteit Zoals blijkt uit de onderstaande cijfers blijken de motieven om aan Erasmus deel te nemen slechts weinig te evolueren. Zo zijn er in iets minder studenten die mobiel zijn om een taal te leren (61,7% tegenover 64,8%) en om te studeren in een andere culturele omgeving (62,2% tegenover 64,4%). Anderzijds zijn er iets meer studenten die menen dat een Erasmusmobiliteit een meerwaarde betekent op de Europese arbeidsmarkt (33,4% tegenover 30,7%). Toch zijn deze verschillen niet significant. Bij de andere motieven is er slechts 1% of minder verschil. Het feit dat een andere taal en een andere culturele omgeving zo een belangrijke rol spelen, is volkomen in overeenstemming met het rapport over de Implementatie en Impact van het Socrates II Programma in Vlaanderen 7. Daar gaven studenten als eerste motief voor hun vertrek aan dat ze een stukje van de wereld wilden zien faam buitenlandse instelling 5,6 6,3 6,1 7 vlaanderen.be/_uploads/dbsattachedfiles/implementatie impact Socrates II Vlaanderen.pdf Van den Berghe, W., Kirsch, M., Beernaert, Y. Implementatie en Impact van het Socrates II Programma in Vlaanderen. Brussel, Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming,
21 aanzet van vrienden of omgeving 6,1 5,7 6,6 aanbod opleidingsonderdelen 10,0 9,6 9,8 vroegere internationale ervaring 10,9 11,0 11,7 meerwaarde op Europese arbeidsmarkt 30,7 33,3 33,4 andere leeromgeving 40,7 43,4 40,2 kans zelfstandigheid vergroten 57,3 56,1 57,9 leren van een andere taal 64,8 62,0 61,7 andere culturele omgeving 64,4 63,7 62,2 20
22 1.2. Invloed Invloed Wie speelde een rol bij het nemen van de beslissing? In rangorde AC van % Bed. Je ouders en kennissen Je medestudenten Je internationale coördinator X Je docent (en) X Dat ouders, kennissen en vrienden aansporen om de sprong te wagen is maar meer dan normaal. Maar het valt op dat in 0708 slechts elf procent van de docenten de beslissing beïnvloedt. De internationale coördinator scoort ook al niet veel beter! Jammer voor al de inspanningen die geleverd worden om goede partners te vinden! Hoe kunnen die scores verbeteren? Het is duidelijk dat het belangrijk is dat de Internationale coördinator maar ook en vooral de docenten een positievere rol kunnen spelen bij de motivering van de studenten. Studenten die zich gesteund voelen door hun docenten zullen ook minder twijfelen om deel te nemen aan de mobiliteit. Wie speelde een rol bij het nemen van de beslissing? Je ouders en kennissen 67.9% Je medestudenten 38.0% Je internationale coördinator 12.4% Je docent (en) 11.4% Grafiek 8 Bron verslagen Evolutie beïnvloeding internationale coördinator 9,6 10,4 12,4 docent(en) 12,4 11,5 11,4 medestudenten 36,3 37,0 38,0 ouders en kennissen 66,2 64,8 67,9 21
23 In het academiejaar scoorde de internationale coördinator het laagst. De invloed van ouders en kennissen is iets groter in 0708 (68% tegenover 66%). Zij zijn blijkbaar de determinerende factor. Het feit dat het de ouders zijn die de meerkost van de mobiliteit betalen (zie later) zal hier zeker niet vreemd aan zijn Keuze van het gastland Determinerende aspecten in In rangorde AC van % Ref. De taal X De cultuur Het imago van het gastland De voorbeeldrol (in sector of studiegebied) De levensduurte x Uit deze grafiek blijkt duidelijk dat de eerste reden voor het kiezen van het gastland de taal is. Dit lijkt enigszins bedenkelijk! Onze Vlaamse Erasmusbevolking bestaat toch niet uit 76% linguïsten of tolken of bedrijfsmanagement studenten, waarvan het curriculum voor een groot deel uit talen bestaat? Toch dienen we er op te wijzen dat de keuze van het gastland omwille van de taal vooral van doorslaggevend belang is voor Frankrijk (97,6%), Spanje (92%), Duitsland (90,6%), het Verenigd Koninkrijk (88,8%), Italië (82,4%) en Ierland (79,4%). Voor de andere bestemmingen is taal een veel minder doorslaggevende factor. Omwille van het feit dat de grootste groepen studenten naar deze bestemmingen trekken speelt de factor taal enorm mee in de globale cijfers. Keuze gastland in % 80,0 taal; 76,4 70,0 60,0 cultuur; 63,3 50,0 40,0 30,0 20,0 10,0 levensduurte ; 4,0 imago van gastland; 35,3 voorbeeldrol (in studiegebied); 17,3 0,0 Grafiek 9 Bron verslagen Evenzeer bedenkelijk is dat studenten zich weinig of niet bekommeren om de levensduurte in een land. Ware het niet aangewezen van hier wat socio economische basisinformatie door te spelen aan de vertrekkende studenten? 22
24 Determinerende factoren keuze gastland per studiegebied Determinerende factor: taal Keuze gastland: taal % Talen en Filologie Aardrijkskunde, Geologie Rechtsgeleerdheid Natuurwetenschappen Bedrijfskunde, Beheer Geesteswetenschappen Communicatie en Informatiewet. Sociale Wetenschappen Landbouwwetenschappen Onderwijs, Lerarenopleiding Medische Wetenschappen Kunst en Vormgeving Architectuur, Stedebouw, RO Technische Wet., Technologie Wiskunde, Informatica Grafiek 10 Bron verslagen Zoals te verwachten, is vooral bij de studenten Talen en Filologie de meest determinerende factor de taal van het gastland. Niet minder dan 97% van deze studenten stelt dat de taal determinerend was bij de keuze van het gastland. Meer verwonderlijk is dat dit ook wordt gezegd door 92% van de studenten Aardrijkskunde en Geologie. Het gaat hier echter om een zeer kleine groep (12 studenten). Ook 91% van de studenten Rechtsgeleerdheid stellen dat taal determinerend was. Dit kan waarschijnlijk worden verklaard door het feit dat meer en meer Vlaamse juristen in een internationale context werken. Ook het feit dat de kennis van de Franse taal hun meer mogelijkheden geeft, heeft hier waarschijnlijk mee te maken. Meer dan 80% van de studenten Natuurkunde, Bedrijfskunde en Beheerswetenschappen, Geesteswetenschappen en Communicatie en Informatiewetenschappen zeggen dat taal een determinerende factor is geweest. De factor taal speelt het minst bij de studenten Wiskunde waar slechts de helft stelt dat dit een determinerende factor was Determinerende factor: cultuur Zoals blijkt uit de onderstaande grafiek zegden meer dan drie vierden van de studenten Communicatieen Informatiewetenschappen, Geesteswetenschappen, Talen en Filologie en Aardrijkskunde en Geologie dat de cultuur van het gastland een determinerende factor was. De studenten Medische wetenschappen (52%) en Bedrijfskunde (55%) vinden de cultuur van het gastland het minst belangrijk. 23
25 Keuze gastland: Cultuur % Communicatie Informatiewet. Geesteswetenschappen Talen en Filologie Aardrijkskunde, Geologie Onderwijs, Lerarenopleiding Architectuur, Stedebouw, RO Landbouwwetenschappen Wiskunde, Informatica Kunst en Vormgeving Rechtsgeleerdheid Sociale Wetenschappen Natuurwetenschappen Technische Wet., Technologie Bedrijfskunde, Beheer Medische Wetenschappen Grafiek 11 Bron verslagen Determinerende factor: levensduurte De levensduurte is voor de meeste studenten de minst determinerende factor. Behalve voor de studiegebieden Natuurkunde (10%), Technische wetenschappen en Technologie (8%) en Wiskunde en Informatica (6%) vinden minder dan 5% van de studenten de levensduurte van een land belangrijk bij hun keuze. Geen enkele student Aardrijkskunde en Geologie vindt dit belangrijk en slechts 1% van de studenten Talen en Filologie vinden de levensduurte belangrijk Determinerende factor: imago gastland Imago gastland % Wiskunde, Informatica Aardrijkskunde, Geologie Kunst en Vormgeving Medische Wetenschappen Bedrijfskunde, Beheer Technische Wet., Technologie Communicatie, Informatiewet. Onderwijs, Lerarenopleiding Natuurwetenschappen Sociale Wetenschappen Rechtsgeleerdheid Architectuur, Stedebouw, RO Landbouwwetenschappen Geesteswetenschappen Talen en Filologie Grafiek 12 Bron verslagen Wat het imago van het gastland betreft krijgen we voor een stuk een omgekeerd beeld van de determinerende factor taal. Waar taal het minst meespeelde bij de keuze van de studenten wiskunde 24
26 speelt het imago van het gastland het meest mee bij diezelfde studenten. Omgekeerd speelt het imago van het gastland het minst mee bij de studenten Talen en Filologie en Geesteswetenschappen Determinerende factor: de voorbeeldrol in de sector of het studiegebied voorbeeldrol % Kunst en Vormgeving Architectuur, Stedebouw; RO Medische Wetenschappen Sociale Wetenschappen Wiskunde, Informatica Technische Wet., Technologie Geesteswetenschappen Rechtsgeleerdheid Onderwijs, Lerarenopleiding Landbouwwetenschappen Bedrijfskunde, Beheer Aardrijkskunde, Geologie Talen en Filologie Communicatie, Informatiewet. Natuurwetenschappen Grafiek 13 Bron verslagen Hier vinden we de meest opvallende verschillen. Vooral de studenten Kunst en Vormgeving (37%) en de studenten Architectuur, Stedebouw en ruimtelijke ordening (33%) hechten belang aan de voorbeeldrol van het gastland in hun studiegebied of sector. Maar ook 30% van de studenten Medische wetenschappen vinden de voorbeeldrol van het gastland in hun sector belangrijk. Voor minder dan 10% van de studenten Natuurwetenschappen (5%), Communicatie en Informatiewetenschappen (6%), Talen en Filologie (7%), Aardrijkskunde en Geologie (8%) en Bedrijfskunde en Beheerswetenschappen (9%) is dit een determinerende factor bij de keuze van het gastland. Misschien kunnen deze verschillen worden verklaard door het feit dat sommige landen zich op het gebied van kunst en architectuur duidelijk profileren binnen Europa en dat de aanpak van het onderwijs van Medische wetenschappen blijkbaar verschillend is in Europa. Dit is veel minder het geval voor Communicatie en Informatiewetenschappen en Bedrijfskunde en Beheerswetenschappen waar we meer van een globale aanpak kunnen spreken Determinerende factoren keuze gastland: evolutie Ook hier zien we sinds weinig evolutie. Wat de keuze van het gastland betreft, kiezen in iets meer studenten voor het gastland omwille van het imago (35,3% tegenover 33,3%) en de voorbeeldrol op het studiegebied (17,3% tegenover 15% maar toch blijven de taal en de cultuur de determinerende factoren (76,4 % en 63,3% voor en 77,5% en 62,5% voor ). 25
27 de levensduurte 4,2 5,1 4,0 de voorbeeldrol (in sector of studiegebied) 16,7 15,0 17,3 het imago van het gastland 35,3 33,3 35,3 de cultuur 63,7 62,5 63,3 de taal 75,3 77,5 76, Keuze van de gastinstelling Keuze van de gastinstelling in Determinerende aspecten bij de keuze van de gastinstelling AC van % Ref. In rangorde De ervaringen van Erasmusstudenten die reeds aan de gastinstelling X verbleven Geen andere bestemming beschikbaar X Aanraden eigen docenten Aanbod extra elementen in buitenlands studieprogramma De internationale bekendheid Inpassen bij thesis, eindwerk, stage De reputatie en internationale uitstraling van docenten Uniek studiemateriaal en/of onderzoeksfaciliteiten Het is zeer verheugend vast te stellen dat de oud Eramusstudenten kunnen enthousiasmeren. Het is daarbij niet onbelangrijk dat ze niet enkel academische info doorspelen! Verontrustend is wel dat er toch nog bijna één vierde van de studenten menen dat hun keuze beperkt werd door het aanbod. Determinerende aspecten bij de keuze van de gastinstelling De ervaringen van Erasmusstudenten die reeds aan de gastinstelling verbleven 46.6% Geen andere bestemming beschikbaar 22.5% Aanraden eigen docenten 21.8% Aanbod extra-elementen in buitenlands studieprogramma 20.2% De internationale bekendheid 19.1% Inpassen bij thesis, eindwerk, stage 17.4% De reputatie en internationale uitstraling van docenten 9.4% Uniek studiemateriaal en/of onderzoeksfaciliteiten 5.1% Grafiek 14 Bron verslagen Het zou interessant zijn om dit uit te spitten. Misschien komt er nog wel ooit een dag dat onze studenten zich even vrij, tijdelijk voor hun Erasmusperiode, kunnen inschrijven aan een buitenlandse universiteit/hogeschool, zoals ze het hier te lande doen? 26
28 Keuze van de gastinstelling per studiegebied Internationale bekendheid van de instelling en uitstraling van de docenten Internationale bekendheid en uitstraling docenten % Int bekend Uitstraling docenten Grafiek 15 Bron verslagen Wij nemen deze twee aspecten samen omdat ze enigszins gerelateerd zijn. Toch is het duidelijk dat de internationale bekendheid van de instelling meer meespeelt dan de internationale uitstraling van de docenten. Een vrij groot aantal studenten Rechtsgeleerdheid gaven als motief om een bepaalde instelling te kiezen de internationale bekendheid van de instelling (36%) en de internationale uitstraling van de docenten (19%). De internationale bekendheid van de instelling is ook bij 31% van de studenten Kunst en Vormgeving een motief om een bepaalde instelling te kiezen. De internationale bekendheid van de instelling was bij ongeveer één op vijf studenten van de studiegebieden geesteswetenschappen (23%), Talen en Filologie (23%), Wiskunde, Informatica (22%), Sociale wetenschappen (21%), Bedrijfskunde en Beheerswetenschappen (21%); Natuurwetenschappen (20%) en Landbouwwetenschappen (19%) een motief om voor een bepaalde gastinstelling te kiezen. Voor de studenten van de lerarenopleiding (7%) en voor de studenten Aardrijkskunde en Geologie speelt (8%) dit motief nauwelijks mee. Wat de internationale uitstraling van de docenten betreft zijn er naast Rechtsgeleerdheid slechts vier studiegebieden waar meer dan één op tien studenten de internationale uitstraling van de docenten opgaf als een motief om voor deze gastinstelling te kiezen: Geesteswetenschappen (15%), Kunst en Vormgeving (13%), Sociale wetenschappen (11%), Architectuur en Stedebouw (11%) en Communicatieen Informatiewetenschappen (10%). 27
29 Aanbod van elementen in het buitenlands studieprogramma Een aantal studenten hebben voor een bepaalde gastinstelling gekozen omdat er daar elementen in het studieprogramma aan bod komen die zij niet kunnen volgen aan de eigen instelling. We merken hier enorme verschillen. curriculum % Geesteswetenschappen Aardrijkskunde, Geologie Kunst en Vormgeving Architectuur, Stedebouw; RO Landbouwwetenschappen Sociale Wetenschappen Technische Wet., Technologie Natuurwetenschappen Talen en Filologie Communicatie Informatiewet. Rechtsgeleerdheid Onderwijs, Lerarenopleiding Wiskunde, Informatica Bedrijfskunde, Beheer Medische Wetenschappen Grafiek 16 Bron verslagen Een kleine 60% van de studenten geesteswetenschappen heeft daarom voor een bepaalde instelling gekozen. Dit is ook het geval bij 58% van de studenten Aardrijkskunde en Geologie, bij iets meer dan de helft van de studenten Kunst en Vormgeving en bij 38% van de studenten Architectuur en Ruimtelijke ordening. Aan de andere kant van het spectrum zijn er de studenten Medische wetenschappen, Bedrijfskunde en Beheerswetenschappen en Wiskunde, Informatica waar respectievelijk slechts 9%, 11% en 14% van de respondenten voor een bepaalde instelling kozen. Waarschijnlijk duidt dit er op dat het curriculum in deze studiegebieden over heel Europa vrij gelijklopend is Instelling past in het kader van studieopdracht Aan de studenten werd ook gevraagd of de instelling paste in het kader van hun studieopdracht (thesis, stage, onderzoek). Ook hier stellen we zeer grote verschillen vast. In feite geldt dit argument vooral voor de studenten Wiskunde en Informatica (42%), Aardrijkskunde en Geologie (33%), Technische wetenschappen en Technologie (28%) en Medische wetenschappen (26%). Dit argument speelt slechts bij een kleine 10% van de studenten Rechtsgeleerdheid en Architectuur, Stedenbouw en Ruimtelijke ordening. 28
30 Past in kader studieopdracht % Wiskunde, Informatica Aardrijkskunde, Geologie Technische Wet.Technologie Medische Wetenschappen Onderwijs, Lerarenopleiding Natuurwetenschappen Communicatie, Informatiewet. Geesteswetenschappen Sociale Wetenschappen Kunst en Vormgeving Landbouwwetenschappen Talen en Filologie Bedrijfskunde, Beheer Architectuur, Stedebouw, RO Rechtsgeleerdheid ,9 9, ,0 5,0 10,0 15,0 20,0 25,0 30,0 35,0 40,0 45,0 Grafiek 17 Bron verslagen Aanbod uniek studiemateriaal De studenten dienden ook te antwoorden op de vraag of ze over uniek studiemateriaal konden beschikken in de gastinstelling. In de meeste gevallen gaat het hier om zeer lage percentages. Alleen bij de studenten Architectuur, Stedebouw en Ruimtelijke ordening (14%), Kunst en Vormgeving (12%), Wiskunde, Informatica (11%) en Technische wetenschappen en Technologie (10%) stellen meer dan één op tien dat ze konden beschikken over uniek studiemateriaal. Uniek studiemateriaal % Architectuur, Stedebouw, RO Kunst en Vormgeving Wiskunde, Informatica Technische Wet., Technologie Aardrijkskunde, Geologie Communicatie, Informatiewet. Geesteswetenschappen Natuurwetenschappen Sociale Wetenschappen Rechtsgeleerdheid Talen en Filologie Medische Wetenschappen Onderwijs, Lerarenopleiding Bedrijfskunde, Beheer Landbouwwetenschappen Grafiek 18 Bron verslagen
Het gebruik van de inhoud van deze publicatie is toegestaan voor niet-commerciële doeleinden op voorwaarde dat de bron vermeld wordt.
COLOFON Copyright EPOS vzw Verantwoordelijke uitgever Carl Callewaert EPOS Koning Albert II-laan 15 B-1210 Brussel www.epos-vlaanderen.be info@epos-vlaanderen.be December 2013 Depotnummer: D/2013/3241/336
Nadere informatieEuropese feestdagen 2019
Januari - Februari - Maart Bestemming Januari Februari Maart Nederland (NL) 01-01 Bestemming Januari Februari Maart België (BE) 01-01 Bosnie en Herzegovina (BA) 01-01 02-01 01-03 Bulgarije (BG) 01-01 01-02
Nadere informatieEuropese feestdagen 2018
Januari - Februari - Maart Bestemming Januari Februari Maart Nederland (NL) 01-01 Bestemming Januari Februari Maart België (BE) 01-01 Bosnie en Herzegovina (BA) 01-01 02-01 01-03 Bulgarije (BG) 01-01 03-03
Nadere informatieEuropese feestdagen 2017
Januari - Februari - Maart Bestemming Januari Februari Maart Nederland (NL) 01-01 Bestemming Januari Februari Maart België (BE) 01-01 Bosnie en Herzegovina (BA) 01-03 Bulgarije (BG) 01-01 03-03 Denemarken
Nadere informatieVraag nr. 788 van 20 augustus 2013 van JOS DE MEYER
VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 788 van 20 augustus 2013 van JOS DE MEYER Erasmusprogramma Evaluatie Het Erasmusprogramma
Nadere informatieDierengezondheidszorg Vlaanderen vzw
Handleiding registratie losbeweging bij invoer of laadbeweging bij uitvoer pluimvee en konijnen Het is de pluimvee- of konijnenhouder van het beslag van aankomst, respectievelijk vertrek, die verantwoordelijk
Nadere informatieDierengezondheidszorg Vlaanderen vzw
Handleiding registratie losbeweging bij invoer of laadbeweging bij uitvoer pluimvee en konijnen Het is de pluimvee- of konijnenhouder van het beslag van aankomst, respectievelijk vertrek, die verantwoordelijk
Nadere informatieUITWISSELING IN EUROPA
UITWISSELING IN EUROPA ERASMUS Algemene introductie tot Erasmus Hoe moet je je voorbereiden wat kun je verwachten van deze sessie? Geen individuele bespreking van alle mogelijke bestemmingen in alle faculteiten
Nadere informatieBetalingsachterstand bij handelstransacties
Betalingsachterstand bij handelstransacties 13/05/2008-20/06/2008 408 antwoorden 0. Uw gegevens Land DE - Duitsland 48 (11,8%) PL - Polen 44 (10,8%) NL - Nederland 33 (8,1%) UK - Verenigd Koninkrijk 29
Nadere informatieRaadpleging van betrokken partijen bij het ontwikkelen van beleid voor kleine ondernemingen op nationaal en regionaal niveau
Raadpleging van betrokken partijen bij het ontwikkelen van beleid voor kleine ondernemingen op nationaal en regionaal niveau 01.06.2004-30.09.2004 Deel I Achtergrondinformatie Land AT - Oostenrijk 1 (1.4)
Nadere informatieUITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE
13.12.2013 Publicatieblad van de Europese Unie L 334/37 UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 11 december 2013 tot wijziging van Besluit 2012/226/EU betreffende de tweede reeks gemeenschappelijke veiligheidsdoelen
Nadere informatieHandelsmerken 0 - DEELNAME
Handelsmerken 29/10/2008-31/12/2008 391 antwoorden 0 - DEELNAME Land DE - Duitsland 72 (18.4%) PL - Polen 48 (12.3%) NL - Nederland 31 (7.9%) UK - Verenigd Koninkrijk 23 (5.9%) DA - Denemarken 22 (5.6%)
Nadere informatieDE EUROPESE VISSERIJ IN CIJFERS
DE EUROPESE VISSERIJ IN CIJFERS De tabellen hieronder tonen basisstatistieken met betrekking tot verschillende gebieden van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB), namelijk: de vissersvloten van de
Nadere informatieDESKRESEARCH EUROPESE VERKIEZINGEN 2009 Onthouding en stemgedrag bij de Europese verkiezingen van 2009
Directoraat-generaal voorlichting Afdeling Analyse van de publieke opinie Brussel, 13 november 2012 DESKRESEARCH EUROPESE VERKIEZINGEN 2009 Onthouding en stemgedrag bij de Europese verkiezingen van 2009
Nadere informatieonderwerp Procedure Erasmus+ 2014-2020
Procedure Erasmus+ 2014-2020 ons kenmerk Erasmus+ Beurzenprogramma telefoon (088) 525 80 01 onderwerp Procedure Erasmus+ 2014-2020 contactpersoon Klaartje Gosens e-mail internationaloffice@avans.nl van
Nadere informatieErasmus beurzen Richtlijnen PXL
Erasmus beurzen 2019-2020 Richtlijnen PXL Raadpleeg ook de informatiefiches Erasmus Study en Erasmus Placement. 1. Programmalanden De onderstaande landen, samen met de daarbij horende overzeese gebieden
Nadere informatiede heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie
Raad van de Europese Unie Brussel, 12 mei 2017 (OR. en) 9046/17 ADD 1 EF 97 ECOFIN 351 AGRIFIN 50 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 8 mei 2017 aan: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal
Nadere informatieErasmus + 2015 2016. Mobiliteitsproject van de EU 2014 2020 en andere exchange mogelijkheden. 10-12-2014 pag. 1
Erasmus + 2015 2016 Mobiliteitsproject van de EU 2014 2020 en andere exchange mogelijkheden 10-12-2014 pag. 1 Erasmus+ 2015-2016 Erasmus + beleid door IRMO administratie door SAC 10-12-2014 pag. 2 Erasmus
Nadere informatieHOE BETAALT U? HOE ZOU U WILLEN BETALEN?
HOE BETAALT U? HOE ZOU U WILLEN BETALEN? 2/09/2008-22/10/2008 Er zijn 329 antwoorden op 329 die voldoen aan uw criteria DEELNAME Land DE - Duitsland 55 (16.7%) PL - Polen 41 (12.5%) DK - Denemarken 20
Nadere informatieEDITIE De infranationale overheid in de EU : sleutelcijfers
EDITIE 2007 [ ] De infranationale overheid in de EU : sleutelcijfers OK 2 Final DOS FICHES.qxd 19/12/07 17:34 Page 1 Territoriale besturen % 8 25 0,0 0,04 1 ste niveau 2 de niveau 3 de niveau Federale
Nadere informatieBijlage B4. Eerste treden op de arbeidsmarkt. Freek Bucx
Bijlage B4 Eerste treden op de arbeidsmarkt Freek Bucx Inhoud Tabel B4.1... 3 Tabel B4.2... 4 Tabel B4.3... 5 Tabel B4.4... 6 Tabel B4.5... 7 Tabel B4.6... 8 Bijlage B4 Eerste treden op de arbeidsmarkt
Nadere informatieProcedure Erasmus+ 2015-2016
Procedure Erasmus+ 2015-2016 ons kenmerk Erasmus+ beurzenprogramma contactpersoon Klaartje Gosens datum september 2015 telefoon + 3 1 88 525 80 01 onderwerp Procedure Erasmus+ 2015-2016 e-mail internationaloffice@avans.nl
Nadere informatieArbeidsmarkt allochtonen
Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Kim Nevelsteen Arbeidsmarkt allochtonen Samenvatting 1.176 werkzoekende allochtone Kempenaren (2012) vaak man meestal
Nadere informatieBIJLAGE I LIJST MET NAMEN, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN HET GENEESMIDDEL, TOEDIENINGSWEG, AANVRAGERS IN DE LIDSTATEN
BIJLAGE I LIJST MET NAMEN, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN HET GENEESMIDDEL, TOEDIENINGSWEG, AANVRAGERS IN DE LIDSTATEN 1 AT - Oostenrijk Flutiform 50 Mikrogramm/5 Mikrogramm pro Sprühstoß Druckgasinhalation
Nadere informatieEUROPESE VERKIEZINGEN Standaard Eurobarometer (EB 69) Voorjaar 2008 Eerste grove resultaten: Europees gemiddelde en grote nationale tendensen
Algemene directie Communicatie UNIT FOLLOW-UP PUBLIEKE OPINIE 15/09/2008 EUROPESE VERKIEZINGEN 2009 Standaard Eurobarometer (EB 69) Voorjaar 2008 Eerste grove resultaten: Europees gemiddelde en grote nationale
Nadere informatieEB71.3 Europese verkiezingen Postelectoraal onderzoek Eerste resultaten: Aandachtpunt: verdeling mannen/vrouwen
Directoraat-generaal Communicatie Directoraat C Betrekkingen met de burgers EENHEID MONITORING PUBLIEKE OPINIE 27/10/2009 EB71.3 Europese verkiezingen 2009 Postelectoraal onderzoek Eerste resultaten: Aandachtpunt:
Nadere informatieCode Geboorteland Straatnaam
Uitwisseling van informatie op grond van artikel 10, eerste lid van de Landsverordening spaarvermogensheffing Info Beneficial owner (1) Data Beneficial owner (2) Naamgegevens(3) Geboortegegevens (4) Adresgegevens
Nadere informatieBijlage B4. Werken aan de start. Freek Bucx
Bijlage B4 Werken aan de start Freek Bucx Inhoud Tabel B4.1... 3 Tabel B4.2... 5 Tabel B4.3... 6 Tabel B4.4... 7 Tabel B4.5... 8 Tabel B4.6... 9 Tabel B4.7... 10 Tabel B4.8... 11 Tabel B4.9... 12 Tabel
Nadere informatie13/10/2014. Erasmus + Waarom exchange?
Erasmus + 2015 2016 Erasmus+ 2015-2016 Erasmus + beleid door IRMO Mobiliteitsproject van de EU 2014 2020 en andere exchange mogelijkheden administratie door SAC 13-10-2014 pag. 1 13-10-2014 pag. 2 Waarom
Nadere informatieProcedure Erasmus+ 2014-2016
Procedure Erasmus+ 2014-2016 ons kenmerk Erasmus+ Beurzenprogramma contactpersoon Klaartje Gosens datum Maart 2015 telefoon (088) 525 80 01 onderwerp Procedure Erasmus+ 2014-2016 e-mail internationaloffice@avans.nl
Nadere informatieOriënteringssessie Op Erasmus gaan: een vlag met vele ladingen. International Days 2015
Oriënteringssessie Op Erasmus gaan: een vlag met vele ladingen International Days 2015 Op Erasmus gaan: wereldwijde mogelijkheden Binnen Europa: 32 landen: 28 EU landen, Turkije, IJsland, Noorwegen, FYROM
Nadere informatieBESLUIT VAN DE COMMISSIE
27.4.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 115/27 BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 23 april 2012 betreffende de tweede reeks gemeenschappelijke veiligheidsdoelen voor het spoorwegsysteem (Kennisgeving
Nadere informatieAanmelding bij buitenlandse universiteit & beursaanvraag. Patrick Beckers International Office Social Sciences
Aanmelding bij buitenlandse universiteit & beursaanvraag Patrick Beckers International Office Social Sciences AANMELDPROCES 1. Nominatie 2. Aanmelden bij universiteit 3. Beurs NOMINATIE + AANMELDING 1.
Nadere informatieBESLUIT VAN DE COMMISSIE
22.7.2010 Publicatieblad van de Europese Unie L 189/19 BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 19 juli 2010 inzake gemeenschappelijke veiligheidsdoelen, zoals vermeld in artikel 7 van Richtlijn 2004/49/EG van het
Nadere informatieGrensoverschrijdende aftrek van fiscale verliezen
Grensoverschrijdende aftrek van fiscale verliezen 20.01.2006-20.02.2006 220 antwoorden. Geef aan op welk gebied uw hoofdactiviteit ligt D - Industrie 58 26,4% G - Groothandel en kleinhandel; reparatie
Nadere informatieI. VERZOEK OM INFORMATIE betreffende de transnationale terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten
FORMULIER VOOR (FACULTATIEF) GEBRUIK DOOR DE OVERHEIDSINSTANTIE DIE OM INFORMATIE VERZOEKT I. VERZOEK OM INFORMATIE betreffende de transnationale terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het
Nadere informatieDit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen
2012D0226 NL 13.12.2013 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 23 april 2012 betreffende
Nadere informatieVolume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg
Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan direct aan. Volume: 0-49 zendingen
Nadere informatieGoing abroad: Info session for BLT students 2014-2015
Going abroad: Info session for BLT students 2014-2015 International Week March 9-13 Info about Mobility Study Training Projects Student Conferences kood International Activity 2 Buitenlandse mobiliteit
Nadere informatiePan-Europese opiniepeiling over beroepsveiligheid en - gezondheid
Pan-Europese opiniepeiling over beroepsveiligheid en - gezondheid Representatieve resultaten in de 2 lidstaten van de Europese Unie Pakket bevat de resultaten van de EU2 én van België Ontwerp Opiniepeiling
Nadere informatieANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.9.2018 COM(2018) 651 final ANNEX BIJLAGE bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de werking van Richtlijn 2011/24/EU betreffende de toepassing
Nadere informatieNotatie Toelichting Opmerkingen L 8 cijfers en 1 letter Het eerste cijfer is altijd een 0 (nul) voor personen.
FISCALE IDENTIFICATIENUMMERS (FIN's) FIN's per thema: Structuur 1. AT - Oostenrijk 99-999/9999 9 cijfers Het liggend streepje en de schuine streep zijn niet in alle gevallen verplicht (met het oog op de
Nadere informatie2 Leveringen van goederen naar
2 Leveringen van goederen naar landen binnen de EU 2.1 Levering van goederen binnen de EU aan een buitenlandse ondernemer 2.1.1 intracommunautaire leveringen Hoofdregel bij grensoverschrijdende leveringen
Nadere informatieDiagnose van de Vlaamse arbeidsmarkt. Luc Sels
Diagnose van de Vlaamse arbeidsmarkt Luc Sels Luc.Sels@econ.kuleuven.be WSE Conferentie 2008 17 december 2008 1. De evolutie vervat in conjunctuurindicatoren 2. (Prognose van de) werkzaamheid 3. Evolutie
Nadere informatieGezondheid: uw Europese ziekteverzekeringskaart altijd mee op vakantie?
MEMO/11/406 Brussel, 16 juni 2011 Gezondheid: uw Europese ziekteverzekeringskaart altijd mee op vakantie? Vakantie verwacht het onverwachte. Gaat u binnenkort op reis in de EU of naar IJsland, Liechtenstein,
Nadere informatieStages in Europa. Erasmus+ Traineeship voor afgestudeerden
Stages in Europa Erasmus+ Traineeship voor afgestudeerden Inhoud presentatie Waarom op internationale stage gaan? Beurzen? Stageplatform voor Vlaanderen: Reconfirm Erasmus+ programma - Doelgroep / voorwaarden
Nadere informatieTarieven Europa: staffel 1
Tarieven Europa: staffel 1 Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan
Nadere informatiePan-Europese. opiniepeiling over beroepsveiligheid en - gezondheid. Representatieve resultaten in de 27 lidstaten van de Europese Unie
Pan-Europese opiniepeiling over beroepsveiligheid en - gezondheid Representatieve resultaten in de 2 lidstaten van de Europese Unie Pakket bevat de resultaten van de EU2 én van Nederland Ontwerp Opiniepeiling
Nadere informatieERASMUS UNIVERSITAIR CONTRACT Aanvraagformulier voor academische jaren 2003/2004-2006/2007
ERASMUS UNIVERSITAIR CONTRACT Aanvraagformulier voor academische jaren 2003/2004-2006/2007 Uiterste datum van indiening: 1 november 2002 Gelieve de volledige en nauwkeurige referentie van uw Institutioneel
Nadere informatie#BeActive Reglement ondersteuning clubs in het kader van Europese uitwisseling
#BeActive Reglement ondersteuning clubs in het kader van Europese uitwisseling Artikel 1: Situering De Europese Week van de Sport is een initiatief van de Europese Commissie om sport en lichaamsbeweging
Nadere informatieENQUÊTE OVER DIVERSITEIT OP HET WERK EN ANTIDISCRIMINAT
ENQUÊTE OVER DIVERSITEIT OP HET WERK EN ANTIDISCRIMINAT 14.06.2005-15.07.2005 803 antwoorden Geef aan op welk gebied uw hoofdactiviteit ligt D - Industrie 225 K - Exploitatie van en handel in onroerend
Nadere informatieSociale bescherming in belgië
Sociale bescherming in belgië data 2O13 Ook dit jaar is de FOD Sociale zekerheid verheugd om u de nieuwe editie van de -brochure voor te stellen. Deze geeft u een overzicht van de bijgewerkte cijfers
Nadere informatieFostPack Importeren verpakkingsfiches via XML
FostPack Importeren verpakkingsfiches via XML 1 Algemeen Dit document beschrijft de manier waarop men door middel van een XML file- verpakkingsfiches kan importeren in FostPack. U vindt het schema en een
Nadere informatie8 maart 2013: Internationale Vrouwendag: Ongelijkheden tussen vrouwen en mannen in de context van de crisis
Directoraat-generaal voorlichting AFDELING ANALYSE VAN DE PUBLIEKE OPINIE Brussel, 26 februari 2013 8 maart 2013: Internationale Vrouwendag: Ongelijkheden tussen vrouwen en mannen in de context van de
Nadere informatieALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010
ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 Meer personen op de arbeidsmarkt in de eerste helft van 2010. - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, 2 de
Nadere informatieDienst Voogdij. Hoe zal deze dienst je helpen?
Dienst Voogdij Hoe zal deze dienst je helpen? Aankomst in België Je bent nog geen 18 en in België aangekomen zonder je vader of moeder. Je zoekt hulp of opvang, of je werd door de politie onderschept.
Nadere informatieSOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O15
SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË DATA 2O15 Ook dit jaar is de FOD Sociale zekerheid verheugd om u de nieuwe editie van de -brochure voor te stellen. Deze geeft u een overzicht van de bijgewerkte cijfers
Nadere informatieEuropese vergelijking systemen van volwasseneneducatie en aanpak laaggeletterdheid
Europese vergelijking systemen van volwasseneneducatie en aanpak laaggeletterdheid Dr. Maurice de Greef Prof. dr. Mien Segers 06-2016 Maastricht University, Educational Research & Development (ERD) School
Nadere informatieDe hervorming van het hoger onderwijs in Vlaanderen.
De hervorming van het hoger onderwijs in Vlaanderen. Associaties, bama-structuur en flexibilisering Frank Baert Jaarlijkse Algemene vergadering van het Wit-Gele Kruis van Vlaanderen 25 juni 2004 Europese
Nadere informatieH O G E R O N D E R W I J S in beeld
2008-2009 H O G E R O N D E R W I J S in beeld S T U D E N T E N HOGESCHOLENONDERWIJS aantal inschrijvingen (bachelor- en masteropleidingen, en basisopleidingen en initiële lerarenopleidingen (afbouw))
Nadere informatieSOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O14
SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË DATA 2O14 Ook dit jaar is de FOD Sociale zekerheid verheugd om u de nieuwe editie van de -brochure voor te stellen. Deze geeft u een overzicht van de bijgewerkte cijfers
Nadere informatie2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17
2.2. EUROPESE UNIE 2.2.1. Droogte remt groei melkaanvoer af Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) 2005 2015 2017 2018 % 18/17 België 3 022 3 988 4 025 4 190 4,1 Denemarken 4 451 5 278 5
Nadere informatieInformatie van: international office Social Sciences (plaatsvervangend) studieadviseur Sociologie
Op naar het buitenland! Informatie van: Patrick Beckers Coco de Jongh Ellen Verbakel international office Social Sciences (plaatsvervangend) studieadviseur Sociologie coördinator internationalisering Sociologie
Nadere informatieOverzicht van de behoeften aan wetenschappelijke en technologische beroepen
Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Overzicht van de behoeften aan wetenschappelijke en technologische beroepen 7 Juli 2010 Stéphane THYS Coördinator Opzet van de presentatie Studenten in wetenschappelijke
Nadere informatieStructurele groei in areaal biologische landbouw in Europa mooie uitdaging voor Nederlandse kweek- en handelsbedrijven
Persbericht Auteur: Bertus Buizer, Buizer Advies Structurele groei in areaal biologische landbouw in Europa mooie uitdaging voor Nederlandse kweek- en handelsbedrijven Veredeling en kweek van granen en
Nadere informatieSOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O16
SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË DATA 2O16 Ook dit jaar is de FOD Sociale zekerheid verheugd om u de nieuwe editie van de -brochure voor te stellen. Deze geeft u een overzicht van de bijgewerkte cijfers
Nadere informatieStages in Europa. Erasmus+
Stages in Europa Erasmus+ Inhoud presentatie Waarom? Financiering? Erasmus+ programma Stageplatform voor Vlaanderen: Reconfirm Hoe vind je een buitenlandse stage? Tips voor een succesvolle stage Sociaal
Nadere informatieHET NIEUWS. 4 Klasse voor leraren
HET NIEUWS Vanaf 1 juli wordt België gedurende zes maanden voorzitter van de Europese Unie (EU) *** Door de invoering van de Eur 4 Klasse voor leraren BEELD VAN DE MAAND [LITOUWEN] Kotelet Kraziai, een
Nadere informatieBASISONDERWIJS Leerlingen. HOGER ONDERWIJS Studenten. A Hoger beroepsonderwijs. B Hogescholen/universiteiten
HOGER ONDERWIJS Studenten A Hoger beroepsonderwijs 1 cursisten HBO5 verpleegkunde (1) 3 inschrijvingen in de specifieke lerarenopleiding (1) 1 inschrijvingen naar finaliteit (1)(2) go vgo ogo Totaal cursisten
Nadere informatieBIJLAGEN. bij het. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad. betreffende het Europees burgerinitiatief
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 13.9.2017 COM(2017) 482 final ANNEXES 1 to 7 BIJLAGEN bij het Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees burgerinitiatief {SWD(2017)
Nadere informatieHoe Europeanen denken over biotechnologie en genetisch gemodificeerd voedsel in 2005
Eens in de drie jaar wordt in de Europese Unie onderzoek verricht naar de publieksopvattingen over biotechnologie. Eind 05 zijn in totaal 25.000 respondenten in de 25 lidstaten van de EU ondervraagd. Hier
Nadere informatieLokaal en regionaal Europa Kerncijfers 2009
Lokaal en regionaal Europa Kerncijfers 2009 Editie 2010 / 2011 Sociaaleconomische gegevens Oppervlakte (km 2 ) Inwoners (duizend) (miljard ) /inw. () 2009/2008 ( in volume) België 30 528 10 790 339,2 31
Nadere informatieHet Erasmus-programma in 2011/2012: de cijfers toegelicht
EUROPESE COMMISSIE MEMO Brussel, 8 juli 2013 Het Erasmus-programma in 2011/2012: de cijfers toegelicht Vandaag heeft de Europese Commissie nieuwe cijfers 1 bekendgemaakt over het aantal studenten, docenten
Nadere informatieStudentenhuisvesting Feiten en trends 2010
Studentenhuisvesting Feiten en trends 2010 Studentenhuisvesting - Feiten en trends 2010-1- Studenten Aantal ingeschreven voltijd studenten in bekostigde HBO- en WO-instellingen in Nederland 2009-2010 2008-2009
Nadere informatieInformatiebrief wetgeving bepaling hoogte collegegelden
Informatiebrief wetgeving bepaling hoogte collegegelden In het Hoger Onderwijs wordt onderscheid gemaakt tussen wettelijk en instellingscollegegeld. Het wettelijk collegegeld wordt door de minister vastgesteld
Nadere informatieINLEIDING. http://ue.eu.int/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/ec/71025.pdf - 1 -
INLEIDING In de Europese Unie wonen 450 miljoen mensen met verschillende etnische, culturele en taalachtergrond. De taalpatronen van de Europese landen zijn ingewikkeld en zowel door historische en geografische
Nadere informatieThema 2 Om ons heen. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landschappen. Klimaten. Samenwerking. de regering. Onder de loep.
Meander Samenvatting groep 7 Thema 2 Om ons heen Samenvatting Landschappen Landschappen in Europa zijn heel verschillend. Nederland is een heel vlak land. Frankrijk is een land met heuvels en bergen. Zweden
Nadere informatieBasis gegevens tender
Geachte heer / mevrouw, Graag maken wij gebruik van de mogelijkheid om u te bedanken voor het verkregen vertrouwen. In dit rapport worden de resultaten weergegeven van de hierboven genoemde tender. Uw
Nadere informatieQ1 In welke hoedanigheid neemt u deel aan deze enquête:
Q1 In welke hoedanigheid neemt u deel aan deze enquête: Answered: 280 Skipped: 0 Leerkracht Schoolhoofd Leerling Ouder Vertegenwoor... Leerkracht Schoolhoofd Leerling Ouder Vertegenwoordiger van een andere
Nadere informatieAnalytische samenvatting
Directoraat-generaal communicatie Directoraat C - Betrekkingen met de burgers AFDELING ANALYSE VAN DE PUBLIEKE OPINIE 24 maart 2009 EUROPEANEN EN DE ECONOMISCHE CRISIS Standard Eurobarometer (EB 71) Bevolking:
Nadere informatieHoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS
Hoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS De tijd die kinderen doorbrengen in en buiten het eigen gezin, o.a. in de kinderopvang, hangt nauw samen met de werksituatie van de ouders. Werk is
Nadere informatieFOD Mobiliteit en Vervoer. Gebruikershandleiding Webclient Preregistratie
FOD Mobiliteit en Vervoer Gebruikershandleiding Webclient Preregistratie Johan Staes 20-3-2019 Webclient Preregistratie Inhoud 1 Inleiding... 2 2 Aanmelden... 2 2.1 Aanmeldscherm... 2 2.2 Toegangsbeheer
Nadere informatieAntwoorden Aardrijkskunde Antwoorden Discovery par. 1
Antwoorden Aardrijkskunde Antwoorden Discovery par. 1 Antwoorden door een scholier 1209 woorden 24 februari 2013 4,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Terra Discovery 1: Noord- Europa IJsland
Nadere informatieTarieven Europa: staffel 1
Tarieven Europa: staffel 1 Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan
Nadere informatieVoor wie verstandig handelt! Gematigde groei
Gematigde groei Trendsamenvatting Naam Definitie Scope Conclusie Invloed: Gematigde groei De ontwikkeling in het afzetpotentieel van de belangrijkste afzetmarkten en potentiële groeimarkten. Focus op Europa,
Nadere informatie11562/08 CS/lg DG H 1 A
RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 22 juli 2008 (OR. en) 11562/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0074 (C S) VISA 239 COMIX 554 WETGEVI GSBESLUITE E A DERE I STRUME TE Betreft: VERORDENING VAN DE RAAD
Nadere informatieHet is dan ook belangrijk dat jongeren bewust kiezen voor STEM-opleidingen.
VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 219 van 14 januari 2013 van ANN BRUSSEEL Geïntegreerde lerarenopleiding Aandacht
Nadere informatieERASMUS DUAAL. Uitgebreide info
ERASMUS DUAAL Buitenlandse stagemogelijkheden voor Duaal Lerenden Uitgebreide info In het voorjaar van 2020 zullen zo n 65 Duaal Lerenden kunnen deelnemen aan een werkstage van 2 weken in het buitenland.
Nadere informatieJeugdwerkloosheid. Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten 11 december 2013. Jan Smets
Jeugdwerkloosheid Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten 11 december 2013 Jan Smets Overzicht van de uiteenzetting 1. Dramatische jongerenwerkloosheidscijfers... 2 Werkloosheidsgraad
Nadere informatieTariefplan: Kruidvat Mobiel voor 1 juli Nationaal
Tariefplan: Kruidvat Mobiel voor 1 juli 2013 Je kan niet meer naar dit tariefplan overstappen. Nationaal Bellen in Nederland Prijs in Euro Duur * Vaste net Kruidvat Mobiel 0,05 Per minuut mobiel van andere
Nadere informatieNaar het buitenland. Liesbeth Oeyen Instellingscoördinator Erasmus April 2014
Naar het buitenland. Liesbeth Oeyen Instellingscoördinator Erasmus April 2014 Voor vertrek Aanmelding bij de gastinstelling (door mevr. Erika Vandersmissen) Registratie bij de gastinstelling (eigen verantwoordelijkheid)
Nadere informatie67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk
ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 28 oktober 67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk Tegen 2020 moet 75% van de Europeanen van 20 tot en met 64 jaar aan het werk zijn.
Nadere informatieAankomsten en overnachtingen
Aankomsten en overnachtingen NB: Ten gevolge van een verandering van het koninklijk besluit van 12 januari 2015, wordt het universum vanaf 2015 beperkt tot de vergunde, aangemelde, erkende of geautoriseerde
Nadere informatieEen pensioenhervorming in het teken van defined ambition? Frank Vandenbroucke Jaarevent Alumni & Friends, Actuariaat Leuven 28 september 2015
Een pensioenhervorming in het teken van defined ambition? Frank Vandenbroucke Jaarevent Alumni & Friends, Actuariaat Leuven 28 september 2015 Documentatie European Commission, The 2015 Ageing Report, European
Nadere informatieTariefplan: Kruidvat Mobiel voor 1 juli Nationaal
Tariefplan: Kruidvat Mobiel voor 1 juli 2013 Je kan gratis naar dit tariefplan overstappen. Nationaal Bellen in Nederland Prijs in Euro Duur * Vaste net Kruidvat Mobiel 0,05 Per minuut mobiel van andere
Nadere informatieDe toekomst van de welvaartsstaat. Frank Vandenbroucke Kortrijk 18 maart 2015
De toekomst van de welvaartsstaat Frank Vandenbroucke Kortrijk 18 maart 2015 De actieve welvaartsstaat herbekeken De duurzaamheid van het succes van de welvaartsstaat Investeren in kinderen Beleidsuitdagingen
Nadere informatieInfosessie LOBW 25/11/2014. Programma infosessie: Erasmus + Waarom exchange?
Erasmus + 2015 2016 Erasmus+ 2015-2016 Infosessie LOBW dinsdag 25 november 2014, 16u Exchange coordinator LOBW: Prof. De Martelaer Sinds 1 september: Internationalisation coordinator faculteit LK Katrijn
Nadere informatieGEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.7.2016 C(2016) 4164 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 7.7.2016 betreffende de herziening van de vergoedingstabellen van dienstreizen voor ambtenaren
Nadere informatieRecepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België
Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Financieel Forum Gent - 26 februari 2015 Jan Smets A. De stand van zaken 1. De (lange)
Nadere informatie