Belang van de aanvrager De aanvragers hebben, conform artikel 41, lid 1 van de Nb-wet 1998, het belang dat zij hebben bij de vergunning gemotiveerd.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Belang van de aanvrager De aanvragers hebben, conform artikel 41, lid 1 van de Nb-wet 1998, het belang dat zij hebben bij de vergunning gemotiveerd."

Transcriptie

1 De aanvraag De aanvraag betreft de garnalenvisserij in de Waddenzee, de Noordzeekustzone, de Voordelta, de Westerschelde, de Oosterschelde en de Vlakte van de Raan. De aanvraag wordt namens diverse GK, GKB- en GV-vergunninghouders ingediend door Het Vergunningenhuis (hierna: de aanvragers). Een specifieke lijst met beoogde vergunninghouders en betrokken vaartuigen is daartoe bij de aanvraag gevoegd. Belang van de aanvrager De aanvragers hebben, conform artikel 41, lid 1 van de Nb-wet 1998, het belang dat zij hebben bij de vergunning gemotiveerd. Beoogde looptijd De vergunning wordt aangevraagd voor de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december Afgerond onderzoek De aangeleverde Passende Beoordeling (hierna: PB) bevat een groot deel van de informatie die ook in de eerdere PB s is opgenomen. Waar nieuwe informatie uit onderzoek voorhanden was, is die nieuwe informatie meegenomen. Die nieuwe informatie ziet met name op de vangstsamenstelling en discards. Wat betreft het aspect bodemberoering is nieuwe informatie uit het ecoplot-onderzoek in de Waddenzee beschikbaar. Vistuigen De aanvraag betreft de visserij met: een traditioneel garnalenvistuig, een bordennet, de Seewing en het experimenteel gebruik van een pulsvistuig (specifiek voor het vaartuig TX25). VIBEG en VisWAD De aanvragers melden dat zij beroep hebben aangetekend tegen het Toegangbeperkend Besluit VIBEG (hierna: TBB VIBEG). Ook melden zij dat er tot op heden nog geen overeenstemming is bereikt binnen het zogeheten VisWad-traject en zij achten het dan ook niet opportuun om op dit moment reeds uit te gaan van de sluiting van gebieden in de Waddenzee. Gelet op het vorenstaande vragen zij vergunning aan voor de garnalenvisserij in de voorgenoemde Natura 2000-gebieden inclusief die delen die op grond van het TBB VIBEG en in het kader van het inmiddels gesloten VisWad-akkoord zijn gesloten. Ik heb in mijn eerste aanvullingsverzoek aan de aanvragers aangeduid dat de door hen aangeleverde PB uitgaat van het niet bevissen van de betreffende 'VIBEG-zones' terwijl zij vergunning aanvragen om juist wèl in o.a. die gebieden te vissen. Ik heb de aanvragers gevraagd de PB daarop aan te passen. Naar de mening van de aanvragers blijkt echter duidelijk uit de PB dat bij de beoordeling van de effecten van de garnalenvisserij is uitgegaan van de situatie zonder de sluiting van gebieden op grond van het VIBEG-akkoord. Uit de PB maken de aanvragers op dat in eerste instantie is geconcludeerd dat geen sprake is van significante effecten en dat de maatregelen in het kader van VIBEG en VisWad deze effecten nog verder kunnen verminderen. In de diverse conclusies binnen de PB wordt gesproken over de huidige garnalenvisserij. Hieruit blijkt volgens de aanvragers dat bij de beoordeling van de effecten is uitgegaan van de huidige garnalenvisserij en geconcludeerd kan worden dat de huidige garnalenvisserij geen significante effecten heeft op de natuurlijke kenmerken. Dit sluit volgens de aanvragers ook aan bij de conclusie in de voor de garnalenvisserij verleende vergunning van 22 april In deze vergunning is de conclusie opgenomen dat de betreffende visserij, gelet op de relevante instandhoudingsdoelstellingen, de natuurlijke kenmerken van de betrokken gebieden niet zal aantasten. Op dat moment was nog geen sprake van het sluiten van gebieden op grond van het VIBEG-akkoord. Pagina 1 van 69

2 Sinds het verlenen van deze vergunning zijn het aantal vissers en de vismethoden niet gewijzigd, aldus de aanvragers. In reactie hierop merk ik op dat het TBB VIBEG een rechtsgeldig en vigerend besluit betreft. Ik ben van mening dat de argumentaties die daaraan ten grondslag liggen valide zijn en zie dan ook geen reden tot aanpassing of het niet of deels van toepassing verklaren van dit TBB VIBEG op de aanvragers. Op dit punt weiger ik de aanvraag. Vismethoden Er wordt door de aanvragers vergunning aangevraagd voor het gebruik van de garnalenkor met klossenpees, de bordentrawl en de Seewing. De vistuigen zijn voorzien van een zeeflap. Indien het gebruik van de zeeflap ernstig wordt bemoeilijkt door de aanwezigheid van algen en wieren is de zogenaamde brievenbus een alternatief. De aanvragers verzoeken mij om in de vergunning op te nemen dat het gebruik van de brievenbus als tijdelijk alternatief op verzoek van een individuele vergunninghouder of een Producentenorganisatie kan worden toegestaan. Ik ben van mening positief op dit verzoek te kunnen reageren. Een hierop gericht voorschrift wordt aan de vergunning verbonden. De aanvragers gaan er voorts vanuit dat de voorgenoemde methoden moeten worden gezien als best beschikbare technieken. Het gebruik van de garnalenpuls wordt niet aangevraagd. De aanvragers maken zich ernstig zorgen over de effecten van deze vismethode op het ecosysteem. In de aangeleverde PB is aangegeven dat het op dit moment onmogelijk is om de gevolgen van het commercieel gebruik van het pulssysteem in de gehele Nederlandse garnalenvisserij te beoordelen. Naar het oordeel van de aanvragers kan deze techniek op dit moment dan ook niet worden gezien als best beschikbare techniek. Bij expliciete navraag van mijn zijde merken de aanvragers echter op dat specifiek het door hen in deze vergunningaanvraag vertegenwoordigde Visserijbedrijf D.A. Blom al enkele jaren betrokken is bij de onderzoeksmatige visserij op garnalen met de inzet van een pulstuig. Onderzoek naar het effect van het pulstuig op het ecosysteem is van groot belang om te kunnen beoordelen of dit systeem op grotere schaal kan worden toegepast, aldus de aanvragers. Visserijbedrijf D.A. Blom heeft aangegeven bij dit onderzoek betrokken te willen blijven. Derhalve vragen de aanvragers voor uitsluitend dit bedrijf vergunning aan voor de garnalenvisserij met behulp van een pulstuig ten behoeve van de voortzetting van het onderzoek. Black box De aanvragers zijn overtuigd van het nut en de noodzaak van het gebruik van een black box. Hiermee kan overtuigend worden aangetoond dat niet gevist wordt ter plaatse van bijvoorbeeld zeegrasvelden, mosselpercelen, litorale mosselbanken en in de gesloten onderzoeksgebieden. Ook kan met de black box het maximaal toegestane motorvermogen van 300 pk en indien van toepassing ook het pulsvermogen worden gecontroleerd. Naar het oordeel van de aanvragers is uit de praktijkproeven gebleken dat het systeem goed werkt en fraudebestendig is. De garnalenvissers zijn graag bereid om nader overleg te voeren om te komen tot een zo spoedig mogelijke invoering van de black-box. Zij gaan er van uit dat invoering nog dit jaar mogelijk moet zijn. In reactie hierop merk ik op dat het van groot belang is tot een deugdelijke en zorgvuldige invoering van dit systeem te komen. De sector zal hierin het voortouw moeten nemen. Verderop in deze overwegingen zal ik hierop nog nader ingaan. Looptijd Gezien de relevantie van de implementatie van de black box voor de wijze van regulering van en het toezicht op de garnalenvisserij in de betrokken Natura 2000-gebieden en de nadrukkelijke wens tot Pagina 2 van 69

3 innovaties in vistechniek en -tuig in relatie tot VIBEG-zone III, ben ik van mening dat (in tegenstelling tot de aangevraagde looptijd) een looptijd tot en met 31 december 2016 passend is om in een opvolgende vergunning goed bovengenoemde aspecten te kunnen incorporeren inclusief de daarop wettelijk voorziene inspraak van belanghebbende partijen middels de Nb-wet vergunningprocedure. Nadere omschrijving De Nederlandse garnalenvloot bedraagt momenteel 215 schepen. Hiervan beschikken 89 vaartuigen over een GK vergunning (plus 2 bordenvissers) en 126 schepen over een GV vergunning. De 89 vaartuigen met een GK vergunning hebben toegang tot de Waddenzee. In het beleid ten aanzien van de garnalenvisserij heeft mijn ministerie vastgelegd dat geen nieuwe vergunningen meer worden uitgegeven. In de aangeleverde PB is er dan ook terecht van uitgegaan dat de omvang van de garnalenvloot in de komende jaren gelijk blijft. De verspreiding van de garnalenvisserij over de relevante Natura 2000-gebieden is weergegeven in onderstaande tabel. De invulling van de tabel is gebaseerd op literatuurgegevens en expert judgement. De schattingen van de visserijdruk op basis van zeedagen moeten vooral in relatieve termen worden bezien, aangezien zij met ruime spreiding zijn omgeven. Gebied Zeedagen GK-vloot Zeedagen GV-vloot Waddenzee Noordzeekustzone Voordelta Oosterschelde 250 Westerschelde Wat betreft de verspreiding wordt er in de PB van uitgegaan dat de verspreiding min of meer hetzelfde zal blijven. In dat kader verbind ik een hierop betrekking voorschrift aan de vergunning. Duitse vissers De aanvragers geven in een door mij gevraagde aanvullende reactie aan dat zij niet verwachten dat sprake zal zijn van een toename van het aantal Duitse vissers of hun visserij-inspanning waarvoor zij tevens vergunning aanvragen. De PB is gericht op de Nederlandse vissers. De Duitse vissers maken echter gebruik van dezelfde vistechnieken als de Nederlandse. De effecten wijken, aldus de aanvragers, dan ook niet af van die van de Nederlandse garnalenvissers. Het aantal Duitse garnalenvissers dat in de Nederlandse wateren vist, is beperkt. Alleen in de Noordzeekustzone buiten de 3 mijlszone wordt door deze Duitse vissers op garnalen gevist. In dit gebied komt het habitattype H1110B en de zwarte zee-eend voor. De aanvragers verwijzen in deze verder naar de betreffende effectanalyse (zoals verderop in de onderhavige overwegingen nader besproken). Aanvragers wijzen er nog op dat, gelet op de aard van de activiteiten aangenomen mag worden dat de geringe effecten van de reeds jaren aanwezige Duitse vissers in de omgeving zijn verdisconteerd en derhalve geen negatief effect zullen hebben op de staat van instandhouding. In de PB zijn de activiteiten van deze vissers dan ook niet in de cumulatietoets opgenomen. Het aantal zeedagen van de Duitse vissers in de Nederlandse Natura 2000-gebieden wordt niet geregistreerd. De aanlanding van garnalen is wel uit administraties te herleiden. In de eerste helft van 2014 zijn door de Duitse vissers waarvoor vergunning wordt aangevraagd, 26 keer garnalen in Nederland aangeland. Op basis hiervan wordt het aantal zeedagen geschat op maximaal 208 per jaar. Hiervan zal slechts een deel betrekking hebben op het Natura 2000-gebied Noordzeekustzone. De Duitse vissers Pagina 3 van 69

4 dienen immers buiten de 3 mijl-zone te blijven. Grote delen van dit Natura 2000-gebied kunnen derhalve niet worden benut. Er wordt dan ook relatief veel buiten de Natura 2000-gebieden gevist. In totaal is in het eerste halfjaar van 2014 door de Duitse vissers kg garnalen aangeland. Dit is slechts ongeveer 0,1% van de jaarlijks door de Nederlandse vloot aangelande hoeveelheid. Dit onderstreept het zeer beperkte aandeel van de activiteiten van de Duitse vissers in de Nederlandse wateren. In dit verband verbind ik een voorschrift in relatie tot de maximering van het aantal vaardagen van het Duitse deel van de aanvragers in het betreffende Natura 2000-gebied. De Duitse vissers hebben geen toegang tot de Waddenzee. De overige Natura 2000-gebieden waarvoor vergunning wordt gevraagd liggen op grote afstand van de Duitse havens. Het aantal zeedagen waarin de Duitse aanvragers in de andere Natura 2000-gebieden vissen is dan ook nihil. Op basis van de nu reeds beschikbare gegevens is naar het oordeel van de aanvragers voldoende aannemelijk dat de visserij-inspanning van de Duitse vissers in de Nederlandse Natura 2000-gebieden zeer gering is en zich beperkt tot een klein deel van Natura 2000-gebied Noordzeekustzone. Ik onderschrijf dit. Weekendverbod In de voor de periode 2009 tot 2013 verleende vergunning is als voorschrift opgenomen dat het verboden is om van vrijdag uur tot de daaropvolgende zondag uur in de Nederlandse wateren buiten de haven te zijn met een vaartuig, dat enig vistuig aan boord heeft geschikt voor het vangen van garnalen. Dit verbod is niet van toepassing indien de visserij als toeristische activiteit wordt uitgeoefend. De garnalenvissers zien mogelijkheden om de nachtelijke rust voor met name vogels en zeehonden te vergroten door dit zogenaamde weekendverbod uit te breiden tot maandagmorgen uur onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat deze regeling geldt voor alle garnalenvissers. In reactie op dit verzoek merk ik op dat het weekendverbod een grondslag heeft vanuit bestandsbeheer en voortvloeit uit de Visserijwet- en regelgeving. Reden waarom dit verbod als voorschrift in de vergunning in het kader van de Nb-wet niet terugkeert. Uiteraard blijft het weekendverbod vigerend vanuit de voorgenoemde Visserijwet- en regelgeving. De betrokken beleidsdirectie binnen mijn ministerie ontvangt een afschrift van de onderhavige besluitvorming en wordt op die wijze op de hoogte gebracht van de suggestie van de aanvragers. WETTELIJK KADER Natura 2000-gebied De Voordelta, de Waddenzee, de Noordzeekustzone, de Oosterschelde en de Westerschelde zijn allen aangewezen als Vogelrichtlijn-gebied. De Waddenzee, de Noordzeekustzone, de Oosterschelde, de Westerschelde zijn allen tevens aangewezen als Habitatrichtlijn-gebied. Beschermd Natuurmonument In deze zijn relevant de beschermde natuurmonumenten Dollard, Boschplaat, Schorren van de Eendracht/Vlakte van Kerken, Waddenzee (I en II), Oosterschelde Buitendijks, Verdronken Land van Saeftinghe en het Markiezaatsmeer-Zuid. In relatie tot het betrokken Natura 2000-gebied zijn in deze relevant de artikelen 19d (lid 1), 19e, 19ia en het artikel 19f (lid 1) van de Nb-wet In relatie tot de betrokken natuurmonumenten zijn relevant de artikelen 60, 10a (lid 1 en lid 3) en artikel 15a van de Nb-wet Pagina 4 van 69

5 De exacte wetteksten zijn te raadplegen op onder wet- en regelgeving. BELEID Nota Ruimte In zijn algemeenheid is het ruimtelijk beleid voor de VHR-, Nb-wet- en EHS- gebieden gericht op het behoud, herstel en de ontwikkeling van de wezenlijke kenmerken en waarden van een gebied. De wezenlijke kenmerken en waarden zijn de actuele en potentiële waarden, gebaseerd op de natuurdoelen voor het gebied. Het gaat daarbij om: de bij het gebied behorende natuurdoelen en - kwaliteit, geomorfologische en aardkundige waarden en processen, de waterhuishouding, de kwaliteit van bodem, water en lucht, rust, stilte, donkerte en openheid, de landschapsstructuur en de belevingswaarde. De bescherming van de wezenlijke kenmerken en waarden vindt plaats door toepassing van een specifiek afwegingskader, het zogenoemde «nee, tenzij»-regime. Ik acht met de toetsing aan de Nb-wet ook voorzien in de voorgenoemde toetsing. Structuurvisie Waddenzee (hierna: de PKB) (voorheen: Derde Nota PKB Waddenzee) Per 1 juli 2008 is de nieuwe Wet Ruimtelijke ordening in werking getreden. Op basis van het overgangsrecht wordt per 1 juli 2008 de PKB gelijkgesteld aan een structuurvisie. Voor de herkenbaarheid zal dit document vooralsnog aangeduid blijven worden als PKB Waddenzee. Voor zover de PKB concrete beleidsbeslissingen bevat, blijven deze bindend voor gemeenten en provincies. De op grond van deze PKB te beschermen en te behouden waarden en kenmerken vloeien direct voort uit de hoofddoelstelling van deze PKB. Deze hoofddoelstelling betreft de duurzame bescherming en ontwikkeling van de Waddenzee als natuurgebied en het behoud van het unieke open landschap. Om dit te bereiken is het beleid gericht op de duurzame bescherming en/of een zo natuurlijk mogelijke ontwikkeling van o.a.: gebiedsspecifieke planten- en diersoorten; foerageer-, broed- en rustgebieden van vogels, de werp-, rust- en zooggebieden van zeezoogdieren en de kinderkamerfunctie van vis; landschappelijke kwaliteiten, met name rust, weidsheid, open horizon en natuurlijkheid inclusief duisternis. De PKB stelt in deze, meer specifiek, dat plannen, projecten en handelingen de afwegingskaders van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn dienen te doorlopen. Deze zijn nationaal geïmplementeerd in de Nbwet 1998 en de Flora- en Faunawet. Voor zover wettelijke regelingen zich er niet tegen verzetten, zal door het bevoegd gezag een zelfde afweging als bij de natuurwaarden moeten worden gemaakt ten aanzien van de hierboven reeds benoemde landschappelijke kwaliteiten. In relatie tot de onderhavige vergunningaanvraag dient specifiek acht geslagen te worden op de hiernavolgende beleidspassages uit de PKB: Garnalenvisserij Het verbod om garnalen te vissen op de wadplaten, gelegen in de voor de kokkelvisserij en mosselvisserij permanent gesloten gebieden, kent als achtergrond het doel om meer natuurlijke mosselbanken en zeegrasvelden terug te krijgen in de Waddenzee. Het garnalenvistuig gaat weliswaar niet door de bodem, maar het rolt wel over de bodem en heeft daarmee mogelijk toch effect op de ontwikkeling van mosselbanken en/of zeegras. Om verstoring van zeehonden en vogels te voorkomen zijn in de Waddenzee de op grond van artikel 20 van de Natuurbeschermingswet 1998 gesloten gebieden tevens gesloten voor alle visvaartuigen. Op dit verbod kunnen vergunningen worden verleend voor activiteiten die geen schade veroorzaken aan de te beschermen flora en fauna. Pagina 5 van 69

6 Voor de garnalenvisserij wordt al enkele jaren een vergunning voor het bevissen van de Waddenzee verleend, waarbij inbegrepen het onder strikte voorwaarden bevissen van de gesloten gebieden. Dit laatste werd besloten omdat het een activiteit betreft met een maatschappelijk belang, waarvan tot op heden de schadelijkheid niet is aangetoond. [ ] De strategische milieubeoordeling (smb) constateert dat de effecten van de huidige garnalenvisserij voor het overgrote deel beperkt te noemen zijn. Ten aanzien van de onderwaterfauna en mogelijke effecten op de bodem kan schade door garnalenvisserij niet worden uitgesloten. Om deze mogelijke effecten in beeld te krijgen wordt monitoringonderzoek verricht met het referentiegebied als vergelijking. Op basis van de uitkomsten van voornoemd onderzoek wordt bezien of en in welke mate beperkingen voor de garnalenvisserij noodzakelijk zijn. Beleidsplan Westerschelde In 1991 is het Beleidsplan Westerschelde door diverse overheden vastgesteld. De hoofddoelstelling van het beleidsplan is: Het, met behoud van de scheepvaartfunctie, creëren van een zodanige situatie, dat de natuurfuncties kunnen worden gehandhaafd en natuurwaarden kunnen worden ontwikkeld. Dit dient tevens te leiden tot een goede uitgangssituatie voor de visserij- en recreatiefuncties. Het belang van de waterkeringen dient hierbij te worden gewaarborgd. Beheerplan Voordelta Het beheerplan Voordelta bevat de maatregelen die de benodigde extra bescherming voor de soorten genoemd in het aanwijzingsbesluit en hun leefgebieden moeten bieden. Voor natuurbescherming en natuurcompensatie (ten behoeve van de realisatie van Maasvlakte 2) stelt het beheerplan maatregelen in: vijf rustgebieden voor zeehonden en vogels en een bodembeschermingsgebied. Hiertoe zijn een zestal toegangsbeperkingsbesluiten genomen: het bodembeschermingsgebied en vijf rustgebieden (Slikken van Voorne, Hinderplaat, Middelplaat, Bollen van de Ooster, Bollen van het Nieuwe Zand). Deze vijf rustgebieden liggen allen binnen het bodembeschermingsgebied. In het bodembeschermingsgebied gelden beperkingen voor vormen van visserij die de zeebodem verstoren. Beoogd resultaat van deze beperking van menselijke activiteiten is dat de kwaliteit en voedselproductie van de zeebodem in het beschermde gebied met tenminste tien procent verbetert. Deze verbetering compenseert het verlies aan voedselrijke zeebodem door aanleg van Maasvlakte 2. De vijf rustgebieden zijn gesloten voor alle vormen van gebruik (visserij, recreatie) om verstoring van vogels en zeehonden te voorkomen. Binnen het bodembeschermingsgebied geldt een verbod op de zware boomkorvisserij. Binnen de rustgebieden geldt tevens een verbod op andere vormen van gebruik. Denk hierbij aan visserij (schelpdiervisserij, visserij met korven en fuiken, garnalenvisserij, schelpenwinning), baggeren, laag overvliegen, militaire activiteiten en recreatie. In deze zelfde gebieden gelden beperkingen en/of een mogelijke verplichting tot het beschikken over een Natuurbeschermingswetvergunning voor scheepvaart, beheer- en onderhoudswerkzaamheden en voor enkele vormen van visserij en recreatie. Beheers- en inrichtingsplan Nationaal Park Oosterschelde Het Beheers- en inrichtingsplan Nationaal Park Oosterschelde ( Van de parels en het slik ) (hierna: Beheersplan) stelt met betrekking tot beroepsvisserij in de Oosterschelde het volgende streefbeeld neer: Benutting van de overcapaciteit tot regeneratie en reproductie van het natuurlijk systeem, waarbij het natuurlijk systeem in al zijn facetten duurzaam in stand blijft. Beheers- en inrichtingsplan Nationaal Park Schiermonnikoog ( ) Het Beheers- en inrichtingsplan Nationaal Park Schiermonnikoog heeft voor wat natuurbeheer betreft de volgende hoofddoelstelling: Het natuurbeheer is gericht op instandhouding, herstel en ontwikkeling van natuurwaarden van het Nationaal Park. In de eerste plaats is het streven om het ongestoord verloop van natuurlijke processen te handhaven en waar nodig en mogelijk binnen de randvoorwaarden die de veiligheid stelt te herstellen. De meest relevante processen zijn overstroming, opslibbing, erosie, verstuiving, verzilting, verzoeting, grondwaterdynamiek en vegetatieontwikkeling. Daarnaast wordt gestreefd naar behoud van diversiteit van Pagina 6 van 69

7 flora en fauna. Daarvoor moet op bepaalde plaatsen actief beheer plaatsvinden, gericht op het handhaven en herstellen van voor Schiermonnikoog karakteristieke levensgemeenschappen en soorten, die nationaal of internationaal zeldzaam zijn. Integraal Beheerplan Noordzee 2015 (hierna: IBN 2015) Het IBN 2015 vervangt de in 1999 verschenen Beheersvisie Noordzee Binnen het plan wordt o.a. een afwegingskader ontwikkeld dat duidelijkheid schept over de (on)mogelijkheden van initiatieven voor toekomstig gebruik op de Noordzee. In relatie tot de binnen het gebied aanwezige biodiversiteit en de regulering van het menselijk gebruik van het gebied wordt vanuit het IBN 2015 het volgende gesteld: Bij de vergunningverlening voor het ontplooien van economische activiteiten op zee wordt gestreefd naar het zo veel mogelijk beperken van effecten op het ecosysteem. Afhankelijk van de omvang van een activiteit geldt een m.e.r.-plicht, waarbij onderzoek naar effecten op het ecosysteem een belangrijk onderdeel is. Op basis hiervan worden indien nodig beperkende maatregelen getroffen. Ook bij activiteiten die buiten de m.e.r.-plicht vallen, worden natuurvriendelijke technieken voorgeschreven. [ ]. Als een activiteit negatieve effecten heeft, moeten deze eerst met maatregelen beperkt (gemitigeerd) worden. [ ] Met betrekking tot onder andere de garnalenvisserij zegt het IBN: Door het vaststellen van het aantal vergunningen, de looptijd van vergunning, eisen aan vergunningvragers, eisen aan de netten/fuiken, eisen aan motorvermogen en door aan te geven waar men wel en niet mag vissen, kan men sturen op duurzame visserij in de 12-mijlszone. Het IBN 2015 introduceert een integraal afwegingskader voor vergunningverlening voor locatiegebonden vergunningplichtige activiteiten. Dit afwegingskader heeft geen betrekking op garnalenvisserij omdat dat geen locatiegebonden activiteit is. Integraal Beleidsplan Voordelta Vorm in Verandering (hierna: IBV) Het IBV wordt door het IBN 2015 gezien als een meer gedetailleerd plan voor een deelgebied van het IBN Het IBN 2015 is aanvullend op het IBV. Voor de functie natuur is de hoofdlijn als volgt uitgewerkt: De natuurlijke ontwikkeling wordt veiliggesteld, natuurwaarden worden beschermd, en nieuwe potenties worden zoveel mogelijk benut. Voor de visserij is de hoofdlijn als volgt geformuleerd: De visserij wordt als een voldoende rendabele bedrijfstak behouden. Waar mogelijk, en met inachtneming van de doelstelling van het beleidsplan, kunnen nieuwe potenties worden benut. Over garnalenvisserij wordt het volgende gesteld: Mits voorgeschreven vangst- en sorteerapparatuur wordt gebruikt, wordt garnalenvisserij, zowel wat betreft bodemberoering als rustverstoring, in de Voordelta inpasbaar geacht. Convenant Transitie Garnalenvisserij (VisWad) De ambitie die in het VisWad-convenant is overeengekomen, is het streven naar een zo natuurlijk mogelijke ontwikkeling van de Waddenzee in combinatie met een duurzaam opererende garnalenvisserij. In het convenant zijn daartoe een aantal afspraken gemaakt. De belangrijkste is dat er opeenvolgend gebieden voor de garnalenvisserij gesloten zullen worden in combinatie met de stapsgewijze inname van garnalenvergunningen (GK-vergunningen). De omvang van de te sluiten gebieden wordt daarbij gerelateerd aan het aantal ingenomen GK-vergunningen. Daarnaast wordt ingezet op maatregelen om de bijvangsten te verminderen en de overlevingskans van de bijvangsten te verbeteren. Met bovenstaande afspraken wordt een meer natuurlijke ontwikkeling van de bodemfauna en een verbetering van de samenstelling van de visstand beoogd. Ook zullen deze en andere in te zetten maatregelen de vissers meer economisch perspectief moeten gaan bieden. Een eerste stap is de inperking met 6,5 % van de huidige gebieden waar de garnalenvissers mogen vissen. Door de omvang van de vloot aan te passen aan de beschikbare ruimte neemt de totale impact van de garnalenvisserij op de Waddenzee af en krijgt het bodemleven van delen van de Waddenzee rust. Diverse vigerende inperkingen van het visgebied Pagina 7 van 69

8 In de voor één of meer vormen van bodemberoerende visserij gesloten gebieden in de Waddenzee (26%), in de Oosterschelde (16%), de Westerschelde (7 gebieden), als bedoeld in Ruimte voor een zilte oogst (Beleidsbesluit Schelpdiervisserij ), is de garnalenvisserij niet toegestaan op droogvallende platen (litoraal). Er mag voorts niet op garnalen gevist worden in het gebied Eems-Dollard als bedoeld in artikel 20 van de Uitvoeringsregeling visserij (19 september 2008, nr. TRCJZ/2007/3190) en zoals aangeduid in bijlage 6 van die regeling. De garnalenvisserij is verder verboden in het referentiegebied Waddenzee (Wijziging Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren en Regeling capaciteitsvermindering zeevisserij 2005, d.d. 4 november 2005, TRCJZ/2005/3167, Stcrt. d.d. 17 november 2005, nr. 224). Zoals reeds in het bovenstaande genoemd: er mag in de Voordelta niet gevist worden op garnalen in de vijf rustgebieden als bedoeld in het beheerplan Voordelta, te weten Hinderplaat - behoudens indien toegestaan op grond van dit beheerplan -, Bollen van de Ooster, Bollen van Nieuwe Zand, Slikken van Voorne en Verklikkerplaat. Tot slot is de garnalenvisserij in de Oosterschelde verboden in het artikel 20-gebied Neeltje-jans-Roggenplaat-complex, inclusief de tussenliggende Oliegeul. Op grond van de privaatrechtelijke toestemmingen vanuit het Ministerie van EZ geldt een verbod op de garnalenvisserij boven mosselpercelen. VIGERENDE TOEGANGBEPERKENDE BESLUITEN NATUURBESCHERMINGSWET & ONDERZOEKSGEBIEDEN Toegangbeperkend Besluit VIBEG Bij besluit van 22 april 2013 (kenmerk: ) en met een coördinaten-correctie bij besluit van 3 juli 2013 (St.Courant 11 juli, nr ) zijn diverse zones in de Natura 2000-gebieden Noordzeekustzone en Vlakte van de Raan onder regimes van verschillende mate van striktheid, gesloten voor diverse vormen van menselijk gebruik. Dit Toegangbeperkend Besluit (hierna: TBB VIBEG) is vastgesteld ter implementatie van het VIBEG-akkoord dat ziet op afspraken over o.a. de verduurzaming van de garnalenvisserij in deze Natura 2000-gebieden. Deze toegangsbeperkingen dienen bij te dragen aan de realisatie van enkele specifieke verbeteringen in de staat van instandhouding van het habitattype H1110B en de ongestoordheid van (groepen van) roodkeelduikers, parelduikers, toppereenden, eidereenden en zwarte zee-eenden mede in relatie tot (potentiële) schelpdiervoorkomens. Diverse gebruiksvormen zijn daartoe in de onderscheiden zones beperkt. In zone I zijn alle vormen van visserij verboden en in zone II is geen bodemberoerende visserij (waaronder de garnalenvisserij) toegestaan. Voor de garnalenvisserij hebben deze sluitingen vanaf 1 januari 2014 rechtskracht gekregen. Het is op grond van artikel 2, sub a, van het TBB VIBEG toegestaan de garnalenvisserij uit te voeren indien zulks noodzakelijk is ter uitvoering van onderzoek in binnen die zones gelegen onderzoeksgebieden. Ook zijn de zones I, II en III toegankelijk voor doorvaart door en ankeren in deze zones. Met betrekking tot zone II is vastgelegd dat openstelling van deze zone voor de garnalenvisserij vanaf 1 januari 2015 aan de orde kan zijn, maar enkel indien de resultaten van onderzoek onomstotelijk uitwijzen dat de bestaande garnalenvisserij met de klossenpees geen aantoonbare effecten op de bodem en de bodemfauna heeft. In zone III is slechts visserij toegestaan met de best beschikbare technieken. De garnalenvisserij is in het Natura 2000-gebied Noordzeekustzone in het zone II-gebied in de doorgaande geul nabij Rottum, de Zuidoostlauwers, toegestaan tot het moment van (mogelijke) sluiting van de achterliggende komberging voor de garnalenvisserij in het kader van afspraken in het traject Pagina 8 van 69

9 VISWAD en voor zover hiervoor een vergunning op grond van de Nb-wet is verleend. Een dergelijke sluiting is vooralsnog niet aan de orde. Artikel 20 gebieden Waddenzee Op grond van artikel 20 van de Nb-wet zijn in 2006 o.a. delen van het Natura 2000-gebied Waddenzee gesloten voor verstoring door menselijke activiteiten. In dit Toegang Beperkend Besluit (waarvan de actuele zonering is weergegeven op de meest recente hydrografische kaarten en opvolgend in diverse jaren is aangepast) is evenwel bepaald dat: - [ ] Beroepsmatig uitgevoerde activiteiten waarvoor het gesloten gebied moet worden betreden danwel bevaren, of binnen het gebied moet worden drooggevallen c.q. zich men in het gesloten gebied moet bevinden, kunnen, voor zover deze activiteiten noodzakelijkerwijs binnen of deels binnen deze gebieden moeten worden uitgevoerd, worden toegestaan, echter slechts voor zover een vergunning als bedoeld in artikel 19d van de Nb-wet 1998 is verleend. [ ] - [ ] In de te verlenen vergunning zullen alsdan aan de vergunde beroepsmatige activiteiten nadere voorschriften worden verbonden ter bescherming van de middels deze aanwijzing extra te beschermen natuurwaarden. [...] Reeds binnen de eerdere Nb-wet regulering van de garnalenvisserij op specifiek de Waddenzee is van deze uitzonderingsgrond gebruikt gemaakt (onder specifieke voorschriften). Er is voor mij geen ecologisch-inhoudelijke aanleiding om van dat staande beleid in omgang met dit Toegangbeperkend Besluit af te stappen. In de onderhavige vergunningverlening zal ik derhalve de gehanteerde lijn continueren waarvan de achtergrond ligt in de relatief grote menselijke aanwezigheid in dit Natura gebied. In deze zij verwezen naar het daarop gerichte specifieke vergunningvoorschrift. Onderzoeksgebieden Vlakte van de Raan Bij besluit van 22 april 2014 (Stcrt. 24 april 2014, nr ) is in het Natura 2000-gebied Vlakte van de Raan een viertal onderzoeksgebieden, met een totaaloppervlakte van ca. 12% van dat gebied, aangewezen welke met ingang van 24 april 2014 zijn gesloten voor alle vormen van actieve bodemberoerende visserij, waaronder de garnalenvisserij. De coördinaten van de betreffende onderzoeksgebieden zijn opgenomen in voornoemd besluit. Waddenzee Een oppervlakte ter grootte van 26% van het litoraal in het Natura 2000-gebied Waddenzee is permanent gesloten voor bodemberoerende visserij (mosselzaadvisserij, kokkelvisserij, visserij met bodemvistuigen met wekkerkettingen). In deze gesloten gebieden is derhalve de garnalenvisserij niet toegestaan op de wadplaten. Dit Nederlandse referentiegebied beslaat ca ha, iets meer dan 3% van de totale Waddenzee. Op grond van de Uitvoeringsregeling Visserij zijn daarnaast enkele gebieden ( Afsluitdijk 10 t/m 12 en Molenrak 1 en 2 ) gesloten voor de garnalenvisserij. VIBEG-onderzoeksgebieden In 2017/2018 zullen de VIBEG-maatregelen geëvalueerd moeten worden ten behoeve van het opvolgende Natura 2000-beheerplan voor de betrokken gebieden. Om de maatregelen te evalueren is een onderzoeksprogramma opgesteld. Dit onderzoek is inmiddels in uitvoering en beslaat meerdere jaren. Binnen dit project wordt onderzocht hoe de zonering en de verschillende typen visserij op het mariene ecosysteem aangrijpen. Daarbij wordt in het eerste jaar gefocust op de effecten op het bodemleven (H1110B). In latere jaren vindt ook onderzoek plaats naar de effecten op de kinderkamerfunctie voor vis en effecten op zeevogels. Pagina 9 van 69

10 VERGUNNINGPLICHT De garnalenvisserij vindt plaats in of nabij diverse (reeds in bovenstaande genoemde) Natura gebieden. Ik stel vast dat de voorgenomen garnalenvisserij de natuurlijke kenmerken van de beschermde gebieden in potentie kan aantasten. De diverse beschermde waarden van de betrokken Natura 2000-gebieden alsmede de wezenlijke kenmerken en waarden van de betrokken natuurmonumenten staan vermeld op ( Onderwerpen > Natuur > Natura 2000 ). Overige ontheffingen c.q. vergunningen Er dient, met uitzondering van de Westerschelde, tevens beschikt te worden over een vigerende ontheffing op grond van de Visserijwet Beheerplan In dit geval kan vastgesteld worden dat ten aanzien van de voorgenomen activiteit, op het moment van besluitvorming, geen beletsel voortvloeit uit enig beheerplan op basis van de Nb-wet Geen beheer De voorgenomen activiteit vormt een project dat geen direct verband heeft met of nodig is voor het beheer van het betrokken Natura 2000-gebied. Mogelijk significante gevolgen Op grond van artikel 19f, lid 1, van de Nb-wet 1998 in combinatie met artikel 19g, lid 1, van de Nb-wet 1998 dient een PB (hierna: PB) aangeleverd te worden door de initiatiefnemer. Het Europese Hof van Justitie heeft in haar uitspraak van 7 september 2004 aangegeven dat een PB slechts dan achterwege kan worden gelaten indien op grond van objectieve gegevens kan worden uitgesloten dat uitvoering van de werkzaamheden afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten significante gevolgen kan hebben voor dat gebied. In dit geval kunnen dergelijke gevolgen niet bij voorbaat uitgesloten worden. De garnalenvisserij kan door onder meer de beroering van de bodem en de mogelijke bijvangst van beschermde habitatsoorten, gevolgen hebben voor de beschermde Natura 2000-gebieden. Ik concludeer dan ook dat een PB vereist is. De aanvragers hebben een dergelijke PB bij de aanvraag gevoegd. In het onderstaande volgt mijn beoordeling daarvan. De gevraagde vergunning kan slechts verleend worden, indien ik mij ervan heb kunnen verzekeren dat de natuurlijke kenmerken van de betrokken beschermde gebieden niet aangetast zullen worden. Nadere omschrijving garnalenvisserij Wat, waar en wanneer vissen? Er wordt uitsluitend op consumptiegarnalen gevist (>45 mm). Binnen de relevante Natura 2000-gebieden vindt de garnalenvisserij nauwelijks in prielen en niet op droogvallende platen plaats, omdat de visserij gericht is op volwassen garnalen waarvan de grootste dichtheden veelal ruim beneden de laagwaterlijn te vinden zijn. Garnalenvissers komen vanwege de geringe waterdiepte zelden op permanent met zeewater van geringe diepte overstroomde zandbanken. Op garnalen wordt het gehele jaar gevist als de weersomstandigheden dat toelaten. De visserij vindt zowel 's nachts als overdag plaats. In de PB wordt ingegaan op de traditionele visserij met klossenpees, Pagina 10 van 69

11 het bordennet en enkele nieuwe technische ontwikkelingen zoals de Pulskor en de Seewing. De garnalenvisserij wordt uitgeoefend met relatief kleine vissersvaartuigen (12-24 meter lang) uitgerust met 2 garnalennetten. Voor een meer gedetailleerde beschrijving van de traditionele klossenpees kan verwezen worden naar hoofdstuk 2 van de PB. Alternatieve vistuigen SeeWing Door het Belgische onderzoeksinstituut ILVO is onderzoek gedaan naar de zogenaamde SeeWing; een vistuig waarbij in plaats van sloffen, kunststof wielen worden gebruikt en de ronde visboom is vervangen door een meer gestroomlijnde vleugelvormige boom. Bij dit tuig is de klossenpees korter, waardoor het aantal klossen kleiner is. Het vistuig is getest aan boord van 1 vissersvaartuig. De onderzoekers concluderen dat de SeeWing ongeveer 60 % minder bodemberoering veroorzaakt dan de traditionele garnalenboomkor met sloffen. Alleen al op basis van de fysieke kenmerken van de Seewing kan beargumenteerd worden dat de bodemberoering bij gebruik van dit vistuig in ieder geval per definitie niet groter zal zijn dan bij gebruik van een traditioneel vistuig. Als gevolg van het geringe aantal trekken (6) dat is geanalyseerd, zijn de gevonden verschillen qua ongewenste bijvangst echter nog niet statistisch significant. Naar de aard en fysieke verschijningsvorm van de SeeWing kan worden beargumenteerd dat ook de bijvangst vergelijkbaar of iets lager zijn dan bij het traditionele klossenpees. Geconcludeerd kan worden dat de SeeWing vergelijkbare of minder effecten heeft dan het traditionele garnalentuig en dat dit vistuig daarom binnen de aangeleverde PB beoordeelde activiteiten kan vallen. Pulskor Door het ILVO is in de afgelopen jaren een pulstuig ontwikkeld waarbij lichte elektrische pulsen de garnalen opschrikken, waarna die in het net terechtkomen. Het idee achter het pulstuig is dat garnalen anders op het pulsveld reageren dan vis. Wanneer garnalen meer of hoger opspringen zou de onderpees verhoogd kunnen worden zodat vissen en bodemdieren niet in het net terechtkomen. Het voordeel hiervan is dat deze dieren niet effectief in aanraking komen met het net en dus niet beschadigd worden alvorens ze kunnen ontsnappen (of weer overboord gaan). Er geldt een algeheel verbod op pulsvissen vanuit de EU maar middels een derogatie op die wetgeving mag elke lidstaat 5 % van de aanwezige boomkorvloot uitrusten met de pulsvisserijtechniek. De eerste resultaten van het onderzoek naar de eventuele effecten van de garnalenpuls op levende, mariene organismen wijzen op de afwezigheid van negatieve effecten. Momenteel lopen 2 Vlaamse doctoraatonderzoeken naar de eventuele neveneffecten van elektrisch vissen op alle mogelijke levensstadia van een range aan mariene soorten. Beide onderzoeken lopen tot eind 2014, de resultaten worden in de loop van 2015 verwacht. In de PB wordt in dat kader gesteld dat het momenteel niet opportuun is om conclusies te trekken over de impact van het commercieel gebruik van het pulssysteem op het ecosysteem van de gehele Nederlandse kust. Omdat de discussie over de voors en tegens van de commerciële introductie van het pulssysteem nog volop gaande is, is binnen de aangeleverde PB het eventuele commerciële (ruime) gebruik van het pulssysteem in de visserij niet meegenomen. In de aangeleverde PB wordt echter wèl onderzoeksmatig gebruik van het pulssysteem door 4 vissers meegenomen. Pagina 11 van 69

12 Bijvangstbeperking In de garnalenvisserij is het met ingang van 1 januari 2013 verplicht om gedurende het gehele jaar een zeeflap in het net toe te passen. Het gebruik van de zeeflap zorgt er voor dat er een scheiding tussen garnalen en overige vangst plaatsvindt. Een vergelijkbare werking heeft de brievenbus. Door IMARES en AKTB is onderzoek gedaan naar de brievenbus als mogelijk alternatief voor de zeeflap. De zeeflap is namelijk niet altijd praktisch in het gebruik: wanneer er (met name in het voorjaar en de zomer) veel algen en zeewier in het water zitten, slibben de zeeflapnetten dicht. In dergelijke periodes zou dan de brievenbus gebruikt kunnen worden als alternatief voor toepassing van de zeeflap. Aangezien de aanvragers ervoor gekozen hebben de eventuele toestemming voor inzet van de brievenbus in het kader van de Nb-wet regulering van de garnalenvisserij separaat aan te vragen, laat ik een nadere analyse van deze netaanpassing in het navolgende verder buiten beschouwing. In dat kader verbind ik een specifiek hierop gericht procedureel voorschrift aan de onderhavige vergunning. Naast de toepassing van de zeeflap moet de vangst aan boord worden gescheiden van ondermaatse garnalen en bijvangst door middel van een spoelsorteermachine of een schudzeef, die aan specifiek omschreven eisen moeten voldoen. Door de algemene toepassing van vangstsorteerapparatuur aan boord van garnalenschepen wordt gegarandeerd dat een groot deel van de bijvangst weer levend over boord gaat. Motorvermogen Het maximaal motorvermogen voor visserij met een garnalenvistuig binnen de 12 mijlszone bedraagt 300 pk. VMS en AIS Op grond van Europese regelgeving dienen alle vissersvaartuigen, langer dan 15 meter te beschikken over plaatsbepalingsapparatuur, de zogenaamde VMS. Dit systeem geeft iedere 2 uur een signaal dat door de NVWA wordt ontvangen en geregistreerd. Door middel van het VMS-systeem kan worden gecontroleerd dat niet wordt gevist in gesloten gebieden. Daarnaast kunnen de gegevens gebruikt worden om de verspreiding van de visserij in kaart te brengen. Sinds 31 mei 2012 geldt naast de VMS verplichting ook een verplichting om een Automatic Identification System (AIS) te installeren. Met ingang van 31 mei 2014 geldt de AIS-verplichting voor vaartuigen langer dan 15 meter. Niet nader geanalyseerde potentiële effecten Verstoring door geluid boven water Uit onderzoek naar de effecten van de aanleg van Maasvlakte 2 en de verdieping van de vaargeul van de Westerschelde is gebleken dat bij het bepalen van de effecten van verstoring door schepen, het effect van de visuele verstoring maatgevend is. Uit de in deze studies uitgevoerde berekeningen is gebleken, dat voor alle in de Voordelta relevante soort(groep)en, de verstoringscontouren als gevolg van het geluid ruimschoots binnen die van de visuele verstoring liggen. Dit effecttype is daarom in de aangeleverde PB niet nader uitgewerkt. Verstoring door geluid onder water Door motoren aangedreven schepen veroorzaken een toename van het geluid onder water. Dit geluid kan worden waargenomen door vissen en zeezoogdieren en bij te hoge niveaus tot effecten op het gedrag, gehoor of fysiologie leiden. Voor de in de Nederlandse kustzone mogelijke beïnvloede vissen en zeezoogdieren gaat het vooral om de kans dat tijdelijke gehoorschade optreedt of dat de geluidsbron (het schip) tot op een bepaalde afstand wordt gemeden. Op basis van de in de PB aangehaalde literatuur kan worden aangenomen dat het bronniveau voor grotere schepen qua frequentiebereik waarden bereikt die door vissen en zeezoogdieren zeker zullen Pagina 12 van 69

13 worden waargenomen, maar die niet zo hoog zijn dat tot op grote afstand van het schip effecten op het gedrag of gehoor worden verwacht. Recent onderzoek van Halvorsen e.a. (2012) bevestigt dit. Uit onderzoek tijdens de aanleg van Maasvlakte 2 is gebleken dat scheepvaartgeluid tot tijdelijke gehoorschade bij bruinvissen en zeehonden kan leiden, maar enkel als de dieren langere tijd (meerdere uren) op zeer korte afstand van het schip verblijven. Het is onwaarschijnlijk dat bruinvissen en zeehonden gedurende langere tijd in de directe nabijheid van een vissersschip verblijven. De kans dat bruinvissen en zeehonden als gevolg van het door de aanwezige vissersschepen veroorzaakte onderwatergeluid negatief worden beïnvloed, is daarom verwaarloosbaar. Toxische stoffen Emissies van toxische stoffen hebben betrekking op het uitlogen van op de scheepsromp toegepaste verfproducten (antifouling). Toxische stoffen kunnen op verschillende manieren effecten hebben op de vitaliteit van vissen en zeehonden. Van biocidevrije antifoulings zijn geen effecten op de waterkwaliteit te verwachten zo blijkt uit de relevante literatuur. Van de overige antifoulings zou alleen van de uitloging van koper een effect kunnen worden verwacht. Uit de aangehaalde berekeningen blijkt evenwel dat het om zulke kleine hoeveelheden gaat dat effecten op de kwaliteit van habitattypen of soorten kunnen worden uitgesloten. Ten opzichte van de achtergrondconcentratie is dit namelijk slechts een verwaarloosbare verhoging. Bovendien treedt als gevolg van de getijbeweging en het netto noordwaarts gerichte transport, continue verversing van het zeewater op waardoor het koper niet lokaal in organismen of de bodem kan ophopen. Emissies Eventuele effecten van verbrandingsstoffen van de vaartuigen op de waterkwaliteit betreffen de uitstoot naar de lucht en vervolgens depositie van stikstof- en zwaveloxiden. Extra nutriënten kunnen in het watersysteem een effect hebben op de algenproductie en daarmee op de kwaliteit van habitattypen. Uit de in de PB weergegeven indicatieve berekeningen kan echter worden afgeleid dat de door de emissies van NOx en zwavelverbindingen optredende concentratieverhogingen dermate gering zijn dat effecten op de kwaliteit van habitattypen of op beschermde soorten kunnen worden uitgesloten. De maximale verhoging van de stikstof- en zwavelconcentratles in het water als gevolg van de verbranding en uitstoot van stikstof- en zwaveloxiden van één Eurokotter is berekend door Heinis (2010) op basis van specifieke, in de PB genoemde, gegevens. Uit die berekening en bezien van uit de in de kustwateren aanwezige achtergrondconcentraties gaat het slechts om een verwaarloosbare tijdelijke verhoging. Als gevolg van de netto noordwaarts gerichte getijdestroming vindt voortdurend verversing van het zeewater plaats, waardoor de nutriënten zich uiteindelijk over een veel grotere oppervlakte verspreiden. PASSENDE BEOORDELING AFBAKENING HABITAT(SUB)TYPEN EN SOORTEN PER NATURA 2000-GEBIED Waddenzee & Noordzeekustzone Voor wat betreft de aangewezen habitattypen in de Waddenzee zijn uitsluitend de effecten op de kwaliteit van het habitattype H1110A (Waddenzee) en H1110B (Noordzeekustzone) in beschouwing genomen. Voor de droogvallende wadplaten (H1140) geldt dat 26% van alle droogvallende platen voor alle bodemberoerende visserij waaronder garnalenvisserij is gesloten. Ook in het overige droogvallende gebied komt garnalenvisserij niet of nauwelijks voor. Visserij op een plaat is voor de garnalenvaartuigen gelet op hun diepgang nauwelijks mogelijk. Pagina 13 van 69

14 Van de voor de Waddenzee en Noordzeekustzone aangewezen beschermde soorten is in de effectanalyses ingegaan op zeehonden en vogelsoorten van open water (visetende vogels, schelpdieretende eenden). Effecten van de garnalenvisserij op de fint, rivierprik en zeeprik en de vogels van droogvallende platen (steltlopers e.d.) zijn uitgesloten. Indirecte effecten via de voedselketen op de vogels van droogvallende platen zijn ook niet te verwachten, omdat de garnalenvisserij geen directe noch een indirecte invloed op de prooidieren van deze soorten heeft. Directe effecten als gevolg van verstoring (visueel en geluid) zijn evenmin te verwachten, omdat de vissers het overgrote deel van de litorale gebieden waar deze vogels zich ophouden vanwege de geringe waterdiepte niet zo dicht kunnen naderen dat de vogels worden verstoord. Desgevraagd hebben de aanvragers naar aanleiding van het gewijzigd profieldocument voor het habitattype H1110 verklaard dat voor de voor deze wijziging gebruikte bronnen, geen literatuur is gebruikt welke beschikbaar is gekomen na het verschijnen van de PB in december De PB is derhalve, net als het nieuwe profieldocument, gebaseerd op de nieuwste kennis en inzichten zoals gepubliceerd in de wetenschappelijke literatuur. Voordelta Uitsluitend de potentiële effecten op de kwaliteit van H1110A en H1110B zijn in beschouwing genomen. Voor het overige wordt verwezen naar de teksten als opgenomen bij de Waddenzee en Noordzeekustzone, waarbij naast de daarbij genoemde trekvissen ook de elft aan de orde is (maar dus buiten de effectanalyse valt). Oosterschelde Uitsluitend de potentiële effecten op de kwaliteit van habitattype H1160 zijn in beschouwing genomen. In de andere habitattypen (3 schortypen en H1740 overgangs- en trilveen) wordt niet gevist. Van de voor de Oosterschelde aangewezen soorten zijn effecten uitgewerkt voor zeehonden en vogelsoorten van open water (visetende vogels). Effecten van de garnalenvisserij op de overige soorten waarvoor in de Oosterschelde instandhoudingsdoelstellingen bestaan, te weten de vogels van droogvallende platen (steltlopers e.d.) en soorten van binnendijkse gebieden zijn namelijk uit te sluiten (zie voorgaande; als onder Waddenzee). Westerschelde Uitsluitend de potentiële effecten op de kwaliteit van H1110B en H1130 zijn in beschouwing genomen. In de andere habitattypen (de schor- en duintypen) wordt niet gevist. Van de voor de Westerschelde aangewezen soorten zijn effecten uitgewerkt voor zeehonden en vogelsoorten van open water (visetende vogels). Effecten van de garnalenvisserij op de overige soorten waarvoor in de Westerschelde instandhoudingsdoelsteilingen bestaan, zijn namelijk uit te sluiten (zie voorgaande; als onder Waddenzee). Vlakte van de Raan Alleen het habitattype H1110B is relevant voor dit gebied: zij is in de effectanalyse beschouwd. Daarnaast worden de effecten bekeken op de gewone zeehond, grijze zeehond en de bruinvis. Daarnaast is onderzocht of effecten kunnen optreden op de voor de op de Vlakte van de Raan aangrenzende Natura 2000-gebieden aangewezen broedvogels die in de Vlakte van de Raan foerageren. De garnalenvisserij heeft geen invloed op de kwaliteit van het leefgebied van de (aangewezen) trekvissoorten fint, rivierprik en zeeprik of de omvang van de populatie van deze soorten. BODEMBEROERING Resultaten (literatuur)onderzoek Pagina 14 van 69

15 In de wetenschappelijke literatuur wordt geconcludeerd dat de effecten van een garnalentuig relatief gering zijn; door de klossenpees wordt de grondpees niet door maar over de bodem getrokken. Het tuig als geheel maakt dus een veel lichter contact met de bodem dan bijvoorbeeld de boomkor. Voor het garnalenvistuig zijn geen metingen van de directe sterfte van bodemorganismen in Nederlandse wateren beschikbaar. Vanuit de bestudeerde literatuur wordt in de aangeleverde PB gesteld dat een geconstateerde effect in de orde van grootte van enkele procenten (veel) kleiner is dan de natuurlijke fluctuaties van de meeste bodemdiersoorten. Aangenomen kan worden dat vooral epibenthische soorten door het vistuig worden geraakt of gevangen. Het betreft in de Nederlandse kustwateren dan met name krabben en zeesterren (die de aanraking met het net of de vangst grotendeels zullen overleven). Mosselbanken (als onderdeel van H1110, H1130, H1140 en H1160) Mosselbanken komen met name voor in het litoraal en het sublitoraal van de Waddenzee; de bevissing van litorale mosselbanken in de Waddenzee is verboden. Ook in de Oosterschelde (H1160) vindt de garnalenvisserij uitsluitend in het sublitoraal plaats. Geconcludeerd kan dan ook worden dat de garnalenvisserij op litorale mosselbanken (als onderdeel van H1140 en H1160) geen effect heeft. Omwille van vastlegging van de voortgaande constatering verbind ik een specifiek voorschrift aan de onderhavige vergunningverlening. Stabiele sublitorale mosselbanken komen in de Noordzeekustzone, Vlakte van de Raan en Voordelta niet of nauwelijks voor. De conclusie in de PB is dan ook dat het mogelijke effect van de garnalenvisserij op mosselvoorkomens in de Voordelta, Vlakte van de Raan en Noordzeekustzone in het licht van de instandhoudingsdoelen van H1110B niet relevant is. In zowel het profiel van H1110A als dat voor H1130 en H1160 worden biogene structuren aangemerkt als natuurlijk kenmerk. Wat betreft de effecten van garnalenvisserij op mosselbanken wordt er in de PB dan ook vanuit gegaan dat deze effecten in de Waddenzee (H1110A), Oosterschelde (H1160) en Westerschelde (H1130) vergelijkbaar zijn. In feite betreft het immers steeds een beoordeling van de effecten in gebieden die aangemerkt kunnen worden als sublitorale zeebodem in estuaria (in feite H1110A, maar specifiek voor H1130 dan onder grotere zoetwaterinvloed). De herstelopgave is met name gericht op de ontwikkeling van meerjarige sublitorale mosselbanken. Het zijn immers deze meerjarige banken die als substraat dienen van andere organismen en aldus beschouwd worden als biogene structuren (en waardevolle biotopen). De nota van toelichting bij het aanwijzingsbesluit spreekt dan ook in relatie tot het habitattype H1110A en de daarbij gewenste kwaliteitsverbetering nadrukkelijk over een deel van de mosselbanken. Hiermee wordt uitgedrukt dat lang niet alle sublitorale mosselzaadbanken zich ontwikkelen tot stabiele meerjarige banken. Sublitorale mosselbanken worden door garnalenvissers gemeden om zowel schade aan de netten te voorkomen als het vermijden van het vollopen van het garnalennet met schelpdieren waardoor het te zwaar wordt en tot onveilige situaties (kapseizen) kan leiden. Ook leidt de bijvangst van mosselen tot sterke slijtage van de onderkant het net. Met betrekking tot het bovenstaande is van belang dat met name wat oudere mosselbanken (inclusief halfwas-mosselbanken) door het vermijdingsgedrag van de garnalenvissers worden gevrijwaard van beschadiging. Alleen al om deze reden is een significant effect op dergelijke banken niet aannemelijk. Ondanks dit vermijdingsgedrag van vissers is het evenwel denkbaar dat garnalenvissers soms vissen in gebieden met pas gevallen mosselzaad. Zij weten immers pas dat dit zaad aanwezig is, indien dit in de netten komt en de visserij belemmert. Indien het net met de klossen over het mosselzaad gaat en zich niet ingraaft in de bank is het mogelijk dat een deel van dit zaad beschadigd raakt en sterft. Het is echter niet aannemelijk dat dit een groot deel van de mosselen betreft; de meeste zullen namelijk worden Pagina 15 van 69

16 weggedrukt in het sediment óf tussen de klossen door gaan. Daarnaast is sowieso sprake van een grote natuurlijke sterfte; naarmate de mosseltjes groeien neemt hun aantal sterk af. Gericht onderzoek naar de effecten van garnalenvisserij op mosselzaadbanken is niet gedaan. De bovenstaande conclusie wordt echter ondersteund door de resultaten van het Produs-onderzoek naar de effecten van mosselzaadvisserij op mosselzaadbanken. Uit de in de aangeleverde PB geciteerde onderzoeksresultaten kan dit afgeleid worden. Wat betreft de verbeteropgave voor H1110A geldt dat de doelstelling is dat mosselbanken in verschillende stadia aanwezig zijn. Als mosselzaadbanken ontwikkelen zich elk jaar door nieuwe zaadval. Deze verbeterdoelstelling ziet dus op de ontwikkeling van meerjarige stabiele mosselbanken. In het bovenstaande is geconcludeerd dat garnalenvisserij geen significante effecten heeft op deze ontwikkeling en daarmee de verbeteropgave niet in de weg staat. Ten aanzien van eventuele geringe resteffecten die gewenste ontwikkelingen vanuit het oogpunt van ongestoorde natuurlijke ontwikkeling zouden kunnen remmen kan worden gesteld dat (een deel van) de garnalensector samen met andere visserijsectoren, de overheid en natuurorganisaties in het kader van VIBEG en VISWAD afspraken heeft gemaakt om de effecten van garnalenvisserij, ook al zijn deze niet significant in het kader van de Natura 2000-toets zoveel als haalbaar te verminderen. Daartoe is onder meer en in samenspraak met de mosselsector afgesproken om in de Waddenzee een aantal gebieden geheel te sluiten voor zowel mossel- als garnalenvisserij. Dit betekent dat eventuele onzekerheden over mogelijke niet-significante resteffecten verder worden geminimaliseerd. Zeegras In geen van de in de PB aangehaalde artikelen wordt de garnalenvisserij genoemd als mogelijke oorzaak van de afname van zeegras in de Waddenzee. Litoraal zeegras komt momenteel uitsluitend nog voor in het litoraal van de Waddenzee en Ooster- en Westerschelde. Voor het sublitoraal worden de ontwikkelingskansen gering geacht. Aangezien garnalenvisserij slechts sporadisch in het litoraal plaatsvindt, heeft de garnalenvisserij geen significante effecten op bestaande zeegrasvoorkomens en staat de garnalenvisserij de ontwikkeling van zeegrasvelden in het litoraal niet in de weg. Ondanks dat uit onderzoek naar de invloed door bevissing met een garnalenboomkor bleek dat na 18 maal bevissen van een zeegrasveld er geen significante effecten op dichtheid, structuur en biomassa van zeegras was, heb ik aan de onderhavige vergunningverlening een voorschrift verbonden om zeegrasvelden optimaal te beschermen door litorale garnalenvisserij niet toe te staan. Voedselvoorraad vogels Een indirect effect van bodemberoering door garnalenvisserij op vogels is denkbaar indien de voedselvoorraad zou worden aangetast. In het voorgaande is beargumenteerd dat indirecte (voedselketen)effecten van bodemberoering door de garnalenvisserij op visetende vogels zijn uit te sluiten. Een effect op schelpdiervoorraden is wel denkbaar indien schelpdieren door bodemberoering worden beschadigd of gedood. In de onderhavige Natura 2000-gebieden zijn er 3 beschermde vogelsoorten die in dit kader aandacht behoeven: de toppereend, de eidereend en de zwarte zee-eend. Uit onderzoek blijkt dat de invloed van de garnalenvisserij op de bestanden van schelpdieren gering is. Er blijkt een matige overlap tussen de concentraties van voor vogels belangrijke schelpdiersoorten (mosselen, kokkels en Ensis) en de garnalenvisserij. Zowel Spisula als Ensis dienen als voedsel voor de zwarte zee-eend. Ensis kan zich snel en diep ingraven waardoor exemplaren niet snel worden geraakt door een garnalenvistuig. Beide schelpdiersoorten komen bovendien zeer ruim verspreid voor in de Nederlandse kustwateren. Met name de Ensisbestanden zijn in de afgelopen jaren enorm. De omvang van de populaties aan Ensis en Spisula worden voorts met name bepaald door het succes van de broedval en niet zozeer de beïnvloeding vanuit externe factoren. Pagina 16 van 69

17 Voor het vissen op garnalen wordt een fijnmazig net (maaswijdte 20 mm) gebruikt. Als gevolg hiervan bestaat vrijwel onvermijdelijk een deel van de bijvangst uit ondermaatse platvis. Daarnaast wordt ook jonge haring, wijting en kabeljauw bijgevangen. Bijvangsten in de garnalenvisserij kunnen gedeeltelijk voorkomen worden door het gebruik van de zeeflap (zie voorgaande). Met ingang van 1 januari 2013 is de zeeflap voor Nederlandse garnalenschepen verplicht gesteld gedurende het gehele jaar. Er is uitgebreid onderzoek gedaan naar de vermindering van bijvangsten door het gebruik van de zeeflap: de effectiviteit ervan is bewezen. De overleving van bijvangst wordt voorts bevorderd door het verplichte gebruik van garnalensorteerapparatuur. Nederlandse garnalenvissers hebben daarbij de keus uit een roterende garnalenspoelmachine of een mechanische schudzeef. Uit onafhankelijke studies is gebleken dat meer dan 90 % van de jonge garnalen overleeft. Bijvangsten door vissersvaartuigen vormen een belangrijke voedselbron voor zeevogels die profiteren van de overboord geworpen bijvangst (discards). Bij het overboord zetten van bijvangst worden deze voornamelijk gegeten door meeuwen, visdief en grote stern. De conclusie is dan ook dat het overboord zetten van discards geen negatieve effecten op de voedselvoorraad voor visetende vogels heeft. De garnalenvisserij zou effecten kunnen hebben voor visetende vogels (aalscholver, fuut, sterns, meeuwen, zaagbekken, roodkeelduiker) indien het voedselaanbod door de bijvangst van (kleine) vissen in het natuurlijk systeem significant wordt verlaagd. Voor de sterns (visdief, grote stern, Noordse stern) geldt dat zij vooral kleine vis eten die zich bovenin de waterkolom bevinden zoals haring en sprot. De kans op bijvangst is kleiner voor pelagische soorten dan voor platvissoorten die zich op of nabij de bodem bevinden. Ook profiteren sterns van de discards in de garnalenvisserij. De omvang van het effect van de garnalenvisserij op de populaties haring en sprot is niet gekwantificeerd, maar het is zeer onwaarschijnlijk dat deze invloed zodanig is dat dit invloed heeft op het voedselaanbod van sterns. Reeds eerder is aangegeven dat het effect op kabeljauw en wijting gering wordt geacht. Platvissoorten als schol en tong kunnen vanwege hun leefwijze (nabij de bodem) door duikende vogels moeilijk bemachtigd worden en zijn om deze reden geen belangrijke voedselbron voor deze vogels. IMARES concludeert dan ook binnen analyses in het kader van de Natura 2000-beheerplannen Waddenzee en Noordzeekustzone dat een effect op sterns door de aantasting van de voedselvoorraad onaannemelijk kan worden geacht. Visetende vogels van het open water zoals aalscholvers, futen en zaagbekken consumeren ook wat grotere vis en doordat deze vogels onder water duiken kunnen ze ook dieper zwemmende vis verschalken. Garnalenvisserij onttrekt jonge vis aan de bestanden waarop deze vogelsoorten. Het effect van de bijvangsten op de populaties van deze soorten wordt echter gering geacht (zie voorgaande). Een effect van de garnalenvisserij via hun voedselvoorraad wordt in de PB daarom niet aannemelijk geacht. Voedselvoorraad zeezoogdieren De garnalenvisserij zou een effect kunnen hebben op de voedselvoorraad van zeehonden en bruinvissen als gevolg van de sterfte van bodemdieren of het wegvangen van vissen. Zoals echter in bovenstaande reeds beschreven, heeft de garnalenvisserij slechts een gering effect op de populaties van vissen. Aangezien zeehonden en bruinvissen zich bij het foerageren over zeer grote afstanden verplaatsen kan des te meer worden uitgesloten dat garnalenvisserij een waarneembaar effect op het voedselaanbod van zeezoogdieren heeft. Verstoringsaspecten vogels & zeehonden Door de aanwezigheid van vissersschepen kunnen rustende en/of foeragerend vogels (op het open water; o.a. de zwarte zee-eend, eidereend, roodkeelduiker, aalscholver en mogelijk de fuut) en op platen rustende grijze en gewonde zeehonden worden verstoord als deze dieren te dicht worden Pagina 17 van 69

18 genaderd. Dit kan gebeuren als gevolg van visuele verstoring, maar ook door geluid boven water. Beide variabelen hangen samen en worden tezamen besproken onder de noemer visuele verstoring. Verstoring van foeragerende (zwemmende) zeehonden is niet te verwachten; zij kunnen de vaartuigen gemakkelijk ontwijken. Verstoring van rustende en/of zogende exemplaren is wel een reëel potentieel effect: bij frequente verstoring vermindert mogelijk hun conditie. Verstoring moet daarom zoveel mogelijk voorkomen worden in de zoogperiode. In de eerdere vergunningverlening is vastgesteld dat een rustig varend en vissend garnalenvistuig in de Waddenzee geen dreiging voor de betrokken zeehonden populaties oplevert; er treedt gewenning op omdat het geluid en de beweging regelmatig terugkeren. De garnalenvisserij is in dat kader reeds in de eerdere vergunningverlening op grond van de Nb-wet, onder specifieke voorwaarden in de artikel 20-gebieden in de Waddenzee toegestaan. Hiertoe zij verwezen naar de specifieke voorschriften verbonden aan de onderhavige vergunning. Sommige soorten zeevogels, in het bijzonder duikers en zee-eenden, worden gemakkelijk verstoord door scheepvaartbewegingen, inclusief die van vissers. Van zee-eenden die zich in grote groepen in de Nederlandse kustwateren kunnen ophouden, is met name van de zwarte zee-eend bekend dat de soort zeer snel verstoord kan worden. De verstoringsgevoeligheid van de eidereend is veel minder groot. Beide soorten kennen een zeer groot verspreidingsgebied en concentreren zich in de Nederlandse kustwateren op locaties waar voedsel ligt in de vorm van schelpdierbanken en concentraties van andere, ingegraven schelpdiersoorten als Ensis en (in het verleden) Spisula. Dit zijn niet de gebieden waar de garnalenvisserij zich specifiek op richt. De overlap tussen de vislocaties van de garnalenvissers en de foerageergebieden van de schelpdieretende eenden is vanwege het ontbreken van die overlap waarschijnlijk klein en daarmee de kans dat vogels vaak worden verstoord ook. Om deze kans verder te verkleinen is in de huidige Nb-wet vergunning als voorwaarde vastgelegd dat grote groepen vogels niet mogen worden verstoord. Voor de andere, op zee voorkomende, vogelsoorten wordt geconcludeerd dat gelet op het grote verspreidingsgebied van deze soorten en het geringe oppervlak dat hiervan op een bepaald moment door garnalenschepen wordt verstoord, het niet is te verwachten dat de garnalenvisserij grote effecten heeft op de kwaliteit (draagkracht) van Natura 2000 gebieden. Effecten op de omvang garnalenpopulatie Vanwege de biologische eigenschappen van de garnaal (snelle reproductie en groei, hoge natuurlijke sterfte) wordt de invloed van de visserij op de bestandsgrootte van de garnalen zelf gering geacht. Duitse vissers In relatie tot de vraag hoe zich de inhoud van de PB zich verhoudt tot de grondslag van de aanvraag waarin ook voor een groep van onder Duitse vlag varende vissers wordt aangevraagd, meldt de aanvrager het volgende. De betreffende Duitse vissers maken al decennia gebruik van de Nederlandse wateren voor het vissen op garnalen net zoals de Nederlandse vissers dat doen in de Duitse wateren. Het is volgens de aanvrager niet te verwachten dat sprake zal zijn van een toename van het aantal Duitse vissers of de visserij-inspanning. De Duitse vissers hebben de onderhavige vergunning aangevraagd om daarmee hun historische rechten te kunnen veilig stellen. De Duitse vissers maken gebruik van dezelfde vistechnieken als de Nederlandse. De effecten wijken dan ook niet af van die van de Nederlandse garnalenvissers. Het aantal Duitse garnalenvissers dat in de Nederlandse wateren vist, is beperkt. Alleen in de Noordzeekustzone buiten de 3 mijlszone wordt door Duitse vissers op garnalen gevist. In dit gebied komt het habitattype H1110B voor. De PB concludeert ten aanzien van dat habitattype geen effect als gevolg van de garnalenvisserij. De voorgenoemde visstrook wordt in de winterperiode gebruikt door onder andere de zwarte zee-eend. Pagina 18 van 69

19 Uit de PB blijkt dat sprake is van niet significante resteffecten op deze soort. Op de andere vogels waarvoor het Natura 2000-gebied Noordzeekustzone is aangewezen worden geen effecten verwacht. Gelet op de aard van de activiteiten mag worden aangenomen dat de geringe effecten van de reeds jaren aanwezige Duitse vissers in de omgeving zijn verdisconteerd en derhalve geen negatief effect zullen hebben op de staat van instandhouding, aldus de aanvrager. In de PB zijn de activiteiten van deze vissers dan ook niet in de cumulatietoets opgenomen. Ik onderschrijf deze conclusie. Het aantal zeedagen van de Duitse vissers in de Nederlandse Natura 2000-gebieden wordt niet geregistreerd. De aanlanding van garnalen is wel uit administraties te herleiden. In de eerste helft van 2014 zijn door de Duitse vissers waarvoor vergunning wordt aangevraagd 26 keer garnalen in Nederland aangeland. Op basis hiervan wordt het aantal zeedagen geschat op maximaal 208 per jaar. Hiervan zal slechts een deel betrekking hebben op het Natura 2000-gebied Noordzeekustzone. De betreffende Duitse vissers dienen immers buiten de 3 mijl-zone te blijven. Grote delen van het Natura 2000-gebied kunnen derhalve niet worden benut. Er wordt dan ook relatief veel buiten de Natura 2000-gebieden gevist. In totaal is in het eerste halfjaar van 2014 door de Duitse vissers kg garnalen aangeland. Dit is slechts ongeveer 0,1% van de jaarlijks door de Nederlandse vloot aangelande hoeveelheid. Dit onderstreept het zeer beperkte aandeel van de activiteiten van de Duitse vissers in de Nederlandse wateren. Algemene mitigerende maatregelen Teneinde een zo deugdelijk mogelijke borging te creëren voor het voorkomen van verstoring van diverse relevante natuurwaarden acht ik het goed om enkele specifieke maatregelen in de onderhavige vergunning op te nemen. Zij zien specifiek op de voorkomens van litorale natuurwaarden (alleen visserij in de sublitorale geulen is toegestaan) en het zoveel als mogelijk voorkomen van verstoring van groepen van zeehonden en vogels. Eerstgenoemd voorschrift is feitelijk een vastlegging van de huidige en voorgaande visserijpraktijken waarbij locaties worden vermeden waar de netten vast c.q. beschadigd kunnen raken. Additioneel gesloten gebied In het rapport Natura 2000-doelen in de Waddenzee wordt aangegeven dat kwaliteitsverbetering van H1110A vooral te realiseren is in de westelijke Waddenzee door de ontwikkeling van meerjarige (oudere) mosselbanken en door het herstel van de omvang en samenstelling van de visstand 1. Om deze kwaliteitsverbetering mogelijk te maken wordt ingezet op een vermindering van de bodemberoering door menselijke activiteiten. In de doelenuitwerking wordt gewezen op het Convenant Transitie Mosselsector en Natuurherstel Waddenzee waarin maatregelen zijn overeengekomen ten aanzien van de mosselvisserij. Dit wordt als belangrijkste bijdrage aan het bereiken van de kwaliteitsverbetering van H1110A benoemd ( p. 34 e.v.). In de doelenuitwerking wordt op p. 36 aangegeven dat ook maatregelen ten aanzien van de garnalenvisserij een belangrijke bijdrage aan het behalen van het doel zullen kunnen leveren. De concrete invulling daarvan en de effecten op habitattype H1110A zijn echter nog niet bekend. Nadere Effectanalyse (hierna: NEA) In 2011 bleek uit de NEA die ten grondslag ligt aan het ontwerp van het Natura 2000-beheerplan Waddenzee dat de resteffecten die optreden als gevolg van de garnalenvisserij op H1110A in de Waddenzee onduidelijk zijn. De garnalenvisserij is in de NEA beoordeeld als vergund gebruik en in de systematiek van de NEA zijn resteffecten van vergund gebruik per definitie niet significant. In dat verband is het volgende gesteld: Dat betekent dat de precieze omvang moeilijk te bepalen is en dat deze in beginsel kan variëren van verwaarloosbaar tot groot. Het is van belang om vast te stellen dat 1 RWS, juni 2011, P 28, p 34 Pagina 19 van 69

20 een onduidelijk resteffect in de NEA in de cumulatietoets vanuit het voorzorgsprincipe wordt meegenomen als een groot resteffect. In de betreffende cumulatietoets wordt geconcludeerd dat cumulatie van de effecten van menselijke activiteiten in de Waddenzee mogelijk tot significante effecten op H1110A leidt. Hierbij wordt opgemerkt dat externe werking en natuurlijke factoren mogelijk ook een belangrijke rol spelen bij de huidige ongunstige doelrealisatie en het behalen van de instandhoudingsdoelstelling. De cumulatietoets in de NEA heeft daarmee een volledig andere systematiek dan de cumulatietoets die in de PB is uitgevoerd. In de NEA wordt geconcludeerd dat dat de effecten van menselijke activiteiten in cumulatie mogelijk significant zijn. Men merkt echter tevens op dat het instandhoudingsdoel mogelijk niet gehaald kan worden ten gevolge van externe werking (bijvoorbeeld visserij op de Noordzee) en natuurlijke factoren (klimaatverandering). In de PB is in de cumulatietoets, zoals artikel 19 van de Nb-wet voorschrijft, uitsluitend gekeken naar andere (vergunde) plannen en projecten waarvan de effecten nog niet in het ecosysteem zijn geïncorporeerd. Passende Beoordeling In de voorgelegde PB in het kader van de onderhavige procedure wordt geconcludeerd dat er geen significante effecten op de natuurlijke kenmerken van de Natura 2000 gebieden te verwachten zijn van de garnalenvisserij. Wel is er sprake van eventuele geringe resteffecten. Deze verschillende conclusies (gering resteffect versus onduidelijk resteffect) kunnen zoals hierboven beschreven worden verklaard uit het verschil in kader. De NEA legt een grotere nadruk op de onzekerheden die er nog bestaan. De PB onderschrijft dat er nog onderzoek loopt, maar concludeert op basis van tussenresultaten en onderzoek dat reeds is uitgevoerd is naar de effecten van de garnalen- en mosselvisserij dat de resteffecten van garnalenvisserij gering zijn. De PB concludeert derhalve dat er nog een aantal resteffecten aanwezig is; deze (niet significante) resteffecten zijn echter geen aanleiding om de vergunning te weigeren. In de PB wordt ook geconcludeerd dat deze resteffecten gewenste ontwikkelingen vanuit het oogpunt van ongestoorde natuurlijke ontwikkeling zouden kunnen remmen en dat de garnalensector samen met anders visserijsectoren, de overheid en natuurorganisaties in het kader van VIBEG en VISWAD, afspraken heeft gemaakt om de resteffecten van garnalenvisserij, ook al zijn deze niet significant in het kader van Natura 2000 zoveel als haalbaar te verminderen. Dit betekent dat eventuele onzekerheden over mogelijke resteffecten in het kader deze PB verder worden geminimaliseerd. Dit is een extra waarborg voor de conclusie dat de garnalenvisserij het bereiken van de gestelde verbeterdoelen niet in de weg staat. Een significant deel van de garnalensector heeft inderdaad in het kader van het Viswad-akkoord vrijwillig een deel van haar visgebied op de westelijke Waddenzee buiten de grondslag van haar vergunningaanvraag gelaten. Dit deel van de sector creëert daarmee ruimte voor een bijdrage aan het uiteindelijk behalen van het gestelde verbeterdoel voor het habitattype H1110A door het verder elimineren van de voorgenoemde resteffecten. Het ligt omwille van het robuust borgen van de daadwerkelijke werking van deze vrijwillige gebiedssluiting in de praktijk in de rede om ook in het veld deze uitsluiting sectorbreed te kunnen effectueren. Dit bevordert tevens een krachtig en coherent toezicht op deze gebiedsuitsluitingen. De betreffende sluiting kan opvolgend in het betreffende Natura 2000-beheerplan voor de Waddenzee worden opgenomen als maatregel in het kader van het verbeterdoel voor het voorgenoemde habitattype. Ik benadruk dat de garnalenvisserij naar mijn weging geen significante effecten zal sorteren op de relevante instandhoudingsdoelstellingen. Omwille van de gestelde verbeteringsdoelstelling voor met Pagina 20 van 69

Datum: 27 juni 2014 Kenmerk: EG/AWo/WvdH/14134

Datum: 27 juni 2014 Kenmerk: EG/AWo/WvdH/14134 Ministerie van Economische Zaken DG Natuur en Regio t.a.v. mevrouw mr. S.N.M. van Dijk Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG Aantekenen Datum: 27 juni 2014 Kenmerk: EG/AWo/WvdH/14134 Betreft: Zienswijze garnalenvisserij

Nadere informatie

Bijlage 1; Wnb; garnalenvisserij; vergunning. Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 4

Bijlage 1; Wnb; garnalenvisserij; vergunning. Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 4 Bijlage 1; Wnb; garnalenvisserij; vergunning Directie en Biodiversiteit Behandeld door Datum Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk DGAN-NB/18074773 Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG... 2 2 PROCEDURE... 4 3 WETTELIJK

Nadere informatie

Datum: 21 februari 2014 Kenmerk: EG/AWo/WvdH/14040

Datum: 21 februari 2014 Kenmerk: EG/AWo/WvdH/14040 Ministerie van Economische Zaken DG Natuur en Regio t.a.v. mevrouw mr. S.N.M. van Dijk Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG Aantekenen Datum: 21 februari 2014 Kenmerk: EG/AWo/WvdH/14040 Betreft: Zienswijze garnalenvisserij

Nadere informatie

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2 Directie en Biodiversiteit Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk DGAN-NB/18096623 Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG... 2 2 PROCEDURE... 2 3 WETTELIJK KADER... 2 3.1 Relevante artikelen Wet natuurbescherming...

Nadere informatie

Procedureel Uw aanvraag is op 18 december 2009 door mij ontvangen. Bij brief van 18 december 2009 heb ik de ontvangst van uw aanvraag bevestigd.

Procedureel Uw aanvraag is op 18 december 2009 door mij ontvangen. Bij brief van 18 december 2009 heb ik de ontvangst van uw aanvraag bevestigd. > Retouradres Postbus 6111 5600 HC Eindhoven Producentenorganisatie van de Nederlandse Mosselcultuur Postbus 116 4400 AC YERSEKE Keizersgracht 5 5611 HB Eindhoven Postbus 6111 5600 HC Eindhoven www.minlnv.nl

Nadere informatie

Natuurcompensatie Voordelta

Natuurcompensatie Voordelta Natuurcompensatie Voordelta Ervaringen met gebiedsbescherming in een ondiepe kustzone Mennobart van Eerden Job van den Berg Aanleiding De natuurcompensatie in de Voordelta als gevolg van de aanleg en aanwezigheid

Nadere informatie

Datum 26 november 2009 Betreft Verlenging Nb-wetvergunning ensisvisserij

Datum 26 november 2009 Betreft Verlenging Nb-wetvergunning ensisvisserij > Retouradres Postbus 6111 5600 HC Eindhoven Keizersgracht 5 5611 HB Eindhoven Postbus 6111 5600 HC Eindhoven www.minlnv.nl Betreft Verlenging Nb-wetvergunning ensisvisserij Geachte heer, Bij brief van

Nadere informatie

Bijlage 1 Overweging zandwinning Den Helder Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Den Helder (Noord-Holland)

Bijlage 1 Overweging zandwinning Den Helder Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Den Helder (Noord-Holland) Bijlage 1 Overweging zandwinning Den Helder Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Den Helder (Noord-Holland) Herman Gorterstraat 55 3511 EW UTRECHT Postbus 19143 3501 DC UTRECHT www.minlnv.nl T

Nadere informatie

Inhoud OVERWEGINGEN ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 3

Inhoud OVERWEGINGEN ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 3 Behandeld door Overwegingen bij Wnbvergunning Ensisvisserij 2019-2023 Datum 10-01-2019 Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk DGNVLG-NB / 18316616 Datum 10-01-2019 Contactpersoon Inhoud OVERWEGINGEN... 2

Nadere informatie

Vergunningen Huis. Onderwerp: Aanvraag wijziging vergunning Wet natuurbescherming. Lelystad, 15 augustus Geachte mevrouw van Dijk,

Vergunningen Huis. Onderwerp: Aanvraag wijziging vergunning Wet natuurbescherming. Lelystad, 15 augustus Geachte mevrouw van Dijk, 03 Ministerie van Economische Zaken Directoraat-generaal Natuur & Regio Directie Regio en Ruimtelijke Economie T.a.v. mw. mr. S.N.M. van Dijk Postbus 20401 2500 EK Den Haag Onderwerp: Aanvraag wijziging

Nadere informatie

Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Zuid West

Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Zuid West www.rijksoverheid.nl/eleni Bijlage nummer 1 Horend bij Vergunning Nb-wet 1998 Contactpersoon Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Zuid West Bijlagen - DE AANVRAAG

Nadere informatie

Was-wordt. Van ontwerp naar definitief Natura 2000 Beheerplan Voordelta Rijkswaterstaat Aiinistene van infrastnictuur en Mflteu

Was-wordt. Van ontwerp naar definitief Natura 2000 Beheerplan Voordelta Rijkswaterstaat Aiinistene van infrastnictuur en Mflteu Rijkswaterstaat Aiinistene van infrastnictuur en Mflteu Was-wordt Van ontwerp naar definitief Natura 2000 Beheerplan Voordelta 2015-2021 Water. Wegen. Werken. Rijkswaterstaat. Rijkswaterstaat Ministerie

Nadere informatie

Advies. Aan: Waddenfonds Van: Waddenacademie Datum: April 2015 Betreft: Garnalenvisserij. Inleiding

Advies. Aan: Waddenfonds Van: Waddenacademie Datum: April 2015 Betreft: Garnalenvisserij. Inleiding Advies Aan: Waddenfonds Van: Waddenacademie Datum: April 2015 Betreft: Garnalenvisserij Inleiding Het Waddenfonds heeft de Waddenacademie gevraagd advies uit te brengen ten aanzien van het thema garnalenvisserij.

Nadere informatie

Sportvisserij binnen de grenzen van Natura 2000

Sportvisserij binnen de grenzen van Natura 2000 Sportvisserij de grenzen Vissen binnenbinnen de grenzen van Natura 2000 van Natura 2000 Afspraken over het visserijbeheer in de Noordzeekustzone en Vlakte van de Raan voor de ontwikkeling vanopnatuur en

Nadere informatie

Intensiteit van de visserij op de Noordzee,

Intensiteit van de visserij op de Noordzee, Indicator 20 mei 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De gebieden met hoge ecologische

Nadere informatie

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Voordelta

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Voordelta Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Voordelta De Staatssecretaris van Economische Zaken Gelet op de artikelen 10a en 15 van de Natuurbeschermingswet 1998; BESLUIT: Artikel 1 Het besluit van 19 februari

Nadere informatie

Bijlage 1 bij besluit DRZZ/ , d.d

Bijlage 1 bij besluit DRZZ/ , d.d Bijlage 1 bij besluit DRZZ/2009-1109, d.d. 19-03-2009 VERPLAATSING VAN OESTERPERCELEN EN DE AANLEG VAN ZEVEN NIEUWE OESTERPERCELEN IN DE GREVELINGEN INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN De aanvraag De aanvrager verzoekt

Nadere informatie

Wnb; overwegingen vergunning; seismisch onderzoek Lemsterland; Rottige Meenthe & Brandemeer en Weerribben.

Wnb; overwegingen vergunning; seismisch onderzoek Lemsterland; Rottige Meenthe & Brandemeer en Weerribben. Directoraat-generaal, Visserij en Landelijk Gebied Behandeld door Wnb; overwegingen vergunning; seismisch onderzoek Lemsterland; Rottige Meenthe & Brandemeer en Datum 5 december 2018 Bijlage nummer 1 Horend

Nadere informatie

Natura 2000 Vlakte van de Raan

Natura 2000 Vlakte van de Raan Samenvatting maart 2016 Natura 2000 Vlakte van de Raan Beheerplan Leeswijzer In maart 2011 is de Vlakte van de Raan aangewezen als Natura 2000-gebied. Om de zeenatuur in de Vlakte van de Raan te kunnen

Nadere informatie

Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2 Wnb; wijziging vergunning onderhoudsbaggerwerk in de haven van Delfzijl; Waddenzee Directoraat-generaal Agro en Behandeld door Datum 20 december 2017 Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk DGAN-NB / 17206945

Nadere informatie

Datum 26 november 2009 Betreft Verlenging Nb-wetvergunning ensisvisserij. Geachte heer,

Datum 26 november 2009 Betreft Verlenging Nb-wetvergunning ensisvisserij. Geachte heer, > Retouradres Postbus 6111 5600 HC Eindhoven Keizersgracht 5 5611 HB Eindhoven Postbus 6111 5600 HC Eindhoven www.minlnv.nl Betreft Verlenging Nb-wetvergunning ensisvisserij Geachte heer, Bij brief van

Nadere informatie

Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Midden (Noord-Holland)

Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Midden (Noord-Holland) Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Midden (Noord-Holland) Herman Gorterstraat 55 3511 EW UTRECHT Postbus 19143 3501 DC UTRECHT www.minlnv.nl T 070 888 32 00 F

Nadere informatie

Vergunning Nb-wet 1998; Project Stroomlijn; Cortenoever

Vergunning Nb-wet 1998; Project Stroomlijn; Cortenoever Inhoudelijke overwegingen Vergunning Nb-wet 1998; Project Stroomlijn; Cortenoever Directoraat-generaal Natuur Behandeld door A. de Noord T 050 750 8333 F 050 750 8399 a.denoord@mineleni.nl Bijlage nummer

Nadere informatie

Bijlage 1 bij besluit DRZZ/ , d.d. 23 september 2010 SCHELPDIERINVENTARISATIES VLAKTE VAN DE RAAN INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN

Bijlage 1 bij besluit DRZZ/ , d.d. 23 september 2010 SCHELPDIERINVENTARISATIES VLAKTE VAN DE RAAN INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN Bijlage 1 bij besluit DRZZ/2010-3332, d.d. 23 september 2010 SCHELPDIERINVENTARISATIES VLAKTE VAN DE RAAN INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN DE AANVRAAG De aanvraag heeft betrekking op de jaarlijkse onderzoeksactiviteiten

Nadere informatie

Nederlandse Vissersbond T.a.v. Postbus AB EMMELOORD. Geachte,

Nederlandse Vissersbond T.a.v. Postbus AB EMMELOORD. Geachte, Directie Regionale Zaken Nederlandse Vissersbond T.a.v. Postbus 64 8300 AB EMMELOORD uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 04-10-2006 200602366/4.0/ DRZ/07/1557/HD/SM 23-04-2007 onderwerp doorkiesnummer

Nadere informatie

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 28 april DRZ/07/3012/FB/HG onderwerp doorkiesnummer bijlagen

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 28 april DRZ/07/3012/FB/HG onderwerp doorkiesnummer bijlagen Directie Regionale Zaken Zeehondencrèche Lenie t Hart t.a.v. Hoofdstraat 94a 9968 AG Pieterburen uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 28 april 2007 - DRZ/07/3012/FB/HG 01-08-2007 onderwerp doorkiesnummer

Nadere informatie

Handelend in overeenstemming met de minister van Infrastructuur en Milieu en de minister van Defensie;

Handelend in overeenstemming met de minister van Infrastructuur en Milieu en de minister van Defensie; Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 22.04.2013, kenmerk 13058223 tot beperking in toegankelijkheid van gebieden ex artikel 20 Natuurbeschermingswet 1998, gelegen binnen de Natura

Nadere informatie

Overwegingen bij definitief besluit vergunning Wet natuurbescherming project Stroomlijn fase 3, tranche 7, perceel 1 en 2

Overwegingen bij definitief besluit vergunning Wet natuurbescherming project Stroomlijn fase 3, tranche 7, perceel 1 en 2 Overwegingen bij definitief besluit vergunning Wet natuurbescherming project Stroomlijn fase 3, tranche 7, perceel 1 en 2 Directie en Biodiversiteit Behandeld door T 070 379 7976 F 088 223 3334 Datum 20

Nadere informatie

Ecologische duurzaamheid van de bodemvisserij op de Noordzee,

Ecologische duurzaamheid van de bodemvisserij op de Noordzee, Ecologische duurzaamheid van de bodemvisserij op de Noordzee, 2007-2011 Indicator 20 september 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere

Nadere informatie

Inhoudelijke overwegingen Mosselkweek en invang in de Voordelta en Vlakte van de Raan

Inhoudelijke overwegingen Mosselkweek en invang in de Voordelta en Vlakte van de Raan Bijlage nummer 1 Horend bij 253769 Contactpersoon Inhoudelijke overwegingen Mosselkweek en invang in de Voordelta en Vlakte van de Raan Keizersgracht 5 5611 HB Eindhoven Postbus 6111 5600 HC Eindhoven

Nadere informatie

Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Midden

Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Midden www.rijksoverheid.nl/eleni Bijlage nummer 1 Horend bij Vergunning Nb-wet 1998 Contactpersoon Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Midden Bijlagen - DE AANVRAAG

Nadere informatie

Procedureel. Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u binnen uw aanvraag uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd.

Procedureel. Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u binnen uw aanvraag uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd. > Retouradres Postbus 6111 5600 HC Eindhoven Directie Agroketens en Visserij t.a.v.ir. ing. A.J. Vermuë Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG Keizersgracht 5 5611 HB Eindhoven Postbus 6111 5600 HC Eindhoven www.minlnv.nl

Nadere informatie

Nb-wet; garnalenvisserij 2017 e.v.

Nb-wet; garnalenvisserij 2017 e.v. Nb-wet; garnalenvisserij 2017 e.v. Directoraat-generaal Agro en Behandeld door mr. S.N.M. van Dijk T 070 3798911 s.n.m.vandijk@minez.nl Bijlage nummer 1 Kenmerk DGAN-NB/16145293 DE AANVRAAG De aanvraag

Nadere informatie

website - 47-RO-2009015319-ab.doc Pagina 1

website - 47-RO-2009015319-ab.doc Pagina 1 website - 47-RO-2009015319-ab.doc Pagina 1 Ons kenmerk RO/2009015319 Behandeld door de heer B. Klijs (0592) 36 56 64 Onderwerp: Vergunning artikel 19d van de Natuurbeschermingswet (Nb-wet) 1998 BESLUIT

Nadere informatie

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Op het op 6 januari 2016 door ons ontvangen verzoek om een verklaring van geen bedenkingen in het kader van de Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE,

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE, Besluit van de Staatssecretaris van Economische zaken, Landbouw en Innovatie van 23 februari 2012, tot wijziging van de beperking in toegankelijkheid van enkele gebieden ex artikel 20 Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe

Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe De Staatssecretaris van Economische Zaken Gelet op artikel 3, eerste lid, van Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van

Nadere informatie

Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2 Wnb; overwegingen; Spisulavisserij in Natura 2000- gebieden; Nederlandse kustzone voor zover gelegen buiten de Natura 2000-gebieden (maar binnen de NAP - 20 meter dieptelijn) Noordzeekustzone, Vlakte van

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 2 december 2016 door ons ontvangen aanvraag voor een vergunning ingevolge artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming van R. Verburgt

Nadere informatie

Nederlandse Vissersbond T.a.v. de heer J.K. Nooitgedagt Postbus AB EMMELOORD

Nederlandse Vissersbond T.a.v. de heer J.K. Nooitgedagt Postbus AB EMMELOORD > Retouradres Postbus 6111 5600 HC EINDHOVEN Nederlandse Vissersbond T.a.v. de heer J.K. Nooitgedagt Postbus 64 8300 AB EMMELOORD Keizersgracht 5 5611 HB EINDHOVEN Postbus 6111 5600 HC EINDHOVEN www.rijksoverheid.nl/eleni

Nadere informatie

Rederscentrale. Geachte

Rederscentrale. Geachte > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Rederscentrale Directoraat-generaal Agro en Directie en Biodiversiteit Postadres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Overheidsidentificatienr 00000001003214369000

Nadere informatie

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2 Inhoudelijke overwegingen Directie en Biodiversiteit Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk DGAN-NB / 17203395 Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG... 2 2 PROCEDURE... 2 3 WETTELIJK KADER... 2 3.1 Relevante artikelen

Nadere informatie

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2 Inhoudelijke overwegingen Directoraat-generaal Agro en Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk 17102956 Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG... 2 2 PROCEDURE... 2 3 WETTELIJK KADER... 2 3.1 Relevante artikelen Wet

Nadere informatie

Besluit. Nederlandse Vissersbond U.A. T.a.v de heer Postbus AB Emmeloord

Besluit. Nederlandse Vissersbond U.A. T.a.v de heer Postbus AB Emmeloord > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Nederlandse Vissersbond U.A. T.a.v de heer Postbus 64 8300 AB Emmeloord Directoraat-generaal Agro en Directie en Biodiversiteit Bezoekadres Bezuidenhoutseweg

Nadere informatie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie 1 NATUUR 1.1 Natuurwetgeving & Planologie De bescherming van de natuur is in Nederland vastgelegd in respectievelijk de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Deze wetten vormen een uitwerking

Nadere informatie

MOSSELWAD Herstel en Duurzaam beheer Mosselbanken Waddenzee

MOSSELWAD Herstel en Duurzaam beheer Mosselbanken Waddenzee MOSSELWAD Herstel en Duurzaam beheer Mosselbanken Waddenzee EUCC, The Coastal Union Wageningen IMARES Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-CEME) Koninklijk Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek (NIOZ)

Nadere informatie

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2 NATUUR EN MILIEU LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in Rotterdam

Nadere informatie

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons) Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk 14-16 (KuiperCompagnons) NATUUR Kader De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze soortgroepen

Nadere informatie

Programma van Eisen - Beheerplannen

Programma van Eisen - Beheerplannen Programma van Eisen - Beheerplannen Eisen voor de inhoud Inventarisatie 1. Het beheerplan geeft allereerst een beschrijving van de natuurwaarden in het Natura 2000-gebied (de actuele situatie en trends,

Nadere informatie

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Op het op 30 december 2015 door ons ontvangen verzoek om een verklaring van geen bedenkingen in het kader van de Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 002 Wijziging van de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet in verband met uitbreiding van de werkingssfeer van beide wetten naar

Nadere informatie

Q,dbn. Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord

Q,dbn. Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Q,dbn Omgevingsdienst Brabant Noord Op het op 1 maart 2016 door ons ontvangen verzoek om een verklaring van geen bedenkingen in

Nadere informatie

Pulsvisserij: wat weten we wel en niet?

Pulsvisserij: wat weten we wel en niet? Pulsvisserij: wat weten we wel en niet? Nathalie Steins & Adriaan Rijnsdorp, IMARES Wageningen UR 20 juni 2016 Background NL vloot heeft 80% Noordzee tong quota Zorgen over traditionele vangstmethode (boomkor)

Nadere informatie

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT TOEGANGSBEPERKINGSBESLUIT BODEMBESCHERMINGSGEBIED VOORDELTA

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT TOEGANGSBEPERKINGSBESLUIT BODEMBESCHERMINGSGEBIED VOORDELTA MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT 9juni2008 No. DRZ. 2008/2213-1 Directie Regionale Zaken DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT TOEGANGSBEPERKINGSBESLUIT BODEMBESCHERMINGSGEBIED

Nadere informatie

Overwegingen bij besluit vergunning Wet natuurbescherming project TO-meting monitoring pilotsuppletie Amelander Zeegat

Overwegingen bij besluit vergunning Wet natuurbescherming project TO-meting monitoring pilotsuppletie Amelander Zeegat Overwegingen bij besluit vergunning Wet natuurbescherming project TO-meting monitoring pilotsuppletie Amelander Zeegat Directie en Biodiversiteit Behandeld door T 070 379 7976 F 088 223 3334 Datum 24 juli

Nadere informatie

Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en -suppletie voor de kust van Callantsoog. Vergunning zandwinning en -suppletie Callantsoog; Nbwet

Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en -suppletie voor de kust van Callantsoog. Vergunning zandwinning en -suppletie Callantsoog; Nbwet Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en -suppletie voor de kust van Callantsoog Prins Clauslaan 8 2595 AJ Den Haag Postbus 20401 2500 EK Den Haag www.minlnv.nl Bijlage nummer 1 Horend bij Vergunning zandwinning

Nadere informatie

Gebiedsbescherming, Windparken op Land en de praktijk van de Provincie Groningen. Aaldert ten Veen, Stibbe Olaf Slakhorst, Provincie Groningen

Gebiedsbescherming, Windparken op Land en de praktijk van de Provincie Groningen. Aaldert ten Veen, Stibbe Olaf Slakhorst, Provincie Groningen Gebiedsbescherming, Windparken op Land en de praktijk van de Provincie Groningen Aaldert ten Veen, Stibbe Olaf Slakhorst, Provincie Groningen Stibbe & Pondera Winddag 11 oktober 2016 Windparken en gebiedsbescherming:

Nadere informatie

Ik ben Corrie nagel. Schipper eigenaar van het vissersschip HA31. Ik ben bestuurslid van visserijvereniging Ons Belang uit Harlingen.

Ik ben Corrie nagel. Schipper eigenaar van het vissersschip HA31. Ik ben bestuurslid van visserijvereniging Ons Belang uit Harlingen. BELEVING ALS GARNALENVISSER 1 Ik ben Corrie nagel. Schipper eigenaar van het vissersschip HA31 Ik ben bestuurslid van visserijvereniging Ons Belang uit Harlingen. Ik werk ook mee in het Europese onderzoek

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b Datum : 19 september 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-00078 - gemeente Nunspeet

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE,

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE, Mededeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 7 december 2011, nr. 244122, betreffende het doen van een aanvraag voor een ontheffing voor het winnen van mosselzaad

Nadere informatie

Uitdagingen bij onderzoek garnalenvisserij

Uitdagingen bij onderzoek garnalenvisserij Uitdagingen bij onderzoek garnalenvisserij aansluiting bij beleid en praktijk 7 maart 2014 Ingrid Tulp, Josien Steenbergen & Tobias van Kooten Garnalenvisserij internationaal Weinig beheer Vergunningensysteem

Nadere informatie

Besluit. Coöperatieve Producentenorganisatie Nederlandse vissersbond U.A.

Besluit. Coöperatieve Producentenorganisatie Nederlandse vissersbond U.A. > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Coöperatieve Producentenorganisatie Nederlandse vissersbond U.A. Directoraat-Generaal Natuur, Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus

Nadere informatie

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum /IMA 0511 DRZZ /MT onderwerp doorkiesnummer bijlagen

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum /IMA 0511 DRZZ /MT onderwerp doorkiesnummer bijlagen Directie Regionale Zaken Wageningen-IMARES afd. WOT t.a.v. Postbus 77 4400 AB Yerseke uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 06-11-2006 06/IMA 0511 DRZZ 07-567/MT 14-02-2007 onderwerp doorkiesnummer

Nadere informatie

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN VERGUNNING NATUURBESCHERMINGSWET 1998. verleend aan STAATSBOSBEHEER. voor

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN VERGUNNING NATUURBESCHERMINGSWET 1998. verleend aan STAATSBOSBEHEER. voor GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN VERGUNNING NATUURBESCHERMINGSWET 1998 verleend aan STAATSBOSBEHEER voor plaatsen en gebruik schuilvoorziening Rottumeroog (art. 20 gebied) besluit 16 juli

Nadere informatie

Ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 9 januari 2017 door ons ontvangen aanvraag voor een vergunning ingevolge artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming van

Nadere informatie

... Hoe ziet een Rijke Noordzee eruit?

... Hoe ziet een Rijke Noordzee eruit? ... Hoe ziet een Rijke Noordzee eruit? Samen voor een gezonde zee!... Stichting De Noordzee is de onafhankelijke natuur- en milieuorganisatie die zich inzet voor een duurzaam gebruik van de Noordzee en

Nadere informatie

Notitie flora en fauna

Notitie flora en fauna Notitie flora en fauna Titel/locatie Projectnummer: 6306 Datum: 11-6-2013 Opgesteld: Rosalie Heins Gemeente Baarn is voornemens om op de locatie van de huidige gemeentewerf een nieuwe brede school ontwikkelen.

Nadere informatie

Welkom bij de informatiebijeenkomst. Natura 2000-beheerplannen Waddenzee en Noordzeekustzone

Welkom bij de informatiebijeenkomst. Natura 2000-beheerplannen Waddenzee en Noordzeekustzone Welkom bij de informatiebijeenkomst Natura 2000-beheerplannen Waddenzee en Noordzeekustzone 1 Natura 2000-beheerplan Opzet presentatie 1. Inleiding 2. Beheerplan Waddenzee 3. Beheerplan Noordzeekustzone

Nadere informatie

Besluit. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Datum Wnb; goedkeuring gewijzigde uitvoering project Zandwinning Prins Hendrik Zanddijk Texel

Besluit. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Datum Wnb; goedkeuring gewijzigde uitvoering project Zandwinning Prins Hendrik Zanddijk Texel > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Directie en Biodiversiteit Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Datum Betreft Wnb; goedkeuring gewijzigde

Nadere informatie

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord Op het op 28 januari 2016 door ons ontvangen verzoek om een verklaring van geen bedenkingen in het

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (Wnb)

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (Wnb) 1 Assen, 23 januari 2017 Ons kenmerk 201601734-00675610 ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (Wnb) Vergunninghouder

Nadere informatie

Wijziging Natuurbeschermingswet 1998 door de Crisis- en herstelwet

Wijziging Natuurbeschermingswet 1998 door de Crisis- en herstelwet Wijziging Natuurbeschermingswet 1998 door de Crisis- en herstelwet De Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nb-wet) voorziet met het oog op het behoud van de biodiversiteit, in regels ter bescherming van

Nadere informatie

Beheerplan Voordelta. Spelregels voor natuurbescherming

Beheerplan Voordelta. Spelregels voor natuurbescherming Beheerplan Voordelta Spelregels voor natuurbescherming Beheerplan Voordelta 4 Voorwoord Voorwoord Iedereen wil graag een mooie omgeving om met plezier in te wonen, werken en recreëren. Onze omgeving is

Nadere informatie

Eilanden en biotische veranderingen in zee. Dr. ir. M.J. Baptist

Eilanden en biotische veranderingen in zee. Dr. ir. M.J. Baptist Eilanden en biotische veranderingen in zee Dr. ir. M.J. Baptist Megasuppletie Zandmotor Megasuppleties kunnen in de vorm van een eiland of schiereiland worden uitgevoerd. Eerste ontwerp ( Kustboekje,

Nadere informatie

Producentenorganisatie Kokkelvisserij t.a.v. Geachte,

Producentenorganisatie Kokkelvisserij t.a.v. Geachte, Directie Regionale Zaken Producentenorganisatie Kokkelvisserij t.a.v. uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 3-5-2006 DRZZ 06-4525/MT/GV 2-11-2006 onderwerp doorkiesnummer bijlagen Nb-wet 1998, vergunning,

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 22 juni 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-005160 - gemeente Putten Activiteit

Nadere informatie

Bijlage 1 bij besluit DRZ/09/2001/AN d.d. 12 juni 2009 HELIKOPTER-INZET MULTIDISCIPLINAIRE OEFENING INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN

Bijlage 1 bij besluit DRZ/09/2001/AN d.d. 12 juni 2009 HELIKOPTER-INZET MULTIDISCIPLINAIRE OEFENING INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN Bijlage 1 bij besluit DRZ/09/2001/AN d.d. 12 juni 2009 HELIKOPTER-INZET MULTIDISCIPLINAIRE OEFENING INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN DE AANVRAAG De voorgenomen helikopter-inzet maakt deel uit van een multidisciplinaire

Nadere informatie

Bijlage 2 bij besluit DRZZ 06-3825/GV, d.d. 19 september 2006

Bijlage 2 bij besluit DRZZ 06-3825/GV, d.d. 19 september 2006 Bijlage 2 bij besluit DRZZ 06-3825/GV, d.d. 19 september 2006 KOKKELVISSERIJ VOORDELTA 2006 INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN DE AANVRAAG De aanvraag heeft betrekking op de mechanische kokkelvisserij in het Natura

Nadere informatie

Besluit. TenneT TSO BV. Postbus AS Arnhem

Besluit. TenneT TSO BV. Postbus AS Arnhem > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag TenneT TSO BV Postbus 718 6800 AS Arnhem Directie en Biodiversiteit Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401 2500 EK Den Haag

Nadere informatie

Directie Participatie Postbus 30316 2500 GH Den Haag. Coalitie Delta Natuurlijk Ravelijn de Groene Jager 5 4461 DJ Goes

Directie Participatie Postbus 30316 2500 GH Den Haag. Coalitie Delta Natuurlijk Ravelijn de Groene Jager 5 4461 DJ Goes Directie Participatie Postbus 30316 2500 GH Den Haag Coalitie Delta Natuurlijk Ravelijn de Groene Jager 5 4461 DJ Goes Datum: 21 januari 2015 Behandeld door: mw. dr. A.V. Brader Onderwerp: Zienswijze Natura

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 27 januari 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2016-001222 - gemeente Woudenberg

Nadere informatie

Besluit. TenneT TSO B.V. Datum Wnb; goedkeuringsbesluit Heiplan - Borssele Beta; NOZ Borssele. Geachte,

Besluit. TenneT TSO B.V. Datum Wnb; goedkeuringsbesluit Heiplan - Borssele Beta; NOZ Borssele. Geachte, Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Overheidsidentificatienr 00000001003214369000 > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag TenneT TSO B.V. T 070

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum : 21 januari 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-010894 - gemeente Ermelo Activiteit

Nadere informatie

De vormvrije m.e.r.-beoordeling: vereisten

De vormvrije m.e.r.-beoordeling: vereisten Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu vereisten In gevallen dat een be sluit of plan betrekking heeft op activiteiten die voorkomen op de D-lijst kent de vormvrije m.e.r.-beoordeling

Nadere informatie

Adviescomité SEA. Is er al dan niet een strategische milieubeoordeling (SEA) vereist voor het ontwerp beleidsplannen mariene beschermde gebieden?

Adviescomité SEA. Is er al dan niet een strategische milieubeoordeling (SEA) vereist voor het ontwerp beleidsplannen mariene beschermde gebieden? Directoraat-generaal Leefmilieu EUROSTATION Blok II 2 e verdieping Victor Hortaplein 40, bus 10 B 1060 BRUSSEL www.environment.fgov.be Secretariaat van het Adviescomité SEA: Sabine WALLENS t: + 32 2 524

Nadere informatie

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - BIOLOGIE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - BIOLOGIE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2 NATUUR EN MILIEU LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - BIOLOGIE De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in Rotterdam

Nadere informatie

IBN 2015, Tweede Kamer, vergaderjaar , nr. 1.

IBN 2015, Tweede Kamer, vergaderjaar , nr. 1. Directie Natuur De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum onderwerp doorkiesnummer bijlagen Aanwijzing Natura 2000-gebieden

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 18 juni 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2015-005202 - gemeente Ede Activiteit

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst concept-beheerplan Natura 2000 Lauwersmeer

Informatiebijeenkomst concept-beheerplan Natura 2000 Lauwersmeer Informatiebijeenkomst concept-beheerplan Natura 2000 Lauwersmeer 1 Programma Welkom door Douwe Hollenga, voorzitter van de stuurgroep - Wat is Natura 2000 - Waar staan we: wat is geweest en wat komt Toelichting

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 21 augustus 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2015-004219 - gemeente Ede Activiteit

Nadere informatie

De blik vooruit: De nieuwe Wet natuurbescherming. Anne Reichgelt, Annelies Blankena en Evelien Verbij

De blik vooruit: De nieuwe Wet natuurbescherming. Anne Reichgelt, Annelies Blankena en Evelien Verbij De blik vooruit: De nieuwe Wet natuurbescherming Anne Reichgelt, Annelies Blankena en Evelien Verbij 1. Intro Wet Natuurbescherming Doel: natuurwetgeving vereenvoudigen en nauwer aan laten sluiten bij

Nadere informatie

2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b

2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b 2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b Datum : 13 november 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-000192 -

Nadere informatie

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2 Behandeld door Datum Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk Datum DGAN-NB/18086564 Contactpersoon Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG... 2 2 PROCEDURE... 2 3 WETTELIJK KADER... 2 3.1 Relevante artikelen Wet natuurbescherming...

Nadere informatie

Bijlage 1 bij besluit DRZZ/ d.d OESTERKWEEK OOSTERSCHELDE INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN

Bijlage 1 bij besluit DRZZ/ d.d OESTERKWEEK OOSTERSCHELDE INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN Bijlage 1 bij besluit DRZZ/2010-2741 d.d. 8-7-2010 OESTERKWEEK OOSTERSCHELDE INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN 1 De aanvraag De aanvrager verzoekt om een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna:

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 30 juni 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-007675 - gemeente Almere Activiteit

Nadere informatie

Voordelta Een bijzondere zee

Voordelta Een bijzondere zee Voordelta Een bijzondere zee Voordelta Een bijzondere zee Wist je dat de Voordelta, de zee voor de Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden, een bijzonder natuurgebied is? Terwijl je geniet op het strand, gaan

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Maaswerken t.a.v. Postbus 1593 6201 NB Maastricht. Geachte,

Rijkswaterstaat Maaswerken t.a.v. Postbus 1593 6201 NB Maastricht. Geachte, Directie Regionale Zaken Rijkswaterstaat Maaswerken t.a.v. Postbus 1593 6201 NB Maastricht uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 06-04-2006 DMW 2006/2196 DRZZ 06-2626/GV 20-07-2006 onderwerp doorkiesnummer

Nadere informatie

10 Wettelijke toetsingskaders natuur

10 Wettelijke toetsingskaders natuur MER Windpark Bouwdokken 133 10 Wettelijke toetsingskaders natuur 10.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de effecten op de natuur, zoals beschreven in het voorgaande hoofdstuk, getoetst aan het beleid en

Nadere informatie