Ergotherapeutische assessments en herstelondersteunende zorg

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ergotherapeutische assessments en herstelondersteunende zorg"

Transcriptie

1 Ergotherapeutische assessments en herstelondersteunende zorg Namen en studentnummers: Simone de Meij Laura Obbink Anna Voncken Opleiding: Ergotherapie Afstudeerproject: Kwikzilver, GGZ ingeest Opdrachtgever project: Jorine Schoenmaker Coach: Eric Tigchelaar Betreft: Theoretische onderbouwing Plaats en datum: Amsterdam, 2 juni 2016 Aantal woorden: 7.009

2 Voorwoord Deze theoretische onderbouwing is geschreven in het kader van ons afstuderen aan de opleiding Ergotherapie aan de Hogeschool van Amsterdam. Dit afstudeeronderzoek is uitgevoerd in opdracht van Jorine Schoenmaker, ergotherapeut en jobcoach binnen GGZ ingeest. De focus van dit onderzoek heeft gelegen op welke ergotherapeutische assessments aansluiten bij herstelondersteunende zorg. Door middel van dit afstudeeronderzoek hopen wij een bijdrage te leveren aan de kennisvergroting en verduidelijking met betrekking tot de ondersteuning van het herstelproces van cliënten met behulp van ergotherapeutische assessments. De keuze voor onderzoek naar ergotherapeutische assessments aansluitend bij herstelondersteunende zorg vloeit voort uit onze interesse voor rehabilitatie en herstel. Twee van de leden van de projectgroep hebben met veel plezier stage gelopen in de GGZ, waarnaar we merkte dat er weinig ergotherapeutische assessments ingezet worden binnen de psychiatrie. Dit wekte nieuwsgierigheid op wat heeft geleid tot de opzet en uitvoer van dit onderzoek. Dit onderzoek is geschreven voor werkzame hulpverleners binnen GGZ ingeest en in het bijzonder voor Jorine Schoenmaker en team kwikzilver, een nieuw opgestart team. Het onderzoek is beoordeeld en begeleid door Eric Tigchelaar, docent bij de Hogeschool van Amsterdam. Wij willen de volgende personen bedanken voor hun bijdrage aan en begeleiding bij dit onderzoek: Jorine Schoenmaker, opdrachtgever vanuit GGZ ingeest, voor het enthousiasme, de meedenkendheid en de feedback. Eric Tigchelaar, begeleidend docent vanuit de Hogeschool van Amsterdam, voor de kritische blik, coaching en het delen van uw kennis. We hebben als projectgroep op een prettige manier samengewerkt en hebben veel van elkaar en het onderzoek geleerd. Wij wensen u veel leesplezier! Simone de Meij Laura Obbink Anna Voncken Amsterdam, 2 juni

3 Inhoudsopgave 1. Samenvatting blz Inleiding 2.1 Aanleiding blz Herstelondersteunende zorg blz Verband met ergotherapie blz Doelstelling blz Vraagstelling blz Methode 3.1 Deel 1: Kijkkader en meetlat blz Factoren uit literatuuronderzoek blz Belangrijkste kenmerken blz Deel 2: Beoordeling assessments blz Keuze van de assessments blz Beoordelinswijze assessments blz Resultaten 4.1 Deel 1: Kijkkader en meetlat blz Deel 2: Beoordeling assessments blz Perfect aansluitende assessments blz Zeer goed aansluitende assessments blz Goed aansluitende assessments blz Matig aansluitende assessments blz Slecht aansluitende assessments blz Niet gescoorde assessments blz Discussie blz Conclusie blz Referenties blz Bijlagen blz. 26 2

4 1. Samenvatting Aanleiding: Binnen de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) heeft in de afgelopen jaren een verschuiving plaatsgevonden. Steeds meer GGZ instellingen onderkennen het belang van herstelondersteunende zorg. Het is echter voor hulpverleners een moeilijk vast te pinnen concept. Het is voor hen niet altijd duidelijk hoe herstelondersteunende zorg in de praktijk kan worden toegepast. De opdrachtgever van het onderzoek heeft de veronderstelling dat er ergotherapeutische assessments zijn die het bieden van herstelondersteunende zorg kunnen vergemakkelijken. Het is echter niet duidelijk welke assessments dit zijn. Vraagstelling: Door middel van dit onderzoek is onderzocht welke assessments aansluiten op herstelondersteunende zorg. Werkwijze: Er zijn een kijkkader en meetlat ontwikkeld aan de hand van drie literatuurstudies en aanvullende wetenschappelijke bronnen/literatuur, waarbij belangrijke aspecten van het meetproces zijn meegenomen. Dit kijkkader en deze meetlat zijn vervolgens gebruikt om te beoordelen in hoeverre assessments aansluiten bij herstelondersteunende zorg. Bij het beoordelen zijn de handleidingen van de assessments geraadpleegd. Het beoordelen is door de groepsleden onafhankelijk van elkaar uitgevoerd, waarna door middel van discussie tot concensus is gekomen. Resultaten: Uit het onderzoek bleek dat de Occupational Performance History Interview-II, het Canadian Occupational Performance Measure en de rollenlijst perfect aansluiten op herstelondersteunende zorg. De assessments die zeer goed aansluiten op herstelondersteunende zorg zijn de Assessment of Motor and Process Skills, de activiteitenweger, de handleiding observatie wilsubsysteem en het handelingsprofiel. De rollenen gewoontenlijst, het Occupational Self Assessment, de Occupational Case Analysis Interview and Rating Scale en het activiteitenprofiel sluiten goed aan op herstelondersteunende zorg. Conclusie: Het onderzoek biedt een duidelijk overzicht met betrekking tot welke assessments aansluiten op herstelondersteunende zorg. Er wordt aanbevolen om kritisch te kijken naar het kijkkader en nader onderzoek te doen naar aanvullende factoren. Daarbij moet onderzoek gedaan worden naar de validiteit en betrouwbaarheid van het meetproces. 3

5 2. Inleiding 2.1 Aanleiding Binnen de GGZ heeft in de afgelopen jaren een verschuiving plaatsgevonden. Steeds meer GGZ instellingen onderkennen het belang van herstelondersteunende zorg (Hendriksen-Favier, Nijnens & Rooijen, 2012). Herstelondersteunende zorg is voor hulpverleners een moeilijk vast te pinnen concept. Vooral de manier waarop het te bereiken is, blijft voor veel medewerkers binnen de GGZ ongrijpbaar (Schouten, 2015). Om voor de medewerkers van GGZ ingeest te verduidelijken hoe zij het herstelproces precies kunnen ondersteunen, wordt er een twee jarige proeftuin opgezet: team Kwikzilver. Cliënten worden uitgenodigd om in samenwerking met het team actieve deelnemers in hun eigen herstelproces te worden. De opdrachtgever heeft een sterk vermoeden dat er ergotherapeutische assessments zijn die het bieden van herstelondersteunende zorg kunnen vergemakkelijken en/of hieraan kunnen bijdragen. Er is echter weinig kennis welke assessments aansluiten bij herstelondersteunende zorg. Vanuit de opdrachtgever is daarom dan ook de vraag gekomen om onderzoek te doen naar welke ergotherapeutische assessments aansluiten bij herstelondersteunende zorg. 2.2 Herstelondersteunende zorg Herstelondersteunende zorg is alle zorg die gericht is op het bevorderen van het herstelproces. Hierbij is het in ieder geval van belang om op een andere manier te kijken naar mensen met een langdurige kwetsbaarheid dan vroeger gebruikelijk was. Het Trimbos instituut (2016) omschrijft dat herstelondersteunende zorg mensen met ernstige psychische problemen helpt om zichzelf te helpen. Herstel betekent binnen herstelondersteunende zorg niet genezing, maar weer zelf de regie over het leven voeren (Trimbos instituut, 2016). De directe en indirecte omgeving van de cliënt en alle diensten die binnen en buiten een organisatie worden geboden, moeten ten dienste staan van het persoonlijke herstelproces van de cliënt. Om deze benaderingswijze als hulpverlener te kunnen hanteren, is met name de attitude en het contact tussen hulpverlener en cliënt van belang (Hendriksen-Favier et al., 2012). Deze komen terug in de acht kenmerken van herstelondersteunende zorg (Erp, Boertien, Rooijen, Bakel & Smulders, 2015): 1. de hulpverlener heeft een attitude van hoop en optimisme; 2. de hulpverlener is present (aandachtig aanwezig); 3. de hulpverlener gebruikt zijn professionele referentiekader op een terughoudende en bescheiden wijze; 4. de hulpvelener maakt ruimte voor, ondersteunt het maken van en sluit aan bij het eigen verhaal van de cliënt; 5. de hulpverlener herkent en stimuleert het benutten van eigen kracht van de cliënt (empowerment) zowel individueel als collectief; 6. de hulpverlener erkent, benut en stimuleert de ontwikkeling van ervaringskennis van de cliënt; 7. de hulpverlener erkent, benut en stimuleert de ondersteuning van de cliënt door belangrijke anderen; 8. de hulpverlener is gericht op het verlichten van lijden en het vergroten van eigen regie/autonomie. 2.3 Verband met ergotherapie De theoretische achtergrond van ergotherapie en herstelondersteunende zorg komen nauw overeen. Beiden hebben als kernwaarden onder andere cliëntgecentreerd werken en het bevorderen van participatie (Hartingsveldt, Logister-Proost & Kinébanian, 2010; Hendriksen- Favier et al., 2012). Om die reden verondersteld de projectgroep dat sommige ergotherapeutische assessments goed aansluiten bij herstelondersteunende zorg. Het is echter 4

6 wel goed mogelijk dat er ook assessments toegepast worden die juist niet passen binnen de essentie van herstelondersteunende zorg. 2.4 Doelstelling Door te onderzoeken welke assessments aansluiten bij de kenmerken van herstelondersteunende zorg, wordt er meer duidelijkheid gecreëerd met betrekking tot geschikte assessments bij een herstelondersteunende benadering. Assessments meten de uitvoering van het handelen van de cliënt en zijn systeem en hebben een inventariserend of evaluatief doel. Ze verzamelen informatie/gegevens die noodzakelijk zijn om de interventie en/of behandeling af te stemmen op de cliënt of stellen de ontwikkeling van cliënten, en daarmee het effect van de interventie, vast (Hartingsveldt, Velden, Labee, Berzíns & Derksen, 2012). De doelstelling van het afstudeerproject is een theoretische onderbouwd overzicht waarin vermeld wordt welke ergotherapeutische assessments passen bij de kenmerken van herstelondersteunende zorg (zie bijlage 1). Dit overzicht moet gemakkelijk gebruikt kunnen worden en niet groter zijn dan één A4. Bij ieder assessment dient een korte beschrijving van het doel en de inhoud te staan. Op de achterkant dient vermeld te worden waar de assessments te vinden zijn. Het taalgebruik moet voor alle medewerkers van GGZ ingeest helder zijn. Om te beoordelen of ergotherapeutische assessments aansluiten op herstelondersteunende zorg dient er een kijkkader en meetlat ontwikkeld te worden voor herstelondersteunende zorg. Dit afstudeerproject draagt bij aan kennisvergroting en verduidelijkt hoe werknemers van GGZ ingeest het herstelproces kunnen ondersteunen. De meerwaarde van ergotherapie binnen de GGZ wordt gepromoot en de naamsbekendheid van ergotherapie vergroot. 2.5 Vraagstelling In overleg met de opdrachtgever en op basis van de aanleiding en doelstelling zijn de volgende hoofdvraag en deelvragen opgesteld: Hoofdvraag - Welke ergotherapeutische assessments sluiten aan bij herstelondersteunende zorg? Er is gekeken naar overlap tussen de acht kenmerken van herstelondersteunende zorg om zo tot drie categorieën te komen waarop de deelvragen gebaseerd zijn. Deze deelvragen bieden ondersteuning bij de ontwikkeling van het kijkkader en zijn uitgewerkt in drie literatuurstudies. Deelvragen 1. Welke factoren hebben een positieve invloed op een attitude passend bij herstelondersteunende zorg van professionals? 2. Welke factoren hebben een positieve invloed op het benutten, erkennen en stimuleren van ervaringen van de cliënt? 3. Welke factoren hebben een positieve invloed op het benutten, erkennen en stimuleren van de autonomie en de eigen kracht, zowel van de cliënt als zijn omgeving? 5

7 3. Methode In dit hoofdstuk is de methode in twee delen uitgewerkt. Het eerste deel focust zich op de ontwikkeling van het kijkkader en de meetlat en het tweede deel op het beoordelen van de assessments Methode deel 1: Kijkader en meetlat Om goed in kaart te kunnen brengen welke assessments aansluiten bij herstelondersteunde zorg en dit zo consistent mogelijk te doen, is ervoor gekozen een kijkkader en meetlat op te stellen. Volgens Dunn (2005) moet bij het meetproces rekening worden gehouden met: De consistentie van de informatie, of anderen het eens zijn met wat/hoe je meet en welke meetparameters het beste passen. Hier is bij het ontwikkelen van het kijkkader en de meetlat rekening mee gehouden. De meetparameters zijn opgesteld aan de hand van de resultaten uit ons literatuuronderzoek en er is gebruik gemaakt van de meetlat die opgesteld is door HEE!. Daarnaast is op basis van een wetenschappelijk artikel gekeken welke van deze parameters het belangrijkst zijn. Dit artikel gaat over welke competenties van hulpverleners cliënten als waardevol beschouwen voor hun herstel. Het kijkkader en de meetlat zijn voorgelegd aan zowel de opdrachtgever als coach, waardoor rekening gehouden is met wat zij van de manier van meten vinden. Verder zijn het kijkkader en de meetlat bij ieder assessment door twee groepsleden onafhankelijk van elkaar gebruikt om te scoren. Op deze manier is rekening gehouden met de consistentie van de resultaten. Verderop in de methode zijn deze aspecten allemaal uitgewerkt. Het uiteindelijke kijkkader en de meetlat, met de hierbij behorende scores, zijn hierop gebaseerd Factoren uit literatuuronderzoek Aan de hand van drie literatuurstudies is onderzoek gedaan naar welke factoren van positieve invloed zijn op de kenmerken van herstelondersteunende zorg. Deze kenmerken komen overeen met de kenmerken uit meetlat opgesteld door HEE! en vormen de basis van de meetlat en het kijkkader. Hieronder zijn de kenmerken met de daarbij behorende factoren, die uit de drie literatuurstudies naar voren kwamen, overzichtelijk weergegeven in box 1 (Androutsopoulou, 2013; Boer, 2012; Borg & Kristiansen, 2004; Casey & Long, 2002; Chatzisarantis, Hagger & Smith, 2007; Cleary, Horsfall, O Hara-Aarons & Hunt, 2013; Ennals & Fossey, 2009; Dalum, Pedersen, Cunningham & Eplov, 2015; Freeman & Couchonnal, 2006; Gaydos, 2005; Jensen et al., 2013; Kartakova-O'Doherty, Stevenson & Higgins, 2012; Lakeman, 2010; O Neill, 2014; Su & Reeve, 2011). Box 1: De acht kenmerken van herstelondersteunende zorg met de daarbij behordende factoren uit de literatuurstudies. 1. De hulpverlener heeft een attitude van hoop en optimisme - person first language 1 - focus op de toekomst - focus op mogelijkheden - toekomstgerichte doelen 2. De hulpverlener is present (aandachtig aanwezig) - person first language - actief luisteren - geen controleren taalgebruik 1 Person first language houdt in dat cliënten niet als ziekte/aandoening worden gezien en aangesproken, maar als individuen die toevallig ook een ziekte/aandoening hebben (Jensen et al., 2013). 6

8 - doelen vanuit de cliënt opstellen - contact van persoon tot persoon 3. De hulpverlener gebruikt zijn professionele referentiekader op een terughoudende en bescheiden wijze - bescheiden zijn met advies/interpretatie (toestemming vragen) - onwetende houding aannemen - doelen vanuit de cliënt opstellen 4. De hulpvelener maakt ruimte voor, ondersteunt het maken van en sluit aan bij het eigen verhaal van de cliënt - voorkomen van het trekken van oordelen op basis van diagnoses of stereotypen - benoemen en bevestigen van inspanningen die de cliënt levert - voorkomen dat er via een voorondersteld raamwerk door het verhaal wordt gescand - suggesties worden met een terughoudende benaderingswijze gegeven en zijn gebaseerd op wat de cliënt verteld - semigestructureerde vragen stellen - een onwetende houding aannemen - actief luisteren - luisteren naar persoonlijke betekenissen en motieven - voldoende tijd/geen druk uitoefenen 5. De hulpverlener herkent en stimuleert het benutten van eigen kracht van de cliënt (empowerment) zowel individueel als collectief - controle ligt bij de cliënt - bescheiden zijn met advies/interpretatie - gelijkwaardig contact - focus op mogelijkheden 6. De hulpverlener erkent, benut en stimuleert de ontwikkeling van ervaringskennis van de cliënt - samen invullen van een assessment - suggesties worden met een terughoudende benaderingswijze gegeven en zijn gebaseerd op wat de cliënt verteld - benoemen en bevestigen van inspanningen die de cliënt levert - een onwetende houding aannemen/de cliënt is de expert - actief luisteren - verhalen/ervaringen herzien op bekwaamheid/krachten 7. De hulpverlener erkent, benut en stimuleert de ondersteuning van de cliënt door belangrijke anderen - geen resultaten 8. De hulpverlener is gericht op het verlichten van lijden en het vergroten van eigen regie/autonomie - controle ligt bij de cliënt - Verschillende keuzes/keuzevrijheid - toepasbaar taalgebruik (niet controlerend) - korte sessies - person first language 7

9 Zoals bij de resultaten uit de literatuurstudies te zien is, zijn bij het kenmerk 'de hulpverlener erkent, benut en stimuleert de ondersteuning van de cliënt door belangrijke anderen' geen factoren gevonden. Om ervoor te zorgen dat dit kenmerk wel gemeten kan worden, is gekozen de factoren die volgens het HEE! (2013) een positieve invloed hebben op de ondersteuning van de cliënt door belangrijke anderen mee te nemen in het uiteindelijke kijkkader. Deze factoren zijn weergeven in box 2. Box 2: Factoren behorend bij het kenmerk met betrekking tot belangrijke anderen. - Steun en aanwezigheid van iemand die competent is en om je geeft. - Hulp bij het verbonden blijven met effectieve hulpbronnen. - Hoop bij degene die helpen. - Contact met steunende hulpverleners en lotgenoten. - Een oprechte band voelen met lotgenoten/hulpverleners. - Bestaande relaties verstevigen. - Weer in contact komen met familie Belangrijkste kenmerken Om specifieker te kunnen beoordelen of een assessment aansluit bij herstelondersteunende zorg, is aan de hand van aanvullende literatuur bekeken welke van de kenmerken het meest van belang zijn om herstelondersteunend te werken. Het artikel dat hierbij is gebruikt, is het onderzoek van Lakeman (2010). Dit onderzoek is gebruikt omdat het aansluit op de kernpunten van de hoofdvraag; namelijk herstelondersteunde zorg en wat ervoor nodig is om hierop aan te sluiten. Het onderzoek richt zich op welke competenties van hulpverleners binnen de GGZ positief bijdragen aan het herstel van cliënten, volgens de cliënten zelf. Er wordt een conclusie geformuleerd waarin staat welke competenties van herstelondersteunende zorg de cliënten als meest waardevol hebben ervaren (Lakeman, 2010). Uit het artikel kwam een top tien naar voren bestaande uit achttien competenties die als ondersteunend voor het herstel werden bevonden door cliënten. In het artikel wordt de top vijf van deze ranglijst benadrukt en omschreven als meest behulpzame competenties van de hulpverlener voor het herstel. Om deze reden is ervoor gekozen om de top vijf te gebruiken als hulpmiddel bij het vaststellen van de meest belangrijke kenmerken. Deze top vijf bestaat uit zes competenties en deze zijn als volgt: 1. erkennen, ondersteunen en benutten van mogelijkheden en krachten van de cliënt; 2. overbrengen van de overtuiging dat herstel mogelijk is; 3. luisteren naar wat cliënten daadwerkelijk zeggen en hun visie respecteren; 4. respect tonen voor de expertise en (unieke) ervaringskennis van cliënten; 5. helpen bij het ontwikkelen van zelfvertrouwen/het zelfbeeld en daarmee hun mogelijkheid om zichzelf te helpen laten groeien; 5._-heeft de zelfkennis en skills om respectvol te communiceren en een "goede relatie" met _-de cliënt op te bouwen. Vervolgens is gekeken naar de overlap tussen deze zes competenties en de acht kenmerken van herstelondersteunende zorg. Deze competenties konden grotendeels worden ondergebracht onder de kenmerken van herstelondersteunende zorg. De eerste competentie het erkennen, ondersteunen en benutten van mogelijkheden en krachten van de cliënt komt overeen met het kenmerk van herstelondersteunende zorg herkent en stimuleert het benutten van eigen kracht van de cliënt (empowerment) zowel 8

10 individueel als collectief. De tweede competentie overbrengen van de overtuiging dat herstel mogelijk is valt onder het kenmerk heeft een attitude van hoop en optimisme. De derde competentie luisteren naar wat cliënten daadwerkelijk zeggen en hun visie respecteren sluit aan bij is present en aandachtig aanwezig. De vierde competentie respect tonen voor de expertise en (unieke) ervaringskennis van cliënten sluit aan bij het kenmerk erkent, benut en stimuleert de ontwikkeling van ervaringskennis van de cliënt. Competentie vijf helpen bij het ontwikkelen van zelfvertrouwen/zelfbeeld en daarmee hun mogelijkheid om zichzelf te helpen laten groeien valt ook onder het kenmerk herkent en stimuleert het benutten van eigen kracht van de cliënt (empowerment) zowel individueel als collectief. De zesde competentie heeft de zelfkennis en skills om respectvol te communiceren en een "goede relatie" met de cliënt op te bouwen heeft overlap met het kenmerk is present en aandachtig aanwezig. Uit het bovenstaande is de conclusie getrokken dat de kenmerken van herstelondersteunende zorg, weergeven in box 3, het meest behulpzaam zijn in het herstelproces van de cliënt en zwaarder mee dienen te wegen in de beoordeling van de assessments. Box 3: Belangrijkste kenmerken van herstelondersteunende zorg. - Herkent en stimuleert het benutten van eigen kracht van de cliënt (empowerment) zowel individueel als collectief. - Heeft een attitude van hoop en optimisme. - Is present en aandachtig aanwezig. - Erkent, benut en stimuleert de ontwikkeling van ervaringskennis van de cliënt. Met deze gegevens is nauwkeuriger verder gewerkt aan het kijkkader dat gebruikt is om de assessments te beoordelen. 3.2 Methode deel 2: Beoordeling assessments Voordat aan de hand van het kijkkader en de meetlat de assessments zijn beoordeeld, is een duidelijke methode opgesteld over de te hanteren werkwijze. Op deze manier is er één methode, bij het beoordelen van de assessments, gehanteerd door alle groepsleden Keuze assessments Allereerst is er een overzicht gemaakt van assessments die uiteindelijk beoordeeld gaan worden. Vanwege het feit dat het eindproduct gericht is aan hulpverleners werkzaam in de psychiatrie, is gekeken naar welke assessments wereldwijd in de psychiatrie gebruikt worden. Hiervoor is het boek Assessments in Occupational Therapy Mental Health geraadpleegd (Hemphill- Pearson, 2008). Het overzicht van alle assessments die uit het boek naar voren komen, is te vinden in bijlage 2. Daarnaast is het artikel welke meetinstrumenten gebruiken ergotherapeuten in de praktijk geraadpleegd (Herten, Hoes, Ven, Ven-Stevens, Lancée & Daniëls, 2015). Hierdoor kunnen assessments, die op dit moment niet in de psychiatrie gebruikt worden, maar wellicht wel relevant zijn, toegevoegd worden. Het overzicht van alle assessments, die uit het artikel naar voren komen, is te vinden in bijlage 3. Alle assessments die uit het artikel en het boek naar voren komen, zijn gefilterd aan de hand van een aantal criteria. Één van de criteria is dat de handleiding van het assessment in het Nederlands beschikbaar moet zijn. Het is voor de ergotherapeuten, aan wie dit adviesrapport gericht is, van belang dat de handleidingen van de aanbevolen assessments beschikbaar zijn om ook daadwerkelijk in te kunnen zetten. Daarnaast is gekeken naar de doelgroep waarvoor het assessment bedoeld is. Assessments waarbij de diagnosegroep niet aansluit bij de doelgroep mensen met psychiatrische problematiek worden geëxcludeerd. Dit met de reden dat er, vanuit de opdrachtgever, gewerkt wordt met deze doelgroep. Assessments geschikt voor andere 9

11 doelgroepen zijn om die reden niet relevant. In bijlage 4 is de definitieve lijst van assessments te vinden die beoordeeld zijn Beoordelingswijze assessments De assessments zijn beoordeeld door twee groepsleden. Beide groepsleden beoordelen het assessment onafhankelijk van elkaar. Om de aanwezigheid of afwezigheid van bepaalde factoren te beoordelen, is de handleiding van het assessment kritisch bekeken. Na het individueel en onafhankelijk beoordelen van de assessments zijn de resultaten hiervan vergeleken. Bij verschillen in de beoordelingen zijn de verschillen in gescoorde factoren bediscussieerd en is de handleiding nogmaals geraadpleegd. Hierover is een consensus bereikt. Op deze manier is een definitieve beoordeling geformuleerd. Een aantal van de geïncludeerde assessments zijn niet beoordeeld, omdat er voor de projectgroep geen handleiding beschikbaar was. Dit betreft de Work Environment Impact Scale (WEIS), de Social Ajustment Scale-Self Report (SAS-SR), het Percieve Recall Plan Perform System(PRPP), de interesselijst en de Work Limitations Questionaire (WLQ). Wel is gekeken naar omschrijvingen van de assessments. Aan de hand hiervan is, met behulp van het kijkkader, bepaald of er een indicitie voor mogelijke aansluiting bij herstelondersteunende zorg was. 10

12 4. Resultaten In dit hoofdstuk zijn de resultaten van het onderzoek uitgewerkt in twee delen. Het eerste deel focust zich op het ontwikkelde kijkkader en meetlat. Het tweede deel focust zich op de beoordeling van de assessments aan de hand van het kijkkader en de meetlat. 4.1 Resultaten deel 1: Kijkkader en meetlat Kijkkader Het kijkkader (zie figuur 1) is een grafische weergave van alle factoren voortkomend uit de literatuurstudies, die een positieve invloed hebben op de acht kenmerken van herstelondersteundende zorg. Meetlat Bij ieder kenmerk is aangegeven of een kenmerk wel, beperkt of niet binnen het assessment voorkomt. Wel wordt gescoord als de helft of meer van de factoren behorend bij het betreffende kenmerk in de handleiding naar voren komen. Beperkt wordt gescoord wanneer minder dan de helft van de factoren behorend bij het betreffende kenmerk in de handleiding naar voren komen. Niet wordt gescoord wanneer geen van de factoren behorend bij het kenmerk voorkomen in de handleiding. De volgorde van de kenmerken in de tabel is gebaseerd op de mate van belangrijkheid. In de meetlat (zie tabel 1) zijn de vier belangrijkste kenmerken dik gedrukt. Deze kenmerken hebben een hogere score dan de overige kenmerken, omdat ze zwaarder meewegen vanwege het feit dat cliënten deze kenmerken als meest waardevol hebben ervaren tijdens hun herstel (Lakeman, 2010). De dikgedrukte kenmerken krijgen een score van 4 punten bij wel en 2 punten bij beperkt. " Dit in tegenstelling tot de overige kenmerken die een score van 2 punten krijgen bij wel en 1 punt bij niet. Scoretabel Met de scoretabel (zie tabel 2) is berekend in welke mate een assessment past binnen herstelondersteunende zorg. Dit is gedaan op basis van de totaalscore en de hoeveelheid dikgedrukte kenmerken. Indien, bijvoorbeeld, alle vier de dikgedrukte kenmerken voorkomen in de handleiding van het assessments, is er dus vier gescoort bij de dikgedrukte kenmerken in de scoretabel. De hoogst te behalen score is 24. Er is dan dus sprake van een perfecte aansluiting bij herstelondersteunende zorg. De laagst te behalen score is 0 en er is in dat geval geen enkel kenmerk aanwezig. Er is dan dus geen enkele aansluiting bij herstelondersteunende zorg. In bijlage 5 is het volledige denkproces over de vormgeving van de meetlat te vinden. 11

13 Figuur 1: Het kijkkader gebaseerd op de kenmerken en de bijbehorende factoren. -Steun en aanwezigheid van iemand die competent is en om je geeft. -Hulp bij het verbonden blijven met effectieve hulpbronnen -Hoop bij degene die helpen -Contact met steunende hulpverleners en lotgenoten -Een oprechte band voelen met lotgenoten/hulpverleners -bestaande relaties verstevigen -weer in contact komen met familie -person first language -focus op de toekomst -focus op mogelijkheden -toekomstgerichte doelen -controle ligt bij de cliënt -verschillende keuzes/ keuzevrijheid -toepasbaar taalgebruik (niet controlerend) -korte sessies -person first language verlichten van het lijden & vergroten van de autonomie van de cliënt belangrijke anderen -person first language hoop & optimisme - actief luisteren -geen controlerend taalgebruik -doelen vanuit de cliënt opstellen present zijn als hulpverlener - - contact van persoon tot persoon -controle ligt bij de cliënt -bescheiden zijn met advies/interpretatie -gelijkwaardig contact -focus op mogelijkheden eigen kracht (empowerment) van cliënt (individueel en collectief) ervaringskennis van de cliënt terughoudend professioneel referentiekader op achtergrond eigen verhaal van de cliënt -bescheiden zijn met advies/interpretatie (toestemming vragen) -onwetende houding aannemen -doelen vanuit de cliënt opstellen -samen invullen van een assessment -suggesties worden met een terughoudende benaderingswijze gegeven en zijn gebaseerd op wat de cliënt verteld -benoemen en bevestigen van inspanningen die de cliënt levert -een onwetende houding aannemen/de cliënt is de expert -actief luisteren -verhalen/ervaringen herzien op bekwaamdheid/krachten -Voorkomen van het trekken van oordelen op basis van diagnoses of stereotypen -benoemen en bevestigen van inspanningen die cliënt levert -voorkomen dat via een voorondersteld raamwerk door het verhaal wordt gescand -suggesties worden met een terughoudende benaderingswijze gegeven en zijn gebaseerd op wat de cliënt verteld -semigestructureerde vragen stellen -een onwetende houding aannemen -actief luisteren -luisteren naar de persoonlijke betekenissen en motieven -Voldoende tijd/geen druk uitoefenen 12

14 Tabel 1: De meetlat gebaseerd op de kenmerken. Het assessment wel beperkt niet brengt hoop en optimisme over. zorgt ervoor dat de hulpverlener present (aandachtig aanwezig) is/de cliënt dit als zodanig ervaart. herkent en stimuleert het benutten van eigen kracht van de cliënt (empowerment) zowel individueel als collectief. erkent, benut en stimuleert de ontwikkeling van ervaringskennis van de cliënt. maakt op een terughoudende en bescheiden wijze gebruik van het professionele referentiekader maakt ruimte voor, ondersteunt het maken van en sluit aan bij het eigen verhaal van de cliënt. erkent, benut en stimuleert de ondersteuning van de cliënt door belangrijke anderen. is gericht op het verlichten van lijden en het vergroten van eigen regie/autonomie. Totaalscore: =.. Tabel 2: De scoretabel. dikgedrukt vier drie twee één geen totaalscore perfect zeer goed zeer goed goed matig goed matig slecht slecht 0-11 matig slecht slecht slecht slecht 13

15 4.2 Deel 2: Beoordeling assessments Perfect aansluitende assessments Occupational Performance History Interview-II (OPHI-II) De OPHI-II sluit, met een score van 23, perfect aan op herstelondersteunende zorg. Het assessment brengt hoop en optimisme over, doordat de cliënt met de OPHI-II zich bewust wordt van de eigen capaciteiten. Daarnaast kan de cliënt wensen aangeven voor de toekomst. De hulpverlener is present en maakt op een terughoudende en bescheide wijze gebruik van het professioneel referentiekader. Zo worden er op basis van ervaringen die de cliënt deelt samen doelen opgesteld. Deze doelen moeten goed aansluiten op het levensverhaal/de persoonlijkheid van de cliënt. De zorgverlener moet oprechte interesse tonen en bij het interview ingaan op de onderwerpen die de cliënt ter sprake brengt. De OPHI-II maakt veel ruimte voor het eigen verhaal van de cliënt. De cliënt krijgt hiervoor voldoende tijd en de zorgverlener moet gericht luisteren naar de persoonlijke betekenissen en motieven van de cliënt. Doordat de OPHI-II samen ingevuld kan worden en de cliënt zijn of haar ervaringen kan delen, wordt de ervaringskennis van de cliënt benut. De eigen kracht van de cliënt wordt gestimuleerd en de autonomie vergroot, doordat de controle bij de cliënt ligt en de woorden van de cliënt worden gehanteerd bij het maken van de levenslijn. De OPHI-II kan opgedeeld worden in meerdere korte sessies, waardoor rekening gehouden kan worden met de emotionele draagbaarheid van de cliënt (Baaijen, Boon & Tigchelaar, 2008). Canadian Occupational Performance Measure (COPM) Het COPM sluit, met een score van 20, perfect aan op herstelondersteunende zorg. In het assessment komen alle kenmerken van herstelondersteuende zorg terug. Het COPM maakt gebruik van en spoort aan om person first language toe te passen en kan een basis bieden voor toekomst- en cliëntgerichte doelen. Het ondersteund het idee dat cliënten partners zijn in het therapeutisch proces. Verder gaat het uit van de betekenissen en motieven die een cliënt heeft bij bepaalde handelingsgebieden en geeft het de cliënt controle en keuzevrijheid bij het stellen van prioriteiten. Bij de afname van het assessment worden advies en interpretatie op de achtergrond gehouden. Er moet actief worden geluisterd en de cliënt wordt als expert gezien. Daarnaast biedt het assessment ook de mogelijkheid om mensen uit de sociale omgeving van de cliënt te laten antwoorden als de cliënt daar zelf niet toe in staat is (Law, Baptiste, Carswell, McColl, Polatajko & Pollock, 2014). Rollenlijst De rolllenlijst sluit, met een score van 20, perfect aan op herstelondersteunende zorg. Alle kenmerken van herstelondersteunende zorg komen terug in de handleiding van het assessment. De focus wordt gelegd op de rollen, en daarmee de mogelijkheden van een persoon, en niet op de beperkingen. Er wordt gekeken naar het belang van deze rollen, motieven en onderliggende gedachten van de cliënt. De indeling van het assessment kan aangepast worden indien een andere volgorde beter aansluit bij de beleving van de cliënt. Het assessment kan samen met de ergotherapeut of individueel ingevuld worden. Na afname van de rollenlijst wordt een plan van aanpak gemaakt met daarin doelen waaraan de cliënt wil gaan werken (Kinébanian, Thomas, Verhoef & Verschuur, 1998a) Zeer goed aansluitende assessments Assessment of Motor and Process Skills (AMPS) De AMPS sluit, met een score van 19, zeer goed aan op herstelondersteunende zorg. In de handleiding komen op het kenmerk erkent, benut en stimuleert de ondersteuning van de cliënt door belangrijke anderen na alle kenmerken in het assessment naar voren. Er wordt person first 14

16 language aangehouden en controlerend taalgebruik wordt voorkomen. De hulpverlener is bij de AMPS present en gebruikt het professioneel referentiekader op een bescheiden wijze. Zo zijn de vragen tijdens het interview gericht op het achterhalen op welke manier de cliënt specifieke activiteiten uitvoert. Hier worden geen veronderstellingen over gemaakt. Ook tijdens het observeren wordt interpretatie van de hulpverlener voorkomen. De AMPS maakt verder ruimte voor het eigen verhaal van de cliënt, stimuleert de eigen kracht en erkent de ervaringskennis van de cliënt. Er worden semigestructureerde vragen gesteld en er is gelijkwaardig contact. De hulpverlener luistert actief en is bescheiden met advies en interpretatie. De AMPS vergroot verder de autonomie/eigen regie van de cliënt, doordat de cliënt zelf de ADL taken kiest voor de observatie en het taalgebruik dat wordt toegepast aansluit bij de cliënt. (Fisher & Jones, 2010). Activiteitenweger De activiteitenweger sluit, met een score van 18, zeer goed aan op herstelondersteunende zorg. Alle kenmerken komen in de handleiding terug, met uizondering van erkent, benut en stimuleert de ondersteuning van de cliënt door belangrijke anderen. De cliënt kan eigen doelstellingen opstellen. Daarmee ligt de focus op de toekomst en worden hoop en optimisme overgebracht. Bij elke fase staat gedragsverandering centraal, waardoor person first language wordt toegepast. Aan de hand van de ingevulde tabellen en tijdschrijflijsten worden ervaren hindernissen, motieven en voor- en nadelen van gedragsverandering besproken. In de voorbereidingsfase worden doelen opgesteld vanuit de cliënt op het gebied van belasting en belastbaarheid (Hove-Moerdijk & Hulstein- van Gennep, 2009). Handleiding Observatie Wilsubsysteem (HOW) Het Observatie Wil- subsysteem sluit, met een score van 17, zeer goed aan bij herstelondersteunende zorg. In de handleiding komen alle kenmerken behorende bij herstelondersteunende zorg voor. De cliënt wordt geobserveerd in een omgeving en mag daar naar eigen keuze en mogelijkheden een activiteit of taak kiezen. De omgeving van de observaties moeten overeen komen met de interesses van de cliënt. De vragen in het contact met de cliënt zijn gericht op wil en motivatie en er wordt gevraagd naar gevoelens van bekwaamheid en tevredenheid. Daarbij wordt in de handleiding benadrukt dat er bescheiden met advies en interpretatie omgegaan moet worden. Als iets niet geobserveerd is, mag het ook niet gescoord worden. De ergotherapeut maakt echter de keuze voor observatiegebieden (Kinébanian, Thomas, Verhoef, & Verschuur, 1998b). Handelingsprofiel Het handelingsprofiel sluit, met een score van 16, zeer goed aan bij herstelondersteunende zorg. In de handleiding komen alle kenmerken behorend bij herstelondersteunende zorg voor. De manier van invullen en afnemen wordt volledig in overleg afgestemd op en met de cliënt. Het assessment is semi-gestructureerd, gaat in op persoonlijke betekenissen en motieven van de cliënt en kan, als de cliënt hier behoefte aan heeft, samen met de ergotherapeut worden afgenomen. Verder kan het assessment ook door of met een direct betrokkenen uit de sociale omgeving van de cliënt worden ingevuld. Het assessment kan onder andere gebruikt worden om doelen vanuit de cliënt gericht op de toekomst op te stellen voor het verdere plan van aanpak. De handleiding benadrukt dat het van belang is de uiteindelijke conclusies te formuleren in termen van wensen voor verandering en dus mogelijkheden (Kinébanian, Thomas, Verhoef & Verschuur, 1998c) Goed aansluiteinde assessments Rollen- en gewoontenlijst De rollen- en gewoontenlijst sluit, met een score van 15, goed aan op herstelondersteunende zorg. In de handleiding komen alle kenmerken naar voren, echter grotendeels in beperkte mate. De focus ligt op mogelijkheden doordat de nadruk ligt op rollen die uitgevoerd (kunnen) 15

17 worden. Het is mogelijk om het assessment in te vullen met de ergotherapeut. Bij alle stappen moet de therapeut samen met de cliënt besluiten nemen. Daarbij zijn de verhalen herzien op bekwaamheid/krachten doordat er wordt gevraagd naar betekenisvolle rollen en wensen met betrekking tot het vervullen van rollen in de toekomst. Echter staat het onderwerp van de nabespreking al vast doordat er in de handleiding staat dat de nabespreking er op uit is een meer bevredigende rolopvatting te organiseren (Kinébanian et al., 1998a). Occupational Self Assessment (OSA) Het OSA sluit, met een score van 13, goed aan op herstelondersteunende zorg. In de handleiding komen op het kenmerk 'erkent, benut en stimuleert de ondersteuning van de cliënt' na alle kenmerken voor. Het OSA geeft cliënten de mogelijkheid om eigen opvattingen weer te geven en gaat in op wat belangrijk is en waarom. Het maakt en bemoedigd het gebruik van 'personfirst language' en gaat niet alleen in op zwakke, maar ook op sterke kanten en daarmee mogelijkheden van de cliënt. Het assessment wordt door de cliënt zelf ingevuld en na afloop van het assessment wordt samen met de therapeut het formulier voor planning en implementatie doorgesproken, waarmee toekomst- en cliëntgerichte doelen worden opgesteld (Thomas, Vromen, Reuvekamp & Ven, 1999). Occupational Case Analysis Interview and Rating Scale (OCAIRS) De OCAIRS sluit, met een score van 13, goed aan op herstelondersteunende zorg. Op het erkennen, benutten en stimuleren van de ondersteuning van belangrijke anderen na komen alle kenmerken in de handleiding voor. Er wordt echter wel aandacht besteed aan de betekenis die de sociale omgeving voor de cliënt heeft. Het assessment laat de cliënt nadenken en inzien waar hij/zij goed in is, waar mogelijkheden liggen en sluit af met vragen specifiek gericht op de toekomst. Hiermee worden hoop en optimisme overgebracht. Verder gaat het in op persoonlijke betekenissen en motieven, is het een semi-gestructureerd interview en wordt er gebruik gemaakt van person first language (Kaplan & Kielhofner, 1989). Activiteitenprofiel Het activiteitenprofiel sluit, met een score van 12, goed aan op herstelondersteunende zorg. In de handleiding komen op de kenmerken maakt op een terughoudende en bescheiden wijze gebruik van het professioneel referentiekader en erkent, benut en stimuleert de ondersteuning van de cliënt door belangrijke anderen alle kenmerken na, voor. Bij alle stappen neemt de ergotherapeut samen met de cliënt/direct betrokkene(n) besluiten. Het assessment dient afgestemd te worden op de wensen van de cliënt. Daarbij moeten de wensen en mogelijkheden van de cliënt besproken worden en is er de mogelijkheid om het assessment samen met de ergotherapeut in te vullen. De interviewvragen worden afgestemd op de client en zijn gebaseerd op betekenisvolle activiteiten en motivatie (Kinébanian et al., 1998c) Matig aansluitende assessments Impact op Participatie en Autonomie (IPA) De IPA sluit, met een score van 10, matig aan op herstelondersteunende zorg. Er wordt geen ruimte gemaakt voor het eigen verhaal van de cliënt en het professioneel referentiekader wordt niet op een terughoudende en bescheiden wijze gebruikt. Verder wordt de ondersteuning van belangrijke anderen ook niet erkent/benut. Drie van de vier belangrijkste kenmerken komen beperkt in de handleiding naar voren. De IPA richt zich wel op het verlichten van het leiden en het vergroten van de autonomie van de cliënt. De IPA ziet de meningen, wensen en keuzes van het individu als norm en de cliënt mag zelf bepalen wat er gebeurd en hoe dit gebeurd (Cardol & Jong, 2001). 16

18 Worker Role Interview (WRI) De WRI sluit, met een score van 10, matig aan op herstelondersteunende zorg. Het professioneel referentiekader wordt niet op een terughoudende en bescheiden wijze gebruikt en de WRI richt zich niet op het verlichten van het lijden en het vergroten van de autonomie. De vier belangrijkste kenmerken komen wel in beperkte mate in de handleiding naar voren, evenals ruimte maken voor het eigen verhaal van de cliënt en de ondersteuning van belangrijke anderen (Thomas & Kinébanian 1998) Slecht aansluitende assessments Assessment of communication and interaction skills (ACIS) De ACIS sluit, met een score van 10, slecht aan op herstelondersteunende zorg. Er wordt niet op een terughoudende en bescheiden wijze gebruik gemaakt van het professioneel referentiekader. De ervaringskennis van de cliënt wordt niet benut en de ondersteuning van belangrijke anderen komt in de handleiding niet naar voren (Moesker, Riet & Vromen, 2000). The Model of Human Occupation Screening Tool (MOHOST) De MOHOST sluit, met een score van 10, slecht aan op herstelondersteunende zorg. De ervaringskennis van de cliënt wordt niet benut en de andere kenmerken komen in beperkte mate in de handleiding naar voren (Bitter, Gijsbertsen, Kloos, Vierwind & Pol, 2008). Goal attainment scale (GAS) De GAS sluit, met een score van 8, slecht aan op herstelondersteunende zorg. Er is geen ruimte voor het eigen verhaal van de cliënt, de eigen kracht van de cliënt wordt niet gestimuleerd en de GAS richt zich niet op het verlichten van het leiden en het vergroten van de autonomie (Dekkers, Viet, Eilander & Steenbeek, 2011). Groningen Activiteiten Restrictie Schaal (GARS) De GARS sluit, met een score van 7, slecht aan op herstelondersteunende zorg. Het professioneel referentiekader wordt niet op een terughoudende en bescheiden wijze gebruikt en er wordt geen ruimte gemaakt voor het eigen verhaal van de cliënt. De eigen kracht van de cliënt wordt niet gestimuleerd en de ondersteuning van de cliënt door belangrijke anderen wordt niet erkend (Kempen, Doeglas & Suurmeijer, 2012) Niet gescoorde assessments Interesselijst De interesselijst lijkt indicatie te geven voor enkele kenmerken van herstelondersteunende zorg. Het gaat in op persoonlijke betekenissen die de cliënt aan interesses geeft en is gericht op de toekomst (Hidding, Kukken, Smaardijk & Tigchelaar, 2012). PRPP De PRPP lijkt indicatie te geven voor meerdere kenmerken van herstelondersteunende zorg. Er worden door de cliënt gekozen betekenisvolle activiteiten geobserveerd. De observatiecriteria worden samen met de cliënt bepaald en deze worden dus niet met een bepaalde norm vergeleken (Bilderbeek & Klopper, 2010). SAS-SR De SAS-SR lijkt indicatie te geven voor meerdere kenmerken van herstelondersteunende zorg. De ontwikkeling van het assessment ontstond door de toenemende interesse van social ajustment afzonderlijk van abnormale symptomen en gedachten. Interview bias wordt voorkomen doordat het zelf wordt ingevuld, vragen worden positief gesteld en zijn ook gefocust op relaties met belangrijke anderen (Quake-Rapp, 2008). 17

19 WEIS De WEIS lijkt indicatie te geven voor meerdere kenmerken van herstelondersteunende zorg. Het gaat in op hoe succesvol werken gefaciliteerd kan worden en op persoonlijke motieven en betekenissen in de werksetting. Het wordt in gespreksvorm afgenomen en is semigestructureerd (Fenger, Braveman & Kielhofner, 2008; MOHO clearinghouse, n.d.). WLQ De WLQ lijkt weinig tot geen indicatie voor kenmerken van herstelondersteunende zorg te geven. Het is vooral gericht op problemen en de invloed die de aandoening op het werk heeft (Bosch & Bakx, 2007). 18

20 5. Discussie De meetlat en het kijkkader zijn ontwikkeld met behulp van en gebaseerd op wetenschappelijke literatuur die kritisch is beoordeeld. Dit is gedaan door middel van drie individuele literatuurstudies die peer-reviewed zijn. De resultaten uit de gevonden artikelen binnen de literatuurstudies wijzen allemaal dezelfde richting uit. Hierdoor is het aannemlijk dat de gevonden factoren er daadwerkelijk toe doen. De gebruikte factoren en de kenmerken waarop gescoord is, kwamen steeds weer terug in de literatuur. Hierdoor is aannemelijk dat de parameters waaraan de assessments zijn gemeten betrouwbaar zijn en ook daadwerkelijk wat zeggen over de mate van aansluiting bij herstelondersteunende zorg. Met deze meetlat en dit kijkkader is ieder assessment door twee groepsleden onafhankelijk van elkaar beoordeeld. Deze individuele beoordelingen van de assessments lagen bij de groepsleden dicht bij elkaar. Het verschilde hooguit één factor per kenmerk en de mate van aansluiting bij herstelondersteunende zorg kwam meestal overeen. Dit suggereert dat de meetlat en het kijkkader consistent zijn. Bij het beoordelen van de assessments en het discussiëren hierover is altijd de handleiding als leidraad gebruikt. De assessment zijn dus door alle groepsleden op dezelfde feitelijke informatie beoordeeld. Dit heeft ook weer bijgedragen aan een consistente beoordeling van de assessments. De handleiding van de rollenlijst is een stuk uitgebreider dan die van de rollen- en gewoontenlijst (Kinébanian et al.,1998). Hierdoor scoorde de rollenlijst hoger dan de rollen- en gewoontenlijst, terwijl de rollen- en gewoontenlijst een aanvulling is op de rollenlijst en dus even hoog of hoger zou moeten scoren. De meetlat is niet onderzocht op validiteit en betrouwbaarheid. Dit was niet haalbaar binnen de tijdsperiode en niet het doel van het onderzoek. Er is tijdens het meetproces wel rekening gehouden met de volgens Dunn (2005) belangrijkste aspecten: Consistentie van de informatie, of anderen het eens zijn met wat/hoe je meet en welke meetparameters het beste passen. De vier belangrijkste kenmerken, die zwaarder wegen in de beoordeling, zijn gebaseerd op één artikel. Dit artikel is echter wel van hoogwaardige kwaliteit, doordat het een Delphi-studie betreft, het 27 keer geciteerd is vanaf 2010 en uitgegeven is in een peer-reviewed wetenschappelijk tijdschrift met een impactfactor van 1.40 (ResearchGate, 2016). Er is geen onderscheid gemaakt tussen de score wel of beperkt bij de belangrijke/dikgedrukte kenmerken, waardoor dit niet is meegenomen in de uiteindelijke beoordeling van de assessments. Hierdoor komen bepaalde assessments hoger uit dan wanneer hier wel onderscheid in zou worden gemaakt. De factoren in het kijkkader zijn afkomstig uit literatuurstudies. Om meer diepgang te krijgen in het onderzoek zijn bij de literatuurstudies de kenmerken samengevoegd en de vragen afgebakend. Hierdoor bestaat de kans dat de factoren niet allesomvattend zijn, waardoor de mogelijkheid bestaat dat bepaalde kenmerken niet volledig gedekt zijn door de factoren. Het kan dus zijn dat een kenmerk wel in het assessment voorkomt maar niet of beperkt gescoord wordt. Daarbij is er alleen naar factoren gekeken die een positieve invloed hebben op herstelondersteunende zorg en niet naar factoren die een negatieve invloed hebben op herstelondersteunende zorg. Daardoor is het mogelijk dat een assessment hoog scoort terwijl het ook een negatieve invloed kan hebben op het kenmerk. De factoren in het kijkkader konden vrij geïnterpreteerd worden, wat zou kunnen leiden tot verschillende beoordelingen. Binnen dit onderzoek is echter weinig verschil in beoordeling van assessments geweest. Hierdoor lijkt het aannemelijk dat er binnen dit onderzoek weinig tot geen sprake van interpretatieverschillen geweest is. Verder zijn de factoren onder het kenmerk met betrekking tot belangrijke anderen niet afkomstig uit de literatuurstudies, maar uit aanvullende literatuur van HEE!. Dit betekent dat dit kenmerk anders tot stand gekomen is dan 19

21 de overige kenmerken. Deze factoren zijn wel vastgesteld door ervaringsdeskundigen, waardoor het aannemelijk is dat ze ook daadwerkelijk invloed hebben op het kenmerk. Er zijn verschillende assessments niet beoordeeld vanwege het feit dat de groepsleden geen beschikking hadden tot de handleiding. Om een volledig beeld te krijgen van assessments die aansluiten bij herstelondersteunende zorg wordt aanbevolen om in een nader onderzoek deze assessments ook te beoordelen. De WEIS, SAS-SR, PRPP en de interesselijst lijken indicatie te geven voor herstelondersteunende zorg. De WLQ gaf weinig tot geen indicatie hiertoe. Voor alsnog beveelt de projectgroep aan wel alle bovengenoemde assessments te scoren aan de hand van de handleidingen. Verder wordt aanbevolen het nu gebruikte meetlat en kijkkader beter te onderzoeken, zodat daadwerkelijk gezegd kan worden dat deze valide en betrouwbaar zijn. Ook zou er kunnen worden gekeken naar de validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid van de nu geschikt bevonden assessments. Op deze manier kan in kaart gebracht worden of de geschikt bevonden assessments evidence based zijn. Dit is waardevolle informatie bij het inzetten van de assessments in de praktijk. In dit onderzoek is geen rekening gehouden met de fases van herstel. Het is mogelijk om in een volgend onderzoek de fases van herstel mee te nemen bij de selectie van de te beoordelen assessments. Mogelijk worden dan meer assessments geïncludeerd in het onderzoek en blijken meer assessments aan te sluiten dan nu vastgesteld is. Daarbij is niet gekeken naar aanvullende factoren die van invloed zijn op herstelondersteunende zorg, maar alleen naar de factoren van de literatuurstudies en de informatie uit de literatuur van HEE!. 20

22 6. Conclusie Uit dit onderzoek zijn verschillende assessments naar voren gekomen die aansluiten op herstelondersteunende zorg. De geschikte assessments zijn de OPHI-II, het COPM, de rollenlijst, de AMPS, de activiteitenweger, de HOW, het handelingsprofiel, de rollen- en gewoontenlijst, de OSA, het activiteitenprofiel en de OCAIRS. In tabel 3 staat in een overzicht het resultaat van alle beoordeelde assessments. De resultaten zijn echter niet allesomvattend omdat enkele assessments niet meegenomen zijn tijdens het beoordelen, het meetproces niet onderzocht is op validiteit en betrouwbaarheid en er tijdens het meten niet is gekeken naar de fases van herstel. Er wordt aanbevolen om kritisch te kijken naar het ontwikkelde kijkkader en nader onderzoek te doen naar aanvullende factoren. Daaropvolgend dient er nader onderzoek worden gedaan naar de validiteit en betrouwbaarheid van het meetproces. Wanneer er een valide en betrouwbaar meetproces is ontwikkeld wordt aanbevolen de assessments nogmaals te beoordelen en hierbij ook de niet beoordeelde assessments mee te nemen. Tabel 3: Overzicht beoordeelde assessments, met tussen haakjes de totaalscore. Perfect Zeer goed Goed Matig Slecht OPHI-II (23) X COPM (20) X Rollenlijst (20) X AMPS (19) X Activiteitenweger (18) X HOW (17) X Handelingsprofiel (16) X Rollen- en gewoontenlijst (15) X OSA (13) X OCAIRS(13) X Activiteitenprofiel (12) X IPA (10) X WRI (10) X ACIS (10) X MOHOST (10) X GAS (8) X GASR (7) X 21

23 7. Referenties Androutsopoulou, A. (2013). The use of early recollections as a narrative aid in psychotherapy. Counselling Psychology Quarterly, 26(3-4), Baaijen, R.I., Boon, J.A. & Tigchelaar, E. (2008) Occupational Performance History Interview-II NL. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam. Bilderbeek, J. & Klopper, R. (2010). Het PRPP-systeem van taakanalyse en interventie. Geraadpleegd op 14 mei 2016, van Bitter, N.A., Gijsbertsen, E., Kloos, A.J., Vierwind, G.H. & Pol, M.C. (2008). Model of Human: Occupation Screening Tool-NL. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam. Boer, P.C.A.M. den. (2014). Eigen kracht, begeleide zelfhulp in de geestelijke gezondheidszorg. Bussum: Coutinho. Borg, M., Kristiansen, K. (2004). Recovery-oriented hulpverleners: Helping relationships in mental health services. Journal of Mental Health, 13, Bosch, M. van den & Bakx, E. (2007). Subjectief versus objectief: De Work Limitations Questionnaire vergeleken met een observatiemethode. Geraadpleegd op 11 mei 2016, van hode_(2007).pdf Cardol, M. & Jong, B.A., de. (2001). Impact op Participatie en Autonomie (IPA); handleiding en vragenlijst. Amsterdam: Academisch Medisch Centrum (afdeling Revildatie). Casey, B. & Long, A. (2002). Reconciling voices. Journal of Psychiatric and Mental Health Nursing, 9(5), Chatzisarantis, N.L.D., Hagger, M.S. & Smith, B. (2007). Influences of perceived autonomy support on physical activity within the theory of planned behaviour. European Journal of Social Psychology, 37(6), Cleary, M., Horsfall, J., O'Hara-Aarons, M., & Hunt, G. E. (2013). Mental health nurses' views of recovery within an acute setting. International Journal of Mental Health Nursing, 22(3), Dalum, H. S., Pedersen, I. K., Cunningham, H., & Eplov, L. F. (2015). From recovery programs to recovery-oriented practice? A qualitative study of mental health hulpverleners' experiences when facilitating a recovery-oriented rehabilitation program. Archives of Psychiatric Nursing, 29(6), 419. Dekkers, K., Viet, E., de, Eilander, H., & Steenbeek, D. (2011). Goal Attainment Scaling (GAS) inde praktijk: Handleiding. Geraadpleegd op 1 mei 2016 van 22

24 Dunn, W. (2005). Measurement Issues and Practices. In Law, M., Baum, C., & Dunn, W. (red.). 2nd edition. Measuring Occupational Performance: Supporting best practice in occupational therapy. Slack Incorporated. Ennals, P. & Fossey, E. (2009). Using the OPHI-II to support people with mental illness in their recovery. Occupational Performance History Interview (OPHI-II). Occupational Therapy in Mental Health, 25(2), Erp, N. van., Boertien, D., Rooijen, S. van., Bakel, M. van. & Smulders, R. (2015). Basiscurriculum Ervaringsdeskundigheid; Bouwstenen voor onderwijs en opleidingen voor ervaringsdeskundigen. Utrecht: Trimbos / Phrenos. Fenger, K., Braveman, B. & Kielhofner, G. (2008). Work related assessments: worker role interview (wri) and work environment impact scale (weis). In Hemphill-Pearson BJ, (ed.) Assessments in Occupational Therapy Mental Health: An Integrative Approach. Thorofare, NJ: SLACK Incorporated. Fisher, A. G. & Jones, K. B. (2010). Assessment of Motor and Process Skills. Vol. 1: Development, Standardization, and Administration Manual (7th ed.) Fort Collins, CO: Three Star Press. Freeman, E. M. & Couchonnal, G. (2006). Narrative and culturally based approaches in practice with families. Families in Society-the Journal of Contemporary Social Services, 87(2), Gaydos, H. L. (2005). Understanding personal narratives: An approach to practice. Journal of Advanced Nursing, 49(3), Hartingsveldt, M. van, Logister-Proost, I., & Kinébanian, A. (2010). Beroepsprofiel Ergotherapeut. Utrecht: Ergotherapie. Hartingsveldt, M. van, Velden, L. van der, Labee, A., Berzíns, A. & Derksen, M. (2012). Assessments in de ergotherapie. In M. le Granse, M. van Hartingsveldt, A. Kinébanian (Red.), Grondslagen van de ergotherapie. Amsterdam: Reed Business. HEE! (2013). basiscursus herstelondersteunende zorg HOZ I. Cursistenboek. Amsterdam: GZZ ingeest. Hemphill-Pearson, B.J. (2008). Assessments in Occupational Therapy Mental Health: An Integrative Approach. Thorofare, NJ: SLACK Incorporated. Hendriksen-Favier, A., Nijnens, K. & Rooijen, S. van. (2012). Handreiking voor de implementatie van herstelondersteunende zorg in de ggz. Utrecht: Trimbos-instituut. Herten, V. van., Hoes, R., ven, M. van de., Ven- Stevens. L. van de., Lancée, J. & Daniëls. (2015). Welke meetinstrumenten gebruiken ergotherapeuten in de praktijk? Ergotherapie Magazine, 15(4), Hidding, L., Kukken, E., Smaardijk, V. & Tigchelaar, E. (2012) Op één lijn Protocollenmap CVA en MS voor Ergotherapie Kennemerland. Geraadpleegd op 18 mei 2016, van 23

25 Hove- Moerdijk, ten. K. & Hulstein- van Gennep. (2009). Activiteitenweger. Een hulpmiddel voor het meetbaar maken van activiteiten. Amersfoort: Meander Medisch Centrum. Jensen, M. E., Pease, E. A., Lambert, K., Hickman, D. R., Robinson, O., McCoy, K. T., et al. (2013). Championing person-first language: A call to psychiatric mental health nurses. Journal of the American Psychiatric Nurses Association, 19(3), Kartakova-O'Doherty, Y., Stevenson, C., & Higgins, A. (2012). Reconnecting with life: A grounded theory study of mental health recovery in ireland. Journal of Mental Health, 21(2), Kempen, G.I.J.M, Doeglas, D.M. & Suurmeijer, Th.P.M.B. (2012). Groningen Activity Restriction Scale (GARS): een handleiding. Tweede herziene druk. Groningen: UMCG/Rijksuniversiteit Groningen, Research Institute SHARE. Kinébanian, A., Thomas, C., Verhoef, J.A.C., & Verschuur, A. (1998c). Handleiding Handelingsprofiel en Activiteitenprofiel. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam, instituut Ergotherapie. Kinébanian, A., Thomas, C., Verhoef, J.A.C., & Verschuur, A. (1998b). Handleiding observatie wilsubsysteem. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam, instituut Ergotherapie. Kinébanian, A., Thomas, C., Verhoef, J.A.C., & Verschuur, A. (1998a). Handleiding Rollenlijst en Rollen- en gewoontenlijst. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam, instituut Ergotherapie. Lakeman, R. (2010). Mental health recovery competencies for mental health workers: A delphi study. Journal of Mental Health, 19(1), Moesker, M.S., Riet,P.J. van & I.C. Vromen (2000) Model of Human Occupation: Assessment of Communication and Interaction Skills. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam. MOHO clearinghouse. (z.d.) WEIS. Geraadpleegd op 12 mei 2016, van O Neill, C. S. (2014). An introduction to the biographical narrative interpretive method. Nurse Researcher, 21(5), Quake-Rapp, C. (2008). Vocational assessments used in mental health. In Hemphill-Pearson BJ, (ed.) Assessments in Occupational Therapy Mental Health: An Integrative Approach. Thorofare, NJ: SLACK Incorporated. ResearchGate (2016). Journal of Mental Health (J Ment Health). Geraadpleegd op 6 maart 2016, van Schouten, N. (2015). Projectvoorstel Kwikzilver. Intern document. Amsterdam: GGZ ingeest. Su, Y.J. & Reeve, J. (2011). A Meta-analysis of the Effectiveness of Intervention Programs Designed to Support Autonomy. Educational Psychology Review, 23(1), Thomas, C. & A. Kinébanian. (1998). Model Of Human Occupation: Werknemersrol Interview. 24

26 Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam. Thomas, C., Vromen, I., Reuvekamp, R. & Ven, S. van de. (1999). Model of Human Occupation, nr. 5 Occupational Self Assessment (volwassenen). Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam. Trimbos Instituut. (2016). Herstelondersteunende zorg. Geraadplaagd op 9 mei 2016, van 25

27 8. Bijlagen 26

28 Voor informatie over het verkrijgen van de assessments z.o.z. Bijlage 1: eindproduct OSA (Occupational Self Assessment) Een zelfevaluatie waarmee een beeld gecreëerd kan worden van de handelingscapaciteiten en de invloed van de omgeving hierop. OPHI-II (Occupational Performance History Interview) Een semi-gestructureerd interview waarmee gegevens worden verzameld over de levensloop. Dit geeft een overzicht van sterke en zwakke kanten van de cliënt. Alle bovengenoemde assessments kunnen handvatten bieden voor de gehele verdere behandeling/het behandelplan. Activiteitenweger Voor het vinden van een balans tussen belasting en belastbaarheid, het opbouwen van algemene belastbaarheid en het geven van een overzicht van activiteiten die de cliënt uit wil voeren. COPM (Canadian Occupational Performance Measure) Een semi-gestructureerd interview om de problemen die de cliënt ervaart, in het dagelijks handelen, te achterhalen. Met de COPM kunnen de prioriteiten van de cliënt voor de verdere behandeling duidelijk worden. Occupational Case Analysis Interview and Rating Scale (OCAIRS) Een semi-gestructureerd interview waarmee inzicht verkregen wordt op de rollen, gewoontes en wensen die cliënten hebben m.b.t. het handelen. Activiteitenprofiel Een zelfevaluatie die een overzicht geeft van de activiteiten die een cliënt, in twee verschillende dagen van de week, uitvoert. Hierdoor kan inzicht verkregen worden in het activiteitenpatroon van de cliënt en de invloed van vermoeidheid op het handelen. Rollen- en gewoontenlijst Aanvulling op de rollenlijst waarbij ook wordt ingegaan op gewoontepatronen. HOW (Handleiding Observatie Wilsubsysteem) Een observatie-instrument waarmee inzicht wordt verkregen in de waardes, interesses en de persoonlijke effectiviteit van cliënten. Handelingsprofiel Een zelfevaluatie die een overzicht geeft van de handelingsactiviteiten van de cliënt en het belang dat eraan gehecht wordt. Hiermee kan inzicht verkregen worden in de wensen tot verandering. Rollenlijst Een zelfevaluatie waarmee rollen geïnventariseerd worden door het aangeven van de persoonlijke beleving van vroegere, huidige en toekomstige rollen en het belang dat eraan gehecht wordt. AMPS (Assessment of Motor and Process Skills) Een observatie-instrument waarmee motorische en procesvaardigheden in kaart worden gebracht, zodat inzichtelijk wordt waarom een cliënt problemen heeft met alledaagse taken. Door Anna Voncken, Laura Obbink & Simone de Meij In opdracht van Jorine Schoenmaker 27 - Geschikte ergotherapeutische assessments binnen herstelondersteunende zorg

Vanuit het perspectief van de cliënt Het afnemen van de COPM bij hulpbehoevende ouderen en anderen in hun omgeving

Vanuit het perspectief van de cliënt Het afnemen van de COPM bij hulpbehoevende ouderen en anderen in hun omgeving Vanuit het perspectief van de cliënt Het afnemen van de COPM bij hulpbehoevende ouderen en anderen in hun omgeving Ank Eijkelkamp, ergotherapeut MSc, ArteveldehogeschoolGent Studiedag De ergotherapeut

Nadere informatie

IRB in de Sociale Verslavingszorg. Eerste ervaringen. Cees Witsenburg

IRB in de Sociale Verslavingszorg. Eerste ervaringen. Cees Witsenburg IRB in de Sociale Verslavingszorg. Eerste ervaringen. Cees Witsenburg 1 Uit de missie van Brijder: De wensen en mogelijkheden van onze patiënten, hun omgeving en onze expertise vormen de bouwstenen van

Nadere informatie

herstelgerichte visie als leidend principe Hoe doe je dat

herstelgerichte visie als leidend principe Hoe doe je dat hgerichte visie als leidend principe Hoe doe je dat > fasen h h empowermentgericht coachen rehabilitatiegericht benaderen visie op de cliënt inleiding1.5 1 > fasen h h empowermentgericht coachen rehabilitatiegericht

Nadere informatie

Belangrijke woorden Herstel Centraal

Belangrijke woorden Herstel Centraal Belangrijke woorden Herstel Centraal Herstel Gezondheid Hoop Spreken we dezelfde taal? Talenten Dromen Zingeving Empowerment Herstelondersteuning Samen keuzes maken Eigen regie Ontwikkeling Netwerk Vrije

Nadere informatie

POLPAROL HOE ONT-MOETEN KAN BIJDRAGEN TOT HERSTEL

POLPAROL HOE ONT-MOETEN KAN BIJDRAGEN TOT HERSTEL POLPAROL HOE ONT-MOETEN KAN BIJDRAGEN TOT HERSTEL VZW De Hulster Leuven UZ Leuven campus Sint- Jozef Kortenberg 1 Inleiding Ontstaan Polparol Succesfactoren Polparol Polparol en herstel Rol van hulpverlener

Nadere informatie

MOHO EN DE MOHOST. Robbert Kruijne Docent/onderzoeker Lectoraat Ergotherapie, participatie en omgeving Hogeschool van Amsterdam

MOHO EN DE MOHOST. Robbert Kruijne Docent/onderzoeker Lectoraat Ergotherapie, participatie en omgeving Hogeschool van Amsterdam MOHO EN DE MOHOST Robbert Kruijne Docent/onderzoeker Lectoraat Ergotherapie, participatie en omgeving Hogeschool van Amsterdam EEN MODEL is een vereenvoudigde weergave van een theorie - verbanden worden

Nadere informatie

Herstel bij ouderen. Tienen 19 oktober 2018 Ann Callebert

Herstel bij ouderen. Tienen 19 oktober 2018 Ann Callebert Herstel bij ouderen Tienen 19 oktober 2018 Ann Callebert overzicht herstelvisie presentiebenadering wat is herstel? Herstel is een intens persoonlijk, uniek proces van verandering in iemands houding,

Nadere informatie

Herstelondersteunend behandelen. Door Jos Dröes, psychiater np Stichting Rehabilitatie 92 Utrecht

Herstelondersteunend behandelen. Door Jos Dröes, psychiater np Stichting Rehabilitatie 92 Utrecht Herstelondersteunend behandelen Door Jos Dröes, psychiater np Stichting Rehabilitatie 92 Utrecht Wat is herstel? Herstel is opkrabbelen na of bij ziekte Herstel is een proces van de cliënt Herstel is niet

Nadere informatie

Ga je mee verdwalen? Weet jij de weg?

Ga je mee verdwalen? Weet jij de weg? 13-11- 12 Kenniscentrum Gezondheid, Welzijn & Technologie Ga je mee verdwalen? Weet jij de weg? Herstelverlenen Drs. I. Schaap Lectoraat herstelondersteunende zorg en cliëntempowerment Saxion Kom verder.

Nadere informatie

360 GRADEN FEEDBACK. Jouw competenties centraal

360 GRADEN FEEDBACK. Jouw competenties centraal 360 GRADEN FEEDBACK Jouw competenties centraal Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Over gedrag en de... 4 3. Totaalresultaten... 5 4. Overzicht scores per competentie... 7 5. Overschatting-/onderschattinganalyse...

Nadere informatie

Adviesrapport Met stip op één

Adviesrapport Met stip op één Adviesrapport Met stip op één Opdrachtgever: Junioradviseurs: E. de Haan J. Betjes L. J. van der Bie Senioradviseur: J.J. van der Toorn Hogeschool van Amsterdam Opleiding Ergotherapie 5 Juni 2012 Inhoud

Nadere informatie

Informatie voor assessoren bij het 2 e jaars gedragsassessment

Informatie voor assessoren bij het 2 e jaars gedragsassessment Hogeschool van Amsterdam Informatie voor assessoren bij het 2 e jaars gedragsassessment Bachelor: Sociaal Pedagogische Hulpverlening Voltijd Domein: Maatschappij en Recht December 2012 1. Inleiding Deze

Nadere informatie

Stof doen opwaaien. Ergotherapie bij mensen met een verstandelijke beperking & Huishoudelijke activiteiten

Stof doen opwaaien. Ergotherapie bij mensen met een verstandelijke beperking & Huishoudelijke activiteiten Stof doen opwaaien Ergotherapie bij mensen met een verstandelijke beperking & Huishoudelijke activiteiten Deel A:Theoretische onderbouwing Deel B: Ergotherapie en huishouden Deel C: Implementatie en profilering

Nadere informatie

Een vragenlijst voor de Empowerende Omgeving

Een vragenlijst voor de Empowerende Omgeving Een vragenlijst voor de Empowerende Omgeving Introductie Met de REQUEST methode wordt getracht de participatie van het individu in hun eigen mobiliteit te vergroten. Hiervoor moet het individu voldoende

Nadere informatie

3/12/2014 DE THERAPEUTISCHE RELATIE UITGANGSPUNTEN IN 2005 EN VANDAAG. Fundamentele component van kwaliteitsvolle therapie en zorg

3/12/2014 DE THERAPEUTISCHE RELATIE UITGANGSPUNTEN IN 2005 EN VANDAAG. Fundamentele component van kwaliteitsvolle therapie en zorg 1 DE THERAPEUTISCHE RELATIE Procesbevorderend Herstelgericht Zingevend Walter Krikilion Studiedag Geel 04/12/14 DE THERAPEUTISCHE RELATIE UITGANGSPUNTEN IN 2005 EN VANDAAG Fundamentele component van kwaliteitsvolle

Nadere informatie

(ernstige) psychische aandoeningen

(ernstige) psychische aandoeningen Titel Herstelondersteuning Titel van van deze deze presentatie bij presentatie (ernstige) psychische aandoeningen Subtitel van de presentatie Subtitel van de presentatie Symposium GGZ / JGZ Papendal Nicole

Nadere informatie

Formulier Aanvraag start Afstudeeronderzoek

Formulier Aanvraag start Afstudeeronderzoek Bijlage 2. Aanvraag start Afstudeeronderzoek Formulier Aanvraag start Afstudeeronderzoek Opleiding Sport en Bewegen Hierbij het verzoek om onderstaande gegevens in te vullen en in te dienen bij de afstudeercommissie.

Nadere informatie

Drie soorten kennis. Inleiding. De rol van de ervaringsdeskundige. Overzicht. Wetenschappelijke kennis. Professionele kennis.

Drie soorten kennis. Inleiding. De rol van de ervaringsdeskundige. Overzicht. Wetenschappelijke kennis. Professionele kennis. De rol van de ervaringsdeskundige Overzicht Inleiding ervaringsdeskundigheid Relatie met herstel EDNAH ErvaringsDeskundigheid Niet-Aangeboren Hersenletsel Groningen 2 februari 2017 Scholing Implementatie

Nadere informatie

Evaluatie SamenOud training Anders denken, anders doen Casemanagement

Evaluatie SamenOud training Anders denken, anders doen Casemanagement Evaluatie SamenOud training Anders denken, anders doen Casemanagement Deelprogramma voor wijkverpleegkundigen en ouderenadviseurs die opgeleid worden tot casemanager SamenOud R. Brans April 2013 Inhoud

Nadere informatie

Samenvatting. Cliëntgerichte benadering in de ergotherapie

Samenvatting. Cliëntgerichte benadering in de ergotherapie Cliëntgerichte benadering in de ergotherapie Het implementeren van een cliëntgerichte benadering in de gezondheidszorg heeft in toenemende mate de aandacht gekregen van patiënten, hulpverleners en beleidsmakers.

Nadere informatie

Bron: Handleiding bij feedbackkader, Marjoleine Dobbelaer, Onderwijsinspectie 2013

Bron: Handleiding bij feedbackkader, Marjoleine Dobbelaer, Onderwijsinspectie 2013 Effectief feedback geven en ontvangen Bron: Handleiding bij feedbackkader, Marjoleine Dobbelaer, nderwijsinspectie 2013 Inleiding Deze handleiding is geschreven ter ondersteuning van het gebruik van het

Nadere informatie

VAN ZORG NAAR PREVENTIE

VAN ZORG NAAR PREVENTIE VAN ZORG NAAR PREVENTIE Jaap van der Stel Jaap van der Stel Lector GGz Hogeschool Leiden Brijder-Parnassia GGZ ingeest Legitimatie psychische gezondheidszorg Legitimiteit van de psychische gezondheidszorg

Nadere informatie

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster Uitwerking Domein Gezondheidszorg Hogeschool Utrecht Honoursforum GZ Onderwerp / thema: Naam student: Studentnummer: Opleiding: Studiejaar

Nadere informatie

Praktijkgericht onderzoek - Easysteppers

Praktijkgericht onderzoek - Easysteppers Praktijkgericht onderzoek - Easysteppers Opdrachtgever: Naam studenten: Wil Peters Saleha Mughal & Marloes Boers Studentnummers: 500694382 & 500683615 Plaats: Amsterdam Datum: 13 juni 2017 Opleiding: Naam

Nadere informatie

Kwaliteit van GGz specifieke zorgstandaarden en modules

Kwaliteit van GGz specifieke zorgstandaarden en modules VOOR WIE IS DEZE CRITERIAWAAIER? - Deze criteriawaaier is opgesteld voor cliënten- en familievertegenwoordigers in de GGz. Kwaliteit van GGz specifieke zorgstandaarden en modules Vanuit een cliënten- en

Nadere informatie

Protocol 1: Ergotherapie voor mensen met dementie en hun mantelzorgers aan huis (EDOMAH)

Protocol 1: Ergotherapie voor mensen met dementie en hun mantelzorgers aan huis (EDOMAH) VitaDem-studie: vitaal blijven en meedoen, ondersteuning op maat voor mensen met dementie en hun naasten VitaDem interventies Protocol 1: Ergotherapie voor mensen met dementie en hun mantelzorgers aan

Nadere informatie

Identiteitsdocument van Jenaplanschool de Sterrenwachter

Identiteitsdocument van Jenaplanschool de Sterrenwachter Identiteitsdocument van Jenaplanschool de Sterrenwachter Onze ideologie We zien iedereen als uniek en waardevol. Ieder kind heeft talenten en samen gaan we die ontdekken en ontwikkelen. Hierdoor kunnen

Nadere informatie

Preffi 2.0: Preventie Effectmanagement Instrument. Ontwikkeling,validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid

Preffi 2.0: Preventie Effectmanagement Instrument. Ontwikkeling,validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid Preffi 2.0: Preventie Effectmanagement Instrument Ontwikkeling,validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid De gebruikers 1200 gezondheidsbevorderaars, voorlichters en preventiewerkers, werkzaam bij: GGD

Nadere informatie

Ergotherapie bij ouderen met dementie en hun mantelzorgers: het EDOMAH programma

Ergotherapie bij ouderen met dementie en hun mantelzorgers: het EDOMAH programma Ergotherapie bij ouderen met dementie en hun mantelzorgers: het EDOMAH programma De toepassing van de richtlijn Ergotherapie aan huis bij ouderen met dementie en hun mantelzorgers Post - HBO cursus 2012

Nadere informatie

Het doet ons bijzonder genoegen dat u de opleiding KT 2 (KorfbalTrainer 2) gaat volgen.

Het doet ons bijzonder genoegen dat u de opleiding KT 2 (KorfbalTrainer 2) gaat volgen. Beste cursist, Het doet ons bijzonder genoegen dat u de opleiding KT 2 (KorfbalTrainer 2) gaat volgen. U heeft bijgaand de handleiding voor de cursist en die voor de PB (PraktijkBegeleider) digitaal ontvangen.

Nadere informatie

VERMOEIDHEID na een CVA

VERMOEIDHEID na een CVA Vermoeidheidsrichtlijn in CVA-richtlijn 2 voorbeelden na een CVA De richtlijn Vermoeidheid in de praktijk Ernst Evenhuis & Isaline Eijssen Werk, p 100 Effectieve behandelmethoden voor het omgaan met de

Nadere informatie

Versterking Samenwerking. Ik-doelen De reflectietaart

Versterking Samenwerking. Ik-doelen De reflectietaart Versterking Samenwerking Ik-doelen Voorwoord Deze handreiking bevat een samenvatting van het onderzoek dat de ontwikkelgroep Ik-doelen, bestaande uit obs Beekbergen, Daltonschool De Heemde, obds De Branink

Nadere informatie

Het gekantelde gesprek aan de keukentafel: Een methodiek. Seminar tijdens Supportbeurs - 10 mei 2012 door Bart van den Eijnde

Het gekantelde gesprek aan de keukentafel: Een methodiek. Seminar tijdens Supportbeurs - 10 mei 2012 door Bart van den Eijnde Het gekantelde gesprek aan de keukentafel: Een methodiek Seminar tijdens Supportbeurs - 10 mei 2012 door Bart van den Eijnde Het gekantelde gesprek Welkom Het keukentafelgesprek De ontwikkeling van een

Nadere informatie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie 1 Samenvatting In opdracht van de FamilieAcademie is een eerste effectmeting gedaan naar de training

Nadere informatie

Studiehadleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging

Studiehadleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging Studiehadleiding Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging Naam onderwijseenheid: Methoden en vaardigheden voor praktijkonderzoek Code onderwijseenheid: HBOMIGV015MV Jaar: Onderwijsperiode:

Nadere informatie

Geestelijke Gezondheidszorg in beeld

Geestelijke Gezondheidszorg in beeld Geestelijke Gezondheidszorg in beeld Werkbeleving GGZ medewerkers 10k 21 De Geestelijke Gezondheidszorg is een onmisbare schakel in de zorgketen. GGZ medewerkers bieden hulp aan volwassenen, kinderen en

Nadere informatie

NAH & Ervaringsdeskundigheid. Kick-off Hersenletselcentra Eindhoven 3 juli 2014

NAH & Ervaringsdeskundigheid. Kick-off Hersenletselcentra Eindhoven 3 juli 2014 NAH & Ervaringsdeskundigheid Kick-off Hersenletselcentra Eindhoven 3 juli 2014 Korte introductie Drs. C.G.M. (Riny) Pepels NAH Ervaringsdeskundige en vrijwilliger ZBB Lid Stuurgroep Ervaringsdeskundigheid

Nadere informatie

NAH & Ervaringsdeskundigheid. Aftrap Hersenletselcentra 27 juni 2014

NAH & Ervaringsdeskundigheid. Aftrap Hersenletselcentra 27 juni 2014 NAH & Ervaringsdeskundigheid Aftrap Hersenletselcentra 27 juni 2014 Korte introductie Drs. J. (Jeroen) Kwak Manager zorgconsumenten Zorgbelang Brabant (o.a. NAH-Cafés en hersenletselnetwerken) Manager

Nadere informatie

Plan van aanpak Coaching 1

Plan van aanpak Coaching 1 Plan van aanpak Coaching 1 Opdrachtgever: ROC Leiden Ter Haarkade 6a Docent-Mentor ROC Leiden M. Wesseling (m.wesseling@rocleiden.nl) 06-83014442 Opdracht: Het begeleiden/coachen van een eerstejaars student

Nadere informatie

Kwaliteitsonderzoek begeleiding

Kwaliteitsonderzoek begeleiding Kwaliteitsonderzoek begeleiding Kwaliteitsonderzoek Begeleiding najaar 2016 Pagina 1 van 18 Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Werkwijze en verantwoording 5 Het doel van het onderzoek 5 Uitvoering onderzoek

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek Bejegening van pleegouders in Zeeland Door Veerle de Leede In opdracht van Stichting Pleegoudersupport Zeeland

Samenvatting onderzoek Bejegening van pleegouders in Zeeland Door Veerle de Leede In opdracht van Stichting Pleegoudersupport Zeeland Samenvatting onderzoek Bejegening van pleegouders in Zeeland Door Veerle de Leede In opdracht van Stichting Pleegoudersupport Zeeland Beste pleegouder, U heeft aangegeven graag op de hoogte gehouden te

Nadere informatie

Op zoek naar herstel

Op zoek naar herstel Op zoek naar herstel Herstel en herstelondersteunende zorg voor mensen met moeilijk verstaanbaar gedrag en hun begeleiders Door Jos Dröes Stichting Rehabilitatie 92 Het probleem (?) mijn cliënten zijn

Nadere informatie

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt: Achtergrond Basisschool De Regenboog staat in de wijk Zuid-west in Boekel en valt onder het bestuur van Zicht PO. Evenals de andere scholen onder dit bestuur gaan wij de komende periode vorm geven aan

Nadere informatie

Handleiding voor docenten en opleiders bij de film Verslaafd in het Hoofd

Handleiding voor docenten en opleiders bij de film Verslaafd in het Hoofd Handleiding voor docenten en opleiders bij de film Verslaafd in het Hoofd Door Alie Weerman In de film komen vier mensen aan het woord die hersteld zijn van hun verslaving. Vanwege de variatie aan achtergrond,

Nadere informatie

Ergotherapeutische conceptrichtlijn voor de individuele behandeling van borstkankerpatiënten in de nazorgfase

Ergotherapeutische conceptrichtlijn voor de individuele behandeling van borstkankerpatiënten in de nazorgfase Ergotherapeutische conceptrichtlijn voor de individuele behandeling van borstkankerpatiënten in de nazorgfase In het kader van: Toegepast Onderzoek Kwaliteitszorg en Ondernemen Realisatiefase 18 december

Nadere informatie

Hogeschool van Amsterdam, Expertise Centrum Ergotherapie

Hogeschool van Amsterdam, Expertise Centrum Ergotherapie Hogeschool van Amsterdam, Expertise Centrum Ergotherapie 7 De Nederlandse samenvattende handleiding van de OPHI-II (versie 2.1) Occupational Performance History Interview-II NL Rosa Baaijen Junioradviseur

Nadere informatie

Verbinding in perspectieven. Jelle de Vos Petri Embregts

Verbinding in perspectieven. Jelle de Vos Petri Embregts Verbinding in perspectieven Jelle de Vos Petri Embregts Inhoud Voorstellen: waarom doen we dit? Empowerment, autonomie en zelfbepaling: hoe kom ik in mijn kracht, hoe leer ik zelf te bepalen? Competentie:

Nadere informatie

MS en vermoeidheid; Energiemanagement als interventie

MS en vermoeidheid; Energiemanagement als interventie MS en vermoeidheid; Energiemanagement als interventie Gera Hakkesteegt Ergotherapeut Afdeling Revalidatie MS en vermoeidheid Ongeveer 80% van de mensen met MS ervaren vermoeidheid 2/3 ervaart het als grootste

Nadere informatie

AOS docentonderzoek. Rapporteren en presenteren

AOS docentonderzoek. Rapporteren en presenteren Het forum AOS docentonderzoek Rapporteren en presenteren Wanneer is je onderzoek geslaagd? Evalueren en beoordelen Oefening 4 (pagina 316 of 321) Rapporteren en presenteren Verspreiding van resultaten

Nadere informatie

Resultaten interviews met patiënten Vervolgens wordt een korte samenvatting gegeven van de belangrijkste resultaten uit de gelabelde interviews.

Resultaten interviews met patiënten Vervolgens wordt een korte samenvatting gegeven van de belangrijkste resultaten uit de gelabelde interviews. Onderzoek nazorg afdeling gynaecologie UMCG (samenvatting) Jacelyn de Boer, Anniek Dik & Karin Knol Studenten HBO-Verpleegkunde aan de Hanze Hogeschool Groningen Jaar 2011/2012 Resultaten Literatuuronderzoek

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

GGZ Friesland in beweging: Implementatie van de IRB

GGZ Friesland in beweging: Implementatie van de IRB GGZ Friesland in beweging: Implementatie van de IRB Charlotte de Heer, c.de.heer@pl.hanze.nl Sanne van der Zee, sanne.van.der.zee@mind-up.nl Hilda van der Eems, hilda.van.der.eems@ggzfriesland.nl Workshop

Nadere informatie

Congres Valpreventie Nijmegen, workshop Jos Leenders

Congres Valpreventie Nijmegen, workshop Jos Leenders Congres Valpreventie Nijmegen, 6-10-2016 workshop Jos Leenders Hoe om te gaan met tegengestelde wensen van cliënten, familieleden en zorgverleners bij het verlagen van het risico op vallen: Samen doelen

Nadere informatie

BEOORDELINGSFORMULIER

BEOORDELINGSFORMULIER Faculteit Geesteswetenschappen Versie maart 2015 BEOORDELINGSFORMULIER MASTER SCRIPTIES Eerste en tweede beoordelaar vullen het beoordelingsformulier onafhankelijk van elkaar in. Het eindcijfer wordt in

Nadere informatie

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten Beoordeling Te behalen Behaald 1. Past het onderwerp/ontwerp bij het vak/de vakken? 1 Herkenbaarheid van het vak of de vakken. Past het onderwerp

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Handleiding Voltijd Jaar 3 Studiejaar 2015-2016 Stage-opdrachten Tijdens stage 3 worden 4 stage-opdrachten gemaakt (waarvan opdracht 1 als toets voor de

Nadere informatie

Kind aan het woord. 21 april Marjon ten Velden MSc OT. Opleiding Ergotherapie Faculteit Gezondheid HvA

Kind aan het woord. 21 april Marjon ten Velden MSc OT. Opleiding Ergotherapie Faculteit Gezondheid HvA Kind aan het woord 21 april 2016 Marjon ten Velden MSc OT Opleiding Ergotherapie Faculteit Gezondheid HvA 1 Luisteren naar Kinderen..zorgt voor succesvolle interventies hoe vaak bepaalt het kind de interventiedoelen?

Nadere informatie

Format beoordelingsformulier FEM voor geschreven afstudeerwerk: de afstudeeropdracht Toelichting over het gebruik van het formulier:

Format beoordelingsformulier FEM voor geschreven afstudeerwerk: de afstudeeropdracht Toelichting over het gebruik van het formulier: Bijlage bij Andriessen, D. en Van der Marel, I. (2015) Beoordelingsmodel voor eindwerkstukken voor een Faculteit Economie & Manage-ment in het hbo. Tijdschrift voor Hoger Onderwijs, Jaargang 33, Nr. 2,

Nadere informatie

Werkwijzen ervaringsgerichte evaluatie 1. Open evaluatieverhaal 2. Gestructureerde evaluatievragen

Werkwijzen ervaringsgerichte evaluatie 1. Open evaluatieverhaal 2. Gestructureerde evaluatievragen Werkwijzen ervaringsgerichte evaluatie Het ervaringsgericht evalueren gebeurt bij voorkeur door een gesprek in een groep. Mensen vertellen hun verhaal over het van tevoren vastgestelde evaluatieonderwerp.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Docenten in het hoger onderwijs zijn experts in wát zij doceren, maar niet noodzakelijk in hóe zij dit zouden moeten doen. Dit komt omdat zij vaak weinig tot geen training hebben gehad in het lesgeven.

Nadere informatie

Ouderschap strategieën van vaders en moeders met een psychische ziekte.

Ouderschap strategieën van vaders en moeders met een psychische ziekte. Bespreking artikel Ouderschap strategieën van vaders en moeders met een psychische ziekte. Auteurs: P.C. Van der Ende, MSc, J.T. van Busschbach, phd, J. Nicholson, phd, E.L.Korevaar, phd & J.van Weeghel,

Nadere informatie

Supported Employment modelgetrouwheid in Vlaamse arbeidsrehabilitatieprogramma s Knaeps J. & Van Audenhove Ch. GGZ-congres, 2012 Overzicht Inleiding Onderzoek Onderzoeksvragen Methode Analyse Resultaten

Nadere informatie

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? - Geplaatst in VISUS 4-2017 - EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen

Nadere informatie

CREATIEF VERMOGEN. Andrea Jetten, Hester Stubbé

CREATIEF VERMOGEN. Andrea Jetten, Hester Stubbé CREATIEF VERMOGEN Andrea Jetten, Hester Stubbé OPDRACHT Creativitief vermogen meetbaar maken zodat de ontwikkeling ervan gestimuleerd kan worden bij leerlingen. 21st century skills Het uitgangspunt is

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Activiteitenprofiel ENG: Activity Record (ACTRE) 31 januari 2019 Review en invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking

Nadere informatie

Deelnemershandleiding

Deelnemershandleiding Deelnemershandleiding Handleiding voor Assessment Deelnemers Versie: 1.0 assessmenthandbook.pdf Uitgegeven: FitComplete Erkenningen Datum uitgave: 3 januari 2015 Auteur: Armand Bottse Contact: info@fitcomplete.nl

Nadere informatie

Onderzoek naar een sluitend schoolaanbod voor jongeren met ASS die uitvallen binnen het speciaal onderwijs.

Onderzoek naar een sluitend schoolaanbod voor jongeren met ASS die uitvallen binnen het speciaal onderwijs. Onderzoek naar een sluitend schoolaanbod voor jongeren met ASS die uitvallen binnen het speciaal onderwijs. Afstudeerproject - Master Pedagogiek School of Health, Hogeschool Inholland C.C.A (Claudine)

Nadere informatie

Succesvolle toepassing van 360 graden feedback: De keuze van het 360 instrument en de voorbereiding op het 360 traject

Succesvolle toepassing van 360 graden feedback: De keuze van het 360 instrument en de voorbereiding op het 360 traject Succesvolle toepassing van 360 graden feedback: De keuze van het 360 instrument en de voorbereiding op het 360 traject Augustus 2011 Waar werknemers onderdeel zijn van een organisatie, wordt beoordeeld.

Nadere informatie

Lespakket. Jongvolwassenen met lichamelijke beperkingen: transitie naar volwassenheid en werk

Lespakket. Jongvolwassenen met lichamelijke beperkingen: transitie naar volwassenheid en werk Lespakket Jongvolwassenen met lichamelijke beperkingen: transitie naar volwassenheid en werk Lineke Verhoef Natascha van Schaardenburgh Joan Verhoef Sander Hilberink Les 1 Jongvolwassenen met chronische

Nadere informatie

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

Rapport Docent i360. Test Kandidaat Rapport Docent i360 Naam Test Kandidaat Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor u ligt het

Nadere informatie

INSPIRATIEDAG ERGOTHERAPIE EN HERSTELGERICHTE ZORG IN DE PRAKTIJK

INSPIRATIEDAG ERGOTHERAPIE EN HERSTELGERICHTE ZORG IN DE PRAKTIJK DONDERDAG 17 MAART 2016 INSPIRATIEDAG ERGOTHERAPIE EN HERSTELGERICHTE ZORG IN DE PRAKTIJK Graag nodigen we je uit op de inspiratiedag rond ergotherapie en herstelgerichte zorg in de praktijk. Deze dag

Nadere informatie

Competenties Luuk van Paridon. Analyseren

Competenties Luuk van Paridon. Analyseren Competenties Luuk van Paridon Overzicht waar ik nu sta: Afbeelding 1: Spinnenweb competenties De groene lijn geeft aan welke competenties ik tot nu toe behaald heb (zie Afbeelding 1). De competenties die

Nadere informatie

Masterpiece Autonomie bij de geriatrische zorgvrager na invoering van het Baxtersysteem

Masterpiece Autonomie bij de geriatrische zorgvrager na invoering van het Baxtersysteem Masterpiece Autonomie bij de geriatrische zorgvrager na invoering van het Baxtersysteem Een beeld vormen en in kaart brengen van de autonomie bij de geriatrische zorgvrager na invoering van het Baxtersysteem

Nadere informatie

Steeman HRD Assessment Centers

Steeman HRD Assessment Centers Steeman HRD Wijk bij Duurstede www.steemanhrd.com info@steemanhrd.com tel: +31 (0)6 2367 1321 Steeman Human Resource Development ondersteunt individuele medewerkers, teams en organisaties bij het formuleren,

Nadere informatie

Toetsbekwaamheid BKE november 2016

Toetsbekwaamheid BKE november 2016 Toetsbekwaamheid BKE november 2016 De Basiskwalificatie Examinering heeft als doel de hbo-toetspraktijk te versterken. Een belangrijk aspect in die toetspraktijk is het gesprek over toetsing: het vragen/

Nadere informatie

Lumina Life voor duurzame gezondheid en vitaliteit van mens en organisatie

Lumina Life voor duurzame gezondheid en vitaliteit van mens en organisatie Lumina Life voor duurzame gezondheid en vitaliteit van mens en organisatie Lumina Life is een uniek instrument dat medewerkers in de zakelijke markt helpt om duurzaam gezond en vitaal te kunnen blijven

Nadere informatie

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1 Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1 Bijlage 1: Het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs: Stadium van het instructie model Oriëntatiefase

Nadere informatie

Wat levert activering op? Tom van Wel, Werk is de beste zorg Utrecht, 4 december 2013

Wat levert activering op? Tom van Wel, Werk is de beste zorg Utrecht, 4 december 2013 Wat levert activering op? Tom van Wel, Werk is de beste zorg Utrecht, 4 december 2013 mag ik me even voorstellen psycholoog/onderzoeker bij Altrechts ABC - voor jongeren met een psychosekwetsbaarheid 25

Nadere informatie

Datum publicatie: 22 oktober 2014. De ervaring van de cliënt Een onderzoek naar de klanttevredenheid onder de cliënten van InnZorg

Datum publicatie: 22 oktober 2014. De ervaring van de cliënt Een onderzoek naar de klanttevredenheid onder de cliënten van InnZorg Datum publicatie: oktober 1 Auteur: Remko Boonstra Een onderzoek naar de klanttevredenheid onder de cliënten van InnZorg Voorwoord Voor u ligt het onderzoeksrapport van het onderzoek naar de klanttevredenheid

Nadere informatie

Medewerkerstevredenheidsonderzoek Fictivia 2008.V.

Medewerkerstevredenheidsonderzoek Fictivia 2008.V. Medewerkerstevredenheidsonderzoek Fictivia 2008.V. Opdrachtgever: Uitvoerder: Plaats: Versie: Fictivia B.V. Junior Consult Groningen Fictief 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Directieoverzicht 4 Leiderschap.7

Nadere informatie

DE KRACHT VAN SAMENWERKEN

DE KRACHT VAN SAMENWERKEN SUCCESVOL OP HET GEBIED VAN ERVARINGS: DAT DOEN WIJ ALS ZES ORGANISATIES IN DE REGIO TILBURG/BREDA. Succesvol samenwerken op het gebied van Recovery van ervaringsdeskundigheid: College dat doen wij als

Nadere informatie

Rehabilitatie onmisbaar voor herstel ondersteunende zorg? Individuele Rehabilitatie Benadering erkende participatiemethodiek

Rehabilitatie onmisbaar voor herstel ondersteunende zorg? Individuele Rehabilitatie Benadering erkende participatiemethodiek Rehabilitatie onmisbaar voor herstel ondersteunende zorg?. Individuele Rehabilitatie Benadering erkende participatiemethodiek Kennis maken: Wie zijn wij? Wie zijn jullie? Wat vinden wij belangrijk? Vergelijk

Nadere informatie

Ervaringsdeskundigheid in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Petri Embregts

Ervaringsdeskundigheid in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Petri Embregts Ervaringsdeskundigheid in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking Petri Embregts Inhoud Waarom een kans in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking? Inzetbaarheid en effectiviteit

Nadere informatie

Werken met Begeleiders in de GGz met Ervaringsdeskundigheid (BGE)

Werken met Begeleiders in de GGz met Ervaringsdeskundigheid (BGE) Werken met Begeleiders in de GGz met Ervaringsdeskundigheid (BGE) Nicole van Erp (Ti) Annemieke Hendriksen-Favier (Ti) Marco Hoeve (Ti) Marjo Boer (ROC Zadkine) 18 december 2008 Congres Sociale relaties

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument.

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument. Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 3. Toelichting bij de criteria voor

Nadere informatie

Implementatie Begeleid Leren in afdelingen en teams

Implementatie Begeleid Leren in afdelingen en teams Implementatie Begeleid Leren in afdelingen en teams 1. Introductie: het implementatietraject Een GGz- of onderwijsinstelling heeft het besluit genomen Begeleid Leren (Kiezen- Verkrijgen-Behouden model)

Nadere informatie

Het instrument Assessment Algemene Arbeidsvaardigheden

Het instrument Assessment Algemene Arbeidsvaardigheden Assessment Algemene Arbeidsvaardigheden DEEL A Het instrument Assessment Algemene Arbeidsvaardigheden Junior adviseurs Periode Paulien Luijten 8 April 2002 27 September 2002 Ivy Pot Christiane Thiem In

Nadere informatie

Het belang van een goede samenwerking

Het belang van een goede samenwerking Het belang van een goede samenwerking Voorbeeld stresstest samenwerking onderwijs-bedrijfsleven Versie 1.0 24 februari 2016 Inhoud 1. Voorwoord... 2 Het belang van een goede samenwerking... 2 De stresstest...

Nadere informatie

Waardeschaal subjectief welbevinden bij ouderen met dementie Koen Geenen,

Waardeschaal subjectief welbevinden bij ouderen met dementie Koen Geenen, WSW- dementie Waardeschaal subjectief welbevinden bij ouderen met dementie Koen Geenen, bachelor Ergotherapie Inhoud Deze waardeschaal is een gestandaardiseerde observatieschaal om het subjectief welbevinden

Nadere informatie

S a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting

S a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting S a m e n v a t t i n g 149 Samenvatting 150 S a m e n v a t t i n g Dit proefschrift richt zich op de effectiviteit van een gezinsgerichte benadering (het DMOgespreksprotocol, gebruikt binnen het programma

Nadere informatie

REQUEST. Een wetenschappelijke basis voor een meetinstrument. Het meetinstrument Request. Doel

REQUEST. Een wetenschappelijke basis voor een meetinstrument. Het meetinstrument Request. Doel E Q U A L REQUEST Een wetenschappelijke basis voor een meetinstrument Het meetinstrument Request Doel Het vaststellen van de mate waarin een organisatie empowerend handelt naar de cliënt met een arbeidsvraag

Nadere informatie

Bewijs Reflectie Formulier

Bewijs Reflectie Formulier Bewijs Reflectie Formulier Naam: Student nummer: 2034865 Marina Hoogeveen Docent: Blokonderdeel: Competentie raakvlakken: Activiteit: Bestandsnaam Bewijzen: Lara de Hoogd Creative School Creatief denken

Nadere informatie

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Samenvatting The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Als werknemers door ziekte hun werk niet meer kunnen doen betaalt de werkgever

Nadere informatie

VERTROUWELIJK. Rapport 360 -feedback Voorbeeldrapport

VERTROUWELIJK. Rapport 360 -feedback Voorbeeldrapport VERTROUWELIJK Rapport 36 -feedback Voorbeeldrapport 7-2-215 www.talentfactor.nl Inhoudsopgave 1 Introductie... 3 2 Sterkte / zwakte analyse... 4 3 Score top 5... 6 4 Verschil eigen score en omgevingsscore...

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Pediatric Volitional Questionnaire (PVQ) December 2013 Review: 1) G. Hodenius, J. Issel, J. Ohl 2) J.B.Grondal Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens

Nadere informatie

Opleiding Verzorgende IG PROEVE

Opleiding Verzorgende IG PROEVE Opleiding Verzorgende IG PROEVE Uitleg Albeda College Branche Gezondheidszorg Kwalificatieniveau 3 Cohort: 2015-2016 Crebocode: 95530 Februari 2015 Naam student: Proeve Cohort 2012-2013 verzorgende IG

Nadere informatie

TH-PI Performance Indicator. Best Peter Assistant

TH-PI Performance Indicator. Best Peter Assistant Best Peter Assistant TH-PI Performance Indicator Dit rapport werd gegenereerd op 11-11-2015 door White Alan van Brainwave Ltd.. De onderliggende data dateren van 10-03-2015. OVER DE PERFORMANCE INDICATOR

Nadere informatie