AFSTUDEERHANDLEIDING PRODUCT

Transcriptie

1 AFSTUDEERHANDLEIDING PRODUCT

2 Inhoud 1. Inleiding De drie afstudeervarianten... 5 Onderzoeksopdracht... 5 Product... 5 Eigen onderneming De weg naar het afstudeervoorstel... 8 Van idee naar voorstel... 8 Goedkeuring afstudeervoorstel... 8 Afstuderen in het buitenland De afstudeervariant Product Begeleiding en rooster Weekoverzicht afstudeervariant Product Inspirationfase Ideationfase Implementationfase Producten Afstudeervoorstel Inspirationverslag Ideationverslag Eindpresentatie, eindproduct en eindverslag Rechten en plichten Procedures Overstappen naar een andere afstudeervariant Maximaal een jaar afstuderen Afbreken van de afstudeerperiode Herkansing periode 4 (bij beginnen in periode3) Beginnen in periode Bijlagen Bijlage I: Competentieoverzicht MIC Bijlage II: Afstudeervoorstel afstudeervariant Product MIC Bijlage III Format eindverslag en toelichting Bijlage IV: Beoordelingsformulier... 28

3 1. Inleiding Voor je ligt de afstudeerhandleiding van de opleiding Media, Informatie en Communicatie (MIC). Afstuderen is een belangrijke gebeurtenis in je leven en we willen je de kans geven om hierbij je talenten te laten zien. 3

4 Je bent onze opleiding begonnen met een algemene basis van anderhalf jaar, waarin je onder andere een beroepsoriënterende stage hebt gelopen. Vervolgens koos je twee specialisaties, liep je een lange, beroepsvoorbereidende stage en deed je een minor. Nu ben je toe aan het afstuderen (zie ook figuur 1: Overzicht opleiding MIC, onderaan deze pagina). Het afstuderen bestaat uit twee delen: Een afstudeeropdracht (25 ECTS); Een assessmentgesprek (5 ECTS), waarin je, nadat je afstudeeropdracht hebt afgerond, aan de hand van acht gedragsindicatoren over alle competenties een gesprek zult voeren (voor het assessmentgesprek staat een aparte handleiding op de modulepagina). Het bijzondere van de afstudeeropdracht is dat je kunt kiezen uit drie varianten. Dit past bij wat je van MIC gewend bent: een studie waarbinnen je zelf de richting bepaalt. We willen je daarmee de kans bieden om af te studeren op een manier die bij je past en waarmee je de competenties waar jij goed in bent, voor het voetlicht kunt brengen. Tegelijkertijd laat je ermee zien dat je aan alle hboeindkwalificaties voldoet. De afstudeeropdracht en het assessment samen vormen het bewijs dat je beroepsbekwaam bent, zodat we je met een gerust hart kunnen laten toetreden tot de arbeidsmarkt. Schema 1: Overszicht opleiding MIC 4

5 2. De drie afstudeervarianten Je kunt kiezen uit de volgende afstudeervarianten: 1. Onderzoeksopdracht; 2. Product; 3. Eigen onderneming. We gaan in dit hoofdstuk kort in op de drie varianten. Daarbij vind je enkele voorbeelden van opdrachten die passen binnen een afstudeervariant. Gedetailleerdere informatie over de afstudeervarianten vind je verderop in deze handleiding. Om je te helpen tot een goede keuze te komen, is er een schema met overeenkomsten en verschillen tussen de afstudeervarianten Voorbeelden die passen bij de afstudeervarianten Onderzoeksopdracht In de afstudeervariant Onderzoeksopdracht staat het doen van toegepast, praktijkgericht en methodologisch verantwoord onderzoek centraal. Als je deze afstudeervariant kiest, ben je relatief goed voorbereid op een eventuele masterstudie. Je krijgt de mogelijkheid om je nader te verdiepen in een onderwerp naar keuze. Jouw eigen, inhoudelijke belangstelling staat daarbij centraal, maar je onderzoek moet wel relevant zijn voor de beroepspraktijk. Voorbeelden van onderwerpen waar je onderzoek naar kunt doen: Wat is het kijkgedrag en zijn de achterliggende motieven van Generatie Z in Nederland bij het bekijken van videocontent op YouTube? Welke functies en content moet een mobiele applicatie van Joris Goedbloed Entertainment Nederland bevatten volgens de bestaande klanten van deze onderneming? Wat is het effect van berichtgeving en content op sociale media voor, tijdens en na afloop van festival New Woodstock op hoe bezoekers dit festival ervaren? Product Als je kiest voor de afstudeervariant Product, maak je een mediaproduct of verbeter je een bestaand mediaproduct. Dit kun je doen voor een opdrachtgever, maar je kunt ook een eigen idee voor een nieuw product of een verbeterplan voor een bestaand product uitwerken. We gebruiken in deze variant Design Thinking als raamwerk; we volgen de fasen inspiration, ideation en implementation om van idee tot uiteindelijk product te komen. We laten je vrij in de keuze van het mediaproduct dat je wilt maken. Wel moet je in je afstudeervoorstel aantonen dat je binnen de opleiding, stage of minor ervaring hebt opgedaan met het produceren van het mediaproduct van jouw keuze. 5

6 Omdat we je vrijlaten in de keuze voor het mediaproduct, kunnen we van tevoren niet precies aangeven in hoeverre je dat mediaproduct moet uitwerken. Dat bepaal je in overleg met je afstudeerbegeleider. Hij/zij heeft ervaring met het specifieke product dat jij maakt; samen bepalen jullie welke vorm jouw eindproduct moet hebben. Je eindproduct kan dus bijvoorbeeld een dummy, een klikbaar prototype, een leader of een aantal scènes van een documentaire zijn. Voorbeelden van Producten die je tijdens je afstudeerperiode kunt maken: app; boek; blog; brandbook; contentstrategie; documentaire; (e)magazine; evenement; film; game; programmaformat; redactionele formule; socialmediacampagne; website. Eigen onderneming Heb je een goed idee voor een nieuw mediaconcept? Of maak je al YouTubevideo s, websites of fotoreportages in je vrije tijd? Wil je weten of je idee levensvatbaar is, of je er geld mee kunt verdienen en hoe je je bedrijf in de markt moet zetten? In de afstudeervariant Eigen onderneming onderzoek je de mogelijkheid om je eigen mediabedrijf op te zetten en/of verder uit te werken. Bij deze vorm van afstuderen staan de methodiek van Design Thinking en het Lean Canvas Model centraal. Voorkennis van (een van) deze twee onderdelen, omdat je de specialisatie Mediaconcepten of Mediaondernemerschap hebt gevolgd, is dus een pluspunt. Voorbeelden van redenen om voor de afstudeervariant Eigen onderneming te kiezen: je hebt het idee om een eigen foodblog op te zetten en daarmee geld te verdienen. Je wilt weten of dit idee levensvatbaar is en hoe je dit het beste kunt uitwerken; je hebt tijdens de specialisatie Mediaondernemerschap een bedrijf opgezet dat websites maakt voor kleine restaurants en wilt dit in je eentje verder uitbouwen; 6

7 in je vrije tijd maak je op freelancebasis videomontages. De opdrachtgevers komen vaak via familie en kennissen. Je wilt dit na je afstuderen professioneler aanpakken Verschillen en overeenkomsten afstudeervarianten Schema 2: Verschillen en overeenkomsten afstudeervarianten 7

8 3. De weg naar het afstudeervoorstel Om met afstuderen te mogen beginnen, moet je je propedeuse hebben afgerond en 105 ECTS uit de hoofdfase hebben behaald. Deze 105 ECTS moeten zijn behaald op het moment dat je het definitieve afstudeervoorstel in OnStage uploadt. Je kunt vier keer per studiejaar beginnen met afstuderen. In de tabel op de modulepagina staan alle belangrijke data voor semester 2 van studiejaar en semester 1 van studiejaar Van idee naar voorstel In de aanloopfase van het afstuderen is je studieloopbaanbegeleider (slb er) heel belangrijk. Met hem/haar bespreek je wat de meest geschikte afstudeervariant voor jou is en hoe je van een idee tot een afstudeervoorstel komt. Misschien is het handig om voor de afstudeervariant Onderzoeksopdracht te kiezen, omdat je na MIC een master wil volgen? Of vind je een vraagstuk interessant, maar weet je niet bij welke variant dat het beste thuishoort? Bespreek dit soort vragen met je slb er; hij/zij kent je en zal je helpen de juiste route uit te stippelen. Goedkeuring afstudeervoorstel Heb je bepaald welke afstudeervariant je wilt doen? Dan is het tijd om de workshop te volgen die hoort bij de afstudeervariant van jouw keuze. Let op: deze workshops worden maar twee keer per studiejaar aangeboden; één keer in november en één keer vlak voor het zomerreces. (Zie de modulepagina van de Afstudeervariant Product voor exacte data en tijdstippen.) Binnen deze workshops helpen docenten je om tot een goed afstudeervoorstel voor de door jou gekozen afstudeervariant te komen. Handig, want het format van het afstudeervoorstel verschilt per afstudeervariant. Na de workshop voltooi je je afstudeervoorstel zelfstandig en bespreek je dit zo snel mogelijk met je slb er. Hij/zij moet je afstudeervoorstel namelijk goedkeuren voor je het ter beoordeling van de afstudeercoördinator mag uploaden in OnStage. Probeer je afstudeervoorstel zo ver mogelijk voor de deadline (zie schema 3: Deadlines afstudeerproces op pagina 8) af te hebben. Mocht de afstudeercoördinator willen dat je nog een aanpassing doet, dan kan dit nog voor de periode begint. Als je afstudeervoorstel niet wordt goedgekeurd, zijn er twee mogelijkheden: 1. Je past, in overleg met de afstudeercoördinator, je afstudeervoorstel aan en levert het nogmaals in, zodat je alsnog op tijd kunt beginnen. 2. De afstudeercoördinator geeft aan dat het ondoenlijk is om je afstudeervoorstel aan te passen voordat de periode begint. Je begint de periode erna. 8

9 Schema 4: de weg naar het afstudeervoorstel OnStage Alle officiële documenten die je oplevert tijdens het afstudeertraject, moet je uploaden in OnStage. Daar zullen ze standaard worden gecontroleerd op plagiaat. Je begeleiders en beoordelaars zullen de beoordelingsformulieren en hun feedback ook in OnStage uploaden. Ben je klaar om het door je slb er goedgekeurde afstudeervoorstel in OnStage te uploaden? Ga dan naar onstage.hva.nl en log in met je HvA-id en wachtwoord. Kies vervolgens het traject dat je wilt volgen, bijvoorbeeld: 16/17 start blok1 Product. Meer informatie over OnStage en het afstuderen vind je hier. Afstuderen in het buitenland Wil je in het buitenland afstuderen? Denk dan goed na over welke afstudeervariant je kiest. 9

10 De afstudeervariant Onderzoeksopdracht is het meest geschikt om buiten Nederland uit te voeren: de begeleiding is individueel van aard en de producten die tussentijds moeten worden opgeleverd, kunnen allemaal digitaal worden ingeleverd en beoordeeld. De afstudeervariant Product is dusdanig aan te passen dat de begeleiding en feedback digitaal kunnen verlopen. Maar: je mist wel de feedback uit de werkbijeenkomsten. De presentatie halverwege, waar een go-/no-go-moment aan is gekoppeld, zal via Skype moeten gebeuren. En in de week van de presentaties (altijd de zesde week van de tweede periode van je afstuderen) moet je aanwezig zijn. De afstudeervariant Eigen onderneming ten slotte, leent zich er niet voor om in het buitenland te worden uitgevoerd. De zogeheten Dragons Dens, waarin je feedback krijgt aan de hand van een presentatie en pitch, zijn namelijk verplicht. Mocht je in het buitenland willen afstuderen en kiezen voor de afstudeervariant Onderzoeksopdracht of Product, vermeld dan alsjeblieft in je afstudeervoorstel (Bijlage 2) bij het onderdeel Motivatie & ervaring zoveel mogelijk over jouw specifieke situatie op je afstudeerplek in het buitenland. 10

11 4. De afstudeervariant Product Je hebt gekozen voor de afstudeervariant Product. Dat betekent dat je met behulp van Design Thinking in drie fasen een Product gaat maken: de inspirationfase, de ideationfase en de implementationfase. Schema 5: Design Thinking, de drie fasen Iedere fase af sluit je af met een verslag waarin je verantwoordt welke onderzoekstechnieken je hebt gebruikt, tot welke bevindingen je bent gekomen en hoe je deze hebt verwerkt in het ontwikkelproces van jouw product. In ieder onderdeel laat je bovendien zien welke vorderingen je hebt gemaakt met je product, door middel van visualisaties en prototypes. In het weekschema (zie volgende pagina) is te zien hoe lang iedere fase duurt en wat je aan het einde van die fase moet opleveren. 4.1 Begeleiding en rooster De begeleiding van de afstudeervariant Product gebeurt in kleine groepen. Je wordt ingedeeld in een afstudeergroep met zes studenten die allemaal eenzelfde type mediaproduct maken. We delen de groepen zoveel mogelijk in naar de expertise van de afstudeerbegeleider; je krijgt dus een docent die ervaring heeft met het type product dat jij maakt. Tweewekelijks zijn er groepsbijeenkomsten met deze vaste afstudeerbegeleider. Deze bijeenkomsten staan in het rooster en kunnen aan de hand van een groepscode, die je krijgt zodra je bij een afstudeerbegeleider bent ingedeeld, worden opgezocht. Naast de groepsbijeenkomsten worden er workshops en consults georganiseerd, waarin je extra hulp kunt krijgen van andere specialisten. Voor deze workshops en consults moet je je inschrijven. 11

12 4.2 Weekoverzicht afstudeervariant Product Dit overzicht, dat is opgedeeld in de drie fasen van Design Thinking, geeft je meer informatie over de deadlines en de op te leveren producten. Inspirationfase INSPIRATIONFASE Week 1 Opfriscollege Design Thinking (100 minuten door een onderzoeksdocent) Uitleg mindsets en onderzoektools Design Thinking, en de field guide. Werkbijeenkomst 1 Neem je voorstel in geprinte versie mee naar de eerste werkbijeenkomst1 Kennismaken met begeleider en andere studenten in de groep. Wat wil je maken? Uitleg over wat er opgeleverd moet zijn na de inspirationfase. Maak een mindmap van alle zaken die van invloed kunnen zijn op het maken van jouw product. Uiteraard is dat de doelgroep, maar denk ook aan andere belanghebbenden, trends, regelgeving etc. Probeer al deze zaken als vragen te formuleren. Geef bij alles aan hoe je hier achter zou kunnen komen en welke onderzoekstechnieken je verder zouden kunnen helpen. Geef aan welke informatiebronnen of literatuur over de verschillende zaken in je mindmap je al eens hebt gebruikt tijdens je studie of je stage. Geef daarin ook aan welke bronnen je eerder hebt gebruikt en welke aanvullende bronnen je verder kunnen helpen. Zelf: werken aan inspirationverslag. Let op: je idee en de ontwerpvraag die je in het voorstel beschrijft kunnen nog aangepast worden naar aanleiding van het onderzoek in de inspirationfase! Week 2 Werkbijeenkomst 2 Neem de belangrijkste bronnen en bevindingen mee naar werkbijeenkomst 2. Dit is de laatste bijeenkomst voor het inleveren van het inspirationverslag, bedenk of je hierover nog vragen hebt en stel ze in deze bijeenkomst. Voortgang inspirationverslag bespreken. De bevindingen van het onderzoek naar ontwerpcriteria vertalen. Zelf: werken aan inspirationverslag. Week 3 Geen bijeenkomst Week 4 Geen bijeenkomst inleveren inspirationverslag Zie tabel op de modulepagina voor deadline. Schema 6: Inspirationfase 12

13 Ideationfase IDEATIONFASE Week 5 Werkbijeenkomst 3 Uitleg wat op te leveren na ideationfase. Keuze voor een van de drie prototypes, of een nieuw prototype samenstellen uit de drie eerdere prototypes. Afspraak maken voor individueel consult in week 6. Zelf Werken aan eerste opzet ideationverslag. Werken aan prototype. Week 6 Individueel consult op afspraak Feedback op inspirationverslag en bespreking op te leveren tussenproducten (afhankelijk van type product en opdracht). Bespreken gekozen onderzoektools. Zelf Werken aan ideationverslag. Werken aan prototype. Opzet maken voor aanvullende beoordelingscriteria eindproduct. Gebruik hiervoor de leidraad voor aanvullende beoordelingscriteria (deze leidraden staan op de modulepagina van de afstudeervariant product. Week 7 Geen bijeenkomst Zelf Uitvoering onderzoekstool 1. Werken aan tussenproducten, prototype en ideationverslag. Week 8 Werkbijeenkomst 4 Voortgang bespreken van het onderzoek en verslag Vaststellen aanvullende beoordelingscriteria eindproduct Voorbereiding op presentatie Zelf Werken aan tussenproducten, prototype, ideationverslag en presentatie. Week 9 Geen bijeenkomst Zelf Werken aan tussenproducten, prototype, ideationverslag en presentatie Peer feedback op je ideationverslag regelen. Ruil je ideationverslag met 1 andere student en kijk elkaars verslag na aan de hand van het eindbeoordelingsformulier. Deze feedback is een onderdeel van je presentatie (daarin geef je aan welke feedback je hebt gekregen en wat je ermee gaat doen). Week 10 Presentatie 13

14 Presentatie De student presenteert de bevindingen uit de ideationfase, het aangescherpte concept, de tussenproducten, het uitgewerkte prototype en de beoordelingscriteria aan de begeleider en tweede beoordelaar. Let op neem voor begeleider en beoordelaar een hand out van je presentatie mee. De presentatie wordt beoordeeld door de begeleider en je beoordelaar. De student wordt beoordeeld met een go of een no go. De beoordeling gebeurt op basis van de presentatie (dus niet op basis van het achterliggende verslag. De presentatie staat in het rooster Schema 7: Ideationfase Implementationfase IMPLEMENTATIONFASE Week 1 Werkbijeenkomst 5 Terugkoppeling feedback: GO/NO GO. Toets je eigen voortgang aan de eisen aan uitwerking/prototype. (her)lezen eisen aan eindproduct en aan eindverslag. Zelf Werken aan eindproduct en eindverslag. Uitvoeren onderzoekstool 4. Week 2 Geen bijeenkomst Werken aan eindproduct en eindverslag. Conceptpresentatie maken. Week 3 Werkbijeenkomst 6 Werken aan eindpresentatie. Werkbijeenkomst in de afstudeergroep, 100 minuten met begeleider. Presentatie in concept meenemen naar werkbijeenkomst. Week 4 Week 5 Geen bijeenkomst Werken aan eindproduct en eindverslag. Geen bijeenkomst Uploaden eindverslag op OnStage Zie de tabel op de modulepagina voor de deadline Week 6 Eindpresentatie In de afstudeergroep met begeleider en externe beoordelaar Eindpresentatie Zie rooster Schema 8: Implementationfase 14

15 5. Producten Het afstudeertraject kent meerdere beoordelings- en feedbackmomenten. Hieronder staat schematisch aangegeven welke documenten door wie worden nagekeken, op welke wijze je daarop beoordeeld kunt worden en wat het gevolg daarvan is. Daaronder vind je een overzicht van alle producten en hun onderdelen. PRODUCT BEOORDELING DOOR BEOORDELING EN GEVOLG Afstudeervoorstel Slb er en afstudeercoördinator Voldoende: je wordt ingedeeld in een begeleidingsgroep. Onvoldoende: in overleg met je slb er of de afstudeercoördinator pas je het voorstel aan en/ of kies je voor een andere variant Inspirationverslag Afstudeerbegeleider en beoordelaar Feedback op verslag Presentatie ideationverslag Afstudeerbegeleider en beoordelaar Go: je mag door naar de implementationfase (met feedback om het proces te verbeteren) No go: je mag nog niet door naar de implementationfase, je moet eerst aanpassingen doen en je kunt pas later inleveren. Je studeert niet voor het zomerreces af, maar op z n vroegst 31 aug. Eindverslag, -product en presentatie Afstudeerbegeleider en beoordelaar Cijfer (1-10) gebaseerd op het eindbeoordelingsformulier, aangevuld door de student zelf geselecteerde beoordelingscriteria. Schema 9: Productoverzicht afstudeervariant Product Afstudeervoorstel Als je een mediaproduct wilt ontwerpen, is het belangrijk dat je de uitdaging die je aangaat goed inkadert. Dat moet je op zo n manier doen dat niet alleen jij het begrijpt, maar dat ook anderen, 15

16 zoals je opdrachtgever, je teamgenoten en uiteraard je doelgroep, het begrijpen. Je moet dus goed voor ogen hebben wat je wilt bereiken met je ontwerp en dit duidelijk kunnen maken aan anderen. In het afstudeervoorstel geef je aan wat je gaat maken, wie de belangrijkste belanghebbenden zijn en wat je beoogde doelgroep is. Uit jouw afstudeervoorstel (Bijlage II: Afstudeervoorstel afstudeervariant Product MIC) moet blijken dat je idee voldoende is ingekaderd, dat je je in het onderwerp en de doelgroep hebt ingelezen en dat je over voldoende kennis en vaardigheden beschikt om de afstudeeropdracht binnen de gestelde periode van vijftien weken succesvol af te ronden. Het afstudeervoorstel bevat de volgende onderdelen: een productomschrijving, waarin je uitlegt wat je gaat maken, waarom je dat doet en binnen welke context; een motivatie waarin je beschrijft waarom jij vindt dat je in staat bent deze opdracht binnen de gestelde tijd uit te voeren; een vooronderzoek waarin je aangeeft wat je al weet van het onderwerp en je gebruikmaakt en waarin je de (vak)literatuur die hebt geraadpleegd en de informatie van experts die je hebt gesproken verwerkt; een ontwerpvraag waarin je formuleert wat je wilt onderzoeken. Het is belangrijk dat je het onderzoek en de uitdaging die je aangaat goed inkadert. Dat moet je op zo n manier doen dat niet alleen jij begrijpt waar je mee bezig bent maar ook anderen (je opdrachtgever, je teamgenoten, je doelgroep, et cetera). Uit je ontwerpvraag wordt duidelijk wat je wilt bereiken met jouw ontwerp Meer informatie over het formuleren van een ontwerpvraag vind je hier. Een ontwerpvraag kan beginnen met: Hoe kan mijn ontwerp bijdragen aan.? Wat zijn de voorwaarde waaraan mijn ontwerp.moet voldoen om te bereiken? Welke aanpassingen aan mijn ontwerp zijn nodig om te bereiken? Inspirationverslag Inleiding met aanleiding, doel en beschrijving van het ontwerp; Onderzoeksontwerp van het uitgevoerde onderzoek; Doelgroepanalyse met uitgewerkte persona s; Belanghebbenden/omgevingsanalyse: welke partijen hebben belang bij jouw product, welke zaken hebben invloed op jouw product?; Trendanalyse; welke trends binnen het medialandschap zijn van invloed op jouw ontwerp? En welke trends zijn er binnen het thema of de branche van jouw ontwerp?; Conclusie met ontwerpcriteria ten aanzien van content design en techniek; Beschrijving van het aangescherpte concept; Drie verschillende paper prototypes; 16

17 Drie manieren om deze paper prototypes te testen onder doelgroep en/of experts. Je krijgt feedback op je inspirationverslag van je begeleider en tweede beoordelaar. De begeleider geeft je de feedback schriftelijk met indien nodig een mondelinge toelichting. Ideationverslag Inleiding met aanleiding, doel en beschrijving van het ontwerp Interne analyse (indien van toepassing) Onderzoeksverantwoording van reeds uitgevoerde onderzoek Doelgroepanalyse met uitgewerkte personas Belanghebbenden/ omgevingsanalyse (welke partijen hebben belang bij jouw product, welk zaken zijn er van invloed op? Trendanalyse welke trends binnen het medialandschap zijn van invloed op jouw ontwerp? En welke trends zijn er binnen het thema of de branche van jouw ontwerp? Ethische en juridische aspecten De ontwerpcriteria voor content, design en techniek. Prototypes en Productieplanning Bronnenlijst Aangescherpt Prototype in een vorm die past bij het mediaproduct Eventuele tussenproducten Beoordelingscriteria Als bijlage: de presentatie, waarin je in ieder geval aangeeft Welk product je gaat maken voor wie (doelgroep + eventuele opdrachtgever) (HEEL KORT) De uitkomsten van je onderzoek tot nu toe (deskresearch, gesprekken met doelgroep, prototypetests etc) Het onderzoek dat je nog gaat uitvoeren De beoordelingscriteria waarop jouw product beoordeeld wordt Eventuele tussenproducten 1 aangescherpt prototype Je planning voor het daadwerkelijk produceren van je eindproduct. Let op neem voor begeleider en beoordelaar een hand out van je presentatie mee. Zie bijlage III van de afstudeerhandleiding voor een toelichting op de verschillende hoofdstukken van het verslag. 17

18 Eindpresentatie, eindproduct en eindverslag Aanscherping van het ideationverslag, met daaraan toegevoegd Een verantwoording van de gemaakte keuzes. Eindpresentatie (als onderdeel van je eindverslag): overtuig de wereld ervan dat je met jouw product de markt op kan. Eindversie product. Let op de uitwerking van je beroepsproduct en de beoordelingscriteria worden vastgesteld in overleg met je begeleidend docent Je levert als eindversie van je product op wat je hebt afgesproken met je begeleider. Digitale producten kun je uploaden in de dropbox van de modulepagina van de afstudeervariant product, selecteer daarbij de juiste beoordelaars. Fysieke (print) producten kun je inleveren bij je begeleidend docent tijdens de presentatie. Een evaluatie van het gehele onderzoeks- en maakproces. Rechten en plichten Intellectueel eigendom Wanneer het om door de student zelf geformuleerde opdracht gaat, is het intellectueel eigendom niet van de Hogeschool van Amsterdam, maar ligt dit in principe bij de student zelf. Heb je een opdrachtgever, zorg dan dat je van tevoren goede afspraken maakt. Dit is een zaak tussen jou en het bedrijf, de HvA is hier in principe geen partij in en ondertekent dan ook geen overeenkomsten tussen bedrijf en student. Het kan ingewikkeld zijn om een idee of concept vast te leggen, op de modulepagina van de afstudeervariant product vind je tips hoe je dit zou kunnen regelen. Rechten om te publiceren Wanneer je je afstudeerproject publiceert (en dat is in 995 van de gevallen de bedoeling) dan moet je rekening houden met wetgeving, bijvoorbeeld privacywetgeving, portretrecht, rechten op muziek en beeld etc. Als aankomend mediaprofessional, moet je hiervan op de hoogte zijn en dit toepassen op het product. Bewijsmateriaal Zorg dat je van het onderzoek dat je uitvoert opnames hebt en bewijsmateriaal verzamelt. Bewaar de prototypes die je voorlegt, en de post-its uit een panelgesprek en de creaties uit een cocreationsessie. Leg dit vast zodat je stappen in het onderzoek inzichtelijk gemaakt kunnen worden. Deze digitaliseer je en upload je bij het verslag als bijlage op OnStage. Je hoeft zaken maar één keer up te loaden, dus de opnames van je onderzoekstechnieken voor je inspirationverslag lever je daarbij in. 18

19 6. Procedures Overstappen naar een andere afstudeervariant Overstappen naar een andere afstudeervariant kan alleen in de periode voorafgaand aan de start van de afstudeervariant (de eerste dag van een periode). Kom je er pas tijdens die eerste periode achter dat je niet goed zit, dan begin je de periode erna bij de nieuwe afstudeervariant. Dat kan uiteraard alleen wanneer je afstudeervoorstel voor de andere afstudeervariant is goedgekeurd. Kortom: voordat de afstudeervarianten zijn begonnen, kun je zonder vertraging wisselen. Kom je er nadat de afstudeervarianten zijn begonnen pas achter dat je wilt wisselen, dan heb je een periode uitloop. Maximaal een jaar afstuderen Let op: je mag niet langer dan een jaar doen over je afstuderen. De eerste dag van de periode waarin je begint aan een afstudeervariant geldt als startpunt. Als je een jaar na dit moment je scriptie nog niet hebt afgerond, moet je een nieuw afstudeervoorstel formuleren met je slb er en dat opnieuw indienen bij een afstudeercoördinator. Afbreken van de afstudeerperiode Stop je tijdens de afstudeerperiode? Dan moet je dit aangeven bij de coördinator van je afstudeervariant. En als je weer wilt beginnen, moet je dit ook aangeven bij de coördinator van de afstudeervariant (niet bij je afstudeerbegeleider dus). De afstudeercoördinator zal je dan in een nieuwe groep plaatsen, zodat je kunt in de volgende periode opnieuw kunt beginnen. Voor een afgebroken afstudeerperiode kunnen geen studiepunten worden toegekend. Herkansing periode 4 (bij beginnen in periode3) Binnen een studiejaar heb je altijd recht op een herkansingsmoment voor de module(s) die je volgt. Omdat een afstudeervariant altijd twee periodes beslaat, is het herkansingsmoment altijd de periode erna. Dus: valt je afstuderen in periode 1 en 2, dan is het herkansingsmoment in periode 3. De enige afwijking op deze procedure is wanneer je in periode 3 begint met afstuderen. De periode daarna is officieel periode 1 van het nieuwe studiejaar. Maar omdat je recht hebt op een herkansingsmoment binnen het studiejaar, wordt het zomerreces als extra periode (periode 5) beschouwd. Mocht je voor de herkansing in periode 5 slagen (en daarmee alle ECTS behalen), dan is het niet nodig om je voor een nieuw studiejaar in te schrijven. De exacte data van de herkansing in periode 5 vind je in de tabel op de modulepagina. Voorkom langstuderen 19

20 Het afstuderen is een spannende en soms zelfs lastige en/of eenzame periode van je studie. Je bent op jezelf aangewezen en hebt discipline nodig om je werkzaamheden in te plannen zodat je binnen zestien weken je eindverslag en/of eindproduct af hebt en je een eindpresentatie kan houden. Omdat het tempo hoog ligt, kun je het afstuderen er niet even naast doen. Onze ervaring is dat het onmogelijk is af te studeren naast een vier- of vijfdaagse werkweek. Hoe aanlokkelijk het soms ook is om te blijven werken, al dan niet bij je oude stageadres: het is niet verstandig. Beginnen in periode 4 Je kunt per studiejaar vier keer beginnen met een afstudeervariant en die afstudeervariant beslaat altijd twee periodes. Begin je in periode 4 met afstuderen? Dan moet je dus rekening houden met het feit dat je tijdens het zomerreces geen begeleiding vanuit de opleiding kunt verwachten. Je zult je bovendien moeten inschrijven voor een nieuw studiejaar, zodat je het afstudeerproces in periode 1 van het nieuwe studiejaar kunt vervolgen. Je betaalt collegegeld tot het einde van de maand waarin je alle ECTS hebt behaald. 20

21 Bijlagen Bijlage I: Competentieoverzicht MIC Competentieoverzicht van de opleiding Media, Informatie en Communicatie (MIC) Algemene criteria voor de toetsing van competent handelen De opleiding Media, Informatie en Communicatie (MIC) biedt een onderscheidende, complete mediaopleiding aan waarbinnen studenten worden opgeleid tot mediaprofessional. Een mediaprofessional Een mediaprofessional is informatievaardig, denkt crossmediaal, kan doelgroepgericht content produceren, organiseren, toegankelijk maken, communiceren en uitgeven en is in staat mediaformats te bedenken en te vermarkten. De vijf MIC-competenties zijn: Analyseren en onderzoeken Ondernemen en publishing Aggregeren, organiseren en cureren van content Ontwerpen en creëren van mediaformats en content Professioneel handelen 21

22 Bijlage II: Afstudeervoorstel afstudeervariant Product MIC (De Word-versie van dit document vind je hier) STUDENTGEGEVENS Naam Studentnummer Specialisatie jaar 2 Specialisatie jaar 3 Minor Mobiel nummer Mailadres HvA Naam slb er Welk product wil je maken? PRODUCTBESCHRIJVING (MAXIMAAL 1000 WOORDEN) Geef in een goedlopende tekst antwoord op onderstaande vragen. Maak daarbij gebruik van bronvermelding volgens de APA-richtlijnen. Gebruik in ieder geval de onderstaande subkoppen om de tekst te structureren. 1. Inleiding Waarom heb je voor deze afstudeervariant gekozen? 2. Productomschrijving Wat is de aanleiding voor het maken van het mediaproduct? Welk mediaproduct wil je maken? Wie zijn de belangrijkste belanghebbenden? Waarom wil je dit mediaproduct maken? Is het een oplossing van een bestaand probleem? 22

23 Draagt het iets bij aan het medialandschap of is het een oplossing voor een specifiek werkveld? Wat is het maatschappelijk belang of de relevante/vernieuwende bijdrage aan de beroepspraktijk? 3. Doelgroepen en belanghebbenden (voor hulp, kijk hier) Voor welke doelgroep(en) is het product interessant? Wat zijn de kenmerken van de doelgroep(en)? Wat heeft/hebben de doelgroep(en) volgens jou aan dit product? Denk je dat de doelgroep(en) bereid is/zijn voor het product te betalen? Waarom (niet)? 4. Concurrenten en trends (voor hulp, kijk hier) Noem en beschrijf vier producten die lijken op jouw product. Geef aan welke trends van invloed kunnen zijn op ontwerpkeuzes die jij zult moeten maken. Geef aan wat jouw product toevoegt of wat het unique selling point van dit product is. MOTIVATIE & ERVARING (MAXIMAAL 500 WOORDEN) Beschrijf waarom jij in staat bent om dit product te maken en geef aan welke ervaring je tijdens je minor, stages of andere werkzaamheden hebt opgedaan met het productieproces. (De afstudeercoördinator gebruikt deze informatie om te beoordelen of jij in staat bent om binnen de gestelde tijd af te studeren op het gewenste eindniveau.) VOORONDERZOEK (MAXIMAAL 1000 TOT 1500 WOORDEN) Geef in een goedlopende tekst weer wat je al over het onderwerp onderzocht hebt. Gebruik hiervoor informatie van minimaal drie experts op het gebied van content, design en/of productie die je hiervoor hebt gesproken. Gebruik daarnaast minimaal vijf (internationale) bronnen (wetenschappelijke uitgaven of vakliteratuur). Hulp nodig? Kijk hier of hier. Sluit af met een conclusie. Formuleer deze conclusie aan de hand van ontwerpcriteria voor jouw mediaproduct ten aanzien van de onderstaande zaken: 23

24 content: aan welke standaarden binnen het werkveld/vakgebied moet de content voldoen, welke eisen stelt de opdrachtgever aan de content, aan welke technische eisen moet de content voldoen voor het platform van jouw product (bijv. resolutie, beeldsnelheid)?; design: aan welken vormgevingsaspecten moet het product voldoen (bijv. huisstijl opdrachtgever), aan welke technische eisen moet het product voldoen?; productie: welke materialen heb je nodig om je product te produceren, welke zaken moet je regelen, wat is de planning die je moet aanhouden? ONTWERPVRAAG Formuleer aan de hand van je vooronderzoek een ontwerpvraag. Hulp nodig? Kijk hier. LITERATUURLIJST Noteer volgens de APA-richtlijnen welke bronnen je hebt gebruikt voor dit voorstel. Hulp nodig? Kijk hier. SCREENSHOT SIS Plak hier een screenshot van je SIS waaruit blijkt dat je voldoende ECTS (105 uit de hoofdfase) hebt. 24

25 Bijlage III Format eindverslag en toelichting. Inleiding Onderzoeksontwerp Doelgroepanalyse met uitgewerkte persona s Belanghebbenden/ omgevingsanalyse Trendanalyse Ethische en juridische aspecten De ontwerpcriteria Tussenproducten, prototypes een aanvullende beoordelinsgcriteria eindverslag Productieplanning Eindpresentatie Verantwoording Eindversie product, apart uploaden tot max 200mb per bestand, indien dit niet mogelijk is uploaden op mijnhva (tot maximaal 2gb per bestand). Bronnenlijst Bijlagen met bewijsmateriaal, audio- en videobestanden apart uploaden, tot maximaal 200mb per bestand. 25

26 Toelichting op de inhoud van de hoofdstukken Inleiding met aanleiding, doel en beschrijving van het ontwerp Onderzoeksontwerp Hierin beschrijf je nauwkeurig welke onderzoekstechnieken je hebt gekozen en hoe de uitvoering en analyse gaat verlopen. Geef daarbij aan hoe vragenlijsten of andere meetinstrumenten zijn ontworpen, hoe de groep respondenten tot stand is gekomen, hoe de sessies van dataverzameling zijn verlopen, hoe de data zijn vastgelegd en hoe je de data hebt geanalyseerd. Doelgroepanalyse Combinatie van desk- en fieldresearch met uitgewerkte personas Belanghebbenden/ omgevingsanalyse Welke partijen hebben belang bij jouw product, welk zaken hebben invloed op jouw product? Trendanalyse Welke trends binnen het medialandschap zijn van invloed op jouw ontwerp? En welke trends zijn er binnen het thema of de branche van jouw ontwerp? Ethische en juridische aspecten Hierin geef je aan welke wetgeving van toepassing is op jouw mediaproduct (denk aan wet op de kinderarbeid als je met kinderen werkt, aan de hygiënewet als je een foodfestival organiseert). En welke ethische afwegingen - indien van toepassing - je hebt gemaakt. De ontwerpcriteria De uitkomsten van je onderzoek vertaal je in ontwerpcriteria, die je opdeelt in criteria voor in content, design en techniek (zie toelichting). De content: geef aan welke content er al is en wat aangevuld moet worden? Hoe ga je dit aanvullen? Aan welke criteria moet de content voldoen? Dit alles wordt gezien vanuit het vakgebied, de doelgroep en de belanghebbenden. Het design: ontwerpcriteria, ten aanzien van design. Aan welke criteria moet de design voldoen? Gezien vanuit het vakgebied, de doelgroep en de belanghebbenden. De techniek: ontwerpcriteria, ten aanzien van techniek. Aan welke criteria moet de techniek voldoen? Gezien vanuit het vakgebied, de doelgroep en de belanghebbenden. 26

27 Tussenproducten, prototypes en aanvullende beoordelingscriteria eindproduct De tussenproducten en prototypes bepaal je samen met je begeleider en moeten passen bij het mediaproduct. Geef aan welke aan welke aanvullende beoordelingscriteria (ingedeeld in inhoud, vorm en techniek) het eindproduct voldoet. Ook dit doe je in overleg met je begeleider. Productieplanning Hierin beschrijf je wat je nodig hebt en wat de stappen zijn die je moet nemen om jouw eindproduct te realiseren? Maak een realistische planning en indien overeengekomen met opdrachtgever of begeleider een begroting. Verantwoording Verantwoord de gemaakte keuzes en geef een evaluatie waarin je terugblikt op het gehele proces. Eindpresentatie Presentatie (bv PowerPoint) zoals je die gaat geven aan je beoordelaars. Eindversie product Je levert als eindversie van je product op wat je hebt afgesproken met je begeleider. Digitale producten kun je uploaden in de dropbox van de modulepagina van de afstudeervariant product. Selecteer de juiste beoordelaars als je uploadt. Let op, de snelheid waarmee je de kunt uploaden ligt aan de snelheid van de internetverbinding. Voor grote bestanden raden we je aan om up te loaden op een plek met een zeer snelle verbinding, bijvoorbeeld op de HvA. Fysieke (print) producten kun je inleveren bij de eerste beoordelaar tijdens de eindpresentatie. 27

28 Bijlage IV: Beoordelingsformulier Het beoordelingsformulier vind je hier. 28