WATER- EN RIOLERINGSPLAN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "WATER- EN RIOLERINGSPLAN"

Transcriptie

1 16 maart 2016 WATER- EN RIOLERINGSPLAN WATER- EN RIOLERINGSPLAN Gemeente Best Gemeente Best <ontwerp WRP>

2 Contactpersonen BRAM VAN MOL RICHARD DE GROOT T M E bram.vanmol@arcadis.com Arcadis Nederland B.V. Postbus BA 's- Hertogenbosch Nederland 2

3 Bestuurlijke Samenvatting De Wet Milieubeheer (Wm) verplicht gemeenten een gemeentelijk rioleringsplan (GRP) op te stellen. In het GRP legt een gemeente haar beleidsuitgangspunten en keuzen voor de rioleringszorg vast. Naast de rioleringszorg behandelt een GRP ook de zorgplichten hemelwater en grondwater. Vandaar de termen Verbreed GRP en (stedelijk) waterbeheer (vgrp). Door diverse wijzigingen in wet- en regelgeving is de situatie ontstaan dat het vgrp en het Waterplan grotendeels overlappen wat betreft reikwijdte, visie en uitvoeringsprogramma. Het vgrp is niet meer alleen een rioleringsplan maar beslaat inmiddels de totale waterketen. Daarom is de keuze gemaakt om in 2016 het waterplan te integreren in het te actualiseren vgrp. Door de integratie van het vgrp en het waterplan ontstaat een nieuwe planvorm: Een Water- en Rioleringsplan (vanaf nu: WRP). Naast het goed beheren van het rioolsysteem (± 220 km rioolbuizen, 27 rioolgemalen en 2 bergbezinkbassins met een totale nieuwbouwwaarde van ± 200 miljoen), wordt in het WRP het bestaande beleid voortgezet waarbij in het bijzonder is ingezet op de thema s: klimaatadaptatie, waterbeleving/natuur, maatschappelijke ontwikkeling en samenwerking. Bij de uitwerking van de thema s worden maatschappelijke partijen (zoals Best Duurzaam, Klankbordgroep groen en GOEB) betrokken. Doelen, strategie en benodigde middelen zijn onverbrekelijk met elkaar verbonden. Het WRP geeft ook aan welke personele en financiële middelen nodig zijn om de gestelde thema s, doelen en strategie te kunnen realiseren (kostendekking analyse). Kostendekking In het beheerprogramma zijn de mogelijkheden verwerkt voor het onderbrengen van maatregelen die riool en water gerelateerd zijn. De belangrijkste zijn: verlengen van de afschrijvingstermijn van de rioolbuizen, gedeelte van onderhoudskosten voor het straatvegen en onderhoud van waterpartijen en sloten. Hierin is ook ruimte meegenomen voor de thema s: klimaatadaptatie, waterbeleving/natuur, maatschappelijke ontwikkeling en samenwerking met onze waterpartners. Het kostendekkingsplan geeft aan dat de gemeente afgelopen jaren een consistent en degelijk riool- en waterbeheer heeft gevoerd. Dit maakt het mogelijk om de uitdagingen voor het waterbeheer zoals klimaatverandering en maatwerk voor veranderingen in de bestaande omgeving mogelijk te maken (bv inwonersinitiatieven). In 2015 heeft de gemeente de kapitaalslasten van de investeringen in één keer af kunnen lossen. Ook in de toekomst ontstaan geen nieuwe kapitaallasten doordat gespaard wordt om zo toekomstige investeringen versneld af te kunnen lossen. Dit heeft grote invloed op het verloop van de hoogte van de rioolheffing. Hierdoor kan de huidige rioolheffing tot 2020 worden gehandhaafd op 162,00 (prijspeil 2016, exclusief de verhoging met het consumentenprijsindexcijfer). Ook de doorkijk voor de komende 80 jaar geeft een gunstig beeld met aanvaardbare heffingen. Jaarlijks zal het kostendekkingsplan en de geplande werkzaamheden worden geactualiseerd zodat er altijd een actuele financiële stand voorhanden is. Dit voldoet in zijn geheel aan de eisen en verplichtingen vanuit de BBV. 3

4 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING Aanleiding Samenwerking in de (afval)waterketen Doelstellingen en geldigheidsduur Procesgang Leeswijzer 7 2 WETGEVING EN BELEID Inleiding Taken en bevoegdheden Samenwerken in de (afval)waterketen Gemeentelijke kaders Uitdagingen voor het waterbeheer 11 3 TERUGBLIK Inleiding Wat waren de doelen? Welke werkzaamheden zijn verricht? Hoe is (samen)gewerkt? Wat heeft het gekost? Waren de inspanningen zinvol? Aandachtspunten planperiode 17 4 WAT WILLEN WE? Inleiding Gewenste situatie Doelen planperiode 19 5 HUIDIGE SITUATIE EN TOETSING Inleiding Stelselkenmerken Functioneren en toestand 22 4

5 6 OPGAVE EN STRATEGIE Inleiding Opgave Strategie Stedelijk afvalwater Hemelwater Grondwater Oppervlaktewater Activiteiten planperiode Planvorming en onderzoek Beheer en onderhoud Uitvoeringsmaatregelen Facilitair 30 7 WAT KOST DAT? Inleiding Personele Middelen Financiën Uitgangspunten Berekening Kostendekking Ontwikkeling Rioolheffing 35 BIJLAGEN BIJLAGE A BEGRIPPEN EN DEFINITIES 37 BIJLAGE B WETGEVING EN BELEID 44 BIJLAGE C TOETSING HUIDIGE SITUATIE 55 BIJLAGE D ONDERBOUWING PERSONELE MIDDELEN 57 BIJLAGE E TOELICHTING FINANCIERINGSMETHODE 61 BIJLAGE F ONDERBOUWING FINANCIEN 62 BIJLAGE G REACTIE WATERPARTNERS 71 5

6 INLEIDING 1.1 Aanleiding Maar weinig mensen beseffen hoe belangrijk riolering is. Weet u bijvoorbeeld dat riolering en de drinkwatervoorziening sinds de 19e eeuw van grote betekenis zijn voor de volksgezondheid? Pas als het mis dreigt te gaan en er bijvoorbeeld stank of wateroverlast optreedt, krijgt riolering aandacht. Verder gaat de inzameling en het transport van afvalwater vaak ongemerkt aan de inwoner voorbij. Toch worden dagelijks veel inspanningen verricht om deze kostbare infrastructuur goed te beheren. Die inspanningen worden tot op heden aangestuurd vanuit het (verbreed) Gemeentelijk RioleringsPlan (vgrp). Een plan wat door de Raad wordt vastgesteld. Het vgrp laat zien dat gemeente Best vooruit kijkt en met respect voor het verleden verder bouwt aan een robuust en flexibel systeem. Naast de rioleringszorg behandelt een vgrp ook de zorgplichten Voor hemelwater en grondwater. De gemeentelijke zorgplicht voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater wordt in dit plan verder aangeduid als de drie zorgplichten. Vanwege de sterke samenhang met de uitgangspunten van het waterplan, is ervoor gekozen de uitgangspunten en streefbeelden van het waterplan te integreren in het vgrp. Om die bredere scope tot uiting te brengen heet het plan voortaan het Wateren Rioleringsplan (hierna genoemd als WRP). 1.2 Samenwerking in de (afval)waterketen Het belangrijkste verschil met de beleidskaders, zoals van kracht bij het voorgaande vgrp, is de ondertekening van het Bestuursakkoord Water (2011). In het Bestuursakkoord verklaren het Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en drinkwaterbedrijven dat zij intensief met elkaar gaan samenwerken in de (afval)waterketen. Voor gemeenten en waterschappen moet deze samenwerking leiden tot een besparing van 380 miljoen aan minder (meer)kosten, kwaliteitsverbetering, vermindering van de kwetsbaarheid en kennisuitwisseling. Kortom: een doelmatiger waterbeheer. 1.3 Doelstellingen en geldigheidsduur Het WRP is een beleidsplan dat op hoofdlijnen de invulling van de gemeentelijke watertaken weergeeft. Door middel van het WRP legt de gemeente vast wat zij wil bereiken en wat de rol van inwoners en bedrijven is ten aanzien van afval-, hemel-, en grondwater. Het WRP vervult hiermee vier hoofdfuncties: 1. Kader gemeentelijke zorgplichten overzicht beleidskeuzes ten aanzien van stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. 2. Interne afstemming met andere vakdisciplines binnen de gemeentelijke organisatie. 3. Externe afstemming met de waterpartners en de relatie met inwoners en bedrijven. 4. Continuïteit en voortgangsbewaking vanwege de relatief lange levensduur van stedelijke water voorzieningen is een lange termijn aanpak essentieel (begroting en evaluatie). De Wet milieubeheer schrijft voor een WRP geen geldigheidsduur voor, hierin wordt de gemeente vrijgelaten. Om het zorgproces voor de riolering gaande te houden heeft de gemeente Best gekozen voor een geldigheidsduur van vier jaar: De planningshorizon reikt echter veel verder en bedraagt 80 jaar. De rioolheffing en de lange termijn doelstellingen zijn gebaseerd op deze planningshorizon. 6

7 1.4 Procesgang Conform de Wet milieubeheer is de gemeente verantwoordelijk voor het rioolbeheer. De gemeente is echter niet de enige speler in de afvalwaterketen. Het waterschap is binnen haar beheergebied verantwoordelijk voor het water- en zuiveringsbeheer. Voor de gemeente Best en omgeving is dit Waterschap De Dommel. In het kader van het gemeentelijke rioleringsplan heeft het waterschap een adviserende rol. De provincie Noord-Brabant adviseert de gemeente bij het opstellen van het rioleringsplan. De provincie heeft daarnaast een aanwijzingsbevoegdheid bij het opstellen van het WRP. Tegenstrijdigheden tussen het WRP en de provinciale plannen kunnen aanleiding voor een aanwijzing zijn. Dit WRP is tot stand gekomen in samenwerking met het Waterschap De Dommel. Hiermee is gewaarborgd dat de gemeentelijke plannen en maatregelen zijn afgestemd met de plannen van het waterschap. Vanzelfsprekend heeft binnen de gemeente Best afstemming plaatsgevonden met alle aangrenzende vakgebieden en (beleids)plannen. Deze zijn nader toegelicht in paragraaf Leeswijzer In Hoofdstuk 2 is het wettelijke kader dat ten grondslag ligt aan dit WRP beknopt toegelicht. Vervolgens is in Hoofdstuk 3 teruggeblikt op de afgelopen planperiode en zijn aandachtspunten geformuleerd voor de aankomende periode. In Hoofdstuk 4 zijn deze aandachtspunten door vertaald naar speerpunten voor de komende planperiode. In Hoofdstuk 5 worden het areaal en de kwaliteitstoestand beschreven. De daaruit volgende gemeentelijke opgave en de wijze waarop hier invulling aan is gegeven wordt opgenomen in Hoofdstuk 6. Tot slot is de inzet van personele en financiële middelen verantwoord in Hoofdstuk 7. 7

8 2 WETGEVING EN BELEID 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk zijn op beknopte wijze de kaders beschreven die ten grondslag liggen aan het gemeentelijke waterbeleid. Achtereenvolgens zijn de taken en bevoegdheden van de verschillende actoren in het waterbeheer weergegeven en de raakvlakken met andere gemeentelijke taakvelden. Een uitgebreidere beschrijving van het wettelijke kader en beleid is weergegeven in Bijlage B. 2.2 Taken en bevoegdheden De zorg en verantwoordelijkheid voor het water in de gemeente Best is in handen van de gemeente, het waterschap, de provincie en perceeleigenaren. Iedere partij heeft hierin zijn eigen verplichtingen en bevoegdheden, die zijn vastgelegd in wetgeving of beleid (Tabel 1). De belangrijkste wetten en beleidskaders die ten grondslag liggen aan dit water- en rioleringsplan zijn de Europese Kaderrichtlijn Water, de Waterwet, de Wet milieubeheer en de Gemeentewet. In Bijlage B is het wettelijke kader nader toegelicht. 8

9 Actor Taken en bevoegdheden Europa Op 22 december 2000 is de Kaderrichtlijn Water (KRW) van kracht geworden. De KRW is een Europese richtlijn, die bedoeld is om de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater op goed niveau te krijgen en te houden. Rijk Het Rijk is verantwoordelijk voor het nationale beleidskader en de strategische doelen en maatregelen voor het waterbeheer in Nederland. Het Rijk is opsteller van het Nationaal Waterplan De Minister van Infrastructuur en Milieu is eindverantwoordelijk voor de uitvoering van de Kaderrichtlijn Water (KRW). Nederland is onderverdeeld in vier stroomgebieden: Maas, Schelde, Rijn, Eems, waarvoor afzonderlijke stroomgebiedplannen zijn opgesteld. De provincie is verantwoordelijk voor de vertaling van het rijksbeleid naar een regionaal beleidskader en voor strategische regionale opgaven. De provincie is opsteller van het Provinciaal Waterplan Momenteel wordt gewerkt aan een nieuw milieu- en waterplan Provincie Noord- Brabant De provincie is tevens bevoegd gezag voor vergunningverlening, het toezicht en handhaving van onderstaande grondwateronttrekkingen en -infiltraties: Industriële onttrekkingen > m3 Grondwateronttrekkingen t.b.v. drinkwaterwinning Bodemenergiesystemen Ten aanzien van het GRP heeft de provincie een adviserende en toetsende rol. De provincie kan een aanwijzing opleggen indien er tegenstrijdigheden zijn tussen het GRP en de provinciale plannen. Het waterschap is verantwoordelijk voor het operationele regionale waterbeheer. Dit betekent dat zij zorgen voor droge voeten (veiligheid), schoon en voldoende water. De visie hierop en de bijhorende maatregelen zijn beschreven in het Waterbeheerplan Waardevol Water Het waterschap heeft een zorgplicht voor de zuivering van stedelijk afvalwater en is bevoegd gezag voor directe lozingen op de rwzi en naar het oppervlaktewater. Voor de regulering van indirecte lozingen (naar het riool) heeft het waterschap een adviserende rol naar gemeenten. Waterschap De Dommel Het waterschap heeft eveneens een zorgplicht voor het beheer van regionale wateren en keringen. Handelingen in het oppervlaktewatersysteem reguleren waterschappen o.a. middels algemene regels, verordeningen en een Watervergunning. Het waterschap is ook verantwoordelijk voor vergunningverlening, het toezicht en de handhaving van grondwateronttrekkingen en infiltraties in haar beheergebied, met uitzondering van de drie categorieën waarvoor de provincie verantwoordelijk is. Om de waterbelangen bij ruimtelijke ontwikkelingen veilig te stellen doorlopen waterschap en gemeente bij alle ruimtelijke ontwikkelingen de watertoetsprocedure. Hierbij wordt o.a. toegezien op een hydrologisch neutrale inpassing van ontwikkelingen. De resultaten hiervan worden vastgesteld in de waterparagraaf. Ten aanzien van het GRP heeft het waterschap een adviserende rol. Gemeente Best De gemeente heeft drie zorgplichten t.a.v. stedelijk waterbeheer: Inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater naar een zuiveringstechnisch werk Doelmatige inzameling en verwerking van hemelwater dat perceelseigenaren redelijkerwijs niet zelf kunnen verwerken. Eventueel kan de gemeente hiervoor maatwerkvoorschriften of een gebiedsverordening instellen. Treffen van maatregelen om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken. Voorwaarde hierbij is dat de maatregelen doelmatig zijn en niet tot de zorg van het waterschap/provincie behoren. De gemeente dient het loket te zijn voor grondwatervraagstukken binnen haar beheersgebied. Lozingen van (afval)water zijn per doelgroep geregeld via lozingenbesluiten. In de meeste 9

10 gevallen is de gemeente hiervoor bevoegd gezag. Bij de verwerking van (afval)water houdt de gemeente rekening met de wettelijke voorkeursvolgorde. De gemeente is tevens bevoegd gezag voor gesloten bodemenergie systemen. Volgens de wet hebben gemeenten een belangrijke taak in het voorkomen van graafschade aan kabels en leidingen (WION) en het beschikbaar stellen van gegevens over de ondergrond (BRO, 2015). In het kader van het Besluit op de lijkbezorging hebben gemeenten een toetsende rol in de ontwatering van begraafplaatsen. Perceeleigenaar De perceeleigenaar is verantwoordelijk voor de staat van zijn woning en perceel. Dit betekent dat hij zelf verantwoordelijk is voor het op eigen perceel treffen van maatregelen om de waterdichtheid te garanderen en voor de inzameling van stedelijk afvalwater en overtollig hemel- en grondwater. Pas als de perceeleigenaar zich redelijkerwijs niet kan ontdoen van het overtollige water, is er een taak voor de gemeente of waterschap. De perceeleigenaar heeft ook een zorgplicht. Dit betekent dat hij geen handelingen mag verrichten waarvan hij kan verwachten dat deze het doelmatige functioneren van (water)voorzieningen belemmeren. Tabel 1: Taken en bevoegdheden (stedelijk) waterbeheer 2.3 Samenwerken in de (afval)waterketen Zoals blijkt uit paragraaf 2.2 hebben diverse overheidsinstanties taken en bevoegdheden in het waterbeheer. Dit vraagt om samenwerking en het maken van afspraken. Deze samenwerking is niet vrijblijvend, zoals blijkt uit onderstaand wetsartikel. Waterwet, artikel 3.8 Waterschappen en gemeenten dragen zorg voor de met het oog op een doelmatig en samenhangend waterbeheer benodigde afstemming van taken en bevoegdheden waaronder het zelfstandige beheer van inname, inzameling en zuivering van afvalwater. In het Bestuursakkoord Water (BAW, 2011) zijn het Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en drinkwaterbedrijven maatregelen voor een doelmatig waterbeheer overeengekomen. Samenwerking Doelmatig waterbeheer De Meierij Om invulling te geven aan de opgaven vanuit de Waterwet en het Bestuursakkoord Water werkt de gemeente Best samen met 10 gemeenten en de waterschappen Aa en Maas en De Dommel in een netwerkorganisatie onder de naam Doelmatig Waterbeheer De Meierij Genoemde partijen hebben op 18 april 2013 de Samenwerkingsovereenkomst Doelmatig Waterbeheer De Meierij ondertekend, inclusief de bijbehorende Kadernota en het Meerjarenprogramma Hierin zijn de uitgangspunten en ambities vastgelegd voor de thema s: Kosten, Kwaliteit, Kracht, Kennis en innovatie, Klimaat en Kringloop. 2.4 Gemeentelijke kaders Het gemeentelijke waterbeleid wordt niet alleen bepaald door wet- en regelgeving. Ook aanpalende (beleids)plannen vanuit andere gemeentelijke taakvelden, gebiedsontwikkelingen en specifieke onderzoeken (bouwstenen) stellen kaders. Onderstaand is een beknopt overzicht hiervan weergegeven. Aanpalend beleid, verordeningen en afspraken Bestuursovereenkomst en meerjarenprogramma De Meierij; Milieubeleidsplan ( ) Waterplan Best ( ); Duurzaamheidsplan: Afval- en materiaaltransitie ( ) 10

11 Bouwstenen Basis Rioleringsplan; Hemelwateronderzoek; Inventarisatie verhard oppervlak; Bosbeheerplan. Gebiedsontwikkelingen Gebiedsontwikkeling Aarle - 0 op de meter; Diverse natuurontwikkelingen ten behoeve van het verhogen natuurwaarde. 2.5 Uitdagingen voor het waterbeheer Klimaatverandering Het klimaat is aan het veranderen. Dit leidt onder andere tot grotere en heftigere buien. Het (hemel)watersysteem en de afvalwaterketen moet deze neerslag kunnen verwerken. Het besef groeit dat dit niet meer uitsluitend met grotere rioolbuizen is op te vangen, maar dat een integrale aanpak noodzakelijk is. De integraliteit heeft daarbij betrekking op zowel afstemming binnen de afvalwaterketen als in de openbare ruimte. Ook het voorkomen van hittestress, verdroging en het tegen gaan van fijnstof zijn belangrijke onderwerpen in de klimaatontwikkeling, waarbij water en natuur een belangrijke rol kunnen vervullen. Deze integrale benadering wordt adaptatie aan klimaatverandering genoemd. Van normatief naar emissiegericht denken Tot voor kort werd de afstemming tussen het gemeentelijke rioolstelsel en de waterkwaliteit vooral gebaseerd op normen (basisinspanning). Hiermee werd beoogd om de afvoer van vervuild water vanuit rioolstelsels te verminderen en daarmee de waterkwaliteit te bevorderen. Het is echter onvoldoende bekend welke invloed dit vuile water vanuit het rioolstelsel heeft op het behalen van de waterkwaliteitsdoelen. Het besef is daardoor ontstaan dat deze normatieve aanpak niet de juiste vorm is, maar dat maatregelenprogramma s moeten ontstaan vanuit kennis over het functioneren van het (water)systeem. Dit vergt een ander proces gericht op: meten, monitoren, modelleren en maatregelen. Mondige inwoner en participatie Sinds de komst van het internet is toegang tot informatie onder inwoners exponentieel toegenomen. Hierdoor hebben zij informatie tot hun beschikking, die zij voorheen niet hadden. Inwoners zijn gewend om gemakkelijk informatie te kunnen vinden, en gaan er dan ook van uit dat gemeenten waar nodig in deze informatie voorzien. Inwoners zijn zo beter op de hoogte van actuele ontwikkelingen en durven zich actiever en kritischer op stellen aangaande veranderingen in hun directe omgeving. Mondige Inwoners is sindsdien een veelgebruikte term waarmee deze ontwikkeling beschreven wordt. In het kader hiervan streeft de gemeente Best naar een actieve dialoog met haar inwoners. De gemeente gaat de inwoners actiever betrekken, en verwacht van haar inwoners dat zij hun eigen verantwoordelijkheid nemen bij het stedelijk waterbeheer. 11

12 3 TERUGBLIK 3.1 Inleiding In 2011 heeft de gemeenteraad het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan vastgesteld voor de planperiode In 2005 is het waterplan opgesteld, als input en toetsingskader voor de diverse waterprojecten binnen de gemeente Best. Met een planperiode van 2005 tot 2020 is ook het waterplan aan actualisatie toe. In dit hoofdstuk evalueren we het vgrp en het waterplan, zodat we uit deze plannen lering kunnen trekken voor de aankomende planperiode. Ten behoeve hiervan is de meest actuele stand van zaken op zowel technisch als financieel gebied in beeld gebracht. De evaluatie is opgezet aan de hand van onderstaande deelvragen: Wat waren de doelen? Welke werkzaamheden zijn verricht? Hoe is (samen)gewerkt? Wat heeft het gekost? Waren de inspanningen zinvol? Aandachtspunten planperiode Wat waren de doelen? In het voorgaande vgrp ( ) zijn vijf doelen geformuleerd, gericht op een duurzame bescherming van de volksgezondheid, het milieu en de natuur en het handhaven van een goede leefomgeving: 1. Inzameling van het stedelijk afvalwater; 2. Transport van het stedelijk afvalwater naar een geschikt lozingspunt; 3. Inzameling van het hemelwater; 4. Verwerking van ingezameld hemelwater; 5. Voorkomen van grondwateroverlast. In het waterplan zijn de doelen gekoppeld aan een viertal waterthema s. Namelijk: Waterkwaliteit; Verdrogingsbestrijding; Wateroverlast; Waterbeleving. 3.3 Welke werkzaamheden zijn verricht? Om invulling te kunnen geven aan haar doelen heeft de gemeente Best veel werk verricht. De hoofdpunten hieruit zijn onderstaand weergegeven. Nieuwe aanleg, vervanging, en verbeteringsmaatregelen De afgelopen planperiode zijn diverse in- en uitbreidingslocaties gerealiseerd. Voorbeelden hiervan zijn de inbreidingslocaties Oranjebloesem en Hoge Akker, en de uitbreidingslocaties Schutboom en Steegsche Velden. Over het algemeen ligt het rioolstelsel van de gemeente Best er nog goed bij. Om de veiligheid en de afvoer van hemelwater te waarborgen heeft de gemeente riolen met een slechte kwaliteitstoestand vervangen en gekeken welke maatregelen het beste ingezet konden worden. Ten behoeve van de waterkwaliteit en het voorkomen van wateroverlast heeft de gemeente Best de afgelopen planperiode op grote schaal af gekoppeld. 12

13 Enkele voorbeeldprojecten zijn: Sportpark Naastenbest, sporthal Naestenbest en de omgeving van het Heerbeeck college; Centrum / Molenstraat (afkoppelen verhard oppervlak, aanleg afvoerleidingen Salderes en Oranjestraat). Door af te koppelen draagt de gemeente bij aan een schonere leefomgeving en een beter milieu. Bovendien leidt afkoppelen tot besparingen in de waterketen, doordat minder water afgevoerd wordt naar de zuivering. Naast het afkoppelen van verhard oppervlak heeft de gemeente zich de afgelopen planperiode gericht op waterneutraal bouwen. Dat betekent dat bij nieuwe ontwikkelingen het uitgangspunt geldt dat plannen zo veel mogelijk hydraulisch neutraal uit worden gevoerd. Dat wil zeggen dat in- en uitbreidingen niet mogen leiden tot een toename aan verhard oppervlak en dus een versnelde afvoer van hemelwater, met als mogelijk gevolg overbelasting van het ontvangend oppervlaktewater. Voorbeelden van waterneutraal bouwen zijn: Inbreidingslocaties (Oranjebloesem, Hoge Akker achter Ronde Kerk); Uitbreidingslocaties (Schutboom, Steegsche Velden, Dijkstraten, Klompenfabriek, Parkwachters) Waterkwaliteit en waterbeleving Door grootschalig af te koppelen heeft de gemeente Best de afgelopen planperiode ook bijgedragen aan het verbeteren van de waterkwaliteit. Door aanpassingen in het stelsel wordt het aantal overstorten op oppervlaktewater geminimaliseerd, en het overstortend rioolwater is minder vuil. Om de natuurwaarde te verhogen is het grondwaterpeil in de natuurgebieden afgestemd op de aanwezige en / of gewenste natuurwaarden. Een voorbeeld hiervan is het herstel van het Langven. Doordat hemelwater steeds meer bovengronds wordt verwerkt is de afgelopen planperiode ook bijgedragen aan het verhogen van waterbeleving. Zichtbaar water draagt immers bij aan een positieve uitstraling op recreatie en de woon- en verblijfomgeving. Om de waterbeleving te vergroten zijn de volgende projecten de afgelopen planperiode uitgevoerd: Aanleg van of omvorming naar natuurlijke oevers bij vijvers (bijv. in het Wilhelminapark en het Salderespark); Zichtbare afvoer van hemelwater door aanleg van waterpartijen en wadi s. Zoals bij Tamboerije, Steegsche Velden, Dijkstraten, Zessprong, Schutboom en de sportparken Naastenbest / Leemkuilen. Ten behoeve van het waterkwaliteitsspoor is de gemeente Best de afgelopen planperiode in samenspraak met waterschap de Dommel begonnen met de 4Maanpak (Monitoren, Meten, Modelleren en Maatregelen). Het doel van deze aanpak is om meer inzicht te verkrijgen in welke maatregelen het meest doeltreffend zijn. Onderhoud Om de kwaliteitstoestand en het functioneren van het stedelijk watersysteem te waarborgen voert de gemeente onderhoudswerkzaamheden uit. Jaarlijks wordt 8% van het vrijverval stelsel geïnspecteerd. Jonge riolering met een leeftijd van minder dan 20 jaar wordt in deze periode niet mee genomen. Deze inspectie wordt zoveel mogelijk per deelgebied uitgevoerd. Aanvullend op deze reguliere inspectie worden extra rioolstrengen geïnspecteerd. Dit betreft rioolstrengen in straten waar in de komende twee jaren grootschalige onderhoudswerkzaamheden dan wel reconstructies zijn gepland. Om de afvoer via straat- en trottoirkolken te waarborgen worden de kolken 2 keer per jaar gereinigd. 13

14 Gegevensbeheer en besturing Bij het drukrioleringssysteem in het buitengebied zijn de pompen vervangen door een soort "plug in systeem". Het is dus zeer eenvoudig om pompen te vervangen op een snelle en adequate manier zonder dat de inwoner hier hinder van heeft. Plannen en onderzoeken Jaarlijks worden inspectiebeelden gemaakt om te beoordelen waar welke maatregel wanneer noodzakelijk is. Verder worden in het kader van de WION mutaties en aanvullingen op het ondergrondse areaal binnen 30 werkdagen verwerkt. Om inzicht te krijgen in het stelselfunctioneren zijn meetgegevens vanuit overstorten en grondwaterstanden geanalyseerd. In 2012 is in het kader van het haalbaarheidsonderzoek venherstel Langven Best de toepassingsmogelijkheid voor hergebruik van het water uit de A2-bak onderzocht. Uit toetsing is gebleken dat het water zware metalen, pak s en organische verontreinigingen bevat en dat er een risico bestaat op verontreiniging door calamiteiten op de A2 doordat het water afkomstig van het wegdek bij het drainagewater terecht komt. Om het water geschikt te maken voor natuur doeleinden zal het water afkomstig van het wegdek gescheiden moeten worden opgevangen en het drainagewater worden gezuiverd. Vanwege de hoge kosten die dit met zich mee brengt wordt het op dit moment niet doelmatig geacht om het water afkomstig van de A2 te gebruiken voor natuur ontwikkeling 3.4 Hoe is (samen)gewerkt? Om te komen tot kostenvermindering, kwaliteitsverbetering en vermindering van de kwetsbaarheid werken gemeenten en waterschappen in de regio aan verdergaande samenwerking in het waterbeheer en de waterketen. De gemeente Best draagt hieraan bij door samen te werken binnen werkeenheid De Meierij. Een belangrijk streven hierbij is het verbeteren en onderhouden van het watersysteem tegen de laagste maatschappelijke lasten. De afgelopen planperiode heeft de werkeenheid al diverse projecten gezamenlijk opgepakt op het gebied van kosten, kwaliteit, kwetsbaarheid, kennis en klimaatverandering. Enkele voorbeelden hiervan zijn een onderzoek naar personele kwetsbaarheid en een gezamenlijke invulling van beheer en onderhoud. 14

15 3.5 Wat heeft het gekost? Om een globaal inzicht te verkrijgen in de verschillen tussen de geplande en werkelijke uitgaven zijn deze opgenomen in Tabel 2 en Tabel 3. Onder exploitatie zijn o.a. de kosten voor het opstellen van beleidsplannen, meetplannen en deelname aan de landelijke benchmark opgenomen. Ook jaarlijkse kosten voor het beheer van de riolering worden hier in mee genomen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan onderhoudswerkzaamheden als reinigen, inspecteren en repareren. Onder investeringen worden vervanging en verbetering van de riolering verstaan. Vervanging betreft het vervangen/renoveren van riolen. Verbeteringen zijn maatregelen zoals afkoppelen, verbeteren van de afvoercapaciteit en de aanleg van randvoorzieningen. Jaar Exploitatie (prijspeil 2012) Investeringen (prijspeil 2012) , , , , , , , ,-- TOTAAL , ,-- Tabel 2 Geplande uitgaven vgrp Jaar Exploitatie (variërend prijspeil) Investeringen (variërend prijspeil) , , , , , , ,-- TOTAAL , ,-- Tabel 3 Werkelijke uitgaven vgrp Uit de tabellen 2 en 3 blijkt dat de exploitatielasten nagenoeg conform begroting zijn verlopen. Omdat er voor gekozen is om investeringen te baseren op de kwalitatieve toestand in plaats van op de technische levensduur zijn enkele geplande investeringen uitgesteld. De afgelopen planperiode is een deel van het saldo in de bestemmingsreserve ingezet om de lopende kapitaallasten volledig af te lossen. Dit geeft een gunstige financiële uitgangspositie voor de komende planperiode. 15

16 3.6 Waren de inspanningen zinvol? In paragraaf 3.2 zijn de doelen vanuit het voorgaande vgrp en het waterplan beschreven. In deze paragraaf wordt op basis van de bevindingen uit dit hoofdstuk teruggekeken op de voorgaande planperiode om te beoordelen in hoeverre invulling is gegeven aan deze doelstellingen. Waar overlap zit tussen het vgrp en het waterplan zijn de doelen en thema s gecombineerd. Voor het thema waterbeleving is een afzonderlijke paragraaf opgenomen. 1. Inzameling van het stedelijk afvalwater (Thema Waterkwaliteit) Alle percelen waar afvalwater wordt geproduceerd zijn aangesloten op de riolering. Vanaf 2012 wordt met behulp van een wijkgerichte aanpak het gehele stelsel geïnspecteerd. Hierdoor is de kwaliteit van het stelsel goed in beeld. Momenteel doen zich geen ongewenste lozingen voor op de riolering, en incidenten met betrekking tot bedrijfslozingen hebben zich niet voor gedaan. In samenwerking met waterschap de Dommel wordt met behulp van de 4M aanpak onderzocht tot in hoeverre het oppervlaktewater in de gemeente Best voldoet aan de in de KRW beschreven normen. 2. Transport van het stedelijk afvalwater naar een geschikt lozingspunt (Thema Waterkwaliteit) Op alle plaatsen is voldoende afvoercapaciteit om bij droog weer het aanbod van afvalwater te kunnen verwerken. Het aantal overstortingen op oppervlaktewater is beperkt. Aan de Oirschotseweg worden incidenten met stankoverlast ten gevolge van ont- en beluchtingsproblemen tot een minimum beperkt. 3 en 4. Inzameling en verwerking van hemelwater (Thema s Wateroverlast en Verdrogingsbestrijding) Door veelvuldig af te koppelen is invulling gegeven aan een gescheiden afvoer van hemelwater. Incidenten met wateroverlast hebben zich nauwelijks voor gedaan. Bij nieuwe gebiedsontwikkelingen worden de principes van Waterneutraal bouwen gehanteerd. De afgelopen planperiode is onderzocht of het mogelijk is om hemelwater op een effectieve manier te hergebruiken ten behoeve van natuurdoelstellingen. Hieruit is echter gebleken dat dit niet doelmatig is. 5. Voorkomen van grondwateroverlast (Verdrogingsbestrijding) De afgelopen planperiode hebben zich geen incidenten voorgedaan met betrekking tot grondwateroverlast. Om verdroging tegen te gaan is het grondwaterpeil in de natuurgebieden afgestemd op de aanwezige en / of gewenste natuurwaarden. Thema Waterbeleving Om de waterbeleving te bevorderen is de afgelopen planperiode steeds meer ingezet op bovengrondse verwerking van hemelwater met behulp van waterpartijen en wadi s. Vijvers zijn voorzien van natuurvriendelijke oevers. 16

17 3.7 Aandachtspunten planperiode In voorliggend hoofdstuk is teruggeblikt op de rioleringszorg in de planperiode Hieruit blijkt dat het waterbeheer in de gemeente Best over het algemeen goed op orde is: het beheer & onderhoud is planmatig, noodzakelijke maatregelen zijn uitgevoerd en er is volop samengewerkt om tot kostenbesparing en kwaliteitsverbetering te komen. De huidige werkwijze zal daarom grotendeels voortgezet worden in de aankomende planperiode. Tijdens de Terugblik zijn onderstaande aandachtspunten benoemd voor de planperiode : Verdere integratie vgrp en Waterplan; Klimaatadaptatie; Kennisoverdracht en kwetsbaarheid; Waterbeleving en Natuur; Maatschappelijke ontwikkelingen; Samenwerking met de waterpartners en maatschappelijke organisaties. 17

18 4 WAT WILLEN WE? 4.1 Inleiding Bij de uitvoering van haar watertaken dient de gemeente Best zich te houden aan de wettelijke kaders en beleidslijnen. De manier waarop de gemeente Best invulling geeft aan deze kaders en beleidslijnen vraagt om een beleidsmatige verankering. Binnen dit WRP wordt de reeds ingeslagen weg voortgezet waarbij in het bijzonder in zal worden gezet op de thema s; klimaatadaptatie, waterbeleving/natuur, maatschappelijke ontwikkeling en samenwerking met onze waterpartners. 4.2 Gewenste situatie De in paragraaf 3.7 beschreven aandachtspunten hebben wij aan de hand van onderstaande speerpunten door vertaald naar een gewenste situatie. Best als klimaatbestendige gemeente Het klimaat is aan het veranderen en leidt o.a. tot grotere en heftigere buien. Het (hemel)watersysteem en de afvalwaterketen moet deze neerslag kunnen verwerken. Het besef groeit dat dit niet meer uitsluitend met grotere rioolbuizen is op te vangen, maar dat een integrale aanpak noodzakelijk is. De integraliteit heeft daarbij betrekking op afstemming binnen zowel de afvalwaterketen en in de openbare ruimte. Ook het voorkomen van hittestress en droogte is een belangrijk onderwerp in de klimaatontwikkeling, waarbij water en natuur een belangrijke rol kunnen vervullen. Deze integrale benadering wordt adaptatie aan klimaatverandering genoemd. De komende planperiode gaat de gemeente Best meer inzetten op inrichting van het stedelijk gebied op een dusdanige manier dat zowel riolering als de bovengrondse infrastructuur in staat zijn om de hoeveelheid water die in korte tijd valt, in te zamelen en af te voeren. Op korte termijn betekent dit dat wij als gemeente onderzoek uit gaat voeren naar de gevolgen van klimaatverandering, om vervolgens te komen tot doelmatige preventieve maatregelen op maat. Momenteel lopen er al initiatieven om Best klimaatbestendig in te richten. Een goed voorbeeld hiervan is de ontwikkeling van de wijk Aarle, waar klimaatbestendigheid een van de belangrijkste pijlers is. Zichtbaar water in de gemeente Zichtbaar water helpt inwoners bewust worden van het water in hun omgeving. Hierdoor ontstaat sneller draagvlak voor te realiseren maatregelen. Om de zichtbaarheid van water te verhogen dienen waterlopen en waterpartijen in woon- en werkgebieden belangrijke dragers te worden voor zowel recreatie als natuur. Verder aansluiten bij maatschappelijke ontwikkelingen Ook de maatschappij is aan het veranderen. Zoals beschreven in paragraaf 2.5 worden onze inwoners steeds mondiger. Dit vraagt om een verandering in onze werkwijze waarin wij meer aandacht gaan besteden aan maatschappelijke onderwerpen als duurzaamheid en het optreden van ons als overheid naar de inwoners. Om hier invulling aan te geven gaan wij ons er de komende planperiode voor in zetten om energieverspilling zo veel mogelijk te voorkomen. Verder houden we ontwikkelingen op het gebied van terugwinning van bruikbare grondstoffen, energie en schoon water uit afvalwater nauwlettend in de gaten. Het samenspel tussen overheid, bedrijfsleven en inwoners is hierbij essentieel. Ook vanuit ons rioleringsbeheer willen wij hier aandacht voor hebben. Van onze inwoners verwachten wij dat ook zij hier een steentje aan bij dragen. Bijvoorbeeld in het omgaan met hemelwater. Voorlichting en betrokkenheid zijn hierbij belangrijk. 18

19 Samenwerking in de waterketen verder verbeteren De gemeente Best hecht veel waarde aan samenwerking. Om daarmee samen in staat te zijn om invulling te geven aan complexe vraagstukken, zoals klimaatverandering en het tegengaan van personele kwetsbaarheid. De gemeente continueert daarom de samenwerking binnen de werkeenheid De Meierij, met als het doel om gezamenlijk invulling te geven aan doelmatig beheer van de (afval)waterketen. Binnen de werkeenheid zijn gezamenlijke ambities geformuleerd voor de thema s Kosten, Kwaliteit, Kracht, Kennis en innovatie, Klimaat en Kringloop. De komende planperiode gaan wij nog nadrukkelijker de samenwerking opzoeken en versterken. 4.3 Doelen planperiode Op basis van het wettelijke kader en de voorgaande speerpunten zijn onderstaande prestatie indicatoren voor het stedelijke waterbeheer in de gemeente Best gesteld: 1. Bescherming volksgezondheid; 2. Voorkomen van belasting van het milieu; 3. Voorkomen wateroverlast; 4. Voorkomen grondwateroverlast; 5. Zorg dragen voor voldoende buffering en afvoermogelijkheden. 19

20 5 HUIDIGE SITUATIE EN TOETSING 5.1 Inleiding Dit hoofdstuk geeft inzicht in de belangrijkste stelselkenmerken van het stedelijk watersysteem, het functioneren van het stelsel, de kwaliteit van het systeem en de wijze waarop het stelsel gecontroleerd wordt. Het gemeentelijk afvalwatersysteem is meer dan alleen een verzameling buizen in de grond. Het is een complex systeem bestaand uit leidingen, pompen met en zonder computersturing en tal van veiligheidsmaatregelen zoals overstorten en randvoorzieningen om het afvalwater tijdelijk te bufferen. In de afbeelding hieronder is een voorbeeld van een gemengd stelsel weer gegeven. Afbeelding 1: Huis- en kolkaansluiting op het gemengd riool met overstort. (born: rioolenraad.nl) 5.2 Stelselkenmerken Stedelijk afvalwatersysteem Het afvalwatersysteem van de gemeente Best bestaat uit ruim 200 kilometer vrijverval riolering. In deze riolering wordt gemengd afvalwater, stedelijk afvalwater (vuilwater) en hemelwater getransporteerd. Het water in het stelsel wordt verpompt met in totaal 27 gemalen welke zijn voorzien van storingssignalering. In Best ligt momenteel 53 kilometer drukriolering, waarop 240 pompen zijn aangesloten. Via drukriolering wordt in principe alleen vuilwater ingezameld. Een gedetailleerde beschrijving van de systeemopzet van het rioleringssysteem in de gemeente Best is opgenomen in het door de raad vastgestelde actuele basisrioleringsplan en het rioolbeheersysteem. 20

21 In Tabel 4 zijn de kenmerken van het afvalwatersysteem van de gemeente Best weergegeven. Type Hoeveelheid Vrijvervalriolering - Gemengde riolering - Vuilwater riolering - Hemelwater riolering - Overig 202,0 km 78,1 km 48,2 km 74,6 km 1,1 km Drukriolering / persleidingen 53,4 km Hoofdgemalen: 27 stuks Drukriolering (pompunits) 240 stuks Randvoorzieningen: 2 stuks Externe overstorten 38 stuks Tabel 4: Kenmerken van het afvalwatersysteem In onderstaande grafiek is de verdeling van het areaal in percentages naar type stelsel weergegeven: Figuur 1: Verdeling stelseltypen Hemelwatersysteem De aanleg van de spoortunnel heeft geleid tot een gewijzigde afvoerstructuur. Voorheen was de kern Best één afstromingsgebied maar door de verdiepte ligging van de spoortunnel zijn 2 aparte rioleringsgebieden ontstaan. In 2007 is door de Grontmij een actualisering van het basisrioleringsplan uitgevoerd. In deze rapportage is de afvoerstructuur weergegeven. Daarnaast zijn verschillende waterpartijen en wadi s aanwezig die deel uit maken van het hemelwatersysteem. Denk hierbij aan Tamboerije, Steegsche velden, Dijkstraten, Zessprong, Schutboom en de sportparken Naastenbest/Leemkuilen. Deze waterpartijen hebben als nevenfunctie het tijdelijk bergen van hemelwater. 21

22 Grondwatersysteem Binnen de gemeente zijn diverse peilbuizen aanwezig. Deels in het beheer van Provincie en Brabant Water, deels in het beheer van de gemeente. De komende planperiode wordt verder invulling gegeven aan het gezamenlijk grondwatermeetnet van werkeenheid de Meijerij. Het grondwaterpeil in natuurgebieden wordt afgestemd op de reeds aanwezige of gewenste natuurwaarden. Een voorbeeld hiervan is het Venherstel Langven. Drainerende voorzieningen komen binnen de gemeente maar beperkt voor. Deze bevinden zich hoofdzakelijk bij de sportvelden. 5.3 Functioneren en toestand Stedelijk afvalwatersysteem De afgelopen planperiode is de afvoerleiding naar de zuivering in Sint-Oedenrode geoptimaliseerd. Verder wordt het bufferbassin aan de Hokkelstraat breder ingezet. Ook incidenten met bedrijfslozingen doen zich niet langer voor. Op locaties waar zich problemen met ont- en beluchting voor deden zijn passende maatregelen getroffen. Alleen incidenteel doen zich nog problemen voor. Figuur 2: Overzicht leeftijdsopbouw vrijverval riolering Uit Figuur 2 blijkt dat het merendeel van de riolering aan is gelegd na De gemeente Best beschikt dus over een relatief jong stelsel. Bij een gemiddelde levensverwachting van 80 jaar zal het grootste deel van de riolering dus rond 2070 in aanmerking komen voor vervanging. Hemelwatersysteem In 2014 is in de gemeente Best een zware regenbui gevallen. Hoewel zich destijds op enkele locaties water op straat voor deed, zijn er geen meldingen van wateroverlast ontvangen. In 2015 is voor het westelijk deel een hemelwateronderzoek om het systeem functioneren bij extreme buiten in kaart te brengen. De komende planperiode wordt een hemelwateronderzoek uitgevoerd voor de gehele gemeente. Het hemelwatersysteem is over het algemeen goed op orde. De gemeente anticipeert op klimaatverandering door hemelwater zo veel mogelijk bovengronds te verwerken en door bij in- en uitbreidingen waterneutraal te bouwen. 22

23 Grondwatersysteem Binnen de gemeente Best hebben zich voor zover bekend in het verleden geen incidenten voor gedaan met betrekking tot grondwater. Om deze reden wordt het niet doelmatig geacht om een grondwatersysteem op te zetten. Oppervlaktewatersysteem Door het grondwaterpeil af te stemmen op de gewenste natuurwaarden is verdroging bij natte natuurparels als het Langven tegen gegaan. In samenwerking met het waterschap De Dommel wordt onderzocht in hoeverre de oppervlaktewateren binnen de gemeente Best voldoen aan de in de KRW gestelde waterkwaliteitsdoelstellingen. Ten behoeve van afwatering zijn de waterlichamen vanuit Naastenbest naar de Steegsche Velden ingericht als één watersysteem. In Bijlage C is weergeven in hoeverre de huidige situatie voldoet aan de in het voorgaande vgrp gestelde doelen. 23

24 6 OPGAVE EN STRATEGIE 6.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt op basis van de Terugblik, Gewenste Situatie, en de Huidige Situatie de opgave voor de gemeente Best voor de aankomende planperiode geformuleerd. Vervolgens worden de strategie en maatregelen beschreven om invulling te geven aan deze opgave. 6.2 Opgave In Tabel 5 zijn voor de drie zorgplichten en voor de aspecten oppervlaktewater en organisatie/financiën de opgaven en uitgangspunten voor de aankomende planperiode opgesomd. In paragraaf 6.3 wordt de strategie beschreven om invulling te geven aan deze opgave en aandachtspunten. In paragraaf 6.4 wordt beschreven welke activiteiten en maatregelen noodzakelijk zijn om invulling te geven aan deze strategie. Aspect Opgave en speerpunten Stedelijk afvalwater Hemelwater 1. Inzameling van stedelijk afvalwater; 2. Transport van het stedelijk afvalwater naar een geschikt lozingspunt; 3. Continueren huidige rioleringszorg; 4 Inzameling van hemelwater; 1. Verwerken van ingezameld hemelwater; 2. Inspelen op klimaatverandering; Grondwater Voorkomen van grondwateroverlast; Oppervlaktewater Organisatie en financiën Waterlopen en waterpartijen als drager voor recreatie en natuur; Mede invulling geven aan de doelen uit de Kaderrichtlijn Water (KRW); Doelmatige invulling watertaken; Kostendekkende rioolheffing; Toereikende personele capaciteit gemeentelijke watertaken; Samenwerken in de afvalwaterketen. Communicatie naar inwoners en perceelseigenaren intensiveren. Tabel 5: Opgave en speerpunten WRP Strategie Stedelijk afvalwater Inzameling afvalwater Alle percelen waar afvalwater vrij komt zijn aangesloten op (druk)riolering. Dit betekent dat er geen ongezuiverde afvalwaterlozingen meer plaatsvinden. Nieuwe lozers van afvalwater dienen te voldoen aan de regels uit het betreffende lozingsbesluit (zie Bijlage B, B4). De aanlegkosten van een aansluiting op een voorziening zijn voor rekening van de aanvrager/initiatiefnemer. Nieuwe riolering wordt aangelegd volgens de geldende richtlijnen. Voor nieuwe ontwikkelingsgebieden binnen de bebouwde kom betekent dit een (verbeterd) gescheiden rioolsysteem. Hierbij gaat de voorkeur uit naar het lokaal verwerken van hemelwater. Bij kleinschalige in/uitbreidingen kan daarbij aansluiting op het bestaande (gemengde) systeem acceptabel zijn. In het buitengebied wordt nieuwbouw aangesloten op drukriolering. De lozing van hemelwater hierop is niet toegestaan. 24

25 Landelijk worden op kleine schaal nieuwe sanitatievormen uitgeprobeerd, bijvoorbeeld een aparte inzameling van urine. Dit zijn interessante ontwikkelingen, die binnen het samenwerkingsverband De Meierij worden gevolgd. Vuiluitworp en functioneren stedelijk watersysteem De inzameling en het transport van stedelijk afvalwater in de gemeente Best leidt niet tot volksgezondheid- of milieuproblemen. Hiervoor zijn in het verleden diverse maatregelen getroffen. De gemeente en waterschappen realiseren zich dat lozingen vanuit het rioolstelsel onvermijdbaar zijn en zorgen er gezamenlijk voor dat de effecten op het (water)milieu aanvaardbaar zijn. Hiertoe volgen de waterpartners een immissiegerichte aanpak met kosteneffectieve maatregelen in plaats van het traditionele normgerichte spoor. Voorbeelden van oplossingsrichtingen zijn sturing van gemalen, afkoppelen, het verder optimaliseren van berging en watersysteemmaatregelen. Zolang de gemeente profijt heeft bij de oplossing mag deze ook buiten de gemeentegrens worden gezocht als dit doelmatiger is. Duurzame afvalwaterketen Voor een meer duurzame, milieuvriendelijker inrichting van de afvalwaterketen wordt op termijn gedacht aan onder andere kringloopsluiting en hergebruik van afvalwater. Afvalwater wordt hierin niet meer beschouwd als afval maar als een bron van reststoffen (zoals organische stof, energie en fosfaat). Onderzocht moet worden in hoeverre de waterstromen in de gemeente Best omvangrijk genoeg zijn om terugwinning van energie en grondstoffen kosteneffectief plaats te laten vinden. Op de rioolwaterzuivering (RWZI) komen de verschillende waterstromen bij elkaar, en logischerwijs is deze locatie geschikter voor deelstroombehandeling en warmtekoppeling. Het waterschap zoekt hierbij aansluiting bij de ontwikkeling van de Energiefabriek. Deze investeringen hebben een aanzienlijke terugverdientijd en zijn afhankelijk van een continue aanvoer van afvalwater. De gemeente kan hier zijn bijdrage aan leveren door te zorgen voor een zo geleidelijk mogelijke afvoer van afvalwater naar de RWZI Hemelwater Schoon houden, scheiden, zuiveren Vertrekpunt is het principe dat stedelijk afval- en hemelwater gescheiden worden ingezameld. Indien wijkreconstructies en rioolvervanging/verbetering aan de orde zijn, wordt voorafgaand de meest doelmatige manier van hemelwaterverwerking onderzocht. Afkoppelen is hierbij geen doel op zich, maar een middel om doelen te bereiken. Gemeente en waterschap beschouwen per locatie of afkoppelen doelmatig is en een bijdrage levert aan de op handen zijnde problematiek. Voorkeursvolgorde omgang met hemelwater en ander afvalwater aan de bron: a. het ontstaan van afvalwater wordt voorkomen of beperkt; b. verontreiniging van afvalwater wordt voorkomen of beperkt; c. afvalwaterstromen worden gescheiden gehouden, tenzij het niet-gescheiden houden geen nadelige gevolgen heeft voor een doelmatig beheer van afvalwater; d. huishoudelijk afvalwater en daarmee vergelijkbaar afvalwater wordt ingezameld en naar een RWZI getransporteerd; e. hemelwater wordt hergebruikt (zo nodig na zuivering aan de bron); f. hemelwater wordt lokaal in het milieu teruggebracht (zo nodig na zuivering aan de bron); g. hemelwater wordt als stedelijk afvalwater ingezameld en naar een RWZI getransporteerd. 25

26 Bij bedrijventerreinen is in het algemeen sprake van grote dakoppervlakten en veel terreinverharding met een mogelijk hoge vervuilingsgraad. De voorkeur voor dergelijke bedrijventerreinen is derhalve rechtstreekse lozing van dakwater op oppervlaktewater of indien mogelijk met behulp van plaatselijke infiltratie in de bodem. Voor het overige hemelwater wordt een verbeterd gescheiden stelsel toegepast. Om de samenwerking met het waterschap verder te versterken gaan we de komende periode kijken in hoeverre we ons eigen hemelwaterbeleid kunnen koppelen aan de Keur Oppervlaktewater 2015 van het waterschap. Beschermingsniveau Omdat de capaciteit van het rioleringssysteem vanuit economisch oogpunt is beperkt kan het voorkomen dat water op straat optreedt. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt in hinder, ernstige hinder en overlast. Stichting RIONED: Normen wateroverlast Tijdens hevige neerslag kan er water op straat optreden. Bij water op straat wordt onderscheid gemaakt in 3 verschillende gradaties: Hinder: Ernstige hinder: Overlast: kort durend beperkte hoeveelheden water op straat, met een duur in de orde van minuten. forse hoeveelheden water op straat, ondergelopen tunnels, opdrijvende putdeksels, met een duur in de orde van minuten. langduriger en op grotere schaal water op straat, water in winkels, woningen met materiële schade en mogelijk ook ernstige belemmering van het (economische) verkeer. In geval van hinder worden niet direct maatregelen getroffen, er wordt een beroep gedaan op het acceptatievermogen van de inwoners en aanpassing van hun gedrag (o.a. aanpassen rijgedrag om hekgolven te voorkomen). Ingeval van ernstige hinder met een frequentie van optreden van ca. 1x per 2 jaar treft de gemeente bij de uitvoering van reconstructiewerken zodanige maatregelen, dat de kans op het optreden van ernstige hinder aanmerkelijk kleiner wordt. Bijvoorbeeld door aanpassingen van het dwarsprofiel van de weg. In geval van overlast met een frequentie van optreden van ca. 1x per 2 jaar treft de gemeente allereerst tijdelijke bovengrondse kostenefficiënte maatregelen om het acute risico op schade te beperken. Op de lange termijn onderzoekt de gemeente ter voorkoming van structurele overlast de oorzaken en mogelijke oplossingsrichtingen en brengt deze, mits doelmatig, ten uitvoer. Het optreden van schade is niet acceptabel. Vooralsnog blijven we de bestaande riolering toetsen aan de hand van neerslag extremen en de risico s die daarmee gepaard gaan met betrekking tot schade aan woningen en gebouwen. Bij het ontwerp betrekken we zo veel mogelijk bovengrondse oplossingen (zie Klimaatverandering). Klimaatverandering Volgens de meest recente klimaatscenario s van het KNMI zal hevige neerslag in de toekomst vaker voorkomen. Vanuit de stedelijke wateropgave met betrekking tot hemelwater streeft de gemeente ernaar om de effecten van hevige neerslag zo goed mogelijk in te schatten. Hiermee wordt inzichtelijk op welke locaties hardnekkige knelpunten kunnen optreden. Het is niet mogelijk om extreme neerslag volledig ondergronds te verwerken. De capaciteit van het rioolstelsel is hiervoor ontoereikend en het is bovendien erg kostbaar. De oplossing wordt daarom vooral gezocht in slimme bovengrondse maatregelen, zoals berging in groenvoorzieningen, wadi s en binnen het wegprofiel. De uiteindelijke keuze voor de wijze van omgaan met afvloeiend hemelwater wordt op lokaal niveau bepaald op basis van een integrale afweging. 26

27 Waterneutraal bouwen. In- en uitbreidingsplannen van woningbouw en/of infrastructuur kunnen tot een toename aan verhard oppervlak leiden. Hierdoor ontstaat een versnelde afvoer van hemelwater, met mogelijk overbelasting van het ontvangend oppervlaktewater. Bij nieuwe ontwikkelingen geldt dan ook het uitgangspunt dat plannen zo veel mogelijk hydraulisch neutraal uit worden gevoerd Grondwater Voorkomen grondwaterproblemen Vanwege de bodemopbouw en waterhuishouding in de gemeente Best komen structurele grondwaterproblemen beperkt voor. Om verdere overlast te voorkomen doorlopen gemeente en waterschap bij planologische wijzigingen een watertoetsprocedure. Hierbij worden de waterhuishoudkundige randvoorwaarden en effecten van nieuwe ontwikkelingen vastgesteld en beoordeeld. Door middel van de watertoetsprocedure wordt in de bestemmingsfase voorkomen dat natte gebieden bebouwd worden en/of dat onvoldoende ontwateringsmaatregelen worden getroffen. Mogelijk wordt een aangepaste bouwwijze aanbevolen. Ontwateringsnormen In het bebouwde gebied streeft de gemeente naar voldoende ontwateringsdiepte. In nieuwbouw gebieden worden de ontwateringsdiepten uit Tabel 6 geadviseerd. Voor deze ontwateringsdiepten geldt een inspanningsplicht, geen resultaatsverplichting. Met andere woorden: de gemeente kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor het handhaven van de genoemde waarden. Door in nieuwbouwsituaties een (extra) hoog straatpeil te hanteren wordt het risico op grondwateroverlast verder beperkt. Functie Minimaal benodigde ontwatering (m, t.o.v. GHG) Woningen* 0,7 Hoofdwegen ** 1.0 Secundaire wegen en woonstraten ** 0,7 Tabel 6: Geadviseerde minimale ontwateringsdiepten bij nieuwbouw. (bron: SBR, publicatie 99) 27

28 Handelen bij grondwaterproblemen Van de perceelseigenaren wordt verwacht dat zij bij eventuele grondwaterproblemen de vereiste (waterhuishoudkundige en/of bouwkundige) maatregelen nemen. Dit wordt getoetst bij de aanvraag van de bouwvergunning en/of op basis van een locatiebezoek. De gemeente treft alleen maatregelen indien sprake is van structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand en indien het treffen van maatregelen doelmatig is. In dergelijke gevallen wordt het overtollige grondwater (bij voorkeur) separaat van het stedelijke afvalwater verwerkt in het openbare gebied. De termen structureel, nadelige gevolgen en doelmatig worden als volgt geïnterpreteerd: Structureel: situatie waarbij de minimaal benodigde ontwateringsdiepte regelmatig wordt overschreden gedurende een langere periode. Voor nieuwbouwgebieden gelden daarbij de ontwateringsdiepten uit Tabel 6. Bestaande gebieden worden afzonderlijk beoordeeld, omdat destijds nog geen ontwateringsdiepten waren geformuleerd. In alle gevallen betreft het een omstandigheid die voor een langere termijn geldt en geen incidentele situatie die bijvoorbeeld kan optreden na hevige neerslag. In dergelijke gevallen laat de Waterwet een normaal maatschappelijk risico bij de perceeleigenaar. Nadelige gevolgen: indien in verblijfruimten omstandigheden optreden die tot volksgezondheidsproblemen en/of economische schade leiden en niet worden veroorzaakt door gebrekkige constructies en bouwkundige gebreken. De verblijfruimten dienen daarbij dan ook te voldoen aan de bouwregelgeving. Doelmatig: in de toelichting op de wetgeving is ten aanzien van de doelmatigheidsvraag onder andere het volgende geschreven: factoren als de omvang en de duur van de overlast, het aantal getroffen percelen, evenals de functie en de hydrologische toestand van het betrokken gebied, de financiële implicaties alsmede de verschillende mogelijke oplossingen om grondwateroverlast tegen te gaan, kunnen een rol spelen bij de vraag of maatregelen doelmatig zijn. Bij de doelmatigheidsafweging dient ook te worden nagegaan of eventuele maatregelen niet tot de verantwoordelijkheid van het waterschap of de provincie behoren. Dit ligt vooral voor de hand in het buitengebied Oppervlaktewater Samen met het waterschap de Dommel wordt invulling gegeven aan de doelen van de Kaderrichtlijn Water om te komen tot een gezond oppervlaktewatersysteem. Gemeentelijke maatregelen zijn het beperken van de vuiluitworp van riolering (o.a. afkoppelen en verdere optimalisatie van het stelsel), duurzame onkruidbestrijding en het monitoren van de afvalwaterketen. 28

29 6.4 Activiteiten planperiode In deze paragraaf wordt weergegeven welke activiteiten en/of maatregelen de gemeente Best verricht om invulling te geven aan de opgave en strategie. Omdat maatregelen bijdragen aan meerdere opgaven zijn de maatregelen gegroepeerd weergegeven per type: planvorming, onderzoek, beheer en onderhoud, uitvoeringsmaatregelen en facilitair Planvorming en onderzoek Plannen zijn onmisbare elementen in een doelmatig rioleringsbeheer. Zij geven richting aan de activiteiten en maatregelen die nodig zijn om de systemen goed te laten functioneren. Onderzoeken geven op hun beurt inzicht in het functioneren van het rioleringssysteem. De komende planperiode is jaarlijks een budget van gereserveerd voor onderzoeken naar functioneren, optimaliseren en inzicht krijgen in de gehele waterketen (stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater) Hierbij wordt ook de omgeving in beeld gebracht zodat er integrale planvorming ontstaat. Denk bijvoorbeeld aan planvormen zoals het opstellen van het WRP, hemelwateronderzoek en onderzoek naar hergebruik (grond)(afval)water. Met goede kennis hierover kan men vroegtijdig trends ontdekken en hierop geleidelijk sturen zodat gekozen kan worden voor de meest doelmatige oplossingen tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten. Om verder in te kunnen spelen op klimaatverandering en adaptatie is een jaarlijks onderzoeksbudget van gereserveerd. Dit budget wordt onder andere ingezet ten behoeve van communicatie en het verhogen van bewustwording en participeren bij initiatieven van derden (bv afkoppelinitiatieven bij inwoners). Hierbij is het van belang dat er vooraf aan de uitvoering onderzocht wordt of maatregelen wel effectief zijn. Activiteit Planvorming algemeen Onderzoeken mbt. klimaatadaptatie TOTAAL Beheer en onderhoud Onderhoudsinspanningen zijn afgestemd op het in stand houden en goed laten functioneren van het systeem, waarbij risico s optimaal worden vermeden (assetmanagement). De activiteiten bestaan uit regulier onderhoud en (reactieve) reparaties. Tot de eerste categorie behoren het reinigen, inspecteren en onderhouden van de (pers)leidingen, putten, kolken, gemalen, randvoorzieningen, het vegen van straten en maaien van watergangen. Ook onderhoud en vervanging van pompunits is gefinancierd vanuit de exploitatie. 29

30 Activiteit Ontstoppen huisaansluitingen Riolering algemeen Vervangen versleten huisaansluitingen Drukriolering Kolkenzuigen Straatreiniging Maken huisaansluitingen Schoonmaken van straatkolken Inspectie en reiniging TOTAAL Uitvoeringsmaatregelen Maatregelen zijn afgestemd op het in stand houden en optimaliseren van het functioneren van het systeem. Ten behoeve van de drie zorgplichten is het van belang dat het functioneren van het stelsel in stand gehouden wordt. Activiteit Vervangen en renoveren vrijverval riolering TOTAAL Facilitair Om het stedelijke watersysteem goed te beheren, worden ondersteunende activiteiten verricht. Deze worden gegroepeerd onder Facilitair. Onder facilitaire kosten verstaan we kosten als elektriciteit, communicatiemiddelen als telemetrie en brandstofkosten. Conform de begroting voor Resultaatgebied 9.2 Riolering / Ondergrondse infrastructuur zijn deze kosten nu opgenomen onder de activiteiten beschreven in paragraaf Ondersteunende aspecten die betrekking hebben op organisatie en financiën zijn behandeld in Hoofdstuk 7 30

31 7 WAT KOST DAT? 7.1 Inleiding Goed rioolbeheer kost veel geld. In de aankomende planperiode geeft de gemeente Best gemiddeld 2,1 miljoen per jaar uit aan de exploitatie van de riolering en investeringen die daaruit voortvloeien. Geld dat via de rioolheffing door de inwoners en bedrijven van de gemeente bijeen wordt gebracht. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de benodigde middelen om invulling te kunnen geven aan goed en doelmatig rioolbeheer. 7.2 Personele Middelen In de Leidraad Riolering zijn in de module D2000 Personele aspecten van gemeentelijke rioleringszorg kengetallen opgenomen voor een indicatieve berekening van de benodigde arbeidsinspanning. Op basis van deze kengetallen en de gemeentelijke situatie (o.a. inwonertal, areaalgrootte, investeringsvolume) kan de benodigde personele formatie worden berekend. De uitkomsten betreffen geen normen waaraan een gemeente moet voldoen, maar zijn een bruikbare indicatie. Op basis van de in hoofdstuk 4 gekozen ambities is de beschikbare personele capaciteit voor de gemeente Best bepaald. In Tabel 7 zijn zowel de benodigde als de beschikbare arbeidscapaciteit voor de gemeente Best weergegeven. Voor een overzicht van de personele capaciteit, zie Bijlage D. Beschikbare eidscapaciteit Benodigde eidscapaciteit schil onderzoek en facilitair n invulling neventaken TOTAAL Tabel 7: Beschikbare en benodigde personele capaciteit watertaken Vergelijking beschikbare en benodigde capaciteit Uit een vergelijking van de beschikbare en de theoretisch benodigde arbeidscapaciteit volgt dat de beschikbare capaciteit lager is dan op basis van de kengetallen uit de Leidraad Riolering zou worden aanbevolen. Met betrekking tot onderhoud wordt het licht positieve verschil tussen de beschikbare en benodigde capaciteit veroorzaakt doordat de buitendienst naast regulier onderhoud ook in wordt gezet voor ondersteuning van de binnendienst bij onderzoek naar de oorzaak van calamiteiten en storingen. (ook stankproblemen) zodat dit niet leid tot verstoring van het reguliere onderhoud en werkzaamheden. Hierdoor is het systeem bedrijfszeker en betrouwbaar. Personele kwetsbaarheid en continuïteit Door natuurlijke personeelswijzigingen bij de buitendienst en een ervaren capaciteitstekort bij de binnendienst voor planvorming, onderzoek, inwonersinitiatieven en communicatieverbetering kan er een onstabiele situatie ontstaan voor de personele inzetbaarheid en continuïteit. Het is dus nodig om de personele kwetsbaarheid en continuïteit van de water en rioolzorg in deze planperiode in beeld te brengen en op basis hiervan de juiste keuzes te maken met betrekking tot het (verwachte) capaciteitstekort van 0,8 FTE. 31

32 7.3 Financiën In deze paragraaf wordt invulling gegeven aan de financiële middelen die noodzakelijk zijn om de in dit WRP beschreven activiteiten te kunnen financieren. Hierbij is het van belang dat jaarlijks het kostendekkingsplan wordt geactualiseerd zodat er altijd een actuele financiële stand voorhanden is. Dit voldoet in zijn geheel aan de eisen en verplichtingen die gesteld zijn in het BBV. In het kostenoverzicht wordt onderscheid gemaakt tussen exploitatiekosten en investeringsuitgaven. Bij de exploitatiekosten gaat het om jaarlijkse uitgaven voor beheer- en onderhoudsactiviteiten die nodig zijn voor een goed en doelmatig rioolbeheer. De kosten van deze uitgaven worden toegeschreven aan het boekjaar waarin deze worden uitgegeven. De kosten voor beheer en onderhoud worden jaarlijks hoger door algemene prijsstijgingen, stijgingen van de lonen, vergroting van het areaal en uitbreiding van werkzaamheden als gevolg van de Wet gemeentelijke watertaken. Door efficiënter te werken kan de noodzakelijke prijsstijging zoveel als mogelijk worden beperkt. Investeringsuitgaven bestaan uit vervangingsinvesteringen (bijvoorbeeld rioolvervanging) en verbeteringsinvesteringen (bijvoorbeeld buisvergroting of afkoppelmaatregelen). Investeringen zijn uitgaven voor zaken die meerdere jaren meegaan en worden in het algemeen gekapitaliseerd. De jaarlijkse kosten die daar uit voortkomen bestaan uit rente en afschrijvingen Uitgangspunten Ten behoeve van de financiële doorrekening 1 zijn de volgende uitgangspunten en randvoorwaarden gehanteerd: Afschrijving De financiële afschrijvingstermijnen op investeringen zijn, vanwege de in de vorige planperiode gekozen methodiek op basis van Direct Afboeken, niet langer relevant voor het kostendekkings-plan. Er wordt in principe vooraf gespaard voor toekomstige investeringen; bij een ontoereikend spaarsaldo worden de restinvesteringen wel geactiveerd, maar versneld (en variabel) afgeschreven om zo de rentelasten te minimaliseren. In Bijlage E wordt de gehanteerde financieringsmethode nader toegelicht; De technische levensduur van bouwkundige delen van gemalen, drukriolering, persleidingen en randvoorzieningen bedraagt 80 jaar; Elektromechanische vervangingsinvesteringen worden gefinancierd vanuit de exploitatie; Rente & Inflatie De rentetoerekening op kapitaallasten is gebaseerd op de omslagrente in Deze bedraagt 4,5%; De rentetoerekening vindt plaats halverwege het jaar van investeren; Er vindt geen toerekening van rente plaats op positieve saldi van reserves en/of voorzieningen; Er vindt geen toerekening van rente plaats op eventuele boekwaarden over de spaarvoorziening; Er vindt per jaar 1% indexatie van de uitgaven plaats (als gevolg van inflatie). BTW Jaarlijks wordt de BTW over de exploitatielasten en de investeringen doorbelast aan de rioolheffing; 1 De financiële doorrekening is volledig conform de BBV notitie Riolering (Commissie BBV, 2014) 32

33 Investeringen De vervangingskosten zijn gebaseerd op kostenkengetallen uit de Leidraad Riolering Module D1100; Kosten voor vervanging zijn inclusief het verwijderen en opnieuw aanbrengen van de verharding boven de te graven sleuf; Voorzieningen Het saldo van de voorziening riolering (BBV art. 44.2) bedraagt per 1 januari Per ingang van de komende planperiode wordt de voorziening riolering (BBV art. 44.2) omgezet in een spaarvoorziening toekomstige vervangingen (BBV art. 44.1d). Heffingseenheden Het aantal (equivalente) heffingseenheden in 2016 bedraagt Dit aantal heffingseenheden blijft gedurende de looptijd van dit WRP constant. Dit aantal is gebaseerd op de rioolheffing en het inkomstenniveau op 1 januari Rioolheffing De rioolheffing per (equivalente) heffingseenheid bedraagt in 2016 (startjaar) 161,28. Dit is gebaseerd op het basis-gebruikerstarief als beschreven in de verordening rioolheffing; De rioolheffing mag maximaal kostendekkend zijn: de geraamde opbrengsten (in de beschouwde periode) mogen de geraamde lasten niet overstijgen (Gemeentewet artikel 229b); Reserveren voor toekomstige vervangingsinvesteringen - door dotaties aan de (spaar)voorziening is - toegestaan; Reserveren enkel voor uitbreiding van het voorzieningenniveau is niet toegestaan (BBV); De opbrengsten van de rioolheffing mogen niet voor andere doeleinden dan voor het gemeentelijk rioolstelsel (inclusief grond- en hemelwatervoorzieningen) worden aangewend ofwel hebben een relatie met de verbrede watertaken. 33

34 7.3.2 Berekening Kostendekking Voor een uitgebreid overzicht van de uitgangspunten, basisgegevens en rekenresultaten voor de volledige beschouwde periode zie Bijlage F De in de vorige paragraaf vermelde uitgangspunten leiden tot het volgende uitgavenpatroon voor de gemeente Best in de periode 2016 t/m 2095: Figuur 3: Verwacht uitgavenpatroon gemeente Best voor de periode 2016 t/m Bedragen op prijspeil In Figuur 3 is duidelijk te zien dat zich gedurende de beschouwde periode meerdere vervangingspieken voor doen. Deze pieken worden veroorzaakt door enkele grote uitbreidingen van het areaal uit het verleden (Heivelden-Heuveleind). In de aankomende planperiode (met doorkijk t/m 2095) worden alle investeringen afgeschreven conform het Ideaal Complex en volgens de vastgestelde uitgangspunten (zie paragraaf en Bijlage E). Het uitgavenpatroon zoals weergegeven in Figuur 3 leidt tot het lastenpatroon zoals weergegeven in Figuur 4. Hierin zijn ook de inkomsten weergegeven om deze te kunnen dekken volgens de gestelde randvoorwaarden. Het effect van het uitgavenpatroon op de saldo s op de voorzieningen en het verloop van de kapitaallasten is gedetailleerd weergegeven in Bijlage F. 34

35 Figuur 4: verwacht lastenpatroon Best voor de periode 2016 t/m Bedragen op prijspeil Ontwikkeling Rioolheffing De benodigde inkomsten zoals weergegeven in Figuur 4 zijn in onderstaande figuur vertaald naar het benodigde tarief van de rioolheffing. Hierbij gaat het om het basistarief, zijnde de heffing op basis van een drinkwaterverbruik tot 500 m3/jaar. Figuur 5: Benodigd heffingsverloop WRP Bedragen zijn gebaseerd op basis van een drinkwaterverbruik tot 500m 3 per jaar en prijspeil 2016 Uit Figuur 4 en Figuur 5 blijkt dat de komende jaren geen stijging van de rioolheffing noodzakelijk is. Vanaf ongeveer 2030 is een stijging van de rioolheffing noodzakelijk. Deze noodzaak is een gevolg van de BTW compensatie die berekend wordt over de geplande investeringen in Conform de BBV mag deze compensatie niet gefinancierd worden vanuit de spaarvoorziening toekomstige vervanging (BBV art. 44.1d), het is immers geen vervanging. Ook is er geen geld voorzien in de algemene voorziening / bestemmingsreserve. Hierdoor is een stijging van de rioolheffing 35

36 noodzakelijk om een negatief saldo op de voorziening riolering te voorkomen. Hetzelfde geldt voor de investeringspiek in Jaar Gepland heffingsverloop Vast prijspeil (2016) , , , , ,00 Tabel 8: Gepland heffingsverloop WRP Zoals blijkt uit Figuur 5 en Tabel 8 blijft de rioolheffing gedurende de gehele planperiode van het WRP gelijk. Wel dient de rioolheffing jaarlijks te worden geïndexeerd om een kostendekkende rioolheffing te behouden. 36

37 BIJLAGE A BEGRIPPEN EN DEFINITIES Aanbod op Rioolwaterzuivering (RWZI) De totale hoeveelheid afvalwater die wordt aangeboden aan de RWZI. Afvalwaterakkoord Een akkoord tussen waterschap en gemeente. Het bevat afspraken over overnamepunten en afnamehoeveelheden. Daarnaast staat in het afvalwaterakkoord hoe partners omgaan met uitwisseling van (meet)gegevens, elkaar informeren in de situatie van groot onderhoud of calamiteiten, enzovoort. Afvloeiend hemelwater Neerslag die tot afstroming komt. Afkoppelen/niet-aankoppelen Het op de gemengde of vuilwaterriolering aangesloten afvoerend verhard oppervlak loskoppelen en aansluiten op een hemelwatervoorziening. Bij nieuwbouw: het niet aansluiten van afvoerend verhard oppervlak op een vuilwatersysteem. Afnamehoeveelheid De toegestane hoeveelheid regenwater dat op het overnamepunt wordt aangeboden. Afvalwater Al het water waarvan de houder zich - met het oog op de verwijdering daarvan - ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen. Afvalwatersysteem Het geheel van rioleringstechnische en zuiveringstechnische werken (waaronder riolering, gemalen, persleidingen, AWZI) Algemene regels De lozingen worden tegenwoordig hoofdzakelijk geregeld via algemene regels (AmvB s). Uitgangspunt: de lozer mag niets doen waarvan hij kan verwachten dat het problemen oplevert voor het riool, de zuivering of het (water)milieu. Basisrioleringsplan (BRP)/verbreed BRP. Plan waarin de hydraulische afvoercapaciteit, de vuilemissie en het aanbod op de AWZI wordt getoetst voor de bestaande en toekomstige plansituatie (planhorizon ca jaar). Het plan bevat in de regel verbeteringsmaatregelen om in de toekomstige situatie te voldoen aan de wensen/eisen van gemeente en waterbeheerder. In een verbreed BRP zijn de zorgplichten grondwater en hemelwater meer expliciet uitgewerkt. Bedrijfsafvalwater Afvalwater dat vrijkomt bij door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid, dat geen huishoudelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater of grondwater is. Boorkernonderzoek Inspectiemethode waarbij door middel van een boring een kern uit de bovenkant van de rioolbuis wordt genomen en beproefd op sterkte. Buitenriolering Het geheel van rioleringsobjecten voor inzameling en transport van afvalwater dat zich buiten gebouwen bevindt. Het gaat hierbij om riolen, putten, kolken, perceel- en kolkaansluitleidingen, rioolgemalen, riooloverstorten, zinkers, randvoorzieningen etc. 37

38 Classificatie Indeling van de toestandsaspecten riolering in schadeklassen. Drukriolering Een mechanisch rioleringssysteem waarbij het afvalwater via kleine pompjes en persleidingen wordt verpompt naar een ontvangstput. Drukriolering wordt vaak toegepast in het buitengebied. DWA-systeem Zie vuilwatersysteem. Gemeentelijk rioleringsplan (VGRP)/verbreed VGRP Een strategische beleidsnota waarin op hoofdlijnen de visie van het gemeentebestuur voor de komende planperiode is neergelegd met betrekking tot aanleg en beheer van het rioleringssysteem. Het VGRP is een verplicht planinstrument volgens de Wet Milieubeheer (in de toekomst Omgevingswet). In een verbreed VGRP is het beleid mbt de zorgplichten grondwater en hemelwater concreet uitgewerkt. Gemengd rioolstelsel (GEM) Rioolstelsel waarbij afvalwater en regenwater door één buizenstelsel worden ingezameld en afgevoerd. Gescheiden rioolstelsel (GS) Rioolstelsel waarbij afvalwater en regenwater door afzonderlijke buizenstelsels worden ingezameld en afgevoerd. Het afvalwater wordt afgevoerd naar een AWZI, (een groot deel van) het regenwater wordt rechtstreeks afgevoerd naar het oppervlaktewater. Groene berging Verdiepte groenvoorziening voor de tijdelijke opvang van overtollig regenwater. Grondwater Spreekt voor zich, geen wettelijke definitie. Hemelwatersysteem Het geheel aan voorzieningen voor de gescheiden inzameling en transport van hemelwater. Hoofdrioolgemaal Eindgemaal, meestal in beheer en eigendom van een waterbeheerder, via welke het afvalwater wordt getransporteerd naar een AWZI. Huishoudelijk afvalwater Afvalwater dat overwegend afkomstig is van menselijke stofwisseling en huishoudelijke werkzaamheden. Hydraulische afvoercapaciteit De capaciteit van een rioolstreng of rioleringssysteem om overtollig water af te voeren. IBA Systeem voor Individuele Behandeling van Afvalwater, met een dusdanig zuiveringsrendement dat het effluent zonder verdere (na)bewerking op oppervlaktewater of in de bodem mag worden geloosd. 38

39 Industrieel afvalwater Afvalwater afkomstig van industrieën of bedrijven. Ingrijpmaatstaf Grenstoestand van een rioleringsobject waarbij ingrijpen noodzakelijk is en maatregelen moeten worden opgesteld. Inspecteren Het waarnemen, herkennen en beschrijven van de toestand van rioleringsobjecten. Microverontreiniging Verontreiniging die in een concentratie van een miljoenste gram of minder per liter of kilogram voorkomt en biologische effecten kan veroorzaken. Bijvoorbeeld: zware metalen PCB.'s, PAK.'s (organische microverontreinigingen), bestrijdingsmiddelen maar ook medicijnresten en hormoonstoffen. Openbare riolering Het gedeelte van de buitenriolering in eigendom en beheer bij de overheid (in de meeste gevallen is dit de gemeente). Operationeel aanlegprogramma Beschrijving van op korte termijn aan te leggen riolering naar aard, omvang en tijdstip. Operationeel maatregelenprogramma Beschrijving van op korte termijn uit te voeren (beheer)maatregelen met betrekking tot onderhoud, reparatie, renovatie, vervanging en verbetering naar aard, omvang en tijdstip. Operationeel onderzoeksprogramma Beschrijving van de op korte termijn uit te voeren benodigde onderzoeken. Overlastfrequentie Het theoretisch gemiddeld aantal malen per jaar dat ernstige hinder of wateroverlast optreedt als gevolg van o.a. een gebrekkige hydraulische afvoercapaciteit. Overnamepunt Punt waar de overdracht plaatsvindt van het afvalwater uit de riolering aan het transportsysteem van het waterschap. Persleiding Een leiding waardoor rioolwater met gebruikmaking van één of meerdere pompen onder overdruk wordt afgevoerd. Randvoorziening Vloeistofdichte voorziening als onderdeel van het rioolstelsel met als het doel het afvangen van vuil en/of bergen van overtollig afvalwater. Dergelijke voorzieningen worden toegepast ter verbetering van de waterkwaliteit. Regenwaterriool Riool alleen bestemd voor de inzameling en het transport van afstromend regenwater. Regenwatersysteem Zie "RWA-systeem". Regenwateruitlaat 39

40 Voorziening bedoeld voor de directe lozing van regenwater op oppervlaktewater of groene berging. Regenweerafvoer (rwa) Afvoer van huishoudelijk afvalwater vermengd met ingezameld hemelwater. Relinen Het inbrengen van een verstevigende constructie ter versterking van de buis. Meestal in de vorm van een in te brengen flexibele kous die door hete lucht, of water en/of licht uithardt en de buis duurzaam herstelt. Retentiebassin Een ruimte al of niet overdekt, voor het tijdelijk opslaan van overtollig regenwater. Riolering Het geheel van riolen, rioolputten en bijbehorende voorzieningen voor de inzameling en het transport van afvalwater. Rioleringsbeheer Zorg voor het goed functioneren van het rioleringssysteem. Rioolheffing De belasting die inwoners en bedrijfsleven moeten betalen om gebruik te mogen maken van de riolering. De heffing kan uit een aansluitheffing en een afvoerheffing bestaan. De aansluitheffing wordt geheven wegens het hebben van een aansluiting op het gemeentelijk riool. De rioolafvoerheffing wordt geheven wegens het afvoeren van rioolwater afkomstig van de gebruiker van een onroerend goed. Rioleringsbeheerplan (RBP)/verbreed RBP In een rioleringsbeheerplan staat op welke wijze het rioleringssysteem wordt beheerd. Het bevat o.a. onderhoudsstrategieën en een vervangingsplanning riolering. In een verbreed RBP is het onderhoud en beheer ook uitgewerkt voor hemelwater- en grondwatervoorzieningen. Rioolbeheerder Openbaar lichaam belast met de zorg voor (het goed functioneren van) de riolering (meestal een gemeente). Rioolgemaal Bouwwerk met een inrichting voor het verpompen van afvalwater. Riooloverstortput Voorziening die bij hevige of langdurige neerslag in werking treedt en het overtollige regenwater loost op een voorziening of direct op oppervlaktewater. Rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) Een installatie waar het afvalwater wordt ontdaan (van een groot deel) van de verontreinigingen. Rioleringssysteem Samenstel van riolen en rioolputten voor de inzameling en het transport van afvalwater. RWA-systeem Rioolstelsel alleen bestemd voor de inzameling en het transport van regenwater. Stedelijk afvalwater 40

41 Huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater. Verbeterd gemengd rioolstelsel (VGM) Gemengd rioolstelsel met ter plaatse van één of meerdere lozingspunten een randvoorziening met als doel vuilemissiereductie. Verbeterd gescheiden rioolstelsel (VGS) Gescheiden rioolstelsel waarbij een deel van het (meest vervuilde) regenwater wordt verpompt naar de AWZI of alternatieve locatie voor de behandeling van verontreinigd regenwater. Verhard oppervlak Het op de riolering aangesloten oppervlak dat tijdens neerslag regenwater afvoert naar het rioleringsssysteem. Visuele inspectie Het op (in)directe wijze inspecteren van de toestand van een rioleringsobject. Hierbij wordt vaak gebrik gemaakt van optische hulpmiddelen zoals spiegels, fotocamera, tvcamera of maninspectie. Vrijvervalriolering Rioleringssysteem waarbij het transport van afvalwater plaatsvindt door middel van de zwaartekracht. Vuilemissie Het totaal aan vervuilende stoffen afkomstig uit het rioleringssysteem dat (in)direct via riooloverstortputten wordt geloosd op oppervlaktewater. Vuilwaterriool Riool alleen bestemd voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater. Vuilwatersysteem Het geheel aan voorzieningen voor de gescheiden inzameling en transport van stedelijk afvalwater. Waarschuwingsmaatstaf Grenstoestand van een rioleringsobject waarbij de actuele toestand discutabel is en nader onderzoek benodigd. Water-op-straat Het verschijnsel tijdens hevige of langdurige neerslag dat water uit de riolering op straat komt te staan of dat regenwater niet in de riolering kan stromen als gevolg van een onvoldoende of belemmerde afvoercapaciteit. Wateroverlast Het verschijnsel dat "water op straat" overgaat in wateroverlast in de vorm van ernstige hinder (langdurige onbereikbaarheid) of leidt tot waterschade (bijvoorbeeld water in de woning). Zorgplicht stedelijk afvalwater De gemeente draagt zorg voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater dat vrijkomt bij de binnen het grondgebied van de gemeente gelegen percelen. Zorgplicht hemelwater De gemeente draagt zorg voor een doelmatige inzameling van het afvloeiend hemelwater, voor zover van degene die zich daarvan ontdoet, voornemens is zich te 41

42 ontdoen of zich moet ontdoen, redelijkerwijs niet kan worden gevergd het afvloeiend hemelwater op of in de bodem of in het oppervlaktewater te brengen. 42

43 Zorgplicht grondwater De gemeente draagt zorg voor het in het openbaar gemeentelijke gebied treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort. 43

44 BIJLAGE B WETGEVING EN BELEID 44

45 A) EUROPEES B) NATIONAAL 1. Europese Kaderrichtlijn Water 1. Waterwet (Ww) 2. Wet Milieubeheer (Wm) 3. Zorgplichten Afval-, Hemel-, en Grondwater 4. Lozingen besluit Afvalwater (Wm) 5. Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (Wabo) 6. Wet Informatie Uitwisseling Ondergrondse Netten (Wion) 7. Basisregistratie Ondergrond (Bro: verwacht in 2015) 8. Wet op lijkbezorging en besluit op lijkbezorging (1991) 9. Nationaal Waterplan Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) 11. Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten C) REGIONAAL (SAMENWERKINGSVERBANDEN, WATERSCHAP EN PROVINCIE) 1. Doelmatige samenwerking afvalwaterketen De Meierij 2. Waterbeheerplan Krachtig Water (Waterschap De Dommel) 3. Provinciaal Waterplan Watervisie Boxtel 5. Strategische Visie en Structuurvisie Boxtel 2011 D) NADERE INFORMATIE 45

46 A.1 (EUROPEES) KADERRICHTLIJN WATER (2009) De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is erop gericht op Europees niveau de kwaliteit van watersystemen te verbeteren, onder meer door lozingen te reduceren. Verder is het de bedoeling het duurzame gebruik van water te bevorderen en de verontreiniging van grondwater aanzienlijk te verminderen. Naast een verbetering van de waterkwaliteit is het streven de Europese waterwetgeving te harmoniseren, uiterlijk in De KRW stelt voor alle water een ecologische en kwaliteitsdoelstelling. Vooral voor water met een verhoogde natuurdoelstelling kan verwacht worden dat nog grote inspanningen geleverd moeten worden. De toekomstige invulling van het waterkwaliteitsspoor wordt sterk gerelateerd aan de bedoelingen van de KRW. Op basis van gebiedsrapportages worden de monitoringsprogramma s en beheersplannen voor heel Nederland en Europa opgesteld. Kenmerkend voor de KRW is dat er sprake is van een resultaatsverplichting in plaats van de inspanningsverplichting die voorheen gebruikelijk was. B.1 (NATIONAAL) WATERWET De Waterwet heeft acht bestaande wetten voor het waterbeheer in Nederland vervangen. De Waterwet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater. De wet is gericht zijn op het bereiken van doelstellingen van watersystemen (stroomgebieden), met een verdeling van verantwoordelijkheden en taken tussen de verschillende betrokken overheden. Tevens is de wet gericht op een adequaat instrumentarium voor de uitvoering van het waterbeleid. Dit betreft dan vooral een vermindering van regels, vergunningstelsels en administratieve lasten. Door de Waterwet zijn waterschappen, gemeenten en provincies beter in staat wateroverlast, waterschaarste en watervervuiling tegen te gaan. Ook voorziet de wet in het toekennen van functies voor het gebruik van water zoals scheepvaart, drinkwatervoorziening, landbouw, industrie en recreatie. Op grond van toegekende functies worden eisen gesteld aan de kwaliteit en inrichting van het water. Watervergunning De Watervergunning integreert alle vergunningstelsels van de verschillende waterwetten. Daarmee gaan zes vergunningen uit de eerdere waterbeheerwetten op in één Watervergunning. Het gaat hierbij om een scala van handelingen in watersystemen die voorheen door de afzonderlijke wetten werden gereguleerd, zoals het lozen van verontreinigende stoffen op het oppervlaktewater, het onttrekken van grondwater of het dempen van een sloot. Veel activiteiten vallen onder algemene regels, waarvoor geen watervergunning nodig is; in deze gevallen kan dan met een melding worden volstaan. Lozingen van hemelwater uit het gemeentelijk rioolstelsel bijvoorbeeld vallen niet meer onder vergunningplicht (voorheen Wvo-vergunning), maar onder algemene regels. Bevoegd gezag kan Rijkswaterstaat, het waterschap of de provincie zijn. 46

47 Activiteiten waarvoor een Watervergunning nodig is, zijn: Stoffen in een oppervlaktewaterlichaam brengen; Afvalwater in een oppervlaktewaterlichaam lozen of rechtstreeks (dus niet via de gemeentelijke riolering) afvoeren naar een rioolwaterzuiveringsinrichting; Stoffen in zee brengen; Een waterstaatswerk of beschermingszone gebruiken (aanleg, wijzigen, verwijderen); Een waterstaatswerk is een oppervlaktewaterlichaam, bergingsgebied, waterkering of ondersteunend kunstwerk (bijv. een sluis of stuw); Water in de bodem brengen of eraan onttrekken; Grondwater onttrekken of in samenhang daarmee water in de bodem brengen (infiltreren). Ook onttrekkingen in verband met bodemenergiesystemen vallen in deze categorie; Water in een oppervlaktewaterlichaam brengen of eraan onttrekken; Grote hoeveelheden water in een oppervlaktewaterlichaam lozen of daaraan grote hoeveelheden onttrekken. B.2 (NATIONAAL) WET MILIEUBEHEER De Wet Milieubeheer bevat verschillende onderdelen die specifiek van toepassing zijn op watergerelateerde onderwerpen, zoals indirecte lozingen, de gemeentelijke zorgplicht voor de inzameling van stedelijk afvalwater en het gemeentelijk rioleringsplan. De Wm kent naast watergerelateerde onderwerpen ook onderdelen die van grote relevantie zijn voor waterzaken. Te denken valt aan de afvalstoffenregelgeving, de coördinatie bij vergunningverlening en de samenwerking tussen bevoegde gezagen. Samen met de Waterwet biedt de Wm de wettelijke grondslag voor een aantal uitvoeringsbesluiten en de gemeentelijke afval-, hemel-, en grondwaterzorgplichten. B.3 (NATIONAAL) ZORGPLICHTEN AFVAL-, HEMEL- EN GRONDWATER Zorgplicht stedelijk afvalwater De zorgplicht stedelijk afvalwater valt onder de Wet Milieubeheer (in toekomst onder Omgevingswet). In artikel is de wettelijke verplichting vastgelegd: 1. De gemeente draagt zorg voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater dat vrijkomt bij de binnen het grondgebied van de gemeente gelegen percelen, door middel van een openbaar vuilwaterriool naar een inrichting als bedoeld in artikel 3.4 van de Waterwet. 2. In plaats van een openbaar vuilwaterriool en een inrichting als bedoeld in het eerste lid kunnen afzonderlijke systemen of andere passende systemen in beheer bij een gemeente, waterschap of een rechtspersoon die door een gemeente of waterschap met het beheer is belast, worden toegepast, indien met die systemen blijkens het gemeentelijk rioleringsplan eenzelfde graad van bescherming van het milieu wordt bereikt. Zorgplicht hemelwater De zorgplicht hemelwater valt onder de Waterwet (in toekomst onder Omgevingswet). In artikel 3.5 is de wettelijke verplichting vastgelegd: 1. De gemeente draagt zorg voor een doelmatige inzameling van het afvloeiend hemelwater, voor zover van degene die zich daarvan ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen, redelijkerwijs niet kan worden gevergd het afvloeiend hemelwater op of in de bodem of in het oppervlaktewater te brengen. 2. De gemeente draagt tevens zorg voor een doelmatige verwerking van het ingezamelde hemelwater. Onder het verwerken van hemelwater kunnen in ieder geval de volgende maatregelen worden begrepen: de berging, het transport, de nuttige toepassing, het, al dan niet na zuivering, terugbrengen op of in de bodem of in het oppervlaktewater van ingezameld hemelwater, en het afvoeren naar een zuiveringtechnisch werk. 47

48 Zorgplicht grondwater De zorgplicht grondwater valt onder de Waterwet (in toekomst onder Omgevingswet). In artikel 3.6 is de wettelijke verplichting vastgelegd: 1. De gemeente draagt zorg voor het in het openbaar gemeentelijke gebied treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort. 2. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, omvatten mede de verwerking van het ingezamelde grondwater, waaronder in ieder geval worden begrepen de berging, het transport, de nuttige toepassing en het, al dan niet na zuivering, op of in de bodem of in het oppervlaktewater brengen van ingezameld grondwater en het afvoeren naar een zuiveringtechnisch werk. B.4 (NATIONAAL) LOZINGENBESLUITEN AFVALWATER Afvalwaterlozingen worden tegenwoordig hoofdzakelijk geregeld via algemene regels (AmvB s). Uitgangspunt: de lozer mag niets doen waarvan hij kan verwachten dat het problemen oplevert voor het riool, de zuivering of het (water)milieu. Er is een indeling gemaakt naar drie categorieën: Particulieren: Bedrijven: Openbaar gebied: Besluit lozing afvalwater huishoudens Besluit lozen inrichtingen Besluit lozen buiten-inrichtingen Besluit lozing afvalwater huishoudens Het besluit bevat regels voor het lozen van afvalwater door particulieren. Huishoudens hebben geen vergunning of ontheffing nodig om hun afvalwater te lozen, maar moeten zich wel houden aan regels die moeten voorkomen dat de kwaliteit van bodem en oppervlaktewater niet mogen worden aangetast. Dat betekent onder meer dat afvalwater alleen in het oppervlaktewater of in de bodem mag worden geloosd als het gezuiverd is. Besluit lozen inrichtingen Het besluit maakt onderscheid tussen directe en indirecte (via riolering) lozingen. De indirecte lozingen worden weer onderscheiden in lozingen op een schoonwaterriool en een vuilwaterriool. De eisen aan de lozingen op schoonwaterriolen zijn strenger dan die op een vuilwaterriool, omdat die lozingen direct in het milieu terechtkomen. De houder van het hemelwater moet het hemelwater op verantwoorde wijze terugbrengen in het milieu. Lozing op een vuilwaterriool is alleen toegestaan als een directe lozing of een lozing op een schoonwaterriool niet mogelijk is. Besluit lozen niet-inrichtingen Het besluit heeft betrekking op een breed scala aan lozingen die buiten inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer plaatsvinden. Het gaat bijvoorbeeld om lozingen uit gemeentelijke rioolstelsels, lozingen van grondwater bij ontwatering van gronden (zoals bronneringswater bij bouwactiviteiten), lozingen van afstromend regenwater van wegen en andere openbare ruimten en lozingen bij gevelreiniging. De lozingen kunnen zowel door bedrijven als overheden plaatsvinden. Volgens dit besluit is (vrij vertaald) het lozen van afvalwater, afkomstig uit een openbare ontwaterings- of hemelwaterstelsel op of in de bodem toegestaan, mits de ligging van de voorzieningen bekend is, deze goed beheerd worden en hierdoor geen nieuwe problemen ontstaan. Hetzelfde geldt voor het op oppervlaktewater lozen van afvalwater afkomstig van overstortvoorzieningen of nooduitlaten van openbare vuilwaterstelsels. Het lozen van grondwater bij bodemsanering en proefbronnering op oppervlaktewater of een hemelwaterriool is onder kwalitatieve voorwaarden toegestaan en onder de voorwaarde dat geen 48

49 wateroverlast plaatsvindt. Het lozen in een vuilwaterriool is niet toegestaan. Indien er redelijkerwijs geen andere mogelijkheid bestaat kan hiervan worden afgeweken met medewerking van het bevoegd gezag. Het tbv ontwatering lozen van grondwater in oppervlaktewater is onder zowel kwalitatieve als kwantitatieve voorwaarden toegestaan. Lozing op een vuilwaterriool is verboden tenzij het een kortdurende en relatief schone lozing betreft (< 8 weken, < 5 m3/h,< 300 mg/l onopgeloste stoffen). B.5 (NATIONAAL) WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) regelt de omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning is één geïntegreerde vergunning voor bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en milieu. De omgevingsvergunning heeft betrekking op activiteiten die voorheen vergunningplichtig waren onder de volgende wetten en verordeningen: - VROM-wetten Woningwet Gebruiksbesluit Wet milieubeheer Wet ruimtelijke ordening (bouwvergunning) (vergunning en melding) (milieuvergunning en meldingsplicht) (afwijking bestemmingsplan, aanlegvergunning) - Monumentenwet (monumentenvergunning); - Mijnbouwwet (mijnbouwmilieuvergunning); - Wet verontreiniging oppervlaktewateren (indirecte lozingen); - Flora- en faunawet (ontheffing). - Natuurbeschermingswet (handeling in een beschermd natuurgebied met gevolgen voor habitat en soorten); - Diverse gemeentelijke en provinciale (zoals de reclame-, kap-, inrit- en sloopvergunning verordeningen en de aanlegvergunning) B.6 (NATIONAAL) WET INFORMATIE UITWISSELING ONDERGRONDSE NETTEN (2008) Om de ernst en de hoeveelheid van graafincidenten in Nederland in te perken is in 2008 de Wet informatieuitwisseling ondergrondse netten (Wion) oftewel de Grondroerdersregeling van kracht geworden. De regeling verplicht zorgvuldiger graven en informatie uitwisseling tussen grondroerders (de gravers) en de kabel- en leidingbeheerders. Informatie uitwisseling voorafgaand aan de graafwerkzaamheden verloopt via een digitaal loket bij het Kadaster. B.7 (NATIONAAL) BASISREGISTRATIE ONDERGROND Informatie over activiteiten in de Nederlandse ondergrond moet beter worden vastgelegd. Overheden dienen gegevens over de ondergrond centraal te registreren in een basisregistratie ondergrond (BRO). Dit zorgt voor lagere onderzoekskosten, helpt bij het opstellen van ruimtelijke plannen en bespaart overlast en kosten bij uitvoering van werkzaamheden. Een wetsvoorstel hiervoor is momenteel in voorbereiding en is naar verwachting in 2015 gereed. De wet verplicht het Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen om nieuwe gegevens over de ondergrond centraal te registreren. Bedrijven en inwoners krijgen gratis toegang tot de gegevens. De basisregistratie bouwt voort op de bestaande landelijke systemen. Dit zijn Data en Informatie Nederlandse Ondergrond van de Geologische Dienst Nederland, onderdeel van TNO, en het Bodem Informatie Systeem van Alterra. De registratie zal zorgen dat gegevens vollediger zijn, sneller beschikbaar en eenvoudiger te gebruiken. Het beheer ervan is met het oog op de benodigde expertise in handen van TNO. 49

50 De basisregistratie ondergrond wordt de komende jaren stapsgewijs ingevuld. Er wordt gestart met gegevens over sonderingen, grondwater en mijnbouw. Deze informatie is onder meer van belang bij het plannen en uitvoeren van bouwprojecten, het verzorgen van drinkwatervoorziening en het winnen van natuurlijke hulpbronnen. B.8 (NATIONAAL) WET OP DE LIJKBEZORGING EN BESLUIT OP DE LIJKBEZORGING (1991) In de Wet op de lijkbezorging (Wlb) zijn bepalingen opgenomen omtrent begraving. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen op grond van die wet regels worden gesteld over onder meer de inrichting van het graf en de afstand van de graven onderling. In het Besluit op de lijkbezorging (Blb) is daaraan gevolg gegeven. Uit de artikelen 40 en 41 Wlb kan worden afgeleid dat burgemeester en wethouders bevoegd gezag zijn met betrekking tot (bijzondere) begraafplaatsen. Artikel 5 Besluit op de lijkbezorging 1. De afstand tussen de graven onderling bedraagt ten minste dertig centimeter. 2. Boven de kist of het omhulsel bevindt zich een laag grond van ten minste vijfenzestig centimeter. 3. Ten hoogste drie lijken mogen boven elkaar worden begraven, mits boven elke kist of ander omhulsel een laag grond van ten minste dertig centimeter dikte wordt aangebracht, die bij een volgende begraving niet mag worden geroerd. Ten aanzien van de bovenste kist of het bovenste omhulsel is het tweede lid van toepassing. 4. De graven bevinden zich ten minste dertig centimeter boven het niveau van de gemiddeld hoogste grondwaterstand. 5. Het derde en vierde lid zijn niet van toepassing op bestaande graven. 6. Dit artikel is niet van toepassing op grafkelders. De belangrijkste bepaling in relatie tot grondwater is die van het vierde lid. In samenhang met het derde lid kan worden vastgesteld hoe diep het grondwaterpeil moet zijn als er in meerdere lagen boven elkaar wordt begraven. B.9 (NATIONAAL) NATIONAAL WATERPLAN Het Nationaal Waterplan (NWP) is het rijksplan voor het waterbeleid voor de periode en het vervolg op de Vierde Nota Waterhuishouding uit Het NWP beschrijft welke maatregelen nodig zijn om Nederland ook in de toekomst veilig en leefbaar te houden. Ook de (economische) kansen die water biedt komen in het NWP aan bod. In de bijlage van het NWP zijn stroomgebiedbeheerplannen opgenomen. Deze geven aan hoe de waterkwaliteit in een bepaald gebied kan verbeteren. Nederland ligt in de stroomgebieden Rijn (Waal), Maas, Schelde en Eems. B.10 (NATIONAAL) BESTUURSAKKOORD WATER (2011) In mei 2011 hebben het Rijk, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Unie van Waterschappen (UvW) en de Vereniging van waterbedrijven in Nederland (Vewin) het Bestuursakkoord Water ondertekend. Doel van het Bestuursakkoord Water is te blijven zorgen voor: veiligheid tegen overstromingen een goede kwaliteit water 50

51 voldoende zoet water. De vijf partners willen dit bereiken door doelmatiger te werken, dat wil zeggen: goede kwaliteit tegen lagere kosten en minder bestuurlijke drukte. Noodzakelijke investeringen leiden daardoor niet tot sterke stijging van de lokale lasten voor inwoners en bedrijven. Op die manier kan vanaf 2020 jaarlijks structureel 750 miljoen euro worden bespaard op de stijgende kosten voor veiligheid en waterbeheer. Daardoor hoeven de waterlasten voor inwoners en bedrijven maar beperkt te stijgen, ondanks de grote investeringen die overheden moeten doen in het waterbeheer. De kostenbeparingen zijn als volgt verdeeld: bij de productie van drinkwater, de riolering en de afvalwaterzuivering wordt 450 miljoen euro bespaard op de jaarlijkse kosten in Waterschappen en gemeenten zorgen voor 380 miljoen van die besparingen; drinkwaterbedrijven voor 70 miljoen. De overige 300 miljoen euro van de totale besparing van 750 miljoen euro wordt gevonden in het beheer van het dijken, oppervlaktewater en de zoetwatervoorziening door Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten. Het Bestuursakkoord Water en de Waterwet (art. 3.8) zijn de belangrijkste wettelijke/beleidskaders die ten grondslag liggen aan de samenwerkingsverbanden in de afvalwaterketen. B.11 (NATIONAAL) BESLUIT BEGROTING EN VERANTWOORDING PROVINCIES EN GEMEENTEN Ten behoeve van meer transparantie heeft de commissie BBV (commissie Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten) richtlijnen opgesteld voor de bepaling van de rioolheffing. De commissie BBV spoort gemeenten en provincies aan om deze aanbevelingen te volgen omdat dat naar haar oordeel bijdraagt aan het inzicht in de financiële positie. C.1 (REGIONAAL) SAMENWERKING DOELMATIG WATERBEHEER DE MEIJERIJ KADERNOTA EN MEERJARENPROGRAMMA Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en drinkwaterbedrijven hebben daarom afspraken gemaakt over doelmatig waterbeheer, vastgelegd in het Bestuursakkoord Water (april 2011). In het akkoord wordt verdergaande samenwerking in de (afval)-waterketen noodzakelijk gesteld om kostenbesparing, kwaliteitsverbetering en vermindering van kwetsbaarheid mogelijk te maken. Dit moet er onder meer toe leiden dat door ombuiging de lokale lastenstijging van het waterbeheer voor inwoners en bedrijven in 2020 sterk gematigd wordt. De 10 gemeenten Best, Boxtel, Haaren, s-hertogenbosch, Heusden, Oisterwijk, Oirschot, Sint- Michielsgestel, Sint-Oedenrode, Vught, en de waterschappen Aa en Maas en De Dommel - verenigd in de werkeenheid Doelmatig Waterbeheer De Meierij (DWDM) willen door samenwerking streven naar een doelmatiger waterbeheer en de hiervoor beschreven doelstellingen realiseren. Het is hiervoor van belang dat er binnen de regio gewerkt wordt vanuit een gezamenlijke missie en met een gemeenschappelijke visie. Tevens worden de uitgangspunten voor de samenwerking en de gezamenlijke ambities op het gebied van kostenbesparing door de doelmatigheidswinst, de kwaliteit en duurzaamheid van de waterketen en het watersysteem en de reductie van de kwetsbaarheid zoals beschreven in deze kadernota voor de samenwerking - door alle deelnemers onderschreven. Dit is niet geheel vrijblijvend. Om de afspraken hierin te kunnen waarborgen, zijn deze uitgangspunten en ambities vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst. Deze overeenkomst is op 18 april 2013 door alle partners ondertekend. De samenwerkingsovereenkomst maakt tevens aantoonbaar dat werk is gemaakt van de afspraken binnen het Bestuursakkoord Water van de landelijke koepels met het Rijk. De basis voor de gezamenlijke activiteiten is vastgelegd in een meerjarenprogramma Het meerjarenprogramma is dynamisch en kan in de loop van de jaren bij gebleken noodzaak of wens worden aangepast aan de actualiteit en nieuwe inzichten. Jaarlijks wordt op grond van het meerjarenprogramma een meer gedetailleerd jaarplan vastgesteld, waarin de verdeling van de inzet in mankracht en financiën wordt geraamd, die na afloop van een jaar wordt verevend over de partners die van de gezamenlijke activiteiten profijt ondervinden. 51

52 In april 2012 is al een verkenning van de huidige situatie en de besparingspotenties van de samenwerkingsregio gepresenteerd. In de kadernota zijn enkele resultaten hiervan opgenomen, voor nadere details wordt verwezen naar het verkennend rapport van april In de kadernota zijn de volgende zaken opgenomen: De missie en de visie van samenwerkingsregio Doelmatig Waterbeheer De Meierij De uitgangspunten en de organisatie van de samenwerking Een toelichting op de verschillende thema s van de samenwerking en de daarin door regio gehanteerde uitgangspunten en ambities, verdeeld in: Kosten (besparingspotentieel); Kwaliteit; Kracht (verminderen kwetsbaarheid); Kennis en Innovatie; Klimaat en Kringloop (duurzaamheid); Een samenvatting van het meerjarenprogramma De thema s (5 K s) keren hierin herkenbaar terug in de menu s van het meerjarenprogramma, met daaronder de gerechten (activiteiten; projecten). C.2 (REGIONAAL) WATERBEHEERPLAN DE DOMMEL WAARDEVOL WATER Het waterbeheerplan 'Waardevol Water' beschrijft de doelen die Waterschap De Dommel voor de periode Het plan is afgestemd op de ontwikkeling van het Stroomgebiedsbeheerplan Maas, het Nationaal Waterplan en het Provinciaal Waterplan. Meer dan voorheen wil het waterschap inspelen op initiatieven van derden en kansen die zich voordoen in het gebied. Hierbij is een indeling gemaakt in de volgende thema s. Droge voeten: voorkomen van wateroverlast in het beheergebied (onder meer door het aanleggen van waterbergingsgebieden en het op orde brengen van regionale keringen); Voldoende water: zowel voor de natuur als de landbouw is het belangrijk dat er niet te veel en niet te weinig water is. Daarvoor reguleert het waterschap het grond- en oppervlaktewater; Natuurlijk water: zorgen voor flora en fauna in en rond beken en sloten door deze waterlopen goed in te richten en te beheren; Schoon water: zuiveren van afvalwater en vervuiling van oppervlaktewater aanpakken en voorkomen; Mooi water: stimuleren dat mensen de waarde van water beleven, door onder meer recreatief gebruik. Het waterschap staat voor een aantal complexe uitdagingen, die zij in veel gevallen niet alleen kan realiseren. Deze uitdagingen geven invulling aan de verbinding van water met de maatschappelijke ontwikkelingen. Daarom wordt sterk ingezet op samenwerking. In dit Waterbeheerplan nodigt het waterschap waterpartners, stakeholders, boeren, inwoners en bedrijven nadrukkelijk uit om gezamenlijk te werken aan slimme, innovatieve oplossingen voor de complexe wateropgaven. Dit betekent onder meer dat het waterschap de bestaande samenwerking met al de partners in het gebied wil uitbouwen en grenzeloos organiseren vanuit de kracht van ieders rol en verantwoordelijkheid Wat zijn de belangrijkste uitdagingen voor de komende planperiode? Voldoende water voor landbouw en natuur Wateroverlast en hittestress Kringloopdenken Steeds meer ongewenste stoffen in het water, zoals medicijnen Vergroten waterbewustzijn C.3 (REGIONAAL) PROVINCIAAL WATERPLAN Het provinciaal waterplan is opgedeeld in twee delen. In het eerste deel wordt invulling gegeven aan het strategische deel van het waterplan. In het tweede deel wordt het operationele deel beschreven. Het plan beschrijft onder andere de verschillende doelstellingen van het waterbeleid in Noord-Brabant, de uitvoering van het waterbeleid en de daarmee gepaard gaande maatregelen. Ook de benodigde instrumenten en 52

53 organisatorische aspecten worden beschreven. Naast beleidsdocument dient het waterplan tevens als toetsingskader voor de taakuitoefening van lagere overheden. Het plan is gericht op de volgende onderwerpen: Verbetering van de waterkwaliteit; Inrichting van watersystemen; Omgaan met waterkwantiteit; Gebruik van grondwatervoorraden. C.4 (REGIONAAL) MILIEUBELEIDSPLAN BEST In het milieubeleidsplan beschrijft de gemeente Best wat zij de komende jaren op miliuegebied wil bereiken in de periode tot en met 31 december. In dit plan is invulling gegeven aan de volgende aspecten: Gezondheid; Veiligheid; Leefbaarheid; Mondiale milieukwaliteit; Natuur; Persoonlijk ambitieniveau; Financiën; Gemeentelijk / Bestuurlijk Image. Het milieubeleidsplan is een toetsingskader voor nog op te stellen gemeentelijk beleid per milieuthema. C.5 (REGIONAAL) BELEIDSPLAN ENERGIE- EN MATERIAALTRANSISTIE Het ultieme doel van energietransitie is een economie waarin de totale energievraag wordt voorzien vanuit duurzame bronnen. Voor Best is in 2009 een verkenning uitgevoerd waaruit bleek dat het technisch haalbaar is om rond 2030 energieneutraal te zijn. Dit is de stip aan de horizon voor het gemeentelijk energietransitiebeleid. Het gat tussen de huidige situatie en energieneutraliteit is groot en daarmee is de energietransitie een uitdaging. Een volledig geslaagde transitie naar een energieneutraal Best vereist de medewerking van alle inwoners, instellingen en bedrijven binnen de gemeente. De gemeente wil hen inspireren en faciliteren om zo het transitieproces te ondersteunen en waar mogelijk versnellen. De ecologische én economische voordelen zijn hierbij aanjagers van de transitie. De gemeente Best pakt dit op door in dit beleidsplan duurzaamheid te vertalen in zes speerpuntprojecten: Duurzaamheid in meerjarenondehoudsplannen van gemeentelijke gebouwen; Duurzame warmte uit biomassa voor de wijk Dijkstraten; Prijsvraag energie-nulwoningen; Energiebesparing Openbare Verlichting; Duurzame revitalisering bedrijventerreinen via het Cradle to Cradle principe; Infrastructuur voor Elektrisch vervoer. NADERE INFORMATIE? Nadere informatie over waterbeleid kunt u vinden op:

54 54

55 BIJLAGE C TOETSING HUIDIGE SITUATIE Doel Toetsing Doel 1: Inzameling van het stedelijk afvalwater 1. Alle percelen waar afvalwater wordt geproduceerd zijn aangesloten op de riolering; 2. De objecten moeten in goede staat zijn; 3. Voorkomen van ongewenste lozingen op de vuilwater riolering; 4. Inzicht in de kwaliteit en kwantiteit van bedrijfslozingen. Doel 2: Transport van het stedelijk afvalwater naar een geschikt lozingspunt 1. De afvoercapaciteit moet op alle plaatsen voldoende en inzichtelijk zijn om bij droog weer het aanbod van afvalwater te kunnen verwerken; 2. De vuiluitworp door overstortingen op oppervlaktewater dient beperkt te zijn. De belasting van het oppervlaktewater vanuit de riolering mag niet zodanig zijn, dat de functie niet kan worden gewaarborgd 3. De bedrijfszekerheid van gemalen en andere objecten dient in voldoende mate gewaarborgd te zijn; 4. Het afvalwater dient zonder overmatige aanrotting de RWZI te bereiken; 5. De riolering dient zodanig te worden ont- en belucht dat overlast door stank wordt voorkomen; 6. De afstroming van het riool moet gewaarborgd zijn. Doel 3: Inzameling van het hemelwater 1. Het verhard oppervlak binnen het gemeentelijk grondgebied waar hemelwater vrijkomt, en waarvan de particulier redelijkerwijs niet in de verwerking ervan kan voorzien of dat niet direct aangesloten kan worden op oppervlaktewater, moet aangesloten zijn op een gescheiden, verbeterd gescheiden of gemengd rioolstelsel. 2. De instroming in riolen via kolken dient ongehinderd plaats te vinden. 3. De objecten moeten in goede staat zijn. 4. Voorkomen van ongewenste lozingen op de hemelwater riolering; 5. Er dient zoveel mogelijk gebruik te worden gemaakt van duurzame, milieuvriendelijke en niet uitlogende materialen voor verharde oppervlakken die hemelwater af voeren; 6. Het scheiden van waterstromen in huishoudens, bedrijven, industrie en in de openbare ruimte; 7. Schoon regenwater dient indien mogelijk te worden hergebruikt en/of geïnfiltreerd in de bodem dan wel afgevoerd te worden middels afwateringssloten of hemelwaterriolen. Doel 4: Verwerking van ingezameld hemelwater 1. De afvoercapaciteit moet voldoende zijn om wateroverlast te voorkomen, uitgezonderd in bepaalde buitengewone omstandigheden. 2. De vuiluitworp door regenwaterlozingen op het grond- en oppervlaktewater dienen beperkt te zijn; 3. De afstroming van het riool moet gewaarborgd zijn; 4. Het hemelwater dat via een hemelwaterriool wordt afgevoerd of bronneringswater (tunnelbak A2 en spoortunnel) wordt op een effectieve manier gebruikt om de natuurdoelstellingen te realiseren. Doel 5: Voorkomen van grondwateroverlast 1. Inzicht in het grondwaterpeil in de gehele gemeente. het grondwaterpeil in de natuurgebieden wordt afgestemd op de aanwezige dan wel gewenste natuurwaarden. 2. Vervullen van een loketfunctie omtrent grondwater richting inwoners en bedrijven. De gemeente heeft een algemeen meldingssysteem waar de burger met al haar vragen terecht kan. De meldingen mbt. grondwater (en ook overige watervragen) worden via reeds gemaakte procesafspraken doorgesluisd naar vakdeskundigen. 55

56 3. Structurele grondwaterproblemen worden indien een doelmatige oplossing voor handen is, in samenwerking met de betrokken inwoners en andere belanghebbenden aangepakt; 4. Lozingen van afstromend grondwater hebben geen nadelig effect op de waterkwaliteit; 5. Werkzaamheden in de bodem (zonder functieverandering van de bodem) mogen niet leiden tot voerlast door een wijziging in de grondwaterstand; 6. Het in goede staat verkeren van de drainerende voorzieningen en het meetnet; 7. De grondwaterstand belemmert de bestemming niet bij nieuwe ontwikkelde gronden vanaf

57 BIJLAGE D ONDERBOUWING PERSONELE MIDDELEN 57

58 58

59 Module D2000 van de Leidraad Riolering bevat een methodiek op basis van kengetallen om de benodigde personele formatie voor de rioleringszorg van een gemeente te bepalen. De uitkomsten betreffen geen normen waaraan een gemeente moet voldoen, maar zijn een bruikbare indicatie. Voor de gemeente Best zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: Inwoneraantal tussen de en inwoners;. Areaalgrootte: conform Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.tabel 4.; Investeringen (gemiddeld/jr): 1,4 miljoen; Percentage uitbesteden: onderdeel specifiek (zie tabellen). Planvorming onderzoek en facilitair De deeltaken planvorming, onderzoek en facilitair zijn gerelateerd aan de grootte van de gemeente. In onderstaande tabel is de ingeschatte tijdsbesteding per deeltaak weergegeven, uitgaande van een inwoneraantal tussen de en inwoners. gemeente inwoners tijdbesteding max. uitbesteding tijdbesteding regie Planvorming dagen/jaar uit te besteden uw situatie dagen/jaar (verbreed) GRP 60 70% 70% 18 terugkoppeling binnen gemeente, overleg, strategie en middelen afstemming en overleg eigen taak organisatie jaarprogramma's % 40% 69 overleg en afstemming andere beheerders, jaarbegroting Onderzoek inventarisatie eigen taak organisatie inspectie/controle % 90% 18 plan, uitbesteding, finan.afwikkeling meten 40 50% 50% 20 verwerking en verantwoording functioneren (berekeningen, afkoppelplannen, OAS) Facilitair verwerken revisiegegevens 25 90% 90% 3 vergunningen en voorlichting gebruik eigen taak organisatie klachtenanalyse en -verwerking eigen taak organisatie tijdsbesteding 252 dagen/jaar fte (175 dagen/jaar) 1,4 keuze voor samenvatting Onderhoud Voor de deeltaken onderhoud en maatregelen is het areaal bepalend. Uitgegaan is van een areaalgrootte conform Tabel 4. 59

60 Maatregelen In onderstaande tabel is de ingeschatte tijdsbesteding weergegeven die benodigd is voor het uitvoeren van de investeringen gedurende de planperiode ( ). investeringen perc kosten maximale uitbesteding personeelsinzet "kale"kostprijs V+T personeel uit te besteden uw situatie dagen aanleg nieuwbouw 12% - 60% 35% - bestaande bebouwing 15% - 60% 10% - drainage 10% - 60% 0% - reparatie % % 50% 22 renovatie 12% - 60% 35% - vervanging % % 10% 315 verbetering 15% - 60% 20% - Totaal 337 fte (175 dagen/jaar) 1,9 Samenvatting tijdsbesteding tijdsbesteding fte (175 dagen/jaar) dagen Planvorming, onderzoek en facilitair 252 1,4 Onderhoud 204 1,2 Maatregelen 337 1,9 Totaal 793 4,6 60

61 BIJLAGE E TOELICHTING FINANCIERINGSMETHODE Voor riolering is het gebruikelijk om geld te lenen voor nieuwe investeringsuitgaven. Door de schuld over een lange termijn uit te smeren ontstaat een bepaald evenwicht tussen vaste inkomsten en variabele lasten. Nadeel hiervan is het rente-aandeel dat op den duur de overhand krijgt over de afschrijvingen. Een meer duurzame methode van financieren is de methode van directe afschrijving. Hiermee worden rentelasten zoveel mogelijk vermeden en een restschuld voorkomen. Deze methode impliceert sparen. Het valt echter niet mee om te sparen als er nog schulden van oude leningen moeten worden afgelost en de rioolheffing niet te snel mag stijgen. Het gebruik van een spaarvoorziening in combinatie met een variabele afschrijvingstermijn biedt de mogelijkheid om geleidelijk over te stappen van lenen naar direct betalen. Het is de kunst om tussen inkomsten, direct betalen en sparen de ideale combinatie te vinden waarbij lasten en inkomsten op jaarbasis aan elkaar gelijk zijn. Het verschil tussen inkomsten en exploitatielasten maakt dat er kan worden gespaard of niet. Door op strategische momenten versneld af te lossen wordt de meest ideale situatie bereikt. Met ingang van de komende planperiode kiest de gemeente Best voor deze financieringsmethode. De methode voldoet aan de geldende BBV voorschriften en maakt in hoofdzaak gebruik van de mogelijkheid om resterende boekwaarden van de voorziening vervanging riolering versneld af te lossen. BBV notitie Riolering (Commissie BBV, 2014 In het jaar dat de gemeente de vervangingsinvesteringen realiseert moet de gemeente de investering voor de volle omvang activeren (artikel 62, lid 1 BBV). Het bedrag dat de gemeente in de voorziening vervanging riolering heeft gespaard middels de (via het tarief geïnde) spaarbedragen voor toekomstige vervangingsinvesteringen moet op grond van artikel 62, lid 4 BBV daarop in mindering worden gebracht. Als het gespaarde bedrag in de voorziening vervanging riolering niet voldoende is om het volledige bedrag van de vervangingsinvesteringen te dekken blijft het resterende deel als boekwaarde van het actief staan. De kapitaallasten daarvan kunnen vervolgens in de berekening van het tarief worden meegenomen. De resterende boekwaarde mag ook versneld worden afgeboekt met later ontvangen bijdragen. Specifieke Regels In het tarief mogen spaarbedragen voor toekomstige vervangingsinvesteringen worden meegenomen. Deze worden als last in de exploitatie toegevoegd aan een voorziening ex. artikel 44, lid 1d BBV; Bij realisatie van de vervangingsinvestering wordt deze voor het volle bedrag geactiveerd. Het bedrag voor toekomstige vervangingsinvesteringen in de rioolvoorziening wordt op het te activeren bedrag in mindering gebracht (afboeking in de balanssfeer: artikel 62, lid 4 BBV). Ook wanneer idealiter de jaarlijkse spaarbedragen precies gelijk zijn aan de jaarlijkse vervangingsinvesteringen moeten de spaarbedragen als last worden geboekt en wordt vervolgens de daarmee gevormde voorziening afgeboekt op de geactiveerde vervangingsinvesteringen. Wanneer van een vervangingsinvestering een boekwaarde resteert, hoeft hierop niet te worden afgeschreven maar kunnen bedragen voor vervanging die in latere begrotingsjaren worden ontvangen, op de boekwaarde worden afgeboekt. De gemeente kan er echter ook voor kiezen om de kapitaallasten van de resterende boekwaarde in het tarief op te nemen. 61

62 BIJLAGE F ONDERBOUWING FINANCIEN 62

63 Kevin Gortmaker v4.08 ARCADIS 2015 Bas Bierens bas.bierens@arcadis.nl startjaar Gemeente Best beschouwde periode Opstellen vgrp prijspeil C aantal heffingseenheden (in startjaar) technische levensduur afschrijvingstermijn Afschrijvings-vorm Afschrijvingsvorm (default) lineair 80 jaar 60 jaar lineair 80 jaar 60 jaar lineair rioolheffing (in startjaar, nominaal) PERCENTAGES Rente op schulden uit geactiveerde investeringen (n Rente op boekwaarde spaarvoorziening (nominaal): Rente op positief saldo (nominaal): 20 jaar 15 jaar lineair Afwaardering obv inflatie van rente, afschr., boekw., 80 jaar 60 jaar lineair Prijscorrectie kostenkengetallen D jaar 60 jaar lineair 20 jaar 15 jaar lineair VOORZIENINGEN / RESERVES per 1/1 van startj SPAARVOORZIENING RIOOLVERVANGING (BBV 63

64 Heffingseenheden Opdrachtgever: Gemeente Best Project: Opstellen vgrp Projectnummer: C v4.08 Heffingseenheden per : per : Jaar Heffingseenheden Totale toename per 1 januari gedurende jaar [ ] 64

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3)

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3) Bouwlokalen INFRA Innovatie onder het maaiveld / renovatie van rioolstelsels Het riool in Veghel Jos Bongers Beleidsmedewerker water- en riolering Gemeente Veghel 21 juni 2006 Veghel in cijfers en beeld

Nadere informatie

Presentatie GRP Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman

Presentatie GRP Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman Presentatie GRP 2016-2020 Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman Programma Inhoud Waarom een nieuw GRP? Evaluatie afgelopen planperiode Een gezonde leefomgeving Een veilige leefomgeving:

Nadere informatie

Programma van de avond: vgrp 2015-2019 Inwonersbijeenkomst. Positie vgrp5 gemeentebeleid. Even voorstellen. Relaties met beleid / plannen

Programma van de avond: vgrp 2015-2019 Inwonersbijeenkomst. Positie vgrp5 gemeentebeleid. Even voorstellen. Relaties met beleid / plannen vgrp 2015-2019 Inwonersbijeenkomst 8 Januari 2015 19:45 20:00 20:05 20:15 22:00 Programma van de avond: Welkom en voorstelronde Toelichting doel bijeenkomst Wat is een vgrp? Gesprek met de inwoners adv

Nadere informatie

Basisopleiding Riolering Module 1

Basisopleiding Riolering Module 1 Basisopleiding Riolering Module 1 Cursusboek Nieuwegein, 2013 w w w. w a t e r o p l e i d i n g e n. n l Stichting Wateropleidingen, augustus 2013 Groningenhaven 7 3433 PE Nieuwegein Versie 1.1 Niets

Nadere informatie

Raadsvoorstel. drs A.J. Ditewig 18 februari 2010. 05 januari 2010. De raad wordt voorgesteld te besluiten:

Raadsvoorstel. drs A.J. Ditewig 18 februari 2010. 05 januari 2010. De raad wordt voorgesteld te besluiten: Portefeuillehouder Datum raadsvergadering drs A.J. Ditewig 18 februari 2010 Datum voorstel 05 januari 2010 Agendapunt Onderwerp Gemeentelijke watertaken De raad wordt voorgesteld te besluiten: het bijgaande

Nadere informatie

Voorstel voor de Raad

Voorstel voor de Raad Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 26 november 2015 Agendapuntnummer : XV, punt 5 Besluitnummer : 1952 Portefeuillehouder : Wethouder Jan van 't Zand Aan de gemeenteraad Onderwerp: Watertakenplan

Nadere informatie

Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP

Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP Uden gastvrij voor water Kenmerk: 11-10044-JV 14 september 2011 Ingenieursbureau Moons 1 Inhoudsopgave 1 SAMENHANG... 3 2 SAMENVATTING... 4 2.1 KOERSWIJZIGINGEN...

Nadere informatie

Water- en Rioleringsplan

Water- en Rioleringsplan Water- en Rioleringsplan 2017-2021 Inleiding Hemelwater Oppervlaktewater overstort Afvalwater Grondwater Drinkwater Beleidskader Wet Milieubeheer afname- en zorgplicht voor afvalwater verplichting WRP

Nadere informatie

Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL-W en verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater in gemeente Delfzijl

Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL-W en verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater in gemeente Delfzijl Vergadering gemeenteraad d.d. 21 december 2017 Agenda nummer 8 Portefeuillehouder: wethouder de heer IJ.J. Rijzebol Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL-W 2 2018-2022 en verordening op de afvoer van

Nadere informatie

Samenvatting Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland. planperiode 2013 t/m 2017

Samenvatting Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland. planperiode 2013 t/m 2017 Samenvatting Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland planperiode 2013 t/m 2017 13 maart 2012 1.1 Inleiding De gemeente is wettelijk verplicht een Gemeentelijk Rioleringsplan (hierna te noemen: GRP) op te

Nadere informatie

Uitwerking hemelwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel

Uitwerking hemelwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel Uitwerking hemelwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel Voor: Opgesteld door: Versie 1 (14-06-2012) Uitwerking hemelwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel Dit document bevat 11 bladzijden. Ons kenmerk: 19312RA-MW-LED

Nadere informatie

GRP 2014-2018 Gemeente Tynaarlo. Naar een nieuw gemeentelijk rioleringsplan.

GRP 2014-2018 Gemeente Tynaarlo. Naar een nieuw gemeentelijk rioleringsplan. GRP 2014-2018 Gemeente Tynaarlo Naar een nieuw gemeentelijk rioleringsplan. Landelijk beleid en ontwikkelingen Gemeentelijke zorgplicht watertaken: Zorgen voor een doelmatige inzameling en een doelmatig

Nadere informatie

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD Onderwerp: Gemeentelijk rioleringsplan Registratienummer: 00538296 Op voorstel B&W d.d.: 31 maart 2015 Datum vergadering: 26 mei 2015 Portefeuillehouder: Helm Verhees Rol gemeenteraad:

Nadere informatie

Gemeentelijk Riolerings Plan. Toelichting op GRP Kaag en Braassem periode 2014 t/m 2018

Gemeentelijk Riolerings Plan. Toelichting op GRP Kaag en Braassem periode 2014 t/m 2018 Gemeentelijk Riolerings Plan Toelichting op GRP Kaag en Braassem periode 2014 t/m 2018 Doel en inhoud Doel Inzicht verschaffen in de diverse elementen die hebben geleid tot het GRP 2014 t/m 2018 Inhoud

Nadere informatie

Tubbergen o. gemeente. Aan de gemeenteraad. Vergadering: 8 september 2014. Nummer: Tubbergen, 28 augustus 2014

Tubbergen o. gemeente. Aan de gemeenteraad. Vergadering: 8 september 2014. Nummer: Tubbergen, 28 augustus 2014 gemeente Tubbergen o Aan de gemeenteraad Vergadering: 8 september 2014 Nummer: 9A Tubbergen, 28 augustus 2014 Onderwerp: Vaststellen verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater. Samenvatting

Nadere informatie

afdeling Realisatie en Beheer VERBREED GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN GEMEENTE GOIRLE 2015-2019 ONTWERP

afdeling Realisatie en Beheer VERBREED GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN GEMEENTE GOIRLE 2015-2019 ONTWERP afdeling Realisatie en Beheer VERBREED GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN GEMEENTE GOIRLE 2015-2019 ONTWERP 27 oktober 2014 077723748:0.10 - Ontwerp C01033.000431.0100 Samenvatting Voor u ligt het Verbreed Gemeentelijk

Nadere informatie

Behorende bij: Raadsvoorstel ter vaststelling van het verbreed gemeentelijk rioleringsplan 5 (vgrp-5)

Behorende bij: Raadsvoorstel ter vaststelling van het verbreed gemeentelijk rioleringsplan 5 (vgrp-5) Behorende bij: Raadsvoorstel ter vaststelling van het verbreed gemeentelijk rioleringsplan 5 (vgrp-5) Datum: 7-8-2015 Onderwerpen 1. De na te streven afvoercapaciteit van de rioolstelsels; 2. De wijze

Nadere informatie

VGRP Gemeente Boxmeer. 12 november 2015

VGRP Gemeente Boxmeer. 12 november 2015 VGRP 2015-2019 Gemeente Boxmeer 12 november 2015 VGRP 2015-2019 Gemeente Boxmeer Even voorstellen BAS BIERENS Projectleider, Stedelijk Water BRAM VAN MOL Specialist, Stedelijk Water Agenda 1. Waarom een

Nadere informatie

12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort

12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort 12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort 12.1 Inleiding Gemeenten hebben de taak om hemelwater en afvalwater in te zamelen. Het hemelwater wordt steeds vaker opgevangen in een separaat hemelwaterriool. Vanuit

Nadere informatie

Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13

Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13 Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13 Voorstelnr. : R 6837 Onderwerp : Gemeentelijk Rioleringsplan 2010-2015 Stadskanaal, 1 juni 2011 Beslispunten 1. Het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2010-2015

Nadere informatie

Water in Eindhoven. Studiedag Lokaal waterbeleid water in balans. 28 september Water in Eindhoven - Studiedag Lokaal waterbeleid, Antwerpen

Water in Eindhoven. Studiedag Lokaal waterbeleid water in balans. 28 september Water in Eindhoven - Studiedag Lokaal waterbeleid, Antwerpen Water in Eindhoven Studiedag Lokaal waterbeleid water in balans 28 september 2010 Aanleiding voor de stedelijke wateropgaven Maatregelen Effecten van maatregelen Omgaan met nieuwe extremen 1835 1921 2004

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Onderwerp Vaststellen van het verbreed gemeentelijk rioleringsplan 5 (vgrp-5) Status Besluitvormend

Raadsvoorstel. Onderwerp Vaststellen van het verbreed gemeentelijk rioleringsplan 5 (vgrp-5) Status Besluitvormend Datum: Onderwerp Vaststellen van het verbreed gemeentelijk rioleringsplan 5 (vgrp-5) Status Besluitvormend Voorstel 1. In te stemmen met de doelstellingen en inhoud van het ontwerp vgrp-5 voor de planperiode

Nadere informatie

Omgang met hemelwater binnen de perceelgrens

Omgang met hemelwater binnen de perceelgrens Omgang met hemelwater binnen de perceelgrens Ir. Emil Hartman Senior adviseur duurzaam stedelijk waterbeheer Ede, 10 april 2014 Inhoud presentatie Wat en hoe van afkoppelen Wat zegt de wet over hemelwater

Nadere informatie

Raadsvergadering 29 januari Nr.: 11. AAN de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W²

Raadsvergadering 29 januari Nr.: 11. AAN de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W² Raadsvergadering 29 januari 2018 Nr.: 11 AAN de gemeenteraad Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W² 2018-2022. Portefeuillehouder: Wethouder P. Prins. Ter inzage liggende stukken: Collegebesluit

Nadere informatie

Rioleringsbeheerplan Terschelling

Rioleringsbeheerplan Terschelling Rioleringsbeheerplan Terschelling 2016-2020 augustus 2016 Team Techniek en Uitvoering 1 2 Inhoudsopgave 1 Samenvatting...4 2 Inleiding...5 2.1 Doelen...5 2.2 Afvalwater...5 2.3 Hemelwater...5 2.4 Grondwater...6

Nadere informatie

Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Mill en Sint Hubert 2015-2019. Voorwoord

Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Mill en Sint Hubert 2015-2019. Voorwoord Voorwoord Dagelijks verdwijnen grote hoeveelheden afvalwater van huishoudens en bedrijven via het riool richting de rioolwaterwaterzuiveringsinstallatie (RWZI). Daar wordt het vervuilde water gezuiverd

Nadere informatie

Programma Water en klimaatveranderingen

Programma Water en klimaatveranderingen Programma Water en klimaatveranderingen Ger Renkens / Luuk Postmes 7 juni 2016 Doel Beschermen van de volksgezondheid en het milieu en het leveren van een bijdrage aan het in stand houden en verbeteren

Nadere informatie

B&W Vergadering. Gemeenteraad B&W Vergadering 6 juni 2017

B&W Vergadering. Gemeenteraad B&W Vergadering 6 juni 2017 2.1.7 Waterketenplan Limburgse Peelen 2017-2021 en Gemeentelijk Rioleringsplan Roermond 2017-2021 1 Dossier 1792 voorblad.pdf B&W Vergadering Dossiernummer 1792 Vertrouwelijk Nee Vergaderdatum 6 juni 2017

Nadere informatie

Functionele eisen 1. Geen (onaanvaardbaar) gezondheidsrisico. Bescherm volksgezondheid. Beperk overlast en hinder Voorkom schade.

Functionele eisen 1. Geen (onaanvaardbaar) gezondheidsrisico. Bescherm volksgezondheid. Beperk overlast en hinder Voorkom schade. Doelen Functionele eisen 1. Geen (onaanvaardbaar) gezondheidsrisico. 2. Geen (onaanvaardbare) economische schade of maatschappelijke hinder door wateroverlast. Bescherm volksgezondheid Beperk overlast

Nadere informatie

Beslisdocument college van Peel en Maas

Beslisdocument college van Peel en Maas Beslisdocument college van Peel en Maas Document openbaar: Ja Zaaknummer: 1894/2016/809351 Documentnummer: 1894/2016/809356 Besluitnummer: 36 6.2 Onderwerp: Vaststelling Waterketenplan en Gemeentelijk

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 19 mei 2009 Nummer voorstel: 2009/58

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 19 mei 2009 Nummer voorstel: 2009/58 Voorstel aan de raad Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 19 mei 2009 Nummer voorstel: 2009/58 Voor raadsvergadering d.d.: 02-06-2009 Agendapunt: Onderwerp:

Nadere informatie

BergBezinkBassin Zie toelichting in begrippenlijst bij bergbezinkbassin.

BergBezinkBassin Zie toelichting in begrippenlijst bij bergbezinkbassin. Bijlage 1 Afkortingen en begrippen Afkortingen AWZI Zie RWZI BBB (v)brp CZV DWA DOB GRP HWA / RWA IBA KRW MOR NBW (-Actueel) OAS RIONED BergBezinkBassin Zie toelichting in begrippenlijst bij bergbezinkbassin.

Nadere informatie

F. Buijserd burgemeester

F. Buijserd burgemeester Gemeente Nieuwkoop College van Burgemeester en Wethouders raadsvoorstel portefeuillehouder opgesteld door Registratienummer collegebesluit 14.22243 G. Elkhuizen Beheer Openbare Ruimte / Kees Hoogervorst

Nadere informatie

Water in Tiel. 1 Naast regionale wateren die in beheer zijn bij de waterschappen, zijn er rijkswateren (de hoofdwateren

Water in Tiel. 1 Naast regionale wateren die in beheer zijn bij de waterschappen, zijn er rijkswateren (de hoofdwateren Water in Tiel Waterbeleid Tiel en Waterschap Rivierenland Water en Nederland zijn onafscheidelijk. Eigenlijk geldt hetzelfde voor water en Tiel, met de ligging langs de Waal, het Amsterdam Rijnkanaal en

Nadere informatie

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt Waarom aan de slag in de Agniesebuurt? Oude stadswijken zoals de Agniesebuurt, die dichtbebouwd zijn met veel verharding en weinig open water en groen, zijn kwetsbaar

Nadere informatie

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE B

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE B ONDERWERP Actualisatie Hemelwaterbeleid DATUM 16-10-2017 PROJECTNUMMER C03071.000332.011 ONZE REFERENTIE 079548640 B VAN Bram van Mol AAN Paul Smeets KOPIE AAN Bas Bierens 1.1 Aanleiding In Nederland ligt

Nadere informatie

Impressie(informatieavond(rioolvervanging(Straatweg( Datum:(8(september(2015( Opstelling(verslag:(Tineke(van(Oosten(en(Sieb(de(Jong((cgOH)(

Impressie(informatieavond(rioolvervanging(Straatweg( Datum:(8(september(2015( Opstelling(verslag:(Tineke(van(Oosten(en(Sieb(de(Jong((cgOH)( Impressie(informatieavond(rioolvervanging(Straatweg( Datum:(8(september(2015( Opstelling(verslag:(Tineke(van(Oosten(en(Sieb(de(Jong((cgOH)( Indeling(van(de(avond:(van(19.00(uur(tot(21.00(uur(konden(bewoners(van(de(Straatweg(informatie(

Nadere informatie

: Watertoets Den Omgang

: Watertoets Den Omgang Advies : Watertoets Den Omgang Datum : 22 juli 2016 Opdrachtgever : gemeente Landerd Ter attentie van : mevr. T. van Term Projectnummer : 211x08322 Opgesteld door i.a.a. : Toby van Baast : Jochem Rietbergen

Nadere informatie

Raadsstuk. Haarlem. Onderwerp Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan

Raadsstuk. Haarlem. Onderwerp Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan Haarlem Raadsstuk Onderwerp Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan 2018-2023 Nummer 2017/361078 Portefeuillehouder Sikkema, C.Y. Programma/beleidsveld 5.1 Openbare ruimte en mobiliteit Afdeling GOB/BBOR

Nadere informatie

Notitie. 1. Beleidskader Water

Notitie. 1. Beleidskader Water Notitie Ingenieursbureau Bezoekadres: Galvanistraat 15 Postadres: Postbus 6633 3002 AP Rotterdam Website: www.gw.rotterdam.nl Van: ir. A.H. Markus Kamer: 06.40 Europoint III Telefoon: (010) 4893361 Fax:

Nadere informatie

17 mei 2011. Thema avond Gemeentelijk Rioolplan

17 mei 2011. Thema avond Gemeentelijk Rioolplan FLO/2011/8572 17 mei 2011 Thema avond Gemeentelijk Rioolplan Doel van het rioolstelsel: Volksgezondheid en milieu; Afvoer vuil water naar waterzuivering; Afvoer schoon regenwater. Wettelijke regels en

Nadere informatie

TOETSING VERBREED GRP

TOETSING VERBREED GRP Dit document beschrijft de toetsing van het verbreed GRP op hoofdlijnen. De toetsing is op volledigheid en niet op inhoud. Het is een hulpmiddel bij het maken van afspraken over het proces van het opstellen

Nadere informatie

Samenvatting van de watertoets. Hieronder vindt u een samenvatting van de door u ingevulde gegevens.

Samenvatting van de watertoets. Hieronder vindt u een samenvatting van de door u ingevulde gegevens. Samenvatting van de watertoets De toets is uitgevoerd op een ruimtelijke ontwikkeling in het beheergebied van het waterschap Regge en Dinkel. Voor algemene informatie over de watertoets van Regge en Dinkel

Nadere informatie

Projectnummer 111769 Bedrijventerrein Smilde aspect Water"

Projectnummer 111769 Bedrijventerrein Smilde aspect Water Memo Ter attentie van Gemeente Midden-Drenthe Datum 4 december 2012 Opgesteld door Maarten van Vierssen Projectnummer 111769 Onderwerp Bedrijventerrein Smilde aspect Water" In deze memo zijn de watertoetsen

Nadere informatie

Bijlage 3. Doelen functionele eisen en maatstaven

Bijlage 3. Doelen functionele eisen en maatstaven Bijlage 3. Doelen functionele eisen en maatstaven Tabel 3-1 Doelen, functionele eisen en maatstaven voor de rioleringszorg (stedelijk afvalwater en regenwater) Doelen Functionele Eisen Maatstaven 1. Inzameling

Nadere informatie

Managementsamenvatting. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Valkenswaard

Managementsamenvatting. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Valkenswaard Managementsamenvatting Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Valkenswaard 2013-2017 mei 2012 Inhoudsopgave 1. Waarom een verbreed GRP? 5 2. Wat zijn de kaders van het vgrp? 7 3. Wat willen we bereiken?

Nadere informatie

De Veranderende Zorgplicht

De Veranderende Zorgplicht De Veranderende Zorgplicht Ede 23 april 2015 Frans Debets Debets b.v. i.s.m. Een korte versie van een cursus op 14 juni 1- De Veranderende Waterwetwetgeving 1. Achtergronden en betekenis van de veranderingen

Nadere informatie

Gemeente Bergen Noord-Holland. Gemeentelijke Rioleringsplan 2011-2015. Samenvatting. Bergingskelder onder het Pompplein, Egmond aan Zee (2011)

Gemeente Bergen Noord-Holland. Gemeentelijke Rioleringsplan 2011-2015. Samenvatting. Bergingskelder onder het Pompplein, Egmond aan Zee (2011) Gemeente Bergen Noord-Holland Gemeentelijke Rioleringsplan 2011-2015 Bergingskelder onder het Pompplein, Egmond aan Zee (2011) Samenvatting Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Gemeente Bergen (NH) 1\11

Nadere informatie

Feiten over de riolering

Feiten over de riolering Feiten over de riolering Prestaties Middelen en mensen Samenhangen Schaalverschillen Doeltreffendheid en doelmatigheid Stichting RIONED, februari 21 T.b.v. het feitenonderzoek in het kader van doelmatig

Nadere informatie

Bijlage 1. Lijst met afkortingen en begrippen

Bijlage 1. Lijst met afkortingen en begrippen Bijlage 1. Lijst met afkortingen en begrippen VERKLARENDE WOORDENLIJST Afkortingen AMvB... Algemene Maatregel van Bestuur BARIM... Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer BBB... Bergbezinkbassin

Nadere informatie

Aan u wordt voorgesteld bijgevoegd verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan 2011-2015 vast te stellen.

Aan u wordt voorgesteld bijgevoegd verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan 2011-2015 vast te stellen. Raadsvoorstel: Nummer: 2010-633 Onderwerp: Vaststellen verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan 2011-2015(vGRP2011-2015) Datum: 6 april 2011 Portefeuillehouder: A.J. Rijsdijk/ T. van der Torren Raadsbijeenkomst:

Nadere informatie

Raadsvoorstel Reg. nr : 1010217 Ag nr. : Datum : 18-05-10

Raadsvoorstel Reg. nr : 1010217 Ag nr. : Datum : 18-05-10 Ag nr. : Onderwerp Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater Status besluitvormend Voorstel 1. Vast te stellen de Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater; 2. De kosten van het

Nadere informatie

ONDERWERP: Aanpak wateroverlast in Arnhem-noord

ONDERWERP: Aanpak wateroverlast in Arnhem-noord Aan de gemeenteraad Documentnummer 2015.0.079.097 Zaaknummer 2014-10-01895 ONDERWERP: Aanpak wateroverlast in Arnhem-noord Voorstel 1. vaststellen van de aanpak de effecten van extreme wateroverlast te

Nadere informatie

Paraaf secretaris. Paraaf direct leidinggev snde, ADVIES VAN. Datum. 150 ktobe L. Heeren R.van der Schaaf. Opsteller. Telefoon 440 BW12.

Paraaf secretaris. Paraaf direct leidinggev snde, ADVIES VAN. Datum. 150 ktobe L. Heeren R.van der Schaaf. Opsteller. Telefoon 440 BW12. G E M E E N T E N O O R D E N V E L D Paraaf secretaris li Paraaf direct leidinggev snde, t ADVIES VAN Datum i ï t t ff 150 ktobe 2012 Afdeling OW&A Opsteller L. Heeren R.van der Schaaf. Telefoon 440 ADVIES

Nadere informatie

Afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV

Afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV Afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV Afvalwaterteam BMWE/NZV, 27 november 2013 Inhoud Aanleiding Ketenbenadering Maatregelen Kosten en Baten Specificatie Bedum Organisatie Aanleiding BMWE samenwerking Vier nieuwe

Nadere informatie

* * RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering van Stuk/nummer Agendapunt 2 februari 2010 KNDK/2009/

* * RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering van Stuk/nummer Agendapunt 2 februari 2010 KNDK/2009/ *0010100120094142* RAADSVOORSTEL Raadsvergadering van Stuk/nummer Agendapunt 2 februari 2010 KNDK/2009/4142 9.3 Datum: 15-12-2009 Verzonden: 21 januari 2010 Aan de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststelling

Nadere informatie

AGENDAPUNT 3.2. ONTWERP. Onderwerp: wijziging Richtlijnen Overname Afvalwater Nummer:

AGENDAPUNT 3.2. ONTWERP. Onderwerp: wijziging Richtlijnen Overname Afvalwater Nummer: VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR AGENDAPUNT 3.2. Onderwerp: wijziging Richtlijnen Overname Afvalwater Nummer: 875410 In D&H: 11-11-2014 Steller: Ir. N. Admiraal In Cie: BMZ Telefoonnummer: (030) 634 5779

Nadere informatie

Voorstel aan : Gemeenteraad van 14 december 2009 Door tussenkomst

Voorstel aan : Gemeenteraad van 14 december 2009 Door tussenkomst Voorstel aan : Gemeenteraad van 14 december 2009 Door tussenkomst van Nummer : : Raadscommissie van 2 december 2009 Onderwerp : Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2010-2014 Bijlage(n) : 1. Gemeentelijk

Nadere informatie

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009. Memo Ter attentie van Project management Den Dekker B.V. Datum 03 januari 2013 Distributie Projectnummer 111850-01 Onderwerp Parkeerterrein Jumbo Heythuysen Geachte heer Bosman, 1 WATERBELEID Het streven

Nadere informatie

Notitie. Visiedocument GRP/BRP Brummen. 1 Inleiding - 15.004012 -

Notitie. Visiedocument GRP/BRP Brummen. 1 Inleiding - 15.004012 - Notitie Contactpersoon Gwendolijn Vugs Datum 1 mei 2015 Kenmerk N001-1229319GBV-avd-V02-NL Visiedocument GRP/BRP Brummen 1 Inleiding Het huidig Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) van de gemeente Brummen

Nadere informatie

VERBREED GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN RIOLERINGSPLAN

VERBREED GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN RIOLERINGSPLAN VERBREED GEMEENTELIJK VERBREED GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN RIOLERINGSPLAN Gemeente Mill en Sint Hubert 20192023 Gemeente Mill en Sint Hubert 20192023 23 OKTOBER 2018 23 OKTOBER 2018 Contactpersonen BAS

Nadere informatie

Managementsamenvatting. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Bladel

Managementsamenvatting. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Bladel Managementsamenvatting Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Bladel 2010-2014 Inhoud 1 Over afvalwater 1 2 Verbreed gemeentelijk rioleringsplan Bladel 4 3 Doelstellingen verbreed gemeentelijk Rioleringsplan

Nadere informatie

Bijlagen: Gemeentelijk Rioleringsplan , inclusief samenvatting

Bijlagen: Gemeentelijk Rioleringsplan , inclusief samenvatting svoorstel Onderwerp: Vaststellen Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2010-2015 Portefeuillehouder: J. Kuper Dienst Gebied Inrichting en beheer J. Vos, telefoon (0591-68 52 82) Aan de gemeenteraad Voorgesteld

Nadere informatie

^ T^ 2 5UOV2008 \Q5 S. 1. Inleiding

^ T^ 2 5UOV2008 \Q5 S. 1. Inleiding E E R H U CB O W A A Raadsvergadering: Besluit: Voorstelnummfif R D 2 5UOV2008 ^ T^ \Q5 S Agendanr. Voorstelnr. Onderwerp Aan de Raad, 2008-105 Formulering beleid voor zorgplichten hemel- en grondwater,

Nadere informatie

Memo. Figuur 1 Overzicht plangebied en omgeving (bron: googlemaps) blad 1 van 7

Memo. Figuur 1 Overzicht plangebied en omgeving (bron: googlemaps) blad 1 van 7 Memo nummer water 1 datum 15 juli 2013 aan Arno Derks Croonen van Arjan van Beek Oranjewoud kopie Ruud van Hoek Oranjewoud project Haalbaarheidsstudie Prodrive Ekkersrijt gemeente Son projectnummer 252510

Nadere informatie

Gemeente Doetinchem. Gemeentelijk Rioleringsplan Doetinchem 2010-2015. Witteveen+Bos. van Twickelostraat 2. postbus 233.

Gemeente Doetinchem. Gemeentelijk Rioleringsplan Doetinchem 2010-2015. Witteveen+Bos. van Twickelostraat 2. postbus 233. Gemeente Doetinchem Gemeentelijk Rioleringsplan Doetinchem 2010-2015 van Twickelostraat 2 postbus 233 7400 AE Deventer telefoon 0570 69 79 11 telefax 0570 69 73 44 INHOUDSOPGAVE blz. SAMENVATTING 1 1.

Nadere informatie

Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Hulst

Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Hulst Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Hulst Planperiode 2010 tot en met 2015 Gemeente Hulst Postbus 49 4560 AA Hulst Grontmij Nederland B.V. Middelburg, 30 september 2009 Verantwoording Titel : Verbreed

Nadere informatie

ALGEMENE VERGADERING. 16 december 2010 Waterketen / BWK

ALGEMENE VERGADERING. 16 december 2010 Waterketen / BWK V E R G A D E R D A T U M S E C T O R / A F D E L I N G 16 december 2010 Waterketen / BWK S T U K D A T U M N A A M S T E L L E R 2 december 2010 A.C. de Ridder ALGEMENE VERGADERING AGENDAPUNT 8 Voorstel

Nadere informatie

minder meer!! we gaan de uitdaging aan! kostenstijging beperken, uitgangspunt: 12,7 miljoen/jaar in 2020

minder meer!! we gaan de uitdaging aan! kostenstijging beperken, uitgangspunt: 12,7 miljoen/jaar in 2020 ambities: minder meer!! we gaan de uitdaging aan! kostenstijging beperken, uitgangspunt: 12,7 miljoen/jaar in 2020 deskundigheid (uitvoering watertaken) door gezamenlijke aanpak ontwikkelen en door schaal

Nadere informatie

VERBREED GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN RIOLERINGSPLAN

VERBREED GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN RIOLERINGSPLAN VERBREED GEMEENTELIJK VERBREED GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN RIOLERINGSPLAN Gemeente Cuijk 20192023 Gemeente Cuijk 20192023 23 OKTOBER 2018 23 OKTOBER 2018 Contactpersonen BAS BIERENS Teamleider en adviseur

Nadere informatie

datum dossiercode Samenvatting watertoets (korte procedure)

datum dossiercode Samenvatting watertoets (korte procedure) datum 14-9-2015 dossiercode 20150914-63-11571 Samenvatting watertoets (korte procedure) In dit document vindt u een samenvatting van de door u ingevulde gegevens op de website www.dewatertoets.nl. De toets

Nadere informatie

E u r o p e e s w a t e r b e l e i d N a t i o n a a l W a t e r b e l e i d

E u r o p e e s w a t e r b e l e i d N a t i o n a a l W a t e r b e l e i d B i j l a g e 1 : Beleidskader water Europees waterbeleid Kaderrichtlijn Water (KRW) De kaderrichtlijn Water richt zich op de bescherming van landoppervlaktewater, overgangswater, kustwater en grondwater.

Nadere informatie

Bestuursconvenant Samenwerkingsovereenkomst Doelmatig Waterbeheer De Meierij

Bestuursconvenant Samenwerkingsovereenkomst Doelmatig Waterbeheer De Meierij Onderwerp Bestuursconvenant Samenwerkingsovereenkomst Doelmatig Waterbeheer De Meierij Status Informerend Voorstel 1. Kennis te nemen van de voortgang in de regionale samenwerking in doelmatig waterbeheer

Nadere informatie

Praktijk voorbeelden samenwerking. Aad Oomens procesmanager

Praktijk voorbeelden samenwerking. Aad Oomens procesmanager Praktijk voorbeelden samenwerking Aad Oomens procesmanager Drie vragen Waarom samenwerken? (noodzaak) Op welke punten samenwerken Hoe samenwerken?!? Waarom samenwerken? Benchmark Rioleringszorg 2010 Rijnland

Nadere informatie

Omgevingswet en het stedelijk waterbeheer / waterketen

Omgevingswet en het stedelijk waterbeheer / waterketen Communicatie 2016 #Samenwaw Omgevingswet en het stedelijk waterbeheer / waterketen KNW 25 januari 2018 Gert Dekker De Omgevingswet De Omgevingswet, kerninstrumenten Doelen Maatregelen Regels Waterbeheerprogramma

Nadere informatie

Code: Datum: Samenvatting van de watertoets

Code: Datum: Samenvatting van de watertoets Code: 20120223-5-4281 Datum: 2012-02-23 Samenvatting van de watertoets De toets is uitgevoerd op een ruimtelijke ontwikkeling in het beheergebied van het waterschap Regge en Dinkel. Voor algemene informatie

Nadere informatie

Omgevingswet en gezamenlijk investeringsprogramma

Omgevingswet en gezamenlijk investeringsprogramma Communicatie 2016 #Samenwaw Omgevingswet en gezamenlijk investeringsprogramma Gert Dekker Inhoudsopgave Omgevingswet in vogelvlucht Consequenties stedelijk waterbeheer Hoe anticiperen in organisatie en

Nadere informatie

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel afvalwaterketen

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel afvalwaterketen Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel afvalwaterketen Stand van zaken voorjaar 2015 In het Bestuursakkoord Water (BAW) van mei 2011 zijn afspraken gemaakt over onder

Nadere informatie

Module A3000 Samenwerking tussen gemeente en waterschap. Inhoud

Module A3000 Samenwerking tussen gemeente en waterschap. Inhoud Module A3000 Samenwerking tussen gemeente en waterschap Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Verantwoording 3 1.2 Opsteller en begeleidingscommissie 4 1.3 Leeswijzer 4 2 Aspecten van een goede samenwerking 5 2.1 Inleiding

Nadere informatie

riolering Barendrecht

riolering Barendrecht riolering Barendrecht februari 2018 1 inleiding aanleiding Riolering ligt grotendeels ondergronds, is nauwelijks zichtbaar, maar enorm belangrijk voor de volksgezondheid en een goede werk- en leefomgeving.

Nadere informatie

Beter omgaan met hemelwater

Beter omgaan met hemelwater Beter omgaan met hemelwater Informatie over het afkoppelen van het dakoppervlak Wat kunt u doen? Van alles eigenlijk. Een van de gemakkelijkste dingen die u gewoon thuis kunt doen, is de regenpijp doorzagen.

Nadere informatie

Kostendekkingsplan Water & Riolering

Kostendekkingsplan Water & Riolering Kostendekkend en Lastenverlagend Ede, 4 Juli 2012 Kenmerk 715676 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding...4 1.1. Aanleiding...4 1.2. Waarom dit document...4 2. Bijstelling product Water...5 3. Bijstelling product

Nadere informatie

dat het met name in het buitengebied, wijken met een apart vuilwaterriool en op bedrijventerreinen wenselijk is om dit verbod te laten gelden;

dat het met name in het buitengebied, wijken met een apart vuilwaterriool en op bedrijventerreinen wenselijk is om dit verbod te laten gelden; CONCEPT Besluit gebiedsaanwijzing afvoer hemelwater (artikel 4:44 APV) Het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn; Overwegende dat artikel 4:44, eerste lid jo artikel 4:43 van de Algemene

Nadere informatie

BESTUURLIJKE SAMENVATTING AFSTEMMEN INVESTERINGEN

BESTUURLIJKE SAMENVATTING AFSTEMMEN INVESTERINGEN BESTUURLIJKE SAMENVATTING AFSTEMMEN INVESTERINGEN Aanpak De opdracht Afstemmen investeringen is voortvarend opgepakt door de werkgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de Gelderse waterschappen en

Nadere informatie

Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van het afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV.

Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van het afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV. Vergadering: 15 10 2013 Agendanummer: 12 Status: Besluitvormend Portefeuillehouder: P.E. Broeksma Behandelend ambtenaar R. Lamein, 0595 447749 E mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. R. Lamein) Gewijzigd Raadsvoorstel

Nadere informatie

Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen

Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen Stand van zaken voorjaar 2013 In het Bestuursakkoord Water (mei 2011) zijn afspraken gemaakt over onder andere het vergroten van de doelmatigheid in de waterketen.

Nadere informatie

Beheerplan Afvalwater, Regenwater en Grondwater

Beheerplan Afvalwater, Regenwater en Grondwater @ Grontmij @ Grontmij Beheerplan Afvalwater, Regenwater en Grondwater 2006-2010 Ontwerp, september 2005 Gemeente Dordrecht Stadswerken Memo Plaats Kenmerk Houten, 30 september 2005 300905/UG 188120 Aan

Nadere informatie

Business case. Samenwerking afvalwaterketen. Informatiebijeenkomst gemeenteraden 26 juni

Business case. Samenwerking afvalwaterketen. Informatiebijeenkomst gemeenteraden 26 juni Business case Samenwerking afvalwaterketen Informatiebijeenkomst gemeenteraden 26 juni 2013 1012209-022 Inhoud 1. Proces tot nu 2. Informatie uit het onderzoek 3. Conclusies, aanbevelingen 4. Vervolg Business

Nadere informatie

Sjoerd van de Venne. De Digitale Watertoets [noreply@dewatertoets.nl] Verzonden: maandag 30 juni 2014 13:51 Aan: Van:

Sjoerd van de Venne. De Digitale Watertoets [noreply@dewatertoets.nl] Verzonden: maandag 30 juni 2014 13:51 Aan: Van: Sjoerd van de Venne Van: De Digitale Watertoets [noreply@dewatertoets.nl] Verzonden: maandag 30 juni 2014 13:51 Aan: Sjoerd van de Venne Onderwerp: Bevestiging van de Watertoets : 20140630-58-9228 Bijlagen:

Nadere informatie

GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN BLADEL

GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN BLADEL GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN BLADEL GEMEENTE BLADEL 1 september 2015 078425873:B - Definitief C01033.000406.0100 Samenvatting Voor u ligt het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) Bladel voor de planperiode

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad. Onderwerp: Gemeentelijk Rioleringsplan

Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad. Onderwerp: Gemeentelijk Rioleringsplan Raadsvoorstel jaar stuknr. categorie agendanr. Stuknr. Raad B. en W. 2017 RA17.0069 A 5 17/575 Onderwerp: Gemeentelijk Rioleringsplan 2018 2023 Portefeuillehouder: R. van der Weide Team: Inrichting Openbare

Nadere informatie

Onderwerp Afvalwaterplan Limburgse Peelen en Gemeentelijk Rioleringsplan Peel en Maas

Onderwerp Afvalwaterplan Limburgse Peelen en Gemeentelijk Rioleringsplan Peel en Maas Raadsvoorstel Raadsvergadering :26 juni 2012 Voorstel : 2012-063 Agendapunt : Zaaknummer : 1894/2011/7601 Documentnummer : 1894/2012/80753 Datum : Onderwerp Afvalwaterplan Limburgse Peelen

Nadere informatie

Samenvatting. Waterplan Lisse 13 november 2008, eindconcept

Samenvatting. Waterplan Lisse 13 november 2008, eindconcept Samenvatting Waarom een waterplan? Op het gebied van water verandert er veel. Het klimaat verandert: de zeespiegel stijgt, het gaat steeds meer en harder regenen, maar ook extreem droge periodes komen

Nadere informatie

Parafering besluit PFO Ami B (Geen) Geparafeerd D&H B - Geparafeerd door: Tekke, R.M.H.

Parafering besluit PFO Ami B (Geen) Geparafeerd D&H B - Geparafeerd door: Tekke, R.M.H. agendapunt 3.a.5 1233527 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden WATER- EN RIOLERINGSPLAN LEIDSCHENDAM-VOORBURG Portefeuillehouder Smits, M. Datum 19 januari 2016 Aard bespreking Besluitvormend Afstemming

Nadere informatie

: gemeente Heerde : Evert de Lange : Rob Boshouwers (DHV), Jasper Timmer (Waterschap Veluwe)

: gemeente Heerde : Evert de Lange : Rob Boshouwers (DHV), Jasper Timmer (Waterschap Veluwe) ogo MEMO Aan Van Kopie Dossier Project Betreft : gemeente Heerde : Evert de Lange : Rob Boshouwers (DHV), Jasper Timmer (Waterschap Veluwe) : BA7950-100-100 : Bedrijventerrein Wapenveld Noord : Watertoetsnotitie

Nadere informatie

Module A1000 Beleid en regelgeving op hoofdlijnen. Inhoud

Module A1000 Beleid en regelgeving op hoofdlijnen. Inhoud Module A1000 Beleid en regelgeving op hoofdlijnen Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Verantwoording 3 1.2 Wat is veranderd? 5 1.3 Opstellers en begeleidingscommissie 5 1.4 Leeswijzer 6 2 Rioleringszorg in haar beleidscontext

Nadere informatie

Datum 14 januari 2011 Opgemaakt door afdeling Planvorming. Huidige samenwerking in de Veluwse afvalwaterketen

Datum 14 januari 2011 Opgemaakt door afdeling Planvorming. Huidige samenwerking in de Veluwse afvalwaterketen Datum 14 januari 2011 Opgemaakt door afdeling Planvorming Huidige samenwerking in de Veluwse afvalwaterketen Blad 2 van 6 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Huidige situatie; wat is er al bereikt?... 4

Nadere informatie