12104/02 lm 1 DG E II

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "12104/02 lm 1 DG E II"

Transcriptie

1 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 september 2002 (14.10) (OR. fr) 12104/02 DEVGEN 123 RELEX 167 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Sylvain BISARRE, directeur, namens de secretaris-generaal van de Europese Commissie ingekomen: 13 september 2002 aan: de heer Javier SOLANA, secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger Betreft: Jaarverslag 2001 van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement inzake het communautaire ontwikkelingsbeleid en de tenuitvoerlegging van de buitenlandse hulp Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2002) 490 def. Bijlage: COM(2002) 490 def /02 lm 1 DG E II NL

2 COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, COM(2002) 490 definitief JAARVERSLAG 2001 VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT INZAKE HET COMMUNAUTAIR ONTWIKKELINGSBELEID EN DE TENUITVOERLEGGING VAN DE BUITENLANDSE HULP

3 INHOUDSOPGAVE VOORWOORD door het bestuur van de dienst voor samenwerking EuropeAid... 5 Inleiding De hervorming van het beheer van de buitenlandse hulp, een jaar van uitdagingen Het hervormingsproces Verbetering van de programmering Evaluatie Resultaatgerichte monitoring en ontwikkelingsprojecten Deconcentratie van projectbeheer naar de delegaties van de Commissie Samenhang, coördinatie en complementariteit VOORTGANG BIJ HET BEREIKEN VAN DE ONTWIKKELINGSDOELSTELLINGEN De ontwikkelingsdoelstellingen voor het millennium Armoedebestrijding Het meten van resultaten met behulp van indicatoren Sectorale doelstellingen in het programmeringsproces Beleidsinitiatieven op prioritaire gebieden van de EG Mainstreaming van de transversale onderwerpen Uitvoering: horizontale instrumenten Europees initiatief voor democratie en mensenrechten Voedselzekerheid Gezondheidszorg: ziekten als gevolg van armoede en reproductieve gezondheidszorg Drugsbestrijding Samenhang van noodhulp, rehabilitatie en ontwikkeling Milieu Partnerschappen met NGO s Tenuitvoerlegging: de regio's DE REGIO S DIE VOOR BUITENLANDSE HULP VAN DE EG IN AANMERKING KOMEN ZUIDOOST-EUROPA: DE BALKAN Oost-Europa, Kaukasus en Centraal-Azie 100 2

4 4.4. ZUIDELIJK MIDDELLANDSE-ZEEGEBIED. NABIJE EN MIDDEN-OOSTEN Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS) Azië Latijns-Amerika Thema: Resultaatgerichte aanpak voor ontwikkeling Prestaties van landen en projecten Monitoring van resultaten: prestaties van landen Projectresultaten: resultaatgerichte monitoring Conclusie: Financiële tabellen BIJLAGEN Harmonisatie van contractprocedures en financiële procedures Buitenlandse hulp en RAL Evaluatie Controleactiviteiten in Innovatie Betrekkingen met andere internationale organisaties Transparantie en zichtbaarheid EG-Bijstand die niet in dit verslag wordt beschreven 271 3

5 VOORWOORD In 2001 vond een ingrijpende hervorming plaats van het beheer van de buitenlandse hulp van de EG teneinde de snelheid, kwaliteit, invloed en zichtbaarheid van programma s en projecten in de hele wereld te verbeteren. Op 1 januari 2001 werd de dienst voor samenwerking EuropeAid opgericht, waardoor de verantwoordelijkheid voor het beheer van de volledige projectcyclus - van identificatie tot evaluatie - binnen één organisatie samengebracht werd, terwijl de verantwoordelijkheden met betrekking tot de programmaring binnen DG Ontwikkeling en DG Relex versterkt werden. Er werd een nieuwe uit vertegenwoordigers van verschillende diensten bestaande kwaliteitsondersteuningsgroep opgezet ter verbetering van de programmering en de Commissie presenteerde 112 nieuwe nationale strategiedocumenten, er werden samenhangende meerjarenkaders opgesteld voor de vaststelling van de betrekkingen met derde landen. Het is onvermijdelijk dat de volledige effecten van een hervorming van deze omvang tijd nodig hebben. Er zijn echter al wat positieve resultaten, zoals bijvoorbeeld de verbeterde uitvoering van de begroting. Tijdens de recente vergadering van de Commissie voor ontwikkelingsbijstand (DAC) van de OESO zijn deze inspanningen als volgt erkend: De Europese Gemeenschap heeft haar ontwikkelingsbeleid en -strategieën aanzienlijk verbeterd sinds de laatste herziening in Deze verklaring staat in de conclusies van de DAC. De Commissie wordt aangemoedigd het tempo van deze hervormingen voort te zetten. Met betrekking tot het ontwikkelingsbeleid heeft de EG aanzienlijke vooruitgang geboekt door versterking van de aandacht voor armoede in haar programma's. Ook zijn er concrete maatregelen genomen die steun verlenen om de ontwikkelingsdoelstellingen voor het millennium te bereiken. Een voorbeeld hiervan is de goedkeuring van een ambitieus actieprogramma voor het ontwikkelingsbeleid van de EG. Binnen deze agenda heeft de Commissie ook een verreikend Actieplan goedgekeurd ter bestrijding van de met armoede samenhangende ziekten in de ontwikkelingswereld. Ook werd de samenhang tussen het ontwikkelingsbeleid en het overig beleid versterkt. Tijdens de Europese Raad van Göteborg werd er overeenstemming bereikt over een strategie betreffende de integratie van milieu en duurzame ontwikkeling in het communautair ontwikkelingsbeleid. De start van een nieuwe handelsronde te Doha benadrukte de samenhang tussen handel en ontwikkeling. In het jaarverslag van 2001 wordt gehoor gegeven aan de verzoeken van zowel de Raad als het Europees Parlement dat het verslag alomvattend, gebaseerd op solide gegevens en resultaatgericht moet zijn. Dit verslag is een positieve stap in die richting en zal in de toekomst verder worden ontwikkeld. Dit verslag geeft informatie over uitgevoerde programma's en beoordeelt prestaties in het veld: van bevordering van de mensenrechten in de Balkanstaten tot waterbeheer in Azië, van gezondheidszorg in Afrika tot opleiding en onderwijs in Latijns-Amerika, van snelle mobilisatie in Afghanistan tot institutionele opbouw in Rusland. Een nieuw onderdeel van dit jaarverslag is een thema-artikel. De ontwikkelingshulp van de Commissie wordt steeds meer resultaatgericht, net als de hulp van de meeste andere donors. In het thema-artikel worden de lopende werkzaamheden beschreven, hoever we zijn met het 4

6 ontwikkelen van effectieve en betrouwbare methoden om het effect van onze buitenlandse hulp te meten. Er is nog veel werk te doen, maar de doelstellingen zijn duidelijk: verbetering van de resultaten van de communautaire hulp en bijdragen aan veiligheid en welvaart voor iedereen. Chris Patten Lid van de Commissie verantwoordelijk voor Buitenlandse Zaken Voorzitter van het bestuur van de dienst voor samenwerking EuropeAid Poul Nielson Lid van de Commissie verantwoordelijk voor Ontwikkeling Algemeen directeur van het bestuur van de dienst voor samenwerking EuropeAid Günther Verheugen Lid van de Commissie verantwoordelijk voor Uitbreiding Lid van het bestuur van de dienst voor samenwerking EuropeAid Pascal Lamy Lid van de Commissie verantwoordelijk voor Handel Lid van het bestuur van de dienst voor samenwerking EuropeAid Pedro Solbes Mira Beleid Lid van de Commissie verantwoordelijk voor Economisch en Monetair Lid van het bestuur van de dienst voor samenwerking EuropeAid 5

7 Inleiding Dit verslag geeft een samenvatting van het eerste jaar van de tenuitvoerlegging van de activiteiten van EuropeAid op het gebied van communautaire buitenlandse hulp 1. Het verslag heeft betrekking op een breed gebied: van algehele vooruitgang naar de ontwikkelingsdoelstellingen voor het millennium tot afzonderlijke voorbeelden van hoe het EG-geld is besteed en wat ermee is bereikt. De EU is de grootste donor van buitenlandse hulp ter wereld en de uitgaven van de EG bedragen ongeveer 10% van de officiële ontwikkelingshulp van de wereld. In dit verslag wordt verantwoording afgelegd over de 9,7 miljard die in 2001 door de EG is vastgelegd en de 7,7 miljard die is uitbetaald. De hervorming van het beheer van de buitenlandse hulp is van levensbelang voor het welslagen van deze activiteiten. Dit verslag zelf is een belangrijk resultaat van die hervorming - waardoor meer doorzichtigheid en responsabilisering ontstaat ten aanzien van het beleid en de activiteiten van de EG op dit gebied. Door het afleggen van een geconsolideerde verantwoording omtrent alle geografische en horizontale programma's, vervangt dit verslag een aantal specifieke programmaverslagen die in het verleden zijn gepubliceerd. De geboekte vooruitgang op prioritaire hervormingsgebieden - verbeteren van de programmering, samenbrengen van de projectcyclus onder een dak en grotere verantwoordelijkheid voor delegaties ter plaatse - wordt nader beschreven in hoofdstuk 1. Voordat de doelstellingen zijn bereikt, moet het hervormingsproces, waarmee in mei 2000 van start is gegaan, nog een hele weg afleggen, maar de verbeteringen worden al zichtbaar. Zo was er voor het eerst sinds 1990 een afname in het niveau van uitstaande, nog uit te betalen vastleggingskredieten. In het eerste deel wordt ook gewezen op het belang van samenhang, coördinatie en complementariteit in het hele EG-beleid dat is ontworpen voor de bevordering van ontwikkeling, armoedebestrijding en integratie in de wereldeconomie. De uitdaging ten aanzien van samenhang is om voor iedere regio en ieder land de juiste beleidsmix te vinden via de beleidsinstrumenten van de EG zoals: ontwikkelingshulp, humanitaire hulp, het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, handelsgerelateerde technische bijstand, mensenrechten, milieu, enzovoort. Er is een verbeterd programmeringsinstrumentarium ontworpen om te zorgen voor een coherent algemeen kader. Samenwerking met andere donors en zorgen voor complementariteit van beleid en activiteiten zijn eveneens van groot belang voor de doeltreffendheid van de buitenlandse hulp. Het verslag geeft een beschrijving van de op dit gebied door de EG samen met de lidstaten, de VN, de instellingen van Bretton- Woods en andere donors ondernomen stappen. De ontwikkelingsdoelstellingen voor het millennium, waarover in september 2000 overeenstemming is bereikt door de internationale gemeenschap, bieden een gemeenschappelijk kader voor het richting geven aan en meten van 1 Dit verslag heeft geen betrekking op de hulp aan kandidaat-lidstaten. Bijzonderheden over het Phare-, Ispa- en Sapard-programma zijn te vinden in de respectieve jaarverslagen, die op de volgende adressen zijnge publiceerd Het jaarverslag van ECHO inzake humanitaire hulp is te vinden op: 6

8 ontwikkelingsvooruitgang. In hoofdstuk 2 van dit verslag wordt een overzicht gegeven van de resultaten die wereldwijd zijn bereikt ten aanzien van deze doelstellingen en worden de activiteiten met betrekking tot de buitenlandse hulp van de EG geplaatst in de context van dit kader. De nadruk wordt gelegd op prioritaire EG-gebieden zoals gezondheidszorg en onderwijs, maar ook op activiteiten bedoeld om ervoor te zorgen dat algemene thema's zoals mensenrechten en het milieu over de gehele linie naar behoren worden opgenomen in projecten en programma's. In hoofdstuk 3 wordt een beschrijving gegeven van de instrumenten die zijn ontworpen om ervoor te zorgen dat horizontale beleidsprioriteiten zoals voedselzekerheid en drugsbestrijding, alsmede de hierboven genoemde prioriteiten, worden vertaald naar activiteiten op deze gebieden. Afzonderlijke projecten die in 2001 zijn uitgevoerd, alsmede begrotingstoewijzingen en prioritering per regio, worden nauwkeurig beschreven. Hoofdstuk 4 heeft betrekking op de regionale EG-programma's. Activiteiten in de Balkanstaten, Oost-Europa en Centraal-Azië, het Middellandse-Zeegebied, Afrika, landen in het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, Azië en Latijns-Amerika worden gepresenteerd onder algemene thematische titels met daarin een weergave van de ontwikkelingsprioriteiten bij de EG-uitgaven. Zodoende is het gemakkelijk om een vergelijking te maken tussen regio's, bijvoorbeeld inzake plattelandsontwikkeling of vervoer. De activiteiten van ECHO alsook de EIB-leningen zijn in dit hoofdstuk te vinden. In hoofdstuk 5 wordt een resultaatgerichte aanpak voor ontwikkeling besproken. Op basis van nationale strategiedocumenten en indicatoren wordt er gezocht naar criteria voor monitoring van de prestaties van een land. Er wordt tevens een beschrijving gegeven van een proefproject inzake een resultaatgericht monitoringsysteem voor ontwikkelingsprojecten. Hoofdstuk 6 bestaat uit een complete reeks financiële tabellen. De cijfers zijn uitgespitst in categorieën die zijn vastgesteld door de Commissie voor ontwikkelingsbijstand van de OESO. Tot slot wordt in de bijlagen een nauwkeurige beschrijving gegeven van de activiteiten met betrekking tot de hervorming van het beheer van de buitenlandse hulp van de EG. Er wordt een beschrijving gegeven van de vooruitgang die is geboekt met de harmonisatie van financiële procedures, zowel intern als met andere instellingen. Er wordt ook gedetailleerd ingegaan op de activiteiten die in 2001 hebben plaatsgevonden met betrekking tot het wegwerken van de achterstand bij de uitbetalingen, controleactiviteiten, de activiteiten van de eenheid innovatie van EuropeAid, betrekkingen met andere organisaties en doorzichtigheid en zichtbaarheid. De Commissie heeft toegezegd te zullen doorgaan met de hervormingen, zodat deze kunnen wortelen, en ervoor te zorgen dat de doelstellingen worden bereikt. In dit verslag wordt aangeduid welke stappen er ten aanzien van dat doel in 2001 zijn gezet. 7

9 1. DE HERVORMING VAN HET BEHEER VAN DE BUITENLANDSE HULP, EEN JAAR VAN UITDAGINGEN In dit hoofdstuk wordt de nadruk gelegd op de vorderingen die in 2001 zijn gemaakt met de hervorming van het beheer van de buitenlandse hulp van de EG, waarmee in mei 2000 van start is gegaan. Het hervormingsproces betreffende het beheer is een natuurlijk vertrekpunt voor het jaarverslag, omdat dit gevolgen heeft voor alle aspecten van de buitenlandse hulp van de EG, die meer gedetailleerd worden beschreven in de volgende hoofdstukken. De hervorming van het ontwikkelingsbeleid van de EG, waarmee in november 2000 van start is gegaan en die parallel loopt aan de hervorming van het beheer, wordt besproken in hoofdstuk Het hervormingsproces Toen de huidige Commissie in september 1999 aantrad, werd zij geconfronteerd met een alarmerende situatie met betrekking tot de uitvoering van de hulp aan derde landen. De relevantie en de kwaliteit van communautaire programma s waren onderwerp van toenemende expliciete kritiek. In de ogen van de begunstigde staten, de lidstaten en de partners onder de multilaterale instellingen waren het imago en de geloofwaardigheid van de Commissie sterk achteruitgegaan. Op 16 mei 2000 ging de Commissie van start met een hervormingsprogramma met betrekking tot het beheer van de buitenlandse hulp 2, waarvan de belangrijkste doelstellingen zijn om: de kwaliteit van projecten en programma s te verbeteren, de tijd die nodig is voor uitvoering te bekorten, ervoor te zorgen dat de procedures voor financieel, technisch en contractueel beheer overeenstemmen met de hoogste internationale normen, en de effecten en de zichtbaarheid van de buitenlandse hulp van de Europese Unie (EU) te verbeteren. Het hervormingsproces ging gepaard met een streven naar meer overeenstemming tussen politieke prioriteiten en begrotingstoewijzingen. Tijdens de informele Raad Algemene Zaken van Evian op 2 en 3 september 2000 en de bijeenkomst van de Raad Algemene Zaken op 9 oktober 2000 hebben de EU-ministers van Buitenlandse Zaken benadrukt dat de samenhang van de buitenlandse EU-activiteiten moet worden versterkt. Ook werd in de Raad Algemene Zaken van januari 2001 benadrukt dat de doelstellingen van de EG-activiteiten moeten worden vertaald in concrete toezeggingen en dat de synergie tussen de EG-activiteiten en die van de lidstaten moet worden verbeterd, zodat de buitenlandse activiteiten van de EU doeltreffender worden. 2 SEC(2000)814 van 16 mei 2000 Mededeling van de Relex -Commissarissen: de heer Patten (Buitenlandse Betrekkingen), de heer Nielson (Ontwikkeling), de heer Verheugen (Uitbreiding), de heer Lamy (Handel) en de heer Solbes Mira (Economische en Financiële Zaken) 8

10 Er zijn een aantal belangrijke instrumenten aangewezen om de hervormingsdoelstellingen te behalen. In 2001 zijn er nieuwe hulpmiddelen, met name nationale strategiedocumenten, opgesteld en goedgekeurd ten behoeve van planning en programmering van de communautaire ontwikkelingssamenwerking. Deze hulpmiddelen zijn de belangrijkste strategische beheersinstrumenten van de communautaire hulp (zie paragraaf 1.2 van dit hoofdstuk). Het beheer van de evaluaties is verbeterd. Niet alleen de onpartijdigheid is versterkt, maar ook zullen de resultaten van de evaluaties stelselmatig worden ingebracht in het besluitvormingsproces, alsook in het ontwerp en de uitvoering van projecten en programma s (paragraaf 1.3). Aan de verbeterde evaluaties is de ontwikkeling gekoppeld van een resultaatgericht monitoringsysteem voor projecten en programma s (paragraaf 1.4). Dit is een eerste stap, maar een erg belangrijk onderdeel van de hervormingen. De Commissie is ook begonnen met de overdracht van project- en programmabeheer aan de delegaties van de Commissie (paragraaf 1.5). Thans zijn 18 van de 21 delegaties die voor de eerste fase zijn geselecteerd reeds gedeconcentreerd. De voorbereidingen voor de tweede golf (26 delegaties) zijn goed gevorderd en het merendeel hiervan zou vroeg in de tweede helft van 2002 op een gedeconcentreerde wijze moeten kunnen functioneren. Tot slot wordt in paragraaf 1.6 uiteengezet hoe de Commissie de uitdaging heeft opgepakt betreffende verbeterde samenhang, coördinatie en complementariteit. Deze kwesties zijn nauw verbonden met het proces van de nationale strategiedocumenten Verbetering van de programmering Nationale strategiedocumenten/regionale strategiedocumenten De programmering volgt de prioriteiten die zijn neergelegd in nationale strategiedocumenten/regionale strategiedocumenten, waarin het strategisch kader wordt uitgezet voor de prioriteiten van de EG-samenwerking in een bepaald land of regio 3. Het is de eerste keer dat de Commissie voor haar betrekkingen met derde landen een samenhangend kader heeft opgesteld dat zowel betrekking heeft op ontwikkelingshulp als op ander belangrijk en toepasselijk communautair beleid (de beleidsmix ). In 2001 begon de Commissie met het opstellen van nationale strategiedocumenten en regionale strategiedocumenten ten behoeve van partners in alle regio s die onder de verschillende verordeningen vallen: ACS (Afrika, Caribisch gebied en Stille Oceaan), ALA (Azië en Latijns-Amerika), Cards (Balkan), Meda (Middellandse- Zeegebied), Tacis (Oost-Europa en Centraal-Azië). Deze strategieën zijn ontwikkeld in samenwerking met nationale regeringen, lidstaten, andere bilaterale en multilaterale donors en waar mogelijk met vertegenwoordigers van de burgermaatschappij 4. Meer dan 110 nationale strategiedocumenten en regionale strategiedocumenten zijn ofwel afgerond of goed gevorderd in het voorbereidingsproces. Naar verwachting zullen ze allemaal gereed zijn vóór eind 2002 en worden gepubliceerd op de website 3 4 SEC(2000)814, SEC(2000)1049 van 15 juni 2000, en conclusies van de Raad Ontwikkeling van 10 november 2000, zie Raadpleging van de burgermaatschappij is verplicht ingevolge artikel 2 van de Overeenkomst van Cotonou. 9

11 en De uit vertegenwoordigers van verschillende diensten bestaande kwaliteitsondersteuningsgroep Als onderdeel van het hervormingsproces is in januari 2001 een uit vertegenwoordigers van verschillende diensten bestaande kwaliteitsondersteuningsgroep ingesteld. Om te zorgen voor een consistente hoge kwaliteit, was het de belangrijkste taak van de werkgroep om te helpen bij het opstellen van nationale strategiedocumenten, regionale strategiedocumenten en indicatieve programma s. Om maximale effecten te sorteren is de uit vertegenwoordigers van verschillende diensten bestaande kwaliteitsondersteuningsgroep reeds in een betrekkelijk vroeg stadium bij het programmeringsproces betrokken. Tot dusver heeft de uit vertegenwoordigers van verschillende diensten bestaande kwaliteitsondersteuningsgroep meer dan 110 programmeringsdocumenten doorgelicht. De uit vertegenwoordigers van verschillende diensten bestaande kwaliteitsondersteuningsgroep heeft ook richtsnoeren opgesteld voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk kader voor nationale strategiedocumenten en vier opleidingsseminars georganiseerd inzake programmering. Tot slot heeft de uit vertegenwoordigers van verschillende diensten bestaande kwaliteitsondersteuningsgroep op het intranet van de Commissie een website geopend om de interne communicatie te verbeteren tussen al diegenen die bij het programmeringsproces zijn betrokken. Het door de Raad goedgekeurd gemeenschappelijk kader voor nationale strategiedocumenten was de belangrijkste maatstaf bij evaluaties door de uit vertegenwoordigers van verschillende diensten bestaande kwaliteitsondersteuningsgroep. Behalve het leveren van commentaar op opmaak, stijl, presentatie en algemene leesbaarheid heeft de uit vertegenwoordigers van verschillende diensten bestaande kwaliteitsondersteuningsgroep getracht de nadruk te leggen op bepaalde essentiële aspecten: de kwaliteit van de beoordeling van de ontwikkelingsmogelijkheden, de behoeften en beperkingen die het ontwikkelingsproces belemmeren, de samenhang tussen de analyse en de voorgestelde communautaire responsstrategie, nagaan of de EG-hulp overeenkomt met belangrijke ontwikkelingsuitdagingen op middellange termijn, de aandacht voor armoede in de voorgestelde strategie alsmede samenhang met andere communautaire beleidsdoelstellingen, de nadruk op/mate van concentratie, de mate van complementariteit tussen EGsteun en de steun van andere donors, met name in de EU-lidstaten, de voorwaarden waaronder hulp wordt verleend, het vaststellen van indicatoren die zijn ontworpen voor de monitoring van de prestaties van een land met betrekking tot economische groei en armoedebestrijding, 10

12 de mate waarin alle buitenlandse hulp die de Gemeenschap aan het betrokken land verleent is vastgelegd (samenhang tussen de toewijzing aan het land en horizontale begrotingslijnen), de aandacht die word besteed aan samenhang tussen ontwikkelingsbeleid en ander communautair beleid dat van belang is voor het partnerland/de partnerregio ( beleidsmix ). Op grond van de bevindingen van de uit vertegenwoordigers van verschillende diensten bestaande kwaliteitsondersteuningsgroep is de Commissie van mening dat er een kwalitatieve sprong voorwaarts is gemaakt in de communautaire programmering van buitenlandse hulp. De uit vertegenwoordigers van verschillende diensten bestaande kwaliteitsondersteuningsgroep was van mening dat de beoordeelde documenten in het algemeen beantwoordden aan de vereisten die zijn neergelegd in het gemeenschappelijk kader voor nationale strategiedocumenten. Diegenen die zijn betrokken bij het opstellen van de documenten zijn gewezen op de belangrijkste zwakke punten, zodat zij de noodzakelijke wijzigingen kunnen aanbrengen. Er is nog steeds ruimte voor verdere verbetering van de programmering. Om die reden zal de Commissie het proces van de nationale strategiedocumenten analyseren en haar bevindingen in november 2002 in een verslag voorleggen aan de Raad Ontwikkeling. Voorafgaand aan de volgende beoordeling van nationale strategiedocumenten zal in dit verslag ook worden ingegaan op voorstellen voor verdere verbeteringen van het programmeringsproces Samenvoeging van de projectcyclus en de oprichting van de dienst voor samenwerking EuropeAid Op 1 januari 2001 namen de geografische directoraten-generaal (DG Buitenlandse Betrekkingen en DG Ontwikkeling) de programmering en strategie over, terwijl de nieuwe dienst voor samenwerking EuropeAid (EuropeAid) verantwoordelijk werd voor de rest van de projectcyclus (van de vaststelling van projecten tot evaluatie achteraf). Deze reorganisatie had een dienovereenkomstige overdracht van personeel en verantwoordelijkheden tot gevolg. In juni 2001 werd een interdienstelijke overeenkomst gesloten ter verduidelijking van de rol en verantwoordelijkheden van de drie directoraten-generaal die het nauwst zijn betrokken bij het beheer van de buitenlandse hulp Verbetering van het financieel beheer en de resultaten In de loop van 2001 werden de eerste effecten zichtbaar van het hervormingsproces inzake beheer waar het gaat om procedures, financieel beheer en resultaten. Het betrof: verbetering van de algehele resultaten met betrekking tot de uitvoering van de begroting, waaronder - vergeleken met een stijging van de betalingen met 20%, het profiel van de budgettaire vastleggingskredieten liet een meer gelijkmatige verdeling zien over het financiële jaar (52% van de begroting werd uitgevoerd in 11

13 het laatste kwartaal, vergeleken met een gemiddelde van 68% in de periode ), voor de eerste keer sinds 1990 was er een afname in het niveau van de uitstaande, nog uit te betalen vastleggingskredieten (RAL). Deze afname bedroeg 3%. Het aantal uitbetalingsjaren dat nodig is om de RAL op te schonen, liep terug van 4,12 jaar aan het einde van 2000 naar 3,66 jaar aan het einde van 2001, een vermindering van het aantal afzonderlijke begrotingslijnen (14%), vergeleken met 2000, de uitvoering van nieuwe, vereenvoudigde contracteringsprocedures (in aantal teruggebracht van 46 naar 8) werd bespoedigd door de publicatie van een praktische gids, en van 48 technische hulpverleningskantoren werd in 2001 de functie ontmanteld en werden de taken intern in de organisatie opgepakt Evaluatie Als onderdeel van de hervorming wordt de evaluatie van de buitenlandse hulp versterkt en beter geïntegreerd in de besluitvorming. Overeenkomstig het verzoek van de OESO/DAC is ook de onpartijdigheid van de evaluatietaak gewaarborgd. Er is een duidelijke scheiding gekomen tussen de evaluerende dienst, die thematische, sectorale en geografische evaluaties (landen en regio s) opstelt en de operationele en beleidsdiensten die verantwoordelijk zijn voor de beoordeling van die evaluaties en die adequate actie ondernemen overeenkomstig de bevindingen en aanbevelingen Het evaluatieprogramma van 2001 Tijdens zijn eerste vergadering in februari 2001 werd het werkprogramma van de evaluatie-eenheid voor 2001 goedgekeurd door het bestuur van de dienst voor samenwerking EuropeAid. Naast de gebruikelijke beleidsanalyses van belangrijke sectoren, transversale thema s, instrumenten en landenprogramma s, werden het programmeringsproces zelf en de beleidsmix opgenomen. Aan het einde van het jaar waren er 17 evaluaties afgerond en waren er 8 nog gaande. In het programma voor 2001 werden de evaluaties gegroepeerd rond vier thema s. In hoofdstuk 7 - Bijlage - onder punt 7.3. is een volledige beschrijving te vinden Resultaatgerichte monitoring en ontwikkelingsprojecten Zowel indicatoren op landenniveau als monitoring van projectresultaten dragen bij tot de beoordeling van de prestaties van de communautaire ontwikkelingssamenwerking. Ze vullen elkaar aan en van beide worden lessen geleerd die als informatie dienen voor beleidsvorming op ieder niveau. In hoofdstuk 5 is uitgebreide informatie te vinden over de twee benaderingen. De Commissie bevindt zich in een proces dat steeds meer de richting uitgaat van resultaatgerichte ontwikkelingshulp. Een belangrijke stap is ook het opzetten en de eerste test van een systeem om regelmatig de behaalde resultaten van projecten te 12

14 onderzoeken, dat wil zeggen de resultaten van die projecten en mogelijke effecten op de begunstigden. In 2000 ontwierp de Commissie een verbeterd resultaatgericht monitoringsysteem ten behoeve van de ALA/MED/ACS- en Balkanregio, dat zijn oorsprong vindt in het systeem van de Commissie dat de projectcyclus beheert. Dit nieuwe monitoringsysteem is in de loop van 2001 getest en verbeterd. De belangrijkste doelstelling is om resultaatgerichte informatie over projecten in het veld te verzamelen en over de geboekte voortgang verslag uit te brengen. Het systeem biedt een overzicht van de projectvorderingen met betrekking tot de resultaten, zowel voor de delegaties als voor EuropeAid. Hoewel het uiteraard ook voor projectautoriteiten alsmede voor partnerministeries en -regeringen van nut is, is het systeem in eerste instantie niet gericht op projectautoriteiten, die voor hun dagelijks beheer meer gedetailleerde informatie nodig hebben. Het systeem maakt gebruik van korte veldbezoeken aan projecten door ervaren externe deskundigen, die gedeeltelijk gestandaardiseerde waarderingslijsten invullen en daarbij een schatting maken van doelmatigheid, doeltreffendheid, effecten, belang en mogelijke duurzaamheid van projecten en programma s. Om te zorgen voor consistentie in het systeem, is ieder van de vijf criteria volledig beschreven in overeenstemming met de bestaande methodologie en vervolgens opgedeeld in onderdelen, die de beoordelaar nauwkeurig moet bestuderen alvorens een cijfer toe te kennen. De externe deskundigen die de monitoring uitvoeren hebben uiteenlopende sectorale en geografische kennis en ervaring. Ze werken in adequate kleine teams. Hun werkzaamheden zijn gebaseerd op de analyse van documenten en gesprekken met vertegenwoordigers van alle belanghebbenden van een bepaald project, waaronder de eindbegunstigden. Belangrijke gegevens, zoals de projectbegroting, worden genoteerd, maar er wordt geen audit of grondige financiële controle uitgevoerd. De verslagen, adviezen van taakbeheerders en fundamentele projectdocumenten worden opgeslagen in de centrale databank. Deze databank is een belangrijk beheers- en informatie-instrument. Er wordt toezicht gehouden op lopende projecten (minimaal zes uitvoeringsmaanden en een looptijd van nog eens zes maanden) van een bepaalde minimale omvang (ongeveer 1 miljoen euro). Eind 2001 had de monitoring plaatsgevonden van ongeveer 500 projecten met een totale waarde van 4,7 miljard euro in Latijns- Amerika, Azië, Afrika, het Caribisch gebied, de Stille Oceaan, in de MED-regio en de Balkan. In hoofdstuk 5 worden de eerste inzichten in de projectresultaten van de ontwerp- en testfase nader beschreven Deconcentratie van projectbeheer naar de delegaties van de Commissie De deconcentratie van het beheer van de buitenlandse hulpverlening naar de delegaties van de Commissie is een belangrijk onderdeel van de hervorming van het beheer van de buitenlandse hulpverlening. Het onderliggende principe hiervan is dat wat beter ter plaatse in het desbetreffende land kan worden beheerd en besloten, daar moet gebeuren en niet in Brussel. 13

15 De Commissie heeft zichzelf een zeer strakke planning opgelegd. Het is de bedoeling om vóór eind 2003 de deconcentratie uit te breiden tot alle delegaties. Dit moet gebeuren in drie opeenvolgende golven: 21 delegaties verspreid over 2001, nog eens 26 in 2002 en de resterende 31 ACS-delegaties in In 2001 geboekte vooruitgang De ambitieuze doelstelling in om de deconcentratie van 21 delegaties 5 uit te voeren - had betrekking op alle geografische gebieden en derhalve op programma s met een erg gevarieerd karakter. Om aan deze doelstelling te voldoen moesten de diensten van de Commissie tegelijkertijd werkzaamheden uitvoeren inzake ontwikkeling van het concept, technische voorbereidingen en logistieke planning. Deze complexe werkzaamheden moesten van start gaan op het moment dat andere onderdelen van het hervormingsproces werden opgezet, zowel binnen de Relexdiensten (oprichting van de dienst voor samenwerking EuropeAid, integratie van de projectcyclus, etc.) als op het bredere niveau van de Commissie (financiële en administratieve hervorming). Bovendien waren de financiële middelen die voor deze eerste golf van deconcentratie konden worden vrijgemaakt, nogal bescheiden, vooral met betrekking tot het aantal nieuwe officiële posten (beperkt tot 40). Deze situatie zal in 2002 verbeteren: er zullen 114 posten beschikbaar zijn om met de tweede golf van start te gaan en de eerste golf waar nodig te versterken Voorbereiding op deconcentratie In het eerste kwartaal van 2001 werd een geharmoniseerd deconcentratieconcept vastgesteld dat betrekking had op alle geografische programma s. Dit concept was gebaseerd op de volgende beginselen: te zijner tijd zal op alle programma s deconcentratie worden toegepast, deconcentratie zal betrekking hebben op alle fasen van de projectcyclus, voor deconcentratie zijn aanzienlijke extra middelen nodig (menselijk potentieel en materieel), de rol van het hoofdkantoor zal gaan bestaan uit coördinatie, kwaliteitstoezicht, beheerscontrole, technische hulp en verbetering van de werkmethoden, In de praktijk brengt deconcentratie de volgende veranderingen met zich mee voor de delegaties: een actievere bijdrage aan de programmering, hoewel de eindverantwoordelijkheid - in overeenstemming met de geografische gebieden - blijft berusten bij DG Buitenlandse Betrekkingen en DG Ontwikkeling, 5 De 21 delegaties van de eerste golf zijn: Europa: Kroatië, Rusland Middellandse-Zeegebied: Egypte, Marokko, Tunesië, Turkije Azië: Indonesië, Thailand, India, China Latijns-Amerika: Nicaragua, Bolivia, Argentinië, Mexico, Brazilië Afrika/ACS: Zuid-Afrika, Senegal, Ivoorkust, Kenia, Mali, Dominicaanse Republiek 14

16 rechtstreekse verantwoordelijkheid voor identificatie- en instructiewerk, met methodologische en technische steun van de dienst voor samenwerking EuropeAid, die ook verantwoordelijk is voor de uiteindelijke kwaliteitscontrole van financieringsvoorstellen en om deze het besluitvormingsproces te laten doorlopen (procedures voor beheerscomité s, etc.), rechtstreekse verantwoordelijkheid voor contractuele en financiële uitvoering op voorwaarde dat procedures strikt worden nageleefd en dat er sprake is van veilige toegang tot de systemen van financieel en boekhoudkundig beheer op het hoofdkantoor, rechtstreekse verantwoordelijkheid voor de technische uitvoering waarvoor ter plaatse technische bijstand nodig is en de mogelijkheid om een beroep te doen op meer gespecialiseerd advies van het hoofdkantoor. Tussen april en december 2001 omvatte het praktische voorbereidingsproces het testen van beveiligde computerverbindingen, aanpassing van het informatiesysteem voor gedecentraliseerd beheer, ontwikkeling of bijstelling van procedurehandleidingen, ontwikkeling van richtsnoeren voor financiële circuits, het opzetten van een specifiek opleidingsprogramma, en veiligstelling van financiering voor de deconcentratie van de 21 delegaties van de eerste fase Deconcentratie met betrekking tot de 21 delegaties van de eerste golf Begin 2001 werd begonnen met de taak om de 21 delegaties zelf voor te bereiden op de deconcentratie. Tegen juli 2001 waren alle delegatiehoofden gehoord door de directeuren-generaal van Relex, om afspraken te maken over de benodigde extra middelen en om een actieplan vast te stellen voor de vrijgave ervan. De geconsolideerde resultaten van dit proces en de uitdaging die dit betekende voor de diensten van de Commissie - kunnen het best als volgt worden samengevat: er moest 307 man extra personeel (functionarissen en andere medewerkers) worden geselecteerd, aangenomen en opgeleid voordat ze konden worden gestationeerd bij de 21 delegaties, 18 van de 21 delegaties moesten ofwel hun kantoor verplaatsen ofwel extra kantoorruimte huren, beveiligde computerverbindingen moesten worden geïnstalleerd in 19 van de 21 delegaties, om hen toegang te verschaffen tot het boekhoudkundig en informatiebeheersysteem van de Commissie. De vooruitgang die eind 2001 was geboekt, stemt tot tevredenheid. Het merendeel van de 21 delegaties was klaar om vanaf januari 2002 gedecentraliseerd te gaan werken, op tijd voor het nieuwe financiële jaar. 15

17 Voorbereiding van de tweede golf In september 2001 werd er overeenstemming bereikt over de lijst met 26 delegaties 6 die in 2002 worden gedeconcentreerd. Afghanistan werd later aan de lijst toegevoegd, voor een snel deconcentratietraject zodra de plaatselijke omstandigheden dat toestaan. Direct daarna werd er begonnen met de voorbereidende werkzaamheden. De opgedane ervaring tijdens de eerste golf zal goed worden gebruikt. In september 2002 zal naar verwachting de deconcentratie in werking treden voor de eerste reeks kandidaten van de tweede golf (dit veronderstelt dat problemen door beperkte kantoorruimte kunnen worden opgelost) Samenhang, coördinatie en complementariteit Verbetering van de samenhang in het beleid Het is voor de Commissie een operationele prioriteit alsmede een wettelijke verplichting om ervoor te zorgen dat er samenhang is tussen de doelstellingen van het ontwikkelingsbeleid van de EG en haar beleid en doelstellingen op andere gebieden. De Europese Gemeenschap heeft bilaterale Associatie- en samenwerkingsovereenkomsten met de meeste landen in Afrika, Azië, Latijns- Amerika, het Middellandse-Zeegebied en de westelijke Balkan. Het merendeel hiervan is ontwikkelingsland. De EG beschikt over een uitgebreid beleid om ontwikkeling, armoedebestrijding en integratie in de wereldeconomie te bevorderen. De manier waarop dit gebeurt, is per land en regio verschillend. De specifieke doelstellingen en gebieden van interactie met de EU zijn afhankelijk van een aantal factoren met betrekking tot het betrokken land: nationaal inkomen, mate van armoede, politieke ontwikkelingen, handelsstructuren, geografische nabijheid tot de Europese Unie, etc. De uitdaging voor de EU bestaat erin om voor iedere regio en ieder land de juiste beleidsmix te bieden. Vanwege de grote verscheidenheid aan beleid waarover de EU beschikt, heeft zij de unieke mogelijkheid om een doeltreffende en doelmatige mix van samenwerkingsinstrumenten toe te passen, waaronder ontwikkelingshulp, visserijovereenkomsten, handelsinstrumenten, politieke dialoog, instrumenten voor het buitenlands beleid. Door het proces van de nationale strategiedocumenten ontstaat er meer samenhang in het gebruik van deze verschillende instrumenten. Bij het opstellen van een nationaal strategiedocument worden, naast het partnerland zelf, alle EG-diensten geraadpleegd. Nationale strategiedocumenten moeten een paragraaf bevatten met daarin een beschrijving van het verschillende EU-beleid dat van toepassing is op het partnerland en een analyse van de adequate beleidsmix. 6 De 26 delegaties van de "tweede golf " zijn: Europa: Albanië, Georgië, Kazachstan, Oekraïne. Meda: Algerije, Westelijke Jordaanoever/Gazastrook, Jordanië, Libanon, Syrië. Azië: Bangladesh, Filippijnen, Pakistan, Vietnam. Latijns-Amerika: Colombia, Peru, Uruguay, Chili, Venezuela ACS: Burkina Faso, Benin, Kameroen, Ethiopië, Madagaskar, Niger, Republiek Guinee, Tanzania 16

18 Visserij In de paragraaf hierna worden twee concrete voorbeelden beschreven over hoe de samenhang op het gebied van visserij en voedselhulp/voedselzekerheid in de praktijk wordt aangepakt. In het volgende hoofdstuk (hoofdstuk 2) worden andere voorbeelden gegeven. In haar mededeling inzake visserij en armoedebestrijding 7 en ter ondersteuning van het proces om zowel voor de Raad als voor het Parlement conclusies op te stellen, heeft de Commissie veel aandacht besteed aan zaken als samenhang en complementariteit op visserijgebied. De belangrijkste doelstellingen van deze inspanning waren: verbeteren van de consistentie en samenhang tussen het ontwikkelingsbeleid van de Gemeenschap en ander gemeenschappelijk beleid dat gevolgen heeft voor de visserijsectoren, stimuleren dat activiteiten die worden gesteund door de EG en activiteiten die worden uitgevoerd door de lidstaten met elkaar worden verbonden via een gemeenschappelijke visie van de thema s in kwestie en strategieën om deze thema s aan te pakken. Deze werkzaamheden worden uitgevoerd middels een hechte samenwerking tussen de diensten van de Commissie die verantwoordelijk zijn voor visserij en ontwikkeling. De werkzaamheden hebben geleid tot verbetering van de samenhang tussen het ontwikkelingsbeleid van de EG enerzijds en het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) anderzijds. De belangrijkste drijfveren voor deze ontwikkeling waren: het ontwikkelingsbeleid van de EG, dat in toenemende mate heeft geleid tot het opnemen van de belangen van de visserijsector in de nationale strategiedocumenten en de regionale strategiedocumenten, het gemeenschappelijk visserijbeleid, dat in toenemende mate wordt gestuurd in de richting van duurzame ontwikkeling, zowel in de Gemeenschap zelf als wat betreft de internationale betrekkingen van de Gemeenschap in de visserijsector Voedselhulp/voedselzekerheid In september 2001 publiceerde de Commissie een mededeling betreffende evaluatie en toekomstige oriëntatie van Verordening (EG) nr. 1292/96 inzake voedselhulpbeleid en voedselhulpbeheer en bijzondere operaties ter ondersteuning van de voedselzekerheid. 8 Deze mededeling van de Commissie betekende een aanzienlijke verbetering voor de samenhang. De mededeling heeft gezorgd voor meer interne samenhang in het gebruik van voedselhulp in relatie tot humanitaire hulp en tot het gemeenschappelijk landbouwbeleid: 7 8 Mededeling van de Commissie inzake "visserij en armoedebestrijding" (COM(2000) 724 van ). COM (2001) 473 van , gewijzigd op (COM (2001) 473/2) 17

19 voedselhulp in natura in het kader van de voedselhulp/voedselzekerheidsverordening, hoofdzakelijk gekanaliseerd via directe overheidsprogramma's, EuronAid/NGO's en WFP, moet worden gemobiliseerd (i) als aanvulling op ECHO, om hulp te bieden bij grote en langdurige crises, (ii) als bijdrage aan strategische reserves en vangnetten, en (iii) bij het combineren van noodhulp, rehabilitatie en ontwikkeling. voedselhulp in natura is duidelijk losgekoppeld van het beheer van landbouwoverschotten en is een instrument van ontwikkelingshulp geworden. Ten aanzien van de externe samenhang hebben de betrokken diensten van de Commissie - zowel in de context van het Internationale Voedselhulpverdrag als in het onderhandelingsproces van de WTO - aanzienlijke vooruitgang geboekt in de richting van strakkere regels en grotere doorzichtigheid bij het verlenen van voedselhulp aan ontwikkelingslanden: voedselhulp moet worden verleend als een gift. Voedselhulp moet echter worden beperkt tot noodhulp en humanitaire hulp, het combineren van noodhulp, rehabilitatie en ontwikkeling alsmede tot vangnetstrategieën voor bijzonder kwetsbare delen van de bevolking. om de consumptiepatronen te respecteren en om marktverstoring te voorkomen, moet de voedselhulp alleen worden verleend op verzoek van de begunstigde landen, nadat zij hebben aangegeven wat hun specifieke behoeften zijn. de donors moeten zoveel mogelijk de voorkeur geven aan lokale of regionale inkopen Coördinatie en complementariteit Bij het proces om de buitenlandse EG-hulp doeltreffender te maken zijn verbetering van de coördinatie en complementariteit belangrijke elementen. In combinatie met inspanningen om doeltreffender samen te werken geeft coördinatie op het allerlaagste niveau een beter inzicht in wat anderen - die bij een bepaalde sector, land of regio zijn betrokken - doen. Tussen diegenen die trachten gemeenschappelijke doelen te bereiken is coördinatie van groot belang ter voorkoming van overlapping of inconsistentie. Complementariteit begint met coördinatie, maar gaat verder: het betekent dat iedere speler zijn hulp met name daar richt waar deze de grootste toegevoegde waarde heeft, gelet op wat anderen doen; de synergie zo groot mogelijk doen zijn. De EG zet zich vastberaden in voor beide begrippen. Op beleidsniveau zijn de ontwikkelingsdoelstellingen voor het millennium het gemeenschappelijk kader op het gebied van de ontwikkelingshulp van de EG en andere instanties. Wat de uitvoering betreft, probeert de EG waar mogelijk haar eigen hulp op nationaal niveau te integreren in een breder kader. Het proces met betrekking tot het strategiedocument voor armoedebestrijding wordt vastberaden gesteund door de EG (zie hoofdstuk 2) en is vooral opgesteld om coördinatie en complementariteit ten behoeve van de inspanningen van de donors in landen met een laag inkomen te bevorderen. De nieuwe programmeringsaanpak van de EG, waarbij gebruik wordt gemaakt van nationale strategiedocumenten en een gestructureerde dialoog met ontvangers (bijvoorbeeld de ACS), zijn de belangrijkste EG-mechanismen ten 18

20 behoeve van een betere coördinatie en complementariteit. Een verdere demonstratie van de vastberadenheid van de EG met betrekking tot deze beginselen is het besluit van de EG om haar ontwikkelingshulp te richten op zes prioritaire gebieden, waaruit voor ieder land kan worden gekozen op basis van informatie over de nationale prioriteiten en over wat anderen doen. Specifieke wijzigingen in de beleidsaanpak van de EG en in afzonderlijke sectoren en regio s worden in latere hoofdstukken besproken. In deze paragraaf wordt een toelichting gegeven op enkele voorbeelden van wat er vanuit het centrum in 2001 is bereikt Tussen de lidstaten en de Commissie In 2001 is tijdens het oriënterend debat 9 van de Raad ingestemd met richtsnoeren van de Raad en de Commissie ter verbetering van de operationele coördinatie tussen de EG en de lidstaten ten behoeve van alle landen die buitenlandse hulp van de Unie ontvangen. De verbeteringen in het programmering van EG-hulp, zoals hierboven nader toegelicht, moeten dit proces helpen. Behalve het overleg over nationale strategiedocumenten is gebleken dat het nuttig is als de lidstaten en de Commissie uitgaan van dezelfde sectorale richtsnoeren (de Commissie bereidt sectorale richtsnoeren voor ten behoeve van alle zes prioritaire hulpverleningsgebieden. De richtsnoeren voor de prioriteit in de vervoersector zijn al goedgekeurd). Deze inspanningen beginnen resultaat op te leveren. De Commissie organiseert regelmatig bijeenkomsten met de directeuren-generaal Ontwikkeling van de lidstaten. Deze bijeenkomsten bieden de gelegenheid om van gedachten wisselen over beste werkwijzen, gemeenschappelijke belangen, huidige problemen en nieuwe benaderingen. Met het oog op de belangrijke internationale conferenties in 2002 inzake ontwikkelingsfinanciering (Monterrey) en duurzame ontwikkeling (Johannesburg) is er met name nadruk gelegd op de coördinatie binnen internationale organen. Er is een vergelijkbare inspanning geleverd om de betrokkenheid van de Commissie bij de OESO/DAC te versterken. Het mandaat dat de Commissie heeft gekregen van de lidstaten om een verslag op te stellen ter voorbereiding op de conferentie van Monterrey, was een positief teken van het vertrouwen dat is opgebouwd. Tijdens zijn bijeenkomst in november 2001 verzocht de Raad Ontwikkeling de Commissie om een aantal zaken de verduidelijken en om via een dialoog met de lidstaten te onderzoeken welke initiatieven eventueel door hen kunnen worden uitgevoerd. De Raad wees met name op de mogelijkheid om de omvang van de hulp te verhogen met het oog op het behalen van de VNdoelstelling om 0,7% van het BNP te besteden aan officiële ontwikkelingshulp (ODA), onder meer door het opstellen van een specifieke tijdplanning. Behalve voor de omvang van de hulp werd er ook speciale aandacht gevraagd voor de doeltreffendheid van de hulp, zoals het loskoppelen van hulp, algemene overheidsmiddelen en vernieuwende financieringsbronnen. Het verslag van de Commissie werd voorgelegd aan de Raad Algemene Zaken van februari Het was een samenvatting van mogelijke positieve initiatieven die uit de besprekingen tussen de Commissie en de lidstaten naar voren waren gekomen en er werd ook ingegaan op de kwestie van de financiële kloof tussen het huidige niveau van officiële ontwikkelingshulp en de omvang die nodig is om te kunnen voldoen aan de ontwikkelingsdoelstellingen voor het millennium. Dit verslag en de activiteiten van 9 Raad Algemene Zaken, januari

21 de lidstaten zorgden voor een positieve EU-bijdrage aan de conferentie voor ontwikkelingsfinanciering Met andere donors In het kader van de gezamenlijke topontmoetingen van de EU en de VS, de EU en Canada en de EU en Japan is de Commissie samen met andere donors van start gegaan met verschillende initiatieven met bijzondere aandacht voor de regio van de Grote Meren en Afghanistan. Bovendien zijn er verschillende ontmoetingen op hoog niveau geweest om de samenwerking met Noorwegen te verbeteren. De Commissie gaat verder met haar onderzoek naar proefmodellen ten behoeve van versterking van de samenwerking met andere donors. Er is een eerste initiatief geweest waarbij Japanse functionarissen zijn uitgenodigd in de Commissie. Harmonisatie van de donorprocedures is een belangrijk onderdeel voor de verbetering van de coördinatie, doelmatigheid en eigen inbreng van het ontvangende land. In dit verband is de Commissie samen met de lidstaten en DAC begonnen met voorbereidende werkzaamheden. Via nieuwe onderhandelingen inzake de Algemene Kaderovereenkomst en herziening van het Financieel Reglement wordt een vergelijkbare inspanning geleverd met betrekking tot de VN Met de VN Om de coördinatie met de Verenigde Naties te versterken en zodoende de complementariteit te verbeteren, voert de Commissie een uitvoerige beleidsdialoog en onderhandelingen over de verbetering van de Algemene Kaderovereenkomst van de EG/VN. Dit is gebeurd via vergaderingen met, onder andere, UNHCR, IAB, UNDP, UNICEF, UN-NADAFF, FAO, WHO, WFP, IFAD en UNESCO. In 2001 hechtte de Commissie haar goedkeuring aan een mededeling inzake Opbouw van een doeltreffend partnerschap met de Verenigde Naties op het gebied van ontwikkeling en humanitaire aangelegenheden. 10 e algehele doelstelling (verbetering van de samenwerking tussen EG en VN) werd bekrachtigd door de Raad Ontwikkeling van 31 mei De nieuwe aanpak zal leiden tot een versterking van de inbreng van de EG in de beleidsdialoog en tot een doeltreffender, doorzichtiger, financieel voorspelbaar en gemakkelijker te controleren operationeel partnerschap met organisaties, fondsen en programma s van de VN. Als vervolg op deze mededeling heeft de Commissie een brede analyse uitgevoerd naar het kernmandaat en de kerncapaciteiten van de organisaties, fondsen en programma s van de VN. Op basis hiervan zal de Commissie voorstellen, in samenspraak met de lidstaten en daar waar er een toegevoegde waarde is binnen gemeenschappelijk vastgestelde beleidsdoelstellingen, om door de oprichting van een strategisch partnerschap de samenwerking met VN-organen te versterken. De verdeling van werk tussen donors zal dan ook worden gebaseerd op de selectiecriteria van het kernmandaat en zich richten op comparatief voordeel, toegevoegde waarde en complementariteit Met de instellingen van Bretton-Woods In het kader van het proces van totstandkoming van strategiedocumenten voor armoedebestrijding zijn er zowel tussen personeel als op beheersniveau intensieve 10 Mededeling van de Commissie inzake "Opbouw van een doeltreffend partnerschap met de Verenigde Naties op het gebied van ontwikkeling en humanitaire aangelegenheden" (COM(2001) 231 van ) 20

22 contacten geweest met het IMF en de Wereldbank. Als vervolg op de bijeenkomsten van IMF/WB in september van het vorig jaar in Brussel inzake de strategiedocumenten voor armoedebestrijding, werd Washington in januari bezocht door een team van de EG dat is belast met strategiedocumenten voor armoedebestrijding. Door de medefinancieringsovereenkomst voor strategiedocumenten voor armoedebestrijding 11 in enkele proeflanden zorgde de missie voor een aanzienlijke verbetering van de coördinatie van het proces van totstandkoming van strategiedocumenten voor armoedebestrijding en voor versterking van de samenwerking inzake steun voor het beheer van overheidsfinanciën. Er is ook vooruitgang geboekt inzake convergentie van inzichten over het belang van op resultaten gebaseerde voorwaarden. De plannen met betrekking tot het beheer van overheidsfinanciën hebben geleid tot het opzetten van het Programma inzake overheidsuitgaven en financiële controle, gesteund door de Bank, de EG en DFID, dat gedeeltelijk wordt gefinancierd door een EG-bijdrage van 1,9 miljoen euro aan een trustfonds. Aan de andere kant was aan het eind van het jaar de medefinanciering van de steunkredieten voor armoedebestrijding (Poverty Reduction Strategy Credit). Dit werd grotendeels veroorzaakt door het feit dat slechts drie landen (waarvan twee ACS-landen) een steunkrediet voor armoedebestrijding hadden ontvangen, alsmede door het feit dat de samenwerking ter plaatse soms niet voldeed aan de verwachtingen. Ondertussen is de EG betrokken bij gezamenlijke begrotingssteun met andere donors, hetgeen in zekere mate een beperking betekent voor de toekomstige mogelijkheden van medefinanciering van strategiedocumenten voor armoedebestrijding met de Bank. In 2001 waren er een aantal contacten op hoog niveau, zoals het bezoek dat de president van de Wereldbank, James Wolfensohn, in november bracht aan de Commissie. Door haar deelname aan het initiatief voor arme landen met een schuldenlast (HIPC-initiatief), is de EG de grootste bijdrager geworden aan de door de Wereldbank beheerde trustfondsen. Er vonden dat jaar veel uiteenlopende contacten plaats tussen de Bank en de Commissie, vooral in het kader van sectorale coördinatie en speciale initiatieven, zoals de reeds lang bestaande gezamenlijke betrokkenheid bij het Speciaal partnerschap voor Afrika (SPA). 11 Steunkrediet voor armoedebestrijding, nieuw programmatisch kredietinstrument van de Wereldbank voor landen met een nationaal strategiedocument. 21

23 2. VOORTGANG BIJ HET BEREIKEN VAN DE ONTWIKKELINGSDOELSTELLINGEN De Millenniumverklaring waarmee in totaal 147 staatshoofden en regeringsleiders en 189 landen tijdens de Millenniumtop van september 2000 hebben ingestemd, is een historische overeenkomst die vorm geeft aan de hedendaagse internationale inspanningen inzake ontwikkelingssamenwerking, inclusief die van de Europese Gemeenschap. De ontwikkelingsdoelstellingen voor het millennium die zijn opgenomen in de Verklaring en zijn uitgewerkt in de wegenkaart van de VN - ten behoeve van de uitvoering van de Verklaring - bieden een gemeenschappelijk kader om zich te richten op de vooruitgang van ontwikkeling en deze te meten. Deze doelstellingen, die voortkomen uit de overeenkomsten en resoluties van VN-conferenties in het afgelopen decennium, zoals de internationale ontwikkelingsdoelstellingen uit de jaren negentig, worden ook onderschreven door de meeste belangrijke multilaterale organisaties. Ze hebben derhalve een ongekende legitimiteit In dit hoofdstuk wordt uiteengezet hoe de EG samenwerkt met anderen, om de ontwikkelingsdoelstellingen voor het millennium alsook de inhoud van de specifieke doelstellingen van het nieuwe EG-ontwikkelingsbeleid te bereiken waartoe in november 2000 is besloten. Hoewel er nog steeds grote inspanningen zijn vereist om de statistische capaciteit in de ontwikkelingslanden te verbeteren, is er overeenstemming bereikt over een systeem om de vooruitgang te volgen van het resultaat van de ontwikkelingsdoelstellingen voor het millennium. De beschikbare gegevens tonen een ongelijke vooruitgang in de regio s en tussen de verschillende doelstellingen (paragraaf 2.1). De uitroeiing van armoede is de eerste doelstelling in het ontwikkelingsbeleid van de EG zelf, waarover in november 2000 overeenstemming is bereikt (paragraaf 2.2). Om de bijdrage aan de ontwikkelingsdoelstellingen voor het millennium en andere beleidsdoelstellingen te kunnen monitoren, ontwikkelt de EG een systeem van indicatoren waarmee de landenprestaties kunnen worden gecontroleerd (paragraaf 2.3). Ook de toewijzing van middelen uit het EGontwikkelingsprogramma aan landen met een laag inkomen en aan prioritaire sectoren wordt gecontroleerd (paragraaf 2.4). Om de effecten ervan te vergroten richt de EG haar hulp op zes prioritaire gebieden (paragraaf 2.5). Naast deze kerngebieden worden er in de ontwikkelingsactiviteiten belangrijke transversale onderwerpen opgenomen zoals: mensenrechten, gelijke kansen voor mannen en vrouwen, milieu en conflictpreventie (paragraaf 2.6) De ontwikkelingsdoelstellingen voor het millennium Ondanks dat er sprake is van enige verbetering zijn de statistische gegevens over de voortgang die wordt geboekt met het bereiken van de ontwikkelingsdoelstellingen 12 voor het millennium schaars. Op wereldniveau wordt de voortgang door een aantal organisaties gevolgd, met name door de VN, de Wereldbank en de Commissie voor ontwikkelingsbijstand (Development Assistance Committee, DAC) van de OESO. De Commissie steunt, samen met andere donors, de inspanningen om in veel ontwikkelingslanden en -regio s de statistische capaciteit te verbeteren. Uit de beschikbare gegevens komt naar voren dat er nog een lange weg moet worden gegaan alvorens de internationale gemeenschap de ontwikkelingsdoelstellingen voor 12 zie: 22

24 het millennium kan behalen. De vooruitzichten variëren per regio en per doelstelling. De vooruitgang in Afrika bezuiden de Sahara blijft achter bij de rest van de wereld. Vooruitgang bij het bereiken van de ontwikkelingsdoelstellingen. ARMOEDE ONDERWIJS 23

25 GENDERGELIJKHEID KINDERSTERFTE 24

26 GEZONDHEID VAN DE MOEDER AIDS 25

27 MILIEU Bron: Wereldbank Er is vooruitgang geboekt bij de bestrijding van extreme armoede, met name in Azië. Er ontstaan echter grote tegenstellingen tussen Afrika bezuiden de Sahara en het grootste deel van de rest van de wereld. De armoedecijfers in Oost-Europa en Centraal-Azië zijn relatief bescheiden, maar zijn snel gestegen. De inschrijvingen voor basisonderwijs verbeteren, maar er is nog een lange weg te gaan in het Midden-Oosten, Noord-Afrika, Zuid-Azië en Afrika bezuiden de Sahara. Waar het de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij schoolinschrijvingen betreft, gaan Zuid-Azië en Afrika bezuiden de Sahara slechts langzaam vooruit. De verslechtering in de ratio van schoolgaande meisjes en jongens in Latijns-Amerika is te betreuren. De kindersterfte neemt af, maar niet overal snel genoeg om de doelstelling voor 2015 te halen. Ook hier is met name de situatie in Afrika bezuiden de Sahara zorgelijk. Gebrekkige kraamzorg in Afrika bezuiden de Sahara lijkt een van de belangrijkste oorzaken hiervan. De beschikbaarheid van drinkwater en riolering is in veel landen, met name in rurale gebieden, nog een probleem Armoedebestrijding In de verklaring van de Raad en de Commissie over het ontwikkelingsbeleid van de Europese Gemeenschap van november wordt bepaald dat de bestrijding en uiteindelijk uitroeiing van armoede de belangrijkste doelstelling van het ontwikkelingsbeleid van de Europese Gemeenschap is. Deze doelstelling brengt steun met zich mee voor duurzame economische, sociale en milieuontwikkeling, bevordering van de geleidelijke integratie van de ontwikkelingslanden in de wereldeconomie en vastberadenheid om ongelijkheid te bestrijden

ISSN X. Europese Commissie. Jaarverslag inzake het communautair ontwikkelingsbeleid en de tenuitvoerlegging van de buitenlandse hulp

ISSN X. Europese Commissie. Jaarverslag inzake het communautair ontwikkelingsbeleid en de tenuitvoerlegging van de buitenlandse hulp ISSN 1725-115X Europese Commissie Jaarverslag 2001 inzake het communautair ontwikkelingsbeleid en de tenuitvoerlegging van de buitenlandse hulp Europese Commissie Dienst voor Samenwerking EuropeAid Rue

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT ACP 105 COAFR 81 CODEC 816

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT ACP 105 COAFR 81 CODEC 816 EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Straatsburg, 27 oktober 2004 (OR. en) 2003/0245 (COD) LEX 583 PE-CONS 3673/1/04 REV 1 ACP 105 COAFR 81 CODEC 816 VERORDENING (EG) Nr..../2004 VAN HET EUROPEES

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 oktober 2005 (06.10) (OR. en) 12916/05 Interinstitutioneel dossier: 2005/0195 (CNS) ECOFIN 300 RELEX 496

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 oktober 2005 (06.10) (OR. en) 12916/05 Interinstitutioneel dossier: 2005/0195 (CNS) ECOFIN 300 RELEX 496 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 3 oktober 2005 (06.10) (OR. en) 12916/05 Interinstitutioneel dossier: 2005/0195 (CNS) ECOFIN 300 RELEX 496 VOORSTEL van: de Commissie d.d.: 30 september 2005 Betreft:

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 april 2007 (17.04) (OR. en) 8340/07 DEVGEN 51 RELEX 232 FIN 173 WTO 67

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 april 2007 (17.04) (OR. en) 8340/07 DEVGEN 51 RELEX 232 FIN 173 WTO 67 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 april 2007 (17.04) (OR. en) 8340/07 DEVGEN 51 RELEX 232 FIN 173 WTO 67 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal

Nadere informatie

15293/08 cle/gra/jv 1 DG E II

15293/08 cle/gra/jv 1 DG E II RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 november 2008 (12.10) (OR. fr) 15293/08 DEVGEN 210 ACP 219 RELEX 868 CDR 115 NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad d.d.: 11 november 2008 nr. vorig doc.:

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 juni 2008 (13.06) (OR. fr) Interinstitutioneel dossier: 2008/0110 (COD) 10637/08 ADD 2 AGRILEG 104 CODEC 769 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU,

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD Brussel, 17.5.2010 COM(2010)233 definitief 2010/0125 (NLE) betreffende de sluiting van een protocol bij de Euro-mediterrane overeenkomst

Nadere informatie

9635/17 mou/gys/ln 1 DG E 1C

9635/17 mou/gys/ln 1 DG E 1C Raad van de Europese Unie Brussel, 24 mei 2017 (OR. en) 9635/17 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 24 mei 2017 aan: nr. vorig doc.: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties CULT 76 RELEX

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 12 juli 2006 (13.07) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 11603/06 LIMITE YU 3 COWEB 159

PUBLIC. Brussel, 12 juli 2006 (13.07) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 11603/06 LIMITE YU 3 COWEB 159 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 juli 2006 (13.07) (OR. en) 11603/06 LIMITE PUBLIC YU 3 COWEB 159 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal

Nadere informatie

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 10.7.2017 JOIN(2017) 24 final 2017/0157 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Nadere informatie

7935/17 rts/van/fb 1 DG E - 1C

7935/17 rts/van/fb 1 DG E - 1C Raad van de Europese Unie Brussel, 5 april 2017 (OR. en) 7935/17 CULT 34 RELEX 290 DEVGEN 54 COMPET 236 ENFOCUSTOM 92 EDUC 131 COHOM 46 NOTA van: aan: nr. vorig doc.: Betreft: het secretariaat-generaal

Nadere informatie

Over de passage tussen haken op de bladzijden 2-3 is nog geen overeenstemming bereikt.

Over de passage tussen haken op de bladzijden 2-3 is nog geen overeenstemming bereikt. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 19 november 2003 (21.11) (OR. en) 15014/03 ECOFIN 353 FIN 519 RELEX 437 NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad het Coreper/de RAAD Ontwerp-verslag

Nadere informatie

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A Raad van de Europese Unie Brussel, 20 november 2015 14129/15 SOC 668 EMPL 438 ECOFIN 853 POLGEN 166 NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e

Nadere informatie

AMENDEMENTEN 1-7. NL In verscheidenheid verenigd NL 2014/2075(DEC) Ontwerpadvies Linda McAvan (PE v01-00)

AMENDEMENTEN 1-7. NL In verscheidenheid verenigd NL 2014/2075(DEC) Ontwerpadvies Linda McAvan (PE v01-00) EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie ontwikkelingssamenwerking 16.12.2014 2014/2075(DEC) AMENDEMENTEN 1-7 Linda McAvan (PE541.411v01-00) inzake het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene

Nadere informatie

8461/17 nes/ons/sl 1 DGG 2B

8461/17 nes/ons/sl 1 DGG 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 25 april 2017 (OR. en) 8461/17 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 25 april 2017 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.: 7875/17 + ADD

Nadere informatie

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE EUROPESE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 13.4.2015 JOIN(2015) 10 final 2015/0073 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 oktober 2006 (17.10) (OR. en) 13651/06 SOC 447 NOTA

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 oktober 2006 (17.10) (OR. en) 13651/06 SOC 447 NOTA RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 6 oktober 2006 (17.10) (OR. en) 13651/06 SOC 447 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap de Groep sociale vraagstukken Toetsing van de uitvoering door de lidstaten

Nadere informatie

9895/19 mak/van/hh 1 ECOMP.2B

9895/19 mak/van/hh 1 ECOMP.2B Raad van de Europese Unie RESULTAAT BESPREKINGEN van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.: 9101/19 + COR 1 Nr. Comdoc.: COM(2019) 21 final - doc. 5927/19 + ADD 1 Betreft:

Nadere informatie

HANDELINGEN VAN BIJ INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN INGESTELDE ORGANEN

HANDELINGEN VAN BIJ INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN INGESTELDE ORGANEN Publicatieblad van de Europese Unie L 148 Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 61e jaargang 13 juni 2018 Inhoud II Niet-wetgevingshandelingen VERORDENINGEN Verordening (EU) 2018/863 van de Commissie

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 januari 2009 (20.01) (OR. en) 5365/09 DEVGE 9 RELEX 36 ACP 14 AGRI 16 ALIM 1 PROBA 2 FAO 1

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 januari 2009 (20.01) (OR. en) 5365/09 DEVGE 9 RELEX 36 ACP 14 AGRI 16 ALIM 1 PROBA 2 FAO 1 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 19 januari 2009 (20.01) (OR. en) 5365/09 DEVGE 9 RELEX 36 ACP 14 AGRI 16 ALIM 1 PROBA 2 FAO 1 OTA I/A-PU T van: de Groep ontwikkelingssamenwerking aan: het COREPER/de

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117 NOTA I/A-PUNT van: het secretariaat-generaal aan: het Coreper / de Raad nr. vorig doc.: 12712/3/12

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 31.05.2001 COM(2001) 289 definitief MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD Strategie ter voorbereiding van de kandidaat-lidstaten

Nadere informatie

10667/16 oms/hh 1 DGG 2B

10667/16 oms/hh 1 DGG 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 27 juni 2016 (OR. en) 10667/16 RESULTAAT BESPREKINGEN van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties FSTR 35 FC 29 REGIO 42 SOC 434 AGRISTR 36 PECHE 243

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 juli 2012 (24.07) (OR. en) 12740/12 Interinstitutioneel dossier: 2011/0411 (COD)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 juli 2012 (24.07) (OR. en) 12740/12 Interinstitutioneel dossier: 2011/0411 (COD) RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 19 juli 2012 (24.07) (OR. en) 12740/12 Interinstitutioneel dossier: 2011/0411 (COD) CADREFI 354 DEVGE 211 RELEX 703 COASI 132 ASIE 83 COEST 264 CODEC 1940 PE 362 COMAG

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 29 november 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0367 (NLE) 14996/16 VOORSTEL van: ingekomen: 28 november 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: COASI 218 ASIE 88

Nadere informatie

10049/19 mey/gra/fb 1 ECOMP.2.B

10049/19 mey/gra/fb 1 ECOMP.2.B Raad van de Europese Unie Brussel, 7 juni 2019 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2018/0196(COD) 10049/19 NOTA van: aan: het voorzitterschap FSTR 106 REGIO 142 FC 46 CADREFIN 267 RELEX 583 SOC 443 PECHE

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 juni 2008 (12.06) (OR. en) 10616/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0095 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 juni 2008 (12.06) (OR. en) 10616/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0095 (COD) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 juni 2008 (12.06) (OR. en) 10616/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0095 (COD) COEST 125 COMAG 16 PESC 778 RELEX 441 FIN 225 DEVGEN 108 MED 36 VOORSTEL van: de Europese

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.3.2014 C(2014) 1410 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van 11.3.2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 maart 2002 (13.03) (OR. fr) 7122/02 Interinstitutioneel dossier: 2002/0056 (ACC) PECOS 68 PECHE 61

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 maart 2002 (13.03) (OR. fr) 7122/02 Interinstitutioneel dossier: 2002/0056 (ACC) PECOS 68 PECHE 61 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 maart 2002 (13.03) (OR. fr) 7122/02 Interinstitutioneel dossier: 2002/0056 (ACC) PECOS 68 PECHE 61 INGEKOMEN DOCUMENT van: voor de secretaris-generaal van de Europese

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 september 2001 (25.09) (OR. fr) 12015/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0206 (ACC) M 28 PECHE 177

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 september 2001 (25.09) (OR. fr) 12015/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0206 (ACC) M 28 PECHE 177 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 september 2001 (25.09) (OR. fr) 12015/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0206 (ACC) M 28 PECHE 177 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Bernhard ZEPTER, adjunct-secretaris-generaal

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0051 (NLE) 6144/15 VOORSTEL van: ingekomen: 3 maart 2015 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: SOC 70 EMPL 31 ECOFIN 97 EDUC

Nadere informatie

GEZAMENLIJK BESLUIT VAN DE EUROPESE COMMISSIE EN DE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID

GEZAMENLIJK BESLUIT VAN DE EUROPESE COMMISSIE EN DE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 27.8.2015 JOIN(2015) 32 final GEZAMENLIJK BESLUIT VAN DE EUROPESE COMMISSIE EN DE HOGE VERTEGENWOORDIGER

Nadere informatie

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 21.4.2017 JOIN(2017) 14 final 2017/0084 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.5.2019 COM(2019) 242 final 2019/0116 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in de Raad van Ministers in te nemen standpunt met

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO S

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO S EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 24.10.2017 COM(2017) 650 final ANNEX 4 BIJLAGE bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 21 september 2005 (27.09) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 12470/05 LIMITE JEUN 47 EDUC 134 SOC 355

PUBLIC. Brussel, 21 september 2005 (27.09) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 12470/05 LIMITE JEUN 47 EDUC 134 SOC 355 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 september 2005 (27.09) (OR. en) 12470/05 LIMITE PUBLIC JEUN 47 EDUC 134 SOC 355 NOTA van aan: het voorzitterschap de Groep jeugdzaken Nr. vorig doc.: 11409/05

Nadere informatie

10997/19 DAU/cg 1 RELEX.1.B

10997/19 DAU/cg 1 RELEX.1.B Raad van de Europese Unie Brussel, 8 juli 2019 (OR. en) 10997/19 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 8 juli 2019 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.: 9233/19 Betreft:

Nadere informatie

DOC herzien NL-7978

DOC herzien NL-7978 0 EUROPESE COMMISSIE DG WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN Werkgelegenheidsstrategie en Europees Sociaal Fonds - Beleidsontwikkeling en coördinatie ESF, plaatselijke ontwikkeling en sociale economie - ESF-comités

Nadere informatie

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/2169(DEC) 3.2.2011

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/2169(DEC) 3.2.2011 EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie begrotingscontrole 2010/2169(DEC) 3.2.2011 ONTWERPVERSLAG over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Waarnemingscentrum voor

Nadere informatie

Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp (DGD) DGD EN DE ONTWIKKELINGSACTOREN

Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp (DGD) DGD EN DE ONTWIKKELINGSACTOREN Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp (DGD) DGD EN DE ONTWIKKELINGSACTOREN STRUCTUUR VAN DE PRESENTATIE: 1. DIVERSITEIT EN DIFFERENTIATIE VAN DE ONTWIKKELINGSACTOREN Actoren van

Nadere informatie

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij de VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij de VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.12.2011 SEC(2011) 1476 definitief WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING bij de VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 juli 2014 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 juli 2014 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 8 juli 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2014/0186 (E) 11290/14 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: ACP 109 COAFR 184 PESC 677 RELEX 538 BESLUIT

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS) N 20 CORDROGUE 27 FISC 45 BUDGET 13 SAN 71 VOORSTEL van: de Commissie d.d.: 14 maart

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 januari 2009 (21.01) (OR. en) 5524/09 SOC 25 COMPET 25

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 januari 2009 (21.01) (OR. en) 5524/09 SOC 25 COMPET 25 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 20 januari 2009 (21.01) (OR. en) 5524/09 SOC 25 COMPET 25 I GEKOME DOCUME T van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 september 2008 (18.09) (OR. en) 13187/08 FSTR 20 FC 5 REGIO 25 SOC 516

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 september 2008 (18.09) (OR. en) 13187/08 FSTR 20 FC 5 REGIO 25 SOC 516 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 18 september 2008 (18.09) (OR. en) 13187/08 FSTR 20 FC 5 REGIO 25 SOC 516 VOORSTEL van: de Commissie d.d.: 16 september 2008 Betreft: Voorstel voor een Verordening (EG)

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen

Nadere informatie

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/2184(DEC)

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/2184(DEC) EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie begrotingscontrole 2010/2184(DEC) 3.2.2011 ONTWERPVERSLAG over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Communautair Bureau voor visserijcontrole

Nadere informatie

Hoofdpunten. Jaar. overhetontwikkelingsbeleidvandeeuropese Gemeenschap en de tenuitvoerlegging van de EUROPESECOMMISSIE

Hoofdpunten. Jaar. overhetontwikkelingsbeleidvandeeuropese Gemeenschap en de tenuitvoerlegging van de EUROPESECOMMISSIE Hoofdpunten Jaar 2007 overhetontwikkelingsbeleidvandeeuropese Gemeenschap en de tenuitvoerlegging van de externebijstandin2006 EUROPESECOMMISSIE Achterindezepublicatievindtueencd rommetdevolledigeversievanhetjaarverslag2007inhetengelsenhetfrans,deeu

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 19 juli 2005 (OR. fr) 10752/05 ACP 92 FIN 238 PTOM 29 DEVGEN 135 ENV 334 OC 490

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 19 juli 2005 (OR. fr) 10752/05 ACP 92 FIN 238 PTOM 29 DEVGEN 135 ENV 334 OC 490 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 19 juli 2005 (OR. fr) 10752/05 ACP 92 FIN 238 PTOM 29 DEVGEN 135 ENV 334 OC 490 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Besluit van de Raad tot vrijgeving

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 maart 2010 (19.03) (OR. en) 7701/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0053 (NLE) ACP 66 PTOM 10 COAFR 102

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 maart 2010 (19.03) (OR. en) 7701/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0053 (NLE) ACP 66 PTOM 10 COAFR 102 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 18 maart 2010 (19.03) (OR. en) 7701/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0053 (NLE) ACP 66 PTOM 10 COAFR 102 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 18 maart 2010 Betreft:

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 11 november 1999 (15.12) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 11662/99 LIMITE OJ/CONS 52 JAI 84

PUBLIC. Brussel, 11 november 1999 (15.12) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 11662/99 LIMITE OJ/CONS 52 JAI 84 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 november 1999 (15.12) (OR. en) 11662/99 LIMITE PUBLIC OJ/CONS 52 JAI 84 ONTWERP-NOTULEN Betreft: 2203e zitting van de Raad (justitie en binnenlandse zaken),

Nadere informatie

GVB-hervorming: een nieuwe strategie voor beter wetenschappelijk advies ten behoeve van het visserijbeheer

GVB-hervorming: een nieuwe strategie voor beter wetenschappelijk advies ten behoeve van het visserijbeheer IP/03/297 Brussel, 28 februari 2003 GVB-hervorming: een nieuwe strategie voor beter wetenschappelijk advies ten behoeve van het visserijbeheer De Europese Commissie heeft een Mededeling voorgesteld om

Nadere informatie

Op 24 mei 2005 heeft de Raad (RAZEB), in zijn samenstelling van ministers van Ontwikkelingssamenwerking, de conclusies in bijlage I aangenomen.

Op 24 mei 2005 heeft de Raad (RAZEB), in zijn samenstelling van ministers van Ontwikkelingssamenwerking, de conclusies in bijlage I aangenomen. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 mei 2005 (25.05) (OR. en) 9278/05 DEVGEN 92 RELEX 257 SAN 74 ONU 61 ACP 73 NOTA van: het secretariaat-generaal dd: 24 mei 2005 nr. vorig doc.: 9085/05 DEVGEN 88 RELEX

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 20 februari 2018 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 20 februari 2018 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 20 februari 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2018/0036 (NLE) 6321/18 VOORSTEL van: ingekomen: 19 februari 2018 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: RECH 49 MED 3 AGRI

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS) AVIATION 150 RELEX 649 MA 7 VOORSTEL van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur,

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) PUBLIC 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. Begeleidend document bij het

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. Begeleidend document bij het COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 5.12.2007 SEC(2007) 1601 WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE Begeleidend document bij het MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0346 (NLE) 14116/16 COEST 289 WTO 316 VOORSTEL van: ingekomen: 31 oktober 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT WERKDOCUMENT. Commissie cultuur en onderwijs 7.3.2008

EUROPEES PARLEMENT WERKDOCUMENT. Commissie cultuur en onderwijs 7.3.2008 EUROPEES PARLEMENT 2004 Commissie cultuur en onderwijs 2009 7.3.2008 WERKDOCUMENT inzake het voorstel voor het besluit van het Europees Parlement en de Raad tot invoering van een actieprogramma ter verhoging

Nadere informatie

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie ontwikkelingssamenwerking 2011/0207(E) 4.2.2013 *** ONTWERPAANBEVELING over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van de overeenkomst

Nadere informatie

Commissie economische ontwikkeling, financiën en handel ONTWERPVERSLAG

Commissie economische ontwikkeling, financiën en handel ONTWERPVERSLAG PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS-EU Commissie economische ontwikkeling, financiën en handel ACP-UE/101.868/B 19.3.2015 ONTWERPVERSLAG over de financiering van de investeringen en de handel, met

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.11.2017 COM(2017) 644 final 2017/0286 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in het ACS-EU-Comité van ambassadeurs in te nemen

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2002) 38 def.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2002) 38 def. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 februari 2002 (15.02) (OR. fr) 6226/02 Interinstitutioneel dossier: 2002/0033 (ACC) PECOS 47 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Bernhard ZEPTER, adjunct-secretaris-generaal

Nadere informatie

Datum onderteken ing

Datum onderteken ing Datum onderteken ing Datum inwerkingtreding Land Status Vindplaats 1. Albanië In werking 15-04-1994 01-09-1995 1994, 145 2. Algerije In werking 20-03-1997 01-08-2008 2007, 079 3. Argentinië In werking

Nadere informatie

7875/17 oms/rts/sl 1 DGG 2B

7875/17 oms/rts/sl 1 DGG 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 6 april 2017 (OR. en) 7875/17 NOTA van: aan: nr. vorig doc.: 15792/2016 Nr. Comdoc.: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad CADREFIN 37 PECHE 130 FSTR 23 RECH

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 27.9.2013 COM(2013) 663 final 2013/0319 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende overgangsmaatregelen voor het beheer van het EOF tussen 1 januari 2014 en de

Nadere informatie

10279/17 PAU/ev 1 DG C 1

10279/17 PAU/ev 1 DG C 1 Raad van de Europese Unie Brussel, 19 juni 2017 (OR. en) 10279/17 DEVGEN 135 ACP 59 RELEX 528 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 19 juni 2017 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr.

Nadere informatie

Brussel, 29 juni 2001 (OR. en) ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN REPUBLIEK TSJECHIË UE-CZ 1710/01

Brussel, 29 juni 2001 (OR. en) ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN REPUBLIEK TSJECHIË UE-CZ 1710/01 ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN REPUBLIEK TSJECHIË - De Associatieraad - Brussel, 29 juni 2001 (OR. en) UE-CZ 1710/01 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Besluit van de Associatieraad

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument 11.1.2006 B6-0038/2006 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B6-0345/2005

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument 11.1.2006 B6-0038/2006 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B6-0345/2005 EUROPEES PARLEMENT 2004 Zittingsdocument 2009 11.1.2006 B6-0038/2006 ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B6-0345/2005 ingediend overeenkomstig artikel 108, lid 5 van het

Nadere informatie

13645/1/16 REV 1 ev 1 DG E 1C

13645/1/16 REV 1 ev 1 DG E 1C Raad van de Europese Unie Brussel, 3 november 2016 (OR. en) 13645/1/16 REV 1 SPORT 72 FREMP 170 RELEX 884 NOTA van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers/de

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 oktober 2000 (31.10) (OR. fr) 11037/2/00 REV 2 LIMITE ENFOPOL 58

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 oktober 2000 (31.10) (OR. fr) 11037/2/00 REV 2 LIMITE ENFOPOL 58 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 27 oktober 2000 (31.10) (OR. fr) 11037/2/00 REV 2 LIMITE ENFOPOL 58 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité van artikel 36 nr. vorig doc.: 11037/1/00 ENFOPOL 58

Nadere informatie

8792/1/16 REV 1 dui/cle/as 1 DG G 2B

8792/1/16 REV 1 dui/cle/as 1 DG G 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 23 mei 2016 (OR. en) 8792/1/16 REV 1 FISC 73 ECOFIN 383 NOTA I/A-PUNT van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers (2e

Nadere informatie

12722/01 HD/nj DG G NL

12722/01 HD/nj DG G NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 oktober 2001 (OR. en) 12722/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0121 (CNS) ECOFIN 264 ENV 490 NIS 73 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Besluit van

Nadere informatie

AANGENOMEN TEKSTEN. Kwijting 2013: Europese Stichting voor opleiding (ETF)

AANGENOMEN TEKSTEN. Kwijting 2013: Europese Stichting voor opleiding (ETF) Europees Parlement 204-209 AANGENOMEN TEKSTEN P8_TA(205)053 Kwijting 203: Europese Stichting voor opleiding (ETF). Besluit van het Europees Parlement van 29 april 205 over het verlenen van kwijting voor

Nadere informatie

DHIsubsidieregeling. China Project Development

DHIsubsidieregeling. China Project Development DHIsubsidieregeling Hoofdpunten Regeling: tender Bedrijfsactiviteit: investering en export (kapitaal) goederen Doelmarkt: opkomende landen en ontwikkelingslanden (DGGF- land) Subsidiedoel: concreet project,

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2009 (OR. en) 15137/09 CRIMORG 164 ENFOPOL 271

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2009 (OR. en) 15137/09 CRIMORG 164 ENFOPOL 271 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2009 (OR. en) 15137/09 CRIMORG 164 ENFOPOL 271 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de oprichting van een Europees

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.2.2016 COM(2016) 64 final 2016/0038 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van de Economische Partnerschapsovereenkomst tussen de partnerstaten

Nadere informatie

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 177 E van 27/06/2000

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 177 E van 27/06/2000 bron : http://www.emis.vito.be Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen dd. 27-06-2000 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 177 E van 27/06/2000 Gewijzigd voorstel voor een beschikking

Nadere informatie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.5.2017 COM(2017) 218 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de Commissie wordt gemachtigd onderhandelingen te openen over een akkoord met het Verenigd Koninkrijk

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN JAARVERSLAG 2003 VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN JAARVERSLAG 2003 VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 3.9.2003 COM(2003) 527 definitief JAARVERSLAG 2003 VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT INZAKE HET COMMUNAUTAIR ONTWIKKELINGSBELEID EN

Nadere informatie

11558/02 jv 1 DG G I

11558/02 jv 1 DG G I RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 augustus 2002 (28.08) (OR. fr) 11558/02 FISC 216 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Sylvain BISARRE, directeur, namens de secretaris-generaal van de Europese Commissie

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN KREDIETOVERSCHRIJVING NR. DEC 42/2009 NIET-VERPLICHTE UITGAVEN

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN KREDIETOVERSCHRIJVING NR. DEC 42/2009 NIET-VERPLICHTE UITGAVEN COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ALGEMENE BEGROTING 2009 AFDELING III COMMISSIE TITELS 01, 21 BRUSSEL, 16/10/2009 KREDIETOVERSCHRIJVING NR. DEC 42/2009 NIET-VERPLICHTE UITGAVEN EUR VAN HOOFDSTUK

Nadere informatie

12071/18 mak/nes/cg 1 ECOMP.3.C.

12071/18 mak/nes/cg 1 ECOMP.3.C. Raad van de Europese Unie Brussel, 14 september 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2018/0224(COD) 12071/18 NOTA van: aan: het voorzitterschap Nr. Comdoc.: 9865/18 + ADD 1 Betreft: RECH 372 COMPET

Nadere informatie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.12.2017 COM(2017) 830 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot aanvulling van het Besluit van de Raad van 22 mei 2017 waarbij machtiging wordt verleend tot het

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT ONTWERPADVIES. Commissie begrotingscontrole VOORLOPIGE VERSIE 2004/2209(INI) van de Commissie begrotingscontrole

EUROPEES PARLEMENT ONTWERPADVIES. Commissie begrotingscontrole VOORLOPIGE VERSIE 2004/2209(INI) van de Commissie begrotingscontrole EUROPEES PARLEMENT 2004 ««««««««««««Commissie begrotingscontrole 2009 28.1.2005 VOORLOPIGE VERSIE 2004/2209(INI) ONTWERPADVIES van de Commissie begrotingscontrole aan de Tijdelijke Commissie beleidsuitdagingen

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 18 november 2003

Nadere informatie

PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS-EU

PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS-EU PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS-EU Commissie sociale zaken en milieu 19 september 2003 APP 3590/1-16 AMENDEMENTEN 1-16 Ontwerpverslag (APP 3590) Joaquim Miranda en Gado Boureïma (Niger) over duurzaam

Nadere informatie

- de voorlopige agenda van de zitting in document EEE 1605/03 (zie bijlage I);

- de voorlopige agenda van de zitting in document EEE 1605/03 (zie bijlage I); RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 2 oktober 2003 (07.10) (OR. en) 13164/03 EEE 40 NOTA I/A-PUNT van: de Groep Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) d.d.: 2 oktober 2003 aan: COREPER II/de Raad Betreft:

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.9.2014 COM(2014) 576 final 2014/0265 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot ondertekening en voorlopige toepassing van de economische partnerschapsovereenkomst (EPO)

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD Brussel, 19.4.2010 COM(2010)153 definitief 2010/0083 (NLE) betreffende de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese

Nadere informatie

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 28.11.2016 JOIN(2016) 54 final 2016/0366 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 mei 2014 (OR. en) 10071/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0134 (NLE) AVIATION 120 COEST 175 NIS 27 RELEX 437

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 mei 2014 (OR. en) 10071/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0134 (NLE) AVIATION 120 COEST 175 NIS 27 RELEX 437 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 mei 2014 (OR. en) 10071/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0134 (NLE) AVIATION 120 COEST 175 NIS 27 RELEX 437 BEGELEIDENDE NOTA van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU,

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 augustus 2004 ( ) (OR. fr) 11944/04 SOC 373

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 augustus 2004 ( ) (OR. fr) 11944/04 SOC 373 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 27 augustus 2004 (23.08.2005) (OR. fr) 11944/04 SOC 373 INGEKOMEN DOCUMENT van: mevrouw Patricia BUGNOT, directeur, namens de secretaris-generaal van de Europese Commissie

Nadere informatie

Conclusies van de Raad betreffende de bestrijding van het tabaksgebruik

Conclusies van de Raad betreffende de bestrijding van het tabaksgebruik RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 1999 (OR. en) 12545/1/99 REV 1 LIMITE SAN 171 Betreft : Conclusies van de Raad betreffende de bestrijding van het tabaksgebruik DG I CONCLUSIES VAN DE RAAD

Nadere informatie

Voorontwerp van decreet tot wijziging en optimalisatie van diverse bepalingen van het kaderdecreet van 22 juni 2007 inzake ontwikkelingssamenwerking

Voorontwerp van decreet tot wijziging en optimalisatie van diverse bepalingen van het kaderdecreet van 22 juni 2007 inzake ontwikkelingssamenwerking Voorontwerp van decreet tot wijziging en optimalisatie van diverse bepalingen van het kaderdecreet van 22 juni 2007 inzake ontwikkelingssamenwerking DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de minister-president

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 april 2002 (02.05) (OR. en) 8318/02 LIMITE PROCIV 16 FSTR 3

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 april 2002 (02.05) (OR. en) 8318/02 LIMITE PROCIV 16 FSTR 3 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 april 2002 (02.05) (OR. en) 8318/02 LIMITE PROCIV 16 FSTR 3 RESULTAAT BESPREKINGEN van: Groep civiele bescherming d.d.: 16 april 2002 nr. vorig doc.: 7573/02 prociv

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2008) 507 definitief.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2008) 507 definitief. RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 26 augustus 2008 (27.08) (OR. fr) 12514/08 RECH 237 ATO 66 USA 35 I GEKOME DOCUME T van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese

Nadere informatie

9452/16 dau/roe/sv 1 DG G 2B

9452/16 dau/roe/sv 1 DG G 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 25 mei 2016 (OR. en) 9452/16 FISC 85 ECOFIN 502 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 25 mei 2016 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.:

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij het. Gezamenlijk voorstel voor een Besluit van de Raad

BIJLAGEN. bij het. Gezamenlijk voorstel voor een Besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 10.7.2017 JOIN(2017) 23 final ANNEXES 1 to 2 BIJLAGEN bij het Gezamenlijk voorstel voor een Besluit

Nadere informatie