10667/16 oms/hh 1 DGG 2B

Transcriptie

1 Raad van de Europese Unie Brussel, 27 juni 2016 (OR. en) 10667/16 RESULTAAT BESPREKINGEN van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties FSTR 35 FC 29 REGIO 42 SOC 434 AGRISTR 36 PECHE 243 CADREFIN 38 nr. vorig doc.: 9869/16 FSTR 22 FC 18 REGIO 29 SOC 383 AGRISTR 26 PECHE 203 CADREFIN 31 Betreft: Een stedenagenda voor de EU - Conclusies van de Raad (24 juni 2016) Voor de delegaties gaan in de bijlage de conclusies van de Raad over "Een stedenagenda voor de EU", die de Raad tijdens zijn 3478e zitting op 24 juni 2016 heeft aangenomen /16 oms/hh 1 DGG 2B NL

2 BIJLAGE Conclusies van de Raad over een stedenagenda voor de EU DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 1. HERINNERT AAN zijn conclusies van 18 november 2014 inzake het zesde cohesieverslag, en in het bijzonder punt 32, waarin de Raad de Commissie en de lidstaten aanmoedigt om te blijven werken aan een EU-stedenagenda, onder volledige toepassing van het subsidiariteitsbeginsel en met volledige inachtneming van de bevoegdheden krachtens de EU-Verdragen alsmede rekening houdend met de intergouvernementele samenwerking op dit vlak. 2. HERINNERT AAN de conclusies van het werkdocument van de diensten van de Commissie over de resultaten van de openbare raadpleging over de belangrijkste elementen van een EUstedenagenda 1, waarin de Commissiediensten aangeven welke maatregelen zij voornemens zijn te treffen. 3. HERINNERT AAN de Resolutie van het Europees Parlement van 9 september 2015 over de stedelijke dimensie van EU-beleid 2, waarin het Europees Parlement het belang van een Europese stedenagenda benadrukt. 4. VERWIJST NAAR zijn conclusies van 12 mei 2016 over de nieuwe stedenagenda die in het kader van de derde conferentie van de Verenigde Naties over huisvesting en duurzame stadsontwikkeling (Habitat III) werd opgesteld. 5. ONDERSTREEPT het belang en de diversiteit van stedelijke gebieden in alle formaten en contexten in de EU, alsook het belang van samenwerking binnen functionele stedelijke gebieden en tussen stad en platteland om de doelstellingen van de Unie en daarmee verband houdende nationale prioriteiten te verwezenlijken. 1 2 Doc. 9395/1/15 REV 1. (2014/2213(INI)) /16 oms/hh 2

3 6. BENADRUKT dat de stedenagenda voor de EU (hierna: stedenagenda) vooral toegespitst zal zijn op algemene EU-doelstellingen en -uitdagingen die voor alle lidstaten relevant zijn en dat daarin rekening zal worden gehouden met de uiteenlopende stedelijke profielen van de lidstaten. 7. ERKENT dat de beleidsmaatregelen inzake stedelijke gebieden elkaar beter moeten aanvullen en dat de stedelijke dimensie ervan moet worden versterkt. 8. ONDERSTREEPT de bijdrage van specifiek EU-beleid, in overeenstemming met de bestaande juridische en institutionele structuren, met name het cohesiebeleid, aan de uitvoering van de stedenagenda, de verwezenlijking van de doelstellingen inzake duurzame stedelijke ontwikkeling en dus ook aan de Europa 2020-doelstellingen. 9. ONDERSTREEPT dat een van de doelstellingen van de stedenagenda erin bestaat de toegankelijkheid en de coördinatie van bestaande financieringsmogelijkheden te verbeteren en te helpen vereenvoudigen. Hiermee worden geen nieuwe EU-financieringsbronnen gecreëerd of hogere toewijzingen aan stedelijke autoriteiten beoogd, noch worden de huidige verdeling van wettelijke bevoegdheden en de bestaande werkings- en besluitvormingsstructuren gewijzigd of bevoegdheden naar het EU-niveau overgeheveld (overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van het VEU). 10. BEVESTIGT dat het elke betrokken partij vrij staat te bepalen in welke mate zij aan de stedenagenda deelneemt, en dat de resultaten van de partnerschappen beschouwd kunnen worden als niet-bindende bijdragen aan het ontwerp en de herziening van EUwetgeving, -instrumenten en -initiatieven, zoals beschreven in het Pact van Amsterdam. 11. IS HET EROVER EENS dat relevante cruciale partners, waaronder vertegenwoordigers van stedelijke en regionale autoriteiten, beter betrokken moeten worden bij de voorbereiding en evaluatie van EU-beleid via de voor de lidstaten beschikbare raadplegingsmogelijkheden. 12. IS INGENOMEN MET de stedenagenda van het Pact van Amsterdam, die door de EUministers bevoegd voor stedelijke aangelegenheden tijdens hun informele bijeenkomst op 30 mei 2016 werd overeengekomen /16 oms/hh 3

4 13. ROEPT de Commissie ertoe OP: a) een actieve en faciliterende rol te blijven spelen bij de uitvoering van de stedenagenda binnen de bestaande budgetten, met inbegrip van de verlening van elementaire technische bijstand aan de partnerschappen vanaf 1 januari 2017; b) haar maatregelen inzake de versterking van de stedelijke dimensie van het EU-beleid in overeenstemming te brengen met de stedenagenda; c) haar coördinatie en stroomlijning van beleidsmaatregelen met een rechtstreekse of onrechtstreekse invloed op stedelijke gebieden op transparante wijze verder te versterken, zodat deze elkaar beter aanvullen en de stedelijke dimensie ervan wordt versterkt, met name op het gebied van betere regelgeving, betere financiering en betere kennis; d) één centraal loket op te zetten voor aangelegenheden in verband met de stedenagenda en de stedelijke dimensie van EU-beleid, en zodoende een volledige, betrouwbare en aangepaste informatieverstrekking voor stedelijke gebieden en belanghebbenden mogelijk te maken; e) de continuïteit, coherentie en coördinatie van de stedenagenda te waarborgen door, waar nodig, de uitvoering van de reeks maatregelen van de stedenagenda, en met name de werkzaamheden van de partnerschappen, te ondersteunen; f) na sturing naar aanleiding van de vergadering van de directeuren-generaal bevoegd voor stedelijke aangelegenheden, de resultaten en aanbevelingen van de partnerschappen, in voorkomend geval, op transparante wijze in overweging te nemen bij het opstellen van relevante voorstellen voor EU-wetgeving, -instrumenten en -initiatieven, alsmede bij de herziening daarvan; g) bij de ontwikkeling van nieuw beleid en nieuwe wetgevingsinitiatieven en bij de evaluatie van bestaande EU-strategieën, -beleidsmaatregelen en -wetgeving verder samen te werken met stedelijke autoriteiten en hun representatieve organisaties via de verschillende aangeboden raadplegings- en feedbackmogelijkheden; 10667/16 oms/hh 4

5 h) in het kader van de effectbeoordelingen zo nodig te blijven zoeken naar betere beoordelingen van de stedelijke effecten, met gebruikmaking van de beschikbare instrumenten en met een grotere betrokkenheid van de belanghebbenden; i) regelmatig bij de Raad verslag uit de brengen, zulks een eerste maal in de loop van 2017, over de uitvoering en de resultaten van de stedenagenda. 14. ROEPT de lidstaten ertoe OP: a) de passende stappen te ondernemen voor de uitvoering van de stedenagenda en, in voorkomend geval, relevante instanties op alle bestuursniveaus bij de uitvoering van de stedenagenda te betrekken, met inachtneming van hun respectieve bevoegdheden en van het subsidiariteitsbeginsel; b) in voorkomend geval en in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel, bij te dragen aan het verbeteren van de kennisbasis inzake kwesties van stedelijke ontwikkeling en de proportionele verzameling van gegevens ter zake, en, in samenwerking met de Europese Commissie, de uitwisseling van gegevens over stedelijke gebieden te bevorderen, ermee rekening houdend dat de administratieve lasten tot een minimum moeten worden beperkt en gebruikmakend van het bestaande instrumentarium. 15. MOEDIGT de lokale en regionale autoriteiten ertoe aan de passende stappen te nemen voor de uitvoering van de stedenagenda, met inachtneming van hun respectieve bevoegdheden en van het subsidiariteitsbeginsel. 16. VERZOEKT het Europees Parlement om, in voorkomend geval, te overwegen de resultaten en aanbevelingen van de partnerschappen, na sturing door de voor stedelijke aangelegenheden bevoegde directeuren-generaal, op de agenda's van de bevoegde commissies te plaatsen wanneer deze desbetreffende nieuwe en bestaande EU-wetgeving bespreken. 17. VERZOEKT het Comité van de Regio s en het Europees Economisch en Sociaal Comité om, binnen hun bevoegdheden, te voorzien in bijdragen voor de verdere ontwikkeling van de stedenagenda /16 oms/hh 5

6 18. VERZOEKT de Europese Investeringsbank om: a) in samenwerking met de Europese Commissie steun te verlenen aan de ontwikkeling van betere financieringsmethoden in de stedelijke context, onder meer door middel van financiële instrumenten; b) in voorkomend geval de resultaten van de stedenagenda tot uiting te brengen in haar aanpak inzake kredietverlening voor stadsontwikkeling, combinaties van leningen en subsidies, en adviesdiensten in de stedelijke context, rekening houdend met de behoefte aan steun voor strategieën inzake duurzame stedelijke ontwikkeling en zonder haar financiële discipline in het gedrang te brengen /16 oms/hh 6