OVER RISICO S EN BEPERKINGEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "OVER RISICO S EN BEPERKINGEN"

Transcriptie

1 Katholieke Universiteit Leuven Faculteit Rechtsgeleerdheid INSTITUUT VOOR SOCIAAL RECHT OVER RISICO S EN BEPERKINGEN Juridisch onderzoek naar de positie van de consulenten van de sociale diensten van de Bijzondere Jeugdbijstand, met focus op aansprakelijkheid en schuldig hulpverzuim onderzoekers Marjan ROM Eveline ANKAERT promotor Prof. dr. Johan PUT Rapport van een onderzoek in opdracht van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Leuven, december 2006

2

3 INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL...i LIJST VAN AFKORTINGEN... 5 SAMENVATTING... 7 Contractuele aansprakelijkheid... 7 Buiten-contractuele aansprakelijkheid... 8 Verschil met strafrechtelijke aansprakelijkheid... 8 Persoonlijke aansprakelijkheid: fout, schade en oorzakelijk verband9 Aansprakelijkheid voor iemand anders: als onderwijzer, verantwoordelijke of aansteller Aansprakelijk van de overheid Het bewijs van aansprakelijkheid, de vordering, verzekering en rechtsbijstand Schuldig hulpverzuim Historiek Toepassingsgebied Hoofdbestanddelen Strafmaat en bewijs Hulpverleningsplicht en beroepsgeheim Gevolgen van veroordeling INLEIDING Aanleiding en opzet van het onderzoek Probleemstelling Onderzoeksthema DEEL I. BURGERRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID Afdeling 1 Contractuele aansprakelijkheid Situering Voorwaarden contractuele aansprakelijkheid Toepassing: contractuele aansprakelijkheid personeelsleden BJB Verhouding tussen personeelsleden BJB en de cliënten Waarde van het akkoord Contractuele aansprakelijkheid personeelsleden BJB? Samenvatting Afdeling 2 Buitencontractuele aansprakelijkheid Situering Persoonlijke aansprakelijkheid i

4 1. Algemeen Fout A) Onrechtmatigheid B) Toerekenbaarheid a. Kinderen en geestesgestoorden b. Personen die een rechtvaardigingsgrond kunnen inroepen. 38 c. Beperking van aansprakelijkheid voor contractuele en statutaire personeelsleden of vrijwilligers Schade A) Voorwaarden waaraan schade moet voldoen om vergoed te worden B) Soorten schade C) Vergoeding en begroting van schade Oorzakelijk verband A) Beoordeling van het oorzakelijk verband B) Verbreking van het oorzakelijk verband C) Verlies van een kans Toepassing: persoonlijke aansprakelijkheid personeelsleden BJB A) Beperking van aansprakelijkheid als personeelslid of als vrijwilliger (niet-toerekenbaar) B) Overtreding van een wettelijke norm C) Overtreding van de zorgvuldigheidsnorm a. Algemeen b. Zorgvuldigheidsplicht van consulenten c. Zorgvuldigheidsplicht van teamverantwoordelijken d. Zorgvuldigheidsplicht van leden comité e. Zorgvuldigheidsplicht van leden bemiddelingscommissie Samenvatting Aansprakelijkheid voor iemand of iets anders Algemeen Aansprakelijkheid van onderwijzer voor zijn leerling Aansprakelijkheid van een aansteller voor zijn aangestelde Aansprakelijkheid van een verantwoordelijke voor haar ondergeschikte Toepassing: aansprakelijkheid van personeelsleden BJB voor iemand anders A) Personeelsleden BJB aansprakelijk als onderwijzer? B) Personeelsleden BJB aansprakelijk als aansteller? Toepassing: aansprakelijkheid van de overheid voor de fouten personeelsleden BJB ii

5 7. Samenvatting Overheidsaansprakelijkheid Overtreding van een wettelijke norm Overtreding van de zorgvuldigheidsnorm Samenvatting Bewijs Vordering tot betaling van een schadevergoeding Hoe kan een slachtoffer schadevergoeding vorderen? Burgerlijke partijstelling Verdeling van aansprakelijkheid Verzekering Gevolgen van veroordeling Verjaring van de aansprakelijkheidsvordering Rechtsbijstand DEEL II. SCHULDIG HULPVERZUIM Situering Normadressaat Kenmerken misdrijf Hoofdbestanddelen A) Materieel element I: groot gevaar B) Materieel element II: Verzuim van hulpverlening of hulpverschaffing C) Moreel element: opzet Bijzondere bescherming minderjarigen Bewijs Hulpverlening en beroepsgeheim A) Cliënt = kind B) Cliënt = ouder/opvoedingsverantwoordelijke C) Cliënt = kind + ouder/opvoedingsverantwoordelijke? Verjaring Gevolgen van veroordeling A) Personeelslid BJB = contractueel consulent B) Personeelslid BJB = statutair consulent C) Personeelslid BJB = vrijwillig consulent D) Personeelslid BJB = lid comité/ bemiddelingscommissie Toepassing: vonnis correctionele rechtbank Brugge A) Feiten B) Uitspraak C) Bespreking a. Was er sprake van een feitelijke toestand van ernstig reëel actueel gevaar? iii

6 b. Was er sprake van weigering tot hulpverlening/- verschaffing? c. Was er sprake van kennis van de gevaarstoestand in hoofde van de consulenten? Samenvatting CONCLUSIE AANBEVELINGEN Aanbevelingen op beleidsniveau (Vlaamse overheid) Structurele aandacht kwaliteitsvolle hulp- en dienstverlening Overleg Verzekering burgerrechtelijke aansprakelijkheid Rechtsbijstandsverzekering Vervolgonderzoek Aanbevelingen op operationeel niveau (Agentschap) Verspreiden van informatie Kerntakendebat Vorming Overleg Regresrecht Verzekering burgerrechtelijke aansprakelijkheid Vrijwillige consulent Afwezigheden Vervolgonderzoek Aanbevelingen op operationeel niveau (Sociale diensten, Comités en Bemiddelingscommissies) Vrijwillige consulent Afwezigheden Kerntakendebat Structurele aandacht kwaliteitsvolle hulp- en dienstverlening Aanbevelingen op individueel niveau (personeelsleden BJB) BIJLAGEN BIBLIOGRAFIE iv

7 LIJST VAN AFKORTINGEN Arbeidsovereenkomstenwet: Wet 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, B.S. 22 augustus 1978 Arr. Cass.: Arresten van het Hof van Cassatie Besluit Comité: B. Vl. R. 8 december 1998 betreffende de organisatie en de werking van de comités voor bijzondere jeugdzorg, B.S. 27 maart 1999 Besluit Bemiddelingscommissie: B. Vl. R. 20 juli 1988 houdende oprichting en werkwijze van de bemiddelingscommissie voor bijzondere jeugdbijstand en van het administratief secretariaat, B.S. 19 november 1988 Besluit Sociale Diensten Jeugdrechtbanken: B. Vl. R. 22 mei 1991 houdende organisatie en werkwijze van de sociale diensten van de Vlaamse Gemeenschap bij de jeugdrechtbanken, B.S. 17 oktober 1991 BJB: Bijzondere Jeugdbijstand B.S. : Belgisch Staatsblad B.Vl. Reg.: Besluit van de Vlaamse Regering B.W.: Burgerlijke Wetboek CKG: Centrum voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning Comité: Comité voor Bijzondere Jeugdzorg Consulent: Consulent die behoort tot de sociale dienst van het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg of tot de sociale dienst van de jeugdrechtbank Decreet Bijzondere Jeugdbijstand: Decreten inzake bijzondere jeugdbijstand, gecoördineerd op 4 april 1990, B.S. 8 mei 1990 Decreet Integrale Jeugdhulp: Decreet 7 mei 2004 betreffende de integrale jeugdhulp, B.S. 11 oktober 2004 Decreet Openbaarheid Bestuur: Decreet 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur, B.S. 1 juli 2004 Decreet Rechtspositie Minderjarige: Decreet 7 mei 2004 betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp, B.S. 4 oktober 2004 De Verz: Tijdschrift voor Verzekeringen Ger. W.: Gerechtelijk Wetboek J.dr. jeun.: Journal du droit des jeunes J.T.: Journal des Tribunaux K.B. : Koninklijk besluit 5

8 M.B.: Ministerieel besluit MOF er: een jongere die een als misdrijf omschreven feit heeft gepleegd NjW: Nieuw Juridisch Tijdschrift Personeelsleden BJB: verzamelterm in deze bijdrage gebruikt om consulenten, leden van het comité en de bemiddelingscommissie aan te duiden Parl. St.: Parlementaire Stukken POS er: een jongere die in een problematische opvoedingssituatie verkeert R.G.A.R.: Revue Générale des Assurances et des Responsabilités Rb. : Rechtbank R.W.: Rechtskundig Weekblad Sw.: Strafwetboek T. Gez.: Tijdschrift voor Gezondheidsrecht T.J.K.: Tijdschrift voor jeugdrecht en kinderrechten Vl. R.: Vlaamse Raad VPS: Vlaams Personeelsstatuut voor de diensten van de Vlaamse Overheid van 13 januari 2006, B.S. 27 maart 2006 Vr. en Antw. Parlementaire vragen en antwoorden Vrijwilligerswet: Wet 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers, B.S. 29 augustus 2005 V.T.Sv.: Voorafgaande titel aan het Wetboek van Strafvordering Wet Aansprakelijkheid Overheidspersoneel: Wet 10 februari 2003 betreffende de aansprakelijkheid van en voor personeelsleden in dienst van openbare rechtspersonen, B.S. 27 februari

9 SAMENVATTING Dit onderzoek tracht een bijdrage te leveren, vanuit juridisch perspectief, om de problemen, risico s en spanningen waarmee de bijzondere jeugdzorg geconfronteerd wordt, duidelijker te kaderen. De focus ligt op twee rechtsfiguren die ter sprake komen bij mogelijks foutief optreden van hulpverleners: de aansprakelijkheid voor schade die daardoor zou zijn opgelopen, en de strafvervolging voor schuldig hulpverzuim waartoe dit mogelijks aanleiding kan geven. In deze bijdrage zullen we de aansprakelijkheid van de leden van de bemiddelingscommissie en de bureauleden van het comité voor bijzondere jeugdzorg, de teamverantwoordelijken, de (vrijwillige) consulenten van de sociale dienst behorende bij het comité en de jeugdrechtbank en de stagiairs werkzaam bij de sociale diensten onder de loep nemen. De term personeelslid BJB (Bijzondere Jeugdbijstand) wordt in deze bijdrage gebruikt om deze groep aan te duiden. Contractuele aansprakelijkheid In het burgerlijk recht bestaan twee vormen van aansprakelijkheid: contractuele en buiten-contractuele aansprakelijkheid. Iemand is contractueel aansprakelijk wanneer hij één of meer van de verbintenissen opgenomen in de overeenkomst (contract) niet of niet behoorlijk naleeft. De vraag is nu of personeelsleden BJB contractueel aansprakelijk gesteld kunnen worden. Hiervoor dient eerst onderzocht te worden of een geldige overeenkomst bestaat. De overeenkomst waarover het hier gaat, is het akkoord tussen de jongere, zijn ouders en de consulent/het comité. Leden van de bemiddelingscommissie zijn tussenpersonen die het akkoord alsnog helpen tot stand te komen maar er zelf geen partij bij zijn. Deze verhouding is echter moeilijk te beschouwen als een echte juridisch afdwingbare overeenkomst. Op de eerste plaats zal de noodzakelijke vrijwillige toestemming van één van de partijen vaak ontbreken. Dit is bij uitstek het geval in de gerechtelijke hulpverlening. Verder bestaat er in hoofde van de sociale diensten en de comités een wettelijke hulpverleningsplicht waardoor volgens sommigen sowieso geen sprake 7

10 is van vrijwilligheid en dus ook niet van een overeenkomst. Ten slotte zorgt de aard van de verbintenissen in dit soort akkoord ervoor dat er pas sprake kan zijn van een niet-naleving wanneer bewezen wordt dat de andere partij niet de inspanningen heeft geleverd die van een normaal en vooruitziend persoon verwacht mogen worden. We kunnen dus besluiten dat het hier niet gaat om een juridisch afdwingbare overeenkomst waarvoor personeelsleden BJB bij niet naleving contractueel aangesproken zouden kunnen worden. Buiten-contractuele aansprakelijkheid VERSCHIL MET STRAFRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID Nu duidelijk is dat er geen contractuele aansprakelijkheid in het geding is, dienen we de buiten-contractuele aansprakelijkheid van personeelsleden BJB te onderzoeken. Deze buiten-contractuele aansprakelijkheid uit het burgerlijk recht verschilt sterk van de strafrechtelijke aansprakelijkheid. In het strafrecht is men aansprakelijk voor een overtreding van de strafwet, maar zonder dat er schade vereist is. Het zal de overheid (het parket) zijn die in beginsel de strafrechtelijke vordering zal instellen. In het burgerlijk recht kan iemand aangesproken worden zodra er om het even welke wettelijke norm geschonden wordt of wanneer de zorgvuldigheidsnorm overtreden is, op voorwaarde dat er schade en een oorzakelijk verband aanwezig is. De vordering kan ingesteld worden door een particulier tegen een andere particulier, door een particulier tegen de overheid of omgekeerd. Een ander verschilpunt tussen beide aansprakelijkheidsvormen zijn de gevolgen van een geslaagde vordering. In het strafrecht kan een vordering leiden tot een veroordeling tot een boete, een werkstraf of zelfs een gevangenisstraf. Een vordering wegens buitencontractuele aansprakelijkheid heeft steeds de betaling van een schadevergoeding tot doel. Ten slotte is een buiten-contractuele vordering ook mogelijk tegen iemand die de fout niet zelf heeft gepleegd, hetgeen in het strafrecht onmogelijk is. 8

11 PERSOONLIJKE AANSPRAKELIJKHEID: FOUT, SCHADE EN OORZAKELIJK VERBAND Binnen de buitencontractuele aansprakelijkheid, onderzoeken we eerst de persoonlijke aansprakelijkheid van de personeelsleden BJB. Daarnaast kan iemand ( een verantwoordelijke ) ook aangesproken worden voor de onrechtmatigheden van iemand anders. We gaan de implicaties hiervan voor de leden BJB na. Ten slotte kan ook de overheid aansprakelijk gesteld worden voor de fouten die ze begaat. Een personeelslid BJB is persoonlijk aansprakelijk wanneer hij door zijn fout schade aan iemand anders heeft berokkend (art B.W.). De drie cruciale voorwaarden om een schadevergoeding te kunnen eisen zijn dus de aanwezigheid van een fout, schade en een oorzakelijk verband tussen beide. Een fout bestaat uit een toerekenbare onrechtmatigheid. Een onrechtmatigheid kan op haar beurt een overtreding van een wettelijke norm of van de zorgvuldigheidsplicht inhouden. Wanneer een wettelijke norm overtreden wordt die bovendien voldoende specifiek is, kan men besluiten tot het bestaan van een onrechtmatigheid. Bij de overtreding van de zorgvuldigheidsnorm daarentegen, zal er een toetsing moeten gebeuren. Het gestelde gedrag (of nalaten) wordt vergeleken met dat van een normaal zorgvuldig en vooruitziend persoon in dezelfde omstandigheden geplaatst (de zgn. goede huisvader ). Externe omstandigheden (in tegenstelling tot interne) zoals tijd, plaats en professionele vaardigheden worden mee in rekening gebracht. Zo zal een consulent bij de beoordeling van de zorgvuldigheidsnorm vergeleken worden met een goede-huisvader-consulent, een lid van het comité met een standaard-comitélid, etc. Overtredingen van de zorgvuldigheidsnorm kunnen bijvoorbeeld bestaan in het stellen van een foutieve diagnose, het begaan van een toezichtsfout, een fout in de keuze en uitvoering van de interventie of onzorgvuldigheden bij afwezigheid van een collega. Of de zorgvuldigheidsnorm daadwerkelijk overtreden is, moet steeds uit de concrete omstandigheden blijken. Een onrechtmatigheid op zich is niet voldoende om van een fout te spreken. De onrechtmatigheid moet ook toerekenbaar zijn aan de persoon die on- 9

12 rechtmatig heeft gehandeld. Kinderen en geestesgestoorden kunnen geen rekenschap geven van de gevolgen van hun handelen en zijn niet toerekenbaar. Sommige omstandigheden kunnen er ook voor zorgen dat iemand de controle over zijn gedrag verliest waardoor die niet meer uit vrije wil kan handelen (de zgn. rechtvaardigingsgronden ). Een voorbeeld hiervan is overmacht, een gebeurtenis die zich onafhankelijk van de menselijke wil voordoet en die wil heeft deze gebeurtenis niet kunnen voorzien of vermijden. Een andere vorm van ontoerekenbaarheid is de beperking van aansprakelijkheid tot bedrog, zware fout of herhaaldelijk lichte fout. Bedrog wordt verstaan als een opzettelijke fout. Zware fout is een onopzettelijke fout die niet verontschuldigd kan worden bij diegene die ze begaat. De herhaaldelijk lichte fouten ten slotte wijzen op een gebrek aan beroepsernst. Oorspronkelijk waren het alleen personeelsleden met een arbeidscontract (in casu contractueel aangestelde consulenten) die zich op deze beperking konden beroepen. Sinds de Wet 2003 genieten ook alle statutaire personeelsleden van de overheid van dit voordeel. Vrijwilligers zoals vrijwillige consulenten en leden van het comité (excl. voorzitter), beschikken sedert 2005 over een analoge bescherming. Al deze personen ontsnappen aan hun aansprakelijkheid wanneer ze een gewone of een (eenmalige) lichte onrechtmatigheid begaan: deze is hen niet toerekenbaar. De bovengenoemde aansprakelijkheidbeperkingen gelden niet voor de voorzitter van het comité en alle leden van de bemiddelingscommissie of voor stagiairs bij de sociale diensten. De schade die geleden werd moet persoonlijk en zeker zijn. Dit wil zeggen dat niemand schadevergoeding kan vorderen voor schade die hij niet zelf geleden heeft en dat de vordering niet mag gesteund zijn op loutere veronderstellingen. Bovendien moet ze voortvloeien uit een rechtmatig belang. Een belang is onrechtmatig als ze strijdig is met de openbare orde en de goede zeden, zoals het belang van een drugdealer om zijn winst te laten vergoeden die hij door het ongeval niet heeft kunnen realiseren. Het kan gaan om materiële of morele schade die de benadeelde zelf heeft geleden of die het gevolg is van de rechtstreekse schade aan de benadeelde. Ook het verlies van een kans komt in aanmerking voor vergoeding. Verlies van een kans doet zich voor wanneer door de fout van een ander, de kans dat de schade niet 10

13 zou zijn ontstaan definitief verloren is gegaan. De geleden schade moet volledig vergoed worden. Voor de beoordeling van het oorzakelijk verband zal de rechter nagaan of de schade zonder de fout niet of niet in dezelfde omvang zou zijn voorgekomen. Wanneer dit het geval is, is er geen oorzakelijk verband tussen de fout en de schade. Iedere fout die noodzakelijk was voor het ontstaan van de schade geeft aanleiding tot aansprakelijkheid. De benadeelde ontvangt geen schadevergoeding in de mate waarin zijn fout heeft bijgedragen tot de schade. AANSPRAKELIJKHEID VOOR IEMAND ANDERS: ALS ONDERWIJZER, VER- ANTWOORDELIJKE OF AANSTELLER Zoals gezegd, bestaat er naast de mogelijkheid om het personeelslid BJB persoonlijk aansprakelijk te stellen, ook een aansprakelijkheid voor iets of iemand anders die voor personeelsleden BJB relevant kan zijn. In dit geval begaan personeelsleden BJB niet zelf een fout maar worden ze aangesproken voor de daden van iemand anders indien ze een bepaalde hoedanigheid hebben zoals onderwijzer of een aansteller. Aan de andere kant kan er ook iemand anders aansprakelijk zijn voor de fouten van de personeelsleden BJB. Een onderwijzer is aansprakelijk voor onrechtmatigheden van zijn leerlingen wanneer die daadwerkelijk onder zijn toezicht staan en wanneer deze onrechtmatigheden in oorzakelijk verband staan met de schade (art. 1384, vierde lid B.W.). Deze vorm van aansprakelijkheid rust op een foutvermoeden in hoofde van de onderwijzer wanneer een leerling onder diens toezicht een onrechtmatigheid begaat. Om het tegenbewijs te leveren, zal hij moeten aantonen dat hij voldoende toezicht uitoefende en de onrechtmatigheid van zijn leerling niet kon beletten Het begrip onderwijs wordt zeer ruim opgevat en behelst allerlei vormen van kennisoverdracht. Leden van het comité en bemiddelingscommissie zijn niet te beschouwen als onderwijzers. Enkel tijdens de zitting komen ze in aanraking met de minderjarige. Daar is het weinig plausibel dat er onderwijs verstrekt zal worden. Door de consulenten en stagiairs kan er onzes inziens alleen onderwijs verstrekt worden tijdens gezins- en pleeggezinbegeleiding in problematische opvoedingssituaties en tijdens begeleidingssessies in het 11

14 kader van een ondertoezichtstelling in MOF-zaken. Dit dient evenwel genuanceerd te worden. Het gaat enkel om de situaties waarin er tijdens de begeleiding onderwijs verstrekt wordt aan een jongere en waarin deze onder daadwerkelijk toezicht van de consulent of de stagiair staat. Bovendien komt enkel de schade berokkend aan derden in aanmerking, dus niet aan de begeleider of aan de schadeverwekker zelf. In de setting van een begeleiding zullen er waarschijnlijk niet zoveel derde personen aanwezig zijn. Tijdens de begeleiding blijft ook de aansprakelijkheid van de ouders onverlet waardoor een verdeling van aansprakelijkheid tussen ouders en de onderwijzer zeker niet uitgesloten is. Ook hier speelt ten slotte de beperking van aansprakelijkheid althans voor consulenten, net zoals bij persoonlijke aansprakelijkheid. Indien ze bewijzen dat het niet-beletten van de onrechtmatigheid van een jongere geen opzettelijke, zware of herhaaldelijk lichte fout uitmaakt, kunnen ze niet aansprakelijk gesteld worden. Al bij al, rekening houdend met deze nuanceringen, is de onderwijzersaansprakelijkheid in deze nauwelijks relevant. Bepaalde verantwoordelijken zijn aansprakelijk voor de onrechtmatigheden van hun ondergeschikten. Zo is de overheid op basis van artikel 3 de Wet Aansprakelijkheid Overheidspersoneel (zie bijlage) aansprakelijk voor de schade die haar personeelsleden tijdens de uitoefening van hun dienst, aan derden berokkenen. Onder de term personeelsleden vallen statutaire en contractuele consulenten maar - onzes inziens - ook stagiairs en vrijwillige consulenten Tijdens de uitoefening van hun dienst dient ruim te worden geïnterpreteerd, zodat het ook de schade berokkend in verband met de uitoefening omvat, ook al is dit verband onrechtstreeks en occasioneel. De overheid zal ook aansprakelijk gesteld kunnen worden voor de onrechtmatigheden van een leerling-jongere die onderwijs kreeg van een consulent en neemt dus op die manier de onderwijzersaansprakelijkheid van de consulent over. Vrijwillige consulenten en leden van het comité (behalve de voorzitter) vallen zoals gezegd onder de Vrijwilligerswet. Deze wet voorziet in een analoge aansprakelijkheid voor de organisatie, in dit geval de overheid. 12

15 Leden van het comité en de bemiddelingscommissie vallen niet onder de Wet Aansprakelijkheid Overheidspersoneel omdat deze wet volgens de parlementaire voorbereiding niet van toepassing is op zelfstandige vertegenwoordigers van de overheid zoals onafhankelijke commissies. Niettemin kan de overheid als verantwoordelijke ook hier aansprakelijk gesteld worden voor hun fouten en dit op basis van de orgaan-theorie. Organen van de overheid zijn personen die een deel van het openbaar gezag uitoefenen. Wanneer een dergelijk orgaan binnen de perken van de aan hem toegekende bevoegdheid optreedt en een fout begaat, brengt deze fout de rechtstreekse aansprakelijkheid van de overheid met zich mee op basis van artikel B.W. De voorzitter van het comité en alle leden van de bemiddelingscommissie zijn te beschouwen als een orgaan. Voor hun fouten kan de overheid aansprakelijk gesteld worden. Hier worden echter enkel de fouten in de strikte uitvoering van hun functie in aanmerking genomen worden, hetgeen verschilt met de Wet Aansprakelijkheid Overheidspersoneel die een ruime interpretatie voorstaat. Op te merken valt dat ook consulenten (althans de statutaire en contractuele) en leden van het comité organen zijn omdat zij eveneens een deel van het staatsgezag uitoefenen. Alleen is de orgaantheorie ten aanzien van hen op de achtergrond geraakt wegens de ruime Wet Aansprakelijkheid Overheidspersoneel en Vrijwilligerswet. In het Burgerlijk Wetboek kan er ook een neerslag gevonden worden voor de idee van aansprakelijkheid van een verantwoordelijke voor zijn ondergeschikte. Artikel 1384, derde lid B.W. stelt een aansteller aansprakelijk voor zijn aangestelden. Een aansteller is iemand die de mogelijkheid heeft bevelen te geven aan zijn ondergeschikte en dit gezag in eigen naam en voor eigen rekening uitoefent. De aansteller kan aansprakelijk gesteld worden voor de schade berokkend aan een derde, wanneer zijn aansteller een onrechtmatigheid heeft begaan tijdens de bediening of in verband daarmee, ook al is dit verband onrechtstreeks en occasioneel. Anders dan in het geval van de onderwijzer, kan de aansteller geen tegenbewijs leveren dat hij geen fout heeft begaan bij de keuze van en het toezicht op zijn aangestelde of door te bewijzen dat hij diens onrechtmatigheid niet kon voorzien of verhinderen. Belangrijk te vermelden is dat de positie van aangestelde onverenigbaar is met die van orgaan. Aangezien statutaire en contractuele consulenten en 13

16 leden van het comité en de bemiddelingscommissie organen zijn, dienen we voor deze categorieën niet verder op deze aanstellersaansprakelijkheid in te gaan. Voor stagiairs en vrijwillige consulenten liggen de kaarten anders. Zij zijn volgens ons veel moeilijker te kwalificeren als orgaan. Eerder zijn ze te beschouwen als aangestelden, maar niet van de consulent of teamverantwoordelijke. Deze verantwoordelijken kunnen weliswaar toezicht op de handelingen van de stagiairs of de vrijwillige consulenten uitoefenen, maar zij oefenen hun gezag niet uit in eigen naam maar in naam van de overheid. We kunnen dus stellen dat het de overheid is die de aansteller is van stagiairs en vrijwillige consulenten. In de praktijk voegt dit weinig toe aangezien beiden ook onder de Wet 2003 vallen die dezelfde draagwijdte als artikel 1384, derde lid B.W. heeft. AANSPRAKELIJK VAN DE OVERHEID Ook de overheid kan aansprakelijk gesteld worden voor de fouten die ze begaat, op voorwaarde dat de fout in oorzakelijk verband met de schade staat. Een fout kan net zoals bij particulieren bestaan in de overtreding van een specifieke norm of van de zorgvuldigheidsnorm. De beoordeling of een norm voldoende specifiek is, zal niet altijd eenduidig zijn. De overheid heeft immers een heel scala van bevoegdheden, gaande van gebonden bevoegdheden die rusten op specifieke bepalingen die precies zeggen wat de overheid kan en moet doen tot een ruime beleidsvrijheid die alleen aan de zorgvuldigheidsnorm getoetst zal worden. Voor de bevoegdheden die tussen deze twee uiteinden liggen, zal het vaak minder duidelijk zijn of de norm voldoende specifiek is. Een wettelijke norm die hier relevant is, is artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens waarin het verbod vervat ligt op folteren of onmenselijke of vernederende behandelingen of straffen. Het Europees Mensenrechtenhof heeft op basis van dit artikel het Verenigd Koninkrijk veroordeeld omdat het jarenlang verzaakt had de nodige maatregelen te nemen om vier kinderen te beschermen tegen verwaarlozing door hun ouders, terwijl het hier toch reeds lang op de hoogte van was. Eenzelfde redenering zou kunnen gevolgd worden wanneer een overheid wel bereidwillig is tot het nemen van maatregelen, maar geen gepaste oplossingen kan aanbieden omdat er geen plaats is. De Belgische rechters zouden dit artikel kunnen aan- 14

17 wenden om de overheid te veroordelen wegens de overtreding van een wettelijke norm. Volgens de rechtspraak zijn de bepalingen uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens voldoende nauwkeurig. In dit verband kunnen we ook artikel 3 uit het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind aanhalen dat de staat verplicht om de gepaste zorg te verlenen wanneer ouders of andere verantwoordelijken in gebreke blijven, dat samen gelezen kan worden met artikel 20 van hetzelfde verdrag, het recht op bijzondere bescherming en bijstand van staatswege wanneer een kind dat tijdelijk of blijvend het leven in het gezin waartoe het behoort, moet missen of wanneer men in zijn eigen belang niet kan toestaan dat het kind in het gezin blijft. Hier is het evenwel veel minder duidelijk of deze bepalingen voldoende specifiek zijn. In het nieuwe Decreet Integrale Jeugdhulp en het Decreet Rechtspositie Minderjarige is er in tegenstelling tot het Decreet Bijzondere Jeugdbijstand een recht op hulpverlening te vinden waarop een jongere die schade heeft geleden zich eventueel zou kunnen steunen. Evenwel perkt de overheid haar aansprakelijkheid meteen in door te stellen dat dit recht enkel geldt binnen het beschikbare jeugdhulpaanbod. Wanneer de rechter nagaat of de overheid de zorgvuldigheidsnorm geschonden heeft, zal hij onderzoeken of de overheid heeft gehandeld zoals van een redelijke overheid verwacht kan worden. Zo lijkt het aannemelijk dat de overheid aansprakelijk gesteld kan worden voor organisatiefouten van sociale diensten en comités, naar analogie van de rechtspraak waarbij instellingen veroordeeld werden voor tekortkomingen in hun organisatieplichten. In het verleden werd de overheid reeds aansprakelijk gesteld voor de schade die een minderjarige veroorzaakt had. Het Hof van Beroep was in deze zaak van oordeel dat de schade zich niet op dezelfde wijze zou hebben voorgedaan als de overheid een gesloten instelling met bijzondere toezichtmaatregelen ter beschikking van de jeugdrechter had gesteld. Ten slotte willen we er hier nog op wijzen dat de aansprakelijkheid van de overheid, de persoonlijke aansprakelijkheid personeelsleden BJB ongemoeid laat. Wanneer zowel de overheid als een lid BJB aansprakelijk gesteld wordt, zal hun aansprakelijkheid verdeeld worden. 15

18 HET BEWIJS VAN AANSPRAKELIJKHEID, DE VORDERING, VERZEKERING EN RECHTSBIJSTAND Het bewijs van (de voorwaarden van) aansprakelijkheid kan geleverd worden met alle middelen van het recht en moet in principe worden aangebracht door de benadeelde. Een bijzondere vraag die zich stelt op het vlak van de bewijslast, is of stukken uit het dossier aangewend kunnen worden als bewijsstukken in het proces waarbij de aansprakelijkheid van een personeelslid BJB in vraag wordt gesteld, hetzij in het voordeel van het personeelslid BJB, hetzij in dat van de cliënt. Een benadeelde kan een burgerlijke vordering inleiden bij de vrederechter of bij de rechtbank van eerste aanleg. Wanneer de overtreding ook een strafbare gedraging is, heeft hij bovendien de mogelijkheid om zich burgerlijke partij te stellen voor de strafrechter die zich dan uitspreekt over de strafvordering en de burgerlijke aansprakelijkheidsvordering. Wanneer meerdere schadeverwekkers hebben bijgedragen tot de schade, kan de benadeelde één van hen aanspreken voor het volledige bedrag. Deze laatste zal achteraf het aandeel van de andere schadeverwekkers moeten terugvorderen. Een aansprakelijkheidsverzekering is een overeenkomst die ertoe strekt de verzekerde dekking te geven tegen alle vorderingen wegens een schadeverwekkende gebeurtenis die in de overeenkomst is beschreven, en zijn vermogen binnen de grenzen van de dekking te vrijwaren tegen alle schulden uit een vaststaande aansprakelijkheid. Een rechtsbijstandsverzekering kan worden aangegaan om in situaties waarin de verzekerde schade lijdt of heeft veroorzaakt, verdacht wordt van een misdrijf, het slachtoffer is van een verkeersongeval of een opzettelijke gewelddaad, deze verzekerde bijstand en advies te verlenen en om bepaalde proceskosten te dekken. Een ontwerp van een rechtsbijstandverzekering wordt momenteel besproken binnen de Vlaamse overheid. Het is mogelijk dat er naast een veroordeling tot het vergoeden van de schade nog bijkomende sancties worden opgelegd aan de personeelsleden BJB. Wat deze precies kunnen zijn, is afhankelijk van het soort personeelslid BJB. 16

19 Buitencontractuele aansprakelijkheidsvorderingen verjaren vijf jaar na de dag waarop de benadeelde heeft kennisgenomen van de schade (of de verzwaring ervan) en van de identiteit van de aansprakelijke persoon of twintig jaar vanaf het feit waardoor de schade is veroorzaakt Schuldig hulpverzuim HISTORIEK Na het luik over de burgerlijke aansprakelijkheid van de personeelsleden BJB, gaan we dieper in op de stafrechtelijke aansprakelijkheid en meer bepaald op het schuldig hulpverzuim. Tot de invoeging van artikel 422bis in het Strafwetboek in 1961 steunde de strafbaarstelling van de weigering hulp te bieden aan een persoon in een ernstig dreigende gevaarstoestand op een zuiver morele verplichting. De appreciatie van die verplichting werd volledig overgelaten aan het individueel geweten, wat soms absurde amorele toestanden tot gevolg had. Door artikel 422bis Sw. is het verzuim een persoon in nood te helpen niet langer uitsluitend een morele plicht, maar tevens een juridisch gesanctioneerde verplichting. De wetgever wou daarmee een betere bewustwording van een groeiende solidariteitsvereiste tussen de mensen bereiken. Later groeide het besef dat de bescherming van het leven en de fysieke integriteit van kinderen een verscherpte aandacht van de volwassenen vereist en om die reden werd in 1995 de maximumstraf op het misdrijf schuldig hulpverzuim verdubbeld indien de persoon in nood minderjarig is. TOEPASSINGSGEBIED Artikel 422bis Sw. heeft als doel bescherming te bieden aan het menselijk leven, een begrip dat zodanig ruim wordt geïnterpreteerd dat ook het nalaten hulp te bieden aan een zwangere vrouw en haar foetus als schuldig hulpverzuim kan worden gekwalificeerd. In de klassieke beperkende interpretatie moet de mens in zijn fysieke integriteit en zijn leven beschermd worden en wordt de psychische integriteit uitgesloten. Naar de huidige opvatting is er echter ook sprake van schuldig hulpverzuim wanneer men geen hulp ver- 17

20 leent aan een persoon die in hoge psychische nood verkeert, zelfs indien er geen fysiek gevaar bestaat. HOOFDBESTANDDELEN Voor het plegen van het misdrijf schuldig hulpverzuim moeten de drie wettelijke bestanddelen uit art. 422bis Sw. aanwezig zijn: 1) groot gevaar; 2) verzuim hulp te verlenen of te verschaffen; 3) opzet in hoofde van de verzuimer. In de eerste plaats moet er een persoon zijn die in groot gevaar verkeert. Met groot gevaar bedoelt men een toestand waarin een individu in zijn fysieke of psychische integriteit, zijn vrijheid of zijn eerbaarheid wordt aangetast of dreigt aangetast te worden. Het gaat daarbij niet noodzakelijk om een levensgevaar, maar toch om een gevaar voor een ernstige aanslag op de (fysieke of psychische) gezondheid van een persoon. Bovendien volstaat het niet dat het om een mogelijk of eventueel gevaar gaat. Er moet wel degelijk een feitelijke toestand van reëel of onmiddellijk dreigend gevaar bestaan. Het gevaar moet daarenboven ook actueel zijn, wat wil zeggen dat de hulpbehoevende op het ogenblik van de hulpweigering in een ernstige gevaarssituatie moet verkeren. Daaruit volgt dat hoe dreigend en langdurig het gevaar in het verleden is geweest, er geen sprake meer is van schuldig hulpverzuim als het groot gevaar op het moment van de weigering van tussenkomst is geweken. In de tweede plaats is voor het misdrijf vereist dat de verzuimer hetzij door persoonlijke tussenkomst hetzij door tussenkomst van een andere geschikte persoon hulp kon bieden. In het eerste geval spreken we van hulp verlenen en in het tweede van hulp verschaffen. Indien een persoonlijk optreden onmogelijk of ondoelmatig is en de hulp van een derde wordt ingeschakeld, moet degene die hulp heeft ingeroepen nagaan of wel degelijk gevolg werd gegeven aan zijn oproep. Deze actieve informatieplicht bestaat tevens indien er twijfel is omtrent de ernst van de gevaarssituatie. Van belang is dat de geboden hulp werkelijk moet zijn. Het gevaar moet in de mate van het mogelijke geweerd worden, maar wat precies het resultaat van de tussenkomst is, is irrelevant. Het stellen van een diagnose of het voorschrijven van een 18

21 therapie zal dan ook niet voldoende zijn om te spreken van daadwerkelijke gepaste hulp aan een persoon in ernstig gevaar. In de derde plaats is schuldig hulpverzuim een opzettelijk misdrijf, wat inhoudt dat enkel iemand die wetens en willens beslist heeft geen hulp te bieden aan een persoon in nood gestraft kan worden. Het is niet vereist dat de persoon die verzuimt hulp te bieden de gevaarstoestand zelf heeft vastgesteld. Hij kan ingelicht zijn door hulpgeroep, door het zien van de gevolgen of nog door het verhaal van de persoon die zijn hulp inroept. Met andere woorden de verzuimer moet kennis hebben van de gevaarssituatie, maar het is irrelevant of hij deze rechtstreeks of onrechtstreeks heeft gekregen. Ten slotte is voor het plegen van het misdrijf vereist dat de verzuimer kon helpen zonder ernstig gevaar voor zichzelf of voor anderen (art. 422bis, lid 2 Sw.). Het ernstig gevaar voor zichzelf of voor anderen rechtvaardigt de weigering tot de hulpverlening waartoe iedere burger principieel gehouden is. Het ernstig karakter wordt beoordeeld naar verhouding van de reactie van een redelijke persoon met gelijkaardige eigenschappen in soortgelijke omstandigheden. Er wordt dus geen heldenmoed of stoutmoedigheid verwacht, maar van een professionele hulpverlener als een arts en een politieagent bijvoorbeeld wordt wel meer vereist dan van een gewone burger aangezien rekening wordt gehouden met de beroepsgeschiktheid en de middelen van de hulpverlener. Zo zal ook voor de personeelsleden BJB de drempel van het strafbaar verzuim verplaatst worden naar het criterium van de beroepsfout. STRAFMAAT EN BEWIJS Schuldig hulpverzuim wordt bestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en met een geldboete van 50 tot 500 euro (te vermenigvuldigen met 5,5). In strafzaken draagt het openbaar ministerie de bewijslast. Het bewijs moet geleverd worden dat de beklaagde op de hoogte was of redelijkerwijze had moeten zijn van de gevaarssituatie en welke de feitelijke omstandigheden waren. Ook wanneer de beklaagde een algemene of de specifieke rechtvaardigingsgrond inroept, is het aan het openbaar ministerie om het bewijs van het niet-bestaan van de rechtvaardigingsgrond te leveren. 19

22 HULPVERLENINGSPLICHT EN BEROEPSGEHEIM De plicht tot hulpverlening aan personen in een ernstig dreigende gevaarssituatie kan op gespannen voet komen te staan met de plicht tot geheimhouding van dragers van het beroepsgeheim als geneesheren en advocaten, maar ook personeelsleden BJB. Ingeval deze laatsten in het kader van hun beroep kennis krijgen van een ernstige gevaarssituatie én een beroep moeten doen op een geschikte derde om hulp te verschaffen, kan dit ertoe leiden dat zij informatie met een geheim karakter vrijgeven aan de derde. Op dat moment kan zich de conflictsituatie voordoen waarbij zij een afweging moeten maken tussen twee tegenstrijdige belangen: het afwenden van een dreigend groot gevaar tegenover het respecteren van het beroepsgeheim. In de gevallen van kindermishandeling en -verwaarlozing waar de veiligheid van het kind op geen enkele andere manier kan worden gegarandeerd, mag de hulpverlener prioriteit geven aan zijn hulpverleningsplicht boven zijn beroepsgeheim door het parket op de hoogte te stellen. Dit aangifterecht mag enkel als ultieme remedie aangewend worden. In de gevallen dat de cliënt van de hulpverlener de dader van het misdrijf schuldig hulpverzuim is (bv. de ouder in geval van kinderverwaarlozing), is de hulpverlener in principe gehouden tot het beroepsgeheim. Uitzonderlijk kan de hulpverlener zijn beroepsgeheim schenden om een actueel ernstig gevaar af te wenden. In de rechtsterminologie spreken we hier van de algemene rechtvaardigingsgrond noodtoestand. GEVOLGEN VAN VEROORDELING Tot slot stellen we vast dat de gevolgen die aan de strafrechtelijke veroordeling wegens schuldig hulpverzuim worden gehecht, afhangen van het statuut dat de personeelsleden BJB hebben. Kort gesteld komt het erop neer dat voor contractuele consulenten de bepalingen uit de arbeidswetgeving gelden, op statutaire consulenten de tuchtregeling uit het Personeelsstatuut van de Vlaamse overheid van toepassing is, voor vrijwillige consulenten is de situatie niet volledig uitgeklaard en voor de leden van het comité en de bemiddelingscommissie is dat geregeld in de besluiten van de Vlaamse regering betreffende de werking van de comités en de bemiddelingscommissies. 20

23 INLEIDING 1. Aanleiding en opzet van het onderzoek 1. Dit rapport is het eindresultaat van een kortlopende onderzoeksopdracht vanwege het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Aanleiding daartoe was de ongerustheid die ontstaan was in de sector van de bijzondere jeugdbijstand nadat (o.a.) enkele consulenten werden vervolgd wegens schuldig verzuim, in een zaak waarin een kind door verwaarlozing om het leven is gekomen. 1 Meteen werden vragen gesteld omtrent de risico s die de personeelsleden lopen bij hun functioneren in delicate dossiers, vaak in moeilijke omstandigheden. De Afdeling Jeugdbijstand (thans Agentschap Jongerenwelzijn) heeft daarom het initiatief genomen om minstens het juridisch kader hieromtrent duidelijk te laten schetsen, waarbij het thema werd verbreed van schuldig hulpverzuim tot de strafrechtelijke en burgerrechtelijke aansprakelijkheid van personeelsleden in hun optreden (of niet-optreden) tegenover de cliënten. 2. Deze context verklaart meteen de doelstellingen van dit onderzoek: een overzicht verstrekken van de juridische figuren van aansprakelijkheid en schuldig hulpverzuim in hun algemeenheid, de toepassing daarvan op de sector bijzondere jeugdbijstand en de personen werkzaam in de sociale diensten, comités voor bijzondere jeugdzorg en bemiddelingscommissies voor bijzondere jeugdbijstand, en het formuleren van aanbevelingen die voortvloeien uit deze bevindingen. 1 Corr. Brugge, repertoriumnr. 399, 13 februari 2006, Tijdschrift voor Jeugdrecht en Kinderrechten 2006/5, , noten F. HUTSEBAUT en M. BERGHMANS. Ondertussen kwam nog een andere zaak in de media waarin hulpverleners beschuldigd werden van schuldig hulpverzuim. Ook hier betrof het de dood van een (anderhalve maand oude) baby door ontbering en verwaarlozing. (Parlementaire Vragen en Antwoorden Kamer , 11 januari 2007, (Vraag nr. 4 DOUIFI), te raadplegen op zie ook N. CAR- PENTIER, Verwaarlozing Lokerse baby al langer aan de gang, De Morgen 9 januari 2007; N. CARPENTIER, Parket spreekt Kind en Gezin tegen over situatie Lokers gezin, De Morgen 10 januari

24 3. Het onderzoek combineerde een klassiek-juridische literatuurstudie (wetgeving, rechtspraak en rechtsleer) met een aantal onderzoeksstappen die tot doel hadden rekening te houden met de specifieke situatie van de bijzondere jeugdbijstand. In het licht hiervan werd door het Agentschap Jongerenwelzijn een bevraging van de sector georganiseerd, hetgeen resulteerde in een verzameling van heel diverse vragen omtrent de aangedragen thema s. Deze vragen zijn op de relevante plaatsen in dit rapport mee opgenomen, als illustratie voor de daar behandelde problematiek. Verder werd ook vanuit juridisch oogpunt de focus op de sector van de bijzondere jeugdbijstand gericht, door - uiteraard - rekening te houden met de specifieke wetgeving van die sector en door zo veel als mogelijk op zoek te gaan naar gelijkaardige vragen en problemen die zich in andere sectoren (bv. de geneeskunde) stellen op het vlak van aansprakelijkheid van professionele zorg- en hulpverleners. Dit liet toe om op veel plaatsen voorbeelden uit de rechtspraak ter illustratie toe te voegen. 4. Het onderzoek verliep in voortdurend overleg met de opdrachtgever, via een actieve stuurgroep die meedacht over de opbouw, structuur en inhoud van het rapport. De onderzoeksploeg wenst, naast uiteraard de opdrachtgever, uitdrukkelijk ook de leden van deze stuurgroep te danken voor hun constructieve inbreng. 2. Probleemstelling 5. Wie zich inzet in de welzijnszorg, neemt risico s, loopt gevaar en wordt vroeg of laat met incidenten geconfronteerd. Dit is ongetwijfeld ook zo in de sector van de bijzondere jeugdbijstand, die per definitie in aanraking komt met problematische en soms bijzondere schrijnende, complexe en ernstige toestanden, vaak dan nog in een soort van crisistoestand. Men kan er niet buiten dat men in deze sector heel vaak wordt geconfronteerd met levensbedreigende situaties van mishandeling, verwaarlozing, seksueel misbruik, middelengebruik, delinquentie, zelfverminking, zelfmoordpogingen 6. De ernst van de problemen waarmee men wordt geconfronteerd, wordt dan nog versterkt door de beperktheid in de mogelijke antwoorden die men kan bieden: de meest gepaste hulpverlening is soms niet eens bekend, 22

25 soms niet bestaande en vaak, aangenomen dat ze wel bestaat, niet beschikbaar wegens plaatsgebrek. Bovendien moet een jeugdhulpinterventie voldoen aan diverse finaliteiten en toetsingscriteria. Bescherming van het kind of de jongere is er uiteraard één van, en in zekere mate de belangrijkste. Andere, bijkomende basisbeginselen zijn zaken als belang van het kind, subsidiariteit, gezinsgerichtheid, empowerment, efficiëntie, het planmatig werken, de vereiste instemming met de hulpverlening Het spreekt voor zich dat al deze elementen vaak in verschillende, niet compatibele oplossingsrichtingen wijzen. 7. De confrontatie van dringende, dwingende noden en begrensde antwoorden kan een explosieve cocktail opleveren. Zij leidt tot spanningen en onzekerheden bij de hulpverleners, tot onbegrip bij de cliënten en hun omgeving, tot maatschappelijke verwijten ( hoe is dat kunnen gebeuren? ) en bijna onvermijdelijk tot incidenten, die dan soms breed worden uitgesmeerd en becommentarieerd in de media. 8. Van een professionele hulpverlener mag worden verwacht dat hij, vanuit zijn opleiding en de omkadering in zijn beroepsuitoefening, in grote mate weet om te gaan met deze spanningen en onzekerheden. Maar ook hieraan zijn, menselijk gezien, grenzen. Zo wordt het moeilijk op het moment dat een hulpverlener met de vinger wordt gewezen, terwijl hij al het mogelijke heeft gedaan, vanuit een groot engagement, om in een bepaalde situatie tot de meest adequate oplossing te komen. Met andere woorden: wanneer hem iets wordt aangewreven dat niet binnen zijn bereik ligt of kan liggen, wanneer omgevingsfactoren of hem overstijgende, structurele problemen of tekorten een gepaste hulpverlening bemoeilijken. Meteen kan worden gewezen op het belang van dat beleids- en organisatieniveau. De kwaliteit van individuele beoordelingsprocessen is ongetwijfeld gediend met structurele ondersteuning door de organisatie, zowel inhoudelijk als organisatorisch (bv. op het gebied van werklast, tijdsbesteding en infrastructuur); met methodisch verantwoorde reflectieprocessen en zelfevaluatie, individueel en in teamverband; met wetenschappelijk verantwoorde opleidingen; met ethische en deontologische reflecties; en met allerlei andere vormen van overstijging van het individuele en concrete. 23

26 9. Er is, anderzijds, nog een element dat niet mag worden ontkend, hoe groot ook de appreciatie is voor het overgrote deel van de hulpverleners en het werk dat zij leveren in vaak moeilijke omstandigheden. Het komt helaas voor dat in individuele gevallen kleinere of grotere, tot onvergeeflijke fouten worden gemaakt. Deze kunnen hun grondslag vinden in vermoeidheid of stress, in onachtzaamheid of een verkeerde inschatting, maar soms zelfs ook in desinteresse of onbekwaamheid. Waar de omgevings- en structurele factoren vragen om oplossingen op macro- en mesovlak van beleid en organisatie, moet eveneens gepast worden gereageerd op foutlopend optreden van hulpverleners. Dit kan diverse vormen aannemen, vanwege de cliënten of de collega s, binnen het team, vanuit de werkgever en/of vanwege de maatschappij. 10. Dit onderzoek levert een beperkte bijdrage, vanuit juridisch perspectief, om de hierboven geschetste problemen, risico s en spanningen duidelijker te kaderen. Het onderzoek situeert zich weliswaar op het microvlak, met de vragen die zich stellen op het vlak van mogelijke gevolgen van beweerde foutieve hulpverlening, maar probeert ook elementen mee te nemen om dit niveau in te kleuren, het foutbegrip te nuanceren, andere of bijkomende oplossingsniveaus aan te reiken. Dit neemt niet weg dat de focus ligt op twee rechtsfiguren die ter sprake komen bij mogelijks foutief optreden van hulpverleners: de aansprakelijkheid voor schade die daardoor zou zijn opgelopen, en de strafvervolging voor schuldig hulpverzuim waartoe dit mogelijks aanleiding kan geven. 11. Voor alle duidelijkheid: het onderzoek heeft hoegenaamd niet tot bedoeling enige uitspraak te doen over de huidige kwaliteit van de hulpverlening van de consulenten in de bijzondere jeugdbijstand, en nog veel minder zich te mengen in lopende of afgehandelde rechtszaken. Hier wordt, op een abstract niveau, onderzocht waaruit een foutief optreden van een hulpverlener kan bestaan en welke gevolgen dit kan hebben, gezien vanuit de twee genoemde invalshoeken van aansprakelijkheid en schuldig hulpverzuim. 24

27 3. Onderzoeksthema 12. Aansprakelijkheid betekent aanspreekbaar zijn voor je daden. Aansprakelijkheid is niet hetzelfde als verantwoordelijkheid, wat een moreel begrip is. Zo kan een persoon zich verantwoordelijk voelen voor iets zonder dat hij daar ook juridisch aanspreekbaar voor is In het recht kunnen we drie grote vormen van aansprakelijkheid onderscheiden. Aan de ene kant is er de contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid in het burgerlijk recht en aan de andere kant de strafrechtelijke aansprakelijkheid in het strafrecht. 14. In deze bijdrage zullen we de aansprakelijkheid van de leden van de bemiddelingscommissie en de bureauleden van het comité voor bijzondere jeugdzorg 3, de teamverantwoordelijken, de (vrijwillige) consulenten van de sociale dienst behorende bij het comité en de jeugdrechtbank en de stagiairs werkzaam bij de sociale diensten onder de loep nemen. De term personeelslid BJB (Bijzondere Jeugdbijstand) wordt in deze bijdrage gebruikt om deze groep aan te duiden. We behandelen dus niet de positie van hulpverleners uit (private of openbare) voorzieningen. Deze beperking moet enigszins worden genuanceerd: een groot deel van wat wordt uiteengezet over de positie van de personeelsleden BJB, gaat ook op voor de hulpverleners in het algemeen. Dat is in elk geval zo wat betreft de algemene toelichting bij de relevante begrippen en rechtsfiguren, maar ook deels parallel voor wat betreft de toepassing daarvan op de specifieke positie van de consulenten. 15. In het eerste deel wordt nagegaan of er in bepaalde gevallen sprake is van een contract tussen de personeelsleden BJB en hun cliënten en dus van contractuele aansprakelijkheid. Vervolgens komt de buitencontractuele aansprakelijkheid van en voor deze doelgroep aan bod. Ten slotte wordt er in 2 KONING BOUDEWIJN STICHTING (ed.), Vrijwilligerswerk, wat kan, mag en moet, Brussel, De Plano, 2001, In het raam van dit onderzoek, gaan we niet dieper in op de preventiecel die ook deel uitmaakt van het comité. Wanneer we verder spreken over de leden van het comité bedoelen we steeds de bureauleden. 25

De positie van de hulpverlener in welzijnsvoorzieningen: geprangd tussen aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid.

De positie van de hulpverlener in welzijnsvoorzieningen: geprangd tussen aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid. De positie van de hulpverlener in welzijnsvoorzieningen: geprangd tussen aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid. Deel I : Juridisch luik: de figuur van aansprakelijkheid en schuldig verzuim in de hulpverlening

Nadere informatie

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND. Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND. Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen INHOUD I. De begrippen burgerlijke aansprakelijkheid en strafrechtelijke II. Twee concrete

Nadere informatie

Burgerlijke aansprakelijkheid in schoolverband

Burgerlijke aansprakelijkheid in schoolverband Burgerlijke aansprakelijkheid in schoolverband Prof. dr. Alois VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen 1 BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID EN STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID A. Begrip burgerlijke

Nadere informatie

Factsheet De aansprakelijkheid van de arts

Factsheet De aansprakelijkheid van de arts Factsheet De aansprakelijkheid van de arts Algemeen Als u vermoedt dat een beroepsbeoefenaar uw rechten heeft geschonden, kunt u hem of de zorginstelling waarbinnen hij werkt aansprakelijk stellen. Volgens

Nadere informatie

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST 1) Omschrijving van de arbeidsovereenkomst Artikel 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten

Nadere informatie

Juridische verantwoordelijkheden /aansprakelijkheid van de preventieadviseur

Juridische verantwoordelijkheden /aansprakelijkheid van de preventieadviseur Juridische verantwoordelijkheden /aansprakelijkheid van de preventieadviseur dr. Vanessa Verdeyen Docent sociaal recht & zorgrecht Vrijwillig wetenschappelijk medewerker Instituut Sociaal Recht, KULeuven

Nadere informatie

Beknopte inhoudstafel

Beknopte inhoudstafel REVEVR_VB_13001_2013.book Page V Monday, August 5, 2013 9:32 AM Beknopte inhoudstafel Een gedetailleerde inhoudsopgave vindt u bij het begin van elk deel p. Algemene inleiding (Herman Nys)...1 I. Wat is

Nadere informatie

Meer info inzake aansprakelijkheid VZW en haar bestuurders

Meer info inzake aansprakelijkheid VZW en haar bestuurders Meer info inzake aansprakelijkheid VZW en haar bestuurders DE BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID De persoon die schade aan iemand anders veroorzaakt, is verplicht die te herstellen. Hierbij wordt een onderscheid

Nadere informatie

HET MEDISCH GEHEIM EN ZIJN ALSMAAR VAGERE CONTOUREN. Benoit Dejemeppe 16 november 2018

HET MEDISCH GEHEIM EN ZIJN ALSMAAR VAGERE CONTOUREN. Benoit Dejemeppe 16 november 2018 HET MEDISCH GEHEIM EN ZIJN ALSMAAR VAGERE CONTOUREN Benoit Dejemeppe 16 november 2018 WAAROM MEDISCH GEHEIM? Individueel belang : de patiënt moet zich in vertrouwen tot de arts kunnen wenden Bescherming

Nadere informatie

Kaas met gaten of gaten met kaas

Kaas met gaten of gaten met kaas Kaas met gaten of gaten met kaas Wat blijft nog over van het beroepsgeheim? Sofie Royer Instituut voor strafrecht 19 februari 2018 De Morgen De Standaard De Standaard Art. 458 Sw. Geneesheren, heelkundigen,

Nadere informatie

Hulpverleningszones: tijd voor een zonaal verhaal 21 november 2016

Hulpverleningszones: tijd voor een zonaal verhaal 21 november 2016 Hulpverleningszones: tijd voor een zonaal verhaal 21 november 2016 #vvsgbwcongres Aansprakelijkheid van zonepersoneel Geert Vandenwijngaert #vvsgbwcongres De aansprakelijkheid van en voor de personeelsleden

Nadere informatie

Zeg ik het of zeg ik het niet?

Zeg ik het of zeg ik het niet? Zeg ik het of zeg ik het niet? De praktijk van het beroepsgeheim Vijand of bondgenoot van de triade? Prof. Frank Hutsebaut Ter inleiding Kernvraag: hoe zorgvuldig communiceren in het kader van de triade

Nadere informatie

Hoe omgaan met zorgkundigen en vertegenwoordigers op ok. Een standpunt

Hoe omgaan met zorgkundigen en vertegenwoordigers op ok. Een standpunt Hoe omgaan met zorgkundigen en vertegenwoordigers op ok. Een standpunt Blankenberge 27 maart 2009 Jan Vande Moortel Lector en advocaat AXIOMA S 1. We leven in een rechtsstaat 2. De wet is niet altijd zoals

Nadere informatie

Gedrag bij een ongeval, vluchtmisdrijf en schuldig verzuim

Gedrag bij een ongeval, vluchtmisdrijf en schuldig verzuim Gedrag bij een ongeval, vluchtmisdrijf en schuldig verzuim Juli 10 Hilde Peeters Jaarlijks worden duizenden mensen geconfronteerd met een verkeersongeval, soms ook een ongeval met zware gevolgen. Hoe reageer

Nadere informatie

Beknopte Inhoudstafel

Beknopte Inhoudstafel Beknopte Inhoudstafel Een gedetailleerde inhoudsopgave vindt U bij het begin van elk deel p. Algemene inleiding (Herman Nys)... 1 I. Wat is het recht?... 3 A. Oorsprong en noodzaak van het recht... 3 B.

Nadere informatie

Juridische aspecten van verpleegkundige handelingen

Juridische aspecten van verpleegkundige handelingen Juridische aspecten van verpleegkundige handelingen Gent, 1 oktober 2009 Jan Vande Moortel Lector en advocaat AXIOMA S 1. We leven in een rechtsstaat 2. De wet is niet altijd zoals ze zou moeten zijn We

Nadere informatie

Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek

Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek Doc: a135005 Tijdschrift: 135 Datum: 17/09/2011 Origine: NR Thema's: Beroepsgeheim Kwetsbare personen Mishandeling van een kind,

Nadere informatie

22/03/2018 BEROEPSGEHEIM EN DEONTOLOGIE EEN PRAKTISCHE BENADERING CASE HOE WETEN WE WANNEER WE GOED HANDELEN? Ellen Milants

22/03/2018 BEROEPSGEHEIM EN DEONTOLOGIE EEN PRAKTISCHE BENADERING CASE HOE WETEN WE WANNEER WE GOED HANDELEN? Ellen Milants BEROEPSGEHEIM EN DEONTOLOGIE EEN PRAKTISCHE BENADERING Ellen Milants 1 CASE Ann, vroedvrouw, komt op bezoek bij een jong gezin. Nele is 18 jaar en pas bevallen van haar eerste kindje Elise. Nele is samen

Nadere informatie

Prioritaire voertuigen

Prioritaire voertuigen Prioritaire voertuigen Wat doet de politierechtbank ermee? Kathleen Stinckens Rechter in de politierechtbank Leuven Inleiding Zonder ongeval Met ongeval Voor de burgerlijke rechtbank Voor de strafrechtbank

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 OKTOBER 2009 C.08.0200.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0200.F FORTIS INSURANCE BELGIUM, Mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen P. D. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

AANSPRAKELIJKHEID. Bart ADRIAENS Advocaat-vennoot Claeys & Engels. HR BUILDERS 2 mei 2011

AANSPRAKELIJKHEID. Bart ADRIAENS Advocaat-vennoot Claeys & Engels. HR BUILDERS 2 mei 2011 AANSPRAKELIJKHEID Bart ADRIAENS Advocaat-vennoot Claeys & Engels HR BUILDERS 2 mei 2011 Claeys & Engels 2009 1 Inleiding 1.1 Twee soorten aansprakelijkheid Strafrechtelijke aansprakelijkheid Risico op

Nadere informatie

t Zitemzo met het beroepsgeheim Nele Desmet Kinderrechtswinkel vzw 02/12/ 16

t Zitemzo met het beroepsgeheim Nele Desmet Kinderrechtswinkel vzw 02/12/ 16 t Zitemzo met het beroepsgeheim Nele Desmet Kinderrechtswinkel vzw 02/12/ 16 Beroepsgeheim Opgenomen in 1867 in het Strafwetboek (art. 458 Sw.) => Omwille van maatschappelijk belang Beroepsgeheim dekt

Nadere informatie

Juridische kanttekeningen rond maaltijdzorg. Jan Vande Moortel Advamo Arteveldehogeschool Gent

Juridische kanttekeningen rond maaltijdzorg. Jan Vande Moortel Advamo Arteveldehogeschool Gent Juridische kanttekeningen rond maaltijdzorg Jan Vande Moortel Advamo Arteveldehogeschool Gent WIE HEEFT BESLISSINGSRECHT? De patiënt Is hij nog bekwaam? Wie bepaalt de bekwaamheid? Zijn vertegenwoordiger

Nadere informatie

Strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen

Strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen Strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be Inleiding

Nadere informatie

Informatiefiche. Verantwoordelijkheid van de bevoegde persoon

Informatiefiche. Verantwoordelijkheid van de bevoegde persoon Informatiefiche Verantwoordelijkheid van de bevoegde persoon VERANTWOORDELIJKHEID Een (ernstig) arbeidsongeval leidt zowel tot strafrechtelijke verantwoordelijkheid als burgerlijke aansprakelijkheid Strafrechtelijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 FEBRUARI 2009 P.08.1594.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.08.1594.F J. R., Mrs. Benoît Lespire, advocaat bij de balie te Luik, en Raphaël Gevers, advocaat bij de balie te Brussel. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 1 december 2015 ADVIES 2015-94 Over de weigering om toegang te verlenen tot de inspectierapporten

Nadere informatie

De aansprakelijkheid van de aannemer DEEL I: De contractuele aansprakelijkheid

De aansprakelijkheid van de aannemer DEEL I: De contractuele aansprakelijkheid De aansprakelijkheid van de aannemer DEEL I: De contractuele aansprakelijkheid FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be

Nadere informatie

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, strafzaken

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, strafzaken Vonnisnummer/ Griffienummer / \.\bi. /2015 Repertoriumnummer/ Europees 2015 / 461. Datum van uitspraak 18 maart 2015 Rolnummer niet in strafzaken Notitienummer parket 66.RW.500300/2013 Rechtbank van eerste

Nadere informatie

Beroepsgeheim. Veurne, 6 juni 2008

Beroepsgeheim. Veurne, 6 juni 2008 Beroepsgeheim Veurne, 6 juni 2008 Beroepsgeheim Art. 458 Strafwetboek Geneesheren, heelkundigen, officieren van gezondheid, apothekers, vroedvrouwen en alle andere personen die uit hoofde van hun staat

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 21 maart 2011 ADVIES 2011-102 over de weigering om toegang te verlenen tot het volledige fiscaal

Nadere informatie

DE RECHTEN VAN DE VRIJWILLIGER EN PLICHTEN VAN DE ORGANISATIE. 1. Situering algemene informatie over het aantal vrijwilligers

DE RECHTEN VAN DE VRIJWILLIGER EN PLICHTEN VAN DE ORGANISATIE. 1. Situering algemene informatie over het aantal vrijwilligers DE RECHTEN VAN DE VRIJWILLIGER EN PLICHTEN VAN DE ORGANISATIE 1. Situering algemene informatie over het aantal vrijwilligers 2. Wettelijke initiatieven 1) wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van

Nadere informatie

Juridische aspecten ivm geld en genot

Juridische aspecten ivm geld en genot TABOES IN DE OUDERENZORG Juridische aspecten ivm geld en genot AXIOMA S 1. We leven in een rechtsstaat 2. De wet is niet altijd zoals ze zou moeten zijn Structuur wetgeving VERDRAG GRONDWET KB nummer =

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 DECEMBER 2010 P.10.0213.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.0213.N G. R. burgerlijke partij, eiser, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen T.

Nadere informatie

uitgave december 2011 beroepsgeheim

uitgave december 2011 beroepsgeheim uitgave december 2011... met thet beroepsgeheim ... met het beroepsgeheim Sommige problemen, ziektes, kan je niet in je eentje oplossen. Om deze problemen aan te pakken, heb je hulp nodig van mensen die

Nadere informatie

Omgaan met verontrusting

Omgaan met verontrusting Samen werken rond kindermishandeling: een praktische benadering Destoop Tine Vertrouwenscentrum Antwerpen Omgaan met verontrusting Protocol van Moed (proefproject 1/1/2012-31/12/2013) Start nieuwe jeugdhulplandschap

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 16 mei 2011 ADVIES 2011-265 over de weigering om toegang te verlenen tot het volledige fiscaal dossier

Nadere informatie

De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014)

De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014) De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014) FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95

Nadere informatie

Rolnummer 4834. Arrest nr. 78/2010 van 23 juni 2010 A R R E S T

Rolnummer 4834. Arrest nr. 78/2010 van 23 juni 2010 A R R E S T Rolnummer 4834 Arrest nr. 78/2010 van 23 juni 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering, zoals ingevoegd bij artikel 9 van de wet van 21 april

Nadere informatie

Ontwerprondzendbrief DVO/BZ/P&0/2007 m.b.t. uitvoering sectoraal akkoord 2003-2004 - rechtsbijstand

Ontwerprondzendbrief DVO/BZ/P&0/2007 m.b.t. uitvoering sectoraal akkoord 2003-2004 - rechtsbijstand Agentschap voor overheidspersoneel SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST protocol nr. 251.81 2 PROTOCOL HOUDENDE DE CONCLUSIES VAN DE ONDERHANDELINGEN VAN 10 SEPTEMBER EN 1 OKTOBER 2007

Nadere informatie

Beroepsgeheim en Huiselijk Geweld

Beroepsgeheim en Huiselijk Geweld Beroepsgeheim en Huiselijk Geweld Workshop Landelijk Congres Huiselijk Geweld 16 november 2009 Inhoud Waar hebben we het over Juridisch Kader Achtergrond Afweging: geheim doorbreken? Stappenplan Casusposities

Nadere informatie

INLEIDING 17-3-2014. Programma. De persoonlijke aansprakelijkheid van personeelsleden

INLEIDING 17-3-2014. Programma. De persoonlijke aansprakelijkheid van personeelsleden De persoonlijke aansprakelijkheid van personeelsleden Geert Decorte Els Beeckmans 27 maart 2014 Programma Inleiding Algemene principes Burgerlijke aansprakelijkheid Strafrechtelijke aansprakelijkheid Rechtsbijstand

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 FEBRUARI 2011 P.10.1335.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.1335.N 1. D. L. M. D., beklaagde, 2. D. A., civielrechtelijk aansprakelijke partij, 3. T. D., civielrechtelijk aansprakelijke partij,

Nadere informatie

De aansprakelijkheid van de CB-arts

De aansprakelijkheid van de CB-arts De aansprakelijkheid van de CB-arts Raf Van Goethem Advocaat Dewallens & partners Overzicht 1. Algemene inleiding 2. Bevoegdheden van verpleegkundigen tot toedienen van vaccins 3. De aansprakelijkheid

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN 23 JUNI 2010

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN 23 JUNI 2010 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN 23 JUNI 2010 De Rechtbank van eerste aanleg van het gerechtelijk arrondissement Antwerpen, kamer 1C, rechtdoende in correctionele zaken, heeft het volgende vonnis

Nadere informatie

U bent gedagvaard. >voor de politierechtbank >voor de correctionele rechtbank. Wegwijs in justitie. In de hoofdrol bij justitie.

U bent gedagvaard. >voor de politierechtbank >voor de correctionele rechtbank. Wegwijs in justitie. In de hoofdrol bij justitie. Wegwijs in justitie In de hoofdrol bij justitie De instellingen Meer informatie Justitie in de praktijk Federale Overheidsdienst Justitie U bent gedagvaard >voor de politierechtbank >voor de correctionele

Nadere informatie

Hervorming geestelijke gezondheidszorg 107 voor volwassenen Toekomstige hervorming voor kinderen Sector Arbeids- & Organisatiepsychologie

Hervorming geestelijke gezondheidszorg 107 voor volwassenen Toekomstige hervorming voor kinderen Sector Arbeids- & Organisatiepsychologie Deontologische vragen m.b.t. samenwerken in teams en netwerken Prof. Adélaïde BLAVIER, PhD Centre d Expertise en Psychotraumatismes et Psycho-Légale Département de Psychologie, Université de Liège (ULg)

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 SEPTEMBER 2016 P.16.0556.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0556.N P J G V, beklaagde, eiseres, met als raadsman mr. Laurens Van Puyenbroeck, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Veilig online hulp aanbieden. Wat zegt de wet? Annemie Van Looveren, SAM vzw

Veilig online hulp aanbieden. Wat zegt de wet? Annemie Van Looveren, SAM vzw Veilig online hulp aanbieden. Wat zegt de wet? Annemie Van Looveren, SAM vzw Congres Onlinehulp voor welzijn en gezondheid 28 maart 2019 Privacy-discretie-beroepsgeheim Brandend actueel! Raakt aan oa:

Nadere informatie

een als misdrijf omschreven feit proces-verbaal procureur des Konings parket of van het Openbaar Ministerie

een als misdrijf omschreven feit proces-verbaal procureur des Konings parket of van het Openbaar Ministerie uitgave juni 2015 Minderjarigen kunnen volgens de Belgische wet geen misdrijven plegen. Wanneer je als jongere iets ernstigs mispeutert, iets wat illegaal is, pleeg je een als misdrijf omschreven feit

Nadere informatie

HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling)

HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling) HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling) DIENST Gent - Oudenaarde EEDVERBONDKAAI 285 9000 GENT DIENST Dendermonde OLV KERKPLEIN 30 9200 Dendermonde OOST-VLAANDEREN Voor wie? Slachtoffer/ daders

Nadere informatie

Rolnummer 4237. Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T

Rolnummer 4237. Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T Rolnummer 4237 Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 34, 2, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, gesteld door

Nadere informatie

Suggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard.

Suggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard. Voorwoord Dit leerboek vormt een goede basis voor het opleidingsonderdeel strafrecht binnen een professionele bacheloropleiding. We denken hierbij in het bijzonder aan de afstudeerrichting Rechtspraktijk

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Regeling tegemoetkoming rechtskundige hulp politie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Regeling tegemoetkoming rechtskundige hulp politie STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 1324 236 44december 2008 Regeling tegemoetkoming rechtskundige hulp politie 14 november 2008 Nr. 2008-0000539734 De

Nadere informatie

Vanaf het moment dat informatie over een bepaalde persoon systematisch wordt bijgehouden, spreekt men van een dossier.

Vanaf het moment dat informatie over een bepaalde persoon systematisch wordt bijgehouden, spreekt men van een dossier. Dossier CKG s Vanaf het moment dat informatie over een bepaalde persoon systematisch wordt bijgehouden, spreekt men van een dossier. Bij de registratie van gegevens moet rekening worden gehouden met de

Nadere informatie

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis; 1/5 Sectoraal comité voor de Federale Overheid Beraadslaging FO nr 26/2012 van 20 september 2012 Betreft: Beraadslaging houdende het verlenen van een machtiging aan de MIVB om bij de DIV de identificatiegegevens

Nadere informatie

(B.S., 14 november 1998)

(B.S., 14 november 1998) Wet 31 augustus 1998 houdende omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming van databanken (B.S., 14 november 1998) HOOFDSTUK I. Voorafgaande

Nadere informatie

Gerechtelijke Jeugdbijstand in hoogdringende gevallen. Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen.

Gerechtelijke Jeugdbijstand in hoogdringende gevallen. Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen. Advies Gerechtelijke Jeugdbijstand in hoogdringende gevallen Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen. Voorstel van decreet houdende wijziging van de decreten inzake bijzondere jeugdbijstand,

Nadere informatie

Een standpunt over de burgerlijke aansprakelijkheid van bestuurders van een V.Z.W. in de sportwereld

Een standpunt over de burgerlijke aansprakelijkheid van bestuurders van een V.Z.W. in de sportwereld www.vdelegal.be Een standpunt over de burgerlijke aansprakelijkheid van bestuurders van een V.Z.W. in de sportwereld Brussel, 24 november 2003 Johan VANDEN EYNDE Advocaat Vanden Eynde Legal Avenue de la

Nadere informatie

Rolnummers 4767 en 4788. Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T

Rolnummers 4767 en 4788. Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T Rolnummers 4767 en 4788 Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering, zoals ingevoegd bij artikel 9 van de wet van

Nadere informatie

medische verzekeringen sinds 1944 AMMA VERZEKERINGEN Burgerlijke beroepsaansprakelijkheid loontrekkende verpleegkundigen

medische verzekeringen sinds 1944 AMMA VERZEKERINGEN Burgerlijke beroepsaansprakelijkheid loontrekkende verpleegkundigen AMMA VERZEKERINGEN Burgerlijke beroepsaansprakelijkheid loontrekkende verpleegkundigen medische verzekeringen sinds 1944 onderlinge verzekeringsonderneming toegelaten door de Commissie voor het Bank-,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 FEBRUARI 2019 P.18.0793.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.0793.N B A, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Sven De Baere, advocaat bij de balie Brussel. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

Aansprakelijkheid ondernemers paardenbranche

Aansprakelijkheid ondernemers paardenbranche Aansprakelijkheid ondernemers paardenbranche 9 mei 2006 Barneveld Lezing PTC mr. Annemieke van Dooren-Korenstra ABAB juristen s-hertogenbosch Programma Inleiding Beperken bedrijfsrisico s Aansprakelijkheid

Nadere informatie

Ontslag wegens dringende reden

Ontslag wegens dringende reden Ontslag wegens dringende reden C. ENGELS -Kluwer a Wolters Kluwer business Inhoud V 1- Begrip I 1.1. Wettelijke definitie 1 1.2. Ontleding van de definitie I 1.2.1. Vereisten 1 1.2.2. Eerste vereiste:

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 APRIL 2019 P.18.1208.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.1208.N W A V, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Tom De Clercq, advocaat bij de balie Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het

Nadere informatie

De sociale plattegrond

De sociale plattegrond De sociale plattegrond Sector: Agentschap Jongerenwelzijn Spreker: Tom Elen (Agentschap Jongerenwelzijn) H1 - Opdracht Agentschap Jongerenwelzijn (beleidsdomein = WVG) Afdeling Preventie- en Verwijzersbeleid

Nadere informatie

Afstemming Decreet Bijzondere Jeugdbijstand Decreet Rechtspositie

Afstemming Decreet Bijzondere Jeugdbijstand Decreet Rechtspositie Afstemming Decreet Bijzondere Jeugdbijstand Decreet Rechtspositie 1. Situering In het algemeen kan worden gesteld dat de reglementering in de sector van de bijzondere jeugdbijstand perfect is afgestemd

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LIMBURG AFDELING HASSELT VAN 19 OKTOBER 2017

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LIMBURG AFDELING HASSELT VAN 19 OKTOBER 2017 HA56.L2.3542-14 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LIMBURG AFDELING HASSELT VAN 19 OKTOBER 2017 INZAKE HET OPENBAAR MINISTERIE TEGEN BEKLAAGDE A. A., geboren te Beringen op ( ), wonende te ( ), Belg. In persoon.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JUNI 2012 P.12.0873.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0873.F I. P. D. V., II. III. IV. P. D. V., P. D. V., P. D. V., V. P. D. V., Mrs. Cédric Vergauwen en Olivia Venet, advocaten bij de

Nadere informatie

De vrijwilliger in de zorgsector: aansprakelijkheid en verzekering?

De vrijwilliger in de zorgsector: aansprakelijkheid en verzekering? De vrijwilliger in de zorgsector: aansprakelijkheid en verzekering? Studiedag Social Profit en Zorg Acerta Leuven, 19 februari 2019 Gert Geerts Inhoud I. Inleiding II. De wettelijke regeling de wettelijke

Nadere informatie

ARBEIDSVEILIGHEID EN AANSPRAKELIJKHEID

ARBEIDSVEILIGHEID EN AANSPRAKELIJKHEID ARBEIDSVEILIGHEID EN AANSPRAKELIJKHEID Gouverneur Roppesingel 15 bus 1.2 (B) 3500 Hasselt T +32 11 36 09 71 F +32 11 36 08 15 steven.renette@mploy.be ERNSTIG ARBEIDSONGEVAL 1. ERNSTIG ARBEIDSONGEVAL Arbeidsongeval:

Nadere informatie

1 Inleiding. Infofiche J010 04/2017. Verantwoordelijkheid van de bevoegde persoon 1/5

1 Inleiding. Infofiche J010 04/2017. Verantwoordelijkheid van de bevoegde persoon 1/5 Infofiche J010 04/2017 Verantwoordelijkheid van de bevoegde persoon 1 Inleiding Deze fiche is bedoeld om de (wettelijke) taken van zowel de bevoegde persoon die wordt aangewezen door de werkgever die de

Nadere informatie

Centrum Duurzaam Gebouwbeheer

Centrum Duurzaam Gebouwbeheer Even voorstellen CeDuBo: promotie duurzaam bouwen sinds 2001 CDG : Centrum duurzaam gebouwbeheer Nieuw initiatief, gelanceerd 2015 Ondersteuning gebouwbeheerders www.gebouwbeheerder.be Centrum Duurzaam

Nadere informatie

RECHT OP BIJSTAND. Artikel 24

RECHT OP BIJSTAND. Artikel 24 RECHT OP BIJSTAND Artikel 24 1. De minderjarige heeft het recht om zich in alle contacten met de jeugdhulpaanbieders, de toegangspoort en de trajectbegeleiding en in de uitoefening van zijn rechten, opgesomd

Nadere informatie

Wegwijs in het beroepsgeheim

Wegwijs in het beroepsgeheim Wegwijs in het Actuele ontwikkelingen in zorg en welzijn 1 april 2019 RWOD Dendermonde Anne-Sophie Versweyvelt I. Situering Beroepsgeheim in woelige tijden Beroepsgeheim in woelige tijden Beroepsgeheim

Nadere informatie

Analyse, gegevensverzameling en promotie Medicolegale rechten en plichten

Analyse, gegevensverzameling en promotie Medicolegale rechten en plichten STORME, LEROY, VAN PARYS Advocatenassociatie cvba Analyse, gegevensverzameling en promotie Medicolegale rechten en plichten Christiaan Beyaert c.beyaert@storme-law.be Kristiaan Vandenbussche k.vandenbussche@storme-law.be

Nadere informatie

Een statuut voor pleegouders. april 2017

Een statuut voor pleegouders. april 2017 Een statuut voor pleegouders april 2017 Een statuut volgens Europa Europese aanbeveling (87)6 van het Comité van Ministers van de Raad van Europa on foster families 1) de lidstaten dienen een systeem van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 FEBRUARI 2003 C.00.0354.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.00.0354.N R.J. eiseres, vertegenwoordigd door mr. Philippe Gérard, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1050 Brussel,

Nadere informatie

de aansprakelijkheid van private voorzieningen in de jeugdhulp en kinderopvang Belicht

de aansprakelijkheid van private voorzieningen in de jeugdhulp en kinderopvang Belicht de van private voorzieningen in de jeugdhulp en kinderopvang Belicht Ellen VAN GRUNDERBEEK en Katrien HERBOTS 1 Als gezinnen gebruik maken van het hulpaanbod van voorzieningen uit de jeugdhulp of de kinderopvang,

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd

Nadere informatie

De correctionele rechtbank van het arrondissement Hasselt VONNIS van 19 NOVEMBER 2008

De correctionele rechtbank van het arrondissement Hasselt VONNIS van 19 NOVEMBER 2008 not.nr. 56.99.139-07 rep. Nr. 2293 De correctionele rechtbank van het arrondissement Hasselt VONNIS van 19 NOVEMBER 2008 INZAKE : CENTRUM VOOR GELIJKHEID VAN KANSEN EN VOOR RACISMEBESTRIJDING, Koningsstraat

Nadere informatie

Publicatie : FEBRUARI Wet betreffende de bestraffing van corruptie

Publicatie : FEBRUARI Wet betreffende de bestraffing van corruptie Publicatie : 1999-03-23 MINISTERIE VAN JUSTITIE 10 FEBRUARI 1999. - Wet betreffende de bestraffing van corruptie ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Nadere informatie

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T Rolnummer 4560 Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 OKTOBER 2012 P.12.0487.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0487.N I ARGENTA ASSURANTIES nv, met zetel te 2018 Antwerpen, Belgiëlei 49-53, vrijwillig tussenkomende partij, eiseres, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 SEPTEMBER 2014 P.12.1864.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1864.N 1. M M D R T, beklaagde, 2. REAL CONSTRUCT bvba, met zetel te 2640 Mortsel, Edegemsestraat 211, beklaagde en burgerlijk

Nadere informatie

Aansprakelijkheid bij verkeers- en mobiliteitseducatie

Aansprakelijkheid bij verkeers- en mobiliteitseducatie Aansprakelijkheid bij verkeers- en mobiliteitseducatie Vlaamse Stichting Verkeerskunde 28/05/2013 Ethias Verzekering Geert Van Aken 1 Risico? Excursies met de fiets Fietsvaardigheidstraining Verkeersroute

Nadere informatie

De nieuwe W.C.O. regels

De nieuwe W.C.O. regels De nieuwe W.C.O. regels Luc Sterkens 1 Agenda - Situering - Belangrijke wijzigingen - Bijkomende aansprakelijkheid voor de cijferberoeper - Bedenkingen - Vragen 2 Opmerking - Seminarie voor cijferberoepers

Nadere informatie

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 TITEL I TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Deze wet regelt een

Nadere informatie

rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1278/2019 Repertoriumnummer / Europees

rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1278/2019 Repertoriumnummer / Europees Vonnisnummer / Griffienummer 1278/2019 Repertoriumnummer / Europees 2019/1659 Datum van uitspraak 20 juni 2019 Naam van de beklaagde Systeemnummer parket Dossiernummer 19L000656 Notitienummer parket rechtbank

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 28 APRIL 2015 P.14.1623.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1623.N L M R V, inverdenkinggestelde, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor

Nadere informatie

RECHT OP BIJSTAND VAN EEN VERTROUWENSPERSOON. Artikel 24

RECHT OP BIJSTAND VAN EEN VERTROUWENSPERSOON. Artikel 24 RECHT OP BIJSTAND VAN EEN VERTROUWENSPERSOON Artikel 24 1. De minderjarige heeft het recht om zich in alle contacten met de jeugdhulpaanbieders, de toegangspoort en het ondersteuningscentrum Jeugdzorg

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 FEBRUARI 2015 P.13.0908.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.0908.N J W S, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Kurt Mollekens, advocaat bij de balie te Mechelen, tegen I M (roepnaam D),

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017 In de zaak van het openbaar ministerie tegen: S. V. G., zonder gekend beroep, geboren te Gent op ( ), wonende te ( ) beklaagd van: A. Hetzij door daden,

Nadere informatie

INFORMATIENOTA. Feitelijke vereniging.

INFORMATIENOTA. Feitelijke vereniging. INFORMATIENOTA 1. Organisatie Adres Tel.nr e-mail Sociale doelstelling Juridisch statuut Voorbeelden: VZW-IVZW (internationaal) Gemeente, OCMW, gemeentelijke VZW Stichting/Instelling van Openbaar Nut Intercommunale:

Nadere informatie

Beroepsgeheim in de hulpverlening

Beroepsgeheim in de hulpverlening Instituut voor Sociaal Recht K.U. Leuven Beroepsgeheim in de hulpverlening Handelen tussen recht en praktijk donderdag 24 november 2005 De Factorij Huart Hamoirlaan 136 1030 Brussel Voormiddag De theorie

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 FEBRUARI 2015 P.14.1739.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1739.F I. E. V. D., II. A. A. Mr. Patricia Vanlersberghe, advocaat bij het Hof van Cassatie. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF De

Nadere informatie

Rechtsweigering Art.5 Gerechtelijk Wetboek

Rechtsweigering Art.5 Gerechtelijk Wetboek Rechtsweigering Art.5 Gerechtelijk Wetboek FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 34 A 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be I. Intrede Artikel 4 Burgerlijk

Nadere informatie