Introductie definitieve besluitvorming actualisatie Regiovisie Groningen-Assen 2030

Transcriptie

1 Introductie definitieve besluitvorming actualisatie Regiovisie Groningen-Assen 2030 Inleiding Sinds 1996 wordt er samen gewerkt in de regiovisie Groningen-Assen De samenwerking is in 1996 begonnen vanuit de regionale problematiek rond het wonen, het werken, de mobiliteit en de infrastructuur. Op deze terreinen is de afgelopen periode veel inzet geweest, resulterend in de regionale verdeling van woningbouwtaakstellingen en het realiseren van gemeente- en provinciegrensoverschrijdende woningbouwlocaties, zoals Meerstad en Ter Borch. Ook zijn er investeringsprogramma s opgesteld voor het verbeteren van het openbaar vervoer (Kolibri) en de verbetering van de infrastructuur (BAG). Vanuit deze problematiek is destijds gekozen voor bundeling van het wonen en werken op de T- structuur, mede ingegeven door het zoveel mogelijk behouden van gebiedskwaliteiten die betrekking hebben op natuur en landschap. Overigens is ook vanuit de Regiovisie concreet bijgedragen aan het herstel van het landschap in de vorm van het meefinancieren van het project Herstel benedenloop Drentse Aa. In oktober 2003 heeft de stuurgroep Regiovisie het voorlopig ontwerp Samen sterk in het netwerk vastgesteld. In dit rapport wordt ingegaan op de actualisatie van de regiovisie, naar aanleiding van een aantal ontwikkelingen in de periode Zowel de ontwikkelingen op het gebied van het wonen als werken zijn sneller gegaan dan gedacht. Ook werd de regio Groningen-Assen aangewezen tot nationaal stedelijk netwerk en is er nieuw Europees beleid geformuleerd op het terrein van landbouw, water en natuur. De stuurgroep wil blijven vasthouden aan de bundeling van het wonen en werken in de T-structuur. Zo worden de beide hoofddoelen van de regiovisie, namelijk economische ontwikkeling en behoud en versterking van gebiedskwaliteit, zo goed mogelijk gediend. De afgelopen periode is gebleken dat meer aandacht nodig is bijvoorbeeld voor het bergen van water, het perspectief voor de landbouw, maar ook voor het investeren in het landschap voor toekomstige woningbouw. Vanuit deze context zet de stuurgroep in op de nieuwe regionale projecten regiopark en het voorinvesteren in het landschap voor toekomstige woningbouw. Het is de bedoeling op korte termijn een scherp beeld te verkrijgen van de benodigde inspanningen in deze projecten en daaraan gekoppelde investeringen op regionaal niveau. De stuurgroep kiest voor selectiviteit, ontwikkeling en realisatie. Selectiviteit betreft het definiëren van een beperkt aantal regionale projecten. Ontwikkeling houdt in dat de deelnemers aan het samenwerkingsverband eigen ontwerpopgaven gaan ontwikkelen, waarbij flexibiliteit en eigen verantwoordelijkheid uitgangspunt zijn. Na een fase van planvoorbereiding gaat het in de komende periode vooral om het daadwerkelijk realiseren van plannen. Regiovisie Groningen-Assen 2030: (2) Introductienota actualisatie Regiovisie (R ).doc pagina 1

2 Uitdrukkelijk zal bij het realiseren van regionale projecten en de in het rapport benoemde ontwerpopgaven worden uitgegaan van een integrale aanpak, waarbij rood en grijs, maar ook groen en blauw op gelijkwaardige wijze worden betrokken. Het rapport is inmiddels in alle raden en staten van de deelnemers besproken. Ook is aan een aantal externe belanghebbende partijen en de burgers uit de regio om een mening gevraagd over de inhoud van het rapport. De resultaten hiervan, neergelegd in de nota reactie en commentaar Regio in beweging!, geven aan dat zowel intern als extern een breed draagvlak bestaat voor het voortzetten van de regionale samenwerking. Ook bij het publiek bestaat veel steun voor de door de stuurgroep gekozen koers. Zo wordt het bundelen van wonen en werken langs de T-structuur sterk ondersteund. Hetzelfde geldt voor de door de stuurgroep beoogde verbetering van het openbaar vervoer. Wel is een belangrijk signaal dat de stuurgroep goed moet letten op de balans tussen enerzijds wonen, werken en infrastructuur en anderzijds natuur landschap en water. In de ogen van velen is meer aandacht nodig voor het groen en blauw in onze regio. Ook de stuurgroep is van mening dat investeringen in groen en blauw noodzakelijk zijn in onze regio. Daarom is voor de komende uitvoeringsperiode 2005 t/m 2009 taakstellend een substantieel investeringsbedrag opgenomen in het regiofonds. De stuurgroep wil zo snel als mogelijk zicht geven op nodige investeringen in regionaal verband en de mogelijkheden voor financiering van deze investeringen. Een belangrijk bestuurlijke signaal is dat heel duidelijk moet zijn wat de kosten en de baten van de regionale samenwerking zijn. Met andere woorden wat leveren nodige investeringen op in het verwezenlijken van gestelde doelen en het behalen van concrete resultaten. Gebaseerd op een aantal uitgangspunten is daartoe een concreet meerjareninvesteringsprogramma opgesteld. Ook is een geactualiseerd convenant opgesteld, waarin de deelnemende colleges zich bin den aan doelen en middelen waar het de regionale samenwerking betreft. De nota reactie en commentaar, met daarin opgenomen door de stuurgroep voorgestelde wijzigingen, het meerjareninvesteringsprogramma en het nieuwe convenant, worden ter definitieve instemming voorgelegd aan raden en staten. Indien instemming wordt verkregen kan de stuurgroep aan de slag gaan met het voorbereiden van de uitvoering van projecten in het begrotingsjaar Voorts wordt dan ook de technische eindredactie van het Definitieve Ontwerp Regiovisie Groningen-Assen 2030 gereedgemaakt. In het navolgende wordt eerst ingegaan op de noodzaak tot regionale samenwerking. Daarna worden de inhoud, systematiek en onderbouwing van het meerjareninvesteringsprogramma besproken. Ook wordt aandacht besteed aan de financiële effecten de beoogde effecten van investeringen voor de deelnemende partijen. Noodzaak regionale samenwerking In de regionale samenwerking gaat het om twee gelijkwaardige en met elkaar samenhangende hoofddoelen. Het eerste hoofddoel dat de stuurgroep nastreeft is de economische ontwikkeling en profilering van het nationaal stedelijk netwerk Groningen-Assen. Tweede hoofddoel vormt voor de stuurgroep het behoud en versterken van de kwaliteiten die onze regio biedt. Niet in de laatste plaats is dit van belang voor de leefbaarheid voor de inwoners van de regio. Ook vormt het kunnen bieden van unieke gebiedskwaliteiten op zich een belangrijke voorwaarde voor de economische ontwikkeling van de regio. Regiovisie Groningen-Assen 2030: (2) Introductienota actualisatie Regiovisie (R ).doc pagina 2

3 Regionaal-economische ontwikkelingg De economische motor moet blijven draaien en de concurrentiepositie ten opzichte van andere economische kerngebieden moet worden versterkt. De regio is aangewezen als nationaal stedelijk netwerk en behoort daarmee tot de nationale economische hoofdstructuur. De ligging tussen de Randstad en de stedelijke regio s als Bremen en Hamburg biedt in dit opzicht een strategisch perspectief, zeker met de aanleg van een snelle spoorverbinding. Bereikbaarheid van de belangrijke werklocaties is absolute noodzaak, evenals het goed kunnen inspelen op kwalitatieve veranderingen in de economie. Steeds meer werkgelegenheid ontstaat immers in de hoogwaardige (stedelijke) dienstverlening, waarbij deze vorm van werkgelegenheid de neiging heeft tot concentratie in de stedelijke gebieden. Ook in de regio Assen-Groningen is deze tendens duidelijk zichtbaar. De werkgelegenheid concentreert zich in toenemende mate in de steden Groningen en Assen. Dat betekent een toenemende economische verweving van stad en platteland. Het aantal pendelaars groeit, met als gevolg een toenemende mobiliteit. Tussen 2000 en 2020 worden op de zwaarste relaties in onze regio een mobiliteitsgroei verwacht van 30 à 50%. Dit zorgt voor druk op de bereikbaarheid van de belangrijke werklocaties in onze regio en vormt daarmee een bedreiging voor de economische aantrekkingskracht van het gebied. Dit kan uiteraard vervelende gevolgen hebben in de vorm van werkloosheid. De stuurgroep acht het daarom een gezamenlijk bestuurlijk belang om te investeren in de bereikbaarheid en de kwaliteit van de economische centra in ons gebied. Het gaat erom zowel de bereikbaarheid met het openbaar vervoer als met auto en fiets te verbeteren door middel van investeringen in het Kolibri-programma en in het BAG-maatregelenpakket. Belangrijke overweging voor de stuurgroep hierbij is dat een goede bereikbaarheid door middel van openbaar vervoer er voor zorgt dat de stedelijke centra en de overige werklocaties ook voor de auto selectief toegankelijk blijven. Daarnaast blijft een groot deel van het landelijk gebied aangewezen op vervoer per auto, waarbij het openbaar vervoer een opvangfunctie kan vervullen in de vorm van herkomsttransferia. Belangrijk voor de economische ontwikkeling is het kunnen bieden van kwalitatief voldoende ruimte voor het werken. De stuurgroep wil regionale samenwerking met als doel voldoende concurrentiekracht met andere regio s op nationaal niveau. Speerpunt is het kunnen bieden van een beperkt aantal toplocaties in de regio. Getracht wordt om dit samen met het bedrijfsleven en de NOM concreet gestalte te geven. Ook het wonen vormt een belangrijke vestigingsplaatsfactor. Uiteraard is het kunnen bieden van een gevarieerd woningaanbod ook van belang voor de leefkwaliteit. De stuurgroep wil daarom gezamenlijk zorgen voor een kwantitatief en kwalitatief goed woningbouwprogramma voor onze regio. Behoud en versterking gebiedskwaliteit In het behoud en versterken van gebiedskwaliteit gaat het de stuurgroep in de regio Groningen-Assen nadrukkelijk om zowel het stedelijk als het landelijk gebied. Om de kwaliteit van het stedelijk gebied te behouden en uit te bouwen is het (voor)investeren in het verbeteren van de kwaliteit van het stedelijk wonen absolute noodzaak. Op deze wijze kan een economisch vitaal stedelijk gebied bijdragen aan het instandhouden van allerlei hoogwaardige stedelijke voorzieningen, die door de inwoners van de gehele regio worden benut. Ook kunnen unieke gebiedskwaliteiten worden behouden, door in de toekomst te gaan bouwen in landschappelijk relatief minder kwetsbare locaties, als bijvoorbeeld Meerstad en Hoogezand-Sappemeer Zuid. De stuurgroep wil de onlosmakelijke samenhang tussen stedelijk en landelijk gebied die zo kenmerkend is voor onze regio benadrukken als uitgangspunt voor de regionale samenwerking. Immers er is sprake van een samenhangend netwerk van dorpen en steden waarin op regionale schaal de steden en dorpen elkaar kunnen aanvullen en versterken. Zo vervullen de schakelgemeenten aan de noordkant van de stad Groningen een essentië le verbinding tussen stad en platteland Essentieel waar Regiovisie Groningen-Assen 2030: (2) Introductienota actualisatie Regiovisie (R ).doc pagina 3

4 het gaat om het vervullen van een woonfunctie voor werkers in de stad, maar ook voor het bieden van voorzieningen voor het omliggende platteland. Een strategisch sterk punt van de regio Groningen-Assen is verder het voorkomen van allerlei verschillende aantrekkelijke landschappen. Deze landschappelijke diversiteit, gevoegd bij factoren als rust en ruimte, maar ook in combinatie met hoogwaardige stedelijke voorzieningen, zorgt er voor dat het stedelijk netwerk Groningen-Assen beschikt over unieke kwaliteiten, die elkaar aanvullen en versterken. De inwoners van de steden maken daarbij in toenemende mate recreatief gebruik van het landelijk gebied. In de regio is het goed werken, wonen en toeven. Dat moet ook in de toekomst het geval blijven. Verder zijn deze kwaliteiten voor een belangrijk deel verantwoordelijk voor de economische aantrekkingskracht van de regio. Ook in deze context biedt volgens de stuurgroep een gezamenlijke bestuurlijke aanpak voordelen. Aansluitend op al bestaand gebiedsgericht beleid, maar ook in relatie met bijvoorbeeld waterberging, is het nodig in beeld te brengen waar regionale investeringen toegevoegde waarde hebben. Daarnaast is het nodig zicht te bieden op de mogelijke financieringsbronnen. Hoewel een concreet zicht op dit moment nog ontbreekt, bestaat de overtuiging, dat wil Hoogezand-Sappemeer de omvangrijke regionale woningbouwtaakstelling van 7600 woningen waarmaken, voorinvesteringen in het landschap nodig zijn. Ook hier zal op korte termijn inzicht gaan ontstaan in de nodige investeringen en de mogelijke financieringsbronnen. Investeren in het behoud en versterken van de gebiedskwaliteit wordt zeer ondersteund door de bevindingen in de nota reactie en commentaar. Gezamenlijke opgave De beide hoofddoelen hebben geleid tot het formuleren van een vijftal projecten, waaraan de stuurgroep regionale sturing wil geven. Het betreft omvangrijke projecten met een regionale uitstraling, die een substantiële bijdrage leveren aan de regiovisie en gericht zijn op het realiseren van hoge kwaliteit, die zonder extra inspanning niet gegarandeerd kan worden. Het gaat om respectievelijk het realiseren van het openbaar vervoerprogramma Kolibri, het verbeteren van de infrastructuur (BAG), samenwerking op het terrein van hoogwaardige bedrijfslocaties, het verbeteren en versterken van het groen-blauwe netwerk ( Regiopark ) en het voorinvesteren in het landschap ten behoeve van toekomstige woningbouw. Deze vijf regionale projecten vertonen onderlinge samenhang, maar zijn ook sterk gerelateerd aan de in het rapport aangegeven ontwerpopgaven voor steden, dorpen en (deel)gebieden. Dit betekent dat sprake is van een gemeenschappelijke opgave om de regionale projecten te realiseren, gekoppeld aan de lokale ontwerpopgaven. Met andere woorden uitwerkingen op lokaal en regionaal niveau kunnen niet los van elkaar plaatsvinden. Alleen een gemeenschappelijke aanpak biedt zicht op een kwalitatief hoogwaardig resultaat. Voorts kunnen de deelnemers ook kleinere regionale projecten die bijdragen aan de doelstellingen van de regiovisie aan de stuurgroep voorleggen, waarbij de volgende uitgangspunten worden gehanteerd: Er moet een relatie zijn met (lokale) ontwerpopgaven; Het moet gaan om een investering; Er moet sprake zijn van cofinanciering; De hoogte van de fondsbijdrage dient een plafond te kennen; Bestaande subsidiemogelijkheden moeten zijn verkend. (bijvoorbeeld Kompas). Maatschappelijke samenwerking De stuurgroep wil nadrukkelijk bij het realiseren van regionale projecten en ontwerpopgaven relevante private en maatschappelijke belangengroeperingen betrekken. Externe inbreng wordt zeer op prijs gesteld, omdat kwaliteit en draagvlak hierdoor worden versterkt. De stuurgroep wil de al bestaande Regiovisie Groningen-Assen 2030: (2) Introductienota actualisatie Regiovisie (R ).doc pagina 4

5 klankbordgroepen hiervoor gaan benutten. Ook zal actief worden ingezet op communicatie naar voor de regiovisie belangrijke doelgroepen. Meerjareninvesteringsprogramma regiovisie Groningen-Assen 2005 t/m 2009 Inhoud programma De afgelopen jaren is veel energie gestoken in het voorbereiden van samenhangende plannen op het terrein van de woningbouw, het openbaar vervoer en de infrastructuur. Dit heeft geresulteerd in gemeentegrensoverschrijdende woningbouwlocaties als Meerstad en Ter Borch. Binnenkort zal met de bouw van woningen worden begonnen. De stuurgroep wil nu ook graag concrete stappen zetten in het verbeteren van de regionale bereikbaarheid, zowel met openbaar vervoer, de auto en de fiets. Voor het openbaar vervoer en de auto zijn regionale programma s uitgewerkt. De stuurgroep wil ook op korte termijn voor de fiets een concreet programma opstellen, op basis van een op korte termijn uit te voeren inventarisatie. Hierbij zal ondermeer worden gebruik gemaakt van de door de Fietsersbond en Milieufederaties Groningen en Drenthe aangedragen ideeën en activiteiten. Omdat de diverse maatregelen veel samenhang vertonen zijn deze in een onderling samenhangend totaal overzicht geplaatst. (zie bijlage 2 bij de begroting 2005: het projectenoverzicht investeringsprogramma Regiovisie Groningen-Assen 2030). Dit overzicht is ontleend aan het in het rapport Samen sterk in het netwerk opgenomen investeringsoverzicht BAG en is voor het openbaar vervoerdeel gebaseerd op de in 2002 uitgevoerde verkenning STOV/Kolibri. Het investeringsprogramma voorziet in het voor een groot deel realiseren van de beoogde eerste fase van Kolibri. Hierbij worden de volgende kanttekeningen geplaatst: 1. Een belangrijk onderdeel van deze eerste fase de hoogwaardige OV-verbinding CS-Zernike binnen de gemeente Groningen is opgenomen als studieproject en is daarom nog niet verwerkt in de benodigde bijdrage vanuit het Regiofonds. De oorspronkelijke begroting van dit project bedraagt 95 miljoen. De beoogde ambitie voor de realisatie van een hoogwaardige OV-as CS-Zernike in de eerste fase van het Kolibri-programma blijft overigens onverkort gehandhaafd. Hierover volgt te zijner tijd nadere besluitvorming aan de hand van de studieresultaten. 2. Er is afstemming van de noodzakelijke investeringen nodig met de exploitatiekant van het openbaar vervoer. Deze afstemming vindt plaats met de voor de exploitatie verantwoordelijke deelnemers: de provincies Groningen en Drenthe en de gemeente Groningen. Deze deelnemers brengen een advies uit aan de stuurgroep regiovisie voor de besluitvorming over de investeringen in de infrastructuur. 3. Veel is gesproken over de medefinanciering door het rijk. De regio is van mening is dat het Kolibri pakket een ondeelbaar geheel vormt. Het rijk erkent deze ondeelbaarheid echter niet. Uitgaande van de decentralisatieafspraken, zal het rijk daarom niet meebetalen aan busmaatregelen. Immers geen van de deelprojecten van Kolibri komt qua projectkosten uit boven de grens van 112 miljoen, waarboven het rijk maximaal 50% van de projectkosten financiert. In het kader van de afspraken die zijn gemaakt in SNN verband zal de komende tijd nader overleg worden gevoerd met het Rijk. Inzet van dit overleg is het bereiken van financiering door het rijk op die onderdelen waarvoor het rijk wel verantwoordelijkheid draagt. 4. Parallel daaraan wordt gewerkt aan een Project Effect Rapportage (PER) over de spoormaatregelen. Dit is nodig om in de pas te lopen met de tijdsplanning die gemoeid is met de voorbereidingen van de treindienstregeling in In deze rapportage wordt minimaal beschreven wat de vervoerkundige waarde, het investeringsvolume, de exploitatieresultaten en de doorlooptijden zijn van de te realiseren maatregelen. Wat betreft de procedure is het zo dat de stuurgroep in 2004 moet beslissen over projecten die in 2006 kunnen worden opgenomen Regiovisie Groningen-Assen 2030: (2) Introductienota actualisatie Regiovisie (R ).doc pagina 5

6 in de dienstregeling van de NS. Latere besluitvorming door de stuurgroep betekent op zijn vroegst opname in de dienstregeling van Er wordt vanuit gegaan dat de stuurgroep, in de voor 2 juli 2004 geplande vergadering, kan vaststellen welke spoorprojecten definitief in het investeringsprogramma kunnen worden opgenomen. Ten slotte worden in het investeringsprogramma bijdragen uit het Regiofonds voorgesteld aan een beperkt aantal BAG-projecten. De stuurgroep kiest ervoor om middelen in dit verband in te zetten op de verbetering van doorstroming op de corridors Zuidhorn-Groningen en Leek/Roden-Groningen. Ook wil de stuurgroep samen met RWS inzetten op een betere benutting van de A7 Leek-Groningen en de A28 De Punt-Groningen door maatregelen op het onderliggend wegennet. Het realiseren van het investeringsprogramma levert een belangrijke bijdrage aan de interne en externe bereikbaarheid van het stedelijk netwerk Groningen-Assen, waardoor de bereikbaarheid van vitale economische centra in onze regio wordt verbeterd. Van belang voor de gehele regio is de verbetering van het ringwegenstelsel rond de stad Groningen en de verbeterde bereikbaarheid van Assen. Daarnaast is de inzet gericht op de corridors Assen- Groningen, Zuidhorn-Groningen, en Leek/Roden-Groningen. In de overige corridors Winsum-Groningen, Ten Boer-Groningen en Hoogezand-Sappemeer- Groningen verkeert een aantal projecten in studie fase, met zicht op realisatie in de programmaperiode. Systematiek Voor de opgenomen projecten is een categorie -indeling gehanteerd (A, B en C), waarbij per project duidelijk is wat de status is. Categorie A: een project is in de realisatiefase opgenomen als er een uitvoeringsbesluit is genomen, dan wel dat dit in 2004 wordt verwacht; Categorie B: een project is in voorbereiding als een uitvoeringsbesluit wordt verwacht in 2005/2006; Categorie C: een project is nog in studie, en een uitvoeringsbesluit evenals een besluit over de toe te kennen financiële bijdrage wordt verwacht in 2005/2006. In de voorgestelde systematiek wordt in de benodigde fondsvorming uitgegaan van projecten opgenomen in de categorieën A en B. Hierop is de berekening voor de door de deelnemers te leveren bijdrage op gebaseerd. Afgesproken is om de huidige basisbijdrage te verhogen in relatie met het uitvoeren van projecten. Echter voorkomen moet worden dat er overbodige kasreserve gaat ontstaan. Afgesproken is daarom de verhoogde storting pas te laten plaatsvinden als de huidige kasreserve is uitgeput. Uitgaande van de voorziene kasuitputting zal in 2006 voor de eerste keer sprake zijn van een verhoogde bijdrage. Het investeringsprogramma is geheel verwerkt in de begroting voor het jaar Benadrukt moet worden in dit verband dat een procesbesluit wordt genomen, met als insteek de huidige inzichten en stand van zaken van de diverse investeringsprojecten en een daarop gebaseerde berekening van de nodige vulling van het regiofonds. De komende maanden zal nadere analyse moeten uitwijzen welke spoormaatregelen definitief in het programma worden opgenomen. Ook zal er dan meer inzicht zijn in de gevolgen van de investeringen voor de exploitatie van het openbaar vervoer. Verder is dan ook de reactie van de raden en staten bekend in de doorvertaling van het investeringsprogramma in de begrotingen van de deelnemers. Op 2 juli 2004 stelt dan de stuurgroep een meer definitief programma vast, op basis waarvan projectaanvragen kunnen worden afge wikkeld. Ieder volgend jaar actualiseert de stuurgroep de status van de betrokken projecten, waarbij projecten kunnen doorschuiven naar een andere categorie. Ook kunnen nieuwe investeringsprojecten worden Regiovisie Groningen-Assen 2030: (2) Introductienota actualisatie Regiovisie (R ).doc pagina 6

7 voorgesteld. Dat betekent ook dat de stuurgroep tussentijds voorstellen kan doen over het al dan niet bijstellen van de bijdrage per deelnemer. Deze systematiek kan goed werken als het gaat om kleinere aanpassingen van het meerjareninvesteringsprogramma, of wel wijzigingen die passen binnen de financiële kaders van de meerjarenbegroting. Als het echter om wijzigingen gaat die duidelijk buiten die kaders treden, is separate besluitvorming nodig, met instemming van raden en staten. Een voorbeeld hiervan is de eventuele aanleg van een HOV-verbinding in de stad Groningen. Benodigde storting in het Regiofonds De totale uitgaven die betrekking hebben op het investeringsprogramma behelzen voor de periode 2005 tot en met 2009 een bedrag van circa 390 miljoen euro. Hiervan heeft 64 miljoen betrekking op het regiofondsdeel van het meerjaren investeringsprogramma In de periode 2005 t/m 2009 is voor het realiseren van het Kolibriprogramma een investeringsbedrag benodigd van 53,6 miljoen (inclusief bijdragen belanghebbenden). Zoals al hierboven is betoogd dient ook in de gebiedskwaliteit te worden geïnvesteerd. Naar verwachting zal het om substantiële bedragen gaan, die vanaf 2007/2008 nodig zullen zijn. De stuurgroep zal op korte termijn concreet zicht bieden op de toegevoegde waarde van regionale investeringen en de wijze van bekostiging daarvan. Tegen deze achtergrond acht de stuurgroep het wenselijk, om naast de huidige toewijzing van 2 miljoen aan BAG-projecten, hierop financieel te anticiperen door middel van de reservering van middelen in het regiofonds. Voor de regionale projecten BAG, regiopark en voorinvesteren in het landschap voor toekomstige woningbouw gaat het in de programmaperiode om totaal 12,0 miljoen. Het voorgaande komt overeen met het eerder door de stuurgroep geformuleerde uitgangspunt dat 80 % van de investeringen betrekking zal hebben op het realiseren van het Kolibriprogramma. De bijdrage dekt verder de jaarlijkse organisatiekosten van het projectbureau ( 0,67 miljoen) en de reservering voor kleine regionale projecten ( 0,75 miljoen). Rekeninghoudend met reeds in het fonds gestorte middelen, de door het rijk toegezegde 10 miljoen en het bewaken van de kaspositie van het Regiofonds, is in de periode 2006 t/m 2009 een jaarlijkse storting nodig van totaal 9,5 miljoen. Het voorgaande houdt in dat voorgesteld wordt de bijdrage die tot en met 2005 voor alle deelnemers gezamenlijk 4,5 miljoen per jaar bedraagt, vanaf 2006 te verhogen naar het bovengenoemde stortingsbedrag. Het bedrag van 9,5 miljoen valt overigens ruim binnen de in het rapport opgenomen bandbreedte tussen het minimum van 4,5 miljoen en het maximum van 23,7 miljoen. Rol raden en staten Wat betreft de procedurele aspecten dienen de raden en staten eenmalig in te stemmen met het projectenoverzicht investeringsprogramma , gekoppeld aan de Nota reactie en commentaar actualisatie Regiovisie Groningen-Assen 2030, het nieuwe convenant en de begroting van In deze begroting is uiteraard het meerjareninvesteringsprogramma (MIP) verwerkt en worden investeringsbedragen gefourneerd voor het uitvoeringsjaar Hiermee committeren de raden en staten zich aan de gehele uitvoeringsperiode 2005 t/m 2009 en het gedachtegoed van de Regiovisie, en kennen in het kader van de begrotingsprocedure middelen toe voor het realiseren van projecten in het uitvoeringsjaar In het duale systeem stellen daarom raden en staten met de (meerjaren)begroting het financiële kader vast, waarbinnen de colleges een uitvoeringsprogramma kunnen opstellen. Regiovisie Groningen-Assen 2030: (2) Introductienota actualisatie Regiovisie (R ).doc pagina 7

8 Instemming met het meerjareninvesteringsprogramma betekent ook instemming met een hogere storting in het regiofonds met ingang van het jaar Zoals al eerder betoogd zullen majeure wijzigingen in het investeringsprogramma, die leiden tot substantieel hogere stortingen van de deelnemers in het regiofonds separaat aan raden en staten ter besluitvorming worden voorgelegd. Totaal documentenoverzicht (met omschrijving van de gevraagde besluitvorming) 1) Begroting Besluitvormingsverzoek: in te stemmen met de begroting ) Onderhavig document Introductie definitieve besluitvorming actualisatie Regiovisie Groningen- Assen 2030 (incl. een bijlage waarin opgenomen: werkgelegenheidsindex Groningen, Assen en overige gemeenten; en pendelgegevens naar de stad Groningen 2003). 3) Nota reactie en commentaar (2 april 2004) [op het Voorlopig Ontwerp van 1 oktober 2003]. Besluitvormingsverzoek: in te stemmen met de nota reactie en commentaar. 4) Convenant (25 maart 2004). Besluitvormingsverzoek: in te stemmen met het convenant. 5) Totaal projectenoverzicht investeringsprogramma (bestaande uit verschillende tabbladen). Besluitvormingsverzoek: in te stemmen met he t projectenoverzicht. 6) Begroting 2005 (met de volgende bijlagen): a) Bijdragen van de Regiovisie-deelnemers; b) Meerjarenbegroting ; c) Meerjareninvesteringsprogramma ). Besluitvormingsverzoek: in te stemmen met de begroting 2005 (incl. bijlagen). 7) Samenvatting publieksenquête. 8) Programmakaart geactualiseerde Regiovisie Groningen-Assen Regiovisie Groningen-Assen 2030: (2) Introductienota actualisatie Regiovisie (R ).doc pagina 8

9 Bijlage bij introductienota Tabellendocument met: Werkgelegenheidsindex Groningen, Assen en overige gemeenten; Pendelgegevens naar de stad Groningen Regiovisie Groningen-Assen 2030: (2) Introductienota actualisatie Regiovisie (R ).doc pagina 9

10 Bijlage Introductienota Werkgelegenheidindexcijfers Totale werkgelegenheidindex (2003, 1998=100) index Groningen Assen overige gemeenten Werkgelegenheidsindex voor de sector hoogwaardige dienstverlening( 2003, 1998=100) index Groningen Assen Overige gemeenten Bron: Regiovisie Groningen-Assen 2030: (2) Introductienota actualisatie Regiovisie (R ).doc pagina 10

11 Pendelgegevens pendelgegevens op de gemeente Groningen in percentage van de beroepsbevolking (2003) 100% percentage 80% 60% 40% 20% 41% 19% 68% 46% 46% 47% 36% 38% 67% 40% 68% 59% 0% Allen Assen Bedum Haren Hoogezand-Sappemeer Leek Noordenveld Slochteren Ten Boer Tynaarlo Winsum Zuidhorn gemeenten Bron: Publieksenquête actualisatie Regiovisie Groningen-Assen 2030 (2003) Regiovisie Groningen-Assen 2030: (2) Introductienota actualisatie Regiovisie (R ).doc 11