Stad Gent : BPA nr. 32 Bisschop Triestlaan 1 Memorie van toelichting 1. INLEIDING 1 & 2 2. ANALYSE VAN DE BESTAANDE RECHTSTOESTAND 5

Transcriptie

1

2 Stad Gent : BPA nr. 32 Bisschop Triestlaan 1 Inhoud 1. INLEIDING 1 & LIGGING EN HISTORIEK VAN HET PLANGEBIED LIGGING HISTORIEK VAN HET DOSSIER BEGRENZING VAN HET PLAN 3 2. ANALYSE VAN DE BESTAANDE RECHTSTOESTAND HET GEWESTPLAN BIJZONDERE PLANNEN VAN AANLEG IN DE OMGEVING VERKAVELINGSPLANNEN FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD. 2.4 ROOILIJNPLANNEN FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD. 2.5 OPENBARE ERFDIENSTBAARHEDEN FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD. 2.6 TOEGEKENDE MILIEU- EN EXPLOITATIEVERGUNNINGEN FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD. 2.7 BESCHERMDE MONUMENTEN EN LANDSCHAPPENFOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD. 2.8 LEEGSTAANDE, VERKROTTE EN ONGEZOND / ONBEWOONBAAR VERKL. GEBOUWEN OPENBARE EN GROTE EIGENDOMMEN 7 3. BELEIDSVISIES HET RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAANDEREN (RSV) HET PROVINCIAAL RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN HET RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN GENT HET MOBILITEITSPLAN DE GEMEENTELIJKE VISIE OP DE RUIMTELIJKE EN ECON. ONTW VAN DE STAD ANALYSE VAN DE BESTAANDE FEITELIJKE TOESTAND INLEIDING BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR KORTE BESPREKING VAN DE STRUCTUUR EN FUNCTIES IN HET PLANGEBIED FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD. 4.3 BESPREKING VAN HET BESTAANDE BPA 16 5 PROBLEEMSTELLING ZWAKTEN VAN HET PLANGEBIED STERKTEN VAN HET PLANGEBIED FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD. 5.3 BEDREIGINGEN VOOR HET PLANGEBIED FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD. 5.4 KANSEN VOOR HET PLANGEBIED FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD.

3 Stad Gent : BPA nr. 32 Bisschop Triestlaan 2 6 DOELSTELLINGEN FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD. 6.1 EEN DUURZAME STEDENBOUW ALS UITGANGSPUNTFOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD EEN KWALITEITSVOLLE OMGEVING SCHEPPEN.FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD HET TERUGDRINGEN VAN HET ENERGIEGEBRUIK.FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD HET CREËREN VAN HOOGWAARDIGE RUIMTELIJKE KWALITEIT. FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD. 6.2 DOELSTELLINGEN IN VERBAND MET DE INRICHTING EN FUNCTIE VAN HET GEBIED FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD VERDER BOUWEN OP DE BESTAANDE RUIMTELIJKE COMPONENTEN. FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD HET VERSTERKEN VAN HET STEDELIJK WEEFSELFOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD EEN OPTIMAAL GEBRUIK VAN DE RUIMTE FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD HET VOORZIEN VAN KWAL. LOOPROUTES EN VOORZ. VOOR HET LANGZAAM VERKEER FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD. 7 CONCEPTEN FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD. 7.1 UITBREIDEN VAN HET HOOFDGEBOUW VAN DE FAC. PSYCHOL. EN PEDAG. WET. FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD. 7.2 GROEPEREN VAN DE PARKEERVOORZIENINGEN CREËREN VAN EEN AANGENAME PUBLIEKE RUIMTE BUNDELEN VAN DE GROENVOORZIENINGEN 25 8 TOELICHTING BIJ DE VERSCHILLENDE BESTEMMINGSZONES FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD.

4 Stad Gent : BPA nr. 32 Bisschop Triestlaan 3 1. Inleiding 1.1 Ligging en historiek van het plangebied Ligging Het plangebied is gelegen aan de stedelijke ringweg R40, aan de westelijke rand van het historisch centrum van Gent net ten noorden van de Neermeersen. Het is gesitueerd tussen de stadsdelen van Malem, (dat zich tussen de N466 Drongensesteenweg, de R40 binnenring en de Noorderlaan /Watersportlaan bevindt) en Ekkergem (gelegen tussen de Coupure en de R40). Op microschaal omvat het plangebied terreinen langs beide zijden van de R40 die gedeeltelijk de noordoostelijke grens van het plangebied vormt. Net ten zuiden van het plangebied bevindt zich een vestiging van de universiteit (Hoog Instituut voor Lichamelijke opvoeding) en het ziekenhuis Jan Palfijn. Verder naar het zuiden en het zuidwesten bevindt zich de Watersportbaan en het recreatiecentrum Blaarmeersen. Ten noorden en ten westen van het plangebied, tussen de Coupure Links en de R40 bevindt zich een gemengd stedelijk gebied met woningen, handel en diensten. Dit gebied behoort tot het stadsdeel Ekkergem. Aan de andere zijde van de Coupure bevindt zich het stadscentrum Historiek van het dossier Het oorspronkelijke BPA nummer 32 werd goedgekeurd bij K.B. op 19 augustus Het doel van dit BPA was onder meer een terrein te voorzien waarop de universiteit kan uitbreiden. Er werd hieraan een onteigeningsplan gekoppeld om een aantal herenhuizen langs de Bisschop Triestlaan te onteigenen en te slopen. De uitbreiding van de universiteit is slechts gedeeltelijk gerealiseerd. De onteigening en sloping van de herenhuizen is in 1999 nog gaande. Omdat de bepalingen en gedachtengang van het oorspronkelijke plan verouderd zijn en omdat het plan de uitbreidingsmogelijkheden van de Universiteit beperkt, werd beslist om het BPA in herziening te stellen. 1.2 Begrenzing van het Plan Het gebied wordt begrensd door de as van de Bisschop Triestlaan in het noorden, een lijn ca. 30 m achter de Schepen Andrieslaan in het oosten, de Henri Dunantlaan in het zuiden, het grootschalige garagebedrijf en een lijn rond de Sint-Martinuskerk in het westen en noordwesten. De oppervlakte van het plangebied bedraagt ca. 2.8ha.

5 Stad Gent : BPA nr. 32 Bisschop Triestlaan 4 Begrenzing van het plangebied

6 Stad Gent : BPA nr. 32 Bisschop Triestlaan 5 2 Analyse van de bestaande rechtstoestand 2.1 Het gewestplan Het gewestplan van Gentse en Kanaalzone werd goedgekeurd bij K.B. op 14 september 1977 (B.S. 8 oktober 1977). Het plandeel ten zuiden van de stadsring is bestemd als woongebied en het deel ten noorden van de stadsring als woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. In de gedeeltelijke wijziging van het gewestplan Gentse en Kanaalzone, goedgekeurd bij de Vlaamse regering in oktober 1998, zijn de bestemmingen van het plangebied niet gewijzigd.

7 Stad Gent : BPA nr. 32 Bisschop Triestlaan Bijzondere plannen van aanleg in de omgeving De volgende BPA s bestaan in de omgeving van het plangebied. De precieze ligging is aangeduid op het plan van de bestaande rechtstoestand. BPA Besluit Juridische context Binnenstad deel Ekkergem MB 27 oktober 1989 Plan blijft van kracht. Overzet MB 22 mei 1997 Deel wordt opgenomen in deze BPA-wijziging voor betere afstemming met het nieuwe BPA Bisschop Triestlaan. Neermeersen KB 27 september 1973 Is vervallen. 2.3 Verkavelingsplannen Er zijn geen verkavelingsplannen geldig in het plangebied. 2.4 Rooilijnplannen De rooilijnen binnen het plangebied werden door de laatste wijziging van het huidige BPA vastgelegd. De rooilijn langsheen de Bisschop Triestlaan is nog niet gerealiseerd. 2.5 Openbare erfdienstbaarheden Er zijn geen openbare erfdienstbaarheden binnen de grenzen van het plangebied gekend. 2.6 Toegekende milieu- en exploitatievergunningen Er zijn geen milieu- of exploitatievergunningen toegekend in het plangebied. 2.7 Beschermde monumenten en landschappen De Sint-Martinuskerk is het enige beschermde monument (3 oktober 1943) gelegen binnen het plangebied. 2.8 Leegstaande, verkrotte en ongezond / onbewoonbaar verklaarde gebouwen Binnen het plangebied situeren zich een aantal leegstaande en verkrotte woningen. Het betreft hier de herenhuizen langs de Bisschop Triestlaan.

8 Stad Gent : BPA nr. 32 Bisschop Triestlaan Openbare en grote eigendommen Een aanzienlijk deel van het plangebied is eigendom van de Universiteit Gent. Naast de bestaande faculteitsgebouwen met aanpalende parking zijn nagenoeg alle panden langsheen de Antonius Triestlaan eigendom van de RUG. Verder verwervingen zijn aan de gang. Ook langsheen het Beneluxplein zijn er reeds enkele panden eigendom van de UG. De volledige verwerving van al de panden op deze plaats is op iets langere termijn gepland.

9 Stad Gent : BPA nr. 32 Bisschop Triestlaan 8 3 Beleidsvisies 3.1 Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) Gent is geselecteerd als een grootstedelijk gebied en maakt bovendien deel uit van het stedelijke netwerk de Vlaamse Ruit. Het Vlaams stedelijk kerngebied (waar Gent deel van uitmaakt) neemt omwille van de economische structuur, de grote bevolkingsdichtheid, de aanwezigheid van grotere steden, de aanwezigheid van hoogwaardige diensten en functies en de aanwezigheid van infrastructuren, een belangrijke internationale concurrentiële positie in. 1 In het RSV worden stedelijke gebieden geselecteerd op basis van hun functioneel belang, hun rol en plaats in de ruimtelijke structuur van Vlaanderen en in een ruimere Europese context. Hierbij wordt rekening gehouden met de bestaande structuur (morfologisch en functioneel), met de ruimtelijke principes voor de gewenste ruimtelijke structuur en in het bijzonder met de gedeconcentreerde bundeling. Doelstellingen vanuit het RSV relevant voor het plangebied zijn: het stimuleren en concentreren van activiteiten; het vernieuwen van de stedelijke woon- en werkstructuur door strategische stedelijke projecten; het ontwikkelen van nieuwe woontypologiëen en kwalitatieve woonomgevingen; het leefbaar en bereikbaar houden door andere vormen van stedelijke mobiliteit en door locatiebeleid. Het RSV wil dat het ruimtelijk beleid in de grootstedelijke gebieden gericht is op het maximaal benutten van de bestaande en toekomstige stedelijke potenties. Gent beschikt over uitzonderlijke potenties om een belangrijk aandeel van de groei inzake bijkomende woongelegenheden, stedelijke voorzieningen en ruimte voor economische activiteiten op te vangen. Het versterken van de multifunctionaliteit is het meeste relevante ontwikkelingsperspectief wat het plangebied betreft. Het versterken van de multifunctionaliteit door verweving kan de sociale, economische en culturele slagkracht en dynamiek van de stedelijke gebieden ten goede komen Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen wordt momenteel opgesteld. De startnota geeft een overzicht van de beschikbare informatie met betrekking tot ruimtelijke, economische en sociale fenomenen die relevant zijn op provinciaal niveau. De belangrijkste problemen worden aangeduid en een aantal mogelijkheden, waarop bepaalde gebieden zich in de toekomst kunnen ontwikkelen, worden aangereikt. Gent als grootstedelijk gebied is structuurbepalend voor de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling in en het functioneren van Oost-Vlaanderen. Gent beschikt over een aantal potenties op economisch vlak hoofdzakelijk omwille van de voordelige locatie (kruispunt E40-E17) en de nog beschikbare ruimte in de haven. Het zuidelijke deel van Gent vormt door zijn prachtige ontsluitingsmogelijkheden een uniek gebied dat aangroeit richting Oudenaarde 1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, Bestaande Ruimtelijke Structuur, p. 2 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, Gewenste Ruimtelijke Structuur, p. 360

10 Stad Gent : BPA nr. 32 Bisschop Triestlaan 9 en dat potenties heeft om te functioneren op internationaal niveau. 3 De nood voor de Gentse economie om te diversificeren is ook aangehaald om verlies van de tewerkstelling in de industriële sector tegen te gaan. 3.3 Het Ruimtelijk Structuurplan Gent Het Ruimtelijk Structuurplan Gent (RSG) is momenteel in opmaak. Het plan bepaalt het ruimtelijk ontwikkelingskader voor de stad voor de volgende 10 jaar. Het ontwerp werd voorlopig aanvaard in de gemeenteraad van april Het ontwerp bestaat uit een informatief, een richtinggevend en een bindend gedeelte. Het informatief gedeelte werd opgemaakt aan de hand van een aantal deelstudies die werden uitgevoerd in de periode De deelstudie economie, onderdeel handel en diensten, bevat eveneens een informatief. Gedeelte met een omschrijving van de bestaande ruimtelijke structuur op macro-, meso- en microschaal, een beschrijving van de trends en prognoses en een toelichting van de problemen en potenties Het richtinggevend gedeelte beschrijft de gewenste ruimtelijke structuur van Gent vanuit economisch standpunt en onderzoekt de instrumenten om dit ontwikkelingsperspectief te kunnen realiseren. De ruimtelijke structuur van de handel en diensten in Gent wordt in deze deelstudie in detail besproken. Tot 1997 was onderwijs de belangrijkste quartaire sector (sindsdien heeft de sector gezondheidszorg de eerste plaats ingenomen). De totale tewerkstelling in de sector onderwijs in Gent bedraagt ca , waarvan ca. 10% in het stadsdeel Station 4 (waartoe het plangebied behoort) werken. De daling in de recente jaren heeft te maken met de zwakke demografische ontwikkeling en de vergrijzing van de bevolking waardoor het aantal leerlingen in het lager en secundair onderwijs daalde. In het hoger onderwijs blijven de aantallen stijgen. Gent is het belangrijkste centrum voor het hoger onderwijs in Vlaanderen met in totaal ca studenten waarvan ongeveer de helft aan de universiteit. In het stadsdeel Station bevinden zich een aantal sites en campussen van de universiteit. De faculteit van Psychologische en Pedagogische Wetenschappen is gevestigd in het plangebied. Het aantal studenten in bedroeg De evolutie sinds is in deze faculteit sterker dan alle andere faculteiten van de universiteit (+75%). Het grote tekort aan ruimte van deze faculteit is in de genoemde studie geïdentificeerd als een probleem. Ook de faculteit voor lichamelijke opvoeding met ca. 400 studenten situeert zich in de onmiddellijke omgeving van het plangebied. De zone langs beide zijden van de stadsring, ingesloten door de Coupure in het noorden en de Leie en de Watersportbaan in het zuiden, wordt geïdentificeerd als een belangrijk concentratiegebied voor tertiaire en quartaire functies. Volgens het document kunnen de ruimteproblemen voor de universiteit in de omgeving opgelost worden in overleg met het Stedelijk Ziekenhuis dat over ca. 3,5 ha onbebouwde gronden beschikt net ten westen van het plangebied. 3 Startnota Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan, blz Het stadsdeel Station heeft betrekking tot het gebied dat gelegen is tussen de stadsring in het noorden en de spoorweg Brussel-Oostende in het zuiden. 5 Ontwerp Ruimtelijk Structuurplan Gent, deelstudie handel en diensten, juni 1999, blz. 92

11 Stad Gent : BPA nr. 32 Bisschop Triestlaan 10 In het hoofdstuk Trends en Prognoses zijn de volgende belangrijke trends in het hoger onderwijs geïdentificeerd: de aanzienlijke stijging van het aantal studenten; de toenemende automobiliteit van de studenten; Een algemene trend binnen de universiteit van de laatste tien jaar is de ruimtelijke verschuiving van bepaalde faculteiten naar de periferie. 6 Deze trend wordt als onwenselijk beschouwd en brengt een aantal problemen met zich mee (o.a. slechte bereikbaarheid met het openbaar vervoer en per fiets, met een toenemende autogebruik als gevolg, een gebrek aan studentenwoningen en sociale voorzieningen in de nieuwe omgevingen). Volgens het document moet uitbreiding binnen het stedelijke weefsel het huidige gebrek aan ruimte oplossen. De sector hoger onderwijs vormt één van de drie poten van het profiel Gent als kennisstad 7 (naast zakelijke dienstverlening en hoogtechnologische nijverheid). Zoals voor de ziekenhuizen en verzorgingsinstellingen staan de volgende principes voorop met betrekking tot de ruimtelijke ontwikkeling: optimale bereikbaarheid met zachte verkeersvormen; zuinig ruimteverbruik; verweving met andere stedelijke functies. Het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk structuurplan doet eveneens duidelijke uitspraken over het belang van het onderwijs voor Gent en over dit specifiek gebied. In het hoofdstuk visie wordt het gewenst profiel voor Gent uitgetekend. Gent wordt daarbij omschreven als een veelzijdige en eigenzinnige kennis- en cultuurstad : op vlak van kennis en cultuur neemt Gent een leidende rol in Vlaanderen op : het is de grootste onderwijsstad van Vlaanderen In het hoofdstuk ontwikkelingsperspectieven voor deelstructuren zijn volgende passages relevant : de kernstad in haar geheel is het grootstedelijk activiteitengebied bij uitstek met een waaier en bundeling van op zich relatief kleinschalige activiteiten.een aanzienlijk deel van de publiekstrekkende gemeenschapsvoorzieningen (overheid, medisch, onderwijs, cultuur) ontwikkelt hier verder. regionale medische, educatieve en andere gemeenschapsvoorzieningen volgende visie naar voor geschoven : onderwijsinstellingen met regionale (en Vlaamse) uitstraling worden in het weefsel van de binnenstad, kernstad en randstad ingepast. Bij voorkeur ontwikkelen nieuwe sites zich in de binnenstad (onderwijs), langs de stadsboulevard en de hoofdstamlijnen Langs deze goed met openbaar vervoer ontsloten assen fungeren ze als trekkers voor de betrokken wijken; hun architectuur en stedenbouwkundige inpassing in de wijk dragen daar op zorgvuldige wijze toe bij. De voorzieningen, en in het bijzonder de ondersteunende functies zoals parkings, worden op compacte wijze en zonder de draagkracht van hun omgeving te overschrijden uitgebouwd. Bestaande en reeds bestemde sites in de kernstad kunnen desgewenst verder voor regionale gemeenschapsvoorzieningen ontwikkelen door verdichting, zonder het wonen in hun omgeving te verdringen In het zelfde hoofdstuk wordt ook een visie t.a.v. de gewenste kantoorontwikkelingen aangereikt : Binnen het luik te ontwikkelen bedrijventerreinen wordt er in de nabije toekomst een belangrijk ruimtelijk aanbod gereserveerd voor de ontwikkeling van kantoren en kantoorachtigen. Binnen de Gentse regio wordt er momenteel immers een duidelijk tekort aan beschikbare kantoorruimte ervaren. De voorbije jaren is er immers een geringe bijkomende vloeroppervlakte kantoren uitgegeven. Op zich dient er hier 6 De Faculteit Toegepaste Wetenschappen naar Zwijnaarde en de Faculteit Dierengeneeskunde naar Merelbeke. 7 Ontwerp Ruimtelijk Structuurplan Gent, deelstudie handel en diensten, juni 1999 blz. 176.

12 Stad Gent : BPA nr. 32 Bisschop Triestlaan 11 een soort inhaalbeweging te gebeuren ten opzichte van andere steden. Ook vanuit het gewenste profiel wordt de uitbouw van kantoren en kantoorachtigen verder gemotiveerd. Enerzijds wordt het grootstedelijk gebied van Gent geprofileerd als de vernieuwende hoeksteen van de Vlaamse Ruit. Voor de kantorenmarkt neemt Gent haar centrale rol op in de provincies Oost- en West-Vlaanderen. Daarenboven kan Gent een gedeelte van de overflow van kantoren vanuit Brussel opvangen. (p.115) Dit aanbod dient binnen Gent voldoende gedifferentieerd te zijn : van kantoren met een sterk publiekstrekkend karakter over niet-publiekstrekkende kantoren tot het specifiek luik van de kantoorachtigen Binnen het stedelijk gebied Gent dient er ook in een voldoende ruimtelijke verscheidenheid te worden voorzien : dit wordt hoofdzakelijk bepaald door de kantorenmarkt waar de vraagprijs sterk afhangt van de specifieke locatie. Daarom wordt er o.a. ook geopteerd om de bijkomende kantoren te spreiden over de stad. Belangrijke randvoorwaarde bij de inplanting van de kantorenlocaties is dat deze wel voldoende moeten worden ontsloten door het openbaar vervoer (p. 115) De inpassing van kantoren(complexen) op passende plaatsen in het stedelijk weefsel gebeurt best volgens een hiërarchische spreiding, waarbij de bereikbaarheid in eerste instantie met het openbaar vervoer en aanvullend met de wagen een rol speelt, evenals de aard en de draagkracht van de omgeving waarin kantoren worden ingepast. Om deze hiërarchische spreiding hanteerbaar te maken voor het beleid, wordt een richtinggevende categorisering voorgesteld (tabel en kaart) Deze zal als basis dienen voor de opmaak van een gemeentelijke verordening ter zake (p. 121) Volgens deze kaart en tabel valt het gebied begrepen binnen het BPA binnen categorie II-1 namelijk locaties op de stadsboulevard waar middelgrote kantoorgebouwen met een opp. tussen 2500m² en m² toegelaten zijn. Vanaf m² dient het project vergezeld te zijn van een Mober. Indien het over een publiekstrekkend kantoor gaat dient de opp. beperkt te worden per project of aaneensluitend complex tot 4000m². Verder wordt er op een gelijkaardige wijze uitspraak gedaan over kleinhandelszones. De inpassing van kleinhandelszaken met een reikwijdte voor een geheel stadsdeel, de hele stad of de hele regio wordt op passende plaatsen in het stedelijk weefsel ingepast. Dit gebeurt het best volgens een hiërarchische spreiding, waarbij de bereikbaarheid in eerste instantie met het openbaar vervoer en aanvullend met de wagen een rol speelt, evenals de aard en de draagkracht van de omgeving waarin kleinhandelszaken worden ingepast. Om deze hiërarchische spreiding hanteerbaar te maken voor het beleid, wordt een richtinggevende categorisering voorgesteld (tabel en kaart) Deze zal als basis dienen voor de opmaak van een gemeentelijke verordening ter zake (p. 124) Volgens deze kaart en tabel valt het gebied begrepen binnen het BPA binnen categorie IV stadsdeelniveau namelijk locaties op de stadsboulevard waar kleinhandelszaken met een opp. tussen 1500m² en 3.000m² toegelaten zijn voor de dagelijkse sector en van 3000m² tot 6000m² voor de niet dagelijkse sector.. Vanaf 3000m² dient het project vergezeld te zijn van een Mober. De kleinhandelszaken dienen vermengd te worden in het weefsel of gerealiseerd binnen een ingebedde zone (langs steenweg, ev. agora) In het hoofdstuk ontwikkelingsperspectieven voor deelruimten zijn volgende passages relevant : De kernstad is een ruim gebied met een specifieke en sterke verweving van wonen, diensten, vele onderwijsinstellingen, handel, oude en nieuwe ambachtelijke bedrijven (p.163) De stadsboulevard is opgebouwd uit diverse functies van stedelijk niveau tot een opgeladen en afleesbaar systeem. Deze functies worden elk met een representatieve frontgevel aan de stadsring uitgebouwd. (p.164)

13 Stad Gent : BPA nr. 32 Bisschop Triestlaan Het Mobiliteitsplan Het Mobiliteitsplan van de stad Gent is een verfijning van de provinciale verkeers- en vervoersplannen. Het plan werd goedgekeurd In het mobiliteitsplan wordt er een hiërarchie in het wegennet voorgesteld waaronder zes types van wegen te onderscheiden zijn: 8 Deze hiërarchie wordt vooral bepaald door de functie van de weg binnen de globale structuur en in mindere mate door het huidig uitzicht van de weg. Binnen de structuur wordt de R40 Bisschop Triestlaan geselecteerd als een stedelijke hoofdweg. De stedelijke ring functioneert als verdeelweg tussen de rand en de bestemmingsring. De Henri Dunantlaan wordt als een interne ontsluitingsweg geselecteerd. Dit zijn laterale verbindingswegen tussen de verschillende hoofdtoegangswegen waarbij een zekere verweving van functies aanwezig is. Deze wegen concentreren veelal de interne relaties tussen de stadsdelen onderling. De Ekkergemstraat is een wijkverzamelingsweg. Deze wegen vormen de verbinding tussen woonstraten en straten van een hogere niveau. De andere wegen binnen het plangebied (Beneluxplein en Schepen Andrieslaan) zijn van een lager niveau. Gezien de ligging op de stadsring wordt de omgeving van het plangebied goed bediend met het openbaar vervoer. Er lopen verschillende buslijnen langs de stadsring en de Henri Dunantlaan ter hoogte van het plangebied. Beide zijn bovendien voorzien van bushaltes ter hoogte van het plangebied Stadsontwerp Op vraag van de stad werd er door de UG een stadsontwerp opgemaakt om de geplande uitbreidingen van de faculteit in te passen in een totaalvisie en ook om als leidraad te dienen bij de opmaak van het BPA. Het stadsontwerp bestrijkt een gebied dat heel wat ruimer is dan het plangebied en betrekt hierbij ook de campus van het HILO. Na een analyse van de historische context geeft het stadsontwerp ook kort een beschrijving van de voornaamste knelpunten. Het ontwerp zelf start met het aangeven van een aantal doelstellingen ivm het verkeer (het verkkersluw maken van de Dunantlaan), het parkeren(ondergronds brengen van de parkeermogelijkheden), het openbaar vervoer (voorrang geven) en de zachte weggebruikers (voorzien van een interne ontsluiting). Daarna geeft het een visie over de inrichting van de campus zelf nml over het voorzien van een centrale circulatie via een verhoogd binnenplein. Tenslotte doet het uitspreken over de groene omgeving waarbij het voorstellen doet om tot een bundeling van de verschillende geïsoleerde groenzones te komen die zich zowel op openbaar als op privaat domein in het gebied bevinden. Daarna geeft het aan welke volumes er zouden kunnen gerealiseerd worden en op welke plaats, welke functies deze kunnen krijgen, de mogelijke bouwoppervlaktes en het programma. Tenslotte wordt er een fasering van de werken voorgesteld : een eerste fase onmiddellijk palend aan het auditorium; een tweede fase op langere termijn op de hoek van de A. Triestlaan en het Beneluxplein. Het stadsontwerp is bij het dossier gevoegd ten titel van inlichting. 8 Internationale wegen (autosnelwegen en autowegen), stedelijke hoofdwegen (stedelijke ring en hoofdtoegangswegen), hoofdstraten, lokale ontsluitingswegen (interne ontsluitingswegen, landelijke verbindingswegen, bedieningswegen centrum, verdeelwegen centrum), wijkverzamelingswegen en specifieke wegen (woonstraten, winkelwandelstraten, industrieweg, havenweg, landbouwweg) 9 Bushaltes gelegen Henri Dunantlaan en Bisschop Triestlaan.

14 Stad Gent : BPA nr. 32 Bisschop Triestlaan 13 Er ontstaat een nieuw hedendaags en volumineus gebouw dat gericht is om de stadsring. De stedelijke perspectieven worden behouden en versterkt. De parkeervoorzieningen worden gegroepeerd. doorsneden van de gewenste bebouwing

15 Stad Gent : BPA nr. 32 Bisschop Triestlaan Analyse van de bestaande feitelijke toestand 4.1 Inleiding Er is een hoge concentratie van gemeenschapsvoorzieningen en andere openbare functies in het plangebied en in de onmiddellijke omgeving ervan (o.a. veel gebouwen van de Universiteit, andere onderwijsinstellingen, het Jan Palfijn Ziekenhuis en de politie). De uitbreidingsbehoeften van de Universiteit waren aanleiding tot de opmaak van het BPA. Toen was de uitbreidingsbehoefte dringend. Omwille van veranderde omstandigheden (dalende aantal studenten) heeft het vroegere bestuur van de Universiteit zijn prioriteiten aangepast en werd de geplande uitbreiding nooit gerealiseerd. Het onteigeningsplan gekoppeld aan het oorspronkelijke BPA heeft tot gevolg dat een aantal van de herenhuizen onteigend zijn en afgebroken zijn. Van de overige panden zijn er nog slechts twee bewoond. De andere staan leeg en verkrotten. Het aantal studenten is de laatste 10 jaar opnieuw sterk gestegen. De groei in de faculteit van Psychologische en Pedagogische Wetenschappen in deze periode is groter dan in alle andere afdelingen van de Universiteit. Hierdoor werd het tekort aan ruimte in deze afdeling opnieuw acuut. De bepalingen van het huidige BPA zijn niet meer geschikt 10 om aan de huidige behoeften tot uitbreiding te voldoen. In het gebied is er ook een groot garagebedrijf aanwezig met een omvangrijk gebouwenbestand. De activiteiten zijn de laatste jaren evenwel sterk achteruitgegaan. Een aantal factoren van zeer verschillende aard spelen hier een rol. Uiteindelijk wordt het zeer waarschijnlijk dat deze activiteit op niet al te lange termijn op deze plaats zal verdwijnen. Concrete vragen van de betrokkenen tonen dit aan. Een herbruik van het bestaande gebouwenbestand wordt niet uitgesloten maar is waarschijnlijk niet realistisch wegens het feit dat dit vooral een echt bedrijfsgebouw is dat zonder zeer zware verbouwingen moeilijk kan geschikt gemaakt worden voor meer aangepaste bestemmingen en dat bovendien de potenties (vooral naar bouwhoogte) niet echt benut. 4.2 Bestaande ruimtelijke structuur De centrumring om Gent markeert de grens van het centrum. Deze grens wordt aan de stadskant ruimtelijk vooral vormgegeven door bebouwing wisselend van functie, maar gesloten van aard. Deze bebouwing doet ruimtelijk aan als een stadswand. Achter deze wand situeert zich het centrum van Gent met overwegend kleinschalige percelen met kleinere bouwblokken. Het centrum van de stad is tevens compact en waterrijk. Buiten de centrumring en nabij het plangebied situeren zich vooral grootschalige gemeenschapsvoorzieningen (ziekenhuis, scholen en universiteitsgebouwen) en recreatieve functies 10 Zie 4.3 Bespreking van het huidige BPA

16 Stad Gent : BPA nr. 32 Bisschop Triestlaan 15 (watersportbaan, tennisbanen, parken en culturele functies). Ruimtelijk wordt deze zijde van de centrumring gekenmerkt door afwisselend open en gesloten bebouwing. Ondanks de gedeeltelijk gesloten bebouwing doet het plangebied nog open en groen aan. De relatie tussen het centrum, de stadsring en het groene achtergebied zijn aanwezig, maar niet sterk. De bestaande ruimtelijke structuur van het plangebied wordt hoofdzakelijk bepaald door volgende structurele elementen: de ligging aan de stedelijke ringweg; open en grootschalige bebouwing aan de buitenzijde van de ringweg; de grootschalige functies in de omgeving. De beeldbepalende elementen zijn: zeer druk verkeer langs de brede en drukke stadsring; leegstaande en verkrotte panden en de braakliggende terreinen langsheen de Bisschop Triestlaan; grootschaligheid (gebouwen en weginfrastructuur) en stedelijkheid (hoge bebouwingsdichtheid); de beschermde Sint-Martinuskerk en andere belangrijke zichtassen.

17 Stad Gent : BPA nr. 32 Bisschop Triestlaan Korte bespreking van de structuur en functies in het plangebied Het plangebied is vrij klein en wordt bepaald door de aanwezigheid van de Universiteit en de weginfrastructuur. Het wordt in twee gesplitst door de stadsring. Ten noorden daarvan bevindt zich de Sint-Martinuskerk, ten zuiden de campus en de groepswoningbouw. Het plangebied wordt gekenmerkt door een hoge verwevingsgraad. De woonfunctie is sterk aanwezig in het oostelijke deel van het gebied met woninghoogbouw langs beide zijden van de Charles Andrieslaan. Er is een beperkte verweving met handel en diensten (op het gelijkvloers). De centraal gelegen delen van het plangebied wordt ingenomen door de gebouwen en de parking van de Universiteit en een beperkt aantal woonhuizen. De grootschaligheid van de bebouwing sluit aan bij andere gebouwen in de omgeving. In het westen bevindt zich een grootschalig en monofunctioneel handelsgebouw van een garagebedrijf, een klein parkje (Beneluxplein) en de kerk. Groenvoorzieningen zijn aanwezig in alle straten. Opvallend is de aanwezigheid van uitgebreide fietsvoorzieningen binnen het plangebied. Het gebied is goed bereikbaar met de fiets en openbaar vervoer (bushaltes langs stadsring en Dunantlaan). 4.3 Bespreking van het bestaande BPA De bepalingen en visie van het plan zijn verouderd. De volgende zones worden daarin onderscheiden: strook voor hoogbouw; strook voor gebouwen van openbaar belang; strook voor al of niet overdekte parking; strook voor autobergplaatsen; strook voor garagebedrijf; strook voor koeren en hovingen; strook voor voortuinen; strook voor openbare beplantingen; wegen; zone voorbehouden voor de faculteit van de psychologische en pedagogische wetenschappen der rijksuniversiteit. Het betreft een in omvang beperkt plangebied waarin de aanwezigheid van de Universiteit overheerst. In het oosten is er een strook voor hoogbouw voorzien. Dit heeft betrekking op de 2 meergezinsgebouwen langs de Charles Andrieslaan. Aan de achterzijde van deze gebouwen wordt er een strook voor autobergplaatsen voorzien. Alles in dit plandeel is reeds gerealiseerd en alle gebouwen zijn op het plan bestaande toestand aangeduid als in goede staat. In het westen wordt een strook voor gebouwen van openbaar belang voorzien dat betrekking heeft op de kerk, alsook een strook voor een garagebedrijf en een strook voor openbare beplantingen (het Beneluxplein). Enkel de bestemming in functie van het garagebedrijf wordt als een mogelijk probleem beschouwd. Deze bestemming laat niet toe om andere dan (garage)bedrijfsfuncties in het pand op te nemen of voor het terrein te voorzien. Het oostelijke deel van het centrale bouwblok (tussen het Beneluxplein en de Charles Andrieslaan) wordt ingenomen door de stroken voor hoogbouw en autobergplaatsen langs de Andrieslaan. De overige delen zijn hoofdzakelijk bestemd als een strook voor hoogbouw en een strook voor al of niet overdekte parking in functie van de Universiteit. Dit deel bevindt zich binnen de zone voorbehouden voor de faculteit van de psychologische en pedagogische wetenschappen der rijksuniversiteit. De verplichte bouwlijn en de rooilijn zijn aangeduid op het plan en vereisen het slopen van alle herenhuizen langs de Bisschop Triestlaan en de meerderheid van de ééngezinswoningen aan het Beneluxplein. De voorziene rooilijn valt hierbij niet samen met de bestaande bouwlijn. Dit is slechts gedeeltelijk gerealiseerd (een aantal van de huizen zijn reeds gesloopt). De bebouwingsstrook laat hoogbouw tot een diepte van 18 meter toe met een groot deel van de binnengebied gereserveerd voor parking. Hierdoor worden de mogelijkheden voor een kwaliteitsvolle hedendaagse ontwikkeling van de Universiteit beperkt.

18 Stad Gent : BPA nr. 32 Bisschop Triestlaan Probleemstelling 5.1 Zwakten van het plangebied De aanwezigheid van een duidelijk onafgewerkt faculteitscampus/gebouw met een daaraan gelieerde verkrotting van te slopen woningen vormt zeker langsheen de stadsring een zeer zichtbare en overduidelijke zwakte van het plangebied. Dit onafgewerkt karakter weerspiegelt zich ook in de kwaliteit of afwezigheid van de ondersteunende infrastructuur zoals parkings en fietsenstalplaatsen op de openbare weg. In het plangebied bevindt zich ook een garagebedrijf dat een oppervlakte van circa 0,7 ha inneemt. De inpassing van deze functie op deze plaats is problematisch. Het goed en efficiënt functioneren van een dergelijk grootschalig bedrijf vereist immers dat het de nodige milieuvergunningen kan krijgen wat voor deze activiteit en op deze plaats in de binnenstad niet evident is. Daardoor kan dit bedrijf niet optimaal functioneren op deze plaats en wordt er reeds geruime tijd uitgekeken naar een herlokalisatie. Het bestaande gebouw werd oorspronkelijk geconcipieerd in functie van de garageactiviteiten en is als dusdanig moeilijk herbruikbaar voor andere activiteiten. Volgens de principes van het ontwerp structuurplan (zie voor) is de stadsring eerder geschikt voor andere dan bedrijfsfuncties zoals wonen, kantoren, diensten, gemeenschapsvoorzieningen en detailhandel. Een dergelijke bedrijfsactiviteit is ook eerder terreinextensief en maakt onvoldoende gebruik van de mogelijkheden die een dergelijke ligging langsheen de ring kan bieden voor meer binnenstedelijke functies. Bedrijven van zekere omvang moeten opgevangen worden in specifieke bedrijventerreinen.

19 Stad Gent : BPA nr. 32 Bisschop Triestlaan 18

20 Stad Gent : BPA nr. 32 Bisschop Triestlaan Sterkten voor het plangebied De ligging van het plangebied langsheen de stadsring maakt uiteraard dat het hier op een toplocatie gaat die daardoor duidelijk één van de grote sterkten vormt. De stadsring in het algemeen en zeker dit deel van de ring laat vrij grootschalige elementen toe omdat de draagkracht van dit gebied immers vrij hoog is door de aanwezigheid van een belangrijk aantal andere grootschalige elementen. Voorwaarde voor grootschalige stedelijke functies is de aanwezigheid van een goede bereikbaarheid voor de wagen en via openbaar vervoer voorwaarden waar in ruime mate is voldaan.

21 Stad Gent : BPA nr. 32 Bisschop Triestlaan Bedreigingen voor het plangebied de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving dreigt volledig verloren te gaan door de fragmentarische en tijdelijke initiatieven; het ontbreken van concrete initiatieven kan leiden tot verdere en langdurige braakligging en/of verkrotting 5.4 Kansen voor het plangebied het versterken van de centrumfunctie van de stad door het uitbreiden van bestaande universitaire gebouwen ter plekke in plaats van een herlokalisatie naar de rand van of buiten de stad. het realiseren van verschillende doelstellingen van het RSG. het realiseren van een kwaliteitsvolle uitbreiding van de Universiteit in een stedelijke omgeving (locatievoordelen); het realiseren van een beeldbepalende hedendaagse architectuur op een belangrijke zichtlocatie; het versterken van het stedelijke weefsel door het slopen van bestaande verkrotte gebouwen en nieuwe kwaliteitsvolle ontwikkelingen, onder andere openbare ruimten; het omschakelen van een omvangrijk terrein van een garagebedrijf voor gemengde binnenstedelijke functies die beter inspelen op de ruimtelijke potenties en noden van het gebied

22 Stad Gent : BPA nr. 32 Bisschop Triestlaan Doelstellingen 6.1 Een duurzame stedenbouw als uitgangspunt Een kwaliteitsvolle omgeving scheppen. Door het zo weinig mogelijk belasten van het milieu en het zo goed mogelijk benutten van de beschikbare oppervlakten worden kwaliteitsvolle ruimten gerealiseerd Het terugdringen van het energiegebruik. Duurzame stedenbouw wil het energiegebruik in en om de gebouwen terugdringen. De invloed van een Bijzonder Plan van Aanleg op het toekomstig energiegebruik kan zeer groot zijn Het creëren van hoogwaardige ruimtelijke kwaliteit. Ruimtelijke kwaliteit kan voor een deel gecreëerd worden door de gebruiks- en belevingswaarde te verhogen. De architecturale integratie van de te ontwikkelen gebouwen in deze stedelijke omgeving moeten kwaliteitsvol zijn. Het creëren van een positieve identiteit door een eigen karakter en herkenbaarheid verhoogt de waardering en leidt tot een duurzamer karakter van de ruimtelijke omgeving. 11 Sedert de Conferentie van Rio de Janeiro in 1992 over duurzame ontwikkeling worden deze principes in tal van beleidsterreinen toegepast. Zo ook in de stedenbouw. Bijzondere Plannen van Aanleg vormen een geschikt instrument om de principes van duurzame stedenbouw in praktijk om te zetten. 12 Vooral bepalingen in verband met de oriëntatie op de zon (passieve zonne-energie, op het zuiden gerichte glasoppervlakten en actieve zonne-energie door het gebruik van zonneboilers en zonnepanelen), een zo weinig mogelijke beschaduwing, het isoleren van de gebouwen (buitenisolatie) en het compact bouwen (het beperken van de buitenoppervlakte) zijn hiervoor geschikte instrumenten.

23 Stad Gent : BPA nr. 32 Bisschop Triestlaan Doelstellingen in verband met de inrichting en functie van het gebied Verder bouwen op de bestaande ruimtelijke componenten. De bebouwing langsheen de ringweg wordt gekenmerkt door een meer grootschalige en open invulling aan de buitenzijde van de ring en een meer gesloten en kleinschalige bebouwing aan de binnenzijde van de ring. In het plangebied leggen de drie grote bouwvolumes aan de Charles Andrieslaan een sterk accent haaks op de Bisschop Triestlaan. Deze grote verkeersader slingert zich in wijde bogen doorheen het plangebied. De relatie tussen stad en achtergebied, het tracé van de Bisschop Triestlaan en de dwarse oriëntatie op die ringweg vormen de uitgangspunten voor de stedelijke opgave. Massa en publieke ruimte worden toegevoegd om deze drie basiselementen op te lichten.

24 Stad Gent : BPA nr. 32 Bisschop Triestlaan Het versterken van het stedelijk weefsel Het stedelijke weefsel wordt versterkt door de bestaande woningen, die gedateerd en ruimtelijk niet op hun plaats zijn, te slopen en via een beeldbepalende en kwaliteitsvolle ontwikkeling van het gehele bouwblok - ingepast in de stedelijke context - meer eenduidigheid in vorm en programma te brengen. Het zelfde geldt voor het bestaande garagebedrijf. Ook dit is gedateerd en ruimtelijk niet meer op zijn plaats. Vervanging door een beeldbepalend en kwaliteitsvol project moet eveneens een versterking van he tstedelijk weefsel geven. De centrumwand is sterk en dit dient zo te blijven. De ruimtelijke verschijning van de buitenzijde van de centrumring wordt eveneens versterkt. De band met de groene functie van het achtergebied wordt nauwer aangehaald door het uitspelen van fysieke, visuele en functionele relaties. Nieuwe, solitaire maar ook alzijdige voorzieningen, die het gefragmenteerde bouwblok structureren en naar de groene ruimte verwijzen, lijken hier het best voor geschikt. Het plangebied, dat nu gebukt gaat onder een hoge parkeer- en verkeersdruk, verdient de groenere uitstraling die bijdraagt aan de betekenis van de locatie op het niveau van de stadsring Een optimaal gebruik van de ruimte Het optimaal benutten van de ruimte is een essentiële voorwaarde om een geslaagde stedelijke omgeving te realiseren. Het creëren van een waardevolle toegang tot het universiteitsgebouw aan stadszijde gekoppeld aan een aangename verblijfsruimte, het bundelen van de parkeerinfrastructuur en het groeperen en versterken van de groenvoorzieningen zijn belangrijke middelen tot het bereiken van dit doel Het voorzien van kwalitatieve looproutes en voorzieningen voor het langzaam verkeer Langzaam verkeer wordt gestimuleerd door het behoud en versterken van loop- en fietsroutes. In dat opzicht wordt voldoende kwaliteitsvolle publieke ruimte aan de zwakke weggebruiker toegekend. De wagen komt terecht in een ruime gegroepeerde parkeervoorziening die ontsloten wordt via de Henri Dunantlaan voor de UG en via de Henri Dunantlaan of het Beneluxplein voor het project op de gronden van het garagebedrijf.

25 Stad Gent : BPA nr. 32 Bisschop Triestlaan Concepten 7.1 Uitbreiden van het hoofdgebouw van de faculteit psychologische en pedagogische wetenschappen Het behoud van deze functie en het uitbreiden ervan past volkomen binnen de principes van het ontwerp van structuurplan. De voorziene uitbreiding dient evenwel op kwalitatieve in de omgeving ingepast te worden en het huidige gebrek aan kwaliteiten te ondervangen. De opmaak van een stadsontwerp had de bedoeling om hiervoor een kader aan te reiken. De principes van het stadsontwerp zijn dan ook vertaald in de voorschriften van het BPA. Het stadsontwerp zelf moet de achterliggende ideeën verduidelijken en kaderen binnen een ruimere visie. Het concept bestaat erin om de universitaire gebouwen op de bestaande bouwlijnen (= nieuwe rooilijnen) in te planten waarbij deze gebouwen een binnenstedelijk plein omgrenzen. De hoofdgebouwen richten zich naar dit plein maar ook naar de ring of de andere wegen. In de richting van de ring wordt dit gerealiseerd door over een zekere breedte een open bouwlaag te voorzien. Naar de Dunantlaan gebeurt dit door het rechtstreeks laten palen van het binnenstedelijk plein aan deze weg. Bedoeling is hierbij immers om de universitaire gebouwen niet als een geïsoleerd geheel (= gesloten naar buiten toe) te ontwikkelen maar om deze aansluiting te doen vinden bij het omringende stadsgebeuren. Bij het bepalen van de toegelaten volumes wordt er rekening gehouden met de landschappelijke randvoorwaarden die de omgeving stelt. 7.2 Herorientatie van het terrein van het garagebedrijf naar binnenstedelijke functies Rekening houdend met de mogelijkheden van de plek voor wat betreft de aard van de gewenste functies (zie ook ontwerp van structuurplan Gent) en de volumes wordt de realisatie van een gemengd project op deze plaats mogelijk. Alles laat immers voorzien dat het garagebedrijf op niet al te lange termijn op deze plaats zal verdwijnen waardoor er een omvangrijk en onaangepast gebouw op deze plaats overblijft. Het wonen wordt weliswaar de hoofdbestemming (min. 60%) maar ook een aantal andere stedelijke functies zijn mogelijk. Naast gemeenschapsvoorzieningen zijn ook kantoren, diensten en detailhandel mogelijk. Aan deze beide laatste functies worden evenwel bijkomende beperkingen opgelegd die afgeleid worden uit de bepalingen van het richtinggevend deel van het structuurplan (zie onderdeel structuurplan in deze nota). Voor kantoren geldt er volgens het structuurplan per project of aaneensluitend complex op deze locatie een beperking tot m² voor niet publiekstrekkende kantoren en tot 4000m² voor publiekstrekkende. Om het impact hiervan te kunnen inschatten wordt de opmaak van een mober verplicht gesteld vanaf respectievelijk en 2000m². Voor detailhandel geldt er volgens het structuurplan per project of aaneensluiten complex een beperking tot 3000m² voor de dagelijkse detailhandel en tot 6000m² voor de niet-dagelijkse. Vanaf 3000m² moet er eveneens een mober opgemaakt worden.

26 Stad Gent : BPA nr. 32 Bisschop Triestlaan 25 Deze voorgestelde bestemmingen zijn de eindbestemmingen. Het blijft evenwel mogelijk om de bestaande activiteiten verder te zetten. 7.3 Groeperen van de parkeervoorzieningen De huidige parkeersituatie is chaotisch en over het plangebied verspreid. Daarom wordt voorgesteld om de aanwezige parkeervoorzieningen voor de universitaire instellingen in de nabije omgeving (uiteraard in de eerste plaats de faculteit psychologie en pedagogie), de woninghoogbouw, ev. het politiehoofdkwartier te bundelen en centraal te ontsluiten via de Henri Dunantlaan. Hiertoe zou er onder de nieuwe faculteitsgebouwen en het binnenstedelijke plein een halfondergrondse parking aangelegd worden. Het aantal parkeerplaatsen moet hierbij beperkt worden tot deze nodig voor de UG zelf en voor de woninghoogbouw. Ten behoeve van het project op de plaats van de garage moet er eveneens voorzien worden in eigen ondergrondse parkeergelegenheid en ook hier moet het aantal parkeerplaatsen moet hierbij beperkt worden tot deze nodig voor het project zelf. Omdat het parkeren van een aantal deze functies nu grotendeels bovengronds plaatsvindt moet dit leiden tot een vermindering van de parkeerdruk in de omgeving wat nieuwe perspectieven opent voor een verbetering van de aanleg van het openbaar domein. 7.4 Creëren van een aangename publieke ruimte Er moet veel aandacht besteed aan het inrichten van de openbare ruimte omheen het gebouw en de centrale ingang van de faculteit. Op dit ogenblik is de kwaliteit van het openbaar domein niet alleen bedroevend maar schiet ook kwantitatief te kort om de behoeften van het groot aantal mensen die in deze omgeving werken, studeren op te vangen. De uitbreiding van de faculteit en de realisatie van een multifunctioneel project zal die behoefte nog doen toenemen. 7.5 Bundelen van groenvoorzieningen In het gebied zijn nu verspreid een aantal groenelementen aanwezig of zij er een aantal mogelijkheden om openbaar groen aan te leggen. Deze situeren zich zowel in het openbaar domein als op privaat terrein. Het zoeken naar een bundeling is noodzakelijk voor het opwaarderen van de leefbaarheid van de omgeving.

27 Stad Gent : BPA nr. 32 Bisschop Triestlaan Toelichting bij de verschillende bestemmingszones Zone A,B en C voor gemeenschapsvoorzieningen De zone A,B en C betreffen de faculteitsgebouwen van de universiteit. Op basis van het stadsontwerp is er een opsplitsing gemaakt in een aantal zones die verschillen op vlak van de toegelaten bouwhoogte en de aard en het toegelaten percentage van de verschillende nevenbestemmingen. Het BPA is hierbij wel minder strikt dan het stadsontwerp omdat het stadsontwerp uiteraard zuiver in functie van de uitbreiding van de UG werd opgemaakt terwijl het BPA zich toch wat flexibeler moet opstellen om een antwoord te kunnen geven op mogelijke evoluties en veranderende randvoorwaarden maar dit uiteraard binnen een duidelijke globale visie. Zone D voor gemeenschapsvoorzieningen : kerk De voorschriften houden rekening met de bestaande kerk als geklasseerd monument. Andere gemeenschapsvoorzieningen zijn mogelijk in dit gebouw voor zover zij het bestaande gebouw respecteren Zone voor groepswoningen De voorschriften houden een bestendiging in van de huidige woonfunctie en van de morfologie van de gebouwen nml. appartementen. Op dit ogenblik zijn dit sociale appartementen maar de voorschriften laten ook niet sociale woningbouw toe. Multifunctionele zone Deze zone krijgt een geheel andere bestemming dan de huidige. De huidige activiteiten kunnen wel nog verder gezet worden (overgangsbepaling) zo lang de milieuvergunning loopt (tot 2012) of zolang identieke activiteiten verder kunnen vergund worden. Daarna treden de nieuwe voorschriften in werking en wordt het wonen de hoofdbestemming. Daarnaast zijn er ook kantoren, diensten en detailhandel toegelaten en ook gemeenschapsvoorzieningen en bepaalde bedrijfsactiviteiten; Beperkingen op kantoren of detailhandel zijn afgeleid uit het richtinggevend gedeelte van het structuurplan. Naast de beperking van het % van de bvo die de nevenbestemming kantoren mag innemen nml. max. 40% zijn er verder specificatie noodzakelijk ifv de aard van de kantoorfuncties. Indien deze publiekstrekkende zijn is het aantal toegelaten m² kleiner. Voor detailhandel is het toegelaten % van de bvo reeds gering zodat, rekening houdend met de max. vloeroppervlakte die binnen deze zone kan gerealiseerd worden, een verdere beperking van het aantal m² niet meer nodig. Zone voor stedelijke pleinontwikkeling

28 Stad Gent : BPA nr. 32 Bisschop Triestlaan 27 De aanleg van dit plein is een belangrijk element in het stadsontwerp. Het vormt een ruimtelijk element waar de verschillende universitaire gebouwen zich moeten op richten. De inrichting is verder niet gespecifieerd behalve dat dit plein op max. 1,5m boven het maaiveld mag aangelegd worden waardoor en een halfondergrondse parking mogelijk wordt en de ingangen van de bestaande gebouwen op het niveau van het plein komen te liggen. Zone voor openbare wegen De voorschriften zijn hier zo algemeen opgevat dat deze wegen een vrij sterk verschillende invulling kunnen krijgen. Herinrichting naar een belangrijkere aandeel van de verblijfsfunctie blijft dus mogelijk. In het stadsontwerp wordt dit gesuggereerd voor de Dunantlaan doch op dit ogenblik is deze optie onvoldoende onderbouwd vanuit mobiliteitsoogpunt om deze ook reeds hard vast te leggen. In de toekomst zal dit aspect verder onderzocht worden. Zone voor openbaar plein Deze zone is gelegen tussen een bestaand parkje en de zone waarin in een tweede fase de uitbreiding van de faculteitsgebouwen zal afgesloten worden. Ook hier is het verhogen van de verblijfsfunctie ten zeerste wenselijk. Anders dan voor de Dunantlaan waar op het huidig ogenblik de verkeersfunctie zo sterk aanwezig is zijn is er hier wel reeds wat meer zicht op de mogelijkheden om de verblijfsfunctie af te zwakken. Vandaar dat deze zone ook expliciet deze mogelijkheid voorziet. Hoe ver men daar kan in gaan is evenwel nog niet duidelijk en hangt ook vast aan een meer gedetailleerd en doorgedreven mobiliteitsonderzoek voor de ruime omgeving. Parkzone Het gaat hier om een bestaand parkje dat echter nog niet echt kwalitatief als park is ingericht en dat daardoor, maar ook mede door het feit dat het aan alle zijden door verkeerswegen wordt omgeven, nauwelijks deze functie kan vervullen. Opwaardering wordt vooral zinvol indien ook de zone voor openbaar plein wordt mee aangepakt.