Analyse van het huidig kader & Voorstel tot hervorming

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Analyse van het huidig kader & Voorstel tot hervorming"

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar Het Straffenarsenaal in het Algemeen en Bijzonder Strafrecht Analyse van het huidig kader & Voorstel tot hervorming Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Stéphanie De Coensel Promotor: Prof. Dr. Philip Traest Commissaris: Dhr. Wim Lammens

2

3 Dankwoord Deze masterproef Het Straffenarsenaal in het Algemeen en Bijzonder Strafrecht kwam tot stand in het kader van het behalen van de graad Master of Laws in de Rechten. Reeds doorheen de bachelorjaren kwam mijn interesse voor het strafrecht naar voren. De keuzevakken in de master stonden volledig in het teken van het straf- en strafprocesrecht. Mijn dank gaat dan ook in eerste instantie uit naar mijn promotor Prof. Dr. Philip Traest, die me de kans heeft gegeven om het sluitstuk van mijn studies ook in het teken te zetten van het strafrecht en meer bepaald het straffenarsenaal. Ook commissaris Wim Lammens wens ik via deze weg te bedanken voor het lezen en evalueren van dit werk. Daarnaast wens ik tevens mijn ouders van harte te bedanken voor alle steun die ze hebben geboden doorheen mijn studies en in het bijzonder voor het nalezen van deze thesis. Als laatste zou ik graag mijn gehele gezin en vriendenkring willen bedanken voor het bieden van een luisterend oor en de nodige ontspanning. Stéphanie De Coensel Gent, 17 mei 2016

4

5 Inhoudsopgave DANKWOORD... INLEIDEND: EEN SITUERING VAN DE PROBLEMATIEK... 1 DEEL 1: DE STRAFRECHTELIJKE STRAF Definitie en kenmerken van een straf De functie van de straf De strafdoelen De bijhorende straftheorieën De historische denkmodellen De huidige kritieken op het niet-expliciteren van de strafdoelen Rechtsvergelijkend Besluit Invloed van de Europese Unie en de Raad van Europa Recht van de Europese Unie De Raad van Europa: het Europees Verdrag & Hof voor de Rechten van de Mens DEEL 2: HET STRAFFENARSENAAL EEN HUIDIGE STAND VAN ZAKEN Wat kan een rechter beslissen? Er wordt geen straf opgelegd Er wordt een straf opgelegd Straffenarsenaal in het Algemeen Strafrecht Hoofdstraffen A. Vrijheidsstraf B. Elektronisch toezicht C. Werkstraf D. Autonome probatie E. Geldboete Bijkomende straffen A. Geldboete B. Bijzondere verbeurdverklaring C. Terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank D. De afzetting E. De ontzetting F. Het beroepsverbod i

6 G. Bekendmaking van vonnissen of arresten Specifieke straffen voor rechtspersonen Hoofdstraf: geldboete Bijkomende straffen A. Bijzondere verbeurdverklaring B. Ontbinding C. Verbod tot uitoefening van een bepaalde werkzaamheid D. Sluiting van één of meer inrichtingen E. Bekendmaking of verspreiding beslissing Probatiemaatregelen Straffenarsenaal in het Bijzonder Strafrecht Verval van het recht tot sturen (Verkeersstrafrecht) Het beroepsverbod (Economisch strafrecht) Gerechtelijk stadionverbod (Voetbalwet) De bekendmaking van vonnissen of arresten (Economisch strafrecht) Alcoholslot (Verkeersstrafrecht) Besluit huidig kader DEEL 3: NOOD AAN EEN HERVORMING VAN HET STRAFFENARSENAAL? Preliminair Vereisten van een goed straffenarsenaal Preliminair Rechtszekerheid vs individualisering Evolutie en evaluatie bestaande straffen Klassieke straffen A. Vrijheidsstraf B. Geldboete Alternatieve straffen A. Elektronisch toezicht B. Werkstraf C. Autonome probatie Bijkomende straffen A. Bijzondere verbeurdverklaring B. Terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank C. Ontzetting Modaliteiten Herstructurering van het straffenarsenaal Analyse hoofd- vs. bijkomende straffen A. De bijzondere verbeurdverklaring als hoofdstraf ii

7 B. Een hervorming van het beroepsverbod Vervangende straffen Uitbreiding van het straffenarsenaal Verwijdering van het grondgebied als autonome straf Het rijverbod als autonome straf De verwijzing naar de tuchtrechtelijke of de bestuurlijke overheid De eenvoudige schuldigverklaring (met waarschuwing) De opgelegde behandeling De schadevergoeding als straf Sociaalwetenschappelijk onderzoek Opinieonderzoek BEYENS, K., Straffen als sociale praktijk. Een penologisch onderzoek naar straftoemeting DE BRUYN, D., De magistraat aan het woord. Een verkennend onderzoek naar de opvattingen van magistraten over hun functioneren in justitie en samenleving VAN LEUVENHAEGE, W., Straffen bij de vleet Justitiebarometer Besluit: Nood aan een hervorming van het straffenarsenaal! DEEL 4: RECHTSVERGELIJKEND LUIK Nederland Straffen A. Hoofdstraffen B. Bijkomende straffen C. Cumulatiemogelijkheden D. Bijzondere wetgeving Maatregelen Frankrijk Criminele straffen Correctionele straffen Politiestraffen Rechtspersonen Engeland Non-custodial sentences Fines Community sentences Custodial sentences Confiscation iii

8 Disqualification & Exclusion Compensation order Besluit rechtsvergelijkend luik DEEL 5: VOORSTEL TOT HERVORMING Expliciteren van strafdoelen en motiveringsverplichtingen Het straffenarsenaal De eenvoudige schuldigverklaring (straf van de 0 de graad) De hoofdstraffen (straffen van de derde graad) Straffen van de tweede graad De bijkomende straffen (straffen van de eerste graad) Strafschalen De modaliteiten van uitstel en opschorting De regeling van de vervangende straffen ALGEMEEN BESLUIT BIJLAGEN Bijlage A Voorstel tot hervorming: schema vier categorieën Bijlage B Voorstel tot hervorming: schema drie cumulatieniveaus Bijlage C Voorstel tot hervorming: schema cumulatie in concreto Bijlage D Voorstel tot hervorming: schema drie trappen van ernst BIBLIOGRAFIE iv

9 Overzicht van figuren Figuur 1 - Zwaarte van de straffen overeenkomstig art. 7 Sw. (in abstracto) Figuur 2 - Overzicht WASIK - Sentencing UK Figuur 3 - Voorstel tot hervorming - hiërarchie Overzicht van tabellen Tabel 1 - Overzicht straffen algemeen strafrecht Tabel 2 - Schematisch overzicht de ontzetting Tabel 3 - Overzicht straffen rechtspersonen Tabel 4 - Voorstel tot hervorming Tabel 5 - Voorstel tot hervorming: tabel vier categorieën Tabel 6 - Voorstel tot hervorming: tabel cumulatie-niveaus Tabel 7 - Voorstel tot hervorming: tabel cumul in concreto Tabel 8 - Voorstel tot hervorming: tabel trappen van ernst Lijst van gebruikte afkortingen CP EHRM ET EVRM OM Sr. SURB Sv. Sw. TBR TBS Code Pénal (Frankrijk) Europees Hof voor de Rechten van de Mens Elektronisch toezicht Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens Openbaar Ministerie Wetboek van Strafrecht (Nederland) Strafuitvoeringsrechtbank Wetboek van Strafvordering Strafwetboek Terbeschikkingstelling van de regering Terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank v

10

11 Inleidend: een situering van de problematiek 1. Kernpunten De huidige stand van zaken kan men op zijn minst complex noemen. Er bestaat een zeer ruim amalgaam aan straffen die op verscheidene plekken zijn terug te vinden. Enerzijds zijn er de straffen van het algemeen strafrecht die terug te vinden zijn in hoofdstuk II van het Strafwetboek. Anderzijds zijn er specifieke straffen terug te vinden in het bijzonder strafrecht. Om in deze masterproef een overzichtelijk kader te kunnen schetsen van het straffenarsenaal zijn een aantal zaken van groot belang. Ten eerste is het zeer belangrijk om stil te staan bij de strafdoelen, aangezien dit bepalend is voor de definiëring van het begrip straf en bijgevolg de vorming van het straffenarsenaal. Tot op de dag van vandaag worden deze strafdoelen niet geëxpliciteerd in de wet. Ten tweede moet er aandacht worden besteed aan het diversifiëren van het straffenarsenaal. De huidige opvattingen over de finaliteit van het straffen, de overbevolking in de gevangenissen, de internationale en supranationale aanzetten en talloze andere factoren hebben ertoe geleid dat de aandacht voor alternatieve straffen en het diversifiëren van het straffenpalet op de voorgrond treedt. Dat er iets zal moeten veranderen staat vast. Het beginsel dat de vrijheidsbenemende straf een ultimum remedium is, moet werkelijk worden omgezet in de praktijk. Een verdere uitbreiding van het straffenarsenaal is hierbij een optie. Zo zouden, de lege ferenda, bepaalde straffen uit het bijzonder strafrecht kunnen worden overgeheveld naar het algemeen strafrecht. Het verval van het recht tot sturen is hiervan een mooi voorbeeld. Ook nieuwe autonome straffen zouden in het leven kunnen worden geroepen. Niet enkel dient het bestaande arsenaal te worden uitgebreid, het dient tevens te worden geherstructureerd. Het artificiële onderscheid tussen hoofd- en bijkomende straffen is bijvoorbeeld aan een kritische analyse toe en ook het systeem van de vervangende straffen werkt niet optimaal. Ten derde zijn er nog een aantal aspecten die niet uit het oog mogen verloren worden bij een onderzoek naar de hervorming van het straffenarsenaal. Zo rijst de vraag of er nood is aan meer richtlijnen of net aan meer individualisering. Ook de internationaalrechtelijke invloed dient te worden onderzocht. Tevens is het aangewezen om de aanpak in de ons omringende landen te bekijken om zo stil te staan bij hoe het anders kan en inspiratie op te doen voor de eigen regelgeving. Ook opinieonderzoeken van verscheidene actoren in de strafrechtsketen en van de bevolking kunnen een duidelijk zicht geven over hoe zij tegenover het huidige systeem staan en welke aspecten volgens hen hervormd dienen te worden. 2. Opzet Het is duidelijk dat het straffenarsenaal aan een kritische analyse toe is. De uitdaging voor de toekomst bestaat erin om het straffenarsenaal om te vormen tot een coherent en consistent geheel dat tegemoetkomt aan de eisen van de bestaande maatschappij. De centrale onderzoeksvraag luidt dan ook als volgt: Beschikt de strafrechter over voldoende tools om een gepaste en geïndividualiseerde straf uit te spreken? Moet hiertoe het straffenarsenaal in de huidige maatschappij niet gewijzigd worden? 1

12 Bij het beantwoorden van deze onderzoeksvraag moeten er twee overwegingen in het achterhoofd worden gehouden. Enerzijds is het de bedoeling om het de strafrechter mogelijk te maken om uit een uitgebreid gamma van straffen de meest gepaste en doelgerichte straf te kiezen. Anderzijds mag dit uitgebreid gamma niet leiden tot een onoverzichtelijk amalgaam van allerhande straffen. De relevantie van deze masterproef ligt dan ook in het maken van deze delicate evenwichtsoefening. In het verleden zijn reeds talrijke bijdragen geschreven over deelaspecten van het straffenarsenaal, maar een algemeen overzicht over een hervorming van het straffenarsenaal in zijn geheel is, uitgezonderd de voorstellen van LEGROS en het eindverslag van de Commissie HOLSTERS (Subcommissie Straftoemeting), uitzonderlijk. Om de centrale onderzoeksvraag te beantwoorden zal de methodologie bestaan uit bronnenonderzoek, literatuuronderzoek en rechtsvergelijkend onderzoek. 3. Relevantie Het thema van deze masterproef heeft niet enkel een wetenschappelijke, maar ook een maatschappelijke relevantie. Een hervorming van het straffenarsenaal zal niet louter juridische implicaties hebben. Integendeel, het is iets wat elke burger aanbelangt. De publieke opinie heeft altijd al een grote impact op justitie gehad en ook met betrekking tot het straffenarsenaal mag deze invloed niet uit het oog verloren worden. Er zijn verschillende belangen mee gemoeid, niet alleen die van de dader en het slachtoffer, maar ook van de maatschappij. De schadelijke gevolgen van de straf moeten voor al deze partijen zo beperkt mogelijk zijn. Opmerkelijk is dat justitie momenteel volop in beweging is en dat er veel recente wetswijzigingen het licht zagen in de voorbije jaren. Het is dan ook een ideaal moment om met deze masterproef stil te staan bij deze veranderingen. 4. Beperkingen Een aantal zaken vallen buiten het bestek van deze masterproef, waaronder de nietstrafrechtelijke sancties. Hieronder dient te worden verstaan de minnelijke schikking, maatregelen ten aanzien van minderjarigen en geestesgestoorden, wettelijke ontzettingen, civielrechtelijke, disciplinaire en administratieve sancties. Ook een grondige uiteenzetting van de procedurele aspecten van elke straf op zich zal niet behandeld worden. Uiteraard zullen de krachtlijnen wel worden weergegeven. 5. Inhoud Om een grondige analyse te maken van het straffenpalet met het oog op een hervorming zal deze masterproef worden onderverdeeld in 5 grote luiken. Het eerste luik zal een algemeen beeld vormen van de strafrechtelijke sanctie op zich, diens kenmerken en een evolutie van de strafdoelen doorheen de tijd. Vervolgens zal in deel II een huidige stand van zaken worden geschetst en dit zowel van het algemeen strafrecht, als van het bijzonder strafrecht. Het belangrijkste luik zal deel III van deze masterproef vormen. Hierin wordt de vraag behandeld of er nood is aan een hervorming van het straffenarsenaal. Luik IV zal bestaan uit een rechtsvergelijkende analyse van het straffenarsenaal in Nederland, Frankrijk en Engeland. Luik V zal het sluitstuk vormen van deze masterproef. Hierin zal namelijk een globaal voorstel tot hervorming worden geformuleerd. 2

13 Deel 1: De strafrechtelijke straf 6. In dit luik zal er worden stilgestaan bij de strafrechtelijke straf op zich. Niet enkel de definitie en kenmerken van een straf zijn onontbeerlijke fundamenten bij de bestudering van het straffenarsenaal, maar ook de strafdoelen en straftheorieën zijn van onmiskenbare waarde Definitie en kenmerken van een straf 7. De maatschappelijke reactie op een misdrijf kan zeer divers zijn. Naast strafrechtelijke handhaving zijn er nog tal van mogelijkheden, zoals de eerder al vermelde minnelijke schikking, maatregelen ten aanzien van minderjarigen en geestesgestoorden, wettelijke ontzettingen, civielrechtelijke, disciplinaire en administratieve sancties. De kernvraag luidt hier dan ook hoe een strafrechtelijke straf zich onderscheidt van deze nietstrafrechtelijke sancties en vooral ook welk belang dit heeft. Wat het belang betreft, dit is een zeer cruciaal punt. Wanneer een sanctie gekwalificeerd wordt als een strafrechtelijke straf dan zijn de beginselen van het materieel en formeel strafrecht van toepassing. Deze beginselen houden onder andere het legaliteitsbeginsel in, het beginsel van niet-retroactieve toepassing van de strafwet, de rechten van verdediging, ne bis in idem, het beginsel dat enkel een rechter een strafrechtelijke straf mag opleggen, enzoverder Wet Het mag duidelijk zijn dat de kwalificatie als strafrechtelijke straf verregaande gevolgen heeft. Toch is de vraag wat er nu werkelijk als straf mag worden aanzien niet zo eenvoudig te beantwoorden. Een definitie is niet in de wet ingeschreven. In artikel 7 en 7bis van het Strafwetboek is er nochtans wel een opsomming van verscheidene strafrechtelijke straffen weergegeven, maar deze is niet-limitatief. Straffen uit de bijzondere wetgeving zijn hier bijvoorbeeld niet in opgenomen. 9. Rechtspraak Omwille van deze lacune, is het dan ook de rechtspraak die een invulling aan het begrip dient te geven. Het Hof van Cassatie heeft al meermaals in haar arresten het begrip straf als volgt omschreven: een leed dat door de rechterlijke macht wordt opgelegd als sanctie voor een misdrijf. 2 Centraal in deze definitie staan het leedtoevoegend karakter en het stigmatiserend effect. Dit is niet verwonderlijk gezien vanuit een klassieke benadering van het strafrecht. In het onderdeel betreffende de strafdoelen zal blijken dat men tegenwoordig neigt naar een meer herstelrechtelijke visie. Bijgevolg zal een definitie zoals geformuleerd door het Hof van Cassatie niet meer aansluiten bij de hedendaagse finaliteit van een straf (infra 7-9, nr ). 1 C. VAN DEN WYNGAERT, Strafrecht en strafprocesrecht in hoofdlijnen. Boek I Strafrecht, Antwerpen, Maklu, 2011, O.a. Cass. 14 juli 1924, Pas. 1924, I, 473; Cass. 4 december 1944, Pas. 1945, I, 59; Cass. 30 juni 1949, Pas. 1949, I,

14 Naast de rechtspraak van het Hof van Cassatie speelt ook de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof een grote rol. In tegenstelling tot Cassatie vertrekt het Grondwettelijk Hof van een meer subjectieve invulling, namelijk hoe de straf wordt ervaren door de rechtsonderhorige. Dit zorgt af en toe voor tegenstellingen tussen beide rechtscolleges, bijvoorbeeld wat de hiërarchie van de straffen betreft. Niet alleen de rechtspraak van nationale rechtscolleges zijn van belang, maar ook die van internationale of supranationale rechtscolleges hebben hun impact. Voornamelijk het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dient in deze context te worden aangehaald. België is namelijk niet volledig vrij in de beoordeling of een sanctie strafrechtelijk is of niet. Het zou anders maar al te gemakkelijk zijn om de waarborgen van artikel 6 EVRM te ontwijken. Het Europees Hof hanteert bijgevolg een autonome interpretatie van het begrip straf. Het EHRM reikt in haar rechtspraak 3 drie criteria aan, ook wel de Engel-criteria genoemd, om te bepalen of het om een straf gaat in de zin van artikel 6 EVRM: 1. De interne kwalificatie van de inbreuk. Als iets formeel is opgenomen in het strafrecht van een lidstaat, is artikel 6 EVRM automatisch van toepassing. Dit criterium heeft uiteraard slechts een relatieve waarde. Het is pas wanneer een verdragsstaat een rechtsfiguur niet kwalificeert als een straf dat het EHRM tussenkomt om op basis van de andere twee criteria de gegeven kwalificatie te doorprikken De aard van de inbreuk gelet op de strekking van de norm en de bedoeling van de sanctie. Veelal wordt voor de invulling van dit tweede criterium (de aard van de inbreuk) gesteund op vier sub-criteria: (1) de kwalificatie die geldt in de andere verdragsstaten; (2) het voorwerp van de overtreden norm (algemene draagwijdte?); (3) de strekking van de norm (verbiedt of gebiedt de norm een bepaald gedrag?) en (4) de aard van de op de inbreuk staande sanctie (preventief en repressief doel). 5 Wanneer een rechtsregel de bevolking in het algemeen aanbelangt bijvoorbeeld, is de sanctie van strafrechtelijke aard indien ze repressief en/of preventief is. 3. De aard en zwaarwichtigheid van de sanctie. Dit betreft de vraag of de sanctie eerder repressief is dan louter compenserend of herstellend. Er is een kleine overlapping waar te nemen tussen sub-criterium vier van het vorige criterium en dit derde criterium. Er wordt gekeken of de sanctie dermate zwaar is dat het als 3 EHRM, 8 juni 1976, Engel and others/the Netherlands. 4 M. ROZIE, Ceci n est pas une peine Over de vraag hoe lang het hybride Belgische sanctiebegrip nog overeind kan blijven, in De wet voorbij. Liber amicorum Luc Huybrechts, Antwerpen, Intersentia, 2010, M. ROZIE, Ceci n est pas une peine Over de vraag hoe lang het hybride Belgische sanctiebegrip nog overeind kan blijven, in De wet voorbij. Liber amicorum Luc Huybrechts, Antwerpen, Intersentia, 2010,

15 strafrechtelijk moet worden aangemerkt. De waarde van dit criterium moet niet overschat worden. 6 Het Europees Hof heeft echter wel in de befaamde zaak Jussila t. Finland een graduele rechtsbescherming onderschreven voor geschillen die niet tot de hard core van het strafrecht behoren. 7 Het is (nog) niet duidelijk of hierdoor verschillende strafrechtelijke sancties onderling anders kunnen benaderd worden. 8 Het Hof van Cassatie en het Grondwettelijk Hof durven geregeld van koers te wijzigen. Het Hof van Cassatie durft bijvoorbeeld op bepaalde momenten de criteria van het EHRM in zijn beoordeling te betrekken, maar op andere momenten ze even gemakkelijk terug naast zich neer te leggen Rechtsleer Het onderscheid tussen strafrechtelijke en niet-strafrechtelijke sancties is dus allesbehalve vanzelfsprekend. De rechtsleer heeft hierop ingespeeld en heeft enkele kenmerken ontwikkeld. 10 Het eerste kenmerk vloeit voort uit het legaliteitsbeginsel dat stipuleert dat straffen een wettelijk karakter dienen te hebben (nulla poena sine lege). Het tweede kenmerk houdt verband met het rechterlijk karakter. Het is namelijk enkel aan de rechter om straffen op te leggen. Als laatste en derde kenmerk geldt het principe dat straffen persoonlijk en individueel zijn. Dit principe is verwoord in artikel 39 Sw. Wel moet er worden opgemerkt dat rechtspersonen toch kunnen worden gestraft, aangezien ze geassimileerd worden met natuurlijke personen. 11 Ondanks deze theoretische criteria meent de rechtsleer dat er nog steeds heel wat verwarring heerst in het strafrecht. Het onderscheid tussen straffen, maatregelen, sancties met een gemengd karakter of sancties sui generis is soms moeilijk te maken en vervaagt steeds meer. 12 In het verleden is er bijvoorbeeld reeds discussie geweest over de aard van de volgende rechtsfiguren: hoofdelijke gehoudenheid tot betaling van de ontdoken belastingen, de ambtshalve veroordelingen uit het sociaal strafrecht, het beroepsverbod, het herstel in de oorspronkelijke toestand in stedenbouwzaken, EHRM, 21 februari 1984, nr. 8544/79, Özturk/Duitsland; EHRM, 25 augustus 1987, nr. 9912/82, Lutz/Duitsland; EHRM, 23 november 2006, nr /01, Jussila/Finland. 7 EHRM, 23 november 2006, nr /01, Jussila/Finland. 8 M. ROZIE, Ceci n est pas une peine Over de vraag hoe lang het hybride Belgische sanctiebegrip nog overeind kan blijven, in De wet voorbij. Liber amicorum Luc Huybrechts, Antwerpen, Intersentia, 2010, M. ROZIE, Ceci n est pas une peine Over de vraag hoe lang het hybride Belgische sanctiebegrip nog overeind kan blijven, in De wet voorbij. Liber amicorum Luc Huybrechts, Antwerpen, Intersentia, 2010, C., VAN DEN WYNGAERT, Strafrecht en strafprocesrecht in hoofdlijnen. Boek I Strafrecht, Antwerpen, Maklu, 2011, Wet 4 mei 1999 tot invoering van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen, BS 22 juni M. ROZIE, Ceci n est pas une peine Over de vraag hoe lang het hybride Belgische sanctiebegrip nog overeind kan blijven, in De wet voorbij. Liber amicorum Luc Huybrechts, Antwerpen, Intersentia, 2010, 319; L. HUYBRECHTS, Straffen in X., Liber Amicorum Lieven Dupont, Leuven, Universitaire Pers Leuven, 2005, M. ROZIE, Ceci n est pas une peine Over de vraag hoe lang het hybride Belgische sanctiebegrip nog overeind kan blijven, in De wet voorbij. Liber amicorum Luc Huybrechts, Antwerpen, Intersentia, 2010,

16 Aangezien het label van punitieve sanctie geen garantie meer lijkt te bieden op de toepassing van alle straf(proces)rechtelijke principes, hebben bepaalde auteurs getracht om een ruimere definitie van de straf in het leven te roepen. DE HULLU 14 omschrijft de straf als een in een strafrechtelijk kader uitgesproken overheidsreactie op overtreding van een strafbepaling voor welke overtreding iemand in beginsel in strafrechtelijke zin aansprakelijk wordt gesteld. Helaas is deze definitie voor rechters niet echt een werkbaar instrument. Het is ook net iets té ruim, aangezien hierdoor ook beveiligingsmaatregelen als straffen zullen worden aangemerkt. Ook wordt de notie van leedtoevoeging hier volledig achterwege gelaten, terwijl het toch wel degelijk vaak aanwezig is. Onder de strafdoelen (1.2.1.) zal hierop verder worden ingegaan. 14 L. HUYBRECHTS, Straffen in F.VERBRUGGEN, R. VERSTRAETEN, D. VAN DAELE en B. SPRIET (RED.), Strafrecht als roeping. Liber Amicorum Lieven Dupont, Universitaire Pers Leuven, 2005, 431 met verwijzing naar J. DE HULLU, Enkele suggesties voor herziening van het strafrechtelijk sanctiestelsel in Herziening van het sanctiestelsel. Handelingen Nederlandse Juristenvereniging, Deventer, Kluwer, 2002, 9. 6

17 1.2. De functie van de straf 11. De grond, het doel en nut van straffen worden vertolkt in paradigma s of modellen. 15 De doelstellingen die de maatschappij beoogt bij het reageren op misdrijven variëren naargelang de plaats en tijd. Op de vraag waarom daders van misdrijven moeten gestraft worden zijn tal van antwoorden geformuleerd doorheen de tijd. Sommige rechtvaardigingen kunnen samenlopen of overlappen elkaar. 16 Straffen is één van de belangrijkste manieren om deviant gedrag te onderdrukken. Straffen is vooral doeltreffend als er onmiddellijk 17, zwaar en altijd wordt gestraft. Maar dit is in de dagdagelijkse praktijk niet (steeds) mogelijk. Belonen van gewenst gedrag zou een sterker effect hebben dan het straffen van ongewenst gedrag. 18 Toch lijkt de samenleving nood te hebben aan de strafrechtspleging, zonder stil te staan bij de effectiviteit van straffen. 19 Om een overzichtelijk theoretisch overzicht te bieden van de verscheidene functies van de straf, zullen eerst de strafdoelen op zich worden overlopen, daarna de bijhorende straftheorieën en vervolgens de historische denkmodellen De strafdoelen 12. Alvorens de strafdoelen te overlopen, dient er wel een terminologisch onderscheid te worden gemaakt. Strafdoelen en straftheorieën zijn zeer verwant, maar mogen toch niet verward worden met elkaar. Straftheorieën houden zich bezig met de vraag Waarom mag de maatschappij een straf opleggen?. Strafdoelen daarentegen beschouwen het maatschappelijk recht tot straffen als vanzelfsprekend, en richten zich eerder op de vraag met welk doel en hoeveel straffen?. Met andere woorden, het strafdoel biedt een theoretische en filosofische grondslag voor het bepalen van de strafsoort en de strafmaat. 20 In de doctrine worden vijf functies aan de straf toegewezen, namelijk leedtoevoeging, algemene en individuele preventie, resocialisatie, neutralisatie en herstel. Zoals zal blijken uit de historische denkmodellen (infra 11-12, nr ) variëren strafdoelen doorheen de tijd. Terwijl leedtoevoeging centraal stond in het klassieke strafrechtsdenken, legt het Sociaal Verweer de nadruk op sociale re- 15 L. HUYBRECHTS, Straffen in X., Liber Amicorum Lieven Dupont, Leuven, Universitaire Pers Leuven, 2005, K. BEYENS, Straffen als sociale praktijk. Een penologisch onderzoek naar straftoemeting, Brussel, VUBPRESS, 2000, TROCH, F., Hinderpalen bij de zoektocht naar een passende straftoemeting in X., Hoe punitief is België?, Antwerpen, Maklu, 2010, D. HESSING en P. VAN KOPPEN, Straffen in X., Het recht van binnen. Psychologie van het recht, Deventer, Kluwer, 2002, D. HESSING en P. VAN KOPPEN, Straffen in X., Het recht van binnen. Psychologie van het recht, Deventer, Kluwer, 2002, S. RAATS, De straf gemeten en gepast: op weg naar consistentie in de straftoemeting, proefschrift tot het behalen van de graad van Doctor in de Rechten aan de Universiteit Antwerpen, 2014,

18 integratie. De derde en meest recente visie is gericht op herstel. Hieronder wordt een overzicht van deze strafdoelen gegeven. 13. Leedtoevoeging Het strafrecht is meer dan straffen alleen. Toch komt het vaak voor dat men het strafrecht koppelt aan leedtoevoeging, of hier zelfs tot reduceert. 21 Ook de rechtspraak van het Hof van Cassatie (supra 3, nr. 9) ligt in diezelfde lijn. Leedtoevoeging is inherent aan straffen en bijgevolg aan het strafrecht. Toch is de rechtsleer duidelijk verdeeld wat de leedtoevoegende functie van de straf betreft. Er zijn auteurs die zweren bij de leedtoevoegende functie van de straf, zoals DE PEUTER. 22 DE PEUTER stelt dat samenleven onmogelijk is als het naleven van bepaalde regels niet kan worden afgedwongen. Straffen is volgens hem een noodzakelijk kwaad. 23 Daarenboven kan een straf slechts efficiënt zijn als ze een leed meebrengt voor de gestrafte. Dit met het oog op individuele en algemene preventie. Dit leed kan wel alle mogelijke vormen aannemen en is dus niet beperkt tot de klassieke straffen. Andere auteurs, onder wie HUYBRECHTS, betwijfelen sterk of diezelfde conclusie vandaag de dag nog opgaat. 24 Als een andere reactie minder leed veroorzaakt dient hieraan de voorkeur te worden gegeven. DE NAUW stelt dat in de moderne opvattingen het doel van de straf is gewijzigd van leedtoevoeging naar beveiliging van de maatschappij en reclassering van de delinquent. 25 Ook DE HERT en GUTWIRTH stellen dit principe van leedtoevoeging aan de kaak. Volgens hen moet er eerst en vooral de vraag gesteld worden of materieel sanctioneren al dan niet noodzakelijk is. De strafvraag komt pas als tweede aan bod in een strafzaak. De eerste vraag betreft steeds de schuldvraag. Deze auteurs stellen dan ook dat men zou moeten evolueren naar een delictueel aansprakelijkheidsrecht in plaats van een delictueel sanctierecht. 26 Straffen zou geen noodzakelijk gevolg mogen zijn van het strafrecht. Als leed wordt gelijkgesteld aan onvrijwilligheid dan zit er in alle sancties, ook de alternatieve, leed verwerkt. Naast het toevoegen van leed zitten er echter ook andere componenten verwerkt in de alternatieve straffen. Een strafsanctie zal zelden ingegeven zijn door slechts één finaliteit. Leed mag vrij 21 P. DE HERT EN S. GUTWIRTH, Het leedprincipe, het strafbegrip en de schuld zonder straf. De fixatie op leedtoevoegende straffen in het strafrecht in A. DE NAUW, F. DERUYCK, M. ROZIE, et al., Het strafrecht bedreven: Liber Amicorum Alain De Nauw, Brugge, Die Keure, 2011, J. DE PEUTER, Het leed als hoofdcomponent van de straf in X., Liber Amicorum Jules D Haenens, Gent, Mys & Breesch, 1993, J. DE PEUTER, Het leed als hoofdcomponent van de straf in X., Liber Amicorum Jules D Haenens, Gent, Mys & Breesch, 1993, L. HUYBRECHTS, Straffen in X., Liber Amicorum Lieven Dupont, Leuven, Universitaire Pers Leuven, 2005, A. DE NAUW, Inleiding tot het algemeen strafrecht, Brugge, Die Keure, 2010, P. DE HERT EN S. GUTWIRTH, Het leedprincipe, het strafbegrip en de schuld zonder straf. De fixatie op leedtoevoegende straffen in het strafrecht in A. DE NAUW, F. DERUYCK, M. ROZIE, et al., Het strafrecht bedreven: Liber Amicorum Alain De Nauw, Brugge, Die Keure, 2011,

19 ruim gezien worden, denken we maar aan de loutere inschrijving van een veroordeling in het strafregister. Het is voornamelijk belangrijk om te erkennen dat leed niet het enige doel van bestraffing is. 14. Individuele preventie De straf moet voorkomen dat de dader in herhaling valt. Onderzoek naar recidivecijfers maakt duidelijk dat er aan dit strafdoel geen hoge verwachtingen mogen worden gesteld. Er moet worden opgemerkt dat het eerder de subjectieve pakkans is dan de strafgrootte die crimineel gedrag afschrikt. Een hoge pakkans vergt echter wel een zeer grote inzet. Uit alle onderzoeken blijkt dat sociale normen belangrijker zijn dan juridische normen Algemene preventie Dit beoogt de beïnvloeding van de gehele bevolking of van bepaalde risicogroepen. De straf dient dus het misdadig gedrag van anderen dan de dader te voorkomen. Dit strafdoel gaat bijgevolg uit van een rationalistisch mensbeeld, waarbij men in staat is een kosten-baten analyse te maken. 28 De afschrikwekkende werking van de straf is het onderwerp geweest van verschillende onderzoeken, maar de onderzoeksresultaten zijn niet eenduidig en variëren naargelang het onderzoek. Dit strafdoel kan dan wel te verantwoorden zijn vanuit een instrumentele benadering en preventieve overwegingen, maar doet toch ethische vragen rijzen. De vraag kan gesteld worden of het gerechtvaardigd is om iemand (zwaarder) te straffen, om zo andere mensen af te schrikken. 16. Resocialisering Overeenkomstig deze functie moet de straf de dader in de mogelijkheid stellen om zich in de samenleving te re-integreren. De straf is een instrument tot wederopvoeding. Het doel is om de persoonlijkheid van de dader te beïnvloeden, zodat deze niet recidiveert. Maar het gaat zelfs nog verder. Men wil van de delinquent een beter persoon maken. 29 Hierdoor is de straf geen doel op zich, maar streeft het de sociale re-integratie van de delinquent na Neutralisering / onschadelijkmaking Deze functie houdt in dat toekomstige misdrijven onmogelijk worden gemaakt door daders uit de samenleving te verwijderen. Met andere woorden, het wordt de dader fysiek onmogelijk gemaakt om een nieuw misdrijf te plegen. De bescherming van de maatschappij staat centraal. Onder invloed van het Sociaal Verweer dient de bescherming van de maatschappij niet enkel op een negatieve wijze te worden aanzien. Op lange termijn vereist het een positieve benadering van de delinquent, gericht op resocialisatie D. HESSING en P. VAN KOPPEN, Straffen in X., Het recht van binnen. Psychologie van het recht, Deventer, Kluwer, 2002, S. RAATS, De straf gemeten en gepast: op weg naar consistentie in de straftoemeting, proefschrift tot het behalen van de graad van Doctor in de Rechten aan de Universiteit Antwerpen, 2014, S. RAATS, De straf gemeten en gepast: op weg naar consistentie in de straftoemeting, proefschrift tot het behalen van de graad van Doctor in de Rechten aan de Universiteit Antwerpen, 2014, C. VAN DEN WYNGAERT, Strafrecht en strafprocesrecht in hoofdlijnen. Boek I Strafrecht, Antwerpen, Maklu, 2011, A. DE NAUW, Inleiding tot het algemeen strafrecht, Brugge, Die Keure, 2010,

20 18. Herstel Dit is het meest recente strafdoel (infra 12, nr. 29). Hiermee wordt beoogd om zowel de emotionele als materiële schade, veroorzaakt door het misdrijf, te herstellen. Dit strafdoel is in opkomst in de meeste Westerse landen, maar staat nog niet centraal in het strafrechtsdenken De bijhorende straftheorieën Zoals hierboven vermeld, houden straftheorieën zich bezig met de vraag Waarom mag de maatschappij een straf opleggen?. Eigenlijk kunnen de straftheorieën worden ingedeeld in twee grote groepen, namelijk de retributivistische of absolute theorieën en de utilitaristische of relatieve theorieën. Hieruit hebben zich hybride theorieën gevormd. Recent zijn hier nog de theorie rond het herstel en de reïntegrative shaming aan toegevoegd. 20. Retributivistische theorie Het strafdoel dat in deze theorie beoogd wordt is duidelijk de vergelding van het misdrijf. Het is gericht op het verleden, namelijk op het in het verleden gepleegde misdrijf. Het uitgangspunt is dat het straffen van de plegers van misdrijven intrinsiek goed is en dat er eigenlijk geen verdere rechtvaardiging nodig is. 34 KANT, als grondlegger van deze theorie, maakt een onderscheid tussen ideale en werkelijke doelen van de straf. Het ideale is het handhaven van de wet en het behouden van de balans tussen eigen voordeel en zelfbeheersing. De werkelijke doelen van de straf zijn de individuele en algemene afschrikking. De retributivist gelooft in de zekerheid van de straf, ongeacht de omstandigheden. Vergelding dient tevens eigenrichting te voorkomen. Dit is de reden dat vergelding nog steeds een belangrijke plaats heeft in ons hedendaags bestraffingsdenken. 21. Utilitaristische theorie In tegenstelling tot de retributivistische theorie is deze theorie gericht op de toekomst, namelijk op de beïnvloeding van toekomstig gedrag. De doelen zijn individuele en algemene preventie, resocialisering en neutralisering. De preventie van toekomstig crimineel gedrag en de gevaarlijkheid van de dader staan centraal. De straf wordt als een noodzakelijk kwaad beschouwd ter bevordering van het algemeen nut, namelijk het verminderen van criminaliteit. Er moet dus een hoger doel worden nagestreefd, in plaats van loutere vergelding Hersteltheorie De restoratieve- of herstelbenadering wordt als derde model gesteld tegenover het repressief-retributieve en het rehabilitatieve model. Deze benadering kwam op in de jaren tachtig van de vorige eeuw en is zeer succesvol. Dit komt tot uiting in de rol van het slachtoffer die de laatste jaren alleen maar is vergroot. Een aantal basisprincipes staan centraal: (1) criminaliteit wordt gezien als een 32 S. RAATS, De straf gemeten en gepast: op weg naar consistentie in de straftoemeting, proefschrift tot het behalen van de graad van Doctor in de Rechten aan de Universiteit Antwerpen, 2014, K. BEYENS, Straffen als sociale praktijk. Een penologisch onderzoek naar straftoemeting, Brussel, VUBPRESS, 2000, S. RAATS, De straf gemeten en gepast: op weg naar consistentie in de straftoemeting, proefschrift tot het behalen van de graad van Doctor in de Rechten aan de Universiteit Antwerpen, 2014, S. RAATS, De straf gemeten en gepast: op weg naar consistentie in de straftoemeting, proefschrift tot het behalen van de graad van Doctor in de Rechten aan de Universiteit Antwerpen, 2014,

21 conflict tussen individuen, met kwetsuren voor het slachtoffer, de maatschappij en de dader zelf; (2) het doel is verzoening van de partijen en herstel van de schade; en (3) het penale systeem moet de participatie van alle partijen bevorderen. 23. Reintegrative shaming Het doel van deze theorie is het reduceren van criminaliteit door een beschamingsproces en via het bevorderen van het gemeenschapsgevoel. De dader mag hierbij zeker niet uit de gemeenschap worden verstoten. Stigmatisering is uit den boze. Het herstel kadert in de reintegratie van de dader De historische denkmodellen 24. Nu de strafdoelen en bijhorende straftheorieën overlopen zijn, is het uiterst interessant om te achterhalen welk doel en welke theorie in een bepaalde periode dominant was. Het strafrecht komt niet tot stand in een maatschappelijk vacuüm, maar wordt beïnvloed door de vigerende sociaal-economische situatie. 36 Een kort en bondig historisch overzicht van de verschillende ideaaltypische denkmodellen en bijhorende strafdoelen is hier dan ook op zijn plaats. Er dient te worden opgemerkt dat deze stromingen elkaar nooit volledig afwisselen, aangezien de ene stroming nooit volledig verdrongen wordt door de andere. Achtereenvolgens zullen het traditionalistisch-religieus denken, het klassieke retributivistischutilitaristisch denken, het positivistisch beschermings- en beheersdenken, het resocialiseringsdenken en het hedendaags eclecticisme onder de loep worden genomen Het traditionalistisch-religieus denken - Tijdens het Ancien Régime is het strafrechtsdenken doordrongen van een vorm van religie. Strafdoelen in die tijd zijn voornamelijk retributie en algemene afschrikking. Deze periode wordt gekenmerkt door wrede straffen en willekeur. 26. Het klassieke retributivistisch-utilitaristisch denken De Verlichtingsbeweging zet zich vanaf het einde van de zeventiende eeuw en tijdens de achttiende eeuw af tegen de gruwel en willekeur van het Ancien Régime. De klassieke leer kende wel nog steeds vergelding als finaliteit, maar het kreeg een andere invulling. De bestraffing vloeide voort uit het overtreden van het sociaal contract. In de klassieke leer had de straf, naast zijn vergeldende functie, ook een algemene en individuele preventieve werking. Dit is een gevolg van het rationale mensbeeld dat in die tijd werd gehanteerd. Het strafrecht is gericht op de daad zelf, en houdt amper of geen rekening met de dader of het slachtoffer. 27. Het positivistisch beschermings- en beheersdenken - Het positivisme in de tweede helft van de negentiende eeuw veranderde dit mensbeeld volledig. Dit was mede te danken aan de opkomst van 36 B. DE RUYVER, De alternatieve straffen. Een modetrend of een volwaardig instrument? in X., Liber Amicorum Jules D Haenens, Gent, Mys & Breesch, 1993, 91; K. VERPOEST, Syllabus Grondige studie Strafrecht, Gent, IRCP, , K. BEYENS, Straffen als sociale praktijk. Een penologisch onderzoek naar straftoemeting, Brussel, VUBPRESS, 2000, ; K. VERPOEST, Syllabus Grondige studie Strafrecht, Gent, IRCP, , 523p. 11

22 allerlei positivistische wetenschappen. Voortaan ging men uit van de gedetermineerde mens. De aandacht verschoof van daad naar dader, diens bio-psychologische persoonlijkheid en sociale omgeving. Hieruit concludeerde men dat vergelding als strafdoel zinloos is. Ook de algemeen preventieve werking is een illusie. Het enige strafdoel dat zinvol is volgens deze stroming is de individuele preventie. De straf mag geen doel op zich worden, maar moet ervoor zorgen dat de dader nadien geen misdrijven meer pleegt en dat hij terug in de samenleving kan worden opgenomen. In België krijgt het positivisme vorm onder het Sociaal Verweer. In het begin van de twintigste eeuw heerste er een eerder neoklassieke benadering van het strafrecht. Deze stroming kende aan de straf drie functies toe, namelijk vergelding, afschrikking en resocialisatie. 28. Het resocialiseringsdenken - In het Nieuw Sociaal Verweer, dat reeds dateert uit de 19 e eeuw maar pas echt op gang is gekomen na de Tweede Wereldoorlog, staat de figuur van de dader centraal. De individueel preventieve werking van de straf treedt terug op de voorgrond. Straffen zijn gericht op verbetering, wederaanpassing en de opheffing van de oorzaken van antisociaal gedrag. De resocialiseringsgedachte is duidelijk aanwezig. Dit Nieuw Sociaal Verweer is een meer gematigde humanistische variante op het Sociaal Verweer, waarbij het sterk doorgegeven determinisme verlaten wordt en er meer aandacht wordt gegeven aan de rechtspositie van de delinquent. 29. Het hedendaags eclecticisme - Op dit Nieuw Sociaal Verweer kwam vanaf het einde van de jaren zestig heel wat kritiek. Deze kritiek kan niet onder één stroming worden ondergebracht. De meest opmerkelijke en recentste, wat de strafdoelen betreft, is de herstelgerichte visie. Hierbij ligt de nadruk op het herstel van de schade aangericht door het misdrijf en op bemiddeling tussen partijen. Een andere stroming is het Justice Model waarbij afkeuring en afschrikking terug centraal staan als strafdoelen. Nog andere stromingen zijn het neorealisme (een terugkeer naar het eerder klassieke strafrecht), het reductionisme en de instrumentalisering van de penaliteit De huidige kritieken op het niet-expliciteren van de strafdoelen 30. In de huidige Belgische strafwetgeving zijn nog steeds geen strafdoelen geformuleerd. Rechters zijn dan ook niet verplicht om in de motivering van het vonnis de strafkeuze in verband te brengen met de strafdoelen. 31. Subcommissie straftoemeting Dit niet-expliciteren van de strafdoelen wordt door de Commissie Strafuitvoeringsrechtbanken, externe rechtspositie van gedetineerden en straftoemeting (Hierna: 12

23 Subcommisie Straftoemeting) aan de kaak gesteld. 38, 39 Indien de strafdoelen zouden worden opgenomen in het Strafwetboek zou de rechter precies weten wat de maatschappij van de straf verwacht. De straf die het best aan die verwachtingen beantwoordt zou op die manier kunnen worden opgelegd. Deze commissie heeft in zijn eindverslag een viertal strafdoelen geëxpliciteerd 40, namelijk: - Maatschappelijke afkeuring; Uit het oogpunt van dit strafdoel laat de straf toe om de verantwoordelijkheid van de dader te erkennen en om hem duidelijk te maken dat zijn gedrag onaanvaardbaar is. Ook de maatschappij heeft het recht op erkenning van de inbreuk. - Bevorderen van probleemoplossing en herstel van de door het misdrijf berokkende schade; Dit strafdoel kadert in een ruimere herstelgerichte visie. Dit herstel kan zowel materieel, als immaterieel zijn. - Het bevorderen van sociale integratie; Het gebrek aan sociale integratie kan de oorzaak van het delictuele gedrag zijn. Deze finaliteit leunt aan bij een rehabilitatieve visie op het strafrecht. - Bescherming van de maatschappij. In extreme gevallen dienen veiligheidsoverwegingen het te halen van herstelgerichte overwegingen. In dergelijke situaties is een vrijheidsberoving noodzakelijk om de maatschappij te kunnen beschermen. Bewust heeft de Subcommissie Straftoemeting twee traditionele strafdoelen niet opgenomen in het eindverslag. Ten eerste hebben ze retributie als finaliteit links laten liggen. Men stelt dat het ethisch niet correct zou zijn om het berokkenen van leed als hoofddoel van de straf voorop te stellen. Het opleggen van een straf brengt op zich een retributief effect met zich mee. Het is als het ware inherent aan de notie straf. Bijgevolg is het dan ook niet nodig om retributie als apart strafdoel te vermelden. Ten tweede wordt ook preventie, zowel algemeen als individueel, niet als strafdoel aangemerkt. Algemene preventie doet ethische problemen rijzen. Bovendien wordt erop gewezen dat het preventieve effect impliciet beoogd wordt bij bestraffing. De Subcommissie Straftoemeting erkent dus wel de dimensies van retributie en preventie, maar wenst ze niet te benadrukken. 38 Eindverslag van de Commissie Strafuitvoeringsrechtbanken, externe rechtspositie van gedetineerden en straftoemeting, Deel II Straftoemeting, 22. Ook de rechtsleer meent dat een coherent kader van strafdoelstellingen een belangrijk instrument kan zijn voor een meer transparante en gelijke straftoemeting: H. DOMINICUS, Alternatieve sancties en vormen van afdoening. Beleidsontwikkelingen en knelpunten in D. VAN DAELE en I. VAN WELZENIS, Actuele thema s uit het strafrecht en de criminologie, Leuven, Universitaire Pers Leuven, 2004, Er moet op worden gewezen dat de voorstellen van de Subcommissie Straftoemeting nooit zijn omgezet in wetgeving. 40 Eindverslag van de Commissie Strafuitvoeringsrechtbanken, externe rechtspositie van gedetineerden en straftoemeting, Deel II Straftoemeting,

24 Er kan geconcludeerd worden dat het voorstel vertrekt van een herstelrechtelijk-rehabilitatief model, met een nadruk op het participatieve aspect. In de rechtsleer rijzen wel eens vragen of het herstelrecht alle functies van het strafrecht kan overnemen. 41 Bij bepaalde misdrijven kan het strafrecht namelijk wel nog een preventieve rol vervullen, waarbij de burger wordt aangesproken in zijn rol van deelgenoot aan de rechtsstaat. 42 Tevens heeft de Subcommisie Straftoemeting er in zijn voorstel voor geopteerd om, naast het expliciteren van de strafdoelen in het Strafwetboek, de motiveringsverplichting in art. 195 Sv. te wijzigen in die zin dat wanneer de strafrechter een vrijheidsstraf oplegt, hij moet aangeven waarom hij niet voor een andere straf heeft gekozen. Deze motiveringsplicht moet aanzetten tot een bezinningsplicht en mag in geen geval leiden tot loutere stereotype formuleringen Raad van Europa - Niet enkel de Subcommissie Strafuitvoering hamert erop om de strafdoelen te expliciteren. Ook de Raad van Europa heeft al meerdere Aanbevelingen uitgevaardigd die diezelfde thematiek aanhalen. Zo bepalen Aanbevelingen Rec(92)17 44 en Rec(2000)22 45 dat rationales for sentencing zouden moeten worden verduidelijkt met het oog op meer consistentie in de fase van de straftoemeting. Aanbeveling Rec(92)17 licht dit verder toe: Sentencing rationales should be consistent with modern and humane crime policies, in particular in respect of reducing the use of imprisonment, expanding the use of community sanctions and measures, pursuing policies of decriminalisation, using measures of diversion such as mediation, and of ensuring the compensation of victims Rechtsvergelijkend 33. In sommige landen is er wel een opsomming van de strafdoelen voorzien in de wetgeving L. DUPONT, Herstelrecht: afscheid van vergeldend strafrecht? in T. PETERS, L. DUPONT en F. HUTSEBAUT (eds.), Herstelrecht tussen toekomst en verleden: liber amicorum Tony Peters, Samenleving, criminaliteit en strafrechtspleging 22, Leuven, Universitaire Pers Leuven, 2001, ; H. LAMON en N. STAESSENS, De voorstellen van de subcommissie Straftoemeting becommentarieerd, in I. AERTSEN, K. BEYENS, S. DE VALCK. en F. PIETERS (eds.), De Commissie Holsters buitenspel? De voorstellen van de commissie Strafuitvoeringsrechtbanken, externe rechtspositie van gedetineerden en straftoemeting, Brussel, Politeia, 2004, H. LAMON en N. STAESSENS, De voorstellen van de subcommissie Straftoemeting becommentarieerd, in I. AERTSEN, K. BEYENS, S. DE VALCK en F. PIETERS (eds.), De Commissie Holsters buitenspel? De voorstellen van de commissie Strafuitvoeringsrechtbanken, externe rechtspositie van gedetineerden en straftoemeting, Brussel, Politeia, 2004, J. ROZIE, Naar de vrijheidsstraf als ultimum remedium: een weg bezaaid met wolfijzers en schietgeweren, NC 2015, afl. 1, COUNCIL OF EUROPE, Recommendation No. R(92)17 of the Committee of Ministers to Member States concerning Consistency in Sentencing, 19 October 1992, 4p. 45 COUNCIL OF EUROPE, Recommendation No. R(2000)22 of the Committee of Ministers to Member States on Improving the Implementation on the European Rules on Community Sanctions and Measures, 29 November 2000, 6p. 46 COUNCIL OF EUROPE, Recommendation No. R(92)17 of the Committee of Ministers to Member States concerning Consistency in Sentencing, 19 October 1992, S. RAATS, De straf gemeten en gepast: op weg naar consistentie in de straftoemeting, proefschrift tot het behalen van de graad van Doctor in de Rechten aan de Universiteit Antwerpen, 2014,

25 34. Frankrijk Zo bevat artikel van het Franse Strafwetboek een opsomming van de strafdoelen neutralisering, retributie, rehabilitatie, preventie en in beperkte mate herstel. De rechter moet rekening houden met al deze strafdoelen. In de praktijk betekent dit wel een grote discretionaire bevoegdheid aangezien er soms voorrang zal moeten verleend worden aan één van deze strafdoelen. De rechter is niet verplicht dit te motiveren. 35. Verenigde Staten De U.S. Code bevat een gelijkaardige bepaling (18U.S.C. 3553(a)), maar maakt geen gewag van restoratieve strafdoelen. Wel geeft de wetgever aan dat een gevangenisstraf niet kan worden opgelegd ter bevordering van de rehabilitatie. 36. Engeland De Engelse Criminal Justice Act van 2003 verwijst in sectie 142 wel uitdrukkelijk naar het herstel als strafdoel en is dus de meest volledige opsomming in vergelijking met bovenstaande landen. 37. Er dient te worden opgemerkt dat in de bovenstaande drie landen de discretionaire bevoegdheid van de rechter nog steeds bijzonder groot is. Er wordt louter een wettelijke opsomming gegeven, maar er wordt geen rangschikking van strafdoelen aangereikt. Noch wordt er gekozen voor één dominant strafdoel. Dit zou nochtans de consistentie van de straftoemeting bevorderen De Scandinavische landen 49 In Zweden, Finland en Denemarken werd wel de keuze gemaakt om in de wet een dominant strafdoel te bepalen. Dit betekent echter niet dat er slechts één strafdoel wordt nagestreefd in de bestraffing, maar wel dat de straf hier in de eerste plaats moet aan beantwoorden. In Zweden bijvoorbeeld staat retributie centraal in sect. 1, hoofdstuk 29 van het Zweeds Strafwetboek. Dit wordt niet letterlijk vermeld, maar blijkt wel uit het feit dat de straf proportioneel moet zijn aan de ernst van het misdrijf en de verwijtbaarheid van de dader. Met deze bepaling wordt er sturing gegeven aan de rechter, maar hij behoudt wel nog voor een groot deel zijn discretionaire bevoegdheid Besluit 39. Een debat over de functie van de straf beperkt zich niet tot louter theoretische implicaties. Het heeft belangrijke gevolgen voor de praktijk. Indien de strafdoelen zouden worden opgenomen in het Strafwetboek zou de rechter precies weten wat de maatschappij van de straf verwacht. Maar dit betekent ook dat een debat omtrent de strafdoelen tot gevolg heeft welke straffen deel uit zouden moeten maken van het hedendaagse straffenarsenaal. De evoluties die in dit luik van de masterproef naar boven zijn gekomen, zullen mee in beoordeling worden genomen bij de analyse van het straffenarsenaal zelf. 48 S. RAATS, De straf gemeten en gepast: op weg naar consistentie in de straftoemeting, proefschrift tot het behalen van de graad van Doctor in de Rechten aan de Universiteit Antwerpen, 2014, S. RAATS, De straf gemeten en gepast: op weg naar consistentie in de straftoemeting, proefschrift tot het behalen van de graad van Doctor in de Rechten aan de Universiteit Antwerpen, 2014,

26 1.3. Invloed van de Europese Unie en de Raad van Europa 40. Bij een analyse van de straf moet niet enkel het Belgische recht onder de loep worden genomen. België staat namelijk niet op zich, maar is een onderdeel van een internationale en supranationale orde. Onder 1.1. werd reeds aangehaald dat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens een invloed heeft op de definiëring van de strafrechtelijke sanctie. Dat zijn echter niet de enige implicaties in onze Belgische rechtsorde. Niet enkel het EVRM en EHRM (Raad van Europa) beïnvloeden onze invulling van de straf, maar ook het recht van de Europese Unie dient hier te worden vermeld. 50 Hieronder zal er een zeer bondig overzicht worden gegeven van de verscheidene implicaties Recht van de Europese Unie 41. Wat de Europese Unie betreft, kan er besloten worden dat er een dubbele wijze van beïnvloeding is op ons nationale strafrecht, namelijk een directe en een indirecte beïnvloeding. 42. Directe beïnvloeding De directe beïnvloeding is het gevolg van een zekere harmonisering van de nationale strafrechtssystemen en een wederzijdse erkenning van genomen beslissingen in strafzaken. 51 Van een volledige harmonisatie is echter geen sprake, aangezien de gehanteerde techniek zich beperkt tot het voorschrijven van minimale maximumstraffen. 52 Het lijkt erop dat in de toekomst steeds verdergaande stappen zullen worden ondernomen. 43. Indirecte beïnvloeding Indirecte beïnvloeding is het gevolg van het afdwingen van communautaire normen via het nationale strafrecht. In sommige gevallen wordt er aangeduid welke sancties de lidstaten moeten vaststellen om de naleving van gemeenschapsregels te garanderen. Dit is de zogenaamde gemengde methode. In andere gevallen staat het de lidstaten vrij om zelf de sancties te bepalen (nationale methode). De straffen dienen in elk geval doeltreffend, evenredig of proportioneel en afschrikwekkend te zijn. De derde en laatste methode is de communautaire methode, wat inhoudt dat de communautaire norm ook communautair strafrechtelijk gehandhaafd wordt De Raad van Europa: het Europees Verdrag & Hof voor de Rechten van de Mens 44. Er werd reeds gewezen op de Engel-criteria die door het EHRM worden gehanteerd voor een autonome interpretatie van de straf (supra 4, nr. 9). Er is echter meer om rekening mee te houden. 50 M. TRAEST en L. HUYBRECHTS, Het strafrechtelijk sanctiestelsel en de straftoemeting door de rechter in België, bijlage T.Strafr. 2004, nr. 6, In het bijzonder sinds het Verdrag van Amsterdam van 2 oktober 1997 houdende wijziging van het Verdrag betreffende Europese Unie, de verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen en sommige bijhorende akten, Pb. C. 10 november 1997, nr. 340/1. 52 M. TRAEST en L. HUYBRECHTS, Het strafrechtelijk sanctiestelsel en de straftoemeting door de rechter in België, bijlage T.Strafr. 2004, nr. 6, M. TRAEST en L. HUYBRECHTS, Het strafrechtelijk sanctiestelsel en de straftoemeting door de rechter in België, bijlage T.Strafr. 2004, nr. 6,

27 45. Het verbod van onmenselijke en vernederende straffen Artikel 3 EVRM houdt in dat niemand onderworpen mag worden aan folteringen, onmenselijke of vernederende behandelingen of straffen. Er dient te worden opgemerkt dat de doodstraf hier niet onder valt. 54 Uiteraard houdt iedere strafrechtelijke veroordeling een zekere vorm in van vernedering, maar om onder dit artikel te vallen dient de vernedering van een bijzonder niveau te zijn, rekening houdende met de concrete omstandigheden, aard en context van de straf en de uitvoeringsmodaliteiten ervan Verbod van slavernij en dwangarbeid Belangrijkste hierbij is om de link te maken met de werkstraf. Een werkstraf zal enkel kunnen worden opgelegd indien de betrokkene hiermee instemt, aangezien deze straf anders eventueel in strijd kan zijn met artikel 4, 2 EVRM. 47. Legaliteitsbeginsel Artikel 7.1 EVRM houdt in dat er geen straf kan worden opgelegd zonder wetsbepaling. Ook zal geen zwaardere straf kunnen worden toegepast dan die welke van toepassing was ten tijde van het begaan van het misdrijf. Tevens houdt dit beginsel in dat de strafbare gedraging op duidelijke wijze in de wet gedefinieerd dient te zijn. 48. Verbod van disproportionele straffen Straffen mogen niet disproportioneel zijn ten opzichte van het nagestreefde doel. In dit kader wordt er vaak stilgestaan bij de verzoenbaarheid van een strafsanctie met het recht op vrije meningsuiting (art. 10 EVRM). 49. Bescherming van eigendom Bepaalde patrimoniale straffen kunnen op gespannen voet staan met het recht op eigendom, zoals geformuleerd in artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol. Zo worden omtrent de confiscatie van goederen die geen eigendom zijn van de veroordeelde wel eens tegenstrijdige standpunten ingenomen Het vermoeden van onschuld Dit beginsel zit vervat in artikel 6.2 EVRM en heeft implicaties indien de bepaling van de strafmaat wordt gebaseerd op feiten waarvoor de betrokkene niet werd veroordeeld. Hierbij dient gewezen te worden op artikel 43quater Sw. in het kader van de bijzondere verbeurdverklaring (infra 34-36, nr ). Er is in de rechtsleer enige discussie of dit artikel in strijd zou zijn met het vermoeden van onschuld Ook de Belgische rechtspraak heeft in deze zin geoordeeld: Cass. 19 januari 1994, A.C. 1994, nr. 33 en Pas. 1994, I, nr EHRM, 25 april 1978, nr. 5856/72, Tyrer/Verenigd Koninkrijk; EHRM, 7 juli 1989, nr /88, Soering/Verenigd Koninkrijk. 56 M. TRAEST en L. HUYBRECHTS, Het strafrechtelijk sanctiestelsel en de straftoemeting door de rechter in België, bijlage T.Strafr. 2004, nr. 6, M. TRAEST en L. HUYBRECHTS, Het strafrechtelijk sanctiestelsel en de straftoemeting door de rechter in België, bijlage T.Strafr. 2004, nr. 6, 32-33; B. SPRIET, "Recente ontwikkelingen inzake straffen: werkstraf en bijzondere verbeurdverklaring", in Straf(proces)recht , Brugge, Die Keure, 2004,

28 Deel 2: Het straffenarsenaal een huidige stand van zaken 51. Om oordeelkundig de vraag te kunnen beantwoorden of er nood is aan een hervorming van het straffenarsenaal, is het onontbeerlijk om eerst een overzicht te schetsen van het bestaande straffenarsenaal. Het tweede luik van deze masterproef is bijgevolg beschrijvend van aard. Een strafrechter beschikt over verscheidene mogelijkheden wanneer hij dient te oordelen over een misdrijf. Hij kan de beklaagde vrijspreken, maar hij kan ook het verval van de strafvordering, een eenvoudige schuldigverklaring, opschorting of uitstel (eventueel gecombineerd met probatie) uitspreken. Indien de beklaagde niet in aanmerking komt voor deze opties kan de rechter de beklaagde veroordelen tot een hoofdstraf en in voorkomend geval tot een bijkomende straf. De hoofdstraffen zijn de vrijheidsstraf, de werkstraf en de geldboete. Zeer recent zijn daar het elektronisch toezicht en de autonome probatie aan toegevoegd. De hoofdstraffen verschillen naargelang de categorie, er zijn namelijk criminele hoofdstraffen, correctionele- en politiehoofdstraffen. Een bijkomende straf kan enkel worden opgelegd samen met een hoofdstraf. Een dergelijke bijkomende straf kan bestaan uit een geldboete, verbeurdverklaring van goederen, een bekendmaking van de uitspraak, afzetting van titels, ontzetting uit bepaalde rechten, een beroepsverbod of terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank. Bijzondere strafwetgeving kan voorzien in specifieke straffen. Als voorbeeld kan hier het verval van het recht tot sturen worden aangehaald dat als straf geldt in het verkeersstrafrecht en het gerechtelijk stadionverbod in de Voetbalwet. Ook voor rechtspersonen gelden specifieke straffen. Na dit bondig overzicht zullen achtereenvolgens alle bovenstaande elementen verder uitgediept worden Wat kan een rechter beslissen? Er wordt geen straf opgelegd 52. Vrijspraak Een rechter kan oordelen dat het ten laste gelegde feit geen misdrijf oplevert. Dit kan om verscheidene redenen, bijvoorbeeld omdat er geen of onvoldoende bewijzen voorliggen ter staving of omdat er sprake is van een schulduitsluitingsgrond. 58 X, U bent veroordeeld, Brochure FOD Justitie, Zie voor statistieken: X, Statistiek, Dienst Strafrechtelijk Beleid, 18

29 53. Verval strafvordering Er zijn verschillende gronden van verval van de strafvordering, waaronder de verjaring of het overlijden van de beklaagde. Indien dit het geval is, spreekt de rechter zich zelfs niet meer uit over schuld of onschuld. De rechter stelt dan enkel het verval van de strafvordering vast. 54. Eenvoudige schuldigverklaring Indien een rechter oordeelt dat de redelijke termijn overschreden is, kan een veroordeling worden uitgesproken bij eenvoudige schuldigverklaring of kan de rechter een lagere straf uitspreken dan de minimumstraf. Een veroordeling tot de gerechtskosten, een eventuele teruggave en een bijzondere verbeurdverklaring zijn wel nog steeds mogelijk. Het concept van de eenvoudige schuldigverklaring bij overschrijding van de redelijke termijn heeft zijn intrede in de Belgische rechtsorde gedaan door een arrest van het Hof van Cassatie van 19 december Later werd dit ook in de wet ingeschreven (artikel 21ter V.T.Sv.) Opschorting De rechter hoeft niet noodzakelijk een effectieve straf uit te spreken, opschorting en uitstel behoren ook tot de mogelijkheden. 61 Deze modaliteiten van strafoplegging zijn bedoeld om korte gevangenisstraffen tegen te gaan. 62 Bij opschorting beperkt de rechter zich tot de uitspraak over de schuldvraag, maar legt hij geen straf op Uitstel Bij een veroordeling met uitstel spreekt de rechter wel een straf uit, maar de tenuitvoerlegging van deze straf wordt gedurende een proeftermijn uitgesteld. Indien de veroordeelde zich goed gedraagt gedurende deze proefperiode, dan zal na het verstrijken van de periode de straf niet meer kunnen worden uitgevoerd. 57. Probatieopschorting en -uitstel Aan opschorting of uitstel kunnen ook voorwaarden worden verbonden. Een justitieassistent kijkt toe op de naleving en brengt verslag uit bij de probatiecommissie. Niet-naleving van de voorwaarden kan aanleiding geven tot aanpassing van de voorwaarden of zelfs tot een herroeping. Voorbeelden van dergelijke voorwaarden zijn het volgen van een bepaalde therapie of vorming, het verbod bepaalde plaatsen te bezoeken of bepaalde mensen te ontmoeten, enz Er wordt een straf opgelegd 58. Art. 7 van het Strafwetboek geeft een overzicht van de verschillende soorten straffen. Er wordt een indeling gemaakt naargelang het gaat om criminele, correctionele of politiezaken. Naast dit onderscheid wordt er ook een onderscheid gemaakt tussen hoofdstraffen en bijkomende straffen. Deze bijkomende 59 Cass. 9 december 1997, RW , Wet 30 juni 2000 tot invoeging van een artikel 21ter in de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering, BS 2 december 2000, Wet 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, BS 17 juli 1964, M. TRAEST en L. HUYBRECHTS, Het strafrechtelijk sanctiestelsel en de straftoemeting door de rechter in België, bijlage T.Strafr. 2004, nr. 6, C. VAN DEN WYNGAERT, Strafrecht en strafprocesrecht in hoofdlijnen. Boek I Strafrecht, Antwerpen, Maklu, 2011,

30 straffen kunnen naast een hoofdstraf worden opgelegd. Ook andere criteria worden soms gebruikt om een onderscheid te maken tussen de verscheidene straffen, zoals de aard van het leed en het maatschappelijk doel dat wordt nagestreefd. 64 Hieronder worden de straffen uit het algemeen strafrecht schematisch weergegeven, uitgaande van de nieuwe regeling die in werking is getreden op 1 mei In het volgende hoofdstuk (2.2.) zal dieper worden ingegaan op elke straf. Tabel 1 - Overzicht straffen algemeen strafrecht Straf Criminele zaken Correctionele zaken Politiezaken Hoofdstraffen Vrijheidsstraf X X X Elektronisch toezicht X X Werkstraf X X Autonome Probatie X X Geldboete X X Bijkomende straffen Geldboete X X X Ontzetting van bepaalde politieke en X X burgerlijke rechten Terbeschikkingstelling SURB X X Bijzondere verbeurdverklaring X X X Afzetting X Beroepsverbod Enkel bij de in de wet bepaalde gevallen. Bekendmaking van vonnissen en arresten Enkel bij de in de wet bepaalde gevallen. 64 M. TRAEST en L. HUYBRECHTS, Het strafrechtelijk sanctiestelsel en de straftoemeting door de rechter in België, bijlage T.Strafr. 2004, nr. 6, De inwerkingtreding van de autonome probatie en het elektronisch toezicht werd in het verleden reeds uitgesteld. Uiteindelijk werd de datum van inwerkingtreding uiterlijk gesteld op 1 mei Dit aangezien de autonome probatiestraf in werking treedt op het moment waarop de wet van 8 mei 2014, die het Gerechtelijk Wetboek wijzigt, in werking treedt. PotPourri I regelt hetzelfde voor het elektronisch toezicht als autonome straf. 20

31 2.2. Straffenarsenaal in het Algemeen Strafrecht 59. Het kernartikel wat het straffenarsenaal betreft is artikel 7 van het Strafwetboek. Toch worden niet alle straffen hierin opgesomd, zoals de bijkomende straffen eigen aan misdaden en de straffen uit bijzondere wetgeving. De straffen die voorkomen in artikel 7 worden ingedeeld naargelang het gaat om criminele, correctionele of politiestraffen. Die indeling wordt niet gehanteerd in de structuur van deze masterproef, aangezien verder ook zal blijken dat de huidige driedeling achterhaald is. Naast deze indeling kunnen er nog verschillende indelingen worden teruggevonden in de rechtsleer. Zo kunnen straffen van gemeen recht worden onderscheiden van politieke straffen. Ook naargelang de aard van het opgelegde leed zijn er onderverdelingen mogelijk, namelijk de vrijheidsstraffen, de vermogensstraffen en de straffen die ontzettingen of beperkingen van rechten tot gevolg hebben. 66 Als laatste is er nog het onderscheid tussen hoofd- en bijkomende straffen. Dit onderscheid speelt, in tegenstelling tot de klassieke drieledige indeling, wel een centrale rol en zal dan ook de verdere structuur van deze masterproef bepalen Hoofdstraffen 60. Het kenmerk van een hoofdstraf is dat ze steeds zelfstandig kan worden opgelegd. Hoofdstraffen mogen in geen geval samen worden opgelegd. Veroordeeld worden tot een vrijheidsstraf én een autonome probatie bijvoorbeeld is bijgevolg onmogelijk. Wel kan een hoofdstraf gepaard gaan met bijkomende straffen. 67 Overeenkomstig het nieuwe artikel 7 van het Strafwetboek kan men vijf hoofdstraffen onderscheiden, namelijk de vrijheidsstraf, de geldboete (let wel: deze kan ook worden opgelegd als bijkomende straf), de werkstraf, de autonome probatie en de straf onder elektronisch toezicht. Deze laatste twee hoofdstraffen zijn recentelijk in werking getreden. 68 Tot aan de inwerkingtreding van de wetten op de autonome probatie en het elektronisch toezicht waren er slechts drie hoofdstraffen. 66 A. DE NAUW, Inleiding tot het algemeen strafrecht, Brugge, Die Keure, 2010, M. ROZIE, De probatie kan voortaan ook op eigen vleugels vliegen, Nullum Crimen 2014, Namelijk op 1 mei De inwerkingtreding van de autonome probatie en het elektronisch toezicht werd in het verleden reeds uitgesteld. Uiteindelijk werd de datum van inwerkingtreding uiterlijk gesteld op 1 mei Dit aangezien de autonome probatiestraf in werking treedt op het moment waarop de wet van 8 mei 2014, die het Gerechtelijk Wetboek wijzigt, in werking treedt. PotPourri I regelt hetzelfde voor het elektronisch toezicht als autonome straf. 21

32 Vrijheidsstraf Elektronisch toezicht Werkstraf Autonome probatie Geldboete Figuur 1 - Zwaarte van de straffen overeenkomstig art. 7 Sw. (in abstracto) 61. Hiërarchie Traditioneel wordt aangenomen dat uit de volgorde gehanteerd in art. 7 Sw. de onderlinge zwaarte van de straffen kan worden afgeleid. 69 De vrijheidsstraf wordt gezien als de zwaarste straf, gevolgd door het elektronisch toezicht, de werkstraf en de autonome probatie. Een geldboete wordt op die manier aanzien als de lichtste straf. Dit moet echter wel genuanceerd worden. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft immers geoordeeld dat de zwaarte van een straf niet in abstracto dient te worden bekeken. Er moet namelijk rekening gehouden worden met de individuele omstandigheden in elke zaak. 70 Ook de rechtsleer is niet steeds enthousiast over de rangorde afgeleid uit art. 7 Sw. Zo wijzen auteurs DE WOLF, VANDER BEKEN en FLAVEAU erop dat klassieke en nieuwe straffen niet met elkaar te vergelijken vallen. 71 Ook deze nieuwe, alternatieve straffen zijn moeilijk met elkaar te vergelijken en in een hiërarchie te plaatsen. Als voorbeeld kan hierbij het belevingsonderzoek van ILIANO worden aangehaald, waaruit blijkt dat de probatie zelfs zwaarder wordt gepercipieerd door de veroordeelde dan de werkstraf Hieronder volgt een uiteenzetting over elke hoofdstraf. Dit overzicht beoogt een globaal beeld te schetsen en de grote lijnen weer te geven. Met het oog op het doel van deze masterproef zal een gedetailleerde en procedurele uitwerking niet aan bod komen. De volgorde die gehanteerd wordt in deze masterproef is de volgorde zoals opgenomen in artikel 7 Sw., waaruit tevens de hiërarchie kan worden afgeleid. A. Vrijheidsstraf 63. In art. 7 Sw. worden verscheidene termen gebruikt om een vrijheidsstraf aan te duiden. Zo spreekt men in het geval van gemeenrechtelijke misdrijven van opsluiting en gevangenisstraf. Opsluiting is voorbehouden voor misdaden en kan, naargelang het geval, levenslang of tijdelijk (5-40 jaar) zijn. Een 69 M. ROZIE, De probatie kan voortaan ook op eigen vleugels vliegen, Nullum Crimen 2014, 351; B. SPRIET, "Recente ontwikkelingen inzake straffen: werkstraf en bijzondere verbeurdverklaring", in Straf(proces)recht , Brugge, Die Keure, 2004, EHRM, 18 juli 2013, nr. 2312/08 en 34179/08, Maktouf en Damjanovic/Bosnië. 71 D. DE WOLF, Twee nieuwerwetse straffen in het Strafwetboek: de invoering van de probatie en het elektrisch toezicht als autonome straffen, RW , 1085; T. VANDER BEKEN,en A. FLAVEAU, Hard Labeur. Een eerste analyse van de Wet van 17 april 2002 tot invoering van de werkstraf als autonome straf in correctionele zaken en in politiezaken, Tijdschrift voor Strafrecht 2002, afl. 3, N. ILIANO, Belevingsonderzoek naar de mislukking van autonome werkstraffen en probatie, Masterproef Criminologische Wetenschappen UGent, 2009, 84p. 22

Suggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard.

Suggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard. Voorwoord Dit leerboek vormt een goede basis voor het opleidingsonderdeel strafrecht binnen een professionele bacheloropleiding. We denken hierbij in het bijzonder aan de afstudeerrichting Rechtspraktijk

Nadere informatie

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335 XXVI DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335 HOOFDSTUK 1. INLEIDING 335 HOOFDSTUK 2. DE STRAFFEN 336 Afdeling 1. Begrip en kenmerken 336 1. Het begrip straf 336 2. Kenmerken 337 Afdeling 2. Indeling van

Nadere informatie

Opgave 3 De burger als rechter

Opgave 3 De burger als rechter Opgave 3 De burger als rechter Bij deze opgave horen tekst 5 en de tabellen 2 en 3 uit het bronnenboekje. Inleiding Hoe behoren volgens het Nederlandse publiek veroordeelde plegers van misdrijven gestraft

Nadere informatie

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 337

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 337 II DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 337 HOOFDSTUK 1. INLEIDING 337 HOOFDSTUK 2. DE STRAFFEN 338 Afdeling 1. Begrip en kenmerken 338 1. Het begrip straf 338 2. Kenmerken 339 Afdeling 2. Indeling van

Nadere informatie

Inhoudstafel - Memorie van toelichting

Inhoudstafel - Memorie van toelichting - Memorie van toelichting Hoofdstuk 1 Voorafgaande bepaling 31 Hoofdstuk 2 Het Strafwetboek 31 Inleiding 31 1. Algemeen 31 2. De bouwstenen voor een optimale strafwetgeving ( accuraat, coherent, eenvoudig

Nadere informatie

Bibliotheek Strafrecht Larcier... Voorwoord...

Bibliotheek Strafrecht Larcier... Voorwoord... vii INHOUDSTAFEL Bibliotheek Strafrecht Larcier....................................... Voorwoord..................................................... i iii Hoofdstuk 1. Inleiding historisch overzicht.........................

Nadere informatie

Inleiding. 1 Strafrecht

Inleiding. 1 Strafrecht Inleiding 1 Strafrecht Plaats van het strafrecht Het strafrecht is, net als bijvoorbeeld het staatsrecht en het bestuursrecht, onderdeel van het publiekrecht. Het publiekrecht regelt de betrekkingen tussen

Nadere informatie

INHOUD. Voorwoord... v. Hoofdstuk I. De toetsing van sancties door de rechter: algemeen kader Beatrix Vanlerberghe... 1

INHOUD. Voorwoord... v. Hoofdstuk I. De toetsing van sancties door de rechter: algemeen kader Beatrix Vanlerberghe... 1 INHOUD Voorwoord............................................................ v Hoofdstuk I. De toetsing van sancties door de rechter: algemeen kader Beatrix Vanlerberghe............................................

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE LIJST VAN AFKORTINGEN 21 INLEIDING Algemene inleiding Aanleiding Probleemstelling en onderzoeksvragen 31

INHOUDSOPGAVE LIJST VAN AFKORTINGEN 21 INLEIDING Algemene inleiding Aanleiding Probleemstelling en onderzoeksvragen 31 De rol van de rechter bij de waarheidsvinding in de correctionele procedure. Een rechtsvergelijkend onderzoek naar Belgisch, Frans en Nederlands recht. Daniel DE WOLF WAV TO KNOWLfDGE \UGrfV r die keure

Nadere informatie

Verkorte inhoudsopgave

Verkorte inhoudsopgave Verkorte inhoudsopgave Gebruikte afkortingen 17 I Inleiding, onderzoeksvragen en onderzoeksmethoden 19 1 Inleiding 19 2 Meervoudige aansprakelijkstelling nader beschouwd 20 2.1 Een omschrijving van meervoudige

Nadere informatie

Voorwoord. Lawbooks Grondslagen van Recht ( ) Beste student(e),

Voorwoord. Lawbooks Grondslagen van Recht ( ) Beste student(e), Grondslagen van Recht Week 3 2018 2019 Voorwoord Beste student(e), Voor je ligt de samenvatting van de stof van Hoofdstuk 14 van het boek Hoofdlijnen, dat voorgeschreven wordt in week 3. Aanvankelijk hebben

Nadere informatie

2de bach rechten. Strafrecht. samenvatting. uickprinter Koningstraat Antwerpen R18 4,20

2de bach rechten. Strafrecht. samenvatting. uickprinter Koningstraat Antwerpen  R18 4,20 2de bach rechten Strafrecht samenvatting Q uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be R 1 R18 4,20 Online samenvattingen kopen via www.quickprintershop.be 2 SAMENVATTING: STRAFRECHT

Nadere informatie

HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling)

HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling) HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling) DIENST Gent - Oudenaarde EEDVERBONDKAAI 285 9000 GENT DIENST Dendermonde OLV KERKPLEIN 30 9200 Dendermonde OOST-VLAANDEREN Voor wie? Slachtoffer/ daders

Nadere informatie

Slachtoffer-daderbemiddeling: wie is partij in een strafrechtelijke context? Ivo Aertsen Leuvens Instituut voor Criminologie

Slachtoffer-daderbemiddeling: wie is partij in een strafrechtelijke context? Ivo Aertsen Leuvens Instituut voor Criminologie Slachtoffer-daderbemiddeling: wie is partij in een strafrechtelijke context? Ivo Aertsen Leuvens Instituut voor Criminologie Vragen Is bemiddeling tussen slachtoffer en dader wel mogelijk? Wenselijk? Wie

Nadere informatie

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Rechtsmachtrecht Misdrijven op Belgisch grondgebied gepleegd Misdrijven buiten het grondgebied van het Rijk gepleegd Territorialiteitsbeginsel

Nadere informatie

duur_strafproces.book Page vi Wednesday, January 11, :32 PM

duur_strafproces.book Page vi Wednesday, January 11, :32 PM duur_strafproces.book Page vi Wednesday, January 11, 2006 4:32 PM duur_strafproces.book Page vii Wednesday, January 11, 2006 4:32 PM vii Voorwoord................................................i Dankwoord..............................................

Nadere informatie

Back to Basics (Contrast Law) Beginselen van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid in ondernemingscontext

Back to Basics (Contrast Law) Beginselen van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid in ondernemingscontext Back to Basics (Contrast Law) Beginselen van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid in Patrick Waeterinckx Advocaat balie Antwerpen Antaxius Advocaten (Off counsel) Praktijkassistent VUB en UA Docent

Nadere informatie

Inleiding. Probleem = gerecht draait niet goed Oplossing = Potpourri II. Doel? Apparaat beter laten draaien Efficiënter optreden Sneller werken

Inleiding. Probleem = gerecht draait niet goed Oplossing = Potpourri II. Doel? Apparaat beter laten draaien Efficiënter optreden Sneller werken Wet Potpourri II FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Inleiding Probleem = gerecht draait niet goed Oplossing

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 SEPTEMBER 2016 P.16.0556.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0556.N P J G V, beklaagde, eiseres, met als raadsman mr. Laurens Van Puyenbroeck, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

DEEL I. Bestuurlijke handhaving in vogelvlucht door Ingrid Opdebeek en Stéphanie De Somer

DEEL I. Bestuurlijke handhaving in vogelvlucht door Ingrid Opdebeek en Stéphanie De Somer Woord vooraf Inhoud Afkortingen V VII XIII DEEL I. Bestuurlijke handhaving in vogelvlucht door Ingrid Opdebeek en Stéphanie De Somer Hoofdstuk I. Inleiding 3 1. Handhaving: een samenwerking tussen rechters,

Nadere informatie

DEBAT INZAKE FISCALE SANCTIONERING

DEBAT INZAKE FISCALE SANCTIONERING DEBAT INZAKE FISCALE SANCTIONERING Jan Tuerlinckx & Karel Anthonissen Advocaat-vennoot Tuerlinckx Fiscale Advocaten & Gewestelijk directeur van de BBI 1. Kunnen belastingen an sich een strafrechtelijk

Nadere informatie

Straffen bij de vleet

Straffen bij de vleet Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2014-2015 Straffen bij de vleet Een kwalitatief onderzoek naar de visie van rechtspractici betreffende het straffenarsenaal Masterproef van de

Nadere informatie

Het Belgisch una via-model in fiscale strafzaken

Het Belgisch una via-model in fiscale strafzaken Het Belgisch una via-model in fiscale strafzaken Een vervolging en een beteugeling langs één weg? Ragheno Business Park, Motstraat 30, 2800 Mechelen tel. 0800 40 300 fax 0800 17 529 www.kluwer.be info@kluwer.be

Nadere informatie

Inhoudstafel. Opzet van het onderzoek en centrale onderzoeksvraag... 21

Inhoudstafel. Opzet van het onderzoek en centrale onderzoeksvraag... 21 xi Voorwoord bij de Reeks Grondslagen van het Fiscaal Recht. i Préface à la Collection Fondements de Droit Fiscal iii Woord vooraf v Avant-propos vii Dankwoord ix Afkortingen 1 Deel I Inleiding 7 Hoofdstuk

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 JUNI 2014 P.14.0929.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0929.N F A H, veroordeelde tot een vrijheidsstraf, eiser, met als raadsman mr. Jürgen Millen, advocaat bij de balie te Tongeren. I.

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF BEKNOPTE BIBLIOGRAFIE XVII LIJST VAN DE VOORNAAMSTE WETGEVING XIX

INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF BEKNOPTE BIBLIOGRAFIE XVII LIJST VAN DE VOORNAAMSTE WETGEVING XIX INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF BEKNOPTE BIBLIOGRAFIE LIJST VAN DE VOORNAAMSTE WETGEVING V XVII XIX I. INLEIDING TOT DE STUDIE VAN HET STRAFRECHT 1 A. BEGRIPSBEPALING 2 I. Bepaling van het strafrecht 2 II.

Nadere informatie

Inhoudstafel. 2. De impact van Potpourri II op het materieel strafrecht : een evaluatie in het licht van het voorontwerp van Strafwetboek...

Inhoudstafel. 2. De impact van Potpourri II op het materieel strafrecht : een evaluatie in het licht van het voorontwerp van Strafwetboek... I Inhoudstafel 1. Potpourri en de burgerlijke rechtspleging... 1 Piet Taelman I. Inleiding... 1 II. VAJA en enkele andere aspecten van de informatisering van justitie.. 2 III. Gezag van gewijsde... 7 IV.

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord 13. Aanbevolen literatuur 15. Afkortingenlijst 17. Hoofdstuk 1 Inleiding 19

Inhoudsopgave. Voorwoord 13. Aanbevolen literatuur 15. Afkortingenlijst 17. Hoofdstuk 1 Inleiding 19 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17 Hoofdstuk 1 Inleiding 19 1.1 Eerste kennismaking 19 1.2 Plaats van het strafrecht 19 1.3 Doelen van straffen 22 1.4 Materieel strafrecht,

Nadere informatie

DE UITVOERING VAN DE WERKSTRAF Doorstaat de uitvoeringsfase de tand des tijds?

DE UITVOERING VAN DE WERKSTRAF Doorstaat de uitvoeringsfase de tand des tijds? Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2016-2017 DE UITVOERING VAN DE WERKSTRAF Doorstaat de uitvoeringsfase de tand des tijds? Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend

Nadere informatie

AFDELING III DE AANLEIDING VOOR EEN SOCIALE CONTROLE 13 DE VOORBEREIDING VAN EEN AANGEKONDIGDE SOCIALE CONTROLE 15

AFDELING III DE AANLEIDING VOOR EEN SOCIALE CONTROLE 13 DE VOORBEREIDING VAN EEN AANGEKONDIGDE SOCIALE CONTROLE 15 AFDELING I DE VASTSTELLING VAN HET BELEID TER BESTRIJDING VAN SOCIALE FRAUDE 1 1. Inleiding 1 2. De Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst 2 3. Arrondissementscellen 6 3.1. Samenstelling van de arrondissementscellen

Nadere informatie

Grondslagen van het strafrecht

Grondslagen van het strafrecht Grondslagen van het strafrecht Minor, verbredend I. Algemene informatie 1. Naam van de minor: Grondslagen van het strafrecht 2. Taal van de minor: Nederlands (gebruik van anderstalig onderwijsmateriaal

Nadere informatie

Inhoudsopgave INLEIDING: SOORTEN DRUGS EN HUN EFFECTEN 1 I. DRUGWET: 24 FEBRUARI II. DRUGS IN HET VERKEER 86. C. Verzwarende omstandigheden 43

Inhoudsopgave INLEIDING: SOORTEN DRUGS EN HUN EFFECTEN 1 I. DRUGWET: 24 FEBRUARI II. DRUGS IN HET VERKEER 86. C. Verzwarende omstandigheden 43 Inhoudsopgave INLEIDING: SOORTEN DRUGS EN HUN EFFECTEN 1 A. Drugs: vriend of vijand van alle tijden? 1 1. Inleiding 1 2. De psychoactieve stoffen van alle tijden: de klassieke drugs 4 3. De nieuwe psychoactieve

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord. xiii. Lijst van afkortingen. Verkort aangehaalde werken

Inhoudsopgave. Voorwoord. xiii. Lijst van afkortingen. Verkort aangehaalde werken Voorwoord Lijst van afkortingen Verkort aangehaalde werken v xiii xv 1 Inleiding 1 1.1 De Nederlandse strafwetgeving 1 1.2 Ongeschreven recht, verdragsrecht, supranationaal recht 3 1.3 Het Wetboek van

Nadere informatie

Aangenomen en overgenomen amendementen

Aangenomen en overgenomen amendementen Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie Betreffende wetsvoorstel: 34126 Wijziging van het Wetboek

Nadere informatie

Rolnummers 5514 en Arrest nr. 148/2013 van 7 november 2013 A R R E S T

Rolnummers 5514 en Arrest nr. 148/2013 van 7 november 2013 A R R E S T Rolnummers 5514 en 5523 Arrest nr. 148/2013 van 7 november 2013 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 227, 2, van de algemene wet inzake douane en accijnzen, gecoördineerd bij

Nadere informatie

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Mr. J. Kronenberg Mr. B. de Wilde Vijfde druk Kluwer a Kluwer business Deventer - 2012 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17

Nadere informatie

Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek

Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek Doc: a135005 Tijdschrift: 135 Datum: 17/09/2011 Origine: NR Thema's: Beroepsgeheim Kwetsbare personen Mishandeling van een kind,

Nadere informatie

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2006 (01.12) (OR. en) 15445/1/06 REV 1 COPEN 119 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 15115/06 COPEN 114 nr. Comv.: COM(2005) 91 def.

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk rechtsstaat &4-6-7

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk rechtsstaat &4-6-7 Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk rechtsstaat &4-6-7 Samenvatting door Aylin 1392 woorden 7 maart 2018 8,5 3 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer 4 Strafrecht: de

Nadere informatie

Hoe punitief is België?

Hoe punitief is België? Hoe punitief is België? Editors: Ivo Aertsen Kristel Beyens Torn Daems Eric Maes Antwerpen / Apeldoorn Inhoud Voorwoord 9 Punitiviteitshypotheses in de criminologie. Slaan ze de nagel op de kop? 11 Tom

Nadere informatie

Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden)

Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden) Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden) 1. Hoeveel levenslanggestraften zijn er nu in NL? Op dit moment zijn er 33 mensen onherroepelijk veroordeeld tot levenslang. Dat betekent dat zij

Nadere informatie

INHOUD LIJST VAN AFKORTINGEN...

INHOUD LIJST VAN AFKORTINGEN... INHOUD VOORWOORD... v DANKWOORD... LIJST VAN AFKORTINGEN... ix xxi INLEIDING... 1 1. Probleemstelling en relevantie van het onderzoek... 1 2. Opzet, afbakening en methode van het onderzoek en opbouw van

Nadere informatie

INHOUD. Inleiding... 1 DEEL I. DE HISTORISCHE EVOLUTIE VAN DE BURGERLIJKE VORDERING UIT EEN MISDRIJF... 5

INHOUD. Inleiding... 1 DEEL I. DE HISTORISCHE EVOLUTIE VAN DE BURGERLIJKE VORDERING UIT EEN MISDRIJF... 5 INHOUD Inleiding............................................................. 1 DEEL I. DE HISTORISCHE EVOLUTIE VAN DE BURGERLIJKE VORDERING UIT EEN MISDRIJF...................................................

Nadere informatie

advies. Strekking wetsvoorstellen

advies. Strekking wetsvoorstellen Datum 20 maart 2014 De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten en De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Uw kenmerk 447810 en 447811

Nadere informatie

Rolnummer 5807. Arrest nr. 55/2014 van 27 maart 2014 A R R E S T

Rolnummer 5807. Arrest nr. 55/2014 van 27 maart 2014 A R R E S T Rolnummer 5807 Arrest nr. 55/2014 van 27 maart 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 444 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank van eerste

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 APRIL 2019 P.18.1208.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.1208.N W A V, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Tom De Clercq, advocaat bij de balie Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het

Nadere informatie

Misdaad, straf en herstel

Misdaad, straf en herstel Misdaad, straf en herstel Een herbezinning op het strafrecht en een aanzet tot een op herstel georiënteerd misdaadrecht Jacques Claessen Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding 1. Inleiding 1 2. De legitimiteitscrisis

Nadere informatie

Algemene beginselen. Afdeling 1. De straffen

Algemene beginselen. Afdeling 1. De straffen 8 Deel I Strafrecht H o o f d s t u k 1 Algemene beginselen 1. Sinds 1981 zijn de bepalingen inzake de strafrechtelijke sancties in alle fiscale wetboeken gelijkluidend. Alle fiscale wetboeken bevatten

Nadere informatie

Het advies van de accountant of belastingconsulent en de rechtsdwaling in strafzaken

Het advies van de accountant of belastingconsulent en de rechtsdwaling in strafzaken Het advies van de accountant of belastingconsulent en de rechtsdwaling in strafzaken J. VAN DROOGBROECK De accountant en de belastingconsulent verstrekken adviezen aan de onderneming die hem tewerkstelt

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 DECEMBER 2016 P.16.1066.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.1066.N I A A, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Louis De Groote, advocaat bij de balie te Gent. II J-C P D, beklaagde, eiser,

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LIMBURG AFDELING HASSELT VAN 19 OKTOBER 2017

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LIMBURG AFDELING HASSELT VAN 19 OKTOBER 2017 HA56.L2.3542-14 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LIMBURG AFDELING HASSELT VAN 19 OKTOBER 2017 INZAKE HET OPENBAAR MINISTERIE TEGEN BEKLAAGDE A. A., geboren te Beringen op ( ), wonende te ( ), Belg. In persoon.

Nadere informatie

HET HOF VAN BEROEP TE ANTWERPEN VAN 4 DECEMBER e kamer

HET HOF VAN BEROEP TE ANTWERPEN VAN 4 DECEMBER e kamer Nr. 811 P 2007 HET HOF VAN BEROEP TE ANTWERPEN VAN 4 DECEMBER 2008 13e kamer Inzake van het O. M. en: L. Kouri wonende te 3600 Genk, ( ) burgerlijke partij vertegenwoordigd door Meester Jean-Paul Lavigne,

Nadere informatie

https://www.rechtspraak.nl/sitecollectiondocuments/orientatiepunten-en-afspraken-lovs.pdf 2

https://www.rechtspraak.nl/sitecollectiondocuments/orientatiepunten-en-afspraken-lovs.pdf 2 34 846 Voorstel van wet van het lid Markuszower tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de invoering van minimumstraffen bij bepaalde gewelds- en zedendelicten (Wet hoge minimumstraffen)

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat Samenvatting door een scholier 1842 woorden 10 november 2010 5,4 12 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Hoofdstuk 2: Geen willekeur,

Nadere informatie

DBK: Het Gents Model Concept & implementatie Organisatie vanuit Justitie en vanuit Hulpverlening

DBK: Het Gents Model Concept & implementatie Organisatie vanuit Justitie en vanuit Hulpverlening DBK: Het Gents Model Concept & implementatie Organisatie vanuit Justitie en vanuit Hulpverlening 1 INHOUD PRESENTATIE I. Belgisch drugbeleid II. O.M. en problematisch druggebruik III.De rechtbank en problematisch

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 93/98 van 15 juli 1998 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 93/98 van 15 juli 1998 A R R E S T Rolnummer 1144 Arrest nr. 93/98 van 15 juli 1998 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over de gecoördineerde wetten van 12 juli 1978 betreffende het accijnsregime van alcohol, gesteld door de Correctionele

Nadere informatie

HET MOEILIJKE SAMENGAAN VAN

HET MOEILIJKE SAMENGAAN VAN HET MOEILIJKE SAMENGAAN VAN BESCHERMEN EN SANCTIONEREN Eef Goedseels Justitie 2020 3/3/2016 Opbouw Theorie Praktijk Afsluitende reflectie Historische aanloop Beschermingsrecht (cfr. sociaal verweer) Kritieken

Nadere informatie

Samenvatting. Rapport 25. Handhaving en sanctionering in het beleidsdomein WVG. Opzet en situering onderzoek

Samenvatting. Rapport 25. Handhaving en sanctionering in het beleidsdomein WVG. Opzet en situering onderzoek Steunpunt WVG Kapucijnenvoer 39 B-3000 Leuven +32 16 37 34 32 www.steunpuntwvg.be swvg@med.kuleuven.be Rapport 25 Handhaving en sanctionering in het beleidsdomein WVG Onderzoeker: Promotor: Ruth D haese

Nadere informatie

Inhoud. Ten geleide. Avant propos. Woord vooraf. Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1: Achtergrond en oriëntatie

Inhoud. Ten geleide. Avant propos. Woord vooraf. Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1: Achtergrond en oriëntatie Inhoud Inhoud Ten geleide Avant propos Woord vooraf Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Achtergrond en oriëntatie 1 Intitiele opdracht 1.1 haalbaarheidscriteria 1.2 Definitie van het begrip integrale veiligheidszorg

Nadere informatie

DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK DE STRAFUITVOERINGSRECHTER DE MINISTER VAN JUSTITIE

DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK DE STRAFUITVOERINGSRECHTER DE MINISTER VAN JUSTITIE DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK DE STRAFUITVOERINGSRECHTER DE MINISTER VAN JUSTITIE V.U. Eric Beaucourt 9000 Gent stand januari 2018-1 I.DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK 1.Algemeen. De Belgische strafuitvoeringsrechtbanken

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. III. Drugwet: 24 februari 1921 A. Inleiding 28 1. Algemeen... 28 2. Afbakening... 30 B. Wat is strafbaar?... 30 1. Algemeen...

INHOUDSOPGAVE. III. Drugwet: 24 februari 1921 A. Inleiding 28 1. Algemeen... 28 2. Afbakening... 30 B. Wat is strafbaar?... 30 1. Algemeen... INHOUDSOPGAVE I. Beleid A. Situering van het drugbeleid...1 B. De parlementaire werkgroep Drugs...2 C. De Federale Beleidsnota Drugs...4 D. Invloed van de wetswijziging in 2003...5 E. De richtlijn van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 OKTOBER 2006 P.06.0751.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.06.0751.F V. A., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. V. G. C. 2. B. F. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 233 van het Sociaal Strafwetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Luik.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 233 van het Sociaal Strafwetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Rolnummer 5578 Arrest nr. 181/2013 van 19 december 2013 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 233 van het Sociaal Strafwetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Het Grondwettelijk

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 NOVEMBER 2010 F.09.0146.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.09.0146.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kantoor te 1000 Brussel, Wetstraat 12, voor wie optreedt

Nadere informatie

Inleiding tot het recht

Inleiding tot het recht 1ste bach PSW Inleiding tot het recht Prof. Janvier Q uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be R B08 3,50 Online samenvattingen kopen via www.quickprintershop.be Inleiding tot het

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 DECEMBER 2013 P.13.0980.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.0980.N A M Y L V, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Cavit Yurt, advocaat bij de balie te Brussel. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11 Titel II Straffen 1. Algemeen Artikel 1:11 1. De straffen zijn: a. de hoofdstraffen: 1. gevangenisstraf; 2. hechtenis; 3. taakstraf; 4. geldboete. b. de bijkomende straffen: 1. ontzetting van bepaalde

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 * ARREST VAN 8. 7. 1999 ZAAK C-186/98 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 * In zaak C- 186/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van het

Nadere informatie

Het openbaar ministerie heeft het monopolie van de strafvordering

Het openbaar ministerie heeft het monopolie van de strafvordering Marc Bockstaele (ere)hoofdcommissaris Federale Gerechtelijke Politie 1 Het openbaar ministerie heeft het monopolie van de strafvordering De Wet van 30 juni 1971betreffende de administratieve geldboeten,

Nadere informatie

Auteurs SlimStuderen.nl is altijd op zoek naar auteurs! Stuur je motivatie en cv naar als je interesse hebt!

Auteurs SlimStuderen.nl is altijd op zoek naar auteurs! Stuur je motivatie en cv naar als je interesse hebt! Voorwoord Dit is een voorbeeldverslag van de onderwijsgroepen Inleiding Strafrecht. Dit verslag is bedoeld om kennis te maken met de verslagen van SlimStuderen.nl en wordt gratis aan studenten ter beschikking

Nadere informatie

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017. Advies van 20 december 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve

Nadere informatie

Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten

Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten Auteur(s): Filip Smet Editie: 1202 p. 9 Publicatiedatum: 21 april 2010 Rechtbank/Hof: Cassatie Datum van uitspraak: 11 februari 2010 Wetboek: W.I.B.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 JULI 2014 P.14.0969.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0969.N B., veroordeelde tot vrijheidsstraf, eiser, met als raadsman mr. Kris Luyckx, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 3 Materieel strafrecht: opzet en schuld Inleiding 45

Inhoudsopgave. 3 Materieel strafrecht: opzet en schuld Inleiding 45 Inhoudsopgave 1 Algemene inleiding: wat is strafrecht? 15 1.1 Inleiding 15 1.2 Strafrecht: begripsvorming 16 1.2.1 Materieel en formeel strafrecht 16 1.2.2 Commuun en bijzonder strafrecht 17 1.2.3 Wat

Nadere informatie

Eindexamen vwo maatschappijwetenschappen 2014-I

Eindexamen vwo maatschappijwetenschappen 2014-I Opgave 1 Recht van spreken 1 maximumscore 2 a Het volgende citaat of een deel ervan (regels 27-37): Zebel concludeert de dader. 1 b Voorbeelden van een andere mogelijkheid zijn: 1 De dader erkent zijn

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 18 APRIL 2013 F.11.0142.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.11.0142.F N. D., Mr. Marc Levaux, advocaat bij de balie te Luik, tegen BELGISCHE STAAT, minister van Financiën, Mr. François T Kint,

Nadere informatie

UNICEF België vraagt...

UNICEF België vraagt... 1 Lijfstraffen voor zijn verboden in 55 landen, waaronder een groot deel uit de Raad vernederende of degraderende behandelingen tegen op alle niveaus (familie, school, CD&V wilt reeds een lange tijd het

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I Opgave 5 Sociale veiligheid ontsleuteld 24 maximumscore 2 Ministerie van Binnenlandse Zaken (en Koninkrijksrelaties) heeft als taak (één van de volgende): 1 het bevorderen van de openbare orde en veiligheid

Nadere informatie

Advies IS - Irak. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law. Postbus BA Amsterdam T

Advies IS - Irak. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law. Postbus BA Amsterdam T Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2632 Advies IS - Irak Datum 3 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper Op

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; 1/6 Advies nr 56/2013 van 6 november 2013 Betreft: Advies inzake het ontwerp van Koninklijk besluit tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden betreffende het register van de gemeentelijke administratieve

Nadere informatie

samenstelling : federale en lokale parketten & parketten-generaal! het beleid wordt uitgestippeld door een college van procureurs-generaal

samenstelling : federale en lokale parketten & parketten-generaal! het beleid wordt uitgestippeld door een college van procureurs-generaal Leg uit : het openbaar ministerie ( parket ) = hoeder van de openbare orde! 1) opsporen en onderzoeken 2) vervolgen 3) uitvoering van de straf samenstelling : federale en lokale parketten & parketten-generaal!

Nadere informatie

Rolnummer 5840. Arrest nr. 85/2014 van 22 mei 2014 A R R E S T

Rolnummer 5840. Arrest nr. 85/2014 van 22 mei 2014 A R R E S T Rolnummer 5840 Arrest nr. 85/2014 van 22 mei 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 73sexies van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, gesteld door het

Nadere informatie

Justitie in vogelvlucht Sociale plattegrond Oost- Vlaanderen - Gent - 21 oktober 2014

Justitie in vogelvlucht Sociale plattegrond Oost- Vlaanderen - Gent - 21 oktober 2014 Justitie in vogelvlucht Sociale plattegrond Oost- Vlaanderen - Gent - 21 oktober 2014 Wie onderzoekt? Openbaar ministerie: substituten van de procureur des Konings Rechterlijke macht: Onderzoeksrechters

Nadere informatie

Rechtsweigering Art.5 Gerechtelijk Wetboek

Rechtsweigering Art.5 Gerechtelijk Wetboek Rechtsweigering Art.5 Gerechtelijk Wetboek FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 34 A 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be I. Intrede Artikel 4 Burgerlijk

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE 10.11.2015 L 293/15 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE van 8 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad met specifieke bepalingen

Nadere informatie

(B.S., 14 november 1998)

(B.S., 14 november 1998) Wet 31 augustus 1998 houdende omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming van databanken (B.S., 14 november 1998) HOOFDSTUK I. Voorafgaande

Nadere informatie

De correctionele rechtbank van het arrondissement Hasselt VONNIS van 19 NOVEMBER 2008

De correctionele rechtbank van het arrondissement Hasselt VONNIS van 19 NOVEMBER 2008 not.nr. 56.99.139-07 rep. Nr. 2293 De correctionele rechtbank van het arrondissement Hasselt VONNIS van 19 NOVEMBER 2008 INZAKE : CENTRUM VOOR GELIJKHEID VAN KANSEN EN VOOR RACISMEBESTRIJDING, Koningsstraat

Nadere informatie

Aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie De heer mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie De heer mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag Parkstraat 83 Den Haag Raad voor Strafrech tstoepassing Correspondentie: Postbus 30137 en Jeugdbescherming 2500 CC Den Haag ~ Telefoon (070) 361 93 00 Fax algemeen (070) 361 9310 Fax rechtspraak (070)

Nadere informatie

DE VERJARING VAN DE STRAFVORDERING VOOR RECHTSPRACTICI. Onder redactie van Frank Verbruggen en Raf Verstraeten

DE VERJARING VAN DE STRAFVORDERING VOOR RECHTSPRACTICI. Onder redactie van Frank Verbruggen en Raf Verstraeten DE VERJARING VAN DE STRAFVORDERING VOOR RECHTSPRACTICI Onder redactie van Frank Verbruggen en Raf Verstraeten Universitaire Pers Leuven 2005 Inhoudsopgave 7 TER INLEIDING 13 Raf Verstraeten VERJARING:

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 JUNI 2014 P.14.0280.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0280.N 1. P J P D L, beklaagde, 2. S I D L, beklaagde, eisers, beiden met als raadsman mr. Tom Decaigny, advocaat bij de balie te

Nadere informatie

DBK GENT. Concept & implementatie

DBK GENT. Concept & implementatie DBK GENT Concept & implementatie 1 INHOUD PRESENTATIE I. Drugs en justitie II. O.M. en problematisch druggebruik III. De rechtbank en problematisch druggebruik IV. Zoektocht naar een oplossing V. DBK Gent

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen vwo 2018-I

maatschappijwetenschappen vwo 2018-I Opgave 2 Juridische aanpak jihadi s Bij deze opgave horen de teksten 2 en 3. Inleiding In januari 2016 gaf strafrechter Jan van der Groen een interview aan NRC Handelsblad, waarin hij zijn twijfel uitte

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 JANUARI 2013 C.11.0323.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0323.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Binnenlandse Zaken, met kabinet te 1000 Brussel, Wetstraat 2, voor

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 60.262/1 van 16 november 2016 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei

Nadere informatie

Algemene inhoud. HOOFDSTUK 1 Algemene inleiding 3. HOOFDSTUK 2 Historische inleiding 5

Algemene inhoud. HOOFDSTUK 1 Algemene inleiding 3. HOOFDSTUK 2 Historische inleiding 5 Algemene inhoud Reeks Fiscaal Compendium Ten geleide Voorwoord Algemene bibliografie V VII IX XI DEEL I Inleiding HOOFDSTUK 1 Algemene inleiding 3 HOOFDSTUK 2 Historische inleiding 5 1. Eerste fase: voor

Nadere informatie

Afstemmen strafrechtelijk en bestuursrechtelijk handhaven

Afstemmen strafrechtelijk en bestuursrechtelijk handhaven Afstemmen strafrechtelijk en bestuursrechtelijk handhaven Mr. dr. M.L. (Michiel) van Emmerik Academie voor Wetgeving en Overheidsjuristen, Vereniging Juristenrijk Den Haag, 3 maart 2016 Bij ons leer je

Nadere informatie

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Oudemanhuispoort 4-6 1012 CN Amsterdam Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 5252833 Interventie Syrië Datum 29 augustus 2013 Opgemaakt

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE DENDERMONDE VAN 8 FEBRUARI 2019

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE DENDERMONDE VAN 8 FEBRUARI 2019 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE DENDERMONDE VAN 8 FEBRUARI 2019 OPENBAAR MINISTERIE BEKLAAGDE X X, geboren te X op X, wonende te X, X, van onbekende nationaliteit Ter terechtzitting van 15 januari 2019

Nadere informatie

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 TITEL I TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Deze wet regelt een

Nadere informatie

De wet op de marktpraktijken. Procedure en sancties. TALLON Advocaat. larcier

De wet op de marktpraktijken. Procedure en sancties. TALLON Advocaat. larcier De wet op de marktpraktijken Procedure en sancties TALLON Advocaat larcier VII De Bibliotheek Handelsrecht Voorwoord bij de Reeks Mededinging, Handelspraktijken en Intellectuele Rechten Voor- en DEEL I.

Nadere informatie