VII.2.2 Winstgrafiek (profit/volume chart)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VII.2.2 Winstgrafiek (profit/volume chart)"

Transcriptie

1 VII.2.2 Winstgrafiek (profit/volume chart) Drs. T.P.M. Welten* Voor het nemen van beslissingen door het management is informatie nodig. Indien de te nemen beslissingen financieel-economische consequenties zullen hebben, is informatie nodig vanuit management accounting of cost accounting. Bij beslissingen op korte termijn, waarbij een aantal grootheden constant blijft, is het van belang te weten welk effect een verandering van een variabele heeft op de resultaten van de onderneming. Het grafisch weergeven van deze relatie kan onder andere door middel van een winstgrafiek. 1. Doelstelling De winstgrafiek (profit/volume chart, afgekort P/V chart) is een onderdeel van de kosten/volume/winst analyse (cost/volume/profit analyses, afgekort C/V/P analyses), die beoogt het presenteren van financiële informatie ten behoeve van besluitvorming. cost/volume/profit analyse is een systematische methode ten behoeve van het onderzoek naar de relaties tussen volumeveranderingen c.q. veranderingen in output en veranderingen in opbrengsten, kosten en winst op de korte termijn. Het doel van cost/volume/profit analyse is na te gaan wat de invloed is van volume- of activiteitenwijziging op de financiële resultaten. cost/volume/profit analyse heeft een aantal beperkingen en gaat uit van een aantal veronderstellingen (zie paragraaf 2: Toepassingsgebieden). Desondanks kan het een nuttig hulpmiddel zijn in het besluitvormingsproces, waarbij de volgende doelstellingen kunnen worden gerealiseerd: * Drs. T.P.M. Welten is universitair docent aan de Faculteit der Beleidswetenschappen, Vakgroep Bedrijfswetenschappen, Katholieke Universiteit Nijmegen Praktijkboek Financieel Management afl. 22 (maart 1994) VII

2 het bepalen van het minimale volume (de minimale hoeveelheid) waarbij de onderneming geen verlies maakt; het bepalen van het minimale volume waarbij de onderneming haar winstdoelstelling realiseert; het bepalen van winst respectievelijk verlies bij verschillende volumes binnen het verwachte produktie-interval; het bepalen van relevante kosten ten behoeve van een scala van beslissingen die moeten worden genomen zoals verkoopprijsbepaling, het wel of niet afstoten van produkten, het wel of niet accepteren van speciale orders, make or buy beslissingen, het bepalen van de verkoopmix enz. Het grafisch in plaats van getalsmatig weergeven van cost/volume/profit analyses heeft als voordeel dat essentiële relaties eenvoudig kunnen worden weergegeven. Dit kan op een aantal manieren. Eén ervan is de profit/volume chart. 2. Toepassingsgebieden De cost/volume/profit analyse is toepasbaar onder de volgende veronderstellingen: 1. alle grootheden, behalve het volume (hoeveelheid), zijn constant. Er vinden geen veranderingen plaats met betrekking tot de produktiecapaciteit, de efficiency, de produktiviteit, de verkoopmix, de verkoopprijzen en de produktiemethoden. Er wordt met andere woorden voorbij gegaan aan het feit dat niet alleen het volume van invloed is op de winst, maar ook de gebruikte produktiemethode, de marketingtechnieken, enz.; 2. er wordt één produkt of een assortiment met constante samenstelling gemaakt. Dit laatste impliceert een gemiddelde opbrengst en gemiddelde variabele kosten voor de gegeven verkoopmix. Er resulteert dan een stabiel bijdragequotiënt, zijnde de bijdrage (contributiemarge) per gulden omzet; 3. de onderliggende kostencalculatiemethode is gebaseerd op direct costing (DC). Bij deze methode komen de vaste kosten ten laste van de periode en worden niet, zoals gebruikelijk in een produktieomgeving, doorberekend naar de produkten; 4. cost/volume/profit analyse is alleen toepasbaar op het relevante produktie- en verkoopinterval. Hieronder wordt verstaan het interval waarbinnen de onderneming naar verwachting in de toekomst zal opereren; VII

3 5. kosten en opbrengsten vertonen een lineair verband met het volume. Dit is gerelateerd aan veronderstelling 4. Er wordt met andere woorden niet uitgegaan van progressief en degressief variabele kosten, interval vaste kosten en semi-variabele kosten. Ook wordt genegeerd dat hogere afzet meestal alleen te realiseren is bij dalende verkoopprijzen; 6. kosten zijn te splitsen in vaste en variabele kosten; 7. de voorraden blijven constant. Met andere woorden: de produktie is gelijk aan de verkoop; 8. de periode die in ogenschouw wordt genomen is kort genoeg om de waarde van de munteenheid constant te veronderstellen; 9. er is volledige zekerheid met betrekking tot alle data. De kern van deze veronderstellingen kunnen als volgt grafisch worden weergegeven (figuur 2.1). ƒ degressief progressief opbrengsten kosten degressief rechtlijnig relevant interval eenheden Figuur 2.1. Grafische voorstelling cost/volume/profit analyse veronderstellingen Praktijkboek Financieel Management afl. 22 (maart 1994) VII

4 De opbrengsten vertonen eerst een rechtlijnig en daarna een degressief verloop. De kosten beginnen degressief, worden rechtlijnig om vervolgens een progressief verloop te krijgen. Binnen het relevante interval valt op te maken dat zowel de kosten als de opbrengsten een rechtlijnig verband hebben. In paragraaf 3 zal dit rechtlijnig verband van opbrengsten en kosten worden verondersteld voor het interval waarbinnen de onderneming kan opereren, en niet alleen voor het relevante interval. Een aantal begrippen speelt een belangrijke rol bij het grafisch weergeven van de cost/volume/profit analyse: de break even afzet, dat is het aantal eenheden dat moet worden gemaakt en verkocht, om winst noch verlies te maken; de break even omzet, zijnde de omzet die hoort bij de break even afzet; de contributiemarge, zijnde de bijdrage in de vaste kosten en de winst; de veiligheidsmarge, zijn het percentage dat de huidige omzet mag dalen of moet stijgen om uit de rode cijfers te blijven respectievelijk te komen; de bijdragequotiënt, zijnde de bijdrage per gulden omzet; de cash flow, gedefinieerd als de winst + afschrijving. Deze begrippen zullen in paragraaf 3 aan de hand van uitgewerkte voorbeelden worden toegelicht. Alle in deze paragraaf gemaakte veronderstellingen worden geacht ten grondslag te liggen aan de in paragraaf 3.1 te presenteren profit/ volume chart bij direct costing onder zekerheid. Hierna worden twee varianten behandeld. In paragraaf 3.3 wordt veronderstelling 3 (de kostencalculatiemethode is gebaseerd op direct costing) losgelaten en wordt de profit/volume chart bij absortion costing (AC) onder zekerheid behandeld. In paragraaf 3.3 wordt veronderstelling 9 (er is zekerheid met betrekking tot alle data) losgelaten en worden enkele beschouwingen gegeven met betrekking tot de profit/ volume chart bij direct costing onder onzekerheid. VII

5 3. Methode 3.1 profit/volume chart bij direct costing onder zekerheid De profit/volume chart is zowel van toepassing op een produktie-onderneming als op een dienstverleningsorganisatie, waarbij het verloop van de winst kan worden weergegeven bij verschillende afzet- c.q. omzetgrootten wanneer één produkt wordt gemaakt of één dienst wordt verricht. Bij meerdere produkten c.q. diensten in een constante mix is het alleen mogelijk de winstverandering af te zetten tegen de omzetgrootte. Als we ons beperken tot een produktie-onderneming kan het onderstaand schema worden opgesteld (tabel 1). Het niet alleen mogelijk de relatie aan te geven tussen volume respectievelijk omzet en winst (de profit/volume chart), maar ook de relatie tussen het volume respectievelijk omzet en de contributiemarge (de contribution chart), de relatie tussen het volume respectievelijk omzet en de cash flow (cash flow chart) en de relatie tussen het volume respectievelijk omzet en het verloop van de omzet en kosten (de break even chart of profit chart). Elk van de mogelijkheden uit het schema zal in het verdere verloop van deze paragraaf aan de hand van voorbeelden worden verduidelijkt. Eén produkt Constante mix Produktie- Break even chart onderneming, (profit chart) uitgaande van Contribution chart niet van afzet (eenheden) Cash flow chart toepassing Profit/volume chart Produktie- Break even chart Break even chart onderneming, (profit chart) (profit chart) uitgaande van Contribution chart Contribution chart omzet (geld) Cash flow chart Cash flow chart Profit/volume chart Profit/volume chart Tabel 1. Overzicht grafische weergaven cost/volume/profit analyse Praktijkboek Financieel Management afl. 22 (maart 1994) VII

6 Voorbeeld 1: produktie-onderneming met één produkt Er wordt uitgegaan van de volgende gegevens: verkochte (= geproduceerde) hoeveelheden (volume) eenheden verkoopprijs per eenheid ƒ variabele kosten per eenheid ƒ 12 vaste kosten per periode ƒ 000 De contributiemarge per eenheid bedraagt ƒ ƒ 12 = ƒ 8. De break even afzet bedraagt ƒ 000 / ƒ 8 = eenheden. De break even omzet bedraagt eenheden ƒ = ƒ Een en ander kan worden weergeven in een break even chart (profit chart) (zie figuur 3.1). Op de horizontale as zijn de eenheden weergegeven en op de verticale as de geldbedragen. De kostenlijn begint bij ƒ 000, zijnde de vaste kosten per periode, en neemt vervolgens recht evenredig toe met het volume. Deze rechlijnige toename wordt veroorzaakt door de variabele kosten. De opbrengstenlijn neemt vanuit de oorsprong recht evenredig toe met het volume. Op het snijpunt van de opbrengstenlijn en de kostenlijn bevindt zich het break even punt. Op de horizontale as is af te lezen dat daarbij een break even produktie en -afzet hoort van eenheden, en op de verticale as is de daarbij behorende break even omzet weergegeven van ƒ Daar waar de kostenlijn boven de opbrengstenlijn ligt, is sprake van een verlieszone, terwijl in het omgekeerde geval sprake is van een winstzone. De veiligheidsmarge behorende bij de produktie en afzet van stuks bedraagt ((8 000 ƒ ƒ ) / ƒ ) 100% = 37,5% Dit houdt in dat de huidige omzet nog met 37,5% mag dalen alvorens de onderneming met haar activiteiten in de verlieszone terecht komt. VII

7 0 1 opbrengsten BEO BEP veiligheidsmarge verlieszone winstzone kosten variabel vaste kosten vast 1 BEA = break even afzet BEPR = break even produktie Figuur 3.1. Break even chart BEA/BEPR BEO = break even omzet BEP = break even punt eenheden ( 1 000) Een alternatieve weergave van figuur 3.1. is de contribution chart in figuur 3.2. In deze figuur is naast de opbrengstenlijn en de kostenlijn ook de lijn van de variabele kosten weergegeven. Het verschil tussen de opbrengstenlijn en de lijn van de variabele kosten is de contributiemarge. Daar waar de contributiemarge gelijk is aan de vaste kosten bevindt zich het break even punt. Bij de produktie en afzet van eenheden bedraagt de contributiemarge (ƒ ƒ 12) = ƒ Hieruit moeten de vaste kosten, groot ƒ 000 worden goedgemaakt, zodat een winst resteert van ƒ Praktijkboek Financieel Management afl. 22 (maart 1994) VII

8 0 1 1 opbrengsten kosten 1 1 contributie marge BEO 100 BEP vast variabele kosten variabel BEPR/BEA eenheden ( 1 000) Figuur 3.2. De contribution chart Het verschil tussen de opbrengstenlijn en de kostenlijn, zijnde de winstlijn, kan worden weergegeven in de profit/ volume chart (figuur 3.3). De winstlijn begint bij ƒ 000 verlies, zijnde de vaste kosten. Bij een produktie en afzet van eenheden is de winst nihil. Voorts valt af te lezen dat bij een produktie en afzet van stuks een winst wordt gerealiseerd van ƒ VII

9 100 winst BEPR/BEA eenheden ( 1 000) 100 Figuur 3.3. Profit/volume chart Een alternatief voor figuur 3.3 is niet het weergeven van de winst bij verschillende afzetgrootten, maar de cash flow, gedefinieerd als winst + afschrijving. Indien wordt verondersteld dat de vaste kosten bestaan uit ƒ afschrijving en ƒ te betalen vaste kosten (out of pocket expenses), kan de volgende cash flow chart worden gemaakt (figuur 3.4). De break even afzet, uitgaande van de cash flow, ligt op eenheden. Indien dit aantal produkten wordt gemaakt en verkocht, is er een cash flow van ƒ 0. Bij een produktie en afzet van eenheden bedraagt de cash flow (ƒ ƒ 12) ƒ = ƒ Dit is gelijk aan de winst, groot ƒ vermeerderd met de afschrijving, groot ƒ In het voorgaande is de break even omzet bepaald door eerst de break even afzet te berekenen en deze te vermenigvuldigen met de verkoopprijs per eenheid. Het is ook mogelijk om rechtstreeks de break even Praktijkboek Financieel Management afl. 22 (maart 1994) VII

10 omzet te berekenen. Hiertoe moet eerst het bijdragequotiënt worden bepaald. Deze bedraagt 1 12/ = 8/ = 0,4. Dit houdt in dat van elke gulden omzet er ƒ 0, resteert aan contributiemarge, omdat van elke gulden omzet ƒ 0, (12/) aan variabele kosten moet worden gemaakt. Als deze bijdragequotiënt wordt gedeeld op de vaste kosten, ontstaat de break even omzet: ƒ 000 / 0,4 = ƒ Geconcludeerd kan worden dat het volume (eenheden) niet bekend hoeft te zijn om de break even omzet te bepalen. Bij meerdere produkten in een constante samenstelling is sprake van meerdere hoeveelheden en zal de break even omzet rechtstreeks moeten worden bepaald. Gegeven dit feit kunnen de figuren 3.1. tot en met 3.4. op een andere wijze worden weergegeven. 100 cash flow BEPR/BEA eenheden ( 1 000) 100 Figuur 3.4. Cash flow chart VII

11 0 1 1 opbrengsten kosten veiligheidsmarge vaste kosten BEO = break even omzet BEO omzet ( 1 000) Figuur 3.5. Break even chart Op de horizontale as staat nu de omzet weergegeven en op de verticale as staan de geldbedragen. De opbrengstenlijn loopt nu in een hoek van 45 graden vanuit de oorsprong. De kostenlijn heeft een soortgelijk verloop als in het voorgaande. Deze begint bij ƒ 000 en neemt toe met ƒ 0, per gulden omzet. De break even omzet is op de horizontale as aangegeven en bedraagt ƒ De veiligheidsmarge behorende bij de omzet van ƒ = ƒ bedraagt uiteraard wederom 37,5%. Een alternatief voor figuur 3.5 is de contribution chart in figuur 3.6. Het verschil tussen de opbrengstenlijn en de variabele kostenlijn is de contributiemarge. Waar dit verschil gelijk is aan de vaste kosten, groot ƒ 000, bevindt zich op de horizontale as de break even omzet. Praktijkboek Financieel Management afl. 22 (maart 1994) VII

12 0 1 1 opbrengsten kosten 1 1 C.M. 100 vast variabele kosten BEO omzet ( 1 000) Figuur 3.6. Contribution chart De profit/volume chart en de cash flow chart zijn weergegeven in figuur 3.7. De winstlijn snijdt de horizontale as bij een break even omzet van ƒ De cash flow lijn snijdt de horizontale as bij een omzet van ƒ , zijnde de te betalen vaste kosten, groot ƒ , gedeeld door het bijdragequotient, groot 0,4. VII

13 100 cash flow winst omzet ( 1 000) 100 Figuur 3.7. Profit/volume chart en cash flow chart Voorbeeld 2: produktie-onderneming met meerdere produkten in een constante samenstelling De volgende basisgegevens liggen hieraan ten grondslag: verkochte (= geproduceerde) hoeveelheden produkt A eenheden verkoopprijs per produkt A ƒ variabele kosten per produkt A ƒ 12 verkochte (= geproduceerde) hoeveelheden produkt B eenheden verkoopprijs per produkt B ƒ 30 variabele kosten per produkt B ƒ 11 vaste kosten per periode ƒ De produkten A en B worden in een constante mix gemaakt en verkocht. Indien twee produkten A worden gemaakt en verkocht, wordt er één produkt B gemaakt en verkocht. Het bijdragequotiënt van het gemiddelde assortiment bedraagt derhalve: Praktijkboek Financieel Management afl. 22 (maart 1994) VII

14 1 (2 ƒ 12 + ƒ 11) / (2 ƒ + ƒ 30) = 35/70 Gemiddeld genomen is de bijdrage per gulden omzet ƒ 0,50. De break even omzet is: ƒ / 0,50 = ƒ Te berekenen valt dat de bijbehorende hoeveelheden A en B eenheden respectievelijk eenheden bedragen: 2X (ƒ - ƒ 12) + X (ƒ 30 ƒ 11) ƒ = 0 X = Dus A = = eenheden B = eenheden. De break even omzet, groot ƒ bestaat dus uit ƒ = ƒ 000 omzet A en x ƒ 30 = ƒ 000 omzet B. De volgende break even chart kan worden gemaakt (figuur 3.8) opbrengst kosten veiligheidsmarge vaste kosten BEO = omzet ( 1 000) Figuur 3.8 Break even chart VII

15 opbrengst kosten C.M vast variabele kosten BEO = omzet ( 1 000) Figuur 3.9. Contribution chart Indien meerdere produkten in een constante samenstelling worden gemaakt en verkocht, moet in de break even chart op de horizontale as de omzet worden vermeld. De opbrengstenlijn vertoont weer een 45 gradenlijn, terwijl de kostenlijn begint bij de vaste kosten, groot ƒ en dan toenemen met ƒ 0,50 per gulden omzet. De werkelijke produktie en afzet bedraagt: A ƒ B ƒ 30 = ƒ De daarbij behorende veiligheidsmarge bedraagt: ((ƒ ƒ 1 000) / ƒ 2 000) 100% = 50%. Een alternatieve weergave van figuur 3.8 is de contribution chart in figuur 3.9. Praktijkboek Financieel Management afl. 22 (maart 1994) VII

16 De variabele kostenlijn begint in de oorsprong en neemt toe met ƒ 0,50 per gulden omzet. Het verschil tussen de opbrengstenlijn en de variabele kostenlijn is de contributiemarge, die bij de break even omzet gelijk is aan de vaste kosten. De bij de werkelijk omzet behorende contributiemarge is (ƒ ƒ 12) ( ƒ 30 ƒ 11) = ƒ De daarbij behorende winst is ƒ ƒ = ƒ De winst- en de cash flow lijn zijn weergegeven in figuur De veronderstelling die hierbij is gemaakt is dat de vast kosten, groot ƒ , bestaan uit ƒ afschrijving en ƒ 000 out of pocket expenses cash flow winst BEO = omzet ( 1 000) Figuur Profit/volume chart en cash flow chart Bij een omzet van ƒ is de winst ƒ 0, terwijl bij een omzet van ƒ 000 de cash flow ƒ 0 bedraagt. Bij een werkelijke omzet van ƒ bedraagt de winst ƒ en de cash flow ƒ VII

17 3.2. profit/volume chart bij AC onder zekerheid Zoals uit het voorgaande bleek worden bij direct costing de vaste kosten rechtstreeks ten laste gebracht van de resultatenrekening en niet toegerekend aan de produkten. Dit laatste gebeurt wel bij AC, door de vaste kosten te verdelen over de normale bezetting, gedefinieerd als de gemiddelde produktie en verkoop, die de onderneming de komende perioden naar verwachting zal realiseren. Voorbeeld 1: produktie-onderneming met één produkt (produktie gelijk aan verkoop) Er wordt uitgegaan van de volgende gegevens: normale bezetting eenheden verkoopprijs per eenheid ƒ variabele kosten per eenheid ƒ 12 vaste kosten per periode ƒ 000 De standaardkostprijs per eenheid wordt als volgt berekend: ƒ 12 + ƒ 000 / = ƒ 12 + ƒ 5 = ƒ 17. Deze ƒ 17 vormen nu de doorberekende kosten per eenheid. Deze zijn, naast de opbrengsten en kosten, weergegeven in figuur De opbrengsten- en kostenlijn zijn hetzelfde als in figuur 3.1. Nieuw is de lijn van de doorberekende kosten. Deze bedragen ƒ 17 per eenheid. Het verschil tussen de opbrengsten en de doorberekende kosten vormt het verkoopresultaat en het verschil tussen de doorberekende kosten en de kosten vormt het bezettingsresultaat. Voor elke volumegrootte (produktie en afzet) kan nu worden bepaald wat het daarbij behorende verkoopresultaat en bezettingsresultaat is. Het verkoopresultaat (of transactieresultaat) wordt als volgt berekend: verkochte hoeveelheid (verkoopprijs / standaardkostprijs) Het bezettingsresultaat wordt als volgt bepaald: (werkelijke bezetting / normale bezetting) constante kosten per eenheid Het verkoopresultaat en het bezettingsresultaat vormen samen de winst. Praktijkboek Financieel Management afl. 22 (maart 1994) VII

18 0 1 1 opbrengst doorberekende kosten 1 1 verkoopresultaat kosten 100 bezettingsresultaat eenheden ( 1 000) Figuur Break even chart Indien de produktie en afzet bijvoorbeeld stuks bedragen, is het verkoopresultaat (ƒ / ƒ 17) = ƒ Het daarbij behorende bezettingsresultaat bedraagt (7 000 / 8 000) ƒ 5 = ƒ nadeel. De winst bedraagt derhalve ƒ / ƒ = ƒ Een alternatieve weergave van het voorgaande is de profit/volume chart in figuur De lijn van het verkoopresultaat (ƒ 3 per produkt, beginnend in de oorsprong) en het bezettingsresultaat (ƒ 5 per produkt, beginnend bij - ƒ 000) zijn, in tegenstelling tot figuur 3.11, nu expliciet getekend. De sommatie van deze twee lijnen vormt de winstlijn. VII

19 Ook is te berekenen bij welke produktie en afzet de break even situatie wordt bereikt. Het positieve verkoopresultaat moet dan gelijk zijn aan het negatieve bezettingsresultaat. Verkoopresultaat = A (ƒ / ƒ 17) Bezettingsresultaat = (A / 8 000) ƒ 5 A (ƒ / ƒ 17) = -(A / 8 000) ƒ 5 A = De produktie en afzet bedragen derhalve stuks in de break even situatie. Dit is hetzelfde als bij direct costing in paragraaf 3.1, omdat de produktie gelijk is aan de verkoop. winst 1 BEPR/ BEA verkoopresultaat bezettingsresultaat eenheden ( 1 000) Figuur Profit/volume chart Praktijkboek Financieel Management afl. 22 (maart 1994) VII

20 Voorbeeld 2: produktie-onderneming met één produkt (produktie niet gelijk aan verkoop) Er wordt uitgegaan van de volgende gegevens: normale bezetting eenheden verkoopprijs per eenheid ƒ variabele kosten per eenheid ƒ 12 vaste kosten per periode ƒ 000 De vaste kosten worden verondersteld betrekking te hebben op de produktie. Indien de produktie niet gelijk is aan de verkoop, kan voor elke afzet en produktie het verkoop- respectievelijk bezettingsresultaat worden bepaald. Ook kan voor een gegeven afzet (produktie) de produktie (afzet) worden bepaald waarbij de winst nihil is. Stel de produktie is 4 0 eenheden. Het bezettingsresultaat bedraagt dan (4 0 / ) ƒ 5 = ƒ nadeel. Het verkoopresultaat moet ƒ voordelig zijn om een winst te realiseren van ƒ 0. Dit resulteert in het volgende: ƒ = A (ƒ -/- ƒ 17) A = Dus bij een (break even) produktie van 4 0 eenheden en een (break even) verkoop van eenheden, behoort een winst van ƒ 0. Dit is tevens af te lezen uit figuur 3.11 en 3.12, waarbij op de horizontale as voor de eenheden afzonderlijk verkoop en produktie moet worden genomen. Stel de afzet is eenheden. Het verkoopresultaat bedraagt x (ƒ / ƒ 17) = ƒ Om winst noch verlies te maken moet het bezettingsresultaat dan ƒ nadelig zijn. Dit resulteert in het volgende: ƒ = (A / 8 000) ƒ 5 A = 2 0 Dus bij een (break even)afzet van eenheden en een (break even)produktie van 2 0 eenheden, behoort een winst van ƒ 0. Dit is wederom te herleiden uit figuur 3.11 en VII.2.2-

21 3.3. profit/volume chart bij direct costing onder onzekerheid Indien er geen volledige zekerheid is met betrekking tot alle data, moet worden gewerkt met waarschijnlijkheden. We veronderstellen hier onzekerheid met betrekking tot de afzet. Deze kan alle mogelijke waarden aannemen (continue verdeling in plaats van een discrete verdeling). De afzet is normaal verdeeld. Er wordt gewerkt met een maatstaf voor de verwachting van de afzet (E) en een maatstaf voor de spreiding van de afzet (standaardafwijking σ) (zie voor verdere achtergrondinformatie Bulte (1993) en de bijdrage van drs. A. Buys in dit handboek, IV.9.2 Beslissen met kansrekening). Voorbeeld: produktie-onderneming met één produkt (produktie gelijk aan verkoop) Er wordt uitgegaan van de volgende gegevens: E (afzet en produktie) = eenheden σ (afzet en produktie) = 0 eenheden verkoopprijs per eenheid ƒ variabele kosten per eenheid ƒ 12 vaste kosten per periode ƒ 000 Stel we zijn geïnteresseerd in de kans (P) dat de winst groter is dan ƒ De daarbij behorende produktie en afzet bedraagt (ƒ ƒ 8 000) / (ƒ / ƒ 12) = eenheden. De afzet die normaal verdeeld is met verwachtingswaarde E en standaardafwijking σ wordt daartoe omgevormd tot de standaardnormale Z-verdeling met verwachtingswaarde 0 en standaardafwijking 1. De bij een bepaalde Z-waarde behorende cumulatieve kans is af te lezen uit tabel 2 in bijlage 1 op pag VII P ( A > 6 000) = P ( Z > (6 000 / 7 000)/0) = P ( Z > 1,25) = P ( Z < 1,25) = 0,89435 = 89,4% Dus de kans dat de winst groter is dan ƒ bedraagt 89,4%. Dit is weergegeven in figuur Het bovenste gedeelte van figuur 3.13 is identiek aan figuur 3.3. Onder dit gedeelte is de tekening van de cumulatieve standaard-normale verdeling toegevoegd, gebaseerd op een normaal verdeelde afzet met een verwachtingswaarde van stuks en een standaardafwijking van Praktijkboek Financieel Management afl. 22 (maart 1994) VII

22 0 stuks. Tevens is in de tekening van de Z-verdeling aangeven wat de kans is op een afzet van stuks of hoger, namelijk 89,4%. Zoals in de berekening is aangetoond, moet bij het opzoeken van deze kans in de tabel gebruik worden gemaakt van positieve Z-waarden met kleinerdan cumulatie. 100 winst eenheden ( 1 000) 100 cumulatieve standaardnormale verdeling -1,25 0 E(z) 89,4% Z Figuur Profit/volume chart VII

23 4. Beoordeling Gegeven de beperkingen zoals die uitgebreid zijn behandeld in paragraaf 2, die aan de cost/volume/profit analyse en de grafische weergave daarvan zijn verbonden, kan het een nuttig hulpmiddel zijn bij het in kaart brengen van consequenties van beslissingen van het management op korte termijn. Het in één oogopslag te onderkennen verband tussen een aantal grootheden en het volume respectievelijk de omzet is het grote voordeel van onder andere de winstgrafiek (profit/volume chart). Vele getalsmatige berekeningen worden bij een grafische weergave vervangen door eenvoudige visuele relaties, die de inzichtelijkheid verhogen. 5. Literatuur - Bulte, J., J. Dijksma en R. v.d. Wal, Management Accounting, Wolters-Noordhoff, Groningen, Deakin, E. and M. Maher, Cost Accounting, Irwin, Homewood, Boston, Drury, C., Management and Cost Accounting, Chapman & Hall, London, Glasgow, New York, Tokyo, Melbourne, Madras, Encyclopedie van de Bedrijfseconomie, Kluwer, Deventer/Antwerpen, Morse & Roth, Cost Accounting, Addison-Wesley publishing company, Reading, Massachusets, San Juan, Wallenburg, M., Kosten- en opbrengstencalculaties, Samsom, Alphen aan den Rijn/Brussel, Wilson, R. and W. Fong Chua, Managerial Accounting, Chapman & Hall, London, Glasgow, New York, Tokyo, Melbourne, Madras, Praktijkboek Financieel Management afl. 22 (maart 1994) VII

24 Bijlage Tabel 2. Cumulatieve standaard-normale verdeling VII

VII.1.14 Standaardkostprijscalculatie

VII.1.14 Standaardkostprijscalculatie VII.1.14 Standaardkostprijscalculatie Drs. T.P.M. Welten* Een organisatie wordt dagelijks geconfronteerd met structurele en incidentele gebeurtenissen. Deze gebeurtenissen hebben uiteraard ook invloed

Nadere informatie

Direct costing en break even analyse

Direct costing en break even analyse 6 hoofdstuk Direct costing en breakevenanalyse 6.1 D 6.2 B 6.3 A 6.4 D 6.5 D 6.6 C 6.7 B 6.8 A 6.9 C 6.10 B 6.11 B 1.440.000 / 4.800 = 300 6.12 A 4.800 700 1.440.000 1.000.000 = 920.000 6.13 C 1.000.000

Nadere informatie

Voorraadwaardering. Fabricagekosten: = = 25 => fabricage kostprijs

Voorraadwaardering. Fabricagekosten: = = 25 => fabricage kostprijs Les 1 2 methoden van kostprijsberekening I (AC) absorption costing => integrale methode, zowel variabele- als vaste kosten worden meegenomen C + V N W II (DC) Variabele kostprijsmethode => direct costing,

Nadere informatie

Break-even analyse C2020 1. Ir. drs. M. M. J. Latten

Break-even analyse C2020 1. Ir. drs. M. M. J. Latten Break-even analyse C2020 1 Break-even analyse Ir. drs. M. M. J. Latten 1. Inleiding C2020 3 2. Principe C2020 3 2.1. Analytisch C2020 3 2.2. Grafisch C2020 4 3. Realiteitsgehalte C2020 6 3.1. Aannames

Nadere informatie

VII.1.7 Kostencalculatie voor het handelsbedrijf

VII.1.7 Kostencalculatie voor het handelsbedrijf VII.1.7 Kostencalculatie voor het handelsbedrijf Drs. T.P.M. Welten* De kostencalculatie van een handelsonderneming is, als onderdeel van de niet-industriële sector, eenvoudiger dan die van een bedrijf

Nadere informatie

Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. PDB KOSTENCALCULATIE 4 OEFENEXAMEN 3 Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Het aantal te behalen punten is 38. Bij elke vraag staat aangegeven

Nadere informatie

Bedrijfseconomie samenvatting H1 Les 1

Bedrijfseconomie samenvatting H1 Les 1 Bedrijfseconomie samenvatting H1 Les 1 Onderwerp Integrale kostprijsmethode variabele kostencalculatie BEP Literatuur Bestuderen 6.1 t/m 6.5 BEP bij 1 product Maken opg. 6.8 en 6.11 theorie verkooplenanalyse

Nadere informatie

2 Constante en variabele kosten

2 Constante en variabele kosten 2 Constante en variabele kosten 2.1 Inleiding Bij het starten van een nieuw bedrijf zal de ondernemer zich onder andere de vraag stellen welke capaciteit zijn bedrijf moet hebben. Zal hij een productie/omzet

Nadere informatie

De break-evenanalyse. De break-evenanalyse De veiligheidsmarge Het indifferentiepunt Differentiële kosten

De break-evenanalyse. De break-evenanalyse De veiligheidsmarge Het indifferentiepunt Differentiële kosten De break-evenanalyse De veiligheidsmarge Het indifferentiepunt Differentiële kosten 1 Break-evenanalyse Bij het break-evenpunt zijn de totale opbrengsten gelijk aan de totale kosten. Met andere woorden

Nadere informatie

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 ANTWOORDEN

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 6 ANTWOORDEN Opgave 1 Jansen heeft een maakt en verkoopt product P11. De verkoopprijs van het product is 60 exclusief btw. De inkoopprijs van het product is 28. De overige variabele kosten

Nadere informatie

Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. PDB kostencalculatie 4 Oefenexamen 2 Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Het aantal te behalen punten is 38. Bij elke vraag staat aangegeven

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9 HOOFDSTUK 9 Opgave 1 a. Bereken de fabricagekostprijs van één product. Constante deel van het tarief: 500.000 2.500.000 = 0,20 Variabele deel van het tarief: 10 10 = 1 Totale fabricagekostprijs: 0,20 +

Nadere informatie

Cost & Managementaccounting. Vrijdag 24 juni uur

Cost & Managementaccounting. Vrijdag 24 juni uur SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel Cost & Managementaccounting Vrijdag 24 juni 2016 09.00 11.00 uur Indien een kandidaat tot eenzelfde antwoord komt als opgenomen in dit correctiemodel, maar daarbij

Nadere informatie

1.9.2 Verschil tussen direct costing en integrale kostencalculatie

1.9.2 Verschil tussen direct costing en integrale kostencalculatie 1.9 Direct costing 1.9.1 Direct costing en variabele-kostencalaculatie Direct costing (D.C.) of wel variabele kostencalculatie is de methode van kostencalculatie waarbij alleen de variabele kosten als

Nadere informatie

Let bij de correctie op doorwerkfouten! SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel COST & MANAGEMENTACCOUNTING VRIJDAG 24 JUNI

Let bij de correctie op doorwerkfouten! SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel COST & MANAGEMENTACCOUNTING VRIJDAG 24 JUNI SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel COST & MANAGEMENTACCOUNTING VRIJDAG 24 JUNI 2016 09.00 11.00 UUR Indien een kandidaat tot eenzelfde antwoord komt als opgenomen in dit correctiemodel, maar daarbij

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 HOOFDSTUK 5 Opgave 1 a. Wat is het belangrijkste kenmerk van constante kosten? Constante kosten zijn niet gevoelig voor een toename of afname van de bedrijfsdrukte. Zolang dit binnen bepaalde grenzen valt.

Nadere informatie

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 UITWERKINGEN

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 6 UITWERKINGEN Opgave 1 Jansen heeft een maakt en verkoopt product P11. De verkoopprijs van het product is 60 exclusief btw. De inkoopprijs van het product is 28. De overige variabele

Nadere informatie

Opgave 9.5 Variabele kosten per stuk: / = 3,75 Totale variabele kosten bij eenheden: ,75 =

Opgave 9.5 Variabele kosten per stuk: / = 3,75 Totale variabele kosten bij eenheden: ,75 = Opgave 9.1 Normale productie is: 70% 12.000 = 8.400 eenheden Overbezetting is: 10.800-8.400 = 2.400 eenheden Opgave 9.2 a. Onderbezetting bij productie: 20.000-18.000 = 2.000 eenheden b. Onderbezetting

Nadere informatie

BREAK EVEN ANALYSE. Break-even wil zeggen dat er noch winst noch verlies is.

BREAK EVEN ANALYSE. Break-even wil zeggen dat er noch winst noch verlies is. BREAK EVEN ANALYSE Break-even wil zeggen dat er noch winst noch verlies is. 1. BREAK EVEN GRAFIEK GEGEVENS Ik verkoop bloemen aan 1,00 per stuk. Ik koop deze bloemen aan voor 0,50 per stuk. Mijn vaste

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel COST- & MANAGEMENTACCOUNTING DONDERDAG 15 DECEMBER :00 11:00 UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel COST- & MANAGEMENTACCOUNTING DONDERDAG 15 DECEMBER :00 11:00 UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel COST- & MANAGEMENTACCOUNTING DONDERDAG 15 DECEMBER 2016 9:00 11:00 UUR SPD Bedrijfsadministratie Cost- & Managementaccounting Donderdag 15 december 2016 B / 7 2016

Nadere informatie

1 Kostprijsberekening en bezettingsresultaat

1 Kostprijsberekening en bezettingsresultaat 1 Kostprijsberekening en bezettingsresultaat 1.1 Inleiding In het Basisboek Bedrijfseconomie heb je al veel geleerd over hoe de prijs van een product tot stand komt. De eerste hoofdstukken in dat boek

Nadere informatie

Antwoorden hoofdstuk 14

Antwoorden hoofdstuk 14 Antwoorden hoofdstuk 14 Opgave 14.1 35.000 x 27 = 945.000 Variabele kosten: 35.000 x 12 = 420.000 Dekkingsbijdrage: 525.000 Constante kosten: 420.000 Winst: 105.000 Opgave 14.2 28.500 x 35 = 997.500 Variabele

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN OEFENEXAMEN 1 ASSOCIATIE MBA-KC

UITWERKINGEN OPGAVEN OEFENEXAMEN 1 ASSOCIATIE MBA-KC UITWERKINGEN OPGAVEN OEFENEXAMEN 1 ASSOCIATIE MBA-KC Opgave 1 Antwoord A Economische voorraad is: Voorinkopen + aanwezige voorraad voorverkopen Antwoord A = Economische voorraad plus voorverkopen voorinkopen

Nadere informatie

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn. SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave COST & MANAGEMENTACCOUNTING VRIJDAG 19 JUNI 2015 9.00-11.00 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer

Nadere informatie

Het tentamen dien je te maken op het uitwerkingenpapier. Je doet dit als volgt!!

Het tentamen dien je te maken op het uitwerkingenpapier. Je doet dit als volgt!! Toelichting Voor dit tentamen heb je ontvangen: 1. Een opgavenboekje 2. Uitwerkingenpapier. Het tentamen dien je te maken op het uitwerkingenpapier. Je doet dit als volgt!! 1. Je start iedere opgave op

Nadere informatie

Bij het na-calculatorische budget bepalen we achteraf wat de kosten hadden mogen zijn op basis van de werkelijke productie/afzet.

Bij het na-calculatorische budget bepalen we achteraf wat de kosten hadden mogen zijn op basis van de werkelijke productie/afzet. www.jooplengkeek.nl Nacalculatie bij homogene productie Berekening van het bedrijfsresultaat Bij het na-calculatorische budget bepalen we achteraf wat de kosten hadden mogen zijn op basis van de werkelijke

Nadere informatie

Break-evenanalyse Het break-evenpunt is de afzet waarbij geen winst maar ook geen verlies wordt gemaakt.

Break-evenanalyse Het break-evenpunt is de afzet waarbij geen winst maar ook geen verlies wordt gemaakt. www.jooplengkeek.nl Break-evenanalyse Het break-evenpunt is de afzet waarbij geen winst maar ook geen verlies wordt gemaakt. De omzet is dus gelijk aan de kosten. Om het break-evenpunt te berekenen gaan

Nadere informatie

Oefeningen Producentengedrag

Oefeningen Producentengedrag Oefeningen Producentengedrag Oefening 1: Bij een productie van 10.000 eenheden bedragen de totale kosten van een bedrijf 90.000 EUR. Bij een productie van 12.500 bedragen de totale kosten 96.000 EUR. De

Nadere informatie

Break-evenanalyse Creatieve bedrijfsuitjes

Break-evenanalyse Creatieve bedrijfsuitjes opgave 1 Creatieve bedrijfsuitjes Gegeven Budget 100 per persoon Materiaalkosten 500 Vervoerskosten 400 Personeelskosten 600 Variabele kosten 40 per persoon Verwachte aantal deelnemers 35 Wat is het minimale

Nadere informatie

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn. SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave COST & MANAGEMENTACCOUNTING DINSDAG 15 DECEMBER 2015 09.00 11.00 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer

Nadere informatie

Financieel Administratief Praktijkdiploma Boekhouden (PDB) Kostprijscalculatie (KP) Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens

Financieel Administratief Praktijkdiploma Boekhouden (PDB) Kostprijscalculatie (KP) Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens Eamenlijn Diploma Module Niveau MBO 4 Positionering Versie 1.2 Financieel Administratief Praktijkdiploma Boekhouden (PDB) Kostprijscalculatie (KP) Geldig vanaf 01-01-2013 Vastgesteld op 13 juli 2011 Vastgesteld

Nadere informatie

Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Het examen bestaat uit 3 opgaven en omvat 20 vragen.

Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Het examen bestaat uit 3 opgaven en omvat 20 vragen. SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave COST & MANAGEMENTACCOUNTING VRIJDAG 24 JUNI 2016 09.00 11.00 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Het examen

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A1-2 havo 2007-II

Eindexamen wiskunde A1-2 havo 2007-II Eindexamen wiskunde A- havo 007-II Beoordelingsmodel Sprintsnelheid maximumscore 4 De toenamen zijn achtereenvolgens 37,5 ; 0,5 ; 3,0 ; 3,5 ; 3,5 De staven zijn getekend bij 0, 40, 60, 80 en 00 meter Er

Nadere informatie

VEILIGHEIDSVOORRADEN BEREKENEN

VEILIGHEIDSVOORRADEN BEREKENEN VEILIGHEIDSVOORRADEN BEREKENEN 4 Soorten berekeningen 12 AUGUSTUS 2013 IR. PAUL DURLINGER Durlinger Consultancy Management Summary In dit paper worden vier methoden behandeld om veiligheidsvoorraden te

Nadere informatie

2 Constante en variabele kosten

2 Constante en variabele kosten 2 Constante en variabele kosten Opgaven paragraaf 2.2 en 2.3 Opgave 1 Van een onderneming zijn de volgende gegevens bekend: constante kosten 600.000, normale productie 40.000 stuks werkelijke productie

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9 HOOFDSTUK 9 Opgave 1 a. Wat wordt bij de break-evenanalyse berekend? Hier wordt de afzet of omzet berekend wanneer geen sprake is van winst of verlies. b. Wat is de break-evenafzet? Dit is de afzet waarbij

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10 UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10 Opgave 1 Onderneming De groene wand maakt geluidswallen waarin beplanting is opgenomen. Voor 2020 is de volgende begroting samengesteld. Constante fabricagekosten 450.000

Nadere informatie

Uitwerkingen Mei Eindexamen VWO Wiskunde A. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

Uitwerkingen Mei Eindexamen VWO Wiskunde A. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Uitwerkingen Mei 2012 Eindexamen VWO Wiskunde A Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Schroefas Opgave 1. In de figuur trekken we een lijn tussen 2600 tpm op de linkerschaal en

Nadere informatie

d. Contributiemarge: 160 ( 295 -/ /- 66) = Constante kosten /- Bedrijfsresultaat bij direct costing

d. Contributiemarge: 160 ( 295 -/ /- 66) = Constante kosten /- Bedrijfsresultaat bij direct costing PDB Kostencalculatie Uitwerkingen hoofdstuk 7 Opgave 7.1 a. Voorraad tuinbeelden Cupido op 1 oktober: 20 + 225 -/- 160 = 85 stuks b. Proportioneel variabele inkoopkosten 135 Proportioneel variabele verkoopkosten

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Eenmanszaak deel 2

Samenvatting Management & Organisatie Eenmanszaak deel 2 Samenvatting Management & Organisatie Eenmanszaak deel 2 Samenvatting door een scholier 1707 woorden 15 januari 2013 5,2 12 keer beoordeeld Vak M&O M&O: Eenmanszaak deel 2 Hoofdstuk 1: Niet-productie onderneming:

Nadere informatie

ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9 ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9 Opgave 1 a. Wat wordt bij de break-evenanalyse berekend? Hier wordt de afzet of omzet berekend wanneer geen sprake is van winst of verlies. b. Wat is de break-evenafzet?

Nadere informatie

Dit examen bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad en bestaat uit 3 opgaven met in totaal 18 vragen.

Dit examen bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad en bestaat uit 3 opgaven met in totaal 18 vragen. SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave COST & MANAGEMENTACCOUNTING DONDERDAG 15 DECEMBER 2016 9:00 11:00 UUR Belangrijke informatie Dit examen bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad en bestaat

Nadere informatie

De kostprijs en capaciteiten. De normale en werkelijke bezetting De integrale kostprijs Bezettingsresultaten Capaciteiten

De kostprijs en capaciteiten. De normale en werkelijke bezetting De integrale kostprijs Bezettingsresultaten Capaciteiten De kostprijs en capaciteiten De normale en werkelijke bezetting De integrale kostprijs Bezettingsresultaten Capaciteiten 1 De kostprijs Kostprijs Constante of vaste kosten: Kosten die in een bepaalde periode

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel COST & MANAGEMENTACCOUNTING DINSDAG 15 DECEMBER UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel COST & MANAGEMENTACCOUNTING DINSDAG 15 DECEMBER UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel COST & MANAGEMENTACCOUNTING DINSDAG 15 DECEMBER 2015 09.00 11.00 UUR Indien een kandidaat tot eenzelfde antwoord komt als opgenomen in dit correctiemodel maar waarbij

Nadere informatie

ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10

ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10 ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10 Opgave 1 Onderneming De groene wand maakt geluidswallen waarin beplanting is opgenomen. Voor 2020 is de volgende begroting samengesteld. Constante fabricagekosten 450.000

Nadere informatie

Opgave 2 a. Met welke formule berekenen we de integrale kostprijs? b. Hoe noemen we integrale kostprijsberekening ook wel?

Opgave 2 a. Met welke formule berekenen we de integrale kostprijs? b. Hoe noemen we integrale kostprijsberekening ook wel? Opgaven paragraaf 1.9.1 en 1.9.2 a. Wat wordt verstaan onder direct costing? b. Hoe wordt direct costing ook wel genoemd? c. Wat is de essentie waarom een onderneming kiest voor direct costing? a. Met

Nadere informatie

Voorbeeldexamen bij het werkcollege van Management Accounting & Controle

Voorbeeldexamen bij het werkcollege van Management Accounting & Controle Voorbeeldexamen bij het werkcollege van Management Accounting & Controle Faculteit Toegepaste Economische Wetenschappen Universiteit Antwerpen 19 november 2009 1. Massaproductie met afgekeurde producten

Nadere informatie

Een groot Assortiment kost geld?!

Een groot Assortiment kost geld?! Een groot Assortiment kost geld?! Een 1-stappen plan voor Managers Ir. Paul P.J. Durlinger 28-12-212 / WP.5.212 / Versie 1. . Inleiding Wat betekent een groot assortiment voor de winstgevendheid van uw

Nadere informatie

========================= OEF 1 =============================

========================= OEF 1 ============================= ========================= OEF 1 ============================= Mevrouw Janssen heeft een bedrijf en verkoopt koffietassen met opdruk via haar webwinkel. Haar constante kosten bedragen 25.000, haar variabele

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Management accounting: plaatsbepaling en ontwikkeling

Hoofdstuk 1 Management accounting: plaatsbepaling en ontwikkeling Hoofdstuk 1 Management accounting: plaatsbepaling en ontwikkeling Meerkeuzevraag 1.8 Eigen vermogen 31 december 220.000 Eigen vermogen 1 januari 250.000 -- Vermogenstoename 30.000 Onttrekkingen 70.000

Nadere informatie

Handleiding BreakEven Calculator Door Thomas Vulsma

Handleiding BreakEven Calculator Door Thomas Vulsma Handleiding BreakEven Calculator Door Thomas Vulsma Introductie Deze handleiding geeft een korte inleiding tot de werking en het gebruik van de BreakEven Calculator. Met een paar simpele stappen leert

Nadere informatie

M&O VWO 2011/2012. www.lyceo.nl

M&O VWO 2011/2012. www.lyceo.nl Hoofdstuk 2: Prijsberekening i M&O VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Overzicht H2: Prijsberekening Management & Organisatie Centraal Examen (CE) 1. Rechtsvormen 2. Prijsberekening 3. Resultaten 4. Balans 5. Liquiditeitsbegroting

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10 Opgave 1 a. Bereken het begrote bedrijfsresultaat. Verwachte bedrijfsresultaat Omzet 170 12.000 2.040.000 Variabelekosten 75 12.000 900.000 Constante kosten 550.000 + 1.450.000 - Verwachte

Nadere informatie

Bedrijfseconomische aspecten van de industriële onderneming

Bedrijfseconomische aspecten van de industriële onderneming Bedrijfseconomische aspecten van de industriële onderneming Bedrijfseconomische aspecten van de industriële onderneming P. H. C. Hintzen Brinkman Uitgeverij Amsterdam 2011 Omslagontwerp: Proforma Barcelona

Nadere informatie

De kostprijs en capaciteiten. De normale en werkelijke bezetting De integrale kostprijs Bezettingsresultaten Capaciteiten. dinsdag 14 juni 2016

De kostprijs en capaciteiten. De normale en werkelijke bezetting De integrale kostprijs Bezettingsresultaten Capaciteiten. dinsdag 14 juni 2016 De kostprijs en capaciteiten De normale en werkelijke bezetting De integrale kostprijs Bezettingsresultaten Capaciteiten 1 De kostprijs Kostprijs Constante of vaste kosten: Kosten die in een bepaalde periode

Nadere informatie

Extra opgaven hoofdstuk 11

Extra opgaven hoofdstuk 11 Extra opgaven hoofdstuk Opgave Van een landbouwbedrijf zijn de input- en outputrelaties in onderstaande tabel weergegeven. We veronderstellen dat alleen de productiefactor arbeid varieert. Verder is gegeven

Nadere informatie

Hoofdstuk 25, 30 en 31

Hoofdstuk 25, 30 en 31 V5 M&O Samenvatting SE2 Hoofdstuk 25, 30 en 31 1 Hoofdstuk 25 Breakeven analyse Variabele kosten zijn afhankelijk van de productie/afzet. Proportioneel variabele kosten stijgen in dezelfde mate als de

Nadere informatie

VIII.3.5 Bracket-budgettering

VIII.3.5 Bracket-budgettering VIII.3.5 Bracket-budgettering Drs. T.P.M. Welten* Budgettering als managementinstrument dat door middel van een taakstellende begroting bevoegdheden en verantwoordelijkheden delegeert naar personen in

Nadere informatie

Oefeningen op monopolie

Oefeningen op monopolie Oefeningen op monopolie Oefening : De NV Imolex brengt als enige onderneming het product Mico op de markt. Met de op korte termijn gegeven productiecapaciteit kunnen maximaal 5.000 eenheden per maand worden

Nadere informatie

Examen PC 2 Accounting 1

Examen PC 2 Accounting 1 Examen PC 2 Accounting 1 Instructieblad Examen : Professional Controller 2 leergang 11 Vak : Accounting 1 Datum : 18 december 2014 Tijd : 12.00 13.30 uur Deze aanwijzingen goed lezen voor u met uw examen

Nadere informatie

1 De bepaling van de optimale productiegrootte

1 De bepaling van de optimale productiegrootte 1 De bepaling van de optimale productiegrootte Voor wat zorgen de bedrijven en welk probleem treed zich op? De bedrijven zorgen voor het produceren van goederen en diensten. Er treed een keuzeprobleem

Nadere informatie

DE EENMANSZAAK DEEL 2 VWO SAMENVATTING. Jannes Timmers. De Eenmanszaak deel 2 VWO

DE EENMANSZAAK DEEL 2 VWO SAMENVATTING. Jannes Timmers. De Eenmanszaak deel 2 VWO De Eenmanszaak deel 2 VWO DE EENMANSZAAK DEEL 2 VWO SAMENVATTING Jannes Timmers Copyright Jannes Timmers 2015 Niets uit deze samenvatting mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt op een

Nadere informatie

Fabricage kosten Grondstoffen Machinekosten Loon productiepersoneel Hulpafdelingen (onderhoud/magazijn) Deze kosten zijn samen de fabricagekostprijs

Fabricage kosten Grondstoffen Machinekosten Loon productiepersoneel Hulpafdelingen (onderhoud/magazijn) Deze kosten zijn samen de fabricagekostprijs www.jooplengkeek.nl Voorcalculatie Fabricage kosten Grondstoffen Machinekosten Loon productiepersoneel Hulpafdelingen (onderhoud/magazijn) Deze kosten zijn samen de fabricagekostprijs Verkoop kosten Reclamekosten

Nadere informatie

Reader Bedrijfseconomische berekeningen

Reader Bedrijfseconomische berekeningen Reader Bedrijfseconomische berekeningen Reader Bedrijfseconomische berekeningen Peter H. C. Hintzen isbn 978 90 5752 290 1 2015 Uitgeverij Edu Actief b.v. Gehele of gedeeltelijke overneming of reproductie

Nadere informatie

Voorbeeldexamen Management Controle

Voorbeeldexamen Management Controle Voorbeeldexamen Management Controle VRAAG 1 Verklaar volgende termen (maximaal 3 regels per term) - Doelcongruentie - Productclassificatie - MBO - Profit sharing - Indirecte CF statement VRAAG 2 Leg uit

Nadere informatie

PDB. Antwoordenboek. berekeningen. Financiële administratie & Kostprijscalculatie

PDB. Antwoordenboek. berekeningen. Financiële administratie & Kostprijscalculatie PDB Financiële administratie & Kostprijscalculatie berekeningen PDB Financiële administratie & Kostprijscalculatie berekeningen drs. H.H. Hamers drs. W.J.M. de Reuver Dit antwoordenboek behoort bij het

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Eenmanszaak deel 2

Samenvatting Management & Organisatie Eenmanszaak deel 2 Samenvatting Management & Organisatie Eenmanszaak deel 2 Samenvatting door Antje 2821 woorden 17 januari 2015 6,7 17 keer beoordeeld Vak M&O M&O Eenmanszaak deel 2 1. De functionele kostenindeling 1.1.Inleiding

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8 UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8 Opgave 1 a. Wat is het belangrijkste kenmerk van constante kosten? Constante kosten zijn niet gevoelig voor een toename of afname van de bedrijfsdrukte. Zolang dit binnen

Nadere informatie

OEFENOPGAVEN LESBRIEF INDUSTRIE

OEFENOPGAVEN LESBRIEF INDUSTRIE OEFENOPGAVEN LESBRIEF INDUSTRIE 6 VWO Opgave 1. De onderneming Haakma BV heeft voor 2005 de volgende voorcalculatie met betrekking tot de toegestane kosten opgesteld. De constante fabricagekosten bestaan

Nadere informatie

Opgave 6.2. PDB Kostencalculatie Uitwerkingen hoofdstuk 6. Opgave 6.1

Opgave 6.2. PDB Kostencalculatie Uitwerkingen hoofdstuk 6. Opgave 6.1 PDB Kostencalculatie Uitwerkingen hoofdstuk 6 Opgave 6.1 a. C/N = 80.000 / 20.000 = 4 V/B = 189.000 / 18.000 = 10,50 + Fabricagekostprijs 14,50 b. Fabricagekostprijs 14,50 C/N = 30.000 / 20.000 = 1,50

Nadere informatie

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën. Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag voor leerlingen van het vak M&O havo, tweede tijdvak (2018). In dit examenverslag proberen we een zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende

Nadere informatie

EXAMENPROGRAMMA. Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Examen Cost & Management Accounting niveau 6 Niveau

EXAMENPROGRAMMA. Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Examen Cost & Management Accounting niveau 6 Niveau EXAMENPROGRAMMA Diplomalijn(en) Financieel-Administratief Diploma('s) Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Eamen Cost & Management Accounting niveau 6 Niveau Vergelijkbaar met hbo Versie

Nadere informatie

Vijf oefenopgaven bij de voorbereiding op toets 1, h5 ec12. 1 van 5

Vijf oefenopgaven bij de voorbereiding op toets 1, h5 ec12. 1 van 5 ijf oefenopgaven bij de voorbereiding op toets 1, h5 ec12. 1 van 5 Opgave 1 Gegevens: q a = 0,6p ; q a : aanbod tarwe van boeren in de EU q v = -0,1p + 40; q v : vraag naar tarwe binnen de EU (q: hoeveelheid

Nadere informatie

Samenvatting M&O De eenmanszaak deel 2

Samenvatting M&O De eenmanszaak deel 2 Samenvatting M&O De eenmanszaak deel 2 Samenvatting door H. 663 woorden 19 maart 2016 3 7 keer beoordeeld Vak M&O Hoofdstuk 1 Categoriale Kostenindeling Functionele kostenindeling De functionele kostenindeling.

Nadere informatie

Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap

Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap 1 Rekenen met procenten, basispunten en procentpunten... 1 2 Werken met indexcijfers... 3 3 Grafieken maken en lezen... 5 4a Tweedegraads functie: de parabool...

Nadere informatie

Product 1 Misconceptie Opbrengst = Winst

Product 1 Misconceptie Opbrengst = Winst Product 1 Misconceptie Opbrengst = Winst Vakdidactiek Algemene Economie, Masters jaar 2 In opdracht van: dhr. Peter Voorend Instituut: Hogeschool van Amsterdam Gemaakt door: Natasha Pers Naam docent: Vak:

Nadere informatie

LESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3

LESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3 LESBRIEF VERVOER havo 4 blok 3 Inhoud Met de taxi of met de fiets (kosten, opbrengsten, winst, mo, mk) Verzekeren tegen risico (verzekeren) De lucht in (vraag, aanbod, surplus) Het beroepsgoederenvervoer

Nadere informatie

Onderzoeksvraag 3 Wat is de optimale productiegrootte op korte termijn?

Onderzoeksvraag 3 Wat is de optimale productiegrootte op korte termijn? Onderzoeksvraag 3 Wat is de optimale productiegrootte op korte termijn? 1 Intro Een onderneming produceert 3 000 eenheden van haar product en maakt daarbij 27 500 euro kosten. De variabele kosten verlopen

Nadere informatie

Proefschoolexamen Management & Organisatie 5 vwo. Hoofdstuk 17 tot en met 28. Normering. Aantal punten x 9 + 1 = cijfer 63

Proefschoolexamen Management & Organisatie 5 vwo. Hoofdstuk 17 tot en met 28. Normering. Aantal punten x 9 + 1 = cijfer 63 Proefschoolexamen Management & Organisatie 5 vwo Hoofdstuk 17 tot en met 28 Normering Opgave 1 Opgave 1 Opgave 2 Opgave 4 Opgave 5 Opgave 6 Opgave 7 1: 2 punten 1: 2 punten a: 2 punten 1: 3 punten 1: 2

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel COST EN MANAGEMENTACCOUNTING DINSDAG 3 MAART UUR 13:45 UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel COST EN MANAGEMENTACCOUNTING DINSDAG 3 MAART UUR 13:45 UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel COST EN MANAGEMENTACCOUNTING DINSDAG 3 MAART 2015 11.45 UUR 13:45 UUR SPD Bedrijfsadministratie Cost en managementaccounting Dinsdag 3 maart 2015 B / 11 Opgave

Nadere informatie

Omschrijf wat er verstaan wordt onder proportioneel variabele kosten.

Omschrijf wat er verstaan wordt onder proportioneel variabele kosten. 1 M1 Oefententamen 2 OPGV 1 Halstra V is een onderneming die onderdelen produceert voor de auto industrie. Halstra heeft zich sterk gespecialiseerd op een bepaald type onderdeel en daarom kan worden gesteld

Nadere informatie

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Kostencalculatie niveau 4 Examenopgaven Belangrijke informatie Dit voorbeeldexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Dit voorbeeldexamen bestaat

Nadere informatie

Het programma van vandaag

Het programma van vandaag kostprijs Het programma van vandaag De normale en werkelijke bezetting De integrale kostprijs Bezettingsresultaten De differentiële kostprijs De opslagmethode 1 De kostprijs Kostprijs Constante of vaste

Nadere informatie

Bij deze opgave horen de informatiebronnen 6 tot en met 8.

Bij deze opgave horen de informatiebronnen 6 tot en met 8. Opgave 5 Bij deze opgave horen de informatiebronnen 6 tot en met 8. De brood- en banketbranche gaat al enkele jaren gebukt onder tegenvallende verkopen. Bovendien hebben de bakkers te maken met stijgende

Nadere informatie

verkoopprijs (laagseizoen)(reisbureau) consument commissie (9% van de verkoopprijs) verkoopprijs (touroperator) reisbureau (commissie 9%)

verkoopprijs (laagseizoen)(reisbureau) consument commissie (9% van de verkoopprijs) verkoopprijs (touroperator) reisbureau (commissie 9%) opgave 1 consument verkoopprijs (laagseizoen)(reisbureau) commissie (9% van de verkoopprijs) 600 54 reisbureau (commissie 9%) verkoopprijs (touroperator) 546 marge (touroperator) touroperator kostprijs

Nadere informatie

Beoordeling van investeringsvoorstellen

Beoordeling van investeringsvoorstellen Beoordeling van investeringsvoorstellen C2010 1 Beoordeling van investeringsvoorstellen Ir. drs. M. M. J. Latten 1. Inleiding C2010 3 2. De onderneming C2010 3 3. Investeringen G2010 3 4. Selectiecriteria

Nadere informatie

Kostencalculatie niveau 5 Correctiemodel voorbeeldexamen 2

Kostencalculatie niveau 5 Correctiemodel voorbeeldexamen 2 Kostencalculatie niveau 5 Correctiemodel voorbeeldexamen 2 2017 Nederlandse Associatie voor Examinering Kostencalculatie niveau 5 1 / 9 Vraag 1 Toetsterm 3.5 - Beheersingsniveau: B - Aantal punten: 1 Welke

Nadere informatie

Kostprijsberekening bij Micronic B.V. Traceable Sampling Solutions

Kostprijsberekening bij Micronic B.V. Traceable Sampling Solutions Kostprijsberekening bij Micronic B.V. Traceable Sampling Solutions Dit Bachelorverslag is als geheel vertrouwelijk aangemerkt door Dr. Ir. S.B.H. Morssinkhof als afstudeerbegeleider namens de Universiteit

Nadere informatie

2. Bepaal de omvang van de rationele overcapaciteit en splits deze uit naar de gebruikelijke oorzaken.

2. Bepaal de omvang van de rationele overcapaciteit en splits deze uit naar de gebruikelijke oorzaken. MA1 Oefententamen 4 Opgave 1 Energieleverancier ElNed NV wil een windmolenpark realiseren in het IJsselmeer. De productie van stroom is vooral afhankelijk van de windsterkte. ElNed wil jaarlijks 275 miljoen

Nadere informatie

Modulehandleiding Bedrijfseconomie 1.2. Collegejaar AC/adBE/BE/FSM Periode 2

Modulehandleiding Bedrijfseconomie 1.2. Collegejaar AC/adBE/BE/FSM Periode 2 Modulehandleiding Bedrijfseconomie 1.2 Collegejaar 2012-2013 AC/adBE/BE/FSM Periode 2 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 2 1. Algemene Informatie... 3 1.1. Doelgroep... 3 1.2. Instroomeisen... 3 1.3. Plaats

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel COST & MANAGEMENTACCOUNTING DINSDAG 6 OKTOBER UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel COST & MANAGEMENTACCOUNTING DINSDAG 6 OKTOBER UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel COST & MANAGEMENTACCOUNTING DINSDAG 6 OKTOBER 2015 11.45-13.45 UUR Indien een kandidaat tot eenzelfde antwoord komt als opgenomen in dit correctiemodel maar waarbij

Nadere informatie

PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden onderdeel Kostprijscalculatie

PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden onderdeel Kostprijscalculatie PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden onderdeel Kostprijscalculatie Beschikbare tijd 2 uur. Op de netheid van het werk zal worden gelet. Deze opgave is eigendom van de Examencommissie en dient, tezamen

Nadere informatie

3.1 De reis van een spijkerbroek. Willem-Jan van der Zanden

3.1 De reis van een spijkerbroek. Willem-Jan van der Zanden 3.1 De reis van een spijkerbroek 1 3.1 De reis van een spijkerbroek Bedrijfskolom = De weg die een product aflegt van grondstof tot eindproduct. Tussen elke schakel van de bedrijfskolom bevindt zich een

Nadere informatie

Opmerkingen vooraf aan het examen: Tenzij anders gemeld, hoeft u geen rekening te houden met btw.

Opmerkingen vooraf aan het examen: Tenzij anders gemeld, hoeft u geen rekening te houden met btw. SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave EXAMEN COST- EN MANAGEMENT ACCOUNTING DINSDAG 3 MAART 2015 11.45 UUR 13:45 UUR Belangrijke informatie Dit examen bestaat uit de volgende documenten: examenopgaven;

Nadere informatie

TI83-werkblad. Vergelijkingen bij de normale verdeling

TI83-werkblad. Vergelijkingen bij de normale verdeling TI83-werkblad Vergelijkingen bij de normale verdeling 1. Inleiding Een normale verdeling wordt bepaald door de constanten µ en σ. Dit blijkt uit het voorschrift van de verdelingsfunctie van de normale

Nadere informatie

Hoeveel vertrouwen heb ik in mijn onderzoek en conclusie? Les 1

Hoeveel vertrouwen heb ik in mijn onderzoek en conclusie? Les 1 Hoeveel vertrouwen heb ik in mijn onderzoek en conclusie? Les 1 1 Onderwerpen van de lessenserie: De Normale Verdeling Nul- en Alternatieve-hypothese ( - en -fout) Steekproeven Statistisch toetsen Grafisch

Nadere informatie

OVER OMZET, KOSTEN EN WINST

OVER OMZET, KOSTEN EN WINST OVER OMZET, KOSTEN EN WINST De Totale Winst (TW) van bedrijven vindt men door van de Totale Opbrengsten (TO), de Totale Kosten (TK) af te halen. Daarvoor moeten we eerst naar de opbrengstenkant van het

Nadere informatie

Financieel economisch management Examennummer: 11344 Datum: 21 november 2009 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Financieel economisch management Examennummer: 11344 Datum: 21 november 2009 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Financieel economisch management Examennummer: 11344 Datum: 21 november 2009 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Dit examen bestaat uit 5 pagina s. De opbouw van het examen is als volgt: - een case met 12 open

Nadere informatie

Extra opgaven hoofdstuk 12

Extra opgaven hoofdstuk 12 Extra opgaven hoofdstuk 12 Opgave 1 In dit hoofdstuk wordt gewerkt met een strakke definitie van het begrip marktvorm, waarna verschillende marktvormen zijn ingedeeld aan de hand van twee criteria. a.

Nadere informatie

Wiskunde D Online uitwerking 4 VWO blok 5 les 3

Wiskunde D Online uitwerking 4 VWO blok 5 les 3 Paragraaf 10 De standaard normale tabel Opgave 1 a Er geldt 20,1 16,6 = 3,5 C. Dit best wel een fors verschil, maar hoeft niet direct heel erg uitzonderlijk te zijn. b Er geldt 167 150 = 17. Dat valt buiten

Nadere informatie