PROVINCIERAAD VAN VLAAMS-BRABANT

Transcriptie

1 PROVINCIERAAD VAN VLAAMS-BRABANT Vergadering van 4 februari 2014 Voorzitterschap van mevrouw An HERMANS, voorzitter De vergadering wordt om uur geopend Verontschuldigingen De heer Lodewijk De Witte, provinciegouverneur; Mevrouw Lucia Dewolfs, de heer Manu Claes, de heer Koen Moeyersons, mevrouw Fatima Lamarti en de heer Erik Torbeyns, raadsleden, zijn verontschuldigd. Onderzoek van geloofsbrieven en eedaflegging Mevrouw de voorzitter zegt dat provincieraadslid mevrouw Rita Malfroy, overleden op 14 januari 2014, dient vervangen te worden in de provincieraad. Zij werd rechtstreeks verkozen op de N-VA-lijst in het district Halle. Mevrouw Kristien Van Vaerenbergh deed, in functie van haar mandaat als volksvertegenwoordiger, afstand van haar mandaat als provincieraadslid. Bijgevolg is de heer Johnny De Brabanter de opvolger in nuttige orde. Er werden daarnaast bij de provincieraad geen bezwaren ingediend inzake de verkiesbaarheidsvoorwaarden. Mevrouw de voorzitter zegt dat, om te kunnen overgaan tot de eedaflegging van de heer De Brabanter, eerst de geloofsbrieven dienen onderzocht te worden. Ze gaat over tot de samenstelling, bij loting, van de commissie die de geloofsbrieven zal onderzoeken. Deze commissie bestaat uit 5 raadleden uit het arrondissement Leuven: De heer Stephan Boogaerts, de heer Diederik Dunon, de heer Manu Claes, mevrouw Liselore Fuchs, en mevrouw Martine Janssens. Aangezien de heer Claes verontschuldigd is, wordt mevrouw Marie-Claire Loozen als vijfde lid van de commissie bij loting aangewezen. Mevrouw de voorzitter schorst de raad om uur om de verrichtingen i.v.m. het onderzoek van de geloofsbrieven mogelijk te maken. De raad wordt hervat om uur. De heer Boogaerts geeft, als voorzitter van de tijdelijke commissie, verslag van het onderzoek. Hij zegt dat de commissie heeft vastgesteld dat de heer Johnny De Brabanter, sedert 14 oktober 2012, niet opgehouden heeft de verkiesbaarheidsvoorwaarden, voorgeschreven door het decreet, te vervullen en dat er geen enkele onverenigbaarheid bestaat met het uitoefenen van het mandaat van provincieraadslid. De commissie stelt voor de heer Johnny De Brabanter te installeren in de hoedanigheid van provincieraadslid.

2 Mevrouw de voorzitter brengt de conclusies van het onderzoek in stemming. Het verslag van de onderzoekscommissie voor het arrondissement Leuven en de geloofsbrieven van het betrokken nieuw verkozen provincieraadslid, worden bij hoofdelijke stemming eenparig aangenomen met 62 stemmen, zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. Mevrouw de voorzitter gaat over tot de eedaflegging van de heer De Brabanter. De heer De Brabanter legt zijn eed als provincieraadslid voor de N-VA-fractie af en neemt zijn plaats in als provincieraadslid voor de N-VA-fractie. Mededelingen Mevrouw de voorzitter deelt mee dat bij brief van 24 januari 2014 een antwoord werd verstrekt op de schriftelijke vraag van de heer Johan De Haes van 2 januari 2014 i.v.m. de subsidies aan Natuurbeheer vzw. Bij brief van 24 januari 2014 werd de schriftelijke vraag van de heer Jan Laeremans van 7 januari 2014 beantwoord i.v.m. de woonwagenbewoners. Bij brief van 24 januari 2014 werd de schriftelijke vraag van 8 januari 2014 van mevrouw Mireille Buyse beantwoord i.v.m. het sluikstorten op de oprit naar Brussel ter hoogte van het doortrekkersterrein in Huizingen. Bij brief van 27 januari 2014 werd een antwoord verstrekt op de schriftelijke vraag van de heer Jan Laeremans van 27 december 2013 i.v.m. het Gordelfestival. Bij brief van 27 januari 2014 werd de schriftelijke vraag van 7 januari 2014 van de heer Jan Laeremans beantwoord i.v.m. de bijdrage voor de aanmaak van de interactieve website n.a.v. de Europese parlementsverkiezingen in Indiening van verslagen Mevrouw de voorzitter deelt mee dat de voorstellen nrs. 7 tot en met 11 werden neergelegd op het bureau. Ze verwijst voor de bespreking ervan naar het vervolg van de agenda. Notulen Mevrouw de voorzitter deelt mee dat de notulen van de vergadering van 21 januari 2014 beschikbaar zijn. Voor de goedkeuring ervan verwijst ze naar artikel 33 van het Provinciedecreet. Ze zegt dat het beknopt verslag van die vergaderingen evenals de lijst van de op die vergaderingen genomen besluiten beschikbaar zijn op het extranet. Mondelinge vragen Mevrouw de voorzitter vraagt overeenkomstig artikel 32 van het Provinciedecreet of er provincieraadsleden zijn die mondelinge vragen wensen te stellen aan de deputatie. De heer Laeremans stelt een mondelinge vraag betreffende de plannen van Vlabinvest. De heer Laeremans zegt dat in De Zondag de provincie Vlaams-Brabant over haar woonbeleid publiceerde en meer bepaald ook over de plannen met Vlabinvest. Hij stelt dat de raadsleden daar nochtans nog niets over vernomen hebben. Graag wil hij weten hoe men aan het cijfer van woningen komt, tegen wanneer zijn die gepland? Welke middelen staan daar tegenover? Hoeveel zijn er in totaal vandaag al gerealiseerd?

3 Hoe worden die over de gemeenten verdeeld? De heer Dehaene, gedeputeerde antwoordt dat het decreet werd gestemd en het daarom vreemd zou zijn nog geen informatie te geven rond Vlabinvest. Vlabinvest is al enkele jaren actief waardoor er een aantal acties reeds in de pipeline zitten. Alle projecten waarbij er een samenwerking is met Vlabinvest, worden eveneens in rekening gebracht in de raming van woningen. Deze woningen worden dan ook toegewezen volgens de voorrangsregeling van Vlabinvest. Het cijfer is daarbij een onderschatting. Hij stelt dat de realisatie van deze woningen gebaseerd is op de investeringsplanning van de sociale huisvestingsmaatschappijen. Dergelijk plan beslaat meestal een periode van 5 jaar. De middelen die hier tegenover staan komen deels uit het budget van Vlabinvest en deels vanuit de sociale huisvestingsmaatschappijen. Hij zegt dat Vlabinvest reeds 17 miljoen euro aan gronden in portefeuille heeft. Deze gronden bevinden zich in het werkingsgebied van Vlabinvest. Dit zijn de gemeentes Halle, Vilvoorde, Kortenberg, Tervuren, Huldenberg en Bertem. De meeste gronden liggen in de directe omgeving van Brussel omdat dit ook het eerste werkterrein van Vlabinvest was. De heer Dehaene, gedeputeerde vult aan dat er eind woongelegenheden werden gerealiseerd waarop de Vlabinvest-voorrangsregeling van toepassing is. Daarnaast zijn er momenteel 320 woongelegenheden in opbouw. Hij zegt dat, bij het beoordelen van opportuniteiten, uiteraard wordt gekeken naar het sociaal objectief dat moet behaald worden in een bepaalde gemeente. Dit gebeurt steeds in nauw overleg met de sociale huisvestingsmaatschappijen. De heer Laeremans stelt een mondelinge vraag betreffende de nieuwbouw van De Wijnpers. De heer Laeremans zegt dat de leden van de raadscommissie onderwijs op 28 januari 2014 de nieuwbouw op de Wijnperssite hebben bezocht. Hij zegt dat het een interessante rondleiding was maar dat er toch een minpunt werd vastgesteld. De opening onder het gebouw vanaf de speelplaats, boven op de sporthal is een enorm tochtgat. Dat heeft intussen al geleid tot openslaande deuren van de toiletten aan weerskanten, met vernielde deurpompen tot gevolg. Hij stelt dat deze plek eveneens bedoeld is als een soort ontmoetingsplaats, waar een kunstwerk zou moeten staan waarop leerlingen een boodschap kunnen schrijven. Er werd ondervonden dat het daar zeer onaangenaam toeven is, zodat het opzet zeker niet zal bereikt worden. Hij zegt dat daar allicht tijdens de speeltijden ook toezicht moet gehouden worden. Dit zal echter geen leuke klus zijn voor het personeel. De heer Laeremans zegt dat het de bedoeling zou zijn om een groot net te hangen in die opening. Hij vreest dat dit weinig invloed zal hebben op de tocht. Hij stelt dat het beter is dit probleem nu reeds aan te pakken en bijvoorbeeld onderaan een muurtje met zitbanken op te trekken met daarboven een grote glaspartij. Op die manier blijft het prachtige uitzicht op de stad behouden maar verdwijnt het nadeel van het tochtgat. Hij wenst te weten of de deputatie op de hoogte is van deze problematiek en of dit werd aangekaart bij de architect en de aannemer. Mevrouw Jiroflée, gedeputeerde antwoordt dat het probleem gekend is. Dit werd reeds op de werfvergaderingen besproken en het ontwerpbureau werkt nu aan een aantal mogelijke scenario s die het probleem zouden kunnen verhelpen. Ze zegt dat er met het ontwerpbureau werd overeengekomen dat er voor de voorlopige oplevering een definitieve oplossing moet geboden worden. De bezorgdheden werden geuit en een oplossing is in de maak. Mevrouw De Dobbeleer-Van den Eede komt nog even terug op de notulen en het beknopt verslag van de vorige raadsvergadering, conform artikel 47 van het huishoudelijk regelement, dat bepaalt dat elk raadslid het recht heeft tijdens de vergadering opmerkingen te formuleren over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Ze stelt dat de opmerkingen die tijdens de provincieraad van 21 januari 2014 werden gemaakt wel werden opgenomen in het beknopt verslag maar niet in de notulen. Ze zegt dat dit voor de nodige verwarring kan zorgen. Mevrouw de voorzitter antwoordt dat de gevraagde aanpassingen in het beschikkend gedeelte van het voorstel nr. 4 betreffende het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk zullen worden opgenomen en desgevallend voor de nodige correcties zal gezorgd worden.

4 Raadsvoorstellen Mevrouw de voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 7 Vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking levering en plaatsing van sportzaaluitrusting voor rekening van het Provinciaal onderwijs Leuven - De Wijnpers goedkeuring voorwaarden van het bestek en de wijze van gunnen. Het voorstel werd op 28 januari 2014 behandeld in de raadscommissie onderwijs, PIVO en veiligheid. Mevrouw Jiroflée, gedeputeerde zegt dat er binnen het ontwerp in de sportzaal een sportvloer werd voorzien, met belijning en ankerpunten voor het vastzetten van toestellen. De toestellen worden in een apart dossier aangekocht. Een klein gedeelte van het materiaal zal echter wel herbruikt worden. Ze zegt dat er in het bestek ook aandacht is voor het correct wegbergen van spelmateriaal en voor de conformiteit met de geldende wedstrijdregels. Het is dan ook de bedoeling om de zaal aan buitenstaanders te verhuren. Dit dossier handelt over de onderhandelingsprocedure. Los daarvan meldt gedeputeerde Jiroflée dat er blijkbaar een probleem was met het opladen van het bestek op het ogenblik van de raadscommissie. Dit probleem zou inmiddels verholpen moeten zijn. Mevrouw Van Laere zegt dat haar fractie in de commissie had geadviseerd dit voorstel niet te agenderen voor de provincieraad net omdat het bestek niet op voorhand ter beschikking was. Ze vraagt, indien er in het vervolg een probleem zou zijn, of het document dan per post zou kunnen bezorgd worden zodat ze zich toch kunnen voorbereiden. Ze stelt geen probleem te hebben met de inhoud van dit dossier dan wel met het principe dat de noodzakelijke documenten niet ter beschikking waren voor de commissie. In het verslag van de commissie staat deze opmerking daarenboven nogal zwak vermeld. Ze zal zich dan ook onthouden voor dit dossier. Mevrouw Jiroflée, gedeputeerde zegt dat ze het verslag in die zin zal laten aanpassen, en dat dit op de volgende commissie zal worden rechtgezet. Mevrouw de voorzitter legt voorstel 7 ter stemming voor Het voorstel 7 wordt bij hoofdelijke stemming aangenomen met 64 stemmen voor, geen tegenstemmen en 1 onthouding zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. Mevrouw de voorzitter gaat over tot de bespreking van het voorstel nr. 8 Wijziging arbeidsreglement voor de gesubsidieerde personeelsleden van de onderwijsinstellingen, waarvan de provincie Vlaams-Brabant het schoolbestuur is Dit voorstel werd op 28 januari 2014 besproken in de raadscommissie onderwijs, PIVO en veiligheid. Mevrouw Jiroflée, gedeputeerde zegt dat de wijzigingen in het reglement duidelijk zijn. Het gaat vooral om technische zaken zoals openingsuren, uren van opvang, lesopdrachten op woensdagnamiddag, dagen die in de vakantie moeten gepresteerd worden, enz. Dit is allemaal besproken conform de regelgeving. Mevrouw de voorzitter legt het voorstel nr. 8 ter stemming voor: Het voorstel nr. 8 wordt bij hoofdelijke stemming aangenomen met 66 stemmen voor, geen tegenstemmen en geen onthoudingen zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. Mevrouw de voorzitter gaat over tot de bespreking van het voorstel nr. 9 Vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking - dienstenopdracht begeleidingstraject kinderen en cultuur goedkeuring voorwaarden van het bestek en de wijze van gunnen. Dit voorstel werd op 28 januari 2014 besproken in de raadscommissie jeugd, cultuurbeleid, Vlaams karakter, sport, recreatie en domeinen.

5 De heer Robijns, gedeputeerde schetst de context. Hij zegt dat de ondersteuning vanuit de provincie naar de gemeenten toe, heel belangrijk is. Binnen het jeugdbeleid gebeurt dit via begeleidingstrajecten of via gerichte subsidies. Deze werkmethode werd geëvalueerd bij het begin van de beleidsperiode. De naar voren geschoven ideeën en pistes zijn met alle betrokken gemeenten afgetoetst. In de meerjarenplanning werden vijf begeleidingstrajecten voorzien. In het voorjaar 2014 zullen de gebundelde begeleidingstrajecten aan de gemeentes worden voorgesteld. De gemeentes kunnen op hun beurt een selectie maken in functie van de klemtoon die ze in hun beleid willen leggen. Hij zegt dat er in het verleden Kinderhoogdagen werden georganiseerd. Dit wordt nu verder verfijnd maar met meer engagement vanuit de gemeentes zelf. De provincie tracht de gemeentes te stimuleren om minstens 6 dagdelen aan kind en cultuur te besteden. De begeleiding van de gemeentes zal door een professionele begeleider gebeuren, een gunninghouder. De methodiek en de doelstellingen van de gunninghouder zit vervat in de onderhandelingsprocedure. Hij stelt dat de hoofdtaak bestaat uit het begeleiden van de gemeentes waarbij de doelgroep kinderen zijn tussen 2,5 en 12 jaar. De focus ligt op een brede samenwerking met andere actoren zoals de dienst sport en lokale jeugdverenigingen. Op die manier is er een betere verankering van het project. Mevrouw de voorzitter legt het voorstel nr. 9 ter stemming voor: Het voorstel nr. 9 wordt bij hoofdelijke stemming eenparig aangenomen met 65 stemmen zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. Mevrouw de voorzitter gaat over tot bespreking van het voorstel nr. 10 Goedkeuring van de streekpacten opgesteld door het RESOC Leuven en door het RESOC Halle-Vilvoorde Dit voorstel kwam op 21 januari 2014 aan bod in de raadscommissie regionaal beleid en economie. Mevrouw Jiroflée, gedeputeerde zegt dat er twee RESOC s zijn. Zij moeten bij het begin van iedere ambtstermijn een Streekpact opmaken. Dit is een plan dat beschrijft wat er moet gebeuren rond de arbeidsmarkt en de economie in de komende jaren. Het RESOC bestaat uit verschillende partners: de provincie, de lokale besturen, de sociale partners, de POM, de VDAB en een aantal organisaties die op het economisch vlak actief zijn. Ze zegt dat het Streekpact dat voorligt een plan is waar alle partners achter staan. Hier moeten nu concrete acties uit voortvloeien. Binnen deze Streekpacten zal geprobeerd worden een aantal prioriteiten vast te leggen. De streekpacten werden ook bezorgd aan alle gemeentes met de bedoeling dit op de gemeenteraden en de lokale partners te bespreken. Ze zegt dat aan deze Streekpacten, door middel van streektafels, reeds heel wat overleg voorafging. De Streekpacten bevatten een omgevingsanalyse en een samenvattend slot waarbij het telkens gaat over 3 domeinen: een goed werkende arbeidsmarkt, een evenwichtige economische ontwikkeling en een voorwaarden scheppend beleid. De Streekpacten zijn verschillend voor Leuven en Halle-Vilvoorde aangezien elke regio immers haar eigen accenten legt. Leuven heeft een kenniseconomie waarop moet ingezet worden terwijl Halle-Vilvoorde geconfronteerd wordt met meer mobiliteitsproblemen. Deze Streekpacten dienen op de verschillende niveaus te worden goedgekeurd. Parallel hiermee bekijkt het RESOC met de verschillende partners wie de initiatieven, die voortvloeien uit deze streekpacten, kan trekken. De trekkersrol is niet noodzakelijkerwijze weggelegd voor de provincie. Dit kan ook verlopen via samenwerkingsverbanden met bijvoorbeeld de VDAB of de POM. Mevrouw Stone-Wilmès vindt het voorstel goed, maar heeft enkele opmerkingen. Een van de streekdossiers, zowel voor Halle-Vilvoorde als Leuven, betreft de bestrijding van het sluipverkeer. Ze zegt dat de theorie om alle verkeer via grote assen te laten doorstromen, niet altijd goed is op het terrein. Dit is zowel ten nadele van de bevolking, als van de handelaars. Dit is echter tegenstrijdig met wat men wil bereiken met het Streekpact. Ze stelt dat er belangrijke aandacht moet uitgaan naar de samenwerking met Brussel en Wallonië. Dit is een belangrijk aspect van de ontwikkeling van onze economie. Talenkennis is belangrijk voor degenen die een job zoeken. Er zijn daarvoor een aantal hulpmaatregelen voorgesteld, die niet mogen beschouwd worden als een verplicht te behalen resultaat. Zeker als er in het Streekpact staat dat er ook in Brussel en Wallonië voldoende jobmogelijkheden zijn. Als laatste betreurt ze het feit dat de kinderopvang wel prioritair is voor Leuven, maar niet voor Halle-Vilvoorde. Volgens wat in de commissie werd gezegd, kan er aan het Streekpact niks meer veranderen, maar zal er met deze aandachtspunten rekening gehouden worden. In dat opzicht zal de UF-fractie dan ook voor dit voorstel stemmen.

6 De heer Laeremans stelt dat de Vlaams Belang-fractie zich zal onthouden. Het voorstel bevat zeker goede punten, maar hij heeft toch nog wat bedenkingen. Wat parking C betreft zijn zij gekant tegen de bouw van een nationaal voetbalstadion. Wat voorgesteld wordt, is totaal incompatibel met het gewestelijk structuurplan. Hij zegt dat dit ook enorm veel verkeer zal aantrekken en voor de nodige overlast zorgen terwijl het op de Ring nu reeds erg druk is. Hij ziet ook een verdere verbrusseling van de streek aangezien het een tweetalige site wordt, met extra politietaken voor Grimbergen en Wemmel. Hij stelt voor een alternatief te zoeken en niet bang te zijn om dit ook voor te stellen. Hij wijst ook op de negatieve invloed van de immigratie. In Halle-Vilvoorde is er de laatste 5 jaren een sterke stijging van het aantal werklozen van vreemde origine. Ook in de scholen van Vilvoorde, Zaventem en Strombeek, is er een toename van het aantal allochtone leerlingen. Dit is niet altijd een verrijking. Hij stelt dat dit leidt tot extra problemen in het onderwijs. In de federale regering zitten volgens hem toch een aantal partijen die aan de alarmbel zouden kunnen trekken, maar dat niet doen. In andere landen lijkt hier wel iets aan te doen, maar hier ontbreekt de wil daarvoor. Hij zegt dat wegens het ontbreken van centrumsteden in Halle-Vilvoorde, een aantal subsidies worden mislopen. Misschien kunnen Halle en Vilvoorde als duo- of triocentrumstad gezien worden zodat daar ook extra middelen voor vrijgemaakt kunnen worden. Maar zelfs indien die middelen er zouden zijn, blijft het dweilen met de kraan open. De heer Smout haalt in het arrondissement Leuven de knelpuntberoepen aan, waar de poetsdiensten, als één van de grootste zorgkinderen ervaren worden. Het een beetje onder druk zetten van de laaggeschoolden en werklozen van vreemde origine, zou volgens hem goed zijn. Poetsdiensten vallen wel onder de zorgsector, maar die sector is ruimer dan dat. Hij had dit graag toch explicieter in de streekpacten omschreven gezien zodat dat er meer druk uitgeoefend zou kunnen worden. Een tweede zaak is voor hem het standpunt van de provinciegouverneur betreffende de tramlijnen. Blijkbaar is de studie niet meer nodig aangezien de provinciegouverneur uitspraken doet over in de zin dat die tramlijnen één van de essentiële zaken zou zijn qua mobiliteit. Een derde punt zijn volgens hem de industriezones, meer bepaald Webbekom-Noord. Dit terrein sluit veel te dicht aan bij de woonkern van Webbekom. De heer Dunon zegt dat de Streekpacten een goed instrument zijn om een langetermijnvisie te ontwikkelen. Hij stelt vast dat de Streekpacten door 40 van de 65 gemeenten van Vlaams-Brabant werden goedgekeurd. Hij wil weten waarom de andere 25 gemeentes de Streekpacten niet hebben goedgekeurd. Bij de zwakten van het arrondissement Leuven wil hij de begeleiding van starters naar voren schuiven. Hij vindt niet alleen de sociale economie belangrijk, maar ook voldoende aandacht voor de kmo-bedrijven aangezien zij heel belangrijk zijn voor de tewerkstelling. Hij vindt dit aspect onderbelicht. Er moet meer gespecificeerd en gezocht worden naar samenhang met de kenniseconomie, innovatie, toerisme en handelskernversterking. Hij vindt ook dat het buitengebied nogal summiere doelstellingen heeft en vraagt zich af welke acties daar dan voor ondernomen zullen worden, zoals eerder door gedeputeerde Jiroflée gezegd. Hij vraagt ook consequentie in de uitvoering van het beleid. Gedeputeerde Robijns vraagt bijvoorbeeld om meer plaatsen voor windturbines in Vlaams-Brabant, terwijl de deputatie enkele maanden geleden de aanvraag voor windturbines afgekeurd heeft. Volgens gedeputeerde Dekeyser zijn Aarschot, Diest en Tienen 3 kleine steden die voor de uitdaging staan om een sterkere centrumfunctie te ontwikkelen, dan moet men daar ook naartoe werken, en weten dat de kmo-werking daar ook zeer belangrijk in kan zijn. Wat mobiliteit betreft, werd onlangs het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan gestemd, voor de stelplaats Tielt-Winge. Dit had ook in een ruimere context moeten bekeken worden. Mevrouw De Coninck zegt dat haar fractie dit Streekpact zal goedkeuren, maar heeft nog enkele opmerkingen. Zij zijn voorstander van het streekdossier nr. 76, het ijveren voor een specifiek statuut voor de Vlaamse rand met het oog op de aanpak van de grootstedelijke problematiek en willen dat het op de onderhandelingstafel komt na de verkiezingen van 25 mei. Het stemt de N-VA-fractie positief dat de provinciegouverneur ook met deze problematiek begaan is. Ze stelt vast dat de nadruk nogal sterk op sociale economie ligt. Dit is natuurlijk goed voor de opvang van bepaalde doelgroepen, maar de doelstelling moet toch nog altijd zijn dat ze uiteindelijk in de reguliere economie terechtkomen. Soms lijkt het dat de sociale economie een doel op zich is en geen middel. De N-VA-fractie hoopt dat hun bezorgdheid hierrond zal meegenomen worden. Een laatste opmerking betreft sommige termen die altijd terugkomen. In dit document worden de woorden: opzetten, starten, verbeteren, afstemmen, uitwerken, enz. veel gebruikt. Zij hopen dat deze woorden geen dode letter blijven, maar zullen resulteren in concrete acties.

7 Mevrouw Jiroflée, gedeputeerde benadrukt nogmaals dat de provincie niet de enige partner is in dit dossier. De provincie is trekkende partner die het Streekpact mee op de rails heeft gezet, maar de verschillende partners werden opgeroepen om hun inbreng te doen. De Streekpacten zijn ontstaan uit de consensus tussen de verschillende partijen. Ze deelt mee dat er concrete acties zullen komen aangezien het engagement er zeker is. De deputatie heeft in het begin van deze legislatuur gesteld dat ze nog meer naar een geïntegreerd beleid willen werken samen met lokale en regionale partners. Op taalkennis zal zo zwaar mogelijk worden ingezet. Er is ook actief gekozen voor een samenwerking met Forem en Actiris, dit zijn de VDAB s van Brussel en Wallonië. Ze zegt dat wat de kinderopvang betreft; dit in Leuven als één van de prioritaire acties werd vooropgesteld. In Halle-Vilvoorde heeft men daar niet expliciet voor gekozen, wat niet betekent dat daarrond niets zou gebeuren. Ze beaamt dat er in Halle-Vilvoorde nog geen centrumsteden zijn, en daar bijgevolg minder middelen voorhanden zijn. Deze onrechtvaardigheid moet zeker opgeheven worden. Ze vult aan dat bij de 25 gemeenten, die deze Streekpacten nog niet goedgekeurd hebben, er een aantal zijn die het voorstel ondertussen wel al bestudeerd hebben. Hun reactie hierop wordt nog verwacht. Ze zegt dat het begeleiden van starters niet als een prioritaire actie naar voren werd geschoven. Dit is ook een bevoegdheid van Vlaanderen, daarom kan de provincie er zelf rechtstreeks niet veel aan doen, maar zal ze wel proberen om voor een goede omkadering te zorgen. Ze voegt eraan toe dat de sociale economie absoluut geen doel op zich is, maar dat het opvangnet van de sociale economie wel nodig is, om voor de doorstroming te zorgen. Dit Streekpact is een document van verschillende partners met de bedoeling hieraan concrete acties te koppelen. De opmerkingen die gegeven werden rond verkeer, gaan heel ver in detail. Dit is niet het niveau waarop de Streekpacten werden geschreven. De werkgroep Vlot Vlaanderen zal zich verder zeker buigen over de mobiliteitsproblematiek. De heer Dunon vraagt een verduidelijking over de goedkeuringen die lopende zijn bij 40 van de 65 gemeentes. Hoe staat het dan met die 25 andere? Mevrouw Jiroflée zegt dat de 25 andere gemeentes hun beslissing nog moeten kenbaar maken. Er is momenteel geen aanduiding dat de overige gemeenteraden dit zouden afkeuren. Mevrouw de voorzitter legt het voorstel nr. 10 ter stemming voor: Het voorstel nr. 10 wordt bij hoofdelijke stemming aangenomen met 59 stemmen voor en 4 onthoudingen zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. Mevrouw de voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 11 Het wijzigen van het subsidiereglement 'Jeugdvriendelijke openbare ruimte' van 27 maart 2012 Dit voorstel werd op 28 januari 2014 behandeld in de raadscommissie jeugd, cultuurbeleid, Vlaams karakter, sport, recreatie en domeinen en op 31 januari 2014 in de jeugdraad. De heer Robijns, gedeputeerde zegt dat dit het tweede traject is waar de provincie wenst samen te werken met de gemeentes. Wanneer de betrokken gemeente, met behulp van een begeleidingstraject, tot een visie of beleid is gekomen, kan ze op een subsidieaanvraag indienen om een project te realiseren. Dit dossier handelt over de wijziging van het subsidiereglement om jeugdvriendelijke ruimten in te richten. Hij zegt dat het accent meer gelegd wordt op de inrichting van ruimtes naar een meer avontuurlijke en meer natuurlijke omgeving met meer uitdagende speel- en ontmoetingsruimtes. Het bedrag per inrichting is afgetopt op euro. Van deze herziening werd ook gebruikgemaakt om het reglement administratief te vereenvoudigen. De subsidieaanvraag kan nu ook digitaal ingediend worden en de vereffening gebeurt in één schijf. De heer Troch vraagt wanneer de begeleidingstrajecten operationeel zullen zijn. De heer Robijns antwoordt dat de eerste trajecten in het najaar zullen opgestart worden. Dit hangt samen met het moment waarop de gemeenten hun trajecten klaar hebben. Mevrouw de voorzitter legt het voorstel nr. 11 ter stemming voor: Het voorstel nr. 11 wordt bij hoofdelijke stemming eenparig aangenomen met 63 stemmen zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming.

8 Mevrouw de voorzitter stelt de heer Wim Van Gelder voor, programmeur-analist bij de dienst informatica. Hij zal een toelichting geven rond de vernieuwingen op de deelsite voor de raadsleden. De heer Van Gelder geeft een presentatie rond de vernieuwde deelsite. Mevrouw de voorzitter zegt dat de volgende raadszitting zal plaatsvinden op dinsdag 25 februari 2014 en sluit de vergadering om uur.