1000 Jongerenplan: Kansen en Uitdagingen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1000 Jongerenplan: Kansen en Uitdagingen"

Transcriptie

1 1000 Jongerenplan: Kansen en Uitdagingen Dianne van Rijn Lisette Sprenkeler Brenda Aalders Bachelor onderzoek Academie Mens en Maatschappij Saxion Enschede Oktober 2012

2 Leerpakket 9.2 Het bachelor onderzoek Namen Dianne van Rijn studentnummer: Brenda Aalders studentnummer: Lisette Sprenkeler studentnummer: Opleiding Maatschappelijk werk en dienstverlening deeltijd Klas: EMW4DA1/EMM1D92B Begeleidend docent: Safoura Ghaeminia Leerpakket 9.2 BvK 2 Bachelorrapport Toetscode: Saxion Hogescholen Enschede Academie Mens&Maatschappij Enschede, oktober

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Doelstelling Korte termijn doelstelling Lange termijn doelstelling Vraagstelling Hoofdvraag Deelvragen Leeswijzer Samenvatting 12 2 Beantwoording theoretische deelvragen Jongerenplan Wat is het 1000 Jongerenplan Methodieken aanpak jeugdwerkloosheid Welke methodieken zijn er om de jeugdwerkloosheid te verminderen? Samenvatting 20 3 Methode van onderzoek 3.1 Type onderzoek Onderzoekspopulatie Instrumenten De inhoud/opbouw van de enquête Dataverwerking Procedure van dataverzameling Betrouwbaarheid Interne en externe geldigheid Ethische overwegingen Samenvatting 29 3

4 4 Resultaten 4.1 Respons Algemene kenmerken Deelvraag 3 verwachtingen Deelvraag 4 leefgebieden Deelvraag 5 resultaten Opmerkingen Samenvatting 39 5 Conclusies en aanbevelingen 5.1 Wat is het 1000 Jongerenplan Jeugdwerkloosheid Verwachtingen Leefgebieden Resultaten Conclusie hoofdvraag Aanbevelingen Sterkte/zwakte onderzoek Discussie LITERATUURLIJST 50 BIJLAGE 1 Begeleidend schrijven en enquête oud-deelnemers BIJLAGE 2 Begeleidend schrijven en enquête huidige deelnemers BIJLAGE 3 Antwoorden op de vragen BIJLAGE 4 Figuren en tabellen BIJLAGE 5 Het beoordelingsformulier BIJLAGE 6 De modelovereenkomst onderzoeksopdracht BIJLAGE 7 Formulier beschrijving bachelor rapport BIJLAGE 8 Evaluatieformulier opdrachtgever BIJLAGE 9 Toestemmingsformulier publicatie HBO kennisbank 4

5 Voorwoord Voor u ligt het onderzoeksrapport dat in opdracht van het 1000 Jongerenplan en in het kader van leerpakket 9.2. tot stand is gekomen. Binnen dit leerpakket was het de opdracht om een bachelor onderzoek uit te voeren. Dit onderzoeksrapport is een rapportage van het bachelor onderzoek van Lisette Sprenkeler, Dianne Veehof en Brenda Aalders. Brenda is werkzaam als individueel traject begeleider (ITB er) bij het 1000 Jongerenplan. In het afgelopen jaar hebben wij kennis mogen maken met het 1000 Jongerenplan. Dit is een project gericht op de aanpak van de jeugdwerkloosheid binnen de Regio Twente. We hebben destijds voor het 1000 Jongerenplan een beleidsplan geschreven. Dit beleidsplan is geschreven o m de ITB ers een leidraad te geven voor de dossiervorming. Toen de projectleider, Monique Engelbertink, van het 1000 Jongerenplan, afdeling Twente met een onderzoeksvraag kwam, waren we dan ook gelijk enthousiast om deze te gebruiken voor het bachelor onderzoek. Door het beleidsplan zijn we al aardig op de hoogte van dit project en hebben we affiniteit gekregen met het 1000 Jongerenplan. In dit onderzoek willen we de resultaten meten van het 1000 Jongerenplan. Dit hebben we gedaan door alle jongeren die vanaf de start van het project hebben deelgenomen of deelnemen aan het 1000 jongerenplan een enquête in te laten vullen. In deze enquête is gevraagd naar hun ervaringen met het 1000 Jongerenplan, of ze aan werk zijn gekomen, een opleiding zijn gaan volgen of in een ander traject zijn gekomen. Naar aanleiding van de resultaten zullen we aanbevelingen doen richting het 1000 Jongerenplan. We hopen dat het onderzoek een bijdrage kan leveren aan de verwezenlijking van de verduurzaming van het 1000 Jongerenplan. Hierbij willen wij een speciaal woordje van dank richten tot Mirthe Spanjer, voor haar advies op het gebied van SPSS. Ook willen wij de meewerkende Individuele Trajectbegeleiders ( ITB ers) bedanken voor het helpen uitzetten van de enquêtes. Mariska Ooink willen we hierbij bedanken voor de begeleiding bij het tot stand brengen van dit onderzoeksrapport evenals Safoura Ghaeminia die later het stokje van haar heeft overgenomen. De respondenten willen wij ook niet vergeten en danken hen voor hun medewerking en tijd. Tot slot willen wij Monique Engelbertink van het 1000 Jongerenplan bedanken voor de opdracht, de prettige samenwerking en het in ons gestelde vertrouwen. Dianne Veehof -van Rijn, Lisette Sprenkeler & Brenda Aalders Enschede, oktober

6 Samenvatting Dit onderzoek is in opdracht van Monique Engelbertink, projectleider van het 1000 Jongerenplan, afdeling Twente, uitgevoerd. Er zijn vanuit de overheid verschillende projecten opgezet en er is geld vrijgemaakt, om de grote en nog steeds toenemende werkloosheid onder de kwetsbare jongeren aan te pakken. (Rijksoverheid, z.j.). Het 1000 Jongerenplan is één van deze projecten binnen de Regio Twente. Het onderscheidt zich van andere projecten door een integrale aanpak en ondersteunt de kwetsbare jongeren niet alleen op het gebied van werk en opleiding, maar ook op het gebied van financiën, relaties, huisvesting, recreatie, politie, gezondheid en middelengebruik. Deze integrale aanpak door een aantal jeugdzorginstellingen zoals Jarabee, de Politie, Pactum Jeugd en Opvoedhulp en Trias Jeugdhulp, neemt circa anderhalf jaar in beslag en resulteert steeds vaker in een baan of opleiding en een stabiel woon- en leefsituatie (1000 Jongerenplan, z.j.). De lijnen tussen de hulpverleners zijn kort en het aantal verschillende hulpverleners, op deze groep kwetsbare jongeren, wordt daarmee beperkt. Het project wordt op dit moment gesubsidieerd door het Europees Sociaal Fonds (ESF), de Provincie Overijssel en de verschillende deelnemende instellingen tot Dit onderzoek zal mede kunnen bijdragen aan de verduurzaming van het project na Voor dit onderzoek zijn in totaal 280 jongeren benaderd om deel te nemen aan de enquête. Van deze 280 jongere hebben 197 de enquête ingevuld. In dit onderzoek is geïnventariseerd wat de ervaringen van deze 197 jongeren met het 1000 Jongerenplan zijn. Uit de resultaten van het kwantitatief onderzoek komt expliciet naar voren dat de jongeren, met veel meer vertrouwen, de toekomst tegemoet zien na het doorlopen van het traject. Ook zijn ze beter in staat hun problemen aan te pakken en zijn de problemen op de leefgebieden aanzienlijk verminderd. Maar liefs 70% van de jongeren heeft na het gevolgde traject een baan. De werkwijze van het 1000 Jongerenplan is overigens als zeer goed gewaardeerd. Geconcludeerd kan worden dat de resultaten van het 1000 Jongerenplan goed zijn. Deze resultaten dragen bij aan de verwezenlijking van het doel van het 1000 Jongerenplan. Gekeken naar de conclusies van de deelvragen blijken de resultaten zodanig, dat het zinvol is om het 1000 Jongerenplan te verduurzamen en daar waar mogelijk te optimaliseren. 6

7 Om het project verder te verduurzamen of te optimaliseren zijn er een aantal aanbevelingen gedaan in dit onderzoek. Een aanbeveling is om de verhouding tussen de kosten en de baten verder te onderzoeken. Een kostenbaten analyse beoogt inzichtelijk te maken wat de kosten zijn van de begeleiding van het 1000 Jongerenplan ten opzichte van de baten, zoals de baten die samenhangen met het hebben van werk. Uit ervaring blijkt dat er weinig allochtone jongeren meedoen aan het project. Een aanbeveling is te onderzoeken waarom allochtonen jongeren niet of nauwelijks deelnemen aan het 1000 Jongerenplan. Ook is het wenselijk wat meer te investeren aan de voorkant, ofwel het vooraf beter informeren van de jongeren over de inhoud en het doel van het 1000 Jongerenplan. Als de jongeren nog beter geïnformeerd worden door de verwijzers, zullen de verwachtingen, het traject en het resultaat nog beter op elkaar aansluiten. Als laatste kan de begeleiding nog verbeterd worden door meer eenduidig te gaan werken. Om meer professionaliteit te krijgen voor de toekomst en minder afhankelijk te zijn van de ITB er, zou het wenselijk zijn om te gaan werken vanuit vaste richtlijnen en protocollen. 7

8 1. Inleiding In dit hoofdstuk wordt het onderwerp van dit onderzoeksrapport omschreven. Dit wordt aan de hand van de aanleiding, de doelstelling, hoofdvragen en deelvragen van dit onderzoek omschreven. In paragraaf 1.1 zal in de aanleiding omschreven worden waarom het van belang is dat dit onderzoek uitgevoerd wordt. De doelstelling zal in paragraaf 1.2 omschreven worden, de hoofdvraag en deelvragen in paragraaf 1.3. In paragraaf 1.4 zal de leeswijzer van dit onderzoek beschreven worden en als laatste zal in paragraaf 1.5 afgerond worden met een samenvatting van dit hoofdstuk. 1.1 Aanleiding In het actieplan Jeugdwerkloosheid uit 2009 uit de overheid haar zorgen over de gevolgen van de economische crisis op de jongeren (Rijksoverheid, 2009). De werkloosheid is vanaf 2009 sterk toegenomen en treft vooral de jongeren die net op de arbeidsmarkt komen. Zij krijgen nauwelijks de kans ervaring op te doen of komen alleen in aanmerking voor tijdelijke contracten. Vaak zijn zij ook de eersten die worden ontslagen bij krimp. Kortom deze groep jongeren vormt een kwetsbare groep (Steketee, Tierolf en Mak, 2012). In het plan van de overheid wordt tevens een beroep gedaan op deze jongeren. De jongeren zijn zelf ook verantwoordelijk voor het slagen op de arbeidsmarkt in onze participatiestaat. De overheid was in 2009 dan ook van mening dat de krachten gebundeld moesten worden om het probleem van de jeugdwerkloosheid aan te pakken. De Rijksoverheid heeft gekozen voor een regionale aanpak jeugdwerkloosheid omdat deze sterk per regio en sector verschilt (Rijksoverheid, z.j.). Dit betreft doorgaans de werkloze jongeren tot 27 jaar omdat deze groep niet zonder meer recht op bijstand heeft (Rijksoverheid, z.j.). De Rijksoverheid heeft met 30 arbeidsmarktregio s convenanten afgesloten waarin concrete maatregelen staan voor die betreffende regio. Gemeenten, onderwijs, kenniscentra en uitvoerende instanties, zoals het UWV, voeren deze maatregelen uit. Voor het Actieplan Jeugdwerkloosheid heeft de Rijksoverheid voor de periode miljoen uitgetrokken. De laatste 4 maanden van 2009 hebben de regio s gezamenlijk jongeren aan een baan, leerwerkbaan of stage geholpen. De helft van hen had geen startkwalificatie (minimaal mbo-diploma niveau 2 of HAVO-/VWO diploma ) en behoorde tot de meest kwetsbare groep. Tussen de start van het actieplan op 1 september 2009 en 31 december 2010 hebben jongeren een baan, een stage of een leerwerkplek gevonden. Dit blijkt uit de cijfers van de dertig arbeidsmarktregio's die de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Naast het budget voor het Actieplan Jeugdwerkloosheid was er tussen 2009 en 2011 ook nog 75 miljoen aan ESF-subsidie (Europees Sociaal Fonds) beschikbaar voor de bestrijding van jeugdwerkloosheid. In het Actieplan jeugdwerkloosheid van de Provincie Overijssel zijn drie projecten opgenomen. Het eerste project is School - Passend Onderwijs Arbeidstoeleiding. Dit project heeft als doel het 8

9 ontwikkelen, organiseren en uitvoeren van een begeleidingstraject voor jongeren met gedragsproblemen en/of meervoudig complexe problematieken, gericht op duurzame plaatsing op de arbeidsmarkt, dan wel een startkwalificatie. Het betreft individuele trajectbegeleiding voor jongeren tussen de 15 en 23 jaar die al start tijdens de schoolperiode (VO,VSO / Praktijkonderwijs) en door loopt tot het moment dat de jongere zelfstandig zijn plek op de arbeidsmarkt duurzaam kan behouden. Het tweede project is Aanpak van Jeugdwerkloosheid door het aanbieden van werkervaringsplekken aan kwetsbare jongeren. Het doel van dit project is begeleiding bieden aan jongeren die extra ondersteuning nodig hebben om hun draai in de samenleving te vinden. Het gaat daarbij niet alleen om ondersteuning op school of richting werk. Hun problemen zijn breder. Deze kwetsbare jongeren hebben behoefte aan begeleiding, waarbij al hun leefgebieden betrokken worden. Jongeren die zich melden als werkzoekenden, zijn binnen drie maanden weer aan het werk, terug naar school of op traject, mogelijk op een traineeplaats bij een bedrijf of bij een arbeidspool. Het derde project is het 1000 Jongerenplan. Het doel van het 1000 Jongerenplan is om 1000 jongeren tussen de 16 en 27 jaar een integraal traject aan te bieden voor werken-wonen-sociaal netwerk, resulterend in een baan, opleiding en een stabiele woon- en leefsituatie. Dit project is opgestart om kwetsbare jongeren met problematiek op verschillende leefgebieden een kans te bieden op de arbeidsmarkt. De verschillende leefgebieden zijn financiën, huisvesting, relaties, middelengebruik, scholing, werk, gezondheid, vrije tijd, hulpverlening en politie/justitie. Deze jongeren worden begeleid door een Individueel Traject Begeleider ( ITB er). De ITB er is verantwoordelijk voor het plan van aanpak en de begeleiding gedurende het traject. De ITB ers van het 1000 Jongerenplan werken volgens de zogenoemde Work-Wise Methodiek (Work-Wise, z.j.). De ITB ers krijgen hiervoor een aparte cursus zodat ze in staat zijn om de kwetsbare jongeren via deze methodiek te begeleiden. Work-Wise was in het verleden alleen bedoeld voor jongeren die geplaatst waren in een justitiële inrichting. Er is echter gebleken dat deze methodiek ook toepasbaar is op kwetsbare jongeren zoals hierboven genoemd (Ministerie van VWS, 2011). Dit onderzoek is gestart in mei 2012 en afgerond in oktober De resultaten van het onderzoek zijn in dit rapport benoemd. Er is geïnventariseerd wat de ervaringen van de jongeren zijn met het 1000 Jongerenplan, afdeling Twente. Deze inventarisatie heeft plaatsgevonden onder de kwetsbare jongeren die op dit moment het traject volgen of die het traject binnen het 1000 Jongerenplan hebben afgesloten. Dit onderzoek kan een bijdrage leveren aan de verdere ontwikkeling van het 1000 Jongerenplan, aangezien het beoogt om de doelmatigheid van het traject/project in kaart te brengen op basis van de inventarisatie van de ervaringen en resultaten die de jongeren aangeven. Deze inventarisatie zal leiden tot een beeldvorming in hoeverre het 1000 Jongerenplan heeft bijgedragen aan de vermindering van de jeugdwerkloosheid in Twente. Dit is de regio waar het 1000 Jongerenplan zich op richt. Vervolgens kunnen aanbevelingen worden gedaan ter verbetering van het 1000 Jongerenplan. De resultaten die voort zullen vloeien uit het onderzoek komen ten eerste 9

10 tegemoet aan de vraag en behoefte van het 1000 Jongerenplan en kunnen mogelijk een bijdrage leveren aan de verduurzaming van het 1000 Jongerenplan. 10

11 1.2 Doelstelling Uit de aanleiding komen de volgende doelstellingen naar voren. Hierbij is een onderscheid gemaakt tussen een korte termijn doelstelling en een lange termijn doelstelling Korte termijn doelstelling Er is een inventarisatie van de ervaringen en resultaten van de jongeren die deelnemen of hebben deelgenomen aan het 1000 Jongerenplan, afdeling Twente Lange termijn doelstelling Verduurzaming en optimalisering van het 1000 Jongerenplan. 1.3 Vraagstelling Uit bovenstaande doelstellingen hebben de onderzoekers een hoofdvraag geformuleerd. De bijbehorende deelvragen moeten uiteindelijk die informatie opleveren waarmee de hoofdvraag beantwoord kan worden. Hiertoe hebben de onderzoekers gekozen voor twee theoretische en drie praktische vragen om deze informatie te produceren Hoofdvraag Wat zijn de ervaringen van de deelgenomen jongeren met het 1000 Jongerenplan en op welke wijze zou het project geoptimaliseerd kunnen worden zodat het een duurzaam project wordt? Deelvragen De volgende deelvragen zijn opgesteld om antwoord te krijgen op de hoofdvraag: Theoretische vragen: 1. Wat is het 1000 Jongerenplan? 2. Welke methodieken zijn er om de jeugdwerkloosheid te verminderen? Praktijkgerichte vragen: 3. Wat waren/zijn de verwachtingen van de jongeren ten opzichte van het 1000 Jongerenplan? 4. Op welke leefgebieden van de respondenten komen de meeste problemen voor? 5. Wat zijn de resultaten van de begeleiding vanuit het 1000 Jongerenplan? 11

12 1.4 Leeswijzer In de volgende hoofdstukken wordt er naar toegewerkt om een antwoord te krijgen op de hoofdvraag. Dit zal gedaan worden aan de hand van de antwoorden op de deelvragen. In hoofdstuk 2 zal een beschrijving worden gegeven van het theoretisch kader van dit onderzoeksrapport. In dit hoofdstuk zal antwoord worden gegeven op de 2 theoretische deelvragen. In hoofdstuk 3 zal de onderzoeksmethode worden beschreven en beargumenteerd. In hoofdstuk 4 worden de resultaten van het kwantitatieve onderzoek beschreven. Tot slot wordt in hoofdstuk 5 een antwoord op de hoofdvraag en de praktijkgerichte deelvragen gegeven. Ook de aanbevelingen worden in dat hoofdstuk beschreven. 1.5 Samenvatting In het actieplan Jeugdwerkloosheid 2009 uit de overheid haar zorgen over de gevolgen van de economische crisis op de jongeren. De werkloosheid is vanaf 2009 sterk toegenomen en treft vooral de jongeren die net op de arbeidsmarkt komen. Het is voor deze groep jongeren heel moeilijk werkervaring op te doen en een plekje op de arbeidsmarkt te veroveren, laat staan een vaste aanstelling te krijgen. Deze groep jongeren, met geen of weinig werkervaring, wordt vaak ook als eerste ontslagen bij reorganisaties. Dit maakt dat zij een kwetsbare groep vormen. De Rijksoverheid heeft gekozen voor een regionale aanpak jeugdwerkloosheid omdat deze sterk per regio en sector verschilt. In het Actieplan jeugdwerkloosheid van de Provincie Overijssel zijn drie projecten opgenomen waaronder het 1000 Jongerenplan. Het doel van het 1000 Jongerenplan is om 1000 jongeren tussen de 16 en 27 jaar een integraal traject aan te bieden voor werken-wonen-sociaal netwerk, resulterend in een baan, opleiding en een stabiele woon- en leefsituatie. Dit project is opgestart om kwetsbare jongeren met problematiek op verschillende leefgebieden een kans te bieden op de arbeidsmarkt. Deze jongeren worden begeleid door een Individueel Traject Begeleider ( ITB er). De ITB er is verantwoordelijk voor het plan van aanpak en de begeleiding gedurende het traject. De Individuele Trajectbegeleiders van het 1000 Jongerenplan werken volgens de Work-Wise Methodiek. Dit onderzoek zal zich richten op het 1000 Jongerenplan, afdeling Twente. Er wordt geïnventariseerd wat de ervaringen van de jongeren zijn met het 1000 Jongerenplan om te kijken of verduurzaming en optimalisering mogelijk is. Deze inventarisatie zal plaatsvinden onder de jongeren die op dit moment het traject volgen of die het traject binnen het 1000 Jongerenplan hebben afgesloten. 12

13 2. Beantwoording theoretische deelvragen In hoofdstuk 1 is de aanleiding tot dit onderzoek omschreven. In dit hoofdstuk zal er antwoord worden gegeven op de theoretische deelvragen die daaruit zijn voortgekomen. De theoretische deelvragen zijn: 1. Wat is het 1000 Jongerenplan? 2. Welke methodieken zijn er om de jeugdwerkloosheid te verminderen? Jongerenplan In deze paragraaf zal antwoord worden gegeven op de deelvraag wat is het 1000 Jongerenplan? Daarbij zal ingegaan worden op de kenmerken van jongeren die deelnemen aan het 1000 Jongerenplan en hoe het 1000 Jongerenplan tot stand is gekomen Wat is het 1000 Jongerenplan? Het 1000 Jongerenplan is een pilot project dat is opzet vanuit het landelijke actieplan jeugdwerkloosheid en heeft tot doel om de jeugdwerkloosheid te verminderen(rijksoverheid, 2009). Het 1000 Jongerenplan is onderverdeeld in drie afdelingen: Twente, IJssel-Vecht en Deventer. Het doel van het 1000 jongerenplan is om 1000 jongeren tussen de 16 en 27 jaar een integraal traject aan te bieden voor werken-wonen-sociaal netwerk, resulterend in een baan of opleiding en een stabiele woon- en leefsituatie. Dit project is opgestart om kwetsbare jongeren met problematiek op verschillende leefgebieden een kans te bieden op de arbeidsmarkt. De leefgebieden die het 1000 Jongerenplan hieronder verstaat zijn: Wonen, Werk, Onderwijs / scholing, Financiën / schulden, Gezondheid / welzijn, Relaties, Recreatie / vrije tijd, Zorg / hulpverlening en Politie / justitie / gedwongen kader. Deze leefgebieden zijn afkomstig van de methodiek Work-Wise (Work-Wise, z.j.). Alle ITB ers hebben een opleiding gevolgd om met deze methodiek de jongeren te kunnen begeleiden. Verdere uitleg betreffende deze methodiek zal in paragraaf 2.2 methodieken behandeld worden. Onder kwetsbare jongeren verstaat het 1000 jongerenplan: Alle jongeren met een traditioneel zwakke positie op de arbeidsmarkt. De jongeren in dit project worden begeleid door Individuele Traject Begeleiders (ITB ers). Deze ITB ers zijn afkomstig van verschillende organisaties die betrokken zijn bij het project zoals de Politie, Jarabee, Commujon, UWV, SSTS, ROC, AOC, Gemeenten en Jeugdinstellingen ( 1000 jongerenplan, z.j.). De ITB er is verantwoordelijk voor het plan van aanpak en de begeleiding gedurende het traject. De aanmelding van deze jongeren geschiedt door verschillende instanties die betrokken zijn bij deze jongeren. Enkele instanties zijn hierboven al genoemd. Ook kan de jongere zichzelf aanmelden via de 13

14 site van het 1000 Jongerenplan. Als de jongere is aangemeld, zal zij/hij uitgenodigd worden voor een intakegesprek om te kijken of hij behoort tot de doelgroep van het 1000 Jongerenplan. De jongere behoort tot de doelgroep als zij/hij problematieken heeft op één of meerdere leefgebieden en niet in het bezit is van een startkwalificatie. Een startkwalificatie is het minimale onderwijsniveau dat nodig is om een baan te vinden. Het gaat dan om een diploma havo, vwo of mbo (niveau 2). Een vmbo-diploma geeft toegang tot het MBO, maar is géén startkwalificatie. Jongeren met een diploma hebben twee keer zoveel kans op een baan dan jongeren zonder diploma (Rijksoverheid, z.j.). Belangrijkste reden voor deelname aan het 1000 Jongerenplan is de motivatie van de jongere. De jongere is namelijk leidend in het traject en zonder zijn motivatie heeft het traject geen kans van slagen. Als de jongere tot de doelgroep behoort zal zij/hij onderverdeeld worden bij een ITB er. Hier wordt vooral gekeken wat de problematiek van de jongere is en welke ITB er het beste hierbij past om zodoende een goede match te krijgen. De ITB er zal vervolgens samen met de jongere een Plan van Aanpak gaan opstellen en zal samen met de jongere bepalen bij welk probleem de meeste prioriteit ligt. De ITB er zal daarna samen met de jongere aan de slag gaan om de opgestelde doelen uit het Plan van Aanpak te behalen. Tijdens dit proces wordt er elke drie maanden het traject geëvalueerd om te kijken waar de jongere staat en of zijn motivatie nog aanwezig is. Het uiteindelijke doel bij einde traject zal zijn dat de jongere duurzaam kan uitstromen op de arbeidsmarkt en er rust is op de verschillende leefgebieden zodat de jongere alleen verder kan. Bovenstaand proces is gaandeweg tot stand gekomen binnen het team. De richtlijnen zijn tot op heden nog niet vastgelegd op papier gezien het een pilot project betreft. In de praktijk blijkt dat elke ITB er weer anders omgaat met het proces en op een eigen manier werkt. Om de jongeren duurzaam uit te laten stromen stelt de provincie Overijssel voor bedrijven een bedrag van euro beschikbaar om bedrijven te stimuleren om deze kwetsbare jongeren aan te nemen, zodat deze kwetsbare jongeren ervaring opdoen op de arbeidsmarkt. Hiernaast stimuleert de ITB er de jongere en de werkgever om voor de jongere een startkwalificatie te behalen zodat de jongere in de toekomst meer perspectief heeft op de arbeidsmarkt. In ruil voor dit bedrag dienen de bedrijven een leer/werkmeester beschikbaar te stellen die de jongeren binnen het bedrijf begeleiden (1000 Jongerenplan, z.j.). Om het project destijds van de grond te krijgen is er besloten om subsidie voor het project aan te vragen bij het Europees Sociaal Fonds(ESF). De reden hiervan is dat de missie en visie van het 1000 Jongerenplan nauw aansluit bij waar het ESF voor staat. Het ESF heeft tot doel om de jeugdwerkloosheid te verminderen. Het ESF heeft, tussen 2009 en 2011, 75 miljoen aan ESF-subsidie beschikbaar gesteld voor de bestrijding van jeugdwerkloosheid naast het budget wat de overheid beschikbaar heeft gesteld (Rijksoverheid, 2009 en Europese Commissie, 2012). Eén van de doelen van de Europese Unie (EU) is het stimuleren en verbeteren van de werkgelegenheid in Europa. Eén van de kerndoelen van Europa 2020 is meer werkgelegenheid. Door 14

15 scholing en sociale innovatie ondersteunt het ESF de mobiliteit van deze werknemers op de arbeidsmarkt. Voor Nederland is in de jaren 2007 tot en met 2013 een bedrag van 830 miljoen beschikbaar aan subsidies voor ESF-projecten (agentschapszw, z.j. en Tavecchio, Oomen-Van De Kerkhof en Roorda-Honée, 1991). De subsidie van het 1000 Jongerenplan liep tot september 2012 maar er is besloten om de looptijd van het ESF te verlengen van 18 naar 24 maanden(agentschapszw, z.j.). In overleg met de Provincie Overijssel en de betrokken deelnemende instellingen is besloten het project te verlengen tot In tussenliggende periode zal gekeken moeten worden wat de mogelijkheden zijn om het project na 2015 te verduurzamen. Op dit moment is bekend dat er 150 jongeren uit de groep van 1000 eind 2010 een baan hebben gevonden. Op dat moment zitten er nog 196 jongeren in het traject naar een baan toe. Daarnaast zijn twaalf jongeren voortijdig met het traject gestopt. Het uitvalpercentage komt daarmee op minder dan tien procent (Provincie Overijssel, 2012). De groep met de meeste risico s op langdurige werkloosheid, zijn vooral de jongeren met weinig opleiding. De jongeren die geen startkwalificatie behaald hebben zijn vaak jongeren die wonen in een eenoudergezin, jongeren waarvan de ouders niet werken of jongeren waarvan de ouders een laag besteedbaar inkomen hebben. Deze jongeren hebben veelal te maken met complexe problemen. De overbelasting die deze gestapelde problematiek met zich meebrengt, wordt als eerste stap gezien naar voortijdig schoolverlaten, grensoverschrijdend gedrag en criminaliteit. In deze situatie raken jongeren aan de rand van de maatschappij. Zij komen op diverse manieren in de negatieve aandacht. Het zijn vooral de werkloze jongeren zonder startkwalificatie die aandacht behoeven om erger te voorkomen. Dit blijkt ook uit de notitie plan van aanpak jeugdwerkloosheid uit 2003 waarin staat dat schoolverlaters zonder startkwalificatie veel meer ondersteuning en intensieve begeleiding nodig hebben dan andere jongeren (Rijksoverheid, 2003). Het blijkt dat meisjes minder vaak zonder startkwalificatie van school komen dan jongens Bij de 15- tot 25-jarige meisjes daalde het aandeel zonder startkwalificatie van 13% in 2001 naar 7% in Bij de jongens nam het ook af, van 16 naar 11%. Er zijn nog altijd meer niet-schoolgaande jongens zonder startkwalificatie dan meisjes. In 2009 ging het landelijk gezien, om meisjes en jongens (CBS, z.j.). Er is een verschil tussen hoe jongens en meisjes omgaan met deze problematiek. Bij meisjes is er eerder sprake van emotionele stoornissen ook bekend onder de termen "overcontrolled" of "internalizing syndrome". Met internaliserende problemen worden die problemen bedoeld waar het kind zelf onder lijdt, zoals te afhankelijk zijn, jaloers, angstig en teruggetrokken gedrag (Nationaal Kompas Volksgezondheid, z.j. en van der Valk, Spruijt, de Goede, Maas & Meeus, 2004, pag ). Externaliserend gedrag, dat opvallender en sociaal onwenselijker is dan internaliserend gedrag, wordt bij jongens veel vaker gerapporteerd dan bij meisjes. Psychosociale problematiek uit zich bij 15

16 jongens vaak in de vorm van externaliserend gedrag, dat als zeer storend wordt ervaren. Dit verschijnsel past bij het gegeven dat in de manifestatie van gedragsproblemen en -stoornissen dit vaker voorkomt bij jongens dan bij meisjes. (Tavecchio, Oomen-Van De Kerkhof en Roorda-Honée, 2011). 2.2 Methodieken aanpak jeugdwerkloosheid Binnen deze paragraaf zal er antwoord worden gegeven op de deelvraag: Welke methodieken zijn er om de jeugdwerkloosheid te verminderen?. Daarbij zal ingegaan worden op de verschillende methodieken en waarom er binnen het 1000 Jongerenplan voor de methodiek Work-Wise is gekozen Welke methodieken zijn er om de jeugdwerkloosheid te verminderen? Een belangrijke succesfactor van het 1000 Jongerenplan is het toepassen van de Work-Wise methodiek (Work-Wise, z.j.). De Work-Wise Methodiek is een samenwerkingstraject, dat een kind of jongere op weg helpt naar een plek in de samenleving. Belangrijke kenmerken van het Work-Wise traject zijn de ketensamenwerking en inzet door intensieve persoonlijke begeleiding, waarbij gewerkt wordt aan een plan op maat voor iedere jongere. Iedere Work-Wise jongere krijgt een Individueel Trajectbegeleider ( ITB er) die hem van de eerste tot de laatste dag ondersteunt, coacht en begeleidt. De Individueel Trajectbegeleider helpt de jongere en fungeert als een coach/ begeleider. De ITB er zorgt er voor dat er samen met de jongere een plan wordt opgesteld en dat dit plan ook wordt uitgevoerd. Daarvoor brengt hij of zij alle benodigde partijen bij elkaar. De ITB er helpt bij het vinden van de juiste school of opleiding, gaat met de jongere aan de slag om stage-plaatsen of werk te vinden. De ITB er ondersteunt bij het zoeken van woonruimte als dat nodig is en helpt en motiveert de jongere waar het kan, als tijdens het traject de zaken eens tegenvallen. De ITB er is ook degene die alle partijen van ketenpartners tot en met school, stage-/werkgevers en ouders op de hoogte houdt van de voortgang. Work-Wise is een samenwerkingsverband van alle Justitiële en een aantal Jeugdzorgplus instellingen die werken met het arbeids-toeleidend programma Work-Wise. Arbeidstoeleiding wil zeggen dat personen dan wel jongeren, die hier zelf niet toe in staat zijn, begeleiding krijgen bij het toetreden op de arbeidsmarkt. Om haar doel te bereiken richt Work-Wise zich naast arbeid en scholing ook op vrijetijdsbesteding, een stabiel sociaal netwerk voor de jongere en goede woonruimte. Work-Wise heeft, voor zowel de jongere als voor hun begeleiders, programma s ontwikkelt zoals het werkprogramma aan de slag. Het programma richt zich op risicojongeren buiten een residentiële setting. Het programma is specifiek ontwikkeld voor risicojongeren in de leeftijd van 15 tot 24 16

17 jaar.'aan de slag' ervoor dat deze jongeren een beroepsopleiding kiezen en blijven volgen, stage gaan lopen en een baan krijgen én behouden! 'Aan de slag' is geen verplicht programma. Jongeren moeten zelf bereid zijn er aan deel te nemen. Het programma kent een looptijd van gemiddeld één jaar, afhankelijk van de begeleidingsnoodzaak en de motivatie van de jongere. De kracht van 'Aan de slag' is een combinatie van maatwerk voor iedere jongere, intensieve persoonlijke begeleiding, aangevuld met specifieke interventies. De persoonlijke begeleiding wordt gegeven door gecertificeerde programmabegeleiders, die via Work-Wise hun opleiding hebben gevolgd. De interventies richten zich op de onderwerpen werkrelatie en netwerkvorming en daarnaast worden op maat aanvullende interventies ingezet waaronder vaardigheidstrainingen. 'Aan de slag' richt zich ook op wonen, het sociale netwerk en vrije tijdsbesteding, omdat ook dit factoren zijn die hun invloed hebben op het behouden van opleiding of baan(work-wise, z.j.). De kracht van het 1000 Jongerenplan zit in de combinatie van maatwerk voor iedere jongere met een intensieve persoonlijke begeleiding (de Krom, 2011). Naast de Work-Wise Methodiek zijn er nog verschillende methodieken om de jeugdwerkloosheid aan te pakken. Belangrijke succesfactoren bij deze methodieken zijn een regionale aanpak, intensieve samenwerking en verbinding tussen onderwijs en arbeid. Zo zijn er verschillende projecten in de diverse regio s opgezet met een eigen methodiek om jeugdwerkloosheid tegen te gaan. Zo is in Noord Oost Brabant een omgekeerde leerroute bedacht. De omgekeerde leerroute is een (tijdelijke) alternatieve leerweg voor VMBO- schoolverlaters. Door middel van samenwerking werd er gewerkt aan een BOL-constructie, waarbij jongeren in theorie en praktijk tot vakmensen konden worden opgeleid. Het theoretische gedeelte van de opleiding werd bewerkt tot praktische werkopdrachten. Behalve juiste lokale netwerken en goede coöperatie blijkt ook een goede intermediair tussen bedrijfsleven en overheid essentieel voor het slagen van projecten. Zo heeft ook een gemeente samenwerking gezocht met uitzendbureaus zoals Randstad en Tempo-Team en bleek dit een gouden greep in de bestrijding van jeugdwerkloosheid. Andere methodieken die ingezet worden bij de ondersteuning van jongeren met problemen op meerdere leefgebieden zijn volgens Radar (2012): de Eigen Kracht Conferentie, de inzet van gezinscoaches/vig en de Wraparound Care. Bij een Eigen Kracht Conferentie maakt de jongere samen met zijn familie, buren, vrienden et cetera een plan voor de toekomst. Een onafhankelijke coördinator brengt iemands sociale netwerk bijeen zelfs als dat er niet meer lijkt te zijn en organiseert de conferentie. Eigen Kracht-conferenties zijn voor individuen en families, als herstel nodig is, bij leervragen en voor een groep, wijk of buurt. Al deze varianten gaan uit van dezelfde principes: een plan maken met betrokkenen waarbij de regie in handen blijft van de persoon of personen om wie het gaat. In het eerste deel van de Eigen Kracht-conferentie legt de hoofdpersoon van de conferentie, of iemand die dichtbij deze persoon staat, de situatie uit. Ook hulpverleners en andere professionals kunnen in dit deel informatie geven. Daarna volgt een (besloten) deel waarin de deelnemers aan de conferentie gezamenlijk een plan maken. Professionals en de Eigen Krachtcoördinator zijn hierbij niet aanwezig. In het laatste deel van de conferentie presenteren de 17

18 deelnemers het plan. Ondersteuning van professionals kan deel uitmaken van dit plan. Tot slot spreekt men af wie wat doet en wanneer iedereen weer bijeen komt, om te kijken hoe het gaat met de uitvoering van het plan. Als herstel nodig is of als een grote groep mensen elkaar nauwelijks kent, wijkt de werkwijze iets af. Dat geldt ook bij leervragen. De principes, waaronder de positie van de onafhankelijke Eigen Kracht-coördinator en het 'eigendom' van het plan, zijn in alle gevallen hetzelfde(eigen-kracht, 2012). Daar waar de reguliere hulpverlening afhaakt, staan de VIG-gezinscoaches klaar. De term VIG staat voor Vroegtijdig Interventie Gezinnen. Dit is een zeer intensieve vorm van hulpverlening in een gezin. Deze hulpverlening wordt gefinancierd door de gemeente waarbij er soms een vorm van dwang aan te pas komt (radar, z.j.). Wraparound care is een model voor het organiseren van integrale zorg aan gezinnen met een opeenstapeling van problemen. Net als bij de Eigen Kracht Conferentie benut het hun oplossend vermogen, betrekt hun sociale netwerk en streeft hun empowerment na. Daarnaast organiseert het samenwerking tussen verschillende sectoren. Gezinsbegeleiding en coördinatie van zorg liggen in één hand (Hogeschool Utrecht, 2012).De eerste resultaten en evaluaties van het onderzoek naar de inzet van gezinscoaches zijn positief, maar deze methodiek is nog niet wetenschappelijk bewezen. Dit is wel het geval bij de Eigen Kracht Conferentie. Uit internationale studies blijkt dat de Wraparound Care ook goede resultaten boekt. Het effectiviteitsonderzoek hiervan in Nederland loopt nog (radar, 2012). Kwetsbare jongeren of wel jongeren met meervoudige problematiek hebben op verschillende leefgebieden problemen. De Work-Wise Methodiek werkt middels het 8-fasenmodel waarin acht leefgebieden worden onderscheiden. De leefgebieden komen in bijna elke fase weer terug. Ze staan steeds centraal in het begeleidingstraject en brengen structuur aan in de rapportage en de begeleiding. 'Aan de slag' kent een looptijd van gemiddeld één jaar en is onderverdeeld in vier fasen. Fase 1 is het opstellen van een persoonlijk werkprogramma op basis van diagnose. Fase 2 duurt vier tot zes maanden en is de meest intensieve voor wat betreft begeleiding en interventies. Fase 3 duurt nog eens vijf maanden en checkt en vult aan waar nodig. Fase 4 is de follow-up, waarin nog zeker negen maanden contact wordt gehouden met de jongere. De leefgebieden zijn mensgericht en niet probleemgericht. Ze zijn voor iedereen van toepassing. Het eerste leefgebied is huisvesting. Hieronder verstaan we de woonsituatie van de cliënt. Onder het tweede leefgebied wordt de financiële situatie van de cliënt en het bestedingspatroon verstaan of wel de financiën. Het derde leefgebied is het sociaal functioneren. Dit is de relatie tussen de cliënt en zijn omgeving (waaronder zijn gezin, familie, hulpverleners), inclusief zijn maatschappelijk gedrag (relatie met justitie). Het vierde leefgebied is het psychisch functioneren of wel het 'welbevinden' van de cliënt, inclusief eventueel psychiatrisch ziektebeeld en verslavingsgedrag. Het vijfde leefgebied is zingeving. Onder zingeving verstaan we datgene wat de cliënt motiveert om te leven (bijvoorbeeld 18

19 een levens- of geloofsovertuiging). Het zesde leefgebied is het lichamelijk functioneren. De fysieke gesteldheid van de cliënt en de daarbij horende zelfzorg. Onder het zevende levensgebied verstaan we het praktisch functioneren zoals huishoudelijke en technische vaardigheden, taalvaardigheden enzovoort. Het laatste leefgebied is de dagbesteding. Hieronder verstaan we de dag invulling van de cliënt (werk, sociale activering, hobby's, studie, activiteiten) (movisie, z.j.). Een aantal problemen waar kwetsbare jongeren zoal tegen aan lopen zijn onder andere problemen thuis, geen goede leerprestaties, gepest worden, beginnende criminaliteit, onzekerheid over gedragsuitingen, passieve houding, snel beïnvloedbaar, geen structuur enzovoort. De jongeren hebben extra aandacht nodig. Ze geven aan onzeker te zijn en vragen om individuele, persoonlijke aandacht. Jongeren willen graag ondersteund worden in het proces naar zelfredzaamheid maar niet betutteld worden. Het blijft een proces van zoeken en afwegen wat het best bij de jongere past in zijn of haar specifieke leefsituatie. De jongeren moeten zelf op onderzoek uitgaan, waarbij mede vorm gegeven kan worden door een begeleider. De essentie bij het voorthelpen van de kwetsbare jongere is hem of haar op de juiste manier te begeleiden (Hans, 2006). Uit een onderzoek van Work-Wise in 2009 blijkt het programma succesvol. 73% had na het traject een baan, plek op school of een vorm van dagbesteding. Maar ten opzichte van het jaar daarvoor merkte Work-Wise wel een daling van het percentage positieve uitstroom als gevolg van de economische crisis (Work-Wise Magazine, 2009). 19

20 2.3 Samenvatting Het 1000 Jongerenplan is een pilot project. Het project is opgezet vanuit het Provinciale actieplan jeugdwerkloosheid en richt zich op de kwetsbare groep jeugdige werklozen. Het gaat hier om jongeren die graag willen en kunnen werken, maar doordat zij geen startkwalificatie hebben en problemen op één of meerdere leefgebieden ondervinden, moeite hebben om zich staande te houden op de huidige arbeidsmarkt. Door intensieve begeleiding vanuit de ITB ers wordt er geprobeerd rust te krijgen op de verschillende leefgebieden en wordt gekeken wat de mogelijkheden zijn op het gebied van werk en scholing om zodoende de jongeren duurzaam uit te laten stromen op de arbeidsmarkt (1000 Jongerenplan, z.j.). Het project wordt gefinancierd vanuit de rijksoverheid en het Europees Sociaal Fonds (ESF) en heeft tot doel om de jeugdwerkloosheid te verminderen. Er zijn verschillende methodieken om de jeugdwerkloosheid te verminderen zoals de Eigen Kracht Conferentie, VIG-gezinscoaches, Wraparound Care en het arbeids-toeleidend programma de Work- Wise Methodiek. Deze methodiek is erg succesvol maar ondervindt ook wel de gevolgen van de economische crisis (vanaf 2009 wordt het moeilijker om banen te vinden voor deze kwetsbare jongeren). De ITB ers van het 1000 Jongerenplan werken met de laatst genoemde methodiek. Belangrijke kenmerken van het Work-Wise traject zijn de ketensamenwerking en inzet door intensieve persoonlijke begeleiding, waarbij gewerkt wordt aan een plan op maat voor iedere jongere. De Work-Wise Methodiek werkt middels het 8-fasenmodel waarin acht leefgebieden worden onderscheiden. De leefgebieden komen in bijna elke fase weer terug. Ze staan steeds centraal in het begeleidingstraject en brengen structuur aan in de rapportage en de begeleiding. De leefgebieden zijn mensgericht en niet probleemgericht. Ze zijn voor iedereen van toepassing. 20

21 3. Methode van onderzoek Het vorige hoofdstuk gaf antwoord op de theoretische deelvragen. In dit hoofdstuk wordt de onderzoeksmethode weergegeven en beargumenteerd om antwoord te krijgen op de praktijkgerichte deelvragen. In paragraaf 3.1 zal beschreven worden voor welk type onderzoek gekozen is en waarom. In paragraaf 3.2 zal de onderzoekspopulatie beschreven worden. Er zal in paragraaf 3.3 uitgelegd worden welke instrumenten gebruikt zijn bij dit onderzoek en de verantwoording daarvan. In paragraaf 3.4 wordt ingegaan op de dataverwerking. In paragraaf 3.5 wordt de procedure behandeld en paragraaf 3.6 beschrijft de betrouwbaarheid. Hierna zal in paragraaf 3.7 de interne en externe geldigheid beschreven worden. De ethische overwegingen zullen in paragraaf 3.8 aan de orde komen en uiteindelijk zal dit hoofdstuk afgerond worden met een samenvatting in paragraaf Type onderzoek Het type onderzoek wordt evaluatie onderzoek (toetsend onderzoek) genoemd. Door middel van procesevaluatie wordt er beoogd te weten te komen in hoeverre het traject goed is of welke activiteiten kunnen worden verbeterd. Deze vorm van onderzoek is een standaardprocedure om ervoor te zorgen dat (waar nodig) de implementatie verbeterd wordt (Heerink, Pinkster, Bratti- van der Werf, 2009). Hierbij kan ook gedacht worden aan het aantal jongeren en de specifieke groepen die bereikt zijn. Ook de expertise van de ketenpartners speelt hierbij een belangrijke rol (Loketgezondleven, 2012). Kenmerken van een evaluatie onderzoek zijn: er wordt een vergelijking gemaakt met de oude- en nieuwe situatie of de nieuwe situatie wordt vergeleken met vergelijkbare situatie elders. Daarbij wordt verondersteld dat de kenmerken in de oude situatie voor beide groepen gelijk zijn geweest, maar dat door een gebeurtenis de kenmerken in de nieuwe situatie zijn veranderd (Moaweb, z.j.). Daarnaast is het ook een effectevaluatie omdat bezien wordt of en in hoeverre de doelen zijn behaald (Loketgezondleven, 2012). Het onderzoek heeft het kenmerk van een breedte onderzoek. Gezien de doelgroep, werd de enquête onder een grote groep jongeren uitgezet om een zo groot mogelijke respons te krijgen (Heerink, Pinkster, Bratti- van der Werf, 2009). Deze groep betreft de huidige deelnemers en tevens de uitstromers van het 1000 Jongerenplan. Daarnaast is dit onderzoek een praktijkgericht onderzoek. Er werd namelijk in de praktijk een enquête gehouden onder jongeren tussen de 16 en 27 jaar die of uitstromers zijn van het 1000 Jongerenplan, of nog in het project zitten. De gegevens werden in de praktijk verzameld. Dit wordt als een empirisch onderzoek omschreven door Verschuren en Dooreward (2007). Dit onderzoek heeft als doel om de ervaringen en resultaten van genoemde jongeren in kaart te brengen. Daarom is 21

22 gekozen voor een breedte onderzoek, omdat dit onderzoek grootschalig is. Een grote hoeveelheid gegevens die verzameld zullen worden vraagt om een kwantitatief onderzoek (Verschuren & Dooreward, 2007). Een kwantitatief onderzoek is een onderzoek dat in de regel cijfermatige gegevens verzameld die harde aanwijzingen of bewijzen vormen (Heerink, Pinkster & Bratti-van der Werf, 2009). Er is voor dit onderzoek gekozen omdat er op deze manier snel een grote groep bereikt kon worden en er veel meningen verzameld konden worden voor een goed beeld. Onderzoekers verwachtten genoeg informatie uit de enquête te verkrijgen. 3.2 Onderzoekspopulatie Bij de populatie gaat het om een cijfermatig afgebakende groep van de doelgroep (Heerink, Pinkster & Bratti-van der Werf, 2009). De onderzoekspopulatie betreft dat deel van de werkelijkheid waarover en doormiddel van een onderzoek uitspraken worden gedaan (Verschuren & Dooreward, 2007). In dit onderzoek is de onderzoekspopulatie de groep huidige deelnemers en uitstromers van het 1000 Jongerenplan afdeling Twente. In dit onderzoek is de steekproef gelijk aan de populatie. De enquête is gehouden door middel van persoonlijke benadering van de jongeren die nog in traject zitten via de begeleidende ITB ers. De uitstromers zijn telefonisch benaderd ( ITB er) of per brief als er geen telefonisch contact mogelijk was. In totaal zijn er 280 jongeren benaderd om deel te nemen aan de enquête. Van deze 280 jongere hebben 197 de enquête ingevuld. De respons is daarmee 70 procent. 3.3 Instrumenten Om de deelvragen te kunnen beantwoorden, is ervoor gekozen om een enquête uit te zetten die hoofdzakelijk mondeling is afgenomen. De enquête is afgeleid van de C-toets en de exit vragenlijst van Jarabee. Deze enquête is te vinden in bijlage 1 en 2. Een enquête is een lijst met hoofdzakelijk gesloten vragen die schriftelijk of mondeling door de respondenten beantwoord kunnen worden (Heerink, Pinkster & Bratti-van der Werf, 2009). In dit onderzoek zijn het kwalitatieve vragen (meningen, ervaringen) waarmee antwoorden worden verkregen voor het kwantitatieve onderzoek. Er is gekozen voor deze manier van onderzoek omdat het een kwetsbare doelgroep betreft. De stellingen zijn in eenvoudige bewoordingen gesteld omdat veel jongeren uit de doelgroep weinig onderwijs hebben genoten. Bij een kwalitatief onderzoek wordt er meer de diepte ingegaan met als risico dat er mogelijk veel onduidelijkheden zouden zijn. De individuele trajectbegeleiders hebben deze enquêtes afgenomen bij de jongeren uit hun caseload. Door het afnemen van een enquête kon er op een snelle manier een grote groep bereikt worden en veel meningen verzameld worden voor een goed beeld, wat korter duurde door gesloten vragen 22

23 (Heerink, Pinkster & Bratti-van der Werf, 2009). Onderzoekers waren bang dat veel jongeren zouden afhaken als er veel tijd mee gemoeid zou zijn. De uitstromers zijn telefonisch geënquêteerd door één onderzoeker. De verwachting was dat door het persoonlijke en telefonische contact, de respons groter zou zijn dan wanneer deze per post of mail werd verstuurd. Het nadeel van face-to-face data verzamelingsmethode is dat er sociaal wenselijke antwoorden gegeven kunnen zijn door beïnvloeding van de enquêteur. De voordelen van dit type onderzoek was dat toonmateriaal gemakkelijk te gebruiken was en dat de ITB er kon helpen als de jongere de vraag niet begreep. De nadelen van het telefonisch contact was de ergernis over de gebruikte methode. Dit onderzoek heeft wel veel voordelen zoals snelheid, relatief lage kosten, direct inzicht in resultaten en in de nonrespons (right marktonderzoek, z.j.). Volgens Verhoeven (2007) is de survey de meeste gebruikte methode om meningen, opinies, houdingen en kennis bij een grote groep personen te meten. In dit kwantitatieve onderzoek is gebruik gemaakt van antwoordschalen door middel van stellingen over het (gevolgde) traject. De respondent had hierbij de keuze uit twee tot vijf antwoordmogelijkheden waarin een bepaalde volgorde te zien was. Er is gekozen voor gestructureerde en gesloten vragen. Het moest de respondenten zo eenvoudig mogelijk worden gemaakt. De benodigde tijd om aan de enquête deel te nemen mocht niet te groot zijn, anders zouden de respondenten kunnen afhaken. Er is getracht de manier van vraagstelling zoveel mogelijk aan te laten sluiten bij de doelgroep. Daartoe werden de vragen in eenvoudige bewoordingen en in gesloten vorm gesteld. Om de enquête te promoten werden de desbetreffende ITB ers betrokken bij het opstellen van de enquête. De ITB ers zijn gevraagd om de enquête kritisch te controleren en te beoordelen om suggestieve vragen en ondubbelzinnigheden te vermijden. Op deze wijze werd zoveel mogelijk voorkomen dat er blinde vlekken aan de kant van de onderzoekers zouden zijn. Tot slot is de enquête ter goedkeuring aan de projectleider, van het 1000 Jongerenplan, aangeboden. Deze manier van werken moest er voor zorgen dat de benodigde informatie verkregen werd waarmee de deelvragen en uiteindelijk de hoofdvraag beantwoord kan worden. De vragen en stellingen zijn inhoudelijk gelijk aan de C-toets. Het verschil zit hem alleen in de formulering, niet in de inhoud behalve de rapportcijfervragen, deze zijn niet gelijk. Om extra informatie te verkrijgen ten aanzien van deelvraag 5, zijn er twee rapportcijfervragen toegevoegd. De C-toets is opdracht van het Nederlandse Jeugd Instituut ontwikkeld. De vragenlijsten zijn getest op bruikbaarheid in de praktijk en op kwaliteit. De gestructureerde vragen van de C-toets leveren goede informatie over onder andere verloop, doel en resultaat. De exit-lijst is een doorontwikkeling van de C-toets en meet proces en resultaat. De vragen 8,13, 21,22,25, 26 en 27 zijn vergelijkbaar met vragen uit de exit-vragenlijst van Jarabee, die zijn gericht op resultaat. De uitkomsten van de factor resultaat is bij Jarabee een prestatie-indicator en als zodanig vergelijkbaar. 23

24 3.3.1 De inhoud/opbouw van de enquête Er zijn twee versies van de enquête gemaakt. Bij de eerste enquête werden de vragen in de tegenwoordige tijd gesteld en verspreid onder huidige deelnemers van het 1000 Jongerenplan. Bij de tweede versie werden dezelfde vragen in de verleden tijd gesteld, omdat de deelnemers het traject al hebben afgesloten en uitgestroomd zijn. In het begin van de enquête werd een korte uitleg gegeven over de enquête. Vervolgens werden algemene gegevens van de jongeren gevraagd. Dit zijn de vragen die bovenaan de enquête staan voordat de daadwerkelijke vragen beginnen (zie hiervoor bijlage1 en 2, de enquête). Voorbeelden hiervan zijn: Wat is je leeftijd Wat is je achtergrond Jongen/meisje Met deze vragen kon bekeken worden of de jongeren wel echt tot de doelgroep behoorden en wat hun situatie bij aanvang van het project was. De antwoorden op de stellingen vier tot en met elf uit de categorie verwachtingen (zie bijlage 1 en 2, enquête), geven antwoord op de praktijkgerichte vraag 1 (deelvraag 3). Deze luidt: Wat waren/zijn de verwachtingen van de jongeren ten opzichte van het 1000 Jongerenplan? Voorbeelden van stellingen hierbij zijn: ik verwacht(te) door de het 1000 Jongerenplan meer vertrouwen in de toekomst te hebben, ik verwacht(te) weer naar school te gaan of werk te hebben et cetera. De antwoordcategorieën waren in eerste instantie: helemaal niet mee eens niet mee eens wel mee eens helemaal wel mee eens. Deze categorieën zijn bij de analyse teruggebracht naar (helemaal) niet mee eens (helemaal) wel mee eens niet van toepassing. De praktijkgerichte vraag 2 (deelvraag 4) luidt: Op welke leefgebieden van de respondenten komen de meeste problemen voor? Het antwoord hierop wordt verkregen aan de hand van de geproduceerde gegevens uit de enquête. De vragen uit de enquête, die antwoord geven op deze deelvraag, zijn de vragen over de leefgebieden aan het begin van de vragenlijst. Dezelfde vragen zijn op het einde nogmaals gesteld om te achterhalen of de problemen nog bestonden (zie bijlage1 en 2, enquête). De leefgebieden zijn: Financiën Onderwijs/scholing Werk Middelengebruik Politie/justitie/gedwongen kaders 24

1 TRAJECT VAN SCHOOL TOT ARBEID

1 TRAJECT VAN SCHOOL TOT ARBEID 1 TRAJECT VAN SCHOOL TOT ARBEID ARBEIDSTOELEIDING VOOR KWETSBARE JONGEREN Voor jongeren die behoren tot de kwetsbare doelgroep is het uitermate moeilijk om een (opleidings)traject gericht op het verkrijgen

Nadere informatie

Nanuru, MH (Anna) 1000 jongerenplan.docx; 1000jongerenFolder.pdf. Geachte Gedeputeerden, Statenleden, Fractievoorzitters en Statengriffie,

Nanuru, MH (Anna) 1000 jongerenplan.docx; 1000jongerenFolder.pdf. Geachte Gedeputeerden, Statenleden, Fractievoorzitters en Statengriffie, Nanuru, MH (Anna) Van: Monique Engelbertink [m.engelbertink@attendiz.nl] Verzonden: donderdag 4 juni 2015 14:42 Aan: Statengriffie; Hijum, YJ. (Eddy), van; Boerman, E (Bert); 'martin.reesink@gmail.com';

Nadere informatie

Geestelijke Gezondheidszorg Eindhoven en de Kempen. Promenzo werkt

Geestelijke Gezondheidszorg Eindhoven en de Kempen. Promenzo werkt Geestelijke Gezondheidszorg Eindhoven en de Kempen Promenzo werkt Promenzo begeleidt en ondersteunt mensen met ernstige psychiatrische of psychische problemen bij het zoeken naar, vinden en behouden van

Nadere informatie

Werkprogramma voor risicojongeren

Werkprogramma voor risicojongeren Werkprogramma voor risicojongeren Programma voor risicojongeren, gericht op het verkrijgen en behouden van beroepsopleiding en werk. Ik had eerst nooit echt zin om door te zetten. Veel te veel afleiding

Nadere informatie

Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving

Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld

Nadere informatie

Werken, leren en activiteiten

Werken, leren en activiteiten Werken, leren en activiteiten Het beste uit het leven halen Meedoen in de samenleving. Voor sommige mensen is dat niet vanzelfsprekend. Ze hebben door psychische of psychosociale problematiek bijvoorbeeld

Nadere informatie

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving Aanpak: Gezinscoaching De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: BJZ Flevoland

Nadere informatie

Jongeren op de arbeidsmarkt

Jongeren op de arbeidsmarkt Jongeren op de arbeidsmarkt Tanja Traag In 23 was 11 procent van alle jongeren werkloos. Jongeren die geen onderwijs meer volgen, hebben een andere positie op de arbeidsmarkt dan jongeren die wel een opleiding

Nadere informatie

Effecten van cliëntondersteuning. Samenvatting van een haalbaarheidsonderzoek naar de meetbaarheid van door de cliënt ervaren effecten

Effecten van cliëntondersteuning. Samenvatting van een haalbaarheidsonderzoek naar de meetbaarheid van door de cliënt ervaren effecten Effecten van cliëntondersteuning Samenvatting van een haalbaarheidsonderzoek naar de meetbaarheid van door de cliënt ervaren effecten MEE Nederland, 4 februari 2014 1. Inleiding In deze samenvatting beschrijven

Nadere informatie

Ik sta er niet meer alleen voor!

Ik sta er niet meer alleen voor! Ik sta er niet meer alleen voor! Zelfredzaamheid en eigen kracht zijn centrale begrippen in onze participatiesamenleving. Eén gezin, één plan, één hulpverlener is al uitgangspunt van beleid. Daaraan wordt

Nadere informatie

Plan van Aanpak. Project : Toeleiding naar scholing en werk van jongeren met een Roma achtergrond in Lelystad. Aanleiding

Plan van Aanpak. Project : Toeleiding naar scholing en werk van jongeren met een Roma achtergrond in Lelystad. Aanleiding Plan van Aanpak Project : Toeleiding naar scholing en werk van jongeren met een Roma achtergrond in Lelystad. Aanleiding De gemeente Lelystad heeft in juni 2013 een plan gemaakt inzake de aanpak van multiproblematiek

Nadere informatie

Het 8-fasenmodel. Het 8-fasenmodel. Kennismaking met een praktische manier van planmatig werken in de maatschappelijke opvang

Het 8-fasenmodel. Het 8-fasenmodel. Kennismaking met een praktische manier van planmatig werken in de maatschappelijke opvang Het 8-fasenmodel Het 8-fasenmodel Kennismaking met een praktische manier van planmatig werken in de maatschappelijke opvang Het Het 8-fasenmodel voor de maatschappelijke voor de maatschappelijke opvang

Nadere informatie

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Tanja Traag Van alle jongeren die in 24 niet meer op school zaten, had 6 procent een startkwalificatie, wat inhoudt dat ze minimaal

Nadere informatie

Edo ter Maat, Persoons Gebonden Begeleiding

Edo ter Maat, Persoons Gebonden Begeleiding Verslag Clienttevredenheidsonderzoek Zorginstelling ETM: Edo ter Maat, Persoons Gebonden Begeleiding September 2018 Ans Herbers-Swennenhuis Toegepast Psycholoog September 2018 Inhoudsopgave Samenvatting...

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

Landelijk cliëntervaringsonderzoek Landelijk cliëntervaringsonderzoek Monitor Januari t/m december 2016 Ons kenmerk: 17.0010587 Datum: 22-09-2017 Contactpersoon: Rosan Hilhorst E-mail: Contractbeheer@regiogv.nl Inhoud 1. Inleiding... 3

Nadere informatie

Wouter Novak Ellen Fleurke Los Caminos. Methodische onderbouwing individuele trajecten Ervarend Leren

Wouter Novak Ellen Fleurke Los Caminos. Methodische onderbouwing individuele trajecten Ervarend Leren Wouter Novak Ellen Fleurke Los Caminos Methodische onderbouwing individuele trajecten Ervarend Leren The only source of knowledge is experience. Albert Einstein Methodische onderbouwing individuele trajecten

Nadere informatie

Stichting Jeugd en Jongerenwerk Midden-Holland 2005. Hoe maak ik een jeugdenquête

Stichting Jeugd en Jongerenwerk Midden-Holland 2005. Hoe maak ik een jeugdenquête Stichting Jeugd en Jongerenwerk Midden-Holland 2005 Hoe maak ik een jeugdenquête Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1 Wanneer een enquête 4 Hoofdstuk 2 Hoe maak ik een enquête 5 Hoofdstuk 3 Plan van aanpak

Nadere informatie

opvolgingsonderzoek re-integratie en voortijdig schoolverlaten

opvolgingsonderzoek re-integratie en voortijdig schoolverlaten opvolgingsonderzoek re-integratie en voortijdig schoolverlaten juli 2012 1 inleiding 1-1 aanleiding De rekenkamer voert onderzoeken uit naar de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van het

Nadere informatie

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007 LelyStadsGeluiden De mening van de jongeren gepeild School en werk 007 In 007 hebben.37 jongeren meegewerkt aan de jongerenenquête. Het onderzoek had als doel om in kaart te brengen wat jongeren doen,

Nadere informatie

Meander Nijmegen. Samen groot worden. Zorg voor jeugdigen. Begeleiding en (tijdelijk) wonen voor kinderen, jongeren en gezinnen BEGELEID (KAMER) WONEN

Meander Nijmegen. Samen groot worden. Zorg voor jeugdigen. Begeleiding en (tijdelijk) wonen voor kinderen, jongeren en gezinnen BEGELEID (KAMER) WONEN BEGELEID (KAMER) WONEN OPVOEDINGS- ONDERSTEUNING HULP OP MAAT LOGEERHUIS Meander Nijmegen stgmeander.nl Zorg voor jeugdigen Begeleiding en (tijdelijk) wonen voor kinderen, jongeren en gezinnen Samen groot

Nadere informatie

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 20 juni 2017 DATUM 20 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Workshop. Toegang tot beschermd wonen in de Wmo 2015

Workshop. Toegang tot beschermd wonen in de Wmo 2015 Workshop Toegang tot beschermd wonen in de Wmo 2015 Rina Beers, Federatie Opvang Agenda voor workshop: 1. Schets van toegang in Awbz en Wmo nu 2. Praktijk huidige centrale toegang MO 3. Schets van toegang

Nadere informatie

Aanval op de uitval. perspectief en actie

Aanval op de uitval. perspectief en actie Aanval op de uitval perspectief en actie Fatma wil fysiotherapeut worden. En dat kan ze ook. Maar ze heeft nog een wel een lange leerloopbaan te gaan. Er kan in die leerloopbaan van alles misgaan waardoor

Nadere informatie

Begeleid Wonen. www.st-neos.nl. Maatschappelijke opvang en aanpak huiselijk geweld

Begeleid Wonen. www.st-neos.nl. Maatschappelijke opvang en aanpak huiselijk geweld Begeleid Wonen www.st-neos.nl Maatschappelijke opvang en aanpak huiselijk geweld De stichting Neos is een organisatie voor maatschappelijke opvang en aanpak huiselijk geweld. De organisatie richt zich

Nadere informatie

Een mooie toekomst voor ieder kind

Een mooie toekomst voor ieder kind Een mooie toekomst voor ieder kind www.altra.nl Sanne Pronk Esme van der Ley Doelgroep School2Care Externaliserende gedragsproblemen Grensoverschrijdend / risicovol gedrag Geen acceptatie van gezag Ontbrekende

Nadere informatie

NEDERLANDERS EN DE DECENTRALISATIES IN HET SOCIALE DOMEIN

NEDERLANDERS EN DE DECENTRALISATIES IN HET SOCIALE DOMEIN NEDERLANDERS EN DE DECENTRALISATIES IN HET SOCIALE DOMEIN Februari 2015 I&O Research volgt ontwikkelingen met longitudinaal onderzoek. Nulmeting in december 2014. Negen op de tien Nederlanders kregen iets

Nadere informatie

Bijlage 2. Projecten bestrijding jeugdwerkloosheid

Bijlage 2. Projecten bestrijding jeugdwerkloosheid Bijlage 2. Projecten bestrijding jeugdwerkloosheid 2013-2014 1. Jongerenloket Het jongerenloket bij de Regionale Sociale Dienst in de regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden is een voortzetting van het jongerenloket

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013 Fact sheet nummer 5 maart 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Er zijn ruim 133.000 jongeren van 15 tot en met 26 jaar in Amsterdam (januari 2012). Met de meeste jongeren gaat het goed in het onderwijs

Nadere informatie

JEUGD WERKLOOSHEID 1-METING Onderzoek naar de perceptie van jeugdwerkloosheid onder jongeren in opdracht van het Ministerie VWS - Jeugd en Gezin

JEUGD WERKLOOSHEID 1-METING Onderzoek naar de perceptie van jeugdwerkloosheid onder jongeren in opdracht van het Ministerie VWS - Jeugd en Gezin JEUGD WERKLOOSHEID 1-METING Onderzoek naar de perceptie van jeugdwerkloosheid onder jongeren in opdracht van het Ministerie VWS - Jeugd en Gezin FERNANDO MC DOUGAL MSC ODETTE VLEK MSC AMSTERDAM, AUGUSTUS

Nadere informatie

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK JEUGD

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK JEUGD Rapport CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK JEUGD Gemeente Houten Augustus 2016 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2016/141 Datum Augustus

Nadere informatie

Bijlage Rapportage monitor en resultaten eerste meting juni 2014 pilot Huishoudelijke Verzorging

Bijlage Rapportage monitor en resultaten eerste meting juni 2014 pilot Huishoudelijke Verzorging Bijlage Rapportage monitor en resultaten eerste meting juni 2014 pilot Huishoudelijke Verzorging Opzet van de monitor Huishoudelijke Verzorging De nieuwe manier van werken heeft 3 hoofdrolspelers namelijk

Nadere informatie

Grote dynamiek in kleinschalig ondernemerschap

Grote dynamiek in kleinschalig ondernemerschap Grote dynamiek in kleinschalig ondernemerschap J. Mevissen, L. Heuts en H. van Leenen SAMENVATTING Achtergrond van het onderzoek Het verschijnsel zelfstandige zonder personeel (zzp er) spreekt tot de verbeelding.

Nadere informatie

Kent u de sport- en cultuurregeling?

Kent u de sport- en cultuurregeling? Kent u de sport- en cultuurregeling? Conclusies en aanbevelingen Rekenkamercommissie Teylingen Onderzoek naar sport- en cultuurregeling Datum: 10 mei 2016 Pictogrammen: www.sclera.be 1 Inleiding De rekenkamercommissie

Nadere informatie

Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving

Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld

Nadere informatie

Wonen, werken, leren en activiteiten

Wonen, werken, leren en activiteiten Wonen, werken, leren en activiteiten Het beste uit het leven halen Meedoen in de samenleving. Voor sommige mensen is dat niet vanzelfsprekend. Ze hebben door psychische of psychosociale problematiek bijvoorbeeld

Nadere informatie

Ter attentie van de leden van de Vaste Kamercommissie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Ter attentie van de leden van de Vaste Kamercommissie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap De Kinderombudsman Visie op het verlengen van de kwalificatieplicht tot 21 jaar 7 september 2015 Ter attentie van de leden van de Vaste Kamercommissie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Aanleiding De

Nadere informatie

Intensieve begeleiding naar een betere toekomst. Nieuwe Perspectieven

Intensieve begeleiding naar een betere toekomst. Nieuwe Perspectieven Intensieve begeleiding naar een betere toekomst. Nieuwe Perspectieven Als jongeren zijn vastgelopen. Nieuwe Perspectieven Jongeren kunnen op meerdere gebieden vastlopen in het leven. Soms dreigen ze daardoor

Nadere informatie

Voor Arbeid en Kansen (VAK) Plan van aanpak bij een gemeente. Het succes van samenwerking

Voor Arbeid en Kansen (VAK) Plan van aanpak bij een gemeente. Het succes van samenwerking Voor Arbeid en Kansen (VAK) Plan van aanpak bij een gemeente Het succes van samenwerking Het project VAKwerk Doel van het project: het optimaliseren van kansen op werk door te investeren in de kansen door

Nadere informatie

Evaluatie Van Werk Naar Werk beleid bij de Rijksoverheid

Evaluatie Van Werk Naar Werk beleid bij de Rijksoverheid Evaluatie Van Werk Naar Werk beleid bij de Rijksoverheid Jose Gravesteijn Jaap de Koning Kim Weistra Presentatie voor een bijeenkomst van de Vereniging Ambtenaar en Recht, 14 april 2016 Inhoud Hoofdpunten

Nadere informatie

Aanpak: Participatiehuis. Beschrijving

Aanpak: Participatiehuis. Beschrijving Aanpak: Participatiehuis De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Partners

Nadere informatie

BESLUITNOTA. Sluitende aanpak jongeren naar startkwalificatie en werk. Regio Hoogezand-Sappemeer, Haren en Slochteren

BESLUITNOTA. Sluitende aanpak jongeren naar startkwalificatie en werk. Regio Hoogezand-Sappemeer, Haren en Slochteren BESLUITNOTA Sluitende aanpak jongeren naar startkwalificatie en werk Regio Hoogezand-Sappemeer, Haren en Slochteren Aan : Bestuurlijk overleg: gemeenten Hoogezand-Sappemeer, Haren en Slochteren provincie

Nadere informatie

Aanpak: Gezinsmanagement/WIG. Beschrijving

Aanpak: Gezinsmanagement/WIG. Beschrijving Aanpak: Gezinsmanagement/WIG De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Veiligheidshuis

Nadere informatie

Aanpak: GRIP-aanpak. Beschrijving

Aanpak: GRIP-aanpak. Beschrijving Aanpak: GRIP-aanpak De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Bureau Jeugdzorg

Nadere informatie

Samenvatting Benchmark O&O beleid gemeenten. Tweede meting werkgevers en werknemers

Samenvatting Benchmark O&O beleid gemeenten. Tweede meting werkgevers en werknemers Samenvatting Benchmark O&O beleid gemeenten Tweede meting werkgevers en werknemers 2 Inleiding In deze brochure vindt u de belangrijkste resultaten van de benchmark Opleiden en Ontwikkelen. De benchmark

Nadere informatie

Monitor HH(T) 4 e kwartaalmeting

Monitor HH(T) 4 e kwartaalmeting Monitor HH(T) 4 e kwartaalmeting Marlijn Abbink-Cornelissen Marcel Haverkamp Janneke Wilschut 5 April 2016 1 Samenvatting Samenvatting Dit is het vijfde rapport van de monitor HH(T). Deze monitor inventariseert

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY - eindrapport - Y. Bleeker MSc (Regioplan) dr. M. Witvliet (Regioplan) dr. N. Jungmann (Hogeschool Utrecht) Regioplan Jollemanhof

Nadere informatie

De krachtgerichte methodiek

De krachtgerichte methodiek Het Centrum Voor Dienstverlening is u graag van dienst met: De krachtgerichte methodiek Informatie voor samenwerkingspartners van het CVD Waar kunnen we u mee van dienst zijn? Centrum Voor Dienstverlening

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

MBO-instellingen en gemeenten

MBO-instellingen en gemeenten MBO-instellingen en gemeenten Hoe verloopt de samenwerking? Een tabellenrapport MBO-instellingen en gemeenten Hoe verloopt de samenwerking? Een tabellenrapport Opdrachtgever: Ministerie van OCW Utrecht,

Nadere informatie

24 uurshulp. Met Cardea kun je verder!

24 uurshulp. Met Cardea kun je verder! 24 uurshulp Met Cardea kun je verder! Met Cardea kun je verder! 24 UURSHULP De meeste kinderen en jongeren wonen thuis bij hun ouders totdat ze op zichzelf gaan wonen. Toch kunnen er omstandigheden zijn,

Nadere informatie

Beleidskader RMC Regio 37 Zuidoost-Brabant Januari 2017

Beleidskader RMC Regio 37 Zuidoost-Brabant Januari 2017 Beleidskader RMC 2017-2020 Regio 37 Zuidoost-Brabant Januari 2017 Inleiding Voor u ligt het beleidskader RMC van de regio Zuidoost-Brabant. RMC staat voor Regionaal Meld- en Coördinatiepunt. Gemeenten

Nadere informatie

Ingekomen stuk D3. Ons kenmerk L110/07. Datum uw brief nvt

Ingekomen stuk D3. Ons kenmerk L110/07. Datum uw brief nvt Ingekomen stuk D3 Aan de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon (024) 329 90 00 Telefax (024) 329 29 81 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus 9105 6500 HG Nijmegen

Nadere informatie

Quick scan re-integratiebeleid. Een oriënterend onderzoek door de rekenkamercommissie

Quick scan re-integratiebeleid. Een oriënterend onderzoek door de rekenkamercommissie Quick scan re-integratiebeleid Een oriënterend onderzoek door de rekenkamercommissie Doetinchem, 16 december 2011 1 1. Inleiding De gemeenteraad van Doetinchem heeft op 18 december 2008 het beleidsplan

Nadere informatie

Onderzoek Jongeren in de Wet werk en bijstand (WWB).

Onderzoek Jongeren in de Wet werk en bijstand (WWB). Raadsmemo Datum: 16 juni 2015 Aan: Gemeenteraad van Kopie aan: Van: Voor informatie: Onderwerp: P. van Zwanenburg Hans Tadema, Ontwikkeling Onderzoek Jongeren in de Wet werk en bijstand (WWB). 1. Aanleiding

Nadere informatie

Analyse Project Eigen Kracht in Uitvoering

Analyse Project Eigen Kracht in Uitvoering Analyse Project Eigen Kracht in Uitvoering 2013-2014 Inleiding In de periode 2011 tot en met 2014 hebben Trias Jeugdhulp, Jarabee en Intermetzo subsidie ontvangen van de provincie Overijssel voor het project

Nadere informatie

Laagdrempelige toegang voor mensen met een beperking

Laagdrempelige toegang voor mensen met een beperking Laagdrempelige toegang voor mensen met een beperking Evaluatie Pilot clientondersteuning in de Rotterdamse Vraagwijzers MEE Rotterdam-Rijnmond Datum Januari 2017 Opdrachtgever Opdrachtnemer Status Gemeente

Nadere informatie

Evaluatierapport Groenproject gemeente Boxmeer

Evaluatierapport Groenproject gemeente Boxmeer Evaluatierapport Groenproject gemeente Boxmeer Inleiding Op 1 februari 2007 is de gemeente Boxmeer, in samenwerking met IBN Arbeidsintegratie gestart met het zogenaamde Groenproject. Dit project, waarbij

Nadere informatie

BETREFT ZRM METING EN ANALYSE en METING MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT

BETREFT ZRM METING EN ANALYSE en METING MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT Bijlage 4 BETREFT ZRM METING EN ANALYSE en METING MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT Voor een deel van de verantwoording voor het eerste halfjaar van 2016 is gebruik gemaakt van de ZelfRedzaamheid Matrix. Hieronder

Nadere informatie

Evaluatie SamenOud training Anders denken, anders doen Casemanagement

Evaluatie SamenOud training Anders denken, anders doen Casemanagement Evaluatie SamenOud training Anders denken, anders doen Casemanagement Deelprogramma voor wijkverpleegkundigen en ouderenadviseurs die opgeleid worden tot casemanager SamenOud R. Brans April 2013 Inhoud

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Fact sheet nummer 9 juli 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Er zijn in Amsterdam bijna 135.000 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2013). Veel jongeren volgen een opleiding of

Nadere informatie

Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015!

Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015! Voorstellen voor onderzoekspresentaties Mbo Onderzoeksdag Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015! Indienen van een voorstel kan tot en met 15 mei 2015 via e-mailadres:

Nadere informatie

Toekomstgericht werken: Werksessies beter benutten van de verlengde jeugdhulp

Toekomstgericht werken: Werksessies beter benutten van de verlengde jeugdhulp Toekomstgericht werken: Werksessies beter benutten van de verlengde jeugdhulp Mei 209 Dit is een overzicht van de uitkomsten van de twee werksessies met gemeenten, wijkteams, zorgaanbieders en jongeren.

Nadere informatie

Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken. Beschrijving

Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken. Beschrijving Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld

Nadere informatie

Aanpak: Praktische gezinsondersteuning. Beschrijving

Aanpak: Praktische gezinsondersteuning. Beschrijving Aanpak: Praktische gezinsondersteuning De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door:

Nadere informatie

Werk, inkomen. sociale zekerheid. www.departicipatieformule.nl, versie 2 2013 1

Werk, inkomen. sociale zekerheid. www.departicipatieformule.nl, versie 2 2013 1 Werk, inkomen & sociale zekerheid versie 2013 www.departicipatieformule.nl, versie 2 2013 1 Inleiding... 3 Participatiewet, geplande invoerdatum 1 januari 2014... 4 Wet Wajong (sinds 2010)... 6 Wet Werk

Nadere informatie

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving Aanpak: Gezinscoaching De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Dienst Gezondheid

Nadere informatie

Werktrajectbegeleider

Werktrajectbegeleider Werktrajectbegeleider Functiebeschrijving naar aanleiding van CAO-tekst Trajectbegeleider Vastgesteld door: Directeurbestuurder Datum: December 2005 Algemene kenmerken De werktrajectbegeleider richt zich

Nadere informatie

Peiling over Europa en EDIC

Peiling over Europa en EDIC Peiling over Europa en EDIC Peiling over Europa en EDIC Datum: september 2013 Colofon Gemeente Nijmegen Onderzoek en Statistiek contactpersoon: Ad Manders tel.: (024) 329 98 89 emailadres: onderzoek.statistiek@nijmegen.nl

Nadere informatie

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd Inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Inleiding 4 1.1 Doelgroep 4 1.2 Methode 4 1.3 Respons 4 2. Resultaten Wmo 5 2.1 Contact en toegankelijkheid van hulp of ondersteuning

Nadere informatie

Artikelen. Minder dynamiek binnen de werkzame beroepsbevolking in Ingrid Beckers en Birgit van Gils

Artikelen. Minder dynamiek binnen de werkzame beroepsbevolking in Ingrid Beckers en Birgit van Gils Minder dynamiek binnen de werkzame beroepsbevolking in 23 Ingrid Beckers en Birgit van Gils In 23 vonden ruim 9 duizend mensen een nieuwe baan. Dat is 13 procent van de werkzame beroepsbevolking. Het aandeel

Nadere informatie

Geachte voorzitter, Onderzoek cliëntervaring regio Haaglanden en Den Haag

Geachte voorzitter, Onderzoek cliëntervaring regio Haaglanden en Den Haag Typ teksttyp teksttyp tekst Saskia Bruines Wethouder van Kenniseconomie, Internationaal, Jeugd en Onderwijs, 060 Retouradres: Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag Aan de voorzitter van de Commissie Samenleving

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Jaarverslag Leerplicht/RMC 2017-2018 S.A.W. Visser De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN (050) 367 54 66 1 19-12-2018 - Geachte heer, mevrouw, Hierbij presenteren wij u het jaarverslag

Nadere informatie

Beleidsplan Regionaal Bureau Leerplicht

Beleidsplan Regionaal Bureau Leerplicht Beleidsplan Regionaal Bureau Leerplicht 2018-2022 Taken Regionaal Bureau Leerplicht Het Regionaal Bureau Leerplicht (RBL) voert voor de gemeenten in de Duin & Bollenstreek en de Leidse Regio de leerplichtfunctie

Nadere informatie

Langdurige werkloosheid in Nederland

Langdurige werkloosheid in Nederland Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.

Nadere informatie

REGIONALE VERSCHILLEN IN HET CARRIÈREVERLOOP VAN SCHOOLVERLATERS

REGIONALE VERSCHILLEN IN HET CARRIÈREVERLOOP VAN SCHOOLVERLATERS REGIONALE VERSCHILLEN IN HET CARRIÈREVERLOOP VAN SCHOOLVERLATERS Notitie Anet Weterings (PBL), Marten Middeldorp (RUG) en Martijn van den Berge (PBL) 15 oktober 2018 Regionale verschillen in het carrièreverloop

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 729 Evaluatie Wet inkomensvoorziening oudere werklozen Nr. 1 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Onderzoek naar gebruik, waardering, impact en behoefte aan LOB onder scholieren en studenten.

Onderzoek naar gebruik, waardering, impact en behoefte aan LOB onder scholieren en studenten. Onderzoek naar gebruik, waardering, impact en behoefte aan LOB onder scholieren en studenten. 1. Samenvatting Scholieren willen LOB! Dat is goed want loopbaanoriëntatie en begeleiding (LOB) is belangrijk.

Nadere informatie

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING December 2012 INLEIDING Het beleidsplan Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) 2008-2011 heeft een wettelijk bepaalde werkingsduur van vier jaren. In 2012 is besloten dit beleidsplan met één jaar te

Nadere informatie

Methodiek Junior Praktijk Opleider

Methodiek Junior Praktijk Opleider Methodiek Junior Praktijk Opleider ONDERZOEK TEN BEHOEVE VAN HET VERSTERKEN VAN DE DOELMATIGHEID Maaike van Rooijen Suzan de Winter-Koçak Eva Klooster Harrie Jonkman Methodiek Junior Praktijk Opleider

Nadere informatie

Wat is een plusvoorziening? Wat is de plusvoorziening in RMC-regio 36b?

Wat is een plusvoorziening? Wat is de plusvoorziening in RMC-regio 36b? Wat is een plusvoorziening? Een plusvoorziening is een combinatieprogramma van zorg en hulpverlening, onderwijs en (indien nodig) arbeidstoeleiding, waarbij een duidelijke structuur voor en verbondenheid

Nadere informatie

Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015!

Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015! Voorstel voor onderzoekspresentaties Mbo Onderzoeksdag Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015! Indienen van een voorstel kan tot en met 15 mei 2015 via e-mailadres: info@mboonderzoeksdag.nl

Nadere informatie

Uitstroommonitor praktijkonderwijs

Uitstroommonitor praktijkonderwijs Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2016-2017 Samenvatting van de monitor 2016-2017 en de volgmodules najaar 2017 Sectorraad Praktijkonderwijs december 2017 Versie definitief 1 Vooraf In de periode 1 september

Nadere informatie

Antwoord van staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 9 december 2010)

Antwoord van staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 9 december 2010) AH 740 2010Z13219 Antwoord van staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 9 december 2010) 1 Bent u bekend met nieuw onderzoek van Michigan State University

Nadere informatie

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Samenvatting Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. De Jeugdmonitor Zeeland De Jeugdmonitor Zeeland is een plek waar allerlei informatie bij

Nadere informatie

SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN

SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN 1. ALGEMEEN 1.1 INHOUD Onderwerp Pagina 1. ALGEMEEN 1.1 Inhoud 1 1.2 Het onderzoek en

Nadere informatie

In hoofdstuk 3 van het Jongerenoffensief staat welke doelstellingen de arbeidsmarktregio Twente zich stelt.

In hoofdstuk 3 van het Jongerenoffensief staat welke doelstellingen de arbeidsmarktregio Twente zich stelt. Arbeidsmarktregio Twente In het mailbericht van donderdag 11-7-2013 heeft de Programmaraad verzocht een aanvulling te verzorgen op het 2.0, waarin in een tabel SMART terug te vinden welke resultaten met

Nadere informatie

Heeft de persoon straffen of maatregelen die tot executie gebracht moeten worden? ja nee niet bekend/gecheckt

Heeft de persoon straffen of maatregelen die tot executie gebracht moeten worden? ja nee niet bekend/gecheckt Naam: Datum MW: Geboortedatum: Politie- en justitiecontacten Is persoon/het systeem bekend bij politie? Voor welke strafbare feiten is cliënt bekend bij politie en in welke periode? Bron: Is persoon/het

Nadere informatie

Erratum Jaarboek onderwijs 2008

Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Centraal Bureau voor de Statistiek Erratum 13 december 2007 Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Ondanks de zorgvuldigheid waarmee deze publicatie is samengesteld, is een aantal zaken niet juist vermeld. Onze

Nadere informatie

Anja Holwerda Wetenschapper UMCG, Sociale Geneeskunde/Arbeid en Gezondheid

Anja Holwerda Wetenschapper UMCG, Sociale Geneeskunde/Arbeid en Gezondheid 5/15/2014 Lezing Jongeren aan de Onderkant van de Arbeidsmarkt Anja Holwerda Wetenschapper UMCG, Sociale Geneeskunde/Arbeid en Gezondheid A.holwerda01@umcg.nl 050-3638274 1 ParticipatieWet Gemeenten integrale

Nadere informatie

Aansluiting onderwijs arbeidsmarkt Henk Kremer

Aansluiting onderwijs arbeidsmarkt Henk Kremer Aansluiting onderwijs arbeidsmarkt Henk Kremer Aansluiting onderwijs - arbeidsmarkt 1. Aanleiding 2. Constatering 3. Doelgroep 4. Perspectief 5. Knelpunten oplossen en beperken 6. Onderwijs-arbeidsmarkt:

Nadere informatie

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Zwaantina van der Veen / Dymphna Meijneken / Marieke Boekenoogen Stad met een hart Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 2

Nadere informatie

Het belang van begeleiding

Het belang van begeleiding Het belang van begeleiding Langdurig zieke werknemers 9 en 18 maanden na ziekmelding vergeleken Lone von Meyenfeldt Philip de Jong Carlien Schrijvershof Dit onderzoek is financieel mogelijk gemaakt door

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo en Jeugdwet

Cliëntervaringsonderzoek Wmo en Jeugdwet Cliëntervaringsonderzoek Wmo en Jeugdwet Management Summary Gemeenten zijn verplicht om jaarlijks inzicht te krijgen in de ervaringen van cliënten vanuit de Wmo en Jeugdwet. Onderzoeksbureau Flycatcher

Nadere informatie

Onderwerp: Aanvraag ESF-subsidie Actieve Inclusie 2014 2016 Reg.nummer: 2014/379169

Onderwerp: Aanvraag ESF-subsidie Actieve Inclusie 2014 2016 Reg.nummer: 2014/379169 Collegebesluit Onderwerp: Aanvraag ESF-subsidie Actieve Inclusie 2014 2016 Reg.nummer: 2014/379169 1 Inleiding; Sinds mei 2014 is er een nieuwe ESF-subsidieregeling van kracht. Een belangrijke wijziging

Nadere informatie

Stromen door het onderwijs

Stromen door het onderwijs Stromen door het onderwijs Vanuit het derde leerjaar van het vo 2003/2004 Erik Fleur DUO/IP Juni 2013 1. Inleiding In schooljaar 2003/2004 zaten bijna 200 duizend leerlingen in het derde leerjaar van het

Nadere informatie

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007 Landelijke Jeugdmonitor Rapportage 2e kwartaal 2007 Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen, 2007 Verklaring der tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil = (indien

Nadere informatie

Positieve gezondheid en het gemeentegesprek

Positieve gezondheid en het gemeentegesprek Positieve gezondheid en het gemeentegesprek Toelichting op ontwikkelde materialen en resultaten van de pilot in het kader van de ZONMW kennisvoucher Positieve gezondheid in de praktijk Projectnummer 50-53100-98-084

Nadere informatie