Qwert;Cliëntenparticipatie;pasdfghj klzxc;utrecht;vbnmklzxcvbnmqwert yuiamidfghjklzxcvbnmqw;2011;uiop. asdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghj

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Qwert;Cliëntenparticipatie;pasdfghj klzxc;utrecht;vbnmklzxcvbnmqwert yuiamidfghjklzxcvbnmqw;2011;uiop. asdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghj"

Transcriptie

1 Qwert;Cliëntenparticipatie;pasdfghj klzxc;utrecht;vbnmklzxcvbnmqwert yuiamidfghjklzxcvbnmqw;2011;uiop De ambulante cliënt heeft een stem asdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghj Afstudeeronderzoek z;cfe;xcvbnmqwertyuiopasdfghjklzx Nienke Elsten cvbnmqwertyuiopasdfghjklznmq;hu; Hogeschool van Utrecht Opleiding: HBO Ecologische Pedagogiek Product: Afstudeeronderzoek Opdrachtgever: AMI, JIJ Utrecht wertyuiopasdfghjklzxcvbnmqyuiopas Instelling: Joozt, LSG-Rentray Coach: Jan-Willem Eversdijk Studentnummer: dfghjklzxcvbnmqwertyuisdfghjklzxcv Inleverdatum: 6 juli 2011 bnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmoq; Joozt;rtyuiopasdfghjklzxcvbnmqwert yuiopasdfghjklzxc;jijutrecht;qwer tyuiopaghjklzxcvbnmqwertyuiopqas; Ambulantehulpverlening;bnmqwer tyuiopasdfghjklzxcvbnmhkhui;jeugd hulpverlening;opasdlzxcvbmqwerty uiopasdfghjomracdlpermaklzxcvbnm rtyuiopasxcvn;afstudeeronderzoek; 1

2 De ambulante cliënt heeft een stem Afstudeeronderzoek Nienke Elsten

3

4 Ter verduidelijking woordgebruik In mijn verslag gebruik ik afkortingen en een aantal woorden die meerdere betekenissen hebben, daarom staan ze hieronder weergegeven ter verduidelijking. Afkortingen: - BJZ: Bureau Jeugdzorg - WMCZ: Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen - MR-C: Medezeggenschapsraad Cliënten - JoRa: Jongerenraad Woordgebruik: - In mijn stuk gebruik ik hij in plaats van hij/zij of zij/haar. Ik bedoel hiermee echter zowel vrouwen als mannen (cliënten/hulpverleners). - Jeugdzorg is een veel voorkomend begrip in mijn voorstel. Sinds 1 januari 2005 is de Wet op de jeugdzorg ingegaan (Boudewien Mulder, n.d.). De wet op de jeugdzorg stelt dat iedereen: kinderen, jongeren en ouders, recht hebben op jeugdzorg. Jeugdzorg is een vorm van hulpverlening waarbij kinderen, jongeren en opvoeder(s) geholpen en/of begeleid worden om de ontwikkeling van het kind of jongere zo goed en veilig mogelijk te laten verlopen. Er wordt gestreven naar een zo n kort durende en zo n licht mogelijke behandeling. - In mijn stuk schrijf ik over organisaties: daarbij heb ik tegelijkertijd ook instellingen voor ogen. - In mijn stuk schrijf ik over opvoeder(s), daar onder vallen ook ouders/verzorgers. Dit is een term om de opvoeders van de jongeren of kinderen weer te geven aangezien niet elk kind bij zijn haar (biologische) ouder(s) woont maar deze opvoeders wel verantwoordelijk zijn voor hen. - In de jeugdzorg zijn er een aantal stromingen waarbinnen men hulpverlening kan ontvangen, twee daarvan zijn: residentiële en ambulante hulpverlening. Residentiële hulpverlening: de cliënt wordt binnen de instelling behandeld. Bij ambulante hulpverlening: de cliënt ontvangt hulpverlening in het gezin met als doel om het kind of de jongere en hun opvoeder(s) zo lang mogelijk in de eigen gezinssituatie te helpen om zo uithuisplaatsing te voorkomen (Jeugdformaat, 2008). - Het verschilt per organisatie, maar soms wordt ook de dagbehandeling onder ambulante hulpverlening gerekend. Dagbehandeling is een vorm van begeleiding waarbij een kind of jongere overdag in de instelling mee draait, maar wel thuis slaapt en woont (Dagbehandeling voor jongeren met problemen, 2010). Dagbehandeling schaar ik niet onder ambulante hulpverlening aangezien mijn doelgroep dan erg breed wordt. - Als ik de term cliënt(en) gebruik bedoel ik daarmee de kinderen en jongeren in de leeftijd van jaar die ambulante hulpverlening ontvangen. - Participatie kan in meerdere vormen plaats vinden. In mijn stuk praat ik over de kleine vorm en grote vorm van participatie. Als ik de kleine vorm noem bedoel ik participatie in één op één situatie. Daarbij gaat het over persoonlijke doelen. Als ik de grote vorm van participatie noem, bedoel ik participatie in een cliënten- of I

5 jongerenraad. Bij deze vorm gaat het over algemene doelen en komen verschillende cliënten samen. - Mijn onderzoek vindt plaats in de Jeugdzorg organisatie Joozt. Joozt is een samenvoeging van de organisatie Valkenheide, dat gebeurde onder de paraplu van de Leo Stichting Groep (LSG). LSG heeft ook Nieuwveldzicht Coreon onder zich. LSG is gefuseerd met Rentray. Zij heten daarom LSG-rentray. Onder LSG-rentray vallen acht jeugdzorg organisaties waar Joozt er één is. In mijn onderzoek houd ik het bij Joozt en gebruik ik niet de naam LSG-rentray. - Voor mijn onderzoek heb ik een aantal interviews gedaan met werknemers van Joozt. Om een duidelijke scheiding te maken tussen twee interviewgroepen, heb ik de ene groep ambulant hulpverleners (duidelijk aangezien zij ook de ambulant hulpverleners zijn) en de andere groep medewerkers genoemd. Onder medewerkers vallen de mensen die niet direct in contact staan met de cliënten. Zij houden zich dan ook o.a. bezig met beleid en het aansturen van de ambulant hulpverleners. II

6 Voorwoord Na 3,5 jaar is het dan zover, het einde van mijn opleiding Ecologische Pedagogiek aan de Hogeschool van Utrecht komt in zicht en dan mag ik mij een volwaardig Pedagoog noemen. Ik ben er na (bijna) vier jaar studie dan ook echt aan toe om de praktijk, als professional, in te duiken. Ik wil verder uit zoeken op welk gebied in de jeugdzorg ik als pedagoog werkzaam wil zijn, waar mijn specifieke interesses liggen en waar ik ook daadwerkelijk iets toe kan voegen aan de zorg van kinderen, jongeren en de band met hun opvoeders. De ontwikkeling van kinderen heeft mij altijd aangesproken. Ik werd er steeds meer door geboeid: wat draagt bij aan een gezonde ontwikkeling en wat is belemmerend? Welke invloed heeft de omgeving en welke rol spelen de ouders en anderen hierin? Hiermee wil ik mij in de toekomst bezig houden. In mijn onderzoeksvoorstel schreef ik dat ik daar nog alleen over kon dromen. Nu is die droom bijna werkelijkheid. Mijn afstudeeronderzoek ligt dan ook nu voor u. Mijn hoofdvraag is: Op welke manier wil de ambulante cliënt in de provincie Utrecht benaderd worden, zodat hij betrokken wordt bij cliënt inspraak in de organisatie? Om hierop een antwoord te krijgen heb ik een twaalftal diepte interviews gedaan met een aantal ambulant hulpverleners, medewerkers en een cliënt van de jeugdzorg organisatie Joozt. Naast deze ene cliënt heb ik ook een cliënt van de jeugdzorg organisatie Stichting Timon gesproken. Voor het onderbouwen van mijn onderzoek en toegevoegde waarde van (jongeren)participatie weer te geven, heb ik mij verdiept in de theorie. In mijn analyse leg ik een koppeling tussen de theorie en de uitkomsten van de interviews. Bij dit onderzoek zijn betrokken: Jan-Willem Eversdijk van de Hogeschool Utrecht, mijn leerteamcoach. Anne Spruyt, mijn begeleidster van JIJ Utrecht. Jan-Willem ik wil je bij deze bedanken voor alle steun, vertrouwen, tijd en humor die je mij gegeven hebt. Je bent een grote steun voor me geweest als ik door de bomen het bos niet meer zag. Ik wil JIJ Utrecht bedanken voor de unieke kans die jullie mij geboden hebben om mijn afstudeeronderzoek voor jullie te doen. Anne Spruyt, jij bedankt voor de begeleiding en hulp. Het contact tussen ons heb ik als zeer fijn ervaren en ook het vertrouwen in mij en mijn onderzoek gaf mij de zekerheid dat ik goed bezig was. Als laatste wil ik alle ambulant hulpverleners, medewerkers en de twee cliënten die ik geïnterviewd en gesproken heb, bedanken voor hun tijd en ervaring die zij met mij wilde delen. Zonder jullie had ik niet mijn onderzoek kunnen doen en was het niet geworden zoals het nu is. Daarbij wil ik Aad Knetch in het bijzonder bedanken voor de kans die ik gekregen heb om mijn onderzoek bij Joozt te doen. Dank voor de openheid en het goede contact met jullie organisatie. Nienke Elsten Utrecht, 6 juli 2011 III

7 Inhoudsopgave 1 Aanleiding Probleemstelling Theoretische kader Cliëntenparticipatie Voorwaarden voor participatie zijn: Cliëntparticipatie leidt tot: Vormen van participatie Thema s voor participatie Belangrijk om mee te nemen in de participatie Wat vraagt dit van de hulpverlener? Methodologie Plan van aanpak Uitvoering van het onderzoek Interviews Benaderen van cliënten Tijdspad Resultaten van de interviews: ambulant hulpverleners en medewerkers Participatie Wat vindt men nou eigenlijk van cliëntenparticipatie? Persoonlijke ervaring met cliëntenparticipatie Hoe worden cliënten momenteel benaderd? Onderwerpen voor participatie In gesprek gaan met de cliënt Effectieve manier om cliënten te benaderen Wat moet de organisatie doen en/of verbeteren? Toevoegingen Gesprek met Edwin Nieman Uitkomst interviews cliënten Uitkomst interview cliënt Joozt Uitkomst cliënt Timon Het benaderen van cliënten Uitkomst onderzoek... 54

8 10.1 Analyse Conclusie Aanbeveling JIJ Utrecht Aanbeveling Joozt Discussie Bijlage 1 Bronnen Bijlage 2 Cliëntparticipatie bij de ambulante cliënt Bijlage 3 Interview cliënt Joozt Bijlage 4 Interview cliënt Timon Bijlage 5 Tijdspad onderzoek... 81

9 Inleiding In de jeugdzorg zijn er vele verschillende vormen van hulpverlening. Om deze optimaal te laten werken is het belangrijk dat de cliënten (de ervaringsdeskundigen) hun ervaringen kunnen delen en hun mening doen gelden. Op 16 februari 2011 heb ik een bijeenkomst bijgewoond, georganiseerd door JIJ Utrecht en Landelijk Cliëntenforum Jeugdzorg (LCFJ), om jeugdzorg organisaties uit de provincie Utrecht, bij elkaar te krijgen en in gesprek te gaan over het betrekken van de ambulante cliënt middels cliëntparticipatie (zie bijlage 2). Vanuit de organisaties gaf men aan dat zij ervaren dat de ambulante cliënt moeilijk te bereiken is. Meerdere pogingen hebben niet tot de gewenste resultaten geleid (zie bijlage2). Om de ambulante cliënt te kunnen betrekken bij de organisatie middels cliëntparticipatie, moet er eerst inzicht verkregen worden op welke manier zij benaderd wil worden door de organisatie. De wil van de cliënt is belangrijk aangezien er van de cliënt inzet gevraagd wordt om mee te denken en te werken. Onderzoek Door middel van mijn onderzoek wil ik inzicht krijgen op welke manier de ambulante cliënt betrokken wil worden bij de organisatie om zo mee te participeren. Om dit inzicht te krijgen is niet alleen het woord van de cliënt belangrijk, maar ook dat van de hulpverlener en andere medewerkers van de organisatie. Aangezien de cliënt de hulpverlening thuis ontvangt, is hij vaak alleen via de hulpverlener verbonden aan de organisatie. Het is daarom erg belangrijk om ook de visie van de hulpverlener te raadplegen aangezien de hulpverlener vaak op de hoogte is van de meningen en gedachten van de cliënt. Dit alles om vanuit verschillende gezichtspunten (ecologisch perspectief) de beste manier te vinden om de ambulante cliënt te benaderen en ze zo de mogelijkheid te geven mee te participeren in de organisatie. Deze participatie helpt niet alleen bij de ontwikkeling van de organisatie, maar geeft ook de cliënten de kans om zich uit te drukken en zo voor zichzelf en andere cliënten hun stem te doen gelden en de hulpverlening te verbeteren. Mijn uiteindelijke doelstelling is dan ook: Inzicht verkrijgen op welke manier jongeren in de leeftijd van jaar, benaderd willen worden om mee te participeren in de organisatie. Belangrijk: Ik ga tijdens mijn onderzoek niet op zoek naar een manier om de stem van de cliënt in beeld te brengen, wat betreft individueel behandelingsplan, maar: hoe wil de cliënt benaderd worden door de organisatie waar hij mee te maken heeft via zijn hulpvraag om zo betrokken te worden voor participatie. Opdrachtgever AMI Consultancy (AMI consultancy, n.d.) is een adviesbureau die zich bezig houdt met projectbegeleiding, talentontwikkeling en organisatieverandering. AMI heeft in 2004 van de gemeente Utrecht een project toegewezen gekregen waarin zij werkt aan de cliëntenparticipatie in de jeugdzorg tussen de cliënt en de organisatie. Dit om deze in de provincie Utrecht zowel op instelling als op provinciaal niveau vorm te geven, op te zetten, uit te bouwen en te blijven ondersteunen. Dit project is JIJ Utrecht. Mijn onderzoek doe ik in opdracht voor JIJ Utrecht, maar komt vanuit AMI Consultancy.

10 Instelling Mijn onderzoek doe ik onder de ambulant hulpverleners, medewerkers en cliënten van de Jeugdzorg organisatie Joozt. Joozt bestaat uit twee organisatie die beide 100 jaar oud zijn: Valkenheide (in Maarsbergen) en jeugddorp De Glind. Valkenheide is oorspronkelijk een vak internaat voor jongens en is in de jaren uit gegroeid tot een organisatie voor jongens en meisjes met daarbij verschillende hulpvormen waaronder ambulant en residentiële hulpverlening. In De Glind worden jongens en meisjes onder gebracht bij een ouderpaar, al dan niet met kinderen. Het gezin krijgt een huis van hen en daar worden de kinderen in geplaatst. De kinderen wonen daar zo n acht jaar. It takes a village to raise a child (Aart Knetch (2011), directeur LSG-Rentray)

11 1 Aanleiding In Nederland staat de jeugdhulpverlening erg in de belangstelling. Ook vanwege de mogelijke politieke bezuinigheden (Bezuinigingen in de jeugdzorg onverstandig, 2011) en de kritische geluiden in het politieke debat naar aanleiding van een aantal zaken waarbij jeugdige slachtoffers zijn gevallen (bv, zaak Nulde, Savanna (Janssens, 2006)) en men zich afvraagt of de jeugdzorg instanties hier al dan niet gefaald hebben. Hans Wijers, bestuurder jeugdzorg geeft aan: Het lijkt ons niet erg verstandig om nu de financiering te verminderen terwijl de vraag naar jeugdzorg niet is afgenomen. Hij voegt daaraan toe: Hierdoor bestaat het risico dat het aantal wachtlijsten snel weer oploopt en dat de afname slechts een tijdelijk fenomeen is geweest (FNV, 2011). Onder druk van de bezuinigheden is de kans groot dat er op routine gehandeld wordt en er minder ruimte over blijft om zo te luisteren naar de stem van de cliënt. Daardoor is er een risico dat er minder aandacht en tijd is voor aanpassingen van dienstverlening aan de persoonlijk situatie en het bedenken van mogelijke vernieuwingen. 1.1 Organisatie JIJ Utrecht is sinds 2004 een langdurig project waarbij zij zich de afgelopen jaren voornamelijk hebben bezig gehouden met de cliëntparticipatie op instellingsniveau. Daarbij hebben zij zich vooral gericht op residentieel niveau, nu is het de beurt van de ambulante zorg. Om de cliëntparticipatie breder te trekken in de jeugdzorg, heeft JIJ Utrecht als een van hun speerpunten voor beschreven als: Het stimuleren van cliëntparticipatie in meerdere hulpvormen (betrekken van ambulante en pleegzorg). Dit is dan ook een goed uitgangspunt om onderzoek te doen naar cliëntparticipatie in de ambulante hulpverlening. 1.2 De Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen In 1996 is de wet, Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ) in gegaan. Deze wet staat voor de: houdende regels ter bevordering van de medezeggenschap van de cliënten van uit collectieve middelen gefinanciërde zorgaanbieders op het terrein van de maatschappelijke zorg en gezondheidszorg (E. Borst-Eilers, 1996). Elke zorgaanbieder moet vanaf 1996, voor elk door hem in stand gehouden instelling, een cliëntenraad opzetten. De cliëntenraad moet binnen het kader van de doelstellingen van de instelling, in het bijzonder de gemeenschappelijke belangen, van de cliënten behartigen. 1.3 Cliëntparticipatie Cliëntparticipatie, het woord zelf zegt het al: de cliënt mag mee participeren. Participeren betekent volgens de Van Dale: deelnemen aan, meedoen aan. De cliënt heeft dus medezeggenschap, betrokkenheid, mag meedoen aan en heeft daardoor invloed en inspraak op bepaalde onderwerpen in een organisatie. Deze onderwerpen lopen erg uiteen en kunnen plaats vinden op beleidsniveau maar ook praktijkniveau. Hierbij gaat het wel over onderwerpen van algemeen belang en niet over onderwerpen op individueel niveau. In het kort is cliëntparticipatie: Het betrekken van de cliënten bij de keuzes die de organisatie maakt ten behoeve van een betere dienstverlening. 1

12 Om cliënten te kunnen betrekken bij een organisatie en hun stem te doen gelden, zijn er cliëntenraden waarin de cliënten vertegenwoordigd worden door de cliënten zelf en/of verzorger(s). Naast cliëntenraden zijn er vaak ook nog cliëntenpanels of platforms. In deze panels en platforms zitten cliënten die, aan de hand van hun ervaringen, mee denken en advies geven, maar zijn in mindere mate betrokken bij de organisatie dan cliënten in de cliëntenraden. De ambulante cliënt is, niet alleen op provinciaal niveau maar ook op landelijk niveau, ondervertegenwoordigd in cliëntenraden binnen organisaties (Claessens, 2005). Jeugdzorg wil graag dat hier iets aan gedaan wordt. 1.4 Relevantie Elke provincie heeft een Bureau Jeugdzorg (BJZ). BJZ geeft aan cliënten een indicatie zodat er vastgesteld wordt in welke mate iemand zorg nodig heeft (Movisie/Nji/Vilans, 2011). BJZ wijst dan cliënten door naar andere (zorg) instellingen. Er vallen 7 zorg instellingen onder de provincie Utrecht, die tevens door hen gefinancierd worden. JIJ Utrecht werkt voor de provincie Utrecht samen met deze instellingen en werkt aan de cliëntparticipatie. Ambulante hulpverlening vindt overal plaats en er zijn dan ook vele visies en meningen over deze vorm van hulpverlening. Op 16 februari 2010 heb ik een bijeenkomst bij gewoond waarbij vier organisaties: Trajectum, het Leger Des Heils, De Rading en Zandbergen vertegenwoordigd waren (zie bijlage 2). In deze bijeenkomst kwam onder andere naar voren dat zij elk individueel al pogingen en acties hebben ondernomen om de ambulante cliënt te stimuleren tot participatie, maar dit hen nog niet verder heeft gebracht in het contact met de ambulante cliënt. Zij gaven aan daarom erg blij te zijn dat er nu gezamenlijk actie wordt ondernomen om te kijken naar de stappen die ondernomen kunnen worden om de ambulante cliënt toch bij de organisatie te betrekken en zo hun stem te doen gelden voor gemeenschappelijke belangen. Kijkend naar het benaderen van de ambulante cliënt om hen zo te betrekken bij de organisatie, middels cliëntparticipatie, zijn er geen tot weinig (zie onderzoek Leenheer, R. onder theoretisch kader) best practices te vinden. Het is daarom belangrijk dat er meer bekend moet worden over de manier waarop de cliënten benaderd willen worden zodat zij zo beter bereikt en ook meer betrokken kunnen worden door de organisatie. Om dit te stimuleren en dit eventueel landelijk onder de aandacht te brengen. Dit is belangrijk omdat dan: - organisaties zicht hebben op welke manier de ambulante cliënt benaderd en zo betrokken wil worden bij de organisatie middels cliëntparticipatie. - de ambulante cliënt zich zo meer betrokken gaat voelen bij des betreffende organisatie, - participatie van cliënten daadwerkelijk bij draagt aan de ontwikkeling van de hulpverlening in een organisatie en zorgt voor een betere communicatie tussen cliënt en de organisatie. De groep ambulante zorgontvangers blijft groeien (Annelies Schutte, 2010). Zij zijn een doelgroep die veel inzicht kan geven in de ontvangen zorg en daardoor een waardevolle bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling en verbetering van het zorg aanbod vanuit de jeugdhulpverlenings organisaties in het voortraject, tijdens het traject en in het na traject van ambulante hulpverlening. De ambulante cliënten hebben, evenals alle andere cliënten, het recht om hun stem te doen gelden en een bijdrage te leveren aan de hulpverlening die zij en anderen ontvangen. Helaas is het echter heel moeilijk om de ambulante cliënt te betrekken. Gebaseerd op mijn eigen ervaring in de praktijk (tweede jaars stage Handje helpen, regio Utrecht ), bevestigd door de bijeekomst (zie bijlage 2), meen ik dat dit komt doordat zij zich vaak niet of in 2

13 mindere mate verbonden voelen met de organisatie en de lijntjes lang zijn die hen verbinden met de organisatie. Dit alles zorgt ervoor dat de ambulante cliënt niet of in mindere mate betrokken is bij de organisatie, waardoor deze niet goed weet hoe ze de band met de cliënt kan vasthouden/versterken buiten het behandelplan. Maar is dit ook daadwerkelijk zo? Dat ga ik verkennen tijdens gesprekken met hulpverleners werkbaar op ambulant gebied en de ambulante cliënt zelf JIJ Utrecht JIJ Utrecht werkt met 2 panels: een voor cliënten en een voor instellingsmedewerkers. JIJ Utrecht streeft er naar op de hoogte te blijven van de meningen en gedachten van hun cliënten zodat er ook op tijd signalen en haalbare adviezen afgegeven kunnen worden aan de partijen die hierbij betrokken zijn en die dat zouden moeten weten. Door het betrekken van de cliënten, opvoeders en de instellingsmedewerkers is het mogelijk om zo samen een netwerk te vormen en gezamenlijk, vanuit verschillende belanghebbenden, te kijken naar signalen en onderwerpen. De signalen die vanuit de cliënten en ouders/verzorgers komen, kunnen zo getoetst worden bij de instellingsmedewerkers en andersom. Samen kan er gekeken worden naar haalbare en realistische oplossingen waar beide partijen het overeens zijn. JIJ Utrecht kan vanuit hier aanbevelingen geven aan de betrokken partijen om zo te werken aan ontwikkeling en het bewust maken van bepaalde signalen die spelen onder de cliënten en medewerkers en daarmee de diensteverlening ten goede komen. JIJ Meter Om de cliëntparticipatie te blijven bevorderen en in stand te houden heeft JIJ Utrecht de werkvormen ontwikkeld. Om deze werkvormen te toetsen is de JIJ meter ontwikkeld. Voor zowel cliënt, opvoeder, hulpverlener als werknemer, is er een toegespitste vragenlijst om zo gericht mogelijk vragen te kunnen stellen en daardoor op de hoogte gebracht te worden van de meningen binnen en buiten de organisaties. De JIJ Meter meet namelijk in hoeverre des betreffend persoon zich betrokken voelt bij een organisatie; De effectiviteit van de werkvormen. Werkvormen Niet alleen de JIJ Meter moet de cliëntparticipatie bevorderen en de cliënt stimuleren om mee te denken en te participeren, JIJ Utrecht is ook opzoek naar andere vormen van middelen om de participatie te stimuleren. De JIJ Meter meet de effectiviteit van de verschillende werkvormen. Deze werkvormen staan hieronder weergegeven: - C-toets (vragenlijst), - Actieve informatie voorziening in de vorm van: website, nieuwsbrief en folders, - Cliëntenraad, MR-C (Medezeggenschapsraad Cliënten), ouderraad - JoRa (Jongerenraad), bewoner vergadering, - Thema-bijeenkomst, - Panel/klankbord, forum - Cultuur & werkwijze van instelling. Deze verschillende werkvormen zijn toegepast op residentieel niveau, dit willen zij nu gaan toetsen op haalbaarheid/nut voor ambulant niveau. 3

14 2 Probleemstelling Tijdens mijn onderzoek ga ik mij bezighouden met de ambulante hulpverlening en ga ik mij richten op onderstaande hoofdvraag. 2.1 Hoofdvraag Op welke manier wil de ambulante cliënt in de provincie Utrecht benaderd worden, zodat hij betrokken wordt bij cliënt inspraak in de organisatie? 2.2 Deelvragen - Willen de cliënten betrokken worden bij de organisatie? - Wat is cliëntparticipatie? - Wat is jongeren participatie? - Hoe wil de cliënt benaderd worden om betrokken te worden door de organisatie met betrekking tot onderwerpen/vraagstukken van algemeen belang? - Hoe ziet de organisatie (hulpverleners + andere medewerkers) graag de cliënt betrokken worden? - Wat zijn de bestaande ervaringen vanuit de praktijk bij deze organisatie of elders? 2.3 Doelgroep Ik ga in mijn onderzoek uit van ambulante hulpverlening in het gezin. Mijn doelgroep zijn cliënten in de leeftijd van 12 tot 18 jaar. In het hoofdstuk Aanleiding kwam al naar voren dat organisaties aangeven dat de ambulante cliënt moeilijk te bereiken. Om hen beter te kunnen bereiken en hun stem te laten gelden, ga ik mij richten op deze doelgroep in mijn onderzoek. 2.4 Doelstelling Eind mei 2011 wil ik weten hoe mijn doelgroep benaderd wil worden om te kunnen mee participeren in hun organisatie. Om dit inzicht te verkrijgen ga ik interviews afnemen met cliënten, hulpverleners en andere medewerkers van de organisatie. Mijn uiteindelijke doel is het schrijven van een aanbeveling voor JIJ Utrecht. Dit onderzoek vindt plaats in de maanden maart, april en mei, Uiteindelijk resultaat Mijn uiteindelijk resultaat is een verslag met aanbevelingen voor JIJ Utrecht. Deze aanbevelingen komen voort uit het beantwoorden van mijn hoofdvraag en deelvragen. Het is de bedoeling dat JIJ Utrecht deze aanbevelingen kan toepassen in de instellingen waar zij mee samenwerken. Het creëren van een netwerk voor JIJ Utrecht en de instelling waarbij ik betrokken ben. De contacten die ik opdoe zouden voor hen potentiële contacten kunnen zijn om te participeren en weer voor nieuwe contacten kunnen zorgen. 4

15 3 Theoretische kader Op het gebied van ambulante hulpverlening is er nog weinig onderzoek gedaan naar het betrekken van de cliënt middels cliëntparticipatie. Om een indruk te krijgen van welke pogingen er zijn gedaan en eventuele succesvolle pogingen in beeld te krijgen, ben ik op zoek gegaan naar best-practices. In mijn onderzoek is het belangrijk om onderscheid te maken op welk gebied de organisatie informatie wil van de cliënt: - Op het inhoudelijke gebied: Daarbij kan gedacht worden aan de dienstverlening die men ontvangt wat betreft de omgang van de hulpverlener met de cliënt. - Op het organisatorische gebied: Daarbij kan er gedacht worden aan het betrekken van de cliënt om duidelijk te maken waar het op organisatorisch gebied nog niet goed loopt. Hierbij kan er gedacht worden aan het moeilijk bereiken van de hulpverlener via de telefoon, coördinatie van hulpverlening bijv. als er meerdere personen of instanties betrokken zijn, informatie over rechten van de cliënt, etc. JIJ Utrecht houdt zich bezig met de cliëntparticipatie in de jeugdzorg, maar wat is nou precies cliëntparticipatie? Om dat duidelijk voor ogen te krijgen, zal ik hier theoretisch onderzoek naar doen. Zo wordt het niet alleen voor de lezer duidelijk, maar ook voor mijzelf. Aan de hand de hand van de boeken van Micha de Winter (Winter, 1995) en Harrie van Haaster (Haaster, 2001) en aan aan de best-practices van Ploegmakers en Sok (Marieke Ploegmakers, 2005) en Eurochild (Schuurman, 2010), beschrijf ik de overeenkomsten en verschillen van hun kijk cliënten/jongeren participatie. Aan het einde van dit onderzoek zal ik in de analyse de koppeling maken tussen de theorie en de praktijk. 3.1 Cliëntenparticipatie Eurochild is een organisatie die gebruikt maakt van bestaande theorieën en praktijk situaties en zich daarbij focust op het kind. Aan de hand hiervan baseren zijn hun eigen visie op participatie met kinderen en jongeren. Ploegmakers en Sok, Harrie van Haaster en Micha de Winter hebben eigen hun eigen visie waarop zij hun theorie schrijven. Hieronder beschrijf ik wat hun visie is op cliëntenparticipatie en hun theorie daarachter. Van Haaster schrijft dat het bij cliëntenparticipatie gaat dat cliënten meer kunnen, mogen en willen. Ze moeten hulp krijgen tijdens de gang van zaken die belangrijk zijn voor hen en samen de vorm en inhoud bepalen van de te ontvangen hulpverlening door op alle niveaus betrokken te zijn en invloed uit te oefenen. Ploegmakers en Sok sluiten hierbij aan door cliëntenparticipatie te beschrijven als een vorm waarbij cliënten meebeslissen en praten over de manier waarop de diensten geleverde worden. 5

16 Micha de Winter gaat een hele andere kant op en beschrijft participatie als een essentiële basisbehoefte van sociale betrokkenheid voor de ontwikkeling van kinderen en jongeren. Als deze niet mogelijk is kunnen zij hierdoor gefrustreerd raken en kunnen de ontwikkelings mogelijkheden van de jongeren beperkt worden of voor psychosociale problemen zorgen. Eurochild volgt projecten waarbij er verschillende visies gegeven worden op het betrekken van kinderen en jongeren bij participatie. Zo zegt Hart dat participatie een proces is van het delen van beslissingen die iemands leven en het leven van gemeenschap beïnvloeden. Mona Sandbaek schrijft dat Participatie een recht is en geen plicht. Zoals al eerder aangegeven, vormt Eurochild haar visie aan de hand van de projecten die uitgevoerd worden op basis van gedachtegoed van experts. Haar visie op kinder- en jongerenparticipatie heeft als essentie dat kinderen jongeren betrokken moeten worden vanaf het begin van het proces tot het einde, waarbij het proces net zo belangrijk is als de uitkomst. 3.2 Voorwaarden voor participatie zijn: Een van de voorwaarden van cliëntparticipatie is dat de cliënt centraal staat. Zowel Ploegmakers en Sok en Van Haaster geven aan dat er cliënt gericht gewerkt moet worden zodat men uitgaat van de competenties van de cliënt. Er wordt gekeken naar wat de cliënt wil, kan en mag. De drie R s van Micha de Winter komen over het algemeen terug in de voorwaarden die er gesteld moeten worden zodat kinderen mee kunnen participeren. Zo hebben de kinderen het Recht om mee te participeren volgens de Wet De rechten van het Kind. De Winter en de projecten van Eurochild geven aan dat er Ruimte gecreëerd moet worden voor kinderen waarin zij in een maatschappelijke en pedagogisch klimaat kunnen opgroeien. Ook moet deze ruimte zorgen voor een gevoel van vrijheid waarin zij hun mening kunnen uiten en zichzelf kunnen ontwikkelen. Eurochild geeft daarnaast aan dat er geluisterd moet worden naar kinderen. Men moet vertouwen en openheid creëren. En er moet Respect zijn voor elkaar, volwassenen en kinderen en onderling, zodat er vertrouwen en openheid is. Men mag elkaar niet discrimineren maar moet inzien dat iedereen belangrijk is en er uitgegaan wordt vanuit de competenties van de cliënt. De cliënten moeten het gevoel hebben dat ze serieus genomen worden en dat ze ook daadwerkelijk invloed hebben in de organisatie. Om dit alles te kunnen verwezenlijken moet de organisatie achter de participatie staan, zoals Ploegmakers en Sok en Harrie van Haaster schrijven. Het moet overal en altijd onderdeel uitmaken van de organisatie. Kinderen en jongeren moeten volgens Eurochild vanaf het begin van het proces betrokken worden. Het proces is net zo belangrijk als de uitkomst. Er moet duidelijk gemaakt worden wat er van ze verwacht wordt, wat hun rol is en welke invloed zij hebben op het proces. Over deze uitkomst geven 6

17 zij aan dat het belangrijk is dat er zorgvuldig feedback wordt gegeven over de inbreng van kinderen en jongeren in een proces. Ploegmakers en Sok sluiten hierbij aan door aan te geven dat de organisatie moet investeren in het participatie proces. De cliënten moeten volgens hen het gevoel hebben dat ze serieus genomen worden en dat ze ook daadwerkelijk invloed hebben in de organisatie. Dit geeft in andere woorden weer dat ook zij vinden dat de organisatie tijd en energie in het proces moet steken en er feedback gegeven moet worden op het proces zodat de kinderen en jongeren weten welke invloed zij hebben gehad. De volwassenen moeten zich, volgens Eurochild, aanpassen in hun gedrag en oefenen in het vormen van een band met kinderen. Dit kan weer gezien worden in een overeenkomst met Ploegmakers en Sok die stellen dat de onderwerpen die besproken worden, onderwerpen moeten zijn die de cliënt aanspreekt en waar ze mee te maken hebben in het dagelijks leven. Het is namelijk zo dat als volwassenen hun onderwerpen afstemmen met onderwerpen die interessant zijn voor kinderen, dan creëer je namelijk al een band door de onderwerpen die je gezamenlijk bespreekt. Ook krijgen jongeren zo het gevoel dat er naar ze geluisterd wordt en dat er ruimte is voor hun mening. Micha de Winter schrijft in zijn boek dat kinderen actief betrokken moeten worden bij hun leefomgeving. Door onderwerpen te bespreken die betrekking hebben tot hun directe leefomgeving, gaan ze zich al gelijk meer verdiepen en betrokken voelen bij hun leefomgeving. 3.3 Cliëntparticipatie leidt tot: Micha de Winter en Eurochild geven beide weer dat het van jongs af aan actief betrekken van kinderen bij belangrijke zaken die zich in hun leef omgeving afspelen, zorgen voor het scheppen van een cultuur waarin alle kinderen gewaardeerd en gerespecteerd worden voor wat ze in te brengen en toe te voegen hebben. Ze gaan zich betrokken voelen in de maatschappij wat weer leidt tot positieve resultaten in hun leefomgeving en een gemeenschap die wordt geactiveerd. De kinderen en jongeren ervaren dat de samenleving ze nodig heeft en op hun inbreng zit te wachten. Naast het gevoel betrokken en waardevol te zijn in hun leefomgeving, is het ook belangrijk dat de cliënt zich in de hulpverlening betrokken en serieus genomen voelt. Ploegmakers en Sok geven aan dat als je de cliënt te betrekt bij de hulpverlening en hun aanspreekt op hun eigen verantwoordelijkheid in de hulpverlening, zij ook meer interesse hebben om mee te participeren in de instelling. Eurochild schrijft daar de bevestiging over door te zeggen dat het betrekken van jongeren met vaardigheden en ervaring zal leiden tot het verbeteren van de dienstverlening. Het is immers zo dat als je cliënten gaat betrekken in de hulpverlening, je ze een grotere rol en verantwoordelijkheid geeft, ze zich ook daadwerkelijk verantwoordelijk gaan voelen en zich meer inzetten. Door de betrokkenheid en inzet zal er meer feedback komen op de hulpverlening waardoor de hulpverlening verbeterd kan worden. Dit is dan ook wat Van Haaster aangeeft. Van Haaster geeft daarnaast aan dat de betrokkenheid goed is voor de organisatie, het is ook goed 7

18 voor de samenwerking van de cliënt en de hulpverlening. Ze zetten gezamenlijk iets op door gezamenlijk problemen op te lossen en doelen na te streven. Door de participatie met de instelling kunnen kinderen en jongeren hun eigen initiatieven uitvoeren. Niet alleen kinderen en jongeren leren van participatie, ook volwassenen kunnen er iets van leren. Zoals hierboven al aangegeven hebben de instelling ook veel aan de participatie als ze feedback krijgen van de kinderen en jongeren. volgens Eurochild kijken kinderen naar de positievere kanten van hun (leef) omgeving dan naar de negatieve kanten. Deze manier van benaderen kan volwassenen helpen het inzicht te krijgen in het oplossen van problemen door te kijken wat er juist zo goed is. Niet alleen een gevoel van betrokkenheid in hun leefomgeving of hulpverlening is goed voor de kinderen, volgens Micha de Winter is het ook voor de eigen ontwikkeling van het kind belangrijk dat zij mee participeren. Zo kunnen ze hun problemen bestrijden en/of voorkomen. Door de betrokkenheid in participatie leren ze sociale vaardigheden en zijn ze sociaal betrokken wat een basisbehoefte is voor de ontwikkeling van een jongeren. Eurochild sluit daarbij aan door te schrijven dat jongeren door participatie zelfverzekerdheid, vaardigheden om hun gevoel van verantwoordelijkheid te vergroten voor hun eigen acties en het verkrijgen van meer kennis van belangrijke bronnen voor hun verdere ontwikkeling. Het opdoen van leerervaringen warbij ze ervaren dat ze serieus genomen worden, gewaardeerd en de moeite voor hun leefomgeving om energie in te steken is volgens Micha de Winter ook een belangrijk gevolgd van participatie. Het is dus volgens hem erg belangrijk voor de kinderen en jongeren om de ervaring die ze opdoen en invloed die ze hebben in hun leefomgeving te ervaren. Ze winnen daardoor een bepaalde machtspositie. Ook op dit vlak sluit Eurochild bij De Winter aan. Zij geven namelijk aan dat als kinderen en jongeren ervaren dat als zij hun mening uitten, er geluisterd wordt, ze meer zelfvertrouwen krijgen en dit er voor zorgt dat zij sneller op hun eigen mening durven af te gaan zonder daarbij rekening te houden met wat andere ervan zullen denken. Net als de Winter wordt er aangegeven dat het belangrijk is dat kinderen en jongeren ervaren dat ze hun eigen mening kunnen en mogen uiten. Het maakt kinderen machtigere, het geeft hen een gevoel van eigenwaarde, het hebben van een eigen verantwoordelijkheid en een eigen identiteit. Bij beide komt er dus naar voren dat er vele positieve eigenschappen ontwikkeld worden en dat kinderen veel zelfverzekerder worden bij het uiten van hun mening. Dit alles maakt hen machtiger. Van Haaster schrijft dat het belangrijk is dat kinderen en jongeren hun verhalen delen zodat zij verbondenheid en herkenning bij elkaar vinden. Eurochild sluit hierbij aan door te zeggen dat het leren communiceren in een groep belangrijk is omdat dit ervoor zorgt dat ze naar elkaar leren luisteren en elkaar wederzijds respecteren. Zij leren ook hun mening te verwoorden en een jongerenraad zorgt er voor dat all jongeren vertegenwoordigd worden. Beide sluiten dus goed op elkaar aan omdat zowel Van Haaster als Eurochild aangeeft dat het belangrijk is om verhalen met elkaar te delen zodat je van en met elkaar leert, verbodenheid en erkenning creëert. 8

19 3.4 Vormen van participatie Nu we weten wat de voorwaarden zijn om participatie mogelijk te maken, worden hieronder een aantal vormen van participatie beschreven die mogelijk kunnen helpen bij het participatie proces. Het zijn geen verplichte vormen van, maar meer voorbeeld zodat men van daaruit voort kan borduren naar manieren van participatie die goed bij de instelling en de doelgroep hoort die van toepassing is bij desbetreffende organisatie of instelling Individueel of collectief niveau Allereerst schrijft Micha de Winter over twee vormen van participatie: Passieve participatie: De activiteiten worden vóór de jongeren georganiseerd Actieve participatie: De activiteiten worden mét de jongeren georganiseerd Ploegmakers en Sok en Harrie van Haaster spreken beide van participatie op individueel niveau, waarbij er gedacht moet worden aan participatie tussen cliënt en hulpverlener over de dienstverlening waarbij het gaat om individuele doelen en belangen van de cliënt. Daarnaast wordt er gesproken over collectieve participatie, waarbij het gaat om participatie tussen cliënt en de instelling en men gezamenlijk doelen heeft die vooral gericht zijn op beleid. Bij collectieve participatie kan men denken aan een cliëntenraad. Volgens Van Haaster zijn dit momenten waarbij de cliënten medezeggenschap en een eigen positie in overleg situaties hebben. Collectieve participatie kan gelinkt worden aan passieve participatie van De Winter aangezien vaak de cliëntenraad georganiseerd wordt zonder de cliënten zelf, maar het is ook weer actieve participatie aangezien de cliënten zelf de onderwerpen inbrengen en hun mening geven. Op zulke momenten, waarbij meerdere cliënten bijeen zijn gekomen, is het belangrijk dat er geluisterd wordt naar de Wij-verhalen, die Van Haaster naar voren brengt. Wij-verhalen zijn volgens hem namelijk verhalen die cliënten delen en gaan over het hier en nu over de toekomst. In de wijverhalen worden de ervaringen met de hulpverlening bij elkaar gebracht. Naar de Wij-verhalen haalt Van Haaster nog een andere vorm van participatie die geschaard kan worden onder collectieve participatie, namelijk cliëntgestuurde projecten. Dit zijn projecten waarbij de cliënten hun eigen initiatieven kunnen uitvoeren en de voorzieningen in eigen beheer hebben. Je kan dan ook spreken van actieve participatie aangezien het echt door de cliënt zelf bedacht en uitgevoerd is, dus mét de cliënt in plaats van vóór de cliënt. Eurochild geeft ook vele voorbeelden van participatie: - Een chatbox voor jongeren waarin zij onderling met elkaar kunnen praten - Kinderen en jongeren foto s van hun leefomgeving laten maken zodat zij deze met elkaar kunnen bespreken. - Het organiseren van spellen in hun buurt en het schrijven van een rap waarbij ze begeleid worden door een professional - Parallel panel approach, de kinderen en jongeren zitten in een panel waardoor zij mee kunnen beslissen over besluiten (in dit geval over een nieuwe werknemer) - Het werken in een groep 9

20 - Childrens Parliament, jongeren zitten in een jongeren- parlement en hebben de mogelijkheid onderwerpen in te brengen en mee te denken over de besluiten van de regering - Jongerenraad Eurochild heeft veel succesvolle projecten gedraaid waarbij deze bovenstaande voorbeelden als succesvol zijn ervaren. De projecten gingen bijna allemaal om het betrekken van kinderen en jongeren in hun leefomgeving en creëren van ruimte zodat zij hun mening konden geven en het gevoel hadden dat er naar ze geluisterd werd. Bij al deze bovenstaande voorbeelden gaat het om groepsmomenten waarbij kinderen en jongeren met elkaar in contact kwamen. Vaak worden bij groepsmomenten de kinderen en jongeren, zoals ik hierboven ook al aangaf, minder bij de organisatie betrokken (denk aan locatie, tijdstip, eten en drinken regelen, ect) maar wel op het moment zelf, doordat de kinderen en jongeren degene zijn die de onderwerpen moeten aandragen en hun mening mogen geven. Het is dus een combinatie van passieve en actieve participatie. Bij individuele participatie gaat het echt om gesprekken één op één tussen de cliënt en de hulpverlener waarbij het echt gaat om een moment mét de cliënt. Je zou dus kunnen zeggen er op dat moment sprake is van actieve participatie. Het is dan ook zaak om de Ik-verhalen van Van Haaster naar voren proberen te halen zodat de individuele ervaringen van een cliënt naar voren komen. Naast de ik-verhalen geeft Van haaster aan dat het een moment van evaluatie en feedback is op de hulpverlener en de verkregen hulpverlening. Daarbij gaat het dus echt om de ervaring van de cliënt met betrekking tot de hulpverlening. 3.5 Thema s voor participatie Kinderen en jongeren moeten enthousiast gemaakt worden en het gevoel hebben dat participeren leuk is maar ook dat ze er echt daadwerkelijk iets mee bereiken. Het is daarom dan ook erg belangrijk om onderwerpen, ofwel thema s, naar voren te laten komen die belangrijk en leuk zijn voor de kinderen en jongeren om over na te denken. Zoals al bij vormen van participatie naar voren komt zijn beleid, de hulpverlening (individueel) en het hulpverleningsproces, belangrijke participatie thema s zijn. Bij de hulpverlening is een belangrijk thema bejegening. Hoe ervaart de cliënt de benadering van de hulpverlener? Als de cliënt niet het gevoel heeft dat hij op een juiste manier benaderd wordt zal hij ook minder snel hetzelfde terug doen. Het zijn dus echt thema s die zich in hun leefomgeving afspreken en betrekking hebben tot hun functioneren. Micha de Winter schrijft dat het belangrijk is dat er niet voor de cliënt gedacht wordt maar mét hen. Dit is dan ook een belangrijk thema dat aan de orde moet komen om er zo voor te zorgen dat de participatie met de cliënt goed verloopt. Eurochild draagt het thema feedback aan. Feedback is namelijk erg belangrijk om als cliënt te kunnen 10

21 reflecteren naar de ontvangen hulpverlening en zo kan de hulpverlener of instelling de cliënt terug koppelen welke invloed zij hebben gehad op de besluitvorming. 3.6 Belangrijk om mee te nemen in de participatie Van Haaster De cliënten zijn de ervaringsdeskundigen op het gebied van de hulpverlening. Zij zijn immers degene die de hulpverlening ontvangen. Het is volgens Van Haaster dus belangrijk dat zij reflecteren op hun eigen probleem, de hulp die zij ontvangen hebben voor het oplossen van dit probleem en over de sociale gevolgen en de hulp hiervan. Daarnaast schrijft Van Haaster dat ambulante cliënten vaak alleen verbonden zijn met de organisatie via de hulpverlener. Zij hebben geen contact met andere cliënten en delen daardoor ook geen gezamenlijke verhalen om van een ik-verhaal een wij-verhaal te kunnen maken. Het is daarom belangrijk om ook voor ambulante cliënten gezamenlijke momenten te creëren waarbij zij nader tot elkaar kunnen komen en hun ervaringen kunnen delen. Voor dit onderzoek is dit belangrijk omdat ik hieruit kan halen dat de ik-verhalen erg belangrijk zijn, maar gezamenlijke verhalen nog belangrijker. Het klopt dat de cliënten de ervaringsdeskundigen zijn en zo moeten ze ook gezien worden door de organisatie. Ik hoop dan ook dat ik met dit onderzoek erachter kan komen of de cliënt daadwerkelijk zijn ik-verhaal in een wij-verhaal wil veranderen en in beeld kan krijgen hoe zij benaderd kunnen worden zodat er uiteindelijk wij-verhalen gevormd kunnen worden Micha de Winter Volgens Micha de Winter is het essentieel dat jongeren participeren. Dit is niet alleen omdat ze er hun problemen mee kunnen bestrijden en/of voorkomen, maar ook omdat het sociaal betrokken worden, een basisbehoefte voor de ontwikkeling van jongeren is. Dit wordt onderbouwd door Hart. Volgens hem zijn er namelijk twee duidelijke redenen om kinderen jongerenparticipatie te verwezenlijken, waarbij de reden van Micha de Winter ook naar voren komt: - Het is noodzakelijk vanwege een ontwikkelingspsychologisch perspectief. - Kinder- en jongerenparticipatie speelt een belangrijke rol bij de ontwikkeling van hun leefomgeving. In zijn boek sluit Micha de Winter af dat er nog te weinig onderzoek is gedaan om de meest effectieve methoden van participatie te kunnen vaststellen. Al is dit boek enige tijd geleden geschreven, mijn onderzoek zal, om deze reden, zeker een toegevoegde waarde zijn voor het stimuleren van participatie aangezien dit een inzicht zal geven in hoe de kinderen en jongeren benaderd willen worden. Als men weet hoe je hen moet bereiken, is het belangrijk om ze mee te laten participeren in zaken die zij belangrijk vinden om in te brengen. 11

22 3.6.3 Ploegmakers en Sok Ploegmakers en Sok schrijven dat het belangrijk is dat er aandacht is voor de manier waarop informatie aan cliënten verstrekt wordt aangezien dit essentieel is voor een goed functionerende cliëntenraad en collectieve cliëntenparticipatie in zijn geheel. Het moet volgens hen duidelijk zijn voor de cliënten waar zij met welke vraag terecht kunnen. Een oplossing voor hoe cliëntenparticipatie binnen de maatschappelijke opvang verbeterd kan worden, moet niet zozeer gezocht worden in een kant en klare vorm van participatie, zoals het instellen van een cliëntenraad of het houden van een tevredenheidonderzoek. Ten minste niet alleen. (Marieke Ploegmakers, 2005) Beide stukken geven aan dat mijn onderzoek erg belangrijk is. Als ik een beeld kan scheppen hoe men de informatie wil ontvangen kan de organisatie hiermee aan de slag om daadwerkelijk informatie te verspreiden. Daarnaast geven zij aan dat niet alleen participatie in de vorm van een cliëntenraad belangrijk is, maar ook participatie tussen de cliënt en de hulpverlener. Vooral deze laatste vorm is een vorm die het meest van toepassing is bij de ambulante hulpverlening. Met mijn onderzoek hoop ik dan ook hulpverleners ervan bewust te maken dat zij dit toepassen en hier bewust mee bezig zijn. 3.7 Wat vraagt dit van de hulpverlener? Onder het kopje belangrijk staat aangegeven wat belangrijk is om mee te nemen in het onderzoek, aangezien dat de waarde van dit onderzoek versterkt. Om de koppeling naar dit onderzoek te verkleiner zal in deze paragraaf een stuk beschreven worden wat participatie met kinderen en jongeren vraagt van de hulpverlener. Zo wordt duidelijk hoe zij zich moeten opstellen en een opening kunnen bieden aan de kinderen en jongeren zodat zij zich veilig genoeg voelen om hun mening te geven. Anders dan bij residentieel, is bij ambulante hulpverlening de hulpverlener vaak het enige aanknopingspunt met de organisatie. De hulpverlener is dan ook zeer belangrijk en degene die de participatie tot stand brengt. Aan de hand van de uitkomst van mijn interviews kan ik dit stuk koppelen aan de uitkomst en de invulling van de hulpverleners die zij geven aan de participatie die zij hebben met de cliënt. Zo wordt duidelijk of de hulpverleners wel of niet hetzelfde kijken naar en zich opstellen voor participatie met kinderen en jongeren Houding van de hulpverlener De 3 R s van De Winter geven aan dat het belangrijk is dat men Recht, Ruimte en Respect heeft voor kinderen en jongeren. Dit moet dan ook terug komen in de houding die de hulpverlener uitstraalt naar de cliënt toe. Onderstaande houdingen kunnen geschaard worden onder de 3 R s. Bij alle vier kwamen een aantal overeenkomsten naar voren: Alle vier geven zij aan dat er geluisterd moet worden naar de kinderen en jongeren zodat zij zich 12

23 gehoord en belangrijk voelen om hun mening te geven. Er wordt dus om een luisterhouding gevraagd van de hulpverlener. Ook komt, bij allen van hen, naar voren dat er ruimte moet zijn voor evaluatie en feedback momenten. De hulpverlener moet dan ook openstaan om feedback te ontvangen. Daarnaast is het belangrijk dat de kinderen en jongeren terug krijgen wat hun rol is en welke invloed zij hebben gehad op het proces en de besluitvorming. Er wordt daarom van de hulpverlener gevraagd om open te staan voor feedback en de rol van de kinderen en jongeren duidelijk te beschrijven. Deze openhouding is ook belangrijk om niet bevooroordeeld te zijn en open te staan voor de visies en meningen van de kinderen en jongeren. Naast het hebben van een luisterhouding en een openhouding, is het belangrijk dat de kinderen en jongeren betrokken worden in het proces van begin tot eind. De hulpverlener moet hen dus daadwerkelijk betrekken bij het hulpverleningsproces. Het komt er dus op neer dat er niet vóór hen, maar mét hen gedacht en gehandeld moet worden. Vooral dit laatste punt is één van de belangrijkste punten die de hulpverlener in zijn of haar achterhoofd moet houden. Tijdens dit alles staat de cliënt centraal en wordt er uit gegaan van de competenties van de cliënt en wordt er daarbij gekeken naar wat de cliënt wil, kan en mag. Ook hierbij komt het weer op het punt van: denk niet vóór de cliënt maar mét de cliënt. Samengevat: - Luisterhouding - Openstaan om feedback te ontvangen - Open houding - Het betrekken van de kinderen en jongeren in het gehele proces - De cliënt staat centraal - Er moet uitgegaan worden van de competenties van de cliënt Belangrijkste: - Denk niet vóór de cliënt maar mét de cliënt 13

24 4 Methodologie In dit stuk over methodologie geef ik de basis principe van mijn onderzoek weer. In het hoofdstuk Plan van aanpak staan de stappen gedetailleerd weer gegeven. 4.1 De cliënt en de organisatie Een cliënt is onlosmakend verbonden aan de organisatie waarvan het hulpverlening ontvangt. Om een zo n goed mogelijk en betrouwbaar onderzoek te kunnen doen is het van belang dat ik een zo n groot en divers mogelijke groep cliënten spreek. Door het afnemen van interviews hoop ik in beeld te krijgen hoe de ambulante cliënt benaderd wil worden door de organisatie om zo mee te participeren. Ik heb er voor gekozen om mij te richten op één organisatie waaraan de cliënten, die ik ga interviewen, gekoppeld zijn. Zo zorg ik ervoor dat de cliënten aan één en dezelfde organisatie verbonden zijn, dezelfde ervaring hebben met de organisatie en mij daardoor een zo goed mogelijk beeld kunnen geven van wat zij graag willen. Als ik mij op meerdere organisaties ga richten wordt mijn onderzoek groter dan nodig is en zal het waarschijnlijk meer tijd kosten aangezien ik alle organisaties moet benaderen en in beeld brengen. Daarnaast hebben cliënten van verschillende organisaties andere ervaringen en kan het zijn dat de doelgroep niet overeenkomt. Hierdoor zal het voor mij moeilijk worden om een conclusie te trekken aangezien de cliënten niet allemaal dezelfde achtergrond en ervaringen met de organisatie hebben. Mijn conclusie en aanbeveling zal ik schrijven gericht op de organisatie waar ik onderzoek heb gedaan. Dit betekend echter niet dat mijn aanbevelingen ook zouden kunnen gelden voor andere organisaties en deze hier toegepast kunnen worden. Op het moment van start gaan wist ik niet welke van de vier organisatie: Trajectum, het Leger Des Heils, De Rading of Zandbergen, ik mij zou gaan richten. Zij waren alle vier aanwezig op de bijeenkomst van 16 februari (zie bijlage 2) en bieden alle ambulante hulpverlening. Uiteindelijk ben ik bij een heel andere organisatie terecht gekomen, namelijk Joozt. Zij waren, als organisatie, ook aanwezig op deze bijeenkomst. 4.2 Methodiek: interviews Ik kies voor het afnemen van diepte interviews bij cliënt, verzorgers en medewerkers van persoon tot persoon omdat het onderwerp gevoelig is, ik meer kan inspelen op de antwoorden en dus eventueel vragen kan aanpassen. Ook kan ik zo de context begrijpen indien het thuis plaats vindt. Dit is tegelijkertijd voor hen het minst belastend met betrekking tot plaats en tijd. Ik zal dan eerst een (proef) interview afnemen en aan de hand van dit interview mijn vragen, indien nodig, aanpassen en/of veranderen. De interviews zijn afgestemd op de cliënt, hulpverlener en medewerker zodat ik hen elk gericht vragen kan stellen maar wel zo dat de vragen die ik stel overeenkomen zodat de antwoorden met elkaar vergeleken kunnen worden. Om dit te vergemakkelijken heb ik de interviews onderverdeeld in een aantal kopjes met betrekking tot: de algemene gegevens, de organisatie, cliëntparticipatie en verschillende manieren van benaderen. De vragen die ik stel stem ik af op mijn deelvragen en uiteindelijke hoofdvraag. Ik wil namelijk weten of de jongeren eigenlijk wel willen mee participeren, op welke manier zij dit zouden willen en hoe de 14

Pedagogisch beleid in Brede School de Waterlelie, Prinsenhof te Leidschendam

Pedagogisch beleid in Brede School de Waterlelie, Prinsenhof te Leidschendam Pedagogisch beleid in Brede School de Waterlelie, Prinsenhof te Leidschendam Inleiding: ATB de Springplank, een algemeen toegankelijke basisschool en Vlietkinderen, maatwerk in kinderopvang, beiden gehuisvest

Nadere informatie

Voorwoord. Namens Stichting IBASS T. Horstik en P. Fopma

Voorwoord. Namens Stichting IBASS T. Horstik en P. Fopma Voorwoord Al onze cliënten zijn uitgenodigd om anoniem via internet een enquête in te vullen over hun tevredenheid met de dienstverlening van Stichting IBASS. 34 cliënten (22 mannen en 12 vrouwen) hebben

Nadere informatie

S TA G E S L I J N 5

S TA G E S L I J N 5 STAGES LIJN5 Wil jij stage lopen bij Lijn5? In de provincie Utrecht biedt Lijn5 behandeling en begeleiding aan kinderen en jongeren met én zonder licht verstandelijke beperking en hun gezin. Lijn5 beschikt

Nadere informatie

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt: Achtergrond Basisschool De Regenboog staat in de wijk Zuid-west in Boekel en valt onder het bestuur van Zicht PO. Evenals de andere scholen onder dit bestuur gaan wij de komende periode vorm geven aan

Nadere informatie

Meander Nijmegen. Samen groot worden. Zorg voor jeugdigen. Begeleiding en (tijdelijk) wonen voor kinderen, jongeren en gezinnen BEGELEID (KAMER) WONEN

Meander Nijmegen. Samen groot worden. Zorg voor jeugdigen. Begeleiding en (tijdelijk) wonen voor kinderen, jongeren en gezinnen BEGELEID (KAMER) WONEN BEGELEID (KAMER) WONEN OPVOEDINGS- ONDERSTEUNING HULP OP MAAT LOGEERHUIS Meander Nijmegen stgmeander.nl Zorg voor jeugdigen Begeleiding en (tijdelijk) wonen voor kinderen, jongeren en gezinnen Samen groot

Nadere informatie

Medezeggenschap van kinderen en jongeren en de nieuwe Jeugdwet

Medezeggenschap van kinderen en jongeren en de nieuwe Jeugdwet Medezeggenschap van kinderen en jongeren en de nieuwe Jeugdwet Artikel 12 VN Kinderrechtenverdrag De Staten die partij zijn, verzekeren het kind dat in staat is zijn of haar eigen mening te vormen, het

Nadere informatie

JIJ-meter, Verantwoording

JIJ-meter, Verantwoording JIJ-meter, Verantwoording 1 Auteurs Asia Sarti Met medewerking van: Kitty Jurrius Inge Wissink (UvA) Geert Jan Stams (UvA) Publicatienummer 213 Stichting Alexander Amsterdam, maart 2012 In opdracht van

Nadere informatie

Identiteitsdocument van Jenaplanschool de Sterrenwachter

Identiteitsdocument van Jenaplanschool de Sterrenwachter Identiteitsdocument van Jenaplanschool de Sterrenwachter Onze ideologie We zien iedereen als uniek en waardevol. Ieder kind heeft talenten en samen gaan we die ontdekken en ontwikkelen. Hierdoor kunnen

Nadere informatie

Onderwijskundige Visie

Onderwijskundige Visie Onderwijskundige Visie 1 Inleiding Missie Het kind Het kind staat voorop en dus centraal. Ieder kind is uniek en heeft talenten. Elk kind is bijzonder en elk kind mag er zijn. Kinderen zijn niet gelijk,

Nadere informatie

Cliënttevredenheidsonderzoek

Cliënttevredenheidsonderzoek Cliënttevredenheidsonderzoek Riwis Zorg & Welzijn GGZ Een onderzoek in opdracht van Riwis Zorg & Welzijn naar tevredenheid van GGZ-cliënten. Huidig onderzoek is uitgevoerd door het team van Bureau Apeldoorn

Nadere informatie

Cliënten aan het woord

Cliënten aan het woord Cliënten aan het woord Instrument om ervaringen van cliënten in kaart te brengen Versie Wonen Naam cliënt : Woning cliënt : Datum : Je ontvangt deze vragenlijst omdat we graag willen weten hoe je het wonen

Nadere informatie

Een cliëntvriendelijk ondersteuningsplan

Een cliëntvriendelijk ondersteuningsplan Best-practices Een cliëntvriendelijk ondersteuningsplan Verhalen uit de praktijk Hoe ziet een cliëntvriendelijk ondersteuningsplan er in de praktijk uit? Hoe kom je tot een cliëntvriendelijke aanpak van

Nadere informatie

Visie op medezeggenschap van cliënten en familie van Abrona

Visie op medezeggenschap van cliënten en familie van Abrona Visie op medezeggenschap van cliënten en familie van Abrona Bestemd voor: Abrona Geschreven door: Werkgroep Visie op Medezeggenschap, bestaande uit vertegenwoordiging van cliënten, familie, afdeling Medezeggenschap

Nadere informatie

Toolkit Cliëntenparticipatie Zorg en Welzijn

Toolkit Cliëntenparticipatie Zorg en Welzijn Toolkit Cliëntenparticipatie Zorg en Welzijn De toolkit Cliëntenparticipatie Zorg en Welzijn bevat vier praktische instrumenten om samen met cliënten te werken aan verbetering of vernieuwing van diensten

Nadere informatie

Werken aan persoonlijke ontwikkeling en sturen van eigen loopbaan

Werken aan persoonlijke ontwikkeling en sturen van eigen loopbaan 08540 LerenLoopbaanBurgerschap 10-04-2008 08:28 Pagina 1 ontwikkelingsproces 1+2 1 2 3 4 5 6 7 Werken aan persoonlijke ontwikkeling en sturen van eigen loopbaan Leren, Loopbaan en Burgerschap Wat laat

Nadere informatie

Thermometer leerkrachthandelen

Thermometer leerkrachthandelen Thermometer leerkrachthandelen Leerlijnen en ontwikkelingslijn voor leerkrachten van WSKO 1 Inleiding Leerkracht zijn is een dynamisch en complex vak. Mensen die leerkracht zijn en binnen onze organisatie

Nadere informatie

De paradox van de burger als uitgangspunt

De paradox van de burger als uitgangspunt GEMEENTE WINTERSWIJK De paradox van de burger als uitgangspunt De dialoog als methodiek Rhea M. Vincent 1-11-2013 In het nieuwe zorgstelsel staat de vraag van de burger centraal. De professional en de

Nadere informatie

20151760547AEEC0F9509496C92EC0EDAAB0D4FFDtxt Aan de leden van de gemeenteraad,

20151760547AEEC0F9509496C92EC0EDAAB0D4FFDtxt Aan de leden van de gemeenteraad, 20151760547AEEC0F9509496C92EC0EDAAB0D4FFDtxt Aan de leden van de gemeenteraad, Ter attentie van de griffier Geachte leden van de gemeenteraad, Graag bieden we u namens het JeugdWelzijnsBeraad, LOC Zeggenschap

Nadere informatie

Visie en werkwijze participatie van ouderen in het Ben Sajetcentrum

Visie en werkwijze participatie van ouderen in het Ben Sajetcentrum Visie en werkwijze participatie van ouderen in het Ben Sajetcentrum - het 10 punten participatie plan - Het Ben Sajetcentrum is een academische leerwerkplaats waar we de praktijk van / in de zorg willen

Nadere informatie

Voorlichting Dialoogtafelmethodiek. Korte versie voor de deelnemende aan de dialoogtafel professionals

Voorlichting Dialoogtafelmethodiek. Korte versie voor de deelnemende aan de dialoogtafel professionals Voorlichting Dialoogtafelmethodiek Korte versie voor de deelnemende aan de dialoogtafel professionals Academische Werkplaatsen TJ Wat? Kennisinfrastructuur waarin praktijk, beleid, onderzoek en onderwijs

Nadere informatie

Wet tot wijziging van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen Reactie van LOC Zeggenschap in zorg 12 november 2016

Wet tot wijziging van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen Reactie van LOC Zeggenschap in zorg 12 november 2016 Wet tot wijziging van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen Reactie van LOC Zeggenschap in zorg 12 november 2016 In dit document vindt u de reactie van LOC Zeggenschap in zorg op het wetsontwerp

Nadere informatie

De kwaliteit van de Pleegzorg bij Leger des Heils Noord

De kwaliteit van de Pleegzorg bij Leger des Heils Noord De kwaliteit van de Pleegzorg bij Leger des Heils Noord Utrecht, februari 2015 1 Inspectie Jeugdzorg Motto Naar zichtbare kwaliteit in de jeugdhulp! Missie De Inspectie Jeugdzorg ziet toe op de kwaliteit

Nadere informatie

Opdrachtsverklaring Missie - Visie

Opdrachtsverklaring Missie - Visie Opdrachtsverklaring Missie - Visie 1. Missie Sint-Lodewijk biedt aangepast onderwijs en/of begeleiding op maat aan kinderen, jongeren en volwassenen met een motorische beperking. Ook het gezin en breder

Nadere informatie

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling.

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling. Functieprofiel Leraar op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling. April 2018 Specifieke competenties teamlid OBS Het Toverkruid

Nadere informatie

Samen voor een sociale stad

Samen voor een sociale stad Samen voor een sociale stad 2015-2018 Samen werken we aan een sociaal en leefbaar Almere waar iedereen naar vermogen meedoet 2015 Visie VMCA 2015 1 Almere in beweging We staan in Almere voor de uitdaging

Nadere informatie

Wonen Doe Je Thuis: inhoudelijk kader van Combinatie Jeugdzorg

Wonen Doe Je Thuis: inhoudelijk kader van Combinatie Jeugdzorg Combinatie Jeugdzorg helpt kinderen en ouders vakkundig bij complexe vragen over opvoeden en opgroeien, zodat kinderen zich optimaal ontwikkelen en meedoen in de samenleving. Daarbij worden participatie

Nadere informatie

Implementeren van een zorginnovatie. Heel gewoon.

Implementeren van een zorginnovatie. Heel gewoon. Implementeren van een zorginnovatie. Heel gewoon. zorgvannu.nl Innoveren in de zorg, dat is heel erg zorg van nu. Het kan zelfs zo zijn dat wat je collega innovatief vindt, jij als dagelijkse routine ziet,

Nadere informatie

19/10/2009. Empowerment, handvaten voor de toekomst, hoe begin je er aan? Doel van de workshop. Inhoud workshop

19/10/2009. Empowerment, handvaten voor de toekomst, hoe begin je er aan? Doel van de workshop. Inhoud workshop Empowerment, handvaten voor de toekomst, hoe begin je er aan? Werken met een Bewoner Aandachts Persoon in het rusthuis: creëren van een empowerend klimaat voor bewoner en personeel Doel van de workshop

Nadere informatie

Cliënten aan het woord

Cliënten aan het woord Cliënten aan het woord Instrument om ervaringen van cliënten in kaart te brengen Versie Wonen Naam cliënt : Woning cliënt : Datum : 1 Toelichting wil graag weten wat de bewoners vinden

Nadere informatie

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK JEUGD

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK JEUGD Rapport CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK JEUGD Gemeente Houten Augustus 2016 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2016/141 Datum Augustus

Nadere informatie

Jaarverslag Cliëntenraad 2012 Bureau Jeugdzorg Noord- Brabant. Cliëntenraad Bureau Jeugdzorg Noord- Brabant

Jaarverslag Cliëntenraad 2012 Bureau Jeugdzorg Noord- Brabant. Cliëntenraad Bureau Jeugdzorg Noord- Brabant Jaarverslag Cliëntenraad 2012 Bureau Jeugdzorg Noord- Brabant Cliëntenraad Bureau Jeugdzorg Noord- Brabant cliëntenraad@jeugdzorg-nb.nl Eindhoven, maart 2013 Voorwoord Graag bieden wij u dit jaarverslag

Nadere informatie

Onderzoek naar het cluster 4 onderwijs: kinderen en hulpverlening. Drs. R. Stoutjesdijk & Prof. Dr. E.M. Scholte M.m.v. drs. H.

Onderzoek naar het cluster 4 onderwijs: kinderen en hulpverlening. Drs. R. Stoutjesdijk & Prof. Dr. E.M. Scholte M.m.v. drs. H. Onderzoek naar het cluster 4 onderwijs: kinderen en hulpverlening Drs. R. Stoutjesdijk & Prof. Dr. E.M. Scholte M.m.v. drs. H. Leloux-Opmeer Voorwoord Inhoudsopgave Een tijd geleden hebben Stichting Horizon

Nadere informatie

even VoorSTELLEN Met Cardea kun je verder!

even VoorSTELLEN Met Cardea kun je verder! even VoorSTELLEN Met Cardea kun je verder! Als we over cliënten praten, bedoelen we kinderen, jongeren en hun ouders. Als we over ouders praten, bedoelen we ook eenoudergezinnen, verzorgers, voogden en/of

Nadere informatie

Jongerenparticipatie in en door de sport. Niet betrokken, dus vertrokken (Johan Stekelenburg, voorzitter Jeugd in Beweging)

Jongerenparticipatie in en door de sport. Niet betrokken, dus vertrokken (Johan Stekelenburg, voorzitter Jeugd in Beweging) Jongerenparticipatie in en door de sport Niet betrokken, dus vertrokken (Johan Stekelenburg, voorzitter Jeugd in Beweging) Nota Jongerenparticipatie in en door de sport Gemeente Den Haag Dienst Onderwijs,

Nadere informatie

Besproken thema s. De leeftijdsgrens van de jeugdzorg moet naar 21 jaar

Besproken thema s. De leeftijdsgrens van de jeugdzorg moet naar 21 jaar Dialoog gemeente Nijmegen en jongerenraad Entrea Datum: 7 november 2018 Aantal jongeren: 7 jongeren van JWB en jongerenraad Entrea Aantal raadsleden: 6 (SP, Gewoon Nijmegen, VVD, CDA) Op woensdag 7 november

Nadere informatie

EVEN VOORSTELLEN. Met Cardea kun je verder!

EVEN VOORSTELLEN. Met Cardea kun je verder! EVEN VOORSTELLEN Met Cardea kun je verder! Als we over cliënten praten, bedoelen we kinderen, jongeren en hun ouders. Als we over ouders praten, bedoelen we ook eenoudergezinnen, verzorgers, voogden en/of

Nadere informatie

Ik sta er niet meer alleen voor!

Ik sta er niet meer alleen voor! Ik sta er niet meer alleen voor! Zelfredzaamheid en eigen kracht zijn centrale begrippen in onze participatiesamenleving. Eén gezin, één plan, één hulpverlener is al uitgangspunt van beleid. Daaraan wordt

Nadere informatie

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd Inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Inleiding 4 1.1 Doelgroep 4 1.2 Methode 4 1.3 Respons 4 2. Resultaten Wmo 5 2.1 Contact en toegankelijkheid van hulp of ondersteuning

Nadere informatie

Eindverslag stage jaar 1

Eindverslag stage jaar 1 Eindverslag stage jaar 1 In de stagegids jaar 1 kun je alle achtergrondinformatie over de stage vinden. In de bijlage van de stagegids staat ook een overzicht (tabel) met alle documenten die van belang

Nadere informatie

informatie voor cliënten

informatie voor cliënten Colofon Redactie: Jose Schilderinck, Frank Nijhuis en Gerdi Verkerk Contact en algemene vragen: Postadres 820, 7550 AV Hengelo t. 088 777 60 00 e. info@ambiq.nl i. www.ambiq.nl Concept en ontwerp: Vanille

Nadere informatie

Stichting Agrarische Zorgonderneming Vlist

Stichting Agrarische Zorgonderneming Vlist Stichting Agrarische Zorgonderneming Vlist Bewonerstevredenheidsonderzoek Stichting Agrarische Zorgonderneming Vlist is de overkoepelende stichting waaronder Zorgboerderij Vlist valt. Op Zorgboerderij

Nadere informatie

Functies van medezeggenschap

Functies van medezeggenschap Functies van medezeggenschap Medezeggenschap of participatie wordt vandaag de dag steeds meer gezien als functioneel voor de organisatie: de organisatie heeft er wat aan. We worden vaak gevraagd om mee

Nadere informatie

Jaarverslag cliëntenraad 2011

Jaarverslag cliëntenraad 2011 Jaarverslag cliëntenraad 2011 Inleiding Voor u ligt het jaarverslag van de cliëntenraad van Pactum over het jaar 2011. Doelstelling cliëntenraad De cliëntenraad van Pactum behartigt de gemeenschappelijke

Nadere informatie

Inclusie van mensen met een verstandelijke beperking: Reële mogelijkheden zelfbepaling en participatie. Petri Embregts

Inclusie van mensen met een verstandelijke beperking: Reële mogelijkheden zelfbepaling en participatie. Petri Embregts Inclusie van mensen met een verstandelijke beperking: Reële mogelijkheden zelfbepaling en participatie Petri Embregts Participatie Geplande ratificatie VN verdrag voor rechten van mensen met beperking

Nadere informatie

Wie doet wat hij deed, krijgt wat hij kreeg

Wie doet wat hij deed, krijgt wat hij kreeg Wie doet wat hij deed, krijgt wat hij kreeg Voor wie? Waarom? Wat? Hoe? Voor Omdat leiding Ervaringsgerichte Door middel van leidinggevenden, geven, adviseren en coaching en werkvormen waarbij het adviseurs

Nadere informatie

Ervaringsdeskundigheid in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Petri Embregts

Ervaringsdeskundigheid in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Petri Embregts Ervaringsdeskundigheid in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking Petri Embregts Inhoud Waarom een kans in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking? Inzetbaarheid en effectiviteit

Nadere informatie

Intercultureel vakmanschap in de stage

Intercultureel vakmanschap in de stage Handreiking C Intercultureel vakmanschap in de stage Handreiking voor hsao-opleidingen en stageverlenende instellingen in de jeugdzorg HBO-raad, oktober 2012 Project intercultureel vakmanschap in het hsao

Nadere informatie

Reflectie #Zo dus! Hieronder vind je een aantal oefeningen om te leren reflecteren waar je zelf mee aan de slag kunt.

Reflectie #Zo dus! Hieronder vind je een aantal oefeningen om te leren reflecteren waar je zelf mee aan de slag kunt. Reflectie #Zo dus! Hieronder vind je een aantal oefeningen om te leren reflecteren waar je zelf mee aan de slag kunt. In je eentje Time-out reflectie Time-out reflectie is een snelle manier om in je eentje

Nadere informatie

In verbinding zelf keuzes maken. Petri Embregts

In verbinding zelf keuzes maken. Petri Embregts In verbinding zelf keuzes maken Petri Embregts Cliënten eigen keuzes laten maken, ze regie geven over hun eigen leven, dat is wat we nastreven Dhr Hans Bouter Leidsch Dagblad Eigen regie, zelf keuzes maken

Nadere informatie

2.3.7 Protocol omgaan met klachten

2.3.7 Protocol omgaan met klachten 2.3.7 1. Inleiding In dit protocol wordt het klachtenbeleid van Ambulante Zorg op Maat (AZOM) beschreven. In het klachtenprotocol wordt beschreven op welke wijze klachten worden opgevangen en behandeld.

Nadere informatie

APQ-vragenlijst 30 januari Daan Demo

APQ-vragenlijst 30 januari Daan Demo APQ-vragenlijst 30 januari 2019 Daan Demo Inleiding In dit rapport bespreken we jouw inzetbaarheid en wat je kunt doen om jouw positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Om dit te bepalen hebben we de volgende

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 207 208 Deel I Het wordt steeds belangrijker gevonden om kinderen een stem te geven. Hierdoor kunnen kinderen beter begrepen worden en kan hun ontwikkeling worden geoptimaliseerd.

Nadere informatie

HET BELANG VAN DE RELATIE

HET BELANG VAN DE RELATIE HET BELANG VAN DE RELATIE Een onderzoek naar het verband tussen de werkalliantie en de motivatie voor begeleiding bij jongeren met een licht verstandelijke beperking - samenvatting eindrapport - Regioplan:

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek. Ouders

Klanttevredenheidsonderzoek. Ouders Klanttevredenheidsonderzoek Ouders - 2017 Vraag 1: Wat voor cijfer zou u Columbus willen geven? Ons gemiddelde is een 8,3! Het onderzoek is 51 keer verstuurd en maar liefs 39 keer Ingevuld retour gekomen,

Nadere informatie

de jeugd is onze toekomst

de jeugd is onze toekomst de jeugd is onze toekomst vereniging van groninger gemeenten Bestuursakkoord Jeugd 2008-2012 In veel Groninger gemeenten zijn er kinderen met problemen. En daarvan krijgen er te veel op dit moment niet

Nadere informatie

Titelpagina ONDERZOEKSVERSLAG. Namen: Klas/groep: Cursusjaar: Begeleider: Beoordelaar:

Titelpagina ONDERZOEKSVERSLAG. Namen: Klas/groep: Cursusjaar: Begeleider: Beoordelaar: Titelpagina ONDERZOEKSVERSLAG Namen: Klas/groep: Cursusjaar: Plaats en datum: Begeleider: Beoordelaar: Amsterdam, mei 15 Inhoud INHOUD... 2 VOORWOORD... 3 1. INLEIDING... 4 PROBLEEMSTELLING... 4 ONDERZOEKSVRAGEN...

Nadere informatie

Spiegelgesprek Wie en wat? Hoe? Resultaat?

Spiegelgesprek Wie en wat? Hoe? Resultaat? Spiegelgesprek Wie en wat? Luisteren naar ervaringen van cliënten kan de kwaliteit van de zorg en het aanbod sterk verbeteren. Jongeren en ouders vertellen tijdens het spiegelgesprek aan de hand van een

Nadere informatie

Zelfevaluatie. Inleiding:

Zelfevaluatie. Inleiding: Sabine Waal Zelfevaluatie Inleiding: In dit document heb ik uit geschreven wat mijn huidige niveau is en waar ik mij al zoal in ontwikkeld heb ten opzichte van de zeven competenties. Elke competentie heb

Nadere informatie

Panel of Klankbordgroep

Panel of Klankbordgroep Cliënten kunnen op verschillende manieren betrokken worden bij het beleid van de instelling. Met de vraag hun stem te laten horen in datgene wat anders en beter kan vanuit het perspectief van de cliënt.

Nadere informatie

Pedagogisch beleidsplan

Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch beleid van Kappio (locaties Seppelin en Gastouderbureau) Voor u ligt het pedagogisch beleid van Kappio (locaties Seppelin en Gastouderbureau). Hierin wordt beschreven

Nadere informatie

+ Te beantwoorden vragen

+ Te beantwoorden vragen + Bouwstenen cliënt in regie Uitkomsten dialoogsessies aanvullende zorg + Te beantwoorden vragen Hoe kan gemeente Utrecht cliëntregie in de aanvullende zorg maximaliseren? Hoe kijken mantelzorgers en gebruikers

Nadere informatie

De krachtgerichte methodiek

De krachtgerichte methodiek Het Centrum Voor Dienstverlening is u graag van dienst met: De krachtgerichte methodiek Informatie voor samenwerkingspartners van het CVD Waar kunnen we u mee van dienst zijn? Centrum Voor Dienstverlening

Nadere informatie

Op weg naar een inclusief Tynaarlo

Op weg naar een inclusief Tynaarlo Op weg naar een inclusief Tynaarlo visienotitie Tynaarlo is een inclusieve samenleving waarin iedereen mee kan doen, waarin iedereen telt en wordt gerespecteerd. Een samenleving waarin ook mensen met een

Nadere informatie

Samen doen. Zorgvisie. Zorg- en dienstverlening van A tot Z

Samen doen. Zorgvisie. Zorg- en dienstverlening van A tot Z Samen doen Zorgvisie Zorg- en dienstverlening van A tot Z Wat en hoe? 3 W Samen met de cliënt bepalen we wát we gaan doen en hóe we het gaan doen. Mensen met een verstandelijke beperking kunnen op diverse

Nadere informatie

Inge Test 07.05.2014

Inge Test 07.05.2014 Inge Test 07.05.2014 Inge Test / 07.05.2014 / Bemiddelbaarheid 2 Bemiddelbaarheidsscan Je hebt een scan gemaakt die in kaart brengt wat je kans op werk vergroot of verkleint. Verbeter je startpositie bij

Nadere informatie

Cliënt in contact met Bureau Jeugdzorg Utrecht

Cliënt in contact met Bureau Jeugdzorg Utrecht Cliënt in contact met Bureau Jeugdzorg Utrecht Wat vind JIJ? achterbanraadpleging pag. 1 Samenvatting Om te komen tot een 0-meting over hoe de cliënt het contact met Bureau Jeugdzorg ervaart, is door JIJ

Nadere informatie

Vitale zorgteams in dynamische tijden

Vitale zorgteams in dynamische tijden Vitale zorgteams in dynamische tijden Een onderzoek naar de impact van een management-ontwikkelingstraject bij een zorginstelling Derk van der Pol, Paul Keursten en Sanne Netten 1 Stel, je bent een zorginstelling

Nadere informatie

Wmo-consulent Nieuwe Stijl: De Kanteling

Wmo-consulent Nieuwe Stijl: De Kanteling Wmo-consulent Nieuwe Stijl: De Kanteling www.bureauboon.nl Wmo-consulent Nieuwe Stijl: De Kanteling www.bureauboon.nl 2 Verandertraject De burger zelf verantwoordelijk! De overheid vraagt van welzijns-

Nadere informatie

vaardigheden - 21st century skills

vaardigheden - 21st century skills vaardigheden - 21st century skills 21st century skills waarom? De Hoeksteen bereidt leerlingen voor op betekenisvolle deelname aan de wereld van vandaag en de toekomst. Deze wereld vraagt kinderen met

Nadere informatie

Verslag kwaliteit 2017 cliëntversie

Verslag kwaliteit 2017 cliëntversie Pagina 1 van 14 Inhoud Inleiding... 3 Bouwsteen 1: de zorg die jij krijgt... 4 Bouwsteen 2: ervaringen van de cliënt... 7 Bouwsteen 3: functioneren van de teams...11 Leren van klachten en incidenten...13

Nadere informatie

Regio Noordoost-Brabant. Keien. Spreuken van The Koor. Keien - Spreuken van The Koor

Regio Noordoost-Brabant. Keien. Spreuken van The Koor. Keien - Spreuken van The Koor Regio Noordoost-Brabant Keien Spreuken van The Koor 1 Inleiding (1/3) Met keien plaveien we het pad Het kiezen van een symbool, in dit geval de keien, verbindt mensen. Het brengt namelijk teksten, ervaringen

Nadere informatie

Visiestuk. Waarden. De waarden die ik belangrijk vind op een basisschool zijn:

Visiestuk. Waarden. De waarden die ik belangrijk vind op een basisschool zijn: Visiestuk Deze foto past bij mij omdat ik altijd voor het hoogst haalbare wil gaan. Ook al kost dit veel moeite en is het eigenlijk onmogelijk. Ik heb doorzettingsvermogen, dat heb je ook nodig bij het

Nadere informatie

Gezinsbehandeling. Kom verder! SAMENWERKEN AAN DE TOEKOMST. Introductiefolder voor gezinnen en verwijzers

Gezinsbehandeling. Kom verder!  SAMENWERKEN AAN DE TOEKOMST. Introductiefolder voor gezinnen en verwijzers Gezinsbehandeling SAMENWERKEN AAN DE TOEKOMST Introductiefolder voor gezinnen en verwijzers Kom verder! www.ln5.nl Ouders hebben vragen over het moeilijke of zorgelijke gedrag van hun kind of hoe ze hun

Nadere informatie

Bijlage 3 Samenvatting onderzoek HAN naar werkzame factoren vanuit gebruikersperspectief

Bijlage 3 Samenvatting onderzoek HAN naar werkzame factoren vanuit gebruikersperspectief Bijlage 3 Samenvatting onderzoek HAN naar werkzame factoren vanuit gebruikersperspectief In 2016 (februari tot juli) hebben acht studenten, in totaal 3 groepen, van de Hogeschool Arnhem Nijmegen nader

Nadere informatie

De scorelijst competenties collectieve belangenbehartiger

De scorelijst competenties collectieve belangenbehartiger De scorelijst competenties collectieve belangenbehartiger De scorelijst bestaat uit de twaalf competenties van de collectieve belangenbehartiger met daarbij steeds vier stellingen. Per stelling kunt u

Nadere informatie

Handleiding. Adviseren rond Wonen en Verhuizen

Handleiding. Adviseren rond Wonen en Verhuizen Handleiding Adviseren rond Wonen en Verhuizen Colofon Redactie VraagRaak/KansPlus 1e druk november 2001 2e herziene druk november 2008 VraagRaak, steunpunt medezeggenschap cliëntenraden, maakt deel uit

Nadere informatie

Beginsituatie. Aanpak

Beginsituatie. Aanpak Ouderparticipatie op school Meedoen kun je leren! Februari Juli 2012 Beginsituatie De aanleiding voor SBO School A 1 om met het project Ouderparticipatie op school Meedoen kun je leren!, aandacht te besteden

Nadere informatie

SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: 23185 Cohort: Geldig vanaf 01-08-2015 Colofon * Daar waar hij staat, wordt ook zij bedoeld en omgekeerd. * Waar cliënt staat, kan

Nadere informatie

Stichting Vroeghulp Rotterdam. Stichting Vroeghulp Rotterdam is 21 augustus 1997 opgericht door onderstaande organisaties:

Stichting Vroeghulp Rotterdam. Stichting Vroeghulp Rotterdam is 21 augustus 1997 opgericht door onderstaande organisaties: Stichting Vroeghulp Rotterdam Stichting Vroeghulp Rotterdam is 21 augustus 1997 opgericht door onderstaande organisaties: - ASVZ. - MEE Rotterdam Rijnmond. - Pameijer. - Rijndam revalidatiecentrum. Later

Nadere informatie

Werken met hulpverleningsplannen

Werken met hulpverleningsplannen Werken met hulpverleningsplannen Aanwezigheid en gebruik van hulpverleningsplannen bij Xonar Inspectie jeugdzorg Utrecht januari 2007 2 Inspectie jeugdzorg Inhoudsopgave Inleiding... 5 Hoofdstuk 1 - Oordeel

Nadere informatie

Social Media in de Tuinbouw. Social media in de Tuinbouw

Social Media in de Tuinbouw. Social media in de Tuinbouw Social media in de Tuinbouw Inleiding: Dit onderzoek is uitgevoerd door Jan-Peter Steetskamp, in opdracht van Mariëlle van Leeuwen, zelfstandig professional op het gebied van marketing en online communicatie

Nadere informatie

J L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - -

J L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - - Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills 21st Century Skill Jouw talent Vaardigheden Gedragsindicatoren J L Ik weet wat ik wil Ik weet wat ik kan Ik ga na waarom iets mij interesseert

Nadere informatie

APQ-vragenlijst 28 maart Bea Voorbeeld

APQ-vragenlijst 28 maart Bea Voorbeeld APQ-vragenlijst 28 maart 2018 Bea Voorbeeld Inleiding In dit rapport bespreken we jouw inzetbaarheid wat je kunt doen om jouw positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Om dit te bepalen hebben we de volgende

Nadere informatie

even Als kinderen en ouders geen raad meer weten

even Als kinderen en ouders geen raad meer weten even Als kinderen en ouders geen raad meer weten Het ene kind is het andere niet. En de ene ouder is de andere niet. In Nederland groeien de meeste kinderen gelukkig op en hebben een veilig thuis. Voor

Nadere informatie

Schakenbosch in het kort. Informatie voor jongeren en ouders

Schakenbosch in het kort. Informatie voor jongeren en ouders Schakenbosch in het kort Informatie voor jongeren en ouders Het lukt mij niet om vrienden te maken en te houden. Ik word zo snel boos, dat ik het zelf niet begrijp. Ik doe dingen die ik niet wil, omdat

Nadere informatie

ZORGBUREAU JOKIJO PEDAGOGISCHE BELEIDSDOCUMENTEN

ZORGBUREAU JOKIJO PEDAGOGISCHE BELEIDSDOCUMENTEN ZORGBUREAU JOKIJO PEDAGOGISCHE BELEIDSDOCUMENTEN MISSIE WIE IS ZORGBUREAU JOKIJO? JoKiJo is een kleinschalig, betrokken zorgbureau dat hulp richt op de specifieke hulpvraag, wensen en behoeften van iedere

Nadere informatie

Positieve en blijvende veranderingen met een ZKM traject

Positieve en blijvende veranderingen met een ZKM traject Mensen staan na een ZKM traject bijna altijd positiever in het leven en ze denken vaak ook positiever over zichzelf. Wie een ZKM traject heeft gedaan is daar doorgaans heel tevreden over en is dat een

Nadere informatie

Cliënt in de lead Van beleid, via onderzoek, naar praktijk. Marjan Faber, Senioronderzoeker IQ healthcare 14 november 2016

Cliënt in de lead Van beleid, via onderzoek, naar praktijk. Marjan Faber, Senioronderzoeker IQ healthcare 14 november 2016 Cliënt in de lead Van beleid, via onderzoek, naar praktijk Marjan Faber, Senioronderzoeker IQ healthcare 14 november 2016 Waarom is patiënten participatie goed? Het is moreel goed Contacten tussen mensen

Nadere informatie

Whitepaper Verbindend communiceren In 4 stappen effectief feedback geven

Whitepaper Verbindend communiceren In 4 stappen effectief feedback geven Whitepaper Verbindend communiceren In 4 stappen effectief feedback geven De 4 stappen Je communiceert de hele dag en meestal hebben wij het gevoel dat dat ons best goed afgaat, toch? Pas op het moment

Nadere informatie

Europakenner Onderzoeker Journalist. toepassing. bediscussiëren en beargumenteren van Europese kwesties. gehaald op:

Europakenner Onderzoeker Journalist. toepassing. bediscussiëren en beargumenteren van Europese kwesties. gehaald op: Europakenner Onderzoeker Journalist Europeaan en invloeden Europese en internationale instellingen bediscussiëren en beargumenteren van Europese kwesties toekomst als Europees burger formuleren Een Europeaan

Nadere informatie

Professioneel communiceren: belangrijk onderdeel van dit boek en deze lessen DENK NA: WAAR KAN JE ALS JURIDICH MEDEWERKER TERECHTKOMEN?

Professioneel communiceren: belangrijk onderdeel van dit boek en deze lessen DENK NA: WAAR KAN JE ALS JURIDICH MEDEWERKER TERECHTKOMEN? Hoofdstuk 1 Leerdoelen pg 17 Link tussen leerdoelen en toets stof 1.1 Juridisch medewerker Algemene vaardigheden besproken: Op de hoogte zijn (kennis) Informatie op papier kunnen zetten Goed kunnen lezen

Nadere informatie

CJG4kracht: De krachten gebundeld! Centrum voor Jeugd en Gezin Apeldoorn

CJG4kracht: De krachten gebundeld! Centrum voor Jeugd en Gezin Apeldoorn CJG4kracht: De krachten gebundeld! Centrum voor Jeugd en Gezin Apeldoorn 1 Programma 1. Opening wethouder Paul Blokhuis 2. Transitie en transformatie, Monique te Wierik 3. CJG4kracht, Saskia Blom 4. De

Nadere informatie

Reactie op Advies Adviesraad Sociaal Domein Houten

Reactie op Advies Adviesraad Sociaal Domein Houten Reactie op Advies Adviesraad Sociaal Domein Houten Met veel interesse hebben wij - de gemeente Houten - op 1 februari 2016 kennis genomen van het advies van de Adviesraad Sociaal Domein Houten. Om te komen

Nadere informatie

Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner. 1. Verkennen van het probleem

Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner. 1. Verkennen van het probleem Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner Bij iedere vraag uit de veranderplanner is hier een korte toelichting gegeven. Dit kan helpen bij het invullen van de vragen van de Veranderplanner. 1.

Nadere informatie

Strategie in Beweging. Koersnotitie. versie 4

Strategie in Beweging. Koersnotitie. versie 4 Strategie in Beweging Koersnotitie versie 4 Onze Opdracht Het Waartoe zijn wij hier in Alphen aan den Rijn en omgeving? Voor welk vraagstuk zijn wij het antwoord? 1. Wij zijn een stichting voor primair

Nadere informatie

Samenvatting. Interactie Informatiewaarde Werkrelevantie Totale waardering 8,5 8,4 8,9 8,6

Samenvatting. Interactie Informatiewaarde Werkrelevantie Totale waardering 8,5 8,4 8,9 8,6 Samenvatting Scores Interactie Informatiewaarde Werkrelevantie Totale waardering 8,5 8,4 8,9 8,6 Zowel uit de beoordelingen in de vorm van een rapportcijfer als de aanvullende opmerkingen, blijkt dat de

Nadere informatie

Aanpak kindermishandeling en geweld vanuit het perspectief van kinderen en jongeren

Aanpak kindermishandeling en geweld vanuit het perspectief van kinderen en jongeren Aanpak kindermishandeling en geweld vanuit het perspectief van kinderen en jongeren Asia Sarti, projectleider stichting Alexander Inge Schalkers, stagiaire stichting Alexander, student Vrije Universiteit

Nadere informatie

Training Communicatievaardigheden

Training Communicatievaardigheden Training Communicatievaardigheden Communicatie vaardigheden: succesvol en verbindend communiceren Wat zou het fijn zijn als Jan een keer normaal zou communiceren. Mijn leidinggevende communiceert ook nooit

Nadere informatie

Onderzoek Maatschappelijke Stage

Onderzoek Maatschappelijke Stage Onderzoek Maatschappelijke Stage Onderzoek in opdracht van Welzijn Barneveld Uitgevoerd door Rianne Stuij en Rianne Heijkoop Studenten Christelijke Hogeschool Ede December 2015 mei 2016 Inhoud Aanleiding...

Nadere informatie

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 20 juni 2017 DATUM 20 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie