Compartimenteringsstudie Maasdijk & zuidrand dijkring 14

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Compartimenteringsstudie Maasdijk & zuidrand dijkring 14"

Transcriptie

1 Opdrachtgever: Provincie Zuid-Holland Compartimenteringsstudie Maasdijk & zuidrand dijkring 14 Impactanalyse DPV-normering & STOWA richtlijn PR oktober 2014

2

3 Opdrachtgever: Provincie Zuid-Holland Compartimenteringsstudie Maasdijk & zuidrand dijkring 14 Impactanalyse DPV-normering & STOWA richtlijn Auteurs M. Zethof B. Kolen C.J. Vermeulen J. van der Zwet B. Maaskant PR oktober 2014

4

5 Inhoud 1 Inleiding Aanleiding Doelstelling Uitgangspunten en randvoorwaarden Werkwijze Leeswijzer Gebiedsbeschrijving Compartimenteringskeringen Breslocaties en coupures per compartimenteringskering Compartimenteringskering 1: Vlaardinger-Schutsluis Compartimenteringskering 2: Schiedam-Sluis Buitenhaven Compartimenteringskering 3: Rotterdam-Delfshaven Compartimenteringskering 4: Rotterdam-Boerengatsluis Compartimenteringskering 5: Rotterdam-De Esch Compartimenteringskering 6: Capelle-West Nijverheidstraat Compartimenteringskering 7: Maasdijk Inrichtingsvarianten Scenario s Samenvattend Overstromingsgevolgen Overstromingsmodellen Resultaten overstromingsmodel Vlaardinger-Schutsluis Schiedam-Sluis Buitenhaven Rotterdam-Delfshaven Rotterdam-Boerengatsluis Rotterdam-De Esch Capelle-West Nijverheidstraat Ter Heijde s Gravenzande Hoek van Holland Gemaal Westland Maassluis Oranjeplassen Maassluis Schutsluis Impact normering primaire kering Inleiding normering Ringdelen en breslocaties LIR - norm Maatschappelijke Kosten Baten Analyse Norm Samenvattend Normering regionale kering Inleiding normering Ringdelen en breslocaties HKV lijn in water PR i

6 Compartimenteringsstudie zuidrand dijkring 14 oktober Overstromingsrisico Overstromingskans per compartiment Gewogen schade per compartiment Economisch risico per compartiment Investeringskosten Type kosten per inrichtingsvariant Totale investeringskosten Totale kosten Discussie Referenties Bijlage A: HIS-SSM resultaten in Bijlage B: Gewogen totale schade in Bijlage C: Kosten per inrichtingsvariant C.1 Kosten voor dijkversterking C.2 Kosten voor beheer en onderhoud (B&O) C.3 Kosten voor afgraven Bijlage D: Gevoeligheidsanalyse bres sluizen voor zichtjaar Bijlage E: Klassenindeling normhoogte DPV Bijlage F: Afkortingen- en begrippenlijst Bijlage G: Parameters bresgroei Verheij-vd Knaap Bijlage H: Invloed compartimenterende functie polderkade Oranjepolder ii PR HKV lijn in water

7 Lijst van tabellen Tabel 1 Overzicht gebruikte golven met de maximale buitenwaterstand voor TP, TP+1D en TP+2D Tabel 2 Overzicht van alle overstromingsberekeningen Tabel 3 Gevolgen compartiment 1 bij TP in 2015 voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (midden-links), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts): maximale waterdiepte (boven) en schade in miljoen Euro, slachtoffers en getroffenen in aantallen Tabel 4 Gevolgen compartiment 2 bij TP in 2015 voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (midden-links), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts): maximale waterdiepte (boven) en schade in miljoen Euro, slachtoffers en getroffenen in aantallen Tabel 5 Gevolgen compartiment 3 bij TP in 2015 voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (midden-links), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts): maximale waterdiepte (boven) en schade in miljoen Euro, slachtoffers en getroffenen in aantallen Tabel 6 Gevolgen compartiment 5 bij TP in 2015 voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (midden-links), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts): maximale waterdiepte (boven) en schade in miljoen Euro, slachtoffers en getroffenen in aantallen Tabel 7 Gevolgen compartiment 6 bij TP in 2015 voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (midden-links), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts): maximale waterdiepte (boven) en schade in miljoen Euro, slachtoffers en getroffenen in aantallen Tabel 8 Gevolgen Ter Heijde bij TP in 2015 voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (middenlinks), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts): maximale waterdiepte (boven) en schade in miljoen Euro, slachtoffers en getroffenen in aantallen Tabel 9 Gevolgen s Gravenzande bij TP in 2015 voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (midden-links), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts): maximale waterdiepte (boven) en schade in miljoen Euro, slachtoffers en getroffenen in aantallen Tabel 10 Gevolgen Hoek van Holland bij TP in 2015 voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (midden-links), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts): maximale waterdiepte (boven) en schade in miljoen Euro, slachtoffers en getroffenen in aantallen Tabel 11 Gevolgen Gemaal Westland bij TP in 2015 voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (midden-links), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts): maximale waterdiepte (boven) en schade in miljoen Euro, slachtoffers en getroffenen in aantallen Tabel 12 Gevolgen Maassluis Oranjeplassen bij TP in 2015 voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (midden-links), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts): maximale waterdiepte (boven) en schade in miljoen Euro, slachtoffers en getroffenen in aantallen Tabel 13 Gevolgen Maassluis Schutsluis bij TP in 2015 voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (midden-links), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts): maximale waterdiepte (boven) en schade in miljoen Euro, slachtoffers en getroffenen in aantallen Tabel 14 MKBA-norm en LIR-norm Tabel 15 Overstromingskansen per ringdeel Tabel 16 LIR-normen voor traject 14-1 en 14-2 voor de verschillende IRV HKV lijn in water PR iii

8 Compartimenteringsstudie zuidrand dijkring 14 oktober 2014 Tabel 17 Overzicht investeringskosten 10x sterker, totale schade 2050 en MKBA-norm traject Tabel 18 Overzicht investeringskosten 10x sterker, totale schade 2050 en MKBA-norm traject Tabel 19 Overzicht investeringskosten 10x sterker, totale schade 2050 en MKBA-norm traject Tabel 20 Overzicht investeringskosten 10x sterker, totale schade 2050 en MKBA-norm traject 14-4 o.b.v. s Gravenzande Tabel 21 Overzicht investeringskosten 10x sterker, totale schade 2050 en MKBA-norm traject 14-4 o.b.v. Ter Heijde Tabel 22 Overzicht LIR-norm en MKBA-norm per traject en inrichtingsvariant Tabel 23 Overzicht technische uitwerking DPV Tabel 24 Overzicht strengste norm IRV huidig Tabel 25 Bepaling bijdrage totale overstromingskans van normtraject per compartiment Tabel 26 Gewogen schade per compartiment in 2015 in miljoen Euro Tabel 27 Type kosten per inrichtingsvariant (X = kostenpost wordt wel meegenomen) Tabel 28 Overzicht totale investeringskosten voor periode met een oneindige tijdshorizon Tabel 29 Overzicht totale kosten in miljoen Euro voor periode oneindige tijdshorizon (variant met laagste kosten is dikgedrukt) Tabel 30 Overzicht LIR-norm en MKBA-norm per traject en inrichtingsvariant (* MKBA-eisen voor s Gravenzande en Ter Heijde bij toepassing van toeslagfactor op de totale schade om te corrigeren voor verschillen in overstromingsscenario s DPV2.2 en voorliggende studie. Zie verder de toelichting onder Tabel 21) Tabel 31 Overzicht totale kosten in miljoen Euro (variant met laagste kosten is dikgedrukt) Tabel 32 Overzicht evaluatie nut en noodzaak aanwijzen vanuit waterveiligheid Tabel 33 Maximale waterdiepte overstroming compartiment 1 voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (midden-links), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts) Tabel 34 Maximale waterdiepte overstroming compartiment 2 voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (midden-links), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts) Tabel 35 Maximale waterdiepte overstroming compartiment 3 voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (midden-links), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts) Tabel 36 Maximale waterdiepte overstroming compartiment 5 voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (midden-links), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts) Tabel 37 Maximale waterdiepte overstroming compartiment 6 voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (midden-links), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts) Tabel 38 Maximale waterdiepte overstroming Ter Heijde voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (midden-links), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts) Tabel 39 Maximale waterdiepte overstroming s Gravenzande voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (midden-links), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts) Tabel 40 Maximale waterdiepte overstroming Hoek van Holland voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (midden-links), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts) Tabel 41 Maximale waterdiepte overstroming Gemaal Westland voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (midden-links), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts) Tabel 42 Maximale waterdiepte overstroming Maassluis Oranjeplassen voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (midden-links), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts) Tabel 43 Maximale waterdiepte overstroming Maassluis Schutssluis voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (midden-links), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts) Tabel 44 Investeringskosten in miljoen Euro bij een waakhoogte van 0,5 m (midden kolom) en 1,0 m (rechter kolom) Tabel 45 Totale investeringskosten compartiment 1 bij waakhoogte van 0,5 m Tabel 46 Totale investeringskosten compartiment 1 bij waakhoogte van 1,0 m iv PR HKV lijn in water

9 Tabel 47 Totale investeringskosten compartiment 2 bij waakhoogte van 0,5 m Tabel 48 Totale investeringskosten compartiment 2 bij waakhoogte van 1,0 m Tabel 49 Totale investeringskosten compartiment 3 bij waakhoogte van 0,5 m Tabel 50 Totale investeringskosten compartiment 3 bij waakhoogte van 1,0 m Tabel 51 Totale investeringskosten compartiment 6 bij waakhoogte van 0,5 m Tabel 52 Totale investeringskosten compartiment 6 bij waakhoogte van 1,0 m Tabel 53 Totale investeringskosten Maasdijk bij waakhoogte van 0,5 m Tabel 54 Totale investeringskosten Maasdijk bij waakhoogte van 1,0 m Tabel 55 Overzicht schade, slachtoffers en getroffenen in 2015 voor compartiment 1 bij automatische bresgroei (boven) en maximale bresbreedte van 10 m (onder) Tabel 56 Klassenindeling normhoogte DPV [DPV,2014] Tabel 57 Parameters voor de bresgroei (formule Verheij-vdKnaap, 2002) Tabel 58 Maximale waterdiepte overstroming Maassluis Oranjeplassen voor IRV huidig (linkss) en de situatie dat de polderkaden voldoende hoog zijn (rechts) Tabel 59 Gevolgen Maassluis Oranjeplassen voor verschillende inrichtingsvarianten polderkaden bij TP in 2015 in schade in miljoen Euro, slachtoffers en getroffenen in aantallen HKV lijn in water PR v

10

11 Lijst van figuren Figuur 1 Situatieschets van de primaire keringen 14-1, 14-2, 14-3 en 14-4 en de compartimenteringskeringen (rood)... 1 Figuur 2 Stappenplan werkwijzers... 5 Figuur 3 Compartimenten zuidrand dijkringgebied 14 (Zuid-Holland)... 7 Figuur 4 Situatieschets compartimenteringskering 1: Vlaardinger-Schutsluis... 8 Figuur 5 Situatieschets compartimenteringskering 2: Schiedam-Sluis Buitenhaven... 8 Figuur 6 Situatieschets compartimenteringskering 3: Rotterdam-Delfshaven... 9 Figuur 7 Overstroming Rotterdam Parksluizen bij buitenwaterstand bij toetspeil... 9 Figuur 8 Overstroming Rotterdam-Boerengatsluis (doorbraak Maasboulevard) bij buitenwaterstand bij toetspeil Figuur 9 Situatieschets compartimenteringskering 5: Rotterdam De Esch Figuur 10 Situatieschets compartimenteringskering 6: Capelle-West Nijverheidstraat Figuur 11 Situatieschets compartimenteringskering 7 Maasdijk (rode lijn) en polderkade (groene lijn) Figuur 12 Voorbeeld waterstandsverloop voor scenario bij TP, TP+1D en TP+2D voor de breslocatie compartiment 1: Vlaardinger-Schutsluis Figuur 13 Totale schade 2015 compartiment 1 per inrichtingsvariant bij TP (links), TP+1D (midden) en TP+2D (rechts), inclusief gemonetariseerde slachtoffers en getroffenen Figuur 14 Totale schade 2015 compartiment 2 per inrichtingsvariant bij TP (links), TP+1D (midden) en TP+2D (rechts), inclusief gemonetariseerde slachtoffers en getroffenen Figuur 15 Totale schade 2015 compartiment 3 per inrichtingsvariant bij TP (links), TP+1D (midden) en TP+2D (rechts), inclusief gemonetariseerde slachtoffers en getroffenen Figuur 16 Totale schade 2015 compartiment 5 per inrichtingsvariant bij TP (links), TP+1D (midden) en TP+2D (rechts), inclusief gemonetariseerde slachtoffers en getroffenen Figuur 17 Totale schade 2015 compartiment 6 per inrichtingsvariant bij TP (links), TP+1D (midden) en TP+2D (rechts), inclusief gemonetariseerde slachtoffers en getroffenen Figuur 18 Totale schade 2015 Ter Heijde per inrichtingsvariant bij TP (links), TP+1D (midden) en TP+2D (rechts), inclusief gemonetariseerde slachtoffers en getroffenen Figuur 19 Totale schade 2015 s Gravenzande per inrichtingsvariant bij TP (links), TP+1D (midden) en TP+2D (rechts), inclusief gemonetariseerde slachtoffers en getroffenen Figuur 20 Totale schade 2015 Hoek van Holland per inrichtingsvariant bij TP (links), TP+1D (midden) en TP+2D (rechts), inclusief gemonetariseerde slachtoffers en getroffenen Figuur 21 Totale schade 2015 Gemaal Westland per inrichtingsvariant bij TP (links), TP+1D (midden) en TP+2D (rechts), inclusief gemonetariseerde slachtoffers en getroffenen Figuur 22 Totale schade 2015 Maassluis Oranjeplassen per inrichtingsvariant bij TP (links), TP+1D (midden) en TP+2D (rechts), inclusief gemonetariseerde slachtoffers en getroffenen Figuur 23: De polderkade heeft een verlaagd deel en mist een aansluiting op een hooggelegen element om de compartimenterende functie te vervullen (Bron: Geodan, 2014) Figuur 24 Totale schade 2015 Maassluis Schutsluis per inrichtingsvariant bij TP (links), TP+1D (midden) en TP+2D (rechts), inclusief gemonetariseerde slachtoffers en getroffenen Figuur 25 Overzicht ringdelen bij normtraject 14-1 (linksboven), 14-2 (rechtsboven), 14-3 (linksonder) en 14-4 (rechtsonder) Figuur 26 Gewogen mortaliteit in procenten voor traject 14-1 voor IRV hoog (linksboven), huidig (rechtsboven), gaten (linksonder) en laag (rechtsonder) Figuur 27 Gewogen mortaliteit in procenten voor traject 14-2 voor IRV hoog (linksboven), huidig (rechtsboven), gaten (linksonder) en laag (rechtsonder) Figuur 28 Gewogen mortaliteit in procenten voor traject 14-3 voor IRV hoog/huidig (linksboven) en gaten/laag (rechtsboven) HKV lijn in water PR vii

12 Compartimenteringsstudie zuidrand dijkring 14 oktober 2014 Figuur 29 Gewogen mortaliteit in procenten voor traject 14-4 s Gravenzande voor IRV hoog (linksboven), huidig (rechtsboven), gaten (linksonder) en laag (rechtsonder) Figuur 30 Gewogen mortaliteit in procenten voor traject 14-4 Ter Heijde voor IRV hoog (linksboven), huidig (rechtsboven), gaten (linksonder) en laag (rechtsonder) Figuur 31 Overzicht schaalniveau ringdelen voor toepassing Richtlijn normering regionale keringen Figuur 32 Contante waarde economisch risico (links) en contante waarden baten (rechts) in miljoen Euro o.b.v. de overstromingskansen DPV Figuur 33 Beschikbare ruimte dijkversterking (links) en versterkingsopgave compartiment 1 (rechts) Figuur 34 Beschikbare ruimte dijkversterking (links) en versterkingsopgave compartiment 2 (rechts) Figuur 35 Beschikbare ruimte dijkversterking (links) en versterkingsopgave compartiment 3 (rechts) Figuur 36 Beschikbare ruimte dijkversterking (links) en versterkingsopgave compartiment 5 (rechts) Figuur 37 Beschikbare ruimte dijkversterking (links) en versterkingsopgave compartiment 6 (rechts) Figuur 38 Beschikbare ruimte dijkversterking (links) en versterkingsopgave Maasdijk (rechts) Figuur 39 Maximale waterstanden aan langs de Maasdijk op basis van overstromingsberekeningen bij een volledig kerende Maasdijk. Het hoogtetekort is zichtbaar als de blauwe lijn hoger is dan de rode lijn Figuur 40 De polderkade heeft een verlaagd deel en mist een aansluiting op een hooggelegen element om de compartimenterende functie te vervullen (Bron: Geodan, 2014) viii PR HKV lijn in water

13 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Nederland wordt beschermd tegen overstromen door een stelsel van waterkeringen. Deze waterkeringen hebben een veiligheidsnorm die is vastgelegd in 1996 in de Wet op Waterkering. Voor Centraal-Holland is de huidige veiligheidsnorm 1/ per jaar, gebaseerd op een overschrijdingskans van maatgevende omstandigheden (waterstanden en golven) die de waterkering moet keren. Minister Schultz van Infrastructuur en Milieu heeft in haar brief aan de Tweede Kamer (dd. 26 april 2013 [Ministerie van Infrastructuur en Milieu, 2014] en dd. 02 juni 2014 [Ministerie van Infrastructuur en Milieu, 2014]) de nieuwe koersbepaling van het waterveiligheidsbeleid gerapporteerd, waarbij zij de overstap van een veiligheidsnorm o.b.v. overschrijdingskans naar overstromingskans voorstelt. Naar aanleiding hiervan is het Deltaprogramma Veiligheid gevraagd om de normen voor de primaire keringen te actualiseren [DPV, 2014]. Samenhang normen primaire kering en regionale keringen Bij het normvoorstel voor de primaire kering is onder meer verondersteld dat de bestaande compartimenteringskeringen een compartimenterende functie vervullen (uitgangspunt standzekerheid). De Provincie heeft daarnaast als taak om de regionale keringen in haar gebied die een compartimenterende werking hebben aan te wijzen als kering met een waterstaatskundige functie en deze te normeren. Deze taak ligt vast in de Waterwet. In de Strategische Agenda 2014 stelt de Provincie Zuid-Holland dat zij het stelsel van de primaire keringen en de regionale keringen als een samenhangend stelsel wil beschouwen. Zodoende is het mogelijk te beoordelen in welke onderdelen van het stelsel het beste geïnvesteerd kan worden en welke compartimenterende keringen genormeerd dienen te worden [Provincie Zuid-Holland, 2013]. Figuur 1 geeft een overzicht van de ligging van de primaire keringen en de regionale keringen aan de zuidrand van het dijkringgebied Zuid-Holland (dijkring 14). Figuur 1 Situatieschets van de primaire keringen 14-1, 14-2, 14-3 en 14-4 en de compartimenteringskeringen (rood) HKV lijn in water PR

14 Compartimenteringsstudie zuidrand dijkring 14 oktober 2014 Relatie andere studies in dijkringgebied Zuid-Holland (dijkring 14) De Provincie Zuid-Holland heeft daarom in haar Provinciaal Waterplan Zuid-Holland [Provincie Zuid-Holland, 2009] opgenomen dat zij de compartimenteringskeringen in de periode zal normeren. In het kader hiervan is zij in 2010 gestart met een onderzoek naar het nut en noodzaak van de compartimenteringskeringen [DHV,2012]. De Provincie heeft gevraagd om deze studie te actualiseren en de samenhang met de nieuwe normering primaire kering in ogenschouw te nemen. De Provincie heeft ook het nut en noodzaak van de Maasdijk onderzocht ([Kolen et al.,2014] en [Janssen en Vermeulen, 2014]). Deze regionale kering loopt vanaf de kust parallel aan de Nieuwe Waterweg totdat deze bij Maassluis wordt verbonden met de primaire waterkering. De conclusie uit deze studie is dat de normering van de Maasdijk vanuit waterveiligheid niet nuttig en noodzakelijk is. In de voorliggende studie wordt bekeken of de inrichting van de overige compartimenteringskeringen aan de zuidrand van dijkring 14 ook invloed hebben op het nut en noodzaak van de Maasdijk. 1.2 Doelstelling De doelstelling van dit onderzoek is als volgt gedefinieerd: Voor de compartimenteringskeringen aan de zuidrand van dijkring 14 het bepalen van het nut en noodzaak van het aanwijzen en normeren van deze regionale keringen conform STOWA Leidraad normering regionale keringen, rekening houdend met de impact op de nieuwe normering van de primaire kering conform de methodiek Deltaprogramma Veiligheid. Het nut van de compartimenteringskering wordt bepaald in een economische afweging tussen de kosten en baten. Indien het nut aantoonbaar is volgt daarna de noodzaak tot aanwijzen van de regionale kering en het afleiden van een norm. Hierbij wordt rekening gehouden met de impact van de compartimenteringskeringen op de nieuwe normering voor de primaire kering voor de situatie in Indien het nut niet aantoonbaar is, kan het wel vanuit overige functies (bijv. ontsluitingsroute of evacuatieroute bij calamiteit) van belang zijn om de compartimenteringskering in stand te houden. Deze discussie valt buiten de scope van dit project. 1.3 Uitgangspunten en randvoorwaarden In de studie zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: Overstromingsmodel en -berekeningen Het gebruikte overstromingsmodel is het Randstadmodel 2014 dat is toegeleverd door de Provincie Zuid-Holland. Voor de Maasdijk is het voormalige Randstadmodel (2008) gebruikt. Op beide overstromingsmodellen zijn nog enkele wijzigen toegepast, die staan beschreven in paragraaf 3.1. Breslocaties komen overeen met de breslocaties in VNK2, indien beschikbaar. Voor compartimenten 3 en 5 zijn nieuwe breslocaties gekozen. Voor het ringdeel Maassluis is gebruik gemaakt van de extra overstromingsberekeningen Maassluis Oranjeplassen, Maassluis Schutsluis en Gemaal Westland [Kolen et al., 2013]. Dit is een verfijnder schaalniveau ten opzichte van VNK2. 2 PR HKV lijn in water

15 De berekeningen zijn gemaakt voor drie buitenwaterstanden met verschillende herhalingstijden: 1/ per jaar (TP), 1/ per jaar (TP+1D) en 1/ per jaar (TP+2D). 1 De hydraulische randvoorwaarden voor de breslocaties van compartimenten 1, 2 en 6 en de Maasdijk zijn conform VNK2. Voor breslocaties in compartimenten 3 en 5 geldt dat er nieuwe hydraulische randvoorwaarden zijn bepaald. De parameters voor de bresgroei staan in bijlage G. Overstromingsgevolgen Schade, slachtoffers en getroffenen zijn bepaald met HIS-SSM v2.5. Totale schade is gedefinieerd als de som van de economische schade en de monetaire waarde van de slachtoffers (6,7 miljoen Euro per slachtoffer) en getroffenen ( Euro per getroffenen). Deze definitie is gehanteerd in zowel de analyse normering primaire kering als normering regionale compartimenteringskering. Het basisjaar voor de HIS-SSM berekeningen in het prijspeil 2000 (basisjaar DPV 2.2.). Om de economische schade in 2015 of 2050 te berekenen worden een aantal correctiefactoren toegepast: o De economische schade in 2011 is gelijk aan de economische schade in 2000 * 1,4 (inflatie ) * 1,6 (schadeopslag van 50% +10% risicopremie). Voor de omrekening van schade in 2011 naar schade in 2015 of 2050 wordt uitgegaan van een economische groei van 1,9% per jaar. o Het aantal slachtoffers en getroffenen in het jaar 2011 is gecorrigeerd voor een bevolkingsgroei van 5% [-].Voor de omrekening van de monetaire waarde van slachtoffers en getroffenen in 2011 naar 2015 of 2050 wordt uitgegaan van een economische groei van 1,9% per jaar. Normering primaire kering: Een compartimenteringskering heeft impact op de nieuwe normering primaire keringen indien deze tot een andere normklasse leidt dan in de huidige situatie. De DPV methodiek is toegepast op het schaalniveau van normtrajecten. De verschillende scenario s per normtraject voor trajecten 14-1, 14-2 en 14-3 zijn gewogen o.b.v. de lengte van de VNK2-ringdelen. Hiervoor een nieuwe ringdeeldefinitie gemaakt (zie toelichting in paragraaf 4.1.1). Voor traject 14-4 wordt de norm bepaald door het maatgevende ringdeel (leidt tot de strengste eis) van s Gravenzande, Ter Heijde en Kijkduin (conform de uitgangspunten van DPV 2.2.). Voor de duinen is het lengte-effect niet aan de orde, zoals bij harde keringen. MKBA-norm en LIR-norm is bepaald conform werkwijze Deltaprogramma Veiligheid versie 2.2. [DPV, 2014]. Lokaal Individueel Risico is bepaald met het MLV-Instrumentarium. Voor de evacuatiefractie hanteren we de ondergrens van de bandbreedte uit het addendum van de studie Evacuatieschattingen Nederland [Kolen et al., 2013]. Kosten voor dijkversterking van primaire kering (10x sterker) zijn overgenomen uit [DPV,2014]. Contante waarde berekening voor een periode met een oneindige tijdshorizon, uitgaande van een discontovoet van 5,5 procent en een economische groeivoet van 1,9 procent. 1 In de overstromingsberekeningen Ter Heijde en s Gravenzande is bresgroei schematiseerd voor kern van grof zand (kritieke stroomsnelheid Uc = 0,2 m/s) i.p.v. fijn zand (kritieke stroomsnelheid Uc = 0,1 m/s). De technische uitwerking DPV 2.2. is gebaseerd op overstromingsberekeningen gemaakt met het voormalige overstromingsmodel Randstadmodel (2008), waarbij de bresgroei is geschematiseerd voor kern met fijn zand. HKV lijn in water PR

16 Compartimenteringsstudie zuidrand dijkring 14 oktober 2014 Normering regionale kering: Schaalniveau: o Compartimenteringskeringen 1 tot en met 6: o TOWA Richtlijn normering regionale kering is toegepast op het schaalniveau vergelijkbaar met de VNK-ringdelen voor compartimenten 1, 2, 3, 5 en 6. Hiervoor is een nieuwe ringdeeldefinities gemaakt. De lengte van een ringdeel is het deel primaire kering binnen de grenzen van het compartiment (zie verder paragraaf ). o Maasdijk: STOWA Richtlijn normering regionale kering is toegepast op alle ringdelen die in het invloedsgebied van de Maasdijk liggen. De baten zijn gelijk aan de som van alle individuele baten per ringdeel. Investeringskosten: o De investeringskosten voor de eventueel benodigde dijkophoging en de kosten voor afgraven van de regionale compartimenteringskeringen zijn bepaald op basis van de kostenkentallen uit de studie nut en noodzaak compartimenteringskeringen dijkringen 17, 20, 21, 22 en 25 ([Tauw, 2014] en [Vermeulen et al., 2014]). Deze kentallen zijn gebaseerd op de analyses rondom primaire keringen in het Deltaprogramma. o De kosten voor beheer- en onderhoud zijn ervaringsgetallen van het Hoogheemraadschap Delfland en het Hoogheemraadschap Schieland en Krimpenerwaard. Extra kosten voor het uitvoeren van een toetsing, benodigd grondonderzoek en eventueel benodigde versterking zijn niet meegenomen. 1.4 Werkwijze De werkwijze in deze studie volgt een tweetraps-aanpak: A) Bepalen impact nieuwe normering primaire keringen conform methodiek Deltaprogramma Veiligheid versie 2.2. [DPV,2014]; B) Bepalen nut en noodzaak compartimenteringskeringen conform STOWA Leidraad normering regionale keringen [STOWA,2007]. De werkwijze staat geschematiseerd in het stappenplan in Figuur 2. 4 PR HKV lijn in water

17 1. Bepalen functie compartimenteringskering 2. Bepalen breslocaties en coupures/gaten 3. Bepalen overstromingsscenario (Sobek1D2D) 4. Bepalen schade en slachtoffers (HIS-SSM) 5. Impact norm primaire kering per traject 6. Normering regionale keringen Bepalen LIR-norm Bepalen MKBA-norm Bepalen overstromingsrisico Bepalen investeringskosten Evaluatie alternatief normvoorstel DPV Bepalen totale kosten Evaluatie wel aanwijzen & norm bepalen Evaluatie niet aanwijzen & normeren IRV hoog IRV huidig IRV gaten IRV laag Figuur 2 Stappenplan werkwijzers 1.5 Leeswijzer Hoofdstuk 2 geeft een gebiedsbeschrijving met daarbij de verschillende inrichtingsvarianten en scenario s die in deze studie zijn gehanteerd. Een beschrijving van de overstromingsgevolgen in waterdiepte en schade, slachtoffers en getroffenen staat in hoofdstuk 3. De impact van de inrichtingsvarianten op de normering van de primaire kering is uitgewerkt in hoofdstuk 4, conform de methodiek van het Deltaprogramma Veiligheid (versie 2.2 [DPV,2014]). Ten slotte wordt in hoofdstuk 5 de toepassing van de STOWA Leidraad normering regionale keringen [STOWA, 2007] beschreven. De conclusies zijn samengevat in hoofdstuk 6. HKV lijn in water PR

18

19 2 Gebiedsbeschrijving 2.1 Compartimenteringskeringen In deze studie worden zeven compartimenteringskeringen beschouwd. Figuur 3 toont een overzicht van de compartimenten langs de zuidrand van dijkring 14. De Maasdijk en compartimenteringskeringen 1, 2 en 3 liggen in het beheergebied van Hoogheemraadschap Delfland. Compartimenteringskeringen 4, 5 en 6 zijn gelegen in het beheergebied van Hoogheemraadschap Schieland en Krimpenerwaard. Figuur 3 Compartimenten zuidrand dijkringgebied 14 (Zuid-Holland) 2.2 Breslocaties en coupures per compartimenteringskering Compartimenteringskering 1: Vlaardinger-Schutsluis Het compartiment wordt begrensd door de Maassluiserdijk, de Hoogstraat, de Kortedijk en de Westlandseweg. Bij de Delflandse Buitensluis, waar de Vlaardingervaart uitmondt in de Nieuwe Maas, is een breslocatie geschematiseerd (Figuur 4). De Vlaardingervaart doorkruist de compartimenteringskering bij de Vlaardinger Schutsluis. In de referentieberekeningen is deze schutsluis gesloten waardoor het compartiment is afgesloten. HKV lijn in water PR

20 Compartimenteringsstudie zuidrand dijkring 14 oktober 2014 Figuur 4 Situatieschets compartimenteringskering 1: Vlaardinger-Schutsluis Gevoeligheid bresgroei op gevolgen Het is niet met zekerheid te zeggen of bij een doorbraak bij de schutsluis alleen de sluisdeuren bezwijken of ook de omliggende kademuren. Daarom is een gevoeligheidsanalyse uitgevoerd om het verschil in overstromingsgevolgen tussen een doorbraak bij een vaste bresbreedte en automatische bresgroei inzichtelijk te maken. Hieruit blijkt dat bij automatische bresbreedte de schade groter is (factor 1 2x) en het aantal slachtoffers ook toeneemt (factor 2 5x). In het vervolg van het onderzoek is gekozen voor de meest conservatieve benadering: automatische bresgroei. Bijlage D geeft een overzicht van de economische schade, aantal slachtoffers en getroffenen voor beide bresgroeimethoden Compartimenteringskering 2: Schiedam-Sluis Buitenhaven Het compartiment wordt begrensd door de Vlaardingerdijk, de Vlaardingerstraat, de Dam, de Korte Dam, de Hoogstraat en de Rotterdamse dijk (Figuur 5). De breslocatie in de primaire kering is geschematiseerd bij Schiedam Buitensluis. Hier mondt de Schie uit in de Nieuwe maas. De Schie doorkruist de compartimenteringskering bij de Beursbrug. Hier kan de Schie worden afgesloten met sluisdeuren om het compartiment volledig te kunnen afsluiten. Figuur 5 Situatieschets compartimenteringskering 2: Schiedam-Sluis Buitenhaven 8 PR HKV lijn in water

21 2.2.3 Compartimenteringskering 3: Rotterdam-Delfshaven Compartiment 3 is een relatief hoog gelegen compartiment (3 3,5 m+nap). Het compartiment wordt begrensd door de Matthenesserdijk en de Havenstraat (Figuur 6). De breslocatie is geschematiseerd bij Delfshaven (Middenkous). Hoewel hier geen verbinding is met de Nieuwe Maas is dit de meest aannemelijke breslocatie, omdat hier een inham is van de Nieuwe Maas die reikt tot aan de primaire kering. Langs het verdere traject ligt hoog haventerrein voor de primaire kering en is een doorbraak minder aannemelijk. Figuur 6 Situatieschets compartimenteringskering 3: Rotterdam-Delfshaven Rotterdam-Parksluizen In VNK2 zijn overstromingsberekeningen uitgevoerd voor doorbraaklocatie Rotterdam- Parksluizen, net buiten het compartiment, daar waar de Delfshavense Schie uitmondt in de Nieuwe Maas. Bij een doorbraak van Rotterdam-Parksluizen blijkt dat in de huidige situatie compartiment 3 niet overstroomt (zie Figuur 7). De compartimenteringskering is in de huidige situatie hoog genoeg. Bij de varianten laag en gaten kan potentieel compartiment 3 overstromen. De verwachting is dat de overstroming hier beperkt blijft, omdat het compartiment veel hoger is gelegen dan het omliggende maaiveld. Voor het bepalen van het nut en noodzaak is het in deze studie niet van groot belang om de invloed van de gevolgen bij een doorbraak van Rotterdam Parksluizen mee te nemen. Dit overstromingsscenario wordt wel meegenomen bij het bepalen van de impact van de compartimenteringskeringen op de normering primaire kering. Figuur 7 Overstroming Rotterdam Parksluizen bij buitenwaterstand bij toetspeil HKV lijn in water PR

22 Compartimenteringsstudie zuidrand dijkring 14 oktober Compartimenteringskering 4: Rotterdam-Boerengatsluis Compartiment 4 is een dubbel stelsel van waterkeringen dat (bovenop de normering) in combinatie een (extra) hoge bescherming biedt aan het, diepe, stedelijk gebied van Rotterdam tegen overstromingen. De compartimenteringskering die onderdeel is van compartiment 4 loopt over de Schiedamsedijk, Blaak, Oostzeedijk en Honingerdijk. Deze regionale kering is een tweede achterliggende primaire kering en vormt samen met de primaire kering over de Boompjes en Maasboulevard. Deze compartimenteringskering was tot eind jaren 50 vorige eeuw de oude hoofdwaterkering en is niet bezweken bij de stormvloed van 1953 [DPRD,2014]. Dit compartiment is verder in deze studie buiten beschouwing gelaten. Bij het bepalen van de impact op de norm primaire kering van traject 14-1 is voor compartiment 4 het overstromingsgevolg in de huidige situatie gebruikt (conform DPV 2.2). Dit overstromingsscenario gaat uit van een doorbraak van de 1 e waterkering (Maasboulevard). De achterliggende compartimenteringskering is geschematiseerd conform de huidige situatie. Bij een overstroming bij een buitenwaterstand van TP+1D zal het water over deze achterliggende waterkering stromen (dit is niet het geval bij een overstroming bij TP). Figuur 8 Overstroming Rotterdam-Boerengatsluis (doorbraak Maasboulevard) bij buitenwaterstand bij toetspeil Compartimenteringskering 5: Rotterdam-De Esch Compartiment 5 is een klein compartiment dat wordt ingesloten door de Abram van Rijckevorselweg en de parallelweg langs de A16 (Figuur 9). De kans is klein dat hier een overstroming plaatsvindt, omdat er hooggelegen voorland aanwezig is langs de Nieuwe Maas en tevens zijn er hoge gronden langs de binnenzijde van de primaire kering. In deze studie is doorbraaklocatie Rotterdam-De Esch gekozen, waar hoog voorland aanwezig is van 2,80 m+nap. 10 PR HKV lijn in water

23 Figuur 9 Situatieschets compartimenteringskering 5: Rotterdam De Esch Compartimenteringskering 6: Capelle-West Nijverheidstraat Compartiment 6 wordt omsloten door de parallelweg langs de A16, de voormalige spoorlijn naar Gouda en de Abram van Rijckevorselweg (Figuur 10). Er zijn twee fietstunnels aanwezig die in de referentiesituatie worden afgesloten (bestuurlijke afspraak tussen waterschap en gemeente Capelle aan den IJssel die worden onderstreept door de studie van Asselman (2006)). De compartimenteringskering is verlaagd, zodat deze bij een overstroming als overloopkering kan fungeren. De bodemhoogte binnen het compartiment is -2 tot -1 m+nap, met uitzondering van hoger gelegen gronden in het westen en noordwesten van het compartiment (3 tot 5 m+nap). De doorbraaklocatie is de Nijverheidsstraat in Capelle aan den IJssel. Figuur 10 Situatieschets compartimenteringskering 6: Capelle-West Nijverheidstraat Compartimenteringskering 7: Maasdijk De Maasdijk loopt vanaf de kust parallel aan de Nieuwe Waterweg totdat deze bij Maassluis wordt verbonden met de primaire waterkering. De Maasdijk heeft de status overige waterkering in de legger van het hoogheemraadschap van Delfland. Over de Maasdijk loopt ook een provinciale weg. Bij een doorbraak vanuit de kust nabij Ter Heijde (ten noorden van de Maasdijk) 2 voorkomt de Maasdijk overstroming van het gebied ten zuiden van de Maasdijk (indien standzeker). Bij een 2 Bij een doorbraak van het ringdeel Kijkduin heeft de aanwezigheid van de Maasdijk geen invloed op het verloop van de overstroming. HKV lijn in water PR

24 Compartimenteringsstudie zuidrand dijkring 14 oktober 2014 doorbraak vanuit de kust ten zuiden van de Maasdijk ( s Gravenzande) en bij een doorbraak langs de Nieuwe Waterweg (van Hoek van Holland tot aan Maassluis) biedt de Maasdijk bescherming aan het gebied ten noorden van de Maasdijk. Figuur 11 Situatieschets compartimenteringskering 7 Maasdijk (rode lijn) en polderkade (groene lijn) Polderkade Tussen de primaire kering langs de Nieuwe Waterweg en de Maasdijk ligt nabij de Oranjepolder een stelsel polderkaden die het verloop van de overstroming beïnvloeden. Het betreft hier delen van de Schenkeldijk, Oranjedijk en Pettendijk. De invloed van de polderkaden op de schade, slachtoffers en getroffenen wordt onderzocht (zie bijlage H). 2.3 Inrichtingsvarianten De nut en noodzaak van het aanwijzen en normeren van de compartimenteringskeringen is onderzocht aan de hand van vier inrichtingsvarianten (IRV): Wel aanwijzen: Oneindig hoge compartimenteringsdijken die standzeker zijn (IRV hoog). Huidige situatie van de compartimenteringsdijken, waarbij de dijk waterkerend blijft in geval van overstromen en de coupures (tunneltjes/sluizen) gesloten zijn (IRV huidig). Niet aanwijzen: Situatie waarin in de loop der tijd gaten in de compartimenteringsdijken zijn ontstaan (IRV gaten). Dit is een tussenvariant tussen de huidige situatie waarbij de dijk waterkerend blijft en de situatie dat er geen compartimenteringsdijk meer aanwezig is. Afwezigheid van de compartimenteringsdijken (IRV laag). 12 PR HKV lijn in water

25 Voor de inrichtingsvariant hoog geldt dat alle compartimenteringskeringen in het studiegebied oneindig hoog zijn geschematiseerd. Voor de inrichtingsvariant laag geldt dat alle compartimenteringskeringen in het studiegebied zijn afgegraven tot het naastgelegen maaiveld. 2.4 Scenario s De gevolgen van een overstroming zijn bepaald voor drie verschillende scenario s van de buitenwaterstand; namelijk bij toetspeil (TP), toetspeil + 1 decimeringshoogte (TP+1D) en toetspeil + 2 decimeringshoogte (TP+2D). Figuur 12 Voorbeeld waterstandsverloop voor scenario bij TP, TP+1D en TP+2D voor de breslocatie compartiment 1: Vlaardinger-Schutsluis De bres in de primaire kering treedt op als de buitenwaterstand maximaal is. Tabel 1 geeft een overzicht van de gebruikte maximale waterstand bij de breslocaties. De bresgroei is geschematiseerd als een automatische bresgroei volgens de formule Verheij en Van der Knaap (zie bijlage G voor de bresparameters). Voor Vlaardinger-Schutsluis en Schiedam-Sluis Buitenhaven is een gevoeligheidsanalyse op de bresgroei uitgevoerd, waarbij voor de IRV huidig de afname van de gevolgen zijn bepaald bij een vaste bresbreedte van 10 meter t.o.v. een automatische bresgroei (zie toelichting op de gevolgen in bijlage D). Maximale buitenwaterstand [m+nap] Compartiment Breslocatie TP 1/ per jaar TP+1D 1/ per jaar TP+2D 1/ per jaar 1 Vlaardinger-Schutsluis 3,44 4,08 4,72 2 Schiedam-Sluis Buitenhaven 3,44 4,08 4,72 3 Rotterdam-Delfshaven 3,66 4,29 4,90 5 Rotterdam-De Esch 3,64 4,28 4,72 6 Capelle-West Nijverheidstraat 3,37 3,94 4,49 7 Ter Heijde 5,09 5,86 6,64 7 s Gravenzande 5,09 5,86 6,64 7 Hoek van Holland 5,19 5,77 6,39 7 Gemaal-Westland 3,48 4,12 4,79 7 Maassluis-Oranjeplassen 3,48 4,12 4,79 7 Maassluis-Schutsluis 3,42 4,03 4,66 Tabel 1 Overzicht gebruikte golven met de maximale buitenwaterstand voor TP, TP+1D en TP+2D HKV lijn in water PR

26 Compartimenteringsstudie zuidrand dijkring 14 oktober Samenvattend Voor compartimenteringskeringen 1 tot en met 6 is voor vier verschillende inrichtingsvarianten een overstromingsberekening gemaakt voor drie verschillende scenario s voor de buitenwaterstand. Voor de invloed van de Maasdijk (compartimenteringskering 7) zijn voor zes breslocaties overstromingsberekeningen (ook vier inrichtingsvarianten en drie verschillende scenario s buitenwaterstand) gemaakt. Dit resulteert in totaal 132 overstromingsberekeningen. Compartiment Breslocatie Inrichtingsvariant Scenario 1 Vlaardinger-Schutsluis Hoog (TP) 2 Schiedam-Sluis Buitenhaven Huidig (TP+1D) 3 Rotterdam-Delfshaven Gaten (TP+2D) 5 Rotterdam-De Esch Laag 6 Capelle-West Nijverheidstraat 7 - Maasdijk Ter Heijde, s Gravenzande, Hoek van Holland, Gemaal Westland, Maassluis Oranjeplassen, Maassluis Schutsluis Tabel 2 Overzicht van alle overstromingsberekeningen 14 PR HKV lijn in water

27 3 Overstromingsgevolgen 3.1 Overstromingsmodellen Voor de studie naar de compartimenteringskeringen 1 tot en met 6 is als basismodel een bestaand SOBEK1D2D-model (versie ) van de Randstadmodel gebruikt (RM2.lit). De overstromingsberekeningen voor de studie naar de Maasdijk is als basismodel het voormalige SOBEK1D2D-model (versie ) van het Randstadmodel gebruikt (P362_RM2.lit). In beiden modellen is de bodemligging geschematiseerd in gridcellen van 100x100 m 2. De belangrijkste aanpassingen aan het model zijn de volgende: 1. Er zijn 11 doorbraaklocaties in de primaire kering geschematiseerd. Voor compartimenteringskering 1, 2, 3, 5 en 6 geldt dat: De maximale bresdiepte is afgeleid uit het AHN2 0,5x0,5 m 2. De overige bresinstellingen zijn overgenomen uit de VNK2 studie. Er is gerekend met automatische bresgroei en voor compartiment 1 is een gevoeligheidsstudie uitgevoerd voor een doorbraak met vaste bresbreedte van 10 meter. Voor compartimenteringskering 7 Maasdijk geldt dat: Het 2D-grid is begrensd tot Leiden in het noorden en Gouda in het oosten. In het 1D-model zijn enkele geringe aanpassingen aangebracht. De riviertakken van de Nieuwe Waterweg, Nieuwe Maas en Hollandsche IJssel zijn losgekoppeld van de binnendijkse schematisatie. Alle 2D-history locaties die in het aangepast model buiten het 2D-grid vallen zijn verwijderd Gezien de hoeveelheid scenario s die geanalyseerd moeten worden zijn de simulaties uitgevoerd op het rekencluster van HKV lijn in water. Om het model daar werkend te krijgen zijn de volgende 6 Flow river weirs in de buurt van Biesbosch verwijderd: o NIME-BIBO1, NIME-BIBO2 en NIME-BIBO3 : Amer 262 en Nieuwe Meerwede 979 o Overlaat_aakvlaai (Bergse Maas tussen 250 en 251) Gezien de locatie van de kunstwerken heeft deze actie geen invloed op de resultaten van de berekeningen. 2. De hoogteligging van de compartimenteringskeringen 1, 2, 3, 5 en 6 is gecontroleerd aan de hand van het AHN2 0,5x0,5 m 2. Voor compartimenteringskeringen 1,2 en 5 is de hoogte op enkele, voor het overstromingsverloop belangrijke, locaties nauwkeuriger ingeschat zodat een realistischer overstromingspatroon ontstaat. 3. De hoogteligging van alle compartimenteringskeringen is aangepast per inrichtingsvariant: Huidig: bij deze inrichtingsvariant heeft de compartimenteringskering de actuele hoogte zoals in punt 2). Hoog: bij deze inrichtingsvariant is de compartimenteringskering verhoogd tot 10 m+nap, zodat deze in geen enkel geval zal overstromen. Laag: bij deze inrichtingsvariant krijgt de compartimenteringskering de hoogte van het omliggende maaiveld. Gaten: bij deze inrichtingsvariant worden alle kunstwerken die deel uitmaken van de compartimenteringskering (sluizen, fietstunnels) geopend. Daarnaast zijn er ook extra gaten of doorgravingen gemodelleerd in het hoogtegrid van de compartimenteringskering door de kering op enkele punten te verlagen. De coupures zijn weergegeven in Figuur 4 t/m Figuur 11 in paragraaf 2.2. HKV lijn in water PR

28 Compartimenteringsstudie zuidrand dijkring 14 oktober De buitenwaterstand bij de breslocatie behorend bij toetspeil, toetspeil+1d en toetspeil+2d zijn gelijk aan de waterstanden die zijn gebruikt voor de VNK2-overstromingsberekeningen (Tabel 1). De maatgevende randvoorwaarden die deze waterstanden (rivierafvoer, zeewaterstand) het beste benaderen zijn opnieuw afgeleid. 3.2 Resultaten overstromingsmodel In de navolgende paragrafen worden de resultaten van de overstromingsberekeningen toegelicht. Tabel 3 tot en met Tabel 7 geeft per inrichtingsvariant het overstromingsbeeld bij de huidige normfrequentie (1/ per jaar) en een overzicht van de economische schade in 2015 (afgerond op 5 miljoen Euro), slachtoffers en getroffenen (afgerond op 5-tallen) in Figuur 13 tot en met Figuur 17 geeft de totale schade in 2015 voor een overstroming bij TP, TP+1D en TP+2D. De totale schade is gedefinieerd als de som van de economische schade, gemonetariseerde waarde van het aantal slachtoffers (6,7 miljoen Euro per slachtoffer) en gemonetariseerde waarde van het aantal getroffenen ( Euro per getroffenen). Voor een toelichting op de berekening van de totale schade wordt verwezen naar de uitgangspunten in paragraaf 1.3. Bijlage A geeft een totaal overzicht van de schade, aantal slachtoffers en getroffenen voor de verschillende inrichtingsvarianten per buitenwaterstand Vlaardinger-Schutsluis In de huidige situatie overstroomt de compartimenteringskering niet bij toetspeil, maar blijft het water binnen het compartiment. Doordat stedelijk gebied overstroomt leidt dit wel tot aanzienlijke schade en slachtoffers. Bij IRV-en gaten en laag ontstaat een overstroming die reikt tot aan Delft. Doordat hierbij een veel groter gebied overstroomt neemt de schade toe ten opzichte van de huidige situatie. Het aantal slachtoffers neemt juist af, doordat de stijgsnelheid en de waterdiepte in het kleine compartiment lager zijn. Gevolgen overstroming compartiment 1 bij toetspeil in 2015 Hoog Huidig Gaten Laag 1/ per jaar 1/ per jaar 1/ per jaar 1/ per jaar Schade in mln Euro Schade in mln Euro Schade in mln Euro Schade in mln Euro Slachtoffers Slachtoffers Slachtoffers 445 Slachtoffers 400 Getroffenen Getroffenen Getroffenen Getroffenen Tabel 3 Gevolgen compartiment 1 bij TP in 2015 voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (middenlinks), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts): maximale waterdiepte (boven) en schade in miljoen Euro, slachtoffers en getroffenen in aantallen. 16 PR HKV lijn in water

29 Bij TP+1D en TP+2D is de compartimenteringskering niet hoog genoeg in de huidige situatie om de overstroming te keren en zal ook buiten het compartiment stedelijk gebied (Vlaardingen) overstromen (zie bijlage A), maar de totale schade blijft nagenoeg gelijk aan de situatie dat alleen het compartiment kan overstromen (IRV hoog). Bij een overstroming bij TP+1D en TP+2D neemt de totale schade af voor de inrichtingsvarianten gaten en laag, door de afname van het aantal slachtoffers (economische schade en monetaire waarde aantal getroffenen neemt wel toe). Figuur 13 Totale schade 2015 compartiment 1 per inrichtingsvariant bij TP (links), TP+1D (midden) en TP+2D (rechts), inclusief gemonetariseerde slachtoffers en getroffenen Schiedam-Sluis Buitenhaven In de huidige situatie overstroomt het hele compartiment inclusief een klein gebied buiten het compartiment, omdat de compartimenteringskering overstroomt bij toetspeil (Figuur 13). De schade is vele malen groter als er gaten in de kering zitten of als de kering is afgegraven. Het aantal slachtoffers verschilt relatief weinig per inrichtingsvariant ( slachtoffers). Gevolgen overstroming compartiment 2 bij toetspeil in 2015 Hoog Huidig Gaten Laag 1/ per jaar 1/ per jaar 1/ per jaar 1/ per jaar Schade in mln Euro Schade in mln Euro Schade in mln Euro Schade in mln Euro Slachtoffers 365 Slachtoffers 310 Slachtoffers 310 Slachtoffers 600 Getroffenen Getroffenen Getroffenen Getroffenen Tabel 4 Gevolgen compartiment 2 bij TP in 2015 voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (middenlinks), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts): maximale waterdiepte (boven) en schade in miljoen Euro, slachtoffers en getroffenen in aantallen. Bij een overstroming bij TP+1D en TP+2D in de huidige situatie overstroomt een groter (stedelijk) gebied buiten het compartiment en is de totale schade veel groter, respectievelijk 2x en 4x zo groter dan bij TP (zie bijlage A en Figuur 14). Voor de inrichtingsvarianten gaten en laag is de totale schade groter dan in de huidige situatie, dus de compartimenteringskering heeft een gunstige werking op de totale schade. HKV lijn in water PR

30 Compartimenteringsstudie zuidrand dijkring 14 oktober 2014 Figuur 14 Totale schade 2015 compartiment 2 per inrichtingsvariant bij TP (links), TP+1D (midden) en TP+2D (rechts), inclusief gemonetariseerde slachtoffers en getroffenen Rotterdam-Delfshaven Het maaiveld in compartiment 3 is relatief hoog gelegen. Daardoor overstroomt niet het hele compartiment bij toetspeil. Bij hogere buitenwaterstanden (TP+1D en TP+2D) zal wel het hele compartiment onderlopen, hoewel de waterdiepte beperkt blijft (zie bijlage A). Indien de compartimenteringskering is afgegraven of als er een open verbinding ontstaat tussen de Delfshaven en de Delfshavense Schie (IRV gaten), dan zal een groot gebied buiten het compartiment overstromen. Dit heeft een grote toename van schade, slachtoffers en getroffenen tot gevolg (zie Tabel 5). De toename van het aantal slachtoffers door de (deels) afwezigheid van de regionale compartimenteringskering kan leiden tot extra eisen t.a.v. het groepsrisico. Hier dient verder onderzoek naar te worden gedaan indien de regionale kering niet wordt aangewezen. Gevolgen overstroming compartiment 3 bij toetspeil in 2015 Hoog Huidig Gaten Laag 1/ per jaar 1/ per jaar 1/ per jaar 1/ per jaar Schade in mln Euro 180 Schade in mln Euro 180 Schade in mln Euro Schade in mln Euro Slachtoffers 5 Slachtoffers 5 Slachtoffers Slachtoffers Getroffenen Getroffenen Getroffenen Getroffenen Tabel 5 Gevolgen compartiment 3 bij TP in 2015 voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (middenlinks), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts): maximale waterdiepte (boven) en schade in miljoen Euro, slachtoffers en getroffenen in aantallen. De compartimenteringskering heeft dus een gunstige werking op reduceren van de totale schade, omdat de totale schade bij situatie zonder compartimenteringskering ongeveer 100x zo groot is (zie Figuur 15). 18 PR HKV lijn in water

31 Figuur 15 Totale schade 2015 compartiment 3 per inrichtingsvariant bij TP (links), TP+1D (midden) en TP+2D (rechts), inclusief gemonetariseerde slachtoffers en getroffenen Rotterdam-Boerengatsluis Voor de breslocatie Rotterdam Boerengatsluis zijn geen nieuwe overstromingsberekeningen gemaakt, omdat de achterliggende compartimenteringskering in deze studie buiten beschouwing wordt gehouden (zie toelichting in paragraaf 2.2.4) Rotterdam-De Esch De gevolgen bij een overstroming van compartiment 5 zijn relatief laag. De voornaamste reden is dat er hoog voorland aanwezig is buiten het compartiment, waardoor pas bij waterstanden hoger dan 2,80 m+nap overstroming zal optreden (ongeveer eens in de jaar waterstand). 3 Door de geringe hoeveelheid water dat het compartiment binnenstroomt, kan het water binnen het compartiment worden opgevangen. Ook bij de inrichtingsvariant laag blijft het water binnen het compartiment omdat er buiten de compartimenteringskering hoge gronden aanwezig zijn die in dat geval een waterkerende functie krijgen. Gevolgen overstroming compartiment 5 bij toetspeil in 2015 Hoog Huidig Gaten Laag 1/ per jaar 1/ per jaar 1/ per jaar 1/ per jaar Schade in mln Euro 20 Schade in mln Euro 20 Schade in mln Euro 20 Schade in mln Euro 20 Slachtoffers 0 5 Slachtoffers 0 5 Slachtoffers 0 5 Slachtoffers 0 5 Getroffenen Getroffenen Getroffenen Getroffenen Tabel 6 Gevolgen compartiment 5 bij TP in 2015 voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (middenlinks), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts): maximale waterdiepte (boven) en schade in miljoen Euro, slachtoffers en getroffenen in aantallen. 3 In werkelijkheid zal een overstroming van compartiment 5 pas optreden nadat ook de kademuur met hoogte van 4,0 m+nap is doorgebroken. In het overstromingsscenario is verondersteld dat de kademuur niet standzeker is en dus bezwijkt bij een waterstand van 2,80 m+nap. HKV lijn in water PR

32 Compartimenteringsstudie zuidrand dijkring 14 oktober 2014 Figuur 16 Totale schade 2015 compartiment 5 per inrichtingsvariant bij TP (links), TP+1D (midden) en TP+2D (rechts), inclusief gemonetariseerde slachtoffers en getroffenen Capelle-West Nijverheidstraat In de huidige situatie loopt het laaggelegen deel van compartiment 6 onder bij een overstroming bij toetspeil. Het hooggelegen (noord-)westelijke deel blijft droog. Daarnaast overstroomt ook een klein gebied buiten het compartiment, omdat de compartimenteringskering ter hoogte van de Van Beethovenlaan overstroomt. Gevolgen overstroming compartiment 6 bij toetspeil in 2015 Hoog Huidig Gaten Laag 1/ per jaar 1/ per jaar 1/ per jaar 1/ per jaar Schade in mln Euro Schade in mln Euro Schade in mln Euro Schade in mln Euro Slachtoffers Slachtoffers Slachtoffers Slachtoffers Getroffenen Getroffenen Getroffenen Getroffenen Tabel 7 Gevolgen compartiment 6 bij TP in 2015 voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (middenlinks), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts): maximale waterdiepte (boven) en schade in miljoen Euro, slachtoffers en getroffenen in aantallen. Indien de compartimenteringskering wordt afgegraven (variant laag), of indien de fietstunneltjes niet zijn afgesloten (inrichtingsvariant gaten) zijn de schade en getroffenen vele malen groter (Tabel 7). Het aantal slachtoffers neemt daardoor juist wel af. De totale schade is voor de inrichtingsvariant gaten het grootst, ongeacht de terugkeertijd van de overstroming (Figuur 17). 20 PR HKV lijn in water

33 Figuur 17 Totale schade 2015 compartiment 6 per inrichtingsvariant bij TP (links), TP+1D (midden) en TP+2D (rechts), inclusief gemonetariseerde slachtoffers en getroffenen Ter Heijde Bij een overstroming vanuit Ter Heijde bij toetspeil overstroomt een groot gedeelte van het Westland tot aan Den Haag, Delft en Vlaardingen. Aan de zuidzijde wordt de overstroming gekeerd door de Maasdijk. Er stroomt geen water over de Maasdijk in de huidige situatie. Bij variant gaten stroomt er water via het Nieuw Oranjekanaal door de Maasdijk en inundeert een klein gebied nabij de Maeslantkering. Bij variant laag stroomt er nabij de breslocatie water over de Maasdijk naar s Gravenzande. Dit heeft echter nauwelijks invloed op de schade en slachtoffers, omdat het overstroomd gebied grotendeels gelijk blijft. Gevolgen overstroming Ter Heijde bij toetspeil in 2015 Hoog Huidig Gaten Laag 1/ per jaar 1/ per jaar 1/ per jaar 1/ per jaar Schade in mln Euro Schade in mln Euro Schade in mln Euro Schade in mln Euro Slachtoffers 175 Slachtoffers 175 Slachtoffers 175 Slachtoffers 165 Getroffenen Getroffenen Getroffenen Getroffenen Tabel 8 Gevolgen Ter Heijde bij TP in 2015 voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (midden-links), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts): maximale waterdiepte (boven) en schade in miljoen Euro, slachtoffers en getroffenen in aantallen. Bij toetspeil heeft de Maasdijk zeer weinig invloed op de totale schade. Ook bij een overstroming bij bovenmaatgevende waterstanden (tp+1d en tp+2d) heeft de Maasdijk nauwelijks effect op het overstromingsverloop en zijn de gevolgen nagenoeg gelijk (bijlage A). Voor de gevolgen bij een overstroming in de huidige situatie geldt dat de schade en het aantal slachtoffers meer dan 10x groter is dan bij een doorbraak bij s Gravenzande ten zuiden van de Maasdijk (situatie bij toetspeil). HKV lijn in water PR

34 Compartimenteringsstudie zuidrand dijkring 14 oktober 2014 Figuur 18 Totale schade 2015 Ter Heijde per inrichtingsvariant bij TP (links), TP+1D (midden) en TP+2D (rechts), inclusief gemonetariseerde slachtoffers en getroffenen s Gravenzande De breslocatie s Gravenzande is gesitueerd langs de Noordzeekust, ten zuiden van het punt waar de Maasdijk aansluit op de primaire kering. Bij een dijkdoorbraak bij toetspeil overstroomt een deel van het compartiment ten noordoosten van Hoek van Holland. Het verhogen van de Maasdijk heeft geen effect op de gevolgen, omdat de Maasdijk in de huidige situatie al waterkerend is. Bij variant gaten nemen de gevolgen iets toe, doordat hierbij ook een klein gebied ten noorden van de Maasdijk inundeert. Bij variant laag overstroomt een veel groter deel van het Westland tot aan Den Haag, Delft en Vlaardingen. Dit heeft een grote toename van schade en slachtoffers tot gevolg. Gevolgen overstroming s Gravenzande bij toetspeil in 2015 Hoog Huidig Gaten Laag 1/ per jaar 1/ per jaar 1/ per jaar 1/ per jaar Schade in mln Euro 475 Schade in mln Euro 475 Schade in mln Euro 520 Schade in mln Euro Slachtoffers 10 Slachtoffers 10 Slachtoffers 15 Slachtoffers 90 Getroffenen Getroffenen Getroffenen Getroffenen Tabel 9 Gevolgen s Gravenzande bij TP in 2015 voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (middenlinks), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts): maximale waterdiepte (boven) en schade in miljoen Euro, slachtoffers en getroffenen in aantallen. Bij hogere waterstanden (tp+1d en tp+2d ) overstroomt een groter gedeelte van het compartiment ten zuiden van de Maasdijk (zie bijlage A). Indien er gaten ontstaan in de kering, of indien de kering wordt afgegraven zal een groot deel van het Westland overstromen met een toename van zowel de economische gevolgen als het aantal slachtoffers en getroffenen. De schade toename is het grootst indien de Maasdijk niet aanwezig is, namelijk maximaal een factor 7x (overstroming bij toetspeil). 22 PR HKV lijn in water

35 Figuur 19 Totale schade 2015 s Gravenzande per inrichtingsvariant bij TP (links), TP+1D (midden) en TP+2D (rechts), inclusief gemonetariseerde slachtoffers en getroffenen Hoek van Holland Bij een dijkdoorbraak bij toetspeil bij breslocatie Hoek van Holland overstroomt in de huidige situatie een gedeelte van Hoek van Holland en een gebied tussen Hoek van Holland en Maassluis. Het water reikt niet tot aan de Maasdijk. Als er gaten in de Maasdijk zitten of als de Maasdijk is afgegraven, stroomt het water via het Nieuw Oranjekanaal in het regionale watersysteem naar het gebied ten noorden van de Maasdijk. Hierdoor neemt de schade iets af en het aantal slachtoffers blijft gelijk. Gevolgen overstroming Hoek van Holland bij toetspeil in 2015 Hoog Huidig Gaten Laag 1/ per jaar 1/ per jaar 1/ per jaar 1/ per jaar Schade in mln Euro 325 Schade in mln Euro 325 Schade in mln Euro 300 Schade in mln Euro 300 Slachtoffers 10 Slachtoffers 10 Slachtoffers 10 Slachtoffers 10 Getroffenen Getroffenen Getroffenen Getroffenen Tabel 10 Gevolgen Hoek van Holland bij TP in 2015 voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (middenlinks), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts): maximale waterdiepte (boven) en schade in miljoen Euro, slachtoffers en getroffenen in aantallen. Bij bovenmaatgevende waterstanden (tp+1d en tp+2d) reikt het water bij een overstroming wel tot aan de Maasdijk (zie bijlage A). De kering is voldoende hoog om overstroming bij tp+2d te keren. Indien de kering is afgegraven nemen de gevolgen toe doordat de overstroming zich verspreidt over een groot deel van het Westland ten noorden van de Maasdijk. Voor de varianten gaten en laag geldt dat zowel de schade als het aantal slachtoffers en getroffenen toeneemt. HKV lijn in water PR

36 Compartimenteringsstudie zuidrand dijkring 14 oktober 2014 Figuur 20 Totale schade 2015 Hoek van Holland per inrichtingsvariant bij TP (links), TP+1D (midden) en TP+2D (rechts), inclusief gemonetariseerde slachtoffers en getroffenen Gemaal Westland Bij toetspeil zijn de gevolgen bij overstroming vanuit gemaal Westland gering. De overstroming blijft beperkt tot een relatief klein gebied langs het Nieuw Oranjekanaal. Er vallen naar verwachting geen slachtoffers en de schade bedraagt 40 miljoen euro. Bij de varianten gaten en laag verspreidt de overstroming zich noordwaarts via het Nieuw Oranjekanaal en inundeert het maaiveld nauwelijks. Hierdoor neemt de schade af tot 10 miljoen Euro. Gevolgen overstroming Gemaal Westland bij toetspeil in 2015 Hoog Huidig Gaten Laag 1/ per jaar 1/ per jaar 1/ per jaar 1/ per jaar Schade in mln Euro 40 Schade in mln Euro 40 Schade in mln Euro 10 Schade in mln Euro 10 Slachtoffers 0 Slachtoffers 0 Slachtoffers 0 Slachtoffers 0 Getroffenen Getroffenen Getroffenen Getroffenen Tabel 11 Gevolgen Gemaal Westland bij TP in 2015 voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (middenlinks), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts): maximale waterdiepte (boven) en schade in miljoen Euro, slachtoffers en getroffenen in aantallen. Bij tp+1d en tp+2d overstroomt een groter deel van het compartiment tussen Hoek van Holland en Maassluis. Doordat het water nu wel tegen de Maasdijk komt te staan, nemen de gevolgen toe indien de Maasdijk wordt verlaagd of indien er coupures zijn in de kering (zie bijlage A). 24 PR HKV lijn in water

37 Figuur 21 Totale schade 2015 Gemaal Westland per inrichtingsvariant bij TP (links), TP+1D (midden) en TP+2D (rechts), inclusief gemonetariseerde slachtoffers en getroffenen Maassluis Oranjeplassen Bij overstroming vanuit breslocatie Maassluis Oranjeplassen bij toetspeil inundeert een gedeelte van Maassluis en een gebied ten noordwesten hiervan. De Maasdijk is waterkerend in de huidige situatie. Enkel ter hoogte van het Nieuwe Oranjekanaal komt water tegen de Maasdijk te staan. Bij variant gaten en laag kan het water wegstromen in noordelijke richting via het Nieuwe Oranjekanaal. Hierdoor neemt de schade iets af. Gevolgen overstroming Maassluis Oranjeplassen bij toetspeil in 2015 Hoog Huidig Gaten Laag 1/ per jaar 1/ per jaar 1/ per jaar 1/ per jaar Schade in mln Euro 90 Schade in mln Euro 90 Schade in mln Euro 75 Schade in mln Euro 75 Slachtoffers 0-5 Slachtoffers 0-5 Slachtoffers 0-5 Slachtoffers 0-5 Getroffenen Getroffenen Getroffenen Getroffenen Tabel 12 Gevolgen Maassluis Oranjeplassen bij TP in 2015 voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (midden-links), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts): maximale waterdiepte (boven) en schade in miljoen Euro, slachtoffers en getroffenen in aantallen. Bij een overstroming in de huidige situatie bij tp+1d en tp+2d neemt de schade sterk toe ten opzichte van de schade bij toetspeil. Er overstroomt bij deze waterstanden een groter deel van het compartiment, tussen Maassluis en Hoek van Holland. De Maasdijk blijkt ook bij bovenmaatgevende waterstanden voldoende hoog te zijn om het water te keren. Indien de kering wordt verlaagd of indien er coupures zijn zal ook een groot gebied ten noorden van de Maasdijk inunderen. HKV lijn in water PR

38 Compartimenteringsstudie zuidrand dijkring 14 oktober 2014 Figuur 22 Totale schade 2015 Maassluis Oranjeplassen per inrichtingsvariant bij TP (links), TP+1D (midden) en TP+2D (rechts), inclusief gemonetariseerde slachtoffers en getroffenen Effect polderkade in de huidige situatie In Kolen et al. (2013) is geconstateerd dat de aanwezigheid van de polderkade effect heeft op het overstromingsbeeld. De Oranjedijk loopt vanaf de Spuidijk over in de Pettendijk, waarbij deze in hoogte afneemt, zie Figuur 23 tussen de stippellijnen. De hoogte gaat van ongeveer 3 m+nap naar 0,5 m+nap, waar het water over de Pettendijk heen stroomt. Zie verder bijlage H voor een beschrijving van de polderkade op het overstromingsrisico van Maassluis Oranjeplassen. Figuur 23: De polderkade heeft een verlaagd deel en mist een aansluiting op een hooggelegen element om de compartimenterende functie te vervullen (Bron: Geodan, 2014) Maassluis Schutsluis Bij een doorbraak bij Maassluis Schutsluis zijn de gevolgen zeer beperkt. De Maasdijk heeft geen effect op de overstroming, zodat de gevolgen voor alle inrichtingsvarianten gelijk zijn. 26 PR HKV lijn in water

39 Gevolgen overstroming Maassluis Schutssluis bij toetspeil in 2015 Hoog Huidig Gaten Laag 1/ per jaar 1/ per jaar 1/ per jaar 1/ per jaar Schade in mln Euro 10 Schade in mln Euro 10 Schade in mln Euro 10 Schade in mln Euro 10 Slachtoffers 0 Slachtoffers 0 Slachtoffers 0 Slachtoffers 0 Getroffenen Getroffenen Getroffenen Getroffenen Tabel 13 Gevolgen Maassluis Schutsluis bij TP in 2015 voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (midden-links), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts): maximale waterdiepte (boven) en schade in miljoen Euro, slachtoffers en getroffenen in aantallen. Bij bovenmaatgevende waterstanden inundeert een gedeelte van Maassluis en nemen de gevolgen toe (zie bijlage A). De Maasdijk is ook bij tp+2d voldoende hoog om de overstroming te keren. Indien de kering wordt afgegraven zal een gedeelte van Maassluis ten noorden van de Maasdijk inunderen en neemt de gevolgen toe (met name aantal getroffenen wordt 2x zo groot), maar de gevolgen blijven relatief beperkt ten opzichte van een doorbraak bij Maassluis Oranjeplassen. Figuur 24 Totale schade 2015 Maassluis Schutsluis per inrichtingsvariant bij TP (links), TP+1D (midden) en TP+2D (rechts), inclusief gemonetariseerde slachtoffers en getroffenen HKV lijn in water PR

40

41 4 Impact normering primaire kering 4.1 Inleiding normering In de technische uitwerking van het Deltaprogramma Veiligheid (DPV) zijn de normen voor de primaire keringen geactualiseerd (versie 2.2 [DPV,2014]). Bij de actualisering van het waterveiligheidsbeleid zijn drie principes leidend (brief minister Schultz aan de Tweede Kamer dd. 26 april 2013 betreffende de koersbepaling waterveiligheid [ministerie van Infrastructuur en Milieu,2013]): allereerst een basisveiligheidsniveau voor iedereen achter de dijk; ten tweede het tegengaan van maatschappelijke ontwrichting door gericht extra te investeren in gebieden met een relatief grote kans op grote economische schade en op grote groepen slachtoffers en ten slotte de bescherming van vitale en kwetsbare infrastructuur. De eerste twee principes leiden tot drie beschermingsniveaus: 1. Basisveiligheidsniveau: eis waaraan de overstromingskans van een normtraject moet voldoen zodat het lokaal individueel risico van 10-5 per jaar in geen enkele buurt 4 wordt overschreden, uitgedrukt in een LIR-eis; 2. Economisch optimaal beschermingsniveau (doelmatigheid): meest doelmatige verhouding economische gevolgen van een overstroming en de kosten om een hoger beschermingsniveau te realiseren, uitgedrukt in een MKBA-eis; 3. Aanvullende eisen t.a.v. groepsrisico. De strengste eis van deze drie beschermingsniveaus is de maatgevende eis voor een normtraject. Bijlage E geeft een toelichting op de klassenindeling die voor de normhoogte in de technische uitwerking DPV 2.2. is gehanteerd. Normtraject MKBA-eis LIR-eis Regionaal advies / per jaar 1/ per jaar /3.000 per jaar 1/ per jaar 14-3* 1/1.000 per jaar 1/300 per jaar 1/ per jaar / per jaar 1/3.000 per jaar Tabel 14 MKBA-norm en LIR-norm Voor een klein gedeelte van normtraject 14-1 ter hoogte van Capelle aan den IJssel (ten oosten van de Abram van Rijckevorselweg) is als hotspot-locatie t.a.v. het groepsrisico bestempeld. Voor dit deeltraject van 14-1 is het normvoorstel een 1/ per jaar. Voor normtraject 14-2 geldt dat in de technische uitwerking van DPV 2.2. de MKBA maatgevend voor de eis aan de kering; namelijk een berekende eis 1/1.000 per jaar. Het advies normvoorstel voor dit traject 14-2 is 1/ per jaar, gebaseerd op het regionale advies Ringdelen en breslocaties De technische uitwerking van DPV 2.2. is de VNK2-ringdeelindeling als uitgangspunt gehanteerd om de verschillende scenario s bij een normtraject te wegen. In de voorliggende studie is gedeeltelijk een nieuwe ringdeelindeling gemaakt (voor normtraject 14-1 en 14-2), om de verfijning t.o.v. VNK2 van het extra aantal overstromingsscenario s in beeld te brengen. 4 CBS wijken en buurten 2008 ( HKV lijn in water PR

42 Compartimenteringsstudie zuidrand dijkring 14 oktober 2014 Figuur 25 toont de ligging van de ringdelen per normtraject, zoals gehanteerd in deze studie. De compartimenten zijn aangeduid met C1 voor compartiment 1 et cetera. * * ** Figuur 25 Overzicht ringdelen bij normtraject 14-1 (linksboven), 14-2 (rechtsboven), 14-3 (linksonder) en 14-4 (rechtsonder) Voor normtraject 14-1: Twee oorspronkelijke VNK2-ringdelen zijn opgesplitst, omdat er twee compartimenten binnen één VNK2-ringdeel liggen: Ringdeel Schiedam-Sluis Buitenhaven is nu opgedeeld in compartiment 2 met breslocatie Schiedam-Sluis Buitenhaven en compartiment 3 met breslocatie Rotterdam Delfshaven. De trajecten tussen compartiment 1 en 2 en tussen compartiment 2 en 3 zijn sec gezien twee aparte ringdelen met een eigen gevolg bij een overstroming (zie * in Figuur 25). Deze twee trajecten zijn nu respectievelijk bij het ringdeel compartiment 2 en ringdeel compartiment 3 gevoegd. Ringdeel Rotterdam-Boeregatsluis is nu opgedeeld in compartiment 4 met breslocatie Rotterdam-Boeregatsluis en compartiment 5 met breslocatie Rotterdam-De Esch. Voor normtraject 14-2: Voor het oorspronkelijke VNK2-ringdeel Maassluis zijn de (extra) overstromingsscenario s uit de nut en noodzaakstudie van de Maasdijk gebruikt. Dit ringdeel is opgesplitst in drie delen met breslocaties Gemaal Westland, Maassluis Oranjeplassen en Maassluis Schutssluis. In de technische uitwerking van DPV 2.2 is voor het VNK2-ringdeel Maassluis uitgegaan van enkel een overstroming bij Gemaal Westland (grootste gevolgen uitgaande van het voormalige Randstadmodel). Het ringdeel Vlaardinger-Schutsluis bevat één breslocatie binnen het compartiment 1. Als er een doorbraak ten westen van de compartimenteringskering optreedt (zie ** in rechtsboven in Figuur 25), leidt dit tot een ander overstromingsgevolg. Dit ringdeel zou eigenlijk opgesplitst moeten worden in twee aparte ringdelen met ieder een eigen overstromingsgevolg, waarbij de knip ligt bij aansluiting van de compartimenteringskering op de primaire kering. Vanwege het ontbreken van dit extra overstromingsscenario is dit in de analyse niet kwantitatief meegenomen. De primaire waterkering binnen het compartiment C1 heeft een lengte van 3 km 30 PR HKV lijn in water

43 en het overige deel van het ringdeel ten westen van het compartiment heeft een lengte van 4,8 km. Bij het bepalen van de impact op de norm voor traject 14-2 wordt een kwalitatieve beschouwing gegeven op de gehanteerde ringdeelindeling. Voor normtraject 14-4: In de technische uitwerking DPV 2.2. is verondersteld het lengte-effect (hoe langer de kering, hoe groter de kans op een overstroming) niet van toepassing is van de zachte kust. Dit betekent dat de norm voor traject 14-4 is gebaseerd op de eis van het maatgevende ringdeel ( s Gravenzande, Ter Heijde of Kijkduin). Maatgevend voor de norm betekent in deze het ringdeel dat de strengste eis aan de kering stelt. De norm voor traject 14-4 wordt in de technische uitwerking DPV bepaald door het ringdeel Kijkduin (eis MKBA is maatgevend). De gevolgen bij een doorbraak van het ringdeel Kijkduin zijn echter onafhankelijk van de aanwezigheid van de Maasdijk. In deze studie is gekeken of een andere inrichtingsvariant van de Maasdijk leidt tot een strengere eis aan de kering dan het maatgevende ringdeel Kijkduin. Vertaling overstromingskans per normtraject naar kans per compartiment Een norm voor de primaire kering is een beschermingsniveau die de totale primaire kering biedt. In de studies WV21 is veronderstelt dat in de situatie dat de keringen op orde zijn, geldt iedere km dijk binnen een normtraject even sterk is (uniforme sterkte). Dit uitgangspunt is overgenomen in de technische uitwerking DPV 2.2. en geldt ook in de voorliggende studie. De overstromingskans per ringdeel is dus gelijk aan de bijdrage van de lengte van de primaire kering van het ringdeel t.o.v. de totale lengte van het normtraject vermenigvuldigt met de norm. Tabel 15 toont de overstromingskansen per ringdeel: Norm- traject Ringdeel Compartiment 2 Schiedam-Sluis Buitenhaven Compartiment 3 Rotterdam-Delfshaven Lengte primaire kering per compartiment 5,4 km Totale lengte norm- traject Norm per traject per jaar Overstromings- kans per jaar 1/ ,8 km 1/ Rotterdam-Parksluizen 2,2 km 1/ ,8 km 1/ Rotterdam-Boerengatsluis 3,2 km 1/ Compartiment 5 Rotterdam-De Esch Compartiment 6 Capelle-West Nijverheidsstraat Compartiment 1 Vlaardinger-Schutsluis 2,4 km 1/ ,7 km 1/ ,8 km 1/ Gemaal Westland 0,7 km 16,4 km 1/ / Maassluis Oranjeplassen 3,4 km 1/ Maassluis-Schutssluis 4,5 km 1/ Hoek van Holland 4,2 km 4,2 km 1/ / * (geen lengteeffect) Tabel 15 s Gravenzande 4,1 km 1/ Ter Heijde 4,8 km 16,1 km 1/ / Kijkduin **(Maasdijk geen invloed) 7,3 km 1/ Overstromingskansen per ringdeel HKV lijn in water PR

44 Compartimenteringsstudie zuidrand dijkring 14 oktober LIR - norm Evacuatiefracties Het lokaal individueel risico is het risico dat je op een gegeven locatie komt te overlijden, waarbij rekening is gehouden met de mogelijkheid tot preventief evacueren (d.w.z. voorafgaand aan het optreden van de mogelijke overstroming). In deze studie is uitgegaan van dezelfde evacuatiefracties die ook technische uitwerking DPV 2.2. zijn gehanteerd. Dit betekent voor normtrajecten 14-1 en 14-2 dat naar verwachting 8% van de inwoners preventief kan evacueren en voor normtrajecten 14-3 en 14-4 is dit 9% (Kolen et al.,2013). Stap 1: mortaliteit per locatie bij een overstroming De kans op een overstroming, mortaliteit en de evacuatiefractie zijn de drie indicatoren die het lokaal individueel risico bepalen. De mortaliteit wil zeggen de kans om als achterblijver te overlijden. Figuur 26 tot en met Figuur 30) tonen de mortaliteit in procenten bij de verschillende inrichtingsvarianten voor respectievelijk traject 14-1 en 14-2, waarbij de groene gebieden de relatief veilige plekken zijn ( lage mortaliteit) en de oranje/rode gebieden de onveilige plekken zijn ( hoge mortaliteit ). Onveilige plekken zijn gebieden met grote maximale waterdiepten en daar waar het water snel stijgt. Normtraject 14-1 IRV Hoog IRV Gaten IRV Huidig IRV Laag Mortaliteit < 0.1% 0.1-1% 1-5% 5-10% 10-20% > 20% Figuur 26 Gewogen mortaliteit in procenten voor traject 14-1 voor IRV hoog (linksboven), huidig (rechtsboven), gaten (linksonder) en laag (rechtsonder) Voor alle inrichtingsvarianten geldt dat bij een overstroming langs traject 14-1 is het gebied in compartiment 6 voor relatief meest onveilige plek. De mortaliteit is hier lokaal wel meer dan 20 procent bij de IRV hoog en huidig. Deze hoge mortaliteit wordt veroorzaakt doordat het water niet weg kan stromen naar het achtergelegen gebied door de compartimenteringskeringen (IRV hoog) of pas nadat de compartimenteringskeringen overstromen (IRV huidig). Voor de IRV laag ligt de mortaliteit in compartiment 6 tussen de 5 10 procent en is vergelijkbaar met de mortaliteit net ten noorden van de Rotterdam-Parksluizen. 32 PR HKV lijn in water

45 Normtraject 14-2 IRV Hoog IRV Gaten IRV Huidig IRV Laag Mortaliteit < 0.1% 0.1-1% 1-5% 5-10% 10-20% > 20% Figuur 27 Gewogen mortaliteit in procenten voor traject 14-2 voor IRV hoog (linksboven), huidig (rechtsboven), gaten (linksonder) en laag (rechtsonder) Bij een overstroming langs traject 14-2 treden de grootste waterdiepten en stijgsnelheden op in compartiment 1 voor IRV hoog, huidig en gaten en net buiten compartiment 1 voor IRV laag. Dit gebied overstroomt alleen vanuit de breslocatie Vlaardinger-Schutsluis en niet bij een doorbraak van traject tussen Gemaal Westland en Maassluis-Schutsluis. Bij een overstroming is de mortaliteit in compartiment 1 naar verwachting ongeveer 10 procent bij de IRV huidig en hoog, 1 5 procent bij de IRV gaten en ongeveer 0,1 1 procent bij de IRV laag. Invloed inrichtingsvariant compartiment 1 op nut en noodzaak Maasdijk Bij een overstroming vanuit Vlaardinger-Schutsluis reikt de overstroming niet tot aan de Maasdijk. Dit geldt voor zowel een overstroming bij toetspeil als bij een overstroming bij toetspeil + 2 decimeringshoogte. Dit betekent dat de inrichtingsvariant van de compartimenteringskering van compartiment 1 geen invloed heeft op de nut en noodzaak van de compartimenteringskering Maasdijk. Normtraject 14-3 Bij een doorbraak van Hoek van Holland is het overstromingsverloop voor de huidige situatie en de inrichtingsvariant hoog nagenoeg gelijk (linkerhelft van Figuur 28). De waterdiepte zijn relatief beperkt (tussen 1 2 meter), waardoor de mortaliteit in de maatgevende buurt (direct achter de bres) minder dan 0,3 procent is. Als er gaten in de Maasdijk ontstaan of deze zelfs helemaal afwezig is, dan blijft de mortaliteit in de maatgevende buurt ongeveer gelijk. HKV lijn in water PR

46 Compartimenteringsstudie zuidrand dijkring 14 oktober 2014 Mortaliteit IRV Hoog/Huidig IRV Gaten/Laag Mortaliteit < 0.1% 0.1-1% 1-5% 5-10% 10-20% > 20% Figuur 28 Gewogen mortaliteit in procenten voor traject 14-3 voor IRV hoog/huidig (linksboven) en gaten/laag (rechtsboven) Normtraject 14-4: o.b.v. doorbraak s Gravenzande In de huidige situatie leidt een doorbraak vanuit de zachte kust, net ten zuiden van de Maasdijk, tot maximale waterdiepte van 2,5 tot 3,5 meter. De Nieuwelandsedijk is ook een verhoogde weg in het landschap die de overstroming tijdelijk vertraagd. De maatgevende buurten met de hoogste mortaliteit liggen net ten zuiden van de Maasdijk (tussen Maasdijk en Nieuwelandsedijk). De mortaliteit is hier gemiddeld 1 5 procent. Bij de IRV gaten blijft de mortaliteit orde grootte gelijk als bij IRV huidig en hoog. Bij de IRV laag is de gemiddelde mortaliteit ongeveer 0,1 0,5 procent, omdat het water naar het gebied ten noorden van de Maasdijk kan stromen. IRV Hoog IRV Gaten IRV Huidig IRV Laag Mortaliteit < 0.1% 0.1-1% 1-5% 5-10% 10-20% > 20% Figuur 29 Gewogen mortaliteit in procenten voor traject 14-4 s Gravenzande voor IRV hoog (linksboven), huidig (rechtsboven), gaten (linksonder) en laag (rechtsonder) 34 PR HKV lijn in water

47 Normtraject 14-4: o.b.v. doorbraak Ter Heijde Bij een doorbraak bij Ter Heijde is de mortaliteit in de huidige situatie het hoogst in de buurt direct achter de bres, ongeveer 0,5 procent. Het water kan makkelijk wegstromen naar het achterliggende gebied, waardoor de maximale waterdiepten net achter de bres beperkt blijven tot 1,5 2,0 meter. De mortaliteit blijft ongeveer gelijk bij de IRV gaten en laag. IRV Hoog IRV Gaten IRV Huidig IRV Laag Mortaliteit < 0.1% 0.1-1% 1-5% 5-10% 10-20% > 20% Figuur 30 Gewogen mortaliteit in procenten voor traject 14-4 Ter Heijde voor IRV hoog (linksboven), huidig (rechtsboven), gaten (linksonder) en laag (rechtsonder) Normtraject 14-4: o.b.v. doorbraak Kijkduin De mortaliteit in het gebied net achter de bres is ongeveer 1 procent. De inrichting van de Maasdijk heeft namelijk geen invloed op het overstromingsverloop bij een doorbraak van Kijkduin. Stap 2: LIR-norm o.b.v. strengste buurt De overstromingskarakteristieken van de buurt met de hoogste mortaliteit 5 bepalen de basisveiligheidseis die wordt gesteld aan een normtraject. Tabel 16 presenteert de LIR-normen voor de inrichtingsvarianten. In Tabel 16 is de duiding berekende eis, de eis aan de overstromingskans die volgt uit de rekenkundige uitwerking. De normklasse is de normhoogte na de vertaling van de eis aan de overstromingskans conform de klassenindeling DPV 2.2 (zie bijlage E voor een toelichting). In de IRV huidig is voor trajecten 14-1 en 14-2 een LIR-eis van 1/ per jaar bepaald, voor traject 14-3 een LIR-eis van 1/300 per jaar en 14-4 een LIR-eis van 1/ per jaar. 5 Per CBS-buurt wordt de mediane waarde van de mortaliteit bepaald. HKV lijn in water PR

48 Compartimenteringsstudie zuidrand dijkring 14 oktober 2014 Traject Inrichtingsvariant Hoog Huidig Gaten Laag o.b.v. s Gravenzande o.b.v. Ter Heijde o.b.v. Kijkduin* Berekende eis 1/ / / / Normklasse 1/ / / / Berekende eis 1/ / / /1.000 Normklasse 1/ / / /1.000 Berekende eis 1/500 1/500 1/500 1/500 Normklasse 1/300 1/300 1/300 1/300 Berekende eis 1/ / / /1.000 Normklasse 1/ / / /1.000 Berekende eis 1/ / / /1.000 Normklasse 1/ / / /1.000 Berekende eis n.v.t. 1/1.600 n.v.t. n.v.t. Normklasse n.v.t. 1/1.000 n.v.t. n.v.t. Tabel 16 LIR-normen voor traject 14-1 en 14-2 voor de verschillende IRV De LIR-eis voor traject 14-1 is in de huidige situatie 1/ per jaar. Voor de inrichtingsvarianten hoog en gaten leidt niet tot een andere normklasse. Voor de inrichtingsvariant laag leidt de lagere mortaliteit tot één normklasse lager, namelijk van 1/ per jaar. Voor traject 14-2 is voor de huidige situatie een LIR-eis van 1/ per jaar bepaald. De inrichtingsvariant hoog stelt dezelfde eis aan de kering van traject 14-2, omdat de mortaliteit ongeveer gelijk blijft. De mortaliteit is voor de IRV gaten en laag wel beduidend lager dan in de huidige situatie, waardoor de LIR-eis voor de IRV gaten 1/3.000 per jaar wordt en voor IRV laag 1/1.000 per jaar. Voor traject 14-3 is de LIR-eis van 1/300 per jaar voor de huidige situatie. De mortaliteit bij de IRV gaten en laag blijft gelijk aan de huidige situatie en de LIR-eis verandert dus niet. Voor traject 14-4 geldt dat de gevolgen bij een doorbraak van het ringdeel s Gravenzande leiden tot de grootste mortaliteit en daarmee de LIR-eis aan de kering stellen (1/ per jaar). Bij de inrichtingsvariant laag neemt de mortaliteit zodanig af dat de LIR-eis twee normklassen verlaagd tot 1/1.000 per jaar. De gevolgen bij Ter Heijde en Kijkduin leiden ook tot een LIR-eis van 1/1.000 per jaar en zijn daarmee niet maatgevend voor het traject. Invloed splitsing ringdeel Vlaardinger-Schutsluis op LIR-eis normtraject 14-2 De eis die basisveiligheid aan normtraject 14-2 stelt wordt bepaald door de mortaliteit in compartiment C1 bij breslocatie Vlaardinger-Schutsluis. Bij de gehanteerde ringdeelindeling wordt de breslocatie Vlaardingen-Schutsluis aan een groter deel van de waterkering dan enkel het traject binnen het compartiment toegekend. Bij een doorbraak buiten het compartiment blijft het gebied binnen het compartiment namelijk droog. Een verdere verfijning van de overstromingsscenario s t.o.v. VNK2, rekening houdend met de ligging van de compartimenteringskeringen, heeft tot gevolg dat de benodigde eis voor basisveiligheid niet wordt overschat. Uitgaande dat compartiment 1 alleen kan overstromen bij een doorbraak van de primaire waterkering binnen het compartiment, dan neemt de gewogen mortaliteit met ongeveer PR HKV lijn in water

49 procent af in de huidige situatie. De eis voor de primaire kering wordt daarmee ook soepeler, namelijk 1/ per jaar (technische uitwerking 1/ per jaar). Voor de inrichtingsvarianten hoog en gaten zal de eis aan de kering vanuit basisveiligheid ook ongeveer 25% minder streng worden. Dit betekent voor IRV hoog één normklasse lager namelijk 1/ per jaar en voor gaten blijft de normklasse 1/3.000 per jaar. Als de compartimenteringskering niet meer in het landschap aanwezig is, zal de buurt die de norm bepaald vermoedelijk ook overstromen bij een doorbraak van de primaire kering buiten het compartiment. De norm blijft dan 1/1.000 per jaar. Effect nieuwe Randstadmodel op DPV 2.2. LIR-normen (alleen van toepassing 14-1 en 14-2) De nieuwe inzichten van het vernieuwde Randstadmodel voor dijkring 14 leidt tot grotere overstromingsgevolgen dan gehanteerd bij de analyse van DPV 2.2. Hieruit volgen strengere eisen voor de primaire kering (vanuit rekenkundig oogpunt). Voor de huidige situatie van de compartimenteringskering geldt dat voor traject 14-1 de LIR-norm gelijk blijft aan 1/ per jaar en voor traject 14-2 neemt de LIR-norm toe van 1/ per jaar (DPV 2.2) naar 1/ per jaar met het vernieuwde Randstadmodel. 4.3 Maatschappelijke Kosten Baten Analyse Norm Het Deltaprogramma Veiligheid heeft de MKBA-norm bepaald aan de hand van de directemethode. Deze methode bepaalt de meest economisch optimale overstromingskans per normtraject, op basis van de investeringskosten om de het beschermingsniveau te vergroten (kosten factor 10x sterken primaire kering) en de totale schade als een overstroming optreedt. In deze methode gaat het om de maatschappelijke kosten dat uitgaat van het doelmatigheid principe: Hoe lager de investeringskosten om het beschermingsniveau te vergroten, des te strenger is de meest economisch optimale norm (extra veiligheid bieden tegen lagen kosten); Hoe hoger de schade achter de kering bij een overstroming (economische waarde van het gebied dat wordt getroffen), des te strenger is de meest economisch optimale norm. Voor alle vier de inrichtingskosten zijn de kosten voor versterken van de primaire kering met een factor 10x hetzelfde. Resultaten Traject 14-1 Voor de inrichtingsvariant huidig is de meest economisch optimale overstromingskans 1/9.700 per jaar. Deze overstromingskans valt in de normklasse van 1/ per jaar. De inrichtingsvarianten hoog, gaten en laag leiden niet tot een andere normklasse. Traject 14-1 Inrichtingsvariant Hoog Huidig Gaten Laag Investeringskosten 10x sterker miljoen Euro Totale schade 2050 miljoen Euro MKBA-norm per jaar (berekende eis) 1/ / / / MKBA-norm per jaar (normklasse) 1/ / / / Tabel 17 Overzicht investeringskosten 10x sterker, totale schade 2050 en MKBA-norm traject 14-1 De investeringskosten voor een factor 10x sterker zijn 260 miljoen Euro. De totale schade in 2050 is voor de IRV huidig en hoog zijn ongeveer 66 miljard Euro en voor de HKV lijn in water PR

50 Compartimenteringsstudie zuidrand dijkring 14 oktober 2014 inrichtingsvarianten laag en gaten neemt de totale schade toe met ruim 30 procent, respectievelijk tot miljard Euro. 6 De toename in de schade voor de IRV laag en gaten zorgt er niet voor dat de MKBA-norm in één hogere normklasse valt. Traject 14-2 De meest economische optimale overstromingskans voor de huidige situatie is 1/6.700 per jaar en komt dus in de normklasse van 1/ per jaar. De MKBA-eis van de IRV hoog, gaten en laag blijft ook 1/ per jaar. Traject 14-2 Inrichtingsvariant Hoog Huidig Gaten Laag Investeringskosten 10x sterker miljoen Euro Totale schade 2050 miljoen Euro MKBA-norm per jaar (berekende eis) 1/ / / /6.600 MKBA-norm per jaar (normklasse) 1/ / / / Tabel 18 Overzicht investeringskosten 10x sterker, totale schade 2050 en MKBA-norm traject 14-2 De kosten om de investeringskosten met een factor 10x ter versterken zijn 89 miljoen Euro. De totale schade in 2050 bij een overstroming zijn ongeveer 15,7 miljard Euro. Deze schade blijft voor de ongeveer IRV hoog gelijk. Bij de IRV gaten neemt de totale schade ligt af tot 14,3 miljard Euro, omdat de afname van het aantal slachtoffers sterker is dan de toename van de economische schade. De totale schade in 2050 blijft ook ongeveer gelijk voor de IRV laag, want de afname van de monetaire waarde van het aantal slachtoffers is ongeveer gelijk aan de toename van de economische schade en de maatschappelijke kosten voor het aantal getroffenen. Traject 14-3 In de huidige situatie is de meest economisch optimale overstromingskans 1/1.200 per jaar. Deze MKBA-eis valt in de normklasse 1/1.000 per jaar. De MKBA-eis voor de IRV gaten en laag valt ook in de normklasse van 1/1.000 per jaar. Traject 14-3 Inrichtingsvariant Hoog Huidig Gaten Laag Investeringskosten 10x sterker miljoen Euro Totale schade 2050 miljoen Euro MKBA-norm per jaar (berekende eis) 1/ / / /1.600 MKBA-norm per jaar (normklasse) 1/ / / /1.000 Tabel 19 Overzicht investeringskosten 10x sterker, totale schade 2050 en MKBA-norm traject 14-3 De kosten om de primaire kering met een factor 10x te versterken zijn 37 miljoen Euro. De totale schade in 2050 in de huidige situatie zijn ruim miljoen Euro. Als de Maasdijk niet aanwezig is of als er gaten in de Maasdijk zijn ontstaan neemt de totale schade en daarmee de MKBA-eis met ongeveer 30 procent toe ten opzichte van de huidige situatie. De toename van de totale schade wordt veroorzaakt doordat zowel de economische schade als het aantal slachtoffers en getroffenen toeneemt als water naar het gebied ten noorden van de Maasdijk kan stromen. 6 Voor de netto toename van de totale schade in 2050 voor IRV laag en gaten komt door de grotere schade voor alle compartimenten en het grotere aantal slachtoffers voor compartimenten 2 en 3 (aantal slachtoffers van compartiment 6 neemt af). 38 PR HKV lijn in water

51 Traject 14-4 De MKBA-eis voor traject 14-4 wordt bepaald door de totale schade bij een doorbraak bij Kijkduin ( miljoen Euro) en de benodigde investeringskosten van dit duintraject om met een factor 10x te versterken (ongeveer 54 miljoen Euro). In de technische uitwerking van DPV is voor Kijkduin een MKBA-eis van 1/ per jaar berekend en dit valt in de normklasse 1/ per jaar. Traject 14-4 o.b.v. s Gravenzande Inrichtingsvariant Hoog Huidig Gaten Laag Investeringskosten 10x sterker miljoen Euro Totale schade 2050 miljoen Euro MKBA-norm per jaar (berekende eis) 1/ / / /7.500 MKBA-norm per jaar (normklasse) 1/ / / / Tabel 20 Overzicht investeringskosten 10x sterker, totale schade 2050 en MKBA-norm traject 14-4 o.b.v. s Gravenzande De berekende MKBA-eis voor het ringdeel s Gravenzande is 1/1.100 per jaar in de huidige situatie. Als de Maasdijk niet aanwezig is kan de totale schade ongeveer 7x zo groot worden (zowel sterke toename van de economische schade, aantal slachtoffers en getroffenen), waardoor de MKBA-eis in de klasse 1/ per jaar valt. Traject 14-4 o.b.v. Ter Heijde Inrichtingsvariant Hoog Huidig Gaten Laag Investeringskosten 10x sterker miljoen Euro Totale schade 2050 miljoen Euro MKBA-norm per jaar (berekende eis) 1/ / / / MKBA-norm per jaar (normklasse) 1/ / / / Tabel 21 Overzicht investeringskosten 10x sterker, totale schade 2050 en MKBA-norm traject 14-4 o.b.v. Ter Heijde In de technische uitwerking DPV 2.2 is de totale schade bij doorbraak s Gravenzande in de huidige situatie ongeveer 2,3x groter dan in de voorliggende studie. Voor Ter Heijde is deze toename van de schade een factor 1,8x. Deze grotere totale schade in de huidige situatie wordt met name veroorzaakt door verschil in terugkeertijd buitenwaterstand (rekenpeil i.p.v. toetspeil) en type bresgroei (fijn zand/uc01 i.p.v. grof zand/uc02). Stel dat deze toeslagfactor op de totale schade wordt toegepast, dan blijft het ringdeel Kijkduin maatgevend voor de MKBA-eis voor normtraject In de huidige situatie is de berekende eis voor s Gravenzande 1/2.600 per jaar en Ter Heijde 1/ per jaar. Ook bij de afwezig van de Maasdijk leidt de toename van de schade bij een doorbraak s Gravenzande niet tot een andere conclusie (MKBA-eis is1/ per jaar). Bijlage B geeft een toelichting op het bepalen van de gewogen gevolgen per traject. 4.4 Samenvattend Het normvoorstel voor een traject is gebaseerd op de strengste eis aan de kering op basis van basisveiligheid (LIR-eis) en doelmatigheid (MKBA-eis), dit wil zeggen het hoogste beschermingsniveau ofwel de kleinste overstromingskans. HKV lijn in water PR

52 Compartimenteringsstudie zuidrand dijkring 14 oktober 2014 Het normvoorstel volgens de technische uitwerking DPV 2.2 is 1/ per jaar voor traject 14-1, 1/ per jaar voor traject 14-2, 1/1.000 per jaar voor traject 14-3 en 1/ per jaar voor traject Voor traject 14-3 is het Voor trajecten 14-1 en 14-2 is de LIR-eis de maatgevende eis voor de kering en voor trajecten 14-3 en 14-4 leidt de MKBA-eis tot de strengste eis aan de kering. Impact inrichtingsvarianten op normvoorstel DPV 2.2 Voor traject 14-1 is de LIR-eis de maatgevende eis aan de kering voor de IRV hoog, huidig en gaten. De IRV laag verlaagt de eis van 1/ per jaar naar 1/ per jaar op basis van de eis van basisveiligheid (LIR). De LIR-eis wordt bepaald door de overstroming in compartiment 6 voor alle inrichtingsvarianten. De MKBA-eis is 1/ per jaar, ongeacht de inrichtingsvariant. De huidige situatie van traject 14-2 en IRV hoog leidt tot een eis aan de kering van 1/ per jaar, gedomineerd door de eis van basisveiligheid. Bij de IRV gaten en laag zou deze eis verlaagd kunnen worden tot 1/ per jaar, gedomineerde door MKBA-eis. Voor deze inrichtingsvarianten is de LIR-eis 2-3 klassen lager dan in de huidige situatie en wordt de eis aan de kering bepaald door de MKBA. De LIR-eis wordt bepaald door de overstroming in of rond compartiment 1 voor alle inrichtingsvarianten. De inrichtingsvariant van compartiment 1 heeft dus geen invloed op de nut en noodzaak van de Maasdijk. Voor traject 14-3 is de MKBA-eis van 1/1.000 per jaar maatgevend voor de eis aan de kering, ongeacht de inrichting van de Maasdijk. In DPV 2.2. is het regionale advies gevolgd om de eis aan de kering te verhogen naar 1/ per jaar. Voor traject 14-4 geldt dat de eis aan de kering volgt uit de strengste eis van de individuele ringdelen s Gravenzande, Ter Heijde en Kijkduin. In de huidige situatie leiden de gevolgen bij een doorbraak van het ringdeel Kijkduin en de investeringskosten om een factor 10x te versterken tot de strengste MKBA-eis van 1/ per jaar. Bij een doorbraak van Kijkduin heeft de inrichting van de Maasdijk geen invloed op gevolgen. Voor s Gravenzande en Ter Heijde heeft de Maasdijk wel invloed op het overstromingsverloop, maar leidt de afwezigheid van de Maasdijk ook tot een MKBA-eis van 1/ per jaar. Traject Inrichtingsvariant DPV 2.2. Hoog Huidig Gaten Laag LIR-eis 1/ / / / / MKBA-eis 1/ / / / / LIR-eis 1/ / / / /1.000 MKBA-eis 1/ / / / / LIR-eis 1/300 1/300 1/300 1/300 1/300 MKBA-eis 1/ / / / / Gravenzande* Ter Heijde* Kijkduin LIR-eis 1/ / / / /1.000 MKBA-eis 1/ / / / / LIR-eis 1/ / / / /1.000 MKBA-eis 1/ / / / / LIR-eis 1/ / / / /1.000 MKBA-eis 1/ / / / / Tabel 22 Overzicht LIR-norm en MKBA-norm per traject en inrichtingsvariant 40 PR HKV lijn in water

53 * MKBA-eisen voor s Gravenzande en Ter Heijde bij toepassing van toeslagfactor op de totale schade om te corrigeren voor verschillen in overstromingsscenario s DPV2.2 en voorliggende studie. Zie verder de toelichting onder Tabel 21Figuur 21. Groepsrisico i.r.t. toename slachtoffers compartiment 3 bij IRV gaten Voor de IRV gaten neemt het aantal slachtoffers toe van 5 in de huidige situatie naar ruim bij een overstroming bij toetspeil. Deze sterke toename van het aantal slachtoffers kan mogelijk leiden tot een extra eis vanuit het groepsrisico. Hierbij speelt zowel de overstromingskans van de primaire kering als van de compartimenteringskering een rol. Binnen het Deltaprogramma loopt de discussie over het groepsrisico nog (september 2014). Er liggen geen vaste grenzen voor het minimaal aantal slachtoffers bij een overstroming waardoor extra eisen aan het groepsrisico worden gesteld. Daarom is voor compartiment 3 er de aanbeveling om verder onderzoek te doen naar het mogelijke effect van de inrichting van de compartimenteringskering op het groepsrisico. Kanttekening Het nieuwe Randstadmodel (2014) leidt over het algemeen tot grotere overstromingsgevolgen dan het voormalige Randstadmodel (2008) waar de technische uitwerking DPV 2.2. op is gebaseerd. Voor traject 14-2 geldt dat in de huidige situatie de bepaalde MKBA-eis en LIR-eis in deze studie één normklasse strenger is dan in DPV 2.2. De nieuwe ringdeelindeling binnen normtraject 14-1 door de extra scenario s Rotterdam-De Esch en Rotterdam-Delfshaven heeft geen invloed op de norm, omdat de norm wordt bepaald door compartiment 6 Capelle-West Nijverheidsstraat (bijdrage van dit scenario blijft gelijk t.o.v. DPV 2.2.) HKV lijn in water PR

54

55 5 Normering regionale kering 5.1 Inleiding normering Economisch nut van compartimenteringskering Het nut van een compartimenteringskering is in deze studie een economische afweging tussen de kosten en de baten. De compartimenteringskeringen hebben een gunstig effect op het overstromingsrisico, als ze de gevolgen (schade, slachtoffers en getroffenen) van een overstroming beperken. Daarentegen heeft de compartimenteringskering een ongunstig effect op het overstromingsrisico als de gevolgen van een overstroming afnemen als de compartimenteringskering niet aanwezig is in het landschap, t.o.v. van de huidige situatie met compartimenteringskering. De instandhouding van de compartimenteringskeringen door deze aan te wijzen en te normeren, zorgt wel voor kosten om de waterkerende functie te garanderen. Als deze investeringskosten lager zijn dan de risicokosten bij de situatie zonder compartimenteringskering, dan is het kosteneffectief om de compartimenteringskering aan te wijzen en te normen. Werkwijze Om te bepalen of de compartimenteringkeringen economisch nut dienen, wordt een kostenbaten analyse uitgevoerd. Een afweging van de kosten en de baten wordt per compartiment gemaakt, op basis van het overstromingsrisico van dit compartiment en de investeringskosten van de compartimenteringskering voor elke inrichtingsvariant. Voor elk compartiment zijn zo de totale kosten per inrichtingsvariant inzichtelijk te maken. Hieruit zal per compartiment blijken wel inrichtingsvariant tot de laagste totale kosten lijdt. Evaluatie Wel aanwijzen en normeren vanuit waterveiligheid indien: de totale (maatschappelijke) kosten het laagst zijn voor de situatie met compartimenteringskering (IRV hoog of huidig), gebaseerd op een kosten-baten afweging. Niet aanwijzen en normeren vanuit waterveiligheid indien: de totale (maatschappelijke) kosten het laagst zijn voor de inrichtingsvariant met afwezigheid van de compartimenteringskering (IRV laag) of de situatie dat er in de loop der tijd gaten in de compartimenteringsdijken zijn ontstaan (IRV gaten), gebaseerd op een kosten-baten afweging. Er kunnen overige belangen zijn om een compartimenteringskering in stand te houden, zoals ontsluitingsroute, evacuatieroute bij een calamiteit, natuur- of cultuurhistorische waarden. Deze aspecten behoren in deze studie niet tot de afwegingscriteria Ringdelen en breslocaties De kosten-baten analyse wordt per compartiment gemaakt. Figuur 25 geeft een overzicht van de compartimenteringskeringen 1 tot en met 6 en de Maasdijk en de ringdelen die voor de toepassing van de Richtlijn normering regionale keringen zijn gehanteerd. HKV lijn in water PR

56 Compartimenteringsstudie zuidrand dijkring 14 oktober 2014 Figuur 31 Overzicht schaalniveau ringdelen voor toepassing Richtlijn normering regionale keringen 5.2 Overstromingsrisico Het overstromingsrisico is de kans op een overstroming vermenigvuldigt met het gevolg bij een overstroming. De onderstaande paragrafen geven een toelichting op de gehanteerde overstromingskans (5.2.1) en het overstromingsgevolg (5.2.2) Overstromingskans per compartiment In de kosten-baten afweging van de inrichtingsvarianten van de regionale kering worden twee situaties voor de norm van de primaire kering vergeleken: 1. Normvoorstel technische uitwerking DPV 2.2.: In de technische uitwerking DPV 2.2. is een norm voor de primaire kering bepaald in termen van het meest economisch optimaal beschermingsniveau (MKBA-eis) en een minimaal basisveiligheidsniveau voor iedere burger achter de dijk van 1/ per jaar (LIR-eis). Het normvoorstel per traject is de strengste eis van de MKBA-eis van de LIR-eis. Tabel 23 toont de normen voor trajecten 14-1, 14-2, 14-3 en 14-4 waarbij de strengste eis dikgedrukt is. Normtraject MKBA-eis LIR-eis Regionaal advies / / / / / /300 1/ / /3.000 Tabel 23 Overzicht technische uitwerking DPV 2.2. De strengste eis DPV 2.2 is gelijk aan de maatgevende eis bij de IRV gaten, waarbij de compartimenteringskeringen niet worden aangewezen in de legger, maar ook niet worden afgegraven. 44 PR HKV lijn in water

57 2. Normvoorstel primaire kering voor de inrichtingsvariant huidig De maatgevende eisen voor de huidige situatie, waarbij de compartimenteringskeringen waterkerend worden verondersteld en aanwezige coupures (sluizen/tunneltjes) worden gesloten, zijn voor traject 14-1, 14-2 en / per jaar en voor traject 14-3 is dit 1/1.000 per jaar. Voor traject 14-2 is dit één normklasse strenger dan het normvoorstel DPV 2.2. Normtraject Norm primaire kering bij IRV huidig / / / / Tabel 24 Overzicht strengste norm IRV huidig Bijdrage overstromingskans per compartimenteringskering In een normatieve situatie is het uitgangspunt dat elke kilometer dijk even sterk is (uniforme sterkte) (conform uitgangspunt DPV 2.2. [DPV, 2014]). Hieruit volgt dat elke kilometer dijk binnen een normtraject dezelfde kans heeft op overstromen. Hoe langer een deeltraject van een normtraject, hoe groter de kans op een overstroming. Stel dat de primaire kering van compartiment A een lengte heeft van 2,5 km en dat het totale normtraject 10 km lang is. De kansbijdrage dat er een overstroming van de primaire kering van compartiment A optreedt is dan 25 procent. Het normtraject heeft een beschermingsniveau van 1/ per jaar. Dan is de overstromingskans van de primaire kering langs compartiment A gelijk aan 25 procent van 1/ per jaar ofwel 1/ per jaar. Tabel 25 geeft per compartiment de bijdrage aan de totale overstromingskans per normtraject op basis van de lengte. De lengte van de primaire kering van elk compartiment is gedefinieerd als de lengte van de primaire kering binnen het compartiment. De dijktrajecten buiten de compartimenten zijn bestempeld als overig (bijv. traject tussen oostgrens compartiment 1 en westgrens compartiment 2). Deeltraject van normtraject Normtraject Lengte deeltraject Bijdrage totale overstromingskans van normtraject Compartiment 2 4,0 km 20 % Compartiment 3 2,5 km 13 % 14-1 Compartiment 5 2,4 km 12 % Compartiment 6 2,7 km 14 % Compartiment ,0 km 18 % Maasdijk Maassluis Schutsluis 4,5 km 27% Maasdijk Maassluis Oranjeplassen ,4 km 21% Maasdijk Gemaal Westland 0,7 km 4% Maasdijk-Hoek van Holland ,2 km 100% Maasdijk s Gravenzande 14-4 Maasdijk Ter Heijde 16,1 km Conservatieve benadering * geen lengte-effect beide scenario s 100% bijdrage Tabel 25 Bepaling bijdrage totale overstromingskans van normtraject per compartiment HKV lijn in water PR

58 Compartimenteringsstudie zuidrand dijkring 14 oktober 2014 * In de conservatieve benadering is het uitgangspunt dat zowel het ringdeel Ter Heijde als het ringdeel s Gravenzande ieder voor 100% bijdraagt aan het risico. Dit betekent dat beide ringdelen een kans gelijk hebben aan de norm die is gecombineerd met de gevolgen. In een kwalitatieve beschouwing wordt de gevoeligheid van dit uitgangspunt onderzocht, door voor drie andere opties het effect op het risico te beschrijven: 1. Gecombineerde drievoudige doorbraak van Ter Heijde, s Gravenzande en Kijkduin 2. Ringdeel dat maatgevende is voor de eis voor de kering (conform DPV 2.2.) 3. Ringdelen Ter Heijde, s Gravenzande en Kijkduin hebben een evenredige bijdrage aan overstromingskans (ieder 33%) of alleen Ter Heijde en s Gravenzande (ieder 50%) Gewogen schade per compartiment De kosten-baten afweging is gebaseerd op de totale maatschappelijke schade per compartiment. Dit betekent dat naast de schade bij een overstroming ook de slachtoffers en de getroffenen worden gemonetarisseerd (zie paragraaf 1.3 voor de uitgangspunten). Per normtraject is de totale schade bepaald van de gevolgen bij een overstroming bij toetspeil en de gevolgen bij een overstroming bij toetspeil plus 1 decimeringshoogte, dat wil zeggen 80%/20% voor trajecten 14-1 en 14-2 en 60%/40% voor trajecten 14-3 en Tabel 26 geeft de gewogen som van de schade en gemonetarisseerde slachtoffers en getroffenen in 2015 per compartimenteringskering weer (afgerond op 5 miljoen Euro). Totale schade in 2015 miljoen Euro Hoog Huidig Gaten Laag Compartiment Compartiment Compartiment Compartiment Compartiment Maasdijk Maassluis Schutsluis Maasdijk Maassluis Oranjeplassen Maasdijk Gemaal Westland Maasdijk-Hoek van Holland Maasdijk s Gravenzande Maasdijk Ter Heijde Tabel 26 Gewogen schade per compartiment in 2015 in miljoen Euro Economisch risico per compartiment Het economisch risico per compartiment is de kans op een overstroming van de primaire kering van het compartiment (paragraaf 5.2.1) vermenigvuldigt met de totale schade als er een overstroming van dit compartiment optreedt (paragraaf 5.2.2). Het economisch risico is contant gemaakt over een oneindig lange periode (zie linkerdeel Figuur 32) om zo de kosten-baten afweging te kunnen maken. Hierbij is uitgegaan van een discontovoet van 5,5% per jaar en een economische groei van 1,9% per jaar. De baten ten opzichte van huidige situatie bepalen de investeringsruimte om een inrichtingsvariant kosteneffectief te realiseren (rechterdeel Figuur 32). 46 PR HKV lijn in water

59 Als de baten positief zijn, dan betekent dit dat het risico van de IRV afneemt t.o.v. de huidige situatie. De inrichtingsvariant heeft dus een gunstig effect op het overstromingsrisico vanuit een economisch perspectief. Als de baten negatief zijn, dan betekent dit een toename van het risico van de IRV t.o.v. de huidige situatie. De inrichtingsvariant heeft dus een ongunstig effect op het overstromingsrisico vanuit een economisch perspectief. Deze negatieve baten zijn in feite de bestedingsruimte voor de kosten om de huidige situatie in stand te houden (d.w.z. B&O). CW Economisch Risico in miljoen Euro CW Baten t.o.v. IRV huidig in miljoen Euro Hoog Huidig Gaten Laag Compartiment 1 6,1 6,1 5,8 6,5 Compartiment 2 1,1 1,1 1,9 3,0 Compartiment 3 0,04 0,05 4,0 3,7 Compartiment 5 <0,01 <0,01 <0,01 < 0,01 ~0 Compartiment 6 4,9 4,9 6,8 5,6 Maasdijk 12,8 12,9 13,9 18,6 Figuur 32 Contante waarde economisch risico (links) en contante waarden baten (rechts) in miljoen Euro o.b.v. de overstromingskansen DPV 2.2. Enkele conclusies: De inrichtingsvariant gaten bij compartiment 1 is de enige variant waarbij de nieuwe situatie gunstig werkt op het economisch risico t.o.v. de huidige situatie. Voor de inrichtingsvariant hoog blijft het economisch risico bij alle compartimenteringskeringen nagenoeg gelijk aan de huidige inrichting (IRV huidig). Voor de inrichtingsvarianten laag neemt het economisch risico toe t.o.v. de huidige situatie bij alle compartimenteringskeringen. De inrichtingsvariant gaten bij compartimenteringskeringen 2, 3, 6 en de Maasdijk heeft een ongunstig effect op het economisch risico t.o.v. de huidige situatie. Traject 14-2 beschermingsniveau van 1/ per jaar i.p.v. 1/ per jaar Als normtraject 14-2 een beschermingsniveau van 1/ per jaar krijgt, conform de maatgevende eis bij de inrichtingsvariant huidig, dan verandert het risico van compartiment 1 en de Maasdijk: Voor compartiment 1 geldt dat het economisch risico en ook de baten (positief dan wel negatieve)3x kleiner worden t.o.v. van de situatie dat het traject 14-2 een beschermingsniveau heeft van 1/ per jaar. De bovengenoemde conclusies t.a.v. compartiment 1 blijven onveranderd. Voor de Maasdijk geldt dat het economisch risico met minder dan 5 procent afneemt, want het risico wordt slechts voor 5 procent bepaald door Gemaal Westland, Maassluis Oranjeplassen en Maassluis Schutsluis. Consequenties conservatieve benadering voor de zachte keringen op economisch risico Maasdijk Het economisch risico en de baten voor de Maasdijk in Figuur 32 zijn bepaald voor de situatie dat zowel de gevolgen bij doorbraak Ter Heijde als de gevolgen bij doorbraak s Gravenzande ieder voor 100% bijdragen aan het risico (conservatieve benadering, want geen lengte-effect). De baten voor de huidige situatie t.o.v. de inrichtingsvariant laag voor de Maasdijk worden voor ongeveer 90% bepaald door s Gravenzande. Deze conservatieve benadering leidt tot de HKV lijn in water PR

60 Compartimenteringsstudie zuidrand dijkring 14 oktober 2014 maximale baten en daarmee de maximale investeringsruimte, gegeven de overstromingskans van 1/ per jaar. De vraag is hoe deze investeringsruimte verandert als de bijdrage van s Gravenzande aan het risico nauwkeuriger wordt benaderd voor de volgende drie opties: 1. Gecombineerde drievoudige doorbraak van Ter Heijde, s Gravenzande en Kijkduin Hierbij is de verwachting dat het effect van de aanwezigheid van de Maasdijk op het beperken van de schade, slachtoffers en getroffenen afneemt, omdat het gebied dat extra overstroomt in geval van een doorbraak bij het ringdeel s Gravenzande en een afwezige Maasdijk ook overstroomt in geval van een doorbraak bij ringdeel Ter Heijde. Het verschil in economisch risico tussen de variant huidig en weg zal hierdoor sterkt afnemen en daarmee ook de baten. 2. Ringdeel dat maatgevende is voor de eis voor de kering (conform DPV 2.2.) De MKBA-eis van het ringdeel Kijkduin is maatgevend voor de eis aan traject Het ringdeel s Gravenzande vervalt, omdat dit ten alle tijden de kleinste gevolgen heeft. De baten van de huidige situatie t.o.v. de situatie dat Maasdijk niet aanwezig is, zijn dan minder dan 1 miljoen Euro (bepaald door Hoek van Holland) 3. Ringdelen Ter Heijde, s Gravenzande en Kijkduin hebben een evenredige bijdrage aan overstromingskans (ieder 33%) of alleen Ter Heijde en s Gravenzande (ieder 50%) de bijdrage van s Gravenzande aan het risico neemt af, waardoor de baten van de huidige situatie t.o.v van de situatie dat de Maasdijk er niet ligt kleiner worden (ongeveer 2x zo klein als Ter Heijde en s Gravenzande ieder 50% bijdrage aan de overstromingskans) Bovenstaande bevindingen onderstrepen nogmaals dat vanuit waterveiligheid op basis van een MKBA het niet zinvol is om de Maasdijk aan te wijzen. 5.3 Investeringskosten Type kosten per inrichtingsvariant De totale investeringskosten om een variant te realiseren bestaat uit verschillende kostenposten. Tabel 27 geeft een overzicht van de kostenposten per inrichtingsvariant. Wel aanwijzen en Niet aanwijzen normeren Type kosten Hoog Huidig Gaten Laag Kosten voor ophogen compartimenteringskering X B&O-kosten + kosten voor toetsen, grondonderzoek, testen coupures X X B&O-kosten infrastructuur gemeente X X X (X) Afgraven X Tabel 27 Type kosten per inrichtingsvariant (X = kostenpost wordt wel meegenomen) Bijlage C.1 geeft een toelichting op de kosten voor dijkophoging, Bijlage C.2 op de kosten voor beheer- en onderhoud en Bijlage C.3 op de kosten voor afgraven Totale investeringskosten De totale investeringskosten per inrichtingsvariant zijn weergegeven in Tabel 28. Bijlage C geeft een toelichting op de kostenbepaling van de kostenposten zoals in Tabel 27 opgenomen. 48 PR HKV lijn in water

61 Investeringskosten in miljoen Euro Hoog 1) Huidig Gaten Laag Per km Totaal Per km Totaal Per km Totaal Per km Totaal Compartiment 1 5,4 6, ,1 0,2 0 2 Compartiment 2 6,5 8, Compartiment 3 7,4 8, Compartiment 5 Compartiment 6 11, Maasdijk 3,5-3,8 15,5-19,5 0,1 1,4+ 2) ) 1) PM1: post voor vervangen van de sluisdeuren van compartiment 1 (Sluisdeuren Vlaardingersluis), compartiment 2 (sluisdeuren bij Beursbrug) en compartiment 3 (sluisdeuren bij Achterhavenbrug en Schiedamseweg). Deze kosten moeten nader worden gekwantificeerd. 2) PM2: post voor investering grondonderzoek, toetsen en versterking Maasdijk 3) PM3: post voor investering voor afgraven Maasdijk Tabel 28 Overzicht totale investeringskosten voor periode met een oneindige tijdshorizon Een korte toelichting op Tabel 28: IRV hoog: kosten voor dijkversterking weergeven bij een waakhoogte van 0,5 m (ondergrens kosten) en 1,0 m (bovengrens kosten). Voor compartiment 1 zijn de extra B&O-kosten voor de groene dijken van 0,1 miljoen Euro per km meegenomen. IRV huidig: B&O-kosten van 0,1 miljoen Euro per km alleen compartiment 1 voor groene dijken (dit geldt alleen voor ruim 2 km van kering van compartiment 1). Compartimenten 2, 3, 5 en 6 zijn stedelijke dijken, waarvoor geldt dat de B&O-kosten nihil zijn en voor de rekening zijn van de gemeente. IRV gaten: kosten voor deze inrichtingsvariant bedragen 0 miljoen Euro. IRV laag: kosten voor IRV laag zijn gebaseerd op de aanleg van één inlaatwerk per 200 meter compartimenteringskering. De aanlegkosten hiervoor zijn geschat op 2 miljoen Euro per km. Voor alle compartimenteringskeringen geldt dat het er nog extra kosten voor het beheer van de infrastructuur (o.a. wegen) zijn. Deze extra kostenpost wordt niet gedragen door het Waterschap, maar door de gemeente. Deze kosten zijn in deze studie niet meegenomen Voor de huidige situatie geldt dat er extra kosten zijn voorzien voor toetsing, benodigd grondonderzoek en versterkingen. Deze kostenposten zijn niet in de kosten voor beheer en onderhoud opgenomen. Voor de Maasdijk wordt opgemerkt dat het profiel van de Maasdijk na het gereed komen van de Delflandsedijk niet meer is aangepast (dus ook geen kosten). Het profiel is krap ingepast in de omgeving. Er is weinig of geen verflauwing van de taluds mogelijk. Het is de verwachting dat de kering niet voldoet aan de eisen voor standzekerheid, mede omdat de kering op delen te laag is. 5.4 Totale kosten De contante waarde van de totale kosten per inrichtingsvariant bestaat uit de contante waarde van de volgende componenten: Totale kosten = risicokosten + investeringskosten IRV De jaarlijkse kosten zijn contant gemaakt over een oneindig lange periode. Hierbij is uitgegaan van een discontovoet van 5,5% per jaar en een economische groei van 1,9% per jaar. HKV lijn in water PR

62 Compartimenteringsstudie zuidrand dijkring 14 oktober 2014 Totale kosten in miljoen Euro Hoog 1) Huidig Gaten Laag Compartiment ,3 5,8 14,5 Compartiment ,1 1,9 11 Compartiment ,05 4,0 11,7 Compartiment 5 Nihil Nihil Nihil nihil Compartiment ,9 6,8 13,6 Maasdijk ,3+ 2) 13,9 18,6+ 3) 1) PM1: post voor vervangen van de sluisdeuren van compartiment 1 (Sluisdeuren Vlaardingersluis), compartiment 2 (sluisdeuren bij Beursbrug) en compartiment 3 (sluisdeuren bij Achterhavenbrug en Schiedamseweg). Deze kosten moeten nader worden gekwantificeerd. 2) PM2: post voor investering grondonderzoek, toetsen en versterking Maasdijk 3) PM3: post voor investering voor afgraven Maasdijk Tabel 29 Overzicht totale kosten in miljoen Euro voor periode oneindige tijdshorizon (variant met laagste kosten is dikgedrukt) Voor compartimenteringskering 1 en de Maasdijk zijn de totale kosten het laagst voor de variant gaten, dat wil zeggen dat er geen actief beheer en onderhoud meer wordt gepleegd om de compartimenteringskering in stand te houden. In paragraaf is onderzocht dat een nauwkeurige inschatting van de bijdrage van het risico s Gravenzande niet leidt tot grotere baten van de huidige situatie t.o.v. de (gedeeltelijke) afwezigheid van de Maasdijk. De totale kosten zijn het laagst voor de huidige situatie voor compartimenteringskeringen 2, 3 en 6. Dit komt mede door het feit dat de investeringskosten voor de instandhouding van de stedelijke dijken in huidige situatie nihil zijn (inschatting waterschap). Indien de benodigde kosten voor het in stand houden van de compartimenteringskering hoger voor de maatschappij zijn, dan vooralsnog wordt ingeschat, dan is het meest voordelig om de compartimenteringskeringen niet aan te wijzen en verder geen beheer- en onderhoud te plegen. In hoofdstuk 6 wordt de impact van de compartimenteringskeringen op de nieuwe normering primaire keringen in samenhang gezien met het nut en noodzaak van compartimenteringskeringen. 50 PR HKV lijn in water

63 6 Discussie Normvoorstel voor de huidige situatie Het nieuwe Randstadmodel (2014) leidt over het algemeen tot grotere overstromingsgevolgen dan het voormalige Randstadmodel (2008) waar de technische uitwerking DPV 2.2. op is gebaseerd. Dit leidt tot strengere normen voor de primaire kering t.o.v. het normvoorstel technische uitwerking DPV 2.2. De norm voor zowel traject 14-1 en 14-2 wordt 1/ per jaar, bepaald door de eis van basisveiligheid. Voor traject 14-1 blijft dit dezelfde normklasse als DPV 2.2. De MKBA-eis voor trajecten 14-1 en 14-2 is 1/ per jaar. Voor trajecten 14-3 en 14-4 is de MKBA-eis maatgevend voor de norm, respectievelijk 1/1.000 per jaar en 1/ per jaar (bepaald door doorbraak Kijkduin). Voor deze trajecten zijn de berekende normen gelijk aan de technische uitwerking DPV2.2. De LIR-eis voor traject 14-3 is 1/300 en voor 14-4 is dit 1/ per jaar (bepaald door doorbraak s Gravenzande). Voor de zachte keringen speelt het lengte-effect niet, waardoor het ringdeel dat de strengste eis aan de kering stelt maatgevend is voor het traject. Alternatief normvoorstel bij inrichtingsvarianten? Geen enkele inrichtingsvariant (hoog, gaten, laag) geeft aanleiding tot een strenger normvoorstel t.o.v. de huidige situatie. Wel aanwijzen: inrichtingsvariant hoog De overstromingsgevolgen bij de inrichtingsvariant met oneindig hoge compartimenteringskering blijven ongeveer gelijk aan de huidige situatie. De eis aan de kering blijft voor alle trajecten gelijk aan de normklasse voor de huidige situatie. Niet aanwijzen: inrichtingsvariant gaten en laag De inrichtingsvariant waarbij de coupures (tunneltjes/sluizen) in de compartimenteringskering niet gesloten worden en er gaten ontstaan (IRV gaten) of de compartimenteringskering zelfs helemaal is afgegraven (IRV laag) zorgt voor een toename van de overstroming. 7 De toename in totale schade leidt niet tot een strengere klasse van de MKBA-eis (blijft 1/ per jaar voor 14-1 en 14-2, 1/1.000 per jaar voor 14-3 en 1/ per jaar voor 14-4). De eis die basisveiligheid aan de kering stelt wordt één of meerdere normklasse lager voor trajecten 14-1 en 14-2 en 14-4 (voor 14-2 geldt dit ook voor IRV gaten), omdat de inundatie minder diep wordt en het water minder snel stijgt. Voor traject 14-3 blijft de LIR-eis gelijk voor IRV gaten en laag, omdat de toename van het overstroomde gebied beperkt is. 7 Het overstroomde oppervlak neemt toe en water stijgt minder snel, met als gevolg een toename van de schade en het aantal getroffen en een afname van de mortaliteit en het aantal slachtoffers. HKV lijn in water PR

64 Compartimenteringsstudie zuidrand dijkring 14 oktober 2014 Traject Inrichtingsvariant DPV 2.2. Hoog Huidig Gaten Laag LIR-eis 1/ / / / / MKBA-eis 1/ / / / / LIR-eis 1/ / / / /1.000 MKBA-eis 1/ / / / / LIR-eis 1/300 1/300 1/300 1/300 1/300 MKBA-eis 1/ / / / / Gravenzande* Ter Heijde* Kijkduin LIR-eis 1/ / / / /1.000 MKBA-eis 1/ / / / / LIR-eis 1/ / / / /1.000 MKBA-eis 1/ / / / / LIR-eis 1/ / / / /1.000 MKBA-eis 1/ / / / / Tabel 30 Overzicht LIR-norm en MKBA-norm per traject en inrichtingsvariant (* MKBA-eisen voor s Gravenzande en Ter Heijde bij toepassing van toeslagfactor op de totale schade om te corrigeren voor verschillen in overstromingsscenario s DPV2.2 en voorliggende studie. Zie verder de toelichting onder Tabel 21) Voor traject 14-1 is het LIR bepalend voor de eis aan de kering ongeacht de inrichtingsvariant: voor hoog, huidig en gaten is dit 1/ per jaar en voor de inrichtingsvarianten laag 1/ per jaar (gelijk aan de MKBA-eis). Voor traject 14-2 zorgt de toename van de schade en de afname van de mortaliteit bij de inrichtingsvarianten gaten en laag ervoor dat de MKBA-norm een strengere eis aan de kering stelt dan de LIR-norm: inrichtingsvariant hoog en huidig 1/ per jaar en gaten en laag 1/ par jaar. Deze normen zijn gebaseerd op een ringdeelindeling waarbij de breslocatie Vlaardingen-Schutsluis aan een groter deel van de een te groot deel van waterkering wordt toegekend dan alleen de waterkering binnen het compartiment. Bij een doorbraak buiten het compartiment blijft het gebied binnen het compartiment droog. De compartimenteringskering rechtvaardigt een verdere verfijning van dit ringdeel. Uitgaande dat compartiment 1 alleen kan overstromen bij een doorbraak van de primaire waterkering binnen het compartiment, resulteert in een soepelere eis aan de overstromingskans van de primaire kering bij de inrichtingsvarianten huidig en hoog van 1/ per jaar (eis basisveiligheid maatgevend). Voor de inrichtingsvarianten gaten en laag, waarbij de MKBA-eis maatgevend is voor de normhoogte, blijft de norm vermoedelijk 1/ per jaar. Hier dient verder onderzoek naar gedaan te worden. Voor traject 14-3 is de MKBA-eis bepalend voor de eis aan de kering. Ongeacht de inrichtingvariant leidt deze eis tot een normklasse van 1/1.000 per jaar. In de technische uitwerking DPV 2.2. is het voorstel om het regionaal advies van 1/ per jaar te volgen. Voor traject 14-4 geldt dat de eis aan de kering volgt uit de strengste eis van de individuele ringdelen s Gravenzande, Ter Heijde en Kijkduin. In de huidige situatie leiden de gevolgen bij een doorbraak van het ringdeel Kijkduin en de investeringskosten om een factor 10x te versterken tot de strengste MKBA-eis van 1/ per jaar. Bij een doorbraak van Kijkduin heeft de inrichting van de Maasdijk geen invloed op gevolgen. Voor s Gravenzande en Ter Heijde heeft de Maasdijk wel invloed op het overstromingsverloop, maar leidt de afwezigheid van de Maasdijk ook tot een MKBA-eis van 1/ per jaar. 52 PR HKV lijn in water

65 Effect op absoluut aan slachtoffers De aanwezigheid van de compartimenteringskeringen leidt bij compartiment 1 (Vlaardingen) en 6 (Capelle aan den IJssel) door de hogere waterdiepten en stijgsnelheden tot een factor 2-3x meer slachtoffers in vergelijking met de situatie dat er geen compartimenteringskering ligt. Voor compartiment 2 (Schiedam) neemt het aantal slachtoffers juist af van ongeveer 600 naar 300 als de compartimenteringskeringen wel aanwezig zou zijn (situatie bij doorbraak bij toetspeil, zonder preventieve evacuatie). Voor compartiment 3 (Rotterdam-Delfshaven) is de toename van de het aantal slachtoffers het sterkst, namelijk van ongeveer 5 in de huidige situatie naar meer dan slachtoffers in het geval van een doorbraak bij toetspeil zonder de aanwezigheid van de compartimenteringskering. De toename van het aantal slachtoffers door de (deels) afwezigheid van de regionale compartimenteringskering kan leiden tot extra eisen t.a.v. het groepsrisico. Hier dient verder onderzoek naar te worden gedaan indien de regionale kering niet wordt aangewezen. Nut en noodzaak compartimenteringskeringen In deze paragraaf wordt per compartiment een advies gegeven om de compartimenteringskering wel of niet aan te wijzen en te normeren vanuit waterveiligheid. Dit advies is een afweging tussen de totale kosten in de huidige situatie met compartimenteringskering (IRV huidig) en de situatie dat de coupures (tunneltjes/sluizen) in de compartimentering niet worden gesloten en er op den duur gaten in de compartimenteringskering ontstaan (IRV gaten). De totale kosten voor de IRV hoog en IRV laag zijn in alle gevallen ten minste een factor 2x hoger dan in de huidige situatie (zie Tabel 31). Totale kosten in miljoen Euro Hoog 1) Huidig Gaten Laag Compartiment ,3 5,8 14,5 Compartiment ,1 1,9 11 Compartiment ,05 4,0 11,7 Compartiment 5 nihil Nihil nihil Nihil Compartiment ,9 6,8 13,6 Maasdijk ,3+ 2) 13,9 18,6+ 3) 1) PM1: post voor vervangen van de sluisdeuren van compartiment 1 (Sluisdeuren Vlaardingersluis), compartiment 2 (sluisdeuren bij Beursbrug) en compartiment 3 (sluisdeuren bij Achterhavenbrug en Schiedamseweg). Deze kosten moeten nader worden gekwantificeerd. 2) PM2: post voor investering grondonderzoek, toetsen en versterking Maasdijk 3) PM3: post voor investering voor afgraven Maasdijk Tabel 31 Overzicht totale kosten in miljoen Euro (variant met laagste kosten is dikgedrukt) Tabel 32 geeft een per compartiment een evaluatie van de nut en noodzaak van de compartimenteringskeringen, resulterend in een advies om de compartimenteringskering wel of niet aanwijzen vanuit waterveiligheid. Het wel of niet aanwijzen van een compartimenteringskering blijft altijd een bestuurlijke afweging waarin dit advies vanuit waterveiligheid op basis van de richtlijnen ondersteunend is. HKV lijn in water PR

66 Compartimenteringsstudie zuidrand dijkring 14 oktober 2014 Evaluatie nut en noodzaak aanwijzen vanuit waterveiligheid Wel Niet Compartiment 1: Vlaardinger-Schutsluis X Compartiment 2: Schiedam-Sluis Buitenhaven X Compartiment 3: Rotterdam-Delfshaven Bestuurlijke afweging Compartiment 4: Rotterdam-Boerengatsluis Buiten beschouwing deze studie Compartiment 5: Rotterdam-De Esch X Compartiment 6: Capelle-West Nijverheidstraat Bestuurlijke afweging Maasdijk X Tabel 32 Overzicht evaluatie nut en noodzaak aanwijzen vanuit waterveiligheid Compartiment 1: Vlaardinger-Schutsluis Compartiment 1 is onderdeel van normtraject Het niet sluiten van coupures in de compartimenteringskering heeft een gunstig effect op het overstromingsrisico, door de afname van het aantal slachtoffers. De norm voor de primaire kering van traject 14-2 wordt voor de inrichtingsvariant gaten 1/ per jaar. Evaluatie nut en noodzaak: compartimenteringskering 1 niet aanwijzen vanuit waterveiligheid (IRV gaten). Compartiment 2: Schiedam-Sluis Buitenhaven Compartiment 2 is onderdeel van normtraject De norm voor de primaire kering is voor de inrichtingsvariant huidig en gaten gelijk. De huidige situatie leidt tot het laagste risico, dus de compartimenteringskering heeft een gunstig effect op het overstromingsrisico. De baten voor de huidige situatie t.o.v. de inrichtingsvariant gaten zijn ongeveer 1 miljoen Euro over een oneindige tijdshorizon. De kosten voor de maatschappij om de compartimenteringskering te beheren en onderhouden, waaronder het testen en sluiten van coupures (en eventueel in toekomst vervangen van de sluisdeuren), mogen dus ongeveer in totaal 1 miljoen Euro zijn voor een periode van een oneindige tijdshorizon. De huidige situatie met waterkerende compartimenteringskeringen vraagt wel om bestuurlijke afspraken te maken over het sluiten van de coupures. Dit moet ook jaarlijks getest en onderhouden worden. Evaluatie nut en noodzaak: compartimenteringskering 2 wel/niet aanwijzen is bestuurlijke afweging. Compartiment 3: Rotterdam-Delfshaven Compartiment 3 is onderdeel van normtraject De norm voor de primaire kering is voor de inrichtingsvariant huidig en gaten gelijk. Het overstromingsrisico is in de huidige situatie bijna 100x kleiner dan in de situatie met gaten in de compartimenteringskering. De compartimenteringskering heeft dus een gunstig effect op het overstromingsrisico. Evaluatie nut en noodzaak: compartimenteringskering 3 wel aanwijzen conform huidige situatie vanuit waterveiligheid. Compartiment 4: Rotterdam-Boerengatsluis Compartimenteringskering 4 is een dubbelstelsel van waterkeringen dat extra veiligheid biedt met de voorliggende primaire kering over de Boompjes en Maasboulevard. Evaluatie nut en noodzaak: compartimenteringskering is buiten beschouwing gelaten van deze studie. De aanwezigheid van deze compartimentering heeft zijn nut bewezen in de stormvloed van 1953, toen deze niet is doorgebroken. 54 PR HKV lijn in water

67 Compartiment 5: Rotterdam-De Esch Compartiment 5 is onderdeel van normtraject De norm voor de primaire kering is voor de inrichtingsvariant huidig en gaten gelijk. De gevolgen bij een overstroming in dit compartiment zijn heel klein, door de aanwezigheid van een voorland. Het risico in de huidige situatie is gelijk aan de situatie met gaten of dat de compartimenteringskering niet aanwezig is. Evaluatie nut en noodzaak: compartimenteringskering 5 niet aanwijzen vanuit waterveiligheid. Compartiment 6: Capelle-West Nijverheidstraat Compartiment 6 is onderdeel van normtraject De norm voor de primaire kering is voor de inrichtingsvariant huidig en gaten gelijk. Het overstromingsrisico is in de huidige situatie het laagst (economische schade stijgt ongeveer factor 5 als de twee fietstunneltjes niet worden gesloten t.o.v. IRV huidig en aantal slachtoffers neemt slechts in beperkte mate af). De baten voor de huidige situatie t.o.v. de inrichtingsvariant gaten zijn ongeveer 2 miljoen Euro over een oneindige tijdshorizon. Net als voor compartiment 2 geldt hier dat de kosten voor het beheer en onderhouden van de compartimenteringskering over een periode van een oneindige tijdshorizon in totaal niet meer dan 2 miljoen Euro mogen bedragen. Voor dit compartiment liggen er bestuurlijke afspraken tussen het Hoogheemraadschap Schieland en Krimpenerwaard, Gemeente Rotterdam en Capelle aan de IJssel om de fietstunneltjes te sluiten bij een overstroming en/of calamiteit (conform IRV huidig). Daarnaast is deze compartimenteringskering destijds (bij toenemende verstedelijking s Gravenland) verlaagd zodat deze kan overlopen (huidige situatie). Deze afspraken zijn gemaakt op basis van de studie naar de gevolgen van een overstroming van dit compartiment van Asselman (2006). De voorliggende studie onderstrepen deze uitkomsten. Evaluatie nut en noodzaak: compartimenteringskering 6 wel/niet aanwijzen is bestuurlijke afweging. Maasdijk: De Maasdijk heeft invloed op het overstromingsverloop bij een doorbraak vanuit normtrajecten 14-2 (m.u.v. Vlaardingen Schutsluis), 14-3 en 14-4 (m.u.v. Kijkduin). De norm voor de primaire kering is voor IRV huidig en gaten gelijk voor alle normtrajecten. Het overstromingsrisico is in de huidige situatie het laagst. De baten van de huidige situatie t.o.v. van de IRV gaten zijn ongeveer 1 miljoen Euro over een oneindige tijdshorizon. De beheer- en onderhoudskosten zijn geraamd op 1,4 miljoen Euro plus de extra kosten voor het toetsen, grondonderzoek en eventueel versterken, dus het aanwijzen van de Maasdijk vanuit waterveiligheid lijkt niet kosteneffectief. De totale maatschappelijke kosten voor waterveiligheid zijn het laagst bij de Maasdijk in de huidige situatie, waarbij er geen actief beheer- en onderhoud meer wordt gepleegd aan de kering en zo op den duur gaten ontstaan in Maasdijk. Een nauwkeurige inschatting van de bijdrage van het risico s Gravenzande niet leidt tot grotere baten van de huidige situatie t.o.v. de (gedeeltelijke) afwezigheid van de Maasdijk. Deze bevindingen onderstrepen nogmaals dat vanuit waterveiligheid op basis van een MKBA het niet zinvol is om de Maasdijk aan te wijzen. Evaluatie nut en noodzaak: Maasdijk niet aanwijzen vanuit waterveiligheid. Effect polderkade op nut en noodzaak Maasdijk Op basis van overstromingsberekening vanuit Maassluis Oranjesluizen kan worden geconcludeerd dat de Polderkade nabij Oranjepolder niet in staat is om de compartimenterende functie van de Maasdijk over te nemen. Bij een doorbraak bij Maassluis Oranjeplassen zal het water zich via het watersysteem verspreiden. Hierdoor duurt het langer voor het water de polder bereikt. De Polderkade heeft geen aansluiting op een ander hoge lijnelement, waardoor HKV lijn in water PR

68 Compartimenteringsstudie zuidrand dijkring 14 oktober 2014 een inundatie ten noorden van de Polderdijk niet te voorkomen is. De contante waarde van het risico in de huidige situatie Maassluis Oranjeplassen is ongeveer 0,1 miljoen Euro (oneindige tijdshorizon) en neemt toe als er op een aantal plaatsen gaten ontstaan tot 0,5 miljoen Euro en bij afwezigheid van de polderkaden toe tot 0,7 miljoen Euro. De investeringskosten voor het overstromingsbestendig maken van de kering (waardoor die niet doorbreekt of zijn kerende functie verliest) zijn naar verwachting veel hoger. Daarnaast heeft de polderkade ook een functie in dagelijks beheer en als polderkade waardoor het verwijderen van de polderkade geen reële optie is. Ook wordt opgemerkt dat de invloed op de totale risicokosten van het invloedsgebied van de Maasdijk van de polderkade marginaal is. 56 PR HKV lijn in water

69 7 Referenties [DPV, 2014] Op weg naar nieuwe normen technisch inhoudelijke uitwerking DPV 2.2 Werkdocument Deelprogramma Veiligheid, Hoofdrapport, concept in voorbereiding, [Stowa, 2007] Richtlijn Normering Compartimenteringskeringen. Geerse, C., Stijnen, J. en B. Kolen, rapportnummer ORK , december [Kolen, B. et al, 2014] Maasdijk. Nut en noodzaak in relatie tot de normering van de primaire waterkering. HKV lijn in water, PR Opdrachtgever Provincie Zuid-Holland, [Kolen, B. et al, 2013] Evacuatieschattingen Nederland: Addendum. HKV lijn in water, [Tauw, 2014] Kostenmodel compartimenteringskeringen - Een methodiek voor het bepalen van investeringskosten van dijkversterkingen aansluitend op de systematiek van het Deltaprogramma. Dam, R.M. van, en E.H. van Drunen, concept, 15 april [Ministerie van Infrastructuur en Milieu, 2013] Koersbepaling waterbeleid en toezeggingen WGO van 10 december Brief aan de Tweede Kamer, 26 april [Ministerie van Infrastructuur en Milieu, 2014] Waterveiligheid. Brief aan de Tweede Kamer, 02 juni [DHV en Nelen & Schuurmans, 2012] Normeren van voorland en compartimenteringskeringen in Zuid-Holland compartimenteringskeringen. Provincie Zuid-Holland, dossier BA4329/M0019, versie 3., eindrapport, definitief, juli [Janssen, M., en C.J. Vermeulen, 2014] Maasdijk - Compartimenterende werking van de Maasdijk en polderkade. Provincie Zuid-Holland, Pr , definitief, maart [Vermeulen, C.J. et al., 2014] Compartimenteringskeringen dijkringen 17, 20, 21, 22 en 25. Provincie Zuid-Holland, Pr , voorconcept, juni [VNK2, 2010] Veiligheid Nederland in Kaart 2 - Overstromingsrisico dijkring 14 Zuid-Holland. Rijkswaterstaat Waterdienst, dr. ir. R.B. Jongejan, document HB , definitief, december [Asselman, N.E.M., 2006] Gevolgen van overstromingen bij een doorbraak vanuit de Nieuwe Maas bij Capelle a/d IJssel. WL delft hydraulics, Q Opdrachtgever Gemeente Capelle a/d IJssel, oktober HKV lijn in water PR

70 Compartimenteringsstudie zuidrand dijkring 14 oktober 2014 [Provincie Zuid-Holland, 2009] Provinciaal Waterplan Zuid-Holland Provincie Zuid-Holland, archiveringsnummer , 11 november [Provincie Zuid-Holland, 2013] Strategische agenda 2014 Zuid-Holland voor het Nationaal Deltaprogramma. Provincie Zuid-Holland, november [DPRD,2014] Achtergronddocument Centraal Holland (zuidrand). Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden, eindconcept versie 3.0, april PR HKV lijn in water

71 Bijlagen

72

73 Compartimenteringsstudie zuidrand dijkring 14 oktober 2014 Bijlage A: HIS-SSM resultaten in 2015 Aantal slachtoffers zonder evacuatie. In de studie is een evacuatiefractie van 8% gehanteerd voor compartimenten 1 tot en met 6 plus Gemaal Westland, Maassluis Oranjeplassen en Maassluis Schutsluis. Voor Ter Heijde, s Gravenzande en Hoek van Holland is een evacuatiefractie van 9% gehanteerd. Comp Comp 01 Comp 02 Comp 03 Comp 05 Comp 06 Maasdijk Breslocatie Hoog Huidig Gaten Laag 1/ / / / / / / / / / / / Vlaardinger-Schutsluis schade (miljoen ) aantal slachtoffers (ex evac) aantal getroffenen Schiedam Sluis B haven schade (miljoen ) aantal slachtoffers (ex evac) aantal getroffenen Rotterdam-Delfshaven schade (miljoen ) aantal slachtoffers (ex evac) aantal getroffenen Rotterdam-Voorm schade (miljoen ) aantal slachtoffers (ex evac) aantal getroffenen Capelle-West-Nijverheid schade (miljoen ) aantal slachtoffers (ex evac) aantal getroffenen Ter Heijde schade (miljoen ) HKV lijn in water PR

74 Maasdijk aantal slachtoffers (ex evac) aantal getroffenen s Gravenzande schade (miljoen ) aantal slachtoffers (ex evac) aantal getroffenen Hoek van Holland schade (miljoen ) aantal slachtoffers (ex evac) aantal getroffenen Gemaal Westland schade (miljoen ) aantal slachtoffers (ex evac) aantal getroffenen Maassluis Oranjeplassen schade (miljoen ) aantal slachtoffers (ex evac) aantal getroffenen Maassluis Schutsluis schade (miljoen ) aantal slachtoffers (ex evac) aantal getroffenen PR HKV lijn in water

75 Compartimenteringsstudie zuidrand dijkring 14 oktober 2014 Compartiment 1: Vlaardinger Schutsluis TP IRV hoog IRV huidig IRV gaten IRV laag TP+1D TP+2D Tabel 33 Maximale waterdiepte overstroming compartiment 1 voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (midden-links), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts) HKV lijn in water PR

76 Compartiment 2: Schiedam Sluis-Buitenhaven TP IRV hoog IRV huidig IRV gaten IRV laag TP+1D TP+2D Tabel 34 Maximale waterdiepte overstroming compartiment 2 voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (midden-links), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts) 64 PR HKV lijn in water

77 Compartimenteringsstudie zuidrand dijkring 14 oktober 2014 Compartiment 3: Rotterdam Delfshaven TP IRV hoog IRV huidig IRV gaten IRV laag TP+1D TP+2D Tabel 35 Maximale waterdiepte overstroming compartiment 3 voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (midden-links), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts) HKV lijn in water PR

78 Compartiment 5: Rotterdam-De Esch TP IRV hoog IRV huidig IRV gaten IRV laag TP+1D TP+2D Tabel 36 Maximale waterdiepte overstroming compartiment 5 voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (midden-links), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts) 66 PR HKV lijn in water

79 Compartimenteringsstudie zuidrand dijkring 14 oktober 2014 Compartiment 6: Capelle-West Nijverheidsstraat TP IRV hoog IRV huidig IRV gaten IRV laag TP+1D TP+2D Tabel 37 Maximale waterdiepte overstroming compartiment 6 voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (midden-links), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts) HKV lijn in water PR

80 Maasdijk: Ter Heijde TP IRV hoog IRV huidig IRV gaten IRV laag TP+1D TP+2D Tabel 38 Maximale waterdiepte overstroming Ter Heijde voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (midden-links), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts) 68 PR HKV lijn in water

81 Compartimenteringsstudie zuidrand dijkring 14 oktober 2014 Maasdijk: s Gravenzande TP IRV hoog IRV huidig IRV gaten IRV laag TP+1D TP+2D Tabel 39 Maximale waterdiepte overstroming s Gravenzande voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (midden-links), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts) HKV lijn in water PR

82 Maasdijk: Hoek van Holland TP IRV hoog IRV huidig IRV gaten IRV laag TP+1D TP+2D Tabel 40 Maximale waterdiepte overstroming Hoek van Holland voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (midden-links), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts) 70 PR HKV lijn in water

83 Compartimenteringsstudie zuidrand dijkring 14 oktober 2014 Maasdijk: Gemaal Westland TP IRV hoog IRV huidig IRV gaten IRV laag TP+1D TP+2D Tabel 41 Maximale waterdiepte overstroming Gemaal Westland voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (midden-links), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts) HKV lijn in water PR

84 Maasdijk: Maassluis Oranjeplassen TP IRV hoog IRV huidig IRV gaten IRV laag TP+1D TP+2D Tabel 42 Maximale waterdiepte overstroming Maassluis Oranjeplassen voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (midden-links), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts) 72 PR HKV lijn in water

85 Compartimenteringsstudie zuidrand dijkring 14 oktober 2014 Maasdijk: Maassluis Schutssluis TP IRV hoog IRV huidig IRV gaten IRV laag TP+1D TP+2D Tabel 43 Maximale waterdiepte overstroming Maassluis Schutssluis voor IRV hoog (uiterst links), IRV huidig (midden-links), IRV gaten (midden-rechts) en IRV laag (uiterst rechts) HKV lijn in water PR

86

87 Bijlage B: Gewogen totale schade in 2050 Traject 14-1 Compartiment 2 Schiedam-Sluis Buitenhvn Compartiment 3 Rotterdam-Delfshaven Lengte deeltraject 5,4 km Lengte normtraject Type scenario Hoog Huidig Gaten Laag TP 80% ,8 km TP 80% Rotterdam-Parksluizen 2,2 km TP 80% Rotterdam-Boerengatsluis 3,2 km 19,8 km TP 80% Compartiment 5 Rotterdam-De Esch Compartiment 6 Capelle - West Nijverheidsstraat 2,4 km TP 80% ,7 km TP 80% Worstcase - WC 20% Traject 14-2 Compartiment 1 Vlaardinger Schutsluis Gewogen schade in miljoen Euro Lengte deeltraject 7,8 km Lengte normtraject Type scenario Hoog Huidig Gaten Laag TP 80% Gemaal Westland 0,7 km TP 80% Maassluis Oranjeplassen 3,4 km 16,4 km TP 80% Maassluis Schutsluis 4,5 km TP 80% Worstcase - WC 20% Traject 14-3 Gewogen schade in miljoen Euro Lengte deeltraject Lengte normtraject Type scenario Hoog Huidig Gaten Laag Hoek van Holland 4,2 km TP 60% ,2 km Worstcase - WC 40% Gewogen schade in miljoen Euro HKV lijn in water PR

88 Traject 14-4: s Gravenzande Lengte deeltraject Lengte normtraject Type scenario Hoog Huidig Gaten Laag s Gravenzande 16,1 km TP 60% ,1 km Worstcase - WC 40% Traject 14-4: Ter Heijde Gewogen schade in miljoen Euro Lengte deeltraject Lengte normtraject Type scenario Hoog Huidig Gaten Laag Ter Heijde 16,1 km TP 60% ,1 km Worstcase - WC 40% Traject 14-4: Kijkduin Gewogen schade in miljoen Euro Lengte deeltraject Lengte normtraject Type scenario Hoog Huidig Gaten Laag Kijkduin 16,1 km TP 60% ,1 km Worstcase - WC 40% Gewogen schade in miljoen Euro PR HKV lijn in water

89 Bijlage C: Kosten per inrichtingsvariant C.1 Kosten voor dijkversterking Voor het bepalen van de investeringskosten voor het versterken de Maasdijk heeft Tauw een kostenmodel ontwikkeld [Tauw, 2014]. De investeringskosten voor de eventueel benodigde dijkophoging van compartimenteringskeringen 1 tot en met 6 zijn bepaald op basis van de kostenkentallen uit de studie nut en noodzaak compartimenteringskeringen dijkringen 17, 20, 21, 22 en 25 ([Tauw, 2014] en [Vermeulen, 2014]). De investeringskosten zijn voornamelijk afhankelijk van de volgende facetten: Versterkingsopgave De versterkingsopgave is als volgt gedefinieerd: De versterkingsopgave = inundatieniveau + waakhoogte huidige kruinhoogte Op basis van de Leidraad toetsen op veiligheid regionale keringen (STOWA,2007) wordt een waakhoogte van minimaal 0,5 m en maximaal 1,0 m gehanteerd. In deze studie zijn de kosten berekend voor beide waakhoogtes om de bandbreedte aan te geven. Het inundatieniveau dat wordt gebruikt is de maximale waterstand bij het scenario toetspeil plus éénmaal de decimeringshoogte (TP+1D). Voor de Maasdijk is een bovengrens benadering gehanteerd in [Kolen et al.,2014] en daarom is het inundatieniveau gebruikt bij een maximale waterstand bij het worstcase scenario toetspeil plus tweemaal de decimeringshoogte (TP+2D). 8 De noodzakelijke ophoging is geclassificeerd in de volgende klassen: 0-50 cm: kostenkental bij 25 cm ophoging cm: kostenkental bij 75 cm >100 cm: kostenkental bij 125 cm ophoging Overige faalmechanismen als piping/heave, stabiliteit en bekleding worden niet expliciet meegenomen in de versterkingsopgave. De daarvoor benodigde gegevens (profielen, bodemopbouw, grondparameters) vergen een mate van detail die in een vervolgstap op deze studie kan worden beschouwd. Impliciet worden de faalmechanismen deels meegenomen doordat in het kostenmodel gerekend is met een doel taludhelling van 1:3. In de meeste situaties leidt dit tot een stabiel talud. Een nieuwe deklaag draagt bij aan voldoende erosiebestendigheid. In het kostenmodel van Tauw zijn de volgende aannames gehanteerd: Eventuele aanpassingen aan (waterkerende) kunstwerken zijn niet meegenomen in de kostenberekening (geen informatie beschikbaar over eventueel benodigde aanpassingen); Lokale specials (maatwerk, bijvoorbeeld vanwege cultuurhistorische waarden) zijn niet meegenomen in de kostenberekening; Maatregelen in grond, talud 1:3, waar bebouwing binnen 20 meter van de dijkkruin staat, is gerekend met constructieve maatregelen (scherm of damwand); Kosten voor het verleggen kabels & leidingen zitten als opslagfactor in de eenheidsprijzen. Huidige hoogte van de dijk 8 Indien de benodigde kruinhoogte wordt gebaseerd op een maximale waterstand bij TP+1D dan is de belasting van de waterstand tegen de Maasdijk lager. Zo wordt daalt de waterstand in het traject van 0-3 km aan de noordzijde met orde 30 cm en aan de zuidzijde met orde 50 cm. HKV lijn in water PR

90 De hoogte van de huidige kering ten opzichte van het omliggende maaiveld is van belang om de kosten te bepalen. De kosten van een verhoging van ΔH nemen toe naarmate de oorspronkelijke kering hoger is omdat er een kwadratische verhouding is tussen het benodigde volume en de oorspronkelijke dijkhoogte [Tauw, 2014]. Wegdek op de kruin Indien er een wegdek op de kruin van de kering ligt, brengt het ophogen van de kering extra kosten met zich mee voor het verwijderen en opnieuw aanleggen van het wegdek. Het kostenkental is 159 Euro/m x breedte van de weg. Voor de in deze studie beschouwde compartimenteringskeringen geldt dat er in alle gevallen een weg ligt op de kering. De gemiddelde wegbreedte is op 10 m aangenomen. Hiermee komen de extra kosten op 1,6 miljoen Euro/km Beschikbare ruimte voor oplossingen De omliggende bebouwing bepaalt de complexiteit van de ingreep wat zijn weerslag heeft op de kosten van de dijkophoging. De dijktrajecten zijn onderverdeeld in drie klassen: krap bebouwd, ruim bebouwd en onbelast. Een kering is krap bebouwd als er aan één of beide zijden bebouwing is binnen 20 m van de kruin van de dijk. De kering is ruim bebouwd als er aan een kant van de dijk bebouwing is tussen 20 en 30 m van de kruin. De kering is onbelast als de waterstand bij een overstroming van TP+1D de kering niet zal bereiken. Vanwege de weinig beschikbare ruimte wordt uitgegaan van een taludhelling van 1:2. Aankoop van grond In deze studie is geen rekening gehouden met de aankoop van grond, omdat de beschikbare ruimte in het stedelijke gebied beperkt is. Tauw heeft een gevoeligheidsanalyse gedaan voor grondprijzen tot 800 /m2. Stel dat de compartimenteringskering met 1,0 meter wordt opgehoogd, dan neemt de breedte bij talud van 1:3 met 6 meter toe. Compartimenteringskering 1 heeft een lengte van ongeveer 4 km, waarvoor dus m2 grond moet worden opgekocht. Bij een grondprijs van 800 /m2 zijn de kosten bijna 20 miljoen Euro voor het aankopen van grond. Kunstwerken e.d. De kunstwerken in deze studie betreffen binnenwatersluizen. Wij gebruiken een vaste prijs voor vervanging van deze kunstwerken van 20 miljoen Euro per sluis. Complexiteit van de uitvoering i.r.t. omgevingsfactoren De complexiteit van de uitvoering is afhankelijk van de omgevingsfactoren en versterkingsopgave. Bepalende aspecten zijn hierin de ontwerpinspanning, aanwezigheid van kabels en leidingen, benodigd omgevingsmanagement, verwachte planschade, hinder en de noodzaak voor mitigerende maatregelen. De volgende categorie-indeling wordt in de kostenmodule beschouwd: Eenvoudige uitvoering Planvorming zonder veel stakeholders, eenvoudig ontwerp en eenduidig uitvoeringstraject. Zoals onbebouwd gebied Gemiddelde uitvoering Planvorming met enkele stakeholders, enkele omgevingselementen en een gemiddeld complexe uitvoering Moeilijke uitvoering Planvorming met veel stakeholders, hoge omgevingsdruk, gebruik van constructies voor de versterkingsopgave. Zoals een kistdam door dorpscentrum 78 PR HKV lijn in water

91 De mate van complexiteit werkt door in de investering als opslagfactor voor risico s, kabels & leidingen (K&I) en procedures [Tauw, 2014]. Er is in deze studie geen vaste opslagfactor op de kosten voor een moeilijke uitvoering toegepast. Lengte versterking in km Kosten bij 0,5 m waakhoogte Kosten bij 1,0 m waakhoogte Compartiment 1 3,9 km Compartiment 2 2,4 3,0 km Compartiment 3 2,3 2,7 km Compartiment Compartiment 6 2,0 km Maasdijk 4,4-5,2 km Tabel 44 Investeringskosten in miljoen Euro bij een waakhoogte van 0,5 m (midden kolom) en 1,0 m (rechter kolom) HKV lijn in water PR

92 Compartiment 1: Vlaardinger-Schutsluis De totale kosten voor ophoging zijn 21 miljoen Euro bij een waakhoogte van 0,5 m en bijna 25 miljoen Euro bij een waakhoogte van 1,0 m (zie Tabel 45 en Tabel 46). Beschikbare ruimte oplossing De kering van compartiment 1 is onder te verdelen in drie trajecten. Voor een deel van de Maassluisserdijk en van de Westlandseweg geldt dat de bebouwing niet direct langs de kering ligt en deze keringen worden daarom aangemerkt als ruim bebouwd (oranje in Figuur 33). Het tussenliggende traject is krap bebouwd (rood in Figuur 33). Figuur 33 Beschikbare ruimte dijkversterking (links) en versterkingsopgave compartiment 1 (rechts) Versterkingsopgave Uit Figuur 33 blijkt dat bijna het hele traject moet worden opgehoogd ongeacht de gebruikte waakhoogte. De huidige kruinhoogte van het traject dat het meest moet worden opgehoogd is 3,0 3,5 m+nap. Het omliggende maaiveld ligt op -1,0 tot 0 m+nap. Totale investeringskosten bij waakhoogte van 0,5 m Kostenkental miljoen Euro/km Kosten miljoen Euro Lengte in km Krap bebouwd 0,25 m 0,6 5,7 3,1 0,75 m 1,1 6,7 7,3 1,25 m - 7,8 - Ruim bebouwd 0,25 m 1,8 1,8 3,3 0,75 m 0,4 2,6 1,1 1,25 m - 3,6 - Kosten miljoen Euro 3,9 14,8 Toeslag weg op kruin miljoen Euro 3,9 1,6 6,2 Totale kosten miljoen Euro 21,0 Tabel 45 Totale investeringskosten compartiment 1 bij waakhoogte van 0,5 m Totale investeringskosten bij waakhoogte van 1,0 m Kostenkental miljoen Euro/km Kosten miljoen Euro Lengte in km Krap bebouwd 0,25 m <0,1 5,7 0,1 0,75 m 0,6 6,7 3,7 1,25 m 1,1 7,8 8,6 Ruim bebouwd 0,25 m <0,1 1,8 0,1 0,75 m 1,8 2,6 4,7 1,25 m 0,4 3,6 1,5 Kosten miljoen Euro 3,9 18,6 Toeslag weg op kruin miljoen Euro 3,9 1,6 6,3 Totale kosten miljoen Euro 24,9 Tabel 46 Totale investeringskosten compartiment 1 bij waakhoogte van 1,0 m 80 PR HKV lijn in water

93 Compartiment 2: Schiedam-Sluis Buitenhaven De totale kosten voor ophoging zijn 16 miljoen Euro bij een waakhoogte van 0,5 m en bijna 26 miljoen Euro bij een waakhoogte van 1,0 m (zie Tabel 47 en Tabel 48). Deze kosten zijn nog exclusief de kostenpost voor het vervangen van twee sluizen van 20 miljoen Euro per sluis (aanname), dus in totaal 40 miljoen Euro additionele kosten. Beschikbare ruimte oplossing De compartimenteringskering van compartiment 2 wordt bij tp+1d langs de gehele lengte belast. De gehele kering is aangemerkt als krap bebouwd (rood in Figuur 34). Er zijn twee binnenwatersluizen die onderdeel uitmaken van de kering. Figuur 34 Beschikbare ruimte dijkversterking (links) en versterkingsopgave compartiment 2 (rechts) Versterkingsopgave Uit Figuur 34 blijkt dat bijna het hele traject moet worden opgehoogd ongeacht de gebruikte waakhoogte. De huidige hoogte van het traject dat het meest moet worden opgehoogd is 2,5-3,5 m+nap. Het omliggende maaiveld ligt op -1 tot 0 m+nap. Totale investeringskosten bij waakhoogte van 0,5 m Lengte in km Kostenkental miljoen Euro/km Kosten miljoen Euro Krap bebouwd 0,25 m 1,1 5,7 6,0 0,75 m 1,0 6,7 6,6 1,25 m 0,3 7,8 0,0 Kosten miljoen Euro 2,4 12,6 Toeslag weg op kruin miljoen Euro 2,4 1,6 3,8 Totale kosten miljoen Euro 16,4 Tabel 47 Totale investeringskosten compartiment 2 bij waakhoogte van 0,5 m Totale investeringskosten bij waakhoogte van 1,0 m Lengte in km Kostenkental miljoen Euro/km Kosten miljoen Euro Krap bebouwd 0,25 m 0,6 5,7 3,6 0,75 m 1,1 6,7 7,0 1,25 m 1,3 7,8 10,2 Kosten miljoen Euro 3,0 20,9 Toeslag weg op kruin miljoen Euro 3,0 1,6 4,8 Totale kosten miljoen Euro 25,7 Tabel 48 Totale investeringskosten compartiment 2 bij waakhoogte van 1,0 m HKV lijn in water PR

94 Compartiment 3: Rotterdam-Delfshaven De totale kosten voor ophoging zijn 17 miljoen Euro bij een waakhoogte van 0,5 m en ruim 22 miljoen Euro voor een waakhoogte van 1,0 m (zie Tabel 49 en Tabel 50). Hierbij komen nog de kosten voor het vervangen van de binnenwatersluis die worden geschat op 20 miljoen Euro. Beschikbare ruimte oplossing De compartimenteringskering van compartiment 3 wordt bij TP+1D langs de gehele lengte belast. De gehele kering is aangemerkt als krap bebouwd (rood in Figuur 35). Er is één binnenwatersluis die deel uitmaakt van de kering. Figuur 35 Beschikbare ruimte dijkversterking (links) en versterkingsopgave compartiment 3 (rechts) Versterkingsopgave Uit Figuur 35 blijkt dat bijna het hele traject moet worden opgehoogd ongeacht de gebruikte waakhoogte. De huidige hoogte van het traject dat het meest moet worden opgehoogd is 4 4,5 m+nap. Het omliggende maaiveld ligt buiten het compartiment op -1 tot 0 m+nap en binnen het compartiment op 3,5 5 m+nap. Totale investeringskosten bij waakhoogte van 0,5 m Kostenkental miljoen Euro/km Kosten miljoen Euro Lengte in km Krap bebouwd 0,25 m 2,1 5,7 12,0 0,75 m 0,2 6,7 1,4 1,25 m - 7,8 - Kosten miljoen Euro 2,3 13,3 Toeslag weg op kruin miljoen Euro 2,3 1,6 3,7 Totale kosten miljoen Euro 17,0 Tabel 49 Totale investeringskosten compartiment 3 bij waakhoogte van 0,5 m Totale investeringskosten bij waakhoogte van 1,0 m Kostenkental miljoen Euro/km Kosten miljoen Euro Lengte in km Krap bebouwd 0,25 m 0,4 5,7 2,1 0,75 m 2,1 6,7 14,1 1,25 m 0,2 7,8 1,6 Kosten miljoen Euro 2,7 17,8 Toeslag weg op kruin miljoen Euro 2,7 1,6 4,3 Totale kosten miljoen Euro 22,1 Tabel 50 Totale investeringskosten compartiment 3 bij waakhoogte van 1,0 m 82 PR HKV lijn in water

95 Compartiment 5: Rotterdam-De Esch Voor compartiment 5 is geen dijkophoging nodig, omdat de huidige kruinhoogte van de compartimenteringskeringen hoog genoeg is om een waterstand bij TP+1D te keren. Beschikbare ruimte oplossing De compartimenteringskering van compartiment 5 wordt bij TP+1D langs de gehele lengte belast. De gehele kering is aangemerkt als krap bebouwd (rood in Figuur 36). Figuur 36 Beschikbare ruimte dijkversterking (links) en versterkingsopgave compartiment 5 (rechts) Versterkingsopgave De maximale waterstand binnen compartiment 5 bij een overstroming van TP+1D is slechts 0,19 m+nap (Figuur 36). Dit compartiment is blijkbaar goed beveiligd tegen overstromingen door de primaire kering, het hooggelegen voorland en hooggelegen land binnen het compartiment. Dit betekent dat dijkophoging niet nodig is. HKV lijn in water PR

96 Compartiment 6: Capelle-West Nijverheidstraat De totale kosten voor ophoging zijn 23 miljoen Euro bij een waakhoogte van 0,5 m en bijna 26 miljoen Euro bij een waakhoogte van 1,0 m (zie Tabel 51 en Tabel 52). Beschikbare ruimte oplossing De compartimenteringskering van compartiment 6 wordt bij tp+1d niet langs de gehele lengte belast. Het westelijke deel zoals aangegeven in Figuur 37 wordt niet belast doordat er binnen het compartiment hooggelegen land voor de kering ligt, wat voorkomt dat water tegen de kering komt te staan. Het oostelijk deel wordt juist vrij zwaar belast, doordat de hoogte van de kering grotendeels bepaald door een geluidswal langs de provinciale weg (N210). Omdat ophoging van deze provinciale weg bijzonder duur is, wordt dit traject aangemerkt als krap bebouwd (rood in Figuur 37), wat leidt tot het hoogste kostenkental per km. Figuur 37 Beschikbare ruimte dijkversterking (links) en versterkingsopgave compartiment 6 (rechts) Versterkingsopgave Voor compartiment 6 geldt dat een traject van 1,95 km dient te worden verhoogd. De huidige hoogte van de kering (geluidswal) is 2,40 m+nap en het omliggende maaiveld -2 tot -1 m+nap. Voor een waakhoogte van 50 cm geldt dat de kering met 1,8 m moet worden verhoogd. Voor een waakhoogte van 100 cm is dat 2,3 m. Als kostenkental voor het opnieuw aanleggen van de weg wordt hier 20 m gehanteerd (3,2 miljoen Euro/km). Totale investeringskosten bij waakhoogte van 0,5 m Lengte in km Kostenkental miljoen Euro/km Kosten miljoen Euro Krap bebouwd 1,80 m 2,0 8,9 17,3 Kosten miljoen Euro 2,0 17,3 Toeslag weg op kruin miljoen Euro 2,0 3,2 6,2 Totale kosten miljoen Euro 23,5 Tabel 51 Totale investeringskosten compartiment 6 bij waakhoogte van 0,5 m Totale investeringskosten bij waakhoogte van 1,0 m Lengte in km Kostenkental miljoen Euro/km Kosten miljoen Euro Krap bebouwd 2,30 m 2,0 10,3 20,0 Kosten miljoen Euro 2,0 20,0 Toeslag weg op kruin miljoen Euro 2,0 3,2 6,2 Totale kosten miljoen Euro 26,2 Tabel 52 Totale investeringskosten compartiment 6 bij waakhoogte van 1,0 m 84 PR HKV lijn in water

97 Maasdijk De totale kosten voor ophoging zijn 14 miljoen Euro bij een waakhoogte van 0,5 m en bijna 18 miljoen Euro bij een waakhoogte van 1,0 m (zie Tabel 53 en Tabel 54). Beschikbare ruimte oplossing Figuur 40 (linkerdeel) geeft de beschikbare ruimte voor dijkversterking weer. Figuur 40 (rechterdeel) geeft het verloop van de maximale waterstand langs de Maasdijk weer. Hierbij is de waterstand gebaseerd op de TP+2D scenario s. Tussen km 5500 en 6000 geeft een daling van de maximale waterstand, welke veroorzaakt wordt door de aansluiting van de Papedijk op de Maasdijk. Bij een doorbraak vanuit s Gravenzande loopt het water tegen de Papedijk aan en zorgt voor de hoge waterstand in Middenwatering. Tussen km 1200 en 1400 staat er geen water tegen de Maasdijk bij de beschouwde bressen. Indien de hoogte wordt gebaseerd op TP+1D dan is de belasting van de waterstand tegen de Maasdijk lager. Zo wordt daalt de waterstand in het traject van 0 3 km aan de noordzijde met orde 30 cm en aan de zuidzijde met orde 50 cm. Gezien de onzekerheid in de overstromingsmodellering en ook de benodigde waakhoogte voor golven zijn we daarom uitgegaan van de TP+2D scenario s. Figuur 38 Beschikbare ruimte dijkversterking (links) en versterkingsopgave Maasdijk (rechts) HKV lijn in water PR

98 Figuur 39 Maximale waterstanden aan langs de Maasdijk op basis van overstromingsberekeningen bij een volledig kerende Maasdijk. Het hoogtetekort is zichtbaar als de blauwe lijn hoger is dan de rode lijn. Versterkingsopgave Voor de Maasdijk geldt dat een traject van 4,4 km dient te worden verhoogd bij een waakhoogte van 0,5 meter en 5,2 km bij een waakhoogte van 1,0 meter. Bij een waakhoogte van 1,0 meter moet ongeveer 1,5 km minder dan 0,5 meter worden opgehoogd, een traject van 2 km moet ongeveer 0,75 meter worden opgehoogd en ongeveer 2 km moet 1 1,25 meter worden opgehoogd. Totale investeringskosten bij waakhoogte van 0,5 m Kostenkental miljoen Euro/km Kosten miljoen Euro Lengte in km Onbebouwd 1,5 1,8 2,7 Eenzijdig krap 0,1 5,0 0,5 tweezijdig krap 0-0,2 Eenzijdig ruim 2,3 3,3 7,6 tweezijdig ruim 0,4 7,8 3,1 Totale kosten miljoen Euro 4,4 14,1 Tabel 53 Totale investeringskosten Maasdijk bij waakhoogte van 0,5 m Totale investeringskosten bij waakhoogte van 1,0 m Kostenkental miljoen Euro/km Kosten miljoen Euro Lengte in km Onbebouwd 1,9 2,1 4,1 Eenzijdig krap 0,1 5,0 0,6 tweezijdig krap 0,2 3,5 0,7 Eenzijdig ruim 2,5 3,4 8,6 tweezijdig ruim 0,5 8,4 4,2 Totale kosten miljoen Euro 5,2 18,1 Tabel 54 Kanttekening Totale investeringskosten Maasdijk bij waakhoogte van 1,0 m Uit de analyse blijkt dat ten oosten van de Papedijk geen versterking is benodigd (omdat aangenomen is dat huidige keringen zoals de Papedijk standzeker worden verondersteld). De Maasdijk ligt krap in de bebouwing waardoor relatief weinig ruimte is om maatregelen te treffen. De eenheidsprijs voor een versterking bij onbebouwde grond is gemiddeld 2,1 miljoen Euro per km. 9 Voor de Maasdijk is te beargumenteren dat versterking in onbebouwd gebied gemiddeld 3,5 tot 5,0 miljoen Euro kost, omdat het kostenmodel een deel van de onbebouwde grond als landbouwgrond beschouwd en mogelijk de verwervingskosten onderschat. Gelijk aan de kosten voor eenzijdig ruim of krap bebouwd. Dit omdat er niet alleen sprake is van landbouwgrond 9 86 PR HKV lijn in water

99 maar ook van beknelling door verderop gelegen kassen en het boezemstelsel. De totale investeringskosten zouden daarmee in de orde van 5 miljoen hoger uitkomen. Uitgegaan is van een talud van 1:3 na ophogen. Een flauwer talud draagt bij aan hogere investeringskosten als gevolg van ruimte beslag en materiaal. Uit analyse blijkt dat de investeringskosten evenredig met de verhouding van het talud toe of afnemen; van 1:3 naar 1:4 betekent een toename tot circa 4/3 van de kosten. C.2 Kosten voor beheer en onderhoud (B&O) De kosten voor het beheer- en onderhoud zijn door het hoogheemraadschap Delfland en hoogheemraadschap Schieland en Krimpenerwaard aangeleverd en zijn gebaseerd op ervaringscijfers. Groene dijken De kosten voor het beheer en onderhoud van de groene dijken bestaan uit het dagelijks onderhoud, onderhouden en testen van de coupures in de dijk, jaarlijkse inspectie kosten en aanbrengen van beschoeiing. De jaarlijkse kosten voor B&O zijn 5 keuro per jaar per km. De contante waarde over een oneindige tijdshorizon is 90 keuro per km, waarbij is uitgegaan van een discontovoet van 5,5 procent. Deze kosten zijn gebaseerd op het B&O van de Maasdijk en vertaald naar een kostenkental per strekkende km (B&O-kosten Maasdijk 78 keuro per jaar over een lengte van 14,8 km [Vermeulen et al.,2014]). Dit is exclusief de kostenpost voor een toetsing, benodigd grondonderzoek en eventueel benodigde versterkingen. Stedelijke dijken De kosten voor het beheer en onderhoud van de stedelijke dijken zijn nihil (bron HHSK). De kosten bestaan voornamelijk uit het beheer en onderhoud van de infrastructuur en deze kosten zijn voor de rekening van de gemeente. Er worden daarom in deze studie geen kosten voor B&O voor stedelijke keringen meegenomen. Classificatie type kering Voor compartiment 1 geldt dat 2,2 km van totaal 4,0 km classificeren als groene dijk. Dit is het ruim bebouwde traject in Figuur 33. De contante waarde van de B&O-kosten zijn 0,2 miljoen Euro. De overige trajecten zijn stedelijke dijken waarvoor geen B&O-kosten worden meegenomen. C.3 Kosten voor afgraven De kosten voor de variant laag zijn de kosten voor het afgraven van de kering. De kosten voor het afgraven van een groene dijk bestaan hoofdzakelijk uit gelijk aan het grondverzet (in m 3 ) vermenigvuldigt met de grondprijs. Voor het verwijderen van bebouwde dijken in stedelijk gebied zijn er daarnaast kosten voor het verwijderen van de bebouwing en infrastructuur op de compartimenteringskering. In de studie nut en noodzaak compartimenteringskeringen dijkringen 17, 20, 21, 22 en 25 ([Tauw, 2014] en [Vermeulen et al., 2014]) heeft Tauw kentallen voor het wegnemen van de waterkerende functie van een bebouwde kering hoger dan 2 m bepaald. Dit komt neer op een kostenpost van ongeveer 2 miljoen Euro per km, gebaseerd op één inlaatwerk per 200 meter kering. Het belaste traject van compartiment 1, 2, 3 en 6 is voor elk compartiment ongeveer 4 km lang. Dus voor elk compartiment kost dit 8 miljoen Euro. HKV lijn in water PR

100

101 Bijlage D: Gevoeligheidsanalyse bres sluizen voor zichtjaar 2015 Bresgroeimethode Automatisch Maximale bresbreedte (10m) Tabel 55 Breslocatie Hoog Huidig Gaten Laag 1/ pj 1/ pj 1/ pj 1/ pj 1/ pj 1/ pj 1/ pj 1/ pj 1/ pj 1/ pj 1/ pj 1/ pj Vlaardinger- Schutsluis schade (mln ) slachtoffers getroffenen Vlaardinger schutsluis schade (mln ) slachtoffers getroffenen Overzicht schade, slachtoffers en getroffenen in 2015 voor compartiment 1 bij automatische bresgroei (boven) en maximale bresbreedte van 10 m (onder) HKV lijn in water PR

102

103 Bijlage E: Klassenindeling normhoogte DPV 2.2. In hoofdstuk 4 zijn eisen aan de overstromingskans van de primaire kering bepaald vanuit basisveiligheid en economische doelmatigheid (uitdrukt in MKBA-eis). Hierbij is de eis aan de overstromingskans vertaald naar een normhoogte per traject, conform de DPV 2.2. systematiek. De hoogste eis aan het beschermingsniveau is de maatgevend gesteld voor het normtraject. De klassenindeling die voor de normhoogte is gehanteerd is de indeling (zie Tabel 56), waarbij de overgang naar de volgende normklasse overeen komt met een halve decimeringshoogte. Normklasse per jaar Ondergrens norm per jaar Bovengrens norm per jaar 1/ /550 1/ /550 1/ / / / / / / / / / / / / Tabel 56 Klassenindeling normhoogte DPV [DPV,2014] HKV lijn in water PR

104

105 Bijlage F: Afkortingen- en begrippenlijst AHN Actueel Hoogtebestand Nederland DPV DeltaProgramma Veiligheid HR2006 Hydraulische Randvoorwaarden 2006 IRV Inrichtingsvariant KOSWAT Kostenraming Waterkeringen LGN Landelijk Grondgebruiksbestand Nederland LIR Lokaal Individueel Risico MKBA Maatschappelijke Kosten-Baten Analyse VNK Veiligheid Nederland in Kaart WV21 (studie) Waterveiligheid in de 21 e eeuw HKV lijn in water PR

106

107 Bijlage G: Parameters bresgroei Verheij-vd Knaap Factor 1 Factor 2 Ce Uc Initial breach width Lowest crest level (zmin) Time breach reaches zmin Vlaardinger-Schutsluis -2,3 Schiedam-Sluis Buitenhaven -2,4 Rotterdam-Delfshaven -3,6 Rotterdam-De Esch +2,8 Capelle-West Nijverheidstraat -1,52 Ter Heijde 1,3 0,04 1 0,2 10 0,6 10 min 's-gravenzande 1,0 Hoek van Holland 2,0 Gemaal Westland -2,0 Maassluis Oranjeplassen 0,3 Maassluis schutsluis 2,0 Tabel 57 Parameters voor de bresgroei (formule Verheij-vdKnaap, 2002) HKV lijn in water PR

108

109 Bijlage H: Invloed compartimenterende functie polderkade Oranjepolder In dit hoofdstuk wordt de compartimenterende werking van de polderkade beschreven. Voor deze polderkade is geconstateerd dat deze enkel (significant) effect heeft bij doorbraken bij Maassluis Oranjeplassen (Kolen et al, 2013). Daarom zijn voor de breslocatie Maassluis Oranjeplassen aanvullende overstromingssimulaties met verhoogde polderkade uitgevoerd. De resultaten van de huidige situatie van de (standzeker veronderstelde) Polderkade zijn vergeleken met de situatie waarin de Polderkade niet overstroomt (dus voldoende hoog en sterk). De resultaten zijn weergegeven in TP Huidige situatie polderkade Maassluis Oranjeplassen Situatie polderkade voldoende hoog TP+1D HKV lijn in water PR

110 TP+2D Tabel 58 Maximale waterdiepte overstroming Maassluis Oranjeplassen voor IRV huidig (linkss) en de situatie dat de polderkaden voldoende hoog zijn (rechts) De Oranjedijk loopt vanaf de Spuidijk over in de Pettendijk, waarbij deze in hoogte afneemt, zie Figuur 40 tussen de stippellijnen. De kruinhoogte gaat van ongeveer 3 m+nap naar 0,5 m+nap. In de overstromingsberekening is het hoogtemodel is de polderkade hier verhoogd tot het Nieuw Oranjekanaal, maar dan is er geen aansluiting op een hoger gelegen element. Figuur 40 De polderkade heeft een verlaagd deel en mist een aansluiting op een hooggelegen element om de compartimenterende functie te vervullen (Bron: Geodan, 2014). De overstromingsresultaten laten zien dat de Polderkade alleen bij toetspeil overstromingen aan de noordzijde van de Polderkade voorkomt. Het water verspreidt zich via de watergangen (Nieuw Oranjekanaal), waarbij de verhoogd aangelegde Polderkade bij Tp+1D en Tp+2D nauwelijks nog effect heeft. De Polderkade heeft wel een vertragend effect op de overstroming, maar het water loopt om de kade heen. De overstroming achter de Polderkade is daardoor minder. Dit effect is bij toetspeil minder dan bij de extremere belastingen. Dit wordt veroorzaakt doordat de Polderkade niet aansluit op een hoog lijnelement, zie ter illustratie Figuur 40, weergegeven met een ster. De polderkade heeft een effect op de overstroming vanwege de aanwezigheid al is de polderkade hier niet op ontworpen. Indien de polderkade komt te vervallen (en dus niet meer kerend is omdat deze niet meer aanwezig is) dan kan, uitsluitend bij een doorbraak bij ringdeel Maassluis Oranjeplassen, de schade aanzienlijk toenemen (zie Tabel 43). 98 PR HKV lijn in water

Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen

Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen Opdrachtgever: Ministerie van Verkeer en Waterstaat Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen Achtergrondrapport Vollenhove-Noordoostpolder (dijkring 7) en Vollenhove-Friesland/Groningen (dijkring

Nadere informatie

Hydraulische randvoorwaarden categorie c-keringen Achtergrondrapport Wieringermeerdijk (dijkring 13)

Hydraulische randvoorwaarden categorie c-keringen Achtergrondrapport Wieringermeerdijk (dijkring 13) Opdrachtgever: Ministerie van Verkeer en Waterstaat Hydraulische randvoorwaarden categorie c-keringen Achtergrondrapport Wieringermeerdijk (dijkring 13) Auteur: Nadine Slootjes PR1322 november 2008 november

Nadere informatie

1.1 Overstromingsscenario s

1.1 Overstromingsscenario s Afgedrukt: 28 november 2016 memorandum Project : Kaartbeelden overstromingsrisico s t.b.v. vitale en kwetsbare infrastructuur Datum : 28 juni 2016 Onderwerp : Duiding scenario s en toelichting op toelichting

Nadere informatie

Oplegnotitie bij rapport Compartimenteringsstudie Maasdijk & Zuidrand dijkring 14, Impactanalyse DPVnormering

Oplegnotitie bij rapport Compartimenteringsstudie Maasdijk & Zuidrand dijkring 14, Impactanalyse DPVnormering Compartimenteringskering 2: Schiedam-centrum Oplegnotitie bij rapport Compartimenteringsstudie Maasdijk & Zuidrand dijkring 14, Impactanalyse DPVnormering & STOWA richtlijn Deze notitie beschrijft kort

Nadere informatie

2013? Provinciale Staten van Noord-Holland: Besluiten: Uitgegeven op 4 juni Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

2013? Provinciale Staten van Noord-Holland: Besluiten: Uitgegeven op 4 juni Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland; 2013? Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 8 april 2013 tot wijziging van de Waterverordening Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Provinciale Staten van Noord-Holland: Gelezen het

Nadere informatie

2.2.1 Noordelijke kust

2.2.1 Noordelijke kust In opdracht van Rijkswaterstaat RIZA is onderzoek gedaan naar de ergst denkbare overstroming voor verschillende regio s. Dit onderzoek is uitgevoerd door adviesbureau HKV in juli en augustus 2007. Hierbij

Nadere informatie

Onderwerp: Veiligheid Nederland in Kaart Nummer: Dit onderwerp wordt geagendeerd ter kennisneming (n.a.v.) besluitvorming college)

Onderwerp: Veiligheid Nederland in Kaart Nummer: Dit onderwerp wordt geagendeerd ter kennisneming (n.a.v.) besluitvorming college) COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HOOGHEEMRADEN COMMISSIE BMZ ALGEMEEN BESTUUR Onderwerp: Veiligheid Nederland in Kaart Nummer: 701704 In D&H: 20-08-2013 Steller: ir. P.G. Neijenhuis In Cie: BMZ (ter kennisneming)

Nadere informatie

Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen

Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen Opdrachtgever: Ministerie van Verkeer en Waterstaat Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen Achtergrondrapport Gekanaliseerde Hollandsche IJssel (dijkring 14) Auteurs: Nadine Slootjes Tessa

Nadere informatie

Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen

Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen Opdrachtgever: Ministerie van Verkeer en Waterstaat Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen Achtergrondrapport Diefdijklinie (dijkring 16) Auteurs: Nadine Slootjes Bob Maaskant Andries Nederpel

Nadere informatie

Opdrachtgever: Rijkswaterstaat. Gevolgberekening falen Blankenburgtunnel

Opdrachtgever: Rijkswaterstaat. Gevolgberekening falen Blankenburgtunnel Opdrachtgever: Rijkswaterstaat Gevolgberekening falen Blankenburgtunnel PR3025.10 maart 2015 Opdrachtgever: Rijkswaterstaat Gevolgberekening falen Blankenburgtunnel Auteurs C. Vermeulen S. Mühle PR3025.10

Nadere informatie

Hydraulische randvoorwaarden categorie c-keringen

Hydraulische randvoorwaarden categorie c-keringen Opdrachtgever: Ministerie van Verkeer en Waterstaat Hydraulische randvoorwaarden categorie c-keringen Achtergrondrapport Hollandsche IJssel (dijkring 14 en 15) Auteurs: Bastiaan Kuijper Nadine Slootjes

Nadere informatie

Onderwerp: wijziging Waterverordening Hoogheemraadschap

Onderwerp: wijziging Waterverordening Hoogheemraadschap Haarlem, 26 maart 2013 2013 18 Onderwerp: wijziging Waterverordening Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Bijlagen: Ontwerpbesluit 1 Inleiding Op grond van artikel 2.4 van de Waterwet moeten bij

Nadere informatie

Achtergronden bij de nieuwe normen

Achtergronden bij de nieuwe normen Achtergronden bij de nieuwe normen Nadine Slootjes Deltares Opzet De risicobenadering Van dijkring naar dijktraject Basisbeschermingsniveau Economische doelmatigheid investeringen Beheersing van het groepsrisico

Nadere informatie

Handreiking Meerlaagsveiligheid

Handreiking Meerlaagsveiligheid Handreiking Meerlaagsveiligheid Methode Nader Verklaard Auteurs: Marit Zethof Bob Maaskant Karin Stone Bas Kolen Ruud Hoogendoorn December 2012 Meerlaagsveiligheid Methode nader verklaard Inhoud 1 Inleiding...

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Wijziging van de Verordening ruimte 2014, provincie Noord-Holland

PROVINCIAAL BLAD. Wijziging van de Verordening ruimte 2014, provincie Noord-Holland PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Noord-Holland Nr. 9365 18 december 2018 Wijziging van de Verordening ruimte 2014, provincie Noord-Holland Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, maken

Nadere informatie

Veiligheid Nederland in Kaart Inschatting van het aantal slachtoffers ten gevolge van overstroming

Veiligheid Nederland in Kaart Inschatting van het aantal slachtoffers ten gevolge van overstroming Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat Veiligheid Nederland in Kaart Inschatting van het aantal slachtoffers ten gevolge van overstroming Dijkringen 7, 14 en 36 Januari 2006 Ministerie van

Nadere informatie

Aanpassing slachtofferfunctie buitendijkse gebieden

Aanpassing slachtofferfunctie buitendijkse gebieden www.rijkswaterstaat.nl Contactpersoon Durk Riedstra adviseur overstromingsrisico's RWSWVL afd. Hoogwaterveiligheid Bijlage(n) Aanpassing slachtofferfunctie buitendijkse gebieden In de nieuw ter beschikking

Nadere informatie

Van Neerslag tot Schade

Van Neerslag tot Schade Van Neerslag tot Schade Opdrachtgevers: STOWA Stichting Leven met Water Provincie Zuid Holland Waterschap Zuiderzeeland Verbond van Verzekeraars Uitvoerenden: HKV, KNMI en UT Doelstelling Het onderzoeken

Nadere informatie

Casestudies voor overstromingsschade in dijkringgebieden 30, 31 en 32

Casestudies voor overstromingsschade in dijkringgebieden 30, 31 en 32 Opdrachtgever: ProSes Casestudies voor overstromingsschade in dijkringgebieden 30, 31 en 32 Auteurs: H.J. Barneveld C.A.H. Wouters J. Udo PR772 april 2004 april 2004 Casestudies overstromingsschade Zeeland

Nadere informatie

Overstromingsrisico van dijkringgebieden 14, 15 en 44

Overstromingsrisico van dijkringgebieden 14, 15 en 44 Overstromingsrisico van dijkringgebieden 14, 15 en 44 November 2012 Veiligheid Nederland in Kaart 2 Overstromingsrisico van dijkringgebieden 14, 15 en 44 Documenttitel Veiligheid Nederland in Kaart 2 Overstromingsrisico

Nadere informatie

Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen

Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen Opdrachtgever: Ministerie van Verkeer en Waterstaat Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen Achtergrondrapport keringen langs het Amsterdam Rijnkanaal en Noordzeekanaal (dijkring 13, 14

Nadere informatie

Grebbedijk - Deltadijk? Studie naar de betekenis van actualisering van de beschermingsniveaus van de Grebbedijk

Grebbedijk - Deltadijk? Studie naar de betekenis van actualisering van de beschermingsniveaus van de Grebbedijk Grebbedijk - Deltadijk? Studie naar de betekenis van actualisering van de beschermingsniveaus van de Grebbedijk Rapport Waterschap Vallei en Veluwe Januari 2014 (geactualiseerde versie) Definitief v3.1

Nadere informatie

Veiligheid Nederland in Kaart 2

Veiligheid Nederland in Kaart 2 Overstromingsrisico Dijkring 1, 2, 3 en 4 Schiermonnikoog, Ameland, Terschelling en Vlieland Oktober 2014 Veiligheid Nederland in Kaart 2 Overstromingsrisico dijkringgebieden 1, Schiermonnikoog 2, Ameland

Nadere informatie

Dijkversterking Wolferen Sprok. Veiligheidsopgave 29 augustus 2017

Dijkversterking Wolferen Sprok. Veiligheidsopgave 29 augustus 2017 Dijkversterking Wolferen Sprok Veiligheidsopgave 29 augustus 2017 Welkom! 19:00 19:10: Welkom WSRL 19:10 20:10: Interactief gastcollege veiligheidsopgave door Matthijs Kok (TU Delft) 20:10 20:25: Toelichting

Nadere informatie

Rivierverruiming in een nieuw perspectief

Rivierverruiming in een nieuw perspectief Rivierverruiming in een nieuw Waterveiligheid in Nederland Nederland al honderden jaren door dijken beschermd Waterveiligheid geregeld in de wet: voldoet dijk aan vastgestelde norm In jaren negentig een

Nadere informatie

Achtergronden bij de normering van de primaire waterkeringen in Nederland. Hoofdrapport

Achtergronden bij de normering van de primaire waterkeringen in Nederland. Hoofdrapport Achtergronden bij de normering van de primaire waterkeringen in Nederland Hoofdrapport Ministerie van Infrastructuur en Milieu 28 juni 2016 Colofon Uitgegeven door Telefoon +31 70-456 00 00 Auteurs Met

Nadere informatie

Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen Opdrachtgever: Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Deelprogramma Nieuwbouw en Herstructurering in samenwerking met Deelprogramma Veiligheid en STOWA Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren

Nadere informatie

Richtlijn Normering Compartimenteringskeringen. Richtlijn Normering. Compartimenteringskeringen

Richtlijn Normering Compartimenteringskeringen. Richtlijn Normering. Compartimenteringskeringen Richtlijn Normering Compartimenteringskeringen Richtlijn Normering Compartimenteringskeringen Opdrachtgever: STOWA RICHTLIJN NORMERING COMPARTIMENTERINGSKERINGEN Auteurs: Chris Geerse Jan Stijnen Bas Kolen

Nadere informatie

Compartimentering of robuuste primaire kering. Verkennend onderzoek naar beperking overstromingsrisico in Gelderse Vallei (dijkring 45)

Compartimentering of robuuste primaire kering. Verkennend onderzoek naar beperking overstromingsrisico in Gelderse Vallei (dijkring 45) Compartimentering of robuuste primaire kering Verkennend onderzoek naar beperking overstromingsrisico in Gelderse Vallei (dijkring 45) Opdrachtgever: Provincie Utrecht Compartimentering of robuuste primaire

Nadere informatie

Van neerslag tot schade Deelrapport 2: Samenhang normen overstromingen en wateroverlast Flevoland

Van neerslag tot schade Deelrapport 2: Samenhang normen overstromingen en wateroverlast Flevoland Opdrachtgevers: STOWA Stichting Leven met Water Provincie Zuid Holland Waterschap Zuiderzeeland Verbond van Verzekeraars Deelrapport 2: Samenhang normen overstromingen en wateroverlast Flevoland PR1116.10

Nadere informatie

Veiligheidsaspecten van de bypass Kampen actualisering onderzoek

Veiligheidsaspecten van de bypass Kampen actualisering onderzoek Veiligheidsaspecten van de bypass Kampen actualisering onderzoek Auteurs: C.J.M. Vermeulen J.K. Leenders PR1743 juni 2009 juni 2009 Veiligheidsaspecten van de bypass Kampen Inhoud 1 Inleiding... 1 1.1

Nadere informatie

Nadere verkenning waterveiligheid Centraal Holland Waterveiligheidsproblematiek dijkring 14 in relatie tot dijkring 15 en 44

Nadere verkenning waterveiligheid Centraal Holland Waterveiligheidsproblematiek dijkring 14 in relatie tot dijkring 15 en 44 Nadere verkenning waterveiligheid Centraal Holland Waterveiligheidsproblematiek dijkring 14 in relatie tot dijkring 15 en 44 Nathalie Asselman Anneloes de Wit Deltares, 2009 Inhoud Samenvatting Inleiding

Nadere informatie

Opdrachtgever: Rijkswaterstaat RIKZ. WINN Verkenning compartimentering. Rapport. Januari 2006. WL delft hydraulics Q4112

Opdrachtgever: Rijkswaterstaat RIKZ. WINN Verkenning compartimentering. Rapport. Januari 2006. WL delft hydraulics Q4112 Opdrachtgever: Rijkswaterstaat RIKZ WINN Verkenning compartimentering Rapport Januari 2006 Q4112 WL delft hydraulics Opdrachtgever: Rijkswaterstaat RIKZ WINN Verkenning compartimentering Nathalie Asselman

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 21 november 2017, kenmerk PZH ;

Gelezen het voorstel van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 21 november 2017, kenmerk PZH ; Besluit van provinciale staten van Zuid-Holland van [datum], [kenmerk], tot wijziging van de Waterverordening Zuid-Holland en de Verordening ruimte 2014 Provinciale staten van Zuid-Holland; Gelezen het

Nadere informatie

Verkenning meerlaagsveiligheid 110

Verkenning meerlaagsveiligheid 110 110 7 Verkenning meerlaagsveiligheid 111 7.1 Inleiding Binnen de hoogwaterbescherming wordt een benadering in drie lagen toegepast (Meerlaagsveiligheid): Laag 1 Preventie (door dijken en/of ruimte voor

Nadere informatie

Geachte dames en heren,

Geachte dames en heren, Aan de leden van Provinciale Staten, aan de colleges van burgemeester en wethouders van de 25 gemeenten in de provincie Groningen, en de dagelijkse besturen van de waterschappen, met werkgebied in de provincie

Nadere informatie

Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid. 2016/17 digitaal cursus naslagwerk 2016/17 totaal

Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid. 2016/17   digitaal cursus naslagwerk 2016/17 totaal Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid 2016/17 www.opleidingen.stowa.nl digitaal cursus naslagwerk 2016/17 totaal Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid Link naar: Digitaal Cursus Naslagwerk

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op artikel 2.4 van de Waterwet en artikel 4.1 van de Wet ruimtelijke ordening;

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op artikel 2.4 van de Waterwet en artikel 4.1 van de Wet ruimtelijke ordening; PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Zuid-Holland Nr. 2582 10 april 2018 Besluit van provinciale staten van 28 maart 2018, kenmerk PZH-2017-633012360, tot wijziging van de Waterverordening

Nadere informatie

Bypass Kampen Overstromingsberekeningen

Bypass Kampen Overstromingsberekeningen Opdrachtgever: Waterschap Groot-Salland Bypass Kampen Overstromingsberekeningen Auteurs: A.M. Tonk I.B.M. Lammers PR1075.30 juni 2006 juni 2006 Overstromingsberekeningen bypass Kampen Inhoud 1 Inleiding...1-1

Nadere informatie

Overstromingsrisico Dijkring 53 Salland

Overstromingsrisico Dijkring 53 Salland Overstromingsrisico Dijkring 53 Salland December 2013 Veiligheid Nederland in Kaart 2 Overstromingsrisico dijkringgebied 53, Salland Documenttitel Veiligheid Nederland in Kaart 2 Overstromingsrisico dijkringgebied

Nadere informatie

Hoe gaat Nederland nu om met de veiligheid tegen overstromingen?

Hoe gaat Nederland nu om met de veiligheid tegen overstromingen? Hoe gaat Nederland nu om met de veiligheid tegen overstromingen? Prof. dr. ir. Matthijs Kok, Waterveiligheid Overstromingsgevoelige gebieden Protected area onder NAP: 26% boven NAP: 29% buitendijks: 3%

Nadere informatie

Plan van aanpak uitwerking gebiedsgerichte risicobenadering of MLV

Plan van aanpak uitwerking gebiedsgerichte risicobenadering of MLV memo Opdrachtgever: DPNH, DPV, STOWA Plan van aanpak uitwerking gebiedsgerichte risicobenadering of MLV Voorstel voor uitwerking in de regionale deltaprogramma s Auteurs: B. Kolen (HKV) R. Ruijtenberg

Nadere informatie

Eisen aan c-keringen van Volkerak-Zoommeer en Grevelingen bij inzet voor berging

Eisen aan c-keringen van Volkerak-Zoommeer en Grevelingen bij inzet voor berging Eisen aan c-keringen van Volkerak-Zoommeer en Grevelingen bij inzet voor berging Eisen aan c-keringen van Volkerak- Zoommeer en Grevelingen bij inzet voor berging Bepaling van eisen vanuit basisveiligheid

Nadere informatie

IN DEZE NIEUWSFLITS. De brochures maken de uitleg over de gehanteerde methode en de eerste resultaten eenvoudiger.

IN DEZE NIEUWSFLITS. De brochures maken de uitleg over de gehanteerde methode en de eerste resultaten eenvoudiger. IN DEZE NIEUWSFLITS Publicaties gaan als gebakjes Voortgang fase 1b Fase 1c goed begonnen Kansen en onzekerheden in VNK2 VNK2-beraad 20 september Systeemwerking in VNK2 Meer informatie op locatie Publicaties

Nadere informatie

Achter het water: wat te doen aan de toenemende overstromingsrisico s in deltagebieden? Frans Klijn 30 nov. 2016

Achter het water: wat te doen aan de toenemende overstromingsrisico s in deltagebieden? Frans Klijn 30 nov. 2016 Achter het water: wat te doen aan de toenemende overstromingsrisico s in deltagebieden? Frans Klijn 30 nov. 2016 7 december 2012 7 december 2012 7 december 2012 Hoe is dit zo gekomen? Zeespiegelstijging

Nadere informatie

Wat is de invloed van Bypass IJsseldelta op de Waterveiligheid?

Wat is de invloed van Bypass IJsseldelta op de Waterveiligheid? Wat is de invloed van Bypass IJsseldelta op de Waterveiligheid? antwoorden op veelgestelde vragen Matthijs Kok Cor-Jan Vermeulen 8 september 2010 HKV lijn in water 1 Inleiding Invloed van de bypass op

Nadere informatie

Versie 22 september Inleiding

Versie 22 september Inleiding Inleiding Verschil watersnood en wateroverlast Watersnood is een door een overstroming veroorzaakte ramp. Een overstroming kan plaatsvinden vanuit zee, zoals bij de watersnoodramp van 1953, maar ook vanuit

Nadere informatie

Hydraulische beoordeling nieuwe waterkering Alexander, Roermond. WAQUA-simulaties ten behoeve van Waterwetaanvraag

Hydraulische beoordeling nieuwe waterkering Alexander, Roermond. WAQUA-simulaties ten behoeve van Waterwetaanvraag nieuwe waterkering Alexander, Roermond WAQUA-simulaties ten behoeve van Waterwetaanvraag i Datum 17 maart 2014 Status Concept, versie 0.2 Project P0056.9 Naam Paraaf Datum Auteur Drs. R.C. Agtersloot 17-03-2014

Nadere informatie

Overstromingsrisico Dijkring 24 Land van Altena

Overstromingsrisico Dijkring 24 Land van Altena Overstromingsrisico Dijkring 24 Land van Altena Oktober 2014 Veiligheid Nederland in Kaart 2 Overstromingsrisico dijkring 24 Land van Altena Documenttitel Veiligheid Nederland in Kaart 2 Overstromingsrisico

Nadere informatie

Overstromingsrisico Dijkring 42 Ooij en Millingen

Overstromingsrisico Dijkring 42 Ooij en Millingen VNK2 Overstromingsrisico Dijkring 42 Ooij en Millingen December 2012 Overstromingsrisico Dijkring 42 Ooij en Millingen December 2012 Kijk voor meer informatie op www.helpdeskwater.nl of bel 0800-6592837

Nadere informatie

Nederland. in Kaart. Overstromingsrisico Dijkring 14 Zuid-Holland. VNK2 Overstromingsrisico Dijkring 14 -Zuid Holland. December 2010.

Nederland. in Kaart. Overstromingsrisico Dijkring 14 Zuid-Holland. VNK2 Overstromingsrisico Dijkring 14 -Zuid Holland. December 2010. VNK2 Overstromingsrisico Dijkring 14 -Zuid Holland December 2010 Nederland in Kaart Overstromingsrisico Dijkring 14 Zuid-Holland December 2010 Kijk voor meer informatie op www.helpdeskwater.nl of bel 0800-6592837

Nadere informatie

Verkenning Meerlaagsveiligheid Dijkring 48

Verkenning Meerlaagsveiligheid Dijkring 48 Opdrachtgever: Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Deelprogramma Nieuwbouw en Herstructurering in samenwerking met Deelprogramma Veiligheid en STOWA Verkenning Meerlaagsveiligheid Dijkring 48 Auteurs:

Nadere informatie

Welke informatie wordt bij het risico-oordeel getoond?

Welke informatie wordt bij het risico-oordeel getoond? Welke informatie wordt bij het risico-oordeel getoond? Het risico-oordeel richt zich op primaire en regionale waterkeringen. Primaire waterkeringen beschermen tegen een overstroming uit zee, de grote meren

Nadere informatie

Technisch-inhoudelijke uitwerking van eisen aan primaire keringen. Bijlagen

Technisch-inhoudelijke uitwerking van eisen aan primaire keringen. Bijlagen Technisch-inhoudelijke uitwerking van eisen aan primaire keringen Bijlagen Ministerie van Infrastructuur en Milieu 28 juni 2016 Colofon Uitgegeven door Informatie Telefoon +31 70-456 00 00 Tekstredactie

Nadere informatie

Bijlage Afspraken met dataleveranciers vd LIWO basisinformatie

Bijlage Afspraken met dataleveranciers vd LIWO basisinformatie Bijlage 1 2014 2015 2016 Afspraken met dataleveranciers vd LIWO basisinformatie Gemaakte afspraken met dataleveranciers In de onderstaande lijst staan de afspraken met leveranciers van databronnen. Soort

Nadere informatie

Overstromingsrisico Dijkring 18 Pernis

Overstromingsrisico Dijkring 18 Pernis Overstromingsrisico Dijkring 18 Pernis December 2013 Veiligheid Nederland in Kaart 2 Overstromingsrisico dijkringgebied 18, Pernis Documenttitel Veiligheid Nederland in Kaart 2 Overstromingsrisico dijkringgebied

Nadere informatie

Overstromingsrisico Dijkring 47 Arnhemse en Velpsebroek

Overstromingsrisico Dijkring 47 Arnhemse en Velpsebroek Overstromingsrisico Dijkring 47 Arnhemse en Velpsebroek Oktober 2014 Veiligheid Nederland in Kaart 2 Overstromingsrisico dijkringgebied 47, Arnhemse en Velpsebroek Documenttitel Veiligheid Nederland in

Nadere informatie

Veiligheid Nederland in Kaart 2

Veiligheid Nederland in Kaart 2 Overstromingsrisico Dijkring 16 Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden Mei 2014 Veiligheid Nederland in Kaart 2 Overstromingsrisico dijkring 16 Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden Documenttitel Veiligheid

Nadere informatie

Aan Robert Vos;Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving. Kenmerk VEB Doorkiesnummer +31(0)

Aan Robert Vos;Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving. Kenmerk VEB Doorkiesnummer +31(0) Memo Aan Robert Vos;Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving Datum Van Joost den Bieman Kenmerk Doorkiesnummer +31(0)88335 8292 Aantal pagina's 10 E-mail joost.denbieman@deltares.nl Onderwerp OI2014

Nadere informatie

Overstromingsrisico Dijkring 22 Eiland van Dordrecht

Overstromingsrisico Dijkring 22 Eiland van Dordrecht Overstromingsrisico Dijkring 22 Eiland van Dordrecht Oktober 2014 Veiligheid Nederland in Kaart 2 Overstromingsrisico dijkringgebied 22, Eiland van Dordrecht Documenttitel Veiligheid Nederland in Kaart

Nadere informatie

Overstromingsrisico Dijkring 9 Vollenhove

Overstromingsrisico Dijkring 9 Vollenhove VNK2 Overstromingsrisico Dijkring 9 Vollenhove December 2012 Overstromingsrisico Dijkring 9 Vollenhove December 2012 Kijk voor meer informatie op www.helpdeskwater.nl of bel 0800-6592837 rapportomslag

Nadere informatie

Overstromingsrisico Dijkring 28 Noord-Beveland

Overstromingsrisico Dijkring 28 Noord-Beveland Overstromingsrisico Dijkring 28 Noord-Beveland Mei 24 Veiligheid Nederland in Kaart 2 Overstromingsrisico dijkringgebied 28, Noord-Beveland Documenttitel Veiligheid Nederland in Kaart 2 Overstromingsrisico

Nadere informatie

De beheersing van overstromingsrisico s

De beheersing van overstromingsrisico s De beheersing van overstromingsrisico s Jeroen Neuvel Focus Bron: Witteveen en Bos en STOWA 2004. 1 Dijkring Bron: www.risicokaart.nl Dijkring 53 Nederland in dijkringen Bron: VNK rapport dijkring 53 2

Nadere informatie

Overstromingsrisico Dijkring 27 Tholen en St. Philipsland

Overstromingsrisico Dijkring 27 Tholen en St. Philipsland Overstromingsrisico Dijkring 27 Tholen en St. Philipsland Oktober 214 Veiligheid Nederland in Kaart 2 Overstromingsrisico dijkringgebied 27, Tholen en St. Philipsland Documenttitel Veiligheid Nederland

Nadere informatie

hydraulische, morfologische en scheepvaarteffecten dijkversterking BR636-1 BR636-1/smei/147 ir. A. Zoon

hydraulische, morfologische en scheepvaarteffecten dijkversterking BR636-1 BR636-1/smei/147 ir. A. Zoon memo Witteveen+Bos Postbus 2397 3000 CJ Rotterdam telefoon 010 244 28 00 telefax 010 244 28 88 hydraulische, morfologische en scheepvaarteffecten dijkversterking BR636-1 BR636-1/smei/147 ir. A. Zoon datum

Nadere informatie

Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid. 2016/17 digitaal cursus naslagwerk 2016/17 totaal

Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid. 2016/17   digitaal cursus naslagwerk 2016/17 totaal Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid 2016/17 www.opleidingen.stowa.nl digitaal cursus naslagwerk 2016/17 totaal Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid Link naar: Digitaal Cursus Naslagwerk

Nadere informatie

Overstromingsrisico Dijkring 48 Rijn en IJssel

Overstromingsrisico Dijkring 48 Rijn en IJssel Overstromingsrisico Dijkring 48 Rijn en IJssel Oktober 2014 Veiligheid Nederland in Kaart 2 Overstromingsrisico dijkringgebied 48, Rijn en IJssel Documenttitel Veiligheid Nederland in Kaart 2 Overstromingsrisico

Nadere informatie

Overstromingsrisico Dijkring 13 Noord-Holland

Overstromingsrisico Dijkring 13 Noord-Holland Overstromingsrisico Dijkring 13 Noord-Holland Oktober 2014 Veiligheid Nederland in Kaart 2 Overstromingsrisico dijkringgebied 13, Noord-Holland Documenttitel Veiligheid Nederland in Kaart 2 Overstromingsrisico

Nadere informatie

Gevolgenbeperking compartimentering dijkringen

Gevolgenbeperking compartimentering dijkringen Gevolgenbeperking compartimentering dijkringen Compartimentering van een dijkring is het opdelen van een grote dijkring in (een aantal) kleinere dijkringen. Het hoofddoel van compartimentering is het verkleinen

Nadere informatie

Proeve Waterveiligheid Deltaprogramma Zuidwestelijke Delta

Proeve Waterveiligheid Deltaprogramma Zuidwestelijke Delta Proeve Waterveiligheid Deltaprogramma Zuidwestelijke Delta Proeve Waterveiligheid Deltaprogramma Zuidwestelijke Delta Jarl Kind 1207492-005 Deltares, 2013, B Inhoud 1 Inleiding 1 1.1 Achtergrond 1

Nadere informatie

Gebiedspilot Centraal Holland. Eindrapport

Gebiedspilot Centraal Holland. Eindrapport Gebiedspilot Centraal Holland Eindrapport Gebiedspilot Centraal Holland Eindrapport Marnix van der Vat Rolf van Buren Peter de Grave Irene van der Zwan 1203964-000 Deltares, 2011 Inhoud Samenvatting

Nadere informatie

Samenvatting. Toetsing veiligheid. Diefdijklinie

Samenvatting. Toetsing veiligheid. Diefdijklinie Samenvatting Toetsing veiligheid Diefdijklinie 22 mei 2007 Inleiding De Diefdijklinie is een scheidingsdijk tussen de dijkringgebieden van de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden en de Betuwe en Tieler-

Nadere informatie

Overstromingsrisico Dijkring 32 Zeeuwsch Vlaanderen

Overstromingsrisico Dijkring 32 Zeeuwsch Vlaanderen VNK2 Overstromingsrisico Dijkring 32 Zeeuwsch Vlaanderen December 2012 Overstromingsrisico Dijkring 32 Zeeuwsch Vlaanderen December 2012 Kijk voor meer informatie op www.helpdeskwater.nl of bel 0800-6592837

Nadere informatie

Veiligheid Nederland in Kaart 2

Veiligheid Nederland in Kaart 2 Veiligheid Nederland in Kaart 2 Overstromingsrisico dijkring 16 Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden Documenttitel Veiligheid Nederland in Kaart 2 Overstromingsrisico dijkring 16 Alblasserwaard en de

Nadere informatie

AANVULLENDE INFORMATIE BESTUURLIJKE CONSULTATIE 1 INLEIDING MEMO

AANVULLENDE INFORMATIE BESTUURLIJKE CONSULTATIE 1 INLEIDING MEMO DATUM 17 februari 2014 VAN College van D&H AAN Verenigde Vergadering AFSCHRIFT AAN BETREFT Deltabeslissingen: bestuurlijke consultatie MEMO AANVULLENDE INFORMATIE BESTUURLIJKE CONSULTATIE 1 INLEIDING Op

Nadere informatie

Type voorbeeld Het voorbeeld betreft de beoordeling van een waterkering op Piping en heave (STPH) met de focus op het schematiseren van de ondergrond.

Type voorbeeld Het voorbeeld betreft de beoordeling van een waterkering op Piping en heave (STPH) met de focus op het schematiseren van de ondergrond. Keywords STPH, bodemschematisatie, grondeigenschappen Contactpersoon Marit Zethof Type voorbeeld Het voorbeeld betreft de beoordeling van een waterkering op Piping en heave (STPH) met de focus op het schematiseren

Nadere informatie

Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid. 2016/17 digitaal cursus naslagwerk 2016/17 totaal

Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid. 2016/17  digitaal cursus naslagwerk 2016/17 totaal Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid 2016/17 www.opleidingen.stowa.nl digitaal cursus naslagwerk 2016/17 totaal Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid Link naar: Digitaal Cursus Naslagwerk

Nadere informatie

Handelingsperspectief hoge gronden en waterveiligheid

Handelingsperspectief hoge gronden en waterveiligheid Handelingsperspectief hoge gronden en waterveiligheid Met de inwerkingtreding van de gewijzigde Waterwet zijn onduidelijkheden ontstaan met betrekking tot de hoge gronden. Met het loslaten van de dijkringgedachte

Nadere informatie

Deltadijken: locaties die voorrang verdienen vanuit het perspectief van slachtofferrisico s

Deltadijken: locaties die voorrang verdienen vanuit het perspectief van slachtofferrisico s Deltadijken: locaties die voorrang verdienen vanuit het perspectief van slachtofferrisico s Karin de Bruijn Presentatie Slachtofferrisico s s Maatregelen ter reductie van slachtofferrisico s Deltadijken

Nadere informatie

Overstromingsrisico Dijkring 15 Lopiker- en Krimpenerwaard December 2011

Overstromingsrisico Dijkring 15 Lopiker- en Krimpenerwaard December 2011 VNK2 Overstromingsrisico Dijkring 15 Lopiker- en Krimpenerwaard December 2011 Overstromingsrisico Dijkring 15 Lopiker- en Krimpenerwaard December 2011 Kijk voor meer informatie op www.helpdeskwater.nl

Nadere informatie

Leggerdocument sluiscomplex Heumen

Leggerdocument sluiscomplex Heumen 3 Leggerdocument sluiscomplex Heumen DLB 2009/8941 Datum 7 december 2009 Status Definitief Leggerdocument sluiscomplex Heumen DLB 2009/8941 Datum 7 december 2009 Status Definitief Colofon Uitgegeven door

Nadere informatie

Rapportage beoordeling traject 15_3

Rapportage beoordeling traject 15_3 Maasboulevard 123 Postbus 4059 3006 AB Rotterdam T. 010 45 37 200 Rapportage beoordeling traject 15_3 Beoordeling van de kering langs de Hollandsche Dssel in de Krimpenerwaard volgens het algemeen filter

Nadere informatie

INGEKOMENN STUK. Aan algemeen bestuur 23 april Voorstel aan ab Kennisnemen van

INGEKOMENN STUK. Aan algemeen bestuur 23 april Voorstel aan ab Kennisnemen van Aan algemeen bestuur 23 april 2014 INGEKOMENN STUK Datum 18 maart 2014 Documentnummer 594909 Projectnummer Portefeuillehouder Programma Afdeling drs. T. Klip-Martin Veiligheid Planvorming Bijlage(n) 2

Nadere informatie

Provinciale Staten. Gedeputeerde Staten van Overijssel, voorzitter, secretaris.

Provinciale Staten. Gedeputeerde Staten van Overijssel, voorzitter, secretaris. www.prv-overijssel.nl Provinciale Staten Postadres Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 425 25 25 Telefax 038 425 48 41 Uw kenmerk Uw brief Ons kenmerk Datum WB/2005/592 01 03

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 436 Wijziging van de Waterwet en enkele andere wetten (nieuwe normering primaire waterkeringen) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

I de voorzitter van Provinciale Staten

I de voorzitter van Provinciale Staten Gedeputeerde Staten / I f AFD. 5GK AMBT. 1 FD. TERMIJN s hu,, i! 3ATUM - 5 ORT. 2010 i Provincie Zeeland bericht op brief van: I LASS. I de voorzitter van Provinciale Staten uw kenmerk: ons kenmerk: 1003001

Nadere informatie

Overstromingsrisico Dijkring 15 Lopiker- en Krimpenerwaard December 2011

Overstromingsrisico Dijkring 15 Lopiker- en Krimpenerwaard December 2011 VNK2 Overstromingsrisico Dijkring 15 Lopiker- en Krimpenerwaard December 2011 Overstromingsrisico Dijkring 15 Lopiker- en Krimpenerwaard December 2011 Kijk voor meer informatie op www.helpdeskwater.nl

Nadere informatie

Overstromingsrisico Dijkring 29 Walcheren

Overstromingsrisico Dijkring 29 Walcheren Overstromingsrisico Dijkring 29 Walcheren Oktober 2014 Veiligheid Nederland in Kaart 2 Overstromingsrisico dijkringgebied 29, Walcheren Documenttitel Veiligheid Nederland in Kaart 2 Overstromingsrisico

Nadere informatie

Overstromingsrisico Dijkring 13a IJburg

Overstromingsrisico Dijkring 13a IJburg Overstromingsrisico Dijkring 13a IJburg December 2013 Veiligheid Nederland in Kaart 2 Overstromingsrisico dijkringgebied 13A, IJburg Fase 1 Documenttitel Veiligheid Nederland in Kaart 2 Overstromingsrisico

Nadere informatie

Project VNK de Veiligheid van Nederland in Kaart. Overstromingen in Nederland, kansen en gevolgen

Project VNK de Veiligheid van Nederland in Kaart. Overstromingen in Nederland, kansen en gevolgen Project VNK de Veiligheid van Nederland in Kaart Overstromingen in Nederland, kansen en gevolgen De Veiligheid van Nederland in Kaart Absolute veiligheid tegen overstromingen bestaat niet In de afgelopen

Nadere informatie

Van nieuwe normen naar nieuwe ontwerpen

Van nieuwe normen naar nieuwe ontwerpen Van nieuwe normen naar nieuwe ontwerpen Bob van Bree Wat ga ik u vertellen Wat betekent de nieuwe norm voor ontwerpen? Wat is het OI2014? Werken met het OI2014 Faalkansbegroting Van norm naar faalkanseisen

Nadere informatie

Leidraad Kunstwerken in regionale waterkeringen

Leidraad Kunstwerken in regionale waterkeringen Leidraad Kunstwerken in regionale waterkeringen Concept, 20 juli 2011 Verantwoording Titel Leidraad Kunstwerken in regionale waterkeringen Opdrachtgever STOWA Projectleider ir. B. (Bob) van Bree Auteur(s)

Nadere informatie

Eiland van Dordrecht. Data. Voorbeeldprojecten Eiland van Dordrecht. Dordrecht Concept Gebiedsrapportage Eiland van Dordrecht

Eiland van Dordrecht. Data. Voorbeeldprojecten Eiland van Dordrecht. Dordrecht Concept Gebiedsrapportage Eiland van Dordrecht Voorbeeldprojecten Eiland van Dordrecht Eiland van Dordrecht Dordrecht Concept Gebiedsrapportage Eiland van Dordrecht Data Locatie: Dordrecht Opdrachtgever: Gemeente Dordrecht in samenwerking met DPNH

Nadere informatie

Dijken versterken en rivieren verruimen

Dijken versterken en rivieren verruimen Dijken versterken en rivieren verruimen Arno de Kruif (RWS-WVL) Waterveiligheid in Nederland Nederland al honderden jaren door dijken beschermd Waterveiligheid geregeld in de wet Toetsen of dijken nog

Nadere informatie

Overstromingsrisico Dijkring 11 IJsseldelta

Overstromingsrisico Dijkring 11 IJsseldelta Overstromingsrisico Dijkring 11 IJsseldelta Oktober 2014 Veiligheid Nederland in Kaart 2 Overstromingsrisico dijkringgebied 11, IJsseldelta Documenttitel Veiligheid Nederland in Kaart 2 Overstromingsrisico

Nadere informatie

VEILIGHEID NEDERLAND IN KAART DE METHODE VAN VNK2 NADER VERKLAARD DE TECHNISCHE ACHTERGRONDEN

VEILIGHEID NEDERLAND IN KAART DE METHODE VAN VNK2 NADER VERKLAARD DE TECHNISCHE ACHTERGRONDEN VEILIGHEID NEDERLAND IN KAART DE METHODE VAN VNK2 NADER VERKLAARD DE TECHNISCHE ACHTERGRONDEN VEILIGHEID NEDERLAND IN KAART De methode van VNK2 nader verklaard De technische achtergronden COLOFON Dit is

Nadere informatie

KANSEN VOOR MLV RAPPORT VERKENNING VOOR 5 NORMTRAJECTEN WAAR DE EIS AAN DE KERING WORDT BEPAALD DOOR BASISVEILIGHEID DOOR ENKELE DOMINANTE BUURTEN

KANSEN VOOR MLV RAPPORT VERKENNING VOOR 5 NORMTRAJECTEN WAAR DE EIS AAN DE KERING WORDT BEPAALD DOOR BASISVEILIGHEID DOOR ENKELE DOMINANTE BUURTEN Fina l re port KANSEN VOOR MLV RAPPORT 2015 03 VERKENNING VOOR 5 NORMTRAJECTEN WAAR DE EIS AAN DE KERING WORDT BEPAALD DOOR BASISVEILIGHEID DOOR ENKELE DOMINANTE BUURTEN Kansen voor MLV Verkenning voor

Nadere informatie

Overstromingsrisico Dijkring 50 Zutphen December 2011

Overstromingsrisico Dijkring 50 Zutphen December 2011 VNK2 Overstromingsrisico Dijkring 50 Zutphen December 2011 Overstromingsrisico Dijkring 50 Zutphen December 2011 Kijk voor meer informatie op www.helpdeskwater.nl of bel 0800-6592837 Veiligheid Nederland

Nadere informatie

Overstromingsrisico Dijkring 45 Gelderse Vallei

Overstromingsrisico Dijkring 45 Gelderse Vallei VNK2 Overstromingsrisico Dijkring 45 Gelderse Vallei December 2012 Overstromingsrisico Dijkring 45 Gelderse Vallei December 2012 Kijk voor meer informatie op www.helpdeskwater.nl of bel 0800-6592837 rapportomslag

Nadere informatie

Overstromingsrisico Dijkring 25 Goeree Overflakkee

Overstromingsrisico Dijkring 25 Goeree Overflakkee Overstromingsrisico Dijkring 25 Goeree Overflakkee Oktober 2014 Veiligheid Nederland in Kaart 2 Overstromingsrisico dijkringgebied 25, Goeree Overflakkee Documenttitel Veiligheid Nederland in Kaart 2 Overstromingsrisico

Nadere informatie