Raadsvergadering d.d. 14 oktober Raadsnota nummer BI nderwerp: Verzelfstandiging Theater De Bussel. Vragen van fractie CDA

Transcriptie

1 Raadsvergadering d.d. 14 oktober 2014 Raadsnota nummer BI nderwerp: Verzelfstandiging Theater De Bussel Vragen van fractie CDA Naam raadslid: Anton Kamps 1. In het verzelfstandigingsplan Theater De Bussel wordt de BV- vorm tegenover de Stichtingsvorm gesteld. Is ook een combinatie van beide vormen overwogen, bijvoorbeeld door onder de nieuw te vormen nieuwe stichting een Exploitatie BV te hangen, die voor een gedeelte de ruimte krijgt om het theater te exploiteren? Ja. In een eerder stadium van het onderzoek zijn alle mogelijke exploitatievormen aan de orde geweest, zijn voor- en nadelen tegen elkaar afgewogen en met betrokkenen op de Oosterhoutse situatie gelegd. Uw raad is eind 2012 per brief geïnformeerd over het uit te voeren haalbaarheidsonderzoek en begin 2014 over de uitkomsten hiervan. Daarnaast is het zo dat een ANBI-status niet kan worden aangevraagd voor een BV, maar alleen voor een stichting met een ideële doelstelling. Een combinatievorm zou ook dubbele administratieve lasten met zich meebrengen. Voor beide juridische entiteiten dient een administratie te worden ingericht en een jaarrekening te worden opgesteld. 2. Is voor de geschatte 10 filmvoorstellingen per jaar (en een begrote opbrengst van 4000 euro per jaar) ook gekeken naar mogelijkheden om apparatuur te huren? Zo nee, waarom niet? Dit is niet overwogen. De benodigde apparatuur heeft een dusdanig grote omvang, dat huren geen financieel aantrekkelijke optie is. Het permanent aanwezig zijn van deze apparatuur verhoogt het multifunctionele karakter van de nieuwe zaal en draagt daardoor bij aan een betere verhuurbaarheid. Daarnaast biedt het de mogelijkheid om op adhoc situaties in te spelen zoals een succesprolongatie van een filmhuisfilm.

2 Raadsvergadering d.d. 14 oktober 2014 Raadsnota nummer Onderwerp: Verzelfstandigingsplan De Bussel Vragen van fractie: Naam raadslid: R.P. van der Helm 1. In de nota wordt gesproken over gratis huur van de Bussel. a) Voor welke evenementen geldt dit? Dit geldt voor de evenementen die in het verzelfstandigingsplan genoemd zijn en waarover in een eerder stadium afspraken zijn gemaakt om zonder betaling van huurpenningen gebruik te maken van de Bussel, namelijk: het sportgala, carnaval en Abrahamdag. Deze beleidslijn zal in de toekomst worden voortgezet. b) Wat is het beleid voor het gratis huren van de Bussel? Zie het antwoord op vraag 1a. 2. Hoe denkt het College op korte termijn de overheadkosten terug te brengen in het streven naar efficiëntie en effectiviteit? In principe geldt het uitgangspunt mens volgt werk. De werkzaamheden die in de oude situatie door de gemeente werden uitgevoerd, zoals bijvoorbeeld financiële administratie, zullen overgaan naar de stichting. Binnen de overheadkosten wordt op de kosten dienstverlening ICT een besparing gerealiseerd. Deze is opgenomen in de begrotingsvergelijking van het verzelfstandigingsplan. Raadsvergadering d.d. 14 oktober 2014 Raadsnota nummer: BI Onderwerp: Verzelfstandiging Theater de Bussel Vragen van fractie: D66 Naam raadslid: Geeta Nanda 1) a) Waarom zijn de frictiekosten ? De opbouw van de frictiekosten is onderbouwd in paragraaf 6.5 van het verzelfstandigingsplan. b) Deel van deze kosten gaan naar het weerstandsreserve. Sinds wanneer vult de gemeente het weerstandsreserve van een stichting?

3 Een weerstandsvermogen versterkt de liquiditeitspositie van het theater. Daarmee geeft de gemeente het theater de mogelijkheid een gezonde organisatie neer te zetten en eventuele tegenvallers in de beginfase zelf op te vangen. De omvang van het weerstandvermogen is conform de uitgangspunten van de subsidieverordening. 2) a) Waarom moet er nieuwe filmapparatuur aangeschaft worden, had niet beter bij het filmtheater kunnen blijven? De apparatuur van het Filmtheater is eigendom van het Filmtheater. In de besluitvorming rondom het filmtheater is echter besloten als voorwaarde voor de borgstelling op te nemen dat men ook in de toekomst films blijft vertonen in theater de Bussel. Het gaat dan met name om prolongatievoorstellingen, kinderfilms en schoolvoorstellingen. De verwachting is namelijk, dat hiervoor onvoldoende ruimte is in de zaal van het filmtheater. Om in theater de Bussel films te kunnen blijven draaien dient er dus geïnvesteerd te worden in filmapparatuur waarmee in de plannen rondom de verbouwing van de Bussel geen rekening is gehouden. Het gaat hierbij om de aanschaf van een digitale projector, een projectiescherm en een bijbehorende geluidsinstallatie. De aanschaf daarvan is niet alleen noodzakelijk in het kader van de filmvertoningen door het Filmtheater maar heeft ook meerwaarde voor theater de Bussel en de bibliotheek als vaste gebruikers van de nieuwe kleine zaal en zorgt tevens voor een verhoogde verhuurpotentie aan andere potentiële gebruikers. b )Waarom kost de aanschaf van filmapparatuur ? De aanschaf betreft: 1. Digitale filmprojector inclusief mediaserver, raming Oprolbaar projectiescherm, vast ingehangen Filmgeluid conform Dolby surround, geraamd Aanpassingen aan toneel (ophanging en afkadering) geraamd c) Leidt het voornemen tot het draaien van films, in bijzonder het vertonen van kinderfilm, niet tot een ongewenste concurrentie positie met het Filmtheater? Nee. Het betreft een samenwerkingsverband met het Filmtheater. 3) Pagina 7: Als de huidige medewerkers meegaan naar de nieuwe situatie wordt dus verwacht dat ambtenaren die in dienst waren bij de gemeente zich als ondernemer gaan gedragen. Voor beide functies zijn compleet andere kwaliteiten nodig, tegenstrijdige kwaliteiten zelfs, Hoe is dit in lijn met het huidige plan? In de huidige situatie is feitelijk reeds sprake van een op zich zelf staande organisatie. De medewerkers zijn arbeidsrechtelijk formeel ambtenaar, maar zij handelen vanuit cultureel ondernemerschap. De verzelfstandiging geeft het theater de mogelijkheden dit ondernemerschap verder uit te bouwen

4 4) Krijgt de Bussel de opdracht om betaalbare prijzen te hanteren voor de amateurkunst? Ja. De gemeente sluit straks met De Bussel een meerjarige overeenkomst af voor huur, exploitatie, subsidie en de culturele prestaties. Ten aanzien van de amateurkunst behoudt de gemeente invloed op de tarifering. Een voorbeeld hiervan is echter opgenomen als bijlage 2 bij het verzelfstandigingsplan. 5) Op pagina 10 onderaan staat: de gemeente bepaald welke prestaties er geleverd moeten worden voor welke prijs. Wordt hiermee totale kostprijs of ticketprijs bedoeld? De passage op pagina 10 verwijst naar de afspraken over prestaties en de subsidie die worden vastgelegd in het outputcontract. 6) In hoeverre houdt de gemeente invloed op de kosten van medewerkers? Het verzelfstandigen van theater De Bussel leidt ertoe dat de gemeente op afstand komt te staan. Zaken, zoals de personele lasten, vallen binnen de verantwoordelijkheid van het bestuur van de stichting c.q. theaterdirecteur. Raadsvergadering d.d. 14 oktober 2014 Raadsnota nummer: Onderwerp: Verzelfstandigingsplan Theater De Bussel Vragen van fractie: GROENLINKS Naam raadslid: Willem-Jan. van der Zanden VRAGEN VERZELFSTANDIGINGSPLAN 1. (pag. 4): Kunt u de vijf bijlagen (Concept sociaal plan, Outputovereenkomst/subsidiebesluit, Huurovereenkomst, Stichtingsstatuten en profiel bestuursleden) ter inzage leggen? De bijlagen bij het plan maken deel uit van het plan. Ze zijn echter helaas niet op de juiste manier in het RIS terecht gekomen. Dit is inmiddels gecorrigeerd. Het plan incl. bijlagen treft u inmiddels aan bij uw vergaderstukken. 2. (pag. 7): Op welke manier wordt gewaarborgd dat commerciële activiteiten niet ten koste gaan van de amateurkunst? Hierover worden afspraken gemaakt met het theater in het outputcontract. 3. (pag. 7): Wat is het maximale weerstandsvermogen dat de nieuwe Stichting op mag

5 bouwen? In paragraaf 6.3 van het verzelfstandigingsplan wordt hierover gemeld dat voor subsidies boven de ,- geldt dat het totale eigen vermogen op enig moment maximaal 25% van de gemiddelde exploitatie-uitgaven van de laatste 5 jaar mag bedragen, met een maximum van ,- 4. (pag. 8): Op welke manier wordt gegarandeerd dat het theater voldoende betaalbaar en beschikbaar blijft voor de inwoners van Oosterhout? In het nog vast te stellen outputcontract wordt vastgelegd dat het huidige gebruik van theater De Bussel voor inwoners van Oosterhout kan worden voortgezet. 5. (pag.10): Kunt u aangegeven op welke manier voortaan bepaald zal worden wat de financiële bijdrage van de gemeente Oosterhout aan theater de Bussel is? Op basis van de begroting wordt een Programma van Eisen vastgesteld, dat vervolgens wordt vertaald in een outputcontract. 6. (pag.10): Er staat dat de nieuwe organisatie binnen de bestaande budgetten de opgedragen taken moet uitvoeren. Betekent dit dat de gemeente de afgesproken financiële bijdrage jaarlijks betaald en dat dat het dan ook is? Onafhankelijk van het resultaat dat de Stichting in dat jaar met Theater de Bussel boekt? Resultaten worden jaarlijks geëvalueerd. Indien de evaluatie hiertoe aanleiding geeft zal bijstelling van de subsidie dan wel prestatieafspraken plaatsvinden. 7. (pag.15): Op welke termijn kan de overeenkomst met de huidige horecapartner worden aangepast? Er is op dit moment geen sprake van een contract met een huidige horecapartner, omdat De Bussel gesloten is. Ten aanzien van de voorstellingen op locatie zijn specifieke afspraken gemaakt per voorstelling en locatie. 8. (pag.16): Waarom is er geen overeenstemming gekomen met het Filmtheater om zijn permanent in het nieuwe Theater de Bussel te vestigen? Het Filmtheater wilde meer voorstellingen in De Bussel dan mogelijk was. Dit zou ten koste gaan van de ruimte voor amateurverenigingen en het toegezegde gebruik van de kleine zaal door Theek5 voor o.a. lezingen. 9. (pag.16): Zijn er op dit moment al afspraken gemaakt met het Filmtheater over het vertonen van films in het nieuwe Theater de Bussel? Zo ja, wat zijn deze afspraken? Zo nee, waarom is dit (nog) niet gebeurd? Als voorwaarde voor de borgstelling voor het Filmtheater is opgenomen dat men ook in de toekomst films blijft vertonen in theater de Bussel. Het gaat dan met name om prolongatievoorstellingen, kinderfilms en schoolvoorstellingen. De verwachting is, dat hiervoor onvoldoende ruimte is in de eigen filmzaal van het filmtheater.

6 10. (pag. 16): Zijn er op dit moment al concrete ideeën voor een eigen filmprogrammering van Theater de Bussel? Het filmtheater en de Bussel gaan samenwerken om het filmaanbod voor Oosterhout te optimaliseren. 11. (pag. 16): Waarom gaat er ook een eigen filmprogrammering in Theater de Bussel aangeboden worden? Zie het antwoord op vraag 9 en (pag. 16): Hoe gaat voorkomen worden dat de eigen filmprogrammering van Theater de Bussel gaat concurreren met het Filmtheater? Het is niet de bedoeling dat de Bussel in concurrentie treedt met het Filmtheater. De Bussel en het Filmtheater zouden elkaar juist kunnen versterken. Hierover zullen dan ook onderling afspraken worden gemaakt. 13. (pag. 16): Op welke manier wordt vastgelegd dat de drie hier genoemde evenementen gratis onderdak kunnen krijgen in de Bussel. Gaat dit ook nog voor andere evenementen gelden? Voor de genoemde evenementen geldt dat reeds afspraken zijn vastgelegd. Als dit ook op andere evenementen van toepassing zou moeten zijn, dienen hierover afspraken te worden gemaakt in het outputcontract met het theater. 14. (pag. 16): Zijn er de afgelopen jaren al ervaringen op gedaan met het commercieel verhuren van de grote zaal van de Bussel? Zo ja, wat zijn de ervaringen hiermee? De grote zaal ( en de kleine zaal) van Theater de Bussel werd(en) in het verleden ook al verhuurd aan diverse partijen ten behoeve van presentaties, congressen, workshops, evenementen en uitvoeringen van dansscholen. Er is voldoende ervaring op dit gebied; op basis van deze ervaring zijn er ook verbeteringen aangebracht die er voor zorgen dat de Bussel na de verbouwing beter verhuurbaar zal zijn. 15. (pag. 16): Is er al een onderzoek gedaan naar de potentie om Theater de Bussel commercieel te verhuren? Zo ja, kan dit onderzoek dan ter inzage gelegd worden? In algemene zin is de verhuurpotentie meegenomen in het verzelfstandigingsplan. Zie hoofdstuk De combinatie van horeca en verhuur (evenementen en arrangementen) is hierbij een belangrijke pijler. 16. (pag. 16): Op welke manier is het commercieel verhuren van de grote zaal van de Bussel toegestaan binnen de Wet Markt en Overheid? Theater de Bussel blijft immers een gemeentelijke bijdrage ontvangen. De wet Markt en Overheid richt zich op overheidsorganisaties die mogelijke

7 concurrentievervalsing met zich mee kunnen brengen door geen marktconforme prijzen te berekenen. Stichting Theater De Bussel wordt niet aangemerkt als een overheid in de zin van de Wet markt en overheid. De ANBI status brengt met zich mee dat het theater is/wordt aangemerkt als een activiteit van algemeen belang. Daarnaast is de horecavergunning een sturingsinstrument ten aanzien van aard en omvang van commerciële horeca-activiteiten en evenementen. 17. (pag. 19): Is er al definitief besloten of de nieuwe Stichting een ANBI status gaat aanvragen omdat hier ook nadelen aan verbonden zitten? Wat zijn de financiële gevolgen als dit toch niet gaat gebeuren? De stichting zal inderdaad een ANBI status aanvragen. Naar verwachting wordt deze ook toegekend, omdat het theater aan de gestelde voorwaarden voldoet. 18. (pag. 22): Gaat de gemeente er voor kiezen om bestuursleden van de stichting te benoemen via een bindende voordracht? In de (concept) stichtingsstatuten gaan we voor de eerste periode uit van een bindende voordracht. Ook na oprichting kan geborgd worden dat de gemeente invloed houdt op de benoeming van bijvoorbeeld de voorzitter zoals in de conceptstatuten staat beschreven. 19. (pag. 22): Zo nee, hoe gaat dan voorkomen worden dat stichting en gemeente uit elkaar gaan groeien en de invloed van de gemeente op de stichting steeds meer gaat verdwijnen zoals op deze pagina wordt geconstateerd? Verzelfstandiging impliceert dat de gemeente op afstand komt van theater De Bussel. De gemeente behoudt echter haar invloed via het outputcontract, de huurovereenkomst en de bepalingen in de stichtingsstatuten. Zowel gemeente als stichting heeft immers belang bij een bruisend cultureel aanbod.