De inbreng van genot

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De inbreng van genot"

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar De inbreng van genot Masterproef van de opleiding Master in het notariaat Caroline Coppens (Studentennr ) Promotor: Prof. Dr. H. De Wulf Commissaris: Dhr. S. Landuyt

2 Inhoud Hoofdstuk 1. Inleiding... 2 Hoofdstuk 2. Het inbreng-begrip... 3 I. Situering: het vennootschapscontract... 3 II. Als rechtshandeling: de inbrengverbintenis... 6 III. Als voorwerp van de rechtshandeling Wat is vatbaar voor inbreng? Inbreng van genot als voorwerp?... 9 IV. Als financieringsbron Ondernemingsrisico Inbreng als waarborg van de schuldeisers Verschil met geldlening Hoofdstuk 3. Inbreng van genot I. Inbreng in eigendom II. Inbreng in genot Betekenis Gevolgen Genot sensu stricto vs. vruchtgebruik Genot sensu stricto vs. in eigendom III. Inbreng in genot en het verbod van leeuwenbeding Situering van het verbod Verenigbaarheid met art. 28 W.Venn Winst- en verliesdeelname bij inbreng van geld Hoofdstuk 4. Conclusie Bibliografie

3 Hoofdstuk 1. Inleiding Wat is een inbreng van genot? Om dit ten volle te kunnen begrijpen wordt eerst stilgestaan bij de vraag: wat is een inbreng? Een volledig antwoord op die vraag is slechts mogelijk wanneer het inbreng-begrip wordt geplaatst binnen het grotere kader van de vennootschap als contract. De verschillende betekenissen die het inbreng-begrip kan inhouden, gaan gepaard met de verschillende mogelijke opvattingen van de inbreng van genot. (Hoofdstuk 2) Daarna worden de gevolgen van de inbreng van genot verder onderzocht. Ook die gevolgen hangen af van de concreet gehanteerde zienswijze omtrent de draagwijdte en inhoud van het begrip. (Hoofdstuk 3) 2

4 Hoofdstuk 2. Het inbreng-begrip I. Situering: het vennootschapscontract De wettelijke definitie van het Wetboek van Vennootschappen bevestigt dat de grondslag van de vennootschap de overeenkomst is. Bovendien heeft ook de vennootschap zelf, die het resultaat is van deze (oprichtings)overeenkomst, een contractueel karakter; 1 niettegenstaande de bijzondere aard van deze overeenkomst de klassieke opdelingen overstijgt. 2 De vennootschap als overeenkomst beschouwen, heeft bijgevolg een dubbele betekenis. Zowel in de betekenis van de momentane rechtshandeling waarbij de vennoten op basis van wilsovereenstemming de langdurige rechtsverhouding tussen hen tot stand brengen; als de daaruit voorkomende langdurige verhouding zelf. 3 Zodoende bestaat de vennootschap uit een geheel van contractuele verbintenissen tussen vennoten, tot stand gebracht door de oprichtingsovereenkomst. 4 Wanneer de tot stand gekomen vennootschap rechtspersoonlijkheid bezit 5, verliest de tweede betekenis van de vennootschap als (oprichters)overeenkomst weliswaar aan belang. De voortdurende verbintenissen bestaan immers enkel in relatie tussen oprichter en rechtspersoon en niet tussen oprichters onderling. 6 Het is daarbij ook mogelijk de (volkomen 7 ) rechtspersonen eerder als institutie of instelling te analyseren, gelet op de meer fundamentele rol van contractvrijheid bij vennootschappen zonder rechtspersoonlijk. 8 1 H. BRAECKMANS en R. HOUBEN, Handboek vennootschapsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2012, 6. 2 K. GEENS en M. WYCKAERT, Beginselen van het Belgisch privaatrecht, IV, Verenigingen en vennootschappen, II, Mechelen, Kluwer, 2011, K. GEENS en M. WYCKAERT, Beginselen van het Belgisch privaatrecht, IV, Verenigingen en vennootschappen, II, Mechelen, Kluwer, 2011, 86; J. RONSE, "Vennootschaps- en verbintenissenrecht" in Op de grenzen van komend recht : opstellen aangeboden aan J. H. Beekhuis, Deventer, Kluwer, 1969, J. WOUTERS en M. DENEF, Art. 1 W. Venn. in H. BRAECKMANS, K. GEENS en E. WYMEERSCH, (eds.), Comm.Venn, Mechelen, Kluwer, 2000, 2. 5 De rechtspersoon ontstaat slechts door de openbaarmaking. Aangezien de contractuele oprichtingshandeling op zich niet de rechtspersoonlijkheid tot gevolg heeft, kan worden gesteld dat de oprichtingsovereenkomst zijn constitutief karakter verliest; Zie K. GEENS en M. WYCKAERT, Beginselen van het Belgisch privaatrecht, IV, Verenigingen en vennootschappen, II, Mechelen, Kluwer, 2011, K. GEENS en M. WYCKAERT, Beginselen van het Belgisch privaatrecht, IV, Verenigingen en vennootschappen, II, Mechelen, Kluwer, 2011, Bij onvolkomen rechtspersonen zouden de onderlinge contractuele verhoudingen tussen de leden de oprichting overleven; zie K. GEENS en M. WYCKAERT, Beginselen van het Belgisch privaatrecht, IV, Verenigingen en vennootschappen, II, Mechelen, Kluwer, 2011, H. BRAECKMANS en R. HOUBEN, Handboek vennootschapsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2012, 7; Zie K. GEENS en M. WYCKAERT, Beginselen van het Belgisch privaatrecht, IV, Verenigingen en vennootschappen, II, Mechelen, Kluwer, 2011, en de verwijzingen aldaar; Contra: D. VAN GERVEN, Beginselen van het Belgisch privaatrecht, IV, Rechtspersonen, I, Mechelen, Kluwer, 2007, J. RONSE, Algemeen deel van 3

5 De contractuele opvatting omtrent de vennootschap heeft tot gevolg dat zij aan de gemeenschappelijke geldigheidsvoorwaarden van het algemeen contractenrecht dient te voldoen. 9 Dit met inachtneming van het beginsel dat de bijzondere wet voorrang heeft op de algemene. De regels van algemeen contractenrecht gelden in deze context dus zolang zij niet terzijde worden gesteld door de regels van vennootschaps- en rechtspersonenrecht. 10 Uit de wettelijke definitie, zoals vervat in art. 1 W.Venn., blijkt dat de vennootschap, naast de algemene, tevens gekenmerkt wordt door 4 specifieke constitutieve bestanddelen: (1) pluraliteit van partijen, (2) iets in gemeenschap brengen, nl. de inbreng, (3) met als doel één of meer nauwkeurig omschreven activiteiten uit te oefenen en dit (4) met winstoogmerk. Deze hoofdbestanddelen kunnen worden aangevuld met de vereiste dat de vennootschap in gemeenschappelijk belang van de partijen wordt aangegaan (art. 19 W.Venn.), alsmede het verbod van leeuwenbeding (art.32 W.Venn.). 11 De inbreng is dus duidelijk een constitutief bestanddeel van het vennootschapscontract. 12 Zonder inbreng kan een vennootschap niet rechtsgeldig tot stand komen. 13 De toezegging van inbreng is dan ook een noodzakelijk vereiste voor de oorspronkelijke verkrijging van de hoedanigheid van vennoot. 14 Wie wil deelnemen aan de vennootschap zal dus noodzakelijkerwijze, naast de geldige en bekwame toestemming tot deelnemen, ook deze ondersteunende rechtshandeling, nl. de inbrengverbintenis, moeten aangaan. 15 Nu de wilsovereenstemming volstaat om de vennootschap als consensueel contract tot stand te brengen, is het de toezegging die de essentie van het vennootschapscontract uitmaakt en het venootschapsrecht, Leuven, Acco, 1975, 80 82;.J. RONSE, "Vennootschaps- en verbintenissenrecht" in Op de grenzen van komend recht : opstellen aangeboden aan J. H. Beekhuis, Deventer, Kluwer, 1969, 203 ev. 9 J. WOUTERS en M. DENEF, Art. 1 W. Venn. in H. BRAECKMANS, K. GEENS en E. WYMEERSCH, (eds.), Comm.Venn, Mechelen, Kluwer, 2000, K. GEENS en M. WYCKAERT, Beginselen van het Belgisch privaatrecht, IV, Verenigingen en vennootschappen, II, Mechelen, Kluwer, 2011, 87; J. RONSE, "Vennootschaps- en verbintenissenrecht" in Op de grenzen van komend recht : opstellen aangeboden aan J. H. Beekhuis, Deventer, Kluwer, 1969, Deze bestanddelen worden in bepaalde rechtsleer anders ingevuld en eventueel aangevuld met de intentionele voorwaarde van affectio societatis ; zie o.a. H. BRAECKMANS en R. HOUBEN, Handboek vennootschapsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2012, 4 6; J. WOUTERS en M. DENEF, Art. 1 W. Venn. in H. BRAECKMANS, K. GEENS en E. WYMEERSCH, (eds.), Comm.Venn, Mechelen, Kluwer, 2000, 2-15 en de verwijzingen aldaar. 12 De nietigheid van de inbrengverbintenis heeft nochtans niet noodzakelijk de nietigheid van de vennootschap tot gevolg, Zie K. GEENS, De nietigheid bij de oprichting van een vennootschap, TPR 1990, 1631 ev. 13 T. TILQUIN en V. SIMONART, Traité des sociétés, Brussel, Kluwer, 1996, 362 ; J. VAN RYN, Principes de droit commercial, I, Brussel, Bruylant, 1954, Naar aanleiding van de oprichting van de vennootschap; in tegenstelling tot afgeleide hoedanigheid, dewelke tot stand komt door overname van de vennootschapsrechten van een andere vennoot; K. GEENS en M. WYCKAERT, Beginselen van het Belgisch privaatrecht, IV, Verenigingen en vennootschappen, II, Mechelen, Kluwer, 2011, ; J. RONSE, Algemeen deel van het venootschapsrecht, Leuven, Acco, 1975, K. GEENS en M. WYCKAERT, Beginselen van het Belgisch privaatrecht, IV, Verenigingen en vennootschappen, II, Mechelen, Kluwer, 2011,

6 niet de effectieve materiële inbreng. 16 Uit art. 20 en 22 W.Venn. volgt dat die belofte van inbreng voor de vennoot de verbintenis creëert deze inbreng daadwerkelijk ter beschikking te stellen van de vennootschap. 17 Dit betekent dat het ingebrachte vermogensbestanddeel zal worden aangewend ter verwezenlijking van het gemeenschappelijke doel. Het is echter niet noodzakelijk dat de vennootschap hierdoor ook de effectieve beschikkingsmacht over de desbetreffende goederen verwerft. 18 Overeenkomstig het gemeen recht behoeft elke overeenkomst een geoorloofd voorwerp (art BW). Dit principe geldt eveneens voor de vennootschapsovereenkomst. 19 Bovendien heeft ieder contract als voorwerp de verbintenis van de partij om iets te doen, geven of nalaten (art 1101 en art BW). Deze artikelen doelen op het voorwerp van de verbintenis die de overeenkomst in leven roept. Bijgevolg kan de inbrengverbintenis als een zodanig beloofde prestatie worden aanzien. 20 (voorwerp-werkwoord). 21 Indien de voorgaande artikelen worden beschouwd in hun samenhang met de 1128 ev. BW. duiden ze daarentegen op hetgeen werkelijk wordt gegeven, gedaan of nagelaten. Inbreng kan op zijn beurt dus eveneens worden beschouwd als het voorwerp van de beloofde prestatie. 22 (voorwerp-lijdend voorwerp). 23 Art. 19 W.Venn. schrijft letterlijk voor dat elke vennootschap een geoorloofd voorwerp dient te hebben. Alhoewel inbreng volgens sommigen het voorwerp van het vennootschapscontract uitmaakt, 24 lijkt het in dit artikel voorgeschreven voorwerp-doel van de vennootschap de 16 N. GOOSSENS, Art. 20 W. Venn in BRAECKMANS, H., GEENS, K. en WYMEERSCH, E. (eds.), Vennootschappen en verenigingen. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, 2013, 1. Het is tevens ook de toezegging die als inbreng wordt beschouwd die aan de registratierechten onderworpen wordt, ongeacht in welke mate er effectief is voldaan aan de toezegging, Zie E. VAN TRICHT, Belastbare handelingen in F. WERDEFROY, Registratierechten , 2012, K. GEENS en M. WYCKAERT, Beginselen van het Belgisch privaatrecht, IV, Verenigingen en vennootschappen, II, Mechelen, Kluwer, 2011, 127; N. GOOSSENS, Art. 22 W. Venn in BRAECKMANS, H., GEENS, K. en WYMEERSCH, E. (eds.), Vennootschappen en verenigingen. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, 1999, M. WYCKAERT, Kapitaal in NV en BVBA, Kalmthout, Biblio, 1995, H. BRAECKMANS en R. HOUBEN, Handboek vennootschapsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2012, K. GEENS en M. WYCKAERT, Beginselen van het Belgisch privaatrecht, IV, Verenigingen en vennootschappen, II, Mechelen, Kluwer, 2011, K. GEENS, De nietigheid bij de oprichting van een vennootschap, TPR 1990, M. WYCKAERT, Kapitaal in NV en BVBA, Kalmthout, Biblio, 1995, K. GEENS, De nietigheid bij de oprichting van een vennootschap, TPR 1990, Zie bijv. J. RONSE, Algemeen deel van het venootschapsrecht, Leuven, Acco, 1975,

7 inbrengverbintenis van de vennoten te overstijgen. 25 Dit aspect wordt hier dan ook niet verder behandeld. 26 II. Als rechtshandeling: de inbrengverbintenis Om te kunnen deelnemen aan de vennootschap zal elke vennoot dus een inbreng moeten doen. 27 In ruil voor deze inbreng ontvangt de inbrenger een bundel lidmaatschapsrechten en bijgevolg de hoedanigheid van vennoot. 28 Het begrip inbreng duidt in deze context op de rechtshandeling waarbij een vermogensbestanddeel in gemeenschap wordt gebracht met als oogmerk de verwezenlijking van het maatschappelijk doel. De inbrenger draagt zijn rechten op een bepaald vermogensbestanddeel over ten behoeve van de vennootschap zodat het onderhevig is aan bijdrage in maatschappelijke verliezen. 29 Inbrengen, als werkwoord, vormt dus het voorwerp van de deelneming van elke vennoot. 30 De rechtshandeling inbrengen is een geven, doen of laten zoals wordt bedoeld in art BW. Zoals reeds werd aangehaald, wordt de precieze invulling van dit artikel in vennootschapsrechtelijke context pas duidelijk wanneer het wordt beschouwd in samenhang met hetgeen effectief wordt ingebracht, nl. het zogenaamde voorwerp-lijdend voorwerp van de inbrengverbintenis (infra). 31 Volgens art BW. kan zowel een zaak zelf, als haar gebruik of bezit voorwerp uitmaken van de verbintenis. De notie zaak kan worden begrepen in de zin van het eigendomsrecht dat de titularis op deze zaak heeft. 32 In zekere zin vult deze regel artikel 1126 BW. aan, maar tevens wordt duidelijk dat het Burgerlijk Wetboek weinig onderscheid maakt tussen de verschillende betekenissen die het 25 K. GEENS, De nietigheid bij de oprichting van een vennootschap, TPR 1990, Zie voor verdere verbintenisrechtelijke analyse: M. WYCKAERT, Kapitaal in NV en BVBA, Kalmthout, Biblio, 1995, 42 ev. 27 K. GEENS en M. WYCKAERT, Beginselen van het Belgisch privaatrecht, IV, Verenigingen en vennootschappen, II, Mechelen, Kluwer, 2011, J. WOUTERS en M. DENEF, Art. 1 W. Venn. in H. BRAECKMANS, K. GEENS en E. WYMEERSCH, (eds.), Comm.Venn, Mechelen, Kluwer, 2000, J. RONSE, Algemeen deel van het venootschapsrecht, Leuven, Acco, 1975, 11; J. WOUTERS en M. DENEF, Art. 1 W. Venn. in H. BRAECKMANS, K. GEENS en E. WYMEERSCH, (eds.), Comm.Venn, Mechelen, Kluwer, 2000, 12; M. WYCKAERT, Kapitaal in NV en BVBA, Kalmthout, Biblio, 1995, K. GEENS, De nietigheid bij de oprichting van een vennootschap, TPR 1990,1635 ev.; Zie voor de verbintenisrechtelijke analyse omtrent de aard van de inbreng-rechtshandeling: M. WYCKAERT, Kapitaal in NV en BVBA, Kalmthout, Biblio, 1995, 42 ev. 31 M. WYCKAERT, Kapitaal in NV en BVBA, Kalmthout, Biblio, 1995, Alhoewel het Burgerlijk Wetboek inconsistent omspring met de termen zaken en goederen ; Zie F. VAN NESTE, Zakenrecht, I, A, in Algemene Beginselen van Belgisch privaatrecht, Antwerpen, Standaard Wetenschappelijke Uitgeverij, 1974, 22 en infra. 6

8 begrip voorwerp kan inhouden. Indien we dit toepassen op de inbreng van genot, zal dus volgens het art BW. het enkele gebruik of bezit van een zaak het voorwerp kunnen zijn van de rechtshandeling. Nochtans moet ook hier worden gegeven (de zaak ter beschikking stellen), gedaan (er zorg voor dragen dat de vennootschap in zijn gebruik of genot niet wordt verstoord) en nagelaten (vrijwaring voor eigen daad). 33 III. Als voorwerp van de rechtshandeling 1. Wat is vatbaar voor inbreng? De definitie van art. 1 W.Venn. stelt dat de vennoot iets in gemeenschap moeten brengen. Steunend op de gemeenrechtelijke principes, kan alles wat voorwerp kan uitmaken van een overeenkomst als inbreng dienen. 34 Daarnaast dient de inbreng een bepaalde vermogenswaarde te hebben. De inbreng dient m.a.w. in geld waardeerbaar te zijn. 35 Art. 19, 2 de lid W.Venn. vult art. 1 W.Venn. verder aan: Ieder vennoot moet of (1) geld, of (2) andere goederen, of zijn (3) nijverheid in de vennootschap inbrengen. Er worden dus drie verschillende soorten inbreng onderscheiden naargelang de aard van wat werd toegezegd. 36 De partijen hebben in beginsel de vrijheid om de aard van hun inbreng zelf te kiezen. 37 De verschillende inbrengen hoeven hierbij niet allen van gelijke waarde of van dezelfde aard te zijn In de eerste categorie draagt de inbrenger een geldsom over aan de vennootschap. 2. De tweede categorie wordt gewoonlijk inbreng in natura genoemd. 39 Het is de inbreng van elk goed, roerend of onroerend, lichamelijk of onlichamelijk, anders dan een som geld M. WYCKAERT, Kapitaal in NV en BVBA, Kalmthout, Biblio, 1995, L. FREDERICQ, m.m.v. S. FREDERICQ, Handboek van Belgisch handelsrecht, I, Brussel, Bruylant, 1962, 435. Zie ook M. WYCKAERT, Kapitaal in NV en BVBA, Kalmthout, Biblio, 1995, Luik, 2 mei 1933, Pas 1933, 215; J. VAN RYN, Principes de droit commercial, I, Brussel, Bruylant, 1954, 23 ; J. WOUTERS en M. DENEF, Art. 1 W. Venn. in H. BRAECKMANS, K. GEENS en E. WYMEERSCH, (eds.), Comm.Venn, Mechelen, Kluwer, 2000, J. RONSE, Algemeen deel van het venootschapsrecht, Leuven, Acco, 1975, L. FREDERICQ, m.m.v. S. FREDERICQ, Handboek van Belgisch handelsrecht, I, Brussel, Bruylant, 1962, M. PLANIOL en G. RIPERT, Traité pratique de droit civil français, XI, Contrats civils/2.le contrat d entreprise, Parijs, LGDJ, 1954, 279 ; J. WOUTERS en M. DENEF, Art. 1 W. Venn. in H. BRAECKMANS, K. GEENS en E. WYMEERSCH, (eds.), Comm.Venn, Mechelen, Kluwer, 2000, Inbreng in natura kan ook worden gedefinieerd als zijnde elke inbreng anders dan een som geld. In die optiek is inbreng van nijverheid een bijzondere soort van inbreng in natura. 40 T. TILQUIN en V. SIMONART, Traité des sociétés, Brussel, Kluwer, 1996,

9 3. Ingeval van inbreng van nijverheid gaat de inbrenger de persoonlijke verbintenis aan zijn toekomstige arbeid aan te bieden in ruil voor een aandeel in de vennootschap. In tegenstelling tot de inbreng van goederen is de inbreng van arbeid een successieve prestatie. 41 Deze indeling strookt met de vereisten van gemeen recht. 42 De inbreng in geld of natura is immers een verbintenis om iets te geven; en de inbreng van nijverheid zowel een verbintenis om iets doen als iets niet te doen, gelet op de rekenschapsverplichting die opgelegd wordt door art. 24 W.Venn.. 43 Inbreng van genot wordt door een groot deel van de rechtsleer gezien als modaliteit van de inbrengverbintenis. Een inbreng in geld of natura 44 kan zodoende gerealiseerd worden in eigendom of genot. 45 In die optiek zal er bij een inbreng van genot geen eigendomsovergang plaatsvinden. De inbrenger blijft eigenaar van de zaak en er vindt slechts een beperkte vervreemding plaats van de vruchten en/of het gebruik van de zaak. 46 Dat dit het voorwerp van de verbintenis kan zijn wordt bevestigd in art BW. De zaak die op zijn beurt weer het voorwerp uitmaakt van de inbrengverbintenis zal dan de geldsom 47 of een ander in geld waardeerbaar goed moeten zijn. Een strikt onderscheid tussen inbreng in eigendom of in genot lijkt nochtans soms moeilijk te maken. De vennootschap mag enkel gebruik maken van het voorwerp van de genotsinbreng met als verplichting het bij liquidatie aan de vennoot, die eigenaar blijft, terug te geven. 48 Hoewel er in die hypothese bij genotsinbreng dus geen eigendomsoverdracht plaatsvindt, kan de vennootschap toch als het ware juridische eigenaar worden van bepaalde ingebrachte goederen. Indien de inbreng bestaat uit het genot van zaken die (1) door het gebruik 41 F. LAURENT, Principes de droit civil, III, Brussel, Bruylant, 1878, 266 ; J. VAN RYN, Principes de droit commercial, I, Brussel, Bruylant, 1954, Hoewel inbreng van genot in bepaalde gevallen ook als een successieve prestatie kan worden opgevat (infra). 42 Art en 1126 BW. 43 M. COIPEL, Dispositions communes à toutes les formes de sociétés commerciale, Brussel, Larcier, 1982, Het is niet mogelijk nijverheid in genot in te brengen. De inbreng van nijverheid kan evenwel beschouwd worden als specifieke vorm van genotsinbreng op zich, nl. de inbreng van het genot op arbeid, M. PLANIOL en G. RIPERT, Traité pratique de droit civil français, XI, Contrats civils/2.le contrat d entreprise, Parijs, LGDJ, 1954, L. FREDERICQ, m.m.v. S. FREDERICQ, Handboek van Belgisch handelsrecht, I, Brussel, Bruylant, 1962, ; T. TILQUIN en V. SIMONART, Traité des sociétés, Brussel, Kluwer, 1996, 364; J. VAN RYN, Principes de droit commercial, I, Brussel, Bruylant, 1954, J. RONSE, Algemeen deel van het venootschapsrecht, Leuven, Acco, 1975, Hoewel de juridische mogelijkheid van inbreng het genot van een geldsom soms betwist wordt, zie M. PLANIOL en G. RIPERT, Traité pratique de droit civil français, XI, Contrats civils/2.le contrat d entreprise, Parijs, LGDJ, 1954, 280; en lettende op de verschillende bezwaren o.a. de eventuele strijdigheid met het verboden leonijns beding infra. 48 M. WYCKAERT, Kapitaal in NV en BVBA, Kalmthout, Biblio, 1995, 79. 8

10 tenietgaan, (2) waarde verminderen doordat men ze behoudt, (3) bestemd waren om verkocht te worden, of (4) in de vennootschap zijn ingebracht volgens schatting in een boedelbeschrijving, 49 neemt zij immers het risico op de zaken over. 50 Gezien de vennootschap slechts het genot van deze goederen verkrijgt door ze te verbruiken of te verkopen, wordt zij noodgedwongen tevens eigenares van deze goederen Inbreng van genot als voorwerp? Op het eerste gezicht lijkt art. 19 W.Venn. inderdaad de drie mogelijke voorwerpen van inbreng in het bijzonder en limitatief voor te schrijven. Toch voegt deze specifieke driedeling niet noodzakelijk iets toe aan het gemeen recht. Volgens VAN NESTE zijn deze drie begrippen immers reeds vervat in de algemene betekenis van het begrip goederen. 52 De goederen zijn de vermogensrechten die aan een bepaald rechtssubject toebehoren.[ ] Deze hebben als specifiek object of inhoud: genot, gebruik of een verbintenis van een andere persoon. 53 De term goederen bevat zowel zaken als rechten. Zaken zijn de materiële dingen die het voorwerp zijn van eigendom en zijn dus bijgevolg lichamelijk. Rechten zijn de onlichamelijke goederen, namelijk de vermogensrechten. 54 Vermogensrechten worden traditioneel onderverdeeld in (1) persoonlijke rechten, (2) zakelijke rechten en (3) intellectuele rechten. 55 Vermogensrechten hebben steeds betrekking op doch, maar deze zaken behoren tot de materiële werkelijkheid waardoor zij eigenlijk op zichzelf geen goederen zijn. Het Burgerlijk Wetboek wordt echter gekenmerkt door inconsistente hantering van het begrip goederen. Zowel in wetgeving als doctrine wordt het eigendomsrecht, als belangrijkst vermogensrecht, met de zaak waarop zij betrekking heeft gelijkgesteld. In tegenstelling tot zaak omvat het 49 Art. 28 W.Venn. 50 M. WYCKAERT, Kapitaal in NV en BVBA, Kalmthout, Biblio, 1995, 79; M. PLANIOL en G. RIPERT, Traité pratique de droit civil français, XI, Contrats civils/2.le contrat d entreprise, Parijs, LGDJ, 1954, N. GOOSSENS, Art. 28 W. Venn in BRAECKMANS, H., GEENS, K. en WYMEERSCH, E. (eds.), Comm.Venn, Mechelen, Kluwer, 1999, K. GEENS en M. WYCKAERT, Beginselen van het Belgisch privaatrecht, IV, Verenigingen en vennootschappen, II, Mechelen, Kluwer, 2011, F. VAN NESTE, Zakenrecht, I, A, in Algemene Beginselen van Belgisch privaatrecht, Antwerpen, Standaard Wetenschappelijke Uitgeverij, 1974, F. VAN NESTE, Zakenrecht, I, A, in Algemene Beginselen van Belgisch privaatrecht, Antwerpen, Standaard Wetenschappelijke Uitgeverij, 1974, V. SAGAERT., B. TILLEMAN en A. VERBEKE, Vermogensrecht in kort bestek, Antwerpen, Intersentia, 2010, 1. 9

11 begrip goed echter een waardeoordeel. De graadmeter voor het bepalen van de waarde is geld. 56 Wanneer dus een zakelijk of persoonlijk genotsrecht aan de vennootschap wordt overgedragen, kan dit gekwalificeerd worden als de inbreng van de eigendom van een genotsrecht. 57 Het voorwerp van de inbreng is dan het genotsrecht zelf en niet de zaak waarop dit recht betrekking heeft. Persoonlijke en zakelijke rechten zijn immers op zichzelf te beschouwen vermogensbestanddelen. In die optiek wordt de inbreng van genot dus niet bekeken als een modaliteit van de inbreng in geld of natura, maar als de inbreng van een welbepaald goed. IV. Als financieringsbron Indien we dus art. 1 en 19 W.Venn. verbintenisrechtelijk analyseren, constateren we dat de inbrengverbintenis een noodzakelijke vereiste is voor de totstandkoming van de vennootschap als contract. Uit diezelfde artikelen kan dan worden afgeleid dat het een essentieel kenmerk van de vennootschap is dat elke vennoot bijdraagt in het vermogen van de vennootschap. 58 Het totaal van de inbrengen vormt namelijk het (initiële) 59 maatschappelijk vermogen of vennootschapsvermogen Ondernemingsrisico Het behoort tot de essentie van de inbreng dat hij, ongeacht zijn voorwerp, onderworpen wordt aan het risico van de vennootschap en zal aangewend worden tot verwezenlijking van het vennootschapsdoel. 61 Elke vennootschap dient een winstoogmerk te hebben. Dit principe vindt zijn neerslag in art. 32, eerste lid W. Venn en is tevens terug te vinden in art. 1 W.Venn. aangezien de inbreng dient te gebeuren met als doel één of meer nauwkeurig omschreven activiteiten uit te oefenen en met het oogmerk aan de vennoten een rechtstreeks of onrechtstreeks vermogensvoordeel te 56 K. GEENS en M. WYCKAERT, Beginselen van het Belgisch privaatrecht, IV, Verenigingen en vennootschappen, II, Mechelen, Kluwer, 2011, 129; F. VAN NESTE, Zakenrecht, I, A, in Algemene Beginselen van Belgisch privaatrecht, Antwerpen, Standaard Wetenschappelijke Uitgeverij, 1974, H. BRAECKMANS en R. HOUBEN, Handboek vennootschapsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2012, L. FREDERICQ, m..m.v. S. FREDERICQ, Handboek van Belgisch handelsrecht, I, Brussel, Bruylant, 1962, M. COIPEL, Dispositions communes à toutes les formes de sociétés commerciale, Brussel, Larcier, 1982, L. FREDERICQ, m.m.v. S. FREDERICQ, Handboek van Belgisch handelsrecht, I, Brussel, Bruylant, 1962, 435; J. RONSE, Algemeen deel van het venootschapsrecht, Leuven, Acco, 1975, K. GEENS, De nietigheid bij de oprichting van een vennootschap, TPR 1990, ; D. VAN GERVEN, Beginselen van het Belgisch privaatrecht, IV, Rechtspersonen, I, Mechelen, Kluwer, 2007, 119; M. WYCKAERT, Kapitaal in NV en BVBA, Kalmthout, Biblio, 1995,

12 bezorgen. Dit principe wordt aangevuld met art 32, tweede lid W. Venn, dat voorschrijft dat geen enkele vennoot mag worden vrijgesteld van verlies. In tegenstelling tot het principe van winstoogmerk maakt dit voorschrift geen deel uit van de definitie van de vennootschap. Het duidt daarentegen op de vereiste dat elke inbreng aan het risico van de onderneming moet worden onderworpen. 62 Daarnaast schrijft art. 19 W.Venn. voor dat de vennootschap in gemeenschappelijk belang van de partijen [moet] worden aangegaan. Hieruit kan worden afgeleid dat er een bepaalde geest van samenwerking en gelijkheid onder de partijen dient te heersen. 63 Wanneer deze artikelen in hun onderling verband worden beschouwd, zal elke vennoot dus recht hebben op een deel van de winst. Het doel van de vennootschap is immers de winst onder de vennoten te verdelen. Daarnaast zullen zij ook allen moeten delen in de eventuele verliezen. De inbreng die de vennoten doen ter verwezenlijking van het doel wordt namelijk onderworpen aan het ondernemingsrisico. Hierdoor zal elke vennoot naast de kans op winst ook de kans op verlies (moeten) hebben. 64 Dit strookt met de zienswijze dat de vennootschap in essentie een kanscontract is. 65 Tijdens het bestaan van de vennootschap komt de risicoverplichting erop neer dat de vergoeding die de vennoot krijgt in ruil voor zijn inbreng onderhevig is aan het risico op winst en verlies. De wet legt hierbij niet op dat de mate van participatie in winst en verlies voor elke vennoot gelijk moet zijn. De regel dat het aandeel in winst en verlies evenredig is met de inbreng (art. 30 BW.) is slechts suppletief, behalve voor de BVBA. 66 Hij zal enkel gelden wanneer er geen conventionele regeling omtrent winstverdeling voorzien is K. GEENS en M. WYCKAERT, Beginselen van het Belgisch privaatrecht, IV, Verenigingen en vennootschappen, II, Mechelen, Kluwer, 2011, Het zogenaamde ius fraternitatis ;J. VAN RYN, Principes de droit commercial, I, Brussel, Bruylant, 1954, 236; M. WYCKAERT, Kapitaal in NV en BVBA, Kalmthout, Biblio, 1995, 72; alhoewel over de draagwijdte en gelding van dit begrip onenigheid bestaat, zie J. WOUTERS en M. DENEF, Art. 1 W. Venn. in H. BRAECKMANS, K. GEENS en E. WYMEERSCH, (eds.), Comm.Venn, Mechelen, Kluwer, 2000, 15 en de verwijzingen aldaar. 64 J. WOUTERS en M. DENEF, Art. 1 W. Venn. in H. BRAECKMANS, K. GEENS en E. WYMEERSCH, (eds.), Comm.Venn, Mechelen, Kluwer, 2000, H. DE WULF, Enkele bedenkingen rond een nuttige rol voor het versleten verbod van leeuwenbeding: bescherming van de vennootschap en haar schuldeisers, niet alleen van de medevennoten, TBH 2012, K. GEENS, De nietigheid bij de oprichting van een vennootschap, TPR 1990, J. WOUTERS en M. DENEF, Art. 1 W. Venn. in H. BRAECKMANS, K. GEENS en E. WYMEERSCH, (eds.), Comm.Venn, Mechelen, Kluwer, 2000,

13 In art. 32, tweede lid W.Venn. wordt de inbreng van nijverheid niet vermeld. Diegene die zijn arbeid inbrengt zal nochtans ook in het risico delen. 68 In tegenstelling tot de persoon die zijn arbeid verricht op basis van een arbeidsovereenkomst, wordt de inbrenger immers met een deel van de winst vergoed. Indien er geen winst is, zal hij gratis gewerkt hebben en geen inkomen van zijn inbreng ontvangen, hetgeen als een verlies kan worden aangemerkt. 69 Ook bij de ontbinding van de vennootschap is de inbreng aan het ondernemingsrisico onderworpen. De inbreng zal als deel van het vermogen van de vennootschap worden aangewend ter betaling van de nog niet betaalde vennootschapsschulden. 70 Diegene die slechts het genot van een bepaald goed inbrengt, zal bij ontbinding dit goed kunnen terugnemen. Het goed waarop het genotsrecht betrekking heeft werd immers niet aan het risico van de onderneming onderworpen, enkel het genotsrecht op zich. Wanneer de inbrenger/eigenaar zijn goed terugneemt, krijgt hij nochtans bijgevolg tegelijk zijn genotsrecht terug. 71 Het eigenlijke ingebrachte goed, namelijk het genotsrecht, lijkt dus ook niet onderhevig aan het risico van de vennootschap. Hoe valt de inbreng van een genotsrecht dan te rijmen met het verbod van art. 32 lid 2 W.Venn.? Inbreng als waarborg van de schuldeisers In vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, de volkomen vennootschappen, zijn de bepalingen omtrent het maatschappelijk vermogen van bijzonder belang. Schuldeisers van de vennootschap kunnen zich immers niet beroepen op het persoonlijk vermogen van de diverse vennoten. Het vennootschapsvermogen is namelijk hun enige waarborg en dus het exclusief executieobject Het principe van risico van de onderneming lijkt dan ook ruimer dan enkel het verbod van leeuwenbeding van art. 32 W.Venn.. 69 K. GEENS en M. WYCKAERT, Beginselen van het Belgisch privaatrecht, IV, Verenigingen en vennootschappen, II, Mechelen, Kluwer, 2011, 130; K. GEENS, De nietigheid bij de oprichting van een vennootschap, TPR 1990, D. VAN GERVEN, Beginselen van het Belgisch privaatrecht, IV, Rechtspersonen, I, Mechelen, Kluwer, 2007, J. RONSE, Algemeen deel van het venootschapsrecht, Leuven, Acco, 1975, 139; M. WYCKAERT, Kapitaal in NV en BVBA, Kalmthout, Biblio, 1995, Hier reeds opgemerkt dat er nochtans een onderscheid is tussen gehoudenheid tot de vennootschapsschulden, als extern gegeven, en winst- en verliesdeelname, als intern gegeven. Zie: K. GEENS en M. WYCKAERT, Beginselen van het Belgisch privaatrecht, IV, Verenigingen en vennootschappen, II, Mechelen, Kluwer, 2011, Zie voor een bespreking van de problematiek omtrent genotsinbreng en bijdrage in de verliezen: G. HODÜM, L'apport de jouissance devant la clause exonérant un associé des pertes", TPS 1923, ; J. LIMPENS, noot onder Gent 22 januari 1944, RCJB 1947, en infra. 73 J. RONSE, Algemeen deel van het venootschapsrecht, Leuven, Acco, 1975,

14 Ter bescherming van de schuldeisers dient er in de volkomen vennootschappen steeds een minimum aan kapitaal voor handen te zijn, le principe de l intangibilité du capital social, 74 gevormd door inbrengen die voor beslag vatbaar zijn. Vandaar dat het kapitaal van een volkomen vennootschap niet uit inbrengen van nijverheid kan bestaan. Uit de schuldeiserbeschermende functie van het kapitaal volgt ook dat de toezegging van elke inbreng onvoorwaardelijk moet zijn. 75 Bij de onvolkomen rechtspersonen en vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid hebben de schuldeisers een extra waarborg: het persoonlijk vermogen van de hoofdelijke vennoten blijft aansprakelijk voor de vennootschapsschulden. De voorschriften omtrent kapitaal dringen zich hier dan ook niet op en deze vennootschappen kunnen wel geldig met inbreng van nijverheid worden opgericht. Zij hebben dan ook geen kapitaal in de strikte betekenis van het woord Verschil met geldlening We kunnen reeds de volgende principes onderscheiden: (1) elke partij dient een inbreng te doen om de hoedanigheid van vennoot te verwerven, (2) die inbreng is onderworpen aan het risico van de vennootschap, (3) de inbrengen samen vormen het vermogen van de vennootschap. Naast de inbrengen kan het vermogen van de vennootschap nochtans ook gevormd worden door leningen met derden. 77 Deze derden zijn schuldeisers en geen inbrengers/vennoten. De geleende som maakt dan ook geen deel uit van het kapitaal. Het is nochtans niet altijd even eenvoudig om de genotsinbreng van een geldsom en de lening met elkaar te onderscheiden, zeker indien de lening met een deel van de winst wordt vergoed. 78 Net zoals de inbrenger ondergaat immers ook de schuldeiser/uitlener in zekere zin het risico van de vennootschap. In tegenstelling tot de inbreng behoort dit risico weliswaar minder tot de essentie van de lening. Indien de vennootschap in gebreke blijft de schuld af te lossen of de interest te betalen, zal zij zich niet kunnen beroepen op het risico van de onderneming. Dit is 74 J. VAN RYN, Principes de droit commercial, I, Brussel, Bruylant, 1954, M. COIPEL, Dispositions communes à toutes les formes de sociétés commerciale, Brussel, Larcier, 1982, 86 ; J. RONSE, Algemeen deel van het venootschapsrecht, Leuven, Acco, 1975, M. COIPEL, Dispositions communes à toutes les formes de sociétés commerciale, Brussel, Larcier, 1982, 87; J. RONSE, Algemeen deel van het venootschapsrecht, Leuven, Acco, 1975, Financiering kan daarnaast ook gebeuren door subsidies, giften en inkomsten uit eigen activiteiten; D. VAN GERVEN, Beginselen van het Belgisch privaatrecht, IV, Rechtspersonen, I, Mechelen, Kluwer, 2007, J. RONSE, Algemeen deel van het venootschapsrecht, Leuven, Acco, 1975,

15 wel het geval wanneer zij aan de inbrenger geen winst kan uitkeren of bij de ontbinding niet in staat is het ingebrachte terug te geven. 79 Mais il y a cette grande différence entre le prêteur et l associé, que le premier tire de la convention un droit inadmissible au service des inérêts, tandis que le second peut voir les bénéfices de son argent s évanouir dans des événements de force majeure. De plus, le premier a droit au remboursement integral de son capital, tandis que le second doit supporter, comme associé, sa part dans la perte de ce capital. 80 Er zijn een heleboel criteria ontwikkeld om de inbreng in genot van een geldsom en de geldlening van elkaar te kunnen onderscheiden. 81 Het belangrijkst criterium blijft desondanks de vraag of de inbrenger werkelijk aan het wirtschaftlichen Schicksal der Gesellschaft deelneemt, 82 m.a.w. of de ingebrachte geldsom dus effectief onderworpen is aan het maatschappelijk risico. 83 Hoofdstuk 3. Inbreng van genot De wetgever erkent in het Wetboek van Vennootschappen dat een vermogensbestanddeel zowel in eigendom als in genot kan worden ingebracht. Art. 28 W.Venn.: Indien de zaken waarvan slechts het genot in de vennootschap is ingebracht, zekere en bepaalde zaken zijn, die niet door het gebruik tenietgaan, is het risico voor de vennoot aan wie zij in eigendom toebehoren. Indien die zaken door het gebruik tenietgaan, indien zij in waarde verminderen doordat men ze behoudt, indien zij bestemd waren om verkocht te worden, of indien zij in de vennootschap zijn ingebracht volgens schatting in een boedelbeschrijving, is het risico voor de vennootschap. [ ] 79 K. GEENS, De nietigheid bij de oprichting van een vennootschap, TPR 1990, TROPLONG, Commentaire du contrat de société en matière civile et commercial, Brussel, Meline, 1843, nr Zie J. WOUTERS en M. DENEF, Art. 1 W. Venn. in H. BRAECKMANS, K. GEENS en E. WYMEERSCH, (eds.), Comm.Venn, Mechelen, Kluwer, 2000, K. GEENS, De nietigheid bij de oprichting van een vennootschap, TPR 1990, J. RONSE, Algemeen deel van het venootschapsrecht, Leuven, Acco, 1975,

16 Art. 41 W.Venn. Wanneer een van de vennoten beloofd heeft de eigendom van een zaak in gemeenschap te zullen brengen, heeft het tenietgaan van die zaak voordat zij is ingebracht, de ontbinding van de vennootschap ten aanzien van alle vennoten ten gevolge. Eveneens wordt de vennootschap in alle gevallen ontbonden door het tenietgaan van de zaak, wanneer alleen het genot ervan in gemeenschap is gebracht, en de eigendom aan de vennoot verbleven is. Maar de vennootschap wordt niet ontbonden door het tenietgaan van de zaak waarvan de eigendom reeds in de vennootschap is ingebracht. Algemeen wordt thans aanvaard dat een inbreng in geld of natura op drie mogelijke manieren kan geschieden: (1) in volle eigendom, (2) in genot en (3) in naakte eigendom. 84 Over de precieze invulling van de inbreng in genot is evenwel minder overeenstemming. I. Inbreng in eigendom Door middel van een inbreng in eigendom draagt de vennoot de eigendom van het goed over aan de vennootschap. Het ingebrachte goed verdwijnt uit het vermogen van de inbrenger en komt toe aan de rechtspersoon of, indien geen rechtspersoonlijkheid, aan de vennoten onderling in mede-eigendom. 85 Aangezien de vennoot zich in een gelijkaardige situatie bevindt als de verkoper, zijn de principes van koop-verkoop op de inbreng in eigendom toepasbaar. Bijgevolg gelden dezelfde regels omtrent leveringsplicht, eigendomsoverdracht, risico en vrijwaring. 86 Toch moet worden benadrukt dat deze analogie slechts mogelijk is zolang het vennootschapsrecht zich er niet tegen verzet. 87 De inbreng kent immers ook enkele verschillen met koop, met als grootste verschil dat de vennoot in ruil voor zijn inbreng geen prijs krijgt maar een bundel 84 J. MALHERBE, Y. DE CORDT, P. LAMBRECHT en P. MALHERBE, Droit des sociétés: précis, Brussel, Bruylant, 2011, 24 ; T. TILQUIN en V. SIMONART, Traité des sociétés, Brussel, Kluwer, 1996, F. LAURENT, Principes de droit civil, III, Brussel, Bruylant, 1878, 266; T. TILQUIN en V. SIMONART, Traité des sociétés, Brussel, Kluwer, 1996, 362 ; J. VAN RYN, Principes de droit commercial, I, Brussel, Bruylant, 1954, L. FREDERICQ, m.m.v. S. FREDERICQ, Handboek van Belgisch handelsrecht, I, Brussel, Bruylant, 1962, 435; J. VAN RYN, Principes de droit commercial, I, Brussel, Bruylant, 1954, M. WYCKAERT, Kapitaal in NV en BVBA, Kalmthout, Biblio, 1995,

17 lidmaatschapsrechten. 88 Niettegenstaande deze verschillen is de gelijkenis tussen koop en inbreng dermate groot dat een analoge analyse verantwoord blijft. 89 De toegezegde inbrengverbintenis zal moeten worden uitgevoerd. Dit gebeurt door de volstorting van de geldsom of de levering van het goed. 90 De leveringsplicht van de inbrenger is hierbij gelijklopend met die van de verkoper. 91 De eigendom en het risico gaan solo consensu over van de vennoot op de vennootschap. Vermits de inbreng in eigendom een vervreemding is, gelden de regelen die algemeen gelden voor eigendomsoverdracht (art en art BW.). 92 De gemeenrechtelijke risicoregeling is terug te vinden in art. 41, eerste en derde lid W.Venn; zij het evenwel onduidelijk geformuleerd. Wanneer de eigendomsoverdracht werd beloofd maar de zaak gaat vooraf aan de overdracht teniet, zal de vennoot het risico dragen. Hij blijft immers de eigenaar. Wanneer de eigendom werd toegezegd maar niet werd uitgevoerd, zal het risico voor tenietgaan van de zaak voor de vennootschap zijn (res perit domino). 93 Het eerste geval zal het verlies van de zaak de oprichting van de vennootschap verhinderen of op zijn minst de deelneming van de vennoot in kwestie. 94 In het tweede geval zal het verlies echter geen gevolgen hebben voor het bestaan van de vennootschap, tenzij dit goed onmisbaar was voor het bereiken van het vennootschapsdoel. 95 De regeling omtrent vrijwaring is letterlijk in het Wetboek van Vennootschappen opgenomen onder art. 22, tweede lid : Wanneer deze inbreng bestaat in een bepaalde zaak, en deze zaak onder de vennootschap wordt uitgewonnen, is de vennoot tot vrijwaring jegens de vennootschap gehouden op dezelfde wijze als een verkoper jegens zijn koper. De vrijwaringsregeling geldt niet voor inbreng van geld. Geld is een soortzaak en gaat niet teniet. Genera non pereunt Voor verdere verschillen zie: T. TILQUIN en V. SIMONART, Traité des sociétés, Brussel, Kluwer, 1996, H. BRAECKMANS en R. HOUBEN, Handboek vennootschapsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2012, Art. 22, eerste lid W.Venn en art. 23 W.Venn. 91 Zie P. GEERAERT, Burgerrechtelijke gevolgen van een inbreng in natura, TVV 2007, 1015 ev. 92 J. RONSE, Algemeen deel van het venootschapsrecht, Leuven, Acco, 1975, K. GEENS en M. WYCKAERT, Beginselen van het Belgisch privaatrecht, IV, Verenigingen en vennootschappen, II, Mechelen, Kluwer, 2011, 133; M. WYCKAERT, Kapitaal in NV en BVBA, Kalmthout, Biblio, 1995, Zie nochtans de nuance in T. TILQUIN en V. SIMONART, Traité des sociétés, Brussel, Kluwer, 1996, 383, vn T. TILQUIN en V. SIMONART, Traité des sociétés, Brussel, Kluwer, 1996, H. BRAECKMANS en R. HOUBEN, Handboek vennootschapsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2012,

18 De wet bevestigt uitdrukkelijk de analogie met de vrijwaringsplicht van de verkoper. Nochtans is de gelijkschakeling niet volledig. De uitwinning van het ingebrachte goed zal niet de ontbinding van de overeenkomst tot gevolg hebben 97 en zal aan de inbrenger niet het recht geven zijn toebedeelde deelbewijzen terug te eisen. Hij zal enkel een schadevergoeding verschuldigd zijn. De uitwinning zal dus steeds slechts partieel zijn. Hetzelfde principe kan worden uitgebreid tot de vrijwaring voor verborgen gebreken. Indien de weggevallen of aangetaste inbreng echter essentieel was voor het bereiken van het vennootschapsdoel kan de vennootschap desondanks toch eindigen wegens het tenietgaan van de zaak (art. 39, 2 W.Venn.). 98 II. Inbreng in genot 1. Betekenis De precieze inhoud van de notie inbreng in/van genot verschilt naargelang de bedoeling van de partijen en de zaak waarop de inbreng betrekking heeft. Zo kan bijvoorbeeld een erfpacht, huurrecht of opstalrecht op een onroerend goed worden ingebracht; of een roerend goed in (quasi)vruchtgebruik, bruikleen of verbruikleen. 99 Wat inbreng in genot specifiek betekent in de context van de vennootschapswetgeving is echter enger op te vatten. Het duidt niet op de situatie waarbij het specifieke genotsrecht, zoals een pachtrecht, wordt ingebracht. Kijken we hierbij terug naar wat reeds gezegd is over het voorwerp van de inbreng: het eigenlijke voorwerp is steeds een vermogensrecht, namelijk een goed dat betrekking kan hebben op een zaak. Het meest absolute zakelijke recht van eigendom wordt hierbij vaak geïdentificeerd met de zaak waarop het betrekking heeft. Toch is het technisch gezien niet de zaak zelf die wordt ingebracht, doch slechts het eigendomsrecht op deze zaak. Zodoende kunnen we de inbreng van een zaak (in eigendom) onderscheiden van de inbreng van een genotsrecht op de zaak (tevens in eigendom). In beide gevallen wordt er dus een goed in eigendom ingebracht. In het tweede geval kan wel reeds sprake zijn van een inbreng van genot in de ruime betekenis. 97 De eigendom van de zaak werd immers aan de vennootschap overgedragen cfr. Art.41, derde lid W.Venn. 98 K. GEENS en M. WYCKAERT, Beginselen van het Belgisch privaatrecht, IV, Verenigingen en vennootschappen, II, Mechelen, Kluwer, 2011, 134; T. TILQUIN en V. SIMONART, Traité des sociétés, Brussel, Kluwer, 1996, 384; J. VAN RYN, Principes de droit commercial, I, Brussel, Bruylant, 1954, 234; M. WYCKAERT, Kapitaal in NV en BVBA, Kalmthout, Biblio, 1995, J. LIMPENS, noot onder Gent 22 januari 1944, RCJB 1947,

19 Inbreng in genot doelt daarentegen slechts op de beperkte vervreemding van enkel het gebruik en/of vruchten van de zaak. 100 Dit is de situatie waarbij een goed ter beschikking wordt gesteld van de vennootschap en de inbrenger de eigendom van het desbetreffende goed behoudt. 101 Wanneer een zaak in genot wordt ingebracht, is de zaak dus zelf niet het voorwerp van de inbreng, doch slechts het gebruik of bezit er van ( cfr. art BW.). Hierdoor lijkt inbreng in genot sterk op verhuring, zij het dat er geen huurprijs maar lidmaatschapsrechten als vergoeding tegenover staan. 102 Reeds in 1878 stelde F. LAURENT dat een inbreng waarbij slechts het gebruik of genot wordt overgedragen terwijl de vennoot de eigendom behoudt, aansluit bij een huurovereenkomst of een vruchtgebruik; dergelijke kwalificatie hangt af van de bedoeling van de partijen. Volgens LAURENT is die bedoeling bovendien nooit a priori te beoordelen en zal de interpretatie van de inbreng steeds afhangen van de feitelijke omstandigheden. 103 Ook FREDERIQUE en VAN RYN menen dat een inbreng in genot zowel uit een situatie van huur als uit een vruchtgebruik kan bestaan. 104 Er bestaat evenwel discussie of de inbreng van een vruchtgebruik wel binnen de enge categorie van inbreng in genot dient te vallen. Indien wel, zullen de specifieke regels omtrent genot, die terug te vinden zijn in het Wetboek van Vennootschappen, van toepassing zijn. Indien niet wordt de inbreng van vruchtgebruik onderscheiden van de inbreng in genot sensu stricto. (infra 2) 100 J. RONSE, Algemeen deel van het venootschapsrecht, Leuven, Acco, 1975, H. BRAECKMANS en R. HOUBEN, Handboek vennootschapsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2012, 175; K. GEENS en M. WYCKAERT, Beginselen van het Belgisch privaatrecht, IV, Verenigingen en vennootschappen, II, Mechelen, Kluwer, 2011, 130; J. MALHERBE, Y. DE CORDT, P. LAMBRECHT en P. MALHERBE, Droit des sociétés: précis, Brussel, Bruylant, 2011, H. BRAECKMANS en R. HOUBEN, Handboek vennootschapsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2012, 175; J. RONSE, Algemeen deel van het venootschapsrecht, Leuven, Acco, 1975, F. LAURENT, Principes de droit civil, III, Brussel, Bruylant, 1878, 262 ; Er weze opgemerkt dat LAURENT de inbreng in genot besprak binnen het kader van het reeds opgeheven art BW. 104 L. FREDERICQ, m.m.v. S. FREDERICQ, Handboek van Belgisch handelsrecht, I, Brussel, Bruylant, 1962, 436; J. VAN RYN, Principes de droit commercial, I, Brussel, Bruylant, 1954,

20 Inbreng Eigendom Genot sensu lato Naakte eigendom Genot sensu stricto Vruchtgebruik 2. Gevolgen Om de draagwijdte en de gevolgen van de inbreng te kennen, is het dus belangrijk om de omvang van het ingebrachte vermogensrecht goed te onderscheiden. Het is dus essentieel de bedoeling van de partijen te achterhalen. Bij faillissement zal immers slechts dit vermogensrecht in de massa terug te vinden zijn en niet de zaak zelf. In de traditionele tweedeling verlenen zakelijke rechten een rechtstreekse heerschappij over het goed, terwijl persoonlijke rechten een aanspraak geven op een bepaalde persoon. 105 Indien een specifiek zakelijk of persoonlijk recht wordt ingebracht, moet de regeling in acht worden genomen die geldt bij de totstandkoming van het desbetreffende recht. Zo zullen onroerende zakelijke rechten moeten worden overgeschreven op het hypotheekkantoor, net zozeer als huurcontracten voor negen jaar of meer. 106 Indien de genotsinbreng bestaat uit een persoonlijk recht op een onroerend goed is de situatie tussen vennoot en vennootschap dus vergelijkbaar met huur. Deze vergelijking heeft echter niet tot gevolg dat alle regels omtrent huur automatisch toepassing vinden op een inbreng in genot (sensu stricto). 107 De toestand moet immers onderscheiden worden van de situatie waarbij specifiek een huurrecht wordt ingebracht. De inbreng van een huurrecht is een 105 V. SAGAERT, Het goederenrecht als open systeem van verbintenissen? Poging tot een nieuwe kwalificatie van de vermogensrechten, TPR 2005, V. SAGAERT, Het goederenrecht als open systeem van verbintenissen? Poging tot een nieuwe kwalificatie van de vermogensrechten, TPR 2005, T. TILQUIN en V. SIMONART, Traité des sociétés, Brussel, Kluwer, 1996,

21 inbreng in natura 108 met bijzondere implicaties voor de op de inbreng geheven registratierechten. 109 Het is dan ook aangewezen dat de aard en draagwijdte van het ingebrachte recht reeds in de oprichtingsakte wordt verduidelijkt. Wanneer de inbrenger een bepaalde zaak, die niet door het verbruik tenietgaat, in genot inbrengt, blijven de eigendom en het risico van de zaak bij de vennoot-inbrenger. Dit blijkt uit art. 28, eerste lid W.Venn Indien de zaak door overmacht tenietgaat is de vennootschap niet meer tot enige teruggave gehouden. De risico s blijven immers bij de eigenaar van de zaak. Res perit domino. 111 Wanneer de inbrenger verbruikbare zaken, of de andere goederen bedoeld in art. 28, tweede lid W.Venn., in genot inbrengt, wordt algemeen de analogie met quasi-vruchtgeruik of verbruiklening gemaakt. De vennootschap zal deze zaken verbruiken of verkopen om er van te kunnen genieten maar is er tevens toe gehouden om bij haar ontbinding een gelijke waarde aan de inbrenger terug te bezorgen. De vennootschap wordt zo noodzakelijkerwijze eigenares van de goederen. Aangezien het risico de eigendom volgt zal bijgevolg ook het risico dadelijk overgaan op de vennootschap M. PLANIOL en G. RIPERT, Traité pratique de droit civil français, XI, Contrats civils/2.le contrat d entreprise, Parijs, LGDJ, 1954, 279 ; J. RONSE, Algemeen deel van het venootschapsrecht, Leuven, Acco, 1975, E. VAN TRICHT, Belastbare handelingen in F. WERDEFROY, Registratierechten , 2012, N. GOOSSENS, Art. 28 W. Venn in H. BRAECKMANS, K. GEENS en E. WYMEERSCH (eds.), Comm.Venn, Mechelen, Kluwer, 1999, G.HODÜM, L'apport de jouissance devant la clause exonérant un associé des pertes", TPS 1923, ; M. PLANIOL en G. RIPERT, Traité pratique de droit civil français, XI, Contrats civils/2.le contrat d entreprise, Parijs, LGDJ, 1954, K. GEENS, De nietigheid bij de oprichting van een vennootschap, TPR 1990, 1638; N. GOOSSENS, Art. 22 W. Venn in BRAECKMANS, H., GEENS, K. en WYMEERSCH, E. (eds.), Vennootschappen en verenigingen. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, 1999, 1; M. PLANIOL en G. RIPERT, Traité pratique de droit civil français, XI, Contrats civils/2.le contrat d entreprise, Parijs, LGDJ, 1954, 283; J. VAN RYN, Principes de droit commercial, I, Brussel, Bruylant, 1954,

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2012/8 De boekhoudkundige verwerking van de inbreng in eigendom in een Belgische burgerlijke maatschap die niet de rechtsvorm heeft aangenomen van een handelsvennootschap

Nadere informatie

EVA ALBOORT & BART BELLEN

EVA ALBOORT & BART BELLEN Wet 7 mei 1999 (Art. 40) mag enkel een afradend effect hebben (T. TILQUIN en V. SIMONART, Traité des sociétés Tomé 2, Diegem, Kluwer, 1997, 302). Art. 40. De verlenging van een vennootschap die voor een

Nadere informatie

Een vergelijking tussen de hoofdkenmerken van het Belgische en Nederlandse recht van de vennootschappen met onbeperkte aansprakelijkheid.

Een vergelijking tussen de hoofdkenmerken van het Belgische en Nederlandse recht van de vennootschappen met onbeperkte aansprakelijkheid. Een vergelijking tussen de hoofdkenmerken van het Belgische en Nederlandse recht van de vennootschappen met onbeperkte aansprakelijkheid. Masterproef van de opleiding master in de rechten Ingediend door

Nadere informatie

Bart VAN HYFTE Gauthier ERVYN Laurent DELMOTTE Johan VANDEN EYNDE

Bart VAN HYFTE Gauthier ERVYN Laurent DELMOTTE Johan VANDEN EYNDE 77, Gulden Vlieslaan 1060 Brussel Tel 02 290 04 00 Fax 02 290 04 10 info@vdelegal.be 19 / 03 / 2009 Bart VAN HYFTE Gauthier ERVYN Laurent DELMOTTE Johan VANDEN EYNDE Inleiding - Uitgangspunt : o valorisatie

Nadere informatie

VERENIGINGEN EN VENNOOTSCHAPPEN

VERENIGINGEN EN VENNOOTSCHAPPEN BEGINSELEN VAN BELGISCH PRIVAATRECHT IV VERENIGINGEN EN VENNOOTSCHAPPEN DEEL II DE VENNOOTSCHAP A. ALGEMEEN DEEL Koen Geens Gewoon hoogleraar Jan Ronse Instituut, K.U. Leuven Marieke Wyckaert Deeltijds

Nadere informatie

Deel 0 ALGEMEEN RECHT 13

Deel 0 ALGEMEEN RECHT 13 7 Deel 0 ALGEMEEN RECHT 13 1 ALGEMENE INLEIDING 15 1.1 Wat is recht? 15 1.2 Indelingen van het recht 16 A Privaatrecht publiekrecht 16 B Enkele andere indelingen 17 1.3 De bronnen van het recht 18 A Wetgeving

Nadere informatie

Aanloop tot wetswijziging

Aanloop tot wetswijziging De nieuwe Opstalwet FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Inleiding Wet van 10 januari 1824 over het recht

Nadere informatie

Concubinaat. De buitenhuwelijkse tweerelatie. Patrick Senaeve (ed.) Acco Leuven / Amersfoort

Concubinaat. De buitenhuwelijkse tweerelatie. Patrick Senaeve (ed.) Acco Leuven / Amersfoort Concubinaat De buitenhuwelijkse tweerelatie Patrick Senaeve (ed.) Met bijdragen van: Eric Dirix Jacques Herbots Walter Pintens Jan Roodhooft Patrick Senaeve Acco Leuven / Amersfoort INHOUD Patrick Senaeve

Nadere informatie

Inleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht en Procesrecht Larcier.. Inleiding... 1

Inleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht en Procesrecht Larcier.. Inleiding... 1 iii Inhoudstafel Inleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht en Procesrecht Larcier.. i Inleiding............................................... 1 Hoofdstuk I. Wanneer bestaat een dienstbaarheid ten

Nadere informatie

Inhoud Definitie Eigensoortige en gemengde overeenkomsten 19

Inhoud Definitie Eigensoortige en gemengde overeenkomsten 19 Woord vooraf 13 Inleiding 15 1. Belang van het algemeen verbintenissenrecht 15 2. Benoemde en onbenoemde overeenkomsten 15 2.1 Omschrijving 15 2.2 Benoemde overeenkomsten in het Burgerlijk Wetboek 16 2.3

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2017/XX Verenigingen en Stichtingen Verwerving door de erfpachthouder van het met een erfpacht bezwaard onroerend goed (verwerving tréfonds) Hereniging

Nadere informatie

INBRENG IN de besloten vennootschap: UNIVÉ HET ZUIDEN BEMIDDELING B.V. gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal)

INBRENG IN de besloten vennootschap: UNIVÉ HET ZUIDEN BEMIDDELING B.V. gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal) Blad 1 INBRENG IN de besloten vennootschap: UNIVÉ HET ZUIDEN BEMIDDELING B.V. gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal) Heden, ***, verscheen voor mij, mr. **, notaris te **: **, te dezen handelend als schriftelijk

Nadere informatie

Prijsclausules op het Kruispunt van Twee Werven. Marijke Roelants

Prijsclausules op het Kruispunt van Twee Werven. Marijke Roelants Prijsclausules op het Kruispunt van Twee Werven Marijke Roelants 1 KOOP-VERKOOP AANDELEN SPA = AANDELEN + PRIJS Art.1582 BW : Koop is een overeenkomst waarbij de ene partij zich verbindt om een zaak te

Nadere informatie

Fiscale aspecten bij éénmalige revisorale opdrachten

Fiscale aspecten bij éénmalige revisorale opdrachten Fiscale aspecten bij éénmalige revisorale opdrachten 03.12.2008 1 Inleiding INHOUD I. Inbreng in natura 1. Inbreng van losse bestanddelen - In hoofde van de inbrenger - In hoofde van de inbrenggenietende

Nadere informatie

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN PREAMBULE Erkennende dat ondanks de bestaande verschillen in de nationale familierechten er evenwel een

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2016/XX Vergoedingen aan bestuurders en werkende vennoten. Ontwerpadvies van 4 mei 2016

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2016/XX Vergoedingen aan bestuurders en werkende vennoten. Ontwerpadvies van 4 mei 2016 COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2016/XX Vergoedingen aan bestuurders en werkende vennoten Ontwerpadvies van 4 mei 2016 I. Algemeen 1. In onderhavig advies wordt de boekhoudkundige verwerking

Nadere informatie

Handelaars en ambachtslieden, nijveraars en landbouwers. 2

Handelaars en ambachtslieden, nijveraars en landbouwers. 2 www.vdvaccountants.be 7 1. DEFINITIES Om de omzetting van éénmanszaak tot vennootschap te begrijpen is het nodig om eerst enkele begrippen gedefinieerd te zien vanuit wettelijk perspectief. In dit hoofdstuk

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2012/17 - Erkenning van opbrengsten en kosten. Advies van 7 november 2012

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2012/17 - Erkenning van opbrengsten en kosten. Advies van 7 november 2012 COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2012/17 - Erkenning van opbrengsten en kosten Advies van 7 november 2012 I. Onderwerp van het advies 1. In het artikel 31, 1 van de Vierde Europese Richtlijn

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2016/15 Vergoedingen aan bestuurders en werkende vennoten. Advies van 7 september

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2016/15 Vergoedingen aan bestuurders en werkende vennoten. Advies van 7 september COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2016/15 Vergoedingen aan bestuurders en werkende vennoten Advies van 7 september 2016 1 I. Algemeen 1. In onderhavig advies wordt de boekhoudkundige verwerking

Nadere informatie

BENOEMDE OVEREENKOMSTEN

BENOEMDE OVEREENKOMSTEN BENOEMDE OVEREENKOMSTEN 1. Koop De koop is een overeenkomst waarbij een partij (de verkoper) zich ertoe verbindt dat de eigendom van een zaak over te dragen aan een andere partij (de koper), die zich op

Nadere informatie

Levering van goederen

Levering van goederen Wanneer is een levering van goederen aan BTW onderworpen? Artikel 2 W.BTW 1 levering van goederen en de diensten 2 geleverd onder bezwarende titel 3 door een belastingplichtige 4 in België Wetboek BTW

Nadere informatie

INBRENG IN de naamloze vennootschap: N.V. UNIVÉ HET ZUIDEN SCHADEVERZEKERINGEN, gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal)

INBRENG IN de naamloze vennootschap: N.V. UNIVÉ HET ZUIDEN SCHADEVERZEKERINGEN, gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal) Blad 1 INBRENG IN de naamloze vennootschap: N.V. UNIVÉ HET ZUIDEN SCHADEVERZEKERINGEN, gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal) Heden, ***, verscheen voor mij, mr. **, notaris te **: **, te dezen handelend

Nadere informatie

HOOFDSTUK I: DE LEER VAN DE INDELING VAN DE GOEDEREN 00

HOOFDSTUK I: DE LEER VAN DE INDELING VAN DE GOEDEREN 00 VII Inhoudsopgave VOORWOORD 00 INLEIDING 00 HOOFDSTUK I: DE LEER VAN DE INDELING VAN DE GOEDEREN 00 Afdeling 1 Roerende en onroerende goederen 00 1/ Belang van deze indeling 00 2/ Onroerende goederen 00

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE DEEL I : INBRENG IN NATURA EN QUASI-INBRENG. 0. Algemeen GB. 1. Inhoud GB Inbreng in natura GB. 1.2.

INHOUDSOPGAVE DEEL I : INBRENG IN NATURA EN QUASI-INBRENG. 0. Algemeen GB. 1. Inhoud GB Inbreng in natura GB. 1.2. INHOUDSOPGAVE DEEL I : INBRENG IN NATURA EN QUASI-INBRENG Verdeling Paginanr. I. INBRENG IN NATURA 0. Algemeen GB 1. Inhoud GB 1.1. Inbreng in natura GB 1.2. Quasi-inbreng GB 2. Begrip GB 1. Inbreng in

Nadere informatie

Fiscale aspecten bij éénmalige revisorale opdrachten. ViasDFK3 BEDRIJFSREVISOREN

Fiscale aspecten bij éénmalige revisorale opdrachten. ViasDFK3 BEDRIJFSREVISOREN Fiscale aspecten bij éénmalige revisorale opdrachten 1 ViasDFK3 BEDRIJFSREVISOREN INHOUD Inleiding I. Inbreng in natura 1. Inbreng van losse bestanddelen - In hoofde van de inbrenger - In hoofde van de

Nadere informatie

Inbrengrecht onroerend goed : 0,5 % of 10% Inbreng in natura gebeurt bij oprichting van een vennootschap of bij kapitaalverhoging.

Inbrengrecht onroerend goed : 0,5 % of 10% Inbreng in natura gebeurt bij oprichting van een vennootschap of bij kapitaalverhoging. Inbrengrecht onroerend goed : 0,5 % of 10% Inbreng in natura gebeurt bij oprichting van een vennootschap of bij kapitaalverhoging. Oprichters en aandeelhouders kunnen bepaalde goederen andere dan geld

Nadere informatie

Zakenrecht en zakelijke zekerheidsrechten

Zakenrecht en zakelijke zekerheidsrechten Zakenrecht en zakelijke zekerheidsrechten INLEIDING...1 HET ZAKENRECHT GESITUEERD BINNEN HET VERMOGENSRECHT...1 HET BELANG VAN HET ZAKENRECHT...2 BEGRIPPEN ZAAK GOED VERMOGEN...3 HOOFDSTUK 1: DE LEER VAN

Nadere informatie

Behoud of verlies van steun bij wijzigingen

Behoud of verlies van steun bij wijzigingen Behoud of verlies van steun bij wijzigingen 1 SITUERING 1.1 WAT? Om investeringssteun of overnamesteun te krijgen, moet worden voldaan aan verschillende voorwaarden. Deze voorwaarden moeten bij investeringssteun

Nadere informatie

Recht P2 Auteur: Lydia Janssen

Recht P2 Auteur: Lydia Janssen Recht P2 Auteur: Lydia Janssen Ondernemingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid Eenmanszaak Maatschap VOF (CV) Ondernemingsvormen met rechtspersoonlijkheid (2:3 BW) BV NV (vereniging, coöperatie, OWM, stichting)

Nadere informatie

Inhoud WOORD VOORAF 3. Deel 1 INLEIDING TOT HET RECHT 13

Inhoud WOORD VOORAF 3. Deel 1 INLEIDING TOT HET RECHT 13 5 WOORD VOORAF 3 Deel 1 INLEIDING TOT HET RECHT 13 1 ALGEMENE INLEIDING 15 1.1 Verantwoording 15 1.2 Het begrip recht 16 1.2.1 Algemeen 16 1.2.2 Een geheel van algemeen geldende normatieve regels 17 1.2.3

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Federale Overheidsdienst Financiën Onderwerp Voorafgaande beslissing 400.374. Interest. Afkoopwaarde. Kapitaal. Levensverzekering. Beleggingsfonds. Datum 21 april 2005 Copyright and disclaimer

Nadere informatie

KNELPUNTEN VERKOOP ONROEREND GOED

KNELPUNTEN VERKOOP ONROEREND GOED KNELPUNTEN VERKOOP ONROEREND GOED REEKS KNELPUNTEN CONTRACTENRECHT BERNARD TILLEMAN Gewoon hoogleraar K.U.Leuven/KULAK ALAIN VERBEKE Gewoon Hoogleraar K.U.Leuven & Universiteit Tilburg Advocaat te Brussel

Nadere informatie

Inhoudsopgave DEEL 1 INLEIDENDE BEGRIPPEN DEEL 2 ASPECTEN UIT HET BURGERLIJK RECHT

Inhoudsopgave DEEL 1 INLEIDENDE BEGRIPPEN DEEL 2 ASPECTEN UIT HET BURGERLIJK RECHT Inhoudsopgave DEEL 1 INLEIDENDE BEGRIPPEN HOOFDSTUK 1: INDELING VAN HET RECHT 3 1.1. Het publiekrecht 4 1.1.1. Het staatsrecht 4 1.1.2. Het administratief recht 5 1.1.3. Het strafrecht 6 1.1.4. Het fiscaal

Nadere informatie

Commissie publiceert overzichtsadvies over zakelijke rechten op onroerende goederen Deel 1 : Vruchtgebruik

Commissie publiceert overzichtsadvies over zakelijke rechten op onroerende goederen Deel 1 : Vruchtgebruik Commissie publiceert overzichtsadvies over zakelijke rechten op onroerende goederen Deel 1 : Vruchtgebruik Prof. dr. Stijn Goeminne, Vakgroep Public Governance, Management & Finance, Universiteit Gent.

Nadere informatie

INHOUD. Deel I. Privaatrechtelijke aspecten... 1

INHOUD. Deel I. Privaatrechtelijke aspecten... 1 Deel I. Privaatrechtelijke aspecten..... 1 Hoofdstuk 1. Wettelijk kader van het samenwonen.... 3 1. Wet inwerkingtreding......... 5 2. Civielrechtelijk begrip wettelijke samenwoning..... 5 3. Verklaring

Nadere informatie

De aandeelhouders samen zullen in deze situatie ( x 10%) registratierechten verschuldigd zijn die zij uit eigen zak moeten betalen.

De aandeelhouders samen zullen in deze situatie ( x 10%) registratierechten verschuldigd zijn die zij uit eigen zak moeten betalen. Naar aanleiding van de nakende verhoging van de roerende voorheffing op de liquidatiebonus, overwegen heel wat bedrijfsleiders om hun vennootschap te ontbinden en te vereffenen. Zij hebben nog tot en met

Nadere informatie

Inhoud. Inhoud... Titel 1. Juridische aspecten... 1. Hoofdstuk 1. Algemeen... 1

Inhoud. Inhoud... Titel 1. Juridische aspecten... 1. Hoofdstuk 1. Algemeen... 1 p. Inhoud... V Titel 1. Juridische aspecten.... 1 Hoofdstuk 1. Algemeen... 1 Hoofdstuk 2. Algemene beschouwingen over de schenking onder de levenden... 2 Afdeling 1. Definitie...... 2 Afdeling 2. Grondvereisten

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2017/14 Verenigingen en Stichtingen Verwerving door de erfpachthouder van het met een erfpacht bezwaard onroerend goed (verwerving tréfonds) Hereniging

Nadere informatie

NIEUWE REGELS voor de RECHTSTREEKSE VORDERING EN HERVORMING van het EIGENDOMSVOORBEHOUD

NIEUWE REGELS voor de RECHTSTREEKSE VORDERING EN HERVORMING van het EIGENDOMSVOORBEHOUD pandrecht NIEUWE REGELS voor de RECHTSTREEKSE VORDERING EN HERVORMING van het EIGENDOMSVOORBEHOUD De regels omtrent de zakelijke zekerheden* zijn lang achterhaald. Door het groot aantal voorrechten werd

Nadere informatie

Inhoud. INLEIDING... v. 1. WETTELIJKE CONTEXT Europa België... 1

Inhoud. INLEIDING... v. 1. WETTELIJKE CONTEXT Europa België... 1 INLEIDING................................................................ v 1. WETTELIJKE CONTEXT.................................................. 1 1.1. Europa.................................................................

Nadere informatie

1. Wettelijke context Europa België Vennootschap... 3

1. Wettelijke context Europa België Vennootschap... 3 Inhoud 1. Wettelijke context... 1 1.1. Europa... 1 1.2. België... 1 2. Vennootschap... 3 2.1. Begrip... 3 2.1.1. Algemeen... 3 2.1.2. Afwijkende bepalingen... 4 2.2. Categorieën van vennootschappen...

Nadere informatie

Een standpunt over de burgerlijke aansprakelijkheid van bestuurders van een V.Z.W. in de sportwereld

Een standpunt over de burgerlijke aansprakelijkheid van bestuurders van een V.Z.W. in de sportwereld www.vdelegal.be Een standpunt over de burgerlijke aansprakelijkheid van bestuurders van een V.Z.W. in de sportwereld Brussel, 24 november 2003 Johan VANDEN EYNDE Advocaat Vanden Eynde Legal Avenue de la

Nadere informatie

Commissie "Code en Vooruitzichten"

Commissie Code en Vooruitzichten Commissie Doc: a056003 Tijdschrift: 56 p. 26 Datum: 18/01/1992 Origine: NR Thema's: Code van geneeskundige plichtenleer (Interpretatie van de-) Vennootschappen tussen artsen en met niet-artsen Commissie

Nadere informatie

De registratierechten in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest

De registratierechten in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest 1 De registratierechten in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest Deel 6 3.1.8 Korting (abattement) op de heffingsgrondslag in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest A Algemeen Voor aankopen van onroerende

Nadere informatie

Inleiding. 1 Plaatsbepaling en definitie burgerlijk recht

Inleiding. 1 Plaatsbepaling en definitie burgerlijk recht I Inleiding 1 Plaatsbepaling en definitie burgerlijk recht Burgerlijk recht Het burgerlijk recht, ook wel aangeduid als privaatrecht of civiel recht, regelt de juridische betrekkingen tussen burgers onderling.

Nadere informatie

ALGEMENE INHOUDSTAFEL

ALGEMENE INHOUDSTAFEL VOORWERK 5 ALGEMENE INHOUDSTAFEL (Deze inhoudstafel geeft weer welke artikelen reeds becommentarieerd zijn.) Wetboek van vennootschappen (Wet van 7 mei 1999, B.S. 6 augustus 1999 (tweede uitg.)) Boek I.

Nadere informatie

1 Huurrecht is burgerlijk recht

1 Huurrecht is burgerlijk recht 1 Huurrecht is burgerlijk recht 1.1 Personen Om het huurrecht goed te kunnen positioneren, is het van belang vast te stellen dat huurrecht onderdeel uitmaakt van het burgerlijk recht. Grof gezegd bestaat

Nadere informatie

Knelpunten Verkoop onroerend [vol]

Knelpunten Verkoop onroerend [vol] 24-01-2007 14:04 Pagina 1 Knelpunten Contractenrecht Boek - Knelpunten verkoop onroerend goed Ook al komt de verkoop van onroerend goed in de juridische praktijk haast dagelijks voor, toch is deze overeenkomst

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2016/15 Vergoedingen aan bestuurders en werkende vennoten. Advies van 7 september 2016

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2016/15 Vergoedingen aan bestuurders en werkende vennoten. Advies van 7 september 2016 COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2016/15 Vergoedingen aan bestuurders en werkende vennoten Advies van 7 september 2016 1 I. Algemeen II. Boekhoudkundige verwerking A. 618 Bezoldigingen,

Nadere informatie

DE VERPLICHTING TOT REGISTRATIE...

DE VERPLICHTING TOT REGISTRATIE... Registratierechten 1. INLEIDING...2 A. OMSCHRIJVING...2 B. DRIE SOORTEN REGISTRATIERECHTEN...2 1 Het algemeen vast recht ( 25)...2 2 Specifieke vaste rechten...2 3 Evenredige rechten...2 2. DE VERPLICHTING

Nadere informatie

DE CONTRACTUELE MODULERING VAN DE GEBRUIKS- EN BESCHIKKINGSBEVOEGDHEDEN VAN DE VRUCHTGEBRUIKER Ruud Jansen en Koen Swinnen... 51

DE CONTRACTUELE MODULERING VAN DE GEBRUIKS- EN BESCHIKKINGSBEVOEGDHEDEN VAN DE VRUCHTGEBRUIKER Ruud Jansen en Koen Swinnen... 51 INHOUD DE KWALIFICATIE VAN HET RECHT VAN VRUCHTGEBRUIK: CONTRACTUELE MOGELIJKHEDEN EN AFBAKENING TEGENOVER OPSTAL, ERFPACHT EN HUUR Nicolas Carette en Julie Del Corral.............................. 1 I.

Nadere informatie

NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN

NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN Dit nieuwsbericht is enkel voor informatie doeleinden bestemd. Ondanks het feit dat aan dit nieuwsbericht de gebruikelijke zorg is besteed,

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN OMMISSIE VOOR OEKHOUDKUNDIGE NORMEN N Advies 2009/8 De boekhoudkundige verwerking van splitsingen Advies van 15 juli 2009 Trefwoorden Splitsing Inhoudsopgave I. INLEIDING II. OEKHOUDKUNDIGE VERWERKING

Nadere informatie

TERBESCHIKKINGSTELLING VAN ONROERENDE GOEDEREN. GRONDIGE ANALYSE VAN ENKELE RECHTSFIGUREN

TERBESCHIKKINGSTELLING VAN ONROERENDE GOEDEREN. GRONDIGE ANALYSE VAN ENKELE RECHTSFIGUREN TERBESCHIKKINGSTELLING VAN ONROERENDE GOEDEREN. GRONDIGE ANALYSE VAN ENKELE RECHTSFIGUREN TERBESCHIKKINGSTELLING VAN ON- ROERENDE GOEDEREN. GRONDIGE ANALYSE VAN ENKELE RECHTSFIGUREN N. VANDEBEEK Advocaat

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE ADLOCUTIO ROGERUM DILLEMANS HONORIFICANS FAMILIAAL VERMOGENSBEHEER IN RECENTE NATIONALE EN EUROPESE RECHTSPRAAK

INHOUDSOPGAVE ADLOCUTIO ROGERUM DILLEMANS HONORIFICANS FAMILIAAL VERMOGENSBEHEER IN RECENTE NATIONALE EN EUROPESE RECHTSPRAAK INHOUDSOPGAVE ADLOCUTIO ROGERUM DILLEMANS HONORIFICANS... v FAMILIAAL VERMOGENSBEHEER IN RECENTE NATIONALE EN EUROPESE RECHTSPRAAK Walter PINTENS...1 I. Inleiding...3 II. Huwelijksvoordelen...4 1. Artikel

Nadere informatie

Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, titel III, hoofdstuk II, afdeling III, onderafdeling 4. Ondernemingen die investeren in een raamovereenkomst voor de productie van een audiovisueel werk Art. 194ter.

Nadere informatie

Handboek Estate Planning Bijzonder Deel... Voorwoord... De auteurs... Verkrijgingen door de langstlevende echtgenoot via huwelijkcontract...

Handboek Estate Planning Bijzonder Deel... Voorwoord... De auteurs... Verkrijgingen door de langstlevende echtgenoot via huwelijkcontract... Inhoudsopgave Handboek Estate Planning Bijzonder Deel..................... Voorwoord.............................................. De auteurs............................................... i iii v DEEL

Nadere informatie

Voorstel van decreet. van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij. 367 ( ) Nr. 1 9 februari 2010 ( )

Voorstel van decreet. van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij. 367 ( ) Nr. 1 9 februari 2010 ( ) stuk ingediend op 367 (2009-2010) Nr. 1 9 februari 2010 (2009-2010) Voorstel van decreet van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij houdende wijziging van artikel 159

Nadere informatie

Onderwerp. Copyright and disclaimer

Onderwerp. Copyright and disclaimer Onderwerp Ontvangen reacties op ontwerp-advies 126/18 Aanschaffingswaarde bij inbreng in natura Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen kan zijn

Nadere informatie

COMMISIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2015/3 - Verplichting tot opstelling en publicatie van de jaarrekening door de inbrengende vereniging in het kader van een pseudo-fusie Advies van 8 juli

Nadere informatie

Ontbinding en vereffening

Ontbinding en vereffening Ontbinding en vereffening Art. 208-214 Situering TITEL III : VENNOOTSCHAPSBELASTING Art. 179-219bis HOOFDSTUK I : AAN DE BELASTING ONDERWORPEN VENNOOTSCHAPPEN Art. 179-182 HOOFDSTUK II : GRONDSLAG VAN

Nadere informatie

Aspecten van de aansprakelijkheid van de vennoten onderling en jegens derden in titel 7.13

Aspecten van de aansprakelijkheid van de vennoten onderling en jegens derden in titel 7.13 Aspecten van de aansprakelijkheid van de vennoten onderling en jegens derden in titel 7.13 M r. J. A. H e u r k e n s * Inleiding Gezien de uitgesproken verwachting van de staatssecretaris van Justitie,

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2017/14 Verenigingen en Stichtingen Verwerving door de erfpacht-houder van het met een erfpacht bezwaard onroerend goed (verwerving tréfonds) Hereniging

Nadere informatie

Hoofdstuk I. Algemene inleiding 15

Hoofdstuk I. Algemene inleiding 15 Voorwoord 13 Hoofdstuk I. Algemene inleiding 15 Afdeling 1. Het privaatrecht, wat is dat? 15 1. Objectief recht vs. subjectief recht 15 I. Algemeen 15 II. Objectieve benadering het objectief recht 15 III.

Nadere informatie

algemene verkoopsvoorwaarden

algemene verkoopsvoorwaarden algemene verkoopsvoorwaarden 1. 2. Onderhavige voorwaarden zijn van toepassing op alle rechtshandelingen en rechtsverhoudingen tussen MASTERmail en de opdrachtgever tenzij uitdrukkelijk en schriftelijk

Nadere informatie

WELKE JAS DRAAGT UW BEDRIJF? (UITGAVE 2012)

WELKE JAS DRAAGT UW BEDRIJF? (UITGAVE 2012) WELKE JAS DRAAGT UW BEDRIJF? (UITGAVE 2012) Met jas bedoelen wij het juridische jasje, oftewel de rechtsvorm. Inleiding Het Nederlandse recht kent (onder meer) de volgende rechtsvormen: 1. eenmanszaak;

Nadere informatie

Voor de beantwoording van deze vraag is het van belang om het privaatrecht van het publiekrecht te onderscheiden.

Voor de beantwoording van deze vraag is het van belang om het privaatrecht van het publiekrecht te onderscheiden. Bijlage bij DB/ AB-voorstel project Duikwrak Grevelingen In de vergadering van 1 juli 2010 heeft het DB van het Natuur- en Recreatieschap De Grevelingen kennis genomen van de voortgang van het project

Nadere informatie

Enige aspecten van de kwalitatieve verbintenis

Enige aspecten van de kwalitatieve verbintenis Enige aspecten van de kwalitatieve verbintenis Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Radboud Universiteit Nijmegen op gezag van de rector magnificus prof. mr. S.C.J.J. Kortmann, volgens

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/94 betreffende het vrijstellingsmechanisme in de internationale belastingverdragen

Circulaire 2018/C/94 betreffende het vrijstellingsmechanisme in de internationale belastingverdragen Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/94 betreffende het vrijstellingsmechanisme in de internationale belastingverdragen Samenvatting : Deze circulaire beschrijft het mechanisme dat de woonstaat hanteert

Nadere informatie

Inbreng in natura en quasi-inbreng

Inbreng in natura en quasi-inbreng ~-------------_._----------~ SEMINARIE Deel 2: Slides Inbreng in natura en quasi-inbreng voorgesteld door de heer G. BATS 24 juni 2002 HOTEL ABBEY, Grimbergen Instituut der en Arenbergstraat 13 1000 BRUSSEL

Nadere informatie

GROEPSVERZEKERINGEN EN HET HUWELIJKSVERMOGENSRECHT

GROEPSVERZEKERINGEN EN HET HUWELIJKSVERMOGENSRECHT GROEPSVERZEKERINGEN EN HET HUWELIJKSVERMOGENSRECHT 1. De artikelen 127 en 128 van de Wet van 25 juni 1992 op de Landverzekeringsovereenkomst (WLVO) stelden eertijds het volgende: Artikel 127 WLVO: De aanspraken,

Nadere informatie

De Bibliotheek Handelsrecht Larcier... Voorwoord bij de Reeks Vennootschaps- en Financieel Recht... Afdeling 1. Begrip due diligence...

De Bibliotheek Handelsrecht Larcier... Voorwoord bij de Reeks Vennootschaps- en Financieel Recht... Afdeling 1. Begrip due diligence... v De Bibliotheek Handelsrecht Larcier................................. Voorwoord bij de Reeks Vennootschaps- en Financieel Recht.............. i iii HOOFDSTUK I. HET BEGRIP DUE DILIGENCE, INLEIDING EN

Nadere informatie

Inbreng in een Belgische vennootschap door een niet-europese vennootschap van haar Belgische vaste inrichting (filialisering) (art.

Inbreng in een Belgische vennootschap door een niet-europese vennootschap van haar Belgische vaste inrichting (filialisering) (art. 350 HOOFDSTUK 1 Inbreng in een Belgische vennootschap door een niet-europese vennootschap van haar Belgische vaste inrichting (filialisering) (art. 231, 3 WIB 1992) AFDELING 1 Begripsomschrijving en situatieschets

Nadere informatie

DE VEREFFENING VAN DE BVBA EN DE NV

DE VEREFFENING VAN DE BVBA EN DE NV DE VEREFFENING VAN DE BVBA EN DE NV J. LAMBRECHTS Juridisch adviseur-bedrijfsjurist 2007 a Wolters Kluwer business Voorwoord 1 Hoofdstuk 1. Begripsomschrijving 3 Hoofdstuk 2. Wanneer moet een BVBA/NV vereffend

Nadere informatie

BRUS. Gislenus BATS Ere-bedrijfsrevisor. ~~I~D. bergstr

BRUS. Gislenus BATS Ere-bedrijfsrevisor. ~~I~D. bergstr ~~I~D. bergstr BRUS EN Gislenus BATS Ere-bedrijfsrevisor Niets uit deze opgave, inclusief de specifieke vormgeving, mag door middel van elektronische of andere middelen, met inbegrip van automatische informatiesystemen,

Nadere informatie

B89 Bruikleen, verbruikleen en geldlening

B89 Bruikleen, verbruikleen en geldlening MONOGRAFIEËN BW B89 Bruikleen, verbruikleen en geldlening Mr. J.G. [Notaris te a Deventer - 2012 business INHOUDSOPGAVE Voorwoord / V Afkortingenlijst / XIII lijst van verkort aangehaalde literatuur /

Nadere informatie

HOOFDELIJKHEID IN DE GEMEENTELIJKE BELASTINGREGLEMENTEN

HOOFDELIJKHEID IN DE GEMEENTELIJKE BELASTINGREGLEMENTEN HOOFDELIJKHEID IN DE GEMEENTELIJKE BELASTINGREGLEMENTEN Op grond van de gemeentelijke e autonomie mogen de gemeenten bepalen wie de belastingen die zij invoeren, moet betalen. Om de inning van deze belastingen

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 Bronnen van het vennootschapsrecht

HOOFDSTUK 1 Bronnen van het vennootschapsrecht DEEL 1 Inleiding 25 HOOFDSTUK 1 Bronnen van het vennootschapsrecht HOOFDSTUK 1 Bronnen van het vennootschapsrecht 1 Europese bronnen Het Belgische recht wordt al decennialang op ingrijpende wijze door

Nadere informatie

Artikel 60bis tot 60bis/3 van het Wetboek der Successierechten

Artikel 60bis tot 60bis/3 van het Wetboek der Successierechten Artikel 60bis tot 60bis/3 van het Wetboek der Successierechten (van toepassing vanaf 01.01.2017) Artikel 60bis 1. In afwijking van de artikelen 48 en 48², worden het successierecht en het recht van overgang

Nadere informatie

BELEGGINGSFONDSEN NAAR BURGERLIJK RECHT

BELEGGINGSFONDSEN NAAR BURGERLIJK RECHT BELEGGINGSFONDSEN NAAR BURGERLIJK RECHT EEN WETENSCHAPPELIJKE PROEVE OP HET GEBIED VAN DE RECHTSGELEERDHEID PROEFSCHRIFT TER VERKRIJGING VAN DE GRAAD VAN DOCTOR AAN DE RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN OP

Nadere informatie

Inhoud INLEIDING... 1 HOOFDSTUK 1. VERKOOPRECHTEN... 17

Inhoud INLEIDING... 1 HOOFDSTUK 1. VERKOOPRECHTEN... 17 Inhoud INLEIDING.................................................................... 1 HOOFDSTUK 1. VERKOOPRECHTEN.......................................................... 17 1. Wat is een verkoop?......................................................

Nadere informatie

Commissie publiceert overzichtsadvies over zakelijke rechten op onroerende goederen Deel 2 : Opstalrecht

Commissie publiceert overzichtsadvies over zakelijke rechten op onroerende goederen Deel 2 : Opstalrecht Commissie publiceert overzichtsadvies over zakelijke rechten op onroerende goederen Deel 2 : Opstalrecht Prof. dr. Stijn Goeminne, Vakgroep Public Governance, Management & Finance, Universiteit Gent. De

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR OEKHOUDKUNDIGE NORMEN CN advies 2009/11 De boekhoudkundige verwerking van partiële splitsingen Advies van 16 september 2009 Trefwoorden Partiële splitsing Inhoudsopgave I. INLEIDING II.

Nadere informatie

Auteur. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum Auteur FOD Financiën Onderwerp 19 vragen en antwoorden omtrent de fiscale aftrek voor de enige eigen woning Datum februari 2005 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit

Nadere informatie

Luc Saliën Collegelid dienst Voorafgaande beslissingen in fiscale zaken (DVB)

Luc Saliën Collegelid dienst Voorafgaande beslissingen in fiscale zaken (DVB) Luc Saliën Collegelid dienst Voorafgaande beslissingen in fiscale zaken (DVB) Transactie waarbij erfpachtrecht wordt overgedragen aan partij X, direct gevolgd door de verkoop van het bezwaarde eigendomsrecht

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2017/XX Onbeperkt aansprakelijk vennoot: vermeldingen in de jaarrekening

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2017/XX Onbeperkt aansprakelijk vennoot: vermeldingen in de jaarrekening COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2017/XX Onbeperkt aansprakelijk vennoot: vermeldingen in de jaarrekening Ontwerpadvies van 31 mei 2017 I. Inleiding 1. Wanneer een vennootschap onbeperkt

Nadere informatie

VRUCHTGEBRUIK. Mogelijkheden, beperkingen en innovaties. Vincent Sagaert Alain-Laurent Verbeke (eds.) Antwerpen Cambridge

VRUCHTGEBRUIK. Mogelijkheden, beperkingen en innovaties. Vincent Sagaert Alain-Laurent Verbeke (eds.) Antwerpen Cambridge VRUCHTGEBRUIK VRUCHTGEBRUIK Mogelijkheden, beperkingen en innovaties Vincent Sagaert Alain-Laurent Verbeke (eds.) Antwerpen Cambridge Editors: Vincent Sagaert, Hoogleraar KU Leuven, KULAK en UA Advocaat

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 1-6 Europese economische samenwerkingsverbanden en economische samenwerkingsverbanden

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 1-6 Europese economische samenwerkingsverbanden en economische samenwerkingsverbanden COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 1-6 Europese economische samenwerkingsverbanden en economische samenwerkingsverbanden De Europese Ministerraad hechtte op 25 juli 1985 zijn goedkeuring

Nadere informatie

VERTALING. Artikel 2 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door het volgende :

VERTALING. Artikel 2 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door het volgende : VERTALING Aanvullende Overeenkomst tot wijziging van de Overeenkomst en tot opheffing van het Protocol tussen het Koninkrijk België en de Republiek Korea tot het vermijden van dubbele belasting en tot

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL BOEK II. ZAKENRECHT... 1 TITEL I ZAKEN IN HET ALGEMEEN... 3. Inleiding... 3

INHOUDSTAFEL BOEK II. ZAKENRECHT... 1 TITEL I ZAKEN IN HET ALGEMEEN... 3. Inleiding... 3 INHOUDSTAFEL BOEK II. ZAKENRECHT.... 1 TITEL I ZAKEN IN HET ALGEMEEN.... 3 Inleiding.... 3 Hoofdstuk I. Onderscheid der goederen.... 4 Afdeling I. Belangrijkste indelingen.... 4 Afdeling II. Roerende en

Nadere informatie

DE OVERGANG ONDER LEVENDEN OM NIET VAN ROERENDE GOEDEREN DE VORM VAN EEN SCHENKING

DE OVERGANG ONDER LEVENDEN OM NIET VAN ROERENDE GOEDEREN DE VORM VAN EEN SCHENKING DE OVERGANG ONDER LEVENDEN OM NIET VAN ROERENDE GOEDEREN DE VORM VAN EEN SCHENKING De wettelijke vorm om een schenking te doen is de notariële akte. De uitzonderingen op dit principe zijn onder andere:

Nadere informatie

Begripsbepaling H OOFDSTUK

Begripsbepaling H OOFDSTUK H OOFDSTUK Begripsbepaling I 1. WETTELIJKE DEFINITIE Artikel 1075 van het Belgisch Burgerlijk Wetboek (hierna BW) bepaalt: De vader, de moeder en andere bloedverwanten in de opgaande lijn kunnen hun goederen

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies Omrekening van kapitaal bij grensoverschrijdende fusies

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies Omrekening van kapitaal bij grensoverschrijdende fusies COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN Omrekening van kapitaal bij grensoverschrijdende fusies Advies van 16 december 2009 I. INLEIDING De Belgische wetgever heeft de grensoverschrijdende fusie, voorzien

Nadere informatie

RECHTSLEER ENKELE VERDUIDELIJKINGEN I.V.M. ARTIKEL 60 W. VENN. 1. Het arrest van het Hof van Cassatie van 14 september 2000

RECHTSLEER ENKELE VERDUIDELIJKINGEN I.V.M. ARTIKEL 60 W. VENN. 1. Het arrest van het Hof van Cassatie van 14 september 2000 ENKELE VERDUIDELIJKINGEN I.V.M. ARTIKEL 60 W. VENN. 1. Het arrest van het Hof van Cassatie van 14 september 2000 1.1. Feiten en antecedenten De casus die aan het Hof van Cassatie is voorgelegd, betreft

Nadere informatie

College 1: Algemene inleiding:

College 1: Algemene inleiding: College 1: Algemene inleiding: Het vak goederenrecht omvat veel stof; deze kan vanwege de beschikbare tijd niet uitvoerig in de lessen behandeld worden. Ook de jurisprudentie zal niet uitvoerig aan de

Nadere informatie

Vennootschapsrecht in België

Vennootschapsrecht in België Harald De Muynck Kevin De Muynck Vennootschapsrecht in België EDITIE 2015 Academia Press P. Van Duyseplein 8 9000 Gent Tel. 09/233 80 88 Fax 09/233 14 09 Info@academiapress.be www.academiapress.be Uitgeverij

Nadere informatie

De VLAAMSE RAAD heeft aangenomen en Wij, EXECUTIEVE, bekrachtigen hetgeen volgt:

De VLAAMSE RAAD heeft aangenomen en Wij, EXECUTIEVE, bekrachtigen hetgeen volgt: De VLAAMSE RAAD heeft aangenomen en Wij, EXECUTIEVE, bekrachtigen hetgeen volgt: Artikel 1 Dit decreet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 107quater van de Grondwet. Artikel 2 Bij het Ministerie

Nadere informatie

De Nieuwe Pandwet: Het pand, het eigendomsvoorbehoud & het retentierecht

De Nieuwe Pandwet: Het pand, het eigendomsvoorbehoud & het retentierecht De Nieuwe Pandwet: Het pand, het eigendomsvoorbehoud & het retentierecht FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be

Nadere informatie

De formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed.

De formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed. Korte handleiding bijeenkomst 5. Overdracht van goederen. 3:83 en volgende BW Definitie overdracht: rechtsovergang van het ene rechtssubject naar het andere op basis van een een levering. Overdracht is

Nadere informatie