Telefonisch onthaal en mobiele functie 2A HERMESplus in cijfers - Werkjaar 2014

Transcriptie

1 Telefonisch onthaal en mobiele functie 2A HERMESplus in cijfers - Werkjaar 2014 In 2014 registreerden het telefonisch onthaal en de mobiele functie 2A van het netwerk HERMESplus samen 351 aanvragen. 136 (39%) aanvragen werden behandeld door het telefonisch onthaal en 215 (61%) aanvragen resulteerden in een verdere begeleiding door de mobiele functie 2A. Het telefonische onthaal De medewerkers van het van het telefonisch onthaal verstrekken niet enkel informatie maar verlenen ook adviesgesprekken met het oog op een oriëntatie naar de betrokken partnerorganisatie die het probleem verder opneemt. Deze adviesgesprekken bestaan vaak uit verschillende gesprekken. Eén vierde van deze aanvragen komen van families of naasten. Eén op vijf aanvragen komen van de eerstelijnsdiensten (sociale diensten gemeenten, ocmw s,.). Vervolgens vormen de huisartsen en wijkgezondheidscentra, de psychiatrische ziekenhuizen en paaz-afdelingen de grootste groep van aanvragers (respectievelijk 16% en 1). De mobiele functie 2A DE VERWIJZERS Zoals ook in 2013, komen ongeveer 1/3 van de verwijzingen van de familie of de directe omgeving van de persoon. 64% van deze hulpvragen gesteld door de familie of het directe netwerk, betreffen hulpvragen voor mannen (= de partner of zoon). Vervolgens komen de meeste verwijzingen van de eerste lijn (sociale diensten gemeenten, OCMW s, ), de sector voor hulp aan thuislozen en de eerstelijnsgezondheidszorg (wijkgezondheidscentrum en huisarts). 7 van alle aanvragen komt van persoon of een organisatie die niet gespecialiseerd is in geestelijke gezondheidszorg. Het aantal aanmeldingen vanuit zowel de ambulante als residentiële GGZ zijn betrekkelijk laag. Uit de contacten die we hebben met de andere erkende projecten Psy107 blijkt dat heel wat verwijzingen voor hun mobiele equipes 2A en 2B gebeuren vanuit de residentiële geestelijke gezondheidszorgsector. In 2014 merken we een klein aantal aanvragen vanuit de sectoren psychiatrische thuiszorg en de hulpverlening aan adolescenten. Dit is nieuw in vergelijking met 2013.

2 2 % aanvragen per sector voor mobiele functie 2a % demandes par secteur fonction mobile 2a hôpital psy/paaz psychiatrisch ziekenhuis/paaz soins psy domicile psychiatrische thuiszorg service de santé mentale centrum geestelijke gezondheidszorg (CGG) autre andere 7% inconnu 6% 1% 34% famille, proches familie, naasten aide aux sans-abris hulp aan thuis- en daklozen 13% médecin/maison médicale wijkgezondheidscentrum/geneesheer 10% 19% cpas/service social première ligne ocmw/sociale diensten eerste lijn HET PROFIEL VAN DE PERSONEN IN BEGELEIDING De personen waarvoor de begeleiding door de mobiele functie 2A gebeurt, verblijven in de gemeenten die gesitueerd zijn in het noorden, het westen en het zuiden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het betreft een uitgestrekt werkingsgebied met een hoge bevolkingsdensiteit voor een mobiele functie van 3 voltijds equivalenten. Echter, de organisatie van het team en de verplaatsingsmogelijkheden via het openbaar vervoer laten toe om op zeer korte tijd (een eerste contact heeft plaats binnen de 24 uur) ter plaatse te zijn in de omgeving waar de persoon verblijft. Maandelijks werden in 2014 telkens meer dan 10 nieuwe begeleidingen opgestart.

3 3 % Demandes par commune % Aanvragen per gemeente Jette 5,1% Ganshoren 1,4% Berchem S.Ag.1,9% Molenbeek 12,6% Koekelberg Bruxelles 29,8% Schaerbeek 3,3% Evere Anderlecht 10,2% St-Gilles 6% Forest Ix-7% 2,8% Ixelles 7% Etterbeek Woluwe-St-Pierre Auderghem 0% 9% SDF 2,3% inconnu Uccle 3,2% Watermael- Boitsfort 3,7% source : asbl HERMESplus, 2014 De overgrote meerderheid van de personen waarvoor de begeleiding wordt opgestart verblijven in de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gekenmerkt door een sociaal-ruimtelijke dualiteit (Brussel, Sint-Jans-Molenbeek, Anderlecht). 68% van de personen zijn woonachtig of verblijven in buurten met een typologie van zware achterstelling op vlak van inkomen, opleiding, tewerkstelling en huisvesting (n= 87 personen op 127 geregistreerde verblijfplaatsen). % % par âge et par sexe % aanvragen per leeftijd en geslacht % hommes/mannen % femmes/vrouwen ANS, JAAR inconnu

4 4 Zowel in 2013 als in 2014 gebeurden meer dan de helft van de begeleidingen voor mannen (58% in 2013 en 5 in 2014). De personen die een beroep doen op de mobiele functie hebben voornamelijk een jonge leeftijds-structuur. Mode de vie - Levenswijze SDF dakloos inconnu 10% 9% logements collectifs collectieve woonvormen 4% 4 seul alleen en famille in familieverband 32% Meer dan de helft woont alleen van wie 9% dakloos zijn.

5 5 Hospitalisation - Hospitalisatie Hospitalisation dans un hôpital psychiatrique ou un service psychiatrique d un hôpital général Hospitalisatie in een psychiatrisch ziekenhuis of een PAAZ plus de 6 mois meer dan 6 maand 30% 13% inconnu 36% pas - geen moins de 6 mois minder dan 6 maand 21% Een opmerkelijk gegeven is dat 1 op de 5 hulpvragers een hospitalisatie van minder dan 6 maanden geleden achter de rug heeft. Meer dan 50% is bekend in de residentiële psychiatrie. DE BEGELEIDING WORDT OPGESTART IN SAMENWERKING MET EEN PARTNER-ORGANISATIE Voor het opstarten van de begeleiding wordt samengewerkt met een partnerorganisatie voornamelijk uit de omgeving van de persoon. 16% van de eerste contacten gebeuren samen met een sociale dienst uit de eerste lijn, 1 in samenwerking met de eerstelijnsgezondheidszorgverstrekker (wijkgezondheidscentrum of huisarts), en 12% met een centrum voor geestelijke gezondheidszorg. Voor 1/3 van de hulpaanvragen wordt niet onmiddellijk een partner-organisatie gevonden in de omgeving van de persoon om de begeleiding mee op te starten. Tijdens de vooropgestelde begeleidingstermijn van 30 dagen wordt dan in overleg met de persoon en afhankelijk van de situatie actief gezocht naar een partner-organisatie die de begeleiding verder kan opnemen.

6 6 DE ORIËNTATIES Meer dan één derde van de begeleidingen wordt verder opgevolgd door een hulpverleningsorganisatie vanuit de functie 2B. Dit zijn hulpverleningsorganisaties die mobiele en ambulant georganiseerde zorg verstrekken. De centra voor geestelijke gezondheidszorg vormen hier de grootste groep waar naar georiënteerd wordt. Voor één op de vijf begeleidingen is er een verwijzing naar een psychiatrisch ziekenhuis. Orientation de l équipe mobile 2a Oriënteringen naar andere diensten 2a serv. tox. toxicomanie hulpverl. autres andere 6% inconnu / 12% 6% arrêt en concertation stopzetting in overleg solution famille oplossing in familie F4 20% F1 1 8% première ligne / eerstelijn 7% mais. méd/méd. généraliste wijkgezondheidscentrum/huisarts F2b 31% 17% CSM / CGG 7% soins psy domicile psychiatrische thuiszorg aide sans abris hulp aan thuis- en daklozen 2% concertation soins overleg en coördinatie van zorg Ruim één op vijf oriëntaties resulteren aan het einde van de begeleiding in een advies naar de persoon zelf of zijn familie zonder dat er een verdere opvolging gebeurt door een hulpverleningsinstantie. De begeleidingen vanuit de mobiele functie 2A worden voor 3/4 afgesloten in overleg met de persoon en kan er een overgang gemaakt worden naar een partner-organisatie voor een verdere opvolging en begeleiding in zijn omgeving.

7 7 KWALITATIEVE UITDIEPING VAN DEZE DATA IN 2015 Op basis van de cijfers van het eerste registratiejaar 2014 constateren we dat : 1e we met het aanbod van de mobiele functie 2A en het telefonisch onthaal HERMESplus personen bereiken met een langdurige psychiatrische problematiek; 2e dat deze personen tijdens het hulpverleningsparcours met heel wat barrières geconfronteerd worden op vlak van continuïteit van zorg. Deze vaststellingen gaan we kwalitatief verder uitdiepen met het oog op een verdere efficiënte uitbouw en inbedding van de mobiele functie 2A en het telefonisch onthaal van HERMESplus vzw. De equipe van het telefonisch onthaal HERMESplus, de mobiele functie 2A TANDEMplus Sarah Ben Yakoub, Patrick Janssens, Steven Van der Auwera, Ilse Wauters (redactie) maart 2015