Overleg rond de psychiatrische patiënt in de thuissituatie

Transcriptie

1 Overleg rond de psychiatrische patiënt in de thuissituatie

2 Inhoud Inleiding... 3 Doelgroep (Art. 2)... 4 Het begeleidingsplan (Art. 3, 4 & 5)... 6 Verantwoordelijkheden overlegorganistor (Art. 7)... 7 Verantwoordelijkheden (& voorwaarden )referentiepersoon (Art. 10)... 7 Verantwoordelijkheden GDT (Art. 13)... 7 Verantwoordelijkheden SEL (Art. 8)... 8 Criteria vergoedbaar overleg (Art. 5 & Art. 15)... 9 Tegemoetkomingen Deelnemers (Art. 14): Referentiepersoon (Art. 12) Organisatie en coördinatie van het overleg (Art. 9) Afhandeling van de administratie en facturatie van het overleg (Art. 13) Opmerkingen (Art. 16 t.e.m. Art. 20)... 11

3 Inleiding Op 1 april 2012 is nieuwe regelgeving inzake het overleg rond de patiënt in de thuissituatie in werking getreden. De nieuwe regelgeving volgt de therapeutische projecten op waarin gedurende vijf jaar op experimentele wijze de functie overleg rond de patiënt ontwikkeld werd. De therapeutische projecten worden naar aanleiding van deze nieuwe regelgeving opgeheven. De nieuwe regelgeving voorziet vergoedingen voor verschillende prestaties (zie verder).

4 Doelgroep (Art. 2) Voorwaarden waaraan de patiënten moeten voldoen: (Art. 2) 1. Patiënten met een psychiatrische problematiek (waarvoor een hoofddiagnose is gesteld op basis van de groep van pathologieën uit de DSM IV of de ICD-10-CM), die van herhalende aard of potentieel van herhalende aard is. (Uitgesloten als hoofddiagnose: dementie, andere cognitieve stoornissen van medische, vasculaire of traumatische oorsprong, epilepsie, mentale retardatie en een neurologische stoornis) 2. Patiënten waarvoor minstens 3 gezondheidsbeoefenaars of hulpverleners beslissen dat een begeleidingsplan wordt opgesteld waarvan de duurtijd minstens 12 maanden bedraagt 3. Comorbiditeit: naast de hoofddiagnose heeft de patiënt minstens nog één bijkomende psychiatrische problematiek 4. Toename van de intensiteit of de frequentie van de symptomen 5. Voorafgaand contact met de geestelijke gezondheidszorg i.k.v. de psychiatrische aandoening dat voldoet aan minstens één van de volgende voorwaarden: a. Een ziekenhuisopname in psy ZH of een psychiatrische afdeling van een AZ van min. 14d b. Tenlasteneming door mobiele equipe gedurende 14 d c. Tenlasteneming door project outreach voor kinderen en jongeren gefinancieerd door de FOD Volksgezondheids uiterlijk 1 jaar geleden gedurende min. 14 d d. Opname in andere ziekenhuisdienst waar een psychiater in consult is bijgeroepen, gedurende min. 14 d uiterlijk 1 jaar geleden. e. Voor kinderen en jongeren begeleiding van min 6 maanden in CGG, uiterlijk één jaar geleden of aanmelding door politie, parket of jeugdrechter uiterlijk één maand geleden Dit is een voorwaarde bij de eerste tenlasteneming en bij een nieuwe tenlasteneming die niet aansluit bij een vorige periode van tenlasteneming. 6. Voor volwassenen en/of ouderen heeft de patiënt, ingevolge de psychiatrische aandoening verlies van bepaalde vaardigheden of beschikt slechts over beperkte vaardigheden in minstens drie van de volgende domeinen: Basisautonomie, woonautonomie, autonomie binnen de gemeenschap, taal en communicatie, maatschappelijke aanpassing, werk, schoolse kennis, motoriek, aangepast persoonlijk gedrag 7. Voor kinderen en jongeren heeft de patiënt ingevolge de psychiatrische aandoening verlies van bepaalde vaardigheden of beschikt slechts over beperkte vaardigheden in minstens drie van de volgende domeinen: Basisautonomie, autonomie binnen de gemeenschap, taal en communicatie, functioneren in het gezin of in de gezinsvervangende context, sociale aansluiting, school, motoriek, aangepast persoonlijk gedrag

5 De verstrekkingen zijn eveneens van toepassing op patiënten die op het moment dat de TP s aflopen nog ten laste genomen worden door een TP. Voor zover een begeleidingsplan werd opgesteld, het overleg voldoet aan de voorwaarden en er een referentiepersoon werd aangeduid.

6 Het begeleidingsplan (Art. 3, 4 & 5) Het begeleidingsplan wordt opgesteld tijdens iedere overlegvergadering rond de patiënt. Een begeleidingsplan wordt opgesteld in die situaties waar afstemming tussen verschillende gezondheidsbeoefenaars en hulpverleners nodig is. Het is een instrument voor de coördinatie van de activiteiten rond de patiënt. Het begeleidingsplan bevat volgende gegevens per episode van de zorg: (Art. 3) De identificatiegegevens van de patiënt, referentiepersoon, organisator en coördinator De contactgegevens van de betrokken gezondheidsbeoefenaars, hulpverleners en mantelzorgers waarbij wordt aangegeven wie op welk moment door de patiënt gecontacteerd kan worden en wie moet worden gecontacteerd ingeval van een dringende opname in een ziekenhuis en Contactgegevens van de referentiepersoon is Datum overlegmoment Aanwezigen op het overleg Locatie overleg (thuis of elders) Datum volgende overleg Gegevens waaruit blijkt dat de patiënt voldoet aan de voorwaarden van de doelgroep (Art. 2) Andere gegevens die van belang kunnen zijn voor de verdere zorg en hulpverlening De algemene doelstellingen die met de patiënt nagestreefd worden De vooropgestelde taakafspraken uitgedrukt in de tijd (worden op ieder overlegmoment binnen het zorgteam en in samenspraak met de patiënt en zijn familie geëvalueerd De vooropgestelde zorgactiviteiten De verantwoordelijkheden van alle betrokkenen (inclusief mantelzorg en patiënt) Opmerkingen: Wanneer er reeds een zorgplan is opgesteld voor een patiënt, dient hiernaar verwezen te worden. Het GDT bewaard ieder begeleidingsplan gedurende 5 jaar na afloop zorg.

7 Verantwoordelijkheden overlegorganistor (Art. 7) 1. Uitklaren van de zorgvraag: samen met aanvrager nagaan of patiënt voldoet aan de criteria van de doelgroep en wat de doelstelling van het overleg is. 2. Kennis hebben van de sociale kaart in de zorgregio (eerstelijn en geestelijke gezondheidszorg) 3. Inventariseren van alle betrokken hulp- en zorgverleners op niveau van de patiënt 4. Plannen van het MDO en afspraken maken 5. Coördineren van het gesprek tijdens het MDO 6. Formuleren van de conclusies van de deelnemers aan het MDO in termen van concrete afspraken 7. Toezien op de opmaak van het begeleidingsplan overeenkomstig de afspraken die gemaakt zijn tijdens het overleg 8. Ontvangen van het begeleidingsplan van de referentiepersoon en nadien overmaken aan de huisarts en alle andere betrokkenen Verantwoordelijkheden (& voorwaarden )referentiepersoon (Art. 10) 1. Aangeduid tijdens het overleg moment 2. Is steeds een professionele hulpverlener 3. Heeft een directe zorgrelatie met de patiënt 4. Opstellen van het begeleidingsplan 5. Bezorgen van een exemplaar van het begeleidingsplan aan de patiënt 6. Verzekeren van de algemene coördinatie omtrent de uitvoering en bijsturen van het begeleidingsplan 7. Aanspreekpersoon voor zowel de patiënt en zijn familie als voor de andere betrokkenen 8. Optreden indien partners zich niet houden aan afspraken 9. Initiatief nemen voor tussentijds overleg 10. Regelen van de continuïteit tijdens avond, weekend en verlof De referentiepersoon kan wijzigen doorheen het traject van de patiënt. De referentiepersoon wordt steeds aangeduid tijdens het overleg rond de patiënt. Verantwoordelijkheden GDT (Art. 13) 1. Administratieve afhandeling 2. Controle of de voorwaarden voor de vergoeding van het overleg voldaan zijn 3. Facturatie van de vergoeding voor deelname aan het overleg, van de vergoeding coördinatie en de vergoeding voor de referentiepersoon aan de verzekeringsinstellingen 4. Uitbetalen van de bedragen aan de deelnemers van het overleg, aan de coördinator en referentiepersoon 5. Overmaken van het begeleidingsplan aan de huisarts na ieder MDO rond de patiënt

8 Verantwoordelijkheden SEL (Art. 8) 1. Ondersteuning en begeleiding van de erkende overlegorganisatoren 2. Dient op elk moment de volgende gegevens ter beschikking te kunnen stellen van het RIZIV: - Een overzicht van de overlegmomenten met vermelding van de aanwezigen, de duur en plaats - De samenwerkingsakkoorden omtrent de organisatie en coördinatie - Een kopie van de begeleidingsplannen t.b.v. de controlediensten - Een overzicht van alle financiële stromen

9 Criteria vergoedbaar overleg (Art. 5 & Art. 15) De tegemoetkomingen is enkel verschuldigd wanneer aan onderstaande voorwaarden is voldaan: 1. Voldaan aan de voorwaarden van de doelgroep (zie doelgroep). 2. Het begeleidingsplan wordt opgemaakt en/of opgevolgd (zie begeleidingsplan). 3. Aanwezigen: (Art. 5) a. Minstens drie verschillende types van gezondheidsbeoefenaars en hulpverleners zijn aanwezig. b. Minstens één van de aanwezige gezondheidsbeoefenaars en hulpverleners is iemand uit de sector geestelijke gezondheidszorg: i. Psychiatrisch ziekenhuis ii. Psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis iii. Psychiatrisch verzorgingstehuis iv. Beschut wonen v. Centrum Geestelijke Gezondheidszorg vi. Centrum psychosociale revalidatie vii. Mobiele equipe ikv artikel 107 viii. Zelfstandig gevestigde (kinder)psychiater c. Minstens één aanwezige uit de eerstelijnsgezondheidszorg 4. De huisarts is uitgenodigd op het overleg. 5. In het begeleidingsplan worden minstens drie taakafspraken omschreven. Hiervan is er minstens één voor een gezondheidsbeoefenaar of hulpverlener uit de sector geestelijke gezondheidszorg. 6. Een tweede overleg dient gepland te zijn binnen de twaalf maanden na het eerste overleg. Uitzondering: Indien tijdens het eerste overleg rond de patiënt blijkt dat er slechts taakafspraken zijn voor minder dan drie diensten/instellingen of individuele gezondheidsbeoefenaars dan is de tegemoetkoming voor deelname aan het overleg verschuldigd als: 1. Voldaan aan de voorwaarden van de doelgroep. 2. Minstens 3 professionele hulp-/zorgverleners aanwezig waren waarvan minstens één uit de sector geestelijke gezondheidszorg en één uit de eerstelijnsgezondheidszorg. 3. In het begeleidingsplan de opdrachten van die één of twee dienst/instelling/individuele zorg- /hulpverleners worden opgenomen.

10 Tegemoetkomingen De nieuwe regelgeving voorziet vergoeding voor volgende prestaties: Dit zijn de bedragen van Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd. Deelnemers (Art. 14): Vergoeding: thuis: & elders: Volgende disciplines komen in aanmerking voor een vergoeding wanneer ze werkzaam zijn binnen de eerstelijn: - Zelfstandige gevestigde gezondheidszorgbeoefenaars - Thuisverpleegkundigen Worden rechtstreeks uitbetaald door het RIZIV - Klinisch psychologen - Orthopedagogen Worden uitbetaald door de GDT Voor de andere gezondheidszorgbeoefenaars of hulpverleners die deelnemen aan het overleg kan het GDT één gezamenlijke tegemoetkoming aanrekenen. Het GDT maakt hiervoor voorafgaand duidelijke afspraken met de betrokkenen over de verdeling van deze tegemoetkoming. Het bedrag voor deelname aan het overleg mag per overleg maximum vier keer worden aangerekend. Referentiepersoon (Art. 12) Vergoeding: Organisatie en coördinatie van het overleg (Art. 9) Vergoeding: Afhandeling van de administratie en facturatie van het overleg (Art. 13) Vergoeding: 14.21

11 Opmerkingen (Art. 16 t.e.m. Art. 20) 1. De GDT dient in de overeenkomst afgesloten met de dienst of instelling die verantwoordelijk is voor de organisatie en coördinatie van de overlegvergaderingen rond de patiënt volgende elementen te preciseren: (Art. 16) - De regels voor facturering - De documenten waarover de organisator dient te beschikken voor het controleren van de voorwaarden voor facturatie. - Een lijst van de categorieën van personen die inzage kunnen hebben in het begeleidingsplan. - De geldigheidsduur van de onderlinge overeenkomst (met een maximumduur van 5 jaar). - De informatie die aan het Verzekeringscomité dient te worden bezorgd onder de vorm van een jaarverslag. - De opzeggingsmodaliteiten van de overeenkomst. 2. De tegemoetkomingen kunnen per patiënt maximaal drie keer per jaar aangerekend worden. één jaar begint op de datum van het eerste overleg. (Art. 17) 3. De tegemoetkomingen zijn niet aanrekenbaar voor personen die verblijven in een psychiatrisch verzorgingstehuis.(art. 18) 4. De referentiepersoon komt niet in aanmerking voor een tegemoetkoming indien hij/zij werkzaam is in een ziekenhuis dat actief betrokken is in een project in het kader van artikel 107 van de wet op de ziekenhuizen. (Art. 18) 5. Cumul van de tegemoetkomingen voor deelname aan overleg en referentiepersoon is mogelijk. (Art. 18) 6. Cumul van de tegemoetkoming voor organisatie en deelname alleen mogelijk indien de deelnemer slechts in aanmerking komt voor de gezamenlijke tegemoetkoming (zie art. 14). (Art. 18) 7. De vergoedingen worden elk jaar geïndexeerd. (Art. 20)