Actualiteiten Verbintenissenrecht. Webinar 1 september 2015 Academie voor de Rechtspraktijk R.J.Q. Klomp

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Actualiteiten Verbintenissenrecht. Webinar 1 september 2015 Academie voor de Rechtspraktijk R.J.Q. Klomp"

Albert van der Berg
6 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 Actualiteiten Verbintenissenrecht Webinar 1 september 2015 Academie voor de Rechtspraktijk R.J.Q. Klomp

3 Rb Rotterdam 23 juli 2014, ECLI:NL:RBROT:2014:6962 en 24 juni 2015 ECLI:NL:RBROT:2015:4417 (Kreuk/Danh Vo) Recht op nakoming jegens een kunstenaar? Kreuk was gastconservator voor het Gemeentemuseum Den Haag Hij spreekt met Vo over een voor de tentoonstelling te maken kunstwerk Vo levert niet; Tentoonstelling gaat door Kreuk spreekt (na de tentoonstelling) Vo aan tot nakoming

4 In beginsel is de overeenkomst van opdracht tussen Kreuk en Vo een overeenkomst als alle andere. Dus is een vordering tot nakoming mogelijk De vraag is of je een kunstenaar kan veroordelen tot het maken van een kunstwerk (met dwangsom!). Rb Rotterdam: Ja Vo gaat in hoger beroep.

5 Rb: Van [gedaagden] mag worden verwacht, gelet ook op hetgeen hij aanvoert over het volgens hem gebruikelijke overleg over de invulling van dit soort opdrachten, dat hij bij het maken van het ontwerp voor het kunstwerk en de uitvoering daarvan op de volgens hem gebruikelijke wijze overleg voert met [eiser]. Ook dient [gedaagden] daarbij rekening te houden met [eisers] voorkeur voor een werk dat niet zozeer inspeelt op de wisselwerking tussen een relatief klein object en de ruimte waarin dit wordt geplaatst, maar dat reeds op het eerste gezicht, mede gelet op het formaat ervan, door de beschouwer als indrukwekkend wordt ervaren.

6 Rb: Gelet op de kunstzinnige aard van de te leveren prestatie kan echter naar het oordeel van de rechtbank niet van [gedaagden] worden verwacht dat [gedaagde 1] als het ware ouder werk reproduceert of herhaalt omdat [eiser] in 2013 een voorkeur heeft uitgesproken voor werk dat hij aanduidt als Budweiser en American Flagwerken. Het staat [gedaagde 1] vrij om dit te doen, maar het staat hem eveneens vrij om een nieuw werk te maken dat aansluit bij de ontwikkeling die hij sindsdien als kunstenaar heeft doorgemaakt.

7 HR 10 juli 2015, ECLI:NL:HR:2015:1873 (Achmea/Menzis) Billijkheidscorrectie werkt ook door in regresverhouding tussen verzekeraar Brommer botste op busje dat plotseling stopte. Gevolg: Hoge dwarslaesie Menzis is verzekeraar van de brommer, betaalt de ziektekosten (bijna 1,5 ton) en wil dit op Achmea, de verzekeraar van de bestuurder van het busje, verhalen.

8 Vraag: Vindt er een subrogatie in zieligheid plaats? Achmea doet een beroep op eigen schuld, art. 6:101 BW Rb: 50/50 Hof: 35/65 HR: Ook een regresnemende verzekeraar mag in het kader van een beroep op eigen schuld omstandigheden aanvoeren die slechts met het slachtoffer te maken hebben (jonge leeftijd, ernstige gevolgen e.d.)

9 HR 29 mei 2015, 14/01835, ECLI:NL:HR:2015:1406 (X/Y) Maatstaf beroepsaansprakelijkheid advocaat (i.c. bij advisering inzake het aanvragen van eigen faillissement en het doen van selectieve betalingen in het zicht daarvan) Advocaat heeft een bedrijf geadviseerd het eigen faillissement aan te vragen. Nadat de beslissing daartoe was genomen maar voordat de aanvraag werd gedaan, is een aantel crediteuren betaald (ruim half miljoen).

10 De curator stelt met succes de bestuurders aansprakelijk; De bestuurders spreken de advocaat aan. Norm: de zorgvuldigheid in acht nemen die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht

11 HR: Wanneer een advocaat een cliënt adviseert in het kader van een door een cliënt te nemen beslissing over een bepaalde kwestie, brengt de genoemde zorgvuldigheidsplicht mee dat de advocaat de cliënt in staat stelt goed geïnformeerd te beslissen (vgl. HR 2 februari 2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ4564, NJ 2007/92). Het antwoord op de vraag of en in welke mate een advocaat de cliënt daarbij behoort te informeren over en te waarschuwen voor een bepaald risico, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. In dat kader kan onder meer betekenis toekomen aan de ernst en omvang van het desbetreffende risico, de mate van waarschijnlijkheid dat dit zich zal realiseren en de mate waarin de cliënt ervan heeft blijk gegeven zich reeds van dat risico bewust te zijn.

12 HvJEU 4 juni 2015, C-497/13 (Froukje Faber) Moet de rechter uit zichzelf vaststellen of een koper als consument moet worden beschouwd indien een beroep wordt gedaan op een garantie bij koop? HvJEU: Ja, maar niet op grond van een ambtshalve verplichting om dat te doen, maar in verband met de (noodzakelijke) beoordeling van de ingeroepen regels.

13 Froukje Faber koopt een tweedehands auto. Na drie maanden brandt de auto uit. Zij claimt de schade (ruim euro) bij de verkoper zonder te stellen dat zij de auto als consument heeft gekocht. Hof: Het claimen van schade onder een garantie brengt op grond van de richtlijn garanties voor consumptiegoederen noodzakelijk mee dat de rechter moet beoordelen of de koper een consument was.

14 HvJEU 16 april 2015, C-388/13 (Nemzeti Fogyasztóvédelmi Hatóság) Kwalificeert een incidentele vergissing ook als een oneerlijke handelspraktijk? (Ja) Abonnee vraagt tot wanneer het abonnement is betaald met de bedoeling het abonnement op te zeggen na ommekomst van de periode waarvoor reeds is betaald. Antwoord UPC: Dit antwoord berust echter op een vergissing. Het had moeten zijn: Abonnee vordert vergoeding van een maand telang (teveel) betalen. Vraag: Is dit een misleidende handelspraktijk?

15 Verweer UPC: Dit is een incidentele vergissing. HvJEU: Ook incidentele vergissingen vallen onder het begrip handelspraktijk van de richtlijn misleidende handelspraktijken.

16 HR 13 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:588 Aansprakelijkheid beherende vennoot bij een cv voor schulden van vóór zijn tijd Beherende vennoot wordt dat pas enkele maanden na de oprichting van de commanditaire vennootschap. Pensioenfonds legt een ambtshalve aanslag op en spreekt de beherende vennoot aan. Verweer: Verplichting van vóór mijn tijd

17 HR: Dat doet er niet toe. Wie als beherende vennoot toetreedt tot een commanditaire vennootschap wordt ook aansprakelijk voor reeds bestaande schulden. Ratio: - Rechtszekeheid: Schuldeisers hoeven niet uit te zoeken wie wanneer vennoot is geworden. - Hetzelfde geldt voor stille vennoten die in strijd met de wet beheersdaden gaan verrichten; zij worden ook aansprakelijk voor schulden van vóór de tijd dat ze beheersdaden gingen verrichten.

18 HR 29 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1413 Overtreding beheersverbod van art. 20 lid 2 WvK door commanditaire vennoten. (I.c. het tekenen van een huurovereenkomst en een huurbeeindigings-overeenkomst) Artikel 20 WvK: - 1. Behoudens de uitzondering, in het tweede lid van art. 30 voorkomende, mag de naam van den vennoot bij wijze van geldschieting in de firma niet worden gebezigd Deze vennoot mag geene daad van beheer verrigten of in de zaken van de vennootschap werkzaam zijn, zelfs niet uit kracht eener volmagt.

19 Sanctie als commanditaire ( stille ) vennoot in strijd met het beheersverbod handelt: Volledige hoofdelijke aansprakelijkheid voor alle schulden van de vennootschap, ook die al eerder zijn ontstaan (art. 21 WvK). HR (deels in afwijking van HR 15 januari 1943, NJ 201): Dit brengt mee dat de rechter, indien de in beginsel daartoe door de commanditaire vennoot te stellen en te bewijzen omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan oordelen dat de sanctie niet gerechtvaardigd is, of ( ) dat het gevolg daarvan dient te worden beperkt tot bepaalde verbintenissen van de commanditaire vennootschap. Daarbij is van belang of de wp wist dat hij met een commanditaire vennoot te maken had.

20 HR 3 april , ECLI:NL:HR:2015:837(X/Mr Eikendaal qq) Aansprakelijkheidsverklaring moedermaatschappij voor schulden dochtermaatschappij, art. 2:403 lid 1 onder f BW. Gevolgen van dading tussen schuldeiser en (curator) dochtervennootschap voor aansprakelijkheid moeder. X sluit overeenkomst met dochter. Dochter presteert ondeugdelijk en gaat failliet. Moeder gaat ook failliet. X spreekt dochter en moeder aan. X komt schikking overeen met dochter en procedeert door tegen moeder.

21 Verweer moeder: Als je met dochter hebt geschikt, kun je mij niet meer aanspreken. HR: Fout. De door de moeder afgelegde 403-verklaring leidt tot een hoofdelijke aansprakelijkheid van de moeder. Een deal met de dochter verandert hier niets aan.

22 HR 14 augustus 2015, ECLI:NL:HR:2015:2194 (X/Y) Bevrijdende en verkrijgende verjaring; verhouding tussen art. 3:307 en 3:311 BW Voormalige partners sluiten koopovereenkomst met betrekking tot huis Per ongeluk wordt strook grond (waarop carport) niet geleverd Na einde relatie vordert eigenaar huis de strook grond. 22

23 HR: Het vorenstaande brengt mee dat art. 3:307 BW slechts van toepassing is op vorderingen tot nakoming van contractuele verbintenissen die in het geheel niet zijn nagekomen. Indien een zodanige verbintenis gedeeltelijk of anderszins gebrekkig is nagekomen, geldt de regeling van art. 3:311 lid 1 BW. 23

24 Ook de klacht over het afwijzen van het beroep op verkrijgende verjaring slaagt. Na de overdracht (in 2001) waren beide partners tot 2005 in het huis blijven wonen. Hof: Pas na vertrek van de andere partner in 2005 begint de termijn voor de verkrijgende verjaring te lopen. HR: Fout. Reeds in 2001 wordt de verkrijgende partner bezitter en dus begint reeds in 2001 de termijn te lopen. 24

25 HR 14 augustus 2015, ECLI:NL:HR:2015:2191 (X/ABN Amro) Belegger geeft (op vrijdagmiddag) stop loss order. Bank voert deze order niet uit. Op daarop volgende maandag is de koers gestegen en hebben partijen weer contact. Hoe ver strekt de zorgplicht van de bank i.c.? 25

26 Hof: Bij een adviesrelatie ligt de verantwoordelijkheid voor het nemen van beslissingen bij de client. HR: I.c. had de bank op maandag nadrukkelijk moeten vragen of client een nieuwe opdracht wilde geven, dan wel wijzen op de risico s van het aanhouden van de aandelen. 26

Vergelijkbare documenten

Actualiteiten procesrecht. Webinar 6 oktober 2015 Academie voor de Rechtspraktijk R.J.Q. Klomp

Actualiteiten procesrecht. Webinar 6 oktober 2015 Academie voor de Rechtspraktijk R.J.Q. Klomp Actualiteiten procesrecht Webinar 6 oktober 2015 Academie voor de Rechtspraktijk R.J.Q. Klomp Dombo-zaak: partijgetuige Hof Den Haag 22 juli 2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:4684 (gepubliceerd op rechtspraak.nl