Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. P.L. Vermeulen (SP), W.J.M.K Senden (SP) (d.d. 6 september 2007) Nummer 2099

Transcriptie

1 van Gedeputeerde Staten op vragen van P.L. Vermeulen (SP), W.J.M.K Senden (SP) (d.d. 6 september 2007) Nummer 2099 Onderwerp Asbest stortplaats Crayestein-West Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragenstellers Kuiper en Burger milieumanagement hebben onlangs in opdracht van HVC een onderzoek laten uitvoeren naar de aanwezigheid van asbest op het maaiveld van de stortplaats Crayestein-West in Dordrecht. Het rapport Onderzoek naar de aanwezigheid van asbest op het maaiveld t.p.v. Stortplaats Crayestein-West Baanhoekweg te Dordrecht heeft als conclusie dat er over de gehele oppervlakte van het onderzochte deel (40%) van de stortplaats asbest is aangetroffen. Op 20 maart 2007 is er namens de Stichting Werkgroep Derde Merwedehaven een handhavingverzoek naar de provincie gezonden waarin melding werd gemaakt van aanwezigheid van asbest op maaiveldniveau terwijl er zonder waarneembare voorzorgsmaatregelen afgravingen in het stortlichaam aan de gang waren. Naar verluid hebben als reactie daarop op 20 en 21 maart 2007 diverse inspecteurs van de dienst Handhaving regio-zuid op de stortplaats Crayestein- West een inspectie uitgevoerd en daarbij geen asbest of asbestverdacht materiaal aangetroffen. Omdat dit rapport duidelijk aantoont dat er toch asbest aanwezig is op maaiveldniveau heeft de SP-fractie de volgende vragen: 1. Kent u het hierboven genoemde rapport en de daarin opgenomen conclusie dat er asbest op maaiveldniveau op de stortplaats voor komt? Ja. Het rapport heeft ons bereikt op 30 augustus 2007.

2 Pagina 2/5 2. Is het correct dat op 20 en 21 maart 2007 diverse inspecteurs van de dienst Handhaving regio-zuid op de stortplaats Crayestein-West een inspectie hebben uitgevoerd en daarbij geen asbest of asbestverdacht materiaal hebben aangetroffen? Ja. Op 20 en 21 maart 2007 hebben respectievelijk twee en drie inspecteurs van regiobureau Zuid de stortplaats Crayestein-West bezocht en geen asbest of asbestverdacht materiaal aangetroffen. 3. Indien ja bij vraag 2; Hoe kan het dat de inspecteurs geen asbest of asbestverdacht materiaal hebben aangetroffen, terwijl in het bovengenoemde handhavingverzoek melding werd gemaakt dat asbest aanwezig zou zijn in vele soorten en concentraties en verderop in het verzoek: alle soorten asbest eenvoudig en duidelijk te onderscheiden met het blote oog, kortom dat het ging om zowel grote als kleine concentraties van asbest? 4. Indien ja bij vraag 2, wat was de specifieke opdracht aan de inspecteurs van de dienst Handhaving regio-zuid waar men het terrein op moest inspecteren? 5. Hoe kan het dat op 9, 10 en 11 juli 2007 onderzoekers van Aquaterra water en bodem BV diverse stukken asbesthoudend en asbestverdacht materiaal hebben aangetroffen op maaiveldniveau en dat de inspecteurs van de afdeling Handhaving geen asbest of asbestverdacht materiaal hebben aangetroffen? vragen 3, 4 en 5 De inspecteurs van de afdeling Handhaving hebben in eerste instantie direct gereageerd op een telefonische mededeling van een lid van de Stichting Werkgroep Derde Merwedehaven (SWDM) op 20 maart 2007 over de verontrustende situatie op Crayestein-West, zoals hij die op 20 maart bij een bezoek aan de stortplaats aantrof (graafwerkzaamheden in de drainagelaag, op diverse plaatsen asbest). De inspecteurs hebben tijdens een kort bezoek (circa anderhalf uur) een globaal onderzoek gedaan om de klacht, zoals die op dat moment bekend was, te verifiëren. Geconstateerd werd dat niet in de drainagelaag werd gegraven. De inspecteurs van de afdeling Handhaving hebben geen asbest aangetroffen. Het schriftelijke handhavingsverzoek - namens SWDM - van Mobilisation for the Environment (op 21 maart 2007 ontvangen) is aanleiding geweest om nogmaals, nu specifiek, op de daarin genoemde zaken te controleren. In het handhavingsverzoek is letterlijk het volgende opgenomen: "De aangetroffen situatie tart ieder voorstellingsvermogen. Los gestort asbest ligt verspreid in de open gegraven taluds van de spoordijk. Voile big bags met blauw asbest staan onafgedekt in de hoek van de stortplaats. Het in de jaren 80 gestorte puin, dat diende als drainagelaag, wordt afgegraven tot circa min 5 meter NAP." Los gestort asbest in taluds werd niet aangetroffen, big bags bleken, volgens opgaaf van HVC, big bags te zijn met straalgrit en het afgraven van de drainagelaag betrof het verwijderen en breken van het laatste ongebroken puin voordat de puinbreekinstallatie (definitief) werd afgevoerd. Redenen waarom geen verdere actie is ondernomen.

3 Pagina 3/5 Aqua Terra heeft uitgebreide visuele inspecties uitgevoerd, waarbij het maaiveld van de stortplaats op het niet begroeide deel in stroken van maximaal 1,50 meter, strook voor strook in twee richtingen haaks op elkaar is geïnspecteerd. Elke m 2 van de onderzochte m 2 maaiveld is op deze wijze twee keer geïnspecteerd. Dit is gebeurd door in asbestherkenning gespecialiseerde medewerkers. Deze medewerkers hebben in totaal vijf mandagen besteed aan het zoeken naar stukjes asbest. De intensiteit en de uitgebreidheid waarmee Aqua Terra het onderzoek heeft uitgevoerd, verschilt in hoge mate met de wijze waarop de inspecteurs onderzoek hebben gedaan. De inspecteurs hebben dezelfde ronde over de stortplaats gelopen als het lid van SWDM. Dit werd als toereikend geacht voor de verificatie, gelet op de in het handhavingsverzoek weergegeven situatie (los gestort asbest in taluds, voile big bags blauw asbest onafgedekt, afgraven drainagelaag/stortlichaam, alle soorten asbest eenvoudig en duidelijk te onderscheiden met het blote oog). Toelichting vragenstellers Uit antwoorden van de SP-fractie (nr. 1926) uit 2004 schrijft uw college dat het asbesthoudend materiaal vooral in compartiment 1 en 2 van de stortplaats aanwezig is. 6. Hoe kan het dat er asbesthoudend materiaal op maaiveldniveau over de gehele oppervlakte van het onderzochte deel van de stortplaats is aangetroffen? De stortplaats is met name bedoeld voor het storten van bouw- en sloopafval, waaronder asbest, en voor het breken van puin. Asbesthoudend afval dient krachtens de vergunningvoorschriften te worden afgedekt. Voor het aantreffen van stukjes asbest zijn meerdere mogelijke verklaringen: a. Weersinvloeden, die erosie veroorzaken van het voor de afdekking gebruikte materiaal, waardoor mogelijk stukjes asbesthoudend materiaal aan de oppervlakte kunnen komen. Daarbij wordt opgemerkt dat er de afgelopen twee jaar weinig aan onderhoud is gedaan. b. De verwerking van afvalverbrandingsinstallatie(avi)-slakken in de slakkenbehandelingsinstallatie. Deze installatie heeft in het verleden op meerdere plaatsen op het terrein gestaan. Bekend is dat deze slakken niet altijd vrij zijn van asbesthoudend materiaal. Uit een begin 2005 uitgevoerd onderzoek van AVI-slakken, afkomstig van Gevudo (thans HVC), is gebleken dat asbest voorkomt, waarbij overigens de toetsingswaarde uit het Productenbesluit asbest van 100 mg/kg d.s. niet werd overschreden. c. De puinbreekinstallatie waarin ongebroken puin verwerkt wordt tot gecertificeerd gebroken puin. Dit gebroken product heeft op meerdere plaatsen op de stortplaats in opslag gelegen en mag volgens het Productenbesluit asbest tot 100 mg/kg d.s. asbest (gewogen gemiddelde) bevatten.

4 Pagina 4/5 7. Is het mogelijk dat omwonenden en werknemers op het terrein de afgelopen jaren (en dan vooral tijdens de activiteiten die plaats hebben gevonden op en rond 20 maart 2007) bloot hebben gestaan aan asbestvezels als gevolg van verwaaiing? Er zijn geen metingen verricht op de stortplaats. In de eerder genoemde rapportage wordt door Aqua Terra het volgende geconcludeerd: "Wanneer het aangetroffen asbest als een geval van bodemverontreiniging zou worden benaderd, dan zou deze locatie waarschijnlijk als niet spoedeisend worden beoordeeld (bepaling urgentie sanering asbestverontreiniging, gezamenlijk bodemsaneringsbeleid provincie Zuid- Holland). Dit geeft aan dat er geen additionele humane gezondheidsrisico's zijn." 8. Wat was de aanleiding/reden van de afgravingen die hebben plaatsgevonden op en rond 20 maart 2007 door de firma Heijmans op het terrein van stortplaats? De firma Heijmans exploiteert een puinbreekinstallatie op de stortplaats Crayestein- West. In verband met de voorgenomen (definitieve) afvoer van de puinbreekinstallatie werd op en rond 20 maart 2007 de laatste hoeveelheid nog aanwezige - op de stortplaats opgeslagen - voorraad ongebroken puin verzameld en met behulp van een kraan in de brekerinstallatie gebracht. Er was voor zover viel na te gaan - hierbij geen sprake van het afgraven van drainagelaag/stortlichaam. 9. Was er voor de in vraag 8 genoemde werkzaamheden een vergunning verleend in het kader van de Natuurbeschermingswet en de Wet milieubeheer? Indien nee, waarom niet? Voor de onder vraag 8 genoemde werkzaamheden hebben wij bij besluit van 30 november 2004 aan Gevudo GR een Wet milieubeheervergunning verleend. Deze revisievergunning staat het breken van puin en asfalt toe tot een maximum van ton per jaar.

5 Pagina 5/5 Er is geen vergunning verleend in het kader van de Natuurbeschermingswet. In de hierboven genoemde Wet milieubeheervergunning is ten aanzien van de Habitatrichtlijn het volgende overwogen. Binnen de inrichting Crayestein-West treden geen veranderingen van activiteiten op die de kwaliteit van de natuurlijke habitats in de omgeving van Crayestein-West beïnvloeden. De huidige situatie heeft niet geleid tot nadelige milieugevolgen voor het beschermde gebied. De ligging van het terrein ten opzichte van De Biesbosch en andere kwetsbare gebieden is zodanig dat - naast de voorgeschreven milieumaatregelen - geen extra maatregelen bij deze bestaande inrichting noodzakelijk zijn. Den Haag, 9 oktober 2007 Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, secretaris, M.H.J. van Wieringen-Wagenaar voorzitter, J. Franssen