Akkoord afdelingshoofd/manager. Akkoord hoofd organisatieonderdeel. Akkoord teamleider/manager

Transcriptie

1 Akkoord afdelingshoofd/manager Akkoord hoofd organisatieonderdeel Akkoord teamleider/manager Austerlitz Bosch en Duin Den Dolder Huis ter Heide Zeist

2

3 Publiekshal Het Rond 1, Zeist Postbus 513, 3700 AM Zeist Telefoon Gemeenteraad van Zeist Datum 15 mei 2014 Ons kenmerk Burgerservicenummer Uw kenmerk Bijlage(n) 2 Behandeld door mevr. M. Keuvelaar - Vaartjes Onderwerp Omvang risico transitie jeugdzorg Geachte raadsleden, Graag willen wij u informeren over de zorgen die er bij ons leven over het budget dat wij krijgen toegekend voor de jeugdzorg. Gemeenten met instellingen waar jeugdigen wonen (intramurale jeugdzorg) zijn soms verantwoordelijk voor jeugdigen met intensieve zorg. Dit geldt ook voor een aantal instellingen in Zeist. In de Jeugdwet staat dat als een jeugdige in een instelling woont en een voogd heeft vanuit een daarvoor bevoegde instelling, dat alle hulp voor die jeugdige georganiseerd en gefinancierd wordt door de gemeente, waar de jeugdige werkelijk verblijft 1. Argument om de lokale gemeente verantwoordelijk te maken is dat de lokale gemeente het beste zicht heeft op de omgeving van het kind. Gemeenten met deze zorginstellingen worden vaker dan gemiddeld verantwoordelijk voor relatief zware zorg en de hoge kosten die hiermee gepaard gaan. Het Rijk moet hier rekening mee houden in de toerekening van gelden aan deze gemeenten, maar dat is nu nog niet het geval. Aanpak Er zijn meerdere acties gedaan om aan de ene kant de cijfers goed te krijgen en daarnaast om het probleem onder de aandacht te krijgen. We zullen het probleem via verschillende kanalen zowel ambtelijk als bestuurlijk verder onder de aandacht brengen bij de betreffende ministeries, zo mogelijk in samenwerking met gemeenten met dezelfde problemen. Ondertussen blijven we in contact met instellingen en het ministerie van VWS om te komen tot een match tussen het budget dat het Rijk voor deze sectoren beschikbaar stelt en betere cijfers van het zorggebruik. Zodat we beter grip gaan krijgen op de cijfers. 1 "In geval een gecertificeerde instelling de voogdij heeft over een jeugdige die niet bij zijn ouders verblijft maar [.] in een residentiële instelling, is het niet de bedoeling dat de gemeente waar de ouders van het kind verblijven verantwoordelijk is voor het inzetten van jeugdhulp of de uitvoering van de voogdijmaatregel. Alle eventueel benodigde hulp voor die jeugdige moet worden georganiseerd en gefinancierd door de gemeente waar de betrokken jeugdige op dat moment werkelijk verblijft; dus de gemeente waar [..] de betrokken residentiële instelling zich bevindt". link Austerlitz Bosch en Duin Den Dolder Huis ter Heide Zeist

4 2 Samenhang met begrotingsbrieven In oktober 2013 zijn door alle Utrechtse jeugdregio s regionale transitie arrangementen (RTA s) afgesloten met de huidige jeugdzorgaanbieders in de drie sectoren: 1. (provinciale) jeugd- & opvoedhulp (J&O), inclusief jeugdbescherming, jeugdreclassering, jeugdzorg +, en Bureau Jeugdzorg, 2. Kinderen met Beperking (KmB), 3. Jeugd Geestelijke Gezondheidszorg (J-GGZ). Deze arrangementen waren een verplichte stap in het proces met als doel: continuïteit van zorg in 2015, behoud van infrastructuur en beperking van frictiekosten. Aan de zorginstellingen zijn percentages bekend gemaakt, de volgende stap is om begrotingsbrieven te verstekken. De begrotingsbrieven zijn het vervolg op de transitiearrangementen waarbij op basis van het budget (volgens de decembercirculaire 2013) en op basis van de transitiearrangementen een indicatie wordt gegeven van het beschikbare budget per zorgaanbieder. Er zijn echter grote verschillen tussen het budget dat het Rijk voor de taken vanuit de AWBZ en de Jeugd- GGZ beschikbaar stelt en de informatie die de zorgaanbieders ons aanleveren naar aanleiding van onze uitvraag. Dit betekent voor ons dat het op dit moment niet mogelijk is om voor deze sectoren budgetbrieven op te stellen. Wij hebben als gemeente Zeist - met deze instellingen - een gezamenlijke zorg over de complexiteit van het woonplaatsbeginsel en de financiële lasten die dit voor Zeist oplevert. We voorzien serieuze problemen, op financieel vlak maar ook of alle noodzakelijke zorg aan onze lokale jeugd wel geleverd kan worden als ons budget volledig opgaat aan kinderen in deze instellingen. Over de budgetbrieven volgt binnenkort een raadsvoorstel. Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Zeist, de gemeentesecretaris, de burgemeester, W.C.M. Lissenberg - van Dam drs. J.J.L.M. Janssen BIJLAGEN: _brief-kabinet-gemeenten-lopen-vast-bij-het-maken-van-concrete-inkoopafspraken - Brief Risico Transitie Jeugdzorg aan ministeries van VWS en V&J Austerlitz Bosch en Duin Den Dolder Huis ter Heide Zeist

5 Ministerie van Veiligheid en Justitie Dhr. mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag doorkiesnummer (070) betreft Gemeenten lopen vast bij het maken van concrete inkoopafspraken uw kenmerk ons kenmerk ECSD/U bijlage(n) datum 02 april 2014 Geachte heer Teeven, Via deze brief willen we een serieuze zorg met u delen die een ernstige bedreiging vormt voor een goede voorbereiding van gemeenten op de taak die ze per 1 januari 2015 krijgen. Om die zorg uit te leggen, nemen we u mee in het regionale proces waar gemeenten op dit moment in zitten. Alle regio s hebben in de regionale transitiearrangementen in het najaar generieke afspraken gemaakt over gegarandeerde budgetten richting aanbieders. Vaak in de vorm van een percentage werd aangegeven op welke budgetten aanbieders minimaal konden rekenen. Bij de evaluatie van de RTA s is door de Transitiecommissie aangegeven dat concretisering van afspraken in het voorjaar van 2014 nodig is om in het begin van het najaar van 2014 te komen tot getekende contracten. Ook gemeenten realiseerden zich dat terdege en zijn aan de slag gegaan. De concretisering die gemeenten nu maken is het toewijzen van maximale budgetten aan specifieke instellingen. Voor de provinciale jeugdzorg, jeugdbescherming en jeugdreclassering en voor de gesloten jeugdzorg is deze concretisering mogelijk. Natuurlijk is er nog enige onzekerheid over het budget, dat definitief wordt in de meicirculaire 2014, maar dat is voor gemeenten te overzien. Het grote probleem zit bij de nu ZVW- en AWBZ-gefinancierde zorg. Bij de totstandkoming van het indicatieve macrobudget Jeugd in december 2013 is uitgegaan van de productieafspraken in plaats van de gerealiseerde uitgaven. Wanneer gemeenten dit landelijke uitgangspunt volgen bij de verdeling van de budgetten op instellingsniveau, blijkt uit de geleverde productie van zorginstellingen dat de omvang van de productie niet in verhouding staat tot de budgetten die beschikbaar zijn gesteld op macroniveau. Daardoor worden gemeenten voor een verdelingsvraagstuk gesteld. Anderzijds hebben VNG Postbus 30435, 2500 GK Den Haag Tel

6 gemeenten niet de beschikking over de Vektis-data van Op basis van deze cijfers zouden de gemeenten samen met de zorginstellingen kunnen komen tot een verdeelmodel dat recht doet aan de afspraken die gemaakt zijn in de RTA s en die binnen de budgettaire kaders vallen. Daarnaast is de toepassing van het woonplaatsbeginsel een substantieel onderdeel c.q. risico van het verdelingsvraagstuk. Doordat gewerkt moet worden met aannames hierover, vergroot dit de financiele risico s voor gemeenten. We constateren dat tot nu toe ingezette acties om data van instellingen en gemeenten naast elkaar te leggen en te analyseren nog geen oplossingen hebben opgeleverd om het miljoenenverschil per regio tussen de opgave van aanbieders en het toegekende macrobudget op te lossen. Alle goede wil van de kant van uw departementen ten spijt, zijn we er nog niet van overtuigd dat de bedragen die voor de AWBZ en ZVW zijn berekend en die worden overgeheveld, voldoende grondslag hebben om op regioniveau de budgetten te verdelen naar instellingen. Dat vermoeden wordt versterkt door signalen die we krijgen dat er nog een onzekerheidsmarge in het macrobudget zit dat nu bekend is, bijvoorbeeld op het onderdeel jeugd-ggz. Het macrobudget schijnt in mei opnieuw te worden opgehoogd, maar dat betekent dat het voor mei lastig is concrete afspraken met aanbieders te maken, en bovendien is er geen garantie dat deze ophoging afdoende is. We realiseren ons dat de snelheid waarmee gemeenten deze concretisering van inkoopafspraken maken, verschilt tussen regio s. Maar we wijzen u er nadrukkelijk op dat dit een signaal is dat breed leeft en juist ook speelt bij de regio s die nu al klaar hadden willen zijn met deze concretisering. Dit is een serieuze bedreiging voor de voortgang van de transitie en voor de continuïteit van zorg die wettelijk is gegarandeerd, maar die wel gerealiseerd moet kunnen worden door te komen tot een verdeling van de middelen op instellingsniveau. De informatiepositie van de gemeenten is voor het vaststellen van een verdeling over instellingen is op dit moment ontoereikend. Daarnaast realiseren we ons dat het beeld nooit volledig 100% kloppend te krijgen is. De complexiteit van het huidige stelsel, één van de redenen voor de overheveling, maakt het tegelijkertijd lastig volledig zicht te krijgen op de huidige taken. Maar de verschillen zijn nu zodanig dat gemeenten zich genoodzaakt zien veel hogere kortingen toe te passen, met alle bestuurlijke reuring van dien. Deze brief is allereerst geschreven om aan u als stelselverantwoordelijken dit bestuurlijk signaal af te geven. Wij willen van u de garantie dat gemeenten een budget krijgen dat op macroniveau adequaat is en qua verdeling goed genoeg om zorgcontinuïteit te leveren. Gemeenten kunnen zich alleen maar goed voorbereiden op nieuwe taken als ze daar tijdig toe in staat gesteld worden. Daarom stellen we het volgende aan u voor, in aanvulling op de maatregelen die al genomen zijn: Directe beschikbaarheid voor gemeenten van specialismen die op basis van een landelijk format Vektis-data (met gegevens uit 2012) kunnen vergelijken met opgaves van aanbieders. Inzicht in de opbouw van de componenten van de gegevens in Vektis zodat een goede verschillenanalyse gemaakt kan worden om te komen tot correcte opbouw van (kost)prijzen op basis waarvan instellingsbudgetten kunnen worden toegekend zonder dat gemeenten hierop financiële risico s kunnen lopen. Directe publicatie van achterliggende gegevens over wat er in AWBZ wel en niet wordt overgeheveld, inclusief de vooronderstellingen rond de overdracht van de NHC-component die VNG Postbus 30435, 2500 GK Den Haag Tel

7 in de AWBZ en GGZ tot 2018 geleidelijk wordt ingevoerd. Bij de overheveling AWBZ per product aangeven of dit landt in Jeugdwet, wet LIZ of Wmo. Biedt gemeenten de mogelijkheid om zich ervan te verzekeren dat de juiste budgetten en aantallen zijn meegenomen bij het bouwen van huidige historische verdeelmodel. Deze brief is ook verzonden naar de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de heer M.J. van Rijn. Hoogachtend, Vereniging van Nederlandse Gemeenten Mevr. J. Kriens Voorzitter directieraad VNG VNG Postbus 30435, 2500 GK Den Haag Tel

8 Publiekshal Het Rond 1, Zeist Postbus 513, 3700 AM Zeist Telefoon Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport T.a.v. de heer M.J. van Rijn Postbus EJ Den Haag Ministerie van Veiligheid en Justitie T.a.v. de heer F. Teeven Postbus EH Den Haag Datum 24 april 2014 Ons kenmerk 14uit01815 Burgerservicenummer Uw kenmerk Bijlage(n) Behandeld door mevr. M. Keuvelaar - Vaartjes Onderwerp Risico Transitie Jeugdzorg Geachte heren Van Rijn en Teeven, Inleiding Met deze brief willen wij u op de hoogte stellen van de financiële problemen waarvoor wij als gemeenten in de regio Zuid-oost Utrecht ons gesteld zien. Deze problemen vormen een ernstige bedreiging voor een goede en tijdige implementatie van de transitie jeugdzorg. Wij refereren hierbij aan de Brief van de VNG d.d. 2 april 2014, kenmerk ECSD/U Het is voor ons op dit moment onmogelijk tot zinvolle afspraken te komen met de zorgaanbieders. Voorbereiding transitie jeugdzorg De vijf gemeenten in de regio Zuidoost Utrecht, te weten de gemeenten Bunnik, De Bilt, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede en Zeist, werken hard aan de voorbereidingen voor de transitie van de Jeugdzorg. In regionaal verband en bovenregionaal verband met de zes regio s binnen de provincie Utrecht wordt op een constructieve wijze door betrokken gemeenten en zorgaanbieders met elkaar samengewerkt om de transitiearrangementen en de verdere implementatie van de jeugdzorg vorm te geven. Echter, er is een groot verschil gesignaleerd tussen de uitvraag van de zorgaanbieders en het budget voor onze regio. Aanwezigheid specifieke instellingen in regio In de regio Zuidoost Utrecht zijn veel instellingen gehuisvest met intramurale jeugdzorg, met grote zorg concentraties in de gemeenten Utrechtse Heuvelrug en Zeist. Wij hebben als regio - met deze instellingen - een gezamenlijke zorg over de financiële lasten die dit oplevert. Het zogeheten woonplaatsbeginsel betekent voor de gemeenten een grote verantwoordelijkheid voor zware en dure vormen van jeugdhulp ook aan jeugdigen die van buiten de regio komen en veelal na afronding van de hulp weer terug gaan naar de brongemeenten. Deze lasten komen voor rekening van onze regio terwijl het budget daar niet op gebaseerd lijkt te zijn. Het toegekende budget voor onze regio is daardoor in grote mate onvoldoende.

9 Administratieve gegevens instellingen herordenen Naast het ontoereikend zijn van het budget is geconstateerd dat de administratieve gegevens van de zorgaanbieders ontoereikend zijn voor een goede transitie. De afgelopen periode is herhaaldelijk de opgave van de zorgaanbieders aangepast aan de nieuwe criteria en nog is er onduidelijkheid, met name over woonplaats en voogdijschap. De kwaliteit van de gegevens blijkt voor het huidige proces onvoldoende te zijn geweest. De administratieve gegevens moeten herordend worden met alle risico s van dien. Budget volstrekt onvoldoende Het macrobudget dat vooralsnog aan onze regio is toegekend, op basis van de decembercirculaire 2013, is volstrekt onvoldoende om de zorg voor jeugd te kunnen garanderen en uit te voeren. Er is een groot verschil ontstaan binnen onze regio tussen de opgave van de zorgaanbieders (peiljaar 2012) en het toegekende macrobudget. De opgaven van de zorgaanbieders is ruim 35% hoger. Dit past totaal niet binnen de landelijk afgesproken uitgangspunten bij de transitie. Er zijn al veel inspanningen verricht om de uitvraag van met name de huidige provinciale jeugdzorg zo scherp mogelijk te krijgen. Op basis van de huidige inzichten kan maar 60% van de jaaromzet 2012 van de provinciale jeugdzorginstellingen in onze regio worden gegarandeerd. In onderstaand overzicht wordt het verschil van 15 miljoen verduidelijkt. Regio Zuidoost Utrecht macrobudget 2015 Uitvraag Uitvraag Uitvraag Uitvraag Begrotingsgefinancierd Zvw-jeugdzorg AWBZ-jeugdzorg TOTAAL 42 miljoen 25,5 miljoen 8,5 miljoen 23 miljoen 57 miljoen Tabel 1: Dit overzicht verduidelijkt het verschil van 35% tussen macrobudget en de opgave door de zorgaanbieders (exclusief kortingspercentages). Hiernaast moeten landelijke voorzieningen, uitvoeringskosten, pgb en andere aanbieders zoals vrijgevestigden worden gefinancierd. Dit verschil is grotendeels te verklaren door de aanwezigheid van instellingen binnen de regio die intramurale jeugdzorg leveren voor jeugdigen onder voogdij van een gecertificeerde instelling. Afspraken met aanbieders onmogelijk Voor de cliënten is het overgangsrecht goed geregeld. Het belang daarvan onderschrijven wij van harte. Echter de administratieve en financiële risico s van de transitie worden volledig bij de gemeenten neergelegd. Dit is onacceptabel. Wij kunnen op dit moment niet tot zinvolle afspraken met zorgaanbieders komen. Dit brengt de instandhouding van de infrastructuur van de jeugdzorg regionaal en bovenregionaal, en dus de continuïteit van de zorg binnen en buiten onze regio in gevaar. Verzoek Wij verzoeken u dringend om zo spoedig mogelijk voor onze gemeenten een herziene budgetindicatie te verstrekken opdat wij in staat zijn conform ons transitiearrangement- bij te dragen aan de benodigde zorgcontinuïteit. Dit verzoek wordt ondersteund door de zorgaanbieders in de provincie en het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht. Graag gaan we als regio met u in gesprek om dit onderwerp verder toe te lichten en te bespreken. Hoogachtend, Namens de gemeenten uit de regio Zuidoost Utrecht, Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeist, de gemeentesecretaris, de burgemeester W.C.M. Lissenberg drs. J.J.L.M. Janssen

10 In afschrift: - Gemeenten regio Zuid-oost Utrecht - GS provincie Utrecht - Bestuur VNG - Transitiebureau Jeugdzorg - Zorgaanbieders Utrecht