Agendapunt 2. Twee punten bij mededelingen en actualiteit:

Transcriptie

1 Agendapunt 2 Vergadering : Bestuurlijk Overleg Sociaal Domein Regio Amersfoort Datum : 22 november 2018 Onderwerp : Mededelingen en actualiteit Bijlage : 2 Twee punten bij mededelingen en actualiteit: Bijlagen 1) Brief aan wethouders jeugd over regionale samenwerking 2) AVG versus leidende principes sociale (wijk) teams (n.a.v. BOSD d.d. 18 oktober jl.) Pagina 1 van 1

2 Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport > Retouradres Postbus EJ Den Haag Aan de wethouder met portefeuille jeugd Ministerie van VWS Bezoekadres Parnassusplein VX Den Haag T F wwwrijksoverheid.nl J Uw brief Datum 0 1 NOV Bijlage(n) Betreft Brief aan wethouders over regionale samenwerking Geachte wethouder, Sinds de decentralisaties in het sociaal domein bundelen gemeenten, (jeugdhulp)aanbieders en het Rijk de krachten om een belangrijke maatschappelijke transformatie te realiseren: de jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning dichter naar de leefwereld van de burger/cliënt te brengen. Correspondentie uitsluitend richten aan het retouradres met vermelding van de datum en het kenmerk van deze brief. U speelt een centrale rol in het organiseren van de jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning dichtbij de burger, omdat u als bestuurder zowel bestuurlijk als financieel verantwoordelijk bent voor de uitvoering van de wet en de Wmo 2015 in uw gemeente. Voor de uitvoering van beide wetten is regionale samenwerking nodig. Mede namens de Minister voor Rechtsbescherming richt ik mij in deze brief met name op uw verantwoordelijkheid om regionaal samen te werken voor een doeltreffende en doelmatige uitvoering van de wet. Waarom regionaal samenwerken? hulpplicht en borging specifieke taken We willen dat de jeugdhulp zoveel mogelijk in de omgeving van het gezin en de jeugdige wordt georganiseerd. Dat is ook de bedoeling van de ]eugdwet. Er zijn jeugdigen met specifieke zorgbehoeften of zware problematiek voor wie de jeugdhulp niet altijd op lokaal niveau kan worden georganiseerd. Hier kunnen allerlei redenen voor zijn, bijvoorbeeld de expertise is vanwege de complexiteit niet lokaal aanwezig of er is geen residentiële instelling binnen de gemeentegrenzen gevestigd. Zoals in de memorie van toelichting bij de wet is opgenomen, zullen gemeenten met elkaar moeten samenwerken voor de bekostiging van gesloten jeugdhulp, vormen van gespecialiseerde jeugdhulp, jeugdbescherming, jeugdreclassering en de inrichting van Veilig Thuis. Met name aanbieders van complexe, cruciale jeugdhulp hebben cliënten uit een groot aantal gemeenten met een doorgaans klein aantal cliënten per gemeente. Deze afhankelijkheid levert risico s op voor het voortbestaan van deze cruciale aanbieders. Als een dergelijke aanbieder wegvalt, heeft dat grote gevolgen, niet alleen voor de eigen gemeente, maar ook voor andere gemeenten die contracten Pagina 1 van 3

3 hebben met deze aanbieder. Een gemeente kan dan niet meer voldoen aan zijn jeugdhulpplicht zoals die is vastgelegd in de wet. En daarmee zijn er dus ook gevolgen voor alle kwetsbare jeugdigen en ouders die gebruik maken van de betreffende jeugdhufp. Verantwoordelijkheid en opdrachtgeverschap van gemeenten In het Actieprogramma Zorg voor de hebben gemeenten, de VNG, aanbieders, cliëntenorganisaties en het Rijk met elkaar afgesproken dat we de jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering merkbaar en meetbaar willen verbeteren. Om dit voor elkaar te krijgen, zijn stabiele regio s nodig die efficiënt samenwerken op regionaal en bovenregionaal niveau. Het ligt voor de hand dat de huidige jeugdregio s eenzelfde samenstelling behouden, zoals die in aanloop naar de decentralisatie van onderop tot stand zijn gekomen. Vanuit de VNG zijn hier ook netwerken op ingericht: de J42 en de BJ42, waarin op respectievelijk ambtelijk en bestuurlijk niveau het belang van de regio s wordt uitgedragen. Ninisterie van VWS J Nu de Transitie Autoriteit (TAJ) per 1januari 2019 stopt, wordt regionale samenwerking rondom continuïteit van jeugdhulp nog belangrijker. Van gemeenten verwacht ik dat u gezamenlijk in staat bent om continuïteit van zorg te borgen. Gemeenten werken daarbij samen met aanbieders, professionals en cliëntenorganisaties. Het Actieprogramma Zorg voor de is ondersteunend aan het proces in de regio s, en daarmee ook passend bij de verantwoordelijkheid en het opdrachtgeverschap van gemeenten. We ondersteunen met behulp van het Transformatiefonds, het Ondersteuningsteam Zorg voor de, en een plan van aanpak voor inkoop in het sociaal domein dat wordt opgesteld met en door gemeenten en zorgaanbieders. Wat als de samenwerking tussen gemeenten niet of niet goed werkt? Laat er geen misverstand over bestaan, in veel regio s werken gemeenten goed samen. Een voorbeeld hiervan is dat veel gemeenten, naast afstemming bij de inkoop, ook zoeken naar intensievere afstemming op beleidsniveau en bestuurlijk niveau. Vruchtbare samenwerking levert voor alle partijen (zowel gemeenten als aanbieders) de rust en de ruimte op die nodig is voor de zo gewenste transformatie en vernieuwing. De gemeentelijke samenwerking gaat echter nog niet in alle regio s goed. Soms ontstaat er versnippering door vorming van subregio s of kiezen regio s voor minder samenwerking dan voorheen. Niet alle gemeenten hebben hun opdrachtgeverschap voldoende ingericht op de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor borging en beschikbaarheid van (specialistische) jeugdhulp. Gemeenten moeten in de regio met elkaar samenwerken, ondanks eventuele verschillen tussen gemeenten. Bij (mogelijke) problemen rond de regionale samenwerking ga ik eerst het gesprek aan met de betreffende gemeenten. Als er grote problemen zijn bij de wettelijk verplichte samenwerking of als deze samenwerking ontbreekt, kunnen de Minister voor Rechtsbescherming en ik gebruik maken van de mogelijkheid deze samenwerking af te dwingen; het wetsvoorstel daartoe wordt binnenkort besproken in de Tweede Kamer. We onderscheiden in dit proces de volgende stappen: 1. Signalering: Signalen kunnen op verschillende manieren tot de Minister voor Rechtsbescherming of mij komen. De bevindingen van bijvoorbeeld de IGJ, zorgverzekeraars (in geval van instellingen die ook Wlz/Zvw-zorg Pagina 2 van 3

4 leveren), aanbieders, cliënten en het ministerie van VWS/JenV kunnen een dergelijk signaal zijn. 2. Verdere factfinding en beoordeling: Daar waar signalering niet tot overeenstemming of een oplossing leidt, kan op basis van de ontvangen signalen het vermoeden bestaan/ontstaan dat gemeenten (ernstig) tekortschieten bij de verplichte samenwerking. Dan zal nadere informatie wor den opgevraagd bij in ieder geval de betrokken gemeenten, en is er ruim te voor hoor en wederhoor. 3. Actie gemeenten en overleg: Indien geconstateerd wordt dat inderdaad sprake is van gebrekkige samenwerking, zal de betreffende gemeenten de gelegenheid worden geboden alsnog aan de wettelijke verplichtingen te voldoen. Over de wijze waarop deze gemeenten zich voornemen alsnog de samenwerking op een goede manier te organiseren, zal een op overeen stemming gericht overleg worden gevoerd met de wethouders van de be trokken colleges. 4. Samenwerking voorschrijven bij algemene maatregel van bestuur (AMvB): Als de noodzakelijke samenwerking in een gebied ontbreekt en ondanks stappen 1 t/m 3 er sprake blijft van problematiek in de samen werking waardoor de zorgplicht in het geding is, kan het Rijk ingrijpen. Bij AMvB kunnen gebieden worden aangewezen waarbinnen gemeenten moe ten samenwerken om aan de wettelijke taken uit de ]eugdwet te voldoen. Bij die maatregel kunnen regels worden gesteld over de vorm van samen werking. Ministerie van VWS ] Tot slot Alle kinderen moeten veilig, gezond en kansrijk kunnen opgroeien, zich kunnen ontwikkelen en kunnen meedoen. En voor de kinderen waar het niet goed mee gaat, kan jeugdhulp helpen om problemen te verminderen of op te lossen. Regionale samenwerking is een essentiële voorwaarde voor het realiseren van onze grote maatschappelijke opgave: de jeugdhulp dichter bij de leefwereld van het kind en het gezin brengen. Hoogachtend, mede namens de minister voor Rechtsb de minister van Volksaezndheid, Welzijn en Sport, 1 Wetsvoorstel, Kamerstukken II 2017/2018, , nrs. 1-3 e.v. Pagina 3 van 3

5 Agendapunt 2 Vergadering : Bestuurlijk Overleg Sociaal Domein Regio Amersfoort Datum : 22 november 2018 Onderwerp : Leidende principes Sociale (wijk) teams en AVG Van : WGSSD Aanleiding In het BOSD d.d. 18 oktober jl. heeft wethouder Van Roshum uit Baarn gevraagd om een memo waarin wordt toegelicht wat de consequenties zijn van de invoering van de AVG op de werkwijze van de sociale wijkteams. Waar lopen we tegen aan en hoe gaan we hier mee om? Uitwerking In de WGSSD van 8 november jl. is besproken hoe opvolging gegeven kan worden aan het verzoek van wethouder Van Roshum. De WGSSD heeft geconcludeerd dat het probleem landelijk speelt en ook wordt besproken en gedeeld in het regionale overleg van de wijkteamleiders. In het Programma Sociaal Domein werken Rijk en gemeenten samen in het wegnemen van dilemma s en knelpunten die we in de dagelijkse praktijk tegen komen. Dat gebeurt vanuit 16 trajecten waarin wordt gewerkt aan praktische oplossingen voor vaak taaie vraagstukken. Een van deze trajecten is UPP: Uitwisseling Persoonsgegevens en Privacy. De urgentie van het thema Uitwisseling Persoonsgegevens en Privacy in het Sociaal Domein is hoog. Uit allerlei onderzoeken blijkt dat er knelpunten zijn; ook zijn er vele initiatieven om privacy knelpunten aan te pakken. De urgentie neemt toe doordat in het voorjaar van 2018 de AVG van kracht werd. De Autoriteit Persoonsgegevens heeft als toezichthouder onderzoeken uitgevoerd naar de verwerking van persoonsgegevens in het Sociaal Domein. Hierop heeft de Autoriteit vastgesteld dat de praktijk niet altijd voldoet en dat er knelpunten zijn in het stelsel aan privacywetgeving. Ook het Parlement roept op tot effectieve oplossingen voor knelpunten. Ministeries, gemeenten en ketenpartners zijn inmiddels al diverse initiatieven gestart om knelpunten gegevensuitwisseling en privacy aan te pakken. Meer informatie over het traject UPP vindt u op: Pagina 1 van 1